Carpale tunnelsyndroom - Jeroen Bosch Ziekenhuis
Carpale tunnelsyndroom - Jeroen Bosch Ziekenhuis
Carpale tunnelsyndroom - Jeroen Bosch Ziekenhuis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Plastische chirurgie en neurologie<br />
<strong>Carpale</strong> <strong>tunnelsyndroom</strong><br />
Inleiding<br />
In deze folder kunt u lezen wat het carpale <strong>tunnelsyndroom</strong> is. Maar ook welke<br />
behandelingen er mogelijk zijn. Krijgt u een operatie? Dan kunt u in deze folder<br />
lezen hoe u zich hierop kunt voorbereiden. Daarnaast krijgt u informatie over de<br />
operatie en wat u na de operatie kunt verwachten.<br />
Wat is het <strong>Carpale</strong> <strong>tunnelsyndroom</strong>?<br />
Het carpale <strong>tunnelsyndroom</strong> wordt veroorzaakt door een beknelling van de middelste<br />
armzenuw. Deze zenuw loopt door een soort tunnel aan de binnenkant van<br />
de pols. Dit noemen we de carpale tunnel. Bij het carpale <strong>tunnelsyndroom</strong> is de<br />
carpale tunnel te nauw voor de inhoud. Deze bestaat uit buigpezen van de vingers<br />
en de middelste armzenuw.<br />
1. middelste armzenuw (nervus medianus)<br />
2. het ‘dak’ van de carpaal tunnel<br />
Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. het betreft<br />
algemene informatie. aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.<br />
© <strong>Jeroen</strong> <strong>Bosch</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> 2005 www.jeroenboschziekenhuis.nl (alg-341, uitgave april 2011)
Welke klachten kunt u hebben?<br />
U kunt last hebben van:<br />
• een tintelend of pijnlijk gevoel in uw hand en uw vingers. Dit is vooral in de duim,<br />
wijs- en middelvinger en een deel van de ringvinger;<br />
• een doof gevoel in deze vingertoppen;<br />
• krachtsverlies waardoor u gemakkelijk dingen uit uw hand kunt laten vallen;<br />
• een uitstralende pijn via de onderarm en elleboog tot in de schouder.<br />
’s Nachts nemen de klachten vaak in ernst toe waardoor u er wakker van kunt worden.<br />
Overdag kunt u ook klachten krijgen. Vooral na stevige handenarbeid kunt u meer<br />
klachten krijgen. Meestal komt het carpale <strong>tunnelsyndroom</strong> aan beide handen voor.<br />
Wat is de oorzaak?<br />
De beknelling van de zenuw in de carpale tunnel wordt meestal veroorzaakt door<br />
zwelling van de bekleding van de pezen. Bij deze zwelling kunnen hormonen een rol<br />
spelen. Dit komt voor tijdens de zwangerschap en in de overgang. Maar ook soms bij<br />
een te langzaam werkende schildklier en bij overproductie van groeihormoon. Ook<br />
kunnen de peesscheden zwellen door irritatie zoals bij reuma en na flinke handenarbeid.<br />
Daarnaast komt het carpale <strong>tunnelsyndroom</strong> vaker voor bij vrouwen dan bij<br />
mannen en bij patiënten met Diabetes Mellitus (suikerziekte).<br />
Welke onderzoeken krijgt u?<br />
Door de klachten die u heeft denkt de arts dat u waarschijnlijk het ‘carpale <strong>tunnelsyndroom</strong>’<br />
heeft. Bij lichamelijk onderzoek kan de arts gevoelsstoornissen in uw duim,<br />
wijs- en middelvinger vinden. Ook kan de duimmuis plaatselijk wat dunner zijn, maar<br />
meestal vindt de arts geen afwijkingen. Om zeker te weten dat u het carpale <strong>tunnelsyndroom</strong><br />
heeft krijgt u een zenuwgeleidings onderzoek. Dit noemen we een Elektro-<br />
MyoGrafie of EMG. Ook kan het zijn dat wij uw bloed onderzoeken.<br />
Wat zijn de behandelingsmogelijkheden?<br />
Is de diagnose carpale <strong>tunnelsyndroom</strong> gesteld? Dan bespreekt uw behandelend<br />
arts de behandelingsmogelijkheden met u. Soms is geen behandeling nodig of kunt<br />
u beter afwachten. Bijvoorbeeld als u maar weinig klachten hebt of als deze tijdelijk<br />
zijn, tijdens de zwangerschap. Mogelijk kan een kunststof spalkje worden aangemeten<br />
zodat uw pols rust krijgt en de klachten verminderen. Niet alle zorgverzekeraars<br />
vergoeden dit kunststof spalkje. U kunt dat navragen bij uw eigen zorgverzekeraar.<br />
Ook kan een injectie in uw pols met bijnierschorshormonen (cortison), en mogelijk<br />
een plaatselijk verdovend middel lange tijd goed helpen. Vaak kiest de arts voor een<br />
operatie waarbij de spalk verlichting kan geven. Deze spalk krijgt u dan tijdelijk tot aan<br />
de operatie.<br />
onderstaande informatie geldt alleen als uw behandelend arts u heeft verteld<br />
dat u een operatie gaat krijgen.<br />
Wat gebeurt er bij de operatie?<br />
hoe bereidt u zich voor?<br />
• Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen (zoals Acetosal®, Ascal®, Aspirine®,<br />
Marcoumar®, Plavix® of Sintrommitis®) of heeft u long –en/of hartklachten? Geef<br />
u dit dan door aan uw behandelend arts.<br />
• Doe ringen en sieraden thuis af.<br />
• Trek een kledingstuk aan met wijde, liefst korte mouwen. Dit omdat u een verband<br />
om uw hand krijgt.<br />
patIentenvoorlIChtIng <strong>Jeroen</strong> <strong>Bosch</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> 2 van 4
• De eerste twaalf dagen na de operatie kunt u zelf nog niet alles in huis doen. Het is<br />
daarom verstandig om vooraf hulp in huis te regelen.<br />
• Na de operatie mag u niet zelf naar huis rijden. Zorg daarom dat iemand u naar<br />
huis kan brengen.<br />
Welke verdoving krijgt u?<br />
Er zijn twee soorten verdoving mogelijk:<br />
• de anesthesist verdooft uw arm in de oksel/schouder;<br />
• uw behandelend arts verdooft uw hand plaatselijk.<br />
Dit bespreekt de arts vooraf met u. Bij een plaatselijke verdoving krijgt u een prik aan<br />
de binnenzijde van uw handpalm of uw pols. Deze prik kan even pijn doen. Het gevoel<br />
in de vingers blijft vaak aanwezig. Verder krijgt u een strakke band om uw bovenarm.<br />
Dit kan een pijnlijk, tintelend gevoel veroorzaken in uw hand en/of arm. Deze band<br />
verwijderen we na de ingreep. Hierdoor kan het bloed weer normaal in uw arm<br />
stromen. Bij een verdoving in de oksel voelt u door de verdoving de strakke band om<br />
uw arm niet. Als u voor de ingreep nuchter moet blijven hoort u dit van uw behandelend<br />
arts. Na de ingreep blijft u nog twee uur in het ziekenhuis.<br />
hoe gaat de operatie?<br />
De arts maakt een snee in de handpalm bij uw pols. Daarna snijdt de arts de verbinding<br />
tussen de pink en duimmuis door. Dit is het ‘dak’ van de carpale tunnel. Hierdoor<br />
krijgt de beknelde zenuw weer ruimte. Tenslotte hecht de arts de wond en legt een<br />
verband aan.<br />
De operatie duurt ongeveer een kwartier tot 20 minuten.<br />
Wat zijn de risico’s?<br />
Zoals bij alle operaties, kunnen bij een operatie van het carpale <strong>tunnelsyndroom</strong><br />
onverwachte complicaties optreden. Deze komen echter bijna nooit voor. Nabloedingen<br />
en infecties zijn complicaties die kunnen voorkomen. Ook kan soms een klein<br />
zenuwtakje beschadigd raken, dat naar een aantal spiertjes in de duimmuis loopt.<br />
Meestal merkt u dit niet, maar soms kunnen de duimbewegingen wat gestoord raken.<br />
Een ernstige, maar zeer zeldzame complicatie die na de operatie kan optreden is de<br />
zogenaamde dystrofie van de hand. Er ontstaat dan zwelling van de hele hand, die ook<br />
pijnlijk is vooral bij bewegen. De kleur van de hand varieert van rood bij warmte tot<br />
bleekwit en blauw bij koude. Het is belangrijk dat u als u deze klachten krijgt contact<br />
opneemt met uw arts, zodat deze maatregelen kan nemen.<br />
na de operatie<br />
Wat gebeurt er na de operatie?<br />
• Na de operatie krijgt u een mitella (draagverband) mee. Overdag kunt u uw hand<br />
daarin leggen. Van uw behandelend arts hoort u hoelang u deze moet dragen.<br />
• Enkele uren na de operatie is de verdoving uitgewerkt. Wanneer u thuis pijn krijgt,<br />
mag u een pijnstiller nemen. Wij adviseren u hiervoor Paracetamol 500 mg te<br />
gebruiken, maximaal 6 tabletten per dag. Dit mag eventueel samen met codeïne.<br />
• Wij raden u aan om uw vingers gewoon te blijven bewegen. Zorgt u wel dat uw<br />
handpalm wat rust krijgt. Verder moet u krachtzetten en wringende bewegingen<br />
ongeveer vier weken vermijden. Deze rust is nodig voor de wondgenezing.<br />
• 48 uur na de operatie mag u zelf het verband eraf halen. Uw behandelend arts<br />
vertelt u wanneer de pleister eraf mag. Zolang de pleister erop zit moet u deze<br />
droog houden.<br />
patIentenvoorlIChtIng <strong>Jeroen</strong> <strong>Bosch</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> 3 van 4
• Meestal worden hechtingen gebruikt die oplossen. De draadjes vallen er dan na<br />
twee tot drie weken vanzelf uit. Soms gebruikt de arts gewone hechtingen. Die kunt<br />
u ongeveer twee weken na de operatie door de huisarts laten verwijderen. Heeft u<br />
na de operatie nog een afspraak met u behandelend arts? Dan verwijdert hij ook de<br />
hechtingen.<br />
Wat zijn de gevolgen van de operatie?<br />
Na de operatie zult u last hebben van de wond. De wond zit namelijk op een plaats<br />
die u vaak beweegt en waar u zich ook gemakkelijk stoot. Daar tegenover staat dat de<br />
pijn die u voor de operatie had, in de meeste gevallen vrijwel direct na de operatie is<br />
verdwenen. Het kan maanden duren voordat u het gevoel in uw vingers weer goed<br />
terug heeft. Ook kunt u soms nog een tijd last houden van prikkels en tintelingen in de<br />
vingertoppen of van pijnscheuten door uw hand en/of arm. Het litteken in uw handpalm<br />
kan enkele maanden gevoelig blijven. Ook kan het nog langer duren voordat de<br />
kracht in uw hand weer normaal is. Heel af en toe blijkt dat de operatie niet geholpen<br />
heeft. Dan moet u opnieuw geopereerd worden.<br />
Wanneer moet u contact opnemen met het ziekenhuis?<br />
In de volgende gevallen neemt u contact op met de secretaresse van de polikliniek van<br />
uw behandelend arts om een afspraak te maken:<br />
• als de pijn erger wordt;<br />
• bij een nabloeding;<br />
• bij ontstekingen;<br />
• bij zwellingen.<br />
Hebben uw vingers twee uur na de operatie hun normale kleur nog niet terug? Dan<br />
zit het verband mogelijk te strak. U kunt dan zelf het verband eraf halen en opnieuw<br />
aanleggen. Lukt het aanleggen van het verband niet? Dan kunt u dit door uw huisarts<br />
laten doen. Of eventueel na telefonisch overleg op de afdeling Spoedeisende Hulp.<br />
Krijgen uw vingers daarna nog niet de normale kleur? Neemt u dan contact op met<br />
uw behandeld arts via de polikliniek. In dringende gevallen kunt u ook contact opnemen<br />
met uw huisarts of met de afdeling Spoedeisende Hulp.<br />
heeft u nog vragen?<br />
Neemt u dan contact op met de secretaresse van uw behandelend arts.<br />
Polikliniek Plastische Chirurgie, telefoonnummer (073) 553 60 15<br />
Polikliniek Neurologie, telefoonnummer (073) 553 23 25<br />
patIentenvoorlIChtIng <strong>Jeroen</strong> <strong>Bosch</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> 4 van 4