Verslag plantenonderzoek Valleikanaal Amersfoort 2011
Verslag plantenonderzoek Valleikanaal Amersfoort 2011
Verslag plantenonderzoek Valleikanaal Amersfoort 2011
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
VEGETATIEONDERZOEK VALLEIKANAAL AMERSFOORT<br />
4. Totaal aantal plantensoorten per vak en per subvak<br />
In bijlage 1 is een gedetailleerd overzicht opgenomen van alle gevonden plantensoorten langs het<br />
<strong>Valleikanaal</strong> en de poelen. Bij het valleikanaal zijn de oevers onderscheiden en bij de poelen de<br />
oevers en de weilandjes er omheen.Totaal zijn er 382 soorten gevonden. In tabel 4.1 is te lezen<br />
hoeveel soorten er per vak en subvak zijn aangetroffen.<br />
De meeste soorten zitten op het intelniveau van vakken in vak 7 (223 soorten) In figuur 4.1 is dat<br />
grafisch weergegeven. Bij de subvakken zitten de meeste soorten in subvak 8a (150 soorten). Je kunt<br />
de aantallen per subvak niet optellen om het aantal soorten per vak te leren kennen. Dat komt omdat<br />
1 soort in meerdere subvakken van een vak kan voorkomen (dubbeltellingen).<br />
In tabel 4.1 zijn de oevers aan de buitenwijk zijde van het valleikanaal geel gemarkeerd en de oevers<br />
aan de stadszijde blauw. Op de oevers aan de zijde van de buitenwijken Schothorst, Liendert en<br />
Schuilenburg komen gemiddeld 120 soorten voor en aan de stadszijde 100. Dat is dus gemiddeld 20<br />
soorten minder, waarbij het grootste verschil voorkomt in vak 10: aan Schothorstzijde 146 en aan<br />
stadszijde 84. Dat komt door de plas-draszone die aan de zijde van de wijk Schorsthorst is<br />
aangebracht en een grote diversiteit oplevert. Als we de 2 plas-draszones in de wijk Schothorst buiten<br />
beschouwing laten is het verschil over de hele lengte van het <strong>Valleikanaal</strong> nog altijd ca 15. Er zijn ook<br />
grote verschillen in aantal soorten in de subvakken voor en na de spoortunnel, maar daar zijn de<br />
subvakken ongelijk van grootte en biotoop. Deze zijn aan de stadszijde smal en worden voor een deel<br />
begrensd door een betonnen wand. Ter plaatse van de spoorbrug zijn er vakken met basaltblokken en<br />
dus ook onvergelijkbaar met “normale” oevers.<br />
Het verschil van 15 soorten tussen de oevers aan stadszijde en buitenwijken wordt voor 3 soorten<br />
verklaard door het zaadmengsel. De natuurlijke vegetatie verschilt dus 12 soorten. Een logische<br />
verklaring is niet gevonden.<br />
Figuur 4.1 Totaal aantal plantensoorten per vak.<br />
17