Richtlijnen transmurale Geriatrie - RGF Het Noorden - KNGF
Richtlijnen transmurale Geriatrie - RGF Het Noorden - KNGF
Richtlijnen transmurale Geriatrie - RGF Het Noorden - KNGF
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Projjectgroep<br />
Geriiatriie<br />
2005
Inhoudsopgave Richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland<br />
Inleiding 2<br />
Hoofdstuk 1 Verantwoording 3<br />
1.1 Samenstelling en werkwijze projectgroep 3<br />
1.2 Doelstelling van het project 3<br />
1.3 Voorwaarden ten aanzien van deskundigheid 4<br />
1.4 Aanbevelingen ten aanzien van implementatie en borging 5<br />
Hoofdstuk 2 Transmurale richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland 6<br />
2.1 <strong>Het</strong> begrip geriatrie 6<br />
2.2 <strong>Het</strong> begrip de geriatrische patiënt 6<br />
2.3 <strong>Het</strong> begrip functionele geriatrie: het SFMPC – model 7<br />
2.4 Gevolgendiagnostiek bij de geriatrische patiënt:<br />
de relatie tussen het SFMPC – model en het ICF<br />
8<br />
2.5. Probleeminventarisatie vanuit het SFMPC – model: 9<br />
lijst met standaardproblemen<br />
2.6. Gevolgendiagnostiek en de betekenis voor de richtlijn<br />
<strong>Geriatrie</strong> Friesland<br />
Hoofdstuk 3 <strong>Het</strong> fysiotherapeutisch zorgverleningsproces bij de<br />
geriatrische patiënt:<br />
het stroomdiagram en de Geriatrische kaart<br />
Hoofdstuk 4 Netwerk <strong>Geriatrie</strong> Friesland 15<br />
Bijlagen 16<br />
Bijlage 1 Aanvraagformulier richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland 17<br />
Bijlage 2 Overdrachtsformulier richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland 18<br />
Bijlage 3 Oriënterende Klinimetrie: Elderly Mobility Scale ( EMS) 19<br />
Bijlage 4 Specifieke klinimetrie: Aanbevolen 2 e meetinstrumenten 21<br />
Bijlage 5 Geriatrische Kaart 24<br />
Bijlage 5.1 Geriatrische Kaart: schema l 24<br />
Bijlage 5.2 Geriatrische Kaart: schema ll 24<br />
Bijlage 6 Literatuurverwijzing en bronnen 25<br />
1<br />
Pagina<br />
10<br />
11
Inleiding<br />
In het kader van het project “Transmurale Zorg Fysiotherapie Friesland” heeft de provinciale<br />
stuurgroep van het <strong>RGF</strong> <strong>Het</strong> <strong>Noorden</strong> gekozen voor het ontwikkelen van een richtlijn<br />
geriatrie.<br />
Zorgverzekeraar De Friesland heeft een budget beschikbaar gesteld, waardoor dit project<br />
kon worden gerealiseerd.<br />
De keuze voor het onderwerp geriatrie is ondermeer ingegeven, doordat de vergrijzing van<br />
de komende jaren een duidelijke toename van fysiotherapeutische zorg bij geriatrische<br />
patiënten gaat geven.<br />
Door een richtlijn geriatrie te ontwikkelen en te implementeren in het fysiotherapeutisch<br />
werkveld zal de kwaliteit van zorg rond deze patiëntencategorie verder verhoogd worden.<br />
Er bestaat (nog) geen landelijke richtlijn geriatrie van het Koninklijk Nederlands Genootschap<br />
voor Fysiotherapie (<strong>KNGF</strong>).<br />
Vandaar dat deze richtlijn ingebed kan worden in huidige <strong>KNGF</strong>-richtlijnen zoals de richtlijn<br />
Fysiotherapeutische Verslaglegging en Methodisch Handelen als onderdeel van het<br />
Diagnostisch Proces in het totale fysiotherapeutisch zorgverleningproces.<br />
0.1 Doelstelling<br />
<strong>Het</strong> doel van de richtlijn voor fysiotherapie bij de geriatrische patiënt is het stroomlijnen van<br />
de benaderingswijze in het hele fysiotherapeutische zorgtraject.<br />
In die zin dat vanuit een zelfde perspectief naar de geriatrische problematiek wordt gekeken.<br />
Deze doelstelling wordt gerealiseerd door het ontwikkelen van:<br />
1. Een <strong>transmurale</strong> richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland.<br />
2. Een bijbehorend Overdrachtsformulier richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland (bijlage 2).<br />
3. <strong>Het</strong> in kaart brengen van patiëntenstromen, zorgnetwerken en zorgketens<br />
binnen de regio Friesland op het gebied van de geriatrie.<br />
0.2 Resultaten<br />
Er is eenduidigheid voor de geriatrische patiënt over de inhoud van het<br />
fysiotherapeutisch zorgverleningsproces.<br />
Er zijn afspraken tussen de verschillende lijnen over de overdracht en terugkoppeling van<br />
de fysiotherapeutische behandeling.<br />
Er is eenheid van taal voor de fysiotherapeuten die geriatrische patiënten begeleiden en<br />
behandelen.<br />
De lijnen waarlangs de fysiotherapeutische zorg wordt verleend zijn helder.<br />
0.3 Voorwaarden<br />
Naast affiniteit met de geriatrische patiënt en de nodige ambitie om de richtlijn geriatrie<br />
verder te ontwikkelen en te implementeren worden er voorwaarden beschreven ten aanzien<br />
van:<br />
Deskundigheid en deskundigheidsbevordering.<br />
<strong>Het</strong> opzetten van een netwerk geriatrie.<br />
Een actieve participatie binnen het netwerk geriatrie.<br />
0.4 Aanbevelingen<br />
Er worden aanbevelingen gegeven ten aanzien van implementatie en borging.<br />
2
Hoofdstuk 1: Verantwoording<br />
In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens beschreven:<br />
1.1 Samenstelling en werkwijze projectgroep.<br />
1.2 Doelstelling van het project.<br />
1.3 Voorwaarden ten aanzien van deskundigheid.<br />
1.4 Aanbevelingen ten aanzien van implementatie en borging.<br />
1.1 Samenstelling en werkwijze projectgroep<br />
De projectgroep bestaat uit 3 leden.<br />
Ate Jorritsma is werkzaam in een particuliere praktijk, Paola van Smeden is werkzaam in de<br />
eerste lijn en in een verpleeghuis, terwijl Arie van Bachum intramuraal werkzaam is in een<br />
verpleeghuis.<br />
De projectgroep staat onder voorzitterschap van projectleider Tjeerd Waterlander.<br />
De projectgroep is gestart in december 2003 en kwam regelmatig ter vergadering bijeen.<br />
In de bijeenkomsten werd gebrainstormd en afspraken gemaakt over inhoud en voortgang.<br />
Vanaf het begin hebben Aart Advocaat en Koos Gaastra als klankbordgroep uit de regio<br />
Harlingen meegedacht.<br />
Na het schrijven van een conceptversie van de richtlijn is deze, in verschillende leesrondes,<br />
aangeboden aan diverse collega’s van zowel de eerste als tweede lijn.<br />
Hun opmerkingen zijn verwerkt in de versie van de richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland, die<br />
gepresenteerd wordt in het voorjaar van 2005.<br />
1.2 Doelstelling van het project<br />
<strong>Het</strong> doel van de richtlijn <strong>Geriatrie</strong> is het stroomlijnen van de benaderingswijze in het hele<br />
fysiotherapeutische zorgtraject in regio Friesland.<br />
In die zin dat vanuit een zelfde perspectief naar de geriatrische problematiek wordt gekeken.<br />
Deze doelstelling wordt gerealiseerd door het ontwikkelen van:<br />
1. Een <strong>transmurale</strong> richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland.<br />
2. Een bijbehorend Overdrachtsformulier <strong>Geriatrie</strong> Friesland.<br />
3. <strong>Het</strong> in kaart brengen van patiëntenstromen, zorgnetwerken en zorgketens<br />
binnen Friesland op het gebied van de geriatrie.<br />
Ad 1. De kenmerken van de richtlijn <strong>Geriatrie</strong> zijn als volgt:<br />
<strong>Het</strong> is een instrument waarbij door middel van het stroomlijnen van de<br />
benaderingswijze van geriatrische patiënten, weloverwogen keuzes kunnen worden<br />
gemaakt t.a.v. onderzoek, behandeling en mogelijke verwijzing van geriatrische<br />
patiënten in het gehele fysiotherapeutische zorgtraject binnen Friesland.<br />
<strong>Het</strong> is een richtlijn ter ondersteuning van beslissingen en ordening van informatie<br />
zodat de fysiotherapeut op een efficiënte manier en weloverwogen een beslissing kan<br />
nemen. (1)<br />
<strong>Het</strong> is een richtlijn die ingebed kan worden in huidige <strong>KNGF</strong> - richtlijnen zoals de<br />
richtlijn Fysiotherapeutische Verslaglegging en Methodisch handelen als onderdeel<br />
van het Diagnostisch Proces in het totale zorgverleningproces. (2)<br />
3
Ad. 2 Een bijbehorend Overdrachtsformulier richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland. (Bijlage 2)<br />
Dit bijbehorend overdrachtsformulier is een afgeleide van de richtlijn <strong>Geriatrie</strong> die<br />
richting geeft, vanuit dezelfde visie en taal, aan de overdracht tussen<br />
fysiotherapeuten onderling, fysiotherapeuten en verwijzers en andere zorgverleners.<br />
Ad. 3 <strong>Het</strong> in kaart brengen van patiëntenstromen, zorgnetwerken en zorgketens<br />
binnen Friesland op het gebied van de geriatrie.<br />
De gezondheidszorg voor ouderen beschikt in Friesland over eigen en specifieke<br />
zorgnetwerken en zorgketens.<br />
Inzicht hierin zal het continueren van zorg, maar ook verwijzing binnen deze<br />
netwerken en ketens, verbeteren.<br />
1.3 Voorwaarden ten aanzien van deskundigheid<br />
<strong>Geriatrie</strong> staat binnen de fysiotherapie momenteel in grote belangstelling.<br />
<strong>Het</strong> is bovendien een van de verbijzonderingen binnen de fysiotherapie.<br />
In het Kwaliteitsregister staan momenteel 118 fysiotherapeuten geregistreerd als<br />
verbijzonderd fysiotherapeut in de geriatrie, waarvan 7 in Friesland.<br />
Voor deze geriatrisch fysiotherapeut is een specifiek functieprofiel en competentieprofiel<br />
beschreven.<br />
Deze richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland is bedoeld voor alle fysiotherapeuten die geriatrische<br />
patiënten behandelen en begeleiden.<br />
Voor de algemeen praktiserend fysiotherapeut is, naast belangstelling, ook een verdere<br />
verdieping van kennis en vaardigheden noodzakelijk.<br />
Immers, eenduidigheid in taal, inhoud, overdracht en terugkoppeling van de behandeling van<br />
de geriatrische patiënt is een van de uitgangspunten van deze richtlijn.<br />
Bovendien zal de kwaliteit van onderzoek en behandeling van de geriatrische patiënten<br />
gewaarborgd moeten zijn.<br />
Dit zal binnen het netwerk verder gestalte dienen te krijgen.<br />
In deze richtlijn is voor de geriatrisch fysiotherapeut een consultatiefunctie beschreven.<br />
(Zie blz. 9: hoofdstuk 2.6, blz. 12: punt 8 en blz.14)<br />
Ook in de zin van verdere ontwikkeling en implementatie van deze richtlijn én<br />
deskundigheidsbevordering kan de geriatrisch fysiotherapeut een belangrijke bijdrage<br />
leveren.<br />
4
1.4 Aanbevelingen ten aanzien van implementatie en borging (3)<br />
1. De projectgroep geeft het bestuur van het <strong>RGF</strong> het <strong>Noorden</strong> een dringend advies om<br />
de vorming van een netwerk van fysiotherapeuten te initiëren.<br />
Aanbevelingen:<br />
Presentatie concept richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland mei 2005.<br />
Inventarisatie belangstelling voor te vormen netwerken.<br />
<strong>Het</strong> vormen van netwerken.<br />
Inventarisatie van wensen t.a.v. deskundigheid en deskundigheidsbevordering.<br />
Deskundigheidsbevordering door workshops bijvoorbeeld Meetinstrumenten en het<br />
hanteren van de te gebruiken formulieren.<br />
Bij participatie in een netwerk is deelname aan bijvoorbeeld refereeravonden<br />
verplicht.<br />
2. De projectgroep adviseert tot het creëren van samenwerkingsverbanden tussen<br />
eerste en tweede lijn. De coördinatie van een dergelijk samenwerkingsverband kan<br />
gebeuren vanuit de afdeling fysiotherapie van een ziekenhuis, verpleeghuis of<br />
verzorgingshuis in die regio, waarbij door vertegenwoordigers uit die regio’s de<br />
afstemming centraal kan plaatsvinden.<br />
Ook zou een mogelijkheid zijn dit in IOF ’s op te zetten met een bezetting van zowel<br />
intra- als extramuraal werkende fysiotherapeuten.<br />
3. <strong>Het</strong> is essentieel om de (potentiële) verwijzers te benaderen en te informeren over het<br />
netwerk, waarbij het van belang is de verwijzers te informeren over de deskundigheid<br />
van de betreffende fysiotherapeuten.<br />
<strong>Het</strong> afstemmen van specifieke verwijsinformatie en terugkoppeling van<br />
behandelgegevens vormt hierbij een belangrijk aspect.<br />
4. Ter stimulering van de onderlinge samenwerking en als erkenning voor de waarde die<br />
de samenwerkingsverbanden hebben voor de behandelkwaliteit en de positionering<br />
van de fysiotherapie, beveelt de projectgroep het bestuur aan om de<br />
samenwerkingsverbanden te accrediteren voor het kwaliteitsregister.<br />
5. Binnen deze hele infrastructuur is het noodzakelijk een aantal formele afspraken te<br />
maken tussen de betrokken partijen.<br />
Deze afspraken zijn essentieel voor de borging en implementatie van de richtlijn op<br />
lange termijn.<br />
6. In de visie van de projectgroep ligt de verantwoordelijkheid van het ontwikkelen,<br />
implementeren, beheren en borgen van de beschreven infrastructuur bij het bestuur<br />
van het <strong>RGF</strong> <strong>Het</strong> <strong>Noorden</strong>.<br />
5
2. Transmurale richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland<br />
2.1 <strong>Het</strong> begrip geriatrie (4)<br />
<strong>Geriatrie</strong> wordt beschreven als die tak van de algemene geneeskunde die zich bezighoudt<br />
met de klinische, preventieve en revalidatieve aspecten van ziekten bij ouderen.<br />
De geriatrie steunt op een viertal geriatrische principes:<br />
1. Meervoudige kwetsbaarheid.<br />
Vanuit medisch perspectief gaat het om ouderen met een meervoudige<br />
kwetsbaarheid door het gecombineerd voorkomen van vaak synergistisch werkende<br />
aandoeningen (multipathologie).<br />
2. Specifieke ouderdomsziekten.<br />
<strong>Het</strong> gaat hierbij om chronische aandoeningen die overwegend of uitsluitend op hoge<br />
leeftijd voorkomen<br />
3. Atypische presentatie.<br />
In veel gevallen is er sprake van een atypische presentatie van de ziekten, waarbij<br />
vooral een verminderde zelfredzaamheid als uitingsvorm genoemd moet worden.<br />
4. Medische interventie is met name gericht op streven naar herstel van<br />
functionaliteit en zelfredzaamheid.<br />
2.2 <strong>Het</strong> begrip de geriatrische patiënt<br />
In hoofdstuk 2.1. worden vanuit medisch perspectief enkele geriatrische principes<br />
aangegeven.<br />
<strong>Het</strong> blijft echter moeilijk om één definitie te geven van dé geriatrische patiënt.<br />
Reden daarvan is met name de grote variabiliteit onder ouderen; de variatie in het<br />
functioneren is veel groter binnen een groep ouderen dan binnen een groep jongeren. De<br />
ene tachtigjarige is de andere niet; er kunnen grote verschillen zijn in lichamelijke conditie,<br />
cognitieve prestaties of motivatie. (5)<br />
De Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapeuten in de <strong>Geriatrie</strong> (NVFG) geeft in haar<br />
conceptrichtlijn “Functieprofiel fysiotherapeut in de geriatrie” (6) aan dat de fysiotherapeut die<br />
zich bezighoudt met de geriatrische patiënt zich richt op het dagelijks bewegen van:<br />
1. kwetsbare ouderen,<br />
2. cliënten / patiënten met een hoge biologische leeftijd alsmede complexe<br />
gezondheidsproblematiek en/of<br />
3. cliënten/ patiënten met een atypische en vaak onduidelijke presentatie.<br />
Kwetsbare ouderen zijn ouderen die door diverse factoren uit balans dreigen te raken of<br />
geraakt zijn ten aanzien van hun zelfredzaamheid, maatschappelijke vaardigheden en<br />
communicatieve zelfsturing / autonomie.<br />
In dit geval wordt onder autonomie verstaan: actieve zelfsturing met ondersteuning van<br />
anderen.<br />
<strong>Het</strong> gevolg is een neerwaartse spiraal van toenemend verlies in functioneren en<br />
verdergaande verstoring van de balans tussen draagkracht en draaglast<br />
Er is sprake van steeds grotere zelfzorgtekorten en een toenemende vraag om hulp.<br />
6
Net als bij de 4 geriatrische principes staan ook in de omschrijving van het NVFG begrippen<br />
centraal als: kwetsbaarheid, atypische presentatie van klachten, verlies van zelfredzaamheid<br />
en van autonomie.<br />
Ook de verschillende domeinen van het menselijk bestaan (4): het somatische, het<br />
functionele, het sociaal-maatschappelijke, het psychologische en het communicatieve<br />
domein vinden we in deze beschrijving terug.<br />
In “<strong>Geriatrie</strong> in de fysiotherapeutische praktijk” (5) wordt onder meer aangegeven dat er 3<br />
belangrijke principes zijn die een rol spelen bij de revalidatie van ouderen:<br />
1. Rekening houden met de variabiliteit van ouderen.<br />
2. Activiteit is de sleutel tot de revalidatie bij ouderen: veel veranderingen die in de<br />
loop van de tijd optreden kunnen toegeschreven worden aan inactiviteit.<br />
3. Een optimale gezondheidstoestand is direct gekoppeld aan een optimaal<br />
functioneren, zodat de oudere persoon zo goed mogelijk in staat is zich aan te<br />
passen aan de zorgomgeving en aan zijn of haar beperkingen.<br />
Blijkbaar is het geven van één definitie van dé geriatrische patiënt niet mogelijk; de vraag is<br />
of dat wenselijk is.<br />
<strong>Het</strong> lijkt veel zinvoller om de geriatrische patiënt in zijn totale context te plaatsen, waarbij er<br />
overeenkomstige kenmerken kunnen zijn namelijk een totale context die zijn weerslag vindt<br />
in alle domeinen van het menselijk bestaan.<br />
2.3 <strong>Het</strong> begrip Functionele geriatrie: het SFMPC- model (4)<br />
Al in 1950 gaf het World Health Organization (WHO) aan dat de gezondheidstoestand van<br />
ouderen beter kan worden uitgedrukt in termen van functies en dat de zogenaamde<br />
“functionele status” een betere maat is om de behoefte aan zorg vast te stellen dan de aard<br />
en omvang van aanwezige ziektes.<br />
Onder functionele status wordt verstaan:<br />
De mate waarin een persoon in staat is de voor zijn welzijn noodzakelijke activiteiten te<br />
verrichten en zich aan te passen aan zijn (materiële en sociale) omgeving.<br />
Is hier sprake van volledig zelfstandige zelfhandhaving, dan spreken we van functionele<br />
autonomie. Dit functiebegrip correleert positief met de gezondheidsbeleving en ervaren<br />
kwaliteit van leven van ouderen.(4)<br />
De functionele status is afhankelijk van de samenhang en wisselwerking tussen<br />
verschillende domeinen van het menselijk bestaan: het somatische (S) , het (sociaal)-<br />
maatschappelijke (M) , het psychologische (P) en het communicatieve domein (C).<br />
Uitgedrukt in een “formule” is de Functionele status (FS) het product van de verschillende<br />
domeinen (FS = S x M x P x C)<br />
Deze “formule” drukt hun onderlinge verband uit, maar geeft ook aan dat het relatieve<br />
aandeel van elk van de domeinen kan variëren om tot dezelfde functionele status te komen.<br />
Bovendien kan functieverlies worden gecompenseerd door het gebruik maken van<br />
reservevermogens uit één of meerdere, andere, domeinen.<br />
Eigen aan het ouder worden is een geleidelijke afname van het geheel aan compensatoire<br />
mogelijkheden, waarbij een situatie als “wankel evenwicht” kan ontstaan als bepaalde<br />
ziektes of psychosociale beperkingen het vermogen tot aanpassing doet afnemen.<br />
Tegenwoordig wordt dit model het SFMPC- model genoemd waarbij de<br />
verschillende aandachtsgebieden worden ingedeeld naar:<br />
S = Somatisch aandachtsgebied.<br />
F = Functionele aandachtsgebied (ADL en IADL en Mobiliteit).<br />
M = Maatschappelijk aandachtsgebied.<br />
P = Psychisch aandachtsgebied.<br />
C = Communicatief aandachtsgebied.<br />
7
2.4 Gevolgendiagnostiek bij de geriatrische patiënt:<br />
de relatie tussen het SFMPC- model en het ICF<br />
Bij geriatrische patiënten hebben symptomen vaak een aspecifiek karakter en staat<br />
functieverlies geregeld op de voorgrond, zonder dat dit herleid kan worden naar een<br />
enkelvoudige ziektediagnose.<br />
Bovendien is er regelmatig sprake van meerdere aandoeningen tegelijkertijd, waarbij<br />
uiteindelijk sprake is van een complexe zorg - of hulpvraag.<br />
Geriatrische patiënten presenteren zich vaak niet met kant en klare ziektediagnosen, maar<br />
met klachten en symptomen.<br />
Dit betekent in de praktijk dat bij de geriatrische patiënt de route ziekte stoornissen <br />
beperkingen in activiteiten- en participatieniveau in omgekeerde volgorde wordt doorlopen.<br />
In de verpleeghuisgeneeskunde wordt daarom het SFMPC- model voor de<br />
gevolgendiagnostiek gehanteerd.<br />
Een probleeminventarisatie van de SFMPC- aandachtsgebieden (zie 2.5) wordt als leidraad<br />
gebruikt voor het opstellen van het individuele, multidisciplinaire, zorg- en behandelplan.<br />
In dit geval moet bij het woord “probleem” (oorspronkelijke Griekse betekenis van het woord<br />
προβλήμα= problèma is opgave, werkstuk) niet alleen gedacht worden in termen van<br />
tekorten, maar meer dan datgene waarvoor onderzoek en/of handelen door hulpverleners<br />
nodig is.<br />
<strong>Het</strong> is niet de bedoeling de patiënt te reduceren tot een verzameling gebreken, juist omdat<br />
het van groot belang kan zijn te benadrukken wat hij nog wél kan en hem daarin te<br />
stimuleren!<br />
<strong>Het</strong> Internationale Classificatie van het menselijk Functioneren (ICF) wordt o.a. in het<br />
fysiotherapeutisch zorgverleningsproces gehanteerd.<br />
In de geriatrie wordt aangegeven dat deze wijze van classificeren vooral bij enkelvoudige<br />
aandoeningen (een bekende oorzaak en de eenvoudige afleiding van stoornissen,<br />
beperkingen in activiteiten- en participatieniveau) goed is te hanteren, maar tekort schiet bij<br />
complexe symptomatologie.<br />
Daarnaast zou het ICF onvoldoende rekening houden met de indirecte gevolgen van ziekte,<br />
waarbij met name de psychosociale factoren worden bedoeld: welke betekenis verleent hij er<br />
zelf aan, hoe gaat iemand om met zijn stoornissen en beperkingen en hoe beïnvloedt dit zijn<br />
zelfbeeld en zijn ervaren van kwaliteit van leven, zijn hulpvraag?<br />
Aspecten als taxatie (de inschatting van de, vaak stressvolle, situatie door het individu) en<br />
coping (het aanpassen aan die ingeschatte situatie) resulteren in de indirecte<br />
ziektegevolgen, die van belangrijke betekenis zijn voor de patiënt, zijn sociale netwerk én zijn<br />
hulpverleners.<br />
De aard van deze indirecte gevolgen bepaalt dan ook regelmatig waarom de ene<br />
geriatrische patiënt wel, en een andere met overeenkomstige functionele beperkingen niet in<br />
een instelling wordt opgenomen.<br />
In onderstaand schema worden de diverse gevolgen van ziekte aangegeven die van belang<br />
zijn in het kader van een gerichte gevolgendiagnostiek bij de geriatrische patiënt.<br />
Gevolgen van de ziekte<br />
Indirecte gevolgen Directe gevolgen<br />
Ervaren kwaliteit van<br />
leven<br />
Sociale Interacties<br />
Zingeving<br />
Taxatie Coping<br />
8<br />
Stoornissen in<br />
Vorm en Functies<br />
Beperkingen op<br />
activiteitniveau<br />
Beperkingen op<br />
participatieniveau
2.5. Probleeminventarisatie vanuit het SFMPC – model:<br />
lijst met standaardproblemen (4)<br />
Somatisch aandachtsgebied = S<br />
Pijn<br />
Claudicatio Intermittens<br />
Decubitus<br />
Oedeem<br />
Kortademigheid<br />
Verminderde inspanningstolerantie<br />
Sputumretentie<br />
Tonusstoornis, - hypertonie - paratonie - rigiditeit<br />
Gewicht over / onder<br />
Contracturen<br />
Instabiele bloedsuikerspiegel<br />
Incontinentie<br />
Gevaar voor letsel: - risico op verwonding - bloedingsneiging - valrisico<br />
Functioneel aandachtsgebied (ADL – IADL – Mobiliteit) = F<br />
Beperking persoonlijke verzorging ▫ eten/drinken, wassen, kleden, handhaven continentie<br />
Beperking gezondheidshandhaving<br />
Beperking houdingshandhaving ▫ liggen, zitten, staan<br />
Beperking houdingsverandering (transfers) ▫ lig/lig, lig/zit, zit/staan, zit/zit<br />
Beperking lichaamsbeweging ▫ reiken, grijpen, manipuleren, bukken, knielen<br />
Beperking voortbeweging ▫ lopen binnen/buiten, traplopen, gebruik rolstoel, gebruik loophulpmiddel<br />
Beperking huishoudelijke activiteiten<br />
Beperking gebruik eigen of openbaar vervoer<br />
Beperking in gebruik communicatiemiddelen<br />
Maatschappelijk aandachtsgebied = M<br />
Immaterieel<br />
▫ Mantelzorg-/relatieproblemen<br />
▫ Verwerkingsproblemen familie/relatie<br />
▫ Beperkte sociale contacten<br />
▫ Beperkt in het vinden van een dagbesteding<br />
▫ Inadequate sociale interactie<br />
- omgang met zorgverleners<br />
- omgang met medepatiënten/ bewoners<br />
Materieel<br />
▫ Woning/woonomstandigheden<br />
▫ Professionele zorg: thuiszorg, dagopvang,dagbehandeling<br />
▫ Problemen ten aanzien van uitplaatsing nieuwe/eigen woonomgeving<br />
Psychische aandachtsgebied = P<br />
Bewustzijnsstoornissen<br />
Cognitieve stoornissen<br />
Problematisch gedrag<br />
Stemmingsproblemen<br />
Corticale functiestoornissen<br />
Motivatie problemen<br />
Taxatie / coping problemen<br />
Vrijheidsbeperkende maatregelen<br />
Beperking ziekte-inzicht<br />
9
Communicatief aandachtsgebied= C<br />
Visus beperking<br />
Gehoor beperking<br />
Taalbeperking: lezen, spreken en schrijven<br />
Beperking non-verbale communicatie<br />
2.6 Gevolgendiagnostiek en de betekenis voor de richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland<br />
Voor deze richtlijn <strong>Geriatrie</strong> betekent dit, dat we het SFMPC- model als uitgangspunt hebben<br />
genomen voor inventarisatie van de complexe problematiek van de geriatrische patiënt.<br />
Gezien de doelstelling van deze richtlijn is dit “hetzelfde perspectief” van waaruit naar de<br />
geriatrische problematiek wordt gekeken.<br />
Een screening van de 5 aandachtsgebieden doet ons inziens “recht” aan de complexe<br />
hulpvraag van de geriatrische patiënt.<br />
Bovendien betekent dit dat er inzicht wordt verkregen in de voor de fysiotherapeut relevante<br />
aandachtsgebieden en als uitgangspunt kan dienen voor diagnostiek en fysiotherapeutische<br />
behandeling.<br />
Daarnaast verkrijgt men inzicht in factoren uit andere aandachtsgebieden van de patiënt die<br />
mogelijk een aanvulling of een belemmering zijn voor de fysiotherapeutische behandeling.<br />
Bovendien kan uit de screening blijken dat er geattendeerd wordt op inschakeling van<br />
andere disciplines, maar kan ook bij complexe fysiotherapeutische problematiek verwezen<br />
worden naar een geriatrisch fysiotherapeut.<br />
Vervolgens wordt in de richtlijn vanuit het SFMPC- model de koppeling gelegd met het ICF.<br />
De “problemen” uit de 5 aandachtsgebieden worden vertaald in termen van stoornissen in<br />
vorm en functies, beperkingen op activiteitniveau en participatieniveau, persoonlijke en<br />
externe factoren.<br />
Hiermee is de relatie tussen het SFMPC en ICF een feit en kan de fysiotherapeutische<br />
verslaglegging met zijn eigen terminologie worden gehanteerd.<br />
10
Hoofdstuk 3:<br />
<strong>Het</strong> fysiotherapeutisch zorgverleningsproces bij de geriatrische patiënt:<br />
het stroomdiagram en de Geriatrische kaart<br />
In dit hoofdstuk wordt het stroomdiagram, behorend bij het fysiotherapeutisch<br />
zorgverleningsproces bij de geriatrische patiënt, nader toegelicht aan de hand van de<br />
verschillende toetsmomenten.<br />
<strong>Het</strong> volledige stroomdiagram is bijgevoegd bij de Geriatrische kaart.<br />
De geplastificeerde Geriatrische kaart bestaat uit schema l (<strong>Het</strong> stroomdiagram) en schema<br />
ll (Koppeling SFMPC- ICF + relevante meetinstrumenten)<br />
Definitie geriatrische patiënt ( de vier geriatrische principes)<br />
1. Meervoudige kwetsbaarheid.<br />
2. Specifieke ouderdomsziekten.<br />
3. Atypische presentatie.<br />
4. Verlies van autonomie / zelfredzaamheid.<br />
Toetsmoment 1: Is de patiënt een geriatrische patiënt?<br />
De patiënt voldoet aan 2 of meer items van bovenstaande definitie.<br />
Ja<br />
Voldoende<br />
1. Nee* : Geen vervolg richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland<br />
11<br />
Onvoldoende *<br />
Nee *<br />
Contactreden / hulpvraag:<br />
Waarom kan de patiënt niet deelnemen aan het maatschappelijk leven?<br />
Wat zijn de struikelblokken; wat zijn de tekortkomingen waar je als fysiotherapeut iets mee kunt?<br />
Aanvraagformulier<br />
richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland * ( Bijlage 1)<br />
2. De aanvrager vult zo volledig mogelijk het Aanvraagformulier richtlijn<br />
<strong>Geriatrie</strong> Friesland ( Bijlage 1) in eventueel met behulp van de<br />
fysiotherapeut.<br />
Onder aanvrager wordt zowel de verwijzer / arts als de patiënt/<br />
vertegenwoordiger verstaan; dit laatste in verband met de Directe<br />
Toegankelijkheid Fysiotherapie per 1- 1-2006.<br />
Onvoldoende* :<br />
Zijn er onvoldoende / onvolledige gegevens ingevuld dan contact<br />
opnemen met aanvrager voor aanvullende gegevens
Toetsmoment 2:<br />
Zijn er 2 of meer domeinen van het SFMPC- model van toepassing op deze patiënt,<br />
waaronder F = Functionele domein?<br />
Ja Nee *<br />
3. Nee* : Er zijn twee mogelijkheden<br />
3.1 Indien alleen items in het functionele domein F van toepassing zijn<br />
dan betreft het geen geriatrische patiënt en volgt:<br />
Behandeling door algemeen practicus:<br />
- Volgens specifieke richtlijn behorend bij de klacht<br />
- Zonder richtlijn, daar waar (nog) geen richtlijn voor bestaat.<br />
Behandeling door gespecialiseerde of verbijzonderde fysiotherapeut<br />
behorend bij de klacht.<br />
3.2 Indien er zich geen items zich in het functionele domein F bevinden<br />
is er geen indicatie voor fysiotherapie en zal terugrapportage naar de<br />
aanvrager plaats moeten vinden.<br />
Specifiek Geriatrisch onderzoek<br />
1. Anamnese:<br />
Toetsmoment 1 – Contactreden / hulpvraag – Toetsmoment 2 – Interne factoren * (o.a. Beweegprofiel*)<br />
– Externe factoren*<br />
4.<br />
Persoonlijke factoren * (ICF):<br />
Persoonlijke factoren vormen de individuele achtergrond van het leven van een<br />
individu en bestaan uit kenmerken die geen deel uitmaken van de<br />
gezondheidstoestand.<br />
Leeftijd, geslacht, sociale achtergrond, opleiding, beroep, ervaringen,<br />
copingstijl, karakter, levensstijl etc.<br />
In dit kader past ons inziens de term “Beweegprofiel“*, waarbij gekeken wordt<br />
welk aandeel bewegen c.q. sport in het leven van de betreffende patiënt heeft<br />
(gehad).<br />
Externe factoren* (ICF):<br />
Externe factoren vormen de fysieke en sociale omgeving waarin mensen leven.<br />
Producten, persoonlijke omgeving, instituties, cultuur, bebouwde omgeving,<br />
politieke factoren, natuur etc.<br />
12
2. Koppeling SFMPC- ICF<br />
Gebruik Geriatrische kaart wordt aanbevolen<br />
5.<br />
In de richtlijn wordt vanuit het SFMPC- model de koppeling gelegd met het ICF.<br />
De “problemen” uit de 5 aandachtsgebieden worden vertaald in termen van<br />
stoornissen in vorm en functies, beperkingen op activiteitniveau en<br />
participatieniveau, persoonlijke en externe factoren.<br />
Op de Geriatrische kaart (schema ll) wordt deze koppeling praktisch gelegd.<br />
3. Oriënterende Geriatrische Screening:<br />
Aanbevolen meetinstrument is de Elderly Mobility Scale (EMS)<br />
6.<br />
In deze richtlijn wordt de EMS als oriënterend meetinstrument aanbevolen.<br />
De EMS is een betrouwbare observatieschaal die binnen de multidisciplinaire<br />
setting van de geriatrische patiënt goed te gebruiken is.(7,8,9)<br />
De EMS wordt beschreven in bijlage 3 Oriënterende Klinimetrie.<br />
4. Aanvullende Klinimetrie: Specifieke meetinstrumenten<br />
Gebruik Geriatrische kaart wordt aanbevolen<br />
Toetsmoment 3:<br />
Ja<br />
7.<br />
Indien aanvullende klinimetrie nodig is, zijn de betreffende meetinstrumenten<br />
terug te vinden (op ICF- niveau) op de Geriatrische kaart (schema ll).<br />
Kan de fysiotherapeut op basis van de gegevens uit anamnese en onderzoek een<br />
behandelplan opstellen?<br />
13<br />
Nee *<br />
8.<br />
Nee*, Indien de fysiotherapeut op basis van deze gegevens geen behandelplan<br />
op kan stellen zou dit kunnen betekenen dat er in bepaalde mate ondersteuning<br />
nodig is.<br />
Ondersteuning nodig?<br />
Bij het onderzoek.<br />
Bij doelstelling.<br />
Bij het behandelplan.<br />
Welke ondersteuning?<br />
Advies.<br />
Consult.<br />
Onderlinge doorverwijzing.<br />
Welke fysiotherapeut?<br />
Algemeen practicus.<br />
Geriatrische fysiotherapeut.<br />
Fysiotherapeut met affiniteit voor geriatrische patiënten.
<strong>Het</strong> opstellen van een behandelplan op basis van de fysiotherapeutische<br />
diagnose en conclusies.<br />
Bij voorkeur op stoornis -, activiteit - en participatieniveau en SMART.<br />
Gebruik hiervoor eventueel de Geriatrische kaart.<br />
<strong>Het</strong> volgens behandelplan geven van fysiotherapeutische zorg.<br />
<strong>Het</strong> evalueren van het behandelproces en de behandelresultaten.<br />
<strong>Het</strong> afsluiten van de behandelperiode.<br />
Rapportage:<br />
Rapportage naar verwijzer.<br />
Overdracht naar collega:<br />
Overdrachtformulier richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland ( Bijlage 2)<br />
14<br />
Bijstellen c.q.<br />
vernieuwen van<br />
behandelplan.
Hoofdstuk 4 Netwerk <strong>Geriatrie</strong> Friesland<br />
Zoals beschreven in hoofdstuk 1 adviseert de projectgroep een samenwerkingsverband<br />
tussen de fysiotherapeuten, betrokken bij het zorgverleningproces van de geriatrische<br />
patiënt.<br />
De coördinatie van een dergelijk samenwerkingsverband kan gebeuren vanuit de afdeling<br />
fysiotherapie van een ziekenhuis, verpleeghuis of verzorgingshuis in die regio.<br />
Hierbij kunnen zo op regionaal niveau de patiëntenstroom en voorzieningen in kaart worden<br />
gebracht en kan deskundigheidsbevordering, borging en marketing plaatsvinden.<br />
De projectgroep adviseert de aanwezigheid van een of meerdere geriatrische<br />
fysiotherapeuten in een regio.<br />
<strong>Het</strong> zou wenselijk zijn, om middels vertegenwoordigers uit die regio’s, een overkoepelend<br />
orgaan te creëren op provinciaal niveau.<br />
Hierbij kan onderlinge afstemming van bovengenoemde aspecten plaatsvinden, waarbij de<br />
oorspronkelijke uitgangspunten van de richtlijn te weten, het vanuit een zelfde perspectief<br />
naar de geriatrische patiënt kijken én eenduidigheid in taal gebruiken, kunnen worden<br />
aangestuurd.<br />
Hierdoor kan centraal implementatie in het fysiotherapeutisch werkveld rond de geriatrische<br />
patiënt plaatsvinden en worden geborgd en kunnen er wederzijds impulsen worden gegeven<br />
om een optimale benaderingwijze van het fysiotherapeutisch zorgtraject bij de geriatrische<br />
patiënt te stroomlijnen.<br />
De verantwoordelijkheid van het ontwikkelen, implementeren, beheren en borgen van de<br />
beschreven infrastructuur ligt volgens de visie van de projectgroep bij het bestuur van het<br />
<strong>RGF</strong> <strong>Het</strong> <strong>Noorden</strong>.<br />
15
Bijlagen<br />
Bijlage 1: Aanvraagformulier richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland.<br />
Bijlage 2: Overdrachtsformulier richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland.<br />
Bijlage 3: Oriënterende Klinimetrie: Elderly Mobility Scale. ( EMS)<br />
Bijlage 4: Overzicht aanbevolen 2 e meetinstrumenten.<br />
Bijlage 5: Bijgevoegde geplastificeerde Geriatrische Kaart.<br />
Bijlage 5.1: Geriatrische Kaart: schema l<br />
Bijlage 5.2: Geriatrische Kaart: schema ll<br />
Bijlage 6: Literatuurverwijzing en bronnen.<br />
16
RICHTLIJN GERIATRIE FRIESLAND<br />
AANVRAAGFORMULIER<br />
Meervoudige kwetsbaarheid<br />
Specifieke ouderdomsziekten<br />
Atypische presentatie<br />
Verlies van autonomie<br />
Dhr / Mevr:<br />
Geb. datum:<br />
Telefoon:<br />
Adres:<br />
Afdeling:<br />
Aanvrager:<br />
Bijlage 1<br />
Contactreden / hulpvraag:<br />
………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………<br />
Somatisch:<br />
Pijn<br />
Claudicatio Intermittens<br />
Decubitus<br />
Oedeem<br />
Kortademigheid<br />
Verminderde inspanningstolerantie<br />
Sputumretentie<br />
Tonusstoornis, -hypertonie, -paratonie, -<br />
rigiditeit<br />
Gewicht over / onder<br />
Contracturen<br />
Instabiele bloedsuikers<br />
Incontinentie<br />
Gevaar voor letsel<br />
- Risico op verwonding<br />
- Bloedingneiging<br />
- Valrisico<br />
Maatschappelijk:<br />
Immaterieel:<br />
Mantelzorg-/relatieproblemen<br />
Verwerkingsproblemen familie/relatie<br />
Beperking sociale contacten<br />
Beperking in het vinden van een<br />
dagbesteding<br />
Inadequate sociale interactie<br />
- omgang met zorgverlener<br />
- omgang met mede<br />
patiënten/bewoner<br />
Materieel:<br />
Woning/woonomstandigheden<br />
Professionele zorg, thuiszorg, dagopvang,<br />
dagbehandeling<br />
Problemen ten aanzien van uitplaatsing naar<br />
nieuwe/eigen woonomgeving<br />
Functioneel:<br />
Beperking persoonlijke verzorging,<br />
eten/drinken, wassen, kleden, handhaven<br />
continentie<br />
Beperking gezondheidshandhaving<br />
Beperking houdingshandhaving, liggen,<br />
zitten, staan<br />
Beperking houdingsverandering (transfers):<br />
lig/lig, lig/zit, zit/staan, zit/zit<br />
Beperking lichaambeweging reiken, grijpen,<br />
manipuleren, bukken, knielen<br />
Beperking voortbeweging lopen<br />
binnen/buiten, traplopen, gebruik rolstoel,<br />
gebruik loophulpmiddel<br />
Beperking in huishoudelijke activiteiten<br />
Beperking gebruik eigen of openbaar vervoer<br />
Beperking gebruik communicatiemiddelen<br />
Psychisch:<br />
Bewustzijnsstoornissen<br />
Cognitieve stoornissen<br />
Corticale functiestoornissen<br />
Problematisch gedrag<br />
Stemmingsproblemen<br />
Motivatie problemen<br />
Taxatie / coping problemen<br />
Beperking ziekte inzicht<br />
Vrijheidbeperkende maatregelen<br />
Communicatief:<br />
Visus beperking<br />
Gehoor beperking<br />
Taalbeperking lezen, spreken, schrijven<br />
Beperking non-verbale communicatie<br />
Beweegprofiel:<br />
………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………………………………………………<br />
De patiënt voldoet aan …… items van de definitie geriatrische patiënt.<br />
Omcirkel de domeinen die van toepassing zijn 17 op deze patiënt: S F M P C
RICHTLIJN GERIATRIE FRIESLAND<br />
OVERDRACHTFORMULIER<br />
Reden van overdracht:<br />
Dhr / Mevr<br />
Geb. Datum<br />
Adres:<br />
Telefoon:<br />
Verzekering: nr.:<br />
Medische diagnose: datum start behandeling:<br />
Hulpvraag / contactreden:<br />
Klinimetrie datum: score: datum: score:<br />
EMS<br />
..........<br />
..........<br />
Behandelbare grootheden / bijzonderheden:<br />
Stoornis niveau:<br />
Activiteit niveau:<br />
Participatie niveau:<br />
Externe factoren:<br />
Persoonlijke factoren:<br />
Behandelverloop – Status praesens:<br />
Behandelend fysiotherapeut: datum:<br />
Naam:<br />
Telefoon:<br />
Email:<br />
18<br />
Bijlage 2
Bijlage 3 Oriënterende klinimetrie: Elderly Mobility Scale. ( EMS)<br />
In deze richtlijn wordt de Elderly Mobility Scale aanbevolen als oriënterend meetinstrument.<br />
(7,8,9)<br />
De EMS is een mobiliteitstest gericht op zeven vaardigheden.<br />
Voor iedere vaardigheid is een aantal punten te verdienen die resulteren in een totaalscore.<br />
Deze totaalscore geeft een cijfer aan een combinatie van vaardigheden, maar zegt op zich<br />
zelf te weinig over de afzonderlijke vaardigheden.<br />
De EMS heeft de volgende voordelen:<br />
De test is net als de richtlijn functiegericht.<br />
<strong>Het</strong> is een kort durende test die weinig inspanning vergt voor de patiënt.<br />
De afname van de test duurt tussen de 5 en 10 minuten en neemt niet veel tijd van het<br />
onderzoek in beslag.<br />
De test is in de eigen omgeving af te nemen.<br />
Er is geen ingewikkelde apparatuur nodig voor het afnemen van de test.<br />
De test is geschikt voor grote groepen ouderen.<br />
Zowel de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (0,95-0,97) als de<br />
intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid (0,97) is zeer goed.<br />
Ondanks een goede betrouwbaarheid is er sprake van spreiding.<br />
De EMS is een betrouwbare observatieschaal die zich zeer goed leent als algemene<br />
screening voor de geriatrische patiënt en is goed toepasbaar binnen de multidisciplinaire<br />
setting van de geriatrische patiënt. <strong>Het</strong> wel noodzakelijk dat de fysiotherapeuten die de EMS<br />
toepassen getraind worden in het gebruik van de test. Daarnaast is ook een duidelijke<br />
handleiding en afspraken noodzakelijk voor een goede betrouwbaarheid van de test.<br />
<strong>Het</strong> netwerk, zoals beschreven in hoofdstuk 4, is bij uitstek het geschikte instrument om deze<br />
items te kunnen realiseren.<br />
18
Elderly Mobility Scale Richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland<br />
1. Lig – Zit<br />
2 Als de patiënt dit zelfstandig kan<br />
1 Als de patiënt hulp nodig heeft van één persoon, inclusief verbale<br />
instructie.<br />
0 Als de patiënt hulp nodig heeft van twee of meer personen<br />
2. Zit – Lig<br />
2 Als de patiënt dit zelfstandig kan.<br />
1 Als de patiënt hulp nodig heeft van één persoon, inclusief verbale<br />
instructie.<br />
0 Als de patiënt hulp nodig heeft van twee of meer personen<br />
3. Zit – Stand<br />
3 Als de patiënt binnen 3 seconden zelfstandig tot stand komt.<br />
2 Als de patiënt in meer dan 3 seconden zelfstandig tot stand komt.<br />
1 Als de patiënt hulp van één persoon nodig heeft.<br />
0 Als de patiënt hulp nodig heeft van twee of meer personen<br />
4. Staan<br />
3 Als de patiënt zonder hulp van de handen staat en kan reiken.<br />
2 Als de patiënt zonder steun van de handen kan staan, maar steun van<br />
de handen nodig heeft bij het reiken.<br />
1 Als de patiënt steun van de handen nodig heeft om te kunnen staan.<br />
0 Als de patiënt alleen kan staan met steun van een andere persoon<br />
5. Gaan<br />
3 Als de patiënt met of zonder stokken zelfstandig kan lopen.<br />
2 Als de patiënt met een rekje (rollator) zelfstandig kan lopen.<br />
1 Als de patiënt met een loophulpmiddel kan lopen, maar onveilig is bij<br />
het draaien (er is op die momenten toezicht nodig)<br />
0 Als de patiënt door een ander persoon ondersteund moet worden bij<br />
het lopen of constant toezicht nodig heeft.<br />
6. 6 – meter looptest<br />
3 Als de patiënt de afstand binnen de 15 seconden aflegt.<br />
2 Als de patiënt de afstand tussen de 16 en 30 seconden aflegt.<br />
1 Als de patiënt de afstand in meer dan 30 seconden aflegt.<br />
0 Als de patiënt de afstand niet kan afleggen<br />
7. Functioneel reiken<br />
4 Als de patiënt verder dan 16 cm kan reiken.<br />
2 Als de patiënt tussen de 8 en 16 cm kan reiken.<br />
0 Als de patiënt minder dan 8 cm kan reiken of niet kan reiken.<br />
19<br />
Totaal<br />
Datum 1 Datum 2 Datum 3<br />
Algemene instructies:<br />
1. Gebruik voor het liggen en zitten een bed.<br />
2. Gebruik voor het opstaan de eigen stoel.<br />
3. <strong>Het</strong> reiken bij de test “staan” ( 4) gebeurt met de voorkeurshand tot de horizontaal zonder dat er een<br />
bekkenshift plaatsvindt.<br />
4. Gebruik voor de “6 – meter looptest” ( 6) het parcours in de zaal en vraag de patiënt zo snel<br />
mogelijk te lopen.<br />
5. Gebruik voor de “reiktest” (7) een statief; de patiënt staat in lichte spreidstand en reikt met de<br />
voorkeurshand langs het statief.
Bijlage 4: Overzicht aanbevolen 2 e meetinstrumenten<br />
In deze richtlijn hebben we een beknopt overzicht van meetinstrumenten willen aangeven.<br />
Er is door ons geen onderzoek of vergelijking van testen uitgevoerd, maar het is een selectie<br />
geworden van meetinstrumenten die we regelmatig in de literatuur, bestaande <strong>KNGF</strong><br />
richtlijnen of artikelen tegenkwamen.<br />
De vermelde meetinstrumenten voldoen aan de eigenschappen betrouwbaarheid, validiteit,<br />
responsiviteit en gebruiksvriendelijkheid.<br />
Verdere verdieping van de keuze van meetinstrumenten kan plaatsvinden wanneer de<br />
netwerken vorm krijgen.<br />
De meetinstrumenten in deze bijlage zijn alfabetisch gerangschikt.<br />
Een praktische indeling met een daaraan gekoppelde vaste volgorde van de testen lijkt ons<br />
niet noodzakelijk vanwege de voorkeur voor de EMS als 1 e “screening”.<br />
Zodra er noodzaak is, dan wel behoefte bestaat om deze aanvullende meetinstrumenten te<br />
gebruiken, kan de lijst worden geraadpleegd en vindt er verwijzing plaats naar literatuur of<br />
link, om volledige beschrijving, handleiding en/of scoreformulieren te verkrijgen of te<br />
downloaden.<br />
<strong>Het</strong> lijkt ons zinvol en een goede ontwikkeling, wanneer er op de site van het <strong>KNGF</strong> een<br />
database wordt opgenomen waar alle gangbare meetinstrumenten staan vermeld.<br />
Op het vakinhoudelijke deel van www.fysiostart.nl staan al veel meetinstrumenten vermeld,<br />
maar nog geen specifieke meetinstrumenten voor de screening bij de geriatrische patiënt.<br />
Wanneer de netwerken vorm krijgen, moet de mogelijkheid tot eenvoudig verkrijgen van<br />
informatie zoveel mogelijk worden bekeken en benut.<br />
De volgende meetinstrumenten worden in alfabetische volgorde beschreven:<br />
1• Barthel Index (+ gemodificeerde versie)<br />
2• Berg Balans Schaal<br />
3• FAC score (Functional Ambulation Categories)<br />
4• Fall Efficacy Scale (gemodificeerd)<br />
5• Frenchay Activities Index<br />
6• Functional Reach Test<br />
7• Geriatric Depression Scale<br />
8• IADL Lawton en Brody<br />
9• KBOH (Kwaliteit en BruikbaarheidsOnderzoek van Hulpmiddelen)<br />
10• 10 - meter Looptest<br />
11• Modified Ashworth Scale<br />
12• 6 MLT (6 Minuten LoopTest) / Borgschaal<br />
13• MMSE (Mini Mental State Examination)<br />
14• ONO (Oriënterend Neuropsychologisch Onderzoek)<br />
15• Timed Balance Test<br />
16• Timed Get Up and Go<br />
17• Tinetti<br />
18• VAS – score (Visual Analogue Scale)<br />
19• Veiligheid en Valpreventie in en om het huis<br />
20
1• Barthel Index (+ gemodificeerde versie)<br />
Met de Bartel Index wordt de mate van ADL zelfstandigheid geëvalueerd. (13)<br />
De Barthel Index omvat ADL - en mobiliteitsitems waaronder traplopen en rolstoelgebruik.<br />
De oorspronkelijke index werd later gemodificeerd tot een 4-punts ordinale schaal die<br />
tevens een indruk geeft van de omvang van de benodigde hulp bij taken die de patiënt niet<br />
zelfstandig kan verrichten.<br />
De index moet een registratie zijn van wat de patiënt doet, en niet van wat de patiënt zou<br />
kunnen (performance versus capacity). (4)<br />
2• Berg Balans Schaal<br />
De Berg Balance Schaal (BBS) evalueert het evenwicht en bestaat uit 14 test- items. De<br />
items worden gescoord op een 5-punts ordinale schaal. Met de BBS kan een inschatting<br />
worden gemaakt van het valrisico van patiënten. (10)<br />
Door zijn gedetailleerdheid bestaat de mogelijkheid het juiste balansaspect te achterhalen<br />
wat verantwoordelijk is voor het valrisico. (7)<br />
3• FAC score (Functional Ambulation Categories)<br />
Met de Functional Ambulation Categories wordt de mate van zelfstandigheid van lopen van<br />
de patiënt geëvalueerd. De categorieën worden gescoord op een 6-punts ordinale schaal.<br />
(10)<br />
4• Fall Efficacy Scale (gemodificeerd)<br />
Een uitgebreide test waarin patiënten gevraagd wordt naar angst die zij ondervinden tijdens<br />
het uitvoeren van tien verschillende ADL- IADL activiteiten. De gemodificeerde FES heeft<br />
een vereenvoudigde antwoordmogelijkheid in 4-punts ordinale schaal. (11)<br />
5• Frenchay Activities Index<br />
De Frenchay Activities Index (FAI) evalueert de activiteiten die de patiënt zelf in de afgelopen<br />
3 en 6 maanden heeft ondernomen (dus niet het potentiële vermogen). Deze index richt zich<br />
specifiek op beperkingen in meer complexe lichamelijke activiteiten die van de patiënt enig<br />
initiatief vragen zoals bijvoorbeeld reparaties aan huis of auto of het verrichten van betaald<br />
werk. De FAI bestaat uit 15 items, die gescoord worden op een ordinale 4 puntsschaal. (10)<br />
6• Functional Reach Test<br />
De Functional Reach Test is een meetinstrument om evenwicht en balans in kaart te<br />
brengen en is een snel en eenvoudig screeningsinstrument. <strong>Het</strong> functionele bereik wordt<br />
gedefinieerd als de maximale afstand die een persoon naar voren kan reiken terwijl een<br />
stabiele stand wordt gehandhaafd. (12)<br />
7• Geriatric Depression Scale<br />
De Geriatric Depression Scale is een speciaal voor ouderen ontwikkelde<br />
zelfbeoordelingvragenlijst van 30 ja/nee vragen ter screening van stemmingsdaling -<br />
depressie. Zelfs in aanwezigheid van cognitieve stoornissen is het meetinstrument bruikbaar<br />
mits vooraf een MMSE (zie 13•) wordt afgenomen.<br />
Is de score daarop 15 of hoger dan moet de vragenlijst door een onderzoeker worden<br />
afgenomen. (4)<br />
21
8• IADL Lawton en Brody<br />
De IADL van Lawton en Brody is één van de meest gebruikte instrumenten in de functionele<br />
analyse van ouderen. IADL zijn de meer complexe (instrumentele) activiteiten van het<br />
dagelijks leven zoals o.a. het beheer van financiën, gebruik transportmiddelen en<br />
telefoneren. (4)<br />
9• KBOH (Kwaliteit en BruikbaarheidsOnderzoek van Hulpmiddelen)<br />
Met het Toetsinstrument Rijgeschiktheid Scootermobiel meet de adviseur of behandelaar de<br />
rijgeschiktheid van de gebruiker zo objectief mogelijk. De toetsen omvatten de belangrijkste<br />
aspecten van het binnen en buiten rijden met een scootermobiel. <strong>Het</strong> toetsinstrument is geen<br />
examen, maar maakt duidelijk of een scootermobiel een goede keuze is voor de<br />
gebruiker. Indien nodig kan bijvoorbeeld aanvullende training worden geadviseerd. (17)<br />
10• 10 - meter Looptest<br />
De 10 – meter Looptest is een in de praktijk gemakkelijk toepasbaar, objectief, evaluatief en<br />
prognostisch meetinstrument op activiteitniveau. De 10-meter looptest meet de comfortabele<br />
en maximale loopsnelheid over 10 meter. Een hogere loopsnelheid impliceert vaak een<br />
betere loopvaardigheid en in het algemeen zelfstandiger functioneren. Aan de hand van de<br />
loopsnelheid kunnen uitspraken worden gedaan over een eventueel valrisico en het<br />
vervolgtraject na een klinische opname.(15)<br />
11• Modified Ashworth Scale<br />
Van de klinisch bruikbare meetinstrumenten om weerstand tegen passief bewegen te meten<br />
is de Modified Ashworth Scale (MAS) het best onderzocht. De MAS meet geen spasticiteit,<br />
maar stijfheid (weerstand) bij passief bewegen van een extremiteit. Oefening in het gebruik<br />
van de MAS is noodzakelijk om betrouwbaar te kunnen meten. (13)<br />
12• 6 MLT (6 Minuten Loop Test) / Borgschaal<br />
De 6-minuten Looptest (6MLT) is een test om het uithoudingsvermogen te evalueren. Voor<br />
de ADL en de algemene belastbaarheid is een indicatie van het uithoudingsvermogen van<br />
belang.<br />
Op de Borgschaal wordt de subjectief ervaren belasting aangegeven op een schaal van 6<br />
(zeer zeer licht) tot 20 (zeer zeer zwaar). (14)<br />
13• MMSE (Mini Mental State Examination)<br />
In de klinische praktijk is de Mini Mental State één van de meest gebruikte schalen van<br />
mentale status.<br />
De MMSE is een globale schaal die de cognitieve toestand te evalueert.<br />
Zo is het mogelijk om in een relatief korte tijd (10 minuten) verschillende cognitieve functies<br />
te evalueren. (4)<br />
22
14• ONO (Oriënterend Neuropsychologisch Onderzoek)<br />
Dit instrument is ontwikkeld voor een eerste oriëntatie op de aanwezigheid van<br />
neuropsychologische functiestoornissen bij CVA - patiënten na de acute fase.<br />
Bijzonder aan de ONO is, dat de diverse testonderdelen zo zijn opgezet, dat zoveel mogelijk<br />
wordt aangesloten bij activiteiten van het dagelijks leven.<br />
De test geeft indicaties voor nadere diagnostiek. (16)<br />
15• Timed Balance Test<br />
De Timed Balance Test (TBT) evalueert het evenwicht tijdens bilateraal staan. De TBT<br />
bestaat uit vijf items, welke gescoord worden op een ordinale 2 puntsschaal. (13)<br />
16• Timed Get Up and Go<br />
De Timed Get Up and Go -test (TUG) is een korte, praktische test waarbij loopvaardigheid<br />
en balans worden gemeten. Bij de TUG is de tijdsduur van de uitvoering van de test<br />
bepalend voor de score. (11)<br />
17• Tinetti<br />
De test van Tinetti is een functioneel mobiliteitsonderzoek, primair bedoeld voor het<br />
beoordelen van het valrisico, maar later zijn items toegevoegd. Op basis van een directe<br />
observatie van balans en looppatroon biedt het resultaat ook aanknopingspunten voor<br />
diagnostiek van onderliggende problemen. Daardoor kunnen er suggesties aan worden<br />
ontleend voor eventuele therapieën en aanpassingen. (4)<br />
18• VAS – score (Visual Analogue Scale)<br />
Algemene scorelijst voor pijn, klachten en beperkingen met getallen van 0 tot 10 of lijntjes<br />
van 10 cm. Vastgelegd kunnen worden het maximale, huidige en minimale niveau hiervan.<br />
(18)<br />
19• Veiligheid en Valpreventie in en om het huis<br />
Een checklist waarbij een beeld verkregen kan worden van de indeling, ergonomie en<br />
veiligheid van de woonomgeving (huis en rondom het huis). (12)<br />
23
Bijlage 5: Bijgevoegde Geriatrische Kaart<br />
Bij de Richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland is de Geriatrische Kaart toegevoegd bestaande uit:<br />
Bijlage 5.1: Geriatrische Kaart: schema l<br />
<strong>Het</strong> stroomdiagram van het fysiotherapeutisch zorgverleningsproces bij de geriatrische<br />
patiënt.<br />
Dit zorgverleningsproces is aan de hand van het stroomdiagram beschreven in Hoofdstuk 3.<br />
Bijlage 5.2: Geriatrische Kaart: schema ll<br />
De relatie tussen het SFMPC- model en het ICF binnen de gevolgendiagnostiek bij de<br />
geriatrische patiënt.<br />
De “problemen” uit de 5 aandachtsgebieden van het SFMPC- model worden vertaald in ICFtermen<br />
van stoornissen in vorm en functies, beperkingen op activiteitniveau en<br />
participatieniveau, persoonlijke en externe factoren.<br />
De horizontale lijn verloopt van SFMPC ICF EMS Aanbevolen 2 e meetinstrumenten.<br />
De kleur van de lijn wordt bepaald door de indeling binnen het ICF.<br />
De verticale lijn doorloopt de domeinen van het SFMPC- model,de ICF- indeling en de<br />
bijbehorende aanbevolen meetinstrumenten.<br />
24
Bijlage 6: Literatuurverwijzingen en bronnen<br />
1. E. Hendriks en T. Bekkering 1999, Tijdschrift voor oefentherapie en Mensendieck<br />
<strong>Richtlijnen</strong>: Een belangrijk instrument in het professionaliseringsproces van de<br />
paramedische beroepen.<br />
2. <strong>KNGF</strong> Richtlijn: Fysiotherapeutische verslaglegging 1/ 2003.<br />
3. Concept Richtlijn COPD: Transmurale Richtlijn Friesland 2004.<br />
4. C.M.P.M. Hertogh,1997<br />
Functionele <strong>Geriatrie</strong>.<br />
5. C.B. Lewisen en J.M. Bottomley 1999<br />
<strong>Geriatrie</strong> in de fysiotherapie praktijk.<br />
6. Concept Functieprofiel Fysiotherapeut in de geriatrie, november 2003<br />
7. W.J. Oomen, F.J.M. van Eijkeren en P.L.J. Dautzenberg<br />
<strong>Het</strong> fysiotherapeutisch onderzoek: De vallende oudere<br />
Fysiopraxis Jaargang 12, dec. 2004.<br />
8. R. Smith, Validation and Reliability of the Elderly Mobility Scale,<br />
Physiotherapy, November 1994, Volume 80,no.11.<br />
9. L. Prosser and A. Canby, Further Validation of the Elderly Mobility Scale for<br />
measurement of mobility of hospitalised elderly people.<br />
Clinical Rehabilitation 1197;11: 338 – 343.<br />
10. M. Koolstra, I.A.L. Burgers-Bots, C.J. Lemmens, C.J. Smeets en G. Kwakkel 2001<br />
Klinimetrie na een beroerte.<br />
11. <strong>KNGF</strong> Richtlijn: Ziekte van Parkinson 2004.<br />
12. <strong>KNGF</strong> Richtlijn: Osteoporose 2001.<br />
13. <strong>KNGF</strong> Richtlijn: Beroerte 2004.<br />
14. <strong>KNGF</strong> Richtlijn: Claudicatio Intermittens 2003.<br />
15. L.H. Nelissen, Meten in de Praktijk: De 10 meter looptest bij CVA patiënten.<br />
Ned. Tijdschrift voor fysiotherapie 2005 nr. 2 april.<br />
16. www.stichtingiton.nl/ono/uitgebreid.php<br />
17. www.kboh.nl<br />
18. <strong>KNGF</strong> Richtlijn: Artrose Heup/ Knie 2001.<br />
25
Richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland<br />
<strong>Het</strong> fysiotherapeutisch zorgverleningproces bij de geriatrische patiënt. (Schema I)<br />
Definitie geriatrische patiënt (de vier geriatrische principes):<br />
1. Meervoudige kwetsbaarheid.<br />
2. Specifieke ouderdomsziekte.<br />
3. Atypische presentatie.<br />
4. Verlies van autonomie / zelfredzaamheid.<br />
Toetsmoment 1: Is de patiënt een geriatrische patiënt?<br />
De patiënt voldoet aan 2 of meer items van bovenstaande definitie.<br />
Ja<br />
Contactreden / hulpvraag:<br />
Waarom kan de patiënt niet deelnemen aan het maatschappelijk leven?<br />
Wat zijn de struikelblokken; wat zijn de tekortkomingen waar je als fysiotherapeut iets mee kunt?<br />
Aanvraagformulier<br />
richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland (Bijlage 1)<br />
Voldoende<br />
Ja<br />
Onvoldoende<br />
Toetsmoment 2:<br />
Zijn er 2 of meer domeinen van het SFMPC- model van toepassing op deze patiënt, waaronder F = Functionele<br />
domein?<br />
Specifiek Geriatrisch onderzoek<br />
18<br />
Nee<br />
Nee
1. Anamnese:<br />
Toetsmoment 1 – Contactreden / hulpvraag – Toetsmoment 2 – Persoonlijke factoren<br />
(o.a. beweegprofiel) – Externe factoren.<br />
2. Koppeling SFMPC – ICF<br />
Gebruik Geriatrische kaart wordt aanbevolen. (schema ll)<br />
3. Oriënterende Geriatrische Screening:<br />
Aanbevolen meetinstrument is de Elderly Mobility Scale. (schema II)<br />
4. Aanvullende Klinimetrie: Specifieke meetinstrumenten.<br />
Gebruik Geriatrische kaart wordt aanbevolen. (schema ll)<br />
Toetsmoment 3:<br />
Kan de fysiotherapeut op basis van de gegevens uit het Specifiek Geriatrisch Onderzoek een behandelplan<br />
opstellen?<br />
Ja<br />
<strong>Het</strong> opstellen van een behandelplan op basis van de fysiotherapeutische<br />
diagnose en conclusies.<br />
Bij voorkeur op stoornis -, activiteit - en participatieniveau en SMART<br />
Gebruik Geriatrische kaart wordt aanbevolen. (schema ll)<br />
<strong>Het</strong> volgens behandelplan geven van fysiotherapeutische zorg.<br />
<strong>Het</strong> evalueren van het behandelproces en de behandelresultaten.<br />
Bijstellen c.q.<br />
vernieuwen van<br />
behandelplan.<br />
19<br />
Nee
<strong>Het</strong> afsluiten van de behandelperiode.<br />
Rapportage:<br />
Rapportage naar verwijzer<br />
Overdracht naar collega:<br />
Overdrachtformulier richtlijn <strong>Geriatrie</strong> Friesland ( Bijlage 2)<br />
20
SFMPC – model ICF ICF – indeling M.I. 1 Evt. aanbevolen M.I. 2<br />
Somatisch Stoornisniveau<br />
Pijn S Pijn VAS – score<br />
Claudicatio Intermittens S Claudicatio Intermittens Looptest<br />
<br />
<br />
<br />
Decubitus<br />
Oedeem<br />
Kortademigheid<br />
S<br />
S<br />
S<br />
Decubitus<br />
Oedeem<br />
Kortademigheid E<br />
Klimimetrische Index<br />
Omvangmeting<br />
6 MLT / Borgschaal<br />
Verminderde inspanningstolerantie S Verminderde inspanningstolerantie 6 MLT / Borgschaal<br />
Sputumretentie S Sputumretentie<br />
<br />
<br />
<br />
Tonusstoornis, -hypertonie -<br />
paratonie - rigiditeit<br />
Gewicht over / onder<br />
Contracturen<br />
S<br />
S<br />
S<br />
Tonusstoornis, -hypertonie -paratonie - rigiditeit<br />
Gewicht over / onder<br />
Contracturen M<br />
Modified Ashworth Scale<br />
Weegschaal<br />
Goniometrie<br />
Instabiele bloedsuikers S<br />
Incontinentie S<br />
Gevaar voor letsel<br />
-Risico op verwonding<br />
-Bloedingsneiging<br />
- Valrisico<br />
S Gevaar voor letsel: valrisico. Berg Balans Schaal<br />
Fall Efficicacy Scale (gemodificeerd)<br />
Tinetti<br />
S Bewustzijn -, Cognitieve en Corticale functiestoornissen. MME / ONO<br />
S Stemmingsproblemen. Geriatric Depression Scale<br />
S Motivatieproblemen.<br />
S Taxatie – en copingproblemen / beperking ziekte – inzicht.<br />
S Visusbeperking.<br />
S Gehoorbeperking.<br />
Functioneel Activiteitniveau<br />
Beperking persoonlijke verzorging:<br />
eten/drinken, wassen, kleden,<br />
handhaven continentie.<br />
A Beperking persoonlijke verzorging: eten/drinken, wassen, kleden,<br />
handhaven continentie.<br />
S<br />
Barthel Index + gemodificeerde<br />
versie<br />
Beperking gezondheidshandhaving. P<br />
Beperking houdingshandhaving: A Beperking houdingshandhaving:<br />
Timed Balance Test<br />
liggen, zitten, staan.<br />
Beperking houdingsverandering<br />
(transfers):<br />
lig/lig, lig/zit, zit/staan, zit/zit.<br />
A<br />
liggen, zitten, staan.<br />
Beperking houdingsverandering<br />
(transfers) : lig/lig, lig/zit, zit/staan, zit/zit. E<br />
Berg Balans Schaal<br />
Tinetti<br />
Timed Get Up and Go<br />
Beperking lichaamsbeweging:<br />
A Beperking lichaamsbeweging: reiken, grijpen, manipuleren,<br />
Berg Balans Schaal<br />
reiken, grijpen, manipuleren, bukken,<br />
bukken, knielen.<br />
Functional Reach Test<br />
<br />
knielen.<br />
Beperking voortbeweging<br />
Lopen binnen/buiten, traplopen,<br />
A / P Beperking voortbeweging<br />
Lopen binnen/buiten, traplopen, gebruik rolstoel, gebruik M<br />
FAC score<br />
Gemodificeerde Barthel Index<br />
gebruik rolstoel, gebruik<br />
loophulpmiddel.<br />
loophulpmiddel.<br />
10 meter Looptest<br />
Beperking in de huishoudelijke<br />
A Beperking in de huishoudelijke activiteiten. IADL Lawton en Brody<br />
<br />
<br />
activiteiten.<br />
Beperking gebruik eigen of openbaar<br />
vervoer.<br />
Beperking gebruik<br />
P<br />
A / P Beperking gebruik communicatiemiddelen. 21<br />
S<br />
Frenchay Activities Index<br />
IADL Lawton en Brody<br />
communicatiemiddelen.<br />
Frenchay Activities Index<br />
A Taalbeperking: lezen, spreken en schrijven.<br />
A Beperking non verbale communicatie.
Participatieniveau<br />
P Beperking gezondheidshandhaving. Gemodificeerde Barthel Index<br />
IADL Lawton en Brody<br />
P Beperking gebruik eigen of openbaar vervoer. IADL Lawton en Brody<br />
KBOH- rijgeschiktheid scootermobiel<br />
Maatschappelijk Anamnese / <strong>Het</strong>ero - anamnese<br />
Immaterieel:<br />
Mantelzorg-/relatieproblemen. P + E Mantelzorg-/relatieproblemen.<br />
<br />
<br />
<br />
Verwerkingsproblemen familie/relatie.<br />
Beperkte sociale contacten.<br />
Beperkt in het vinden van een<br />
P + E<br />
P<br />
P<br />
Verwerkingsproblemen familie/relatie.<br />
Beperkte sociale contacten.<br />
Beperkt in het vinden van een dagbesteding. M Frenchay Activities Index<br />
Frenchay Activities Index<br />
dagbesteding.<br />
Inadequate sociale interactie<br />
- omgang met zorgverleners<br />
- omgang met medepatiënten/ bewoners<br />
Materieel:<br />
P Inadequate sociale interactie<br />
- omgang met zorgverleners<br />
- omgang met medepatiënten/ bewoners<br />
Woning/woonomstandigheden. E<br />
Professionele zorg: thuiszorg,<br />
dagopvang,dagbehandeling.<br />
E<br />
Problemen ten aanzien van uitplaatsing P Problemen ten aanzien van uitplaatsing<br />
naar nieuwe/eigen woonomgeving.<br />
naar nieuwe/eigen woonomgeving.<br />
Externe factoren Anamnese / <strong>Het</strong>ero –anamnese<br />
E Mantelzorg-/relatieproblemen.<br />
E Verwerkingsproblemen familie/relatie.<br />
E Woning/woonomstandigheden. Veiligheid en valpreventie in en om huis.<br />
E Professionele zorg: thuiszorg,dagopvang,dagbehandeling.<br />
Psychisch Persoonlijke factoren Anamnese / <strong>Het</strong>ero - anamnese<br />
Bewustzijn -, cognitieve en<br />
S<br />
corticale functiestoornissen.<br />
Problematisch gedrag. P<br />
Stemmingsproblemen. S<br />
Motivatie problemen. S<br />
Taxatie / coping problemen en beperking<br />
ziekte – inzicht.<br />
S<br />
Vrijheidsbeperkende maatregelen. P<br />
Legenda:<br />
22<br />
E<br />
S<br />
Stoornisniveau Activiteitniveau Participatieniveau Externe factoren<br />
Persoonlijke factoren Participatie-Activiteitniveau Participatie-Externe factoren
Communicatief<br />
Visus beperking. S<br />
Gehoor beperking. S<br />
Taalbeperking: lezen, spreken en schrijven. A<br />
Beperking non verbale communicatie. A<br />
23