"De Nijverheid". IJzer-, koper - Historische vereniging Oud Leiden
"De Nijverheid". IJzer-, koper - Historische vereniging Oud Leiden
"De Nijverheid". IJzer-, koper - Historische vereniging Oud Leiden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
' DE NIJ VERHEID'<br />
door de schenking van twee beelden, aangebracht tijdens een decoratiebeurt<br />
onder pastoor (tevens deken) Welters in 1881-1883. Het ging om beelden<br />
van de heilige Dominicus en van de heilige Elisabeth van Hongarije. Dat<br />
deze niet zomaar willekeurig zijn gekozen, zal geen betoog behoeven. Toch<br />
was dat niet zo duidelijk voor moderne (kunst)historici: omdat dit een door<br />
paters franciscanen bediende kerk is, en de heilige Dominicus een vriend<br />
was geweest van de heilige Franciscus, lijkt hij om die reden bij de andere<br />
heiligenbeelden te passen. Door Elisabeth aan de ook aanwezige Vincentius<br />
te koppelen, lijkt het alsof dit iets te maken heeft met de 'heiligen van de<br />
armen, , maar d' It . IS d us te ver gezoc h t. 32<br />
Verder was Schreden zeer actief in tal van maatschappelijke kringen. Zo<br />
werd hij in de zomer van 1854 lid van de eerste Commissie tot het houden<br />
van volksvoorlezingen, en toen op 17 maart 1863 32 Leidse fabrikanten een<br />
adres aan de Koning richtten om aan te dringen op een wettelijke regeling<br />
van verplicht onderwijs, beperking van de kinderarbeid en regeling van het<br />
aantal arbeidsuren in het algemeen, was Schreden een van de ondertekenaren.<br />
In 1864 is Schreden (eerst voor tweederde deel en later geheel) eigenaar<br />
geworden van de Leidse Schouwburg, die vrijwel recht tegenover zijn<br />
woning stond, aan de andere kant van de gracht. In verband hiermee verzocht<br />
hij B & W om subsidie, wat de raad op 15 september 1864 tot een<br />
bedrag van f l. 500 voor 1865 goedkeurde. Wegens de oprichting van de<br />
Schollwburgvereeniging in 1865 is er over zijn bemoeienissen in dezen<br />
weinig gevonden. Ook was Schreden gedurende vele jaren lid van het<br />
bestuur van het Stedelijk Werkhuis, en zijn vrouw werd in 1873 benoemd<br />
tot regentes van het R.K. Wees- en <strong>Oud</strong>eliedenhuis. Van een adres om tot<br />
sloping van de Rijnsburgerpoort te komen, dat op 4 september 1866 in de<br />
raad werd behandeld, was Schreden de hoofdondertekenaar; waar wij dit nu<br />
als cultuurbarbarisme bestempelen, was dat voor die tijd een uiting van<br />
vooruitstrevendheid. Waardering voor zijn ondernemerschap spreekt ook<br />
wel uit het feit dat Schreden lid werd van de Kamer van Koophandel te<br />
<strong>Leiden</strong>, aftredend in 1878. 33 Ook uit het feit dat hij van 1863 (mogelijk<br />
zelfs al 1861) tot 1865 voorzitter was van de Vereeniging tot bevordering<br />
van de bloei der Ijzerindustrie in Nederland blijkt wel zijn aanzien onder<br />
vakgenoten. Overigens was zijn zoon Antonius Daniel Dominicus een<br />
10 5