verpleegeenheid G1 - regionaal ziekenhuis Sint-Trudo

INTRODUCTIEBROCHURE VOOR STUDENTEN
VERPLEEGEENHEID G1
Regionaal Ziekenhuis Sint-Trudo
Diestersteenweg 100 – 3800 Sint-Truiden
www.sint-trudo.be

VOORWOORD
Welkom op verpleegeenheid G1.
Wij willen je graag als student opnemen op onze eenheid.
Wij willen ons inzetten zodat je een aangename stageperiode tegemoet gaat.
Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze eenheid. Het is een beknopte
handleiding die je steeds kan raadplegen.
Een brochure kan niet alles omvattend zijn, daarom staan zowel de artsen,
hoofdverpleegkundige en verpleegkundigen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt.
Je hoeft niet te leren van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg, zo kunnen
misverstanden en fouten voorkomen worden. Wij gunnen je de nodige tijd om je aan te
passen.
Wij wensen je alvast een aangename stageperiode.
Namens de ganse equipe.
introductiebrochure studenten – G1 2

INHOUD
1. VOORSTELLING VAN DE EENHEID
1.1. architectuur 4
1.2. multidisciplinair team 4
1.3. patiëntenpopulatie 5
2. TAAKINHOUD EN TAAKVERDELING
2.1. organisatie van de verpleegzorg 5
2.2. dagindeling 6
2.3. specifieke verpleegkundige interventies 7
3. SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN
3.1. algemeen 10
3.2. begeleiding van 10
3.3. observatie 10
3.4. rapportage 10
3.5. administratief 10
4. VERWACHTINGEN 11
introductiebrochure studenten – G1 3

1. VOORSTELLING VAN DE EENHEID
1.1. Architectuur
Verpleegeenheid G1 bevindt zich op campus Sint-Jozef op de 1 ste verdieping van blok G
(gele kleur).
De eenheid telt 28 bedden:
- 6 tweepersoonskamers
- 4 eenpersoonskamers
- 4 vip-kamers
- 2 zalen (4 bedden)
De afdeling is in V-vorm opgezet en de verpleegpost is centraal gelegen.
BEZOEKUREN
Dagelijks doorlopend van 14.00 tot 20.00 uur
GRONDPLAN
Een grondplan van het ziekenhuis kunt u terugvinden op www.sint-trudo.be – bezoekers –
wegwijs in het ziekenhuis – plattegrond.
1.2. Multidisciplinair team
Medisch team
De volgende geneesheren hebben patiënten op deze afdeling.
Geneesheren Specialisatie
dr. Morias cardiologie
dr. Herbots cardiologie
dr. Beckers cardiologie
dr. De Meester cardiologie
prof. dr. Mertens endocrinologie
Verpleegkundig team
- hoofdverpleegkundige Greet Roels
- stagementoren Dirk Neven
Ilse Arrazola de Onate
Jenny Vandersmissen
Veronic Maris
- stagebegeleiding student kan deze opzoeken in de school
introductiebrochure studenten – G1 4

Andere medewerkers
- administratief medewerker: ½ F.T.E.
- logistieke assistente: ½ F.T.E.
- onderhoudspersoneel: ½ F.T.E.
- kinesist: elke voormiddag aanwezig Pieter Buckinx
- sociale dienst: op aanvraag Ellen Gulix
- pastorale medewerker: op aanvraag
- psycholoog: op aanvraag
- palliatieve verpleegkundige: op aanvraag
- pijnverpleegkundige op aanvraag
1.3. Patiëntenpopulatie
Verpleegeenheid G1 is een afdeling waar voornamelijk patiënten behandeld worden met:
cardiologische problemen, zoals:
o angorklachten
o hartfalen
o ritmestoornissen
o hypertensie
o infarctpatiënten
endocrinologische problemen, zoals:
o diabetes mellitis
Indien andere afdelingen bezet zijn, is het mogelijk dat je ook patiënten van andere dokters
(met een andere pathologie) aantreft op onze verpleegeenheid.
2. TAAKINHOUD EN TAAKVERDELING
2.1. Organisatie van de verpleegzorg:
De verpleegkundigen werken volgens een bepaald roulement, waarin het de bedoeling is
steeds te komen tot een bezetting van minimum 11 verpleegkundigen / 24 uur.
♦ vroegdienst van 7.00 tot 15.00 uur of van 7.00 tot 13u45
♦ middagdienst van 13.30 tot 21.30 uur
♦ nachtdienst van 21.15 tot 7.15 uur
♦ dagdienst van 8.00 tot 16.00 uur: de hoofdverpleegkundige of vervangende
Sommige verpleegkundigen werken deeltijds. Deze personen stoppen eerder.
De dienstregeling van de studenten is ter inzage bij hoofdverpleegkundige.
De dienstregeling van de stagebegeleiding wordt meegedeeld aan de student.
We werken volgens het model integrerende verpleging, dus met patiëntentoewijzing. Deze
wordt u op de verpleegeenheid meegedeeld.
introductiebrochure studenten – G1 5

Buiten de totaalzorg van de patiënten, is de verpleegkundige afwisselend ook
verantwoordelijk voor andere taken. Dit is voor jou als student, ook een leerervaring.
Deze taken zijn:
- opruimen van spoelruimte, verzorgingskarren aanvullen, kasten, materiaal reinigen …
- orde berging niet-steriele materialen
- orde keuken
- leveringen apotheek uitpakken
2.2. Dagindeling
7.00 tot 7.30 uur briefing door de nachtdienst
7.15 tot 8.00 uur - bepaling met wie je gaat samenwerken/ staat gepland
- bloednames door de student
- bedeling van ochtendmedicatie en toezicht op inname
- bedeling van en eventueel hulp bij het ontbijt
- afdekken van het ontbijt en opruimen van de keuken
8.00 tot 11.30 uur totaalzorg van de jou toegewezen patiënt.
- bedbad: hulp toilet
- bedopschik: orde op de kamer
- parametercontrole
- aërosoltoediening
- infuuscontrole
opname van patiënten - geplande opnames
Dossiers worden tijdens de verzorging ingevuld.
Een koffiepauze (10 min.) op de afdeling is mogelijk.
Doorheen het voormiddagprogramma lopen een aantal transporten naar onderzoeken
(gastroscopie, thalliumscintigrafie, fietsproef …).
In de loop van de voormiddag doen de dokters hun zaalronde.
Na de verzorging wordt zo mogelijk nog een briefing gedaan.
11.30 tot 12.45 uur - bedeling van de middagmedicatie en toezicht bij inname
- bedeling van en eventueel hulp bij het middagmaal
- afdekken van het middagmaal en orde van de keuken
- in overleg met de afdeling kun je afwisselend of samen middagpauze
nemen
12.45 tot 13.30 uur middagronde
- controle incontinente patiënten
- patiënten terug in bed helpen
- bedlegerige patiënten wisselhouding geven
- parametercontrole bij die patiënten
- koffie bedelen
13.30 tot 14.00 uur - briefing late dienst
- patiënten die ontslagen worden, medicatie meegeven; ontslagbrief
voor huisarts meegeven; bedden en kamers opruimen en in orde
maken
- medicatie klaar zetten voor de volgende dag
15.00 uur de dagdienst verlaat de afdeling
introductiebrochure studenten – G1 6

15.00 tot 17.00 uur namiddagronde
- patiënten terug in zetel helpen
- droogleggen van incontinente patiënten
- wisselhouding bedlegerige patiënten
- aërosols toedienen
- medicatie verder klaarzetten en nazien van de avondmedicatie.
17.00 tot 19.30 uur - bedeling en toezicht bij inname van avondmedicatie
- avondmaal bedelen, hulp bieden en orde keuken
- pauze verpleegkundigen en studenten
19.30 tot 21.15 uur avondtoer
- controle van patiënten (wisselhouding, incontinenten, parameters),
aërosols, avondmedicatie, bij bijzonderheden tijdens toer: rapporteren
- patiënten op de hoogte brengen van geplande onderzoeken voor de
volgende dag, al dan wel of niet nuchter zijn
21.15 tot 21.30 uur briefing aan de nachtdienst
22.00 uur eerste ronde nachtpost: toediening medicatie I.V.
24.00 uur tweede nachtronde: toediening medicatie
02.00 uur derde nachtronde
04.00 uur vierde nachtronde
Administratief werk tijdens nachtdienst: - verpleegdossiers overschrijven
06.00 uur - ochtendronde met eventueel bloednames, parametercontrole,
toediening
- medicatie I.V., voorbereiding coronaro’s
07.00 tot 07.30 uur briefing aan de dagdienst
Opgelet: deze dagindeling is richtgevend.
Opnames van nieuwe patiënten lopen doorheen deze richtuurregeling. Een aantal
onvoorziene obstakels kunnen onze gewone uurregeling danig in de war sturen.
P.S.:
1. Transport van patiënten naar onderzoeken wordt gedeeltelijk opgevangen door
personeel van intern patiëntenvervoer.
2. Briefing wordt normaal door de hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke gedaan.
Ieders inbreng wordt geaccepteerd en is welkom.
introductiebrochure studenten – G1 7

2.3. Specifieke verpleegkundige interventies
2.3.1. Ademhalingsstelsel
- observatie van de ademhaling: frequentie - ritme - kwaliteit
- aspireren van luchtwegen
- O2 therapie via neusbril, masker, neussonde
- voorbereiden en toedienen van aërosol - (inhalatie) - (puffs)
• volumatic
• diskus
• aëroliser
• puffs
- O2 saturatie meten
- sputum afname
2.3.2. Bloedsomloopstelsel
- controle parameters: pols (manueel, niet d.m.v. saturatie meten) – bloeddruk
= minimum dagelijks bij iedereen
= bij elke nieuwe patiënt
- perifere I.V. catheter: voorbereiden, plaatsen, verzorgen, toezicht (bijv. flebitis
onderkennen) en verwijderen
- I.V. therapie: voorbereiden, toedienen, toezicht
- transfusies: bijv. vol bloed, packed cells, F.F.P voorbereiden, toedienen, toezicht en
administratief verwerken van de formulieren
- bloedafname: 1. capillaire = vingerprik bij dagprofiel
2. veneuze bloedafname (+ haemocultuur afname)
3. via perifere I.V. catheter
4. kunnen assisteren bij arteriële bloedafname voor bloedgaswaarden
- oedemen van de onderste ledematen t.g.v. veneuze stuwing - decompensatie:
dragen van Dauerbinden - anti-embolie kousen
- observatiepunten na coronairografie - arteriografie - pacemaker implantatie
- cardioversie
2.3.3. Spijsverteringsstelsel – voedsel- en vochttoediening
- geef aandacht aan een verzorgde maaltijd: orde op de plateau!
- controle gewone voeding, dieetvoeding
- zorg dat patiënt altijd water bij de hand heeft
- hulp bij nuttigen van de maaltijd
observatie + notitie van het voedingspatroon
- patiënten met slikproblemen worden indien nodig begeleid door de logopediste
- toediening van T.P.N. (Total Parenteral Nutrition)
- controle stoelgang gebeurt dagelijks
- toediening van microlax, fleet, lavement zonodig
- faecesstaal afnemen
- gewichtscontrole: bij decompensatie: dagelijks/anders 2x per week, zeker bij opname.
- controle vochtbalans
2.3.4. Uro-genitaalstelsel
- toezicht op urinedebieten
- organiseren van 24 uur urinecollectie (bijv. creatinine clearance)
- afnemen van de midstream urinestaal
introductiebrochure studenten – G1 8

2.3.5. Huid en zintuigen
- huidinspectie bij bedlegerige patiënten - decubitus preventie:
- Menalind - antidecubitus matras
- wisselhouding: bij Nortonscore < 14
volgens een vast protocol voor decubitus
preventie
- wondverzorgingen uitvoeren
2.3.6. Metabolisme
- insuline therapie bij diabetici
- glycaemie controle
2.3.7. Medicamenteuze toedieningen
- voorbereiden + toedienen van medicatie via:
orale, I.M., S.C. percutaan, S.L. en I.V. weg
- controle van de volumetrische pompen en vervanging van perfusie
- controle van de spuitpompen en vervanging ervan (corvaton pomp, heparine drip of
dopamine)
2.3.8. Mobiliteit
- activeren en mobiliseren van passieve patiënten
- hartrevalidatie na infarct
2.3.9. Hygiëne
- volledig bedbad toedienen
- hulp bij toilet aan lavabo
- aanmoedigen tot zelfzorg (indien mogelijk)
- aandacht voor de detailzorg: oren, ogen, neus reinigen, mondhygiëne, nagels verzorgen,
voetbad geven
2.3.10. Fysische beveiliging
- hoog-laag bedden in veilige stand zetten
- gebruik maken van bedsponden
- eventueel gebruik maken van onrustgordels in bed of zetel volgens protocol fixatie
- veiligheid van patiënt garanderen tijdens vervoer met bed, brancard, rolstoel binnen het
ziekenhuis
2.3.11. Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose
- voer gericht gesprek met patiënt i.v.m. klachtenpatroon (anamnese)
- klinisch beeld van patiënt (bleek, bezweet, klam …)
- observatie van de vitale en fysische parameters
- voorbereiding van de patiënt voor zijn onderzoeken die leiden tot diagnosestelling
2.3.12. Assistentie bij medische handelingen
Deze gebeuren niet veel op onze afdeling hart- en vaatziekten.
- hulp pleurapunctie diagnostisch
ontlastend
- hulp arteriële pH
introductiebrochure studenten – G1 9

3. SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN OP DEZE AFDELING
3.1. Algemeen
De geleerde stof m.b.t. cardiologie nakijken en instuderen.
3.2. Begeleiding van
Liefst in overleg met een verpleegkundige en niet alleen.
Observeer de reactie van de patiënt na uitleg van gediplomeerden of arts aan patiënt of
familie (leersituatie).
Verwijs eventueel de familie door naar arts of verpleegkundige.
3.3. Observaties
Cardiologische observaties:
- bloeddruk controle
- polsritme Bij iedere patiënt wordt de pols manueel gemeten over 15”, bij
onregelmatig ritme over 1’
- aanwezigheid van oedemen
- ademhalingspatroon
Geef afwijkende waarden onmiddellijk door aan de gediplomeerden.
Bij acute situaties: roep hulp!
Identificatie van de patiënt: polsbandje.
3.4. Rapportage
Mondelinge rapportage aan de u toegewezen gediplomeerde bij alle bijzondere observaties
of parameters.
Duidelijke (kort + bondig) schriftelijke rapportage van de reeds vernoemde punten onder 2.3.
Instrumenten om te rapporteren: patiëntendossier, Nortonscore, MVG.
3.5. Administratie
Inzicht in het opstellen van verpleegdossier (bij nieuwe opname - bij ontslag).
Herstelbon.
introductiebrochure studenten – G1 10

4. VERWACHTINGEN
Verwachtingen t.o.v. de student
De student is zelf verantwoordelijk voor het realiseren van de vooropgestelde doelen:
d.w.z. dat hij / zij:
- regelmatig aan verpleegkundigen of mentoren zegt welke zorgen hij / zij wil oefenen
of met hen bespreekt waar er problemen zijn
- om gerichte feedback hierover vraagt
- bij problemen met de collega’s of werksituatie welke een invloed hebben op het
leerproces, zich wendt tot de mentoren of stagebegeleiding.
- nader uitleg vraagt wanneer hij / zij iets niet begrijpt i.v.m. pathologie of behandeling, enz.
Van de student wordt evenzeer verwacht dat hij / zij zich verdiept in de voor de afdeling
relevante ziektebeelden, behandelingen en onderzoeksmethoden (zie de voorbereidende
opdrachten: vooral van belang voor de tweede- en derdejaarsstudenten.)
De door de student aan te leren technieken worden liefst zoveel mogelijk geïntegreerd in
het totaal zorgpakket bij een patiënt: d.w.z. niet alleen oog hebben voor de techniek, maar
ook voor de andere zorgvragen van deze patiënt.
Elke student moet zich van bij de aanvang van de stage informeren over en bekwamen in
het werken met het verpleegdossier eigen aan de afdeling d.w.z.:
- welke gegevens haal ik uit het dossier?
- hoe rapporteer ik de uitgevoerde zorgen en observaties?
De student zal geen zorgen uitvoeren zonder voldoende geïnformeerd te zijn via dossier
of briefing of indien hij/zij er niet bevoegd voor is.
De student rapporteert alle belangrijke observaties zowel schriftelijk als mondeling.
Van elke student wordt verwacht dat hij / zij op de hoogte is van de zorgen en
aandachtspunten bij een patiënt met cardiologische problemen. Zij kunnen dit vertalen
naar de praktijk.
Verwachtingen naar een student uit module initiatie en verpleegkundige basiszorg
Bij een eerste kennismaking hygiënische zorgen onder begeleiding.
Je werkt haast uitsluitend onder toezicht van gediplomeerden.
Gaandeweg :
- eenvoudige toiletten zelfstandig uitvoeren (anderen onder toezicht)
- degelijke parameter controle (bloeddruk, pols, temperatuur)
- hulp bieden bij het nuttigen van het middagmaal
- probeer je zelfstandigheid uit te bouwen, vraag voldoende uitleg (handel niet
zonder kennis)
- rapporteer mondeling afwijking parameters
Verwachtingen naar een student uit oriëntatiemodule algemene gezondheidszorg:
- hygiënische zorgen onder de knie (ook complexe verpleegsituaties)
- probeer tempo te ontwikkelen
- inzicht in de verpleegtechnische handelingen
- inzicht in eigen functioneren
introductiebrochure studenten – G1 11

Verwachtingen naar de student uit uitstroommodule algemene gezondheidszorg:
- verder uitbouwen van de technische handelingen.
- inzicht in de organisatie van de afdeling (opname - ontslag - dossier)
- tracht de link te leggen tussen medische theorie - pathologie - behandeling
- inzicht in de cardiologische problematiek (observatiepunten - medicatie - dieet -
revalidatie)
- inzicht bij behandeling van diabetes patiënten (dieet, toediening insuline, controle
glycemie)
VEEL SUCCES VANWEGE HET TEAM!
introductiebrochure studenten – G1 12