HydroGuard HG-702 Gebruiksaanwijzing - RB Instrument

HydroGuard_HG702_ibv_ned.pdf
1. Plaats de geleidbaarheidmodule (printplaat) aan de binnenkant van de deur van de bedieningsmodule
met behulp van de meegeleverde schroeven.
2. Verbind de geleidbaarheidmodule met de I/O-module met behulp van de lintkabel en een willekeurige
open connector.
3. Monteer het geleidbaarheidarmatuur en de meter op een stevige muur of ander oppervlak met
daarvoor geschikt materiaal (niet meegeleverd). Zorg ervoor dat deze installatie niet meer dan 15
meter van de HydroGuard hangt.
4. Sluit een watertoevoer aan (maximale druk 2 bar) op de inlaat; gebruik hiervoor 6mm leiding. Dit kan
een nieuwe afzonderlijke toevoer zijn of een aftapping van de toevoer naar de HydroGuard (voor het
pre-filter).
5. Sluit een waterafvoer (6mm) aan op de uitlaat en verbind deze met:
Een leidingsysteem; het drukverschil tussen inlaat en uitlaat dient minstens 0,3 bar te zijn; of
Het pre-filter van de HydroGuard.
6. Leid de sensorkabel door een open sleuf aan de onderkant van de HydroGuard.
7. Verbind de kabels met een open 4-20 mA ingang aan de onderkant van de 4-20 module.
8. Verbind 24 V van de meter met 24 V van de module.
9. Verbind mS van de meter met IN van de module.
10. Verbind GND (aarding) met het aardingssymbool van de module.
6.5.2 Eerste instelling en algemeen gebruik
Voor de uitgang van de geleidbaarheidmeting, zie paragraaf 6.8.1 of 6.8.2 (externe resp. interne 4-20 mA
modules).
6.5.3 Routine-onderhoud
6.5.3.1 Kalibratie
Kalibratie dient onder stabiele omstandigheden plaats te vinden, met name de temperatuur moet binnen
de normale bedrijfswaarden liggen.
1. Test een watermonster met behulp van een nauwkeurige digitale geleidbaarheidmeter.
2. Gebruik de stelschroef om de kalibratie (in zeer kleine stapjes) aan te passen.
3. Wacht tot de aanpassingen tot resultaat leiden alvorens aanvullende wijzigingen door te voeren.
6.5.3.2 Schoonmaken van de geleidbaarheidmeter
De meter moet regelmatig worden schoongemaakt om er zeker van te zijn dat deze goed functioneert en
betrouwbaar is. De frequentie van schoonmaken is afhankelijk van het te testen water. Maak de sensor in
ieder geval schoon als er zichtbaar vuil is, als de metingen onbetrouwbaar lijken en voor elke kalibratie.
1. Sluit de watertoevoer naar het armatuur af en verwijder de meter.
2. Was de meter onder stromend water om het vuil te verwijderen.
3. Verwijder met een zachte doek eventuele vuilresten en olie.
4. Plaats de meter terug en sluit de watertoevoer weer aan.
[ 44 ]