Het levensraadsel
Het levensraadsel
Het levensraadsel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6 HET LEVENSRAADSEL<br />
rie in de lichamen van planten, dieren en mensen verfijnder is dan<br />
materie in rotsen. In het dierenrijk en het mensenrijk krijgen leven en<br />
geest geleidelijk de overhand naarmate de stof iets van zijn vertragende<br />
invloed op de geest verliest. Dit is evolutie van de geest en<br />
involutie of teruggang van het grove aspect van de stof.<br />
De evolutie van geest gaat dus altijd vergezeld van een gelijktijdige<br />
involutie van de stof. Op dezelfde manier gaat de evolutie van materie<br />
vergezeld van een involutie van geest, zoals het ontrollen van het<br />
ene uiteinde van de boekrol gepaard gaat met een gelijktijdig oprollen<br />
van het andere uiteinde. <strong>Het</strong> doel van het leven is groei, ontwikkeling,<br />
uitbreiding van bewustzijn, het zich verheffen vanuit lagere<br />
bestaanstoestanden naar hogere, en deze vooruitgang komt tot stand<br />
via het evolutieproces.<br />
<strong>Het</strong> diepste centrum of de kern van elke levenseenheid of monade<br />
is een straal of emanatie vanuit het ene universele leven. Deze straal<br />
is de oorsprong van en bezielt elke vorm in de natuur. Door zijn<br />
innerlijke verbinding met het universele leven heeft hij latente mogelijkheden<br />
tot oneindige groei en ontwikkeling in zich. Vanuit deze<br />
straal komt de opwaartse drang, de aandrijvende en stimulerende<br />
kracht die de verborgen oorzaak is van alle evolutie.<br />
Elke individuele monade moet gedurende haar evolutionaire pelgrimstocht<br />
wonen in alle verschillende vormen van de natuur te<br />
beginnen met de laagste, en in de loop van de eeuwigheid geleidelijk<br />
vooruitgaan door de verschillende rijken, tot ze gereed is om de<br />
hogere vormen te bewonen. In elke belichaming doet de monade<br />
ervaring op en leert de lessen die deze belichaming heeft te bieden.<br />
Wanneer de lessen van die belichaming zijn geleerd en niet langer de<br />
noodzaak voor ervaring in dat soort lichaam bestaat, veroorzaakt de<br />
opwaartse drang in de monade dat ze hogere vormen zoekt om haar<br />
evolutie voort te zetten. In deze nieuwe belichaming met zijn veranderde<br />
omgeving heeft de monade uiteenlopende ervaringen en ontwikkelt<br />
verschillende vermogens, totdat deze vermogens relatief<br />
volmaakt functioneren. Dan wordt een volgende stap vooruit gezet,<br />
enz., ad infinitum.<br />
De verschillende vormen van de natuur waarin de monade zich<br />
belichaamt kunnen worden vergeleken met sporten op een ladder,<br />
waarlangs de evoluerende monade opklimt. Figuurlijk gesproken<br />
brengt de hoogste sport van een ladder de klimmer naar een denkbeeldig<br />
platform, een tijdelijk doel waar hij kan rusten en zich kan