JubileumMagazine - De Kroon
JubileumMagazine - De Kroon
JubileumMagazine - De Kroon
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1940. <strong>De</strong> oorlog was net begonnen voor Nederland, de NSB van Anton<br />
Mussert marcheerde triomfantelijk over de Utrechtse Maliebaan, de<br />
Duitsers bestuurden de stad en na de roerige meidagen hernam het<br />
leven zich. Kees de <strong>Kroon</strong> had de schildersvakschool afgerond en<br />
trouwde dat jaar met Mien Küchler. Kees begon een eenmans-schildersbedrijf.<br />
Want oorlog of geen oorlog, de mensen wilden hun huizen nog<br />
steeds netjes in de verf.<br />
Kees was als elfjarig jochie in 1930 met zijn ouders uit Friesland naar<br />
Utrecht gekomen. Het gezin had geen rooie cent meer, nadat het aannemersbedrijf<br />
van Kees’ vader failliet was gegaan. Het waren de jaren<br />
van de wereldwijde economische crisis als gevolg van het instorten<br />
van de beurzen in 1929. Kees en Mien kregen een woning aan de<br />
Spinozaweg 72, aan de rand van Lombok.<br />
Hij zal vast een tijdje schilder zijn geweest. Hoe lang weet niemand.<br />
Hij heeft het zijn kinderen nooit verteld, voor zover zoon Jan weet.<br />
Pa <strong>De</strong> <strong>Kroon</strong> was geen man van heel veel woorden. Maar feit is dat er<br />
op een gegeven moment in die oorlogsjaren geen verf meer te krijgen<br />
was. In zijn vrije tijd zeemde hij al ramen, vooral in zijn eigen buurt en<br />
hij kreeg steeds meer klanten. Kees de <strong>Kroon</strong> liet het schilderen voor<br />
wat het was en begon een glazenwasbedrijf in Oog in Al. En hij maakte<br />
wat trappenhuizen van flats in de buurt schoon.<br />
Pofboekje<br />
Kees en Mien kregen snel kinderen. Elf stuks. In 1947 kwam Jan. ,,Ik was<br />
de vijfde. Ik moet nog goed nadenken wat de volgorde is. Er viel niet<br />
tegenop te zemen, met elf kinderen, het was pure armoei thuis. Vooral<br />
in de winters. Pa richtte dan in de tuin een fietsenstalling in voor de<br />
buurt, om wat te verdienen. Ik weet nog goed dat we meestal brood<br />
met bruine suiker aten, meer was er niet. Kaas of worst? Man …, als er<br />
een keer hagelslag was, hadden we al een reuzenfeest.’’<br />
70 jaar <strong>De</strong> <strong>Kroon</strong><br />
Je probeert eens wat. Wat is ondernemen eigenlijk meer dan dat ene zinnetje waarmee Jan de<br />
<strong>Kroon</strong> de zeventig jaren van het bedrijf samenvat? Je kunt gewichtig gaan doen over visies, bedrijfsplannen,<br />
marktonderzoeken en strategieën, maar ‘je probeert eens wat’, past veel beter bij ‘zijn’ bedrijf.<br />
,,<strong>De</strong> bedoeling van alles is dat het wat meer oplevert dan het kost. Als dat goed gaat, probeer je weer<br />
iets nieuws. We hadden de tijd mee en zijn geld gaan verdienen. Het is een simpel verhaal eigenlijk.’’<br />
KROONJUWEELTJE<br />
Maar dat gold bijna voor alle gezinnen uit de buurt. Niemand had iets.<br />
Jan zat – samen met het latere CPN-kamerlid en journalist Gijs Schreuders<br />
– op de Anslijnschool aan de Vleutenseweg en daar heeft hij nog<br />
een jaar warm gegeten. Dat was speciaal voor arme kinderen. En het<br />
gezin <strong>De</strong> <strong>Kroon</strong> had bonnen waarmee moeder kinderkleren kon halen<br />
bij een gemeentelijk depot aan de Wittevrouwensingel. Bij de Vaaltbrug,<br />
tegenover de gevangenis.<br />
‘Er viel niet tegenop te<br />
zemen, met elf kinderen’<br />
Jan ziet nog het pofboekje op tafel liggen. Van de Vivo. ,,Op de hoek<br />
van de Spinozaweg en de Laan van Nieuw Guinea had je de Vivo van<br />
Van Rooijen. In elke volkswijk had je een Vivo. En daar deed mijn<br />
moeder de boodschappen. In de winter op de pof. Dan werd er in dat<br />
boekje geschreven wat ze had gekocht, met de prijzen erbij en dan<br />
werd er eens per week of eens per maand afgerekend. Maar bij ons<br />
duurde het wel eens tot de lente voordat mijn vader weer geld had<br />
om de schuld bij Van Rooijen af te lossen.’’<br />
Zaterdagavond kwam Piet Sloof, de groentenboer uit de Paramaribostraat,<br />
met een kist groenten en fruit, die hij die dag over had gehouden<br />
en die tegen een zeer zacht prijsje aan de familie <strong>De</strong> <strong>Kroon</strong> werden<br />
verkocht. Piet en Kees kenden elkaar goed. Als Piet kwam, zat de hele<br />
kinderschare klaar voor de tobbe in de keuken. ,,Als je de eerste was,<br />
had je schoon warm water. Er stond een ketel met water op het vuur en<br />
er werd bijgeschonken als het te koud werd. Ik weet niet meer of er een<br />
systeem was, maar de laatste die in die teil moest, had dikke pech.<br />
‘Je had soms een jarenlange relatie met een klant en als dan de facilitair manager wisselde, kon het gebeuren dat de nieuwe alles naar zijn hand<br />
wilde zetten. Dat je dus weer een nieuwe offerte moest uitbrengen. Dat gebeurde bij een ziekenhuiscentrum waar we al vanaf het begin naar volle<br />
tevredenheid schoonmaakten. We hadden een weekeinde de tijd. Ik zei tegen Corrie: ‘Dat kost ons een hoop energie en we krijgen het toch niet,<br />
omdat wij gewoon niet onder de kostprijs willen werken.’ Want ik had al in de gaten gekregen dat het onverantwoord goedkoop moest.<br />
Bovendien... als je voor een dubbeltje goedkoper een goede relatie wilde eindigen..., tja. Dus wij maakten niks. We zijn wel naar die klant gegaan en<br />
hebben gezegd: ‘we hebben geen offerte. Als we jullie houden, groeien we dit jaar weer twintig procent, als we jullie kwijtraken wordt het vijftien<br />
procent. Maar wij willen dit jaar maar tien procent groeien.’ En toen zijn we weer het pand uitgelopen.’<br />
(Jan en Corrie de <strong>Kroon</strong>)<br />
17 |