16.09.2013 Views

Inloop Jaarboek 2005-2006.indd - Isso

Inloop Jaarboek 2005-2006.indd - Isso

Inloop Jaarboek 2005-2006.indd - Isso

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ISSO jaarboek <strong>2005</strong> - 2006


KENNISINSTITUUT<br />

VOOR DE<br />

INSTALLATIESECTOR<br />

Uitgave<br />

Redactie<br />

- hoofdstuk 1 actueel<br />

Vormgeving en layout<br />

Druk en<br />

advertentieacquisitie<br />

Colofon<br />

ISSO, Kennisinstituut voor de installatiesector<br />

Mw. A. Pijpers<br />

Dhr. P.P.H. ‘t Lam<br />

Mw. E. Kok, Talpa teksten<br />

Stijlmeesters<br />

ISSO<br />

Elma Edities b.v.<br />

Keizelbos 1<br />

1721 PJ BROEK OP LANGEDIJK<br />

telefoon 0226-331600<br />

e-mail elma@elma.nl<br />

ISSO en degenen die aan de samenstelling van dit jaarboek hebben medegewerkt,<br />

hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij zowel het verzamelen als<br />

bij het verwerken en opstellen van de in dit jaarboek vervatte gegevens. Nochtans<br />

moet hier niet worden uitgesloten dat dit jaarboek onvolledig is of dat zij onjuistheden<br />

of onvolkomenheden bevat. Degenen die van dit jaarboek en daarin vermelde gege-<br />

vens gebruik maakt, aanvaardt dan ook daarvoor zelf het risico.<br />

ISSO en degenen die aan de samenstelling van dit jaarboek hebben medegewerkt,<br />

sluiten iedere aansprakelijkheid uit voor zowel schade die mocht voortvloeien uit het<br />

gebruik van deze gegevens als schade welke zou kunnen ontstaan als gevolg van de<br />

onvolledigheden, onjuistheden of onvolkomenheden van dit jaarboek. Voor aanvullin-<br />

gen, correcties etc. houden wij ons ten zeerste aanbevolen.<br />

Niets uit dit jaarboek mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomati-<br />

seerd gegevensbestand, getransformeerd tot software en of openbaar gemaakt, in<br />

enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door middel van druk,<br />

fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toe-<br />

stemming van het Bestuur van ISSO.<br />

© september <strong>2005</strong>, ISSO, Rotterdam<br />

ISSO jaarboek<br />

2 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

3<br />

Pagina<br />

Colofon 3<br />

Inhoudsopgave 5<br />

Voorwoord 7<br />

Hoofdstuk 1 ACTUEEL 13<br />

Europese prestatienormen zijn zeer nabij<br />

Onderhoud en Beheer<br />

Hoofdstuk 2 ISSO -PROJECTEN<br />

Lopende en voorgenomen projecten<br />

ISSO contacten<br />

ISSO Internationaal<br />

Hoofdstuk 3 ISSO -DIENSTEN<br />

ISSO Toezendservice<br />

ISSO ThemaTech<br />

ISSO Digitaal<br />

Hoofdstuk 4 ISSO -PUBLICATIES<br />

De normatieve waarde van ISSO Publicaties<br />

Totstandkoming producten<br />

ISSO uitgaven<br />

Te verwachten ISSO publicaties<br />

Prijslijst<br />

Hoofdstuk 5 ISSO -ALGEMEEN<br />

Doelstelling en missie<br />

ISSO Functies<br />

Werkwijze<br />

ISSO Begunstigers<br />

Hoofdstuk 6 ISSO -KENNISOVERDR ACHT<br />

Instructiebijeenkomsten<br />

Symposia/congressen<br />

Vakbeurzen<br />

ISSO en publiciteit<br />

ISSO Info<br />

Hoofdstuk 7 ISSO -ORGANISATIESTRUCTUUR<br />

Bestuur<br />

Raad van Begeleiding<br />

Bureau<br />

Inhoudsopgave<br />

LIJST VAN AFKORTINGEN<br />

ADVERTEERDERINDE X


Installatiebedrijven moeten meer kennis hebben<br />

Uit het door Bouwkennis uitgevoerde onderzoek<br />

“Klimaatmonitor <strong>2005</strong>” blijkt dat de installatiebedrij-<br />

ven meer kennis moeten hebben. De toepassing van<br />

steeds meer geavanceerde elektronica in de installa-<br />

tietechniek dwingt de installateur tot meer kennis van<br />

zowel de werktuigbouwkundige als van de elektronica<br />

kant. Ook ontwikkelingen als de Europese prestatie-<br />

normen en verbreding van Onderhoud en Beheer waar-<br />

over u verder in dit <strong>Jaarboek</strong> kunt lezen noodzaken de<br />

installatiesector tot verbreding en verdieping van de<br />

aanwezige kennis.<br />

Voor innovatie ; kennis in de prak tijk brengen<br />

Nederland heeft hooggekwalificeerde mensen nodig<br />

die de kunst verstaan kennis in de praktijk te brengen<br />

luidt de stelling van de voorzitter van de HBO-raad<br />

(Doekle Terpstra). Vooral het hoger beroepsonder-<br />

wijs wordt volgens hem de sector waar we het voor de<br />

economische ontwikkeling van Nederland van zullen<br />

moeten hebben. Hogescholen zijn samen met het MKB<br />

een belangrijke schakel in het ontwikkelen van nieuwe<br />

bedrijvigheid, nieuwe producten en welvaart. Als je<br />

kennis en praktijk combineert dan creëert dat nieuwe<br />

producten, concepten en ondernemingen.<br />

IS SO, het kennisinstituut voor de installatiesector<br />

“Kennis is macht” luidt het gezegde; ISSO heeft daar<br />

de afgelopen jaren een eigen interpretatie aangege-<br />

ven met “Kennis is kwaliteit” en “Kennis is een beter<br />

bedrijfsrendement”<br />

Met normatieve technische richtlijnen aangevuld met<br />

praktische handleidingen (zoals bijv. de Kleintjes<br />

water, warmteverlies, etc.) houden wij de sector op de<br />

hoogte van de laatste technische ontwikkelingen. Om<br />

die kennis te borgen wordt veel samengewerkt met<br />

andere belangenorganisaties. Voor technisch juiste<br />

beoordelingsrichtlijnen bij de diverse certificeringstra-<br />

jecten bijvoorbeeld met de Stichting Kwaliteitsborging<br />

Installatiesector (KBI), Voor garanties voor goede<br />

technische installaties bij nieuwbouwprojecten van<br />

woningen bijvoorbeeld met het Garantie Instituut<br />

Woningbouw (GIW).<br />

IS SO en educatie<br />

Een belangrijk onderdeel voor het sneller toepasbaar<br />

maken van die kennis is de kennisoverdracht via semi-<br />

Voor woord<br />

nars, instructiebijeenkomsten en dergelijke. Ook daar-<br />

bij wordt intensief samengewerkt met de diverse orga-<br />

nisaties zoals de branche-organisaties Uneto-VNI en<br />

ONRI, de personenvereniging TVVL, fabrikantenorga-<br />

nisaties zoals Vereniging Huis en Klimaat, Stichting<br />

HR-Ventilatie, VLA, LUKA e.d.<br />

Met steun van en in overleg met het Opleidingsfonds<br />

(OTIB) wordt er ook hard gewerkt aan de kennisimple-<br />

mentatie bij het MBO onderwijs. Het project HOI, de<br />

ontwikkeling van de e-learning modules en de lesma-<br />

teriaalontwikkeling voor noodverlichting zijn voorbeel-<br />

den dat de sector haar best doet om de beschikbare<br />

kennis, op snelle wijze, zowel bij het reguliere- als het<br />

applicatie-onderwijs in te brengen. Bij deze projecten<br />

waarover u verder in het <strong>Jaarboek</strong> meer kunt lezen<br />

wordt onder andere samengewerkt met diverse MBO<br />

en HBO onderwijsinstellingen, Kenteq, TVVL e.d.<br />

Nieuwe technieken en innovatie<br />

In opdracht van en in samenwerking met Senter/<br />

Novem besteedt ISSO veel aandacht aan het opstellen<br />

van praktijkrichtlijnen voor nieuwe en duurzame tech-<br />

nieken. Technische ontwikkelingen bij warmtepompen,<br />

koude opslag, acquifers, warmtewisselaars, beton-<br />

kernactivering etc. worden nauwlettend gevolgd. Voor<br />

de adviesbureaus en de installatiebedrijven wordt bij<br />

de kennisoverdracht veel opgetrokken met de respec-<br />

tievelijke branche-organisaties ONRI en Uneto-VNI.<br />

In oktober <strong>2005</strong> vindt het eerste ISSO-najaarsoverleg<br />

plaats. Een bijeenkomst waarbij met de bestuurders<br />

binnen ISSO en aanpalende organisaties van gedachte<br />

zal worden gewisseld over de komende trends in de<br />

bouw- en installatiesector en de rol van ISSO in dat<br />

geheel.<br />

Systeemintegratie<br />

In het vorig jaarboek is uitgebreid stilgestaan bij de<br />

noodzaak van systeemintegratie. Het effect van meer<br />

betrokkenheid van de medewerkers, het verminderen<br />

van de faalkosten, de snellere opname van innovatieve<br />

ontwikkelingen, het MKK instrument en dergelijke is<br />

daarbij aan de orde gekomen. Een belangrijk element<br />

is ook de samenwerking met de andere partijen in het<br />

bouwproces. Ongenoemd kan dan ook niet blijven de<br />

samenwerking van ISSO met SBR op het gebied van<br />

een gezond binnenmilieu, vloerverwarming, brandvei-<br />

lige doorvoeren etc. Wij hopen daarmee dat het ten<br />

ISSO jaarboek<br />

4 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

aanzien van dit onderwerp niet alleen bij woorden blijft<br />

maar ook tot daden leidt. ISSO blijft de integratie actief<br />

nasteven.<br />

Internet en automatisering<br />

onmisbaar in communicatie<br />

Het staat buiten kijf dat het internet als informatiebron<br />

steeds belangrijker wordt. Vanzelfsprekend geldt die<br />

informatiebehoefte ook voor de kennis uit de ISSO-<br />

publicaties. ISSO is in 2004 gestart met ISSO-Digitaal<br />

een internetsite waarbij de abonnees op interactieve<br />

wijze de publicaties kunnen raadplegen. Het basis-<br />

abonnement biedt tevens de mogelijkheid de Toolbox<br />

te raadplegen voor checklisten, hulp-rekenprogram-<br />

ma’s en dergelijke. ISSO-Digitaal geeft unieke moge-<br />

lijkheden om binnen de bedrijven de ISSO-kennis voor<br />

een ieder op iedere plaats en op ieder tijdstip te raad-<br />

plegen.<br />

Via samenwerking met BRIS Warenhuis is koppeling<br />

met de NEN-normen en het Bouwbesluit mogelijk.<br />

Ook de rekenprogramma’s van Bink en VABI hebben<br />

via ISSO-Digitaal links met nuttige helpteksten uit de<br />

ISSO-publicaties. In de tweede helft van <strong>2005</strong> zal ook<br />

de ISSO-site worden gemoderniseerd. Het vinden van<br />

informatie, bestellen van artikelen, aanmelden voor bij-<br />

eenkomsten is sterk vereenvoudigd.<br />

Heeft e-mail als communicatiemiddel de post al ver-<br />

drongen (en het de postzegelverzamelaars al moei-<br />

lijk gemaakt) de toename van informatie via internet<br />

zal zeker verder blijven toenemen. Het raadplegen of<br />

downloaden van de vergaderstukken via de website is<br />

daarvan een goed voorbeeld.<br />

Waarom dan toch nog dit jaarboek? Uit het vorig jaar<br />

gehouden onderzoek blijkt dat de ISSO relaties niet<br />

voor drukwerk of digitaal kiezen maar prijs stellen op<br />

“en”, beide producten dus.<br />

Wij geven graag gehoor aan deze wens en bieden u<br />

hiermee met plezier dit jaarboek aan.<br />

Op www.isso.nl is ook de digitale versie te raadplegen.<br />

P.P.H.’t Lam<br />

5


De grootste revolutie na de EPN, wordt het wel ge-<br />

noemd. De implementatie van de EPBD is in volle gang.<br />

Deze Europese richtlijn beoogt inzicht te krijgen in de<br />

energieprestatie van gebouwen via het Energieprestatie-<br />

certificaat. Het uiteindelijke doel hiervan is CO 2-reduc-<br />

tie, energiebesparing, zekerheid van energievoorzie-<br />

ning en leveranciersonafhankelijkheid. Voor Nederland<br />

betekent het vooral dat nu ook bij de bestaande bouw<br />

energieprestatiecertificaten en inspectieverplichtingen<br />

worden geëist. Dit biedt tevens grote kansen voor de<br />

installatiebranche.<br />

De EPBD oftewel de ‘Energy Performance Buildings<br />

Directive’ is ontstaan naar aanleiding van het verdrag<br />

van Kyoto. Alle 25 leden van de Europese Unie confir-<br />

meren zich om de komende jaren de nodige maatrege-<br />

len te nemen die leiden tot verminderd energiegebruik.<br />

Als handleiding gelden uniforme richtlijnen die op dit<br />

moment door de lidstaten in elkaar worden gezet.<br />

Sommige regels gaan in per 2006, geen wonder dat er<br />

zeer hard aan de weg wordt getimmerd.<br />

Hans van Eck die namens Senter/Novem de operatie<br />

coördineert, is er niet rouwig om. “Kijk bijvoorbeeld<br />

naar de Nederlandse situatie. Ondanks onze gasvoor-<br />

raden zullen we voor onze energievoorziening binnen<br />

nu en vijftien jaar voor zo’n zestig procent afhankelijk<br />

zijn van het buitenland.”<br />

Met de nodige nationale wetgeving al achter de hand<br />

(EPN/EPC, EPA), is de implementatie voor Nederland<br />

eenvoudiger dan die van met name de nieuwe EU-<br />

landen. Voor hen geldt het grote voordeel dat ze in een<br />

razend tempo hun energiebelasting zullen verminde-<br />

ren. ISSO-directeur Jaap Hogeling, tevens voorzitter<br />

van de coördinerende CEN-werkgroep die zich met het<br />

opstellen van CEN-normen bezighoudt licht toe dat het<br />

gebruik van deze CEN-normen uiteindelijk goedkoper<br />

zal zijn dan in het geval dat alle 25 lidstaten er een eigen<br />

technische invulling aan geven. “Het vereist wel dat de<br />

normen goed toegankelijk zijn, transparant, eenduidig,<br />

objectief, handhaafbaar en voor alle Europese regio’s<br />

inzetbaar. Dit leidt dan bijna vanzelf tot een uitgebrei-<br />

dere set normen. Dit behoeft voor Nederland niet direct<br />

een probleem op te leveren. Voor de meest essentiële<br />

normen hebben onze deskundigen een belangrijke bij-<br />

drage geleverd.”<br />

1. Actueel<br />

Europese prestatienormen zijn zeer nabij<br />

Zoals vermeld is het grootste verschil vergeleken met de<br />

EPN, dat de EPBD eveneens geldt voor de bestaande<br />

bouw. Hans van Eck: “Natuurlijk is het belangrijk om<br />

nieuwbouw energiezuinig aan te pakken. Maar als je<br />

alleen al naar Nederland kijkt: er worden momenteel<br />

tussen de 60- en 70.000 woningen gebouwd; wat<br />

gebeurt er met de miljoenen huizen die er al staan? De<br />

EPDB zorgt er onder andere voor dat daarvan de ener-<br />

gieprestatie in kaart wordt gebracht. Vergelijk het met<br />

de energielabels voor witgoed.”<br />

Koelkastlabel bestaande bouw<br />

De EPBD omvat twee grote segmenten. Om te begin-<br />

nen is er de berekening van de energieprestatie. Er<br />

wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van bestaande<br />

beleidsinstrumenten. In Nederland geldt daarvoor voor<br />

de nieuwbouw de EPN (Energie Prestatie Norm) met de<br />

Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) als meetbare uit-<br />

komst. Voor de bestaande woningen spreken we van<br />

het Energie Prestatie Advies (EPA), te bepalen in de EI<br />

(Energie-index).<br />

Het uitgebreide EPA-advies was en blijft vrijwillig maar<br />

het bepalen van het Energieprestatiecertificaat (het<br />

label) maar het daarbij behorend beperkt advies wordt<br />

straks een wettelijke verplichting. Dit houdt onder<br />

andere in dat er vanaf 2006 bij transactiemomenten<br />

- dus als er nieuwe bewoners komen - een Energie-<br />

prestatiecertificaat dat niet ouder is dan tien jaar moet<br />

worden overlegd. Dit certificaat moet door een volgens<br />

de BRL 9500 gecertificeerd bedrijf zijn opgesteld. De<br />

opstelling van deze BRL zal dit najaar worden afgerond.<br />

Bedrijven die zich op deze markt wensen te begeven,<br />

kunnen zich daarna laten certificeren. Certificerende<br />

instellingen houden zich op hun beurt bezig met de<br />

toetsing van deze bedrijven. Ze geven onder toezicht<br />

van de Raad van Accreditatie aan dat deze bedrijven<br />

voldoen aan de eisen van de BRL 9500.<br />

Verder zal er een overgangsregeling van toepassing<br />

zijn voor gebouwen die jonger zijn dan tien jaar en voor<br />

bestaande woningen met een EPA die na 1 juli 2002<br />

door een BRL 9502 gecertificeerd bedrijf is afgege-<br />

ven.<br />

Het is dus allemaal zeer kort dag. Een stellige Van<br />

Eck: “Begin 2006 ligt de instrumentatie er om mee te<br />

werken. Dus zal al volgend jaar de EPBD in werking<br />

ISSO jaarboek<br />

6 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

treden. Indien mogelijk in z’n geheel of anders in delen.<br />

We willen toch ook niet het braafste jongetje van de<br />

klas zijn en hebben daarom voorzichtigheidshalve<br />

een uitsteltermijn van drie jaar aangevraagd. Daarvan<br />

zullen we echter alleen gebruik maken als we te maken<br />

krijgen met capaciteitsgebrek. Dit zal dan ook enkel<br />

gelden voor bepaalde doelgroepen; verder zal de ver-<br />

plichting zeer zeker direct per 1 januari 2006 ingaan.”<br />

Keuringen<br />

De tweede pijler houdt in dat tussen 2007 en 2010 alle<br />

airco’s boven 12 kW, alle niet-gasgestookte cv-ketels<br />

vanaf 20 kW, en alle gasgestookte ketels boven 100 kW<br />

met bijbehorende installaties periodiek op hun ener-<br />

giezuinigheid dienen te worden beoordeeld. Hetzelfde<br />

geldt voor alle verwarmingsinstallaties die ouder zijn<br />

dan vijftien jaar. Dit laatste betreft een éénmalige sig-<br />

naleringskeuring zonder verplichting voor de eigenaar<br />

om er iets mee te doen. De eerder genoemde keurin-<br />

gen zullen wel periodiek moeten plaatsvinden, afhan-<br />

kelijk van de ketelgrootte om de twee tot vier jaar. Voor<br />

al deze keuringen is een andere certificatie nodig dan<br />

voor het EPA. Hans van Eck: “Het is dus aan de instal-<br />

lateur om te wijzen op eventuele tekortkomingen of<br />

dat de ketel misschien te groot is geworden voor een<br />

optimaal rendement omdat de isolatie van de woning is<br />

toegenomen. Deze onafhankelijke advisering zal in veel<br />

gevallen leiden tot vervanging of aanpassing van instal-<br />

laties en dus voeren naar verdere energiebesparing.”<br />

Verdere maatregelen<br />

De EPBD geeft de mogelijkheid om voor zowel nieuw-<br />

bouw als renovatie minimumeisen voor de energiepres-<br />

tatie te stellen. Voor Nederland heeft dit echter niets om<br />

het lijf omdat het Bouwbesluit daarin reeds voorziet,<br />

zowel voor nieuwbouw als gebouwen die een groot-<br />

schalige renovatie ondergaan. Wel wordt zoals bekend<br />

de EPC-W per 1 januari 2006 aangescherpt van 1,0 tot<br />

0,8 en valt hetzelfde in de toekomst te verwachten van<br />

de EPC voor de utiliteit.<br />

Verder worden haalbaarheidsonderzoeken geëist voor<br />

duurzame energievoorzieningen bij nieuwbouw boven<br />

de 1000 m_. Dit betekent in de praktijk het invullen van<br />

een checklist die wordt toegevoegd bij de aanvraag<br />

van de bouwvergunning. Er dient te worden bekeken<br />

of toepassing van alternatieve systemen voor energie-<br />

voorziening economisch haalbaar is. Een ondersteu-<br />

nend digitaal instrument is in ontwikkeling.<br />

Tenslotte komt er een energieprestatiecertificaat dat<br />

zichtbaar moet worden getoond op overheidsgebou-<br />

wen, wederom voor zowel nieuwbouw als bestaande<br />

7<br />

bouw. Er is nog een discussie gaande voor welke<br />

gebouwen dit is bedoeld maar waarschijnlijk zal de<br />

grens liggen bij al dan niet voor het publiek vrij toegan-<br />

kelijke gebouwen, verwacht Hans van Eck. Hij hoopt<br />

dat de marktwerking sturend zal zijn voor een zo posi-<br />

tief mogelijke score.<br />

Stand van zaken<br />

De meeste landen, waaronder Nederland, hebben<br />

aangegeven de Europese CEN-normen vóór 2010 in<br />

de wetgeving te gaan aansturen. In de overgangsja-<br />

ren gebruiken veel landen hun bestaande, vaak reeds<br />

op basis van de huidige normconcepten verbeterde<br />

methoden.<br />

De Europese normen worden op dit moment voorbe-<br />

reid door diverse technische commissies (CEN-TC’s).<br />

Ze richten zich respectievelijk op: thermische eigen-<br />

schappen; ventilatie voor gebouwen; daglicht en ver-<br />

lichting; verwarmings- en AC-systemen; en gebouwau-<br />

tomatisering. De coördinerende, overkoepelende com-<br />

missie wordt voorgezeten door ISSO in de persoon van<br />

directeur Jaap Hogeling.<br />

Vanaf april dit jaar publiceert de CEN de concepten<br />

(prEN’s) van de ruim 40 normen die onder dit EU-man-<br />

daat vallen. In totaal betreft het meer dan 2000 pagi-<br />

na’s waarvan vele ingaan op niet normatieve, toelich-<br />

tende bijlagen. Deze prCN’s lagen voor een periode<br />

van vijf maanden ter kritiek. De komende tijd zullen de<br />

nationale commentaren worden verzameld. NEN zal de<br />

Nederlandse kritiek met stemresultaat indienen. Nadat<br />

de CEN-TC’s alle kritiek hebben ontvangen, wordt deze<br />

verwerkt. In de loop van 2006 met een uitloop naar 2007<br />

zullen alle normen voor formele eindstemming worden<br />

gepubliceerd. Bij voldoende positieve stemmen zullen<br />

ze daarna van kracht worden.<br />

De praktijk verloopt niet vlekkeloos, erkent TNO weten-<br />

schappelijk medewerker Marleen Spiekman, tevens<br />

CEN-rapporteur. Ze geeft aan dat de TC’s met behulp<br />

van een ‘umbrella document’ hebben getracht om een<br />

samenhang tussen al deze normen aan te brengen en<br />

zichtbaar te maken. “Zeker gezien het EU-verband is<br />

dat niet altijd eenvoudig.”<br />

Als het over stemmen gaat, heeft Nederland voor<br />

slechts 3,8 procent inspraak. NEN-man Arie de Jong,<br />

verantwoordelijk voor de Nederlandse inbreng van<br />

bijna alle EPBD-normontwerpen annex secretaris van<br />

de Europese werkgroep die de EPBD-normontwikke-<br />

ling coördineert, relativeert dit percentage. “Duitsland<br />

bezet ook maar 9 %. Als 71 % van de stemmen positief<br />

is, wordt het voorstel aangenomen. En bedenk dat wij<br />

met de EPN over een goede voorloper beschikken!”


Het is niet zo dat alle landen zullen vastzitten aan één<br />

bepaalde methodiek. Er zijn in de normvoorstellen<br />

diverse rekenmethoden uitgewerkt maar daarbij speelt<br />

nog de controverse dat het enerzijds goed zou zijn dat<br />

het elk land vrij staat om hiertussen te kiezen, terwijl<br />

dat anderzijds met zich meebrengt dat al die methodes<br />

dan weer verschillen. Maar dat moet langzaam naar<br />

elkaar toegroeien. In ieder geval krijgt elk CEN-lid de<br />

mogelijkheid om extra eisen te stellen. Zo kijkt de EPC<br />

puur naar het energieverbruik, niet naar CO2-emissie.<br />

Wil een land extra regels om dit laatste te beperken,<br />

dan is het vrij om daarnaar te handelen.<br />

Een voorbeeld zoals het energiecertificaat eruit kan<br />

zien. De exacte schaal is nog niet bekend. Hoe meer<br />

gradaties hoe exacter maar hoe moeilijker de commu-<br />

nicatie met de consument.<br />

ISSO jaarboek<br />

8 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO benadrukt wederom kansen voor installatiebranche<br />

Onderhoud en beheer bieden grote perspectieven<br />

ISSO is voor velen synoniem voor het leveren van techni-<br />

sche publicaties waar ontwerp en rekenmethodes cen-<br />

traal staan. Onderhoud en beheer zijn eveneens rele-<br />

vante onderwerpen, benadrukken ISSO-directeur Jaap<br />

Hogeling en voorzitter van de Raad van Begeleiding<br />

Egbert Wagenaar. “In onze publicaties komen ze welis-<br />

waar meestal aan bod en soms is de rol groot zoals in<br />

de publicatie ‘Inspectie en onderhoud van noodverlich-<br />

tingsinstallaties’. Niettemin zijn onderhoud en beheer<br />

doorgaans een ondergeschoven kindje bij het ontwer-<br />

pen van installaties en dat is jammer. Zeker omdat het<br />

belang ervan steeds groter wordt.” Een visie.<br />

“Aan de ene kant is ISSO facilitair door te leveren wat<br />

een doelgroep vraagt; anderzijds zien we voor ons als<br />

kennisinstituut een voortrekkersrol weggelegd”, stelt<br />

Jaap Hogeling. “Dat hebben we onlangs laten zien bij<br />

bijvoorbeeld de legionellaproblematiek en bij de invoe-<br />

ring van de EPBD. Op dit moment dringt zich onder-<br />

houd en beheer op de voorgrond. De markt vraagt in<br />

toenemende mate om een veel integralere werkwijze<br />

en dat maakt onze boodschap vooral positief: zie het<br />

als een interessant gebied met groeipotentie, vooral<br />

voor installatiebedrijven.”<br />

De roep naar een betere aanpak van beheer en onder-<br />

houd is allesbehalve nieuw. Al in 1991 wees Egbert<br />

Wagenaar in Verwarming en Ventilatie op dit stiefkindje<br />

binnen de installatietechniek. “Ik haalde cijfers aan uit<br />

1986. Toen al bleek dat herstel, verbouw en onderhoud<br />

- ik plaats ze voor ’t gemak even onder de noemer<br />

‘beheer’ - ongeveer 45% van de totale bouwproductie<br />

innamen. Het ging jaarlijks om een bedrag van circa<br />

20 miljard gulden. Dit was éxclusief de situaties waar<br />

onderhoud op z’n plaats zou zijn om woningen bouw-<br />

technisch op het niveau te brengen van vergelijkbare<br />

nieuwbouwwoningen. In de installatiemarkt besloeg<br />

beheer ongeveer eenzelfde percentage. Ondanks die<br />

enorme omvang concludeerden marktonderzoekers<br />

destijds dat vraag en aanbod elkaar nog niet gevonden<br />

hadden.”<br />

Onder invloed van energiebesparing en hogere com-<br />

forteisen zal het aandeel dat beheer inneemt inmiddels<br />

boven de vijftig procent liggen. Zoals gezegd neemt<br />

de roep naar een integrale aanpak toe. Hogeling: “Het<br />

gaat om het antwoord op de vraag wat de opdrachtge-<br />

ver te wachten staat gedurende de totale levenscyclus<br />

van een installatie. Op componentniveau spelen der-<br />

gelijke vragen dagelijks. Bijvoorbeeld als een cv-ketel<br />

9<br />

een bepaalde leeftijd heeft bereikt, zeg dertien jaar.<br />

Wellicht kan die dan technisch gezien nog wel twaalf<br />

jaar mee maar wat gebeurt er in de tussentijd? Welk<br />

energetische prestaties worden geleverd; welke repa-<br />

raties en vervanging van onderdelen zijn te verwach-<br />

ten; hoeveel kost dat? Misschien wordt de opdracht-<br />

gever een dief van eigen portemonnee als deze de<br />

ketel niet direct vervangt door een modern exemplaar.<br />

Bijkomende vragen zijn of de volgende ketel dezelfde<br />

capaciteit moet bezitten of dat door verbeterde thermi-<br />

sche kwaliteit van het gebouw een warmtepomp, zon-<br />

neboiler of microwarmtekrachtkoppeling een gunstig<br />

alternatief is.”<br />

Totaal kostenplaatje<br />

Een dergelijke integrale benadering wordt veel te weinig<br />

toegepast, oordelen beide heren. Jaap Hogeling: “In<br />

de procesindustrie ligt dat anders maar daar zijn de<br />

belangen ook veel groter. Niettemin constateren we<br />

bij professionele gebouwbeheerders dezelfde vraag<br />

opkomt en uiteindelijk zal de trend zich voortzetten<br />

naar particulieren. Men wil simpelweg steeds meer toe<br />

naar een totaalinzicht in de kosten.”<br />

Het antwoord kan worden gegeven door degene die<br />

gedurende jaren de prestaties van in onderhoud geno-<br />

men installaties heeft bijgehouden en hieruit conclu-<br />

sies kan afleiden. Egbert Wagenaar: “De gegevens die<br />

de leverancier verstrekt, bieden slechts in beperkte<br />

mate informatie. Sterker, die zal zich beperken tot het<br />

vermelden van de garantietermijn terwijl levensduur te<br />

maken heeft met veel meer aspecten als de systeem-<br />

keuze en de ontwerptechnische invulling daarvan, de<br />

selectie van de componenten, de montagetechnische<br />

kwaliteit, het gebruik en de mate van onderhoud.”<br />

Hogeling: “Bij mij thuis kan ik bijvoorbeeld verwachten<br />

dat de ketel eerder kapot gaat omdat de installatie niet<br />

goed in elkaar zit. Vanwege onvoldoende doorstroming<br />

aan de waterzijdige kant, loopt de ketel alleen op deel-<br />

last en valt deze daarom voortdurend in circulatiesto-<br />

ring. De conclusie is dus dat goed onderhoud bij een<br />

slecht ontworpen installatie zal leiden tot een negatief<br />

resultaat als niet eerst de prestatie van de totale instal-<br />

latie wordt verbeterd.”<br />

Systematiek<br />

Het bijhouden van relevante informatie vereist syste-<br />

matiek. Egbert Wagenaar: “Het mooie is dat ISSO<br />

in de vorm van het ‘Model Kwaliteitsbeheersing<br />

Klimaatinstallaties’ over een geschikte systematiek


Jaap Hogeling (links) en Egbert Wagenaar: “Zie het als een interessant gebied met groeipotentie.”<br />

beschikt . We hebben dit onder andere toegepast in<br />

de publicaties 50 (Ontwerptechnische kwaliteitseisen<br />

voor warmwaterverwarmingsinstallaties in woningen en<br />

woongebouwen) en 62 (Kwaliteitseisen gebalanceerde<br />

ventilatie-installaties). Voor het beoogde gebruik voor<br />

onderhoud en beheer in een veel bredere zin, is het<br />

echter wel nodig om die systematiek uit te breiden<br />

met specificatiebladen waarin de karakteristieken van<br />

installaties kunnen worden opgenomen. In september<br />

is er een werkgroep mee begonnen. Hierin zijn, zoals<br />

bij ISSO gebruikelijk is, vrijwel alle belanghebbende<br />

marktpartijen vertegenwoordigd. Voor ons speelt zeker<br />

mee dat we voort moeten maken omdat we anders de<br />

kans lopen links en rechts te worden gepasseerd door<br />

ontwikkelingen die niet aansluiten bij de met zorg en<br />

tezamen met marktpartijen ontwikkelde installatietech-<br />

nische kennisinfrastructuur.”<br />

De werkgroep richt zich op het creëren van een trans-<br />

parant stramien. Daarin zijn de beheeraspecten die<br />

meespelen om het gewenste totaalplaatje te verkrij-<br />

gen, gekoppeld aan gecategoriseerde combinaties van<br />

gebouwen en installaties. Daaraan kan de gebruiker<br />

dan de door hem zelf verzamelde historische beheer-<br />

informatie van installaties hangen. Wagenaar: “Je kunt<br />

niet van ISSO verlangen om die historische gegevens<br />

boven water te krijgen. Ik heb er pogingen toe gedaan<br />

maar achteraf gezien vind ik het logisch dat het niet is<br />

gelukt. Installatiebeheerders koesteren op dit punt hun<br />

kennis en ervaring.”<br />

Jaap Hogeling voegt toe: “Het spanningsveld tussen<br />

kennis vergaren en delen, kent ISSO altijd. Niettemin<br />

valt het in de praktijk erg mee. Zo werd in onze begin-<br />

fase al betwijfeld of adviesbureaus bereid zouden<br />

zijn om informatie op tafel te leggen. Als ik bedenk<br />

wat we inmiddels wel niet in kaart hebben gebracht...<br />

Systeemkeuzes, slim integraal ontwerpen, noem maar<br />

op. In dit geval kunnen we met marktpartijen afspre-<br />

ken wat de randvoorwaarden zijn van openheid en wat<br />

bedrijfseigen moet blijven. De grens zal ergens liggen<br />

bij levensduur, onderhoudfrequentie en wellicht sto-<br />

ringsrisico’s van enkele veel voorkomende installatie-<br />

componenten.”<br />

Cirkel rond<br />

Een integrale aanpak van onderhoud en beheer zal<br />

verregaande gevolgen hebben, menen de twee des-<br />

kundigen. Egbert Wagenaar: “Ik noem het een gigan-<br />

tische stap vooruit! Dat opdrachtgevers op die dienst-<br />

verlening zitten te wachten, blijkt uit de signalen die<br />

ISSO via de afnemers van de publicaties bereiken.<br />

Gebouweigenaren zijn geïnteresseerd in de totale<br />

beheerskosten en faalrisico’s van de installaties.”<br />

Jaap Hogeling: “Dit kan betrekking hebben op álle<br />

installaties, inclusief elektra, beveiliging, ventilatie,<br />

etcetera. Een gebouwbeheersysteem is daarbij een<br />

handige voorziening maar ook dan moet je beschikken<br />

ISSO jaarboek<br />

10 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

over historisch statistische informatie om een installa-<br />

tie vitaal te houden binnen een aanvaardbare faalkans.”<br />

Beheer begint bij het programma van eisen, benadruk-<br />

ken Hogeling en Wagenaar. “In het programma van<br />

eisen moet beheer aandacht krijgen. “Pas dan is de<br />

cirkel rond te maken.”<br />

Natuurlijk vergt het van menig installateur de nodige<br />

inspanningen, erkennen de heren. Hogeling: “Je zult je<br />

erin moeten verdiepen, medewerkers scholen. Zeker de<br />

Koerswijziging ISSO<br />

Gelijk aan de trend naar een integrale kijk op installaties, timmert ISSO ook intern aan een steeds completer<br />

kwaliteitszorgsysteem. Er is daarbij sprake van een duidelijke koerswijziging. Tot zo’n vijf jaar geleden legde<br />

ISSO zich vooral toe op het leveren van technische publicaties. Egbert Wagenaar: “Vanwege de kwaliteit en<br />

de onafhankelijkheid staat de autoriteit van een ISSO-publicatie hoog aangeschreven. ISSO heeft de vaste<br />

gewoonte om elk onderwerp te laten begeleiden door een contactgroep met specialisten die belangheb-<br />

bende marktpartijen vertegenwoordigen. Daarnaast garandeert de Raad van Begeleiding steevast een goed<br />

verloop van de laatste fase van het kwaliteitszorgsysteem.”<br />

Niettemin constateren beide heren een probleem: kennisoverdracht. Jaap Hogeling: “Voorheen was er toch<br />

sprake van een compromis, één publicatie voor iedereen. Gericht op de vakman terwijl degene die leert dat<br />

nog niet is. Vaak sloot ons materiaal evenmin aan op de soms verouderde lesmethodieken. Concluderend<br />

gingen we er vanuit dat de ISSO-publicaties konden worden toegevoegd aan het lesmateriaal terwijl dat in<br />

de praktijk niet per se het geval bleek.”<br />

Het moet dus beter en ’t zou mooi zijn als moderne informatietechnologie een rol kan spelen, vervolgt<br />

Wagenaar. Hogeling voegt toe: “De eerste stappen zijn al gezet, opgebouwd rondom het systeem XML. Het<br />

resultaat, ISSO-Digitaal, stamt uit april 2004. Dit is de digitale bibliotheek waarin onze publicaties meteen on<br />

line beschikbaar zijn. Nog niet alle, het duurt even eer je alles hebt omgezet. Maar met bijkomende voordelen<br />

dat aanvullingen of aanpassingen continu worden verwerkt en de gebruiker ook interactief andere documen-<br />

ten zoals het Bouwbesluit kan raadplegen.”<br />

Deze opzet biedt mogelijkheden om een database rondom een onderwerp te ontwikkelen. Egbert Wagenaar:<br />

“Door er de juiste vlaggetjes aan te hangen, kunnen we bepaalde tekstdelen richten op cursisten en andere<br />

op de professional, zodat de laatste de ‘ballast’ niet hoeft te lezen. Tevens valt te denken aan onderdelen die<br />

geschikt zijn voor opdrachtgevers of voor architecten. Aldus bereik je dat de maat uiteindelijk wordt bepaald<br />

door degene die ermee moet werken.”<br />

11<br />

installateur die nooit historische informatie heeft verza-<br />

meld, zal in het begin terughoudend moeten zijn. Maar<br />

wat wil je? Alleen op de prijs van traditioneel onder-<br />

houd concurreren? Of kunnen aangeven wat de onder-<br />

houdsbeheerskosten en de risico’s voor de komende<br />

jaren zijn met een daarbij passende beheerstrategie?<br />

Dat laatste is in meerdere opzichten veel interessanter.<br />

Uiteindelijk ligt kwaliteit in toenemende mate bij kennis<br />

en service!”


2. ISSO-Projecten<br />

Onderstaand vind u een omschrijving van alle lopende en voorgenomen ISSO projecten <strong>2005</strong>/2006<br />

ISSO-kontaktgroep 20.3<br />

Meetpunten en meetmethoden voor klimaatregelinginstallaties<br />

Van de meeste gerealiseerde klimaatinstallaties kan<br />

worden gesteld dat het aantal opgenomen meetpun-<br />

ten te laag is om op behoorlijke wijze volgens het ont-<br />

werp, volumestromen in te stellen of te controleren<br />

of een installatie of onderdelen hiervan op de juiste<br />

wijze functioneren. In het geval van storing is het vaak<br />

noodzakelijk om via de meetpunten en de juiste meet-<br />

procedures informatie over het gedrag van de instal-<br />

latie te ontlenen, opdat de storing op doelmatige wijze<br />

kan worden geanalyseerd en opgelost.<br />

Een van de hoofdoorzaken voor het ontbreken<br />

van voldoende meetpunten of het hanteren van<br />

de juiste meetprocedure is het ontbreken van een<br />

(referentie)document, waarop een ontwerper/installa-<br />

teur kan terugvallen. Hierdoor wordt tijdens het bouw-<br />

Samenstelling ISSO-kontaktgroep 20.3<br />

proces met verschillende argumenten het kwaliteits-<br />

niveau van de installatie aangetast, zonder dat hier-<br />

tegen eenduidige en inhoudelijke tegenargumenten<br />

worden gegeven die moeilijk of niet zijn te weerleggen.<br />

Met de door middel van dit project te realiseren ISSO-<br />

publicatie wordt niet alleen de technische knowhow en<br />

standaardisatie ten aanzien van meetpunten en meet-<br />

methoden gerealiseerd, maar wordt tevens een refe-<br />

rentiedocument gerealiseerd waaraan tijdens bouw-<br />

overleg of in bestekken kan worden gerefereerd.<br />

Inmiddels is ISSO-rapport 20.2 ‘Meetpunten en meet-<br />

methoden voor installaties’ verschenen. ISSO streeft<br />

er naar dit ISSO-rapport om te werken naar ISSO-<br />

publicatie 42.<br />

ing. J.C. Aerts (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />

ir. J.H. Berger Wolter & Dros Groep, Amersfoort<br />

A. den Dunnen Grontmij/Technical Management BV, Amersfoort<br />

ing. P.A. Elkhuizen TNO-Bouw, Delft<br />

ing. H.H. Hamberg (rapporteur) H2H Adviesbureau, Nijkerk<br />

S.A.J. Jansen Alphen a/d Rijn<br />

H.M.A. Janssen Groesbeek Woerden<br />

ir. H.J.M. Knipscheer Ingenieursbureau Knipscheer, Soest<br />

ing. J.W.M. Meyer Novem Sittard<br />

H.C. Peitsman TNO-Bouw, Delft<br />

ir. E.J. Wagenaar (voorzitter) Zoetermeer<br />

ISSO jaarboek<br />

12 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO-kontaktgroep 36.6 Decentrale ventilatiesystemen<br />

Er verschijnen steeds meer systemen met decentrale<br />

(al dan niet mechanische) luchttoevoer.<br />

Luchtafvoer geschiedt via een centrale afzuiging.<br />

Regeling vindt plaats op basis van een vast debiet<br />

of op basis van CO 2-concentratie. De lokale syste-<br />

men hebben een interactie met de overige ruimten.<br />

Goede ontwerpregels voor dit soort systemen zijn er<br />

nog niet. Daarnaast is er ook een systeem met lokaal<br />

13<br />

een ventilatiebalans en warmteterugwinning. Voor de<br />

andere ruimten is dan een ander systeem noodzake-<br />

lijk. Aangegeven moet worden hoe zo’n ontwerpproces<br />

verloopt.<br />

Dit onderzoek moet resulteren in een aanvulling op<br />

ISSO-62 en een kleintje “decentrale ventilatiesyste-<br />

men”.<br />

ISSO-kontaktgroep 40.2 Hydraulische schakelingen U-bouw met koeling<br />

Bij het ontwerpen van een klimaatinstallatie zal eerst<br />

aan de hand van het programma van eisen een keuze<br />

gemaakt worden van het toe te passen concept (ISSO-<br />

43). Als het concept van de klimaatinstallatie bekend is,<br />

is het dus ook bekend welke apparaten (koelmachine,<br />

koelbatterij, etc.) in het concept toegepast worden.<br />

De vraag is dan hoe deze apparaten in een hydrauli-<br />

sche schakeling ingepast worden en hoe de hydrau-<br />

lische schakeling ontworpen wordt. De ISSO-publi-<br />

catie 47 heeft als doel deze vragen te beantwoorden.<br />

Uitgangspunt hierbij is dat de keuze van het concept<br />

van de klimaatinstallatie met bijbehorende tempera-<br />

tuurniveaus etc. gemaakt is.<br />

De vraag is dus hoe de apparaten die onderdeel uit-<br />

maken van het concept van de klimaatinstallatie in<br />

een hydraulische schakeling ingepast worden. Om<br />

deze vraag te kunnen beantwoorden worden eerst in<br />

hoofdstuk 2 de kenmerken van verschillende hydrau-<br />

lische (sub)schakelingen beschreven. In deze publica-<br />

tie wordt een hydraulische schakeling onderverdeeld<br />

in subschakelingen voor opwekking, distributie en<br />

gebruikers. Deze subschakelingen worden modulen<br />

genoemd. De modulen worden onderverdeeld in pas-<br />

sieve en actieve modulen. Op basis van dit kenmerk<br />

kunnen modulen samengesteld worden. Een actieve<br />

opwekkermoduul en een passieve gebruikermoduul<br />

worden bijvoorbeeld met elkaar verbonden door een<br />

passieve distributiemoduul. Met deze methodiek is<br />

het mogelijk om op een juiste manier hydraulische<br />

subschakelingen (modulen) samen te stellen tot één<br />

geheel. Met de beschrijving van de modulen in hoofd-<br />

stuk 2 is nog niet de vraag beantwoord wanneer nu<br />

deze modulen toegepast dienen te worden. Hoofdstuk<br />

3 geeft daarom aanwijzingen hiervoor.<br />

In dit hoofdstuk wordt beschreven dat een moduul<br />

geselecteerd kan worden op basis van:<br />

1. eigenschappen van het apparaat dat toegepast<br />

wordt;<br />

2. noodzakelijke beveiligingen;<br />

3. afstemming tussen gebruiker en opwekker;<br />

4. praktische overwegingen.<br />

Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt in deze<br />

publicatie toegelicht hoe een hydraulische schakeling<br />

samengesteld kan worden. Bij de voorbeelden wordt<br />

aandacht besteed aan geïntegreerde energiesyste-<br />

men waarbij omschakeling van verwarmen naar koelen<br />

(dus eigenlijk gebruikers die ook toegepast worden als<br />

opwekkers) aan de orde komt.<br />

ISSO-publicatie 47 sluit aan op en complementeert de<br />

reeds eerder verschenen ISSO-publicatie 44 ‘Ontwerp<br />

van hydraulische schakelingen voor verwarming’.<br />

ISSO-publicatie 47 is begin <strong>2005</strong> verschenen.


Samenstelling ISSO-kontaktgroep 4 0.2<br />

ing. J.C. Aerts (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />

B. Bloemendal (corr. lid) IMI Indoor Climate, Alphen a/d Rijn<br />

L.H. den Dekker (rapporteur) DWA Installatie- en energieadvies, Bodegraven<br />

ing. P.A. Elkhuizen TNO-Bouw, Delft<br />

T.J.M. van Giezen Carrier BV, H<br />

P. Haage Trane Airconditioning BV, Soest<br />

H.M.A. Janssen Groesbeek (voorzitter) Woerden<br />

ing. H. Th.C. Kuling Wolter & Dros BV, Amersfoort<br />

R. Min Grundfos Nederland BV, Weesp<br />

prof.dr.ir. A.H.C. van Paassen TU-Delft<br />

R. Rijksen (co-rapporteur) DWA Installatie- en energieadvies, Bodegraven<br />

H.J. van der Tholen Deerns Ri BV, Rijswijk<br />

ing. W.J. Wienk (corr. lid) Senter/Novem, Utrecht<br />

ing. H.B. Woltering Imtech Utiliteit Noord-West BV, Zoetermeer<br />

Tevens werd gebruik gemaakt van de adviezen van de<br />

technische werkgroep van de stichting HR-ventilatie<br />

die als volgt was samengesteld:<br />

B. Beukers<br />

A. de Graaff<br />

K.C. van der Mark<br />

P.Th.J. Overman<br />

R. Rooyendijk<br />

De eisen en aanbevelingen in deze publicatie zijn<br />

in goed overleg met de Stichting GIW, de Stichting<br />

Woningborg en de Vereniging Eigen Huis vastgesteld.<br />

Hieraan hebben de volgende personen bijgedragen:<br />

L. Bodegom namens GIW;<br />

B. van Buuren namens de stichting Woningborg;<br />

F. Nieuwboer namens Vereniging Eigen Huis<br />

ISSO-kontaktgroep 41.1 Ont werptechnische kwaliteitseisen<br />

ver warmingsinstallatie woningen ; actualiseren en uitbreiding ISSO-50<br />

ISSO-publicatie 50 wordt momenteel herzien en uitge-<br />

breid. De herziening van ISSO-publicatie 50 omvat het<br />

verwerken van het commentaar op de specificatiebla-<br />

den en het uitbreiden van de specificatiebladen voor<br />

de projectenfasen uitwerking en beheer. De uitbreiding<br />

betreft het opstellen van specificatiebladen met kwali-<br />

teitseisen voor renovatieprojecten. Met de herziening<br />

van ISSO-publicatie 50 kunnen opdrachtgevers aan-<br />

geven welke installatie zij wensen en welk kwaliteitsni-<br />

veau zij kiezen op basis waarvan de installatieontwer-<br />

per een installatie realiseert conform de kwaliteitseisen<br />

van ISSO-50. De herziene ISSO-publicatie 50 wordt in<br />

het 1e kwartaal 2006 verwacht.<br />

ISSO jaarboek<br />

14 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

Samenstelling ISSO-kontaktgroep 41.1<br />

ing. J.C. Aerts (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />

L.A. Bodegom Garantie Instituut Woningbouw, Rotterdam<br />

H. Clerx WTH-Vloerverwarming, Dordrecht<br />

N. Graftdijk Feenstra West BV, Heerhugowaard<br />

ir. J.W.M. Hooijschuur (corr. lid) Senter/Novem, Sittard<br />

ing. H.H.P.F. Jansen JTS Energietechniek, Roermond<br />

J.L. van Klaveren Mampaey Installatietechniek BV, Dordrecht<br />

K. Manuel VIAC, Houten<br />

J.G. Marcus IAC Installatietechn. Advies, Rijswijk<br />

ir. P.Th.J. Overman AGPO, Breda<br />

J. Rijnvis Brugman Radiatorenfabriek BV, Tubbergen<br />

F.A. Vos (corr. lid) UNETO-VNI, Zoetermeer<br />

ir. E.J. Wagenaar (voorzitter) Adviseur, Zoetermeer<br />

ir. E.M.M. Willems Cauberg-Huygen BV, Rotterdam<br />

ISSO-kontaktgroep 4 4<br />

Herziening ISSO-publicatie 2 ‘Zontoetredingsfactoren’<br />

De huidige ISSO-publicatie 2 is inmiddels ruim 20 jaar<br />

oud. Door de ontwikkelingen op het gebied van dub-<br />

belglas en meervoudige beglazing met verschillende<br />

soorten vulgassen en coatings zijn de in deze publi-<br />

catie opgenomen tabellen en overzichten sterk verou-<br />

derd. Betrouwbare gegevens van raamconstructies (al<br />

of niet met zonwering) zijn van groot belang bij bere-<br />

keningen, zoals koellastberekeningen, temperatuursi-<br />

mulatieberekeningen en energiegebruikberekeningen.<br />

Steeds vaker moeten garanties afgegeven worden op<br />

binnentemperaturen en hierdoor worden simulatiebe-<br />

rekeningen steeds belangrijker.<br />

Ook bij de bepaling van de EPC-waarden is het noodza-<br />

kelijk over goed toegankelijke en betrouwbare zontoe-<br />

tredingsfactoren te beschikken. De bovengenoemde<br />

berekeningen vereisen een eenduidige, goede en goed<br />

toegankelijke gegevens van met name raam- en zon-<br />

weringsystemen. De herziene ISSO-publicatie is hier-<br />

voor bedoeld.<br />

Samenstelling ISSO-Kontaktgroep 4 4<br />

ing. H.M. Bruggema Peutz B.V.<br />

15<br />

Afhankelijk van de gedetailleerdheid van het simulatie-<br />

model is behoefte aan relatief eenvoudige waarden als<br />

U, ZTA, LTA en CF of meer gedetailleerde gegevens als<br />

de netwerkweergave van warmte- en lichttechnische<br />

gegevens. Met name de netwerkgegevens ontbreken in<br />

de huidige ISSO-publicatie 2. Naarmate het glas door<br />

coatings een betere warmteweerstand krijgt, wordt<br />

de invloed van de randconstructie steeds belangrij-<br />

ker. Veelal wordt hier in de praktijk nog geen rekening<br />

mee gehouden, omdat betrouwbare gegevens hierover<br />

ontbreken in oudere studies en rapporten. In de her-<br />

ziene ISSO-publicatie zal hiermee ook rekening gehou-<br />

den worden. De publicatie sluit zoveel mogelijk aan<br />

bij nieuwe CEN-normen op het gebied van beglazing.<br />

Ook wordt in de publicatie aandacht besteed aan de<br />

methode om beglazingen die niet in de EPN voorko-<br />

men om te rekenen volgens de EPN-methodiek.<br />

De publicatie zal verschijnen als “Kleintje zontoetre-<br />

ding”<br />

ir. E.J.P. Corneth Tebodin b.v. Consultants & Engineers<br />

ir. P.R. van Dam VABI BV, Delft<br />

ir. H.A.L. van Dijk TNO Bouw, Delft<br />

ir. G. Meerdink DGMR Raadgevende Ingenieurs bv<br />

prof.dr.ir. A.H.C. van Paassen TU Delft<br />

ir. C.E.E. Pernot TU Eindhoven


ISSO-kontaktgroep 47.1 ISSO-publicatie 49 ‘Vloer ver warming/<br />

wandver warming en vloer- en wandkoeling’ omzet ten naar MK K<br />

De huidige ISSO-publicatie is niet geschikt om te<br />

dienen als referentiedocument voor een BRL met<br />

betrekking tot vloer- en wandverwarmingssystemen.<br />

Hiervoor is het noodzakelijk de ISSO-49 om te zetten<br />

Samenstelling ISSO-kontaktgroep 47.1<br />

mw. ir. J.W.M. Hooijschuur Senter/Novem, Sittard<br />

J. Clerx WTH, Dordrecht<br />

G.J. Koele Velta Nederland, Wezep<br />

R. Noordzij Brielle Noordzij b.v., Brielle<br />

naar de MKK structuur en deze publicatie dan gelijktij-<br />

dig op een aantal punten aan te vullen. Begin <strong>2005</strong> is<br />

de ISSO-49 in MKK structuur verschenen.<br />

ir. E.M.M. Willems Cauberg-Huygen BV, Rotterdam<br />

ir. E.J. Wagenaar (voorzitter) Zoetermeer<br />

ir. A.M. van Weele (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />

ISSO-kontaktgroep 55 Binnenriolering binnen de perceelgrens<br />

De combinatie van de commissies, de NEN-sub com-<br />

missie 351 165 21 en ISSO-kontaktgroep 31, heeft<br />

een aantal projecten in gang gezet die moeten leiden<br />

tot een volgende gewijzigde druk van NTR-3216, die<br />

ultimo 2006 wordt verwacht. Het betreft de volgende<br />

projecten:<br />

- Buitenriolering binnen de perceelgrens<br />

- 4-6l-closetspoeling<br />

- Geluidsproductie van standleidingen in leiding-<br />

schachten<br />

Samenstelling ISSO-kontaktgroep 55<br />

ir. J.W.F. Backer Mohrmann NEN, Delft<br />

- Brandveilige doorvoeren van rioleringsleidingen<br />

- Ontwikkelen van een Beoordelingsrichtlijn voor binnen-<br />

riolering in het kader van de certificeringsregeling<br />

KOMO-INSTAL<br />

Ing. O. Jansen Gemeente , Assen<br />

- Gebruik en infilratie van hemelwater<br />

- Riolering in hoogbouw > 50 m<br />

Over de geluidsproductie van standleidingen in leiding-<br />

schachten is in <strong>2005</strong> een afzonderlijke aanvulling op<br />

praktijkrichtlijn ontwikkeld.<br />

ing. R.H. de Gans Geotherm Energy Systems BV, Nijkerk<br />

ing. H. Meerman Dyka Steenwijk BV, Steenwijk<br />

ing. O.W.W. Nuijten (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />

ir. G. Onderdelinden DHV Water, Amersfoort<br />

E.H. Reuser Reuser Techn. Adviesbureau, ‘Den Bosch<br />

W.J.H. Scheffer (voorzitter) UNETO-VNI, Zoetermeer<br />

A.J.M. van der Zwan Geberit, Nieuwegein<br />

ISSO jaarboek<br />

16 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO-kontaktgroep 59.1 Energetisch optimale stook- en koellijnen voor<br />

klimaatinstallaties in kantoorgebouwen<br />

De bestaande utiliteitsbouw is verantwoordelijk voor<br />

een aanzienlijk deel van het energiegebruik in de<br />

gebouwde omgeving. Introductie van energiebespa-<br />

rende maatregelen vergt in deze sector grote financiële<br />

investeringen en verstoort veelal de bedrijfsprocessen<br />

in de kantoorgebouwen.<br />

In de praktijk is implementatie van deze maatrege-<br />

len daarom alleen kansrijk bij onderhouds- of vervan-<br />

gingsactiviteiten. Met ISSO-publicatie 68 ‘Energetisch<br />

optimale stook- en koellijnen’ is een instrument ont-<br />

wikkeld waarbij deze belemmerende factoren geen rol<br />

spelen om toch een omvangrijke energiebesparing te<br />

realiseren.<br />

Samenstelling ISSO-kontaktgroep 59.1<br />

P.H. den Dekker Waddinxveen<br />

17<br />

Het instrument is inmiddels toegepast in verschillende<br />

praktijksituaties. De resultaten hiervan zijn terug te<br />

vinden in de ISSO brochure 68.1. Hoofdconclusie naar<br />

aanleiding van een diepgaand onderzoek in bijvoor-<br />

beeld het Postbank-gebouw in Amsterdam: energie-<br />

besparing op koelen en verwarmen van minimaal 10%<br />

is haalbaar, tegelijkertijd is een significante comfortver-<br />

betering te realiseren en de terugverdientijd advieskos-<br />

ten – energiebesparing is minder dan 1 jaar waarbij de<br />

moeilijk in pecunia uit te drukken comfortverbetering<br />

niet meegeteld is! Momenteel wordt gewerkt aan een<br />

vervolgtraject.<br />

ing. L.C.J. Dop Aero-Dynamiek, Nijkerk<br />

ing. P.A. Elkhuizen (rapporteur) TNO-Bouw, Delft<br />

T. Gravensteyn Van Gaalen, Rotterdam<br />

ing. J.W.H. Haaren Rodamco Nederland BV, Amsterdam<br />

ir. E.N. ‘t Hooft Grondmij BV Technical Management (TM), Amersfoort<br />

J. van Hove (voorzitter) Waddinxveen<br />

ir. C.B. Maliepaard (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />

ing. W.J. Wienk Senter/Novem, Utrecht<br />

ISSO-kontaktgroep 6 4 Gesloten bodemwarmtewisselaars<br />

Uit de praktijk van beoordeelde projecten blijkt dat<br />

er geen eenduidige ontwerpmethoden worden toe-<br />

gepast bij het dimensioneren van bodemwarmtewis-<br />

selaars en er geen uniforme uitvoeringsvoorschriften<br />

worden gebruikt bij de installatie van de bodemwarm-<br />

tewisselaars. Hierdoor variëren de prestaties nogal<br />

van systeem tot systeem. Tevens blijkt uit de praktijk<br />

dat bij kleine projecten de kosten van (eenvoudige)<br />

dimensioneringsberekeningen onevenredig hoog zijn,<br />

waardoor het bodemsysteem onnodig duur wordt,<br />

hetgeen de haalbaarheid en daarmee de mogelijke<br />

toepassing van warmtepompen negatief beïnvloedt.<br />

Met name voor de woningbouw is er behoefte aan<br />

gemakkelijk toe te passen vuistregels en kengetal-<br />

len. Het opstellen van een ISSO-publicatie (73) voor<br />

het ontwerp en de uitvoering van bodemwarmtewis-<br />

selaars moet aan deze situatie een eind maken. Door<br />

de ISSO-publicatie op te zetten volgens het Model<br />

Kwaliteits-systeem Klimaatinstallaties MKK, wordt een<br />

optimale basis gerealiseerd voor het vaststellen van<br />

een BeoordelingsRichtLijn BRL voor bodemwarmte-<br />

wisselaars. Op basis van deze BRL wordt het moge-<br />

lijk een KOMO INSTAL procescertificaat af te geven.<br />

Deze ontwikkeling sluit aan op het activiteitenplan van<br />

de UNETO-VNI in het kader van het convenant warmte-<br />

pompen.<br />

ISSO-publicatie 73 verschijnt in <strong>2005</strong>.


Samenstelling ISSO-kontaktgroep 6 4<br />

B.v.d. Berg A.P. v.d. Berg Duurzame Energie BV, Heerenveen<br />

Ing. F.S. Heinis BAM Infratechniek BV, Zwanenburg<br />

J.J. Hulsmans Bolegbo-VOK, Gouda<br />

L.A. Bodegom Garantie Instituut Woningbouw, Rotterdam<br />

dr. H.J.L. Witte (rapporteur) Groenholland, Amsterdam<br />

J.G. Marcus IAC Installatietechniek Advies Combinatie, Rijswijk<br />

ir. R.M.H.J. Beuken Senter/Novem, Sittard<br />

ir. J.P.N. Schouten J. en P. Schouten Installatietechniek BV, Blokker<br />

ing. C.A.M. Arkesteijn (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />

ir. A. van Krevel Techneco BV, Delft<br />

ir. C.P.J.M. Geelen (rapporteur) TNO-MEP, Apeldoorn<br />

ir. P.M.D. Kruijsse (voorzitter) Wolter & Dros, Amersfoort<br />

ISSO-kontaktgroep 65<br />

Individuele en klein elektrische warmtepompinstallaties voor woningen<br />

Er is de laatste jaren voldoende ervaring opgedaan met<br />

warmtepompinstallaties voor woningen. Om de ver-<br />

dere toepassing van warmtepompen te stimuleren en<br />

drempelvrees bij opdrachtgevers en ontwerpers weg<br />

te nemen is het nodig een basis voor een betrouwbaar<br />

voortbrengingsproces van warmtepomp installaties<br />

vast leggen. De hiervoor aangewezen weg is de realisa-<br />

tie van een ISSO-publicatie over dit onderwerp, waarbij<br />

op basis van de beschikbare gegevens en ervaringen<br />

bewezen ontwerp- en realisatie- en beheermethoden<br />

worden vastgelegd.<br />

ISSO-publicatie 72 wordt opgezet volgens het Model<br />

Kwaliteitssysteem Klimaatinstallaties MKK, zodat alle<br />

Samenstelling ISSO-kontaktgroep 6 5<br />

relevante realisatiefasen en beheeraspecten aan de<br />

orde komen en bijvoorbeeld ontwerp- en realisatiefase<br />

kunnen worden gescheiden als dit door verschillende<br />

bureaus zou worden uitgevoerd. Een ISSO-publica-<br />

tie over warmtepompinstallaties, opgezet volgens<br />

de MKK-methodiek is de aangewezen basis voor het<br />

vaststellen van een BRL voor warmtepompinstalla-<br />

ties. Op basis van deze BRL wordt het mogelijk een<br />

KOMO INSTAL procescertificaat af te geven. Deze acti-<br />

viteit sluit aan op de doelstellingen van de UNETO-VNI<br />

binnen het convenant warmtepompen.<br />

ISSO-publicatie 72 verschijnt in <strong>2005</strong><br />

R.E. van Tongeren (voorzitter) Besseling Installatie BV, Alkmaar<br />

ing. L.R. de Wit Eneco Energie, Utrecht<br />

ing. H.H. Hamberg H2H Installatie-architectuur, Sittard<br />

ir. R.M.H.J. Beuken Senter/Novem, Sittard<br />

ir. J.P.N. Schouten J. en P. Schouten Install. Techniek BV, Blokker<br />

ing .J.C. Aerts ISSO, Rotterdam<br />

ing. C.A.M. Arkesteijn (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />

ir. A. van Krevel Techneco, Delft<br />

ir. L.J.A.M. Hendriksen (rapporteur) TNO-MEP, Apeldoorn<br />

ing. A.A.L. Traversari (rapporteur) TNO-MEP, Apeldoorn<br />

ir. P.M.D. Kruijsse Wolter & Dros, Amersfoort<br />

ISSO jaarboek<br />

18 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO-kontaktgroep 6 6 Herziening ISSO-publicatie 5<br />

‘Montage en materiaaltechnische kwaliteitseisen voor<br />

warmwater ver warmingsinstallaties’<br />

ISSO-publicatie 5 wordt gebruikt als referentie waar-<br />

naar in bestekken of technische omschrijvingen wordt<br />

verwezen. De 2e uitgave van ISSO-publicatie 5 dateert<br />

van maart 1996. Vanuit de Groep Groot van Uneto-VNI<br />

is de directe opdracht gegeven ISSO-publicatie 5 te<br />

herzien en uit te breiden om hiermee aan te sluiten op<br />

Samenstelling ISSO-Kontaktgroep 6 6<br />

19<br />

nieuwe technieken zoals laag temperatuur verwarming.<br />

Tevens is er behoefte ISSO-publicatie 5 te integreren<br />

in de MKK-systematiek, zodat een optimale afstem-<br />

ming wordt gerealiseerd tussen ISSO-publicatie 5 en<br />

procescertificering d.m.v. BeoordelingsRichtLijnen<br />

(BRL’s).<br />

ing. J.C. Aerts (projectcoörd./secretaris) ISSO, Rotterdam<br />

J.P. Arts Imtech Utiliteit Noord-West BV, Den Haag<br />

drs. A.J. van den Berg (voorzitter) Uneto-VNI, Zoetermeer<br />

ing. C. Cornax Stabu, Ede<br />

ir. C.J.B. ten Feld Ministerie van Defensie, DGW&T, Den Haag<br />

ing. H. Feldmann GTI, Rotterdam<br />

J.W. van Heerikhuizen De Groot Installatiegroep (Noord), Emmen<br />

ing. R. Kasbergen Stork Worksphere West, Eindhoven<br />

F. Lever Royal Haskoning, Rotterdam<br />

ing. A.M. van Nierop Grontmij Technical Management TM. Rijswijk<br />

K. van Popering Rijksgebouwendienst, Den Haag<br />

ir. E.J. Wagenaar Adviseur, Zoetermeer<br />

R. Waterreus ULC Groep BV, Utrecht<br />

C.H.A. Wijnands Wolter & Dros, Amersfoort<br />

ISSO-kontaktgroep 67 Vraagspecificatie sanitaire voorzieningen<br />

Aan dit project ligt ten grondslag het verzoek van<br />

Uneto-VNI en het bestuur van TVVL aan ISSO om<br />

aan de hand van de resultaten van het rapport ST-5<br />

“Programma van eisen van sanitaire voorzieningen en<br />

installaties” een vraagspecificatie ten behoeve van het<br />

Programma van Eisen te ontwikkelen<br />

Opdrachtgevers en gebruikers van gebouwen hebben<br />

bepaalde eisen, wensen en verwachtingen. Zij vragen<br />

“prestaties” die afgeleid zijn van de doelstelling van de<br />

organisatie en de gebruiksfunctie(s) van het gebouw.<br />

De prestaties worden mede bepaald door de kwaliteit<br />

(en kwantiteit) van de tot het gebouw behorende sani-<br />

taire voorzieningen. En die zijn weer mede afhankelijk<br />

van de kwaliteit van de leidingwatertoevoer- en riole-<br />

ringsinstallatie waarop deze voorzieningen zijn aange-<br />

sloten.<br />

Mede onder invloed van de steeds hogere eisen aan<br />

sanitaire voorzieningen is het aanbod ervan met nieuwe<br />

technische specificaties en het aanbod van nieuwe<br />

sanitaire installatiesystemen, met name in Nederland,<br />

fors toegenomen. Voorbeelden zijn het speciale sani-<br />

tair voor ouderen en mindervalide en hygiënische uit-<br />

voeringen van sanitair in zorginstellingen. Daarnaast<br />

ook alternatieve Legionellapreventietechnieken, instal-<br />

laties voor gebruik en/of infiltratie van hemelwater en<br />

voorzieningen voor brandveilige leidingdoorvoeren.<br />

Met name in de woningbouw moet steeds meer reke-<br />

ning worden gehouden met de individuele wensen van<br />

de bewoners, zowel tijdens de bouwfase als daarna.<br />

De ontwerper van sanitaire installaties, zowel de sani-<br />

tair-adviseur als -installateur, zal mede in het kader van<br />

kwaliteitszorg of -borging, de uitgangspunten willen<br />

toetsen, die zijn overeengekomen met de opdrachtge-


ver of gebruiker. Daarvoor heeft hij een goed instru-<br />

ment nodig. Een goede vorm daarvoor is een stan-<br />

daardvraagspecificatie.<br />

Met de vraagspecificatie bestaande uit onder meer<br />

nalooplijsten (checklists) kan het overleg met de<br />

opdrachtgever en overige bouwpartners in de pro-<br />

grammafase worden gestructureerd. Door het intro-<br />

duceren van een eenvoudig classificatiesysteem kan<br />

gekozen worden voor een bepaalde kwaliteitscatego-<br />

rie.<br />

Met behulp van de ingevulde nalooplijsten en de aan-<br />

gegeven kwaliteitscategorieën kan het Programma van<br />

eisen worden opgesteld.<br />

Men kan de nalooplijsten hanteren tijdens de voorbe-<br />

reidende gesprekken. Ook kan men met de lijsten een<br />

door derden opgesteld PvE op volledigheid toetsen en<br />

nagaan welke afspraken wel/niet duidelijk zijn.<br />

Samenstelling ISSO-kontaktgroep 67<br />

De vraagspecificatie heeft betrekking op de gebruiks-<br />

functies, zoals die worden onderscheiden in<br />

Bouwbesluit 2003:<br />

De standaardvraagspecificatie wordt gebruikt door:<br />

• De ontwerper van sanitaire installaties (zowel de sani-<br />

tairadviseur als –installateur)<br />

Waarbij deze via de vraagspecificatie communiceert<br />

met:<br />

• De opdrachtgever of gebruiker<br />

• De architect<br />

• De bouwkundige ontwerper/aannemer/bestek-<br />

schrijver<br />

• Fabrikanten<br />

Van de vraagspecificatie wordt een internettoepassing<br />

gemaakt.<br />

De heer F.H. Balster Rijksgebouwendienst directie Z-W<br />

De heer ing. R.H. Doldersum De Melker<br />

De heer H.W. van Dorp MBA Van Dorp Installaties BV<br />

De heer H. Lodder Deerns Raadgevende Ingenieurs b.v.<br />

De heer ing. O.W.W. Nuijten ISSO<br />

De heer ing. L. Ortmans Royal Haskoning<br />

De heer E. v/d Ploeg Technische Unie BV<br />

De heer W.J.H. Scheffer Uneto-VNI, Zoetermeer<br />

De heer A.P. Veening Geberit BV<br />

De heer ir. J.J. Vingerling SBR<br />

De heer R. de With<br />

ISSO-Kontaktgroep 6 8 Installeren van warmtepompen<br />

Deze publicatie sluit aan op ISSO-publicatie 72<br />

Ontwerpen individuele en klein-collectieve elektrische<br />

warmtepompsystemen voor de woningbouw’, waarin<br />

een aantal standaard concepten zijn opgenomen.<br />

De concepten omvatten de volgende functies:<br />

• Verwarmen<br />

• (Passief) koelen<br />

• Warmtapwaterbereiding<br />

• Ventilatie (beperkt tot systemen waarbij de ventilatie<br />

retourlucht als warmtebron dient)<br />

Waar ISSO-publicatie 72 zich vooral bezighoudt met<br />

het ontwerp-, de realisatie en het beheer van warmte-<br />

pompsystemen is het doel van deze kontaktgroep<br />

met name een publicatie te realiseren over het mon-<br />

teren van de warmtepompsystemen op basis van de<br />

genoemde concepten.<br />

Deze informatie wordt ontleend aan de werkbladen van<br />

Uneto-VNI.<br />

De werkgroep Warmtepompen van Uneto-VNI heeft als<br />

ISSO-kontaktgroep gefunctioneerd.<br />

Deze publicatie zal verschijnen als ISSO-publicatie<br />

72.1 in <strong>2005</strong><br />

ISSO jaarboek<br />

20 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

Samenstelling ISSO-kontaktgroep 6 8<br />

ir. J.P.N. Schouten J. en P. Schouten Installatietechniek BV, Blokker<br />

J.N.E. Ubaghs Instaltechniek Sjef Ubaghs Nederland B.V., Berg en Terblijt.<br />

R.E. van Tongeren Besseling Installatie BV, Alkmaar<br />

R.W. Smit GTI Industrie Noordwest B.V., Amsterdam<br />

ir. P.M.D. Kruijsse Wolter & Dros, Amersfoort<br />

R. Noordzij Noordzij-Brielle B.V., Brielle<br />

ir. G.H. ten Bolscher DWA Installatie- en energieadvies, Rijssen<br />

F.A. Vos Uneto-VNI, Zoetermeer<br />

ir. L.J.A.M. Hendriksen TNO-MEP, Apeldoorn<br />

ing. J.C. Aerts ISSO, Rotterdam<br />

ing. C.A.M. Arkesteijn ISSO, Rotterdam<br />

ISSO-Kontaktgroep 69 Handleiding Zonnestroomsystemen<br />

De doelstelling is het realiseren van een “Handleiding<br />

voor zonnestroom-installateurs”. Dit document geeft<br />

de ontwerper en installateur van middelgrote zonne-<br />

stroom-systemen (tot 10 kWp) alle achtergrondkennis<br />

van zonnestroom-systemen om een betrouwbaar en<br />

goed werkend zonnestroom-systeem te kunnen reali-<br />

seren.<br />

Uit een recente studie van ECN en Ecofys (rapport<br />

ECN-C--04-031) is gebleken dat de kwaliteit van zon-<br />

nestroom-installaties te wensen over laat als de instal-<br />

lateurs geringe ervaring hebben met dergelijke syste-<br />

men. De bestaande cursus “PV zonne-energie syste-<br />

men” van het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor<br />

de elektrotechnische bedrijfstak (cursus OFE 302)<br />

Samenstelling kontaktgroep 69<br />

R. Blickman Stroomwerk*<br />

N.J.C.M. van der Borg ECN*<br />

ir. G.G. van Dijk (projectcoörd./secretaris) ISSO<br />

ir. B.J.M. van Kampen TNO*<br />

21<br />

geeft informatie voor de installateur maar zou volgens<br />

de leden van de werkgroep Kwaliteitsborging van de<br />

branchevereniging Holland Solar op diverse punten<br />

kunnen worden aangevuld en geactualiseerd.<br />

Verder zal er in de toekomst overgegaan moeten<br />

worden tot de accreditatie van installateurs door<br />

certificerende instanties. Hiervoor is een Nationale<br />

Beoordelingsrichtlijn (NBRL) nodig als basis voor de<br />

beoordelingen. De aanmaak van een dergelijke NBRL<br />

zal sterk geholpen worden door de beschikbaarheid<br />

van een gedegen referentiedocument zoals de beoogde<br />

“Handleiding voor zonnestroom-installateurs”<br />

Naast subsidie van Senter/Novem dragen UNETO-VNI,<br />

Holland Solar en ISSO financieel bij aan dit project.<br />

ing R. Megens Installatiebedrijf Megens BV / PV-sectie UNETO-VNI<br />

mevr. dr. E. Molenbroek Ecofys*<br />

ir. J.M.M. Welschen Philips*<br />

prof. dr. ir. R.J.C. van Zolingen Shell*<br />

* Tevens lid van de Werkgroep Kwaliteit en Bouw van Holland Solar


ISSO-kontaktgroep 70 Handboek warmtepompen in woningen<br />

Met dit project wordt een ISSO-publicatie gerealiseerd<br />

voor het integraal ontwerpen van grote collectieve<br />

warmtepompinstallaties in woningen voor verwarmen<br />

(cv en tapwater) en koelen. De publicatie is bedoeld<br />

voor nieuwbouw en renovatieprojecten. De publicatie<br />

sluit aan op recente Europese normen, Nederlandse<br />

normen en technische richtlijnen. In de publicatie wordt<br />

gebruik gemaakt van de ervaringen uit gerealiseerde<br />

projecten, die in de verschillende projectfasen worden<br />

verwerkt. Tevens worden de gerealiseerde projecten<br />

met hun karakteristieke kenmerken in de publicatie<br />

opgenomen. In deze publicatie wordt het voortbren-<br />

gingsproces van een warmtepompinstallatie integraal<br />

vastgelegd vanaf de initiatieffase tot en met de beheer-<br />

fase en sloop. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de<br />

in de installatiesector toegepaste MKK-structuur. Dit<br />

betekent dat in de verschillende projectfasen wordt<br />

aangegeven welke kwaliteitseisen dienen te worden<br />

aangehouden en welke middelen hierbij worden inge-<br />

zet. Tevens wordt met behulp van de MKK-structuur<br />

vastgelegd, wie waarvoor verantwoordelijk is en welke<br />

gegevens moeten worden gedocumenteerd. De publi-<br />

Samenstelling ISSO-kontaktgroep 70<br />

catie vangt aan met het inventariseren van mogelijke<br />

concepten, hun knelpunten, regelgeving en haalbaar-<br />

heid. Op basis hiervan worden het ontwerp, de uitwer-<br />

king, de realisatie en het beheer behandeld. Met de<br />

publicatie wordt bereikt dat fouten en belemmeringen<br />

in eerdere projecten worden vermeden en de realisatie<br />

van een warmtepompinstallatie met de juiste ontwerp-<br />

en uitvoeringstechnieken wordt gerealiseerd.<br />

Met dit project wordt het huidige kennisniveau voor<br />

warmtepompinstallaties vastgelegd in een normstel-<br />

lende ISSO-publicatie en ter beschikking gesteld aan<br />

de installatiesector. Met deze ISSO-publicatie moeten<br />

opdrachtgevers en installatieontwerpers worden gesti-<br />

muleerd zonder vrees deze techniek toe te passen.<br />

Met de publicatie wordt een pilot gerealiseerd voor<br />

het integraal ontwerpen. Hiermee wordt beoogd een<br />

betere communicatie tussen de partijen en een gelijk-<br />

waardige behandeling van concept, ontwerp, uitwer-<br />

king, montage en beheer van gebouw en installaties<br />

(W, S, E en ICT).<br />

H.C. Roel (voorzitter) Roel Consultants, IJsselstein<br />

J.C. Aerts (projectcoörd./secretaris) ISSO, Rotterdam<br />

M. van Aarssen IF Technology, Arnhem<br />

P. Barendse Ceres Projecten, Den Haag<br />

M. Beekman Techneco BV, Delft<br />

J.J. Buitenhuis DWA, Bodegraven<br />

L.H. den Dekker DWA, Bodegraven<br />

H.M.A. Janssen Groesbeek Woerden<br />

P.M.D. Kruijsse Wolter & Dros, Amersfoort<br />

J.G. Marcus IAC, Rijswijk<br />

H.F.J.M. Remmers GTI, Oisterwijk<br />

F.A. Vos Uneto-VNI, Zoetermeer<br />

L.R. de Wit Eneco Energie, Utrecht<br />

ISSO-kontaktgroep 71<br />

Warmtepompen in utiliteitsgebouwen (Herziening ISSO-publicatie 38)<br />

Met dit project wordt een ISSO-publicatie gerealiseerd<br />

voor het integraal ontwerpen van warmtepompinstal-<br />

laties in utiliteitsgebouwen voor verwarmen, cv en<br />

koelen. De publicatie is bedoeld voor nieuwbouw en<br />

renovatieprojecten. De publicatie sluit aan op recente<br />

Europese normen, Nederlandse normen en technische<br />

richtlijnen. In de publicatie wordt gebruik gemaakt van<br />

de ervaringen uit gerealiseerde projecten, die in de<br />

verschillende projectfasen worden verwerkt. Tevens<br />

worden de gerealiseerde projecten met hun karakteris-<br />

ISSO jaarboek<br />

22 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

tieke kenmerken in de publicatie opgenomen. In deze<br />

publicatie wordt het voortbrengingsproces van een<br />

warmtepompinstallatie integraal vastgelegd vanaf de<br />

initiatieffase tot en met de beheerfase en sloop. Hierbij<br />

wordt gebruik gemaakt van de in de installatiesector<br />

toegepaste MKK-structuur. Dit betekent dat in de ver-<br />

schillende projectfasen wordt aangegeven welke kwa-<br />

liteitseisen dienen te worden aangehouden en welke<br />

middelen hierbij worden ingezet. Tevens wordt met<br />

behulp van de MKK-structuur vastgelegd, wie waar-<br />

voor verantwoordelijk is en welke gegevens moeten<br />

worden gedocumenteerd. De publicatie vangt aan met<br />

het inventariseren van mogelijke concepten, hun knel-<br />

punten, regelgeving en haalbaarheid. Op basis hiervan<br />

worden het ontwerp, de uitwerking, de realisatie en het<br />

beheer behandeld. Met de publicatie wordt bereikt dat<br />

fouten en belemmeringen in eerdere projecten worden<br />

Samenstelling ISSO-kontaktgroep 71<br />

23<br />

vermeden en de realisatie van een warmtepompinstal-<br />

latie met de juiste ontwerp- en uitvoeringstechnieken<br />

wordt gerealiseerd. Met dit project wordt het huidige<br />

kennisniveau voor warmtepompinstallaties vastgelegd<br />

in een normstellende ISSO-publicatie en ter beschik-<br />

king gesteld aan de installatiesector. Met deze ISSO-<br />

publicatie moeten opdrachtgevers en installatieont-<br />

werpers worden gestimuleerd om zonder vrees deze<br />

techniek toe te passen.<br />

Met deze publicatie wordt een pilot gerealiseerd voor<br />

het integraal ontwerpen. Hiermee wordt een betere<br />

communicatie tussen de partijen beoogd en een gelijk-<br />

waardige behandeling van concept, ontwerp, uitwer-<br />

king, montage en beheer van gebouwen en installaties<br />

(W, S, E en ICT).<br />

H.C. Roel (voorzitter) Roel Consultants, IJsselstein<br />

J.C. Aerts (projectcoörd./secretaris) ISSO, Rotterdam<br />

J.J. Buitenhuis DWA, Bodegraven<br />

L.H. den Dekker DWA, Bodegraven<br />

T.J.M. van Giezen Carrier Nederland BV, Hazerswoude<br />

H.M.A. Janssen Groesbeek Woerden<br />

D. van der Kooij Techniplan Adviseurs, Rotterdam<br />

J.M. Mimpen Rijksgebouwendienst, Den Haag<br />

H.F.J.M. Remmers GTI, Oisterwijk<br />

A.W.F. Vlooswijk Wolter & Dros, Amersfoort<br />

F.A. Vos Uneto-VNI, Zoetermeer<br />

ISSO-Kontaktgroep 73<br />

ISSO-publicatie 55.3 Legionellapreventie in Luchtbehandelingsinstallaties<br />

Begin 2003 is, op basis van de Arbo-wet, artikel 5<br />

en het Arbo-besluit artikel 4.85; 4.86 en 4.87 door<br />

het ministerie van Sociale zaken de “Beleidsregel<br />

Legionellapreventie” geformuleerd.<br />

Daarnaast is in december 2004 AI-blad-32 verschenen<br />

waarin de beleidsregel wordt toegelicht. Het AI-blad<br />

is een instrument dat aangeeft hoe inspecteurs in de<br />

praktijk kunnen omgaan met de Beleidsregel.<br />

In de installatiesector is behoefte gesignaleerd aan<br />

nadere uitwerking Legionellapreventie bij de volgende<br />

gebouwgebonden systemen:<br />

- Natte koeltorens (gevoed met leidingwater)<br />

- Luchtbehandelingsinstallaties met waterbevochtigers<br />

- Klimaatbeheersingsruimtes<br />

- Fonteinen<br />

De volgende zaken zullen in ISSO-publicatie 55.3<br />

worden opgenomen:<br />

- model risico-analyses<br />

- model beheersplannen<br />

- model logboeken<br />

- model volgprotocollen<br />

- maatregelen ter bescherming van servicemonteurs<br />

- richtlijnen voor uitbesteden van onderhoud<br />

- model kosten/baten-analyse waterbevochtiging ver-<br />

sus stoombevochtiging


Samenstelling ISSO-kontaktgroep 73<br />

K.J. Baas Aquacare Europe B.V.<br />

M. Breas Arbeidsinspectie Regio Midden<br />

F. van Gelderen Imtech Maintenance<br />

K. van Haperen Carrier Holland Heating BV<br />

ir. J.R. Koeslag, IPC 440 Rijksgebouwendienst, CFZ<br />

A.J. Kordes Excellent Ozone Systems & Consultants BV<br />

R.J. van Luijk Rienks Advitek<br />

dhr. Mekel Polacel BV<br />

ing. O.W.W. Nuijten ISSO<br />

ing. A.J. van Pelt Van Pelt Consultancy<br />

H. Pleij Imtech Arbodienst<br />

ing. R.T.P. van Roon Rijksgebouwendienst Directie Advies & Architecten<br />

J. Schalekamp GGD Rotterdam en omstreken<br />

ing. W.G. van der Schee Wolter & Dros<br />

J. van der Spek GTI Klimaatkontrakt<br />

ing. I. van Veelen Raadg. Techn. Bur. Van Heugten BV<br />

ing. J.A.P. Verboven Kon. Verhulst Luchtbehandeling BV<br />

F.A. Vos Uneto-VNI<br />

R. Welling ULC Technisch Beheer BV<br />

P.N. Wijntjes Wolter & Dros<br />

ISSO-projectgroep 198 Herziening NEN 5138<br />

“Warmteterugwinning woningen”<br />

De NEN 5138 “ Warmteterugwinning in woningen -<br />

Bepalingsmethoden voor energetisch rendement van<br />

warmteterugwinapparaten voor individuele ventila-<br />

tiesystemen” behoeft een aantal aanpassingen. De<br />

toleranties bij het uitvoeren van de metingen moeten<br />

worden aangescherpt zodat het rendement nauwkeu-<br />

Samenstelling ISSO-projectgroep 19 8<br />

ir. G.J. Afink (rapporteur) TNO-MEP., Apeldoorn<br />

L. van Bohemen Itho, Schiedam<br />

A. de Graaff J.E. Stork Air, Zwolle<br />

ir. L.J.A.M. Hendriksen TNO-MEP, Apeldoorn<br />

ir. A. de Jong NEN, Delft<br />

ir. L.J.G. Moonen Senter/Novem, Sittard<br />

ir. P.Th.J. Overman Agpo, Breda<br />

riger bepaald kan worden. Ook is er behoefte aan een<br />

goede methodiek voor het vaststellen van het jaar-<br />

rendement tbv de NEN 5128 (EPC-woningen) waarbij<br />

vorstbeveiliging goed is meegenomen. De herziene<br />

NEN 5138 is begin <strong>2005</strong> verschenen.<br />

R. Rooyendijk Brink Climate Systems, Staphorst<br />

ir. A.M. van Weele (secretaris) ISSO, Rotterdam<br />

ISSO jaarboek<br />

24 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO-projectgroep 301 Ont werp van een sof t waretool voor<br />

ISSO-publicaties 61 en 62 ten behoeve van opdrachtgevers<br />

De publicaties 61 en 62 zijn opgezet voor gebruik door<br />

zowel architecten, installateurs, installatieadviseurs,<br />

opdrachtgevers etc. Deze verschillende gebruikers-<br />

groepen zullen verschillende delen van de publicatie<br />

gebruiken. Een mogelijk knelpunt is echter dat de<br />

gedrukte versies van beide publicaties wellicht moeilijk<br />

toegankelijk zijn voor (niet ervaren) gebruikers. Om de<br />

publicatie voor elk van deze doelgroepen te ontsluiten<br />

zijn er hulpmiddelen nodig.<br />

Voor opdrachtgevers is een selectie wenselijk van de<br />

onderdelen waarover zij beslissen of adviseren. Voor<br />

installatiedeskundigen kan een leidraad door de publi-<br />

Samenstelling ISSO-projectgroep 301<br />

25<br />

catie een snellere gewenning aan de MKK-structuur<br />

mogelijk maken.<br />

Door middel van een softwaretool kan de opdrachtge-<br />

ver eenvoudiger een selectie maken van de te gebrui-<br />

ken onderdelen van de publicatie. De tool kan zodanig<br />

worden opgezet dat na gemaakte keuzen in het proces,<br />

alleen nog de informatie verschijnt die op die gekozen<br />

situatie van toepassing is. Dit vermindert de informa-<br />

tiestroom en vergemakkelijkt daarmee het gebruik voor<br />

de opdrachtgever. De gemaakte keuzen worden ver-<br />

volgens verwerkt tot (deels) ingevulde vraag-specifica-<br />

tiebladen uit ISSO-publicaties 61 en 62.<br />

B. van Luin Handelmij. Bergschenhoek BV, Bergschenhoek<br />

ir. L.J.G. Moonen Senter/Novem, Sittard<br />

ing. E.J.A. Roijen (rapporteur) Cauberg Huygen, Raadgevende Ingenieurs B.V.,Maastricht<br />

R. Slemmer Brink Climate Systems, Staphorst<br />

ir. E.J. Wagenaar (voorzitter) UNETO-VNI, Zoetermeer<br />

ir. A.M. van Weele (secretaris) ISSO, Rotterdam<br />

ISSO-projectgroep 341 Kleintje ISSO warmteverliesberekening<br />

In 2001 is de warmteverliesberekening voor woningen<br />

en woongebouwen ISSO-publicatie 51 uitgekomen.<br />

Een warmteverliesberekening conform ISSO-publica-<br />

tie 51 wordt door GIW en opdrachtgevers geëist. De<br />

warmteverliesberekeningsmethodiek zoals beschreven<br />

is wordt vooral door de grote- en middelgrote installa-<br />

tiebedrijven gebruikt. De kleine installateur heeft geen<br />

tijd om het warmteverlies te berekenen conform ISSO-<br />

Samenstelling ISSO-projectgroep 3 41<br />

publicatie 51. Toch is het belangrijk dat ook deze groep<br />

een eenvoudige maar betrouwbare warmteverliesbere-<br />

keningsmethodiek heeft. Op basis van ISSO-publicatie<br />

51 zal ISSO een ‘Kleintje warmteverlies’ ontwikkelen,<br />

waarmee de kleine installateur met beperkte ingave<br />

van de woning toch een betrouwbare warmteverlies-<br />

berekening krijgt.<br />

Kleintje Warmteverlies is verschenen in <strong>2005</strong><br />

E. Koster E.Koster Installatietechniek, Veendam<br />

R.L. Hoekstra Mampaey Installatietechniek, Dordrecht<br />

Ir. J.W.M. Hooijschuur Senter/Novem, Sittard<br />

F.A. Vos Uneto-VNI, Zoetermeer<br />

M. Staal Wolter & Dros Aquatherm, Groningen<br />

ing. C.A.M. Arkesteijn (auteur en secretaris) ISSO, Rotterdam


ISSO-projectgroep 361 ISSO-Handboek Ont werpen Sanitaire Installaties<br />

ISSO heeft besloten om voor het ontwerpen van sani-<br />

taire installaties een afzonderlijk handboek te gaan ont-<br />

wikkelen. Het handboek moet een naslagwerk worden<br />

voor de professional, aankomend professional en stu-<br />

derenden op het gebied van het ontwerpen van sani-<br />

taire installaties voor bouwwerken zoals genoemd in het<br />

Bouwbesluit en watervoerende brandblusinstallaties<br />

voor bouwwerken zoals genoemd in het Bouwbesluit.<br />

Naast ontwerpaspecten komen aspecten m.b.t. reali-<br />

satie en beheer aan de orde. De nadruk ligt echter op<br />

het ontwerp. De omvang zal circa 500 pagina’s zijn en<br />

de stijl vergelijkbaar met het huidige ISSO-handboek<br />

Installatietechniek. Daarnaast zullen er praktijksituaties<br />

en berekeningsvoorbeelden worden opgenomen.<br />

De oplevering wordt verwacht in december 2006<br />

ISSO-projectgroep 369 Keuren cv-installaties ouder dan 15 jaar<br />

In de Energie Prestatie Richtlijn wordt gesteld dat<br />

verwarmingsinstallaties ouder dan 15 jaar moeten<br />

worden gekeurd op functioneren en energierende-<br />

ment. Een door de installatieontwerpers opgestelde<br />

keuringsprocedure haakt hier tijdig op in.<br />

ISSO-projectgroep 370 Keuren cv-installaties groter dan 100 kW<br />

In de Energie Prestatie Richtlijn wordt gesteld dat ketel-<br />

installaties met een vermogen groter dan 100 kW peri-<br />

odiek moeten worden gekeurd. Deze ISSO-publicatie<br />

dient aan te sluiten op de huidige CSIOS regeling waar<br />

in het kader van de wet milieubeheer de emissie van de<br />

verbrandingsgassen wordt gecontroleerd.<br />

ISSO-projectgroep 371 Keuren koelinstallaties groter dan 12 kW<br />

In de Energie Prestatie Richtlijn wordt gesteld dat<br />

koelinstallaties met een vermogen groter dan 12 kW<br />

periodiek moeten worden gekeurd op functioneren en<br />

energierendement. Een door de installatieontwerpers<br />

opgestelde keuringsprocedure haakt hier vroegtijdig<br />

op in.<br />

ISSO-projectgroep 372 Uitbreiding ISSO-31 Meetpunten en meetmethoden<br />

In het kader van opleveren, periodiek keuren van ver-<br />

warmingsinstallaties en het stimuleren van het monito-<br />

ren van installaties dienen in een klimaatinstallatie vol-<br />

doende meetpunten aanwezig te zijn en de juiste meet-<br />

methoden te worden toegepast. Met ISSO-publicatie<br />

31 wordt hiervoor een standaard vastgesteld.<br />

ISSO jaarboek<br />

26 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO-Projectgroep 386 Ont werpen tuinbouwkassystemen<br />

Voor het realiseren van een goede kwaliteit van tuin-<br />

bouwkassen en de bijbehorende installaties is het<br />

niet voldoende om goede gecertificeerde onderde-<br />

len/installatiecomponenten toe te passen. De verschil-<br />

lende onderdelen/componenten moeten bovendien<br />

goed kunnen samenwerken en op elkaar aansluiten en<br />

het geheel moet goed gedimensioneerd en ingeregeld<br />

worden.<br />

Hier zit het probleem bij de tuinbouwkassystemen:<br />

omdat er voor de installaties geen normen en erkende<br />

berekeningsmethodieken aanwezig zijn, maakt ieder<br />

gebruik van fysische wetten en basistechnieken uit<br />

de warmteleer en past die, veelal vermengd met erva-<br />

ringsgegevens, toe.<br />

Teneinde een goede kwaliteit van kassen en installa-<br />

ties te kunnen realiseren is een afgesproken werkwijze<br />

noodzakelijk. Hierbij moet aangeloten worden bij zaken<br />

als ongeschreven wetten, andere afspraken (bijv. MJA’s<br />

27<br />

en convenanten) en randvoorwaarden/geldigheids-<br />

gebieden.<br />

Bij kassen en installaties hebben we het over een<br />

omvangrijk project waarin meerdere disciplines betrok-<br />

ken zijn. Daarom wordt het project, dat ISSO samen<br />

met AVAG (Platform Toeleveranciers Glastuinbouw)<br />

uitvoert, opgedeeld in een aantal stappen/deel-onder-<br />

werpen. die ieder vastgelegd worden in een eigen<br />

ISSO-AVAG-publicatie die als basis kan dienen voor<br />

een BRL.<br />

Het proces van het bouwen van kassen en het aan-<br />

brengen/ontwerpen van de installaties is voor dit pro-<br />

ject opgedeeld in de volgende hoofdonderdelen:<br />

- ontwerpen/bouwen van de kas;<br />

- verwarmen/koelen van de kas;<br />

- waterhuishouding;<br />

ISSO-projectgroep 387 Richtlijn thermische energieopslag<br />

Het doel van dit project is de ontwikkeling van een<br />

richtlijn die het mogelijk maakt om in een haalbaar-<br />

heidsonderzoek of in een vroege ontwerpfase (pre-VO),<br />

‘gebouw’ en ‘warmte-/koudevoorziening met energie-<br />

opslag’ gezamenlijk te beschouwen op energie-effi-<br />

ciency. Op basis daarvan dienen met de richtlijn rand-<br />

voorwaarden te kunnen worden vastgesteld voor het<br />

gebouwontwerp en het optimale systeemconcept met<br />

energieopslag.<br />

Het achterliggende doel is dat vroegtijdig betere keuzes<br />

worden gemaakt, zodat:<br />

- de energie-effiency van systemen met energieopslag<br />

verbetert (COP van 12 naar 20);<br />

- rendabele keuzes sneller geïdentificeerd kunnen<br />

worden, met name ook in renovatieprojecten;<br />

- de energiebalans van opslagprojecten in de praktijk<br />

beter aansluit bij het ontwerp.<br />

Mede door de invoering van de EnergiePrestatieNorm<br />

voor utiliteitsgebouwen (NEN 2916) is het aantal toe-<br />

passingen van energieopslag in de bodem – vaak in<br />

combinatie met warmtepompen - aan het toenemen.<br />

Met de EPN wordt de toepassing (vanwege hun goede<br />

energie-efficiency) gestimuleerd. De energie-effi-<br />

ciency van de energieopslag is vanuit de EPN echter<br />

niet gegarandeerd. Zo wordt in de EPN gerekend met<br />

een gemiddelde energie-efficiency (COP) van 12. In de<br />

praktijk kan deze energie-efficiency variëren tussen<br />

de 6 tot 20. In tegenstelling tot veel andere energie-<br />

opwekkers wordt de energie-efficiency van een ener-<br />

gieopslagsysteem voor een groot deel bepaald door<br />

de energetische eigenschappen van het gebouw, de<br />

daarin gehuisveste organisatie, het type activiteiten,<br />

de bedrijfstijden enzovoort. Een goed uitgebalanceerd<br />

gebouw betreffende warmte- en koudevraag zal resul-<br />

teren in een goed uitgebalanceerde energieopslag en<br />

daarmee een hoge energie-efficiency van deze duur-<br />

zame energie opwekker. Omgekeerd kan het koude-<br />

en warmtevraagprofiel van een (groep) gebouw(en)<br />

worden gebruikt om een systeem met energieopslag<br />

zo te ontwerpen dat het energetisch in balans blijft.


ISSO-projectgroep 390<br />

Europese Richtlijn “Energieprestatie in gebouwen” (EPBD)<br />

De implementatie van de EPBD in de Nederlandse<br />

regelgeving zal per 4-1-2006 starten. ISSO speelt een<br />

productieve rol, zowel in Europees als nationaal ver-<br />

band bij de ontwikkelingen van de normen, richtlijnen<br />

en certificatieschema’s die de implementatie mogelijk<br />

moeten maken.<br />

De Energieprestatiecertificaten worden opgesteld door<br />

BRL 9500 gecertificeerde bedrijven.<br />

Voor de bepalingsmethode wordt verwezen naar EPN-<br />

woningbouw (NEN 5128), de EPN-U- bouw (NEN 2916)<br />

en voor de bestaande bouw naar de ISSO 82 (EPA-<br />

woningbouw) en ISSO-75 (EPA- U-Bouw). Voor de<br />

verplichte installatie-energieprestatie keuringen con-<br />

form BRL 6000-19/20/21 (in ontwikkeling) zal worden<br />

verwezen naar de onderliggende (ook in ontwikkeling<br />

zijnde) ISSO-richtlijnen en Europese normen. Ook voor<br />

de duurzame energiecheck voor (nieuwe) gebouwen<br />

meer dan 1000 m 2 wordt een dergelijke aanpak ont-<br />

wikkeld.<br />

ISSO-projectgroep 394 Ont wikkeling Vlaamse richtlijn warmtepompen<br />

Het project heeft ten doel het opstellen van een code<br />

van goede praktijk voor de installatie van warmtepomp-<br />

systemen. Deze technische voorlichting moet, in functie<br />

van de verschillende bestaande warmtepompconcep-<br />

ten, een gedetailleerd inzicht geven in de technische<br />

eisen ten aanzien van de verschillende systeemonder-<br />

delen, de installatie, de montage, de opstart en het<br />

gebruik en onderhoud van het warmtepompsysteem.<br />

De code is bedoeld tegemoet te komen aan het gebrek<br />

aan kennis bij de gebouwbeheerder/opdrachtgever<br />

enerzijds en het ontbreken aan voldoende know how<br />

bij de installateur anderzijds. De bedoeling is de code<br />

op te maken voor toepassing van warmtepompen in<br />

gebouwen als verwarming. De klemtoon ligt op toe-<br />

passingen in de woningbouw, maar andere segmenten<br />

kunnen eveneens worden behandeld.<br />

ISSO-projectgroep 39 6 Nederlands plat form warmtepompen<br />

In de Energie Prestatie Directive voor gebouwen staat<br />

vermeld dat bij nieuwbouwprojecten en grote renova-<br />

ties moet worden beoordeeld of de toepassing van<br />

warmtepompen technisch en economisch haalbaar<br />

is. Met dit project wordt hiervoor een instrument ont-<br />

wikkeld. Het instrument wordt dusdanig opgezet dat<br />

opdrachtgevers en architecten in staat zijn op basis<br />

van beperkte informatie deze beoordeling op verant-<br />

woorde wijze uit te voeren.<br />

De resultaten van de beoordeling worden vastgelegd<br />

op een standaardinvulformulier dat aan het instrument<br />

is toegevoegd.<br />

ISSO-projectgroep 398 Brandveilige door voeren<br />

Als vervolg op het project sanitaire doorvoeren wordt<br />

ook voor de disciplines klimaattechniek en elektrotech-<br />

niek kennis ontwikkeld. In het eerste halfjaar van 2006<br />

wordt de publicatie verwacht.<br />

ISSO jaarboek<br />

28 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO-projectgroep 416 Taxeren technische installaties in woningen<br />

Installatiekosten (met inbegrip van de elektrotech-<br />

nische kosten) vormen een steeds belangrijker deel<br />

van de totale bouwkosten. In de zeventiger jaren was<br />

slechts een zeer klein deel van de totale kosten van<br />

een woning voor installaties(< 1%). Sinds de invoering<br />

van het Bouwbesluit en de daaraan gekoppelde ener-<br />

gieprestatienormering is het deel van de kosten voor<br />

installaties in veel gevallen gestegen tot 10% van de<br />

totale kosten. In <strong>2005</strong> worden de eisen verder aange-<br />

scherpt zodat een woning nog energie-efficiënter moet<br />

worden. Dit kan niet meer door bouwkundige maat-<br />

regelen en zal dus vooral moeten komen uit installa-<br />

tietechnische voorzieningen waardoor installaties een<br />

nog groter deel van de totale kosten gaan uitmaken.<br />

Bijzondere installatieconcepten zoals warmtepompen,<br />

zonne-energie en domotica zullen steeds algemener<br />

worden. Daarnaast speelt er nog een ander aspect een<br />

rol: door de steeds verder gaande isolatie en lucht-<br />

dichtheid van woningen wordt de warmte die zich in<br />

woningen bevindt steeds beter vastgehouden. Dit<br />

29<br />

betekent enerzijds dat in de winter minder verwarmd<br />

hoeft te worden anderzijds dat de binnentempera-<br />

tuur in de zomer hoger kan oplopen en dat er steeds<br />

meer (beperkte) koeling in woningen geïnstalleerd gaat<br />

worden.<br />

Verwachting is dat het aandeel installatietechniek in<br />

‘normale’ woningen aankomende jaren zal stijgen naar<br />

zo’n 25%.<br />

Installaties zo luidt de conclusie bepalen eigenlijk<br />

steeds meer de waarde van woningen/woon-gebou-<br />

wen (en appartementen).<br />

Makelaar-taxateurs hebben veelal niet de kennis en<br />

inzicht in de kosten van gebouwgebonden gegevens,<br />

de relatie tussen installatieconcept en bijv. arbeids-<br />

productiviteit. Analyse van vastgoed-advertenties leert<br />

dat veelal wel zaken worden genoemd ‘als de gordij-<br />

nen blijven achter’ maar dat er met geen woord gerept<br />

wordt over het aanwezige installatieconcept.<br />

ISSO-projectgroep 417 HOI<br />

“Herstructurering Onder wijsmateriaal Installatietechniek”<br />

In het nieuwe schooljaar <strong>2005</strong>/2006 gaat op 4 ROC ’s<br />

voor de MBO opleiding Installatietechniek een pilot van<br />

start. Hierin worden de nieuwe leermiddelen getest die<br />

zijn ontwikkeld in het kader van het project HOI.<br />

Doel van het project HOI (Herstructurering Onderwijs-<br />

materiaal Installatietechniek) is thematisch onderwijs-<br />

materiaal te ontwikkelen dat:<br />

- is gerelateerd aan normstellende ISSO-publicaties;<br />

- flexibel aansluit bij de beroepspraktijk;<br />

- past bij het competentiegerichte leren.<br />

Het project wordt in belangrijke mate wordt gefinan-<br />

cierd door OTIB en bestaat uit een samenwerkingsver-<br />

band van:<br />

- ROC’s (Zadkine te Rotterdam, ROC Eindhoven, ROC<br />

Midden Nederland te Amersfoort, Deltion College,<br />

Zwolle)<br />

- Wolter & Dros, Amersfoort<br />

- Uneto-VNI<br />

- BvE-Raad kennisplatform installatietechniek<br />

- Kenteq<br />

- ISSO<br />

De nieuw ontwikkelde leermiddelen hebben betrekking<br />

op het thema “Ontwerpen van een cv-installatie”. De<br />

opzet is zodanig dat de MBO-student vrijwel zelfstan-<br />

dig de gestelde leerdoelen kan bereiken. Hierbij heeft<br />

de docent een meer begeleidende rol.<br />

De student wordt geconfronteerd met een probleem-<br />

stelling. Hierbij is een comfortklacht van bewoners van<br />

een recent opgeleverde luxe woning: de woonkamer<br />

wordt in de winterperiode onvoldoende warm.<br />

Vanuit de themawijzer wordt de student naar verschil-<br />

lende deelopdrachten gestuurd, zodat hij/zij uiteinde-<br />

lijk zelf het gestelde probleem kan oplossen. Het ‘leren<br />

door doen’ vormt hierbij de basis. De student maakt<br />

daarbij gebruik van:<br />

- instructiemateriaal, waarin de ISSO-publicaties ver-<br />

eenvoudigd worden uitgelegd;<br />

- kennisboeken van Kenteq;<br />

- gedigitaliseerde ISSO-publicaties die via www.isso-<br />

digitaal.nl zijn te raadplegen;<br />

- softwaretools van ISSO;<br />

- websites van organisaties, zoals GIW, Stabu, VABI,<br />

Bink, etc.


Het thema wordt afgesloten met een eindopdracht,<br />

waarbij de student zelf in de praktijk bij een bedrijf een<br />

cv-installatie ontwerpt.<br />

Na het testen en zonodig bijstellen van het onderwijs-<br />

materiaal is het definitieve materiaal beschikbaar vanaf<br />

schooljaar 2006/2007<br />

ISSO-Projectgroep 428 Taxeren technische installaties in kantoorgebouwen<br />

Makelaar-taxateurs hebben veelal niet de kennis en<br />

inzicht in de kosten van gebouwgebonden gegevens,<br />

de relatie tussen installatieconcept en bijv. arbeidspro-<br />

ductiviteit. Analyse van vastgoed-advertenties leert dat<br />

er veelal met geen woord gerept wordt over het aanwe-<br />

zige installatieconcept.<br />

Deze cursus Technische installaties in kantoren voor-<br />

ziet in dit hiaat. De cursus behandelt de meest voor-<br />

komende installatieconcepten. Na het volgen van de<br />

cursus kan men:<br />

a) Visueel herkennen en classificeren van het type kli-<br />

maatinstallatie. Het gaat hier om praktische kennis<br />

ondersteund met veel visueel materiaal, om de taxa-<br />

teur snel inzicht te geven in de kwaliteit van de type<br />

installatie, duurzaamheid, gevolgen voor binnenkli-<br />

maat en gezondheid;<br />

b) Voor- en nadelen van een bepaald installatieconcept;<br />

c) De belangrijkste installatieconcepten worden ver-<br />

taald naar kosten per BVO of per component. Via<br />

internetapplicaties van de Taxateuracademie kunnen<br />

de installatietechnische kosten gesommeerd worden<br />

en wordt er gecorrigeerd voor levensduur. ISSO<br />

houdt de data in de applicatie actueel.<br />

ISSO-projectgroep 508 Kennisoverdrachtscommissie IOP EMV T<br />

Achtergrond<br />

Vanaf juli 2002 zijn een aantal onderzoeksprojecten<br />

gestart in het kader van het Innovatiegericht Onder-<br />

zoeksProgramma Elektromagnetische Vermogen-<br />

stechniek (IOP EMVT, een programma van Senter/<br />

Novem. In 2004 is een 2e tender geweest, waaruit een<br />

zestal nieuwe projecten zijn gestart.<br />

ISSO-projectgroep 509 Meetinstrumenten<br />

Al enige tijd is een discussie gaande over wat nu goede<br />

instrumenten zijn om bepaalde elektrotechnische<br />

metingen uit te voeren en wie bepaalt welke instrumen-<br />

ten op zo’n lijst staan. In de vakpers zijn er al de nodige<br />

Deelname<br />

Namens UNETO-VNI, TVVL en ISSO participeert ir.<br />

G.G. van Dijk in de kennisoverdrachtscommissie van<br />

het IOP EMVT zodat ook de de installatiesector zijn<br />

voordeel kan doen met dit programma. Vooral het<br />

thema EMC, met daarin de projecten Optimale beka-<br />

beling in gebouwen en installaties en Draadloze ener-<br />

gieoverdracht in huis en kantoor, biedt interessante<br />

aanknopingspunten.<br />

artikelen en uitspraken aan gewijd, maar vooralsnog is<br />

van duidelijkheid geen sprake. Het project moet leiden<br />

tot een indeling van instrumenten in klassen.<br />

ISSO jaarboek<br />

30 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO-projectgroep 530.1 Noodstroomvoorziening in woningen<br />

Toenemende afhankelijkheid van elektrische energie in<br />

samenhang met groter wordende leveringsonzekerheid<br />

doet vermoeden dat er behoefte zou kunnen zijn aan<br />

noodstroomvoorzieningen in woningen.<br />

Is noodstroomvoorziening in de woning realistisch?<br />

Hoe zou dit vorm kunnen krijgen? Waar zitten knel-<br />

ISSO-projectgroep 532 Power Qualit y<br />

In 2004 is in opdracht van UNETO-VNI een notitie<br />

geschreven over knelpunten en kansen rond Power<br />

31<br />

punten? Welke voorzieningen verdienen prioriteit bij<br />

gebruik van de noodstroomvoorziening (preferente<br />

groepen)? Hoeveel uur moet de woning kunnen functi-<br />

oneren? Welke mogelijkheden liggen er voor de instal-<br />

latiesector en andere partijen? Hoe kan de behoefte bij<br />

de consument geactiveerd worden?<br />

Quality. Dit project wordt nu vervolgd door een uitwer-<br />

king van enkele van de aanbevelingen.<br />

ISSO-projectgroep 561.2 Levensloopbestendig Wonen ver volg<br />

Binnen dit project worden verschillende activiteiten<br />

opgepakt in aansluiting op het verschijnen van ISSO-<br />

publicatie 77 ‘’Installaties voor Levensloopbestendig<br />

Wonen’’. O.a. de realisatie van een website.<br />

ISSO-projectgroep 561.3 Levensloopbestendig Renoveren<br />

In aansluiting op ISSO-publicatie 77 ‘’Installaties voor<br />

Levensloopbestendig Wonen’’ dat vooral bedoeld is<br />

voor nieuwbouw, zal in dit project aandacht zijn voor<br />

levensloopbestendig installeren in renovatieprojecten.<br />

De bestaande woningvoorraad is veel groter dan de<br />

nieuw te bouwen woningen. Regelmatig vinden groot-<br />

schalige en minder grootschalige renovaties en verbou-<br />

wingen plaats. Hoe kunnen in zulke gevallen de instal-<br />

ISSO-projectgroep 562 Richtlijn Verlichting<br />

Een reguliere lichtinstallatie dient op een eenvoudige<br />

manier ontworpen en geïnstalleerd te kunnen worden,<br />

waarbij gelet wordt op visueel comfort, kosten en ener-<br />

giebesparing.<br />

laties optimaal aangepakt worden, zodat ze bijdragen<br />

aan de verbetering van de woontechnische kwaliteit?<br />

Concreet: Het verbeteren van de eigenschappen van<br />

woningen tot een standaardniveau, voor de huidige<br />

doelgroep(en) en voor de nieuwe doelgroep(en)?<br />

Keuzevrijheid consument?<br />

Doel van het project is een goede basisbeschrijving<br />

van ontwerp en installatie van een lichtinstallatie, zodat<br />

een ‘gemiddelde installateur’ een reguliere installatie<br />

zelf kan doen, zonder (veel) extern advies.


ISSO-projectgroep 602 GIW/ISSO-publicatie<br />

In de woningbouw heeft de koper geen enkele invloed<br />

op de keuze van materialen en/of installaties waardoor<br />

het aantal klachten hoog ligt. Installaties worden steeds<br />

geavanceerder/gecompliceerder; een juiste afstem-<br />

ming van de diverse installaties en installatieonderde-<br />

len is daarom van groot belang. Doelstelling van deze<br />

publicatie is het vaststellen van minimum eisen waar-<br />

aan installaties moeten voldoen. De publicatie bevat de<br />

wettelijke en aanvullende eisen die de Stichting GIW<br />

heeft opgesteld.<br />

Tevens zal de publicatie adviezen opnemen om de kwa-<br />

liteit van installaties te waarborgen en klachten zoveel<br />

mogelijk te beperken.<br />

ISSO-projectgroep 605<br />

ISSO-publicatie meetpunten en meetmethoden voor cv en koeling<br />

In het kader van opleveren, periodiek keuren van instal-<br />

laties en het stimuleren van monitoren van installaties<br />

dienen in een klimaatinstallatie voldoende meetpunten<br />

ISSO-projectgroep 613 E-learning modulen<br />

ISSO heeft van OTIB opdracht gekregen om rond de<br />

ISSO-publicaties E-learning modulen te ontwikkelen.<br />

In samenspraak met OTIB heeft ISSO gekozen om te<br />

starten met de ontwikkeling van E-learning modulen<br />

rondom ISSO-publicatie 60 het berekenen van Rc en<br />

U-waarden van constructies en rondom ISSO-publi-<br />

catie 72 ‘Individuele kleine elektrische warmtepomp-<br />

systemen’<br />

• E-learning module Rc en U-waarden van construc-<br />

ties<br />

In deze e-learning module wordt de deelnemers op<br />

interactieve wijze uitgelegd hoe men de Rc- en U-<br />

waarden van een constructie berekend. De deelne-<br />

mers kunnen in de e-learning module verschillende<br />

opdrachten maken en daarmee aantonen dat zij de<br />

verschillende onderdelen van ISSO-publicatie 60<br />

begrepen hebben.<br />

• Warmtepompen in woningbouw conform ISSO-<br />

publicatie 72<br />

In deze e-learning module wordt de deelnemers<br />

op interactieve wijze uitgelegd hoe men warmte-<br />

pompsystemen voor woningen moet ontwerpen. In<br />

deze module komen zowel de warmtepompboiler<br />

de warmtepomp voor ruimteverwarming en combi-<br />

warmtepomp aan de orde.<br />

De deelnemers kunnen in de e-learning module ver-<br />

aanwezig te zijn en de juiste meetmethoden te worden<br />

toegepast. Met de te realiseren ISSO-publicatie wordt<br />

hiervoor een standaard vastgesteld.<br />

schillende opdrachten maken en daarmee aantonen<br />

dat zij de verschillende onderdelen van ISSO-publi-<br />

catie 72 hebben begrepen.<br />

Na de ontwikkeling en evaluatie van deze twee E-lea-<br />

rning modulen zal in samenspraak met OTIB een vol-<br />

gende E-learning module worden ontwikkeld.<br />

Deze E-learning modulen zijn bedoeld om de installa-<br />

tiesector stap voor stap de kennis en methodieken die<br />

beschreven staan in de ISSO-publicaties bij te bren-<br />

gen. Het doorlopen van een bepaalde e-learningmo-<br />

dule kan thuis of op kantoor op elk gewenst moment<br />

plaatsvinden. De gebruikers van de e-learning module<br />

kunnen dan ook nog kiezen of zij deel willen nemen aan<br />

een bijeenkomst waarin de deelnemer vragen kan stel-<br />

len aan een deskundige.<br />

De deelnemers kunnen dan indien gewenst vanuit de<br />

e-learning module doorlinken naar de desbetreffende<br />

digitale ISSO-publicatie. Ook een combinatie met de<br />

berekeningsprogramma’s ligt voor de hand. De deel-<br />

nemer krijgt op deze wijze inzicht waarom bepaalde<br />

gegevens uit de ISSO-publicatie in de computer-pro-<br />

gramma’s ingevuld moeten worden en wat de conse-<br />

quenties van bepaalde keuzes zijn.<br />

ISSO jaarboek<br />

32 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO-projectgroep 614 Legionellavraagbaak <strong>2005</strong><br />

In 2001 is, in opdracht van het ministerie van VROM<br />

en in samenwerking met Uneto-Vni, de website<br />

www.legionellavraagbaak.nl tot stand gebracht. In het<br />

afgelopen jaar werd de legionellavraagbaak meer dan<br />

30.000 keer bezocht. Vanaf <strong>2005</strong> wordt de website<br />

echter niet meer extern gefinancierd. Gezien de nog<br />

steeds bestaande informatiebehoefte en het enorme<br />

draagvlak vanuit de installatiesector heeft ISSO beslo-<br />

ten om de legionellavraagbaak nog een aantal jaren te<br />

continueren.<br />

Dit project geeft uitvoering aan de activiteiten om dit te<br />

realiseren. Belangrijke zaken die daarbij een rol spelen<br />

zijn het onderhoud en de voortdurende actualisering<br />

33<br />

van de website. Met ingang van <strong>2005</strong> is er in navolging<br />

van de database met installateurs ook een database<br />

met adviseurs die legionellapreventie-diensten aanbie-<br />

den toegevoegd. Tevens is het onderdeel ‘leveranciers’<br />

geïntroduceerd op de website.<br />

De mogelijkheid om vragen te stellen is gehandhaafd,<br />

de beantwoording zal nu echter kosten met zich mee-<br />

brengen. In de FAQ zijn nu al ruim 600 vragen met ant-<br />

woorden terug te vinden. Op korte termijn zullen er op<br />

de website toevoegingen komen op basis van de te<br />

realiseren ISSO-publicatie 55.3 ‘Legionellapreventie in<br />

luchtbehandelinginstallaties’.


ISSO Contacten<br />

In het kader van overleg tussen de verschillende bran-<br />

ches zijn er naast het overleg met de in ISSO deelne-<br />

mende organisaties ook contacten met:<br />

CINI – Stichting Isolatie voor de Industrie<br />

LUKA – Nederlandse Vereniging van luchtkanalen-<br />

fabrikanten<br />

NVvK – Nederlandse Vereniging voor Koude<br />

STABU – Bestekssystematiek voor de woning- en<br />

utiliteitbouw Bouwend Nederland<br />

DODIB – Directeurenoverleg Dienstverlenende<br />

Instanties Bouwnijverheid<br />

PSIB – Platform Proces Innovatie Bouw<br />

PCR – Programma Coördinatie Raad<br />

SBR – Stichting Bouwresearch<br />

CUR – Civieltechnisch Centrum Uitvoering<br />

Research en regelgeving<br />

CROW – Stichting Centrum voor Regelgeving<br />

en Onderzoek in de Grond, Water en<br />

Wegenbouw en de Verkeerstechniek<br />

GIW – Garantie Instituut Woningbouw<br />

OTIB – Opleiding- en Ontwikkelingsfonds voor<br />

het Technisch Installatiebedrijf<br />

FME brancheorganisaties zoals:<br />

Vereniging Huis en Klimaat<br />

NVKL – Nederlandse Vereniging van ondernemin-<br />

gen op het gebied van de Koudetechniek en<br />

Luchtbehandeling<br />

VLA – Vereniging Fabrieken van Luchttechnische<br />

Apparatuur<br />

VDL – Vereniging van fabrikanten en importeurs<br />

van Directgestookte Luchtverwarmers.<br />

Behalve de eerder genoemde contacten vertegen-<br />

woordigt ISSO de installatiesector in nationale overleg-<br />

verbanden:<br />

- bij de overheid (VROM, EZ, SZW, VWS, etc)<br />

Er vindt overleg plaats, met deze partijen in relatie<br />

tot lopende en mogelijke nieuwe projecten. Tevens<br />

participeert ISSO bij regelmaat in overleg, work-<br />

shops e.d. welke door of in opdracht van de overheid<br />

worden georganiseerd om namens de installatiesec-<br />

tor het belang van deze sector uit te dragen en de<br />

weg voor mogelijk nieuwe activiteiten te effenen.<br />

- Binnen de installatiesector zelf, zoals de TR-TVVL,<br />

werkgroepen van TVVL, VABI, ROI’s, etc.<br />

- bij nationale normalisatie -NEN<br />

NEN<br />

Vertegenwoordiging in NEN commissies vindt plaats<br />

in goede afstemming met UNETO-VNI, TVVL, ONRI<br />

e.a. Inzet van ISSO is vooral als inbrenger van de<br />

binnen de installatiesector reeds bestaande norma-<br />

tieve methoden zoals deze zijn opgenomen in ISSO<br />

publicaties. Echter ook als representant van deze<br />

sector en ter afstemming van ISSO projecten op<br />

NEN-normen. De samenwerking met NEN leidt soms<br />

tot het uitbrengen van gezamenlijke producten zoals<br />

bijv. de NTR3216.<br />

NC 351.074.0001 Begeleidingscommissie van<br />

CEN TC 89<br />

NC 351.074.0002 Begeleidingscommissie van<br />

CEN TC 195<br />

NC 351.074.0004 Begeleidingscommissie<br />

internationale contacten<br />

NC 351.074.0006 Begeleidingscommissie van<br />

CEN TC 228<br />

NC 351.074.0007 Begeleidingscommissie van<br />

CEN TC 247<br />

NC 351.074.02 Luchtdichtheid van woningen<br />

NC 351.074.07 Ventilatie van gebouwen<br />

NC 351.074.15 Energieprestatie woningbouw<br />

NC 351.074.16 Energieprestatie utiliteitsbouw<br />

NC 353.033 Thermische isolatie materialen<br />

NC 351.074 Klimaat beheersing gebouwen<br />

NC 351.047.008 Begeleidingcommissie EPBD<br />

NC 351.074.18 Warmteterugwinning<br />

• in de bouwsector COPI’s (CROW, CUR, ISSO, SBR)<br />

Hierbij gaat het vooral om bouwbrede activiteiten<br />

waarin de installatiesector participeert.<br />

- Afstemming van de informatietechnische infra-<br />

structuur binnen de bouw, zorgen voor een trans-<br />

parante structuur, UNETO-VNI en VABI nemen<br />

eveneens deel aan onderdelen van dit overleg.<br />

- Inbrengen van ideeën binnen bouwbreed overleg<br />

en ervoor zorgen dar de installatie sector eventu-<br />

eel ook gebruik zal kunnen maken van subsidies<br />

die bouwbreed beschikbaar kunnen komen.<br />

ISSO jaarboek<br />

34 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

K BI (Stichting Kwaliteitsborging<br />

Installatiesector)<br />

Stichting KBI (KBI) werd op initiatief van Uneto-Vni in<br />

december 2000 opgericht. De belangrijkste taak van<br />

KBI is het beheer en de instandhouding van certificatie-<br />

regelingen voor de installatiesector. Het feitelijke beheer<br />

van de certificatieregelingen wordt uitgevoerd door het<br />

Centraal College van Deskundigen Installatiesector<br />

(CCvDI). In dit college hebben vertegenwoordigers zit-<br />

ting van belanghebbenden bij en deskundigen op het<br />

gebied van de installatietechniek.<br />

Door het CCvDI wordt op dit moment omstreeks 20<br />

certificatieregelingen beheerd. De belangrijkste daar-<br />

van zijn BRL6000: ontwerpen, installeren en onder-<br />

houden van gas-, water, en elektriciteitsinstallaties<br />

en BRL9500: energieprestatiesadvisering. Maar het<br />

CCvDI beheert ook certificatieregelingen op het gebied<br />

van bliksembeveiliging. Diverse nieuw certificatierege-<br />

lingen zijn in ontwikkeling<br />

Reeds bij de oprichting van KBI werd vastgesteld dat<br />

het voor het installatiebedrijf van groot belang is om<br />

aan te kunnen tonen dat de geleverde installaties vol-<br />

doen aan alle relevante eisen van de wet- en regel-<br />

geving. Het door een certificatie-instelling afgegeven<br />

certificaat betekent dat er een gerechtvaardigd ver-<br />

trouwen bestaat dat de door het bedrijf onder certi-<br />

caat geleverde werk voldoet aan de eisen zoals deze in<br />

de de certificatieregeling, waaronder het Bouwbesluit<br />

zijn vastgelegd. Het certificaat doet dus een uitspraak<br />

over de kwaliteit van het geleverde product of dienst.<br />

Deze keuze betekent dat gebruik kan worden gemaakt<br />

van de uitstraling en de betekenis van het reeds lang<br />

35<br />

bestaande KOMO merk, voor de installatiesector is<br />

gekozen voor KOMO INSTAL, als woord-en beeld-<br />

merk.<br />

Een certificatie-instelling controleert tenminste één<br />

keer per jaar of het gecertificeerde bedrijf en de door<br />

dit bedrijf geleverde product voldoet aan de eisen van<br />

de certificatieregeling.<br />

Op de website van KBI (www.stichtingkbi.nl ) staat<br />

een actueel overzicht van alle bedrijven die voor één<br />

of meer van de door het CCvDI beheerde certificatie-<br />

regelingen zijn gecertificeerd. Bovendien vindt u op de<br />

website uitvoerige informatie over alle certificatierege-<br />

lingen en een overzicht van de betrokken certificatie-<br />

instellingen. Er is ook een mogelijkheid om vragen te<br />

stellen.<br />

De rol van ISSO bij het opstellen van<br />

cer tificatieregeling voor de<br />

installatiesector<br />

Stichting KBI en dan vooral het CCvDI, houdt zich uit-<br />

sluitend bezig met het beheer en het onderhoud van<br />

certificatieregelingen. Het is Stichting KBI op grond<br />

van haar statuten niet toegestaan zelfstandig certifica-<br />

tieregelingen op te stellen.<br />

Een nieuw op te stellen certificatieregeling is steeds<br />

gebaseerd op beschikbare normatieve documenten.<br />

Deze documenten bevatten de objectief meetbare en<br />

vast te stellen prestatie-eisen waaraan de betreffende<br />

installatie of onderdelen daarvan moeten voldoen.<br />

ISSO is bij uitstek de organisatie die kan bogen op<br />

grote kennis en ervaring met het opstellen van presta-<br />

tiegerichte (normatieve)documenten ten behoeve van<br />

de installatiesector. Het ligt dan ook in de lijn ISSO te<br />

belasten met het opstellen van nieuwe certificatierege-<br />

lingen, mede gebaseerd op de richtlijnen van ISSO.


ISSO-Internationaal<br />

Contacten met ver wante organisaties in<br />

Europa :<br />

België - Wetenschappelijk en Technisch<br />

Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB)<br />

Engeland - Building Services Research and<br />

Information Association (BSRIA)<br />

Duitsland - Verein Deutscher Ingenieure (VDI-TGA)<br />

Finland - FIMET<br />

Frankrijk - Comité Scientifique et Technique des<br />

Italië - Assistal<br />

Industries Climatic (CoSTIC)<br />

Spanje - Associación Técnica Española de<br />

Climatización y Refrigeración (Atecyr) en<br />

IDAE (Instituto para la Diversificatión y<br />

Ahorro de la Energia)<br />

Lidmaatschap van o.a.<br />

American Society of Heating Refrigerating and Air-con-<br />

ditioning Engineers, (ASHRAE)<br />

Hierbij is ISSO o.a. betrokken bij de volgende werk-<br />

groepen:<br />

SSPC 55 Binnenklimaatcondities:<br />

TC 4.1 Koellastberekening,<br />

TC 6.5 Stralingsverwarming en -koeling.<br />

International Councel for research and Innovation in<br />

Building and Construction (CIB)<br />

Hierbij is ISSO o.a. betrokken bij de volgende werk-<br />

groepen:<br />

W62 Sanitaire techniek en binnenriolering; (in<br />

september 1998 organiseerde ISSO een<br />

internationaal symposium in Rotterdam),<br />

W77 Binnenklimaat en comfort in gebouwen.<br />

International Solar Energy Society (ISES)<br />

International Society of Indoor Air Quality and Climate<br />

(ISIAQ)<br />

Europese Normalisatie activiteiten<br />

De participatie van ISSO in het CEN-werk heeft tot doel<br />

de visie en werkwijze zoals deze in Nederland geldt<br />

onder de aandacht van de normcommissies te bren-<br />

gen met als doel dat de uiteindelijk tot stand te bren-<br />

gen Europese normen zo efficiënt mogelijk in de Neder-<br />

landse installatiepraktijk kunnen worden toegepast.<br />

ISSO vertegenwoordigt het Nederlandse vakgebied in<br />

een aantal CEN-TC’s. CEN (de Europese vereniging<br />

van normalisatie instituten) organiseert de totstandko-<br />

ming van Europese normen.<br />

ISSO participeert in de volgende CEN-Technical<br />

Committees:<br />

CEN TC 89: Thermische eigenschappen van<br />

gebouwen,<br />

CEN TC 156: Ventilatiesystemen woongebouwen,<br />

CEN TC 228: Verwarming voor gebouwen.<br />

Deze TC’s zijn systeemgeoriënteerde TC’s die tot doel<br />

hebben om normen voor te bereiden die de berekening,<br />

het ontwerp en de prestatie van gebouw en installatie<br />

beschrijven.<br />

Bovengenoemde CEN TC’s werken met werkgroepen<br />

die specifieke normen voor bereiden:<br />

ISSO is hier vertegenwoordigd in de volgende werk-<br />

groepen:<br />

CEN TC 89 WG4: Energieberekening en -prestatie van<br />

gebouwen.<br />

Deze werkgroep bereidt o.a. de Europese equivalent<br />

van de energieprestatienormering voor.<br />

CEN TC 89 WG6: Temperatuur- en koellastberekening<br />

voor gebouwen.<br />

Deze werkgroep bereidt o.a. normen voor betreffende:<br />

• Temperatuurberekening in gebouwen met en<br />

zonder koeling voor zomeromstandigheden.<br />

• Koellastberekening voor gebouwen.<br />

• Energieberekening voor gebouwen met koeling.<br />

CEN TC 89 WG 9: Klimaatgegevens t.b.v. berekeningen.<br />

Deze werkgroep bereidt de methoden voor die de<br />

diverse werkgroepen die gebruik maken van kli-<br />

maatgegevens t.b.v. dimensionerende berekeningen<br />

(warmteverlies, koellastberekening etc.) of gege-<br />

vens voor gemiddelde energiegebuiksberekeningen<br />

(graaddagen e.d.)<br />

CEN TC 156 WG1: Begrippen en definities betreffende<br />

ventilatiesystemen in gebouwen.<br />

Deze werkgroep bereidt een Europese norm voor<br />

betreffende alle definities op dit gebied, ISSO leidt<br />

deze werkgroep.<br />

CEN TC 156 WG4: Luchttechnische apparaten en<br />

appendages.<br />

Deze werkgroep specificeert de prestatie van lucht-<br />

technische apparaten en appendages. ISSO leidt<br />

een subwerkgroep die zich bezig houdt met klimaat-<br />

plafonds en koelplafonds.<br />

CEN TC 156 WG12: Eisen betreffende binnenklimaat<br />

CEN TC 156 WG7: Prestatiebeschrijving van lucht-<br />

behandelingssystemen.<br />

Deze werkgroep beschrijft de prestatie van luchtbe-<br />

handelingssystemen.<br />

ISSO jaarboek<br />

36 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

CEN TC 156 WG7 Subgroep “Load en energy<br />

calculations”<br />

Subgroep “Ventilatieberekeningen”<br />

CEN TC 156 WG10: Inspectie AC-installaties<br />

CEN TC 156 WG11: Inspectie ventilatiesystemen<br />

CEN TC 228 WG1: Ontwerptechnische kwaliteits-<br />

eisen voor verwarmingsinstalla-<br />

ties.<br />

CEN TC 228 WG2: Installatietechnische kwaliteitsei-<br />

sen.<br />

CEN TC 228 WG 4: Dimensionering (warmteverlies-<br />

berekening) en energiepresta-<br />

tieberekening voor verwarmings-<br />

installaties.<br />

JWG: CEN TC 89 Joint Working Group van de<br />

CEN TC 89, 156 en 228.<br />

ISSO levert de voorzitter voor deze werkgroep<br />

(ir. J. Hogeling). Deze werkgroep coördineert het<br />

Europese (CEN) werk met betrekking tot alle bere-<br />

keningen voor energie, temperatuur en vermogen<br />

(koellast/warmteverlies).<br />

Voorts worden de werkzaamheden van verschillende<br />

andere CEN en ISO (International Standard Organisa-<br />

tion) voor zover mogelijk gevolgd.<br />

Het betreft hier o.a CEN TC’s op het gebied van:<br />

- CEN TC 130 ‘Warmteafgifte radiatoren/convec-<br />

toren’<br />

- CEN TC 195 Luchtfilters voor comfortdoeleinden<br />

- CEN TC 247 ‘Gebouwbeheer, automatisering en<br />

- CEN TC 164 en<br />

regeling’<br />

CEN TC 165 ‘ Sanitaire techniek en binnen-<br />

riolering’<br />

- ISO TC 163 ‘Thermische eigenschappen<br />

gebouwen’<br />

- ISO TC 122 ‘Ergonomie’<br />

- ISO TC 205 ‘Gebouw en installatie prestatie-<br />

EPDB<br />

beschrijving’<br />

ISSO participeert actief in het Europese overleg over<br />

de implementatie van de EPBD. Dhr. Hogeling is voor-<br />

zitter van de stuurgroep CEN BTWG173 EPBD die<br />

de werkzaamheden van het door de Europese com-<br />

missie gemandateerde CEN programma coördineert.<br />

Vanuit deze positie wordt eveneens geparticipeerd in<br />

het overleg met de EDM werkgroep van de Europese<br />

commissie.<br />

37


ISSO Toezendser vice<br />

3. ISSO Diensten en producten<br />

Op verzoek van een aantal relaties is ISSO enkele jaren<br />

geleden gestart met een automatische toezendservice.<br />

Inmiddels maken al een paar honderd installatiebedrij-<br />

ven, adviesbureaus, overheden e.d. gebruik van deze<br />

dienst. De toezendservice is bedoeld om ISSO relaties<br />

op de hoogte te houden van de nieuwe ISSO publica-<br />

ties. De toezendservice werkt als volgt;<br />

De ISSO publicaties zijn te verdelen in de volgende<br />

vakgebieden;<br />

Verwarming<br />

Luchtbehandeling<br />

Water en Gas<br />

Energie en Milieu<br />

Elektro & ICT<br />

De abonnementhouder kan naar keuze één of meer-<br />

dere gewenste vakgebieden opgeven waar zijn/haar<br />

bedrijfsvoering voordeel van heeft. Na verschijning<br />

van een publicatie in één van de vakgebieden zal<br />

deze nieuwe uitgave als eerste aan de abonneehouder<br />

worden toegezonden. De publicatie wordt vervolgens<br />

met 15% korting aangeschaft. Bij inschrijving van 3 of<br />

meer vakgebieden dan ontvangt de abonneehouder<br />

maar liefst 30% korting op de aankoopprijs. De korting<br />

geldt ook voor de reguliere bestellingen bij ISSO.<br />

Met het oog op, onder andere, certificering hebben de<br />

meeste abonnees gekozen voor toezending van alle<br />

nieuwe ISSO publicaties, zo weten ze zeker dat hun<br />

technische bibliotheek altijd up to date is. Er verschij-<br />

nen gemiddeld 4 tot 5 publicaties per jaar. Meer infor-<br />

matie over deze service is te vinden op onze website;<br />

www.isso.nl<br />

ISSO ThemaTech<br />

De technische brochure, ISSO ThemaTech, verschijnt<br />

3 keer per jaar en heeft tot doel om snel en eenvou-<br />

dig toegankelijk actuele technische informatie over te<br />

brengen. Steeds vaker zorgen nieuwe technische ont-<br />

wikkelingen ervoor dat er plotseling behoefte ontstaat<br />

aan actuele technische kennis.<br />

Eind 2004 en begin <strong>2005</strong> zijn de onderstaande num-<br />

mers verschenen;<br />

ThemaTech 3 Waterzijdig Inregelen<br />

(september 2004)<br />

De door het Europese parlement uitgegeven richtlijn<br />

geeft regels en eisen ten aanzien van de energiepres-<br />

tatie van gebouwen. Alle aangesloten landen moeten<br />

aan deze Europese richtlijn gaan voldoen. Een van<br />

de meest effectieve manieren om energie te bespa-<br />

ren blijkt daarbij het goed inregelen van verwarmings-<br />

installaties. De derde editie van de ISSO-ThemaTech<br />

staat geheel in het teken staat van het onderwerp<br />

’’Waterzijdig Inregelen’’.<br />

ISSO jaarboek<br />

38 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ThemaTech 4 Legionellapreventie<br />

(februari <strong>2005</strong>)<br />

De vierde uitgave van de ISSO ThemaTech staat in<br />

het teken van legionellapreventie. De nieuwe wetge-<br />

ving rond legionellapreventie, de praktische ervaringen<br />

opgedaan tijdens de tijdelijke regeling en de nog steeds<br />

binnenkomende informatieverzoeken via de digi-<br />

tale “Legionellavraagbaak” wijzen ons nog steeds op<br />

onbeantwoorde vragen met betrekking tot legionella-<br />

preventie. Met deze 4e ThemaTech attenderen wij,<br />

door beschrijving van een aantal specifieke situaties,<br />

de lezers op mogelijke problemen en de daarbij pas-<br />

sende oplossingen.<br />

ThemaTech 5 Duurzame Energie<br />

(mei <strong>2005</strong>)<br />

Het begrip ‘duurzaam’ is van toepassing op twee pij-<br />

lers: één is het gebruik van duurzame materialen, de<br />

tweede pijler is duurzame energie. ISSO het kennis<br />

instituut van, voor en door de installatiesector houdt<br />

zich vooral bezig met duurzame energie.<br />

Door verlaging van de Energieprestatiecoëfficiënt-<br />

(EPC) voor woningen per 2006 en de invoering van<br />

de Europese richtlijn Energy Performance Building<br />

Directive (EPBD) in 2006, krijgt duurzame energie een<br />

nieuwe impuls. Reden voor ISSO om deze ThemaTech<br />

te wijden aan Duurzame Energie.<br />

ISSO maakt al meer dan 30 jaar kwalitatief goede publi-<br />

caties die een breed draagvlak hebben. De toepassing<br />

van deze ISSO-publicaties leidt tot de juiste toepas-<br />

sing van duurzame energie en tot energiebesparing.<br />

Willen we de toepassing van duurzame energie tot een<br />

succes maken dan dienen wij in de installatietechniek<br />

hier zorgvuldig mee om te gaan.<br />

ThemaTech abonnement<br />

De ISSO-ThemaTech verschijnt 3 keer per jaar<br />

en staat telkens in het teken van een actueel<br />

thema. De derde ThemaTech van <strong>2005</strong> zal in het<br />

najaar verschijnen. Deze zal ik het teken staan<br />

van Binnenmilieu. De ThemaTech is op abonne-<br />

mentsbasis verkrijgbaar voor € 18,00 (inclusief<br />

verzendkosten) per jaar. Op www.isso.nl vindt u<br />

meer informatie over de ThemaTech en het abon-<br />

nement.<br />

39


ISSO-Digitaal<br />

ISSO-Digitaal is de digitale bibliotheek waarin de publi-<br />

caties die ISSO uitgeeft meteen online beschikbaar<br />

zijn. Geen gezoek meer in de boekenkast, de publi-<br />

catie is met één druk op de knop beschikbaar. Met<br />

ISSO-Digitaal heeft u de meest recente versie van de<br />

publicatie tot uw beschikking, waarin eventuele aan-<br />

vullingen of aanpassingen continu worden verwerkt.<br />

Tevens kunt u, via kernwoorden, gemakkelijk in meer-<br />

dere ISSO publicaties tegelijk zoeken. Ook kunt u inter-<br />

actief andere documenten, zoals het Bouwbesluit of<br />

NEN-normen, raadplegen. Deze documenten worden<br />

geleverd via BrisWarenhuis. Voor de prijzen van <strong>2005</strong><br />

verwijzen wij u graag naar nevenstaande tabel. Tevens<br />

hebben gebruikers van de rekenprogramma’s van Bink<br />

en VABI de mogelijkheid de kennis in ISSO-Digitaal als<br />

naslagsysteem benutten.<br />

Vele mogelijkheden met het ISSO-Digitaal<br />

lidmaatschap<br />

Een lidmaatschap bestaat uit twee componenten.<br />

Allereerst sluit u een basislidmaatschap af. Dit kost<br />

slechts € 100,00 per jaar, vervolgens kunt u de digitale<br />

publicaties aanschaffen.<br />

Het ISSO-Digitaal basislidmaatschap biedt u de vol-<br />

gende mogelijkheden;<br />

• Gratis gebruik van de ISSO Toolshop;<br />

• Gratis abonnement nieuwsbulletin ISSO Info;<br />

• Gratis abonnement op technische brochure ISSO<br />

ThemaTech;<br />

• Gratis gebruik van de helpdesk ISSO-Digitaal;<br />

Rekenen was nooit zo makkelijk<br />

De ISSO Toolshop bevat een aantal verschillende hulp-<br />

middelen. Zo zullen er in de Toolshop diverse tabel-<br />

len en rekenprogramma’s aanwezig zijn die aansluiten<br />

bij informatie uit de ISSO-publicaties of die gewoon<br />

praktisch zijn bij het dagelijkse werk van ontwerpers en<br />

installateurs. Andere zaken in de Toolshop zijn bijvoor-<br />

beeld de informatiesheet die een belangrijke handrei-<br />

king biedt bij het verzorgen van opnames tijdens een<br />

APK-keuring van gebouwen en installaties of om een<br />

opname van een LTV-installatie te verzorgen.<br />

ISSO-Digitaal ook voor uw collega’s<br />

Een ieder die een basislidmaatschap heeft afgesloten,<br />

kan naar behoeve gebruik maken van<br />

ISSO-Digitaal. Om toegang tot de publicaties te krijgen,<br />

betaalt u een eenmalige toegangsprijs en een jaarlijks,<br />

relatief laag bedrag voor het gebruik en onderhoud<br />

ervan. U kunt er voor kiezen om de ISSO-publicatie voor<br />

één gebruiker (single-user) aan te schaffen, maar ook,<br />

voor multi-users waarbij onderscheid wordt gemaakt<br />

tussen maximaal 5, maximaal 10 of meer gebruikers.<br />

Vooral grote organisaties, met meerdere vestigingen in<br />

het land, kunnen op een voordelige wijze al hun afdelin-<br />

gen toegang geven tot de online publicaties. Tevens is<br />

het mogelijk ISSO-Digitaal via een Intranet toepassing<br />

te raadplegen, voor meer informatie kunt u contact met<br />

ons opnemen.<br />

Interactief met XML<br />

De digitale ISSO-publicaties, normen en bouwbesluit<br />

zijn nadrukkelijk geen Pdf-bestanden, maar volledig<br />

opgemaakt in de HTML. In verband met de MKK struc-<br />

tuur, dat in steeds meer publicaties de leidraad vormt,<br />

gaat ISSO in de nabije toekomst over naar XML. Deze<br />

structuur zorgt dat ISSO veel meer extra informatie aan<br />

de teksten kan koppelen en het biedt ook meer moge-<br />

lijkheden voor wat betreft interactiviteit.<br />

Vrijblijvend kennismaken<br />

Om u kennis te laten maken met ISSO-Digitaal is het<br />

mogelijk om voor een bepaalde periode vrijblijvend een<br />

proeflicentie aan te vragen. Met een wachtwoord krijgt<br />

u toegang tot ISSO-Digitaal. Op ISSO-Digitaal is het<br />

dan mogelijk om enkele publicaties te bekijken en de<br />

Toolshop te raadplegen. Tevens krijgt u een beeld van<br />

de interactiviteit van de publicaties en is het mogelijk<br />

om vanuit de ISSO-publicatie door te linken naar bijv.<br />

artikelen van het Bouwbesluit waarnaar deze publicatie<br />

verwijst. Via www.isso.nl kunt u een proeflicentie aan-<br />

vragen.<br />

Meer Informatie<br />

Na het afsluiten van een basislidmaatschap kunt u digi-<br />

tale ISSO publicaties bestellen. ISSO-Digitaal is volop<br />

in ontwikkeling, regelmatig vindt er uitbreiding plaats.<br />

Voor de laatste stand van zaken kunt u de site www.<br />

isso.nl raadplegen. Mocht u geïnteresseerd zijn in een<br />

digitale ISSO publicatie die nu nog niet beschikbaar is,<br />

laat het ons weten. We zullen u dan op de hoogte bren-<br />

gen van de mogelijkheden.<br />

ISSO jaarboek<br />

40 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

Prijzen ISSO-digitaal Single user Multi users tot 5 Multi users tot 10<br />

ISSO- Publicaties<br />

41<br />

Toegangs Onder- Toegangs Onder- Toegangs Onder-<br />

prijs houd prijs houd prijs houd<br />

per jaar per jaar per jaar<br />

PUB 8 Berekening van thermisch gedrag van 25 11 41 19 80 36<br />

gebouwen bij zomerontwerpcondities<br />

PUB 17 Luchtkanaaalberekening 43 19 71 33 138 62<br />

PUB 18 Leidingnetberekening 34 15 56 26 109 49<br />

PUB 30 Leidingwaterinstallaties in woningen 50 22 83 39 160 72<br />

PUB 44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen 41 18 68 32 131 59<br />

voor verwarmen<br />

PUB 46 Ontwerp van individuele hydraulische 20 9 34 16 65 29<br />

schakelingen voor verwarmen van<br />

eengezinswoningen<br />

PUB 49 Vloer-/ wandverwarming + Vloer- /wandkoeling 61 27 101 47 196 88<br />

PUB 51 Warmteverliesberekening voor woningen en 32 14 53 25 102 46<br />

woongebouwen<br />

PUB 53 Warmteverliesberekening voor utiliteits- 32 14 53 25 102 46<br />

gebouwen met vertrekhoogte tot 5 meter<br />

PUB 55.1 Handleiding Legionellapreventie in Leidingwater 34 15 56 26 109 49<br />

PUB 55.2 Handleiding Legionellapreventie Zorgplicht 20 9 34 16 65 29<br />

PUB 56 Inregelen ontwerpvolumestromen verw. 32 14 53 25 102 46<br />

Woningen<br />

PUB 57 Warmteverliesberek. voor ruimten hoger dan 5m 32 14 53 25 102 46<br />

PUB 58 Luchtverwarming woningbouw 68 30 113 53 218 98<br />

PUB 60 U- en R-waarden van bouwkundige constructies 16 7 26 12 51 23<br />

PUB 62 Gebalanceerde ventilatie en wtw in woningen 68 30 113 53 218 98<br />

PUB 66 Vermogen van radiatoren en convectoren in 20 9 34 16 65 29<br />

praktijksituaties.<br />

PUB 74 Thermische behaaglijkheid – eisen voor de 27 12 45 21 87 39<br />

binnentemperatuur in gebouwen<br />

PUB 75 Handleiding Energie Prestatie Advies 54 24 90 42 174 78<br />

Utiliteitsgebouwen (EPA-U)<br />

PUB 77 Levensloopbestendig Wonen; functie, 26 11 43 20 83 37<br />

ontwerp en uitvoering<br />

PUB 79 Inspectie en onderhoud van 11 5 19 9 36 16<br />

Noodverlichtingsinstallaties<br />

NTR3216 Binnenriolering richtlijn voor ontwerp en 59 26 98 46 189 85<br />

uitvoering (inclusief aanvulling)<br />

• De aanschafprijs betaalt u eenmalig, hiermee krijgt u toegang tot de door u bestelde digitale publicatie;<br />

• Het jaarlijks onderhoud betaalt u in het eerste jaar pro rata, in de opvolgende jaren betaalt u het gehele onder-<br />

houdsbedrag;<br />

• Verkoop- en onderhoudsprijzen zijn vermeld in euro’s(excl. BTW) en geldig tot 31 december <strong>2005</strong>;<br />

• Prijs voor gebruik via intranet en meer users op aanvraag.


Opdrachtgevers eisen steeds vaker dat ontwerpers van<br />

installaties gebruik maken van normen en richtlijnen.<br />

Het gebruik ervan is een waarborg voor de kwaliteit<br />

van de installaties. ISSO levert voor de installatietech-<br />

niek de normstellende publicaties. De ISSO-publicaties<br />

4. ISSO Publicaties<br />

De normatieve waarde van ISSO publicaties<br />

Zowel in de sanitaire, elektrotechnische als werktuig-<br />

kundige installatietechniek volgen de technologische<br />

ontwikkelingen elkaar in een steeds hoger tempo op.<br />

Morgen en daaropvolgende dagen dezelfde kwaliteit<br />

leveren als gisteren veroorzaakt al snel achteruitgang<br />

door stilstand. Adviseurs en installateurs die met hun<br />

specialistische diensten de belangen van opdrachtge-<br />

vers goed willen dienen, kunnen zich niet veroorloven<br />

stil te staan en zullen zich procesmatig inspanningen<br />

moeten getroosten om technische expertise bij de tijd<br />

te houden.<br />

Echter, wat bijna dertig jaar geleden bij de oprichting<br />

van ISSO gold, geldt vandaag in nog sterkere mate.<br />

Individuele bedrijven zijn nauwelijks of niet in de gele-<br />

genheid de van belang zijnde technologische ontwik-<br />

kelingen te traceren, laat staan rechtstreeks te absor-<br />

beren in de bedrijfsvoering.<br />

In het proces tussen technologische ontwikkeling en<br />

toepassing in de dagelijkse praktijk van de installatie-<br />

techniek speelt ISSO een hoofdrol. ISSO dient advies-<br />

bureaus en installatiebedrijven te voorzien van prak-<br />

tisch toepasbare kennis waarmee het voortbrengings-<br />

proces van installaties wordt ondersteund. Dit zijn niet<br />

alleen rekenmethoden en ontwerpinstrumenten, maar<br />

ook wordt in de omvangrijke reeks ISSO publicaties<br />

aandacht besteed aan montagetechnische en materi-<br />

aaltechnische kwaliteitseisen, praktische ontwerpop-<br />

lossingen en voorbeelden.<br />

Alleen voldoen aan de publieke regelgeving is niet altijd<br />

voldoende om tot goede installaties te komen. In aan-<br />

vulling op de wettelijke eisen moeten private eisen en<br />

regels worden overeengekomen.<br />

Daarom komt iedere ISSO publicatie tot stand onder<br />

begeleiding van een kontaktgroep die is samengesteld<br />

uit belanghebbende partijen. Zodoende kunnen met<br />

betreffen innovatieve installatie- en sanitaire systemen.<br />

De normstellende ISSO-publicaties komen tot stand in<br />

samenwerking met deskundigen uit het vakgebied en<br />

zijn breed geaccepteerd in de installatiesector.<br />

betrokken marktpartijen afspraken worden gemaakt<br />

over een redelijkerwijs aanvaardbare kwaliteit en de<br />

daarbij aan te houden private regels en eisen.<br />

Uiteraard worden in de ISSO publicaties ook metho-<br />

den en technieken opgenomen om opdrachtgevers<br />

die meer vragen dan een integrale basiskwaliteit van<br />

dienst te kunnen zijn.<br />

Naast de ondersteuning van bedrijfsprocessen waar-<br />

door de geleverde kwaliteit positief wordt beïnvloed,<br />

wordt door de ISSO publicaties ook de door de markt<br />

gevraagde kwaliteit in gunstige zin veranderd. Het kwa-<br />

liteitsbeeld, de perceptie van kwaliteit, verandert door<br />

in de publicaties kwaliteit zichtbaar te maken. Mede<br />

daardoor is de autoriteit van de publicaties de afgelo-<br />

pen jaren verder toegenomen en worden ze meer en<br />

meer gebruikt als referentie in programma’s van eisen,<br />

bestekken en publieke regelgeving.<br />

Teneinde de normatieve waarde van de ISSO publica-<br />

ties verder te versterken worden de daarvoor in aanmer-<br />

king komende publicaties geschreven in de structuur<br />

van het Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties<br />

(MKK). Dat vereenvoudigt niet alleen de absorptie in<br />

de bedrijfsvoering van een (gecertificeerd) bedrijf maar<br />

maakt de publicatie ook geschikt om te dienen als refe-<br />

rentie voor een Nationale BeoordelingsRichtLijn (BRL).<br />

De ISSO publicatie geeft aan wat onder integrale kwa-<br />

liteit moet worden verstaan. Een gecertificeerd bedrijf<br />

zal moeten beschikken over en handelen naar de ISSO<br />

publicaties.<br />

Een niet gecertificeerd bedrijf heeft zich daartoe niet<br />

verbonden, maar zal er rekening mee moeten houden<br />

dat bij procedures over installatiedefecten wordt gere-<br />

fereerd aan een ISSO publicatie. Niet zo vreemd want<br />

die publicatie beschrijft de met marktpartijen overeen-<br />

gekomen redelijkerwijs aanvaardbare kwaliteit.<br />

ISSO jaarboek<br />

42 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO vervult als vooruitgeschoven post van de instal-<br />

latiewereld een belangrijke functie. De installatiewe-<br />

reld en de installatietechniek zijn in beweging. Op dit<br />

Totstandkoming producten<br />

Nadat de Raad van Begeleiding positief geadviseerd<br />

heeft ten aanzien van een project en het bestuur<br />

ingestemd heeft met de begroting, wordt onder<br />

begeleiding van een breed samengestelde ISSO-<br />

kontaktgroep het project tot uitvoering gebracht.<br />

De ISSO-kontaktgroep, die door de Raad van<br />

Begeleiding benoemd wordt, bestaat uit deskundigen<br />

die representatief worden geacht voor het onderwerp.<br />

In ISSO-kontaktgroepen wordt het contact tussen<br />

praktijk en onderzoek gelegd. Daar wordt vastgesteld<br />

in welke vorm antwoord op de kennisvraag dient te<br />

worden gegeven. De brede samenstelling en de aan-<br />

wezigheid van deskundigen afkomstig uit de praktijk<br />

staan borg voor een goede afstemming van het te ont-<br />

wikkelen kennisproduct op de uitvoeringspraktijk.<br />

Op grond van adviezen van de ISSO-kontaktgroep<br />

en de Raad van Begeleiding ontwikkelt ISSO, al<br />

dan niet in samenwerking met andere organisa-<br />

ties, aanvullende initiatieven om de ISSO-publica-<br />

tie in de praktijk te introduceren. Hierbij kan worden<br />

gedacht aan symposia, lezingenmiddagen, work-<br />

shops, perspublicaties, introductiebijeenkomsten, e.d.<br />

ISSO werkt ook samen met het Nederlands Normali-<br />

satie Instituut (NEN). ISSO-kontaktgroepen verkregen<br />

de status van normcommissies en realiseerden naast<br />

ISSO-publicaties ook door het NEN uitgegeven NEN-<br />

43<br />

moment is ISSO doende haar werkwijze en producten te<br />

evalueren en zonodig bij te stellen om een ‘bewegende’<br />

doelgroep optimaal te kunnen blijven bedienen.<br />

normen. Omdat het nationale normalisatiewerk zich<br />

grotendeels verplaatst heeft naar het Europese vlak, is<br />

de laatste jaren de nadruk meer komen te liggen op het<br />

voorzien in een Nederlandse inbreng in CEN-commis-<br />

sies.<br />

De samenwerking met SBR leidt bij regelmaat tot<br />

gezamenlijke projecten, die de uitgave van ISSO-<br />

SBR-publicaties tot doel hebben. Deze publicaties<br />

beogen vooral informatie en hulpmiddelen te ver-<br />

strekken aan installatie-ontwerpers, architecten<br />

en opdrachtgevers opdat een gezamenlijke oplos-<br />

sen en voorkomen van knelpunten mogelijk wordt.<br />

Op het themaveld ‘Gezonde Gebouwen’ wordt inten-<br />

sief met SBR samengewerkt. Dit leidde tot onder<br />

andere het gezamenlijk realiseren van het ‘Praktijkboek<br />

Gezonde Gebouwen’.<br />

De technische richtlijnen die zijn vastgelegd in ISSO-<br />

publicaties worden algemeen toegepast in het bedrijfs-<br />

leven. Zij dienen als referentiepunt voor kwaliteit van<br />

installatietechniek. Ze zijn de referentie voor standaard<br />

besteksteksten (STABU), standaard rekenprogramma’s<br />

(VABI) en procescertificatiesystemen, KOMOINSTAL<br />

(o.a. BRL 6001 en de BRL- en EPA-W en EPA-U) even-<br />

als voor bepaalde voorwaarden binnen het Garantie<br />

Instituut Woningbouw.


ISSO Publicaties<br />

Publicatie 2<br />

Zontoetredingsfactoren<br />

Voor het berekenen van de hoeveelheid zonnewarmte,<br />

die via de glasvlakken en de zonwering een vertrek bin-<br />

nenkomt, dienen bekend te zijn:<br />

− de hoeveelheid zonnestraling die op de betreffende<br />

gevel valt<br />

− het verhoudingsgetal dat uitdrukt welk deel van de<br />

opvallende (kortgolvige) zonnestraling totaal binnen<br />

komt in de vorm van doorgelaten zonnestraling,<br />

warmtestraling en convectiewarmte.<br />

De opvallende kortgolvige zonnestraling bestaat uit<br />

drie componenten: directe straling, diffuse hemelstra-<br />

ling en - vaak niet te verwaarlozen - die straling, die<br />

door nabij gelegen grondoppervlakken, gebouwen<br />

e.d. wordt gereflecteerd. De opvallende zonnestra-<br />

ling, alsmede de verhouding tussen de drie genoemde<br />

componenten, is afhankelijk van de breedtegraad, de<br />

geveloriëntatie, de datum, het tijdstip op de dag en de<br />

atmosferische troebeling en - voor wat betreft de door<br />

de omgeving gereflecteerde straling - van de aard en<br />

ligging van de reflecterende oppervlakken. Voor de<br />

waarden van de opvallende zonnestraling, afhanke-<br />

lijk van de genoemde factoren, wordt verwezen naar<br />

ISSO-publicatie nr 3 Zonstralingstabellen”.<br />

Er zijn voor de beoordeling van de verschillende begla-<br />

zingen en zonweringen drie grootheden ingevoerd:<br />

− de (absolute) zontoetredingsfactor ZTA, die gebruikt<br />

wordt voor de bepaling van de totale binnenkomende<br />

hoeveelheid zonnewarmte,<br />

− de convectiefactor CF, die aangeeft welk deel van<br />

de totaal binnenkomende hoeveelheid zonnewarmte<br />

onmiddellijk (zonder vertraging door accumulatie)<br />

convectief aan de vertreklucht wordt afgegeven,<br />

− de lichttoetredingsfactor LTA, die dient om de licht-<br />

technische eigenschappen van de diverse zonwerin-<br />

gen te kunnen vergelijken.<br />

Publicatie 3<br />

Zonstralingstabellen<br />

Voor het berekenen van de hoeveelheid zonnewarmte<br />

die via de glasvlakken en de zonwering, resp. via de<br />

buitenmuren een vertrek binnenkomt, dient onder<br />

andere bekend te zijn de hoeveelheid zonstraling die<br />

op de betreffende gevel (of dak) valt.<br />

De opvallende (kortgolvige) zonstraling bestaat uit<br />

drie componenten: directe straling, diffuse hemelstra-<br />

ling en - vaak niet te verwaarlozen - die straling welke<br />

door nabij gelegen grondoppervlakken, gebouwen e.d.<br />

wordt gereflecteerd.<br />

De opvallende zonstraling, alsmede de verhouding<br />

tussen de drie genoemde componenten, is afhankelijk<br />

van de breedtegraad, de geveloriëntatie, de datum, het<br />

tijdstip op de dag en de atmosferische troebeling en<br />

- voor wat betreft de door de omgeving gereflecteerde<br />

straling - van de aard en de ligging van de reflecte-<br />

rende oppervlakken.<br />

De hierna volgende zonstralingstabellen zijn berekend<br />

voor midden Nederland (breedtegraad 52° NB en leng-<br />

tegraad 5° OL) voor alle maanden van het jaar, voor alle<br />

uren van de dag, voor horizontale vlakken en voor 8<br />

verticale geveloriëntaties, en voor een voor Nederland<br />

representatief te achten graad van atmosferische troe-<br />

beling. De drie hier voor genoemde componenten zijn<br />

in deze tabellen zowel afzonderlijk als gezamenlijk<br />

opgenomen. In de praktijk kunnen de tabellen worden<br />

gebruikt voor geheel Nederland.<br />

De hoeveelheid zonnewarmte die via de glasvlakken<br />

en de zonwering een vertrek binnenkomt, kan bere-<br />

kend worden met behulp van een verhoudingsgetal,<br />

de absolute zontoetredingsfactor ZTA, die voor de ver-<br />

schillende zonweringconstructies kan worden ontleend<br />

aan ISSO-publicatie nr. 2 “Zontoetredingsfactoren”.<br />

De zonstralingstabellen zijn opgesteld ten behoeve van<br />

de berekening van de maximale koellast van gebou-<br />

wen. Dit betekent dat deze gelden voor helder weer en<br />

de minimale atmosferische troebeling, die in Nederland<br />

mag worden verwacht. Voor exploitatieberekeningen<br />

zijn deze zonstralingstabellen niet bruikbaar, omdat<br />

daarvoor de gemiddelde situatie maatgevend is, zowel<br />

voor wat betreft de zonneschijnduur en aard van de<br />

bewolking, als ten aanzien van de atmosferische troe-<br />

beling.<br />

Publicatie 4<br />

(ver vangen door ISSO-publicatie 51, ISSOpublicatie<br />

53 en ISSO-publicatie 57 )<br />

ISSO jaarboek<br />

44 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

Publicatie 5<br />

Montage- en materiaaltechnische<br />

kwaliteitseisen voor warmwater ver warmingsinstallaties.<br />

De 2e uitgave van ISSO-publicatie 5 omvat de herzie-<br />

ning en actualisering van de 1e uitgave van ISSO-publi-<br />

catie 5 uit 1978 ‘Montage- en materiaaltechnische kwa-<br />

liteitseisen voor warmwaterverwarmingsinstallaties’.<br />

ISSO-publicatie 5 doet dienst als verwijzing in bestek-<br />

ken of technische omschrijvingen. ISSO-publicatie 5<br />

is een richtlijn voor te stellen eisen aan een warmwa-<br />

terverwarmingsinstallatie. Begrippen en benamingen<br />

zijn zoveel mogelijk aangehouden volgens de STABU-<br />

Standaard Technische Bepalingen 1990.<br />

Publicatie 6<br />

U- en R-waarden van bouwkundige<br />

constructies.<br />

De publicatie bevat alle gegevens over de vocht- en<br />

warmte-technische eigenschappen van bouwconstruc-<br />

ties, bouwmaterialen en isolatiematerialen. Van nage-<br />

noeg alle in Nederland voorkomende constructies zijn<br />

tabellen met U- en R-waarden opgenomen. De fabrikant-/<br />

merkgegevens zijn bijgewerkt tot april 1987. Aldus is<br />

het mogelijk zonder enig rekenwerk onmiddellijk de U-<br />

(vroeger k-) waarde of de R- of Rc-waarde van een con-<br />

structie af te lezen. Deze publicatie is vervangen door<br />

ISSO-publicatie 60 in combinatie met ISSO-Digitaal.<br />

Publicatie 7<br />

Grondleidingen voor warmtetranspor t.<br />

In deze publicatie worden de noodzakelijke voorwaar-<br />

den en richtlijnen voor een betrouwbare aanleg gege-<br />

ven. Tevens worden een aantal mogelijke uitvoerings-<br />

wijzen, constructies en isolatiesystemen behandeld.<br />

Deze publicatie beperkt zich in hoofdzaak tot de toe-<br />

passing van metalen grondleidingen voor warmtetrans-<br />

port en het daarbij optredende gevaar van corrosie<br />

aan de buitenzijde. Voor informatie over het optreden<br />

van corrosie aan de binnenzijde van metalen leidingen<br />

wordt verwezen naar ISSO-publicatie 13.<br />

Publicatie 8<br />

Berekening van het thermische gedrag van<br />

gebouwen bij zomer-ont werpcondities.<br />

Deze publicatie bestaat uit de volgende drie secties:<br />

• Toelichting op NEN 5067 'Koellastberekening voor<br />

gebouwen'. Bij het gebruik van de normberekening is<br />

45<br />

het van belang dat men op de hoogte is van de ach-<br />

tergronden. De aan de normberekeningsmethode<br />

ten grondslag liggende studies en uitgangspunten<br />

zijn in dit deel samengevat. Bovendien worden de in<br />

de normberekening ingevoerde vereenvoudigingen<br />

behandeld.<br />

• Een verkorte globale berekeningsmethode om een<br />

snelle indicatie over de grootte van de koellast te<br />

verkrijgen.<br />

• Een benaderingsmethode voor het berekenen van<br />

de temperatuurstijging in een vertrek indien een<br />

mechanische koelinstallatie met slechts beperkte<br />

capaciteit of alleen een inrichting voor ventilatie met<br />

buitenlucht aanwezig is. In de bijlagen zijn bereke-<br />

ningsformulieren opgenomen met behulp waarvan<br />

de berekeningsgang eenvoudig kan worden gevolgd.<br />

In de laatste bijlage is een volledig uitgewerkt voor-<br />

beeld gegeven.<br />

Publicatie 9 Lucht ver warming in woningen<br />

(ver vangen door ISSO-publicatie 58)<br />

Publicatie 9a (1e aanvulling)<br />

Lucht ver warming in woningen<br />

( Ver vangen door ISSO-publicatie 58)<br />

Publicatie 10<br />

(ver vangen door ISSO-publicatie 49)<br />

Publicatie 11 Warmteterugwinning<br />

De publicatie behandelt:<br />

− procestechnische principes van warmteterugwin-<br />

ningsapparatuur (WTA);<br />

− installatietechnische aanbevelingen bij de toepas-<br />

sing van WTA;<br />

− vochtoverdracht bij roterende WTA;<br />

− gecombineerde warmteterugwinning uit ventilatie-<br />

lucht en verbrandingsgassen van aardgasgestookte<br />

toestellen;<br />

− een methode voor de bepaling van de te verwachten<br />

jaarlijkse energiebesparing bij toepassing van WTA<br />

(besparing in kJ of kW.h voor verwarming en eventu-<br />

eel bevochtiging);<br />

− een algemeen bruikbare kosten-baten analyse-<br />

methode op basis van de Netto Contante Waarde<br />

methode.<br />

Een en ander wordt geïllustreerd aan de hand van vier<br />

praktijkvoorbeelden voor de in Nederland meest toe-


gepaste WTA’s voor ventilatie- en/of luchtbehande-<br />

lingssystemen. Hierbij is zowel aandacht besteed aan<br />

de woningbouw (kleine installaties) alsook aan de utili-<br />

teitsbouw (grotere installaties).<br />

De gegeven berekeningsmethode voor de bepaling<br />

van de energiebesparing is goed toegankelijk en han-<br />

teerbaar gemaakt door het opnemen van grafieken,<br />

waaruit rechtstreeks de jaarlijkse energiebesparing is<br />

af te lezen.<br />

In de bijlagen bij de hoofdstukken energiebesparings-<br />

berekening en kosten-baten analyse zijn de achter-<br />

gronden van de gevolgde berekeningsmethode uitvoe-<br />

rig toegelicht.<br />

Publicatie 12<br />

Verkort referentiejaar voor buitencondities.<br />

De publicatie is een toelichting bij de norm NEN 5060<br />

‘Verkort referentiejaar voor buitencondities’ (VRJ).<br />

Ingegaan wordt op de verschillende toepassingsmo-<br />

gelijkheden van het VRJ en de hierbij te verwachten<br />

nauwkeurigheid.<br />

De toepassingen zijn:<br />

− berekening van de jaarlijkse gemiddelde energie-<br />

behoefte voor klimatisering van gebouwen;<br />

− temperatuuroverschrijdingsberekeningen;<br />

− berekeningen van de jaarlijkse gemiddelde opbrengst<br />

van zonne-energiesystemen.<br />

Het VRJ is eveneens op diskette beschikbaar.<br />

De splitsingsmethode van de globale zonnestraling<br />

in directe en diffuse zonnestraling wordt behandeld.<br />

Ingegaan wordt op de (on)mogelijkheid van toepassing<br />

van het VRJ bij:<br />

• bepalen installatiegrootte;<br />

• bepalen graaddagen/graaduren;<br />

• energieberekeningen met daglichtafhankelijk<br />

geschakelde verlichting.<br />

Publicatie 13<br />

Aanbevelingen ter voorkoming van<br />

corrosie en ketelsteenvorming in<br />

water voerende installaties.<br />

De publicatie behandelt aanbevelingen ter voorkoming<br />

van corrosie en ketelsteenvorming in watervoerende<br />

installaties. Na een inleiding waarin het corrosieproces<br />

wordt uitgelegd, worden de aanwijzingen per installati-<br />

etype geformuleerd. Onderscheiden worden:<br />

− warmwaterverwarmingsinstallaties;<br />

− gekoeldwaterinstallaties;<br />

− zonnecollectorinstallaties;<br />

− heetwaterverwarmingsinstallaties;<br />

− lage-drukstoominstallaties;<br />

− luchtbevochtigings- en koeltoreninstallaties.<br />

In de bijlage worden veiligheidsaanwijzingen gegeven<br />

met betrekking tot de in de publicatie genoemde che-<br />

micaliën. Ook het kalkkoolzuurevenwicht wordt behan-<br />

deld.<br />

Publicatie 14<br />

Zonneboilers, ont werp, uit voering en<br />

advisering.<br />

De nieuwe ISSO-publicatie 14 behandelt per hoofdstuk<br />

de volgende onderwerpen:<br />

1. ‘Inleiding zonneboilertechniek’ - beschrijft in alge-<br />

mene termen de mogelijkheden om zonne-energie<br />

toe te passen voor de bereiding van warmtapwater.<br />

2. ‘Zonneboilerconcepten’ - beschrijft reële zonneboi-<br />

lerconcepten, waarbij met name de afwegingsmoge-<br />

lijkheden tussen verschillende concepten en relaties<br />

naar het toepassingsgebied behandeld worden.<br />

3. ‘Installatietechniek en montage’ - gaat ervan uit dat<br />

een installateur een complete zonneboilerinstallatie<br />

(inclusief installatievoorschrift) aanschaft en geeft<br />

tevens bouwkundige aspecten en adviezen.<br />

4. ‘Gebruiksaspecten’ - bevat aspecten die verband<br />

houden met het gebruik van de zonneboiler, als-<br />

mede een lijst van storingen.<br />

5. ‘Ontwerpen en dimensioneren’ - geeft hulpmiddelen<br />

bij het ontwerpen en dimensioneren van zonneboi-<br />

lers, waarbij ook onderdelen gedetailleerd worden<br />

besproken.<br />

De publicatie gaat voornamelijk in op zonneboilers voor<br />

individuele woonhuistoepassing.<br />

Publicatie 16<br />

De jaarlijkse warmtebehoef te van<br />

woningen ; energiegebruiksberekening per<br />

ver trek en totaal.<br />

In deze publicatie wordt een beschrijving gegeven van<br />

een eenvoudige rekenmethode ter bepaling van de<br />

jaarlijkse warmtebehoefte van een woning of woning-<br />

ontwerp. De berekeningsmethode is gedetailleer-<br />

der dan die gegeven in de NVN 5125. De methode is<br />

tevens bedoeld om inzicht te geven in de effecten van<br />

bepaalde ontwerpbeslissingen.<br />

Het energiegebruik wordt per vertrek berekend. De<br />

publicatie is voorzien van een uitgebreid werkpakket<br />

ISSO jaarboek<br />

46 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

met invulstaten en tabellen waarin alle benodigde infor-<br />

matie wordt gegeven. Afzonderlijk wordt de zomersi-<br />

tuatie besproken. In de publicatie zijn enkele bereke-<br />

ningsvoorbeelden opgenomen. De publicatie is gericht<br />

op het ondersteunen van de ontwerper die een ener-<br />

giezuinige woning wil ontwerpen.<br />

Publicatie 17<br />

Richtlijnen voor ont werp, uit voering,<br />

onderhoud en beheer van<br />

luchtkanaalsystemen.<br />

Deze publicatie is een onmisbare referentie voor<br />

opdrachtgevers, adviseurs en installateurs die<br />

daadwerkelijk een technische invulling geven aan het<br />

begrip kwaliteit. De publicatie dient daarom als<br />

uitgangspunt in bestekken te worden gehanteerd.<br />

Kwaliteitseisen voor metalen luchtkanalen, thermische<br />

en akoestische isolatiesystemen.<br />

Naast de kwaliteit van het ontwerp van het luchtka-<br />

naalsysteem wordt aandacht besteed aan kwaliteitsei-<br />

sen voor de gebruikersmaterialen en isolatiesystemen<br />

(akoestisch en thermisch).<br />

De genoemde kwaliteitseisen, die aansluiten op het<br />

gehele realisatieproject van fabricage, ontwerp, uitvoe-<br />

ring, onderhoud en beheer, sluiten zoveel mogelijk aan<br />

bij de momenteel in Europees verband in ontwikkeling<br />

zijnde normen.<br />

Luchtkanalen, drukverlies-, thermische en akoestische<br />

berekeningen.<br />

In dit deel worden de uitgangspunten en ontwerppro-<br />

cedures voor luchtkanalen gegeven. Hierbij zijn, waar<br />

mogelijk, de bij het ontwerp benodigde gegevens ver-<br />

meld. De weerstandfactoren voor hulpstukken zijn in<br />

formulevorm gegeven. Om een verantwoorde uitspraak<br />

47<br />

te kunnen doen over de betrouwbaarheid van de com-<br />

puterprogramma’s voor drukverliesberekeningen van<br />

luchtkanalen is een uitgewerkt voorbeeld opgenomen.<br />

Tevens worden de berekeningen voor het economisch<br />

optimaal kanaalontwerp, thermische- en akoestische<br />

berekeningen (volgens ISSO-publicatie 24) aan de<br />

orde gesteld.<br />

Publicatie 18 Leidingnetberekening.<br />

De publicatie gaat in op de berekeningsgrondslagen en<br />

geeft aan hoe de drukverliesberekening moet worden<br />

uitgevoerd. De publicatie bevat weerstandsfactoren<br />

voor een groot aantal hulpstukken. Alle weerstands-<br />

factoren van hulpstukken zijn in formulevorm gegeven.<br />

Om een verantwoorde uitspraak te kunnen doen over<br />

de betrouwbaarheid van de computerprogramma’s<br />

voor drukverliesberekeningen van leidingnetten zijn<br />

toetsingscriteria opgesteld waaraan programma’s<br />

moeten voldoen. Voor controle is een met de hand uit-<br />

gewerkt voorbeeld opgenomen.<br />

Tenslotte worden in deze publicatie methoden bespro-<br />

ken die leiden tot een optimaal leidingnetwerk waarvan<br />

de jaarlijkse exploitatiekosten minimaal zijn.<br />

Publicatie 19<br />

Thermisch binnenklimaat, aanbevelingen.<br />

De thermische behaaglijkheid wordt bepaald door:<br />

− omgevingsfactoren: luchttemperatuur, gemiddelde<br />

stralingstemperatuur, luchtvochtigheid en gemiddelde<br />

luchtsnelheid;<br />

− persoonsgebonden factoren: kleding, activiteit etc.<br />

Kort wordt ingegaan op het bepalen/meten van boven-<br />

genoemde factoren.<br />

In deze publicatie wordt gebruik gemaakt van de (sta-<br />

tionaire) theorie-/rekenmodellen van P.O. Fanger (zie<br />

ook NEN-ISO 7730).<br />

Om directe toepassing in de praktijk te vereenvoudigen<br />

worden tabellen met aanbevolen binnenluchttempera-<br />

turen gegeven.<br />

Ook aan het voorkomen van lokaal discomfort wordt<br />

aandacht besteed en wordt kort ingegaan op de beoor-<br />

deling van klachten.<br />

Publicatie 20<br />

Energiegebruik in kantoorgebouwen.<br />

Een berekeningsmethode ter vaststelling van het ener-<br />

giegebruik voor verwarming en ventilatie van kantoor-


gebouwen of daarmee vergelijkbare utiliteitsgebouwen.<br />

De publicatie is bedoeld om na te gaan welk energie-<br />

gebruik voor een bepaald gebouw als redelijk mag<br />

worden verondersteld. Tevens kan men met behulp van<br />

deze methode onderzoeken hoeveel energiebesparing<br />

bepaalde maatregelen kunnen opleveren.<br />

In de publicatie is een richtwaardentabel opgenomen<br />

waarmede zonder veel rekenwerk het energiegebruik<br />

snel kan worden bepaald.<br />

Publicatie 21<br />

Berekening van het energiegebruik voor<br />

klimatisering en verlichting van<br />

kantoorgebouwen.<br />

In deze publicatie worden rekenmethoden gegeven<br />

waarmee het energiegebruik voor klimatisering en ver-<br />

lichting van kantoorgebouwen kan worden bepaald.<br />

Ter verhoging van het gebruikersgemak zijn de reken-<br />

methoden voorzien van invulschema’s en zijn, waar<br />

mogelijk, tabellen gegeven met richtwaarden voor de<br />

invoergegevens. De rekenmethoden met richtwaarden<br />

worden gebruikt als gereedschap voor:<br />

− ontwerp van gebouw en installatie;<br />

− energiebesparing en advisering;<br />

− energiegebruik gebouw met of zonder installatie;<br />

− controle of het energiegebruik van gebouw en instal-<br />

latie als redelijk kan worden verondersteld.<br />

De rekenmethoden, die ook eenvoudig te programme-<br />

ren zijn voor een kleine computer, zijn afhankelijk van<br />

gebouwtype en klimaatregelingsinstallatie. Er worden<br />

globaal drie categorieën onderscheiden:<br />

Categorie 1 Gebouwen met centrale verwarming door<br />

middel van warmwaterradiatoren of con-<br />

vectors. Alleen natuurlijke ventilatie door<br />

openen van ramen en deuren tijdens kan-<br />

toortijd. Geen mechanische koeling door<br />

middel van een koelmachine.<br />

Categorie 2 Gebouwen met centrale verwarming met<br />

radiatoren of convectors. Mechanische<br />

ventilatie door middel van een centraal-<br />

mechanisch luchtsysteem, eventueel be-<br />

vochtiging in de winter, geen koeling door<br />

middel van koelmachines.<br />

Categorie 3 Gebouwen met volledige regeling van<br />

de luchttemperatuur en luchtvochtig-<br />

heid tijdens kantoortijd in de winter en de<br />

zomer.<br />

Raamgroot te en raamsysteem<br />

Ook is aandacht besteed aan de beheersing van het<br />

binnenklimaat in de zomer indien geen mechanische<br />

koeling wordt toegepast, dus in het geval van de cate-<br />

gorieën 1 en 2. Hiervoor zijn methoden gegeven om<br />

raamsystemen en de grootte van het raam te selecte-<br />

ren, respectievelijk te dimensioneren.<br />

In bijlage C wordt een overzicht gegeven van de bekend-<br />

ste centrale klimaatregelinstallaties, onderscheiden<br />

naar de drie genoemde categorieën 1, 2 en 3. Hierbij<br />

wordt onder andere ingegaan op de principewerking,<br />

ontwerpuitgangspunten, eigenschappen en toepassin-<br />

gen. Bijlage D geeft een overzicht van de beschikbare<br />

energie-adviseringsgereedschappen voor gebouwen<br />

en bijlage E gaat in op de Nederlandse Energieprestatie-<br />

norm voor Utiliteitsgebouwen NEN 2916.<br />

Publicatie 22<br />

Energiegebruik in schoolgebouwen.<br />

Deze publicatie bevat een berekeningsmethode ter<br />

vaststelling van het energiegebruik voor de verwar-<br />

ming van schoolgebouwen. De publicatie is bedoeld<br />

voor adviseurs, installateurs en gebouwbeheerders die<br />

willen nagaan welk energiegebruik voor een bepaald<br />

schoolgebouw als redelijk mag worden verondersteld.<br />

Tevens kan men onderzoeken hoeveel energiebespa-<br />

ring bepaalde maatregelen kunnen opleveren. In de<br />

publicatie zijn een aantal richtwaardentabellen opge-<br />

nomen waarmee men zonder veel rekenwerk het ener-<br />

giegebruik snel kan bepalen.<br />

Publicatie 23<br />

Correctieprocedure referentiejaar naar<br />

actueel jaar.<br />

Het energiegebruik van een gebouw of installatie is<br />

onder andere afhankelijk van het buitenklimaat. Veel<br />

energieberekeningen worden uitgevoerd met klimaat-<br />

gegevens van een (verkort) referentiejaar volgens NEN<br />

5060 (zie ook ISSO-publicatie 12).<br />

Deze berekeningen geven dan een resultaat dat gemid-<br />

deld over een langere periode juist is. Wil men nu het<br />

met een (verkort) referentiejaar berekende energiege-<br />

bruik vergelijken met het gemeten energiegebruik in<br />

een bepaald jaar, dan is dit niet zonder meer mogelijk<br />

omdat het klimaat van geen enkel jaar gelijk is aan dat<br />

van de voorgaande jaren.<br />

Om toch het energiegebruik van een gebouw of de<br />

opbrengst van een zonneboilerinstallatie te kunnen<br />

ISSO jaarboek<br />

48 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

vergelijken met de berekende waarde is een correctie<br />

nodig. In deze publicatie wordt hiervoor een correctie-<br />

procedure gegeven.<br />

Publicatie 24<br />

Installatiegeluid.<br />

Deze publicatie is een hulpmiddel bij het maken van<br />

geluidsberekeningen.<br />

Behandeld wordt het geluid veroorzaakt of overgedra-<br />

gen door technische installaties in het algemeen en<br />

luchttechnische systemen in het bijzonder.<br />

Enerzijds wordt uitvoerig ingegaan op de theorie en de<br />

achtergronden van het rekenen aan geluid. Anderzijds<br />

wordt veel aandacht besteed aan de benodigde prakti-<br />

sche gegevens voor geluidsberekeningen. In een apart<br />

hoofdstuk wordt ook aandacht besteed aan trillings-<br />

isolatie van opgestelde installaties. Verder wordt aan-<br />

dacht geschonken aan normen, geldend voor installa-<br />

tiegeluid binnen en buiten gebouwen.<br />

Als toelichting op de gegeven methoden voor geluids-<br />

berekeningen zijn een aantal uitgebreide rekenvoor-<br />

beelden opgenomen.<br />

Publicatie 25<br />

Optimale leidingisolatie.<br />

Deel 1 bevat een tabellenboek met een groot aantal<br />

tabellen, zodat de optimale isolatiedikte c.q. de beno-<br />

digde isolatiedikte om condensatie te voorkomen voor<br />

de meeste in de praktijk voorkomende gevallen snel<br />

kan worden afgelezen.<br />

Deel 2 bevat een handberekeningsmethode voor het<br />

bepalen van de economisch optimale isolatiedikte en<br />

een handberekeningsmethode voor het bepalen van<br />

de benodigde isolatie om condensatie te voorkomen.<br />

Beide methoden zijn, waar mogelijk, voorzien van tabel-<br />

len en grafieken met informatie over de in te voeren<br />

gegevens. In de bijlagen zijn de fysische achtergron-<br />

den van beide berekeningsmethoden uiteengezet.<br />

Publicatie 26<br />

Uit wendige corrosiebestrijding.<br />

Deze publicatie bevat aanbevelingen om uitwendige<br />

corrosie van verwarmings- en luchtbehandelingsin-<br />

stallaties te voorkomen of uit te stellen (ter voorkoming<br />

van inwendige corrosie wordt verwezen naar publica-<br />

tie 13). Na een omschrijving van de belangrijkste ach-<br />

tergronden van corrosie en corrosiebestrijding worden<br />

49<br />

aanbevelingen gedaan die betrekking hebben op het<br />

voorkomen en bestrijden van corrosie.<br />

Publicatie 27<br />

Lucht filters voor comfor tinstallaties.<br />

De publicatie is een informatiebron voor hen die zich<br />

bezighouden met het ontwerpen, installeren en gebrui-<br />

ken van luchtfilters in luchtbehandelingsinstallaties.<br />

Een overzicht wordt gegeven van de factoren die een<br />

rol spelen bij het selecteren van filters.<br />

De publicatie behandelt in hoofdzaak mechanische fil-<br />

ters, doch veel zaken gelden voor filters in het alge-<br />

meen. Ook aan exploitatiekosten wordt ruim aandacht<br />

besteed.<br />

Publicatie 28<br />

Gebalanceerde ventilatie in woningen<br />

(aanbevelingen voor ont werp en uit voering<br />

van ventilatiesystemen met<br />

warmteterugwinning).<br />

(Deze publicatie is ver vangen door<br />

ISSO-publicatie 62.)<br />

Publicatie 29<br />

Stralingsver warming in hoge ruimten ;<br />

indirect systeem.<br />

De publicatie geeft richtlijnen voor het ontwerpen van<br />

stralingsverwarming in hoge ruimten (min. 4 m). Deze<br />

stralingsverwarming bestaat uit stralingspanelen, die<br />

met een verwarmingsmedium doorstroomd worden<br />

(indirect systeem).<br />

Voor praktisch gebruik is een handberekeningsme-<br />

thode afgeleid, waarmee op basis van gebouweigen-<br />

schappen en behaaglijkheidswensen op betrouwbare<br />

wijze een installatie kan worden ontworpen.<br />

De methode sluit aan bij de in ISSO-publicatie 4 gevolgde<br />

werkwijze.<br />

De berekening van het oppervlak van de stralingspa-<br />

nelen wordt gegeven, daar de bedrijfswijze een grote<br />

invloed heeft op de benodigde opwarmtoeslag.<br />

Publicatie 30<br />

Tapwaterinstallaties in woningen.<br />

Deze publicatie behandelt de drinkwaterinstallaties in<br />

woningen en gaat in op het water- en energiegebruik<br />

en de hieruit voortvloeiende consequenties voor het<br />

ontwerp.


Aanbevelingen en kwaliteitseisen worden gegeven voor<br />

het ontwerp en de uitvoering van tapwaterinstallaties.<br />

Met behulp van deze publicatie is de ontwerper in staat<br />

tapwaterinstallaties te realiseren welke voldoen aan de<br />

door de samenleving gestelde eisen en aan de thans<br />

geldende voorschriften en normen ten aanzien van uit-<br />

voering, water- en energiegebruik, geluidsoverlast en<br />

comfort.<br />

Publicatie 31<br />

Meetpunten en meetmethoden voor<br />

klimaatinstallaties.<br />

Het aantal meetpunten in een klimaatregelinginstallatie<br />

is vaak te gering om op behoorlijke wijze, volgens het<br />

ontwerp, volumestromen in te stellen of om te controle-<br />

ren of een installatie of onderdelen hiervan op de juiste<br />

wijze functioneren. In het geval van storing is het vaak<br />

noodzakelijk via de meetpunten informatie te verkrij-<br />

gen, opdat de storing op doelmatige wijze kan worden<br />

opgelost. De publicatie geeft niet alleen aan waar<br />

meetpunten in een installatie moeten worden opgeno-<br />

men, maar ook welke meetmethoden hierbij dienen te<br />

worden gehanteerd, opdat een betrouwbaar meetresul-<br />

taat wordt verkregen. Met deze publicatie is niet alleen<br />

bereikt dat de ontwerper/installateur een praktisch<br />

gereedschap heeft bij de realisatie en het beheer van<br />

de installaties maar ook dat tijdens het overleg tussen<br />

opdrachtgever, ontwerper en installateur een referen-<br />

tiedocument voorhanden is betreffende het benodigd<br />

aantal meetpunten en de te hanteren meetmethoden<br />

bij de realisatie en het beheer van de installatie.<br />

Publicatie 32<br />

Temperatuursimulatieprogramma’s ;<br />

uitgangspunten.<br />

Temperatuursimulatieprogramma’s worden o.a. ge-<br />

bruikt voor energieberekeningen of bepaling van het<br />

aantal uren met een te hoge binnentemperatuur. De<br />

resultaten van deze programma’s hangen sterk af van<br />

de gebruikte invoergegevens. Deze publicatie gaat<br />

nader in op de belangrijkste invoerparameters voor<br />

temperatuursimulatieberekeningen.<br />

De publicatie geeft een standaardbeschrijving voor de<br />

invoergrootheden voor deze berekeningen. Door de in<br />

deze publicatie aanbevolen standaard van toepassing<br />

te verklaren, hebben de betrokken partijen (ontwerpers<br />

en opdrachtgevers) zekerheid dat de ontwerpbereke-<br />

ningen op dezelfde invoergegevens zijn gebaseerd.<br />

Deze standaardisatie betreft het gebruik van definities,<br />

het geven van schakelwaarden voor bijvoorbeeld ver-<br />

lichting en zonwering en de simulatie van gebruikers-<br />

gedrag. Ook wordt het gebruik van verschillende kli-<br />

maatbestanden in de praktijk nader toegelicht.<br />

Publicatie 33<br />

Kengetallen en vuistregels - hulpmiddel bij<br />

het ont werp van gebouwen.<br />

Veelal moet reeds in een zeer vroeg stadium van het<br />

bouwproces een raming gemaakt worden van ruimte-<br />

behoefte, ontwerpparameters, capaciteiten en kosten<br />

van installaties en installatiedelen.<br />

Deze publicatie bevat een verzameling kengetallen<br />

voor vuistregels bij de ondersteuning van het ontwerp<br />

van werktuigkundige en elektrotechnische gebouw-<br />

installaties. Als onderlegger is de Engelse BSRIA-<br />

publicatie ‘Rules of Thumb’ gebruikt. Deze is bewerkt<br />

en uitgebreid voor de Nederlandse ontwerppraktijk.<br />

Hierbij is gebruik gemaakt van bestaande publicaties<br />

op het gebied van kengetallen en de kennisinbreng van<br />

de ISSO-kontaktgroep. Kosten kengetallen zijn in deze<br />

publicatie niet opgenomen.<br />

De vermelde kengetallen hebben betrekking op speci-<br />

fieke situaties:<br />

• vaststellen van benodigde ruimte;<br />

• uitgangspunten voor het ontwerp;<br />

• vaststellen warmtelast, koellast en elektrische last;<br />

• dimensioneren van elektrische installaties;<br />

• dimensioneren van werktuigkundige installaties.<br />

Hoewel de kengetallen gemakkelijk te hanteren zijn,<br />

is een waarschuwing op zijn plaats. Ondeskundige<br />

interpretatie gebaseerd op foutieve inschattingen door<br />

onervaren gebruikers van deze publicatie kan tot onzin-<br />

nige uitkomsten leiden. De kengetallen dienen derhalve<br />

niet door onervaren ontwerpers gebruikt te worden.<br />

Publicatie 3 4<br />

Stralingsver warming in hoge ruimten<br />

(direct systeem).<br />

Deze publicatie geeft richtlijnen voor het ontwerpen van<br />

stralingsverwarming in hoge ruimten (min. hoogte 4 m).<br />

Deze stralingsverwarming bestaat uit direct met aard-<br />

gas gestookte stralingstoestellen (direct gestookt).<br />

Als voorbeelden van hoge ruimten kunnen sportza-<br />

len, werkplaatsen, magazijnen en hangars worden<br />

genoemd.<br />

Als karakterisering van ‘hoge ruimten’ geldt dat deze<br />

veelal groot van afmetingen en vrijstaand zijn.<br />

ISSO jaarboek<br />

50 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

Voor praktisch gebruik is een eenvoudige handbereke-<br />

ningsmethode afgeleid, waarmee op basis van de ge-<br />

bouw eigenschappen en behaaglijkheidwensen op be-<br />

trouwbare wijze een installatie kan worden ontworpen.<br />

Bij het berekenen van de capaciteit van de stralings-<br />

panelen speelt behalve het transmissie- en ventila-<br />

tiewarmteverlies ook de gewenste opwarmtoeslag,<br />

afhankelijk van de bedrijfswijze en de vloerafwerking,<br />

een belangrijke rol.<br />

Omdat het energiegebruik van stralingsverwarming<br />

niet uitsluitend wordt bepaald door stationaire warmte-<br />

verliezen, maar in belangrijke mate door het dynamisch<br />

gedrag van de vloerconstructie zijn hiervoor richtlijnen<br />

gegeven. De gepresenteerde waarden voor energiege-<br />

bruiken zijn gebaseerd op een voorbeeldgebouw en<br />

moeten derhalve uitsluitend als richtwaarden worden<br />

gezien.<br />

Publicatie 35<br />

Van automatisering naar gebouwbeheer.<br />

(een overzicht van de stand van zaken)<br />

Deze publicatie geeft informatie over de technische en<br />

technisch-organisatorische aspecten rond het beheer<br />

van gebouwtechnische installaties. Het betreft een<br />

overzicht van de stand van zaken. In de publicatie<br />

komen aan de orde:<br />

− managementinformatie;<br />

− software;<br />

− datacollection;<br />

− communicatie en koppeling;<br />

− begrippenlijst gebouwbeheersystemen.<br />

Publicatie 3 6<br />

Standaardvraagspecificatie voor<br />

installaties in gebouwen.<br />

De standaardvraagspecificatie bestaat uit nalooplijsten<br />

met behulp waarvan het overleg met de opdrachtgever<br />

en overige bouwpartners kan worden gestructureerd.<br />

Het gaat hierbij om het vastleggen van alle afspraken<br />

of aandachtspunten die voor de installateurs of andere<br />

partners van belang zijn.<br />

Men kan de lijsten gebruiken voor externe maar ook<br />

voor interne besprekingen. Door het laatste kan<br />

bepaald worden welke vragen extern gesteld dienen te<br />

worden. Tenslotte gaat invulling van de vraagspecifica-<br />

tie uit van de eigen deskundigheid.<br />

51<br />

Door de meegeleverde diskette:<br />

– kan een selectie worden gemaakt van welke lijsten<br />

voor dit project van belang zijn;<br />

– kunnen de lijsten voor het doel worden aangepast;<br />

– kunnen afspraken efficiënt worden vastgelegd en<br />

worden verspreid.<br />

De vraagspecificatie kan in elke fase van het project<br />

worden gebruikt.<br />

Door de meegeleverde diskette:<br />

– kan een selectie worden gemaakt van welke lijsten<br />

voor dit project van belang zijn;<br />

– kunnen de lijsten voor het doel worden aangepast;<br />

– kunnen afspraken efficiënt worden vastgelegd en<br />

worden verspreid.<br />

De vraagspecificatie kan in elke fase van het project<br />

worden gebruikt.<br />

Publicatie 37<br />

Energiewijzer kantoorgebouwen.<br />

Door wetgeving en wensen van een opdrachtgever<br />

speelt een doelstelling voor het energiegebruik bij aan-<br />

vang van het ontwerp een steeds belangrijkere rol.<br />

Om een beoogde energiedoelstelling te realiseren<br />

vergt het ontwerp van gebouw en klimaatinstallaties<br />

steeds nadrukkelijker een integrale aanpak van de ont-<br />

werpende partijen.<br />

Met de publicatie ‘Energiewijzer kantoorgebouwen’<br />

kan de invloed van ontwerpbeslissingen op het ener-<br />

giegebruik van klimaatinstallaties reeds in de vooront-<br />

werpfase (VO) snel zichtbaar worden gemaakt. Indien<br />

het energiegebruik hoger is dan de doelstelling kunnen<br />

met de Energiewijzer tijdens het VO de vereiste aan-<br />

passingen weloverwogen worden gemaakt. Achteraf<br />

zijn deze zowel technisch als financieel vaak niet meer<br />

mogelijk. Deze publicatie dient dan ook bij uitstek als<br />

communicatiemiddel tussen de ontwerpende partijen<br />

bij het tot stand brengen van een energetisch goede<br />

basis in het VO.<br />

De bepaling van het energiegebruik kan eenvoudig aan<br />

de hand van tabellen handmatig worden uitgevoerd.<br />

De ‘wijzer’ functie komt tot uitdrukking doordat door<br />

kleuring is aangegeven of uitgangspunten naar ver-<br />

wachting tot een energiezuinig ontwerp zullen leiden.<br />

De delen van het VO-proces kunnen worden doorlopen<br />

aan de hand van een energiedoelstelling. Tevens is het


mogelijk elk deel afzonderlijk te beschouwen.<br />

In VO-deel 1 wordt eenvoudig het verband weergege-<br />

ven tussen de belangrijkste bouwfysische en instal-<br />

latietechnische ontwerpuitgangspunten en de interne<br />

warmtelast in relatie tot de thermische behaaglijkheid<br />

en het energiegebruik.<br />

In VO-deel 2 wordt per klimaatsysteem de energiebe-<br />

hoefte (exclusief opwekking!) bepaald. Deze energie-<br />

behoefte is onderverdeeld in verwarming, bevochti-<br />

ging, koeling en transport.<br />

Tenslotte wordt in VO-deel 3 een keuze gemaakt voor<br />

de opwekkingsinstallaties aan de hand van de rende-<br />

menten van (combinaties van) opwekkers van warmte<br />

en koude. Daarnaast komen de energiegebruiken voor<br />

verlichting, apparatuur en warmtapwater globaal aan<br />

de orde, zodat een totaalbeeld van het energiegebruik<br />

ontstaat.<br />

Tenslotte wordt ten behoeve van de DO- (definitief<br />

ontwerp) fase checklisten gegeven van te overwegen<br />

extra energiebesparende maatregelen met de daarbij<br />

behorende besparingseffecten.<br />

Publicatie 3 8<br />

Handboek Warmtepompen.<br />

In dit ISSO-handboek zijn de praktische kennis en<br />

ervaring met betrekking tot het toepassen van warm-<br />

tepompen in de gebouwde omgeving gebundeld. Het<br />

handboek is een gereedschap om verantwoorde en<br />

succesvolle toepassingen te realiseren toegespitst op<br />

de Nederlandse situatie. Onderscheid wordt gemaakt<br />

in mechanische- en thermische warmtepompen. De<br />

mechanische warmtepomp wordt weer onderscheiden<br />

in het elektromotor- en gasmotorgedreven type. Bij<br />

de thermische warmtepomp wordt het gasgestookte<br />

absorptietype behandeld.<br />

Voor een succesvolle toepassing is het van belang dat voor-<br />

delen, randvoorwaarden en gevolgen voor het ontwerp en<br />

gebruik in een vroeg stadium overzien kunnen worden.<br />

Met het handboek wordt daarom de gehele ‘levensloop’<br />

van een warmtepomp in beschouwing genomen.<br />

In deze levensloop wordt onderscheid gemaakt in de<br />

fasen:<br />

− Programma van eisen (initiatief, haalbaarheid en<br />

projectdefinitie);<br />

− Ontwerp (structuur-, voorlopig- en definitief<br />

ontwerp);<br />

− Uitwerking (bestek en prijsvorming);<br />

− Realisatie (werkvoorbereiding, uitvoering en<br />

oplevering);<br />

− Gebruik (beheer en onderhoud);<br />

− Sloop.<br />

De diepgang van de informatie is afgestemd op dat<br />

wat in de beschouwde fase nodig en beschikbaar is.<br />

Belangrijke hulpmiddelen zijn daarbij beslisbomen,<br />

kengetallen en procedures, waarmee snel inzichtelijk<br />

wordt welk proces doorlopen moet worden, op welke<br />

wijze dat het beste kan gebeuren en welke invoergege-<br />

vens daarbij nodig zijn.<br />

Hoewel veel informatie is toegespitst op ontwerpende,<br />

installerende en beherende partijen, bevat het hand-<br />

boek ook voor de samensteller van het programma van<br />

eisen belangrijke informatie.<br />

In diverse bijlagen zijn verder hulpmiddelen en richt-<br />

waarden opgenomen voor het uitvoeren van haal-<br />

baarheidsstudies, energieberekeningen, bepaling van<br />

de efficiëntie, het rapporteren van energiegebruiken en<br />

onderhoud en dergelijke. Daar-naast zijn enkele prak-<br />

tijkvoorbeelden opgenomen.<br />

Publicatie 39<br />

Langetermijnkoudeopslag in de bodem.<br />

Langetermijnkoudeopslag in de bodem of kortweg LTK<br />

is uitgegroeid tot een technisch betrouwbare en milieu-<br />

vriendelijke manier van koelen. De methode kan ook<br />

economisch interessant zijn als aan een aantal rand-<br />

voorwaarden qua schaalgrootte en temperatuurstra-<br />

jecten is voldaan. Deze publicatie beschrijft de ver-<br />

schillende onderdelen van een koudeopslaginstallatie.<br />

Daarnaast biedt deze publicatie inzicht in het eerste<br />

deel van het realisatietraject, het haalbaarheidson-<br />

derzoek. Het haalbaarheidsonderzoek bestaat uit een<br />

quickscan, het formuleren van het Programma van<br />

Eisen, het selecteren van relevante installatieconcep-<br />

ten, het opstellen van het voorontwerp en het beoorde-<br />

len van de haalbaarheid ervan. In de publicatie wordt<br />

ook ruim aandacht besteed aan de benodigde ver-<br />

gunningen en de benodigde tijd voor de verschillende<br />

fasen in het onderzoek c.q. de realisering.<br />

De publicatie is bedoeld voor de professionele<br />

opdrachtgever, de ontwerper, de adviseur en de ont-<br />

werpende installateur.<br />

Publicatie 4 0<br />

Werkplekklimatisering door<br />

verdringingsventilatie.<br />

De publicatie behandelt verdringingsventilatie in de<br />

kantooromgeving. Het betreft een ventilatiesysteem<br />

ISSO jaarboek<br />

52 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

waarbij lucht met een temperatuur die een paar graden<br />

onder vertrekluchttemperatuur ligt wordt toegevoerd.<br />

Ingegaan is op de systeemkenmerken en de werking<br />

in zowel het zomer- als het winterseizoen. Aangegeven<br />

wordt ook wat het toepassingsgebied is.<br />

In een apart hoofdstuk worden ontwerprichtlijnen<br />

geformuleerd.<br />

ISSO-publicatie 40 is vervangen door het ISSO/Rehva-<br />

rapport 900 ‘Verdringingsventilatie voor niet industriële<br />

toepassingen’.<br />

Publicatie 41<br />

Energiewijzer woningen.<br />

De Energiewijzer voor woningen maakt de invloed en<br />

samenhang van de verschillende energiebesparing-<br />

mogelijkheden op het totale energiegebruik van een<br />

woning inzichtelijk. De Energiewijzer is een gereed-<br />

schap waarmee de ontwerpers al in een vroeg stadium<br />

van het ontwerp (voorontwerp) op een eenvoudige<br />

wijze een afweging kunnen maken tussen de verschil-<br />

lende in te zetten middelen bij het realiseren van een<br />

energiedoelstelling. De in het Bouwbesluit gestelde<br />

eisen en wensen van een opdrachtgever maken het<br />

hanteren van een energiedoelstelling noodzakelijk.<br />

Het werken met de Energiewijzer gebeurt in drie stap-<br />

pen. In de eerste stap wordt de energiedoelstelling<br />

bepaald. In de tweede stap worden, afhankelijk van<br />

het type woning, de energiebehoefte (vraagkant) en<br />

de wijze van energieopwekking vastgesteld. In de laat-<br />

ste stap wordt het verwachte energiegebruik van de<br />

woning uitgedrukt in primaire energie (m 3 aeq), waarbij<br />

de relatie met de wettelijk geëiste EPC conform NEN<br />

5128 (energieprestatiecoëfficiënt) wordt gelegd.<br />

Publicatie 4 3<br />

Concepten voor klimaatinstallaties.<br />

Deze publicatie geeft een overzicht van mogelijke<br />

installatieconcepten ten behoeve van de klimatisering<br />

van utiliteitsgebouwen. Om alle mogelijke installatie-<br />

concepten en installatievarianten in beeld te brengen<br />

is op een systematische wijze een compleet overzicht<br />

van de mogelijkheden gegenereerd, waarbij de syste-<br />

men eenduidig zijn geclassificeerd en benoemd. De<br />

publicatie bevat een keuzemethode met behulp waar-<br />

van het ontwerpteam (opdrachtgever, architect, ont-<br />

werper van klimaatinstallaties) tot een juiste installatie-<br />

conceptkeuze zal komen.<br />

53<br />

De publicatie is een instrument, waarmee de keuze<br />

(voorselectie) van het toe te passen installatiecon-<br />

cept evenwichtiger, eenvoudiger, meer onderbouwd en<br />

beter overdraagbaar tot stand zal komen. Specifieke<br />

kennis en ervaring van de ontwerper van klimaatinstal-<br />

laties blijft echter onontbeerlijk om een optimale keuze<br />

te maken en de installatie in al zijn facetten in het des-<br />

betreffende project in te passen.<br />

De keuzemethode is samengevat in ‘werkbladen’, die<br />

zo zijn opgezet dat zij in principe zonder toelichtende<br />

tekst kunnen worden gebruikt. Zij dienen als referentie-<br />

bladen tijdens het doorlopen van het selectieproces.<br />

Publicatie 4 4<br />

Ont werp van hydraulische schakelingen<br />

voor ver warmen.<br />

Deze ISSO-publicatie geeft een methode voor het ont-<br />

werp van hydraulische schakelingen voor verwarmen.<br />

De ontwerpmethode omvat zowel de vollastsituatie als<br />

de deellastsituaties van een hydraulische schakeling.<br />

Rekening houden met deellastsituaties is en wordt<br />

binnen het ontwerp steeds belangrijker in verband<br />

met de eisen die worden gesteld aan het binnenkli-<br />

maat en energiegebruik. De ontwerpmethode gaat uit<br />

van gestandaardiseerde hydraulische subschakelin-<br />

gen (modulen). Van deze modulen wordt ook gebruik<br />

gemaakt in ISSO-publicaties 31 en 42 ‘Meetpunten en<br />

meetmethoden’. De gestandaardiseerde modulen zijn<br />

geschikt voor alle soorten installaties met hoge, lage<br />

of verschillende temperatuurniveaus. Het ontwerp van<br />

hydraulische schakelingen hangt nauw samen met de<br />

overige ontwerpactiviteiten. In deze publicatie wordt<br />

daarom aangegeven welke gegevens nodig zijn uit<br />

voorliggende ontwerpactiviteiten en welke gegevens<br />

nodig zijn na het ontwerp van de hydraulische scha-<br />

keling. De in deze publicatie gepresenteerde ontwerp-<br />

methode is een basismethode waarmee in principe<br />

een goed functionerende hydraulische schakeling voor<br />

verwarmen kan worden gerealiseerd. De ontwerper<br />

kan en mag van deze basismethode afwijken als het<br />

gaat om een creatieve oplossing voor een hydraulische<br />

schakeling die met of zonder de standaardmodules<br />

kan worden gerealiseerd. Men dient in dit geval wel<br />

voldoende kennis te hebben van het gedrag van een<br />

hydraulische schakeling en niet in strijd handelen met<br />

de in deze publicatie vermelde ontwerpeisen en ont-<br />

werpregels, zoals genoemd bij het samenstellen van<br />

de modulen.


Publicatie 4 5<br />

Methoden voor energiebesparingsberekeningen.<br />

Onderbouwingsmethode<br />

EnergieBesparingsFonds (EBF ).<br />

Het EnergieBesparingsFonds (EBF) geeft financie-<br />

ringsmogelijkheden voor niet-huishoudelijke klan-<br />

ten van de energiedistributiebedrijven (uitgezonderd<br />

woningbouwverenigingen, kamerverhuurbedrijven en<br />

dergelijke). De terugverdientijd van de meer-investe-<br />

ring dient minimaal 1 en maximaal 7 jaar te bedragen.<br />

Indien de terugverdientijd groter is dan 3 jaar kan de<br />

klant om een kredietkorting van 20% verzoeken.<br />

De onderbouwingsmethode energieberekeningen voor<br />

het EBF bevat rekenbladen waarmee op eenvoudige<br />

doch betrouwbare wijze van een groot aantal ener-<br />

giebesparende opties de terugverdientijd kan worden<br />

vastgesteld. De meer-investering dient door de klant/<br />

aannemer/installateur te worden bepaald.<br />

De energiebesparende opties hebben betrekking op<br />

de volgende aspecten:<br />

− bouwkunde;<br />

− verlichting;<br />

− warmtapwater;<br />

− klimaatinstallatie;<br />

− combinaties van bovengenoemde aspecten.<br />

In de publicatie is een rekenvoorbeeld opgenomen.<br />

Publicatie 4 6<br />

Ont werp van individuele hydraulische<br />

schakelingen voor ver warmen van<br />

eengezinswoningen<br />

Dit rapport geeft een overzicht van de rekenmetho-<br />

den die zijn ontwikkeld om hydraulische modulen voor<br />

koelen te kunnen berekenen. Hierbij wordt ruim aan-<br />

dacht geschonken aan de warmteoverdracht in warm-<br />

tewisselaars, waarbij condensatie kan optreden.<br />

Theoretisch gezien bestaat er weinig verschil tussen<br />

hydraulische modulen voor koelen en hydraulische<br />

modulen voor verwarmen. Het verschil zit in de warm-<br />

teoverdracht, waardoor eisen en ontwerpregels voor<br />

hydraulische modulen voor koelen anders zijn dan<br />

die voor hydraulische modulen voor verwarmen, zoals<br />

weergegeven in ISSO-publicatie 44.<br />

In situaties waarbij sprake is van natte warmteover-<br />

dracht (condensatie) is slechts een beperkt aantal<br />

gebruikermodulen te berekenen. Het berekenen, waar-<br />

bij modulen met naregeling worden toegepast, is in<br />

het geval van condensatie zelfs onmogelijk. De reden<br />

hiervoor is dat de rekentechniek zo complex is dat het<br />

iteratieproces, dat nodig is om de natte warmteover-<br />

dracht te kunnen berekenen, vaak niet tot een einde<br />

komt. In de gevallen waar het wel tot een einde komt<br />

kan men alleen inzichtelijk maken hoe de schakeling<br />

omgaat met het ontvochtigen.<br />

In dit rapport is alle theoretische kennis vermeld die<br />

voorhanden is bij de analyse en realisatie van hydrau-<br />

lische schakelingen voor koelen, waar ontwerpers van<br />

deze installaties gebruik van moeten maken.<br />

Het is sterk aan te bevelen deze informatie via een ken-<br />

nisoverdrachttraject op dezelfde wijze te presenteren<br />

als in ISSO-publicatie 44. Tevens dienen in dit traject<br />

de combinaties voor warmte- en koudeopwekking<br />

nader te worden uitgewerkt in verband met het hier-<br />

mee te bereiken hoge energiebesparingspotentieel van<br />

10 tot 30 % ten opzichte van gescheiden warmte- en<br />

koudeopwekking.<br />

Publicatie 47<br />

Ont werp van hydraulische schakelingen<br />

voor koelen<br />

Bij het ontwerpen van een klimaatinstallatie zal eerst<br />

aan de hand van het programma van eisen een keuze<br />

gemaakt worden van het toe te passen concept (ISSO-<br />

43). Als het concept van de klimaatinstallatie bekend is,<br />

is het dus ook bekend welke apparaten (koelmachine,<br />

koelbatterij, etc.) in het concept toegepast worden.<br />

De vraag is dan hoe deze apparaten in een hydrauli-<br />

sche schakeling ingepast worden en hoe de hydrau-<br />

lische schakeling ontworpen wordt. De voorliggende<br />

ISSO-publicatie heeft als doel deze vragen te beant-<br />

woorden. Uitgangspunt hierbij is dat de keuze van het<br />

concept van de klimaatinstallatie met bijbehorende<br />

temperatuurniveaus etc. gemaakt is.<br />

De vraag is dus hoe de apparaten die onderdeel uit-<br />

maken van het concept van de klimaatinstallatie in een<br />

hydraulische schakeling ingepast worden. Om deze<br />

vraag te kunnen beantwoorden worden eerst in hoofd-<br />

stuk 2 de kenmerken van verschillende hydraulische<br />

(sub)schakelingen beschreven. In deze publicatie wordt<br />

een hydraulische schakeling onderverdeeld in subscha-<br />

kelingen voor opwekking, distributie en gebruikers.<br />

Deze subschakelingen worden modulen genoemd. De<br />

modulen worden onderverdeeld in passieve en actieve<br />

modulen. Op basis van dit kenmerk kunnen modulen<br />

ISSO jaarboek<br />

54 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

samengesteld worden. Een actieve opwekkermoduul<br />

en een passieve gebruikermoduul worden bijvoorbeeld<br />

met elkaar verbonden door een passieve distributie-<br />

moduul. Met deze methodiek is het mogelijk om op een<br />

juiste manier hydraulische subschakelingen (modulen)<br />

samen te stellen tot één geheel.<br />

Met de beschrijving van de modulen in hoofdstuk 2 is<br />

nog niet de vraag beantwoord wanneer nu deze modu-<br />

len toegepast dienen te worden. Hoofdstuk 3 geeft<br />

daarom aanwijzingen hiervoor. In dit hoofdstuk wordt<br />

beschreven dat een moduul geselecteerd kan worden<br />

op basis van:<br />

eigenschappen van het apparaat dat toegepast wordt;<br />

- noodzakelijke beveiligingen;<br />

- afstemming tussen gebruiker en opwekker;<br />

- praktische overwegingen.<br />

Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt in<br />

hoofdstuk 5 van deze publicatie toegelicht hoe een<br />

hydraulische schakeling samengesteld kan worden.<br />

Bij de voorbeelden wordt aandacht besteed aan geïn-<br />

tegreerde energiesystemen waarbij omschakeling van<br />

verwarmen naar koelen (dus eigenlijk gebruikers die<br />

ook toegepast worden als opwekkers) aan de orde<br />

komt.<br />

In de bijlagen van deze publicatie wordt nader ingegaan<br />

op ontwerpaspecten die in deze publicatie worden toe-<br />

gepast. In bijlage A wordt ingegaan op de eigenschap-<br />

pen van apparaten met betrekking tot hun inpassing<br />

in de hydraulische schakeling. In bijlage B wordt inge-<br />

gaan op het dimensioneren van een buffer. Bijlage C<br />

gaat uitvoeriger in op de eigenschappen van hydrau-<br />

lische gebruikermodulen en geeft hierbij richtwaarden<br />

voor ontwerpgegevens, zoals de Autoriteit van een<br />

regelafsluiter. In bijlage D wordt een overzicht gegeven<br />

voor het samenstellen van de modulen tot een hydrau-<br />

lische schakeling en bijlage E geeft achtergrondinfor-<br />

matie over pompen.<br />

Publicatie 4 8<br />

Koelplafonds /koelconvectoren.<br />

Richtlijn voor ont werp en uit voering.<br />

Indien bij het ontwerpproces van comfortinstallaties de<br />

mogelijke toepassing van klimaatplafonds of koelcon-<br />

vectoren wordt overwogen, biedt voorliggende ISSO<br />

publicatie de ontwerper een aantal gereedschappen<br />

om tot een juiste afweging te komen. Gedetailleerd<br />

worden de diverse klimaatplafond- en koelconvector-<br />

principes en -systemen beschreven en geanalyseerd<br />

55<br />

en in tabelvorm vergeleken, zodat snel een overzicht<br />

van de relevante aspecten kan worden verkregen.<br />

Normen, voorschriften en beoordelingsmethoden met<br />

betrekking tot comfort en capaciteit worden beschre-<br />

ven ten behoeve van ontwikkeling, ontwerp, uitvoe-<br />

ring en oplevering. Het ontwerpproces wordt in twee<br />

stappen beschreven. Eerst wordt ingegaan op de vele<br />

relevante ontwerpaspecten. Vervolgens wordt een<br />

rekenhandleiding verstrekt waarbij de installatie eerst<br />

op ruimteniveau en daarna op gebouwniveau wordt<br />

gedimensioneerd. De specifieke aspecten van klimaat-<br />

plafonds en koelconvectoren in de organisatie van het<br />

bouwproces worden compact besproken, waarbij in<br />

een groot aantal bijlagen checklists worden aangereikt<br />

voor de diverse fasen van het ontwerp- en bouwpro-<br />

ces. Tenslotte wordt ingegaan op de gebruiksfase.<br />

Publicatie 49<br />

Vloer ver warming /wandver warming en<br />

vloer-/wandkoeling.<br />

(herziening ISSO-publicatie 10)<br />

Deze publicatie is een herziening van de ISSO-publi-<br />

catie 10 ‘’Vloerverwarming’. Deze publicatie behandelt<br />

niet alleen vloerverwarming maar ook wandverwar-<br />

ming. Het betreft vooral verwarming voor woningen/<br />

woongebouwen en utiliteitsbouw. Industriële toepas-<br />

singen krijgt beperkte aandacht besteed.<br />

De publicatie gaat eerst in het kort in op de voordelen<br />

van laag temperatuur verwarming (LTV) systemen en<br />

behandelt vervolgende de verschillende typen vloer-


en wandverwarming. Daarna komen de dimensionering<br />

en projectering van de systemen aan bod. De dimen-<br />

sionering is in overeenstemming met de Europese<br />

norm NEN-EN 1264 deel 1 t/m 4. De ingebruikname en<br />

beproeving worden eveneens behandeld.<br />

Naast verwarmen wordt ook aandacht besteed aan<br />

vloer- en wandkoeling.<br />

Publicatie 50<br />

Kwaliteitseisen ver warmingsinstallaties<br />

woningen<br />

Deze publicatie geeft een eenduidig pakket van ont-<br />

werptechnische kwaliteitseisen voor goed functione-<br />

rende warmwaterverwarmingsinstallaties in woningen<br />

en woongebouwen. Het pakket is van toepassing voor<br />

verwarmingsinstallaties die op hoge ontwerptempera-<br />

tuur of op lage ontwerptemperatuur functioneren.<br />

Aan de hand van een globaal ontwerp- en relatie-<br />

schema wordt duidelijk aangegeven waar keuzen<br />

moeten worden gemaakt, welke factoren daarbij een<br />

rol spelen en deze elkaar beïnvloeden. Tevens wordt<br />

in het schema door verwijzing naar specificatiebladen<br />

naar specifieke informatie verwezen.<br />

De in de vorm van specificatiebladen uitgewerkte<br />

ontwerptechnische kwaliteitseisen en richtlijnen zijn<br />

gepresenteerd in de structuur van het Model Kwaliteits-<br />

beheersing Klimaatinstallaties (MKK), zodat in iedere<br />

fase van het voortbrengingsproces van een verwar-<br />

mingsinstallatie duidelijk is aan welke specificaties<br />

moet worden voldaan en welke informatie beschikbaar<br />

moet zijn om het voortbrengingsproces de doorlopen.<br />

Voor het voortbrengingsproces van ventilatie-installa-<br />

ties is eveneens in de structuur volgens MKK ISSO-<br />

publicatie 61 ontwikkeld. Daar waar de onderwerpen<br />

op de specificatiebladen van ISSO-publicatie 50 en 61<br />

elkaar overlappen zijn de nummering van de specifica-<br />

tiebladen en de inhoud op elkaar afgestemd. Tevens<br />

wordt vanuit de specificatiebladen in ISSO-publicatie<br />

50 voor bepaalde onderdelen verwezen naar ISSO-<br />

publicatie 61.<br />

IS SO-publicatie 5 0 digit aal<br />

ISSO-publicatie 50 is ook beschikbaar als CD-Rom.<br />

Deze CD-Rom geeft de gebruiker ondersteuning bij het<br />

werken conform ISSO-publicatie 50 en het vastleggen<br />

van alle stappen binnen het MKK bij het ontwerp en het<br />

specificeren van verwarmingsinstallaties in woningen.<br />

Publicatie 51 Warmteverliesberekening<br />

voor woningen en woongebouwen<br />

Deze publicatie bevat de berekeningsmethode voor het<br />

bepalen van het per vertrek te installeren vermogen en<br />

gaat nader in op het aansluitvermogen c.q. de bijdrage<br />

aan een collectieve bron. In de berekeningsmethode<br />

wordt onderscheid gemaakt in woningen/woongebou-<br />

wen die voldoen aan de (nieuwbouw) eisen van het<br />

Bouwbesluit en woningen/woongebouwen die er niet<br />

aan voldoen. Voor beide typen woningen/woongebou-<br />

wen zijn de volgende berekeningsmethoden opgeno-<br />

men:<br />

een verkorte methode voor het bepalen van het aan-<br />

sluitvermogen op basis van het schilverlies;<br />

een methode voor het bepalen van het per vertrek op<br />

te stellen vermogen;<br />

een methode voor de bepaling van het aansluitvermo-<br />

gen c.q. de bijdrage aan een collectieve bron.<br />

Het in een vertrek op te stellen vermogen bestaat uit<br />

een drietal bijdragen:<br />

het transmissiewarmteverlies;<br />

het ventilatiewarmteverlies;<br />

de toe te rekenen opwarmtoeslag voor opwarming na<br />

eventuele nachtverlaging of bedrijfsbeperking.<br />

De methode sluit aan bij de in ontwikkeling zijnde<br />

Europese norm EN 12831. In de nieuwe methode<br />

wordt rekening gehouden met LTV-systemen. Qua ter-<br />

minologie en maatvoering wordt aangesloten bij het<br />

Bouwbesluit. E.e.a. wordt toegelicht aan de hand van<br />

een aantal voorbeelden.<br />

Publicatie 53<br />

Warmteverliesberekening voor<br />

utiliteitsgebouwen<br />

Deze publicatie bevat de berekeningsmethode voor<br />

utiliteitsgebouwen met vertrekhoogten van 5 meter en<br />

lager. De berekeningsmethode bevat gegevens voor<br />

het bepalen van het per vertrek te installeren vermo-<br />

gen en gaat nader in op het aansluitvermogen c.q. de<br />

bijdrage aan een collectieve bron. In de berekenings-<br />

methode wordt onderscheid gemaakt in utiliteitsge-<br />

bouwen die voldoen aan de (nieuwbouw) eisen van het<br />

Bouwbesluit en (utiliteits)gebouwen die er niet aan vol-<br />

doen. Voor beide typen utiliteitsgebouwen zijn de vol-<br />

gende berekeningsmethoden opgenomen:<br />

een verkorte methode voor het bepalen van het aan-<br />

sluitvermogen op basis van het schilverlies;<br />

een methode voor het bepalen van het per vertrek op<br />

te stellen vermogen;<br />

een methode voor de bepaling van het aansluitvermo-<br />

ISSO jaarboek<br />

56 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

gen c.q. de bijdrage aan een collectieve bron.<br />

Het in een vertrek op te stellen vermogen bestaat uit<br />

een drietal bijdragen:<br />

• het transmissiewarmteverlies;<br />

• het ventilatiewarmteverlies;<br />

• de toe te rekenen opwarmtoeslag voor opwarming<br />

na eventuele nachtverlaging of bedrijfsbeperking.<br />

Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de opwarming<br />

na een meerdaagse bedrijfsbeperking en een dage-<br />

lijkse bedrijfsbeperking. De methode sluit aan bij de in<br />

ontwikkeling zijnde Europese norm EN 12831.<br />

In de nieuwe methode wordt rekening gehouden met<br />

LTV-systemen. Qua terminologie en maatvoering<br />

wordt aangesloten bij het Bouwbesluit. E.e.a. wordt<br />

toegelicht aan de hand van een voorbeeld. Woningen<br />

en woongebouwen worden behandeld in ISSO-publi-<br />

catie 51. Het bepalen van de warmtebehoefte van indu-<br />

striegebouwen of ruimten hoger dan 5 m geschiedt in<br />

ISSO-publicatie 57.<br />

Publicatie 54<br />

Energie Diagnose Referentie (EDR)<br />

Bij energieadvisering in gebouwen worden inzichten<br />

en vermoedens ondersteund met berekeningen. Voor<br />

deze berekeningen kan gebruik gemaakt worden van<br />

rekenmethoden, variërend van eenvoudig tot complex<br />

en gedetailleerd.<br />

Het doel van EDR (Energie Diagnose Referentie) is om<br />

57<br />

voor deze rekenmethoden vast te kunnen stellen:<br />

- het toepassingsgebied;<br />

- de minimaal in rekening te brengen energiestromen<br />

voor een bepaalde toepassing;<br />

- de betrouwbaarheid van de berekeningsresultaten.<br />

Het toepassingsgebied kan vastgesteld worden door<br />

het invullen van een matrix. De minimaal in rekening<br />

te brengen energiestromen zijn bedoeld om een mini-<br />

mum aantal energiebesparende opties tot hun recht te<br />

laten komen.<br />

Met een testprocedure wordt de betrouwbaarheid<br />

vastgesteld. Deze procedure bevat daartoe cases die<br />

uitgevoerd moeten worden en criteria waaraan de uit-<br />

komsten moeten voldoen.<br />

De onderdelen van EDR kunnen afzonderlijk en op<br />

zichzelf staand gebruikt worden. Ook kan EDR ingezet<br />

worden voor het verkrijgen van een attest op één of<br />

meer delen van een methode. Dit attest vormt een kwa-<br />

liteitsgarantie voor de geteste toepassing. In een BRL<br />

(Beoordelingsrichtlijn) zijn de prestatie-eisen (waaron-<br />

der de minimaal benodigde energiestromen en de ver-<br />

eiste betrouwbaarheid) van een bepaalde toepassing<br />

van een rekenmethode dan vastgelegd. Het voorlig-<br />

gende EDR voor horecagebouwen is ingericht naar de<br />

huidige stand van kennis en inzichten. Nieuwe ontwik-<br />

kelingen en inzichten zullen uitbreiding in de toekomst<br />

noodzakelijk maken. Bij de opzet van EDR is hiermee<br />

rekening gehouden.<br />

Publicatie 55<br />

Tapwaterinstallaties in woon- en<br />

utiliteitsgebouwen<br />

De realisatie van grote tapwaterinstallaties is een com-<br />

plex proces. Vanaf het inventariseren van de wensen<br />

van de opdrachtgever tot het veilig en kosten-effec-<br />

tief beheer van een grote tapwaterinstallatie krijgen<br />

opdrachtgevers, ontwerpers en realisatoren te maken<br />

met een grote verscheidenheid aan randvoorwaarden.<br />

ISSO-publicatie 55 ‘Tapwaterinstallaties in woon- en<br />

utiliteitsgebouwen’ biedt een leidraad en een inhoude-<br />

lijk naslagwerk voor het gehele proces van de realisatie<br />

van een grote tapwaterinstallatie. Daarbij komen aan<br />

de orde:<br />

• het verzamelen van informatie ten behoeve van het<br />

ontwerp van de tapwaterinstallatie (het programma<br />

van eisen);<br />

• het ontwerp van de diverse onderdelen van de tap-<br />

waterinstallatie (leidingsysteem, warmtapwaterbe-<br />

reiding, drukverhoging en circulatiesystemen);


• de realisatie van de tapwaterinstallatie;<br />

• het beheer van de tapwaterinstallatie.<br />

Met rekenvoorbeelden, stappenplannen en invultabellen<br />

is het ontwerpproces inzichtelijk en toegankelijk gemaakt.<br />

Toolshop<br />

In de ISSO toolshop is software opgenomen waar-<br />

mee tapwaterinstallaties conform ISSO-publicatie 55<br />

kunnen worden berekenend.<br />

Publicatie 55.1<br />

(herziene versie <strong>2005</strong>)<br />

Praktijkhandleiding ‘Legionellapreventie<br />

in leidingwater’<br />

ISSO-publicatie 55.1 Handleiding Legionellapreventie<br />

in leidingwater is geheel herzien ten opzichte van de<br />

eerste versie. Zij geeft een uitwerking voor de risico-<br />

analyse van collectieve leidingwaterinstallaties die<br />

vallen onder de specifieke Legionella-wetgeving.<br />

Daarnaast geeft de publicatie voorstellen voor instal-<br />

latieaanpassingen en regels voor het opstellen van een<br />

beheersplan.<br />

Door de wijziging van het Waterleidingbesluit en daar-<br />

naast de nieuwe inzichten en kennis die de afgelopen<br />

vier jaar zijn opgedaan, was een algehele herziening<br />

van de handleiding noodzakelijk. De punten waarop de<br />

publicatie is herzien en aangevuld zijn onder meer:<br />

- de nieuwe wetgeving;<br />

- grote installaties met een beperkt aantal aërosolvor-<br />

mende tappunten;<br />

- componenten, als drukverhoginginstallaties, brand-<br />

slanghaspels, nooddouches, warmtapwatervoorzie-<br />

ningen;<br />

- monstername;<br />

- informatie over automatisering van beheersmaat-<br />

regelen;<br />

- alternatieve beheersmaatregelen en detectietech-<br />

nieken;<br />

- rapportage van de beheersmaatregelen;<br />

- model-werkvoorschriften inclusief beproeven van<br />

keerkleppen.<br />

Publicatie 55.2<br />

Handleiding Zorgplicht Legionellapreventie<br />

Collectieve Leidingwaterinstallaties<br />

ISSO-55.2 Handleiding Zorgplicht Legionellapreventie<br />

Collectieve Leidingwaterinstallaties richt zich op<br />

beheerders (eigenaren, adviseurs en installateurs) van<br />

collectieve leidingwaterinstallaties die buiten de reik-<br />

wijdte van de Regeling voor legionellapreventie van het<br />

Waterleidingbesluit vallen. Het doel van deze handlei-<br />

ding is om hen op een eenvoudige, toegankelijke en<br />

overzichtelijke manier te adviseren over de invulling<br />

van de zorgplicht voor het beschikbaar stellen van<br />

deugdelijk drinkwater die zij hebben op basis van de<br />

Waterleidingwet en het Waterleidingbesluit. De hand-<br />

leiding richt zich daarbij uitsluitend op de zorgplicht<br />

met betrekking tot het aspect Legionella.<br />

In deze Handleiding is de volgende werkwijze gepre-<br />

senteerd:<br />

A. Inventarisatie tappunten met behulp van een<br />

beperkte risicoanalyse. Het doel hiervan is vast<br />

te stellen of en aan hoeveel tappunten relevante<br />

hoeveelheden aërosolen kunnen vrijkomen. Deze<br />

inventarisatie kan in principe door de eigenaar van<br />

de installatie zelf worden uitgevoerd en richt zich<br />

uitsluitend op de tappunten.<br />

B. Vervolgens zijn er drie mogelijkheden:<br />

1. Als er geen tappunten zijn waar relevante hoe-<br />

veelheden aërosolen (RHIA) kunnen vrijkomen,<br />

dan is men klaar.<br />

2. Als aan een relatief beperkt aantal tappun-<br />

ten aërosolvorming optreedt, kan een aanpak<br />

worden gevolgd die zich uitsluitend richt op die<br />

tappunten.<br />

3. Als aan een relatief groot aantal tappunten<br />

aërosolvorming optreedt, is het uitvoeren van<br />

een risicoanalyse voor de gehele installatie<br />

gewenst.<br />

C. Ten slotte kunnen de uitgevoerde risicoanalyse en<br />

eventueel te nemen beheersmaatregelen worden<br />

vastgelegd in een beheersinstructie.<br />

Publicatie 56<br />

Inregelen van ont werpvolumestromen in<br />

individuele ver warmingsinstallaties in<br />

woningen<br />

ISSO-publicatie 56 geeft in een logische opeenvolging<br />

van handelingen weer hoe individuele warmwaterver-<br />

warmingssystemen in woningen worden ingeregeld.<br />

De gangbare voorinstelmethode, ook behandeld in<br />

ISSO-publicatie 31, wordt aangevuld met de tem-<br />

peratuurmethode. In de meeste gevallen volstaat de<br />

voorinstelmethode voor systemen waarvan alle infor-<br />

matie over de hydraulische schakeling aanwezig is en<br />

dus een drukverliesberekening kan worden gemaakt.<br />

Het in deze publicatie behandelde inregelen met behulp<br />

ISSO jaarboek<br />

58 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

van de temperatuurmethode wordt toegepast als er<br />

geen of onvoldoende gegevens over de hydraulische<br />

schakeling aanwezig zijn, bijvoorbeeld bij renovatie, en<br />

er geen drukverliesberekening kan worden gemaakt.<br />

De temperatuurmethode is een ingewikkelde, tijdroven-<br />

de methode en wordt alleen in uiterste situatie toegepast.<br />

De inregelmethoden in deze publicatie zijn vastge-<br />

legd in een aantal een aantal specificatiebladen. Deze<br />

specificatiebladen zijn onderdeel van het MKK (Model<br />

Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties). In het MKK<br />

wordt door middel van projectfasen, die aansluiten bij<br />

de gangbare praktijk, het voortbrengingsproces van<br />

een klimaatinstallatie beschreven.<br />

Door het in deze publicatie gegeven inregelproces te<br />

volgen wordt bereikt dat ontwerpvolumestromen in de<br />

verwarmingsinstallatie voldoende nauwkeurig worden<br />

ingesteld, waardoor het in het programma van eisen<br />

gespecificeerde verwarmingscomfort wordt gereali-<br />

seerd bij een zo laag mogelijk energiegebruik.<br />

Publicatie 57<br />

Warmteverliesberekening voor ruimten<br />

hoger dan 5 m.<br />

warmteverliesberekening voor industriegebouwen<br />

en vides en atria<br />

Deze publicatie bevat de berekeningsmethode voor<br />

ruimten met vertrekhoogten hoger dan 5 meter . De<br />

berekeningsmethode bevat gegevens voor het bepa-<br />

len van het per vertrek te installeren vermogen en gaat<br />

nader in op het aansluitvermogen c.q. de bijdrage aan<br />

een collectieve bron.<br />

In de berekeningsmethode wordt onderscheid gemaakt<br />

in gebouwen die voldoen aan de (nieuwbouw) eisen van<br />

het Bouwbesluit en gebouwen die er niet aan voldoen.<br />

Voor beide typen gebouwen zijn de volgende bereke-<br />

ningsmethoden opgenomen:<br />

• een methode voor het bepalen van het per vertrek op<br />

te stellen vermogen;<br />

• een methode voor de bepaling van het aansluitver-<br />

mogen c.q. de bijdrage aan een collectieve bron.<br />

Het in een vertrek op te stellen vermogen bestaat uit<br />

een drietal bijdragen:<br />

• het transmissiewarmteverlies;<br />

• het ventilatiewarmteverlies;<br />

• de toe te rekenen opwarmtoeslag voor opwarming<br />

na eventuele nachtverlaging of bedrijfsbeperking.<br />

Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de opwarming<br />

na een meerdaagse bedrijfsbeperking en een dage-<br />

59<br />

lijkse bedrijfsbeperking De methode sluit aan bij de<br />

in ontwikkeling zijnde Europese norm EN 12831. In de<br />

nieuwe methode wordt rekening gehouden met LTV-<br />

systemen. Qua terminologie en maatvoering wordt<br />

aangesloten bij het Bouwbesluit. E.e.a. wordt toege-<br />

licht aan de hand van een aantal voorbeelden.<br />

Woningen en woongebouwen worden behandeld in<br />

ISSO-publicatie 51.<br />

Het bepalen van de warmtebehoefte van utiliteitsge-<br />

bouwen met ruimten lager dan 5 m geschiedt in ISSO-<br />

publicatie 53.<br />

Publicatie 58<br />

Kwaliteitseisen voor lucht ver warmingsinstallaties<br />

in woningen<br />

Deze publicatie geeft een eenduidig pakket van ont-<br />

werptechnische regels en kwaliteitseisen voor goed<br />

functionerende luchtverwarmingsinstallaties in wonin-<br />

gen en woongebouwen. De methodiek kan gebruikt<br />

worden voor zowel conventionele systemen als LTV-<br />

systemen.<br />

Aan de hand van een globaal ontwerp- en relatie-<br />

schema wordt duidelijk aangegeven waar keuzen<br />

moeten worden gemaakt, welke factoren daarbij een<br />

rol spelen en hoe deze elkaar beïnvloeden. Tevens<br />

wordt in het schema door verwijzing naar specificatie-<br />

bladen naar specifieke informatie verwezen.


De in de vorm van specificatiebladen uitgewerkte<br />

ontwerptechnische kwaliteitseisen en richtlijnen zijn<br />

gepresenteerd in de structuur van het Model Kwaliteits-<br />

beheersing Klimaatinstallatie (MKK), zodat in iedere<br />

fase van het voortbrengingsproces van een verwar-<br />

mingsinstallatie duidelijk is aan welke specificaties<br />

moet worden voldaan en welke informatie beschikbaar<br />

moet zijn om het voortbrengingsproces te doorlopen.<br />

Voor het voortbrengingsproces van ventilatie-instal-<br />

laties zijn, eveneens in de MKK-structuur, ISSO-publi-<br />

catie 61 en 62 ontwikkeld. In aparte stappen zijn de<br />

programmafase, ontwerpfase, uitvoeringsfase en<br />

beheersfase beschreven. Voorts zijn er een aantal bij-<br />

lagen toegevoegd, zoals een opleveringsprotocol, een<br />

meetprotocol en de proportionele inregelprocedure.<br />

Publicatie 59<br />

Grote zonneboilers- ont werp, uit voering en<br />

advisering<br />

De publicatie ‘Grote zonneboilersystemen - ontwerp,<br />

uitvoering en advisering’ is een praktisch handboek<br />

voor installatieadviseurs en installateurs die betrokken<br />

zijn bij de toepassing van grote zonneboilersystemen in<br />

Nederland. Ook de opdrachtgever en beheerder zullen<br />

hierin nuttige informatie vinden. Een zonneboiler wordt<br />

groot genoemd bij collectoroppervlakten tussen 6 en<br />

500 m2. Relevante methodieken en aspecten voor de<br />

meest voorkomende systemen zijn vanaf het initiatief<br />

tot en met beheer en onderhoud vastgelegd. Een prak-<br />

tijkvoorbeeld van een grote zonneboiler voor een cam-<br />

ping, dat als rode lijn door de publicatie heen loopt,<br />

vergroot de toegankelijkheid van de informatie.<br />

Grote zonneboilersystemen in Nederland<br />

In Nederland worden grote zonne-energiesystemen<br />

voornamelijk gebruikt voor voorverwarming van tapwa-<br />

ter. Ruimteverwarming met dergelijke installaties komt<br />

veel minder voor. Toepassing van deze grote zonneboi-<br />

lers is met name interessant bij een warmwatervraag<br />

die weinig variatie over het jaar vertoont of een afna-<br />

mepiek in de zomer heeft. Grote zonneboilersystemen<br />

worden dan ook toegepast in woon- en logiesgebou-<br />

wen, restaurants, verzorgingstehuizen,- sportaccom-<br />

modaties, campings en zwembaden.<br />

De spectraal selectieve enkelglas collector is het meest<br />

toegepaste type zonnecollector. Bij zwembaden wordt<br />

vaak ook de onafgedekte kunststof collector gebruikt;<br />

voor suppletiewaterverwarming geeft dit de beste<br />

investering. Montage op platte daken komt het meest<br />

voor. Er is echter steeds meer aandacht voor integratie<br />

in schuine daken en gevels.<br />

Grote zonneboilers zijn geen standaard systemen: de<br />

warmtevraag bepaalt de grootte van het systeem, ter-<br />

wijl in groot aantal randvoorwaarden van invloed zijn<br />

op de systeemconfiguratie en op het aantal opslagva-<br />

ten en warmtewisselaars. Nederlandse zonneboilers<br />

betreffen terugloopsystemen. Mits goed ontworpen<br />

en geïnstalleerd biedt het terugloopprincipe een uit-<br />

stekende bescherming tegen oververhitting en bevrie-<br />

zing.<br />

In deze publicatie is de ervaring samengevat, die de<br />

afgelopen twintig jaar met ontwerp en realisatie van<br />

grote zonneboilers is opgedaan. Nieuw zijn resultaten<br />

van recent onderzoek naar optimale systeemdimensi-<br />

onering voor de vier meest voorkomende zonneboiler-<br />

concepten. De qua kosten en baten optimale grootte<br />

van collectoren, warmteopslag en warmtewisselaar(s) is<br />

bepaald bij specifieke waarden van de besparingsfrac-<br />

tie van de zonneboiler. De combinatie van theoretische<br />

kennis en praktijkervaring in gerealiseerde projecten<br />

heeft geleid tot een systematische beschrijving van<br />

de hele levensloop van een groot zonneboilersysteem.<br />

Essentiële aspecten zijn:<br />

− het vroegtijdig vaststellen van de bouwkundige,<br />

technische en financiële randvoorwaarden; een<br />

nauwkeurige bepaling van de warmwatervraag;<br />

− eenduidige presentatie van de systeemopbouw,<br />

energieopbrengst en kosten, met name voor ver-<br />

gelijkbaarheid van offertes;<br />

− de combinatie van de zonneboiler met de naver-<br />

warming; de gedetailleerde uitwerking van het ont-<br />

werp in een bestek met tekeningen;<br />

richtlijnen voor montage van de diverse componenten<br />

en materialen; aanwijzingen voor beheer en onderhoud<br />

van het zonneboilersysteem.<br />

Publicatie 61<br />

Kwaliteitseisen ventilatiesystemen<br />

woningen<br />

Deze publicatie geeft een eenduidig pakket van ont-<br />

werptechnische kwaliteitseisen voor goed functio-<br />

nerende ventilatiesystemen voor woningen en woon-<br />

gebouwen. Met behulp van deze publicatie kan een<br />

systeemkeuze worden gemaakt.<br />

Aan de hand van een globaal ontwerp- en relatieschema<br />

wordt duidelijk gemaakt welke keuzen moeten worden<br />

gemaakt, welke factoren daarbij een rol spelen en hoe<br />

deze elkaar onderling beïnvloeden. Tevens wordt in dit<br />

schema verwezen naar de in deze publicatie opgeno-<br />

ISSO jaarboek<br />

60 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

men specificatiebladen.<br />

De ontwerptechnische kwaliteitseisen en richtlijnen<br />

voor goede uitvoering (installatie en montage), beheer<br />

en onderhoud zijn uitgewerkt in de vorm van duidelijke<br />

specificatiebladen. Deze richtlijnen zijn gepresenteerd<br />

binnen de structuur van het Model Kwaliteitsbeheersing<br />

Klimaatinstallaties (MKK). Dit betekent dat in iedere<br />

fase van het voortbrengingsproces duidelijk is aange-<br />

geven aan welke eisen moet worden voldaan en welke<br />

informatie daartoe beschikbaar dient te zijn.<br />

In aparte stappen zijn de programmafase, ontwerpfase,<br />

uitvoeringsfase en beheersfase beschreven. Voorts zijn<br />

er een aantal bijlagen toegevoegd, zoals voorbeeldbe-<br />

stekken en in totaal 16 in detail uitgewerkte voorbeelden<br />

van zowel natuurlijke ventilatiesystemen (systeem A),<br />

systemen met mechanische afzuiging (systeem C) en<br />

systemen met gebalanceerde ventilatie (systeem D).<br />

Publicatie 62<br />

Kwaliteitseisen voor gebalanceerde<br />

ventilatie met warmteterugwinning in<br />

woningen.<br />

Deze publicatie verstrekt alle informatie die nodig is bij<br />

het formuleren van het programma van eisen, het ont-<br />

werp, de uitvoering, het gebruik en het onderhoud van<br />

gebalanceerde ventilatiesystemen. De belangrijkste<br />

doelgroep vormen installateurs, woningbeheerders,<br />

architecten, opdrachtgevers, toezichthouders en toe-<br />

leveranciers in de ventilatie-industrie.<br />

61<br />

Deze nieuwe publicatie sluit aan op de reeds eerder<br />

uitgegeven ISSO-publicatie 61 ‘Kwaliteitseisen ven-<br />

tilatiesystemen woningen’. Tevens is publicatie 62<br />

een volledig herziene uitgave van ISSO-publicatie 28<br />

‘Warmteterugwinsystemen voor de woningbouw’. De<br />

nieuwe publicatie 62 voorziet in een grote behoefte<br />

omdat de toepassing van gebalanceerde ventilatie in<br />

nieuwbouwwoningen praktisch onontkoombaar is. Het<br />

Bouwbesluit stelt zodanige eisen aan een laag ener-<br />

giegebruik en een goed binnenmilieu, dat een geavan-<br />

ceerd ventilatiesysteem noodzaak is. En in woningen is<br />

het dan bijna altijd gebalanceerde ventilatie met warm-<br />

teterugwinning (wtw).<br />

Uitgebalanceerd<br />

Om het comfort in woningen te waarborgen, moeten<br />

ontwerpers en installateurs ervoor zorgen dat er geen<br />

tocht of geluidhinder kan ontstaan. Hiermee voorkomt<br />

men dat bewoners ventilatiekleppen of -roosters sluiten<br />

of, nog erger, zij de ventilatie uitschakelen. Daarnaast<br />

zal het ventilatiesysteem er ook voor moeten zorgen<br />

dat warmteverliezen ten gevolge van ventilatie zo gering<br />

mogelijk zijn. Kortom, beide aspecten vereisen de cre-<br />

atie van een uitgebalanceerd geheel.<br />

Regelbaarheid<br />

Door toepassing van gebalanceerde ventilatie wordt<br />

die balans bereikt. Dit systeem zorgt namelijk voor een<br />

goede regelbaarheid van de volumestromen. Daarnaast<br />

zorgt een warmteterugwinunit ervoor dat men warmte<br />

kan terugwinnen uit de af te voeren binnenlucht. De<br />

energie die nodig is om de toevoerlucht voldoende te<br />

verwarmen, komt uit de afvoerlucht. Op die manier is<br />

een tochtvrije toevoer van verse ventilatielucht altijd<br />

gegarandeerd.<br />

Publicatie 6 4<br />

Kwaliteitseisen Isoleren<br />

Specificaties voor materiaal en montage van thermische<br />

isolatie van installaties in de utiliteitsbouw<br />

De ISSO-publicatie Kwaliteitseisen isoleren voor de<br />

Utiliteitsbouw’’ is bedoeld als referentie voor materiaal-<br />

keuze en montage ten behoeve van opdrachtgevers,<br />

ontwerpers, installateurs en isoleerders. Het geeft door<br />

middel van specificatiebladen de minimaal te hanteren<br />

eisen voor isolatiesystemen (isolatiemateriaal + afwer-<br />

king) en montagetechnieken.<br />

De in de ISSO-publicatie genoemde producten zijn<br />

materialen die zich in de praktijk hebben bewezen. De<br />

systematiek van de publicatie is zodanig dat in de toe-


komst hieraan nieuwe materialen kunnen worden toe-<br />

gevoegd. Hieraan is invulling gegeven door lege hoofd-<br />

stukken als reserve op te nemen.<br />

Het temperatuurgebied van de getransporteerde media<br />

ligt tussen 4 °C en 120 °C.<br />

De publicatie beperkt zich tot vrijhangende leidingen<br />

en kanalen in gebouwen. Voor de afwerking van lei-<br />

dingen of kanalen buiten het gebouw wordt verwezen<br />

naar het CINI Handboek ‘Isolatie voor de industrie’.<br />

De in de specificatiebladen genoemde normen en<br />

standaards sluiten aan bij de dagelijkse praktijk van<br />

deze tijd. Het is alom bekend dat deze momenteel<br />

niet eenduidig en consequent worden gehanteerd.<br />

Successievelijk zullen deze nationale normen vervan-<br />

gen worden door Europese normen. Hiermee zal in<br />

de volgende uitgaven van de ISSO-publicatie worden<br />

aangevangen.<br />

Voor bepaling van de benodigde isolatiedikte wordt<br />

verwezen naar de hiervoor van toepassing zijnde ISSO-<br />

publicaties (7, 17 en 25. De in dit handboek genoemde<br />

isolatiedikten van de vermelde isolatieproducten betref-<br />

fen de voorhanden zijnde minimale isolatiedikten.<br />

Om een effectieve samenwerking tussen de ontwer-<br />

per, installateur en isoleerder te bevorderen is in TAB 7<br />

van deze ISSO-publicatie ‘Kwaliteitseisen isoleren’ een<br />

hoofdstuk gewijd aan het ontwerp en de uitvoering van<br />

een installatie, afgestemd op de aspecten die verband<br />

houden met het isoleren daarvan.<br />

Tevens is een toelichting gegeven op de relevante<br />

onderdelen van het Bouwbesluit fase 2.<br />

Deze ISSO-publicatie is tot stand gekomen door<br />

middel van een samenwerking tussen CINI en ISSO.<br />

De technische uitwerking van het Handboek heeft<br />

plaatsgevonden in de ISSO-kontaktgroep 54. Om het<br />

Handboek actueel te houden zullen ISSO en CINI over-<br />

leggen, wanneer een aanvulling of wijziging gewenst<br />

is. Het vakgebied zal hiervan door middel van persbe-<br />

richten en de ISSO-internetsite op de hoogte worden<br />

gehouden. De huidige specificatiebladen in deze publi-<br />

catie zijn gedateerd als 2001-09-11.<br />

Publicatie 6 5<br />

Inregelen van ont werpvolumestromen in w<br />

armwater ver warmingsinstallaties<br />

Deze publicatie geeft methoden voor het inregelen<br />

van de ontwerpvolumestromen van warmwaterverwar-<br />

mingsinstallaties in woongebouwen en utiliteitsgebou-<br />

wen. De inregelmethoden kunnen worden toegepast bij<br />

nieuwbouwinstallaties en renovatieprojecten. Bij reno-<br />

vatieprojecten moeten soms inregelafsluiters worden<br />

aangebracht om het inregelen mogelijk te maken.<br />

Inregelen van de ontwerpvolumestromen is noodzake-<br />

lijk om de benodigde ontwerpvermogens in de te ver-<br />

warmen vertrekken te realiseren en om de installatie<br />

volgens het ontwerp te laten functioneren. Met inrege-<br />

len wordt het comfort verhoogd en het energieverbruik<br />

verminderd.<br />

Deze ISSO-publicatie is opgebouwd uit twee delen. In<br />

deel 1 worden de inregelmethoden behandeld. Hierbij<br />

ligt de nadruk op hoe de inregelmethoden moeten<br />

worden toegepast en uit welke onderdelen ze zijn opge-<br />

bouwd. In deel 2 worden de inregelmethoden ingebed<br />

in het realisatieproces van een klimaatinstallatie vol-<br />

gens het Model Kwaliteitssysteem Klimaatinstallaties<br />

(MKK). Hierbij ligt de nadruk op de activiteiten met<br />

betrekking tot het inregelen in de verschillende pro-<br />

jectfasen, wie hiervoor verantwoordelijk is en welke<br />

documenten moeten worden overlegd. Deel 2 kan door<br />

bedrijven worden gebruikt om hun kwaliteitssysteem<br />

aan te vullen.<br />

Publicatie 6 6<br />

Vermogen van radiatoren en convectoren<br />

in praktijksituaties.<br />

Fabrikanten van radiatoren en convectoren testen ver-<br />

warmingslichamen onder genormeerde condities zoals<br />

vastgelegd in de NEN EN 442. De testresultaten worden<br />

ISSO jaarboek<br />

62 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

vastgelegd in tabellen. In de praktijk echter worden<br />

radiatoren en convectoren niet altijd onder genor-<br />

meerde condities toegepast. De vermogenscijfers uit<br />

de tabellen zijn dan niet van toepassing. ISSO-publi-<br />

catie 66 bevat een richtlijn om het warmteafgevend<br />

vermogen van verwarmingslichamen voor niet genor-<br />

meerde toepassingen te berekenen. Nadat beschreven<br />

is wat onder genormeerde toepassing wordt verstaan,<br />

worden voor radiatoren en convectoren in wand- en<br />

putopstelling, de niet-genormeerde toepassingen<br />

behandeld. Voor elke niet-genormeerde toepassing<br />

wordt vervolgens een correctiefactor gegeven. Deze<br />

correctiefactoren zijn gebaseerd op de vorige ISSO-<br />

publicatie 1 ‘Vermogen van radiatoren en convectoren<br />

bij niet genormeerde opstelling’ (1986), markt- en lite-<br />

ratuuronderzoek. Ten aanzien van de correctie van het<br />

vermogen wordt aangesloten bij de door ISSO uitgege-<br />

ven radiatorgrafiek.<br />

Omdat het warmteafgevende vermogen van een radi-<br />

ator of convector niet alleen bepaald wordt door water-<br />

en luchttemperaturen, type en grootte, massastroom<br />

van het water maar ook door de positie van het verwar-<br />

mingslichaam in het vertrek, zijn in een bijlage hiervoor<br />

aanwijzingen opgenomen.<br />

De publicatie is te gebruiken voor utiliteitsbouw en<br />

woningen, zowel nieuwbouw als bestaande voorraad.<br />

Publicatie 6 8<br />

Energetisch optimale stook- en koellijnen<br />

voor klimaatinstallaties in<br />

kantoorgebouwen.<br />

De bestaande utiliteitsbouw is verantwoordelijk voor<br />

een aanzienlijk deel van het energiegebruik in de<br />

gebouwde omgeving. Introductie van energiebespa-<br />

rende maatregelen vergt in deze sector grote financiële<br />

investeringen en verstoort veelal de bedrijfsprocessen<br />

in de kantoorgebouwen.<br />

In de praktijk is implementatie van deze maatrege-<br />

len daarom alleen kansrijk bij onderhouds- of vervan-<br />

gingsactiviteiten. Met ISSO-publicatie 68 ‘Energetisch<br />

optimale stook- en koellijnen’ is een instrument ont-<br />

wikkeld waarbij deze belemmerende factoren geen rol<br />

spelen om toch een omvangrijke energiebesparing te<br />

realiseren. Bovendien behoeft voor toepassing van dit<br />

instrument geen extra investering gedaan te worden,<br />

bijvoorbeeld om het installatieconcept aan te passen<br />

voordat de energiebesparende maatregelen toege-<br />

past kunnen worden. Het instrument bestaat uit een<br />

methode waarmee stapsgewijs tot een optimale instel-<br />

ling van de verwarmings- en koellijnen gekomen kan<br />

63<br />

worden. Praktijkervaring heeft geleerd dat hiermee<br />

verregaande energiebesparing bereikt kan worden (tot<br />

ca. 30%).<br />

Het instrument is geschikt voor de in de praktijk (nieuw-<br />

bouw en bestaande bouw) meest voorkomende instal-<br />

latieconcepten en kan toegepast worden in zowel de<br />

ontwerpfase (nieuwbouw, renovaties) als bestaande<br />

bouw (beheerfase). Voor de minder veel voorkomende<br />

installatieconcepten zijn er ook aanwijzingen in de<br />

publicatie te vinden.<br />

Publicatie 69<br />

Model voor de beschrijving van de werking<br />

van een klimaatinstallatie<br />

In deze ISSO-publicatie wordt een model gegeven voor<br />

het systematisch beschrijven van de werking van een<br />

klimaatinstallatie met betrekking tot het automatisch<br />

functioneren van deze klimaatinstallatie. De volgens<br />

het model vastgelegde informatie over de werking<br />

van de klimaatinstallatie wordt functioneel ontwerp<br />

genoemd. Het model wordt model voor het functio-<br />

nele ontwerp genoemd. Het functionele ontwerp wordt<br />

gedurende het realisatieproces van de klimaatinstalla-<br />

tie door de werktuigbouwkundige ontwerper in overleg<br />

met andere disciplines ingevuld, er ontstaat dus een<br />

groeidocument!.<br />

Publicatie 70.1<br />

Hemelwater binnen de perceelgrenzen<br />

De ontwerprichtlijn “Hemelwater binnen de perceel-<br />

grenzen” behandelt een tweetal manieren om anders<br />

om te gaan met hemelwater binnen de perceelgrens<br />

als alternatief voor het lozen van hemelwater op het<br />

riool: (1) het gebruik van hemelwater voor huishoude-<br />

lijke toepassingen en (2) infiltratie van hemelwater in<br />

de bodem. De ontwerprichtlijn heeft alleen betrekking<br />

op de woning- en utiliteitsbouw (met name in nieuw-<br />

bouwsituaties) en niet op hemelwatertoepassingen in<br />

de land- en tuinbouw.<br />

De opzet van de richtlijn is zodanig dat diverse discipli-<br />

nes ervan gebruik kunnen maken, vanaf de beslissing<br />

om anders om te gaan met hemelwater tot en met de<br />

realisatie en het beheer van een hemelwatersysteem of<br />

infiltratievoorziening. Centraal staan de keuze voor een<br />

bepaald principe of een bepaald systeem en het ont-<br />

werp van hemelwatersystemen of infiltratietechnieken.<br />

Dit handboek is gericht op alle partijen die zijn betrok-


ken bij de totstandkoming van een hemelwatersysteem<br />

of een infiltratie-voorziening. Voor degenen die alleen<br />

betrokken zijn bij de keuze voor een bepaald systeem<br />

is het eerste deel van de publicatie (uitwerking van<br />

het initiatief) van belang. Voor degenen die betrokken<br />

zijn bij de verdere totstandkoming van een hemelwa-<br />

ter-systeem of infiltratievoorziening, biedt het tweede<br />

deel van de publicatie gedetailleerde informatie die<br />

van belang is voor het ontwerp van een hemelwater-<br />

systeem of infiltratievoorziening.<br />

In deze publicatie is de huidige stand der techniek op<br />

het gebied van hemelwatersystemen en infiltratievoor-<br />

zieningen binnen de perceelgrens behandeld.<br />

Publicatie 70.2<br />

Aanleg van IBA-systemen<br />

ISSO-publicatie 70.2 is een werkboek voor de aanleg<br />

van systemen voor de Individuele Behandeling van<br />

Afvalwater (IBA) met een capaciteit tot 200 inwo-<br />

nerequivalent. IBA-systemen worden voornamelijk<br />

gebruikt om huishoudelijk afvalwater te behandelen.<br />

In enkele gevallen wordt bedrijfsafvalwater in dezelfde<br />

IBA behandeld als het huishoudelijke afvalwater. Deze<br />

situatie doet zich voor met melkspoelwater bij veehou-<br />

derijbedrijven. Het werkboek bestaat uit twee delen.<br />

Deel 1 handelt over de toepassing van IBA-systemen<br />

waarin aan de orde komen de wet en regelgeving, de<br />

theorie over afvalwater en bemonstering en de beschrij-<br />

ving van de systemen. Deel 2 handelt over de aanleg<br />

van IBA-systemen. De hoofdstukken in deel 2 van het<br />

werkboek hebben betrekking op de volgende fasen<br />

in het voortbrengingsproces: programmafase, ont-<br />

werp- en uitwerkingsfase, realisatiefase en de beheer-<br />

fase. De installateur die voldoet aan de in dit werkboek<br />

beschreven werkwijze, voldoet ook aan de eisen die<br />

een procescertificatie-regeling voor de aanleg van<br />

IBA-systemen stelt. Dit werkboek is afgestemd op de<br />

stand der techniek en regelgeving voor IBA-systemen<br />

per 1 februari 2000.<br />

Ter completering van het thema “Waterhuishouding<br />

binnen de perceelgrens” is ISSO-rapport 70.3<br />

“Grijswater binnen de perceelgrens” gepubliceerd.<br />

Het thema is een aandachtspunt van de Vierde Nota<br />

Waterhuishouding (NW4).<br />

Publicatie 70.3<br />

Grijswater binnen de perceelgrens<br />

ISSO-rapport 70.3 beschrijft die aspecten die voor een<br />

verantwoord ontwerp en uitvoering van grijswaterge-<br />

bruik binnen de perceelgrens van belang zijn. Daar<br />

waar relevant wordt verwezen naar de reeds versche-<br />

nen publicaties 70.1 en 70.2, zodat er geen sprake is<br />

van onnodige doublures.<br />

De samenhang tussen de publicaties van het drieluik<br />

blijkt uit het feit dat er sprake is van een individuele zui-<br />

vering en het feit dat suppletie met hemelwater mogelijk<br />

is. De nieuwe aspecten van rapport 70.3 betreffen de<br />

opslag en het hergebruik van het door een IBG gezui-<br />

verde douche-, bad-, wastafel- en wasmachinewater<br />

en de suppletievoorziening. Met name de risico’s voor<br />

de volksgezondheid en algemene kwaliteitsrisico’s zijn<br />

aandachtspunten van deze publicatie.<br />

Publicatie 71<br />

Selectie van energetisch optimale warmteopwekkingsinstallaties<br />

voor<br />

kantoorgebouwen.<br />

ISSO-publicatie 71 geeft inzicht in de energetische<br />

prestatie van verschillende hydraulische schakelin-<br />

gen voor ruimteverwarming voor kantoorgebouwen.<br />

Hierbij is per hydraulische schakeling variatie aange-<br />

bracht in de typen warmteopwekkers, hun opgestelde<br />

vermogen en in de afgiftesystemen. Op basis van<br />

dit inzicht kan een keuze gemaakt worden voor een<br />

energetisch optimale warmteopwekkingsinstallatie.<br />

Naast de energetische prestatie, die uitgedrukt is in het<br />

warmteopwekkingskengetal (WOK), wordt ingegaan<br />

op systeemeigenschappen, regeling en aanpassin-<br />

gen aan de hydraulische inpassing. Aan de hand van<br />

deze gegevens en de opgenomen principeschema’s is<br />

de basis gelegd voor het ontwerp van een energetisch<br />

optimale warmteopwekkingsinstallatie. De ontwerper<br />

kan zelf aan de hand van de resultaten bepalen hoe<br />

de vermogensverdeling van de warmteopwekkers gaat<br />

worden.<br />

Uit de resultaten komt bijvoorbeeld naar voren dat:<br />

• Warmtepompen, energetisch gezien, het beste in<br />

serie gezet kunnen worden (vergelijk specificatie-<br />

blad nummer 13 met 11 en 12).<br />

• Bij toepassing van parallel geschakelde warmte-<br />

pompen, waarbij de positie van de verdeler links van<br />

de warmte-opwekkers is en van de warmtegebrui-<br />

kers rechts moet de eerste warmteopwekker een<br />

uittredetemperatuur realiseren die gelijk is aan de<br />

ISSO jaarboek<br />

64 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

gewenste aanvoertemperatuur.<br />

• bij toepassing van een combinatie van een HR en VR<br />

ketel het, energetisch gezien, niet uit maakt hoe deze<br />

hydraulisch geschakeld worden.<br />

• De verhouding tussen voorverwarmers en naverwar-<br />

mers nauwelijks invloed heeft op het rendement van<br />

ketels en warmtekracht-units; bij warmtepompen<br />

heeft deze verhouding (afhankelijk van de hydrauli-<br />

sche inpassing) wel invloed.<br />

De berekeningen zijn voor een geheel stookseizoen<br />

gemaakt. Hierbij is per 15 minuten bepaald wat de<br />

warmtevraag van een kantoorgebouw is. Daarna is<br />

bekeken wat de beschikbare capaciteit van de instal-<br />

latie is en hoeveel energie er in het gebouw afge-<br />

geven kan worden. Deze hoeveelheid wordt terug-<br />

gekoppeld naar het gebouw, waarna er weer een<br />

nieuwe warmtevraag bepaald kan worden. Hierdoor<br />

geeft het WOK een goed beeld over alle voorko-<br />

mende situaties (vollast, maar met name deellast).<br />

In deze publicatie wordt niet ingegaan op aspecten als<br />

koeling, bevochtiging, ruimtebeslag, geluidsniveaus,<br />

investeringskosten en invloed op de EPC. Tevens zijn,<br />

door de gekozen uitgangspunten (toepassing van<br />

stooklijn enz.), energetisch minder goed presterende<br />

warmteopwekkingsinstallaties niet in deze publicatie<br />

vermeld.<br />

65<br />

Publicatie 73<br />

Ont werp en uit voering van ver ticale<br />

bodemwarmtewisselaars<br />

ISSO-publicatie 73 geeft een eenduidig pakket aan<br />

ontwerptechnische kwaliteitseisen en uitvoeringsricht-<br />

lijnen voor verticale bodemwarmtewisselaarsystemen.<br />

De publicatie sluit onder andere aan op ISSO-publicatie<br />

72 ‘Ontwerpen van individuele en kleine warmtpomp-<br />

systemen’. Het ontwerp van een warmtepompsysteem<br />

wordt in ISSO-publicatie 72 besproken. Het voort-<br />

brengingsproces van een verticaal bodemwarmtewis-<br />

selaarsysteem wordt in deze ISSO-publicatie bespro-<br />

ken. Het bodemwarmtewisselaarsysteem eindigt bij de<br />

aansluiting op de warmtepomp en/of het gebouwsy-<br />

steem voor de klimatisering.<br />

Het bodemwarmtewisselaarsysteem bestaat dus uit de<br />

verticaal gesloten bodemwarmtewisselaars, de hori-<br />

zontale verbindingsleidingen in de grond, de gevel en/<br />

of vloerdoorvoeringen, interne transportleiding, verde-<br />

lers en verzamelaars. In het eerste deel van deze publi-<br />

catie wordt de methodiek voor het dimensioneren van<br />

verticale bodemwarmtewisselaars gegeven.<br />

In het tweede deel van de publicatie wordt de MKK-<br />

structuur gevolgd.<br />

In de ontwerpfase wordt voor het dimensioneren van<br />

de verticale bodemwarmtewisselaar verwezen naar<br />

het eerste deel van de publicatie waar de dimensio-<br />

neringsmethodiek wordt behandeld.Per hoofdfase<br />

worden de verschillende aspecten van het MKK-model<br />

behandeld, waarbij alleen de relevante onderdelen zijn<br />

ingevuld.<br />

De richtlijnen in deze publicatie zijn geldig voor<br />

Nederland bij toepassing van verticale bodemwarm-<br />

tewisselaars voor de woningbouw en kantoren (kleine<br />

gebouwen tot 100 kW verwarmingsvermogen).<br />

Publicatie 74<br />

Thermische behaaglijkheid - eisen voor de<br />

binnentemperatuur in gebouwen<br />

In deze publicatie worden nieuwe richtlijnen gepresen-<br />

teerd voor het thermische binnenklimaat in gebouwen,<br />

met name kantoren. Deze richtlijnen, ATG (Adaptieve<br />

TemperatuurGrenswaarden) genoemd, vormen de<br />

basis voor zowel hulpmiddelen bij het ontwerpen van<br />

nieuwe gebouwen of renovatieprojecten, als voor de<br />

beoordeling van bestaande situaties.<br />

In Nederland bestaat er al een lange traditie van richtlij-<br />

nen voor het thermische binnenklimaat, die begint in de<br />

jaren ’70. Rijksgebouwendienst (Rgd) en de toenmalige


Rijks Bedrijfsgezondheidsdienst en Bedrijfsveiligheids<br />

dienst (RBB) waren daarin de belangrijkste spelers.<br />

Eind jaren ’80 vond de eerste ontwikkeling van richt-<br />

lijnen een afronding in de “gewogen PMV-overschrij-<br />

dingsuren”. Een methode waarmee adviseurs goed<br />

uit de voeten kunnen, maar die zijn beperkingen kent<br />

waar het communicatie met gebouwgebruikers betreft.<br />

Ook voor het beoordelen van bestaande situaties is de<br />

methode niet zonder meer geschikt.<br />

Deze methode en de daaraan voorafgaande tempe-<br />

ratuuroverschrijdingscriteria zijn gebaseerd op de<br />

behaaglijkheidstudies van Fanger en de door hem ont-<br />

wikkelde Predicted Mean Vote (PMV) met het daar-<br />

aan gekoppelde Predicted Percentage of Dissatisfied<br />

(PPD).<br />

Het werk van Fanger stoelt op klimaatkameronderzoek<br />

met proefpersonen en is van oorsprong bedoeld voor<br />

gebouwen met centraal geregelde klimaatbeheersing.<br />

Eind jaren ’90 ontstonden via door De Dear en Brager<br />

bij elkaar gebrachte resultaten van veldonderzoek<br />

nieuwe inzichten ten aanzien van de binnentempera-<br />

tuur en de comfortbeleving van gebouwgebruikers.<br />

Met name in gebouwen met te openen ramen en een<br />

grote invloed van de individuele gebruiker op het ther-<br />

misch binnenklimaat blijkt de acceptatie van bijvoor-<br />

beeld hogere binnentemperaturen veel sterker afhan-<br />

kelijk te zijn van de buitentemperatuur dan eerder werd<br />

aangenomen. Zij maken aannemelijk dat sprake is van<br />

een psychologische adaptatie. Met name de recente<br />

voorgeschiedenis ten aanzien van de heersende bui-<br />

tentemperatuur blijkt van invloed op de temperatuur<br />

die gebouwgebruikers als comfortabel aangeven. In<br />

een periode van hogere buitentemperaturen bijvoor-<br />

beeld, wordt ook een hogere binnentemperatuur dan<br />

op basis van Fanger’s PMV wordt verwacht als com-<br />

fortabel aangemerkt.<br />

Voor met name kantoren en daarmee vergelijkbare<br />

situaties is op basis van de onderzoeksresultaten van<br />

De Dear en Brager een nieuwe indicator voor het ther-<br />

misch binnenklimaat ontwikkeld, inclusief de bijbeho-<br />

rende criteria en een classificering van de kwaliteit van<br />

het thermisch binnenklimaat.<br />

Via eenvoudige rekenregels kan ook voor andere situ-<br />

aties dan die van kantoren een indicatie worden gege-<br />

ven.<br />

Omdat de waardering van gebouwgebruikers in geheel<br />

gesloten gebouwen met centrale regeling van het bin-<br />

nenklimaat sterk afwijkt van gebouwen met te openen<br />

ramen en goede mogelijkheden voor individuele beïn-<br />

vloeding van het thermische binnenklimaat, zijn keu-<br />

zeschema’s ontwikkeld waarmee kan worden bepaald<br />

van welk gebouw/klimaattype sprake is. Omdat vele<br />

factoren meespelen en geen enkele naam echt recht<br />

doet aan de bedoelde situatie wordt met een abstracte<br />

aanduiding gesproken over gebouw/klimaattype Apha<br />

en Bèta.<br />

Het rapport geeft naast een concrete beschrijving van<br />

de nieuwe richtlijnen een uitgebreide beschouwing<br />

over de achtergronden van thermische behaaglijkheid:<br />

het thermo-regulatiesysteem van de mens, thermos-<br />

fysiologisch mensmodellen van Fanger en anderen<br />

en uiteraard de nieuwe inzichten over adaptieve ther-<br />

mische behaaglijkheid van De Dear en Brager. Verder<br />

komt de ontwikkeling van richtlijnen voor thermische<br />

behaaglijkheid binnen Nederland vanaf de jaren ’70<br />

aan de orde en wordt besproken waaraan goede pres-<br />

tatie-eisen moeten voldoen. De publicatie eindigt met<br />

een handreiking tot het werken met de nieuwe richtlij-<br />

nen in de praktijk.<br />

Publicatie 75<br />

Handleiding Energie Prestatie Advies<br />

Utiliteitsbouw (EPA-U)<br />

Het energieprestatieadvies (EPA) is één van de instru-<br />

menten waarmee de overheid haar klimaatdoelstel-<br />

lingen wil realiseren. De EPA-methodiek voor de utili-<br />

teitsbouw (EPA-U) maakt inzichtelijk met welk maat-<br />

regelpakket men het energiegebruik in een utiliteits-<br />

gebouw op efficiënte wijze kan reduceren. Op basis<br />

van het EPA-U advies kan de klant een investerings-<br />

ISSO jaarboek<br />

66 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

beslissing nemen, eventueel nadat op specifieke<br />

punten aanvullend onderzoek is verricht. Deze publi-<br />

catie vormt de toelichting bij de EPA-U-methodiek.<br />

De methodiek bestaat uit twee onderdelen: een ener-<br />

gieberekeningsmethode, vertaald in een softwarepak-<br />

ket, en deze handleiding. Tevens is een opleidingstraject<br />

voor EPA-U-adviseurs ontwikkeld. Het softwarepakket<br />

biedt de mogelijkheid de energiehuishouding van een<br />

gebouw door te rekenen op basis van gebouw-, instal-<br />

latie- en gebruiksgegevens zodat men een energetisch<br />

en financieël optimaal energiebesparingpakket samen<br />

kan stellen. Het handboek EPA-U beschrijft het gehele<br />

adviesproces nauwkeurig en biedt daarnaast aanvul-<br />

lende achtergrondinformatie voor de EPA-U-adviseur.<br />

Voor meer detailinformatie met betrekking tot bouw-<br />

kundige- en installatietechnische aspecten wordt in het<br />

handboek verwezen naar de desbetreffend richtlijnen<br />

en publicaties.<br />

De EPA-U-methodiek is in opdracht van VROM, Novem<br />

en Uneto-VNI ontwikkeld door EBM-consult, CEA,<br />

TNO-bouw, ISSO en Vabi. Een brede vertegenwoordi-<br />

ging van aanbiedende en vragende marktpartijen staat<br />

borg voor een breed te accepteren methodiek en het<br />

gebruik van de methodiek. De programmatuur is met<br />

positief resultaat getest aan de EDR (Energie Diagnose<br />

Referentie, ISSO-publicatie 54). De testprocedure is<br />

vormgegeven in een officiële beoordelingsrichtlijn, de<br />

BRL 9501.<br />

De EPA-U-methodiek is afgestemd op de BRL 9503<br />

‘Energieprestatieadvisering voor utiliteitsgebouwen’.<br />

Deze procescertificeringsregeling omschrijft de ener-<br />

gieprestatieadvisering van een adviseur conform dit<br />

handboek waarbij men het EPA-U-energiebereke-<br />

ningsprogramma gebruikt. Met deze methodiek kan<br />

de EPA-U-adviseur een klant op een overzichtelijke<br />

en transparante wijze adviseren over de energetische<br />

kwaliteit van het gebouw en de te treffen energiebe-<br />

sparende en duurzame energiemaatregelen of maatre-<br />

gelpakketten. Daarbij wordt een koppeling gelegd met<br />

interne bedrijfsprocessen als onderhoud, arbo en com-<br />

fort en klantprocessen om de follow-up van de maat-<br />

regelen te kunnen bewerkstelligen. De methodiek sluit<br />

aan op de wensen van het bevoegd gezag van de Wet<br />

Milieubeheer.<br />

Deze publicatie begint met een korte beschrijving van<br />

de verschillende elementen van de EPA-U-metho-<br />

diek. De beschrijving bevat een overzicht van het<br />

gehele adviestraject dat een EPA-U-adviseur met een<br />

klant doorloopt. Vervolgens worden de hulpmiddelen<br />

beschreven die voor dit adviestraject beschikbaar zijn.<br />

Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de rol van de over-<br />

67<br />

heid en de markt. Daarna volgt een beschrijving van de<br />

omgeving en achtergronden van de EPA-U, de secto-<br />

ren en gebouwfuncties, een klantgroeptypering en de<br />

klantprocessen op gebouwniveau.<br />

Hoofdstuk 5 en verder behandelt vervolgens de ver-<br />

schillende stappen in het adviesproces. Het gaat daar-<br />

bij om de juiste intake en de gegevens te kunnen ver-<br />

zamelen en te herkennen, energiebesparende maat-<br />

regelen en duurzame energie, technische en econo-<br />

mische energiebesparingsberekeningen en de rap-<br />

portage. Aan de hand hiervan kan de EPA-U-adviseur<br />

het adviestraject met de klant doorlopen. Waar nodig<br />

verwijst dit deel naar relevante achtergrondinformatie<br />

uit het eerste deel van het handboek. Gedetailleerde<br />

achtergrondinformatie, bijvoorbeeld met betrekking tot<br />

kostenkengetallen en klimaatgegevens, is opgenomen<br />

in de bijlagen.<br />

Publicatie 77<br />

Levensloop Bestendig Wonen<br />

Een woning is levensloopbestendig als de techni-<br />

sche installatie is aan te passen aan de zich wijzi-<br />

gende levensomstandigheden en de daarbij beho-<br />

rende wensen en behoeften van bewoners. Ook kan<br />

de installatie eenvoudig gewijzigd of uitgebreid worden<br />

volgens de laatste stand der techniek. De publica-<br />

tie ‘Levensloopbestendig wonen’ gaat in op functie,<br />

ontwerp en uitvoering van een levensloopbestendige<br />

woning.<br />

De publicatie is gericht op de gehele bouwkolom en<br />

is tevens bestemd voor de technisch onderlegde con-<br />

sument die kritisch de aangeboden installaties in zijn<br />

woning wil beschouwen. De publicatie heeft primair<br />

betrekking op nieuwbouwwoningen en grootschalige<br />

renovatie.<br />

In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op de realisatie<br />

van een levensloopbestendige installatie. Onderwerpen<br />

die aan de orde komen zijn: het bouwproces, aanbod-<br />

en vraaggestuurd bouwen, de rollen van de verschil-<br />

lende partijen en de consequenties voor het bouwpro-<br />

ces. Om tot een levensloopbestendige installatie te<br />

komen is het belangrijk dat vroegtijdig (reeds tijdens<br />

het ontwerpproces) een deskundige systeemintegrator<br />

in het proces wordt betrokken om tot overwogen, defi-<br />

nitieve keuzes te komen van fabrikaten en systemen.<br />

Een goede systeemintegrator heeft de expertise in<br />

huis om de functionele wensen van de klant in kaart te<br />

brengen (vraaggestuurd) en te vertalen naar passende<br />

technische installaties.


Indien niet wordt ingespeeld op huidige of toekomstige<br />

wensen van de bewoner, loopt deze vroeger of later<br />

tegen forse meerkosten aan. De praktijk leert dat deze<br />

circa viermaal zo hoog zijn dan wanneer hier wel reke-<br />

ning mee was gehouden.<br />

De omschrijving van verschillende gebruikersfuncties<br />

van een woning komt aan de orde in het tweede hoofd-<br />

stuk. De verschillende functies zijn:<br />

Gebruikersfuncties<br />

Woonfuncties<br />

- verwarmen, koelen &<br />

ventileren<br />

- persoonlijk verzorgen<br />

- wassen & drogen<br />

- koken & opslag<br />

- verlichten & verduisteren<br />

- schoonmaken &<br />

onderhouden<br />

- communiceren<br />

Vrijetijdsfuncties<br />

- tuin<br />

- amusement<br />

- hobby<br />

- ontspanning<br />

Vanuit de functies wordt een relatie gelegd met de<br />

installatietechnische voorzieningen, zoals het wette-<br />

lijk minimum dat voorschrijft of zoals gebruikelijk is.<br />

Hieruit blijkt dat de installaties vaak minimaal worden<br />

uitgevoerd en niet worden toegespitst op de gebrui-<br />

kersfuncties. Voor de elektrische installatie zijn de<br />

minimumeisen uit NEN 1010 geworden tot een vrijwel<br />

algemeen geaccepteerd maximum. Verder is er weinig<br />

aandacht voor besturings- en ICT-toepassingen in de<br />

woonomgeving. Op klimaattechnisch gebied ontbre-<br />

ken vooral voorzieningen voor individuele ruimterege-<br />

ling, terwijl dit in Duitsland al wettelijk is voorgeschre-<br />

ven. Ook qua sanitair wordt vaak gekozen voor een<br />

minimale standaardoplossing. Er zijn vele mogelijkhe-<br />

den om te komen tot installaties die beter aansluiten op<br />

de wensen en behoeften van de gebruikers.<br />

Het derde hoofdstuk beschrijft globaal de technische<br />

uitvoeringsconcepten van de verschillende installatie-<br />

onderdelen. Een belangrijk multidisciplinair onderdeel<br />

hierin is de meterkast en/of technische ruimte. Naast<br />

de meterkast kan ook de opstelplaats van de verwar-<br />

ming en koeling of de keuken plaats bieden aan andere<br />

technische voorzieningen. Het verplaatsen van een<br />

aantal voorzieningen en het onderbrengen hiervan in<br />

Zorgfuncties<br />

- kinderen<br />

- senioren<br />

- mensen met<br />

een beperking<br />

Thuiswerk-<br />

functies<br />

- kantoor<br />

- faciliteiten<br />

Algemene<br />

gebruiksfuncties<br />

- comfort & luxe<br />

- energiebesparing<br />

- extra veiligheid<br />

- onderhoud en beheer<br />

een andere ruimte geeft mogelijkheden om een klei-<br />

nere meterruimte te creëren en op een andere plaats<br />

een grotere ruimte voor apparatuur te situeren. Helaas<br />

is de grootte van de meterkast nu nog gebonden aan<br />

de in de norm NEN 2768 voorgeschreven minimum<br />

afmetingen.<br />

Voor de elektrische installatie is een opsplitsing<br />

gemaakt in een energiedistributienet (EDN) en een ICT-<br />

en besturingsnet (IBN). Het IBN is bedoeld voor com-<br />

municatie-, meet- en besturingsignalen (zoals de tem-<br />

peratuursensor en de aansturing van de verwarming)<br />

alsook de aansluiting van telematica-installaties (zoals<br />

internet, CAI en telefonie) en de integratie van diverse<br />

installatiefuncties door middel van woonhuisautomati-<br />

sering.<br />

Voor de uitvoering van het EDN bestaan twee con-<br />

cepten: conventionele bedrading met buizen en dozen<br />

en, als alternatief, bedrading met behulp van plint- en<br />

kanaalsystemen. Ook het IBN kan bedraad worden uit-<br />

gevoerd. Daarnaast zijn er echter ook andere oplos-<br />

singen, zoals de integratie van het IBN met het EDN<br />

door middel van Powerlinecommunicatie. Hierbij wordt<br />

het EDN benut voor energiedistributie en signaaluit-<br />

wisseling. Ook met draadloze technologieën kan een<br />

ISSO jaarboek<br />

68 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

(virtueel) IBN gerealiseerd worden.<br />

De klimaattechnische installatie kan op vele manier<br />

gerealiseerd worden. Voor de toekomst is van belang<br />

dat duurzame energiebronnen met koelfuncties en indi-<br />

viduele ruimteregeling meegewogen worden als seri-<br />

euze alternatieven in een woning. Ook voor de sanitaire<br />

installatie is het van belang de alternatieven te kennen<br />

en af te wegen.<br />

Woonhuisautomatisering kan in veel gevallen een rol<br />

spelen. Zowel uit oogpunt van comfort en luxe als ook<br />

vanuit diverse zorgfuncties. Voorbeelden zijn: een cen-<br />

trale ‘aan-uit-knop’ van de woning, verlichtingsscena-<br />

rio’s, bewaking leidingwaterkwaliteit, personenactivi-<br />

teitbewaking en alarmering. Dit alles kan worden gere-<br />

aliseerd door tijdens de ontwerpfase met de toekom-<br />

stig gebruiker de diverse functionaliteiten te bespreken<br />

en de woninginstallaties hier op af te stemmen.<br />

Tenslotte komt in het vierde hoofdstuk aan de orde<br />

welke voorzieningen minimaal in een woning aan-<br />

wezig zouden moeten zijn om deze het predikaat<br />

‘Levensloopbestendig’ te geven. Dit model met criteria<br />

voor ontwerp is een aanzet voor de gedachtenvorming.<br />

In de praktijk is het van belang dat klant en systeemin-<br />

tegrator in goed overleg tot een maatwerkoplossing<br />

komen. De woning heeft voorzieningen die het inspelen<br />

op toekomstige wensen van de bewoners vereenvou-<br />

digen. Verder wordt expliciet aandacht gevraagd voor<br />

de overdracht en het onderhoud van de installaties.<br />

69<br />

De publicatie bevat verder uitvoerige bijlagen met ach-<br />

tergrondinformatie, gebruikte en aanvullende literatuur,<br />

een organisatieoverzicht en een tweetal modellen voor<br />

een levensloopbestendige woning en een levensloop-<br />

bestendig appartement.<br />

Naast de publicatie is een website ingericht (www.<br />

levensloopbestendiginstalleren.nl) met aanvullende en<br />

actuele informatie, checklisten en mogelijk aanpassin-<br />

gen op deze publicatie.<br />

Publicatie 79<br />

Inspectie en Onderhoud van<br />

Noodverlichtingsinstallaties<br />

Noodverlichting is essentieel om de veiligheid bij cala-<br />

miteit of stroomuitval te waarborgen. ISSO-publicatie<br />

79 gaat in op het uitvoeren van inspectie en onderhoud<br />

aan noodverlichtingsinstallaties.<br />

Door het toepassen van deze richtlijn worden inspectie<br />

en onderhoud gestructureerd en uniform uitgevoerd.<br />

In het eerste hoofdstuk komen het referentiekader, pro-<br />

fiel van de inspecteur en de contractuele aspecten aan<br />

de orde. De basis voor inspectie en onderhoud van de<br />

noodverlichtingsinstallatie is een stroomschema uit<br />

hoofdstuk twee dat in het verloop van de publicatie<br />

verder wordt toegelicht. Bij een eerste inspectie wordt<br />

nagegaan of de installatie volgens een goedgekeurd<br />

plan is gerealiseerd. Met behulp van een checklist is<br />

dit eenvoudig na te gaan. Er is onderscheid gemaakt<br />

tussen decentraal en centraal gevoede systemen,<br />

waarbij aandacht is voor de van toepassing zijnde<br />

normen, omgevingsfactoren, (automatisch) testen van<br />

armaturen en het bijhouden van de toestand van de<br />

installatie in een logboek.<br />

De publicatie is bedoeld voor organisaties en personen<br />

die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van mede-<br />

werkers en degenen die daar uitvoering aan geven.<br />

Publicatie 9 0 0<br />

Verdringingsventilatie in niet-industriele<br />

toepassingen<br />

Deze publicatie vervangt publicatie 40 Verdringings-<br />

ventilatie wordt al geruimte tijd toegepast. De nood-<br />

zakelijke kennis voor een goed ontwerp is slechts<br />

beperkt aanwezig. Deze handleiding is bedoeld voor<br />

ontwerpende installateurs en adviseurs. Het is een uit-<br />

gebreide en eenvoudig te begrijpen ontwerprichtlijn die<br />

gebaseerd is op praktische ervaringen en research en<br />

geeft onder andere antwoord op de volgende vragen:


• wat zijn de voordelen van verdringingsventilatie in<br />

niet-industriële toepassingen;<br />

• wat zijn de beperkingen;<br />

• wanneer zou verdringingsventilatie moeten worden<br />

toegepast en wanneer niet.<br />

Het boek bevat ook de laatste ontwikkelingen op<br />

het gebied van verdringningsventilatie; uitgezon-<br />

derd de in de vloer opgenomen toevoerroosters.<br />

Ontwerpvoorbeelden voor veel voorkomende gebouw-<br />

typen zijn opgenomen.<br />

Deze handleiding heeft als doel ontwerpers te voorzien<br />

van een nieuw, overzichtelijk hulpmiddel bij het ontwer-<br />

pen van verdringingsventilatie.<br />

Verdringingsventilatie wordt al honderden jaren toege-<br />

past en werd voor het eerst wetenschappelijk onder-<br />

zocht door Baturin in 1940. Deze ventilatiemethode is<br />

verder ontwikkeld en wordt vooral in de Scandinavische<br />

landen toegepast. In de zeventiger jaren werd verdrin-<br />

gingsventilatie vooral in de industrie toegepast. In de<br />

tachtiger jaren werd verdringingsventilatie in toene-<br />

mende mate ook in de utiliteitsbouw toegepast. Buiten<br />

het Scandinavische gebied is nog weinig praktische<br />

ervaring met verdringingsventilatie opgedaan.<br />

Verdringingsventilatie heeft twee grote voorde-<br />

len wanneer het vergeleken wordt met de traditi-<br />

onele mengende ventilatie. Ten eerste wordt de<br />

luchtkwaliteit in de leefzone hoger dan bij men-<br />

gende systemen en wordt met verdringingsventila-<br />

tie boven uit het vertrek meer verontreiniging afge-<br />

voerd dan met conventionele systemen waar schone<br />

en verontreinigde lucht continu gemengd worden.<br />

Ten tweede wordt, door de thermische gelaagdheid,<br />

lucht afgevoerd met een temperatuur die hoger is dan<br />

die in de leefzone. Hierdoor kan, bij een gelijkblijvend<br />

koelvermogen, lucht met een hogere temperatuur toe-<br />

gevoerd worden waardoor het systeem energie-effi-<br />

ciënter werkt.<br />

Doel van deze handleiding is het verbeteren en ver-<br />

eenvoudigen van de praktische ontwerpprocedure.<br />

Aanverwante onderwerpen met bekende sleutelwoor-<br />

den als: vrije convectieve stroming, stratificatie en con-<br />

centratie-, temperatuur- en snelheidsverdeling in de<br />

leefzone worden ook behandeld.<br />

ISSO jaarboek<br />

70 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO/SBR PUBLICATIES:<br />

ISSO/SBR-publicatie 213<br />

Ont werpen van energie-ef ficiënte<br />

kantoorgebouwen ; integratie van gebouw<br />

en installatie.<br />

Deze, gezamenlijk met de SBR gerealiseerde, publica-<br />

tie is een hulpmiddel bij het ontwerpen van energiezui-<br />

nige kantoorgebouwen.<br />

In de publicatie worden aan de hand van het totstand-<br />

komingsproces, dus van initiatieffase tot beheer, de<br />

energierelevante keuzen behandeld. De publicatie is<br />

een ideaal hulpmiddel bij het overleg tussen archi-<br />

tect en installatieontwerper. Voor beide partijen wordt<br />

inzichtelijk aangegeven wat de energetische conse-<br />

quenties van de ontwerpbeslissingen zijn. De herziene<br />

uitgave van 1994 geeft aanwijzingen hoe op de nieuwe<br />

Energieprestatienormering (NEN 2916) kan worden<br />

aangesloten.<br />

ISSO/SBR-publicatie 300<br />

Energie-ef ficiënte kantoorgebouwen,<br />

binnenklimaat en energiegebruik.<br />

Bij het zoeken naar andere huisvesting voor een orga-<br />

nisatie of het ontwerpen van een nieuw kantoorgebouw<br />

spelen een goed thermisch binnenklimaat en energie-<br />

efficiëntie een belangrijke rol.<br />

De publicatie ‘Energie-efficiënte kantoorgebouwen,<br />

binnenklimaat en energiegebruik’ is een hulpmiddel om<br />

zowel bij bestaande als nieuw te bouwen kantoorge-<br />

bouwen het thermisch binnenklimaat en het energiege-<br />

bruik te beoordelen. Bovendien dient het als commu-<br />

nicatiemiddel tussen architecten, gebouwbeheerders,<br />

adviesbureaus en installatieontwerpers. Bij het beoor-<br />

delen van bestaande huisvesting of in de verschillende<br />

fasen van het ontwerp van een nieuwe huisvesting kan<br />

deze publicatie gebruikt worden om goede beslissin-<br />

gen te kunnen nemen.<br />

In tabellen zijn de resultaten van berekeningen van het<br />

thermisch binnenklimaat (het aantal gewogen tem-<br />

peratuuroverschrijdingsuren) en jaarlijks energiege-<br />

bruik gegeven, die verkregen zijn door de belangrijkste<br />

bouwkundige- en installatietechnische aspecten in een<br />

simulatiemodel te variëren. Gevarieerd zijn glasper-<br />

centage, opbouw gevelwand, R-waarde gevelwand,<br />

de specifiek werkzame vertrekmassa en de vertrekaf-<br />

metingen, evenals de interne warmtelast door perso-<br />

71<br />

nen, verlichting en apparatuur. Er zijn berekeningen<br />

gemaakt voor vier verschillende installatietypen:<br />

• natuurlijke ventilatie en radiatorverwarming;<br />

• mechanisch luchttoe- en afvoersysteem, aanvul-<br />

lende natuurlijke ventilatie en radiatorverwarming;<br />

• mechanisch luchttoe- en afvoersysteem, beperkte<br />

koeling en radiatorverwarming;<br />

• volledige airconditioning.<br />

In de tabellen voor het energiegebruik zijn het energie-<br />

gebruik voor verwarming, koeling, transport en verlich-<br />

ting apart weergegeven.<br />

In deze publicatie zijn de variabelen en de bereke-<br />

ningsresultaten op een zo eenvoudig mogelijke wijze<br />

gepresenteerd. De uitgangspunten zijn slechts sum-<br />

mier behandeld om deze publicatie zo compact moge-<br />

lijk te houden. Voor de presentatie van de getalwaar-<br />

den is gebruik gemaakt van overzichtelijke grafieken<br />

en tabellen. In het ISSO-researchrapport 'Energie-effi-<br />

ciënte kantoorgebouwen, binnenklimaat en energiege-<br />

bruik’ is gedetailleerd ingegaan op de uitgangspunten<br />

en gebruikte formules.<br />

ISSO/SBR-publicatie 3 47<br />

Model kwaliteitsbeheersing<br />

klimaatinstallaties (MK K ).<br />

Het MKK is een instrument voor het beheersen van<br />

het voortbrengingsproces van klimaatinstallaties. Het<br />

voorkomen van problemen inzake deze prestaties van<br />

klimaatinstallaties, die zich onder meer in klachten over<br />

het binnenmilieu kunnen manifesteren, vormt de ach-<br />

terliggende gedachte. Met deze publicatie wordt een<br />

aanzet gegeven voor de invulling die aan kwaliteits-<br />

beheersing van klimaatinstallaties in Nederland kan<br />

worden gegeven.<br />

Het MKK sluit met structuur en inhoud aan op het Kader<br />

MKS. Op basis van die gemeenschappelijke visie op<br />

het bouwproces worden aanwijzingen gegeven voor<br />

de verdeling en afstemming van taken en verantwoor-<br />

delijkheden van de bouwpartners bij de voortbrenging<br />

van klimaatinstallaties.<br />

Aan de hand van de gebruikelijke fasering van het<br />

voortbrengingsproces in de vijf fasen: programma, ont-<br />

werp, uitwerking, realisatie en beheer, worden de pro-


grammaontwikkeling en planontwikkeling beschreven.<br />

Uiteindelijk ontstaat er een MKK-matrixstructuur van<br />

10 x 13 velden, waarin per voortbrenging (sub)fase de<br />

kwaliteitsbeheersaspecten zijn beschreven.<br />

Het mkk is daarmee een leidraad op basis waarvan<br />

de precieze invulling en verdeling van taken en verant-<br />

woordelijkheden, toegesneden op een specifiek pro-<br />

ject, kunnen worden uitgewerkt.<br />

ISSO/SBR-publicatie 354<br />

Binnenmilieufactoren voor kantoren.<br />

Deze publicatie richt zich tot de opdrachtgever, project-<br />

ontwikkelaar, bouwcoördinator, architect, klimaatadvi-<br />

seur, installatieontwerper, gebouwbeheerder/facility<br />

manager, bedienend en onderhoudsper-soneel, huis-<br />

vestingscoördinator, leden van ondernemingsraden,<br />

dienstcommissies of medezeggenschapscommissies,<br />

arbodeskundige en ‘last but not least’ de kantoorbe-<br />

woner zelf die allen hun eigen verantwoordelijkheid<br />

voor het tot stand brengen en in stand houden van een<br />

goed binnenmilieu hebben.<br />

Naast een goed binnenmilieu en een goed werkende<br />

klimaatinstallatie zijn voor het welbevinden in kan-<br />

toorgebouwen van belang items als privacy, de inter-<br />

menselijke contacten en verhoudingen, de huisves-<br />

ting van de medewerkers en de betrokkenheid van<br />

het management (met betrekking tot het creëren van<br />

goede arbeidsomstandigheden).<br />

Deze publicatie behandelt de volgende binnenmi-<br />

lieufactoren: thermisch binnenklimaat, luchtkwaliteit,<br />

licht en geluid. Deze vier hoofdgroepen worden nader<br />

onderscheiden in een twintigtal gekwantificeerde bin-<br />

nenmilieuparameters. De bovengenoemde sociaal-<br />

psychologische factoren, die mede een rol spelen<br />

bij het welbevinden in gebouwen, blijven hier buiten<br />

beschouwing.<br />

In principe is de opdrachtgever verantwoordelijk voor<br />

het definiëren van de gewenste kwaliteit van het bin-<br />

nenmilieu voor een bepaald project. De opdrachtgever<br />

moet dan wel beschikken over de gewenste informatie.<br />

De wettelijke eisen die de overheid stelt aan de eerder<br />

genoemde binnenmilieufactoren of zoals ze in de prak-<br />

tijk veelal worden aangehouden, leiden niet altijd tot de<br />

bovengenoemde gewenste kwaliteit. Daarom worden<br />

in deze publicatie drie prestatieniveaus van binnenmi-<br />

lieufactoren voorgesteld:<br />

• 'goed';<br />

• 'minder goed';<br />

• 'goed tot zeer goed'.<br />

De huisvesting van de kantoorwerker dient goede<br />

randvoorwaarden te bieden voor het uitvoeren van<br />

het proces (lees: werkzaamheden). Dit betekent dat<br />

de keuze voor een bepaald prestatieniveau dient te<br />

worden afgestemd op de (geplande) activiteiten.<br />

Afhankelijk van het gewenste kwaliteitsniveau en mede<br />

op budgettaire gronden, kan men per binnenmilieupa-<br />

rameter kiezen voor een niveau 'goed', 'minder goed'<br />

of 'goed' tot 'zeer goed'. Aan wettelijke eisen moet men<br />

te allen tijde voldoen.<br />

ISSO/SBR-publicatie 375<br />

Flexis, communicatie over en beoordeling<br />

van flexibiliteit tussen installaties en<br />

kantoorgebouwen.<br />

Een methode voor de beoordeling van de mate van<br />

veranderbaarheid van een gebouw en zijn installatie.<br />

Het kunnen beoordelen wat de flexibiliteitskwaliteit van<br />

een gebouw en installatie is (bestaand of in ontwerp-<br />

fase) is van groot belang voor zowel de gebouweige-<br />

naar als beheerder en gebruiker.<br />

Van belang gezien de duurzaamheid (milieu!), de mate<br />

waarin het gebouw en de installatie een gezonde werk-<br />

plek voor haar gebruikers kan blijven realiseren (een<br />

gezond gebouw) en ter voorkoming van kapitaalvernie-<br />

tiging indien een gebrek aan flexibiliteit leidt tot sloop.<br />

In deze publicatie wordt de Flexismethodiek beschre-<br />

ven. Hiermee kunnen verschillende partijen die betrok-<br />

ken zijn bij de totstandkoming van een gebouw com-<br />

municeren over de flexibiliteit tussen deze gebou-<br />

wen en hun installaties. Aan de hand hiervan wordt<br />

de flexibiliteit van installaties of onderdelen daarvan<br />

bespreekbaar tussen installatieadviseurs en ontwer-<br />

pers enerzijds en opdrachtgevende en beherende<br />

partijen anderzijds. Met de Flexismethodiek kan het<br />

aanbod van bestaande gebouwen en hun installaties<br />

beoordeeld worden op hun flexibiliteitskwaliteiten.<br />

Met behulp van Flexis kan ook de vraag naar flexibele<br />

installaties geformuleerd worden voor de realisatie van<br />

nieuwe gebouwen. Hiermee is Flexis een communica-<br />

tiemiddel voor zowel de vraag- als aanbodzijde van de<br />

bouwmarkt.<br />

ISSO jaarboek<br />

72 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

Algemeen uitgangspunt is de realisatie van flexibele<br />

installaties in flexibele gebouwen. De flexibiliteit van<br />

gebouwen is bij de verdere uitwerking van Flexis gro-<br />

tendeels buiten beschouwing gelaten. Alle aandacht is<br />

hier gegaan naar de flexibiliteit van de installaties.<br />

Met Flexis kunnen vraag en aanbod met betrekking tot<br />

flexibele installaties op elkaar afgestemd worden. Flexis<br />

is een hulpmiddel waarmee de vraagspecificaties van<br />

flexibele installaties geformuleerd kan worden. Hiermee<br />

kan tijdens de verschillende voorbereidingsfasen, maar<br />

vooral ook tijdens de exploitatie- en beheerfase van een<br />

project, beter ingespeeld worden op een veranderende<br />

functie van het gebouw en de installaties.<br />

ISSO/SBR-publicatie 8 0 0<br />

Sturingsinstrument voor binnenklimaat<br />

(GTO) en energieprestatie (EPC) in<br />

Kantoorgebouwen.<br />

Met het van kracht worden van de NEN 2916 is er bij de<br />

bouwpartners behoefte ontstaan aan een instrument<br />

waarmee in de initiatieffase van een bouwproject op<br />

basis van globale gegevens informatie wordt verkregen<br />

over het binnenklimaat (GTO) en de energieprestatie<br />

(EP waarde). De nieuwe situatie van het Bouwbesluit<br />

kweekt informatiebehoefte naar het te realiseren EP<br />

getal naast de hieraan gerelateerde behaaglijkheid<br />

conform de Arbo wetgeving. Overschrijding van de in<br />

het Bouwbesluit gegeven grenswaarde voor EP bete-<br />

kent dat geen bouwvergunning wordt verleend, waar-<br />

door eerder gemaakte beslissingen moeten worden<br />

herzien. Omgekeerd leidt het alleen rekening houden<br />

met de EP waarde tot situaties waar niet voldaan wordt<br />

aan een gewenst binnenklimaat, waardoor eveneens<br />

eerder genomen beslissingen moeten worden herzien.<br />

De publicatie zal in de initiatieffase van een bouwpro-<br />

ject op een eenvoudige en snelle wijze de benodigde<br />

informatie verstrekken.<br />

ISSO/SBR-publicatie 8 01<br />

Praktijkboek Gezonde Gebouwen<br />

Het Praktijkboek Gezonde Gebouwen van SBR/ISSO<br />

is het standaardwerk over gezondheid, comfort en<br />

productiviteit van gebouwgebruikers. Het Praktijkboek<br />

is praktisch geschreven, overzichtelijk en behandelt<br />

onderwerpen per thema in losse cahiers. Meer en meer<br />

ontwikkelt het Praktijkboek zich bovendien tot kennis-<br />

platform, met de introductie van een internetsite, een<br />

e-mailnieuwsbrief en abonneebijeenkomsten.<br />

73<br />

Het Praktijkboek Gezonde Gebouwen is ontstaan om<br />

een brede doelgroep te informeren over gezondheid,<br />

comfort en de productiviteit van gebouwgebruikers,<br />

voorzover die het gevolg zijn van het binnenmilieu. In<br />

de markt heeft het boek een goede bekendheid. Het<br />

Praktijkboek Gezonde Gebouwen is een naslagwerk<br />

dat is verdeeld in losse cahiers Die cahiers behande-<br />

len steeds één onderwerp. Daarmee beantwoorden de<br />

samenstellers aan de behoefte van grote doelgroepen<br />

die niet in alle informatie geïnteresseerd zijn. De tekst<br />

zelf is compact. Er wordt ruim gebruik gemaakt van<br />

checklists, tabellen en verhelderende illustraties.<br />

Cahiers<br />

1 - Binnenmilieu, Productiviteit en Ziekteverzuim<br />

(Cahier A 3)<br />

2 - Binnenmilieu Prestatie-eisen Kantoorgebouwen<br />

(Cahier R 2)<br />

3 - Luchtkwaliteit Woningbouw (Cahier T 1)<br />

4 - Thermisch Binnenklimaat Utiliteitsbouw (Cahier T 4)<br />

5 - ISIAQ richtlijn onderzoek luchtkwaliteit klachten<br />

(Cahier O 2)<br />

6 - Allergeenarme Gebouwen (Cahier V 1)<br />

7 - Gezonde, duurzame kantoorgebouwen (Cahier V2)<br />

8 - Eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen<br />

(Cahier P1)<br />

9 - Basiswerk Binnenmilieu (Cahier A1)<br />

10 - Gezond beheer van utiliteitsgebouwen (Cahier B1)<br />

11 - Binnenmilieu in basisscholen (Cahier T2)<br />

12 - Technische maatregelen tegen tabaksrookoverlast<br />

(Cahier U1)<br />

ISSO/SBR-publicatie 8 02<br />

Handleiding gezond beheren van kantoren.<br />

De kwaliteit van de werkomgeving kan een belangrijke<br />

oorzaak zijn van klachten over gezondheid, comfort<br />

en welzijn van de gebruikers van een gebouw. Dit kan<br />

leiden tot aanzienlijke directe en indirecte kosten, zoals<br />

een lagere arbeidsproductiviteit en ziekteverzuim. De


kwaliteit van de werkomgeving wordt zowel bepaald<br />

door het ontwerp van gebouw en installatie als door<br />

het beheer van een gebouw. ISSO en SBR hebben<br />

daarom een handleiding ‘Gezond beheren van kan-<br />

toorgebouwen’ samengesteld, die facilitymanagers en<br />

gebouwbeheerders een hulpmiddel geeft bij het creë-<br />

ren van een gezonde werkomgeving.<br />

De handleiding geeft tips en richtlijnen voor het uitvoeren<br />

van beheeractiviteiten, het sturen van beheerprocessen<br />

en het opstellen van beheercontracten. Daarnaast gaat<br />

de handleiding in op gezond beheer als management-<br />

instrument en de communicatie daarover.<br />

De handleiding bestaat uit twee delen:<br />

1. Processen en Communicatie. Dit deel is geschre-<br />

ven voor het facilitair management en behandelt<br />

strategie, beleid en implementatie van gezond<br />

beheren. In dit deel worden handreikingen gege-<br />

ven voor sturing van de beheerprocessen, de<br />

methode van werken en de communicatie met de<br />

gebouwgebruikers.<br />

2. Aandachtspunten beheeractiviteiten Dit deel bevat<br />

aandachtspunten voor de verschillende beheer-<br />

activiteiten die van belang zijn voor een gezonde<br />

kwaliteit van de huisvesting en geeft praktische<br />

informatie op basis waarvan de beheeractiviteiten<br />

op een gezonde wijze procesmatig kunnen worden<br />

geselecteerd, uitgevoerd en gecontroleerd. Het<br />

bevat checklisten en omschrijvingen van taken en<br />

verantwoordelijkheden en is geschreven voor uit-<br />

voerenden van beheeractiviteiten.<br />

ISSO/SBR-publicatie 8 03<br />

Naar een betere atmosfeer. Hoe verbeteren<br />

we de kwaliteit van de binnenlucht in onze<br />

school. (Uit verkocht)<br />

ISSO/SBR-publicatie 8 0 4<br />

Energie-ef ficiënt ventileren<br />

In deze handleiding worden beknopt de achtergronden<br />

en gegevens van woningventilatie weergegeven, die<br />

voor de (technisch) ontwerper of projectleider bij een<br />

woningbouwproject noodzakelijk zijn.<br />

Het belang van ventilatie, zowel voor het binnenmilieu<br />

als het energiegebruik (10% van het energiegebruik in<br />

Nederland is voor woningventilatie) wordt aangegeven,<br />

alsmede de samenhang met andere SBR/ISSO pro-<br />

ducten.<br />

Verder wordt ingegaan op de noodzaak van ventilatie<br />

(de toevoer van zuurstof en schone lucht en de afvoer<br />

van vervuilde lucht) en de aandachtpunten om het<br />

energiegebruik te verminderen. Daaropvolgend worden<br />

ventilatiesystemen voor woningen behandeld. Dat zijn:<br />

natuurlijke ventilatie, mechanische afzuiging en natuur-<br />

lijke toevoer en gebalanceerde ventilatie.<br />

Het Bouwbesluit, de normen NEN 2686, NEN 2690,<br />

NEN 1087, de Nederlandse Praktijk Richtlijn NPR 1088<br />

en andere normen en voorschriften, zoals NEN 2757 en<br />

NEN 1078 (GAVO), worden toegelicht.<br />

De energieprestatienormering wordt bezien in relatie<br />

tot ventilatie.<br />

In het hoofdstuk ‘Ventilatie en (buiten)geluid’ wordt<br />

een methode gegeven waarmee een keuze kan worden<br />

gemaakt voor een bepaald ventilatiesysteem in combi-<br />

natie met bepaalde akoestische voorzieningen.<br />

Hoe groot de investeringskosten, de onderhoudskos-<br />

ten en de energiekosten van de verschillende syste-<br />

men zijn en zich met elkaar verhouden onder verschil-<br />

lende omstandigheden en voorwaarden, wordt even-<br />

eens aangegeven.<br />

Tenslotte zijn nog twee bijlagen toegevoegd:<br />

Beslissingsmatrices buitengeluid en ventilatie en een<br />

literatuurlijst.<br />

ISSO/SBR-publicatie 804 is vooral bedoeld voor de<br />

gezamenlijke doelgroep van ISSO en SBR. Daarnaast<br />

geeft ISSO-publicatie 61 de vooral voor de installatie-<br />

deskundige gewenste informatie.<br />

ISSO/SBR publicatie 8 05<br />

Handboek Vocht en Ventilatie<br />

De doelstelling van de publicatie is de aanwezige<br />

kennis over vocht en ventilatie te bundelen en een-<br />

voudig toegankelijk te maken voor de betrokkenen bij<br />

het ontwerp, het bouwen en het beheer van woningen.<br />

Daarnaast is de informatie van belang voor de advise-<br />

ring bij vocht- en ventilatieproblemen in woningen.<br />

Om de kennis over vocht en ventilatie toegankelijk te<br />

maken voor de betreffende doelgroep sluit dit boek in<br />

zijn opzet enerzijds aan bij het bouwproces en ander-<br />

zijds kan het als naslagwerk in het beheer gebruikt<br />

worden.<br />

ISSO/SBR-publicatie 8 0 6<br />

Hemelwater binnen de perceelgrenzen<br />

Zie ISSO-publicatie 70.1<br />

ISSO jaarboek<br />

74 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO/SBR-publicatie 8 07<br />

Daglichtsystemen en visueel comfor t<br />

Deze publicatie biedt diverse methoden die door de<br />

bouwfysicus, de bouwkundige ingenieur, de architect<br />

en de verlichtingsadviseur gebruikt kunnen worden<br />

om het visuele comfort en het energiegebruik voor de<br />

kunstverlichting in dagverlichte ruimten te bepalen. De<br />

publicatie spitst zich weliswaar toe op kantoorvertrek-<br />

ken, maar deze methoden kunnen ook in andere dag-<br />

verlichte situaties ingezet worden.<br />

ISSO/SBR-publicatie 8 0 8<br />

‘Innovatieve en duurzame gebouw- en<br />

installatieconcepten - een integrale<br />

aanpak - Handreiking voor ont werpteams’<br />

Deze handreiking voor ontwerpteams gaat uit van een<br />

integrale aanpak voor het huisvestingsbeleid (geba-<br />

seerd op het Programma van Eisen PvE), het ontwerp-<br />

en realisatieproces en het beheer van gebouwen. Het<br />

accent ligt op het integreren van gebouw en installatie<br />

in een vroeg stadium van het ontwerp.<br />

Bij een aantal voorbeeldgebouwen is gebleken dat<br />

deze, terwijl het extreem energiezuinige gebouwen zijn,<br />

gunstiger scoren dan het gemiddelde Nederlandse<br />

kantoorgebouw. Bovendien is er sprake van een hoog<br />

ambitieniveau, bijvoorbeeld het realiseren van een zeer<br />

lage EPC. Daarbij is uitgegaan van twee specifieke the-<br />

ma’s: milieu- en mensvriendelijk ontwerpen en duur-<br />

zaam bouwen.<br />

Adviseurs, regeltechnische bedrijven en installateurs<br />

streven naar installaties die goed (blijven) functione-<br />

ren. Opdrachtgevers en architecten vinden esthetica,<br />

functies en duurzaamheid van het bouwkundige deel<br />

belangrijk. Tussen gebouw en installatie bestaat een<br />

wisselwerking . Daarom is een integrale benadering<br />

noodzakelijk.<br />

De publicatie biedt ontwerpteams een handvat om te<br />

komen tot creatieve duurzame oplossingen. Het accent<br />

ligt op het integreren van gebouw en installaties vanaf<br />

een vroeg stadium van het ontwerp. dan al worden -<br />

vaak onbewust - belangrijke beslissingen genomen.<br />

Vroegtijdige integratie bespaart kosten en waarborgt<br />

zorg voor het milieu.<br />

De voorwaarden voor het energiezuinig en kwalitatief<br />

goed functioneren van installaties worden echter niet<br />

alleen geschapen in het voortraject maar ook in de rea-<br />

lisatie, oplevering, beheer en onderhoud van de instal-<br />

laties. Monitoringresultaten (van energiestromen, lucht-<br />

en watertemperaturen, drukverschillen, toerentallen,<br />

75<br />

status en storingssignalen van componenten) geven<br />

inzicht in het functioneren van het systeem maar het<br />

succes van een concept wordt pas bewaarheid door<br />

het uitblijven van klachten van gebruikers. Klachten<br />

over binnencondities worden veroorzaakt door onmo-<br />

gelijkheden in het ontwerp (bijvoorbeeld door het ont-<br />

breken van decentrale instellingen en regelingen), of<br />

door storen/slecht functioneren van de installaties.<br />

De handreiking heeft een drieledig karakter:<br />

- zij geeft aan de hand van een rubricering van de<br />

gerealiseerde projecten in concepten, een beeld<br />

van de richtingen waarin het ontwerpteam kan<br />

denken.<br />

- voor een aantal van deze concepten worden voor-<br />

beeldprojecten gepresenteerd. De ervaringen<br />

opgedaan bij het realiseren van deze projecten,<br />

zowel wat betreft techniek, energie, gebruikersbe-<br />

oordeling als proces, komen in het middendeel van<br />

de handreiking aan de orde.<br />

Tot slot is een handreiking voor ontwerpteams opge-<br />

nomen. Hierin worden de rol en de mogelijkheden van<br />

de opdrachtgever in dit proces omschreven en wordt<br />

helder gemaakt hoe de keuzes van een ontwerpteam-<br />

lid in een bepaalde fase van het ontwerpproces andere<br />

onderdelen van het ontwerp beïnvloeden. Deze hand-<br />

reiking kan worden gezien als een leidraad en commu-<br />

nicatiemiddel bij het geïntegreerd ontwerpen, dat nog<br />

steeds geen gemeengoed is. Beslisbomen en check-<br />

lists kunnen echter nooit alle aspecten omvatten en tot<br />

een eenduidige oplossing leiden. Ontwerpen blijft een<br />

creatief proces.<br />

ISSO/ VNI-richtlijn 4.1<br />

Warmteverliesberekening voor woningen<br />

en woongebouwen - bladen ten behoeve<br />

van een handberekening.<br />

Deze publicatie is inmiddels vervangen door ISSO-<br />

publicatie 51.<br />

ISSO/ VNI-richtlijn 30.1 Variantenboek<br />

Tapwaterinstallaties in woningen<br />

Opgenomen in ISSO Publicatie 30<br />

ISSO/ VNI-richtlijn 30.2<br />

Praktijkrichtlijn Tapwaterinstallaties in woningen<br />

Opgenomen in ISSO Publicatie 30


ISSO-VNI brochure 30.3<br />

Waterslag in tapwaterinstallaties.<br />

Geluidsoverlast is een groot maatschappelijk pro-<br />

bleem. Geluiden afkomstig van sanitaire installaties<br />

scoren hoog als het gaat om overlast. Een van de<br />

mogelijke vormen van geluid van sanitaire installaties<br />

wordt veroorzaakt door waterslag. Waterslag treedt op<br />

wanneer door een leiding stromend water plotseling<br />

wordt stilgezet door het sluiten van een kraan. Hierbij<br />

ontstaat een drukverhoging die zich door het leidingsy-<br />

steem voortplant.<br />

Waterslag treedt met name op bij relatief snel<br />

sluitende afsluiters zoals magneetventielen en<br />

eenhendel(meng)kranen. Deze kranen worden in de<br />

huidige woningbouw meer- en meer toegepast waar-<br />

door ook de geluidsoverlast ten gevolge van waterslag<br />

toeneemt.<br />

In opdracht van de Vereniging van Nederlandse<br />

Installatiebedrijven (VNI) en met medefinanciering van<br />

TVVL, Vewin en Novem, is door Adviesbureau Peutz<br />

& Associes B.V. een onderzoek uitgevoerd naar het<br />

optreden en oplossen van waterslag in huishoudelijke<br />

installaties. ISSO heeft een bijdrage geleverd in het<br />

beschikbaar stellen van tijd en kosten voor de secreta-<br />

riaatswerkzaamheden.<br />

Op basis van dit onderzoek is de brochure opgesteld.<br />

Hieruit blijkt enerzijds dat waterslag een complex ver-<br />

schijnsel is waarbij drukverloop niet altijd eenvoudig<br />

verklaard kan worden maar anderzijds dat op basis van<br />

een zorgvuldige analyse gerichte oplossingen mogelijk<br />

zijn.<br />

Ook zijn er constructieve verbeteringen mogelijk aan<br />

kranen en magneetafsluiters zodat problemen met<br />

waterslag in de toekomst wellicht geheel voorkomen<br />

kunnen worden.<br />

ISSO-Zakboekje Installatietechniek.<br />

In 1994 bestond de Stichting ISSO 20 jaar. Ter gele-<br />

genheid hiervan heeft ISSO opdracht gegeven om een<br />

zakboekje samen te stellen, waarin een groot aantal<br />

tabellen, grafieken en formules, ontleend aan ISSO-<br />

publicaties, zijn opgenomen. In het zakboekje (11 x 17<br />

x 1) vindt men veel gegevens uit bijna alle ISSO-publi-<br />

caties tot 1994.<br />

ISSO-Handboek<br />

Installatietechniek (2e versie)<br />

De tweede editie van het tweedelige Handboek<br />

Installatietechniek telt 1400 bladzijden en bevat een<br />

onmisbare schat aan informatie. In het Handboek<br />

Installatietechniek is alles erop gericht het zoeken een-<br />

voudig en efficiënt te maken. Het bijzonder uitgebreide<br />

register is daarbij een geweldig hulpmiddel. De vele<br />

tekeningen en illustraties spreken voor zich zodat de<br />

visueel ingestelde technicus snel naar het antwoord<br />

op zijn vraag wordt geleid. Bovendien verwijst het<br />

Handboek voor verder studiemateriaal of het opzoeken<br />

van belangwekkende details naar andere publicaties,<br />

wetenschappelijke bronnen of websites.<br />

Het Handboek Installatietechniek speelt nadrukkelijk in<br />

op alle actuele ontwikkelingen in de sector. Zo zijn het<br />

Bouwbesluit en de Energieprestatienormen belangrijke<br />

nieuwe ontwikkelingen waarvan de consequenties voor<br />

het installatievak in het naslagwerk zijn beschreven.<br />

Maar ook technische noviteiten zoals moderne regel-<br />

en besturingstechnieken en duurzame installatietech-<br />

nieken, zoals bijvoorbeeld warmtepompen, komen uit-<br />

gebreid aan de orde.<br />

Het Handboek is samengesteld door een uitgebreide<br />

redactie van auteurs met jarenlange praktijkervaring.<br />

Elke van de schrijvers is een specialist op zijn vakge-<br />

bied. Bovendien is de complete tekst beoordeeld en<br />

zijn de afzonderlijke bijdragen op elkaar afgestemd en<br />

geredigeerd door een vakbekwame eindredactie.<br />

FAQ Legionellapreventie ; vragen en<br />

ant woorden uit de praktijk<br />

Veel bezoekers van de website www.legionella-<br />

vraagbaak.nl hebben verzocht om een totaaloverzicht<br />

van alle vragen en antwoorden in de database per<br />

categorie. Met deze uitgave worden deze verzoeken<br />

gehonoreerd.<br />

Deze uitgave is een selectie van de meest inte-<br />

ressante en representatieve vragen en bijbeho-<br />

rende antwoorden over de periode september<br />

2001 tot augustus 2002 op het gebied van Legio-<br />

nellapreventie in leidingwater die via de website zijn<br />

gesteld. (www.legionellavraagbaak.nl)<br />

De vragen en antwoorden bevatten veel aanvullende<br />

praktische informatie ten opzichte van ISSO-publi-<br />

catie 55.1 en de Tijdelijke Regeling Legionellapre-<br />

ventie. De website is in opdracht van VROM door ISSO<br />

ontwikkeld en is sinds de ingebruikstelling in septem-<br />

ber 2001 jaarlijks meer dan 30.000 keer geraadpleegd.<br />

ISSO jaarboek<br />

76 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

De antwoorden zijn, als ze niet direct op basis van<br />

ISSO-publicatie 55.1* en/of de Tijdelijke Regeling<br />

Legionellapreventie** waren te beantwoorden, voorge-<br />

legd aan materie-deskundigen van KIWA, TNO-MEP of<br />

UNETO-VNI.<br />

De vragen zijn gerubriceerd naar de hoofdcatego-<br />

rieën:<br />

• Wetgeving<br />

• Microbiologie<br />

• Techniek<br />

• Overig.<br />

Wil men verfijnder zoeken naar vragen over bepaalde<br />

onderwerpen, dan blijft daarvoor de beste manier<br />

om de website te raadplegen en een trefwoord in te<br />

voeren.<br />

Kwaliteit sborging en Legionellapreventie<br />

Veel opdrachtgevers, eigenaren en beheerders van<br />

collectieve tapwaterinstallaties vinden het van groot<br />

belang dat de kwaliteit van het installatiebedrijf dat<br />

zorgdraagt voor het uitvoeren van de risicoanalyse,<br />

de eventuele installatieaanpassingen en het opstellen<br />

van het beheersplan gewaarborgd is. Voor de instal-<br />

latiesector is inmiddels een certificatiesysteem ont-<br />

wikkeld. Indien het installatiebedrijf is gecertificeerd<br />

volgens de BRL 6001, deelgebied 2 (KOMO-INSTAL<br />

Watertechnisch Groot, bestaat er een gerechtvaardigd<br />

vertrouwen dat het opstellen van beheersplannen en<br />

uitvoering van de maatregelen conform de wetgeving<br />

plaatsvindt.<br />

Voor verdere informatie zie www.stichtingkbi.nl<br />

NTR 3216 (volledig herziene versie)<br />

Binnenriolering ; richtlijn voor ont werp en<br />

uit voering.<br />

Deze, geheel herziene, publicatie is bedoeld als hulp-<br />

middel voor het ontwerp, uitvoering en beheer van<br />

binnenriolering in bouwwerken. Zij vormt onder meer<br />

een toelichting op NEN 3215 Binnenriolering – Eisen<br />

en bepalingsmethoden, uitgave 2002 en geeft aanvul-<br />

lende informatie over methoden, toe te passen materi-<br />

alen en/of producten. NTR 3216 geeft uitleg over hoe<br />

NEN 3215 het best kan worden geïnterpreteerd en<br />

bevat aanvullende prenormatieve onderwerpen die bij<br />

gebleken functioneren in een volgende herziening van<br />

de norm zullen worden opgenomen.<br />

Daarnaast zijn ook aanwijzingen opgenomen omtrent<br />

ontwerp, uitvoering en beheer van de buitenriolering<br />

tot aan de perceelgrens.<br />

77<br />

NTR 3216 behandelt de volgende zaken:<br />

• het bepalen van de maatgevende afvoer;<br />

• het toepassen van ontwerpmiddellijnen;<br />

• het leidingbeloop;<br />

• de dimensionering van systemen;<br />

• de aanleg van systemen;<br />

• het onderhoud en de inspectie van systemen.<br />

In NTR 3216 zijn bovendien zaken uit Bouwbesluit<br />

2003, de (Model)Bouwverordening en de Wet milieu-<br />

beheer opgenomen die van invloed zijn op het ontwerp<br />

van binnenriolering zoals:<br />

- lozingsvoorschriften;<br />

- opvang, gebruik en infiltratie van hemelwater binnen<br />

de perceelsgrens;<br />

- individuele behandeling van afvalwater (IBA);<br />

- grijswatersystemen binnen de perceelgrens;<br />

- beperking geluid, brandvoortplanting en rookontwik-<br />

keling;<br />

Tevens is informatie opgenomen over:<br />

- materiaalkeuze;<br />

- condensatie;<br />

- UV-hemelwaterafvoersystemen;<br />

- noodafvoeren;<br />

- ontlastputten;<br />

- vuilwater- en rioolwaterpompinstallaties;<br />

- zuiveringstechnische en controlevoorzieningen.<br />

De normsubcommissie 351 165 21 “Binnenriolering en<br />

waterkringlopen binnen perceelsgrenzen” heeft vastge-


steld dat bij een correcte toepassing van deze publica-<br />

tie en de daarin opgenomen richtlijnen en aanwijzingen<br />

die betrekking hebben op NEN 3215 (middels verwijzin-<br />

gen aangegeven), is voldaan aan NEN 3215-2002.<br />

NTR 3216 Beperking van Geluidshinder<br />

(supplement)<br />

Naar aanleiding van de vele vragen uit de installatie-<br />

praktijk met betrekking tot geluidshinder ten gevolge<br />

van standleidingen in gebouwen en vragen over de<br />

invloed van de schachtwandconstructie heeft Uneto-<br />

VNI een onderzoek geïnitieerd naar de invloeden van<br />

diverse maatregelen op de geluidsafstraling van stand-<br />

leidingen.<br />

Er was behoefte aan meer inzicht in de maatregelen<br />

om geluidshinder te verminderen en dan vooral in hun<br />

onderlinge samenhang. Een aantal zaken was al glo-<br />

baal bekend en opgenomen in paragraaf 4.6 van NTR-<br />

3216, 2003. De exacte invloed van geluidsgedempte<br />

buismaterialen, bevestigingsbeugels, richtingsveran-<br />

deringen, de invloed van de schachtwand, de vorm<br />

ervan en de invloed van geluidsabsorberend materiaal<br />

was nog onvoldoende bekend.<br />

De veelheid van parameters maakte een computerbe-<br />

rekeningsmodel noodzakelijk, waarmee op eenvoudige<br />

wijze het totale geluidsniveau buiten de leidingschacht<br />

kon worden voorspeld.<br />

ISSO fungeerde bij het onderzoeksproject “Geluid<br />

standleidingen in leidingschachten” als projectcoör-<br />

dinator en kreeg de handen op elkaar voor participa-<br />

tie van Uneto-VNI, de Nederlandse Branchevereniging<br />

Gips (NBVG) en de fabrikanten/leveranciers van lei-<br />

dingen en beugels, waaronder Dyka, Geberit, Wavin,<br />

Walraven en IZEG.<br />

Het definitieve onderzoeksrapport van adviesbureau<br />

Peutz en het bijbehorend computerberekeningsmodel<br />

“Soundspotsim” zijn beschikbaar gekomen in maart<br />

<strong>2005</strong>. Beide zijn benut om de inhoud van paragraaf 4.6<br />

in de NTR 3216, uitgave 2003 om te vormen tot een<br />

supplement van NTR 3216 met als titel “Beperking van<br />

geluidshinder”. Dit supplement kan worden gezien als<br />

een herziening en uitbreiding van deze paragraaf.<br />

Te zijner tijd zal de inhoud van dit supplement in een<br />

toekomstig gewijzigde druk van NTR 3216 integraal<br />

worden opgenomen.<br />

K LEINTJE GAVO<br />

Het Kleintje GAVO is al jaren een begrip bij het ontwerp,<br />

de aanleg en de inspectie van aardgasinstallaties in<br />

Nederland. Net als Kleintje Water is Kleintje GAVO een<br />

handzaam zakboekje.<br />

In Kleintje GAVO worden alle aspecten van gasinstal-<br />

laties tot een belasting van 130 kW op een praktische<br />

wijze behandeld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van<br />

tabellen, praktijkvoorbeelden en driedimensionale<br />

schema’s.<br />

Het nieuwe Kleintje GAVO-2004 is ontwikkeld door<br />

Uneto-VNI en Gastec. ISSO is uitgever en verzorgt de<br />

verkoop aan Uneto-VNI-leden.<br />

K LEINTJE INREGELEN<br />

Het zakboekje “Kleintje inregelen” is een handleiding<br />

voor het inregelen van de ontwerpvolumestromen<br />

van individuele verwarmingsinstallaties in woningen.<br />

Het kleintje inregelen is bedoeld voor de installatie-<br />

ontwerper en de installatiemonteur. In het zakboekje<br />

wordt aangegeven wat wordt bedoeld met ontwerpvo-<br />

lumestromen, waar in een cv-installatie inregelafslui-<br />

ters horen te zitten en wat voor typen inregelafsluiters<br />

gewenst zijn. Met twee inregelmethoden de voorin-<br />

stelmethode en de temperatuurmethode wordt aange-<br />

geven op welke wijze de inregelafsluiters in de juiste<br />

standen worden gezet. Inregelen van de volumestro-<br />

men op de ontwerpwaarden is noodzakelijk om het<br />

gewenste comfort te realiseren en het energiegebruik<br />

van de installatie aan te laten sluiten bij het ontwerp.<br />

Deze twee aspecten worden ook in het zakboekje<br />

behandeld. Hierbij wordt ingegaan op de gevolgen<br />

van niet inregelen op het comfort en energiegebruik.<br />

Bij bestaande installaties zijn vaak klachten die een<br />

gevolg zijn van het niet ingeregeld zijn van de installa-<br />

tie. In het zakboekje wordt ingegaan op deze situaties<br />

en worden oplossingen aangeboden. Bij het uitbreiden<br />

van bestaande installaties met bijvoorbeeld een radi-<br />

ator op zolder geeft het zakboekje aan wat de gevolgen<br />

zijn als niet wordt ingeregeld. Het zakboekje is geba-<br />

seerd op ISSO-publicatie 56 “ Inregelen van ontwerp-<br />

volumestromen in individuele verwarmingsinstallaties<br />

in woningen” en is aangevuld met gegevens van inre-<br />

gelafsluiters van fabrikanten/leveranciers.<br />

K LEINTJE WARMTE VERLIES<br />

Kleintje warmteverlies bevat een betrouwbare methode<br />

om op basis van een beperkt aantal kenmerken van de<br />

woning het benodigd vermogen van de woning of de<br />

ISSO jaarboek<br />

78 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

te verwarmen ruimte te bepalen. Het betreft hier een-<br />

gezinswoningen en woningen in woongebouwen met<br />

een individuele installatie. Verwarmde garages worden<br />

niet behandeld, deze moeten met ISSO-publicatie 51<br />

worden berekend.<br />

Warmteterugwinning wordt slechts globaal meegeno-<br />

men, ook voor WTW wordt naar ISSO-publicatie 51<br />

verwezen. In de vereenvoudigde methode wordt geen<br />

onderscheid gemaakt in de verschillende verwarmings-<br />

systemen.<br />

De methode kan gebruikt worden voor woningen waar-<br />

van de bouwvergunning voor 1 oktober 1992 is afge-<br />

geven en voor woningen waarvan de bouwvergunning<br />

na 1 oktober 1992 (Bouwbesluit) is afgegeven. De<br />

methode kan voor de volgende doeleinden gebruikt<br />

worden:<br />

- in het offerte stadium op een eenvoudige en betrouw-<br />

bare wijze het benodigd vermogen bepalen;<br />

- de installateur die nog niet voor elke situatie rekende<br />

met ISSO-publicatie 51, heeft nu gereedschap om<br />

op een eenvoudige en betrouwbare wijze het beno-<br />

digd vermogen te bepalen;<br />

- als hulp bij het (opnieuw) inregelen na aanpassing<br />

van de installatie;<br />

- in het kader van artikel 8 uit de EPBD ‘keuring van<br />

CV-ketels’.<br />

K LEINTJE WATER<br />

Kleintje Water is een handleiding voor de installateur<br />

en (hoofd)monteur die badruimte-, keuken-, en toilet-<br />

inrichtingen in bestaande woningen installeert. Daarbij<br />

gaat het om het gehele traject vanaf het adviseren van<br />

de klant tot en met het opleveren en het onderhoud van<br />

de installatie. Het zakboekje geeft op een bondige en<br />

praktische wijze richtlijnen over:<br />

- (warm)watervoorziening en energiebesparing;<br />

- voorkomen van geluidshinder, waterslag, en lange<br />

wachttijden;<br />

- leidingdimensionering, tapdrempel en materiaal-<br />

keuze<br />

- vervanging of uitbereiding van de warmtapwater-<br />

voorziening<br />

- Legionellapreventie (voorkomen van ongewenste<br />

opwarming);<br />

- elektriciteit en veiligheid (met name in de badruimte);<br />

- overige voorzieningen in relatie met de sanitaire<br />

installatie;<br />

- onderhoud en gebruik van de leidingwaterinstallatie.<br />

79<br />

Waar gaat het over?<br />

Kleintje Water heeft betrekking op het aanpassen en<br />

uitbreiden van leidingwaterinstallaties in woningen,<br />

bijvoorbeeld als gevolg van het aanbrengen van een<br />

nieuwe of extra badruimte, een andere keukeninrichting<br />

en/of een andere warmtapwaterbereider. Het is zelden<br />

zo dat bij een verbouwing of renovatie alleen de lei-<br />

dingwaterinstallatie moet worden aangepast. Daarom<br />

wordt ook zijdelings aandacht besteed aan andere dis-<br />

ciplines, zoals: bouwkunde, riolering, verwarming en<br />

ventilatie. Met name elektrotechnische aspecten, zoals<br />

voeding, veiligheid, potentiaalvereffening en aarding<br />

komen uitgebreid aan de orde.<br />

Voor leidingwaterinstallaties in nieuwbouw- en renova-<br />

tiewoningen wordt verwezen naar ISSO-publicatie 30,<br />

voor grotere collectieve installaties naar ISSO-publica-<br />

tie 55.<br />

Hoe is het kleintje water opgezet<br />

Er wordt vanuit gegaan dat de plaats van de sanitaire<br />

toestellen en de keukenapparatuur die op de leidingwa-<br />

terinstallatie worden aangesloten bekend is bij de klant<br />

en dat de installateur en monteur op de hoogte zijn van<br />

normen (o.a. NEN 1006) en algemeen geldende instal-<br />

latie- en montagevoorschriften betreffende leidingwa-<br />

terinstallaties in woningen.<br />

FAQ NOODVERLICHTING<br />

Brochure met antwoorden op de meest gestelde vragen<br />

rondom het onderwerp noodverlichting. Deze brochure<br />

is tot stand gekomen door samenwerking tussen ISSO,<br />

Uneto-VNI vakgroep Beheer & Inspectie en de NVFN.


ISSO RESE ARCHR APPORTEN :<br />

Researchrappor t 1<br />

Onderzoek naar minimum verse<br />

lucht toevoer.<br />

Als de hoeveelheid ventilatielucht per persoon zou<br />

kunnen worden verkleind, is minder energie nodig voor<br />

het verwarmen of koelen van de lucht.<br />

Onderzocht is welke minimum verse luchttoevoer per<br />

persoon nodig is om geurhinder door onfris ruiken van<br />

de lucht in kantoren en daarmee vergelijkbare gebou-<br />

wen te voorkomen.<br />

Het onderzoek werd onder praktijkomstandigheden<br />

verricht in verschillende gebouwen en verschillende<br />

vertrekken van uiteenlopende grootten onder verschil-<br />

lende omstandigheden.<br />

Bepaald werden de luchttoevoer in het vertrek, de<br />

bezettingsdichtheid, het CO2-concentratieverloop, bij<br />

roken het aantal brandende sigaretten, de geurcon-<br />

centratie (een objectief gegeven) en door middel van<br />

enquêtes de mate van geurhinder (een subjectief gege-<br />

ven) ondervonden door bewoners en bezoekers.<br />

Het rapport bevat tenslotte conclusies ten aanzien van<br />

de gewenste verse luchttoevoer per persoon. Sinds het<br />

verschijnen van dit rapport bevestigt het op internatio-<br />

nale schaal uitgevoerde onderzoek de juistheid van<br />

deze getallen.<br />

Researchrappor t 5<br />

Ont werpbinnencondities en thermische<br />

behaaglijkheid in gebouwen.<br />

Dit researchrapport behandelt de behaaglijkheidstheo-<br />

rie in het algemeen en de rekenmodellen zoals die door<br />

P.O. Fanger ontwikkeld zijn. Voor veel voorkomende<br />

situaties worden praktische tabellen met aan te houden<br />

binnentemperaturen gegeven (NEN-ISO 7730).<br />

Ruime aandacht wordt besteed aan het voorkomen<br />

van klachten ten gevolge van lokaal discomfort, door<br />

bijvoorbeeld tocht of stralingsasymmetrie.<br />

Meetmethoden en vereiste nauwkeurigheden van<br />

meetapparatuur voor de omgevingsafhankelijke para-<br />

meters (luchttemperatuur, stralingstemperatuur, lucht-<br />

snelheid en vochtigheid) uit de behaaglijkheidsvergelij-<br />

king worden gegeven.<br />

Voor de persoonsafhankelijke parameters, metabo-<br />

lisme en clo-waarde, worden een aantal berekenings-<br />

en meetmethoden gegeven. Over klachtenbehandeling<br />

wordt een algemene beschouwing gegeven, waarbij<br />

aandacht besteed wordt aan de achterliggende oorza-<br />

ken van veel klachten.<br />

Dit rapport is een basisdocument voor iedereen die<br />

mee wil kunnen praten over het thermisch binnenkli-<br />

maat en de klachten hierover.<br />

Researchrappor t 6 Opwarmtoeslag.<br />

In de norm NEN 5066 en ISSO-publicatie 4 is de de<br />

methode gegeven voor het berekenen van de statio-<br />

naire warmteverliezen van een vertrek. Het is niet vol-<br />

doende om met een verwarmingsinstallatie alleen deze<br />

warmteverliezen te compenseren, daar bij bedrijfsbe-<br />

perking van de installatie (bijvoorbeeld nacht- of week-<br />

endverlaging) het gebouw bij opwarmen in dat geval<br />

niet snel genoeg of helemaal niet op de gewenste tem-<br />

peratuur komt. Er is een toeslag op het verwarmings-<br />

vermogen nodig om het opwarmen snel genoeg te<br />

laten verlopen.<br />

In dit researchrapport is toegelicht hoe de toeslagen<br />

zijn vastgelegd die op grond van computerberekenin-<br />

gen aan woningen en op grond van praktijkmetingen<br />

zijn bepaald. Hierbij zijn verschillende soorten verwar-<br />

mingssystemen beschouwd.<br />

Researchrappor t 7<br />

Berekening daglichtbijdrage bij uurlijkse<br />

energieberekeningen.<br />

Deze publicatie is een ontwerptechnische richtlijn en<br />

geeft concrete aanbevelingen en methodieken voor:<br />

• de berekening van de verlichtingssterkte in vertrek-<br />

ken van een bepaalde vorm ten gevolge van dag-<br />

lichttoetreding;<br />

• de meting van de daglichttoetreding voor het scha-<br />

kelen van kunstlicht;<br />

• inregeling en ontwerp van een daglichtafhankelijke<br />

regeling.<br />

Dit rapport is beschikbaar voor ontwerpers van gebou-<br />

winstallaties die rekening wensen te houden met de<br />

energiebesparingsmogelijkheden door betere benut-<br />

ting van het daglicht.<br />

Researchrappor t 9<br />

Energiebewust ont werpen van<br />

comfor tkoelinstallaties<br />

De voorstudie ‘Energiebewust ontwerpen van com-<br />

fortkoelinstallaties’ richt zich op de mogelijkheden tot<br />

ISSO jaarboek<br />

80 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

energiebesparing bij basiskoeling en airconditioning,<br />

met name op het gebied van koude opwekking, trans-<br />

port en distributie.<br />

De studie richt zich op het energiebewust ontwerpen<br />

van de comfortkoelinstallatie. Ook in de voorafgaande<br />

fasen (haalbaarheidsstudie, programma van eisen en<br />

gebouwontwerp) dient aandacht besteed te worden<br />

aan het energiegebruik van het gebouw.<br />

Aan de hand van twee ‘referentiesystemen’ (een Varia-<br />

bel Volume systeem en een Vierpijpsinductiesysteem)<br />

worden de besparingsmogelijkheden behandeld.<br />

Deze twee referentiesystemen zijn gekozen, omdat<br />

het momenteel de meest voorkomende systemen zijn.<br />

Bovendien kunnen de mogelijkheden tot besparing<br />

bij deze systemen veelal meer algemeen toegepast<br />

worden bij all-air systemen (VAV referentiesysteem) en<br />

lucht-water systemen (Vierpijpsinductiesysteem).<br />

Energiebesparingen zijn gekwantificeerd. De bespa-<br />

ringspercentages zijn berekend voor de referentiesy-<br />

stemen en geven ook een eerste indruk van het belang<br />

van de besparingsmogelijkheden in andere situaties.<br />

Tenslotte komt de keuze ‘centraal of decentraal<br />

systeem’ aan de orde. Qua energiegebruik ontlopen<br />

de keuzemogelijkheden elkaar niet veel. De keuze zal<br />

daarom meer bepaald worden door de gestelde com-<br />

forteisen (geen luchtvochtigheidsregulering bij decen-<br />

trale systemen) en de investeringskosten. Voor een<br />

gering aantal te klimatiseren vertrekken zal de keuze<br />

daarom veelal neerkomen op toepassing van decen-<br />

trale units; bij een groter aantal vertrekken op centrale<br />

installaties.<br />

Zowel bij centrale als decentrale systemen kan een<br />

gebrek aan informatie met betrekking tot energiege-<br />

bruik worden geconstateerd. Voor centrale systemen<br />

gaat het daarbij met name om (de afwezigheid van)<br />

deellastprestaties van waterkoelaggregaten. Voor<br />

lokale airconditioninginstallaties is het wenselijk het<br />

gebruiksrendement van verschillende apparatuur op<br />

een vergelijkbare basis weer te geven (labelling).<br />

Researchrappor t 10<br />

Energie-ef ficiënte kantoorgebouwen,<br />

binnenklimaat en energiegebruik.<br />

In dit ISSO-researchrapport no. 10 ‘Energie-efficiënte<br />

kantoorgebouwen, binnenklimaat en energiegebruik’<br />

81<br />

is gedetailleerd ingegaan op de uitgangspunten en de<br />

gebruikte formules, die ten grondslag liggen aan de in<br />

de ISSO/SBR-publicatie 300 gepresenteerde tabellen.<br />

Dit rapport is vooral bedoeld voor instaltatiedeskundi-<br />

gen en intensieve gebruikers van ISSO/SBR-publicatie<br />

300, die goed op de hoogte willen zijn van de uitgangs-<br />

punten en de beperkingen bij de toepassing van ISSO/<br />

SBR-publicatie 300.<br />

Researchrappor t 11<br />

Bepalingsmethode systeemrendementen<br />

ten behoeve van EPN U-bouw (nen 2916)<br />

Onderbouwing en afleiding van getalswaarden.<br />

Dit researchrapport beschrijft de werkzaamheden die<br />

zijn uitgevoerd met betrekking tot de herziening van<br />

het onderdeel systeemrendement van de NEN 2916<br />

‘Energieprestatienormering U-bouw’.<br />

De energieprestatie van een gebouw wordt bepaald<br />

door onder andere het energiegebruik voor verwarming<br />

en koeling van de ruimten. Dit energiegebruik wordt in<br />

eerste instantie bepaald door de behoefte van verwar-<br />

ming en koeling van het gebouw. Uiteindelijk zal een<br />

klimaatinstallatie deze verwarming en koeling moeten<br />

leveren. Het energiegebruik wordt mede bepaald door<br />

het opwekkingsrendement van de klimaatinstallatie<br />

(bijvoorbeeld verwarmingsketel, koelmachine) en de<br />

energieverliezen die optreden in de klimaatinstallatie.<br />

De energieverliezen die optreden in de klimaatinstal-<br />

latie worden uitgedrukt in een systeemrendement. Dit<br />

systeemrendement geeft aan in hoeverre de opge-<br />

wekte warmte c.q. koude ook effectief in de te klimati-<br />

seren ruimten komt.<br />

Uitgangspunt bij de ontwikkeling van de bepalingsme-<br />

thode is dat alle in het onderzoek betrokken klimaat-<br />

systemen op een correcte wijze gedimensioneerd en<br />

geïnstalleerd worden. De rendementsgetallen zullen<br />

een afspiegeling moeten zijn van de wijze waarop de<br />

verschillende systemen met energie omgaan.<br />

De verliezen die intrinsiek eigen zijn aan het gekozen<br />

installatieconcept komen daarbij tot uitdrukking.<br />

Gelijk waardigheid<br />

Het rapport kan gebruikt worden als basis voor het<br />

opstellen van een gelijkwaardigheidsverklaring voor<br />

installatieprincipes of -concepten die niet in de NEN<br />

2916 worden genoemd of die een aantoonbaar beter<br />

rendement hebben dan de in de NEN 2916 (1999)<br />

gegeven waarden.


Researchrappor t 12<br />

Waterslag in tapwaterinstallaties.<br />

Geluidsoverlast is een groot maatschappelijk pro-<br />

bleem. Geluiden afkomstig van sanitaire installaties<br />

scoren hoog als het gaat om overlast. Eén van de<br />

mogelijke vormen van geluid van sanitaire installaties<br />

wordt veroorzaakt door waterslag. Waterslag treedt op<br />

wanneer door een leiding stromend water plotseling<br />

wordt stilgezet door het sluiten van een kraan. Hierbij<br />

ontstaat een drukverhoging die zich door het leidingsy-<br />

steem voortplant.<br />

Waterslag treedt met name op bij relatief snel<br />

sluitende afsluiters zoals magneetventielen en<br />

éénhendel(meng)kranen. Deze kranen worden in de<br />

huidige woningbouw meer en meer toegepast, waar-<br />

door ook de geluidsoverlast ten gevolge van waterslag<br />

toeneemt.<br />

Dit rapport bevat behalve de in de ISSO/VNI-brochure<br />

30.3 opgenomen oplossingsrichtingen eveneens de<br />

beschrijving van het achterliggende onderzoek. Hieruit<br />

blijkt enerzijds dat waterslag een complex verschijnsel<br />

is waarbij drukverloop niet altijd eenvoudig verklaard<br />

kan worden maar anderzijds dat op basis van een zorg-<br />

vuldige analyse gerichte oplossingen mogelijk zijn.<br />

Ook zijn er constructieve verbeteringen mogelijk aan<br />

kranen en magneetafsluiters, zodat problemen met<br />

waterslag in de toekomst wellicht geheel voorkomen<br />

kunnen worden.<br />

Researchrappor t 13<br />

Beoordelen en opsporen van lekken in<br />

niet-gerede binnenriolering<br />

Voor de lucht- en waterdichtheid van gerede sanitaire<br />

installaties bestaan eisen en een testmethode. Er is<br />

behoefte ontstaan de dichtheidstest uit te breiden naar<br />

niet-gerede sanitaire installaties. Tevens bestaat bij<br />

gebleken lek behoefte aan een goede wijze van opspo-<br />

ring van de lekkage(s). Verantwoordelijk voor deze ont-<br />

wikkelingen zijn:<br />

• verbeterde kwaliteitszorg<br />

• gewenste duidelijkheid ten aanzien van aansprake-<br />

lijkheid<br />

• toenemende toepassing van duurzame, gefaseerde<br />

en aanpasbare bouw.<br />

Er is geïnventariseerd welke methoden her en der<br />

worden toegepast voor het kwantificeren en lokalise-<br />

ren van lekken. De toepasbaarheid voor (niet-gerede)<br />

sanitaire installaties is nagegaan. Op grond van deze<br />

bevindingen zijn enkele meestbelovende methoden<br />

gekozen. De voorwaarden voor een goede toepas-<br />

sing bij sanitaire installaties zijn waar nodig aangepast.<br />

Vervolgens zijn tests uitgevoerd aan een proefinstalla-<br />

tie en in de praktijk. Dit heeft geleid tot een uiteindelijke<br />

keuze.<br />

Voor het kwantificeren van lekken wordt als normatieve<br />

methode een drukvaltest bij een overdruk van 4000 Pa<br />

voorgesteld.<br />

Voor het lokaliseren van lekken wordt als aanbevolen,<br />

doch facultatieve methoden een tracergas detectietest<br />

voorgesteld. Voor zowel de aangepaste drukvaltest als<br />

de tracergastest wordt de uitvoeringswijze en beno-<br />

digde apparatuur beschreven.<br />

Het onderzoek heeft aangetoond dat de drukvaltest<br />

goed uitvoerbaar is. Dit geldt echter niet zonder meer<br />

voor de tracer-detectietest.<br />

Tenslotte heeft het onderzoek aan de proefinstallatie<br />

laten zien dat de meeste lekken optraden in standaard<br />

componenten en dus niet in de verbindingen die tijdens<br />

de montage werden gemaakt. Derhalve wordt een ver-<br />

betering van de keur van componenten ‘af fabriek’ aan-<br />

bevolen.<br />

Researchrappor t 14<br />

Vermogensbepaling met radiatorgrafieken<br />

Researchrappor t 15 Specificatie voor<br />

lucht toevoerroosters in woningen<br />

Bij gebalanceerde ventilatiesystemen en luchtverwar-<br />

ming worden vervuiling van wand/plafond en geluids-<br />

overlast vaak als punten van kritiek genoemd. Bij geba-<br />

lanceerde ventilatie komen soms ook tochtklachten<br />

voor. Genoemde klachten worden voor een deel ver-<br />

oorzaakt door een verkeerde roosterkeuze. Dit resear-<br />

chrapport geeft inzicht in de factoren die van invloed<br />

zijn op een roosterselectie.<br />

Hierbij wordt niet alleen aandacht besteed aan de eisen<br />

bij het selecteren van toevoerroosters bij het ontwer-<br />

pen van een gebalanceerd ventilatiesysteem of lucht-<br />

verwarmingssysteem maar ook zaken als montage,<br />

inregeling, oplevering en onderhoud cq reinigbaarheid<br />

ISSO jaarboek<br />

82 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

komen uitgebreid aan de orde.<br />

Onderscheid wordt gemaakt in wettelijke eisen, kwali-<br />

teitseisen en aanvullende kwaliteitseisen.<br />

De tekst kan gebruikt worden als basis voor een BRL<br />

Voorliggende rapportage richt zich primair op luchttoe-<br />

voerroosters voor gebalanceerde ventilatie al dan niet<br />

voorzien van met warmteterugwinning en luchtverwar-<br />

ming in woningen. Voor gebalanceerde ventilatie zijn in<br />

ISSO-rappor ten<br />

ISSO beschikt tevens over de volgende rapporten:<br />

ISSO-rapport 8.01. WTW in woningen.<br />

Engelstalige uitgaven<br />

Floor Heating and Cooling Systems ;<br />

Applications of Low Temperature Heating<br />

and High Temperature Cooling<br />

Climatic Ceilings ; Technical Note : Design<br />

Calculations<br />

Applications of low temperature heating<br />

and high temperature cooling ; Climatic<br />

ceilings and chilled beams<br />

83<br />

bijlage 2 een aantal specifieke ontwerprichtlijnen gege-<br />

ven als specificatiebladen voor ISSO-publicatie 62.<br />

Voor luchtverwarming zijn in bijlage 1 een aantal speci-<br />

fieke ontwerprichtlijnen gegeven als specificatiebladen<br />

voor ISSO-publicatie 58. Voor luchtverwarming zijn in<br />

bijlage 1 een aantal specifieke ontwerprichtlijnen gege-<br />

ven als specificatiebladen voor ISSO-publicatie 58.<br />

ISSO-rapport 8.02. Rendementsbepaling WTW-apparatuur op een proefstand.<br />

ISSO-rapport 12.01. Beschrijving van netwerken ter berekening van warmteoverdracht en zontoetreding<br />

bij raamsystemen (voorstudie).<br />

ISSO-rapport 16.1 Systeemsimulatie.<br />

ISSO-rapport 20.2 Meetpunten en meetmethoden voor klimaatinstallaties<br />

ISSO-rapport 20.3 Meetpunten en meetmethoden voor grote installaties met koeling<br />

ISSO-rapport 22.1 Voorstudie luchtverwarming en ventilatie in hoge ruimten.<br />

ISSO-rapport 30.1 Energieadvisering; kansen en condities (voorstudie).<br />

ISSO-rapport 30.6 DH-factoren van warmtapwaterleidingen<br />

ISSO-rapport 32.1 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen. Pilot-studie bruikbaarheid LCA-<br />

methode.<br />

ISSO-rapport 32.2 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen – interimrapportage<br />

ISSO-rapport 32.3 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen, fase 3; De ontwikkeling van<br />

Eco-Instal’ – interimrapportage<br />

ISSO-rapport 33 Toestandsafhankelijk onderhoud van technische installaties<br />

ISSO-rapport 41 Keurmerk temperatuursimulatieprogrammatuur<br />

ISSO-rapport 41.2 Ontwerptechnische kwaliteitseisen warmwaterverwarmings-installaties utiliteitsge-<br />

bouwen<br />

ISSO-rapport 42.1 Achtergronden bij bepaling warmteverliesberekening (ISSO-51)<br />

ISSO-rapport 53 Innovatieve gebouw- en installatiesystemen – verkenning voor een publicatiereeks<br />

ISSO-rapport 70.3 Grijswater binnen de perceelgrens<br />

ISSO-rapport 71 Artikelen over modellen voor gebouw- en installatiesimulatie<br />

ISSO-rapport 3217 Brandveilige doorvoeren in de sanitaire techniek


BEOORDELINGSRICHTLIJNEN (ZIE OOK W W W.STICHTINGK BI.NL)<br />

BRL 1201<br />

Ont werpen, leveren en installeren van<br />

bliksembeveiligings-installaties<br />

De beoordelingsrichtlijn heeft betrekking op het ont-<br />

werpen en leveren van installaties voor bliksembeveili-<br />

ging. De beoordelingsrichtlijn bestrijkt het hele traject<br />

van aanvraag voor een bliksembeveiligingsinstallatie<br />

via opname, ontwerp en uitvoering tot oplevering van<br />

de installatie<br />

De beoordelingsrichtlijn heeft tevens betrekking op uit-<br />

breiding van een bestaande installatie.<br />

De inspectie van bestaande installaties valt buiten de<br />

reikwijdte van dit certificaat.<br />

Bij nieuwbouw is het niet ongebruikelijk dat er, na de<br />

oplevering van een installatie, een flinke tijd voorbij-<br />

gaat voordag het gebouw en daarmee de installatie<br />

in gebruik wordt genomen. Pas dan, als alle appara-<br />

tuur aanwezig is en op de juiste plaats staat, kan er<br />

worden gecontroleerd of het ontwerp en de daarbij<br />

gehanteerde uitgangspunten nog steeds geldig zijn.<br />

Deze controle valt buiten de reikwijdte van dit certifi-<br />

caat. De installateur dient de opdrachtgever hierop te<br />

wijzen en afspraken te maken over de wijze waarop aan<br />

de controle na ingebruikname vorm wordt gegeven. Er<br />

wordt onderscheid gemaakt tussen installaties voor<br />

uitwendige bliksembeveiliging (BAI) en installaties voor<br />

inwendige bliksembeveiliging (OBI). Een installateur<br />

kan desgewenst voor het deelgebied uitwendige blik-<br />

sembeveiliging (BAI) een op zichzelf staand certificaat<br />

verkrijgen. Een certificaat voor inwendige bliksembe-<br />

veiliging (OBI) houdt ook uitwendige bliksembeveili-<br />

ging (BAI) in.<br />

BRL 6 0 01<br />

Nationale BRL voor het KOMO-instal<br />

procescer tificaat gas, water en elektra<br />

Op initiatief van UNETO-VNI (Ondernemersorganisatie<br />

voor de installatiebranche en de technische detailhan-<br />

del) is een beoordelingsrichtlijn opgesteld voor het<br />

certificeren van installateurs. De beoordelingsrichtlijn<br />

is definitief vastgesteld. Per 31 juli 2000 is de BRL 6001<br />

“Installeren van gas-, water- en elektriciteitsinstalla-<br />

ties” door de Harmonisatie Commissie Bouw aanvaard<br />

als Nationale BeoordelingsRichtlijn. Installatiebedrijven<br />

kunnen nu op basis van deze BRL het procescertificaat<br />

KOMOINSTAL verwerven. Dit certificaat geldt als vol-<br />

doende bewijs dat de aangelegde installaties voldoen<br />

aan de eisen van het Bouwbesluit.<br />

BRL 9501<br />

Nationale BRL voor het KOMO-at test voor<br />

energiegebruikberekeningsmethoden<br />

Op initiatief van:<br />

- ONRI: Organisatie van advies- en ingenieursbureaus<br />

- UNETO-VNI (Ondernemersorganisatie voor de instal-<br />

latiebranche en de technische detailhandel)<br />

en in samenwerking met Novem is de Nationale<br />

Beoordelingsrichtlijn BRL 9501 “Methoden voor het<br />

berekenen van het energiegebruik van gebouwen”<br />

opgesteld.<br />

Deze BRL is per 15 april 2000 door de Harmonisatie<br />

Commissie Bouw aanvaard en kan nu worden ingezet<br />

om KOMO-attesten te verlenen voor energiebereke-<br />

ningsmethoden voor eengezinswoningen en kantoor-<br />

gebouwen.<br />

De BRL 9501 verwijst voor het instrument ter bepaling<br />

van de kwaliteit van de berekeningsmethode naar de<br />

ISSO-publicatie 54 ‘Energie Diagnose Referentie (EDR)<br />

- eengezinswoningen en kantoorgebouwen’.<br />

Het door de certificatie-instelling te verlenen KOMO-<br />

attest voor een energieberekeningsmethode erkent<br />

deze methode onder vermelding van de naam van de<br />

berekeningsmethode en het deelgebied waarop deze<br />

methode betrekking heeft.<br />

Subsidieverstrekkers en opdrachtgevers voor energie-<br />

besparende voorzieningen zullen terzake het daarbij<br />

behorende energieadvies veelal verwijzen naar de con-<br />

form BRL 9501 geattesteerde bepalingsmethoden.<br />

BRL 9502<br />

Nationale BRL voor Energieprestatieadvisering<br />

voor woningen<br />

Ter bevordering van de kwaliteit van energiepresta-<br />

tieadvisering, is in 2001 op initiatief van marktpartijen<br />

besloten om een procescertificatieregeling op te zetten<br />

voor energieprestatie-advisering voor woningen. Deze<br />

regeling voorziet in een certificaat waarin, onder<br />

andere, wordt verklaard dat de door de gecertificeerde<br />

EPA-adviseur gehanteerde werkwijze, volgens de<br />

‘Basismethode EPA’ of volgens een andere methode,<br />

voldoet aan het ‘programma van eisen’ bedoeld in arti-<br />

ISSO jaarboek<br />

84 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

kel 1 van de ‘Regeling EnergiePrestatieAdvies 2002’.<br />

Deze procescertificatieregeling is vastgelegd in de<br />

BRL. Zij sluit aan bij de in de bouwsector bestaande<br />

regelingen voor certificatie.<br />

Voor de overheid (Ministerie van VROM) betekent de<br />

introductie van dit kwaliteits-keurmerk meer zekerheid<br />

dat de ten behoeve van het advies en de uitvoering<br />

van de energiebesparende maatregelen te verstrekken<br />

subsidiegelden daadwerkelijk aanleiding zullen geven<br />

tot een energiebesparing en de daarmee samenhan-<br />

gende CO 2-reductie.<br />

BRL 9502 is opgesteld door een Commissie van<br />

Te ver wachten ISSO publicaties<br />

Opdrachtgevers eisen steeds vaker dat ontwerpers van<br />

installaties gebruik maken van normen en richtlijnen.<br />

Het gebruik ervan is een waarborg voor de kwaliteit van<br />

de installaties. ISSO levert voor de installatietechniek<br />

deze normstellende publicaties. De ISSO-publicaties<br />

85<br />

Deskundigen die ingesteld is door de Stichting<br />

Bouwkwaliteit en aanvaard is door de Harmonisatie<br />

Commissie Bouw.<br />

De BRL 9502 valt derhalve onder de afspraken die in<br />

de bouw-/installatiesector zijn gemaakt inzake afstem-<br />

ming en harmonisatie van certificatiesystemen.<br />

Een bedrijf dat het EPA-W procescertificaat wordt ver-<br />

leend is gerechtigd bij zijn EPA-advies het KOMO kwa-<br />

liteitskeurmerk te voeren.<br />

Naar verwachting zullen in <strong>2005</strong>/2006 de volgende publicaties verschijnen:<br />

Nr. Voorlopige titel<br />

42 Meetpunten en meetmethoden voor installaties<br />

47 Hydraulische schakelingen U-bouw met koeling (verschenen in april)<br />

49 Vloer-/wandverwarming; vloer-/wandkoeling (verschenen in januari)<br />

50 (herzien) Ontwerptechnische kwaliteitseisen verwarmingsinstallaties woningen<br />

55.1 Handleiding legionellapreventie in leidingwater (herziene versie) (verschenen in maart)<br />

55.2 Zorgplicht in bouwbesluit en legionella (verschenen in aprill)<br />

55.3 Modelvoorschriften legionellapreventie in koeltorens en luchtbehandelingsinstallaties<br />

60 U- en R-waarden (verschenen in februari)<br />

67 Uitgangspunten Temperatuursimulatieberekeningen<br />

72 Kleine collectieve warmtepompsystemen<br />

73 Bodemwarmtewisselaars<br />

76 Montage- en materiaaltechnische kwaliteitseisen warmwaterverwarmingsinstallaties<br />

78 Warmtepompinstallaties klein collectief<br />

80 Handboek integraal ontwerpen van collectieve warmtepompinstallaties<br />

81 Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen<br />

KL Kleintje Zontoetreding<br />

KL Kleintje Warmteverlies (verschenen in mei)<br />

KL Kleintje Binnenklimaat<br />

GIW/ISSO Installatie-eisen nieuwbouw eengezinswoningen en appartementen<br />

NTR 3216 Supplement Geluidshinder (verschenen in april)<br />

Rapport 3217 Brandveilige doorvoeren in de sanitaire techniek (verschenen in mei)<br />

BRL 6010 Advisering legionellapreventie<br />

Voor meer en actuele informatie kunt u kijken op www.isso.nl<br />

betreffen innovatieve installatie- en sanitaire systemen.<br />

De normstellende ISSO-publicaties komen tot stand in<br />

samenwerking met deskundigen uit het vakgebied en<br />

zijn breed geaccepteerd in de installatiesector.


Prijslijst ISSO Producten<br />

nr titel Prijs<br />

(incl. BTW)<br />

2 Zontoetredingsfactoren (1975) € 15<br />

3 Zonstralingstabellen (1976) € 15<br />

5 Montage- en materiaaltechnische kwaliteitseisen voor warmwaterverwarmingsinstallaties (1996H) € 25<br />

6 U- en R-waarden voor bouwkundige constructies (1987H) € 100<br />

7 Grondleidingen voor warmtetransport (1979) € 20<br />

8 Berekening van het thermische gedrag van gebouwen bij zomerontwerpcondities (1985) € 55<br />

9 Luchtverwarming in woningen (1980 + 1986) (vervallen zie ISSO 58) € 50<br />

11 Warmteterugwinning (1982) € 40<br />

12 Verkort referentiejaar voor buitencondities (1986H) € 40<br />

13 Aanbevelingen ter voorkoming van ketelsteenvorming in watervoerende installaties (1983) € 35<br />

14 Zonneboilers; ontwerp, uitvoering en advisering (1992H) € 85<br />

16 De jaarlijkse warmtebehoefte van woningen, energiegebruikberekening per vertrek en totaal (1987) € 50<br />

17 Luchtkanaalberekening (1993H) € 95<br />

18 Leidingnetberekening (1987) € 75<br />

19 Thermisch binnenklimaat, aanbevelingen (1991) € 35<br />

20 Energiegebruik in kantoorgebouwen (1987) € 55<br />

21 Berekening van het energiegebruik voor klimatisering en verlichting van kantoorgebouwen (1994) € 70<br />

22 Energiegebruik in schoolgebouwen (1987) € 55<br />

23 Correctieprocedure referentiejaar naar actueel jaar (1988) € 40<br />

24 Installatiegeluid, ontwerpaanbevelingen en grondslagen voor geluidstechnische € 50<br />

berekeningen aan installaties (1990)<br />

25 Leidingisolatie – berekening van de economisch optimale dikte en dikte ter voorkoming van € 90<br />

condensatie (1991)<br />

26 Uitwendige corrosie: aanbevelingen ter voorkoming van uitwendige corrosie in verwarmings- € 25<br />

en luchttechnische installatie (1990)<br />

27 Luchtfilters in comfortinstallaties (1991) € 40<br />

28 Warmteterugwinning in woningen (1993) € 80<br />

29 Stralingsverwarming in hoge ruimten, indirect systeem (1992) € 60<br />

30 Leidingwaterinstallaties in woningen (2004) € 110<br />

30.3 ISSO/VNI Richtlijn Waterslag in tapwaterinstallaties (1998) € 30<br />

30.4 ISSO/VNI Richtlijn Warmteterugwinning uit douchewater (2003) € 30<br />

30.5 ISSO/VNI Richtlijn LegionellaCode Woninginstallaties (2003) € 35<br />

31 Meetpunten en meetmethoden voor klimaatinstallaties (1995) € 75<br />

32 Uitgangspunten temperatuursimulatieberekeningen (1994) € 50<br />

33 Kengetallen en vuistregels (1996) € 25<br />

34 Stralingsverwarming in hoge ruimten, direct systeem (1994) € 55<br />

35 Van automatisering naar gebouwbeheer – Een overzicht van de stand van zaken (1994) € 45<br />

36 Standaard vraagspecificatie voor installaties in gebouwen (1995) € 70<br />

37 Energiewijzer kantoren (1995) € 45<br />

38 Handboek warmtepompen voor de gebouwde omgeving (1996) € 80<br />

39 Langetermijnkoudeopslag in de bodem (1997) € 50<br />

40 Werkplekklimatisering door verdringingsventilatie in een kantooromgeving (1994) € 30<br />

(vervangen door ISSO 900)<br />

41 Energiewijzer woningen (1995) € 30<br />

43 Concepten voor klimaatinstallaties (1998) € 115<br />

44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen (1998) € 90<br />

ISSO jaarboek<br />

86 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

nr titel Prijs<br />

87<br />

(incl. BTW)<br />

45 Methoden voor energiebesparingberekeningen – Onderbouwingmethode € 25<br />

Energiebesparingfonds (EBF) (1997)<br />

46 Ontwerp van individuele hydraulische schakelingen voor verwarmen van eengezinswoningen (2000) € 45<br />

47 Ontwerp van hydraulische schakelingen voor koelen (<strong>2005</strong>) € 70<br />

48 Klimaatplafonds/Koelconvectoren: richtlijnen voor ontwerp en uitvoering (1998) € 70<br />

49 Kwaliteitseisen vloer-/wandverwarming en vloer-/wandkoeling (vervangt ISSO-10) (2004) € 135<br />

50 Ontwerptechnische kwaliteitseisen voor warmwaterverwarmingsinstallaties in woningen en € 70<br />

woongebouwen (1999)<br />

51 Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen (2000) € 70<br />

53 Warmteverliesberekening voor utiliteitsgebouwen met vertrekhoogten tot 5 meter (2003) € 70<br />

54 Energie Diagnose Referentie (EDR) (losbladig) (2003) € 220<br />

55 Tapwaterinstallaties in woon- en utiliteitsgebouwen (2001) € 100<br />

55.1 Handleiding legionellapreventie in leidingwater (<strong>2005</strong>) € 75<br />

55.2 Handleiding legionellapreventie zorgplicht (<strong>2005</strong>) € 45<br />

56 Inregelen van ontwerpvolumestromen in individuele verwarmingsinstallaties in woningen (2002) € 70<br />

57 Warmteverliesberekening voor industriegebouwen (2003) € 70<br />

58 Luchtverwarming woningbouw (2004) € 150<br />

59 Grote zonneboilers (2001) € 85<br />

60 U- en R- Waarden (2004) € 35<br />

61 Kwaliteitseisen ventilatiesystemen woningen (2001) € 115<br />

62 Gebalanceerde ventilatie en warmteterugwinning in woningen (2003) € 150<br />

64 Kwaliteitseisen isoleren (2002) € 75<br />

65 Inregelen van ontwerpvolumestromen in warmwaterinstallaties (2004) € 70<br />

66 Vermogen van radiatoren en convectoren in praktijksituaties (2001) (Herziening ISSO 1) € 45<br />

68 Energetisch optimale stook- en koellijnen (2002) € 65<br />

69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie (2002) € 70<br />

70.1 Hemelwater binnen de perceelgrens (2000) € 65<br />

70.2 Individuele behandeling van afvalwater (IBA) (2000) € 60<br />

70.3 Grijswater binnen de perceelgrens (2002) € 30<br />

71 Optimale warmte opwekkingsinstallaties (2003) € 60<br />

72 Ontwerpen van individuele en klein elektrische warmtepompsystemen (<strong>2005</strong>) € 110<br />

73 Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars (<strong>2005</strong>) € 125<br />

74 Thermisch behaaglijkheid - eisen voor de binnen temperatuur in gebouwen (2004) € 60<br />

75 Handboek EPA-U (2004) € 120<br />

77 Levensloop bestendig wonen (2004) € 57<br />

79 Inspectie en onderhoud van noodverlichtingsinstallaties (2004) € 25<br />

900 Rehva verdringingsventilatie € 50<br />

Handboek Handboek Installatietechniek (2002) € 245<br />

Zakboekje Zakboekje installatietechniek, basisgegevens voor ontwerp (1994) € 40<br />

NTR 3216 Binnenriolering richtlijn voor ontwerp en uitvoering (2002) € 130<br />

inclusief supplement geluidshinder (<strong>2005</strong>) (te bestellen via NEN-Delft)<br />

NTR 3216 Supplement geluidshinder (<strong>2005</strong>) € 30<br />

Aanvulling ISSO 62 (2004) € 20<br />

Aanvulling ISSO 58 (2004) € 20


nr titel Prijs<br />

ISSO/SBR-PUBLICATIES<br />

(incl. BTW)<br />

ISSO/SBR 213 Ontwerpen van energie-efficiënte kantoren (1994H) € 45<br />

ISSO/SBR 300 Energie-efficiënte kantoorgebouwen, binnenklimaat en energiegebruik (1994) € 50<br />

ISSO/SBR 347 Model kwaliteitsbeheersing klimaatinstallaties (1995) € 45<br />

ISSO/SBR 354 Binnenmilieufactoren voor kantoren (1995) € 25<br />

ISSO/SBR 375 Flexis, communicatie over en beoordeling van flexibiliteit tussen gebouwen en € 30<br />

installaties (1996)<br />

ISSO/SBR 800 Sturingsinstrument voor energie (EPC) en binnenklimaat (GTO) in kantoorgebouwen € 35<br />

(1997)<br />

ISSO/SBR 801 Praktijkboek Gezonde Gebouwen (te bestellen bij SBR, tel. 010-4114111) (Prijs excl. BTW) € 180<br />

ISSO/SBR 802 Handleiding voor gezond beheren van kantoorgebouwen (1999) € 50<br />

ISSO/SBR 804 Energie-efficiënt ventileren (1999) € 25<br />

ISSO/SBR 805 Handboek vocht en ventilatie (2000) € 60<br />

ISSO/SBR 806 Hemelwater binnen de perceelgrens (2000) (= ISSO 70.1) € 65<br />

ISSO/SBR 807 Daglichtsystemen en visueel comfort (2001) € 55<br />

ISSO/SBR 808 Innovatieve en duurzame gebouw- en installatieconcepten - een integrale aanpak € 110<br />

(2003)<br />

RESEARCHRAPPORTEN<br />

RR 1 Onderzoek naar minimum verse luchttoevoer (1981) € 40<br />

RR 5 Ontwerpbinnencondities en thermische behaaglijkheid in gebouwen (1990) € 40<br />

RR 6 Bepaling opwarmcapaciteit van woningen en kantoren (1992) € 55<br />

RR 7 Berekening daglichtbijdrage bij uurlijkse energiegebruikberekeningen in gebouwen € 30<br />

(1990)<br />

RR 9 Energiebewust ontwerpen van comfortinstallaties (1993) € 50<br />

RR 10 Energie-efficiënte kantoorgebouwen, binnenklimaat en energiegebruik (1994) € 50<br />

RR 11 Bepalingsmethode systeemrendementen voor NEN 2916 (1998) € 50<br />

RR 12 Onderzoek naar waterslag in tapwaterinstallaties; oorzaken en aanbevelingen (1998) € 50<br />

RR 13 Beoordelen en opsporen van lekken in niet-gerede binnenriolering (2000) € 30<br />

RR 14 Vermogensbepaling met radiatorgrafieken (2000) € 30<br />

RR 15 Roosterspecificatie voor luchttoevoerroosters in woningen (2004) € 85<br />

RAPPORTEN<br />

RAP 8.01 WTW in woningen (1992) € 30<br />

RAP 8.02 Rendementbepaling WTW-apparatuur op een proefstand (1991) € 30<br />

RAP 12.1 Beschrijving van netwerken ter berekening van warmteoverdracht en zontoetreding € 55<br />

bij raamsystemen (1993)<br />

RAP 16.1 System simulation (1990) € 20<br />

RAP 20.2 Meetpunten en meetmethoden voor klimaatinstallaties (1999) € 70<br />

RAP 20.3 Meetpunten en meetmethoden voor grote installaties met koeling ( 2003) € 45<br />

RAP 22.1 Voorstudie luchtverwarming en ventilatie in hoge ruimten (1992) € 30<br />

RAP 30.1 Energieadvisering: kansen en condities (1993) € 50<br />

RAP 30.6 DH-factoren van warmtapwaterleidingen €<br />

RAP 32.1 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen – Pilotstudy bruikbaarheid € 60<br />

LCA-methode (1994)<br />

RAP 32.2 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen interim-rapportage (1996) € 60<br />

RAP 32.3 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen, fase 3; De ontwikkeling van € 60<br />

Eco-Instal – interim-rapportage (1998)<br />

ISSO jaarboek<br />

88 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

nr titel Prijs<br />

RAP 3217 Brandveilige Doorvoeren in de Sanitaire techniek (<strong>2005</strong>) € 145<br />

RAP 33 Toestandsafhankelijk onderhoud (TAO) van technische installaties in gebouwen (1998) € 30<br />

RAP 41 Keurmerk temperatuursimulatieprogrammatuur (2000) € 35<br />

RAP 41.2 Ontwerptechnische kwaliteitseisen warmwaterverwarmingsinstallaties<br />

utiliteitsgebouwen (2002) € 35<br />

RAP 42.1 Achtergronden bij bepaling warmteverliesberekening (1998) € 35<br />

RAP 53 Verkenning voor een publicatiereeks innovatieve gebouw- en installatiesystemen (1999) € 40<br />

RAP 71 Artikelen over Modellen voor Gebouw- en Installatiesimulatie (1999) € 30<br />

BEOORDELINGSRICHTLIJNEN<br />

BRL 1201 Nationale BRL voor het ontwerpen, leveren en installeren van bliksemveilige € 25<br />

installaties (2003)<br />

BRL 6001 Nationale BRL voor het KOMO-INSTAL procescertificaat gas, water en elektra (2000) € 25<br />

BRL 9501 Nationale BRL voor het KOMO-attest voor energiegebruikberekeningsmethoden (2000) € 25<br />

BRL 9502 Nationale BRL voor het KOMO-procescertificaat EPA voor woningen (2000) € 25<br />

DIVERSEN<br />

Grafieken Radiatorgrafieken (berekeningblok à 50 stuks) (2000) € 25<br />

Checklist Checklist voor toepassing van LTV cv-installaties (set van 10) (2000) € 15<br />

Band ISSO 4-ringsverzamelband voor ISSO-publicaties € 20<br />

Themamap opbergcassettes per vakgebied € 18<br />

Invulblok Berekeningsformulieren ISSO 8 (1985) € 15<br />

<strong>Jaarboek</strong> <strong>Jaarboek</strong> <strong>2005</strong>/2006 € 0<br />

FAQ Handboek (brochure) Vragen en antwoorden legionella ( 2003) € 25<br />

Legionella kaart Gebruiksinstructie kaart (10 stuks) (2003) € 12<br />

Handleiding Kleintje GAVO (2004) (ex.BTW) € 22<br />

Handleiding Kleintje Water (2003) € 35<br />

Handleiding Kleintje Inregelen (2004) € 35<br />

Handleiding Kleintje Warmteverlies voor Woningen (<strong>2005</strong>) € 35<br />

NVFN Ontwerpgids Noodverlichting (2003) € 17<br />

NVFN CD-ROM Checklist voor een goede Noodverlichting, incl. 50 flyers (2003) € 17<br />

FAQ Vragen en antwoorden Noodverlichting (<strong>2005</strong>) € 15<br />

89<br />

(incl. BTW)


5. Algemeen<br />

ISSO, het kennisinstituut van de installatiesector<br />

ISSO is opgericht om te voorzien in de technische ken-<br />

nisbehoefte van de installatiesector. ISSO doet dit door<br />

de kennisvragen vanuit de sector te identificeren en het<br />

ontsluiten en toegankelijk maken van deze kennis in de<br />

vorm van praktische ISSO publicaties, instructiebijeen-<br />

komsten, digitale producten en overige diensten.<br />

ISSO doelstelling en missie<br />

Doelstelling<br />

ISSO stelt zich ten doel om de installatietechniek in de<br />

bouwkolom te versterken, de eenduidigheid te bevor-<br />

deren en via normatieve richtlijnen de kwaliteit van<br />

installaties inzichtelijk te maken. Zij zorgt voor de daar-<br />

voor benodigde kennisontwikkeling- en verzameling<br />

en het draagvlak voor de richtlijnen en het technische<br />

kader voor certificatiesystemen.<br />

Voor wie werkt ISSO<br />

ISSO richt zich op verschillende doelgroepen binnen<br />

de installatiesector:<br />

• de ontwerpende en uitvoerende disciplines zoals<br />

adviseurs, installateurs en overige ontwerpers;<br />

• de toeleverende industrie zoals leveranciers, fabri-<br />

kanten en importeurs;<br />

ISSO Functies<br />

ISSO richt zich vooral op de installatiedisciplines;<br />

werktuigkunde, sanitair en elektrotechniek en ICT.<br />

Naast deze disciplines onderscheidt ISSO een aantal<br />

thema’s; Veiligheid en gezondheid, milieu en energie,<br />

kwaliteit en klantgerichtheid. Binnen deze disciplines<br />

en thema’s vervult ISSO de volgende functies:<br />

– Kennismakelaar<br />

Opsporen en beschikbaar maken van relevante<br />

kennis en kennisbronnen voor de<br />

installatiesector<br />

– Kennisontwikkelaar<br />

Ontwikkeling van relevante kennisproducten<br />

– Kennisvraagbaak<br />

Samengevat kan men de activiteiten van ISSO als volgt<br />

omschrijven:<br />

— kennisidentificatie,<br />

— kennisontwikkeling en<br />

— kennisoverdracht.<br />

Missie<br />

ISSO is het onafhankelijk breed gedragen kennisinsti-<br />

tuut van de Nederlandse Installatiesector. Wij leggen<br />

technische kennis en normen eenduidig vast en maken<br />

ze toegankelijk voor de hele bouwkolom.<br />

• de opdrachtgevers en gebouwbeheerders;<br />

• kennisoverdragende disciplines zoals opleidings-<br />

en nascholingsinstituten en het reguliere<br />

onderwijs.<br />

Het beantwoorden van specifieke vragen<br />

– Kennisexporteur<br />

Instructiebijeenkomsten, voorzien van cursusge-<br />

richt onderwijs van praktische en relevante kennis,<br />

verbetering school- en werksituatie<br />

– Observator<br />

Verbanden traceren tussen technische en maat-<br />

schappelijke ontwikkelingen, het creëren van kan-<br />

sen en markten<br />

– Vertegenwoordiger<br />

Diensten vervullen op beleidsterreinen die aan<br />

installatietechniek zijn gerelateerd, vergroten be-<br />

wustwording van sectorrelevante onderwerpen<br />

ISSO jaarboek<br />

90 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO werkwijze<br />

De deelnemende organisaties zijn vertegenwoordigd<br />

in het ISSO-Bestuur. Het Bestuur wordt geadviseerd<br />

door een Raad van Begeleiding, onder wiens verant-<br />

woordelijkheid de onderzoeksprogrammering en ken-<br />

nisoverdracht resultaten tot stand worden gebracht.<br />

Ten behoeve van de begeleiding van de onderzoe-<br />

ken worden ISSO-kontaktgroepen ingesteld die de<br />

bepaalde studies en publicatievoorbereidingen daad-<br />

werkelijk begeleiden. Het bureau ISSO coördineert al<br />

deze werkzaamheden en realiseert de uitgave van de<br />

ISSO-publicaties, rapporten en dergelijke.<br />

Onderzoeksprogrammering<br />

Hierbij speelt de Raad van Begeleiding (RVB) van ISSO<br />

en belangrijke rol. Deze bestaat uit deskundigen, die<br />

alle geledingen van het vakgebied vertegenwoordigen.<br />

De Raad van Begeleiding werkt met een lijst van te<br />

behandelen onderwerpen, die regelmatig wordt geac-<br />

tualiseerd. Dit gebeurt op grond van signalen uit de<br />

markt en eigen ervaringen van Raad van Begeleiding<br />

leden. Het begrip ‘signalen uit de markt’ dient breed te<br />

worden opgevat. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de<br />

- periodieke - contacten met:<br />

— Uneto-Vni<br />

— Technische Raad TVVL<br />

— PCR en ARTB (Programma Coördinatie Raad en<br />

AdviesRaad Technologie Bouw<br />

— Technische universiteiten<br />

— Technologische instituten<br />

— Ministeries VROM, SZW, EZ etc.<br />

— Senter/Novem<br />

— Stichting MM (MarktMonitor)<br />

— Diverse brancheorganisaties<br />

Zo overlegt ISSO op basis van de resultaten van de<br />

Markt Monitor Installatietechniek met diverse organi-<br />

saties onder de koepel van de Commissie Technologie<br />

Kenteq over de programmering van onderzoek<br />

en kennisverspreiding binnen de installatiesector.<br />

Als Collectief Onderzoek Programmerende Instelling<br />

(COPI) werkt ISSO nauw samen met de drie andere<br />

COPI’s uit de bouwwereld: SBR, CUR en C.R.O.W.<br />

Die samenwerking vindt plaats binnen de Programma<br />

Coördinatie Raad (PCR) van de COPI’s. In de PCR<br />

wordt onderzoek op themaniveau afgestemd. Het gaat<br />

om thema’s als duurzaam bouwen, milieu en informa-<br />

tietechnologie. De PCR besteedt aldus aandacht aan<br />

de afstemming van deze organisatie overschrijdende<br />

gemeenschappelijke thema’s.<br />

91<br />

De PCR voert regelmatig overleg met de Adviesraad<br />

Technologie Bouwnijverheid (ARTB).<br />

IS SO par ticipanten<br />

Sinds haar oprichting heeft ISSO een aantal vaste par-<br />

ticipanten (brancheorganisaties). Zij spelen al die jaren<br />

een belangrijke rol in de realisatie van onze werkzaam-<br />

heden. De participanten zijn:<br />

UNETO-VNI, Ondernemers-<br />

organisatie voor de installa-<br />

tiebranche en de technische<br />

detailhandel<br />

CBVI, Centraal Bureau<br />

Verwarmings Industrie<br />

VABI, Vereniging voor Auto-<br />

matisering in de Bouw en<br />

Installatietechniek b.v.<br />

TVVL, Nederlandse Techni-<br />

sche Vereniging voor Instal-<br />

laties in gebouwen<br />

ONRI, Organisatie van<br />

Nederlandse Raadgevende<br />

Ingenieursbureaus<br />

IS SO opdrachtgevers<br />

Naast de werkzaamheden voor de participanten voert<br />

ISSO ook projecten uit voor de toeleverende industrie,<br />

ministeries EZ en VROM, Senter/Novem, OTIB, onder-<br />

wijsinstellingen etc.


Begunstigers<br />

Recent onderzoek bevestigde nog eens dat ISSO alge-<br />

meen wordt erkend als onafhankelijk en breed gedra-<br />

gen kennisinstituut van de Nederlandse installatiesec-<br />

tor. Met het eenduidig vast leggen van de technische<br />

kennis en normen en toegankelijk maken draagt ISSO<br />

bij aan de versterking van de installatietechniek in de<br />

bouwkolom. Met de bevordering van de eenduidigheid<br />

en realisatie van normatieve richtlijnen wordt bovendien<br />

de kwaliteit van installaties inzichtelijk en bespreek-<br />

baar gemaakt. ISSO zorgt voor de daarvoor benodigde<br />

kennisontwikkeling en kennisverzameling en voor het<br />

draagvlak van de richtlijnen en het technische kader<br />

voor certificatiesystemen.<br />

Waarom begunstigers<br />

Jaarlijks ontvangt ISSO van de in haar deelnemende<br />

organisaties structurele financiering voor<br />

onder andere de financiering van de algemene tech-<br />

nische belangenbehartiging, zoals bij voorbeeld bij de<br />

realisatie van de Nederlandse en Europese regelge-<br />

ving. Om die algemene activiteiten zo compleet moge-<br />

lijk te kunnen blijven doen kent ISSO ook bijdragen van<br />

begunstigers. ISSO doet via die begunstigersregeling<br />

een beroep op marktpartijen, die zich kunnen identifi-<br />

ceren met het algemeen belang van een ISSO voor de<br />

installatiesector, om ISSO financieel te ondersteunen.<br />

Wat kunnen wij begunstigers bieden<br />

Vanzelfsprekend is er een wederzijds en gemeenschap-<br />

pelijk belang. Zo zijn de voordelen voor de begunstiger:<br />

• Ter profilering van het imago verkrijgt men het<br />

recht van het gebruik van het “ISSO-Begunstigers<br />

logo”;<br />

• Vermelding in het nieuwsbulletin; de ISSO-Info;<br />

• Opname in de begunstigersbanner op de ISSO<br />

website;<br />

• Gratis ISSO-basisabonnement (toegang tot ISSO-<br />

toolshop, gratis gebruik helpdesk van ISSO-digi-<br />

taal, de mogelijkheid tot het gebruik maken van<br />

ISSO-digitaal etc.);<br />

• Gratis abonnement op de technische brochures<br />

ThemaTech;<br />

• Gratis abonnement op het nieuwsbulletin ISSO-<br />

Info;<br />

• De mogelijkheid voor onderzoeken en studies die<br />

relevant zijn voor de begunstiger, als correspon-<br />

derend of actief lid te participeren in een begelei-<br />

dende contactgroep;<br />

• Jaarlijks een gratis advertentiepagina in een nieuw<br />

te verschijnen ISSO-publicatie;<br />

• Gratis één exemplaar van alle nieuw uitgebrachte<br />

ISSO-publicaties;<br />

• Bij aanschaf van meerdere en eerder verschenen<br />

publicaties (indien voor eigen gebruik) een korting<br />

van 30% op de bruto verkoopprijs;<br />

• Jaarlijks één gratis toegangsbewijs voor een door<br />

de ISSO georganiseerd seminar, instructiedag of<br />

dergelijke.<br />

Wie kunnen begunstiger zijn<br />

• toeleverende industrie<br />

• groothandels installatietechniek<br />

• brancheorganisaties van toeleverende bedrijven<br />

• dienstverlenende organisaties installatiesector<br />

zoals softwarehuizen e.d.<br />

• overig<br />

Wanneer bent u begunstiger<br />

• Minimale jaarbijdrage later vast te stellen<br />

• Een overeenkomst voor minimaal 3 jaar<br />

Met de ondersteuning van ISSO draagt u bij aan een<br />

kennisverbreding en -verdieping van de installatie-<br />

sector, elementen die de kwaliteit van de installaties en<br />

installatieprocessen zeker ten goede zal komen.<br />

ISSO jaarboek<br />

92 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ISSO Instructiebijeenkomsten<br />

6. Kennisoverdracht<br />

In het kader van ken-<br />

nisoverdrachtorgani- seert ISSO regelmatig<br />

instructiebijeenkomsten.<br />

Tijdens deze instruc-<br />

ties wordt uitgelegd<br />

hoe de installatie tech-<br />

nische systemen, zoals<br />

beschreven in de betref-<br />

fende ISSO-publicaties,<br />

zijn opgebouwd en hoe<br />

men deze moet gebrui-<br />

ken. Praktijk opdrach-<br />

ten zorgen ervoor dat<br />

de deelnemers met het<br />

geleerde praktische er-<br />

varing op kunnen doen.<br />

ISSO verzorgt de onderstaande bijeenkomsten:<br />

Instructie ‘Herziene VEWIN werkbladen’<br />

De geheel herziene versie van de VEWIN-werkbladen<br />

is in 2004 verschenen. ISSO en KIWA organiseren in<br />

samenwerking met Uneto-VNI en VEWIN instructiebij-<br />

eenkomsten om de wijzigingen te behandelen. Deze<br />

instructiebijeenkomsten geven de gebruiker beter<br />

inzicht in het toepassen van de werkbladen in de prak-<br />

tijk. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de nieuwe<br />

rol van de waterleidingbedrijven bij het toezicht op het<br />

beheer van leidingwaterinstallaties.<br />

Instructie ‘Waterzijdig inregelen van<br />

ver warmingsinstallaties in woningen’<br />

Voor het goed functioneren van een verwarmingsinstal-<br />

latie is het inregelen van de installaties van essentieel<br />

belang. Veel klachten van gebruikers over het comfort<br />

zijn het gevolg van het niet waterzijdig inregelen van<br />

een installatie. Naast het comfort biedt het inregelen<br />

nog meer voordelen: energiebesparing door een gerin-<br />

gere ‘overshoot’ van de ruimtetemperatuur en lagere<br />

retourtemperaturen, wat meer condensatie van rook-<br />

gassen in een HR-ketel betekent en dus een hoger<br />

ketelrendement.<br />

93<br />

ISSO levert voor de installatiesector normstellende<br />

publicaties. ISSO-publicatie 56 ‘Inregelen van ont-<br />

werpvolumestromen in individuele verwarmingsinstal-<br />

laties in woningen’ geeft aan hoe individuele warmwa-<br />

terinstallaties in woningen moeten worden ingeregeld,<br />

zowel voor nieuwbouw als bestaande bouw. Om snel<br />

en op de juiste wijze te leren werken met ISSO-publi-<br />

catie 56 organiseert ISSO in samenwerking met Uneto-<br />

VNI en de Vereniging Huis en Klimaat op een aantal<br />

locaties in Nederland een instructiebijeenkomst.<br />

Instructie ‘’Ont werpen en uit voeren van<br />

ver ticale Bodemwarmtewisselaars’’<br />

Opdrachtgevers eisen steeds vaker dat ontwerpers<br />

van klimaatinstallaties gebruik maken van normen en<br />

richtlijnen. Het gebruik van normen en richtlijnen is een<br />

waarborg voor de kwaliteit van de installaties. ISSO<br />

levert voor de installatiesector deze normstellende<br />

publicaties. Zo ook voor het ontwerpen en uitvoeren<br />

van verticale bodemwarmtewisselaars waar de warm-<br />

tepomp op is aangesloten. Om de kennis uit te dragen,<br />

organiseert ISSO in samenwerking met Uneto-VNI op<br />

basis van ISSO-publicatie 73 een vijftal instructiebij-<br />

eenkomsten.<br />

Instructie ‘’Legionellapreventie’’<br />

Op 28 december 2004 zijn de nieuwe regels met<br />

betrekking tot Legionellapreventie in leidingwater van<br />

kracht geworden. Om de gevolgen voor het verrichten<br />

van Legionellapreventiediensten te verduidelijken orga-<br />

niseren ISSO en Uneto-VNI een serie regionale instruc-<br />

tiebijeenkomsten.<br />

De reikwijdte van de Legionellawetgeving is ingeperkt<br />

tot collectieve installaties vallend onder de midden/<br />

hoog risicocategorie. De overige collectieve instal-<br />

laties vallen onder de zorgplicht in het kader van het<br />

Waterleidingbesluit.<br />

Instructie ‘Hydraulische schakelingen voor<br />

koelen’<br />

ISSO-publicatie 47 ‘Ontwerp van hydraulische schake-<br />

lingen voor koelen’ verschijnt in 2006. Deze publicatie<br />

geeft een methodiek voor het ontwerpen van hydrauli-<br />

sche schakelingen voor koelinstallaties, die voorkomt


dat er teveel pompen in de schakeling worden opge-<br />

nomen of dat de eindgebruikers onvoldoende kunnen<br />

worden geregeld.<br />

Instructie ‘Herziene VEWIN werkbladen’<br />

De geheel herziene versie van de VEWIN-werkbladen<br />

is in 2004 verschenen. ISSO en KIWA organiseren in<br />

samenwerking met Uneto-VNI en VEWIN instructiebij-<br />

eenkomsten om de wijzigingen te behandelen. Deze<br />

instructiebijeenkomsten geven de gebruiker beter<br />

inzicht in het toepassen van de werkbladen in de prak-<br />

tijk. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de nieuwe<br />

rol van de waterleidingbedrijven bij het toezicht op het<br />

beheer van leidingwaterinstallaties.<br />

In-Company trainingen<br />

Voor bedrijven die met een groep van 6 of meer col-<br />

lega’s op maat willen leren verzorgt ISSO In-Company<br />

trainingen. Afhankelijk van uw wensen en van de kennis<br />

en ervaring van uw groep stellen we in overleg een pro-<br />

gramma samen.<br />

Symposia/congressen<br />

Seminar Legionellapreventie groot succes!<br />

Installatiesector neemt Legionella serieus<br />

Op 8 maart <strong>2005</strong> vond in de Doelen te Rotterdam het<br />

seminar “Nieuwe regels voor Legionellapreventie”<br />

plaats. Met het verschijnen van twee nieuwe hand-<br />

leidingen is in Nederland een nieuwe werkfase inge-<br />

gaan voor legionellapreventie. Aanleiding daartoe is de<br />

sinds 28 december 2004 van kracht geworden wette-<br />

lijke regeling voor legionellapreventie in leidingwater.<br />

Voorafgaand aan het door ISSO en het vakblad Intech<br />

georganiseerde seminar over de nieuwe wettelijke<br />

regels, ontving staatssecretaris Pieter van Geel (VROM)<br />

het eerste exemplaar van de herziene handleiding ISSO<br />

55.1. Deze publicatie is een hulpmiddel voor de uitvoe-<br />

ring van de nieuwe wettelijke regels. De subtitel van<br />

het seminar ‘Antwoord op uw zorgplicht’ bleek voor<br />

de circa 450 deelnemers in het Congrescentrum De<br />

Doelen in Rotterdam de grote trekpleister. Alom waar-<br />

dering was er voor het initiatief van Uneto-VNI en TVVL<br />

om voor de locaties waarvoor in het Waterleidingbesluit<br />

geen specifieke regels zijn opgenomen, maar wel de<br />

zorgplicht, een aparte handleiding uit te brengen. Het<br />

ministerie van VROM en de VROM-Inspectie hebben<br />

ingestemd met dit particuliere initiatief van een ISSO<br />

handleiding 55.2.<br />

Volop keuze<br />

U kunt ondermeereen keuze maken uit de onderstaande<br />

trainingen<br />

• VEWIN werkbladen<br />

• Legionellapreventie<br />

• Bodemwarmtewisselaars<br />

• Warmteverliesberekeningen<br />

• Inregelen<br />

• Leidingwaterinstallaties in woningen<br />

• I ndividuele en klein collectieve warmtepompen<br />

voor woningen<br />

• Hydraulica<br />

Meer informatie<br />

Onder het motto samen sterk: organiseert ISSO de<br />

instructiebijeenkomsten dikwijls met andere belang-<br />

rijke partijen uit de installatiesector. Voor meer infor-<br />

matie en data van de instructiebijeenkomsten kunt u<br />

terecht op de ISSO-site: www.isso.nl<br />

Seminar ‘’Een stevig onderhoud over<br />

noodverlichting’’<br />

Op 17 november 2004 organiseerde Uneto-VNI, NVFN<br />

en ISSO het seminar ‘Een stevig onderhoud over nood-<br />

verlichting’. Meer dan driehonderd mensen kwamen<br />

op 17 november in Lunteren bijeen om dit seminar bij<br />

te wonen. Tijdens de opening konden mensen enkele<br />

seconden ervaren wat het is om echt in het donker te<br />

zitten. De heer Boer van TNO HM liet vanuit diverse<br />

experimenten zien hoe mensen reageren in panieksitu-<br />

aties. Volgens de heer Coppes, van C+B advies en rea-<br />

lisatie BV, is gebrekkige regelgeving geen excuus voor<br />

slechte noodverlichting of slecht onderhoud. Door de<br />

veiligheid voorop te zetten en goed nadenken is er altijd<br />

een juiste oplossing te realiseren, zo betoogde hij.<br />

In het najaar <strong>2005</strong>/begin 2006 zullen de onderstaande<br />

symposia plaatsvinden<br />

• ISSO Najaarsoverleg, 4 oktober<br />

• Studiedag luchtfilters voor comfortinstallaties,<br />

6 oktober<br />

• Symposium ‘Thermische behaaglijkheid –eisen voor<br />

de binnentemperatuur in gebouwen’, 10 november<br />

• ISSO/TVVL dag, voorjaar 2006<br />

ISSO jaarboek<br />

94 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

Vakbeurzen<br />

ISSO- deelname aan de Installatie<br />

Vakbeurs Hardenberg<br />

Van 14 t/m 16 september 2004 heeft ISSO deelgeno-<br />

men aan het opleidingsplein op de Installatie Vakbeurs<br />

te Hardenberg.<br />

Installatie & Sanitair vakbeurs<br />

ISSO heeft van 24 t/m 26 mei <strong>2005</strong> deelgenomen aan<br />

de Installatie & Sanitair vakbeurs te Den Bosch. Met<br />

circa 6.500 bezoekers in 3 middagen/avonden was de<br />

organisatie tevreden.<br />

ISSO en publiciteit<br />

Internet : w w w.isso.nl<br />

Internet en informatietechnologie in het algemeen<br />

speelt als instrument een belangrijke rol bij kennis-<br />

overdracht. Een belangrijk communicatiemiddel met<br />

de markt is de ISSO-internetsite, die onder andere de<br />

volgende informatie bevat:<br />

• details over de door ISSO uitgebracht publicaties.<br />

• een zoekfaciliteit om uw weg te vinden tussen de<br />

vele titels.<br />

• de toolshop om handige programma's en andere<br />

hulpmiddelen te kunnen 'downloaden'.<br />

De site wordt zeer veel bezocht (enkele honderden<br />

hits per dag) en ook het aantal bestellingen per e-mail<br />

neemt fors toe. In het najaar <strong>2005</strong> zal de nieuwe web-<br />

site de ‘lucht’ ingaan.<br />

w w w.legionellavraagbaak.nl<br />

Enkele jaren geleden heeft ISSO, in opdracht van het<br />

ministerie van VROM en Senter/Novem, de website<br />

www.legionellavraagbaak.nl ontwikkeld. De website is<br />

bedoeld als centraal informatiepunt over legionella.<br />

Op de website is onder meer een bestand opgenomen<br />

met daarin de meest gestelde vragen over legionella.<br />

Daarnaast is er de mogelijkheid om per e-mail vragen<br />

te stellen, vindt u er het laatste nieuws, relevante down-<br />

loads en kunt u zoeken naar installateurs die legionel-<br />

lapreventie-diensten aanbieden.<br />

95<br />

Bouw & ICT beurs<br />

Van 23 t/m 25 februari heeft ISSO, samen met BRIS<br />

warenhuis, deelgenomen aan de Bouw & ICT beurs in<br />

de Jaarbeurs te Utrecht.<br />

Vakbeurzen <strong>2005</strong><br />

ISSO zal in het najaar <strong>2005</strong>, begin 2006 nog deelnemen<br />

aan de onderstaande beurzen<br />

• Installatievakbeurs Hardenberg,<br />

13 t/m 15 september<br />

• Vakbeurs Elektrotechniek, Jaarbeurs Utrecht,<br />

6 t/m 30 september<br />

• VSK beurs, Jaarbeurs Utrecht,<br />

30 januari t/m 2 februari<br />

Per 1 juni <strong>2005</strong> zijn er enkele onderdelen toegevoegd<br />

aan de website. In navolging van de database met<br />

installateurs is er een database met adviseurs die<br />

legionellapreventie-diensten aanbieden toegevoegd.<br />

Tevens is het onderdeel ‘leveranciers’ geïntroduceerd<br />

op de website. In dit onderdeel hebben leveranciers<br />

van legionellapreventie-producten de gelegenheid om<br />

hun producten te presenteren.<br />

In het afgelopen jaar werd de legionella vraagbaak<br />

meer dan 30.000 keer bezocht. Gezien het feit dat er<br />

op termijn toevoegingen zullen komen op het gebied<br />

van proces-, koelwater- en overige installaties zal het<br />

aantal bezoekers zeker toenemen.<br />

Vanaf <strong>2005</strong> wordt de website helaas niet meer extern<br />

gefinancierd. Gezien de nog steeds bestaande infor-<br />

matiebehoefte en het enorme draagvlak vanuit de<br />

installatiesector heeft ISSO onderzocht of voortzetting<br />

op een andere basis mogelijk was. De uitkomst van het<br />

onderzoek was positief en daarom is er besloten om de<br />

vraagbaak in de lucht te houden.<br />

Bedrijven kunnen in het vervolg tegen een redelijke ver-<br />

goeding worden vermeld op de website.<br />

Er zijn drie categorieën, te weten:<br />

Adviseurs / adviesbedrijven die legionellapreventie-<br />

diensten aanbieden<br />

Installateurs / installatiebedrijven die legionellapreven-<br />

tie-diensten aanbieden<br />

Leveranciers van legionellapreventie-producten


Daarnaast kunnen bedrijven ook als sponsor worden<br />

vermeld op de vraagbaak.<br />

Free publicit y<br />

Via de ISSO-persberichten worden de diverse informa-<br />

tieleveranciers op de hoogte gebracht van de voort-<br />

ISSO Info<br />

Drie keer per kalenderjaar verschijnt het nieuwsbulletin<br />

de ISSO Info. Dit nieuwsbulletin houdt u op de hoogte<br />

van de laatste stand van zaken aangaande de ISSO<br />

organisatie, nieuwe ISSO publicaties en projecten,<br />

instructiebijeenkomsten en overige zaken. Onderstaand<br />

vindt u een korte inhoudsopgave van de verschenen<br />

Info bulletins in eind 2003, begin 2004. Deze bulletins<br />

zijn te downloaden via www.isso.nl<br />

ISSO Info 26<br />

Verschijningsdatum: november 2004<br />

Inhoud:<br />

• Digitaal onderwijs materiaal met ISSO publicaties<br />

• Nieuwe ISSO voorzitter; dhr. C. van Laarhoven<br />

• Kennismakingsavonden EPA-U<br />

• Onderzoek verspreiding SARS<br />

ISSO Info 27<br />

Verschijningsdatum: februari <strong>2005</strong><br />

Inhoud:<br />

• E-learning<br />

• Project zonnestroom<br />

• Internetapplicatie ISSO 61 en 62<br />

• Seminar Noodverlichting<br />

• Aankondiging ISSO 55.3 en BRL 6010<br />

ISSO Info 28<br />

Verschenen: juni <strong>2005</strong><br />

Inhoud:<br />

• Kleintje Warmteverlies<br />

• Pilot project HOI<br />

• OTIB wil e-learning rondom ISSO-publicaties<br />

• TU steekt van wal met ISSO<br />

• Kwaliteit woningventilatie ter discussie<br />

• Legionellavraagbaak op eigen benen<br />

durende stroom van nieuwe ISSO-publicaties en ont-<br />

wikkelingen. Opname van deze informatie biedt ISSO<br />

extra publiciteit. Op www.isso.nl zijn alle persberich-<br />

ten, verschenen in <strong>2005</strong>, terug te vinden. Voor meer<br />

informatie kunt u contact opnemen met Anneli Pijpers,<br />

a.pijpers@isso.nl<br />

ISSO jaarboek<br />

96 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

7. Organisatiestructuur<br />

ISSO-bestuur (samenstelling per 1 juli <strong>2005</strong>)<br />

Naam Organisatie Namens<br />

ir. J.J.N.M. Hogeling ISSO - Rotterdam ISSO (directeur)<br />

ir. C.A.J. van Laarhoven (voorzitter) Imtech Technology bv CBVI<br />

- ‘s Hertogenbosch<br />

ir. J.G. Mast (vice-voorzitter) Smits van Burgst BV - Zoetermeer TVVL<br />

drs. H.H.F.M. van den Oever UNETO-VNI - Zoetermeer UNETO-VNI<br />

ir. W.C.M. Ponsioen (penningmeester) Ponsioen Installatietechniek BV UNETO-VNI<br />

- Alphen a/d Rijn<br />

ing. D.L. Tuinema AVR - Rotterdam UNETO-VNI<br />

ir. W.M.F. de Vries Technisch Installatiebureau Nederland TVVL<br />

- Maarsbergen<br />

ir. M.G. de Wildt Grontmij Technical Management ONRI<br />

- Amersfoort<br />

ir. J.M.M. de Wit (secretaris) Adviesbureau - Amstelveen TVVL<br />

ir. E.J. Wagenaar Adviesbureau - Zoetermeer voorzitter<br />

Raad van Begeleiding ISSO (samenstelling per 1 juli <strong>2005</strong>)<br />

Naam Organisatie Namens<br />

ing. H. Besselink Royal Haskoning Adviesgroep TVVL<br />

97<br />

Raad van Begeleiding<br />

mw. dr.ir. P.M. Bluyssen TNO Bouw en Ondergrond - Delft Techn. Wetenschappelijk onderzoek<br />

ir. P.R. van Dam VABI – Delft VABI<br />

ir. J.J.N.M. Hogeling ISSO – Rotterdam ISSO (secretaris)<br />

ing. W.F.G. Hooijkaas MarktMonitor – Woerden Deskundige<br />

H.M.A. Janssen Groesbeek GA Consult – Woerden TVVL<br />

prof.ir. P.H.H. Leijendeckers Deskundige<br />

dr.ir. A.H.C. van Paassen TU Delft Techn. Wetenschappelijk onderwijs<br />

ir. W.G. Ram HVL – Eindhoven UNETO-VNI<br />

W.J.H. Scheffer Uneto-VNI - Zoetermeer Deskundige<br />

ir. W. Schuringa Schuringa Consultancy - Hoevelaken ONRI<br />

ing. R. Steine Kontek Engineering BV – Oestgeest TVVL<br />

ir. P.A.L. Stoelinga Deerns – Rijswijk TVVL<br />

ing. A.A.L. Traversari MBA TNO-MEP - Apeldoorn Techn. Wetenschappelijk onderzoek<br />

ir. E.J. Wagenaar Adviesbureau – Zoetermeer Voorzitter<br />

ir. T.M.E. Zaal Hogeschool – Utrecht Techn. Wetenschappelijk onderwijs<br />

prof.ir. W. Zeiler TU Eindhoven Techn. Wetenschappelijk onderwijs


Samenstelling ISSO Bureau<br />

Naam Functie Werk veld<br />

ing. J.C. Aerts Projectcoördinator Verwarming<br />

ing. C.A.M. Arkesteijn Projectcoördinator Energie & Milieu<br />

mw. H.T.H. Bouman Projectassistente<br />

mw. C.W.L. van Dijk Projectassistente<br />

ir. G.G. van Dijk Projectcoördinator Elektro & ICT<br />

ir. J.J.N.M. Hogeling Directeur<br />

ing. E. Horstman Projectcoördinator Elektro & ICT<br />

P.P.H. ‘t Lam Bureau-manager<br />

mw. W. van der Linden Directie secretaresse<br />

ing. O.W.W. Nuijten Projectcoördinator Water & Gas<br />

mw. S.M.C. van Ooijen Fin. Adm. Medewerker<br />

mw. A.B. Pijpers Marketing<br />

mw. S. Suvaal Verkoop<br />

ir. A.M. van Weele Projectcoördinator Luchtbehandeling<br />

Voor speciale projecten<br />

ir. A.C. Boerstra Binnenmilieu<br />

H. Joosten Certificering/Kwaliteitszorg<br />

ir. C.B. Maliepaard Bouwfysica<br />

ISSO jaarboek<br />

98 ISSO jaarboek


2004 - <strong>2005</strong><br />

<strong>2005</strong> - 2006<br />

ASHREA Air Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers<br />

BSRIA Building Services Research and Information Association<br />

CEN Comité Europeen de Normalisation<br />

CIB Conseil International du Bâtiment pour la recherche, l’étude et la documentation<br />

COPI Collectief Onderzoek Programmerende Instelling<br />

COSTIC Comité Scientifique et Technique des Industries<br />

CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving<br />

C.R.O.W. Stichting Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond, Water en Wegenbouw<br />

en de Verkeerstechniek<br />

MKK Model Kwaliteitssysteem Klimaatinstallaties<br />

NEN Nederlands Normalisatie Instituut<br />

OTIB Opleiding- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf<br />

ONRI Organisatie van onafhankelijke advies- en ingenieursbureaus<br />

PCR Programma Coördinatie Raad<br />

SBR Stichting Bouwresearch<br />

TNO Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek<br />

TU Technische Universiteit<br />

Lijst van afkor tingen<br />

TVVL Nederlandse Technische Vereniging voor Installaties in Gebouwen<br />

UNETO-VNI Ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel<br />

VABI Vereniging voor Automatisering in de Bouw- en Installatietechniek b.v.<br />

WTCB Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf<br />

99


Adver teerderindex<br />

ISSO jaarboek<br />

100 ISSO jaarboek

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!