Inloop Jaarboek 2005-2006.indd - Isso
Inloop Jaarboek 2005-2006.indd - Isso
Inloop Jaarboek 2005-2006.indd - Isso
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ISSO jaarboek <strong>2005</strong> - 2006
KENNISINSTITUUT<br />
VOOR DE<br />
INSTALLATIESECTOR<br />
Uitgave<br />
Redactie<br />
- hoofdstuk 1 actueel<br />
Vormgeving en layout<br />
Druk en<br />
advertentieacquisitie<br />
Colofon<br />
ISSO, Kennisinstituut voor de installatiesector<br />
Mw. A. Pijpers<br />
Dhr. P.P.H. ‘t Lam<br />
Mw. E. Kok, Talpa teksten<br />
Stijlmeesters<br />
ISSO<br />
Elma Edities b.v.<br />
Keizelbos 1<br />
1721 PJ BROEK OP LANGEDIJK<br />
telefoon 0226-331600<br />
e-mail elma@elma.nl<br />
ISSO en degenen die aan de samenstelling van dit jaarboek hebben medegewerkt,<br />
hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij zowel het verzamelen als<br />
bij het verwerken en opstellen van de in dit jaarboek vervatte gegevens. Nochtans<br />
moet hier niet worden uitgesloten dat dit jaarboek onvolledig is of dat zij onjuistheden<br />
of onvolkomenheden bevat. Degenen die van dit jaarboek en daarin vermelde gege-<br />
vens gebruik maakt, aanvaardt dan ook daarvoor zelf het risico.<br />
ISSO en degenen die aan de samenstelling van dit jaarboek hebben medegewerkt,<br />
sluiten iedere aansprakelijkheid uit voor zowel schade die mocht voortvloeien uit het<br />
gebruik van deze gegevens als schade welke zou kunnen ontstaan als gevolg van de<br />
onvolledigheden, onjuistheden of onvolkomenheden van dit jaarboek. Voor aanvullin-<br />
gen, correcties etc. houden wij ons ten zeerste aanbevolen.<br />
Niets uit dit jaarboek mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomati-<br />
seerd gegevensbestand, getransformeerd tot software en of openbaar gemaakt, in<br />
enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door middel van druk,<br />
fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toe-<br />
stemming van het Bestuur van ISSO.<br />
© september <strong>2005</strong>, ISSO, Rotterdam<br />
ISSO jaarboek<br />
2 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
3<br />
Pagina<br />
Colofon 3<br />
Inhoudsopgave 5<br />
Voorwoord 7<br />
Hoofdstuk 1 ACTUEEL 13<br />
Europese prestatienormen zijn zeer nabij<br />
Onderhoud en Beheer<br />
Hoofdstuk 2 ISSO -PROJECTEN<br />
Lopende en voorgenomen projecten<br />
ISSO contacten<br />
ISSO Internationaal<br />
Hoofdstuk 3 ISSO -DIENSTEN<br />
ISSO Toezendservice<br />
ISSO ThemaTech<br />
ISSO Digitaal<br />
Hoofdstuk 4 ISSO -PUBLICATIES<br />
De normatieve waarde van ISSO Publicaties<br />
Totstandkoming producten<br />
ISSO uitgaven<br />
Te verwachten ISSO publicaties<br />
Prijslijst<br />
Hoofdstuk 5 ISSO -ALGEMEEN<br />
Doelstelling en missie<br />
ISSO Functies<br />
Werkwijze<br />
ISSO Begunstigers<br />
Hoofdstuk 6 ISSO -KENNISOVERDR ACHT<br />
Instructiebijeenkomsten<br />
Symposia/congressen<br />
Vakbeurzen<br />
ISSO en publiciteit<br />
ISSO Info<br />
Hoofdstuk 7 ISSO -ORGANISATIESTRUCTUUR<br />
Bestuur<br />
Raad van Begeleiding<br />
Bureau<br />
Inhoudsopgave<br />
LIJST VAN AFKORTINGEN<br />
ADVERTEERDERINDE X
Installatiebedrijven moeten meer kennis hebben<br />
Uit het door Bouwkennis uitgevoerde onderzoek<br />
“Klimaatmonitor <strong>2005</strong>” blijkt dat de installatiebedrij-<br />
ven meer kennis moeten hebben. De toepassing van<br />
steeds meer geavanceerde elektronica in de installa-<br />
tietechniek dwingt de installateur tot meer kennis van<br />
zowel de werktuigbouwkundige als van de elektronica<br />
kant. Ook ontwikkelingen als de Europese prestatie-<br />
normen en verbreding van Onderhoud en Beheer waar-<br />
over u verder in dit <strong>Jaarboek</strong> kunt lezen noodzaken de<br />
installatiesector tot verbreding en verdieping van de<br />
aanwezige kennis.<br />
Voor innovatie ; kennis in de prak tijk brengen<br />
Nederland heeft hooggekwalificeerde mensen nodig<br />
die de kunst verstaan kennis in de praktijk te brengen<br />
luidt de stelling van de voorzitter van de HBO-raad<br />
(Doekle Terpstra). Vooral het hoger beroepsonder-<br />
wijs wordt volgens hem de sector waar we het voor de<br />
economische ontwikkeling van Nederland van zullen<br />
moeten hebben. Hogescholen zijn samen met het MKB<br />
een belangrijke schakel in het ontwikkelen van nieuwe<br />
bedrijvigheid, nieuwe producten en welvaart. Als je<br />
kennis en praktijk combineert dan creëert dat nieuwe<br />
producten, concepten en ondernemingen.<br />
IS SO, het kennisinstituut voor de installatiesector<br />
“Kennis is macht” luidt het gezegde; ISSO heeft daar<br />
de afgelopen jaren een eigen interpretatie aangege-<br />
ven met “Kennis is kwaliteit” en “Kennis is een beter<br />
bedrijfsrendement”<br />
Met normatieve technische richtlijnen aangevuld met<br />
praktische handleidingen (zoals bijv. de Kleintjes<br />
water, warmteverlies, etc.) houden wij de sector op de<br />
hoogte van de laatste technische ontwikkelingen. Om<br />
die kennis te borgen wordt veel samengewerkt met<br />
andere belangenorganisaties. Voor technisch juiste<br />
beoordelingsrichtlijnen bij de diverse certificeringstra-<br />
jecten bijvoorbeeld met de Stichting Kwaliteitsborging<br />
Installatiesector (KBI), Voor garanties voor goede<br />
technische installaties bij nieuwbouwprojecten van<br />
woningen bijvoorbeeld met het Garantie Instituut<br />
Woningbouw (GIW).<br />
IS SO en educatie<br />
Een belangrijk onderdeel voor het sneller toepasbaar<br />
maken van die kennis is de kennisoverdracht via semi-<br />
Voor woord<br />
nars, instructiebijeenkomsten en dergelijke. Ook daar-<br />
bij wordt intensief samengewerkt met de diverse orga-<br />
nisaties zoals de branche-organisaties Uneto-VNI en<br />
ONRI, de personenvereniging TVVL, fabrikantenorga-<br />
nisaties zoals Vereniging Huis en Klimaat, Stichting<br />
HR-Ventilatie, VLA, LUKA e.d.<br />
Met steun van en in overleg met het Opleidingsfonds<br />
(OTIB) wordt er ook hard gewerkt aan de kennisimple-<br />
mentatie bij het MBO onderwijs. Het project HOI, de<br />
ontwikkeling van de e-learning modules en de lesma-<br />
teriaalontwikkeling voor noodverlichting zijn voorbeel-<br />
den dat de sector haar best doet om de beschikbare<br />
kennis, op snelle wijze, zowel bij het reguliere- als het<br />
applicatie-onderwijs in te brengen. Bij deze projecten<br />
waarover u verder in het <strong>Jaarboek</strong> meer kunt lezen<br />
wordt onder andere samengewerkt met diverse MBO<br />
en HBO onderwijsinstellingen, Kenteq, TVVL e.d.<br />
Nieuwe technieken en innovatie<br />
In opdracht van en in samenwerking met Senter/<br />
Novem besteedt ISSO veel aandacht aan het opstellen<br />
van praktijkrichtlijnen voor nieuwe en duurzame tech-<br />
nieken. Technische ontwikkelingen bij warmtepompen,<br />
koude opslag, acquifers, warmtewisselaars, beton-<br />
kernactivering etc. worden nauwlettend gevolgd. Voor<br />
de adviesbureaus en de installatiebedrijven wordt bij<br />
de kennisoverdracht veel opgetrokken met de respec-<br />
tievelijke branche-organisaties ONRI en Uneto-VNI.<br />
In oktober <strong>2005</strong> vindt het eerste ISSO-najaarsoverleg<br />
plaats. Een bijeenkomst waarbij met de bestuurders<br />
binnen ISSO en aanpalende organisaties van gedachte<br />
zal worden gewisseld over de komende trends in de<br />
bouw- en installatiesector en de rol van ISSO in dat<br />
geheel.<br />
Systeemintegratie<br />
In het vorig jaarboek is uitgebreid stilgestaan bij de<br />
noodzaak van systeemintegratie. Het effect van meer<br />
betrokkenheid van de medewerkers, het verminderen<br />
van de faalkosten, de snellere opname van innovatieve<br />
ontwikkelingen, het MKK instrument en dergelijke is<br />
daarbij aan de orde gekomen. Een belangrijk element<br />
is ook de samenwerking met de andere partijen in het<br />
bouwproces. Ongenoemd kan dan ook niet blijven de<br />
samenwerking van ISSO met SBR op het gebied van<br />
een gezond binnenmilieu, vloerverwarming, brandvei-<br />
lige doorvoeren etc. Wij hopen daarmee dat het ten<br />
ISSO jaarboek<br />
4 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
aanzien van dit onderwerp niet alleen bij woorden blijft<br />
maar ook tot daden leidt. ISSO blijft de integratie actief<br />
nasteven.<br />
Internet en automatisering<br />
onmisbaar in communicatie<br />
Het staat buiten kijf dat het internet als informatiebron<br />
steeds belangrijker wordt. Vanzelfsprekend geldt die<br />
informatiebehoefte ook voor de kennis uit de ISSO-<br />
publicaties. ISSO is in 2004 gestart met ISSO-Digitaal<br />
een internetsite waarbij de abonnees op interactieve<br />
wijze de publicaties kunnen raadplegen. Het basis-<br />
abonnement biedt tevens de mogelijkheid de Toolbox<br />
te raadplegen voor checklisten, hulp-rekenprogram-<br />
ma’s en dergelijke. ISSO-Digitaal geeft unieke moge-<br />
lijkheden om binnen de bedrijven de ISSO-kennis voor<br />
een ieder op iedere plaats en op ieder tijdstip te raad-<br />
plegen.<br />
Via samenwerking met BRIS Warenhuis is koppeling<br />
met de NEN-normen en het Bouwbesluit mogelijk.<br />
Ook de rekenprogramma’s van Bink en VABI hebben<br />
via ISSO-Digitaal links met nuttige helpteksten uit de<br />
ISSO-publicaties. In de tweede helft van <strong>2005</strong> zal ook<br />
de ISSO-site worden gemoderniseerd. Het vinden van<br />
informatie, bestellen van artikelen, aanmelden voor bij-<br />
eenkomsten is sterk vereenvoudigd.<br />
Heeft e-mail als communicatiemiddel de post al ver-<br />
drongen (en het de postzegelverzamelaars al moei-<br />
lijk gemaakt) de toename van informatie via internet<br />
zal zeker verder blijven toenemen. Het raadplegen of<br />
downloaden van de vergaderstukken via de website is<br />
daarvan een goed voorbeeld.<br />
Waarom dan toch nog dit jaarboek? Uit het vorig jaar<br />
gehouden onderzoek blijkt dat de ISSO relaties niet<br />
voor drukwerk of digitaal kiezen maar prijs stellen op<br />
“en”, beide producten dus.<br />
Wij geven graag gehoor aan deze wens en bieden u<br />
hiermee met plezier dit jaarboek aan.<br />
Op www.isso.nl is ook de digitale versie te raadplegen.<br />
P.P.H.’t Lam<br />
5
De grootste revolutie na de EPN, wordt het wel ge-<br />
noemd. De implementatie van de EPBD is in volle gang.<br />
Deze Europese richtlijn beoogt inzicht te krijgen in de<br />
energieprestatie van gebouwen via het Energieprestatie-<br />
certificaat. Het uiteindelijke doel hiervan is CO 2-reduc-<br />
tie, energiebesparing, zekerheid van energievoorzie-<br />
ning en leveranciersonafhankelijkheid. Voor Nederland<br />
betekent het vooral dat nu ook bij de bestaande bouw<br />
energieprestatiecertificaten en inspectieverplichtingen<br />
worden geëist. Dit biedt tevens grote kansen voor de<br />
installatiebranche.<br />
De EPBD oftewel de ‘Energy Performance Buildings<br />
Directive’ is ontstaan naar aanleiding van het verdrag<br />
van Kyoto. Alle 25 leden van de Europese Unie confir-<br />
meren zich om de komende jaren de nodige maatrege-<br />
len te nemen die leiden tot verminderd energiegebruik.<br />
Als handleiding gelden uniforme richtlijnen die op dit<br />
moment door de lidstaten in elkaar worden gezet.<br />
Sommige regels gaan in per 2006, geen wonder dat er<br />
zeer hard aan de weg wordt getimmerd.<br />
Hans van Eck die namens Senter/Novem de operatie<br />
coördineert, is er niet rouwig om. “Kijk bijvoorbeeld<br />
naar de Nederlandse situatie. Ondanks onze gasvoor-<br />
raden zullen we voor onze energievoorziening binnen<br />
nu en vijftien jaar voor zo’n zestig procent afhankelijk<br />
zijn van het buitenland.”<br />
Met de nodige nationale wetgeving al achter de hand<br />
(EPN/EPC, EPA), is de implementatie voor Nederland<br />
eenvoudiger dan die van met name de nieuwe EU-<br />
landen. Voor hen geldt het grote voordeel dat ze in een<br />
razend tempo hun energiebelasting zullen verminde-<br />
ren. ISSO-directeur Jaap Hogeling, tevens voorzitter<br />
van de coördinerende CEN-werkgroep die zich met het<br />
opstellen van CEN-normen bezighoudt licht toe dat het<br />
gebruik van deze CEN-normen uiteindelijk goedkoper<br />
zal zijn dan in het geval dat alle 25 lidstaten er een eigen<br />
technische invulling aan geven. “Het vereist wel dat de<br />
normen goed toegankelijk zijn, transparant, eenduidig,<br />
objectief, handhaafbaar en voor alle Europese regio’s<br />
inzetbaar. Dit leidt dan bijna vanzelf tot een uitgebrei-<br />
dere set normen. Dit behoeft voor Nederland niet direct<br />
een probleem op te leveren. Voor de meest essentiële<br />
normen hebben onze deskundigen een belangrijke bij-<br />
drage geleverd.”<br />
1. Actueel<br />
Europese prestatienormen zijn zeer nabij<br />
Zoals vermeld is het grootste verschil vergeleken met de<br />
EPN, dat de EPBD eveneens geldt voor de bestaande<br />
bouw. Hans van Eck: “Natuurlijk is het belangrijk om<br />
nieuwbouw energiezuinig aan te pakken. Maar als je<br />
alleen al naar Nederland kijkt: er worden momenteel<br />
tussen de 60- en 70.000 woningen gebouwd; wat<br />
gebeurt er met de miljoenen huizen die er al staan? De<br />
EPDB zorgt er onder andere voor dat daarvan de ener-<br />
gieprestatie in kaart wordt gebracht. Vergelijk het met<br />
de energielabels voor witgoed.”<br />
Koelkastlabel bestaande bouw<br />
De EPBD omvat twee grote segmenten. Om te begin-<br />
nen is er de berekening van de energieprestatie. Er<br />
wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van bestaande<br />
beleidsinstrumenten. In Nederland geldt daarvoor voor<br />
de nieuwbouw de EPN (Energie Prestatie Norm) met de<br />
Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) als meetbare uit-<br />
komst. Voor de bestaande woningen spreken we van<br />
het Energie Prestatie Advies (EPA), te bepalen in de EI<br />
(Energie-index).<br />
Het uitgebreide EPA-advies was en blijft vrijwillig maar<br />
het bepalen van het Energieprestatiecertificaat (het<br />
label) maar het daarbij behorend beperkt advies wordt<br />
straks een wettelijke verplichting. Dit houdt onder<br />
andere in dat er vanaf 2006 bij transactiemomenten<br />
- dus als er nieuwe bewoners komen - een Energie-<br />
prestatiecertificaat dat niet ouder is dan tien jaar moet<br />
worden overlegd. Dit certificaat moet door een volgens<br />
de BRL 9500 gecertificeerd bedrijf zijn opgesteld. De<br />
opstelling van deze BRL zal dit najaar worden afgerond.<br />
Bedrijven die zich op deze markt wensen te begeven,<br />
kunnen zich daarna laten certificeren. Certificerende<br />
instellingen houden zich op hun beurt bezig met de<br />
toetsing van deze bedrijven. Ze geven onder toezicht<br />
van de Raad van Accreditatie aan dat deze bedrijven<br />
voldoen aan de eisen van de BRL 9500.<br />
Verder zal er een overgangsregeling van toepassing<br />
zijn voor gebouwen die jonger zijn dan tien jaar en voor<br />
bestaande woningen met een EPA die na 1 juli 2002<br />
door een BRL 9502 gecertificeerd bedrijf is afgege-<br />
ven.<br />
Het is dus allemaal zeer kort dag. Een stellige Van<br />
Eck: “Begin 2006 ligt de instrumentatie er om mee te<br />
werken. Dus zal al volgend jaar de EPBD in werking<br />
ISSO jaarboek<br />
6 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
treden. Indien mogelijk in z’n geheel of anders in delen.<br />
We willen toch ook niet het braafste jongetje van de<br />
klas zijn en hebben daarom voorzichtigheidshalve<br />
een uitsteltermijn van drie jaar aangevraagd. Daarvan<br />
zullen we echter alleen gebruik maken als we te maken<br />
krijgen met capaciteitsgebrek. Dit zal dan ook enkel<br />
gelden voor bepaalde doelgroepen; verder zal de ver-<br />
plichting zeer zeker direct per 1 januari 2006 ingaan.”<br />
Keuringen<br />
De tweede pijler houdt in dat tussen 2007 en 2010 alle<br />
airco’s boven 12 kW, alle niet-gasgestookte cv-ketels<br />
vanaf 20 kW, en alle gasgestookte ketels boven 100 kW<br />
met bijbehorende installaties periodiek op hun ener-<br />
giezuinigheid dienen te worden beoordeeld. Hetzelfde<br />
geldt voor alle verwarmingsinstallaties die ouder zijn<br />
dan vijftien jaar. Dit laatste betreft een éénmalige sig-<br />
naleringskeuring zonder verplichting voor de eigenaar<br />
om er iets mee te doen. De eerder genoemde keurin-<br />
gen zullen wel periodiek moeten plaatsvinden, afhan-<br />
kelijk van de ketelgrootte om de twee tot vier jaar. Voor<br />
al deze keuringen is een andere certificatie nodig dan<br />
voor het EPA. Hans van Eck: “Het is dus aan de instal-<br />
lateur om te wijzen op eventuele tekortkomingen of<br />
dat de ketel misschien te groot is geworden voor een<br />
optimaal rendement omdat de isolatie van de woning is<br />
toegenomen. Deze onafhankelijke advisering zal in veel<br />
gevallen leiden tot vervanging of aanpassing van instal-<br />
laties en dus voeren naar verdere energiebesparing.”<br />
Verdere maatregelen<br />
De EPBD geeft de mogelijkheid om voor zowel nieuw-<br />
bouw als renovatie minimumeisen voor de energiepres-<br />
tatie te stellen. Voor Nederland heeft dit echter niets om<br />
het lijf omdat het Bouwbesluit daarin reeds voorziet,<br />
zowel voor nieuwbouw als gebouwen die een groot-<br />
schalige renovatie ondergaan. Wel wordt zoals bekend<br />
de EPC-W per 1 januari 2006 aangescherpt van 1,0 tot<br />
0,8 en valt hetzelfde in de toekomst te verwachten van<br />
de EPC voor de utiliteit.<br />
Verder worden haalbaarheidsonderzoeken geëist voor<br />
duurzame energievoorzieningen bij nieuwbouw boven<br />
de 1000 m_. Dit betekent in de praktijk het invullen van<br />
een checklist die wordt toegevoegd bij de aanvraag<br />
van de bouwvergunning. Er dient te worden bekeken<br />
of toepassing van alternatieve systemen voor energie-<br />
voorziening economisch haalbaar is. Een ondersteu-<br />
nend digitaal instrument is in ontwikkeling.<br />
Tenslotte komt er een energieprestatiecertificaat dat<br />
zichtbaar moet worden getoond op overheidsgebou-<br />
wen, wederom voor zowel nieuwbouw als bestaande<br />
7<br />
bouw. Er is nog een discussie gaande voor welke<br />
gebouwen dit is bedoeld maar waarschijnlijk zal de<br />
grens liggen bij al dan niet voor het publiek vrij toegan-<br />
kelijke gebouwen, verwacht Hans van Eck. Hij hoopt<br />
dat de marktwerking sturend zal zijn voor een zo posi-<br />
tief mogelijke score.<br />
Stand van zaken<br />
De meeste landen, waaronder Nederland, hebben<br />
aangegeven de Europese CEN-normen vóór 2010 in<br />
de wetgeving te gaan aansturen. In de overgangsja-<br />
ren gebruiken veel landen hun bestaande, vaak reeds<br />
op basis van de huidige normconcepten verbeterde<br />
methoden.<br />
De Europese normen worden op dit moment voorbe-<br />
reid door diverse technische commissies (CEN-TC’s).<br />
Ze richten zich respectievelijk op: thermische eigen-<br />
schappen; ventilatie voor gebouwen; daglicht en ver-<br />
lichting; verwarmings- en AC-systemen; en gebouwau-<br />
tomatisering. De coördinerende, overkoepelende com-<br />
missie wordt voorgezeten door ISSO in de persoon van<br />
directeur Jaap Hogeling.<br />
Vanaf april dit jaar publiceert de CEN de concepten<br />
(prEN’s) van de ruim 40 normen die onder dit EU-man-<br />
daat vallen. In totaal betreft het meer dan 2000 pagi-<br />
na’s waarvan vele ingaan op niet normatieve, toelich-<br />
tende bijlagen. Deze prCN’s lagen voor een periode<br />
van vijf maanden ter kritiek. De komende tijd zullen de<br />
nationale commentaren worden verzameld. NEN zal de<br />
Nederlandse kritiek met stemresultaat indienen. Nadat<br />
de CEN-TC’s alle kritiek hebben ontvangen, wordt deze<br />
verwerkt. In de loop van 2006 met een uitloop naar 2007<br />
zullen alle normen voor formele eindstemming worden<br />
gepubliceerd. Bij voldoende positieve stemmen zullen<br />
ze daarna van kracht worden.<br />
De praktijk verloopt niet vlekkeloos, erkent TNO weten-<br />
schappelijk medewerker Marleen Spiekman, tevens<br />
CEN-rapporteur. Ze geeft aan dat de TC’s met behulp<br />
van een ‘umbrella document’ hebben getracht om een<br />
samenhang tussen al deze normen aan te brengen en<br />
zichtbaar te maken. “Zeker gezien het EU-verband is<br />
dat niet altijd eenvoudig.”<br />
Als het over stemmen gaat, heeft Nederland voor<br />
slechts 3,8 procent inspraak. NEN-man Arie de Jong,<br />
verantwoordelijk voor de Nederlandse inbreng van<br />
bijna alle EPBD-normontwerpen annex secretaris van<br />
de Europese werkgroep die de EPBD-normontwikke-<br />
ling coördineert, relativeert dit percentage. “Duitsland<br />
bezet ook maar 9 %. Als 71 % van de stemmen positief<br />
is, wordt het voorstel aangenomen. En bedenk dat wij<br />
met de EPN over een goede voorloper beschikken!”
Het is niet zo dat alle landen zullen vastzitten aan één<br />
bepaalde methodiek. Er zijn in de normvoorstellen<br />
diverse rekenmethoden uitgewerkt maar daarbij speelt<br />
nog de controverse dat het enerzijds goed zou zijn dat<br />
het elk land vrij staat om hiertussen te kiezen, terwijl<br />
dat anderzijds met zich meebrengt dat al die methodes<br />
dan weer verschillen. Maar dat moet langzaam naar<br />
elkaar toegroeien. In ieder geval krijgt elk CEN-lid de<br />
mogelijkheid om extra eisen te stellen. Zo kijkt de EPC<br />
puur naar het energieverbruik, niet naar CO2-emissie.<br />
Wil een land extra regels om dit laatste te beperken,<br />
dan is het vrij om daarnaar te handelen.<br />
Een voorbeeld zoals het energiecertificaat eruit kan<br />
zien. De exacte schaal is nog niet bekend. Hoe meer<br />
gradaties hoe exacter maar hoe moeilijker de commu-<br />
nicatie met de consument.<br />
ISSO jaarboek<br />
8 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO benadrukt wederom kansen voor installatiebranche<br />
Onderhoud en beheer bieden grote perspectieven<br />
ISSO is voor velen synoniem voor het leveren van techni-<br />
sche publicaties waar ontwerp en rekenmethodes cen-<br />
traal staan. Onderhoud en beheer zijn eveneens rele-<br />
vante onderwerpen, benadrukken ISSO-directeur Jaap<br />
Hogeling en voorzitter van de Raad van Begeleiding<br />
Egbert Wagenaar. “In onze publicaties komen ze welis-<br />
waar meestal aan bod en soms is de rol groot zoals in<br />
de publicatie ‘Inspectie en onderhoud van noodverlich-<br />
tingsinstallaties’. Niettemin zijn onderhoud en beheer<br />
doorgaans een ondergeschoven kindje bij het ontwer-<br />
pen van installaties en dat is jammer. Zeker omdat het<br />
belang ervan steeds groter wordt.” Een visie.<br />
“Aan de ene kant is ISSO facilitair door te leveren wat<br />
een doelgroep vraagt; anderzijds zien we voor ons als<br />
kennisinstituut een voortrekkersrol weggelegd”, stelt<br />
Jaap Hogeling. “Dat hebben we onlangs laten zien bij<br />
bijvoorbeeld de legionellaproblematiek en bij de invoe-<br />
ring van de EPBD. Op dit moment dringt zich onder-<br />
houd en beheer op de voorgrond. De markt vraagt in<br />
toenemende mate om een veel integralere werkwijze<br />
en dat maakt onze boodschap vooral positief: zie het<br />
als een interessant gebied met groeipotentie, vooral<br />
voor installatiebedrijven.”<br />
De roep naar een betere aanpak van beheer en onder-<br />
houd is allesbehalve nieuw. Al in 1991 wees Egbert<br />
Wagenaar in Verwarming en Ventilatie op dit stiefkindje<br />
binnen de installatietechniek. “Ik haalde cijfers aan uit<br />
1986. Toen al bleek dat herstel, verbouw en onderhoud<br />
- ik plaats ze voor ’t gemak even onder de noemer<br />
‘beheer’ - ongeveer 45% van de totale bouwproductie<br />
innamen. Het ging jaarlijks om een bedrag van circa<br />
20 miljard gulden. Dit was éxclusief de situaties waar<br />
onderhoud op z’n plaats zou zijn om woningen bouw-<br />
technisch op het niveau te brengen van vergelijkbare<br />
nieuwbouwwoningen. In de installatiemarkt besloeg<br />
beheer ongeveer eenzelfde percentage. Ondanks die<br />
enorme omvang concludeerden marktonderzoekers<br />
destijds dat vraag en aanbod elkaar nog niet gevonden<br />
hadden.”<br />
Onder invloed van energiebesparing en hogere com-<br />
forteisen zal het aandeel dat beheer inneemt inmiddels<br />
boven de vijftig procent liggen. Zoals gezegd neemt<br />
de roep naar een integrale aanpak toe. Hogeling: “Het<br />
gaat om het antwoord op de vraag wat de opdrachtge-<br />
ver te wachten staat gedurende de totale levenscyclus<br />
van een installatie. Op componentniveau spelen der-<br />
gelijke vragen dagelijks. Bijvoorbeeld als een cv-ketel<br />
9<br />
een bepaalde leeftijd heeft bereikt, zeg dertien jaar.<br />
Wellicht kan die dan technisch gezien nog wel twaalf<br />
jaar mee maar wat gebeurt er in de tussentijd? Welk<br />
energetische prestaties worden geleverd; welke repa-<br />
raties en vervanging van onderdelen zijn te verwach-<br />
ten; hoeveel kost dat? Misschien wordt de opdracht-<br />
gever een dief van eigen portemonnee als deze de<br />
ketel niet direct vervangt door een modern exemplaar.<br />
Bijkomende vragen zijn of de volgende ketel dezelfde<br />
capaciteit moet bezitten of dat door verbeterde thermi-<br />
sche kwaliteit van het gebouw een warmtepomp, zon-<br />
neboiler of microwarmtekrachtkoppeling een gunstig<br />
alternatief is.”<br />
Totaal kostenplaatje<br />
Een dergelijke integrale benadering wordt veel te weinig<br />
toegepast, oordelen beide heren. Jaap Hogeling: “In<br />
de procesindustrie ligt dat anders maar daar zijn de<br />
belangen ook veel groter. Niettemin constateren we<br />
bij professionele gebouwbeheerders dezelfde vraag<br />
opkomt en uiteindelijk zal de trend zich voortzetten<br />
naar particulieren. Men wil simpelweg steeds meer toe<br />
naar een totaalinzicht in de kosten.”<br />
Het antwoord kan worden gegeven door degene die<br />
gedurende jaren de prestaties van in onderhoud geno-<br />
men installaties heeft bijgehouden en hieruit conclu-<br />
sies kan afleiden. Egbert Wagenaar: “De gegevens die<br />
de leverancier verstrekt, bieden slechts in beperkte<br />
mate informatie. Sterker, die zal zich beperken tot het<br />
vermelden van de garantietermijn terwijl levensduur te<br />
maken heeft met veel meer aspecten als de systeem-<br />
keuze en de ontwerptechnische invulling daarvan, de<br />
selectie van de componenten, de montagetechnische<br />
kwaliteit, het gebruik en de mate van onderhoud.”<br />
Hogeling: “Bij mij thuis kan ik bijvoorbeeld verwachten<br />
dat de ketel eerder kapot gaat omdat de installatie niet<br />
goed in elkaar zit. Vanwege onvoldoende doorstroming<br />
aan de waterzijdige kant, loopt de ketel alleen op deel-<br />
last en valt deze daarom voortdurend in circulatiesto-<br />
ring. De conclusie is dus dat goed onderhoud bij een<br />
slecht ontworpen installatie zal leiden tot een negatief<br />
resultaat als niet eerst de prestatie van de totale instal-<br />
latie wordt verbeterd.”<br />
Systematiek<br />
Het bijhouden van relevante informatie vereist syste-<br />
matiek. Egbert Wagenaar: “Het mooie is dat ISSO<br />
in de vorm van het ‘Model Kwaliteitsbeheersing<br />
Klimaatinstallaties’ over een geschikte systematiek
Jaap Hogeling (links) en Egbert Wagenaar: “Zie het als een interessant gebied met groeipotentie.”<br />
beschikt . We hebben dit onder andere toegepast in<br />
de publicaties 50 (Ontwerptechnische kwaliteitseisen<br />
voor warmwaterverwarmingsinstallaties in woningen en<br />
woongebouwen) en 62 (Kwaliteitseisen gebalanceerde<br />
ventilatie-installaties). Voor het beoogde gebruik voor<br />
onderhoud en beheer in een veel bredere zin, is het<br />
echter wel nodig om die systematiek uit te breiden<br />
met specificatiebladen waarin de karakteristieken van<br />
installaties kunnen worden opgenomen. In september<br />
is er een werkgroep mee begonnen. Hierin zijn, zoals<br />
bij ISSO gebruikelijk is, vrijwel alle belanghebbende<br />
marktpartijen vertegenwoordigd. Voor ons speelt zeker<br />
mee dat we voort moeten maken omdat we anders de<br />
kans lopen links en rechts te worden gepasseerd door<br />
ontwikkelingen die niet aansluiten bij de met zorg en<br />
tezamen met marktpartijen ontwikkelde installatietech-<br />
nische kennisinfrastructuur.”<br />
De werkgroep richt zich op het creëren van een trans-<br />
parant stramien. Daarin zijn de beheeraspecten die<br />
meespelen om het gewenste totaalplaatje te verkrij-<br />
gen, gekoppeld aan gecategoriseerde combinaties van<br />
gebouwen en installaties. Daaraan kan de gebruiker<br />
dan de door hem zelf verzamelde historische beheer-<br />
informatie van installaties hangen. Wagenaar: “Je kunt<br />
niet van ISSO verlangen om die historische gegevens<br />
boven water te krijgen. Ik heb er pogingen toe gedaan<br />
maar achteraf gezien vind ik het logisch dat het niet is<br />
gelukt. Installatiebeheerders koesteren op dit punt hun<br />
kennis en ervaring.”<br />
Jaap Hogeling voegt toe: “Het spanningsveld tussen<br />
kennis vergaren en delen, kent ISSO altijd. Niettemin<br />
valt het in de praktijk erg mee. Zo werd in onze begin-<br />
fase al betwijfeld of adviesbureaus bereid zouden<br />
zijn om informatie op tafel te leggen. Als ik bedenk<br />
wat we inmiddels wel niet in kaart hebben gebracht...<br />
Systeemkeuzes, slim integraal ontwerpen, noem maar<br />
op. In dit geval kunnen we met marktpartijen afspre-<br />
ken wat de randvoorwaarden zijn van openheid en wat<br />
bedrijfseigen moet blijven. De grens zal ergens liggen<br />
bij levensduur, onderhoudfrequentie en wellicht sto-<br />
ringsrisico’s van enkele veel voorkomende installatie-<br />
componenten.”<br />
Cirkel rond<br />
Een integrale aanpak van onderhoud en beheer zal<br />
verregaande gevolgen hebben, menen de twee des-<br />
kundigen. Egbert Wagenaar: “Ik noem het een gigan-<br />
tische stap vooruit! Dat opdrachtgevers op die dienst-<br />
verlening zitten te wachten, blijkt uit de signalen die<br />
ISSO via de afnemers van de publicaties bereiken.<br />
Gebouweigenaren zijn geïnteresseerd in de totale<br />
beheerskosten en faalrisico’s van de installaties.”<br />
Jaap Hogeling: “Dit kan betrekking hebben op álle<br />
installaties, inclusief elektra, beveiliging, ventilatie,<br />
etcetera. Een gebouwbeheersysteem is daarbij een<br />
handige voorziening maar ook dan moet je beschikken<br />
ISSO jaarboek<br />
10 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
over historisch statistische informatie om een installa-<br />
tie vitaal te houden binnen een aanvaardbare faalkans.”<br />
Beheer begint bij het programma van eisen, benadruk-<br />
ken Hogeling en Wagenaar. “In het programma van<br />
eisen moet beheer aandacht krijgen. “Pas dan is de<br />
cirkel rond te maken.”<br />
Natuurlijk vergt het van menig installateur de nodige<br />
inspanningen, erkennen de heren. Hogeling: “Je zult je<br />
erin moeten verdiepen, medewerkers scholen. Zeker de<br />
Koerswijziging ISSO<br />
Gelijk aan de trend naar een integrale kijk op installaties, timmert ISSO ook intern aan een steeds completer<br />
kwaliteitszorgsysteem. Er is daarbij sprake van een duidelijke koerswijziging. Tot zo’n vijf jaar geleden legde<br />
ISSO zich vooral toe op het leveren van technische publicaties. Egbert Wagenaar: “Vanwege de kwaliteit en<br />
de onafhankelijkheid staat de autoriteit van een ISSO-publicatie hoog aangeschreven. ISSO heeft de vaste<br />
gewoonte om elk onderwerp te laten begeleiden door een contactgroep met specialisten die belangheb-<br />
bende marktpartijen vertegenwoordigen. Daarnaast garandeert de Raad van Begeleiding steevast een goed<br />
verloop van de laatste fase van het kwaliteitszorgsysteem.”<br />
Niettemin constateren beide heren een probleem: kennisoverdracht. Jaap Hogeling: “Voorheen was er toch<br />
sprake van een compromis, één publicatie voor iedereen. Gericht op de vakman terwijl degene die leert dat<br />
nog niet is. Vaak sloot ons materiaal evenmin aan op de soms verouderde lesmethodieken. Concluderend<br />
gingen we er vanuit dat de ISSO-publicaties konden worden toegevoegd aan het lesmateriaal terwijl dat in<br />
de praktijk niet per se het geval bleek.”<br />
Het moet dus beter en ’t zou mooi zijn als moderne informatietechnologie een rol kan spelen, vervolgt<br />
Wagenaar. Hogeling voegt toe: “De eerste stappen zijn al gezet, opgebouwd rondom het systeem XML. Het<br />
resultaat, ISSO-Digitaal, stamt uit april 2004. Dit is de digitale bibliotheek waarin onze publicaties meteen on<br />
line beschikbaar zijn. Nog niet alle, het duurt even eer je alles hebt omgezet. Maar met bijkomende voordelen<br />
dat aanvullingen of aanpassingen continu worden verwerkt en de gebruiker ook interactief andere documen-<br />
ten zoals het Bouwbesluit kan raadplegen.”<br />
Deze opzet biedt mogelijkheden om een database rondom een onderwerp te ontwikkelen. Egbert Wagenaar:<br />
“Door er de juiste vlaggetjes aan te hangen, kunnen we bepaalde tekstdelen richten op cursisten en andere<br />
op de professional, zodat de laatste de ‘ballast’ niet hoeft te lezen. Tevens valt te denken aan onderdelen die<br />
geschikt zijn voor opdrachtgevers of voor architecten. Aldus bereik je dat de maat uiteindelijk wordt bepaald<br />
door degene die ermee moet werken.”<br />
11<br />
installateur die nooit historische informatie heeft verza-<br />
meld, zal in het begin terughoudend moeten zijn. Maar<br />
wat wil je? Alleen op de prijs van traditioneel onder-<br />
houd concurreren? Of kunnen aangeven wat de onder-<br />
houdsbeheerskosten en de risico’s voor de komende<br />
jaren zijn met een daarbij passende beheerstrategie?<br />
Dat laatste is in meerdere opzichten veel interessanter.<br />
Uiteindelijk ligt kwaliteit in toenemende mate bij kennis<br />
en service!”
2. ISSO-Projecten<br />
Onderstaand vind u een omschrijving van alle lopende en voorgenomen ISSO projecten <strong>2005</strong>/2006<br />
ISSO-kontaktgroep 20.3<br />
Meetpunten en meetmethoden voor klimaatregelinginstallaties<br />
Van de meeste gerealiseerde klimaatinstallaties kan<br />
worden gesteld dat het aantal opgenomen meetpun-<br />
ten te laag is om op behoorlijke wijze volgens het ont-<br />
werp, volumestromen in te stellen of te controleren<br />
of een installatie of onderdelen hiervan op de juiste<br />
wijze functioneren. In het geval van storing is het vaak<br />
noodzakelijk om via de meetpunten en de juiste meet-<br />
procedures informatie over het gedrag van de instal-<br />
latie te ontlenen, opdat de storing op doelmatige wijze<br />
kan worden geanalyseerd en opgelost.<br />
Een van de hoofdoorzaken voor het ontbreken<br />
van voldoende meetpunten of het hanteren van<br />
de juiste meetprocedure is het ontbreken van een<br />
(referentie)document, waarop een ontwerper/installa-<br />
teur kan terugvallen. Hierdoor wordt tijdens het bouw-<br />
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 20.3<br />
proces met verschillende argumenten het kwaliteits-<br />
niveau van de installatie aangetast, zonder dat hier-<br />
tegen eenduidige en inhoudelijke tegenargumenten<br />
worden gegeven die moeilijk of niet zijn te weerleggen.<br />
Met de door middel van dit project te realiseren ISSO-<br />
publicatie wordt niet alleen de technische knowhow en<br />
standaardisatie ten aanzien van meetpunten en meet-<br />
methoden gerealiseerd, maar wordt tevens een refe-<br />
rentiedocument gerealiseerd waaraan tijdens bouw-<br />
overleg of in bestekken kan worden gerefereerd.<br />
Inmiddels is ISSO-rapport 20.2 ‘Meetpunten en meet-<br />
methoden voor installaties’ verschenen. ISSO streeft<br />
er naar dit ISSO-rapport om te werken naar ISSO-<br />
publicatie 42.<br />
ing. J.C. Aerts (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />
ir. J.H. Berger Wolter & Dros Groep, Amersfoort<br />
A. den Dunnen Grontmij/Technical Management BV, Amersfoort<br />
ing. P.A. Elkhuizen TNO-Bouw, Delft<br />
ing. H.H. Hamberg (rapporteur) H2H Adviesbureau, Nijkerk<br />
S.A.J. Jansen Alphen a/d Rijn<br />
H.M.A. Janssen Groesbeek Woerden<br />
ir. H.J.M. Knipscheer Ingenieursbureau Knipscheer, Soest<br />
ing. J.W.M. Meyer Novem Sittard<br />
H.C. Peitsman TNO-Bouw, Delft<br />
ir. E.J. Wagenaar (voorzitter) Zoetermeer<br />
ISSO jaarboek<br />
12 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO-kontaktgroep 36.6 Decentrale ventilatiesystemen<br />
Er verschijnen steeds meer systemen met decentrale<br />
(al dan niet mechanische) luchttoevoer.<br />
Luchtafvoer geschiedt via een centrale afzuiging.<br />
Regeling vindt plaats op basis van een vast debiet<br />
of op basis van CO 2-concentratie. De lokale syste-<br />
men hebben een interactie met de overige ruimten.<br />
Goede ontwerpregels voor dit soort systemen zijn er<br />
nog niet. Daarnaast is er ook een systeem met lokaal<br />
13<br />
een ventilatiebalans en warmteterugwinning. Voor de<br />
andere ruimten is dan een ander systeem noodzake-<br />
lijk. Aangegeven moet worden hoe zo’n ontwerpproces<br />
verloopt.<br />
Dit onderzoek moet resulteren in een aanvulling op<br />
ISSO-62 en een kleintje “decentrale ventilatiesyste-<br />
men”.<br />
ISSO-kontaktgroep 40.2 Hydraulische schakelingen U-bouw met koeling<br />
Bij het ontwerpen van een klimaatinstallatie zal eerst<br />
aan de hand van het programma van eisen een keuze<br />
gemaakt worden van het toe te passen concept (ISSO-<br />
43). Als het concept van de klimaatinstallatie bekend is,<br />
is het dus ook bekend welke apparaten (koelmachine,<br />
koelbatterij, etc.) in het concept toegepast worden.<br />
De vraag is dan hoe deze apparaten in een hydrauli-<br />
sche schakeling ingepast worden en hoe de hydrau-<br />
lische schakeling ontworpen wordt. De ISSO-publi-<br />
catie 47 heeft als doel deze vragen te beantwoorden.<br />
Uitgangspunt hierbij is dat de keuze van het concept<br />
van de klimaatinstallatie met bijbehorende tempera-<br />
tuurniveaus etc. gemaakt is.<br />
De vraag is dus hoe de apparaten die onderdeel uit-<br />
maken van het concept van de klimaatinstallatie in<br />
een hydraulische schakeling ingepast worden. Om<br />
deze vraag te kunnen beantwoorden worden eerst in<br />
hoofdstuk 2 de kenmerken van verschillende hydrau-<br />
lische (sub)schakelingen beschreven. In deze publica-<br />
tie wordt een hydraulische schakeling onderverdeeld<br />
in subschakelingen voor opwekking, distributie en<br />
gebruikers. Deze subschakelingen worden modulen<br />
genoemd. De modulen worden onderverdeeld in pas-<br />
sieve en actieve modulen. Op basis van dit kenmerk<br />
kunnen modulen samengesteld worden. Een actieve<br />
opwekkermoduul en een passieve gebruikermoduul<br />
worden bijvoorbeeld met elkaar verbonden door een<br />
passieve distributiemoduul. Met deze methodiek is<br />
het mogelijk om op een juiste manier hydraulische<br />
subschakelingen (modulen) samen te stellen tot één<br />
geheel. Met de beschrijving van de modulen in hoofd-<br />
stuk 2 is nog niet de vraag beantwoord wanneer nu<br />
deze modulen toegepast dienen te worden. Hoofdstuk<br />
3 geeft daarom aanwijzingen hiervoor.<br />
In dit hoofdstuk wordt beschreven dat een moduul<br />
geselecteerd kan worden op basis van:<br />
1. eigenschappen van het apparaat dat toegepast<br />
wordt;<br />
2. noodzakelijke beveiligingen;<br />
3. afstemming tussen gebruiker en opwekker;<br />
4. praktische overwegingen.<br />
Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt in deze<br />
publicatie toegelicht hoe een hydraulische schakeling<br />
samengesteld kan worden. Bij de voorbeelden wordt<br />
aandacht besteed aan geïntegreerde energiesyste-<br />
men waarbij omschakeling van verwarmen naar koelen<br />
(dus eigenlijk gebruikers die ook toegepast worden als<br />
opwekkers) aan de orde komt.<br />
ISSO-publicatie 47 sluit aan op en complementeert de<br />
reeds eerder verschenen ISSO-publicatie 44 ‘Ontwerp<br />
van hydraulische schakelingen voor verwarming’.<br />
ISSO-publicatie 47 is begin <strong>2005</strong> verschenen.
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 4 0.2<br />
ing. J.C. Aerts (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />
B. Bloemendal (corr. lid) IMI Indoor Climate, Alphen a/d Rijn<br />
L.H. den Dekker (rapporteur) DWA Installatie- en energieadvies, Bodegraven<br />
ing. P.A. Elkhuizen TNO-Bouw, Delft<br />
T.J.M. van Giezen Carrier BV, H<br />
P. Haage Trane Airconditioning BV, Soest<br />
H.M.A. Janssen Groesbeek (voorzitter) Woerden<br />
ing. H. Th.C. Kuling Wolter & Dros BV, Amersfoort<br />
R. Min Grundfos Nederland BV, Weesp<br />
prof.dr.ir. A.H.C. van Paassen TU-Delft<br />
R. Rijksen (co-rapporteur) DWA Installatie- en energieadvies, Bodegraven<br />
H.J. van der Tholen Deerns Ri BV, Rijswijk<br />
ing. W.J. Wienk (corr. lid) Senter/Novem, Utrecht<br />
ing. H.B. Woltering Imtech Utiliteit Noord-West BV, Zoetermeer<br />
Tevens werd gebruik gemaakt van de adviezen van de<br />
technische werkgroep van de stichting HR-ventilatie<br />
die als volgt was samengesteld:<br />
B. Beukers<br />
A. de Graaff<br />
K.C. van der Mark<br />
P.Th.J. Overman<br />
R. Rooyendijk<br />
De eisen en aanbevelingen in deze publicatie zijn<br />
in goed overleg met de Stichting GIW, de Stichting<br />
Woningborg en de Vereniging Eigen Huis vastgesteld.<br />
Hieraan hebben de volgende personen bijgedragen:<br />
L. Bodegom namens GIW;<br />
B. van Buuren namens de stichting Woningborg;<br />
F. Nieuwboer namens Vereniging Eigen Huis<br />
ISSO-kontaktgroep 41.1 Ont werptechnische kwaliteitseisen<br />
ver warmingsinstallatie woningen ; actualiseren en uitbreiding ISSO-50<br />
ISSO-publicatie 50 wordt momenteel herzien en uitge-<br />
breid. De herziening van ISSO-publicatie 50 omvat het<br />
verwerken van het commentaar op de specificatiebla-<br />
den en het uitbreiden van de specificatiebladen voor<br />
de projectenfasen uitwerking en beheer. De uitbreiding<br />
betreft het opstellen van specificatiebladen met kwali-<br />
teitseisen voor renovatieprojecten. Met de herziening<br />
van ISSO-publicatie 50 kunnen opdrachtgevers aan-<br />
geven welke installatie zij wensen en welk kwaliteitsni-<br />
veau zij kiezen op basis waarvan de installatieontwer-<br />
per een installatie realiseert conform de kwaliteitseisen<br />
van ISSO-50. De herziene ISSO-publicatie 50 wordt in<br />
het 1e kwartaal 2006 verwacht.<br />
ISSO jaarboek<br />
14 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 41.1<br />
ing. J.C. Aerts (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />
L.A. Bodegom Garantie Instituut Woningbouw, Rotterdam<br />
H. Clerx WTH-Vloerverwarming, Dordrecht<br />
N. Graftdijk Feenstra West BV, Heerhugowaard<br />
ir. J.W.M. Hooijschuur (corr. lid) Senter/Novem, Sittard<br />
ing. H.H.P.F. Jansen JTS Energietechniek, Roermond<br />
J.L. van Klaveren Mampaey Installatietechniek BV, Dordrecht<br />
K. Manuel VIAC, Houten<br />
J.G. Marcus IAC Installatietechn. Advies, Rijswijk<br />
ir. P.Th.J. Overman AGPO, Breda<br />
J. Rijnvis Brugman Radiatorenfabriek BV, Tubbergen<br />
F.A. Vos (corr. lid) UNETO-VNI, Zoetermeer<br />
ir. E.J. Wagenaar (voorzitter) Adviseur, Zoetermeer<br />
ir. E.M.M. Willems Cauberg-Huygen BV, Rotterdam<br />
ISSO-kontaktgroep 4 4<br />
Herziening ISSO-publicatie 2 ‘Zontoetredingsfactoren’<br />
De huidige ISSO-publicatie 2 is inmiddels ruim 20 jaar<br />
oud. Door de ontwikkelingen op het gebied van dub-<br />
belglas en meervoudige beglazing met verschillende<br />
soorten vulgassen en coatings zijn de in deze publi-<br />
catie opgenomen tabellen en overzichten sterk verou-<br />
derd. Betrouwbare gegevens van raamconstructies (al<br />
of niet met zonwering) zijn van groot belang bij bere-<br />
keningen, zoals koellastberekeningen, temperatuursi-<br />
mulatieberekeningen en energiegebruikberekeningen.<br />
Steeds vaker moeten garanties afgegeven worden op<br />
binnentemperaturen en hierdoor worden simulatiebe-<br />
rekeningen steeds belangrijker.<br />
Ook bij de bepaling van de EPC-waarden is het noodza-<br />
kelijk over goed toegankelijke en betrouwbare zontoe-<br />
tredingsfactoren te beschikken. De bovengenoemde<br />
berekeningen vereisen een eenduidige, goede en goed<br />
toegankelijke gegevens van met name raam- en zon-<br />
weringsystemen. De herziene ISSO-publicatie is hier-<br />
voor bedoeld.<br />
Samenstelling ISSO-Kontaktgroep 4 4<br />
ing. H.M. Bruggema Peutz B.V.<br />
15<br />
Afhankelijk van de gedetailleerdheid van het simulatie-<br />
model is behoefte aan relatief eenvoudige waarden als<br />
U, ZTA, LTA en CF of meer gedetailleerde gegevens als<br />
de netwerkweergave van warmte- en lichttechnische<br />
gegevens. Met name de netwerkgegevens ontbreken in<br />
de huidige ISSO-publicatie 2. Naarmate het glas door<br />
coatings een betere warmteweerstand krijgt, wordt<br />
de invloed van de randconstructie steeds belangrij-<br />
ker. Veelal wordt hier in de praktijk nog geen rekening<br />
mee gehouden, omdat betrouwbare gegevens hierover<br />
ontbreken in oudere studies en rapporten. In de her-<br />
ziene ISSO-publicatie zal hiermee ook rekening gehou-<br />
den worden. De publicatie sluit zoveel mogelijk aan<br />
bij nieuwe CEN-normen op het gebied van beglazing.<br />
Ook wordt in de publicatie aandacht besteed aan de<br />
methode om beglazingen die niet in de EPN voorko-<br />
men om te rekenen volgens de EPN-methodiek.<br />
De publicatie zal verschijnen als “Kleintje zontoetre-<br />
ding”<br />
ir. E.J.P. Corneth Tebodin b.v. Consultants & Engineers<br />
ir. P.R. van Dam VABI BV, Delft<br />
ir. H.A.L. van Dijk TNO Bouw, Delft<br />
ir. G. Meerdink DGMR Raadgevende Ingenieurs bv<br />
prof.dr.ir. A.H.C. van Paassen TU Delft<br />
ir. C.E.E. Pernot TU Eindhoven
ISSO-kontaktgroep 47.1 ISSO-publicatie 49 ‘Vloer ver warming/<br />
wandver warming en vloer- en wandkoeling’ omzet ten naar MK K<br />
De huidige ISSO-publicatie is niet geschikt om te<br />
dienen als referentiedocument voor een BRL met<br />
betrekking tot vloer- en wandverwarmingssystemen.<br />
Hiervoor is het noodzakelijk de ISSO-49 om te zetten<br />
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 47.1<br />
mw. ir. J.W.M. Hooijschuur Senter/Novem, Sittard<br />
J. Clerx WTH, Dordrecht<br />
G.J. Koele Velta Nederland, Wezep<br />
R. Noordzij Brielle Noordzij b.v., Brielle<br />
naar de MKK structuur en deze publicatie dan gelijktij-<br />
dig op een aantal punten aan te vullen. Begin <strong>2005</strong> is<br />
de ISSO-49 in MKK structuur verschenen.<br />
ir. E.M.M. Willems Cauberg-Huygen BV, Rotterdam<br />
ir. E.J. Wagenaar (voorzitter) Zoetermeer<br />
ir. A.M. van Weele (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />
ISSO-kontaktgroep 55 Binnenriolering binnen de perceelgrens<br />
De combinatie van de commissies, de NEN-sub com-<br />
missie 351 165 21 en ISSO-kontaktgroep 31, heeft<br />
een aantal projecten in gang gezet die moeten leiden<br />
tot een volgende gewijzigde druk van NTR-3216, die<br />
ultimo 2006 wordt verwacht. Het betreft de volgende<br />
projecten:<br />
- Buitenriolering binnen de perceelgrens<br />
- 4-6l-closetspoeling<br />
- Geluidsproductie van standleidingen in leiding-<br />
schachten<br />
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 55<br />
ir. J.W.F. Backer Mohrmann NEN, Delft<br />
- Brandveilige doorvoeren van rioleringsleidingen<br />
- Ontwikkelen van een Beoordelingsrichtlijn voor binnen-<br />
riolering in het kader van de certificeringsregeling<br />
KOMO-INSTAL<br />
Ing. O. Jansen Gemeente , Assen<br />
- Gebruik en infilratie van hemelwater<br />
- Riolering in hoogbouw > 50 m<br />
Over de geluidsproductie van standleidingen in leiding-<br />
schachten is in <strong>2005</strong> een afzonderlijke aanvulling op<br />
praktijkrichtlijn ontwikkeld.<br />
ing. R.H. de Gans Geotherm Energy Systems BV, Nijkerk<br />
ing. H. Meerman Dyka Steenwijk BV, Steenwijk<br />
ing. O.W.W. Nuijten (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />
ir. G. Onderdelinden DHV Water, Amersfoort<br />
E.H. Reuser Reuser Techn. Adviesbureau, ‘Den Bosch<br />
W.J.H. Scheffer (voorzitter) UNETO-VNI, Zoetermeer<br />
A.J.M. van der Zwan Geberit, Nieuwegein<br />
ISSO jaarboek<br />
16 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO-kontaktgroep 59.1 Energetisch optimale stook- en koellijnen voor<br />
klimaatinstallaties in kantoorgebouwen<br />
De bestaande utiliteitsbouw is verantwoordelijk voor<br />
een aanzienlijk deel van het energiegebruik in de<br />
gebouwde omgeving. Introductie van energiebespa-<br />
rende maatregelen vergt in deze sector grote financiële<br />
investeringen en verstoort veelal de bedrijfsprocessen<br />
in de kantoorgebouwen.<br />
In de praktijk is implementatie van deze maatrege-<br />
len daarom alleen kansrijk bij onderhouds- of vervan-<br />
gingsactiviteiten. Met ISSO-publicatie 68 ‘Energetisch<br />
optimale stook- en koellijnen’ is een instrument ont-<br />
wikkeld waarbij deze belemmerende factoren geen rol<br />
spelen om toch een omvangrijke energiebesparing te<br />
realiseren.<br />
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 59.1<br />
P.H. den Dekker Waddinxveen<br />
17<br />
Het instrument is inmiddels toegepast in verschillende<br />
praktijksituaties. De resultaten hiervan zijn terug te<br />
vinden in de ISSO brochure 68.1. Hoofdconclusie naar<br />
aanleiding van een diepgaand onderzoek in bijvoor-<br />
beeld het Postbank-gebouw in Amsterdam: energie-<br />
besparing op koelen en verwarmen van minimaal 10%<br />
is haalbaar, tegelijkertijd is een significante comfortver-<br />
betering te realiseren en de terugverdientijd advieskos-<br />
ten – energiebesparing is minder dan 1 jaar waarbij de<br />
moeilijk in pecunia uit te drukken comfortverbetering<br />
niet meegeteld is! Momenteel wordt gewerkt aan een<br />
vervolgtraject.<br />
ing. L.C.J. Dop Aero-Dynamiek, Nijkerk<br />
ing. P.A. Elkhuizen (rapporteur) TNO-Bouw, Delft<br />
T. Gravensteyn Van Gaalen, Rotterdam<br />
ing. J.W.H. Haaren Rodamco Nederland BV, Amsterdam<br />
ir. E.N. ‘t Hooft Grondmij BV Technical Management (TM), Amersfoort<br />
J. van Hove (voorzitter) Waddinxveen<br />
ir. C.B. Maliepaard (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />
ing. W.J. Wienk Senter/Novem, Utrecht<br />
ISSO-kontaktgroep 6 4 Gesloten bodemwarmtewisselaars<br />
Uit de praktijk van beoordeelde projecten blijkt dat<br />
er geen eenduidige ontwerpmethoden worden toe-<br />
gepast bij het dimensioneren van bodemwarmtewis-<br />
selaars en er geen uniforme uitvoeringsvoorschriften<br />
worden gebruikt bij de installatie van de bodemwarm-<br />
tewisselaars. Hierdoor variëren de prestaties nogal<br />
van systeem tot systeem. Tevens blijkt uit de praktijk<br />
dat bij kleine projecten de kosten van (eenvoudige)<br />
dimensioneringsberekeningen onevenredig hoog zijn,<br />
waardoor het bodemsysteem onnodig duur wordt,<br />
hetgeen de haalbaarheid en daarmee de mogelijke<br />
toepassing van warmtepompen negatief beïnvloedt.<br />
Met name voor de woningbouw is er behoefte aan<br />
gemakkelijk toe te passen vuistregels en kengetal-<br />
len. Het opstellen van een ISSO-publicatie (73) voor<br />
het ontwerp en de uitvoering van bodemwarmtewis-<br />
selaars moet aan deze situatie een eind maken. Door<br />
de ISSO-publicatie op te zetten volgens het Model<br />
Kwaliteits-systeem Klimaatinstallaties MKK, wordt een<br />
optimale basis gerealiseerd voor het vaststellen van<br />
een BeoordelingsRichtLijn BRL voor bodemwarmte-<br />
wisselaars. Op basis van deze BRL wordt het moge-<br />
lijk een KOMO INSTAL procescertificaat af te geven.<br />
Deze ontwikkeling sluit aan op het activiteitenplan van<br />
de UNETO-VNI in het kader van het convenant warmte-<br />
pompen.<br />
ISSO-publicatie 73 verschijnt in <strong>2005</strong>.
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 6 4<br />
B.v.d. Berg A.P. v.d. Berg Duurzame Energie BV, Heerenveen<br />
Ing. F.S. Heinis BAM Infratechniek BV, Zwanenburg<br />
J.J. Hulsmans Bolegbo-VOK, Gouda<br />
L.A. Bodegom Garantie Instituut Woningbouw, Rotterdam<br />
dr. H.J.L. Witte (rapporteur) Groenholland, Amsterdam<br />
J.G. Marcus IAC Installatietechniek Advies Combinatie, Rijswijk<br />
ir. R.M.H.J. Beuken Senter/Novem, Sittard<br />
ir. J.P.N. Schouten J. en P. Schouten Installatietechniek BV, Blokker<br />
ing. C.A.M. Arkesteijn (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />
ir. A. van Krevel Techneco BV, Delft<br />
ir. C.P.J.M. Geelen (rapporteur) TNO-MEP, Apeldoorn<br />
ir. P.M.D. Kruijsse (voorzitter) Wolter & Dros, Amersfoort<br />
ISSO-kontaktgroep 65<br />
Individuele en klein elektrische warmtepompinstallaties voor woningen<br />
Er is de laatste jaren voldoende ervaring opgedaan met<br />
warmtepompinstallaties voor woningen. Om de ver-<br />
dere toepassing van warmtepompen te stimuleren en<br />
drempelvrees bij opdrachtgevers en ontwerpers weg<br />
te nemen is het nodig een basis voor een betrouwbaar<br />
voortbrengingsproces van warmtepomp installaties<br />
vast leggen. De hiervoor aangewezen weg is de realisa-<br />
tie van een ISSO-publicatie over dit onderwerp, waarbij<br />
op basis van de beschikbare gegevens en ervaringen<br />
bewezen ontwerp- en realisatie- en beheermethoden<br />
worden vastgelegd.<br />
ISSO-publicatie 72 wordt opgezet volgens het Model<br />
Kwaliteitssysteem Klimaatinstallaties MKK, zodat alle<br />
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 6 5<br />
relevante realisatiefasen en beheeraspecten aan de<br />
orde komen en bijvoorbeeld ontwerp- en realisatiefase<br />
kunnen worden gescheiden als dit door verschillende<br />
bureaus zou worden uitgevoerd. Een ISSO-publica-<br />
tie over warmtepompinstallaties, opgezet volgens<br />
de MKK-methodiek is de aangewezen basis voor het<br />
vaststellen van een BRL voor warmtepompinstalla-<br />
ties. Op basis van deze BRL wordt het mogelijk een<br />
KOMO INSTAL procescertificaat af te geven. Deze acti-<br />
viteit sluit aan op de doelstellingen van de UNETO-VNI<br />
binnen het convenant warmtepompen.<br />
ISSO-publicatie 72 verschijnt in <strong>2005</strong><br />
R.E. van Tongeren (voorzitter) Besseling Installatie BV, Alkmaar<br />
ing. L.R. de Wit Eneco Energie, Utrecht<br />
ing. H.H. Hamberg H2H Installatie-architectuur, Sittard<br />
ir. R.M.H.J. Beuken Senter/Novem, Sittard<br />
ir. J.P.N. Schouten J. en P. Schouten Install. Techniek BV, Blokker<br />
ing .J.C. Aerts ISSO, Rotterdam<br />
ing. C.A.M. Arkesteijn (projectcoördinator) ISSO, Rotterdam<br />
ir. A. van Krevel Techneco, Delft<br />
ir. L.J.A.M. Hendriksen (rapporteur) TNO-MEP, Apeldoorn<br />
ing. A.A.L. Traversari (rapporteur) TNO-MEP, Apeldoorn<br />
ir. P.M.D. Kruijsse Wolter & Dros, Amersfoort<br />
ISSO jaarboek<br />
18 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO-kontaktgroep 6 6 Herziening ISSO-publicatie 5<br />
‘Montage en materiaaltechnische kwaliteitseisen voor<br />
warmwater ver warmingsinstallaties’<br />
ISSO-publicatie 5 wordt gebruikt als referentie waar-<br />
naar in bestekken of technische omschrijvingen wordt<br />
verwezen. De 2e uitgave van ISSO-publicatie 5 dateert<br />
van maart 1996. Vanuit de Groep Groot van Uneto-VNI<br />
is de directe opdracht gegeven ISSO-publicatie 5 te<br />
herzien en uit te breiden om hiermee aan te sluiten op<br />
Samenstelling ISSO-Kontaktgroep 6 6<br />
19<br />
nieuwe technieken zoals laag temperatuur verwarming.<br />
Tevens is er behoefte ISSO-publicatie 5 te integreren<br />
in de MKK-systematiek, zodat een optimale afstem-<br />
ming wordt gerealiseerd tussen ISSO-publicatie 5 en<br />
procescertificering d.m.v. BeoordelingsRichtLijnen<br />
(BRL’s).<br />
ing. J.C. Aerts (projectcoörd./secretaris) ISSO, Rotterdam<br />
J.P. Arts Imtech Utiliteit Noord-West BV, Den Haag<br />
drs. A.J. van den Berg (voorzitter) Uneto-VNI, Zoetermeer<br />
ing. C. Cornax Stabu, Ede<br />
ir. C.J.B. ten Feld Ministerie van Defensie, DGW&T, Den Haag<br />
ing. H. Feldmann GTI, Rotterdam<br />
J.W. van Heerikhuizen De Groot Installatiegroep (Noord), Emmen<br />
ing. R. Kasbergen Stork Worksphere West, Eindhoven<br />
F. Lever Royal Haskoning, Rotterdam<br />
ing. A.M. van Nierop Grontmij Technical Management TM. Rijswijk<br />
K. van Popering Rijksgebouwendienst, Den Haag<br />
ir. E.J. Wagenaar Adviseur, Zoetermeer<br />
R. Waterreus ULC Groep BV, Utrecht<br />
C.H.A. Wijnands Wolter & Dros, Amersfoort<br />
ISSO-kontaktgroep 67 Vraagspecificatie sanitaire voorzieningen<br />
Aan dit project ligt ten grondslag het verzoek van<br />
Uneto-VNI en het bestuur van TVVL aan ISSO om<br />
aan de hand van de resultaten van het rapport ST-5<br />
“Programma van eisen van sanitaire voorzieningen en<br />
installaties” een vraagspecificatie ten behoeve van het<br />
Programma van Eisen te ontwikkelen<br />
Opdrachtgevers en gebruikers van gebouwen hebben<br />
bepaalde eisen, wensen en verwachtingen. Zij vragen<br />
“prestaties” die afgeleid zijn van de doelstelling van de<br />
organisatie en de gebruiksfunctie(s) van het gebouw.<br />
De prestaties worden mede bepaald door de kwaliteit<br />
(en kwantiteit) van de tot het gebouw behorende sani-<br />
taire voorzieningen. En die zijn weer mede afhankelijk<br />
van de kwaliteit van de leidingwatertoevoer- en riole-<br />
ringsinstallatie waarop deze voorzieningen zijn aange-<br />
sloten.<br />
Mede onder invloed van de steeds hogere eisen aan<br />
sanitaire voorzieningen is het aanbod ervan met nieuwe<br />
technische specificaties en het aanbod van nieuwe<br />
sanitaire installatiesystemen, met name in Nederland,<br />
fors toegenomen. Voorbeelden zijn het speciale sani-<br />
tair voor ouderen en mindervalide en hygiënische uit-<br />
voeringen van sanitair in zorginstellingen. Daarnaast<br />
ook alternatieve Legionellapreventietechnieken, instal-<br />
laties voor gebruik en/of infiltratie van hemelwater en<br />
voorzieningen voor brandveilige leidingdoorvoeren.<br />
Met name in de woningbouw moet steeds meer reke-<br />
ning worden gehouden met de individuele wensen van<br />
de bewoners, zowel tijdens de bouwfase als daarna.<br />
De ontwerper van sanitaire installaties, zowel de sani-<br />
tair-adviseur als -installateur, zal mede in het kader van<br />
kwaliteitszorg of -borging, de uitgangspunten willen<br />
toetsen, die zijn overeengekomen met de opdrachtge-
ver of gebruiker. Daarvoor heeft hij een goed instru-<br />
ment nodig. Een goede vorm daarvoor is een stan-<br />
daardvraagspecificatie.<br />
Met de vraagspecificatie bestaande uit onder meer<br />
nalooplijsten (checklists) kan het overleg met de<br />
opdrachtgever en overige bouwpartners in de pro-<br />
grammafase worden gestructureerd. Door het intro-<br />
duceren van een eenvoudig classificatiesysteem kan<br />
gekozen worden voor een bepaalde kwaliteitscatego-<br />
rie.<br />
Met behulp van de ingevulde nalooplijsten en de aan-<br />
gegeven kwaliteitscategorieën kan het Programma van<br />
eisen worden opgesteld.<br />
Men kan de nalooplijsten hanteren tijdens de voorbe-<br />
reidende gesprekken. Ook kan men met de lijsten een<br />
door derden opgesteld PvE op volledigheid toetsen en<br />
nagaan welke afspraken wel/niet duidelijk zijn.<br />
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 67<br />
De vraagspecificatie heeft betrekking op de gebruiks-<br />
functies, zoals die worden onderscheiden in<br />
Bouwbesluit 2003:<br />
De standaardvraagspecificatie wordt gebruikt door:<br />
• De ontwerper van sanitaire installaties (zowel de sani-<br />
tairadviseur als –installateur)<br />
Waarbij deze via de vraagspecificatie communiceert<br />
met:<br />
• De opdrachtgever of gebruiker<br />
• De architect<br />
• De bouwkundige ontwerper/aannemer/bestek-<br />
schrijver<br />
• Fabrikanten<br />
Van de vraagspecificatie wordt een internettoepassing<br />
gemaakt.<br />
De heer F.H. Balster Rijksgebouwendienst directie Z-W<br />
De heer ing. R.H. Doldersum De Melker<br />
De heer H.W. van Dorp MBA Van Dorp Installaties BV<br />
De heer H. Lodder Deerns Raadgevende Ingenieurs b.v.<br />
De heer ing. O.W.W. Nuijten ISSO<br />
De heer ing. L. Ortmans Royal Haskoning<br />
De heer E. v/d Ploeg Technische Unie BV<br />
De heer W.J.H. Scheffer Uneto-VNI, Zoetermeer<br />
De heer A.P. Veening Geberit BV<br />
De heer ir. J.J. Vingerling SBR<br />
De heer R. de With<br />
ISSO-Kontaktgroep 6 8 Installeren van warmtepompen<br />
Deze publicatie sluit aan op ISSO-publicatie 72<br />
Ontwerpen individuele en klein-collectieve elektrische<br />
warmtepompsystemen voor de woningbouw’, waarin<br />
een aantal standaard concepten zijn opgenomen.<br />
De concepten omvatten de volgende functies:<br />
• Verwarmen<br />
• (Passief) koelen<br />
• Warmtapwaterbereiding<br />
• Ventilatie (beperkt tot systemen waarbij de ventilatie<br />
retourlucht als warmtebron dient)<br />
Waar ISSO-publicatie 72 zich vooral bezighoudt met<br />
het ontwerp-, de realisatie en het beheer van warmte-<br />
pompsystemen is het doel van deze kontaktgroep<br />
met name een publicatie te realiseren over het mon-<br />
teren van de warmtepompsystemen op basis van de<br />
genoemde concepten.<br />
Deze informatie wordt ontleend aan de werkbladen van<br />
Uneto-VNI.<br />
De werkgroep Warmtepompen van Uneto-VNI heeft als<br />
ISSO-kontaktgroep gefunctioneerd.<br />
Deze publicatie zal verschijnen als ISSO-publicatie<br />
72.1 in <strong>2005</strong><br />
ISSO jaarboek<br />
20 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 6 8<br />
ir. J.P.N. Schouten J. en P. Schouten Installatietechniek BV, Blokker<br />
J.N.E. Ubaghs Instaltechniek Sjef Ubaghs Nederland B.V., Berg en Terblijt.<br />
R.E. van Tongeren Besseling Installatie BV, Alkmaar<br />
R.W. Smit GTI Industrie Noordwest B.V., Amsterdam<br />
ir. P.M.D. Kruijsse Wolter & Dros, Amersfoort<br />
R. Noordzij Noordzij-Brielle B.V., Brielle<br />
ir. G.H. ten Bolscher DWA Installatie- en energieadvies, Rijssen<br />
F.A. Vos Uneto-VNI, Zoetermeer<br />
ir. L.J.A.M. Hendriksen TNO-MEP, Apeldoorn<br />
ing. J.C. Aerts ISSO, Rotterdam<br />
ing. C.A.M. Arkesteijn ISSO, Rotterdam<br />
ISSO-Kontaktgroep 69 Handleiding Zonnestroomsystemen<br />
De doelstelling is het realiseren van een “Handleiding<br />
voor zonnestroom-installateurs”. Dit document geeft<br />
de ontwerper en installateur van middelgrote zonne-<br />
stroom-systemen (tot 10 kWp) alle achtergrondkennis<br />
van zonnestroom-systemen om een betrouwbaar en<br />
goed werkend zonnestroom-systeem te kunnen reali-<br />
seren.<br />
Uit een recente studie van ECN en Ecofys (rapport<br />
ECN-C--04-031) is gebleken dat de kwaliteit van zon-<br />
nestroom-installaties te wensen over laat als de instal-<br />
lateurs geringe ervaring hebben met dergelijke syste-<br />
men. De bestaande cursus “PV zonne-energie syste-<br />
men” van het Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor<br />
de elektrotechnische bedrijfstak (cursus OFE 302)<br />
Samenstelling kontaktgroep 69<br />
R. Blickman Stroomwerk*<br />
N.J.C.M. van der Borg ECN*<br />
ir. G.G. van Dijk (projectcoörd./secretaris) ISSO<br />
ir. B.J.M. van Kampen TNO*<br />
21<br />
geeft informatie voor de installateur maar zou volgens<br />
de leden van de werkgroep Kwaliteitsborging van de<br />
branchevereniging Holland Solar op diverse punten<br />
kunnen worden aangevuld en geactualiseerd.<br />
Verder zal er in de toekomst overgegaan moeten<br />
worden tot de accreditatie van installateurs door<br />
certificerende instanties. Hiervoor is een Nationale<br />
Beoordelingsrichtlijn (NBRL) nodig als basis voor de<br />
beoordelingen. De aanmaak van een dergelijke NBRL<br />
zal sterk geholpen worden door de beschikbaarheid<br />
van een gedegen referentiedocument zoals de beoogde<br />
“Handleiding voor zonnestroom-installateurs”<br />
Naast subsidie van Senter/Novem dragen UNETO-VNI,<br />
Holland Solar en ISSO financieel bij aan dit project.<br />
ing R. Megens Installatiebedrijf Megens BV / PV-sectie UNETO-VNI<br />
mevr. dr. E. Molenbroek Ecofys*<br />
ir. J.M.M. Welschen Philips*<br />
prof. dr. ir. R.J.C. van Zolingen Shell*<br />
* Tevens lid van de Werkgroep Kwaliteit en Bouw van Holland Solar
ISSO-kontaktgroep 70 Handboek warmtepompen in woningen<br />
Met dit project wordt een ISSO-publicatie gerealiseerd<br />
voor het integraal ontwerpen van grote collectieve<br />
warmtepompinstallaties in woningen voor verwarmen<br />
(cv en tapwater) en koelen. De publicatie is bedoeld<br />
voor nieuwbouw en renovatieprojecten. De publicatie<br />
sluit aan op recente Europese normen, Nederlandse<br />
normen en technische richtlijnen. In de publicatie wordt<br />
gebruik gemaakt van de ervaringen uit gerealiseerde<br />
projecten, die in de verschillende projectfasen worden<br />
verwerkt. Tevens worden de gerealiseerde projecten<br />
met hun karakteristieke kenmerken in de publicatie<br />
opgenomen. In deze publicatie wordt het voortbren-<br />
gingsproces van een warmtepompinstallatie integraal<br />
vastgelegd vanaf de initiatieffase tot en met de beheer-<br />
fase en sloop. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de<br />
in de installatiesector toegepaste MKK-structuur. Dit<br />
betekent dat in de verschillende projectfasen wordt<br />
aangegeven welke kwaliteitseisen dienen te worden<br />
aangehouden en welke middelen hierbij worden inge-<br />
zet. Tevens wordt met behulp van de MKK-structuur<br />
vastgelegd, wie waarvoor verantwoordelijk is en welke<br />
gegevens moeten worden gedocumenteerd. De publi-<br />
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 70<br />
catie vangt aan met het inventariseren van mogelijke<br />
concepten, hun knelpunten, regelgeving en haalbaar-<br />
heid. Op basis hiervan worden het ontwerp, de uitwer-<br />
king, de realisatie en het beheer behandeld. Met de<br />
publicatie wordt bereikt dat fouten en belemmeringen<br />
in eerdere projecten worden vermeden en de realisatie<br />
van een warmtepompinstallatie met de juiste ontwerp-<br />
en uitvoeringstechnieken wordt gerealiseerd.<br />
Met dit project wordt het huidige kennisniveau voor<br />
warmtepompinstallaties vastgelegd in een normstel-<br />
lende ISSO-publicatie en ter beschikking gesteld aan<br />
de installatiesector. Met deze ISSO-publicatie moeten<br />
opdrachtgevers en installatieontwerpers worden gesti-<br />
muleerd zonder vrees deze techniek toe te passen.<br />
Met de publicatie wordt een pilot gerealiseerd voor<br />
het integraal ontwerpen. Hiermee wordt beoogd een<br />
betere communicatie tussen de partijen en een gelijk-<br />
waardige behandeling van concept, ontwerp, uitwer-<br />
king, montage en beheer van gebouw en installaties<br />
(W, S, E en ICT).<br />
H.C. Roel (voorzitter) Roel Consultants, IJsselstein<br />
J.C. Aerts (projectcoörd./secretaris) ISSO, Rotterdam<br />
M. van Aarssen IF Technology, Arnhem<br />
P. Barendse Ceres Projecten, Den Haag<br />
M. Beekman Techneco BV, Delft<br />
J.J. Buitenhuis DWA, Bodegraven<br />
L.H. den Dekker DWA, Bodegraven<br />
H.M.A. Janssen Groesbeek Woerden<br />
P.M.D. Kruijsse Wolter & Dros, Amersfoort<br />
J.G. Marcus IAC, Rijswijk<br />
H.F.J.M. Remmers GTI, Oisterwijk<br />
F.A. Vos Uneto-VNI, Zoetermeer<br />
L.R. de Wit Eneco Energie, Utrecht<br />
ISSO-kontaktgroep 71<br />
Warmtepompen in utiliteitsgebouwen (Herziening ISSO-publicatie 38)<br />
Met dit project wordt een ISSO-publicatie gerealiseerd<br />
voor het integraal ontwerpen van warmtepompinstal-<br />
laties in utiliteitsgebouwen voor verwarmen, cv en<br />
koelen. De publicatie is bedoeld voor nieuwbouw en<br />
renovatieprojecten. De publicatie sluit aan op recente<br />
Europese normen, Nederlandse normen en technische<br />
richtlijnen. In de publicatie wordt gebruik gemaakt van<br />
de ervaringen uit gerealiseerde projecten, die in de<br />
verschillende projectfasen worden verwerkt. Tevens<br />
worden de gerealiseerde projecten met hun karakteris-<br />
ISSO jaarboek<br />
22 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
tieke kenmerken in de publicatie opgenomen. In deze<br />
publicatie wordt het voortbrengingsproces van een<br />
warmtepompinstallatie integraal vastgelegd vanaf de<br />
initiatieffase tot en met de beheerfase en sloop. Hierbij<br />
wordt gebruik gemaakt van de in de installatiesector<br />
toegepaste MKK-structuur. Dit betekent dat in de ver-<br />
schillende projectfasen wordt aangegeven welke kwa-<br />
liteitseisen dienen te worden aangehouden en welke<br />
middelen hierbij worden ingezet. Tevens wordt met<br />
behulp van de MKK-structuur vastgelegd, wie waar-<br />
voor verantwoordelijk is en welke gegevens moeten<br />
worden gedocumenteerd. De publicatie vangt aan met<br />
het inventariseren van mogelijke concepten, hun knel-<br />
punten, regelgeving en haalbaarheid. Op basis hiervan<br />
worden het ontwerp, de uitwerking, de realisatie en het<br />
beheer behandeld. Met de publicatie wordt bereikt dat<br />
fouten en belemmeringen in eerdere projecten worden<br />
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 71<br />
23<br />
vermeden en de realisatie van een warmtepompinstal-<br />
latie met de juiste ontwerp- en uitvoeringstechnieken<br />
wordt gerealiseerd. Met dit project wordt het huidige<br />
kennisniveau voor warmtepompinstallaties vastgelegd<br />
in een normstellende ISSO-publicatie en ter beschik-<br />
king gesteld aan de installatiesector. Met deze ISSO-<br />
publicatie moeten opdrachtgevers en installatieont-<br />
werpers worden gestimuleerd om zonder vrees deze<br />
techniek toe te passen.<br />
Met deze publicatie wordt een pilot gerealiseerd voor<br />
het integraal ontwerpen. Hiermee wordt een betere<br />
communicatie tussen de partijen beoogd en een gelijk-<br />
waardige behandeling van concept, ontwerp, uitwer-<br />
king, montage en beheer van gebouwen en installaties<br />
(W, S, E en ICT).<br />
H.C. Roel (voorzitter) Roel Consultants, IJsselstein<br />
J.C. Aerts (projectcoörd./secretaris) ISSO, Rotterdam<br />
J.J. Buitenhuis DWA, Bodegraven<br />
L.H. den Dekker DWA, Bodegraven<br />
T.J.M. van Giezen Carrier Nederland BV, Hazerswoude<br />
H.M.A. Janssen Groesbeek Woerden<br />
D. van der Kooij Techniplan Adviseurs, Rotterdam<br />
J.M. Mimpen Rijksgebouwendienst, Den Haag<br />
H.F.J.M. Remmers GTI, Oisterwijk<br />
A.W.F. Vlooswijk Wolter & Dros, Amersfoort<br />
F.A. Vos Uneto-VNI, Zoetermeer<br />
ISSO-Kontaktgroep 73<br />
ISSO-publicatie 55.3 Legionellapreventie in Luchtbehandelingsinstallaties<br />
Begin 2003 is, op basis van de Arbo-wet, artikel 5<br />
en het Arbo-besluit artikel 4.85; 4.86 en 4.87 door<br />
het ministerie van Sociale zaken de “Beleidsregel<br />
Legionellapreventie” geformuleerd.<br />
Daarnaast is in december 2004 AI-blad-32 verschenen<br />
waarin de beleidsregel wordt toegelicht. Het AI-blad<br />
is een instrument dat aangeeft hoe inspecteurs in de<br />
praktijk kunnen omgaan met de Beleidsregel.<br />
In de installatiesector is behoefte gesignaleerd aan<br />
nadere uitwerking Legionellapreventie bij de volgende<br />
gebouwgebonden systemen:<br />
- Natte koeltorens (gevoed met leidingwater)<br />
- Luchtbehandelingsinstallaties met waterbevochtigers<br />
- Klimaatbeheersingsruimtes<br />
- Fonteinen<br />
De volgende zaken zullen in ISSO-publicatie 55.3<br />
worden opgenomen:<br />
- model risico-analyses<br />
- model beheersplannen<br />
- model logboeken<br />
- model volgprotocollen<br />
- maatregelen ter bescherming van servicemonteurs<br />
- richtlijnen voor uitbesteden van onderhoud<br />
- model kosten/baten-analyse waterbevochtiging ver-<br />
sus stoombevochtiging
Samenstelling ISSO-kontaktgroep 73<br />
K.J. Baas Aquacare Europe B.V.<br />
M. Breas Arbeidsinspectie Regio Midden<br />
F. van Gelderen Imtech Maintenance<br />
K. van Haperen Carrier Holland Heating BV<br />
ir. J.R. Koeslag, IPC 440 Rijksgebouwendienst, CFZ<br />
A.J. Kordes Excellent Ozone Systems & Consultants BV<br />
R.J. van Luijk Rienks Advitek<br />
dhr. Mekel Polacel BV<br />
ing. O.W.W. Nuijten ISSO<br />
ing. A.J. van Pelt Van Pelt Consultancy<br />
H. Pleij Imtech Arbodienst<br />
ing. R.T.P. van Roon Rijksgebouwendienst Directie Advies & Architecten<br />
J. Schalekamp GGD Rotterdam en omstreken<br />
ing. W.G. van der Schee Wolter & Dros<br />
J. van der Spek GTI Klimaatkontrakt<br />
ing. I. van Veelen Raadg. Techn. Bur. Van Heugten BV<br />
ing. J.A.P. Verboven Kon. Verhulst Luchtbehandeling BV<br />
F.A. Vos Uneto-VNI<br />
R. Welling ULC Technisch Beheer BV<br />
P.N. Wijntjes Wolter & Dros<br />
ISSO-projectgroep 198 Herziening NEN 5138<br />
“Warmteterugwinning woningen”<br />
De NEN 5138 “ Warmteterugwinning in woningen -<br />
Bepalingsmethoden voor energetisch rendement van<br />
warmteterugwinapparaten voor individuele ventila-<br />
tiesystemen” behoeft een aantal aanpassingen. De<br />
toleranties bij het uitvoeren van de metingen moeten<br />
worden aangescherpt zodat het rendement nauwkeu-<br />
Samenstelling ISSO-projectgroep 19 8<br />
ir. G.J. Afink (rapporteur) TNO-MEP., Apeldoorn<br />
L. van Bohemen Itho, Schiedam<br />
A. de Graaff J.E. Stork Air, Zwolle<br />
ir. L.J.A.M. Hendriksen TNO-MEP, Apeldoorn<br />
ir. A. de Jong NEN, Delft<br />
ir. L.J.G. Moonen Senter/Novem, Sittard<br />
ir. P.Th.J. Overman Agpo, Breda<br />
riger bepaald kan worden. Ook is er behoefte aan een<br />
goede methodiek voor het vaststellen van het jaar-<br />
rendement tbv de NEN 5128 (EPC-woningen) waarbij<br />
vorstbeveiliging goed is meegenomen. De herziene<br />
NEN 5138 is begin <strong>2005</strong> verschenen.<br />
R. Rooyendijk Brink Climate Systems, Staphorst<br />
ir. A.M. van Weele (secretaris) ISSO, Rotterdam<br />
ISSO jaarboek<br />
24 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO-projectgroep 301 Ont werp van een sof t waretool voor<br />
ISSO-publicaties 61 en 62 ten behoeve van opdrachtgevers<br />
De publicaties 61 en 62 zijn opgezet voor gebruik door<br />
zowel architecten, installateurs, installatieadviseurs,<br />
opdrachtgevers etc. Deze verschillende gebruikers-<br />
groepen zullen verschillende delen van de publicatie<br />
gebruiken. Een mogelijk knelpunt is echter dat de<br />
gedrukte versies van beide publicaties wellicht moeilijk<br />
toegankelijk zijn voor (niet ervaren) gebruikers. Om de<br />
publicatie voor elk van deze doelgroepen te ontsluiten<br />
zijn er hulpmiddelen nodig.<br />
Voor opdrachtgevers is een selectie wenselijk van de<br />
onderdelen waarover zij beslissen of adviseren. Voor<br />
installatiedeskundigen kan een leidraad door de publi-<br />
Samenstelling ISSO-projectgroep 301<br />
25<br />
catie een snellere gewenning aan de MKK-structuur<br />
mogelijk maken.<br />
Door middel van een softwaretool kan de opdrachtge-<br />
ver eenvoudiger een selectie maken van de te gebrui-<br />
ken onderdelen van de publicatie. De tool kan zodanig<br />
worden opgezet dat na gemaakte keuzen in het proces,<br />
alleen nog de informatie verschijnt die op die gekozen<br />
situatie van toepassing is. Dit vermindert de informa-<br />
tiestroom en vergemakkelijkt daarmee het gebruik voor<br />
de opdrachtgever. De gemaakte keuzen worden ver-<br />
volgens verwerkt tot (deels) ingevulde vraag-specifica-<br />
tiebladen uit ISSO-publicaties 61 en 62.<br />
B. van Luin Handelmij. Bergschenhoek BV, Bergschenhoek<br />
ir. L.J.G. Moonen Senter/Novem, Sittard<br />
ing. E.J.A. Roijen (rapporteur) Cauberg Huygen, Raadgevende Ingenieurs B.V.,Maastricht<br />
R. Slemmer Brink Climate Systems, Staphorst<br />
ir. E.J. Wagenaar (voorzitter) UNETO-VNI, Zoetermeer<br />
ir. A.M. van Weele (secretaris) ISSO, Rotterdam<br />
ISSO-projectgroep 341 Kleintje ISSO warmteverliesberekening<br />
In 2001 is de warmteverliesberekening voor woningen<br />
en woongebouwen ISSO-publicatie 51 uitgekomen.<br />
Een warmteverliesberekening conform ISSO-publica-<br />
tie 51 wordt door GIW en opdrachtgevers geëist. De<br />
warmteverliesberekeningsmethodiek zoals beschreven<br />
is wordt vooral door de grote- en middelgrote installa-<br />
tiebedrijven gebruikt. De kleine installateur heeft geen<br />
tijd om het warmteverlies te berekenen conform ISSO-<br />
Samenstelling ISSO-projectgroep 3 41<br />
publicatie 51. Toch is het belangrijk dat ook deze groep<br />
een eenvoudige maar betrouwbare warmteverliesbere-<br />
keningsmethodiek heeft. Op basis van ISSO-publicatie<br />
51 zal ISSO een ‘Kleintje warmteverlies’ ontwikkelen,<br />
waarmee de kleine installateur met beperkte ingave<br />
van de woning toch een betrouwbare warmteverlies-<br />
berekening krijgt.<br />
Kleintje Warmteverlies is verschenen in <strong>2005</strong><br />
E. Koster E.Koster Installatietechniek, Veendam<br />
R.L. Hoekstra Mampaey Installatietechniek, Dordrecht<br />
Ir. J.W.M. Hooijschuur Senter/Novem, Sittard<br />
F.A. Vos Uneto-VNI, Zoetermeer<br />
M. Staal Wolter & Dros Aquatherm, Groningen<br />
ing. C.A.M. Arkesteijn (auteur en secretaris) ISSO, Rotterdam
ISSO-projectgroep 361 ISSO-Handboek Ont werpen Sanitaire Installaties<br />
ISSO heeft besloten om voor het ontwerpen van sani-<br />
taire installaties een afzonderlijk handboek te gaan ont-<br />
wikkelen. Het handboek moet een naslagwerk worden<br />
voor de professional, aankomend professional en stu-<br />
derenden op het gebied van het ontwerpen van sani-<br />
taire installaties voor bouwwerken zoals genoemd in het<br />
Bouwbesluit en watervoerende brandblusinstallaties<br />
voor bouwwerken zoals genoemd in het Bouwbesluit.<br />
Naast ontwerpaspecten komen aspecten m.b.t. reali-<br />
satie en beheer aan de orde. De nadruk ligt echter op<br />
het ontwerp. De omvang zal circa 500 pagina’s zijn en<br />
de stijl vergelijkbaar met het huidige ISSO-handboek<br />
Installatietechniek. Daarnaast zullen er praktijksituaties<br />
en berekeningsvoorbeelden worden opgenomen.<br />
De oplevering wordt verwacht in december 2006<br />
ISSO-projectgroep 369 Keuren cv-installaties ouder dan 15 jaar<br />
In de Energie Prestatie Richtlijn wordt gesteld dat<br />
verwarmingsinstallaties ouder dan 15 jaar moeten<br />
worden gekeurd op functioneren en energierende-<br />
ment. Een door de installatieontwerpers opgestelde<br />
keuringsprocedure haakt hier tijdig op in.<br />
ISSO-projectgroep 370 Keuren cv-installaties groter dan 100 kW<br />
In de Energie Prestatie Richtlijn wordt gesteld dat ketel-<br />
installaties met een vermogen groter dan 100 kW peri-<br />
odiek moeten worden gekeurd. Deze ISSO-publicatie<br />
dient aan te sluiten op de huidige CSIOS regeling waar<br />
in het kader van de wet milieubeheer de emissie van de<br />
verbrandingsgassen wordt gecontroleerd.<br />
ISSO-projectgroep 371 Keuren koelinstallaties groter dan 12 kW<br />
In de Energie Prestatie Richtlijn wordt gesteld dat<br />
koelinstallaties met een vermogen groter dan 12 kW<br />
periodiek moeten worden gekeurd op functioneren en<br />
energierendement. Een door de installatieontwerpers<br />
opgestelde keuringsprocedure haakt hier vroegtijdig<br />
op in.<br />
ISSO-projectgroep 372 Uitbreiding ISSO-31 Meetpunten en meetmethoden<br />
In het kader van opleveren, periodiek keuren van ver-<br />
warmingsinstallaties en het stimuleren van het monito-<br />
ren van installaties dienen in een klimaatinstallatie vol-<br />
doende meetpunten aanwezig te zijn en de juiste meet-<br />
methoden te worden toegepast. Met ISSO-publicatie<br />
31 wordt hiervoor een standaard vastgesteld.<br />
ISSO jaarboek<br />
26 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO-Projectgroep 386 Ont werpen tuinbouwkassystemen<br />
Voor het realiseren van een goede kwaliteit van tuin-<br />
bouwkassen en de bijbehorende installaties is het<br />
niet voldoende om goede gecertificeerde onderde-<br />
len/installatiecomponenten toe te passen. De verschil-<br />
lende onderdelen/componenten moeten bovendien<br />
goed kunnen samenwerken en op elkaar aansluiten en<br />
het geheel moet goed gedimensioneerd en ingeregeld<br />
worden.<br />
Hier zit het probleem bij de tuinbouwkassystemen:<br />
omdat er voor de installaties geen normen en erkende<br />
berekeningsmethodieken aanwezig zijn, maakt ieder<br />
gebruik van fysische wetten en basistechnieken uit<br />
de warmteleer en past die, veelal vermengd met erva-<br />
ringsgegevens, toe.<br />
Teneinde een goede kwaliteit van kassen en installa-<br />
ties te kunnen realiseren is een afgesproken werkwijze<br />
noodzakelijk. Hierbij moet aangeloten worden bij zaken<br />
als ongeschreven wetten, andere afspraken (bijv. MJA’s<br />
27<br />
en convenanten) en randvoorwaarden/geldigheids-<br />
gebieden.<br />
Bij kassen en installaties hebben we het over een<br />
omvangrijk project waarin meerdere disciplines betrok-<br />
ken zijn. Daarom wordt het project, dat ISSO samen<br />
met AVAG (Platform Toeleveranciers Glastuinbouw)<br />
uitvoert, opgedeeld in een aantal stappen/deel-onder-<br />
werpen. die ieder vastgelegd worden in een eigen<br />
ISSO-AVAG-publicatie die als basis kan dienen voor<br />
een BRL.<br />
Het proces van het bouwen van kassen en het aan-<br />
brengen/ontwerpen van de installaties is voor dit pro-<br />
ject opgedeeld in de volgende hoofdonderdelen:<br />
- ontwerpen/bouwen van de kas;<br />
- verwarmen/koelen van de kas;<br />
- waterhuishouding;<br />
ISSO-projectgroep 387 Richtlijn thermische energieopslag<br />
Het doel van dit project is de ontwikkeling van een<br />
richtlijn die het mogelijk maakt om in een haalbaar-<br />
heidsonderzoek of in een vroege ontwerpfase (pre-VO),<br />
‘gebouw’ en ‘warmte-/koudevoorziening met energie-<br />
opslag’ gezamenlijk te beschouwen op energie-effi-<br />
ciency. Op basis daarvan dienen met de richtlijn rand-<br />
voorwaarden te kunnen worden vastgesteld voor het<br />
gebouwontwerp en het optimale systeemconcept met<br />
energieopslag.<br />
Het achterliggende doel is dat vroegtijdig betere keuzes<br />
worden gemaakt, zodat:<br />
- de energie-effiency van systemen met energieopslag<br />
verbetert (COP van 12 naar 20);<br />
- rendabele keuzes sneller geïdentificeerd kunnen<br />
worden, met name ook in renovatieprojecten;<br />
- de energiebalans van opslagprojecten in de praktijk<br />
beter aansluit bij het ontwerp.<br />
Mede door de invoering van de EnergiePrestatieNorm<br />
voor utiliteitsgebouwen (NEN 2916) is het aantal toe-<br />
passingen van energieopslag in de bodem – vaak in<br />
combinatie met warmtepompen - aan het toenemen.<br />
Met de EPN wordt de toepassing (vanwege hun goede<br />
energie-efficiency) gestimuleerd. De energie-effi-<br />
ciency van de energieopslag is vanuit de EPN echter<br />
niet gegarandeerd. Zo wordt in de EPN gerekend met<br />
een gemiddelde energie-efficiency (COP) van 12. In de<br />
praktijk kan deze energie-efficiency variëren tussen<br />
de 6 tot 20. In tegenstelling tot veel andere energie-<br />
opwekkers wordt de energie-efficiency van een ener-<br />
gieopslagsysteem voor een groot deel bepaald door<br />
de energetische eigenschappen van het gebouw, de<br />
daarin gehuisveste organisatie, het type activiteiten,<br />
de bedrijfstijden enzovoort. Een goed uitgebalanceerd<br />
gebouw betreffende warmte- en koudevraag zal resul-<br />
teren in een goed uitgebalanceerde energieopslag en<br />
daarmee een hoge energie-efficiency van deze duur-<br />
zame energie opwekker. Omgekeerd kan het koude-<br />
en warmtevraagprofiel van een (groep) gebouw(en)<br />
worden gebruikt om een systeem met energieopslag<br />
zo te ontwerpen dat het energetisch in balans blijft.
ISSO-projectgroep 390<br />
Europese Richtlijn “Energieprestatie in gebouwen” (EPBD)<br />
De implementatie van de EPBD in de Nederlandse<br />
regelgeving zal per 4-1-2006 starten. ISSO speelt een<br />
productieve rol, zowel in Europees als nationaal ver-<br />
band bij de ontwikkelingen van de normen, richtlijnen<br />
en certificatieschema’s die de implementatie mogelijk<br />
moeten maken.<br />
De Energieprestatiecertificaten worden opgesteld door<br />
BRL 9500 gecertificeerde bedrijven.<br />
Voor de bepalingsmethode wordt verwezen naar EPN-<br />
woningbouw (NEN 5128), de EPN-U- bouw (NEN 2916)<br />
en voor de bestaande bouw naar de ISSO 82 (EPA-<br />
woningbouw) en ISSO-75 (EPA- U-Bouw). Voor de<br />
verplichte installatie-energieprestatie keuringen con-<br />
form BRL 6000-19/20/21 (in ontwikkeling) zal worden<br />
verwezen naar de onderliggende (ook in ontwikkeling<br />
zijnde) ISSO-richtlijnen en Europese normen. Ook voor<br />
de duurzame energiecheck voor (nieuwe) gebouwen<br />
meer dan 1000 m 2 wordt een dergelijke aanpak ont-<br />
wikkeld.<br />
ISSO-projectgroep 394 Ont wikkeling Vlaamse richtlijn warmtepompen<br />
Het project heeft ten doel het opstellen van een code<br />
van goede praktijk voor de installatie van warmtepomp-<br />
systemen. Deze technische voorlichting moet, in functie<br />
van de verschillende bestaande warmtepompconcep-<br />
ten, een gedetailleerd inzicht geven in de technische<br />
eisen ten aanzien van de verschillende systeemonder-<br />
delen, de installatie, de montage, de opstart en het<br />
gebruik en onderhoud van het warmtepompsysteem.<br />
De code is bedoeld tegemoet te komen aan het gebrek<br />
aan kennis bij de gebouwbeheerder/opdrachtgever<br />
enerzijds en het ontbreken aan voldoende know how<br />
bij de installateur anderzijds. De bedoeling is de code<br />
op te maken voor toepassing van warmtepompen in<br />
gebouwen als verwarming. De klemtoon ligt op toe-<br />
passingen in de woningbouw, maar andere segmenten<br />
kunnen eveneens worden behandeld.<br />
ISSO-projectgroep 39 6 Nederlands plat form warmtepompen<br />
In de Energie Prestatie Directive voor gebouwen staat<br />
vermeld dat bij nieuwbouwprojecten en grote renova-<br />
ties moet worden beoordeeld of de toepassing van<br />
warmtepompen technisch en economisch haalbaar<br />
is. Met dit project wordt hiervoor een instrument ont-<br />
wikkeld. Het instrument wordt dusdanig opgezet dat<br />
opdrachtgevers en architecten in staat zijn op basis<br />
van beperkte informatie deze beoordeling op verant-<br />
woorde wijze uit te voeren.<br />
De resultaten van de beoordeling worden vastgelegd<br />
op een standaardinvulformulier dat aan het instrument<br />
is toegevoegd.<br />
ISSO-projectgroep 398 Brandveilige door voeren<br />
Als vervolg op het project sanitaire doorvoeren wordt<br />
ook voor de disciplines klimaattechniek en elektrotech-<br />
niek kennis ontwikkeld. In het eerste halfjaar van 2006<br />
wordt de publicatie verwacht.<br />
ISSO jaarboek<br />
28 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO-projectgroep 416 Taxeren technische installaties in woningen<br />
Installatiekosten (met inbegrip van de elektrotech-<br />
nische kosten) vormen een steeds belangrijker deel<br />
van de totale bouwkosten. In de zeventiger jaren was<br />
slechts een zeer klein deel van de totale kosten van<br />
een woning voor installaties(< 1%). Sinds de invoering<br />
van het Bouwbesluit en de daaraan gekoppelde ener-<br />
gieprestatienormering is het deel van de kosten voor<br />
installaties in veel gevallen gestegen tot 10% van de<br />
totale kosten. In <strong>2005</strong> worden de eisen verder aange-<br />
scherpt zodat een woning nog energie-efficiënter moet<br />
worden. Dit kan niet meer door bouwkundige maat-<br />
regelen en zal dus vooral moeten komen uit installa-<br />
tietechnische voorzieningen waardoor installaties een<br />
nog groter deel van de totale kosten gaan uitmaken.<br />
Bijzondere installatieconcepten zoals warmtepompen,<br />
zonne-energie en domotica zullen steeds algemener<br />
worden. Daarnaast speelt er nog een ander aspect een<br />
rol: door de steeds verder gaande isolatie en lucht-<br />
dichtheid van woningen wordt de warmte die zich in<br />
woningen bevindt steeds beter vastgehouden. Dit<br />
29<br />
betekent enerzijds dat in de winter minder verwarmd<br />
hoeft te worden anderzijds dat de binnentempera-<br />
tuur in de zomer hoger kan oplopen en dat er steeds<br />
meer (beperkte) koeling in woningen geïnstalleerd gaat<br />
worden.<br />
Verwachting is dat het aandeel installatietechniek in<br />
‘normale’ woningen aankomende jaren zal stijgen naar<br />
zo’n 25%.<br />
Installaties zo luidt de conclusie bepalen eigenlijk<br />
steeds meer de waarde van woningen/woon-gebou-<br />
wen (en appartementen).<br />
Makelaar-taxateurs hebben veelal niet de kennis en<br />
inzicht in de kosten van gebouwgebonden gegevens,<br />
de relatie tussen installatieconcept en bijv. arbeids-<br />
productiviteit. Analyse van vastgoed-advertenties leert<br />
dat veelal wel zaken worden genoemd ‘als de gordij-<br />
nen blijven achter’ maar dat er met geen woord gerept<br />
wordt over het aanwezige installatieconcept.<br />
ISSO-projectgroep 417 HOI<br />
“Herstructurering Onder wijsmateriaal Installatietechniek”<br />
In het nieuwe schooljaar <strong>2005</strong>/2006 gaat op 4 ROC ’s<br />
voor de MBO opleiding Installatietechniek een pilot van<br />
start. Hierin worden de nieuwe leermiddelen getest die<br />
zijn ontwikkeld in het kader van het project HOI.<br />
Doel van het project HOI (Herstructurering Onderwijs-<br />
materiaal Installatietechniek) is thematisch onderwijs-<br />
materiaal te ontwikkelen dat:<br />
- is gerelateerd aan normstellende ISSO-publicaties;<br />
- flexibel aansluit bij de beroepspraktijk;<br />
- past bij het competentiegerichte leren.<br />
Het project wordt in belangrijke mate wordt gefinan-<br />
cierd door OTIB en bestaat uit een samenwerkingsver-<br />
band van:<br />
- ROC’s (Zadkine te Rotterdam, ROC Eindhoven, ROC<br />
Midden Nederland te Amersfoort, Deltion College,<br />
Zwolle)<br />
- Wolter & Dros, Amersfoort<br />
- Uneto-VNI<br />
- BvE-Raad kennisplatform installatietechniek<br />
- Kenteq<br />
- ISSO<br />
De nieuw ontwikkelde leermiddelen hebben betrekking<br />
op het thema “Ontwerpen van een cv-installatie”. De<br />
opzet is zodanig dat de MBO-student vrijwel zelfstan-<br />
dig de gestelde leerdoelen kan bereiken. Hierbij heeft<br />
de docent een meer begeleidende rol.<br />
De student wordt geconfronteerd met een probleem-<br />
stelling. Hierbij is een comfortklacht van bewoners van<br />
een recent opgeleverde luxe woning: de woonkamer<br />
wordt in de winterperiode onvoldoende warm.<br />
Vanuit de themawijzer wordt de student naar verschil-<br />
lende deelopdrachten gestuurd, zodat hij/zij uiteinde-<br />
lijk zelf het gestelde probleem kan oplossen. Het ‘leren<br />
door doen’ vormt hierbij de basis. De student maakt<br />
daarbij gebruik van:<br />
- instructiemateriaal, waarin de ISSO-publicaties ver-<br />
eenvoudigd worden uitgelegd;<br />
- kennisboeken van Kenteq;<br />
- gedigitaliseerde ISSO-publicaties die via www.isso-<br />
digitaal.nl zijn te raadplegen;<br />
- softwaretools van ISSO;<br />
- websites van organisaties, zoals GIW, Stabu, VABI,<br />
Bink, etc.
Het thema wordt afgesloten met een eindopdracht,<br />
waarbij de student zelf in de praktijk bij een bedrijf een<br />
cv-installatie ontwerpt.<br />
Na het testen en zonodig bijstellen van het onderwijs-<br />
materiaal is het definitieve materiaal beschikbaar vanaf<br />
schooljaar 2006/2007<br />
ISSO-Projectgroep 428 Taxeren technische installaties in kantoorgebouwen<br />
Makelaar-taxateurs hebben veelal niet de kennis en<br />
inzicht in de kosten van gebouwgebonden gegevens,<br />
de relatie tussen installatieconcept en bijv. arbeidspro-<br />
ductiviteit. Analyse van vastgoed-advertenties leert dat<br />
er veelal met geen woord gerept wordt over het aanwe-<br />
zige installatieconcept.<br />
Deze cursus Technische installaties in kantoren voor-<br />
ziet in dit hiaat. De cursus behandelt de meest voor-<br />
komende installatieconcepten. Na het volgen van de<br />
cursus kan men:<br />
a) Visueel herkennen en classificeren van het type kli-<br />
maatinstallatie. Het gaat hier om praktische kennis<br />
ondersteund met veel visueel materiaal, om de taxa-<br />
teur snel inzicht te geven in de kwaliteit van de type<br />
installatie, duurzaamheid, gevolgen voor binnenkli-<br />
maat en gezondheid;<br />
b) Voor- en nadelen van een bepaald installatieconcept;<br />
c) De belangrijkste installatieconcepten worden ver-<br />
taald naar kosten per BVO of per component. Via<br />
internetapplicaties van de Taxateuracademie kunnen<br />
de installatietechnische kosten gesommeerd worden<br />
en wordt er gecorrigeerd voor levensduur. ISSO<br />
houdt de data in de applicatie actueel.<br />
ISSO-projectgroep 508 Kennisoverdrachtscommissie IOP EMV T<br />
Achtergrond<br />
Vanaf juli 2002 zijn een aantal onderzoeksprojecten<br />
gestart in het kader van het Innovatiegericht Onder-<br />
zoeksProgramma Elektromagnetische Vermogen-<br />
stechniek (IOP EMVT, een programma van Senter/<br />
Novem. In 2004 is een 2e tender geweest, waaruit een<br />
zestal nieuwe projecten zijn gestart.<br />
ISSO-projectgroep 509 Meetinstrumenten<br />
Al enige tijd is een discussie gaande over wat nu goede<br />
instrumenten zijn om bepaalde elektrotechnische<br />
metingen uit te voeren en wie bepaalt welke instrumen-<br />
ten op zo’n lijst staan. In de vakpers zijn er al de nodige<br />
Deelname<br />
Namens UNETO-VNI, TVVL en ISSO participeert ir.<br />
G.G. van Dijk in de kennisoverdrachtscommissie van<br />
het IOP EMVT zodat ook de de installatiesector zijn<br />
voordeel kan doen met dit programma. Vooral het<br />
thema EMC, met daarin de projecten Optimale beka-<br />
beling in gebouwen en installaties en Draadloze ener-<br />
gieoverdracht in huis en kantoor, biedt interessante<br />
aanknopingspunten.<br />
artikelen en uitspraken aan gewijd, maar vooralsnog is<br />
van duidelijkheid geen sprake. Het project moet leiden<br />
tot een indeling van instrumenten in klassen.<br />
ISSO jaarboek<br />
30 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO-projectgroep 530.1 Noodstroomvoorziening in woningen<br />
Toenemende afhankelijkheid van elektrische energie in<br />
samenhang met groter wordende leveringsonzekerheid<br />
doet vermoeden dat er behoefte zou kunnen zijn aan<br />
noodstroomvoorzieningen in woningen.<br />
Is noodstroomvoorziening in de woning realistisch?<br />
Hoe zou dit vorm kunnen krijgen? Waar zitten knel-<br />
ISSO-projectgroep 532 Power Qualit y<br />
In 2004 is in opdracht van UNETO-VNI een notitie<br />
geschreven over knelpunten en kansen rond Power<br />
31<br />
punten? Welke voorzieningen verdienen prioriteit bij<br />
gebruik van de noodstroomvoorziening (preferente<br />
groepen)? Hoeveel uur moet de woning kunnen functi-<br />
oneren? Welke mogelijkheden liggen er voor de instal-<br />
latiesector en andere partijen? Hoe kan de behoefte bij<br />
de consument geactiveerd worden?<br />
Quality. Dit project wordt nu vervolgd door een uitwer-<br />
king van enkele van de aanbevelingen.<br />
ISSO-projectgroep 561.2 Levensloopbestendig Wonen ver volg<br />
Binnen dit project worden verschillende activiteiten<br />
opgepakt in aansluiting op het verschijnen van ISSO-<br />
publicatie 77 ‘’Installaties voor Levensloopbestendig<br />
Wonen’’. O.a. de realisatie van een website.<br />
ISSO-projectgroep 561.3 Levensloopbestendig Renoveren<br />
In aansluiting op ISSO-publicatie 77 ‘’Installaties voor<br />
Levensloopbestendig Wonen’’ dat vooral bedoeld is<br />
voor nieuwbouw, zal in dit project aandacht zijn voor<br />
levensloopbestendig installeren in renovatieprojecten.<br />
De bestaande woningvoorraad is veel groter dan de<br />
nieuw te bouwen woningen. Regelmatig vinden groot-<br />
schalige en minder grootschalige renovaties en verbou-<br />
wingen plaats. Hoe kunnen in zulke gevallen de instal-<br />
ISSO-projectgroep 562 Richtlijn Verlichting<br />
Een reguliere lichtinstallatie dient op een eenvoudige<br />
manier ontworpen en geïnstalleerd te kunnen worden,<br />
waarbij gelet wordt op visueel comfort, kosten en ener-<br />
giebesparing.<br />
laties optimaal aangepakt worden, zodat ze bijdragen<br />
aan de verbetering van de woontechnische kwaliteit?<br />
Concreet: Het verbeteren van de eigenschappen van<br />
woningen tot een standaardniveau, voor de huidige<br />
doelgroep(en) en voor de nieuwe doelgroep(en)?<br />
Keuzevrijheid consument?<br />
Doel van het project is een goede basisbeschrijving<br />
van ontwerp en installatie van een lichtinstallatie, zodat<br />
een ‘gemiddelde installateur’ een reguliere installatie<br />
zelf kan doen, zonder (veel) extern advies.
ISSO-projectgroep 602 GIW/ISSO-publicatie<br />
In de woningbouw heeft de koper geen enkele invloed<br />
op de keuze van materialen en/of installaties waardoor<br />
het aantal klachten hoog ligt. Installaties worden steeds<br />
geavanceerder/gecompliceerder; een juiste afstem-<br />
ming van de diverse installaties en installatieonderde-<br />
len is daarom van groot belang. Doelstelling van deze<br />
publicatie is het vaststellen van minimum eisen waar-<br />
aan installaties moeten voldoen. De publicatie bevat de<br />
wettelijke en aanvullende eisen die de Stichting GIW<br />
heeft opgesteld.<br />
Tevens zal de publicatie adviezen opnemen om de kwa-<br />
liteit van installaties te waarborgen en klachten zoveel<br />
mogelijk te beperken.<br />
ISSO-projectgroep 605<br />
ISSO-publicatie meetpunten en meetmethoden voor cv en koeling<br />
In het kader van opleveren, periodiek keuren van instal-<br />
laties en het stimuleren van monitoren van installaties<br />
dienen in een klimaatinstallatie voldoende meetpunten<br />
ISSO-projectgroep 613 E-learning modulen<br />
ISSO heeft van OTIB opdracht gekregen om rond de<br />
ISSO-publicaties E-learning modulen te ontwikkelen.<br />
In samenspraak met OTIB heeft ISSO gekozen om te<br />
starten met de ontwikkeling van E-learning modulen<br />
rondom ISSO-publicatie 60 het berekenen van Rc en<br />
U-waarden van constructies en rondom ISSO-publi-<br />
catie 72 ‘Individuele kleine elektrische warmtepomp-<br />
systemen’<br />
• E-learning module Rc en U-waarden van construc-<br />
ties<br />
In deze e-learning module wordt de deelnemers op<br />
interactieve wijze uitgelegd hoe men de Rc- en U-<br />
waarden van een constructie berekend. De deelne-<br />
mers kunnen in de e-learning module verschillende<br />
opdrachten maken en daarmee aantonen dat zij de<br />
verschillende onderdelen van ISSO-publicatie 60<br />
begrepen hebben.<br />
• Warmtepompen in woningbouw conform ISSO-<br />
publicatie 72<br />
In deze e-learning module wordt de deelnemers<br />
op interactieve wijze uitgelegd hoe men warmte-<br />
pompsystemen voor woningen moet ontwerpen. In<br />
deze module komen zowel de warmtepompboiler<br />
de warmtepomp voor ruimteverwarming en combi-<br />
warmtepomp aan de orde.<br />
De deelnemers kunnen in de e-learning module ver-<br />
aanwezig te zijn en de juiste meetmethoden te worden<br />
toegepast. Met de te realiseren ISSO-publicatie wordt<br />
hiervoor een standaard vastgesteld.<br />
schillende opdrachten maken en daarmee aantonen<br />
dat zij de verschillende onderdelen van ISSO-publi-<br />
catie 72 hebben begrepen.<br />
Na de ontwikkeling en evaluatie van deze twee E-lea-<br />
rning modulen zal in samenspraak met OTIB een vol-<br />
gende E-learning module worden ontwikkeld.<br />
Deze E-learning modulen zijn bedoeld om de installa-<br />
tiesector stap voor stap de kennis en methodieken die<br />
beschreven staan in de ISSO-publicaties bij te bren-<br />
gen. Het doorlopen van een bepaalde e-learningmo-<br />
dule kan thuis of op kantoor op elk gewenst moment<br />
plaatsvinden. De gebruikers van de e-learning module<br />
kunnen dan ook nog kiezen of zij deel willen nemen aan<br />
een bijeenkomst waarin de deelnemer vragen kan stel-<br />
len aan een deskundige.<br />
De deelnemers kunnen dan indien gewenst vanuit de<br />
e-learning module doorlinken naar de desbetreffende<br />
digitale ISSO-publicatie. Ook een combinatie met de<br />
berekeningsprogramma’s ligt voor de hand. De deel-<br />
nemer krijgt op deze wijze inzicht waarom bepaalde<br />
gegevens uit de ISSO-publicatie in de computer-pro-<br />
gramma’s ingevuld moeten worden en wat de conse-<br />
quenties van bepaalde keuzes zijn.<br />
ISSO jaarboek<br />
32 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO-projectgroep 614 Legionellavraagbaak <strong>2005</strong><br />
In 2001 is, in opdracht van het ministerie van VROM<br />
en in samenwerking met Uneto-Vni, de website<br />
www.legionellavraagbaak.nl tot stand gebracht. In het<br />
afgelopen jaar werd de legionellavraagbaak meer dan<br />
30.000 keer bezocht. Vanaf <strong>2005</strong> wordt de website<br />
echter niet meer extern gefinancierd. Gezien de nog<br />
steeds bestaande informatiebehoefte en het enorme<br />
draagvlak vanuit de installatiesector heeft ISSO beslo-<br />
ten om de legionellavraagbaak nog een aantal jaren te<br />
continueren.<br />
Dit project geeft uitvoering aan de activiteiten om dit te<br />
realiseren. Belangrijke zaken die daarbij een rol spelen<br />
zijn het onderhoud en de voortdurende actualisering<br />
33<br />
van de website. Met ingang van <strong>2005</strong> is er in navolging<br />
van de database met installateurs ook een database<br />
met adviseurs die legionellapreventie-diensten aanbie-<br />
den toegevoegd. Tevens is het onderdeel ‘leveranciers’<br />
geïntroduceerd op de website.<br />
De mogelijkheid om vragen te stellen is gehandhaafd,<br />
de beantwoording zal nu echter kosten met zich mee-<br />
brengen. In de FAQ zijn nu al ruim 600 vragen met ant-<br />
woorden terug te vinden. Op korte termijn zullen er op<br />
de website toevoegingen komen op basis van de te<br />
realiseren ISSO-publicatie 55.3 ‘Legionellapreventie in<br />
luchtbehandelinginstallaties’.
ISSO Contacten<br />
In het kader van overleg tussen de verschillende bran-<br />
ches zijn er naast het overleg met de in ISSO deelne-<br />
mende organisaties ook contacten met:<br />
CINI – Stichting Isolatie voor de Industrie<br />
LUKA – Nederlandse Vereniging van luchtkanalen-<br />
fabrikanten<br />
NVvK – Nederlandse Vereniging voor Koude<br />
STABU – Bestekssystematiek voor de woning- en<br />
utiliteitbouw Bouwend Nederland<br />
DODIB – Directeurenoverleg Dienstverlenende<br />
Instanties Bouwnijverheid<br />
PSIB – Platform Proces Innovatie Bouw<br />
PCR – Programma Coördinatie Raad<br />
SBR – Stichting Bouwresearch<br />
CUR – Civieltechnisch Centrum Uitvoering<br />
Research en regelgeving<br />
CROW – Stichting Centrum voor Regelgeving<br />
en Onderzoek in de Grond, Water en<br />
Wegenbouw en de Verkeerstechniek<br />
GIW – Garantie Instituut Woningbouw<br />
OTIB – Opleiding- en Ontwikkelingsfonds voor<br />
het Technisch Installatiebedrijf<br />
FME brancheorganisaties zoals:<br />
Vereniging Huis en Klimaat<br />
NVKL – Nederlandse Vereniging van ondernemin-<br />
gen op het gebied van de Koudetechniek en<br />
Luchtbehandeling<br />
VLA – Vereniging Fabrieken van Luchttechnische<br />
Apparatuur<br />
VDL – Vereniging van fabrikanten en importeurs<br />
van Directgestookte Luchtverwarmers.<br />
Behalve de eerder genoemde contacten vertegen-<br />
woordigt ISSO de installatiesector in nationale overleg-<br />
verbanden:<br />
- bij de overheid (VROM, EZ, SZW, VWS, etc)<br />
Er vindt overleg plaats, met deze partijen in relatie<br />
tot lopende en mogelijke nieuwe projecten. Tevens<br />
participeert ISSO bij regelmaat in overleg, work-<br />
shops e.d. welke door of in opdracht van de overheid<br />
worden georganiseerd om namens de installatiesec-<br />
tor het belang van deze sector uit te dragen en de<br />
weg voor mogelijk nieuwe activiteiten te effenen.<br />
- Binnen de installatiesector zelf, zoals de TR-TVVL,<br />
werkgroepen van TVVL, VABI, ROI’s, etc.<br />
- bij nationale normalisatie -NEN<br />
NEN<br />
Vertegenwoordiging in NEN commissies vindt plaats<br />
in goede afstemming met UNETO-VNI, TVVL, ONRI<br />
e.a. Inzet van ISSO is vooral als inbrenger van de<br />
binnen de installatiesector reeds bestaande norma-<br />
tieve methoden zoals deze zijn opgenomen in ISSO<br />
publicaties. Echter ook als representant van deze<br />
sector en ter afstemming van ISSO projecten op<br />
NEN-normen. De samenwerking met NEN leidt soms<br />
tot het uitbrengen van gezamenlijke producten zoals<br />
bijv. de NTR3216.<br />
NC 351.074.0001 Begeleidingscommissie van<br />
CEN TC 89<br />
NC 351.074.0002 Begeleidingscommissie van<br />
CEN TC 195<br />
NC 351.074.0004 Begeleidingscommissie<br />
internationale contacten<br />
NC 351.074.0006 Begeleidingscommissie van<br />
CEN TC 228<br />
NC 351.074.0007 Begeleidingscommissie van<br />
CEN TC 247<br />
NC 351.074.02 Luchtdichtheid van woningen<br />
NC 351.074.07 Ventilatie van gebouwen<br />
NC 351.074.15 Energieprestatie woningbouw<br />
NC 351.074.16 Energieprestatie utiliteitsbouw<br />
NC 353.033 Thermische isolatie materialen<br />
NC 351.074 Klimaat beheersing gebouwen<br />
NC 351.047.008 Begeleidingcommissie EPBD<br />
NC 351.074.18 Warmteterugwinning<br />
• in de bouwsector COPI’s (CROW, CUR, ISSO, SBR)<br />
Hierbij gaat het vooral om bouwbrede activiteiten<br />
waarin de installatiesector participeert.<br />
- Afstemming van de informatietechnische infra-<br />
structuur binnen de bouw, zorgen voor een trans-<br />
parante structuur, UNETO-VNI en VABI nemen<br />
eveneens deel aan onderdelen van dit overleg.<br />
- Inbrengen van ideeën binnen bouwbreed overleg<br />
en ervoor zorgen dar de installatie sector eventu-<br />
eel ook gebruik zal kunnen maken van subsidies<br />
die bouwbreed beschikbaar kunnen komen.<br />
ISSO jaarboek<br />
34 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
K BI (Stichting Kwaliteitsborging<br />
Installatiesector)<br />
Stichting KBI (KBI) werd op initiatief van Uneto-Vni in<br />
december 2000 opgericht. De belangrijkste taak van<br />
KBI is het beheer en de instandhouding van certificatie-<br />
regelingen voor de installatiesector. Het feitelijke beheer<br />
van de certificatieregelingen wordt uitgevoerd door het<br />
Centraal College van Deskundigen Installatiesector<br />
(CCvDI). In dit college hebben vertegenwoordigers zit-<br />
ting van belanghebbenden bij en deskundigen op het<br />
gebied van de installatietechniek.<br />
Door het CCvDI wordt op dit moment omstreeks 20<br />
certificatieregelingen beheerd. De belangrijkste daar-<br />
van zijn BRL6000: ontwerpen, installeren en onder-<br />
houden van gas-, water, en elektriciteitsinstallaties<br />
en BRL9500: energieprestatiesadvisering. Maar het<br />
CCvDI beheert ook certificatieregelingen op het gebied<br />
van bliksembeveiliging. Diverse nieuw certificatierege-<br />
lingen zijn in ontwikkeling<br />
Reeds bij de oprichting van KBI werd vastgesteld dat<br />
het voor het installatiebedrijf van groot belang is om<br />
aan te kunnen tonen dat de geleverde installaties vol-<br />
doen aan alle relevante eisen van de wet- en regel-<br />
geving. Het door een certificatie-instelling afgegeven<br />
certificaat betekent dat er een gerechtvaardigd ver-<br />
trouwen bestaat dat de door het bedrijf onder certi-<br />
caat geleverde werk voldoet aan de eisen zoals deze in<br />
de de certificatieregeling, waaronder het Bouwbesluit<br />
zijn vastgelegd. Het certificaat doet dus een uitspraak<br />
over de kwaliteit van het geleverde product of dienst.<br />
Deze keuze betekent dat gebruik kan worden gemaakt<br />
van de uitstraling en de betekenis van het reeds lang<br />
35<br />
bestaande KOMO merk, voor de installatiesector is<br />
gekozen voor KOMO INSTAL, als woord-en beeld-<br />
merk.<br />
Een certificatie-instelling controleert tenminste één<br />
keer per jaar of het gecertificeerde bedrijf en de door<br />
dit bedrijf geleverde product voldoet aan de eisen van<br />
de certificatieregeling.<br />
Op de website van KBI (www.stichtingkbi.nl ) staat<br />
een actueel overzicht van alle bedrijven die voor één<br />
of meer van de door het CCvDI beheerde certificatie-<br />
regelingen zijn gecertificeerd. Bovendien vindt u op de<br />
website uitvoerige informatie over alle certificatierege-<br />
lingen en een overzicht van de betrokken certificatie-<br />
instellingen. Er is ook een mogelijkheid om vragen te<br />
stellen.<br />
De rol van ISSO bij het opstellen van<br />
cer tificatieregeling voor de<br />
installatiesector<br />
Stichting KBI en dan vooral het CCvDI, houdt zich uit-<br />
sluitend bezig met het beheer en het onderhoud van<br />
certificatieregelingen. Het is Stichting KBI op grond<br />
van haar statuten niet toegestaan zelfstandig certifica-<br />
tieregelingen op te stellen.<br />
Een nieuw op te stellen certificatieregeling is steeds<br />
gebaseerd op beschikbare normatieve documenten.<br />
Deze documenten bevatten de objectief meetbare en<br />
vast te stellen prestatie-eisen waaraan de betreffende<br />
installatie of onderdelen daarvan moeten voldoen.<br />
ISSO is bij uitstek de organisatie die kan bogen op<br />
grote kennis en ervaring met het opstellen van presta-<br />
tiegerichte (normatieve)documenten ten behoeve van<br />
de installatiesector. Het ligt dan ook in de lijn ISSO te<br />
belasten met het opstellen van nieuwe certificatierege-<br />
lingen, mede gebaseerd op de richtlijnen van ISSO.
ISSO-Internationaal<br />
Contacten met ver wante organisaties in<br />
Europa :<br />
België - Wetenschappelijk en Technisch<br />
Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB)<br />
Engeland - Building Services Research and<br />
Information Association (BSRIA)<br />
Duitsland - Verein Deutscher Ingenieure (VDI-TGA)<br />
Finland - FIMET<br />
Frankrijk - Comité Scientifique et Technique des<br />
Italië - Assistal<br />
Industries Climatic (CoSTIC)<br />
Spanje - Associación Técnica Española de<br />
Climatización y Refrigeración (Atecyr) en<br />
IDAE (Instituto para la Diversificatión y<br />
Ahorro de la Energia)<br />
Lidmaatschap van o.a.<br />
American Society of Heating Refrigerating and Air-con-<br />
ditioning Engineers, (ASHRAE)<br />
Hierbij is ISSO o.a. betrokken bij de volgende werk-<br />
groepen:<br />
SSPC 55 Binnenklimaatcondities:<br />
TC 4.1 Koellastberekening,<br />
TC 6.5 Stralingsverwarming en -koeling.<br />
International Councel for research and Innovation in<br />
Building and Construction (CIB)<br />
Hierbij is ISSO o.a. betrokken bij de volgende werk-<br />
groepen:<br />
W62 Sanitaire techniek en binnenriolering; (in<br />
september 1998 organiseerde ISSO een<br />
internationaal symposium in Rotterdam),<br />
W77 Binnenklimaat en comfort in gebouwen.<br />
International Solar Energy Society (ISES)<br />
International Society of Indoor Air Quality and Climate<br />
(ISIAQ)<br />
Europese Normalisatie activiteiten<br />
De participatie van ISSO in het CEN-werk heeft tot doel<br />
de visie en werkwijze zoals deze in Nederland geldt<br />
onder de aandacht van de normcommissies te bren-<br />
gen met als doel dat de uiteindelijk tot stand te bren-<br />
gen Europese normen zo efficiënt mogelijk in de Neder-<br />
landse installatiepraktijk kunnen worden toegepast.<br />
ISSO vertegenwoordigt het Nederlandse vakgebied in<br />
een aantal CEN-TC’s. CEN (de Europese vereniging<br />
van normalisatie instituten) organiseert de totstandko-<br />
ming van Europese normen.<br />
ISSO participeert in de volgende CEN-Technical<br />
Committees:<br />
CEN TC 89: Thermische eigenschappen van<br />
gebouwen,<br />
CEN TC 156: Ventilatiesystemen woongebouwen,<br />
CEN TC 228: Verwarming voor gebouwen.<br />
Deze TC’s zijn systeemgeoriënteerde TC’s die tot doel<br />
hebben om normen voor te bereiden die de berekening,<br />
het ontwerp en de prestatie van gebouw en installatie<br />
beschrijven.<br />
Bovengenoemde CEN TC’s werken met werkgroepen<br />
die specifieke normen voor bereiden:<br />
ISSO is hier vertegenwoordigd in de volgende werk-<br />
groepen:<br />
CEN TC 89 WG4: Energieberekening en -prestatie van<br />
gebouwen.<br />
Deze werkgroep bereidt o.a. de Europese equivalent<br />
van de energieprestatienormering voor.<br />
CEN TC 89 WG6: Temperatuur- en koellastberekening<br />
voor gebouwen.<br />
Deze werkgroep bereidt o.a. normen voor betreffende:<br />
• Temperatuurberekening in gebouwen met en<br />
zonder koeling voor zomeromstandigheden.<br />
• Koellastberekening voor gebouwen.<br />
• Energieberekening voor gebouwen met koeling.<br />
CEN TC 89 WG 9: Klimaatgegevens t.b.v. berekeningen.<br />
Deze werkgroep bereidt de methoden voor die de<br />
diverse werkgroepen die gebruik maken van kli-<br />
maatgegevens t.b.v. dimensionerende berekeningen<br />
(warmteverlies, koellastberekening etc.) of gege-<br />
vens voor gemiddelde energiegebuiksberekeningen<br />
(graaddagen e.d.)<br />
CEN TC 156 WG1: Begrippen en definities betreffende<br />
ventilatiesystemen in gebouwen.<br />
Deze werkgroep bereidt een Europese norm voor<br />
betreffende alle definities op dit gebied, ISSO leidt<br />
deze werkgroep.<br />
CEN TC 156 WG4: Luchttechnische apparaten en<br />
appendages.<br />
Deze werkgroep specificeert de prestatie van lucht-<br />
technische apparaten en appendages. ISSO leidt<br />
een subwerkgroep die zich bezig houdt met klimaat-<br />
plafonds en koelplafonds.<br />
CEN TC 156 WG12: Eisen betreffende binnenklimaat<br />
CEN TC 156 WG7: Prestatiebeschrijving van lucht-<br />
behandelingssystemen.<br />
Deze werkgroep beschrijft de prestatie van luchtbe-<br />
handelingssystemen.<br />
ISSO jaarboek<br />
36 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
CEN TC 156 WG7 Subgroep “Load en energy<br />
calculations”<br />
Subgroep “Ventilatieberekeningen”<br />
CEN TC 156 WG10: Inspectie AC-installaties<br />
CEN TC 156 WG11: Inspectie ventilatiesystemen<br />
CEN TC 228 WG1: Ontwerptechnische kwaliteits-<br />
eisen voor verwarmingsinstalla-<br />
ties.<br />
CEN TC 228 WG2: Installatietechnische kwaliteitsei-<br />
sen.<br />
CEN TC 228 WG 4: Dimensionering (warmteverlies-<br />
berekening) en energiepresta-<br />
tieberekening voor verwarmings-<br />
installaties.<br />
JWG: CEN TC 89 Joint Working Group van de<br />
CEN TC 89, 156 en 228.<br />
ISSO levert de voorzitter voor deze werkgroep<br />
(ir. J. Hogeling). Deze werkgroep coördineert het<br />
Europese (CEN) werk met betrekking tot alle bere-<br />
keningen voor energie, temperatuur en vermogen<br />
(koellast/warmteverlies).<br />
Voorts worden de werkzaamheden van verschillende<br />
andere CEN en ISO (International Standard Organisa-<br />
tion) voor zover mogelijk gevolgd.<br />
Het betreft hier o.a CEN TC’s op het gebied van:<br />
- CEN TC 130 ‘Warmteafgifte radiatoren/convec-<br />
toren’<br />
- CEN TC 195 Luchtfilters voor comfortdoeleinden<br />
- CEN TC 247 ‘Gebouwbeheer, automatisering en<br />
- CEN TC 164 en<br />
regeling’<br />
CEN TC 165 ‘ Sanitaire techniek en binnen-<br />
riolering’<br />
- ISO TC 163 ‘Thermische eigenschappen<br />
gebouwen’<br />
- ISO TC 122 ‘Ergonomie’<br />
- ISO TC 205 ‘Gebouw en installatie prestatie-<br />
EPDB<br />
beschrijving’<br />
ISSO participeert actief in het Europese overleg over<br />
de implementatie van de EPBD. Dhr. Hogeling is voor-<br />
zitter van de stuurgroep CEN BTWG173 EPBD die<br />
de werkzaamheden van het door de Europese com-<br />
missie gemandateerde CEN programma coördineert.<br />
Vanuit deze positie wordt eveneens geparticipeerd in<br />
het overleg met de EDM werkgroep van de Europese<br />
commissie.<br />
37
ISSO Toezendser vice<br />
3. ISSO Diensten en producten<br />
Op verzoek van een aantal relaties is ISSO enkele jaren<br />
geleden gestart met een automatische toezendservice.<br />
Inmiddels maken al een paar honderd installatiebedrij-<br />
ven, adviesbureaus, overheden e.d. gebruik van deze<br />
dienst. De toezendservice is bedoeld om ISSO relaties<br />
op de hoogte te houden van de nieuwe ISSO publica-<br />
ties. De toezendservice werkt als volgt;<br />
De ISSO publicaties zijn te verdelen in de volgende<br />
vakgebieden;<br />
Verwarming<br />
Luchtbehandeling<br />
Water en Gas<br />
Energie en Milieu<br />
Elektro & ICT<br />
De abonnementhouder kan naar keuze één of meer-<br />
dere gewenste vakgebieden opgeven waar zijn/haar<br />
bedrijfsvoering voordeel van heeft. Na verschijning<br />
van een publicatie in één van de vakgebieden zal<br />
deze nieuwe uitgave als eerste aan de abonneehouder<br />
worden toegezonden. De publicatie wordt vervolgens<br />
met 15% korting aangeschaft. Bij inschrijving van 3 of<br />
meer vakgebieden dan ontvangt de abonneehouder<br />
maar liefst 30% korting op de aankoopprijs. De korting<br />
geldt ook voor de reguliere bestellingen bij ISSO.<br />
Met het oog op, onder andere, certificering hebben de<br />
meeste abonnees gekozen voor toezending van alle<br />
nieuwe ISSO publicaties, zo weten ze zeker dat hun<br />
technische bibliotheek altijd up to date is. Er verschij-<br />
nen gemiddeld 4 tot 5 publicaties per jaar. Meer infor-<br />
matie over deze service is te vinden op onze website;<br />
www.isso.nl<br />
ISSO ThemaTech<br />
De technische brochure, ISSO ThemaTech, verschijnt<br />
3 keer per jaar en heeft tot doel om snel en eenvou-<br />
dig toegankelijk actuele technische informatie over te<br />
brengen. Steeds vaker zorgen nieuwe technische ont-<br />
wikkelingen ervoor dat er plotseling behoefte ontstaat<br />
aan actuele technische kennis.<br />
Eind 2004 en begin <strong>2005</strong> zijn de onderstaande num-<br />
mers verschenen;<br />
ThemaTech 3 Waterzijdig Inregelen<br />
(september 2004)<br />
De door het Europese parlement uitgegeven richtlijn<br />
geeft regels en eisen ten aanzien van de energiepres-<br />
tatie van gebouwen. Alle aangesloten landen moeten<br />
aan deze Europese richtlijn gaan voldoen. Een van<br />
de meest effectieve manieren om energie te bespa-<br />
ren blijkt daarbij het goed inregelen van verwarmings-<br />
installaties. De derde editie van de ISSO-ThemaTech<br />
staat geheel in het teken staat van het onderwerp<br />
’’Waterzijdig Inregelen’’.<br />
ISSO jaarboek<br />
38 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ThemaTech 4 Legionellapreventie<br />
(februari <strong>2005</strong>)<br />
De vierde uitgave van de ISSO ThemaTech staat in<br />
het teken van legionellapreventie. De nieuwe wetge-<br />
ving rond legionellapreventie, de praktische ervaringen<br />
opgedaan tijdens de tijdelijke regeling en de nog steeds<br />
binnenkomende informatieverzoeken via de digi-<br />
tale “Legionellavraagbaak” wijzen ons nog steeds op<br />
onbeantwoorde vragen met betrekking tot legionella-<br />
preventie. Met deze 4e ThemaTech attenderen wij,<br />
door beschrijving van een aantal specifieke situaties,<br />
de lezers op mogelijke problemen en de daarbij pas-<br />
sende oplossingen.<br />
ThemaTech 5 Duurzame Energie<br />
(mei <strong>2005</strong>)<br />
Het begrip ‘duurzaam’ is van toepassing op twee pij-<br />
lers: één is het gebruik van duurzame materialen, de<br />
tweede pijler is duurzame energie. ISSO het kennis<br />
instituut van, voor en door de installatiesector houdt<br />
zich vooral bezig met duurzame energie.<br />
Door verlaging van de Energieprestatiecoëfficiënt-<br />
(EPC) voor woningen per 2006 en de invoering van<br />
de Europese richtlijn Energy Performance Building<br />
Directive (EPBD) in 2006, krijgt duurzame energie een<br />
nieuwe impuls. Reden voor ISSO om deze ThemaTech<br />
te wijden aan Duurzame Energie.<br />
ISSO maakt al meer dan 30 jaar kwalitatief goede publi-<br />
caties die een breed draagvlak hebben. De toepassing<br />
van deze ISSO-publicaties leidt tot de juiste toepas-<br />
sing van duurzame energie en tot energiebesparing.<br />
Willen we de toepassing van duurzame energie tot een<br />
succes maken dan dienen wij in de installatietechniek<br />
hier zorgvuldig mee om te gaan.<br />
ThemaTech abonnement<br />
De ISSO-ThemaTech verschijnt 3 keer per jaar<br />
en staat telkens in het teken van een actueel<br />
thema. De derde ThemaTech van <strong>2005</strong> zal in het<br />
najaar verschijnen. Deze zal ik het teken staan<br />
van Binnenmilieu. De ThemaTech is op abonne-<br />
mentsbasis verkrijgbaar voor € 18,00 (inclusief<br />
verzendkosten) per jaar. Op www.isso.nl vindt u<br />
meer informatie over de ThemaTech en het abon-<br />
nement.<br />
39
ISSO-Digitaal<br />
ISSO-Digitaal is de digitale bibliotheek waarin de publi-<br />
caties die ISSO uitgeeft meteen online beschikbaar<br />
zijn. Geen gezoek meer in de boekenkast, de publi-<br />
catie is met één druk op de knop beschikbaar. Met<br />
ISSO-Digitaal heeft u de meest recente versie van de<br />
publicatie tot uw beschikking, waarin eventuele aan-<br />
vullingen of aanpassingen continu worden verwerkt.<br />
Tevens kunt u, via kernwoorden, gemakkelijk in meer-<br />
dere ISSO publicaties tegelijk zoeken. Ook kunt u inter-<br />
actief andere documenten, zoals het Bouwbesluit of<br />
NEN-normen, raadplegen. Deze documenten worden<br />
geleverd via BrisWarenhuis. Voor de prijzen van <strong>2005</strong><br />
verwijzen wij u graag naar nevenstaande tabel. Tevens<br />
hebben gebruikers van de rekenprogramma’s van Bink<br />
en VABI de mogelijkheid de kennis in ISSO-Digitaal als<br />
naslagsysteem benutten.<br />
Vele mogelijkheden met het ISSO-Digitaal<br />
lidmaatschap<br />
Een lidmaatschap bestaat uit twee componenten.<br />
Allereerst sluit u een basislidmaatschap af. Dit kost<br />
slechts € 100,00 per jaar, vervolgens kunt u de digitale<br />
publicaties aanschaffen.<br />
Het ISSO-Digitaal basislidmaatschap biedt u de vol-<br />
gende mogelijkheden;<br />
• Gratis gebruik van de ISSO Toolshop;<br />
• Gratis abonnement nieuwsbulletin ISSO Info;<br />
• Gratis abonnement op technische brochure ISSO<br />
ThemaTech;<br />
• Gratis gebruik van de helpdesk ISSO-Digitaal;<br />
Rekenen was nooit zo makkelijk<br />
De ISSO Toolshop bevat een aantal verschillende hulp-<br />
middelen. Zo zullen er in de Toolshop diverse tabel-<br />
len en rekenprogramma’s aanwezig zijn die aansluiten<br />
bij informatie uit de ISSO-publicaties of die gewoon<br />
praktisch zijn bij het dagelijkse werk van ontwerpers en<br />
installateurs. Andere zaken in de Toolshop zijn bijvoor-<br />
beeld de informatiesheet die een belangrijke handrei-<br />
king biedt bij het verzorgen van opnames tijdens een<br />
APK-keuring van gebouwen en installaties of om een<br />
opname van een LTV-installatie te verzorgen.<br />
ISSO-Digitaal ook voor uw collega’s<br />
Een ieder die een basislidmaatschap heeft afgesloten,<br />
kan naar behoeve gebruik maken van<br />
ISSO-Digitaal. Om toegang tot de publicaties te krijgen,<br />
betaalt u een eenmalige toegangsprijs en een jaarlijks,<br />
relatief laag bedrag voor het gebruik en onderhoud<br />
ervan. U kunt er voor kiezen om de ISSO-publicatie voor<br />
één gebruiker (single-user) aan te schaffen, maar ook,<br />
voor multi-users waarbij onderscheid wordt gemaakt<br />
tussen maximaal 5, maximaal 10 of meer gebruikers.<br />
Vooral grote organisaties, met meerdere vestigingen in<br />
het land, kunnen op een voordelige wijze al hun afdelin-<br />
gen toegang geven tot de online publicaties. Tevens is<br />
het mogelijk ISSO-Digitaal via een Intranet toepassing<br />
te raadplegen, voor meer informatie kunt u contact met<br />
ons opnemen.<br />
Interactief met XML<br />
De digitale ISSO-publicaties, normen en bouwbesluit<br />
zijn nadrukkelijk geen Pdf-bestanden, maar volledig<br />
opgemaakt in de HTML. In verband met de MKK struc-<br />
tuur, dat in steeds meer publicaties de leidraad vormt,<br />
gaat ISSO in de nabije toekomst over naar XML. Deze<br />
structuur zorgt dat ISSO veel meer extra informatie aan<br />
de teksten kan koppelen en het biedt ook meer moge-<br />
lijkheden voor wat betreft interactiviteit.<br />
Vrijblijvend kennismaken<br />
Om u kennis te laten maken met ISSO-Digitaal is het<br />
mogelijk om voor een bepaalde periode vrijblijvend een<br />
proeflicentie aan te vragen. Met een wachtwoord krijgt<br />
u toegang tot ISSO-Digitaal. Op ISSO-Digitaal is het<br />
dan mogelijk om enkele publicaties te bekijken en de<br />
Toolshop te raadplegen. Tevens krijgt u een beeld van<br />
de interactiviteit van de publicaties en is het mogelijk<br />
om vanuit de ISSO-publicatie door te linken naar bijv.<br />
artikelen van het Bouwbesluit waarnaar deze publicatie<br />
verwijst. Via www.isso.nl kunt u een proeflicentie aan-<br />
vragen.<br />
Meer Informatie<br />
Na het afsluiten van een basislidmaatschap kunt u digi-<br />
tale ISSO publicaties bestellen. ISSO-Digitaal is volop<br />
in ontwikkeling, regelmatig vindt er uitbreiding plaats.<br />
Voor de laatste stand van zaken kunt u de site www.<br />
isso.nl raadplegen. Mocht u geïnteresseerd zijn in een<br />
digitale ISSO publicatie die nu nog niet beschikbaar is,<br />
laat het ons weten. We zullen u dan op de hoogte bren-<br />
gen van de mogelijkheden.<br />
ISSO jaarboek<br />
40 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
Prijzen ISSO-digitaal Single user Multi users tot 5 Multi users tot 10<br />
ISSO- Publicaties<br />
41<br />
Toegangs Onder- Toegangs Onder- Toegangs Onder-<br />
prijs houd prijs houd prijs houd<br />
per jaar per jaar per jaar<br />
PUB 8 Berekening van thermisch gedrag van 25 11 41 19 80 36<br />
gebouwen bij zomerontwerpcondities<br />
PUB 17 Luchtkanaaalberekening 43 19 71 33 138 62<br />
PUB 18 Leidingnetberekening 34 15 56 26 109 49<br />
PUB 30 Leidingwaterinstallaties in woningen 50 22 83 39 160 72<br />
PUB 44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen 41 18 68 32 131 59<br />
voor verwarmen<br />
PUB 46 Ontwerp van individuele hydraulische 20 9 34 16 65 29<br />
schakelingen voor verwarmen van<br />
eengezinswoningen<br />
PUB 49 Vloer-/ wandverwarming + Vloer- /wandkoeling 61 27 101 47 196 88<br />
PUB 51 Warmteverliesberekening voor woningen en 32 14 53 25 102 46<br />
woongebouwen<br />
PUB 53 Warmteverliesberekening voor utiliteits- 32 14 53 25 102 46<br />
gebouwen met vertrekhoogte tot 5 meter<br />
PUB 55.1 Handleiding Legionellapreventie in Leidingwater 34 15 56 26 109 49<br />
PUB 55.2 Handleiding Legionellapreventie Zorgplicht 20 9 34 16 65 29<br />
PUB 56 Inregelen ontwerpvolumestromen verw. 32 14 53 25 102 46<br />
Woningen<br />
PUB 57 Warmteverliesberek. voor ruimten hoger dan 5m 32 14 53 25 102 46<br />
PUB 58 Luchtverwarming woningbouw 68 30 113 53 218 98<br />
PUB 60 U- en R-waarden van bouwkundige constructies 16 7 26 12 51 23<br />
PUB 62 Gebalanceerde ventilatie en wtw in woningen 68 30 113 53 218 98<br />
PUB 66 Vermogen van radiatoren en convectoren in 20 9 34 16 65 29<br />
praktijksituaties.<br />
PUB 74 Thermische behaaglijkheid – eisen voor de 27 12 45 21 87 39<br />
binnentemperatuur in gebouwen<br />
PUB 75 Handleiding Energie Prestatie Advies 54 24 90 42 174 78<br />
Utiliteitsgebouwen (EPA-U)<br />
PUB 77 Levensloopbestendig Wonen; functie, 26 11 43 20 83 37<br />
ontwerp en uitvoering<br />
PUB 79 Inspectie en onderhoud van 11 5 19 9 36 16<br />
Noodverlichtingsinstallaties<br />
NTR3216 Binnenriolering richtlijn voor ontwerp en 59 26 98 46 189 85<br />
uitvoering (inclusief aanvulling)<br />
• De aanschafprijs betaalt u eenmalig, hiermee krijgt u toegang tot de door u bestelde digitale publicatie;<br />
• Het jaarlijks onderhoud betaalt u in het eerste jaar pro rata, in de opvolgende jaren betaalt u het gehele onder-<br />
houdsbedrag;<br />
• Verkoop- en onderhoudsprijzen zijn vermeld in euro’s(excl. BTW) en geldig tot 31 december <strong>2005</strong>;<br />
• Prijs voor gebruik via intranet en meer users op aanvraag.
Opdrachtgevers eisen steeds vaker dat ontwerpers van<br />
installaties gebruik maken van normen en richtlijnen.<br />
Het gebruik ervan is een waarborg voor de kwaliteit<br />
van de installaties. ISSO levert voor de installatietech-<br />
niek de normstellende publicaties. De ISSO-publicaties<br />
4. ISSO Publicaties<br />
De normatieve waarde van ISSO publicaties<br />
Zowel in de sanitaire, elektrotechnische als werktuig-<br />
kundige installatietechniek volgen de technologische<br />
ontwikkelingen elkaar in een steeds hoger tempo op.<br />
Morgen en daaropvolgende dagen dezelfde kwaliteit<br />
leveren als gisteren veroorzaakt al snel achteruitgang<br />
door stilstand. Adviseurs en installateurs die met hun<br />
specialistische diensten de belangen van opdrachtge-<br />
vers goed willen dienen, kunnen zich niet veroorloven<br />
stil te staan en zullen zich procesmatig inspanningen<br />
moeten getroosten om technische expertise bij de tijd<br />
te houden.<br />
Echter, wat bijna dertig jaar geleden bij de oprichting<br />
van ISSO gold, geldt vandaag in nog sterkere mate.<br />
Individuele bedrijven zijn nauwelijks of niet in de gele-<br />
genheid de van belang zijnde technologische ontwik-<br />
kelingen te traceren, laat staan rechtstreeks te absor-<br />
beren in de bedrijfsvoering.<br />
In het proces tussen technologische ontwikkeling en<br />
toepassing in de dagelijkse praktijk van de installatie-<br />
techniek speelt ISSO een hoofdrol. ISSO dient advies-<br />
bureaus en installatiebedrijven te voorzien van prak-<br />
tisch toepasbare kennis waarmee het voortbrengings-<br />
proces van installaties wordt ondersteund. Dit zijn niet<br />
alleen rekenmethoden en ontwerpinstrumenten, maar<br />
ook wordt in de omvangrijke reeks ISSO publicaties<br />
aandacht besteed aan montagetechnische en materi-<br />
aaltechnische kwaliteitseisen, praktische ontwerpop-<br />
lossingen en voorbeelden.<br />
Alleen voldoen aan de publieke regelgeving is niet altijd<br />
voldoende om tot goede installaties te komen. In aan-<br />
vulling op de wettelijke eisen moeten private eisen en<br />
regels worden overeengekomen.<br />
Daarom komt iedere ISSO publicatie tot stand onder<br />
begeleiding van een kontaktgroep die is samengesteld<br />
uit belanghebbende partijen. Zodoende kunnen met<br />
betreffen innovatieve installatie- en sanitaire systemen.<br />
De normstellende ISSO-publicaties komen tot stand in<br />
samenwerking met deskundigen uit het vakgebied en<br />
zijn breed geaccepteerd in de installatiesector.<br />
betrokken marktpartijen afspraken worden gemaakt<br />
over een redelijkerwijs aanvaardbare kwaliteit en de<br />
daarbij aan te houden private regels en eisen.<br />
Uiteraard worden in de ISSO publicaties ook metho-<br />
den en technieken opgenomen om opdrachtgevers<br />
die meer vragen dan een integrale basiskwaliteit van<br />
dienst te kunnen zijn.<br />
Naast de ondersteuning van bedrijfsprocessen waar-<br />
door de geleverde kwaliteit positief wordt beïnvloed,<br />
wordt door de ISSO publicaties ook de door de markt<br />
gevraagde kwaliteit in gunstige zin veranderd. Het kwa-<br />
liteitsbeeld, de perceptie van kwaliteit, verandert door<br />
in de publicaties kwaliteit zichtbaar te maken. Mede<br />
daardoor is de autoriteit van de publicaties de afgelo-<br />
pen jaren verder toegenomen en worden ze meer en<br />
meer gebruikt als referentie in programma’s van eisen,<br />
bestekken en publieke regelgeving.<br />
Teneinde de normatieve waarde van de ISSO publica-<br />
ties verder te versterken worden de daarvoor in aanmer-<br />
king komende publicaties geschreven in de structuur<br />
van het Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties<br />
(MKK). Dat vereenvoudigt niet alleen de absorptie in<br />
de bedrijfsvoering van een (gecertificeerd) bedrijf maar<br />
maakt de publicatie ook geschikt om te dienen als refe-<br />
rentie voor een Nationale BeoordelingsRichtLijn (BRL).<br />
De ISSO publicatie geeft aan wat onder integrale kwa-<br />
liteit moet worden verstaan. Een gecertificeerd bedrijf<br />
zal moeten beschikken over en handelen naar de ISSO<br />
publicaties.<br />
Een niet gecertificeerd bedrijf heeft zich daartoe niet<br />
verbonden, maar zal er rekening mee moeten houden<br />
dat bij procedures over installatiedefecten wordt gere-<br />
fereerd aan een ISSO publicatie. Niet zo vreemd want<br />
die publicatie beschrijft de met marktpartijen overeen-<br />
gekomen redelijkerwijs aanvaardbare kwaliteit.<br />
ISSO jaarboek<br />
42 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO vervult als vooruitgeschoven post van de instal-<br />
latiewereld een belangrijke functie. De installatiewe-<br />
reld en de installatietechniek zijn in beweging. Op dit<br />
Totstandkoming producten<br />
Nadat de Raad van Begeleiding positief geadviseerd<br />
heeft ten aanzien van een project en het bestuur<br />
ingestemd heeft met de begroting, wordt onder<br />
begeleiding van een breed samengestelde ISSO-<br />
kontaktgroep het project tot uitvoering gebracht.<br />
De ISSO-kontaktgroep, die door de Raad van<br />
Begeleiding benoemd wordt, bestaat uit deskundigen<br />
die representatief worden geacht voor het onderwerp.<br />
In ISSO-kontaktgroepen wordt het contact tussen<br />
praktijk en onderzoek gelegd. Daar wordt vastgesteld<br />
in welke vorm antwoord op de kennisvraag dient te<br />
worden gegeven. De brede samenstelling en de aan-<br />
wezigheid van deskundigen afkomstig uit de praktijk<br />
staan borg voor een goede afstemming van het te ont-<br />
wikkelen kennisproduct op de uitvoeringspraktijk.<br />
Op grond van adviezen van de ISSO-kontaktgroep<br />
en de Raad van Begeleiding ontwikkelt ISSO, al<br />
dan niet in samenwerking met andere organisa-<br />
ties, aanvullende initiatieven om de ISSO-publica-<br />
tie in de praktijk te introduceren. Hierbij kan worden<br />
gedacht aan symposia, lezingenmiddagen, work-<br />
shops, perspublicaties, introductiebijeenkomsten, e.d.<br />
ISSO werkt ook samen met het Nederlands Normali-<br />
satie Instituut (NEN). ISSO-kontaktgroepen verkregen<br />
de status van normcommissies en realiseerden naast<br />
ISSO-publicaties ook door het NEN uitgegeven NEN-<br />
43<br />
moment is ISSO doende haar werkwijze en producten te<br />
evalueren en zonodig bij te stellen om een ‘bewegende’<br />
doelgroep optimaal te kunnen blijven bedienen.<br />
normen. Omdat het nationale normalisatiewerk zich<br />
grotendeels verplaatst heeft naar het Europese vlak, is<br />
de laatste jaren de nadruk meer komen te liggen op het<br />
voorzien in een Nederlandse inbreng in CEN-commis-<br />
sies.<br />
De samenwerking met SBR leidt bij regelmaat tot<br />
gezamenlijke projecten, die de uitgave van ISSO-<br />
SBR-publicaties tot doel hebben. Deze publicaties<br />
beogen vooral informatie en hulpmiddelen te ver-<br />
strekken aan installatie-ontwerpers, architecten<br />
en opdrachtgevers opdat een gezamenlijke oplos-<br />
sen en voorkomen van knelpunten mogelijk wordt.<br />
Op het themaveld ‘Gezonde Gebouwen’ wordt inten-<br />
sief met SBR samengewerkt. Dit leidde tot onder<br />
andere het gezamenlijk realiseren van het ‘Praktijkboek<br />
Gezonde Gebouwen’.<br />
De technische richtlijnen die zijn vastgelegd in ISSO-<br />
publicaties worden algemeen toegepast in het bedrijfs-<br />
leven. Zij dienen als referentiepunt voor kwaliteit van<br />
installatietechniek. Ze zijn de referentie voor standaard<br />
besteksteksten (STABU), standaard rekenprogramma’s<br />
(VABI) en procescertificatiesystemen, KOMOINSTAL<br />
(o.a. BRL 6001 en de BRL- en EPA-W en EPA-U) even-<br />
als voor bepaalde voorwaarden binnen het Garantie<br />
Instituut Woningbouw.
ISSO Publicaties<br />
Publicatie 2<br />
Zontoetredingsfactoren<br />
Voor het berekenen van de hoeveelheid zonnewarmte,<br />
die via de glasvlakken en de zonwering een vertrek bin-<br />
nenkomt, dienen bekend te zijn:<br />
− de hoeveelheid zonnestraling die op de betreffende<br />
gevel valt<br />
− het verhoudingsgetal dat uitdrukt welk deel van de<br />
opvallende (kortgolvige) zonnestraling totaal binnen<br />
komt in de vorm van doorgelaten zonnestraling,<br />
warmtestraling en convectiewarmte.<br />
De opvallende kortgolvige zonnestraling bestaat uit<br />
drie componenten: directe straling, diffuse hemelstra-<br />
ling en - vaak niet te verwaarlozen - die straling, die<br />
door nabij gelegen grondoppervlakken, gebouwen<br />
e.d. wordt gereflecteerd. De opvallende zonnestra-<br />
ling, alsmede de verhouding tussen de drie genoemde<br />
componenten, is afhankelijk van de breedtegraad, de<br />
geveloriëntatie, de datum, het tijdstip op de dag en de<br />
atmosferische troebeling en - voor wat betreft de door<br />
de omgeving gereflecteerde straling - van de aard en<br />
ligging van de reflecterende oppervlakken. Voor de<br />
waarden van de opvallende zonnestraling, afhanke-<br />
lijk van de genoemde factoren, wordt verwezen naar<br />
ISSO-publicatie nr 3 Zonstralingstabellen”.<br />
Er zijn voor de beoordeling van de verschillende begla-<br />
zingen en zonweringen drie grootheden ingevoerd:<br />
− de (absolute) zontoetredingsfactor ZTA, die gebruikt<br />
wordt voor de bepaling van de totale binnenkomende<br />
hoeveelheid zonnewarmte,<br />
− de convectiefactor CF, die aangeeft welk deel van<br />
de totaal binnenkomende hoeveelheid zonnewarmte<br />
onmiddellijk (zonder vertraging door accumulatie)<br />
convectief aan de vertreklucht wordt afgegeven,<br />
− de lichttoetredingsfactor LTA, die dient om de licht-<br />
technische eigenschappen van de diverse zonwerin-<br />
gen te kunnen vergelijken.<br />
Publicatie 3<br />
Zonstralingstabellen<br />
Voor het berekenen van de hoeveelheid zonnewarmte<br />
die via de glasvlakken en de zonwering, resp. via de<br />
buitenmuren een vertrek binnenkomt, dient onder<br />
andere bekend te zijn de hoeveelheid zonstraling die<br />
op de betreffende gevel (of dak) valt.<br />
De opvallende (kortgolvige) zonstraling bestaat uit<br />
drie componenten: directe straling, diffuse hemelstra-<br />
ling en - vaak niet te verwaarlozen - die straling welke<br />
door nabij gelegen grondoppervlakken, gebouwen e.d.<br />
wordt gereflecteerd.<br />
De opvallende zonstraling, alsmede de verhouding<br />
tussen de drie genoemde componenten, is afhankelijk<br />
van de breedtegraad, de geveloriëntatie, de datum, het<br />
tijdstip op de dag en de atmosferische troebeling en<br />
- voor wat betreft de door de omgeving gereflecteerde<br />
straling - van de aard en de ligging van de reflecte-<br />
rende oppervlakken.<br />
De hierna volgende zonstralingstabellen zijn berekend<br />
voor midden Nederland (breedtegraad 52° NB en leng-<br />
tegraad 5° OL) voor alle maanden van het jaar, voor alle<br />
uren van de dag, voor horizontale vlakken en voor 8<br />
verticale geveloriëntaties, en voor een voor Nederland<br />
representatief te achten graad van atmosferische troe-<br />
beling. De drie hier voor genoemde componenten zijn<br />
in deze tabellen zowel afzonderlijk als gezamenlijk<br />
opgenomen. In de praktijk kunnen de tabellen worden<br />
gebruikt voor geheel Nederland.<br />
De hoeveelheid zonnewarmte die via de glasvlakken<br />
en de zonwering een vertrek binnenkomt, kan bere-<br />
kend worden met behulp van een verhoudingsgetal,<br />
de absolute zontoetredingsfactor ZTA, die voor de ver-<br />
schillende zonweringconstructies kan worden ontleend<br />
aan ISSO-publicatie nr. 2 “Zontoetredingsfactoren”.<br />
De zonstralingstabellen zijn opgesteld ten behoeve van<br />
de berekening van de maximale koellast van gebou-<br />
wen. Dit betekent dat deze gelden voor helder weer en<br />
de minimale atmosferische troebeling, die in Nederland<br />
mag worden verwacht. Voor exploitatieberekeningen<br />
zijn deze zonstralingstabellen niet bruikbaar, omdat<br />
daarvoor de gemiddelde situatie maatgevend is, zowel<br />
voor wat betreft de zonneschijnduur en aard van de<br />
bewolking, als ten aanzien van de atmosferische troe-<br />
beling.<br />
Publicatie 4<br />
(ver vangen door ISSO-publicatie 51, ISSOpublicatie<br />
53 en ISSO-publicatie 57 )<br />
ISSO jaarboek<br />
44 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
Publicatie 5<br />
Montage- en materiaaltechnische<br />
kwaliteitseisen voor warmwater ver warmingsinstallaties.<br />
De 2e uitgave van ISSO-publicatie 5 omvat de herzie-<br />
ning en actualisering van de 1e uitgave van ISSO-publi-<br />
catie 5 uit 1978 ‘Montage- en materiaaltechnische kwa-<br />
liteitseisen voor warmwaterverwarmingsinstallaties’.<br />
ISSO-publicatie 5 doet dienst als verwijzing in bestek-<br />
ken of technische omschrijvingen. ISSO-publicatie 5<br />
is een richtlijn voor te stellen eisen aan een warmwa-<br />
terverwarmingsinstallatie. Begrippen en benamingen<br />
zijn zoveel mogelijk aangehouden volgens de STABU-<br />
Standaard Technische Bepalingen 1990.<br />
Publicatie 6<br />
U- en R-waarden van bouwkundige<br />
constructies.<br />
De publicatie bevat alle gegevens over de vocht- en<br />
warmte-technische eigenschappen van bouwconstruc-<br />
ties, bouwmaterialen en isolatiematerialen. Van nage-<br />
noeg alle in Nederland voorkomende constructies zijn<br />
tabellen met U- en R-waarden opgenomen. De fabrikant-/<br />
merkgegevens zijn bijgewerkt tot april 1987. Aldus is<br />
het mogelijk zonder enig rekenwerk onmiddellijk de U-<br />
(vroeger k-) waarde of de R- of Rc-waarde van een con-<br />
structie af te lezen. Deze publicatie is vervangen door<br />
ISSO-publicatie 60 in combinatie met ISSO-Digitaal.<br />
Publicatie 7<br />
Grondleidingen voor warmtetranspor t.<br />
In deze publicatie worden de noodzakelijke voorwaar-<br />
den en richtlijnen voor een betrouwbare aanleg gege-<br />
ven. Tevens worden een aantal mogelijke uitvoerings-<br />
wijzen, constructies en isolatiesystemen behandeld.<br />
Deze publicatie beperkt zich in hoofdzaak tot de toe-<br />
passing van metalen grondleidingen voor warmtetrans-<br />
port en het daarbij optredende gevaar van corrosie<br />
aan de buitenzijde. Voor informatie over het optreden<br />
van corrosie aan de binnenzijde van metalen leidingen<br />
wordt verwezen naar ISSO-publicatie 13.<br />
Publicatie 8<br />
Berekening van het thermische gedrag van<br />
gebouwen bij zomer-ont werpcondities.<br />
Deze publicatie bestaat uit de volgende drie secties:<br />
• Toelichting op NEN 5067 'Koellastberekening voor<br />
gebouwen'. Bij het gebruik van de normberekening is<br />
45<br />
het van belang dat men op de hoogte is van de ach-<br />
tergronden. De aan de normberekeningsmethode<br />
ten grondslag liggende studies en uitgangspunten<br />
zijn in dit deel samengevat. Bovendien worden de in<br />
de normberekening ingevoerde vereenvoudigingen<br />
behandeld.<br />
• Een verkorte globale berekeningsmethode om een<br />
snelle indicatie over de grootte van de koellast te<br />
verkrijgen.<br />
• Een benaderingsmethode voor het berekenen van<br />
de temperatuurstijging in een vertrek indien een<br />
mechanische koelinstallatie met slechts beperkte<br />
capaciteit of alleen een inrichting voor ventilatie met<br />
buitenlucht aanwezig is. In de bijlagen zijn bereke-<br />
ningsformulieren opgenomen met behulp waarvan<br />
de berekeningsgang eenvoudig kan worden gevolgd.<br />
In de laatste bijlage is een volledig uitgewerkt voor-<br />
beeld gegeven.<br />
Publicatie 9 Lucht ver warming in woningen<br />
(ver vangen door ISSO-publicatie 58)<br />
Publicatie 9a (1e aanvulling)<br />
Lucht ver warming in woningen<br />
( Ver vangen door ISSO-publicatie 58)<br />
Publicatie 10<br />
(ver vangen door ISSO-publicatie 49)<br />
Publicatie 11 Warmteterugwinning<br />
De publicatie behandelt:<br />
− procestechnische principes van warmteterugwin-<br />
ningsapparatuur (WTA);<br />
− installatietechnische aanbevelingen bij de toepas-<br />
sing van WTA;<br />
− vochtoverdracht bij roterende WTA;<br />
− gecombineerde warmteterugwinning uit ventilatie-<br />
lucht en verbrandingsgassen van aardgasgestookte<br />
toestellen;<br />
− een methode voor de bepaling van de te verwachten<br />
jaarlijkse energiebesparing bij toepassing van WTA<br />
(besparing in kJ of kW.h voor verwarming en eventu-<br />
eel bevochtiging);<br />
− een algemeen bruikbare kosten-baten analyse-<br />
methode op basis van de Netto Contante Waarde<br />
methode.<br />
Een en ander wordt geïllustreerd aan de hand van vier<br />
praktijkvoorbeelden voor de in Nederland meest toe-
gepaste WTA’s voor ventilatie- en/of luchtbehande-<br />
lingssystemen. Hierbij is zowel aandacht besteed aan<br />
de woningbouw (kleine installaties) alsook aan de utili-<br />
teitsbouw (grotere installaties).<br />
De gegeven berekeningsmethode voor de bepaling<br />
van de energiebesparing is goed toegankelijk en han-<br />
teerbaar gemaakt door het opnemen van grafieken,<br />
waaruit rechtstreeks de jaarlijkse energiebesparing is<br />
af te lezen.<br />
In de bijlagen bij de hoofdstukken energiebesparings-<br />
berekening en kosten-baten analyse zijn de achter-<br />
gronden van de gevolgde berekeningsmethode uitvoe-<br />
rig toegelicht.<br />
Publicatie 12<br />
Verkort referentiejaar voor buitencondities.<br />
De publicatie is een toelichting bij de norm NEN 5060<br />
‘Verkort referentiejaar voor buitencondities’ (VRJ).<br />
Ingegaan wordt op de verschillende toepassingsmo-<br />
gelijkheden van het VRJ en de hierbij te verwachten<br />
nauwkeurigheid.<br />
De toepassingen zijn:<br />
− berekening van de jaarlijkse gemiddelde energie-<br />
behoefte voor klimatisering van gebouwen;<br />
− temperatuuroverschrijdingsberekeningen;<br />
− berekeningen van de jaarlijkse gemiddelde opbrengst<br />
van zonne-energiesystemen.<br />
Het VRJ is eveneens op diskette beschikbaar.<br />
De splitsingsmethode van de globale zonnestraling<br />
in directe en diffuse zonnestraling wordt behandeld.<br />
Ingegaan wordt op de (on)mogelijkheid van toepassing<br />
van het VRJ bij:<br />
• bepalen installatiegrootte;<br />
• bepalen graaddagen/graaduren;<br />
• energieberekeningen met daglichtafhankelijk<br />
geschakelde verlichting.<br />
Publicatie 13<br />
Aanbevelingen ter voorkoming van<br />
corrosie en ketelsteenvorming in<br />
water voerende installaties.<br />
De publicatie behandelt aanbevelingen ter voorkoming<br />
van corrosie en ketelsteenvorming in watervoerende<br />
installaties. Na een inleiding waarin het corrosieproces<br />
wordt uitgelegd, worden de aanwijzingen per installati-<br />
etype geformuleerd. Onderscheiden worden:<br />
− warmwaterverwarmingsinstallaties;<br />
− gekoeldwaterinstallaties;<br />
− zonnecollectorinstallaties;<br />
− heetwaterverwarmingsinstallaties;<br />
− lage-drukstoominstallaties;<br />
− luchtbevochtigings- en koeltoreninstallaties.<br />
In de bijlage worden veiligheidsaanwijzingen gegeven<br />
met betrekking tot de in de publicatie genoemde che-<br />
micaliën. Ook het kalkkoolzuurevenwicht wordt behan-<br />
deld.<br />
Publicatie 14<br />
Zonneboilers, ont werp, uit voering en<br />
advisering.<br />
De nieuwe ISSO-publicatie 14 behandelt per hoofdstuk<br />
de volgende onderwerpen:<br />
1. ‘Inleiding zonneboilertechniek’ - beschrijft in alge-<br />
mene termen de mogelijkheden om zonne-energie<br />
toe te passen voor de bereiding van warmtapwater.<br />
2. ‘Zonneboilerconcepten’ - beschrijft reële zonneboi-<br />
lerconcepten, waarbij met name de afwegingsmoge-<br />
lijkheden tussen verschillende concepten en relaties<br />
naar het toepassingsgebied behandeld worden.<br />
3. ‘Installatietechniek en montage’ - gaat ervan uit dat<br />
een installateur een complete zonneboilerinstallatie<br />
(inclusief installatievoorschrift) aanschaft en geeft<br />
tevens bouwkundige aspecten en adviezen.<br />
4. ‘Gebruiksaspecten’ - bevat aspecten die verband<br />
houden met het gebruik van de zonneboiler, als-<br />
mede een lijst van storingen.<br />
5. ‘Ontwerpen en dimensioneren’ - geeft hulpmiddelen<br />
bij het ontwerpen en dimensioneren van zonneboi-<br />
lers, waarbij ook onderdelen gedetailleerd worden<br />
besproken.<br />
De publicatie gaat voornamelijk in op zonneboilers voor<br />
individuele woonhuistoepassing.<br />
Publicatie 16<br />
De jaarlijkse warmtebehoef te van<br />
woningen ; energiegebruiksberekening per<br />
ver trek en totaal.<br />
In deze publicatie wordt een beschrijving gegeven van<br />
een eenvoudige rekenmethode ter bepaling van de<br />
jaarlijkse warmtebehoefte van een woning of woning-<br />
ontwerp. De berekeningsmethode is gedetailleer-<br />
der dan die gegeven in de NVN 5125. De methode is<br />
tevens bedoeld om inzicht te geven in de effecten van<br />
bepaalde ontwerpbeslissingen.<br />
Het energiegebruik wordt per vertrek berekend. De<br />
publicatie is voorzien van een uitgebreid werkpakket<br />
ISSO jaarboek<br />
46 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
met invulstaten en tabellen waarin alle benodigde infor-<br />
matie wordt gegeven. Afzonderlijk wordt de zomersi-<br />
tuatie besproken. In de publicatie zijn enkele bereke-<br />
ningsvoorbeelden opgenomen. De publicatie is gericht<br />
op het ondersteunen van de ontwerper die een ener-<br />
giezuinige woning wil ontwerpen.<br />
Publicatie 17<br />
Richtlijnen voor ont werp, uit voering,<br />
onderhoud en beheer van<br />
luchtkanaalsystemen.<br />
Deze publicatie is een onmisbare referentie voor<br />
opdrachtgevers, adviseurs en installateurs die<br />
daadwerkelijk een technische invulling geven aan het<br />
begrip kwaliteit. De publicatie dient daarom als<br />
uitgangspunt in bestekken te worden gehanteerd.<br />
Kwaliteitseisen voor metalen luchtkanalen, thermische<br />
en akoestische isolatiesystemen.<br />
Naast de kwaliteit van het ontwerp van het luchtka-<br />
naalsysteem wordt aandacht besteed aan kwaliteitsei-<br />
sen voor de gebruikersmaterialen en isolatiesystemen<br />
(akoestisch en thermisch).<br />
De genoemde kwaliteitseisen, die aansluiten op het<br />
gehele realisatieproject van fabricage, ontwerp, uitvoe-<br />
ring, onderhoud en beheer, sluiten zoveel mogelijk aan<br />
bij de momenteel in Europees verband in ontwikkeling<br />
zijnde normen.<br />
Luchtkanalen, drukverlies-, thermische en akoestische<br />
berekeningen.<br />
In dit deel worden de uitgangspunten en ontwerppro-<br />
cedures voor luchtkanalen gegeven. Hierbij zijn, waar<br />
mogelijk, de bij het ontwerp benodigde gegevens ver-<br />
meld. De weerstandfactoren voor hulpstukken zijn in<br />
formulevorm gegeven. Om een verantwoorde uitspraak<br />
47<br />
te kunnen doen over de betrouwbaarheid van de com-<br />
puterprogramma’s voor drukverliesberekeningen van<br />
luchtkanalen is een uitgewerkt voorbeeld opgenomen.<br />
Tevens worden de berekeningen voor het economisch<br />
optimaal kanaalontwerp, thermische- en akoestische<br />
berekeningen (volgens ISSO-publicatie 24) aan de<br />
orde gesteld.<br />
Publicatie 18 Leidingnetberekening.<br />
De publicatie gaat in op de berekeningsgrondslagen en<br />
geeft aan hoe de drukverliesberekening moet worden<br />
uitgevoerd. De publicatie bevat weerstandsfactoren<br />
voor een groot aantal hulpstukken. Alle weerstands-<br />
factoren van hulpstukken zijn in formulevorm gegeven.<br />
Om een verantwoorde uitspraak te kunnen doen over<br />
de betrouwbaarheid van de computerprogramma’s<br />
voor drukverliesberekeningen van leidingnetten zijn<br />
toetsingscriteria opgesteld waaraan programma’s<br />
moeten voldoen. Voor controle is een met de hand uit-<br />
gewerkt voorbeeld opgenomen.<br />
Tenslotte worden in deze publicatie methoden bespro-<br />
ken die leiden tot een optimaal leidingnetwerk waarvan<br />
de jaarlijkse exploitatiekosten minimaal zijn.<br />
Publicatie 19<br />
Thermisch binnenklimaat, aanbevelingen.<br />
De thermische behaaglijkheid wordt bepaald door:<br />
− omgevingsfactoren: luchttemperatuur, gemiddelde<br />
stralingstemperatuur, luchtvochtigheid en gemiddelde<br />
luchtsnelheid;<br />
− persoonsgebonden factoren: kleding, activiteit etc.<br />
Kort wordt ingegaan op het bepalen/meten van boven-<br />
genoemde factoren.<br />
In deze publicatie wordt gebruik gemaakt van de (sta-<br />
tionaire) theorie-/rekenmodellen van P.O. Fanger (zie<br />
ook NEN-ISO 7730).<br />
Om directe toepassing in de praktijk te vereenvoudigen<br />
worden tabellen met aanbevolen binnenluchttempera-<br />
turen gegeven.<br />
Ook aan het voorkomen van lokaal discomfort wordt<br />
aandacht besteed en wordt kort ingegaan op de beoor-<br />
deling van klachten.<br />
Publicatie 20<br />
Energiegebruik in kantoorgebouwen.<br />
Een berekeningsmethode ter vaststelling van het ener-<br />
giegebruik voor verwarming en ventilatie van kantoor-
gebouwen of daarmee vergelijkbare utiliteitsgebouwen.<br />
De publicatie is bedoeld om na te gaan welk energie-<br />
gebruik voor een bepaald gebouw als redelijk mag<br />
worden verondersteld. Tevens kan men met behulp van<br />
deze methode onderzoeken hoeveel energiebesparing<br />
bepaalde maatregelen kunnen opleveren.<br />
In de publicatie is een richtwaardentabel opgenomen<br />
waarmede zonder veel rekenwerk het energiegebruik<br />
snel kan worden bepaald.<br />
Publicatie 21<br />
Berekening van het energiegebruik voor<br />
klimatisering en verlichting van<br />
kantoorgebouwen.<br />
In deze publicatie worden rekenmethoden gegeven<br />
waarmee het energiegebruik voor klimatisering en ver-<br />
lichting van kantoorgebouwen kan worden bepaald.<br />
Ter verhoging van het gebruikersgemak zijn de reken-<br />
methoden voorzien van invulschema’s en zijn, waar<br />
mogelijk, tabellen gegeven met richtwaarden voor de<br />
invoergegevens. De rekenmethoden met richtwaarden<br />
worden gebruikt als gereedschap voor:<br />
− ontwerp van gebouw en installatie;<br />
− energiebesparing en advisering;<br />
− energiegebruik gebouw met of zonder installatie;<br />
− controle of het energiegebruik van gebouw en instal-<br />
latie als redelijk kan worden verondersteld.<br />
De rekenmethoden, die ook eenvoudig te programme-<br />
ren zijn voor een kleine computer, zijn afhankelijk van<br />
gebouwtype en klimaatregelingsinstallatie. Er worden<br />
globaal drie categorieën onderscheiden:<br />
Categorie 1 Gebouwen met centrale verwarming door<br />
middel van warmwaterradiatoren of con-<br />
vectors. Alleen natuurlijke ventilatie door<br />
openen van ramen en deuren tijdens kan-<br />
toortijd. Geen mechanische koeling door<br />
middel van een koelmachine.<br />
Categorie 2 Gebouwen met centrale verwarming met<br />
radiatoren of convectors. Mechanische<br />
ventilatie door middel van een centraal-<br />
mechanisch luchtsysteem, eventueel be-<br />
vochtiging in de winter, geen koeling door<br />
middel van koelmachines.<br />
Categorie 3 Gebouwen met volledige regeling van<br />
de luchttemperatuur en luchtvochtig-<br />
heid tijdens kantoortijd in de winter en de<br />
zomer.<br />
Raamgroot te en raamsysteem<br />
Ook is aandacht besteed aan de beheersing van het<br />
binnenklimaat in de zomer indien geen mechanische<br />
koeling wordt toegepast, dus in het geval van de cate-<br />
gorieën 1 en 2. Hiervoor zijn methoden gegeven om<br />
raamsystemen en de grootte van het raam te selecte-<br />
ren, respectievelijk te dimensioneren.<br />
In bijlage C wordt een overzicht gegeven van de bekend-<br />
ste centrale klimaatregelinstallaties, onderscheiden<br />
naar de drie genoemde categorieën 1, 2 en 3. Hierbij<br />
wordt onder andere ingegaan op de principewerking,<br />
ontwerpuitgangspunten, eigenschappen en toepassin-<br />
gen. Bijlage D geeft een overzicht van de beschikbare<br />
energie-adviseringsgereedschappen voor gebouwen<br />
en bijlage E gaat in op de Nederlandse Energieprestatie-<br />
norm voor Utiliteitsgebouwen NEN 2916.<br />
Publicatie 22<br />
Energiegebruik in schoolgebouwen.<br />
Deze publicatie bevat een berekeningsmethode ter<br />
vaststelling van het energiegebruik voor de verwar-<br />
ming van schoolgebouwen. De publicatie is bedoeld<br />
voor adviseurs, installateurs en gebouwbeheerders die<br />
willen nagaan welk energiegebruik voor een bepaald<br />
schoolgebouw als redelijk mag worden verondersteld.<br />
Tevens kan men onderzoeken hoeveel energiebespa-<br />
ring bepaalde maatregelen kunnen opleveren. In de<br />
publicatie zijn een aantal richtwaardentabellen opge-<br />
nomen waarmee men zonder veel rekenwerk het ener-<br />
giegebruik snel kan bepalen.<br />
Publicatie 23<br />
Correctieprocedure referentiejaar naar<br />
actueel jaar.<br />
Het energiegebruik van een gebouw of installatie is<br />
onder andere afhankelijk van het buitenklimaat. Veel<br />
energieberekeningen worden uitgevoerd met klimaat-<br />
gegevens van een (verkort) referentiejaar volgens NEN<br />
5060 (zie ook ISSO-publicatie 12).<br />
Deze berekeningen geven dan een resultaat dat gemid-<br />
deld over een langere periode juist is. Wil men nu het<br />
met een (verkort) referentiejaar berekende energiege-<br />
bruik vergelijken met het gemeten energiegebruik in<br />
een bepaald jaar, dan is dit niet zonder meer mogelijk<br />
omdat het klimaat van geen enkel jaar gelijk is aan dat<br />
van de voorgaande jaren.<br />
Om toch het energiegebruik van een gebouw of de<br />
opbrengst van een zonneboilerinstallatie te kunnen<br />
ISSO jaarboek<br />
48 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
vergelijken met de berekende waarde is een correctie<br />
nodig. In deze publicatie wordt hiervoor een correctie-<br />
procedure gegeven.<br />
Publicatie 24<br />
Installatiegeluid.<br />
Deze publicatie is een hulpmiddel bij het maken van<br />
geluidsberekeningen.<br />
Behandeld wordt het geluid veroorzaakt of overgedra-<br />
gen door technische installaties in het algemeen en<br />
luchttechnische systemen in het bijzonder.<br />
Enerzijds wordt uitvoerig ingegaan op de theorie en de<br />
achtergronden van het rekenen aan geluid. Anderzijds<br />
wordt veel aandacht besteed aan de benodigde prakti-<br />
sche gegevens voor geluidsberekeningen. In een apart<br />
hoofdstuk wordt ook aandacht besteed aan trillings-<br />
isolatie van opgestelde installaties. Verder wordt aan-<br />
dacht geschonken aan normen, geldend voor installa-<br />
tiegeluid binnen en buiten gebouwen.<br />
Als toelichting op de gegeven methoden voor geluids-<br />
berekeningen zijn een aantal uitgebreide rekenvoor-<br />
beelden opgenomen.<br />
Publicatie 25<br />
Optimale leidingisolatie.<br />
Deel 1 bevat een tabellenboek met een groot aantal<br />
tabellen, zodat de optimale isolatiedikte c.q. de beno-<br />
digde isolatiedikte om condensatie te voorkomen voor<br />
de meeste in de praktijk voorkomende gevallen snel<br />
kan worden afgelezen.<br />
Deel 2 bevat een handberekeningsmethode voor het<br />
bepalen van de economisch optimale isolatiedikte en<br />
een handberekeningsmethode voor het bepalen van<br />
de benodigde isolatie om condensatie te voorkomen.<br />
Beide methoden zijn, waar mogelijk, voorzien van tabel-<br />
len en grafieken met informatie over de in te voeren<br />
gegevens. In de bijlagen zijn de fysische achtergron-<br />
den van beide berekeningsmethoden uiteengezet.<br />
Publicatie 26<br />
Uit wendige corrosiebestrijding.<br />
Deze publicatie bevat aanbevelingen om uitwendige<br />
corrosie van verwarmings- en luchtbehandelingsin-<br />
stallaties te voorkomen of uit te stellen (ter voorkoming<br />
van inwendige corrosie wordt verwezen naar publica-<br />
tie 13). Na een omschrijving van de belangrijkste ach-<br />
tergronden van corrosie en corrosiebestrijding worden<br />
49<br />
aanbevelingen gedaan die betrekking hebben op het<br />
voorkomen en bestrijden van corrosie.<br />
Publicatie 27<br />
Lucht filters voor comfor tinstallaties.<br />
De publicatie is een informatiebron voor hen die zich<br />
bezighouden met het ontwerpen, installeren en gebrui-<br />
ken van luchtfilters in luchtbehandelingsinstallaties.<br />
Een overzicht wordt gegeven van de factoren die een<br />
rol spelen bij het selecteren van filters.<br />
De publicatie behandelt in hoofdzaak mechanische fil-<br />
ters, doch veel zaken gelden voor filters in het alge-<br />
meen. Ook aan exploitatiekosten wordt ruim aandacht<br />
besteed.<br />
Publicatie 28<br />
Gebalanceerde ventilatie in woningen<br />
(aanbevelingen voor ont werp en uit voering<br />
van ventilatiesystemen met<br />
warmteterugwinning).<br />
(Deze publicatie is ver vangen door<br />
ISSO-publicatie 62.)<br />
Publicatie 29<br />
Stralingsver warming in hoge ruimten ;<br />
indirect systeem.<br />
De publicatie geeft richtlijnen voor het ontwerpen van<br />
stralingsverwarming in hoge ruimten (min. 4 m). Deze<br />
stralingsverwarming bestaat uit stralingspanelen, die<br />
met een verwarmingsmedium doorstroomd worden<br />
(indirect systeem).<br />
Voor praktisch gebruik is een handberekeningsme-<br />
thode afgeleid, waarmee op basis van gebouweigen-<br />
schappen en behaaglijkheidswensen op betrouwbare<br />
wijze een installatie kan worden ontworpen.<br />
De methode sluit aan bij de in ISSO-publicatie 4 gevolgde<br />
werkwijze.<br />
De berekening van het oppervlak van de stralingspa-<br />
nelen wordt gegeven, daar de bedrijfswijze een grote<br />
invloed heeft op de benodigde opwarmtoeslag.<br />
Publicatie 30<br />
Tapwaterinstallaties in woningen.<br />
Deze publicatie behandelt de drinkwaterinstallaties in<br />
woningen en gaat in op het water- en energiegebruik<br />
en de hieruit voortvloeiende consequenties voor het<br />
ontwerp.
Aanbevelingen en kwaliteitseisen worden gegeven voor<br />
het ontwerp en de uitvoering van tapwaterinstallaties.<br />
Met behulp van deze publicatie is de ontwerper in staat<br />
tapwaterinstallaties te realiseren welke voldoen aan de<br />
door de samenleving gestelde eisen en aan de thans<br />
geldende voorschriften en normen ten aanzien van uit-<br />
voering, water- en energiegebruik, geluidsoverlast en<br />
comfort.<br />
Publicatie 31<br />
Meetpunten en meetmethoden voor<br />
klimaatinstallaties.<br />
Het aantal meetpunten in een klimaatregelinginstallatie<br />
is vaak te gering om op behoorlijke wijze, volgens het<br />
ontwerp, volumestromen in te stellen of om te controle-<br />
ren of een installatie of onderdelen hiervan op de juiste<br />
wijze functioneren. In het geval van storing is het vaak<br />
noodzakelijk via de meetpunten informatie te verkrij-<br />
gen, opdat de storing op doelmatige wijze kan worden<br />
opgelost. De publicatie geeft niet alleen aan waar<br />
meetpunten in een installatie moeten worden opgeno-<br />
men, maar ook welke meetmethoden hierbij dienen te<br />
worden gehanteerd, opdat een betrouwbaar meetresul-<br />
taat wordt verkregen. Met deze publicatie is niet alleen<br />
bereikt dat de ontwerper/installateur een praktisch<br />
gereedschap heeft bij de realisatie en het beheer van<br />
de installaties maar ook dat tijdens het overleg tussen<br />
opdrachtgever, ontwerper en installateur een referen-<br />
tiedocument voorhanden is betreffende het benodigd<br />
aantal meetpunten en de te hanteren meetmethoden<br />
bij de realisatie en het beheer van de installatie.<br />
Publicatie 32<br />
Temperatuursimulatieprogramma’s ;<br />
uitgangspunten.<br />
Temperatuursimulatieprogramma’s worden o.a. ge-<br />
bruikt voor energieberekeningen of bepaling van het<br />
aantal uren met een te hoge binnentemperatuur. De<br />
resultaten van deze programma’s hangen sterk af van<br />
de gebruikte invoergegevens. Deze publicatie gaat<br />
nader in op de belangrijkste invoerparameters voor<br />
temperatuursimulatieberekeningen.<br />
De publicatie geeft een standaardbeschrijving voor de<br />
invoergrootheden voor deze berekeningen. Door de in<br />
deze publicatie aanbevolen standaard van toepassing<br />
te verklaren, hebben de betrokken partijen (ontwerpers<br />
en opdrachtgevers) zekerheid dat de ontwerpbereke-<br />
ningen op dezelfde invoergegevens zijn gebaseerd.<br />
Deze standaardisatie betreft het gebruik van definities,<br />
het geven van schakelwaarden voor bijvoorbeeld ver-<br />
lichting en zonwering en de simulatie van gebruikers-<br />
gedrag. Ook wordt het gebruik van verschillende kli-<br />
maatbestanden in de praktijk nader toegelicht.<br />
Publicatie 33<br />
Kengetallen en vuistregels - hulpmiddel bij<br />
het ont werp van gebouwen.<br />
Veelal moet reeds in een zeer vroeg stadium van het<br />
bouwproces een raming gemaakt worden van ruimte-<br />
behoefte, ontwerpparameters, capaciteiten en kosten<br />
van installaties en installatiedelen.<br />
Deze publicatie bevat een verzameling kengetallen<br />
voor vuistregels bij de ondersteuning van het ontwerp<br />
van werktuigkundige en elektrotechnische gebouw-<br />
installaties. Als onderlegger is de Engelse BSRIA-<br />
publicatie ‘Rules of Thumb’ gebruikt. Deze is bewerkt<br />
en uitgebreid voor de Nederlandse ontwerppraktijk.<br />
Hierbij is gebruik gemaakt van bestaande publicaties<br />
op het gebied van kengetallen en de kennisinbreng van<br />
de ISSO-kontaktgroep. Kosten kengetallen zijn in deze<br />
publicatie niet opgenomen.<br />
De vermelde kengetallen hebben betrekking op speci-<br />
fieke situaties:<br />
• vaststellen van benodigde ruimte;<br />
• uitgangspunten voor het ontwerp;<br />
• vaststellen warmtelast, koellast en elektrische last;<br />
• dimensioneren van elektrische installaties;<br />
• dimensioneren van werktuigkundige installaties.<br />
Hoewel de kengetallen gemakkelijk te hanteren zijn,<br />
is een waarschuwing op zijn plaats. Ondeskundige<br />
interpretatie gebaseerd op foutieve inschattingen door<br />
onervaren gebruikers van deze publicatie kan tot onzin-<br />
nige uitkomsten leiden. De kengetallen dienen derhalve<br />
niet door onervaren ontwerpers gebruikt te worden.<br />
Publicatie 3 4<br />
Stralingsver warming in hoge ruimten<br />
(direct systeem).<br />
Deze publicatie geeft richtlijnen voor het ontwerpen van<br />
stralingsverwarming in hoge ruimten (min. hoogte 4 m).<br />
Deze stralingsverwarming bestaat uit direct met aard-<br />
gas gestookte stralingstoestellen (direct gestookt).<br />
Als voorbeelden van hoge ruimten kunnen sportza-<br />
len, werkplaatsen, magazijnen en hangars worden<br />
genoemd.<br />
Als karakterisering van ‘hoge ruimten’ geldt dat deze<br />
veelal groot van afmetingen en vrijstaand zijn.<br />
ISSO jaarboek<br />
50 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
Voor praktisch gebruik is een eenvoudige handbereke-<br />
ningsmethode afgeleid, waarmee op basis van de ge-<br />
bouw eigenschappen en behaaglijkheidwensen op be-<br />
trouwbare wijze een installatie kan worden ontworpen.<br />
Bij het berekenen van de capaciteit van de stralings-<br />
panelen speelt behalve het transmissie- en ventila-<br />
tiewarmteverlies ook de gewenste opwarmtoeslag,<br />
afhankelijk van de bedrijfswijze en de vloerafwerking,<br />
een belangrijke rol.<br />
Omdat het energiegebruik van stralingsverwarming<br />
niet uitsluitend wordt bepaald door stationaire warmte-<br />
verliezen, maar in belangrijke mate door het dynamisch<br />
gedrag van de vloerconstructie zijn hiervoor richtlijnen<br />
gegeven. De gepresenteerde waarden voor energiege-<br />
bruiken zijn gebaseerd op een voorbeeldgebouw en<br />
moeten derhalve uitsluitend als richtwaarden worden<br />
gezien.<br />
Publicatie 35<br />
Van automatisering naar gebouwbeheer.<br />
(een overzicht van de stand van zaken)<br />
Deze publicatie geeft informatie over de technische en<br />
technisch-organisatorische aspecten rond het beheer<br />
van gebouwtechnische installaties. Het betreft een<br />
overzicht van de stand van zaken. In de publicatie<br />
komen aan de orde:<br />
− managementinformatie;<br />
− software;<br />
− datacollection;<br />
− communicatie en koppeling;<br />
− begrippenlijst gebouwbeheersystemen.<br />
Publicatie 3 6<br />
Standaardvraagspecificatie voor<br />
installaties in gebouwen.<br />
De standaardvraagspecificatie bestaat uit nalooplijsten<br />
met behulp waarvan het overleg met de opdrachtgever<br />
en overige bouwpartners kan worden gestructureerd.<br />
Het gaat hierbij om het vastleggen van alle afspraken<br />
of aandachtspunten die voor de installateurs of andere<br />
partners van belang zijn.<br />
Men kan de lijsten gebruiken voor externe maar ook<br />
voor interne besprekingen. Door het laatste kan<br />
bepaald worden welke vragen extern gesteld dienen te<br />
worden. Tenslotte gaat invulling van de vraagspecifica-<br />
tie uit van de eigen deskundigheid.<br />
51<br />
Door de meegeleverde diskette:<br />
– kan een selectie worden gemaakt van welke lijsten<br />
voor dit project van belang zijn;<br />
– kunnen de lijsten voor het doel worden aangepast;<br />
– kunnen afspraken efficiënt worden vastgelegd en<br />
worden verspreid.<br />
De vraagspecificatie kan in elke fase van het project<br />
worden gebruikt.<br />
Door de meegeleverde diskette:<br />
– kan een selectie worden gemaakt van welke lijsten<br />
voor dit project van belang zijn;<br />
– kunnen de lijsten voor het doel worden aangepast;<br />
– kunnen afspraken efficiënt worden vastgelegd en<br />
worden verspreid.<br />
De vraagspecificatie kan in elke fase van het project<br />
worden gebruikt.<br />
Publicatie 37<br />
Energiewijzer kantoorgebouwen.<br />
Door wetgeving en wensen van een opdrachtgever<br />
speelt een doelstelling voor het energiegebruik bij aan-<br />
vang van het ontwerp een steeds belangrijkere rol.<br />
Om een beoogde energiedoelstelling te realiseren<br />
vergt het ontwerp van gebouw en klimaatinstallaties<br />
steeds nadrukkelijker een integrale aanpak van de ont-<br />
werpende partijen.<br />
Met de publicatie ‘Energiewijzer kantoorgebouwen’<br />
kan de invloed van ontwerpbeslissingen op het ener-<br />
giegebruik van klimaatinstallaties reeds in de vooront-<br />
werpfase (VO) snel zichtbaar worden gemaakt. Indien<br />
het energiegebruik hoger is dan de doelstelling kunnen<br />
met de Energiewijzer tijdens het VO de vereiste aan-<br />
passingen weloverwogen worden gemaakt. Achteraf<br />
zijn deze zowel technisch als financieel vaak niet meer<br />
mogelijk. Deze publicatie dient dan ook bij uitstek als<br />
communicatiemiddel tussen de ontwerpende partijen<br />
bij het tot stand brengen van een energetisch goede<br />
basis in het VO.<br />
De bepaling van het energiegebruik kan eenvoudig aan<br />
de hand van tabellen handmatig worden uitgevoerd.<br />
De ‘wijzer’ functie komt tot uitdrukking doordat door<br />
kleuring is aangegeven of uitgangspunten naar ver-<br />
wachting tot een energiezuinig ontwerp zullen leiden.<br />
De delen van het VO-proces kunnen worden doorlopen<br />
aan de hand van een energiedoelstelling. Tevens is het
mogelijk elk deel afzonderlijk te beschouwen.<br />
In VO-deel 1 wordt eenvoudig het verband weergege-<br />
ven tussen de belangrijkste bouwfysische en instal-<br />
latietechnische ontwerpuitgangspunten en de interne<br />
warmtelast in relatie tot de thermische behaaglijkheid<br />
en het energiegebruik.<br />
In VO-deel 2 wordt per klimaatsysteem de energiebe-<br />
hoefte (exclusief opwekking!) bepaald. Deze energie-<br />
behoefte is onderverdeeld in verwarming, bevochti-<br />
ging, koeling en transport.<br />
Tenslotte wordt in VO-deel 3 een keuze gemaakt voor<br />
de opwekkingsinstallaties aan de hand van de rende-<br />
menten van (combinaties van) opwekkers van warmte<br />
en koude. Daarnaast komen de energiegebruiken voor<br />
verlichting, apparatuur en warmtapwater globaal aan<br />
de orde, zodat een totaalbeeld van het energiegebruik<br />
ontstaat.<br />
Tenslotte wordt ten behoeve van de DO- (definitief<br />
ontwerp) fase checklisten gegeven van te overwegen<br />
extra energiebesparende maatregelen met de daarbij<br />
behorende besparingseffecten.<br />
Publicatie 3 8<br />
Handboek Warmtepompen.<br />
In dit ISSO-handboek zijn de praktische kennis en<br />
ervaring met betrekking tot het toepassen van warm-<br />
tepompen in de gebouwde omgeving gebundeld. Het<br />
handboek is een gereedschap om verantwoorde en<br />
succesvolle toepassingen te realiseren toegespitst op<br />
de Nederlandse situatie. Onderscheid wordt gemaakt<br />
in mechanische- en thermische warmtepompen. De<br />
mechanische warmtepomp wordt weer onderscheiden<br />
in het elektromotor- en gasmotorgedreven type. Bij<br />
de thermische warmtepomp wordt het gasgestookte<br />
absorptietype behandeld.<br />
Voor een succesvolle toepassing is het van belang dat voor-<br />
delen, randvoorwaarden en gevolgen voor het ontwerp en<br />
gebruik in een vroeg stadium overzien kunnen worden.<br />
Met het handboek wordt daarom de gehele ‘levensloop’<br />
van een warmtepomp in beschouwing genomen.<br />
In deze levensloop wordt onderscheid gemaakt in de<br />
fasen:<br />
− Programma van eisen (initiatief, haalbaarheid en<br />
projectdefinitie);<br />
− Ontwerp (structuur-, voorlopig- en definitief<br />
ontwerp);<br />
− Uitwerking (bestek en prijsvorming);<br />
− Realisatie (werkvoorbereiding, uitvoering en<br />
oplevering);<br />
− Gebruik (beheer en onderhoud);<br />
− Sloop.<br />
De diepgang van de informatie is afgestemd op dat<br />
wat in de beschouwde fase nodig en beschikbaar is.<br />
Belangrijke hulpmiddelen zijn daarbij beslisbomen,<br />
kengetallen en procedures, waarmee snel inzichtelijk<br />
wordt welk proces doorlopen moet worden, op welke<br />
wijze dat het beste kan gebeuren en welke invoergege-<br />
vens daarbij nodig zijn.<br />
Hoewel veel informatie is toegespitst op ontwerpende,<br />
installerende en beherende partijen, bevat het hand-<br />
boek ook voor de samensteller van het programma van<br />
eisen belangrijke informatie.<br />
In diverse bijlagen zijn verder hulpmiddelen en richt-<br />
waarden opgenomen voor het uitvoeren van haal-<br />
baarheidsstudies, energieberekeningen, bepaling van<br />
de efficiëntie, het rapporteren van energiegebruiken en<br />
onderhoud en dergelijke. Daar-naast zijn enkele prak-<br />
tijkvoorbeelden opgenomen.<br />
Publicatie 39<br />
Langetermijnkoudeopslag in de bodem.<br />
Langetermijnkoudeopslag in de bodem of kortweg LTK<br />
is uitgegroeid tot een technisch betrouwbare en milieu-<br />
vriendelijke manier van koelen. De methode kan ook<br />
economisch interessant zijn als aan een aantal rand-<br />
voorwaarden qua schaalgrootte en temperatuurstra-<br />
jecten is voldaan. Deze publicatie beschrijft de ver-<br />
schillende onderdelen van een koudeopslaginstallatie.<br />
Daarnaast biedt deze publicatie inzicht in het eerste<br />
deel van het realisatietraject, het haalbaarheidson-<br />
derzoek. Het haalbaarheidsonderzoek bestaat uit een<br />
quickscan, het formuleren van het Programma van<br />
Eisen, het selecteren van relevante installatieconcep-<br />
ten, het opstellen van het voorontwerp en het beoorde-<br />
len van de haalbaarheid ervan. In de publicatie wordt<br />
ook ruim aandacht besteed aan de benodigde ver-<br />
gunningen en de benodigde tijd voor de verschillende<br />
fasen in het onderzoek c.q. de realisering.<br />
De publicatie is bedoeld voor de professionele<br />
opdrachtgever, de ontwerper, de adviseur en de ont-<br />
werpende installateur.<br />
Publicatie 4 0<br />
Werkplekklimatisering door<br />
verdringingsventilatie.<br />
De publicatie behandelt verdringingsventilatie in de<br />
kantooromgeving. Het betreft een ventilatiesysteem<br />
ISSO jaarboek<br />
52 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
waarbij lucht met een temperatuur die een paar graden<br />
onder vertrekluchttemperatuur ligt wordt toegevoerd.<br />
Ingegaan is op de systeemkenmerken en de werking<br />
in zowel het zomer- als het winterseizoen. Aangegeven<br />
wordt ook wat het toepassingsgebied is.<br />
In een apart hoofdstuk worden ontwerprichtlijnen<br />
geformuleerd.<br />
ISSO-publicatie 40 is vervangen door het ISSO/Rehva-<br />
rapport 900 ‘Verdringingsventilatie voor niet industriële<br />
toepassingen’.<br />
Publicatie 41<br />
Energiewijzer woningen.<br />
De Energiewijzer voor woningen maakt de invloed en<br />
samenhang van de verschillende energiebesparing-<br />
mogelijkheden op het totale energiegebruik van een<br />
woning inzichtelijk. De Energiewijzer is een gereed-<br />
schap waarmee de ontwerpers al in een vroeg stadium<br />
van het ontwerp (voorontwerp) op een eenvoudige<br />
wijze een afweging kunnen maken tussen de verschil-<br />
lende in te zetten middelen bij het realiseren van een<br />
energiedoelstelling. De in het Bouwbesluit gestelde<br />
eisen en wensen van een opdrachtgever maken het<br />
hanteren van een energiedoelstelling noodzakelijk.<br />
Het werken met de Energiewijzer gebeurt in drie stap-<br />
pen. In de eerste stap wordt de energiedoelstelling<br />
bepaald. In de tweede stap worden, afhankelijk van<br />
het type woning, de energiebehoefte (vraagkant) en<br />
de wijze van energieopwekking vastgesteld. In de laat-<br />
ste stap wordt het verwachte energiegebruik van de<br />
woning uitgedrukt in primaire energie (m 3 aeq), waarbij<br />
de relatie met de wettelijk geëiste EPC conform NEN<br />
5128 (energieprestatiecoëfficiënt) wordt gelegd.<br />
Publicatie 4 3<br />
Concepten voor klimaatinstallaties.<br />
Deze publicatie geeft een overzicht van mogelijke<br />
installatieconcepten ten behoeve van de klimatisering<br />
van utiliteitsgebouwen. Om alle mogelijke installatie-<br />
concepten en installatievarianten in beeld te brengen<br />
is op een systematische wijze een compleet overzicht<br />
van de mogelijkheden gegenereerd, waarbij de syste-<br />
men eenduidig zijn geclassificeerd en benoemd. De<br />
publicatie bevat een keuzemethode met behulp waar-<br />
van het ontwerpteam (opdrachtgever, architect, ont-<br />
werper van klimaatinstallaties) tot een juiste installatie-<br />
conceptkeuze zal komen.<br />
53<br />
De publicatie is een instrument, waarmee de keuze<br />
(voorselectie) van het toe te passen installatiecon-<br />
cept evenwichtiger, eenvoudiger, meer onderbouwd en<br />
beter overdraagbaar tot stand zal komen. Specifieke<br />
kennis en ervaring van de ontwerper van klimaatinstal-<br />
laties blijft echter onontbeerlijk om een optimale keuze<br />
te maken en de installatie in al zijn facetten in het des-<br />
betreffende project in te passen.<br />
De keuzemethode is samengevat in ‘werkbladen’, die<br />
zo zijn opgezet dat zij in principe zonder toelichtende<br />
tekst kunnen worden gebruikt. Zij dienen als referentie-<br />
bladen tijdens het doorlopen van het selectieproces.<br />
Publicatie 4 4<br />
Ont werp van hydraulische schakelingen<br />
voor ver warmen.<br />
Deze ISSO-publicatie geeft een methode voor het ont-<br />
werp van hydraulische schakelingen voor verwarmen.<br />
De ontwerpmethode omvat zowel de vollastsituatie als<br />
de deellastsituaties van een hydraulische schakeling.<br />
Rekening houden met deellastsituaties is en wordt<br />
binnen het ontwerp steeds belangrijker in verband<br />
met de eisen die worden gesteld aan het binnenkli-<br />
maat en energiegebruik. De ontwerpmethode gaat uit<br />
van gestandaardiseerde hydraulische subschakelin-<br />
gen (modulen). Van deze modulen wordt ook gebruik<br />
gemaakt in ISSO-publicaties 31 en 42 ‘Meetpunten en<br />
meetmethoden’. De gestandaardiseerde modulen zijn<br />
geschikt voor alle soorten installaties met hoge, lage<br />
of verschillende temperatuurniveaus. Het ontwerp van<br />
hydraulische schakelingen hangt nauw samen met de<br />
overige ontwerpactiviteiten. In deze publicatie wordt<br />
daarom aangegeven welke gegevens nodig zijn uit<br />
voorliggende ontwerpactiviteiten en welke gegevens<br />
nodig zijn na het ontwerp van de hydraulische scha-<br />
keling. De in deze publicatie gepresenteerde ontwerp-<br />
methode is een basismethode waarmee in principe<br />
een goed functionerende hydraulische schakeling voor<br />
verwarmen kan worden gerealiseerd. De ontwerper<br />
kan en mag van deze basismethode afwijken als het<br />
gaat om een creatieve oplossing voor een hydraulische<br />
schakeling die met of zonder de standaardmodules<br />
kan worden gerealiseerd. Men dient in dit geval wel<br />
voldoende kennis te hebben van het gedrag van een<br />
hydraulische schakeling en niet in strijd handelen met<br />
de in deze publicatie vermelde ontwerpeisen en ont-<br />
werpregels, zoals genoemd bij het samenstellen van<br />
de modulen.
Publicatie 4 5<br />
Methoden voor energiebesparingsberekeningen.<br />
Onderbouwingsmethode<br />
EnergieBesparingsFonds (EBF ).<br />
Het EnergieBesparingsFonds (EBF) geeft financie-<br />
ringsmogelijkheden voor niet-huishoudelijke klan-<br />
ten van de energiedistributiebedrijven (uitgezonderd<br />
woningbouwverenigingen, kamerverhuurbedrijven en<br />
dergelijke). De terugverdientijd van de meer-investe-<br />
ring dient minimaal 1 en maximaal 7 jaar te bedragen.<br />
Indien de terugverdientijd groter is dan 3 jaar kan de<br />
klant om een kredietkorting van 20% verzoeken.<br />
De onderbouwingsmethode energieberekeningen voor<br />
het EBF bevat rekenbladen waarmee op eenvoudige<br />
doch betrouwbare wijze van een groot aantal ener-<br />
giebesparende opties de terugverdientijd kan worden<br />
vastgesteld. De meer-investering dient door de klant/<br />
aannemer/installateur te worden bepaald.<br />
De energiebesparende opties hebben betrekking op<br />
de volgende aspecten:<br />
− bouwkunde;<br />
− verlichting;<br />
− warmtapwater;<br />
− klimaatinstallatie;<br />
− combinaties van bovengenoemde aspecten.<br />
In de publicatie is een rekenvoorbeeld opgenomen.<br />
Publicatie 4 6<br />
Ont werp van individuele hydraulische<br />
schakelingen voor ver warmen van<br />
eengezinswoningen<br />
Dit rapport geeft een overzicht van de rekenmetho-<br />
den die zijn ontwikkeld om hydraulische modulen voor<br />
koelen te kunnen berekenen. Hierbij wordt ruim aan-<br />
dacht geschonken aan de warmteoverdracht in warm-<br />
tewisselaars, waarbij condensatie kan optreden.<br />
Theoretisch gezien bestaat er weinig verschil tussen<br />
hydraulische modulen voor koelen en hydraulische<br />
modulen voor verwarmen. Het verschil zit in de warm-<br />
teoverdracht, waardoor eisen en ontwerpregels voor<br />
hydraulische modulen voor koelen anders zijn dan<br />
die voor hydraulische modulen voor verwarmen, zoals<br />
weergegeven in ISSO-publicatie 44.<br />
In situaties waarbij sprake is van natte warmteover-<br />
dracht (condensatie) is slechts een beperkt aantal<br />
gebruikermodulen te berekenen. Het berekenen, waar-<br />
bij modulen met naregeling worden toegepast, is in<br />
het geval van condensatie zelfs onmogelijk. De reden<br />
hiervoor is dat de rekentechniek zo complex is dat het<br />
iteratieproces, dat nodig is om de natte warmteover-<br />
dracht te kunnen berekenen, vaak niet tot een einde<br />
komt. In de gevallen waar het wel tot een einde komt<br />
kan men alleen inzichtelijk maken hoe de schakeling<br />
omgaat met het ontvochtigen.<br />
In dit rapport is alle theoretische kennis vermeld die<br />
voorhanden is bij de analyse en realisatie van hydrau-<br />
lische schakelingen voor koelen, waar ontwerpers van<br />
deze installaties gebruik van moeten maken.<br />
Het is sterk aan te bevelen deze informatie via een ken-<br />
nisoverdrachttraject op dezelfde wijze te presenteren<br />
als in ISSO-publicatie 44. Tevens dienen in dit traject<br />
de combinaties voor warmte- en koudeopwekking<br />
nader te worden uitgewerkt in verband met het hier-<br />
mee te bereiken hoge energiebesparingspotentieel van<br />
10 tot 30 % ten opzichte van gescheiden warmte- en<br />
koudeopwekking.<br />
Publicatie 47<br />
Ont werp van hydraulische schakelingen<br />
voor koelen<br />
Bij het ontwerpen van een klimaatinstallatie zal eerst<br />
aan de hand van het programma van eisen een keuze<br />
gemaakt worden van het toe te passen concept (ISSO-<br />
43). Als het concept van de klimaatinstallatie bekend is,<br />
is het dus ook bekend welke apparaten (koelmachine,<br />
koelbatterij, etc.) in het concept toegepast worden.<br />
De vraag is dan hoe deze apparaten in een hydrauli-<br />
sche schakeling ingepast worden en hoe de hydrau-<br />
lische schakeling ontworpen wordt. De voorliggende<br />
ISSO-publicatie heeft als doel deze vragen te beant-<br />
woorden. Uitgangspunt hierbij is dat de keuze van het<br />
concept van de klimaatinstallatie met bijbehorende<br />
temperatuurniveaus etc. gemaakt is.<br />
De vraag is dus hoe de apparaten die onderdeel uit-<br />
maken van het concept van de klimaatinstallatie in een<br />
hydraulische schakeling ingepast worden. Om deze<br />
vraag te kunnen beantwoorden worden eerst in hoofd-<br />
stuk 2 de kenmerken van verschillende hydraulische<br />
(sub)schakelingen beschreven. In deze publicatie wordt<br />
een hydraulische schakeling onderverdeeld in subscha-<br />
kelingen voor opwekking, distributie en gebruikers.<br />
Deze subschakelingen worden modulen genoemd. De<br />
modulen worden onderverdeeld in passieve en actieve<br />
modulen. Op basis van dit kenmerk kunnen modulen<br />
ISSO jaarboek<br />
54 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
samengesteld worden. Een actieve opwekkermoduul<br />
en een passieve gebruikermoduul worden bijvoorbeeld<br />
met elkaar verbonden door een passieve distributie-<br />
moduul. Met deze methodiek is het mogelijk om op een<br />
juiste manier hydraulische subschakelingen (modulen)<br />
samen te stellen tot één geheel.<br />
Met de beschrijving van de modulen in hoofdstuk 2 is<br />
nog niet de vraag beantwoord wanneer nu deze modu-<br />
len toegepast dienen te worden. Hoofdstuk 3 geeft<br />
daarom aanwijzingen hiervoor. In dit hoofdstuk wordt<br />
beschreven dat een moduul geselecteerd kan worden<br />
op basis van:<br />
eigenschappen van het apparaat dat toegepast wordt;<br />
- noodzakelijke beveiligingen;<br />
- afstemming tussen gebruiker en opwekker;<br />
- praktische overwegingen.<br />
Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt in<br />
hoofdstuk 5 van deze publicatie toegelicht hoe een<br />
hydraulische schakeling samengesteld kan worden.<br />
Bij de voorbeelden wordt aandacht besteed aan geïn-<br />
tegreerde energiesystemen waarbij omschakeling van<br />
verwarmen naar koelen (dus eigenlijk gebruikers die<br />
ook toegepast worden als opwekkers) aan de orde<br />
komt.<br />
In de bijlagen van deze publicatie wordt nader ingegaan<br />
op ontwerpaspecten die in deze publicatie worden toe-<br />
gepast. In bijlage A wordt ingegaan op de eigenschap-<br />
pen van apparaten met betrekking tot hun inpassing<br />
in de hydraulische schakeling. In bijlage B wordt inge-<br />
gaan op het dimensioneren van een buffer. Bijlage C<br />
gaat uitvoeriger in op de eigenschappen van hydrau-<br />
lische gebruikermodulen en geeft hierbij richtwaarden<br />
voor ontwerpgegevens, zoals de Autoriteit van een<br />
regelafsluiter. In bijlage D wordt een overzicht gegeven<br />
voor het samenstellen van de modulen tot een hydrau-<br />
lische schakeling en bijlage E geeft achtergrondinfor-<br />
matie over pompen.<br />
Publicatie 4 8<br />
Koelplafonds /koelconvectoren.<br />
Richtlijn voor ont werp en uit voering.<br />
Indien bij het ontwerpproces van comfortinstallaties de<br />
mogelijke toepassing van klimaatplafonds of koelcon-<br />
vectoren wordt overwogen, biedt voorliggende ISSO<br />
publicatie de ontwerper een aantal gereedschappen<br />
om tot een juiste afweging te komen. Gedetailleerd<br />
worden de diverse klimaatplafond- en koelconvector-<br />
principes en -systemen beschreven en geanalyseerd<br />
55<br />
en in tabelvorm vergeleken, zodat snel een overzicht<br />
van de relevante aspecten kan worden verkregen.<br />
Normen, voorschriften en beoordelingsmethoden met<br />
betrekking tot comfort en capaciteit worden beschre-<br />
ven ten behoeve van ontwikkeling, ontwerp, uitvoe-<br />
ring en oplevering. Het ontwerpproces wordt in twee<br />
stappen beschreven. Eerst wordt ingegaan op de vele<br />
relevante ontwerpaspecten. Vervolgens wordt een<br />
rekenhandleiding verstrekt waarbij de installatie eerst<br />
op ruimteniveau en daarna op gebouwniveau wordt<br />
gedimensioneerd. De specifieke aspecten van klimaat-<br />
plafonds en koelconvectoren in de organisatie van het<br />
bouwproces worden compact besproken, waarbij in<br />
een groot aantal bijlagen checklists worden aangereikt<br />
voor de diverse fasen van het ontwerp- en bouwpro-<br />
ces. Tenslotte wordt ingegaan op de gebruiksfase.<br />
Publicatie 49<br />
Vloer ver warming /wandver warming en<br />
vloer-/wandkoeling.<br />
(herziening ISSO-publicatie 10)<br />
Deze publicatie is een herziening van de ISSO-publi-<br />
catie 10 ‘’Vloerverwarming’. Deze publicatie behandelt<br />
niet alleen vloerverwarming maar ook wandverwar-<br />
ming. Het betreft vooral verwarming voor woningen/<br />
woongebouwen en utiliteitsbouw. Industriële toepas-<br />
singen krijgt beperkte aandacht besteed.<br />
De publicatie gaat eerst in het kort in op de voordelen<br />
van laag temperatuur verwarming (LTV) systemen en<br />
behandelt vervolgende de verschillende typen vloer-
en wandverwarming. Daarna komen de dimensionering<br />
en projectering van de systemen aan bod. De dimen-<br />
sionering is in overeenstemming met de Europese<br />
norm NEN-EN 1264 deel 1 t/m 4. De ingebruikname en<br />
beproeving worden eveneens behandeld.<br />
Naast verwarmen wordt ook aandacht besteed aan<br />
vloer- en wandkoeling.<br />
Publicatie 50<br />
Kwaliteitseisen ver warmingsinstallaties<br />
woningen<br />
Deze publicatie geeft een eenduidig pakket van ont-<br />
werptechnische kwaliteitseisen voor goed functione-<br />
rende warmwaterverwarmingsinstallaties in woningen<br />
en woongebouwen. Het pakket is van toepassing voor<br />
verwarmingsinstallaties die op hoge ontwerptempera-<br />
tuur of op lage ontwerptemperatuur functioneren.<br />
Aan de hand van een globaal ontwerp- en relatie-<br />
schema wordt duidelijk aangegeven waar keuzen<br />
moeten worden gemaakt, welke factoren daarbij een<br />
rol spelen en deze elkaar beïnvloeden. Tevens wordt<br />
in het schema door verwijzing naar specificatiebladen<br />
naar specifieke informatie verwezen.<br />
De in de vorm van specificatiebladen uitgewerkte<br />
ontwerptechnische kwaliteitseisen en richtlijnen zijn<br />
gepresenteerd in de structuur van het Model Kwaliteits-<br />
beheersing Klimaatinstallaties (MKK), zodat in iedere<br />
fase van het voortbrengingsproces van een verwar-<br />
mingsinstallatie duidelijk is aan welke specificaties<br />
moet worden voldaan en welke informatie beschikbaar<br />
moet zijn om het voortbrengingsproces de doorlopen.<br />
Voor het voortbrengingsproces van ventilatie-installa-<br />
ties is eveneens in de structuur volgens MKK ISSO-<br />
publicatie 61 ontwikkeld. Daar waar de onderwerpen<br />
op de specificatiebladen van ISSO-publicatie 50 en 61<br />
elkaar overlappen zijn de nummering van de specifica-<br />
tiebladen en de inhoud op elkaar afgestemd. Tevens<br />
wordt vanuit de specificatiebladen in ISSO-publicatie<br />
50 voor bepaalde onderdelen verwezen naar ISSO-<br />
publicatie 61.<br />
IS SO-publicatie 5 0 digit aal<br />
ISSO-publicatie 50 is ook beschikbaar als CD-Rom.<br />
Deze CD-Rom geeft de gebruiker ondersteuning bij het<br />
werken conform ISSO-publicatie 50 en het vastleggen<br />
van alle stappen binnen het MKK bij het ontwerp en het<br />
specificeren van verwarmingsinstallaties in woningen.<br />
Publicatie 51 Warmteverliesberekening<br />
voor woningen en woongebouwen<br />
Deze publicatie bevat de berekeningsmethode voor het<br />
bepalen van het per vertrek te installeren vermogen en<br />
gaat nader in op het aansluitvermogen c.q. de bijdrage<br />
aan een collectieve bron. In de berekeningsmethode<br />
wordt onderscheid gemaakt in woningen/woongebou-<br />
wen die voldoen aan de (nieuwbouw) eisen van het<br />
Bouwbesluit en woningen/woongebouwen die er niet<br />
aan voldoen. Voor beide typen woningen/woongebou-<br />
wen zijn de volgende berekeningsmethoden opgeno-<br />
men:<br />
een verkorte methode voor het bepalen van het aan-<br />
sluitvermogen op basis van het schilverlies;<br />
een methode voor het bepalen van het per vertrek op<br />
te stellen vermogen;<br />
een methode voor de bepaling van het aansluitvermo-<br />
gen c.q. de bijdrage aan een collectieve bron.<br />
Het in een vertrek op te stellen vermogen bestaat uit<br />
een drietal bijdragen:<br />
het transmissiewarmteverlies;<br />
het ventilatiewarmteverlies;<br />
de toe te rekenen opwarmtoeslag voor opwarming na<br />
eventuele nachtverlaging of bedrijfsbeperking.<br />
De methode sluit aan bij de in ontwikkeling zijnde<br />
Europese norm EN 12831. In de nieuwe methode<br />
wordt rekening gehouden met LTV-systemen. Qua ter-<br />
minologie en maatvoering wordt aangesloten bij het<br />
Bouwbesluit. E.e.a. wordt toegelicht aan de hand van<br />
een aantal voorbeelden.<br />
Publicatie 53<br />
Warmteverliesberekening voor<br />
utiliteitsgebouwen<br />
Deze publicatie bevat de berekeningsmethode voor<br />
utiliteitsgebouwen met vertrekhoogten van 5 meter en<br />
lager. De berekeningsmethode bevat gegevens voor<br />
het bepalen van het per vertrek te installeren vermo-<br />
gen en gaat nader in op het aansluitvermogen c.q. de<br />
bijdrage aan een collectieve bron. In de berekenings-<br />
methode wordt onderscheid gemaakt in utiliteitsge-<br />
bouwen die voldoen aan de (nieuwbouw) eisen van het<br />
Bouwbesluit en (utiliteits)gebouwen die er niet aan vol-<br />
doen. Voor beide typen utiliteitsgebouwen zijn de vol-<br />
gende berekeningsmethoden opgenomen:<br />
een verkorte methode voor het bepalen van het aan-<br />
sluitvermogen op basis van het schilverlies;<br />
een methode voor het bepalen van het per vertrek op<br />
te stellen vermogen;<br />
een methode voor de bepaling van het aansluitvermo-<br />
ISSO jaarboek<br />
56 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
gen c.q. de bijdrage aan een collectieve bron.<br />
Het in een vertrek op te stellen vermogen bestaat uit<br />
een drietal bijdragen:<br />
• het transmissiewarmteverlies;<br />
• het ventilatiewarmteverlies;<br />
• de toe te rekenen opwarmtoeslag voor opwarming<br />
na eventuele nachtverlaging of bedrijfsbeperking.<br />
Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de opwarming<br />
na een meerdaagse bedrijfsbeperking en een dage-<br />
lijkse bedrijfsbeperking. De methode sluit aan bij de in<br />
ontwikkeling zijnde Europese norm EN 12831.<br />
In de nieuwe methode wordt rekening gehouden met<br />
LTV-systemen. Qua terminologie en maatvoering<br />
wordt aangesloten bij het Bouwbesluit. E.e.a. wordt<br />
toegelicht aan de hand van een voorbeeld. Woningen<br />
en woongebouwen worden behandeld in ISSO-publi-<br />
catie 51. Het bepalen van de warmtebehoefte van indu-<br />
striegebouwen of ruimten hoger dan 5 m geschiedt in<br />
ISSO-publicatie 57.<br />
Publicatie 54<br />
Energie Diagnose Referentie (EDR)<br />
Bij energieadvisering in gebouwen worden inzichten<br />
en vermoedens ondersteund met berekeningen. Voor<br />
deze berekeningen kan gebruik gemaakt worden van<br />
rekenmethoden, variërend van eenvoudig tot complex<br />
en gedetailleerd.<br />
Het doel van EDR (Energie Diagnose Referentie) is om<br />
57<br />
voor deze rekenmethoden vast te kunnen stellen:<br />
- het toepassingsgebied;<br />
- de minimaal in rekening te brengen energiestromen<br />
voor een bepaalde toepassing;<br />
- de betrouwbaarheid van de berekeningsresultaten.<br />
Het toepassingsgebied kan vastgesteld worden door<br />
het invullen van een matrix. De minimaal in rekening<br />
te brengen energiestromen zijn bedoeld om een mini-<br />
mum aantal energiebesparende opties tot hun recht te<br />
laten komen.<br />
Met een testprocedure wordt de betrouwbaarheid<br />
vastgesteld. Deze procedure bevat daartoe cases die<br />
uitgevoerd moeten worden en criteria waaraan de uit-<br />
komsten moeten voldoen.<br />
De onderdelen van EDR kunnen afzonderlijk en op<br />
zichzelf staand gebruikt worden. Ook kan EDR ingezet<br />
worden voor het verkrijgen van een attest op één of<br />
meer delen van een methode. Dit attest vormt een kwa-<br />
liteitsgarantie voor de geteste toepassing. In een BRL<br />
(Beoordelingsrichtlijn) zijn de prestatie-eisen (waaron-<br />
der de minimaal benodigde energiestromen en de ver-<br />
eiste betrouwbaarheid) van een bepaalde toepassing<br />
van een rekenmethode dan vastgelegd. Het voorlig-<br />
gende EDR voor horecagebouwen is ingericht naar de<br />
huidige stand van kennis en inzichten. Nieuwe ontwik-<br />
kelingen en inzichten zullen uitbreiding in de toekomst<br />
noodzakelijk maken. Bij de opzet van EDR is hiermee<br />
rekening gehouden.<br />
Publicatie 55<br />
Tapwaterinstallaties in woon- en<br />
utiliteitsgebouwen<br />
De realisatie van grote tapwaterinstallaties is een com-<br />
plex proces. Vanaf het inventariseren van de wensen<br />
van de opdrachtgever tot het veilig en kosten-effec-<br />
tief beheer van een grote tapwaterinstallatie krijgen<br />
opdrachtgevers, ontwerpers en realisatoren te maken<br />
met een grote verscheidenheid aan randvoorwaarden.<br />
ISSO-publicatie 55 ‘Tapwaterinstallaties in woon- en<br />
utiliteitsgebouwen’ biedt een leidraad en een inhoude-<br />
lijk naslagwerk voor het gehele proces van de realisatie<br />
van een grote tapwaterinstallatie. Daarbij komen aan<br />
de orde:<br />
• het verzamelen van informatie ten behoeve van het<br />
ontwerp van de tapwaterinstallatie (het programma<br />
van eisen);<br />
• het ontwerp van de diverse onderdelen van de tap-<br />
waterinstallatie (leidingsysteem, warmtapwaterbe-<br />
reiding, drukverhoging en circulatiesystemen);
• de realisatie van de tapwaterinstallatie;<br />
• het beheer van de tapwaterinstallatie.<br />
Met rekenvoorbeelden, stappenplannen en invultabellen<br />
is het ontwerpproces inzichtelijk en toegankelijk gemaakt.<br />
Toolshop<br />
In de ISSO toolshop is software opgenomen waar-<br />
mee tapwaterinstallaties conform ISSO-publicatie 55<br />
kunnen worden berekenend.<br />
Publicatie 55.1<br />
(herziene versie <strong>2005</strong>)<br />
Praktijkhandleiding ‘Legionellapreventie<br />
in leidingwater’<br />
ISSO-publicatie 55.1 Handleiding Legionellapreventie<br />
in leidingwater is geheel herzien ten opzichte van de<br />
eerste versie. Zij geeft een uitwerking voor de risico-<br />
analyse van collectieve leidingwaterinstallaties die<br />
vallen onder de specifieke Legionella-wetgeving.<br />
Daarnaast geeft de publicatie voorstellen voor instal-<br />
latieaanpassingen en regels voor het opstellen van een<br />
beheersplan.<br />
Door de wijziging van het Waterleidingbesluit en daar-<br />
naast de nieuwe inzichten en kennis die de afgelopen<br />
vier jaar zijn opgedaan, was een algehele herziening<br />
van de handleiding noodzakelijk. De punten waarop de<br />
publicatie is herzien en aangevuld zijn onder meer:<br />
- de nieuwe wetgeving;<br />
- grote installaties met een beperkt aantal aërosolvor-<br />
mende tappunten;<br />
- componenten, als drukverhoginginstallaties, brand-<br />
slanghaspels, nooddouches, warmtapwatervoorzie-<br />
ningen;<br />
- monstername;<br />
- informatie over automatisering van beheersmaat-<br />
regelen;<br />
- alternatieve beheersmaatregelen en detectietech-<br />
nieken;<br />
- rapportage van de beheersmaatregelen;<br />
- model-werkvoorschriften inclusief beproeven van<br />
keerkleppen.<br />
Publicatie 55.2<br />
Handleiding Zorgplicht Legionellapreventie<br />
Collectieve Leidingwaterinstallaties<br />
ISSO-55.2 Handleiding Zorgplicht Legionellapreventie<br />
Collectieve Leidingwaterinstallaties richt zich op<br />
beheerders (eigenaren, adviseurs en installateurs) van<br />
collectieve leidingwaterinstallaties die buiten de reik-<br />
wijdte van de Regeling voor legionellapreventie van het<br />
Waterleidingbesluit vallen. Het doel van deze handlei-<br />
ding is om hen op een eenvoudige, toegankelijke en<br />
overzichtelijke manier te adviseren over de invulling<br />
van de zorgplicht voor het beschikbaar stellen van<br />
deugdelijk drinkwater die zij hebben op basis van de<br />
Waterleidingwet en het Waterleidingbesluit. De hand-<br />
leiding richt zich daarbij uitsluitend op de zorgplicht<br />
met betrekking tot het aspect Legionella.<br />
In deze Handleiding is de volgende werkwijze gepre-<br />
senteerd:<br />
A. Inventarisatie tappunten met behulp van een<br />
beperkte risicoanalyse. Het doel hiervan is vast<br />
te stellen of en aan hoeveel tappunten relevante<br />
hoeveelheden aërosolen kunnen vrijkomen. Deze<br />
inventarisatie kan in principe door de eigenaar van<br />
de installatie zelf worden uitgevoerd en richt zich<br />
uitsluitend op de tappunten.<br />
B. Vervolgens zijn er drie mogelijkheden:<br />
1. Als er geen tappunten zijn waar relevante hoe-<br />
veelheden aërosolen (RHIA) kunnen vrijkomen,<br />
dan is men klaar.<br />
2. Als aan een relatief beperkt aantal tappun-<br />
ten aërosolvorming optreedt, kan een aanpak<br />
worden gevolgd die zich uitsluitend richt op die<br />
tappunten.<br />
3. Als aan een relatief groot aantal tappunten<br />
aërosolvorming optreedt, is het uitvoeren van<br />
een risicoanalyse voor de gehele installatie<br />
gewenst.<br />
C. Ten slotte kunnen de uitgevoerde risicoanalyse en<br />
eventueel te nemen beheersmaatregelen worden<br />
vastgelegd in een beheersinstructie.<br />
Publicatie 56<br />
Inregelen van ont werpvolumestromen in<br />
individuele ver warmingsinstallaties in<br />
woningen<br />
ISSO-publicatie 56 geeft in een logische opeenvolging<br />
van handelingen weer hoe individuele warmwaterver-<br />
warmingssystemen in woningen worden ingeregeld.<br />
De gangbare voorinstelmethode, ook behandeld in<br />
ISSO-publicatie 31, wordt aangevuld met de tem-<br />
peratuurmethode. In de meeste gevallen volstaat de<br />
voorinstelmethode voor systemen waarvan alle infor-<br />
matie over de hydraulische schakeling aanwezig is en<br />
dus een drukverliesberekening kan worden gemaakt.<br />
Het in deze publicatie behandelde inregelen met behulp<br />
ISSO jaarboek<br />
58 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
van de temperatuurmethode wordt toegepast als er<br />
geen of onvoldoende gegevens over de hydraulische<br />
schakeling aanwezig zijn, bijvoorbeeld bij renovatie, en<br />
er geen drukverliesberekening kan worden gemaakt.<br />
De temperatuurmethode is een ingewikkelde, tijdroven-<br />
de methode en wordt alleen in uiterste situatie toegepast.<br />
De inregelmethoden in deze publicatie zijn vastge-<br />
legd in een aantal een aantal specificatiebladen. Deze<br />
specificatiebladen zijn onderdeel van het MKK (Model<br />
Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties). In het MKK<br />
wordt door middel van projectfasen, die aansluiten bij<br />
de gangbare praktijk, het voortbrengingsproces van<br />
een klimaatinstallatie beschreven.<br />
Door het in deze publicatie gegeven inregelproces te<br />
volgen wordt bereikt dat ontwerpvolumestromen in de<br />
verwarmingsinstallatie voldoende nauwkeurig worden<br />
ingesteld, waardoor het in het programma van eisen<br />
gespecificeerde verwarmingscomfort wordt gereali-<br />
seerd bij een zo laag mogelijk energiegebruik.<br />
Publicatie 57<br />
Warmteverliesberekening voor ruimten<br />
hoger dan 5 m.<br />
warmteverliesberekening voor industriegebouwen<br />
en vides en atria<br />
Deze publicatie bevat de berekeningsmethode voor<br />
ruimten met vertrekhoogten hoger dan 5 meter . De<br />
berekeningsmethode bevat gegevens voor het bepa-<br />
len van het per vertrek te installeren vermogen en gaat<br />
nader in op het aansluitvermogen c.q. de bijdrage aan<br />
een collectieve bron.<br />
In de berekeningsmethode wordt onderscheid gemaakt<br />
in gebouwen die voldoen aan de (nieuwbouw) eisen van<br />
het Bouwbesluit en gebouwen die er niet aan voldoen.<br />
Voor beide typen gebouwen zijn de volgende bereke-<br />
ningsmethoden opgenomen:<br />
• een methode voor het bepalen van het per vertrek op<br />
te stellen vermogen;<br />
• een methode voor de bepaling van het aansluitver-<br />
mogen c.q. de bijdrage aan een collectieve bron.<br />
Het in een vertrek op te stellen vermogen bestaat uit<br />
een drietal bijdragen:<br />
• het transmissiewarmteverlies;<br />
• het ventilatiewarmteverlies;<br />
• de toe te rekenen opwarmtoeslag voor opwarming<br />
na eventuele nachtverlaging of bedrijfsbeperking.<br />
Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de opwarming<br />
na een meerdaagse bedrijfsbeperking en een dage-<br />
59<br />
lijkse bedrijfsbeperking De methode sluit aan bij de<br />
in ontwikkeling zijnde Europese norm EN 12831. In de<br />
nieuwe methode wordt rekening gehouden met LTV-<br />
systemen. Qua terminologie en maatvoering wordt<br />
aangesloten bij het Bouwbesluit. E.e.a. wordt toege-<br />
licht aan de hand van een aantal voorbeelden.<br />
Woningen en woongebouwen worden behandeld in<br />
ISSO-publicatie 51.<br />
Het bepalen van de warmtebehoefte van utiliteitsge-<br />
bouwen met ruimten lager dan 5 m geschiedt in ISSO-<br />
publicatie 53.<br />
Publicatie 58<br />
Kwaliteitseisen voor lucht ver warmingsinstallaties<br />
in woningen<br />
Deze publicatie geeft een eenduidig pakket van ont-<br />
werptechnische regels en kwaliteitseisen voor goed<br />
functionerende luchtverwarmingsinstallaties in wonin-<br />
gen en woongebouwen. De methodiek kan gebruikt<br />
worden voor zowel conventionele systemen als LTV-<br />
systemen.<br />
Aan de hand van een globaal ontwerp- en relatie-<br />
schema wordt duidelijk aangegeven waar keuzen<br />
moeten worden gemaakt, welke factoren daarbij een<br />
rol spelen en hoe deze elkaar beïnvloeden. Tevens<br />
wordt in het schema door verwijzing naar specificatie-<br />
bladen naar specifieke informatie verwezen.
De in de vorm van specificatiebladen uitgewerkte<br />
ontwerptechnische kwaliteitseisen en richtlijnen zijn<br />
gepresenteerd in de structuur van het Model Kwaliteits-<br />
beheersing Klimaatinstallatie (MKK), zodat in iedere<br />
fase van het voortbrengingsproces van een verwar-<br />
mingsinstallatie duidelijk is aan welke specificaties<br />
moet worden voldaan en welke informatie beschikbaar<br />
moet zijn om het voortbrengingsproces te doorlopen.<br />
Voor het voortbrengingsproces van ventilatie-instal-<br />
laties zijn, eveneens in de MKK-structuur, ISSO-publi-<br />
catie 61 en 62 ontwikkeld. In aparte stappen zijn de<br />
programmafase, ontwerpfase, uitvoeringsfase en<br />
beheersfase beschreven. Voorts zijn er een aantal bij-<br />
lagen toegevoegd, zoals een opleveringsprotocol, een<br />
meetprotocol en de proportionele inregelprocedure.<br />
Publicatie 59<br />
Grote zonneboilers- ont werp, uit voering en<br />
advisering<br />
De publicatie ‘Grote zonneboilersystemen - ontwerp,<br />
uitvoering en advisering’ is een praktisch handboek<br />
voor installatieadviseurs en installateurs die betrokken<br />
zijn bij de toepassing van grote zonneboilersystemen in<br />
Nederland. Ook de opdrachtgever en beheerder zullen<br />
hierin nuttige informatie vinden. Een zonneboiler wordt<br />
groot genoemd bij collectoroppervlakten tussen 6 en<br />
500 m2. Relevante methodieken en aspecten voor de<br />
meest voorkomende systemen zijn vanaf het initiatief<br />
tot en met beheer en onderhoud vastgelegd. Een prak-<br />
tijkvoorbeeld van een grote zonneboiler voor een cam-<br />
ping, dat als rode lijn door de publicatie heen loopt,<br />
vergroot de toegankelijkheid van de informatie.<br />
Grote zonneboilersystemen in Nederland<br />
In Nederland worden grote zonne-energiesystemen<br />
voornamelijk gebruikt voor voorverwarming van tapwa-<br />
ter. Ruimteverwarming met dergelijke installaties komt<br />
veel minder voor. Toepassing van deze grote zonneboi-<br />
lers is met name interessant bij een warmwatervraag<br />
die weinig variatie over het jaar vertoont of een afna-<br />
mepiek in de zomer heeft. Grote zonneboilersystemen<br />
worden dan ook toegepast in woon- en logiesgebou-<br />
wen, restaurants, verzorgingstehuizen,- sportaccom-<br />
modaties, campings en zwembaden.<br />
De spectraal selectieve enkelglas collector is het meest<br />
toegepaste type zonnecollector. Bij zwembaden wordt<br />
vaak ook de onafgedekte kunststof collector gebruikt;<br />
voor suppletiewaterverwarming geeft dit de beste<br />
investering. Montage op platte daken komt het meest<br />
voor. Er is echter steeds meer aandacht voor integratie<br />
in schuine daken en gevels.<br />
Grote zonneboilers zijn geen standaard systemen: de<br />
warmtevraag bepaalt de grootte van het systeem, ter-<br />
wijl in groot aantal randvoorwaarden van invloed zijn<br />
op de systeemconfiguratie en op het aantal opslagva-<br />
ten en warmtewisselaars. Nederlandse zonneboilers<br />
betreffen terugloopsystemen. Mits goed ontworpen<br />
en geïnstalleerd biedt het terugloopprincipe een uit-<br />
stekende bescherming tegen oververhitting en bevrie-<br />
zing.<br />
In deze publicatie is de ervaring samengevat, die de<br />
afgelopen twintig jaar met ontwerp en realisatie van<br />
grote zonneboilers is opgedaan. Nieuw zijn resultaten<br />
van recent onderzoek naar optimale systeemdimensi-<br />
onering voor de vier meest voorkomende zonneboiler-<br />
concepten. De qua kosten en baten optimale grootte<br />
van collectoren, warmteopslag en warmtewisselaar(s) is<br />
bepaald bij specifieke waarden van de besparingsfrac-<br />
tie van de zonneboiler. De combinatie van theoretische<br />
kennis en praktijkervaring in gerealiseerde projecten<br />
heeft geleid tot een systematische beschrijving van<br />
de hele levensloop van een groot zonneboilersysteem.<br />
Essentiële aspecten zijn:<br />
− het vroegtijdig vaststellen van de bouwkundige,<br />
technische en financiële randvoorwaarden; een<br />
nauwkeurige bepaling van de warmwatervraag;<br />
− eenduidige presentatie van de systeemopbouw,<br />
energieopbrengst en kosten, met name voor ver-<br />
gelijkbaarheid van offertes;<br />
− de combinatie van de zonneboiler met de naver-<br />
warming; de gedetailleerde uitwerking van het ont-<br />
werp in een bestek met tekeningen;<br />
richtlijnen voor montage van de diverse componenten<br />
en materialen; aanwijzingen voor beheer en onderhoud<br />
van het zonneboilersysteem.<br />
Publicatie 61<br />
Kwaliteitseisen ventilatiesystemen<br />
woningen<br />
Deze publicatie geeft een eenduidig pakket van ont-<br />
werptechnische kwaliteitseisen voor goed functio-<br />
nerende ventilatiesystemen voor woningen en woon-<br />
gebouwen. Met behulp van deze publicatie kan een<br />
systeemkeuze worden gemaakt.<br />
Aan de hand van een globaal ontwerp- en relatieschema<br />
wordt duidelijk gemaakt welke keuzen moeten worden<br />
gemaakt, welke factoren daarbij een rol spelen en hoe<br />
deze elkaar onderling beïnvloeden. Tevens wordt in dit<br />
schema verwezen naar de in deze publicatie opgeno-<br />
ISSO jaarboek<br />
60 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
men specificatiebladen.<br />
De ontwerptechnische kwaliteitseisen en richtlijnen<br />
voor goede uitvoering (installatie en montage), beheer<br />
en onderhoud zijn uitgewerkt in de vorm van duidelijke<br />
specificatiebladen. Deze richtlijnen zijn gepresenteerd<br />
binnen de structuur van het Model Kwaliteitsbeheersing<br />
Klimaatinstallaties (MKK). Dit betekent dat in iedere<br />
fase van het voortbrengingsproces duidelijk is aange-<br />
geven aan welke eisen moet worden voldaan en welke<br />
informatie daartoe beschikbaar dient te zijn.<br />
In aparte stappen zijn de programmafase, ontwerpfase,<br />
uitvoeringsfase en beheersfase beschreven. Voorts zijn<br />
er een aantal bijlagen toegevoegd, zoals voorbeeldbe-<br />
stekken en in totaal 16 in detail uitgewerkte voorbeelden<br />
van zowel natuurlijke ventilatiesystemen (systeem A),<br />
systemen met mechanische afzuiging (systeem C) en<br />
systemen met gebalanceerde ventilatie (systeem D).<br />
Publicatie 62<br />
Kwaliteitseisen voor gebalanceerde<br />
ventilatie met warmteterugwinning in<br />
woningen.<br />
Deze publicatie verstrekt alle informatie die nodig is bij<br />
het formuleren van het programma van eisen, het ont-<br />
werp, de uitvoering, het gebruik en het onderhoud van<br />
gebalanceerde ventilatiesystemen. De belangrijkste<br />
doelgroep vormen installateurs, woningbeheerders,<br />
architecten, opdrachtgevers, toezichthouders en toe-<br />
leveranciers in de ventilatie-industrie.<br />
61<br />
Deze nieuwe publicatie sluit aan op de reeds eerder<br />
uitgegeven ISSO-publicatie 61 ‘Kwaliteitseisen ven-<br />
tilatiesystemen woningen’. Tevens is publicatie 62<br />
een volledig herziene uitgave van ISSO-publicatie 28<br />
‘Warmteterugwinsystemen voor de woningbouw’. De<br />
nieuwe publicatie 62 voorziet in een grote behoefte<br />
omdat de toepassing van gebalanceerde ventilatie in<br />
nieuwbouwwoningen praktisch onontkoombaar is. Het<br />
Bouwbesluit stelt zodanige eisen aan een laag ener-<br />
giegebruik en een goed binnenmilieu, dat een geavan-<br />
ceerd ventilatiesysteem noodzaak is. En in woningen is<br />
het dan bijna altijd gebalanceerde ventilatie met warm-<br />
teterugwinning (wtw).<br />
Uitgebalanceerd<br />
Om het comfort in woningen te waarborgen, moeten<br />
ontwerpers en installateurs ervoor zorgen dat er geen<br />
tocht of geluidhinder kan ontstaan. Hiermee voorkomt<br />
men dat bewoners ventilatiekleppen of -roosters sluiten<br />
of, nog erger, zij de ventilatie uitschakelen. Daarnaast<br />
zal het ventilatiesysteem er ook voor moeten zorgen<br />
dat warmteverliezen ten gevolge van ventilatie zo gering<br />
mogelijk zijn. Kortom, beide aspecten vereisen de cre-<br />
atie van een uitgebalanceerd geheel.<br />
Regelbaarheid<br />
Door toepassing van gebalanceerde ventilatie wordt<br />
die balans bereikt. Dit systeem zorgt namelijk voor een<br />
goede regelbaarheid van de volumestromen. Daarnaast<br />
zorgt een warmteterugwinunit ervoor dat men warmte<br />
kan terugwinnen uit de af te voeren binnenlucht. De<br />
energie die nodig is om de toevoerlucht voldoende te<br />
verwarmen, komt uit de afvoerlucht. Op die manier is<br />
een tochtvrije toevoer van verse ventilatielucht altijd<br />
gegarandeerd.<br />
Publicatie 6 4<br />
Kwaliteitseisen Isoleren<br />
Specificaties voor materiaal en montage van thermische<br />
isolatie van installaties in de utiliteitsbouw<br />
De ISSO-publicatie Kwaliteitseisen isoleren voor de<br />
Utiliteitsbouw’’ is bedoeld als referentie voor materiaal-<br />
keuze en montage ten behoeve van opdrachtgevers,<br />
ontwerpers, installateurs en isoleerders. Het geeft door<br />
middel van specificatiebladen de minimaal te hanteren<br />
eisen voor isolatiesystemen (isolatiemateriaal + afwer-<br />
king) en montagetechnieken.<br />
De in de ISSO-publicatie genoemde producten zijn<br />
materialen die zich in de praktijk hebben bewezen. De<br />
systematiek van de publicatie is zodanig dat in de toe-
komst hieraan nieuwe materialen kunnen worden toe-<br />
gevoegd. Hieraan is invulling gegeven door lege hoofd-<br />
stukken als reserve op te nemen.<br />
Het temperatuurgebied van de getransporteerde media<br />
ligt tussen 4 °C en 120 °C.<br />
De publicatie beperkt zich tot vrijhangende leidingen<br />
en kanalen in gebouwen. Voor de afwerking van lei-<br />
dingen of kanalen buiten het gebouw wordt verwezen<br />
naar het CINI Handboek ‘Isolatie voor de industrie’.<br />
De in de specificatiebladen genoemde normen en<br />
standaards sluiten aan bij de dagelijkse praktijk van<br />
deze tijd. Het is alom bekend dat deze momenteel<br />
niet eenduidig en consequent worden gehanteerd.<br />
Successievelijk zullen deze nationale normen vervan-<br />
gen worden door Europese normen. Hiermee zal in<br />
de volgende uitgaven van de ISSO-publicatie worden<br />
aangevangen.<br />
Voor bepaling van de benodigde isolatiedikte wordt<br />
verwezen naar de hiervoor van toepassing zijnde ISSO-<br />
publicaties (7, 17 en 25. De in dit handboek genoemde<br />
isolatiedikten van de vermelde isolatieproducten betref-<br />
fen de voorhanden zijnde minimale isolatiedikten.<br />
Om een effectieve samenwerking tussen de ontwer-<br />
per, installateur en isoleerder te bevorderen is in TAB 7<br />
van deze ISSO-publicatie ‘Kwaliteitseisen isoleren’ een<br />
hoofdstuk gewijd aan het ontwerp en de uitvoering van<br />
een installatie, afgestemd op de aspecten die verband<br />
houden met het isoleren daarvan.<br />
Tevens is een toelichting gegeven op de relevante<br />
onderdelen van het Bouwbesluit fase 2.<br />
Deze ISSO-publicatie is tot stand gekomen door<br />
middel van een samenwerking tussen CINI en ISSO.<br />
De technische uitwerking van het Handboek heeft<br />
plaatsgevonden in de ISSO-kontaktgroep 54. Om het<br />
Handboek actueel te houden zullen ISSO en CINI over-<br />
leggen, wanneer een aanvulling of wijziging gewenst<br />
is. Het vakgebied zal hiervan door middel van persbe-<br />
richten en de ISSO-internetsite op de hoogte worden<br />
gehouden. De huidige specificatiebladen in deze publi-<br />
catie zijn gedateerd als 2001-09-11.<br />
Publicatie 6 5<br />
Inregelen van ont werpvolumestromen in w<br />
armwater ver warmingsinstallaties<br />
Deze publicatie geeft methoden voor het inregelen<br />
van de ontwerpvolumestromen van warmwaterverwar-<br />
mingsinstallaties in woongebouwen en utiliteitsgebou-<br />
wen. De inregelmethoden kunnen worden toegepast bij<br />
nieuwbouwinstallaties en renovatieprojecten. Bij reno-<br />
vatieprojecten moeten soms inregelafsluiters worden<br />
aangebracht om het inregelen mogelijk te maken.<br />
Inregelen van de ontwerpvolumestromen is noodzake-<br />
lijk om de benodigde ontwerpvermogens in de te ver-<br />
warmen vertrekken te realiseren en om de installatie<br />
volgens het ontwerp te laten functioneren. Met inrege-<br />
len wordt het comfort verhoogd en het energieverbruik<br />
verminderd.<br />
Deze ISSO-publicatie is opgebouwd uit twee delen. In<br />
deel 1 worden de inregelmethoden behandeld. Hierbij<br />
ligt de nadruk op hoe de inregelmethoden moeten<br />
worden toegepast en uit welke onderdelen ze zijn opge-<br />
bouwd. In deel 2 worden de inregelmethoden ingebed<br />
in het realisatieproces van een klimaatinstallatie vol-<br />
gens het Model Kwaliteitssysteem Klimaatinstallaties<br />
(MKK). Hierbij ligt de nadruk op de activiteiten met<br />
betrekking tot het inregelen in de verschillende pro-<br />
jectfasen, wie hiervoor verantwoordelijk is en welke<br />
documenten moeten worden overlegd. Deel 2 kan door<br />
bedrijven worden gebruikt om hun kwaliteitssysteem<br />
aan te vullen.<br />
Publicatie 6 6<br />
Vermogen van radiatoren en convectoren<br />
in praktijksituaties.<br />
Fabrikanten van radiatoren en convectoren testen ver-<br />
warmingslichamen onder genormeerde condities zoals<br />
vastgelegd in de NEN EN 442. De testresultaten worden<br />
ISSO jaarboek<br />
62 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
vastgelegd in tabellen. In de praktijk echter worden<br />
radiatoren en convectoren niet altijd onder genor-<br />
meerde condities toegepast. De vermogenscijfers uit<br />
de tabellen zijn dan niet van toepassing. ISSO-publi-<br />
catie 66 bevat een richtlijn om het warmteafgevend<br />
vermogen van verwarmingslichamen voor niet genor-<br />
meerde toepassingen te berekenen. Nadat beschreven<br />
is wat onder genormeerde toepassing wordt verstaan,<br />
worden voor radiatoren en convectoren in wand- en<br />
putopstelling, de niet-genormeerde toepassingen<br />
behandeld. Voor elke niet-genormeerde toepassing<br />
wordt vervolgens een correctiefactor gegeven. Deze<br />
correctiefactoren zijn gebaseerd op de vorige ISSO-<br />
publicatie 1 ‘Vermogen van radiatoren en convectoren<br />
bij niet genormeerde opstelling’ (1986), markt- en lite-<br />
ratuuronderzoek. Ten aanzien van de correctie van het<br />
vermogen wordt aangesloten bij de door ISSO uitgege-<br />
ven radiatorgrafiek.<br />
Omdat het warmteafgevende vermogen van een radi-<br />
ator of convector niet alleen bepaald wordt door water-<br />
en luchttemperaturen, type en grootte, massastroom<br />
van het water maar ook door de positie van het verwar-<br />
mingslichaam in het vertrek, zijn in een bijlage hiervoor<br />
aanwijzingen opgenomen.<br />
De publicatie is te gebruiken voor utiliteitsbouw en<br />
woningen, zowel nieuwbouw als bestaande voorraad.<br />
Publicatie 6 8<br />
Energetisch optimale stook- en koellijnen<br />
voor klimaatinstallaties in<br />
kantoorgebouwen.<br />
De bestaande utiliteitsbouw is verantwoordelijk voor<br />
een aanzienlijk deel van het energiegebruik in de<br />
gebouwde omgeving. Introductie van energiebespa-<br />
rende maatregelen vergt in deze sector grote financiële<br />
investeringen en verstoort veelal de bedrijfsprocessen<br />
in de kantoorgebouwen.<br />
In de praktijk is implementatie van deze maatrege-<br />
len daarom alleen kansrijk bij onderhouds- of vervan-<br />
gingsactiviteiten. Met ISSO-publicatie 68 ‘Energetisch<br />
optimale stook- en koellijnen’ is een instrument ont-<br />
wikkeld waarbij deze belemmerende factoren geen rol<br />
spelen om toch een omvangrijke energiebesparing te<br />
realiseren. Bovendien behoeft voor toepassing van dit<br />
instrument geen extra investering gedaan te worden,<br />
bijvoorbeeld om het installatieconcept aan te passen<br />
voordat de energiebesparende maatregelen toege-<br />
past kunnen worden. Het instrument bestaat uit een<br />
methode waarmee stapsgewijs tot een optimale instel-<br />
ling van de verwarmings- en koellijnen gekomen kan<br />
63<br />
worden. Praktijkervaring heeft geleerd dat hiermee<br />
verregaande energiebesparing bereikt kan worden (tot<br />
ca. 30%).<br />
Het instrument is geschikt voor de in de praktijk (nieuw-<br />
bouw en bestaande bouw) meest voorkomende instal-<br />
latieconcepten en kan toegepast worden in zowel de<br />
ontwerpfase (nieuwbouw, renovaties) als bestaande<br />
bouw (beheerfase). Voor de minder veel voorkomende<br />
installatieconcepten zijn er ook aanwijzingen in de<br />
publicatie te vinden.<br />
Publicatie 69<br />
Model voor de beschrijving van de werking<br />
van een klimaatinstallatie<br />
In deze ISSO-publicatie wordt een model gegeven voor<br />
het systematisch beschrijven van de werking van een<br />
klimaatinstallatie met betrekking tot het automatisch<br />
functioneren van deze klimaatinstallatie. De volgens<br />
het model vastgelegde informatie over de werking<br />
van de klimaatinstallatie wordt functioneel ontwerp<br />
genoemd. Het model wordt model voor het functio-<br />
nele ontwerp genoemd. Het functionele ontwerp wordt<br />
gedurende het realisatieproces van de klimaatinstalla-<br />
tie door de werktuigbouwkundige ontwerper in overleg<br />
met andere disciplines ingevuld, er ontstaat dus een<br />
groeidocument!.<br />
Publicatie 70.1<br />
Hemelwater binnen de perceelgrenzen<br />
De ontwerprichtlijn “Hemelwater binnen de perceel-<br />
grenzen” behandelt een tweetal manieren om anders<br />
om te gaan met hemelwater binnen de perceelgrens<br />
als alternatief voor het lozen van hemelwater op het<br />
riool: (1) het gebruik van hemelwater voor huishoude-<br />
lijke toepassingen en (2) infiltratie van hemelwater in<br />
de bodem. De ontwerprichtlijn heeft alleen betrekking<br />
op de woning- en utiliteitsbouw (met name in nieuw-<br />
bouwsituaties) en niet op hemelwatertoepassingen in<br />
de land- en tuinbouw.<br />
De opzet van de richtlijn is zodanig dat diverse discipli-<br />
nes ervan gebruik kunnen maken, vanaf de beslissing<br />
om anders om te gaan met hemelwater tot en met de<br />
realisatie en het beheer van een hemelwatersysteem of<br />
infiltratievoorziening. Centraal staan de keuze voor een<br />
bepaald principe of een bepaald systeem en het ont-<br />
werp van hemelwatersystemen of infiltratietechnieken.<br />
Dit handboek is gericht op alle partijen die zijn betrok-
ken bij de totstandkoming van een hemelwatersysteem<br />
of een infiltratie-voorziening. Voor degenen die alleen<br />
betrokken zijn bij de keuze voor een bepaald systeem<br />
is het eerste deel van de publicatie (uitwerking van<br />
het initiatief) van belang. Voor degenen die betrokken<br />
zijn bij de verdere totstandkoming van een hemelwa-<br />
ter-systeem of infiltratievoorziening, biedt het tweede<br />
deel van de publicatie gedetailleerde informatie die<br />
van belang is voor het ontwerp van een hemelwater-<br />
systeem of infiltratievoorziening.<br />
In deze publicatie is de huidige stand der techniek op<br />
het gebied van hemelwatersystemen en infiltratievoor-<br />
zieningen binnen de perceelgrens behandeld.<br />
Publicatie 70.2<br />
Aanleg van IBA-systemen<br />
ISSO-publicatie 70.2 is een werkboek voor de aanleg<br />
van systemen voor de Individuele Behandeling van<br />
Afvalwater (IBA) met een capaciteit tot 200 inwo-<br />
nerequivalent. IBA-systemen worden voornamelijk<br />
gebruikt om huishoudelijk afvalwater te behandelen.<br />
In enkele gevallen wordt bedrijfsafvalwater in dezelfde<br />
IBA behandeld als het huishoudelijke afvalwater. Deze<br />
situatie doet zich voor met melkspoelwater bij veehou-<br />
derijbedrijven. Het werkboek bestaat uit twee delen.<br />
Deel 1 handelt over de toepassing van IBA-systemen<br />
waarin aan de orde komen de wet en regelgeving, de<br />
theorie over afvalwater en bemonstering en de beschrij-<br />
ving van de systemen. Deel 2 handelt over de aanleg<br />
van IBA-systemen. De hoofdstukken in deel 2 van het<br />
werkboek hebben betrekking op de volgende fasen<br />
in het voortbrengingsproces: programmafase, ont-<br />
werp- en uitwerkingsfase, realisatiefase en de beheer-<br />
fase. De installateur die voldoet aan de in dit werkboek<br />
beschreven werkwijze, voldoet ook aan de eisen die<br />
een procescertificatie-regeling voor de aanleg van<br />
IBA-systemen stelt. Dit werkboek is afgestemd op de<br />
stand der techniek en regelgeving voor IBA-systemen<br />
per 1 februari 2000.<br />
Ter completering van het thema “Waterhuishouding<br />
binnen de perceelgrens” is ISSO-rapport 70.3<br />
“Grijswater binnen de perceelgrens” gepubliceerd.<br />
Het thema is een aandachtspunt van de Vierde Nota<br />
Waterhuishouding (NW4).<br />
Publicatie 70.3<br />
Grijswater binnen de perceelgrens<br />
ISSO-rapport 70.3 beschrijft die aspecten die voor een<br />
verantwoord ontwerp en uitvoering van grijswaterge-<br />
bruik binnen de perceelgrens van belang zijn. Daar<br />
waar relevant wordt verwezen naar de reeds versche-<br />
nen publicaties 70.1 en 70.2, zodat er geen sprake is<br />
van onnodige doublures.<br />
De samenhang tussen de publicaties van het drieluik<br />
blijkt uit het feit dat er sprake is van een individuele zui-<br />
vering en het feit dat suppletie met hemelwater mogelijk<br />
is. De nieuwe aspecten van rapport 70.3 betreffen de<br />
opslag en het hergebruik van het door een IBG gezui-<br />
verde douche-, bad-, wastafel- en wasmachinewater<br />
en de suppletievoorziening. Met name de risico’s voor<br />
de volksgezondheid en algemene kwaliteitsrisico’s zijn<br />
aandachtspunten van deze publicatie.<br />
Publicatie 71<br />
Selectie van energetisch optimale warmteopwekkingsinstallaties<br />
voor<br />
kantoorgebouwen.<br />
ISSO-publicatie 71 geeft inzicht in de energetische<br />
prestatie van verschillende hydraulische schakelin-<br />
gen voor ruimteverwarming voor kantoorgebouwen.<br />
Hierbij is per hydraulische schakeling variatie aange-<br />
bracht in de typen warmteopwekkers, hun opgestelde<br />
vermogen en in de afgiftesystemen. Op basis van<br />
dit inzicht kan een keuze gemaakt worden voor een<br />
energetisch optimale warmteopwekkingsinstallatie.<br />
Naast de energetische prestatie, die uitgedrukt is in het<br />
warmteopwekkingskengetal (WOK), wordt ingegaan<br />
op systeemeigenschappen, regeling en aanpassin-<br />
gen aan de hydraulische inpassing. Aan de hand van<br />
deze gegevens en de opgenomen principeschema’s is<br />
de basis gelegd voor het ontwerp van een energetisch<br />
optimale warmteopwekkingsinstallatie. De ontwerper<br />
kan zelf aan de hand van de resultaten bepalen hoe<br />
de vermogensverdeling van de warmteopwekkers gaat<br />
worden.<br />
Uit de resultaten komt bijvoorbeeld naar voren dat:<br />
• Warmtepompen, energetisch gezien, het beste in<br />
serie gezet kunnen worden (vergelijk specificatie-<br />
blad nummer 13 met 11 en 12).<br />
• Bij toepassing van parallel geschakelde warmte-<br />
pompen, waarbij de positie van de verdeler links van<br />
de warmte-opwekkers is en van de warmtegebrui-<br />
kers rechts moet de eerste warmteopwekker een<br />
uittredetemperatuur realiseren die gelijk is aan de<br />
ISSO jaarboek<br />
64 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
gewenste aanvoertemperatuur.<br />
• bij toepassing van een combinatie van een HR en VR<br />
ketel het, energetisch gezien, niet uit maakt hoe deze<br />
hydraulisch geschakeld worden.<br />
• De verhouding tussen voorverwarmers en naverwar-<br />
mers nauwelijks invloed heeft op het rendement van<br />
ketels en warmtekracht-units; bij warmtepompen<br />
heeft deze verhouding (afhankelijk van de hydrauli-<br />
sche inpassing) wel invloed.<br />
De berekeningen zijn voor een geheel stookseizoen<br />
gemaakt. Hierbij is per 15 minuten bepaald wat de<br />
warmtevraag van een kantoorgebouw is. Daarna is<br />
bekeken wat de beschikbare capaciteit van de instal-<br />
latie is en hoeveel energie er in het gebouw afge-<br />
geven kan worden. Deze hoeveelheid wordt terug-<br />
gekoppeld naar het gebouw, waarna er weer een<br />
nieuwe warmtevraag bepaald kan worden. Hierdoor<br />
geeft het WOK een goed beeld over alle voorko-<br />
mende situaties (vollast, maar met name deellast).<br />
In deze publicatie wordt niet ingegaan op aspecten als<br />
koeling, bevochtiging, ruimtebeslag, geluidsniveaus,<br />
investeringskosten en invloed op de EPC. Tevens zijn,<br />
door de gekozen uitgangspunten (toepassing van<br />
stooklijn enz.), energetisch minder goed presterende<br />
warmteopwekkingsinstallaties niet in deze publicatie<br />
vermeld.<br />
65<br />
Publicatie 73<br />
Ont werp en uit voering van ver ticale<br />
bodemwarmtewisselaars<br />
ISSO-publicatie 73 geeft een eenduidig pakket aan<br />
ontwerptechnische kwaliteitseisen en uitvoeringsricht-<br />
lijnen voor verticale bodemwarmtewisselaarsystemen.<br />
De publicatie sluit onder andere aan op ISSO-publicatie<br />
72 ‘Ontwerpen van individuele en kleine warmtpomp-<br />
systemen’. Het ontwerp van een warmtepompsysteem<br />
wordt in ISSO-publicatie 72 besproken. Het voort-<br />
brengingsproces van een verticaal bodemwarmtewis-<br />
selaarsysteem wordt in deze ISSO-publicatie bespro-<br />
ken. Het bodemwarmtewisselaarsysteem eindigt bij de<br />
aansluiting op de warmtepomp en/of het gebouwsy-<br />
steem voor de klimatisering.<br />
Het bodemwarmtewisselaarsysteem bestaat dus uit de<br />
verticaal gesloten bodemwarmtewisselaars, de hori-<br />
zontale verbindingsleidingen in de grond, de gevel en/<br />
of vloerdoorvoeringen, interne transportleiding, verde-<br />
lers en verzamelaars. In het eerste deel van deze publi-<br />
catie wordt de methodiek voor het dimensioneren van<br />
verticale bodemwarmtewisselaars gegeven.<br />
In het tweede deel van de publicatie wordt de MKK-<br />
structuur gevolgd.<br />
In de ontwerpfase wordt voor het dimensioneren van<br />
de verticale bodemwarmtewisselaar verwezen naar<br />
het eerste deel van de publicatie waar de dimensio-<br />
neringsmethodiek wordt behandeld.Per hoofdfase<br />
worden de verschillende aspecten van het MKK-model<br />
behandeld, waarbij alleen de relevante onderdelen zijn<br />
ingevuld.<br />
De richtlijnen in deze publicatie zijn geldig voor<br />
Nederland bij toepassing van verticale bodemwarm-<br />
tewisselaars voor de woningbouw en kantoren (kleine<br />
gebouwen tot 100 kW verwarmingsvermogen).<br />
Publicatie 74<br />
Thermische behaaglijkheid - eisen voor de<br />
binnentemperatuur in gebouwen<br />
In deze publicatie worden nieuwe richtlijnen gepresen-<br />
teerd voor het thermische binnenklimaat in gebouwen,<br />
met name kantoren. Deze richtlijnen, ATG (Adaptieve<br />
TemperatuurGrenswaarden) genoemd, vormen de<br />
basis voor zowel hulpmiddelen bij het ontwerpen van<br />
nieuwe gebouwen of renovatieprojecten, als voor de<br />
beoordeling van bestaande situaties.<br />
In Nederland bestaat er al een lange traditie van richtlij-<br />
nen voor het thermische binnenklimaat, die begint in de<br />
jaren ’70. Rijksgebouwendienst (Rgd) en de toenmalige
Rijks Bedrijfsgezondheidsdienst en Bedrijfsveiligheids<br />
dienst (RBB) waren daarin de belangrijkste spelers.<br />
Eind jaren ’80 vond de eerste ontwikkeling van richt-<br />
lijnen een afronding in de “gewogen PMV-overschrij-<br />
dingsuren”. Een methode waarmee adviseurs goed<br />
uit de voeten kunnen, maar die zijn beperkingen kent<br />
waar het communicatie met gebouwgebruikers betreft.<br />
Ook voor het beoordelen van bestaande situaties is de<br />
methode niet zonder meer geschikt.<br />
Deze methode en de daaraan voorafgaande tempe-<br />
ratuuroverschrijdingscriteria zijn gebaseerd op de<br />
behaaglijkheidstudies van Fanger en de door hem ont-<br />
wikkelde Predicted Mean Vote (PMV) met het daar-<br />
aan gekoppelde Predicted Percentage of Dissatisfied<br />
(PPD).<br />
Het werk van Fanger stoelt op klimaatkameronderzoek<br />
met proefpersonen en is van oorsprong bedoeld voor<br />
gebouwen met centraal geregelde klimaatbeheersing.<br />
Eind jaren ’90 ontstonden via door De Dear en Brager<br />
bij elkaar gebrachte resultaten van veldonderzoek<br />
nieuwe inzichten ten aanzien van de binnentempera-<br />
tuur en de comfortbeleving van gebouwgebruikers.<br />
Met name in gebouwen met te openen ramen en een<br />
grote invloed van de individuele gebruiker op het ther-<br />
misch binnenklimaat blijkt de acceptatie van bijvoor-<br />
beeld hogere binnentemperaturen veel sterker afhan-<br />
kelijk te zijn van de buitentemperatuur dan eerder werd<br />
aangenomen. Zij maken aannemelijk dat sprake is van<br />
een psychologische adaptatie. Met name de recente<br />
voorgeschiedenis ten aanzien van de heersende bui-<br />
tentemperatuur blijkt van invloed op de temperatuur<br />
die gebouwgebruikers als comfortabel aangeven. In<br />
een periode van hogere buitentemperaturen bijvoor-<br />
beeld, wordt ook een hogere binnentemperatuur dan<br />
op basis van Fanger’s PMV wordt verwacht als com-<br />
fortabel aangemerkt.<br />
Voor met name kantoren en daarmee vergelijkbare<br />
situaties is op basis van de onderzoeksresultaten van<br />
De Dear en Brager een nieuwe indicator voor het ther-<br />
misch binnenklimaat ontwikkeld, inclusief de bijbeho-<br />
rende criteria en een classificering van de kwaliteit van<br />
het thermisch binnenklimaat.<br />
Via eenvoudige rekenregels kan ook voor andere situ-<br />
aties dan die van kantoren een indicatie worden gege-<br />
ven.<br />
Omdat de waardering van gebouwgebruikers in geheel<br />
gesloten gebouwen met centrale regeling van het bin-<br />
nenklimaat sterk afwijkt van gebouwen met te openen<br />
ramen en goede mogelijkheden voor individuele beïn-<br />
vloeding van het thermische binnenklimaat, zijn keu-<br />
zeschema’s ontwikkeld waarmee kan worden bepaald<br />
van welk gebouw/klimaattype sprake is. Omdat vele<br />
factoren meespelen en geen enkele naam echt recht<br />
doet aan de bedoelde situatie wordt met een abstracte<br />
aanduiding gesproken over gebouw/klimaattype Apha<br />
en Bèta.<br />
Het rapport geeft naast een concrete beschrijving van<br />
de nieuwe richtlijnen een uitgebreide beschouwing<br />
over de achtergronden van thermische behaaglijkheid:<br />
het thermo-regulatiesysteem van de mens, thermos-<br />
fysiologisch mensmodellen van Fanger en anderen<br />
en uiteraard de nieuwe inzichten over adaptieve ther-<br />
mische behaaglijkheid van De Dear en Brager. Verder<br />
komt de ontwikkeling van richtlijnen voor thermische<br />
behaaglijkheid binnen Nederland vanaf de jaren ’70<br />
aan de orde en wordt besproken waaraan goede pres-<br />
tatie-eisen moeten voldoen. De publicatie eindigt met<br />
een handreiking tot het werken met de nieuwe richtlij-<br />
nen in de praktijk.<br />
Publicatie 75<br />
Handleiding Energie Prestatie Advies<br />
Utiliteitsbouw (EPA-U)<br />
Het energieprestatieadvies (EPA) is één van de instru-<br />
menten waarmee de overheid haar klimaatdoelstel-<br />
lingen wil realiseren. De EPA-methodiek voor de utili-<br />
teitsbouw (EPA-U) maakt inzichtelijk met welk maat-<br />
regelpakket men het energiegebruik in een utiliteits-<br />
gebouw op efficiënte wijze kan reduceren. Op basis<br />
van het EPA-U advies kan de klant een investerings-<br />
ISSO jaarboek<br />
66 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
beslissing nemen, eventueel nadat op specifieke<br />
punten aanvullend onderzoek is verricht. Deze publi-<br />
catie vormt de toelichting bij de EPA-U-methodiek.<br />
De methodiek bestaat uit twee onderdelen: een ener-<br />
gieberekeningsmethode, vertaald in een softwarepak-<br />
ket, en deze handleiding. Tevens is een opleidingstraject<br />
voor EPA-U-adviseurs ontwikkeld. Het softwarepakket<br />
biedt de mogelijkheid de energiehuishouding van een<br />
gebouw door te rekenen op basis van gebouw-, instal-<br />
latie- en gebruiksgegevens zodat men een energetisch<br />
en financieël optimaal energiebesparingpakket samen<br />
kan stellen. Het handboek EPA-U beschrijft het gehele<br />
adviesproces nauwkeurig en biedt daarnaast aanvul-<br />
lende achtergrondinformatie voor de EPA-U-adviseur.<br />
Voor meer detailinformatie met betrekking tot bouw-<br />
kundige- en installatietechnische aspecten wordt in het<br />
handboek verwezen naar de desbetreffend richtlijnen<br />
en publicaties.<br />
De EPA-U-methodiek is in opdracht van VROM, Novem<br />
en Uneto-VNI ontwikkeld door EBM-consult, CEA,<br />
TNO-bouw, ISSO en Vabi. Een brede vertegenwoordi-<br />
ging van aanbiedende en vragende marktpartijen staat<br />
borg voor een breed te accepteren methodiek en het<br />
gebruik van de methodiek. De programmatuur is met<br />
positief resultaat getest aan de EDR (Energie Diagnose<br />
Referentie, ISSO-publicatie 54). De testprocedure is<br />
vormgegeven in een officiële beoordelingsrichtlijn, de<br />
BRL 9501.<br />
De EPA-U-methodiek is afgestemd op de BRL 9503<br />
‘Energieprestatieadvisering voor utiliteitsgebouwen’.<br />
Deze procescertificeringsregeling omschrijft de ener-<br />
gieprestatieadvisering van een adviseur conform dit<br />
handboek waarbij men het EPA-U-energiebereke-<br />
ningsprogramma gebruikt. Met deze methodiek kan<br />
de EPA-U-adviseur een klant op een overzichtelijke<br />
en transparante wijze adviseren over de energetische<br />
kwaliteit van het gebouw en de te treffen energiebe-<br />
sparende en duurzame energiemaatregelen of maatre-<br />
gelpakketten. Daarbij wordt een koppeling gelegd met<br />
interne bedrijfsprocessen als onderhoud, arbo en com-<br />
fort en klantprocessen om de follow-up van de maat-<br />
regelen te kunnen bewerkstelligen. De methodiek sluit<br />
aan op de wensen van het bevoegd gezag van de Wet<br />
Milieubeheer.<br />
Deze publicatie begint met een korte beschrijving van<br />
de verschillende elementen van de EPA-U-metho-<br />
diek. De beschrijving bevat een overzicht van het<br />
gehele adviestraject dat een EPA-U-adviseur met een<br />
klant doorloopt. Vervolgens worden de hulpmiddelen<br />
beschreven die voor dit adviestraject beschikbaar zijn.<br />
Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de rol van de over-<br />
67<br />
heid en de markt. Daarna volgt een beschrijving van de<br />
omgeving en achtergronden van de EPA-U, de secto-<br />
ren en gebouwfuncties, een klantgroeptypering en de<br />
klantprocessen op gebouwniveau.<br />
Hoofdstuk 5 en verder behandelt vervolgens de ver-<br />
schillende stappen in het adviesproces. Het gaat daar-<br />
bij om de juiste intake en de gegevens te kunnen ver-<br />
zamelen en te herkennen, energiebesparende maat-<br />
regelen en duurzame energie, technische en econo-<br />
mische energiebesparingsberekeningen en de rap-<br />
portage. Aan de hand hiervan kan de EPA-U-adviseur<br />
het adviestraject met de klant doorlopen. Waar nodig<br />
verwijst dit deel naar relevante achtergrondinformatie<br />
uit het eerste deel van het handboek. Gedetailleerde<br />
achtergrondinformatie, bijvoorbeeld met betrekking tot<br />
kostenkengetallen en klimaatgegevens, is opgenomen<br />
in de bijlagen.<br />
Publicatie 77<br />
Levensloop Bestendig Wonen<br />
Een woning is levensloopbestendig als de techni-<br />
sche installatie is aan te passen aan de zich wijzi-<br />
gende levensomstandigheden en de daarbij beho-<br />
rende wensen en behoeften van bewoners. Ook kan<br />
de installatie eenvoudig gewijzigd of uitgebreid worden<br />
volgens de laatste stand der techniek. De publica-<br />
tie ‘Levensloopbestendig wonen’ gaat in op functie,<br />
ontwerp en uitvoering van een levensloopbestendige<br />
woning.<br />
De publicatie is gericht op de gehele bouwkolom en<br />
is tevens bestemd voor de technisch onderlegde con-<br />
sument die kritisch de aangeboden installaties in zijn<br />
woning wil beschouwen. De publicatie heeft primair<br />
betrekking op nieuwbouwwoningen en grootschalige<br />
renovatie.<br />
In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op de realisatie<br />
van een levensloopbestendige installatie. Onderwerpen<br />
die aan de orde komen zijn: het bouwproces, aanbod-<br />
en vraaggestuurd bouwen, de rollen van de verschil-<br />
lende partijen en de consequenties voor het bouwpro-<br />
ces. Om tot een levensloopbestendige installatie te<br />
komen is het belangrijk dat vroegtijdig (reeds tijdens<br />
het ontwerpproces) een deskundige systeemintegrator<br />
in het proces wordt betrokken om tot overwogen, defi-<br />
nitieve keuzes te komen van fabrikaten en systemen.<br />
Een goede systeemintegrator heeft de expertise in<br />
huis om de functionele wensen van de klant in kaart te<br />
brengen (vraaggestuurd) en te vertalen naar passende<br />
technische installaties.
Indien niet wordt ingespeeld op huidige of toekomstige<br />
wensen van de bewoner, loopt deze vroeger of later<br />
tegen forse meerkosten aan. De praktijk leert dat deze<br />
circa viermaal zo hoog zijn dan wanneer hier wel reke-<br />
ning mee was gehouden.<br />
De omschrijving van verschillende gebruikersfuncties<br />
van een woning komt aan de orde in het tweede hoofd-<br />
stuk. De verschillende functies zijn:<br />
Gebruikersfuncties<br />
Woonfuncties<br />
- verwarmen, koelen &<br />
ventileren<br />
- persoonlijk verzorgen<br />
- wassen & drogen<br />
- koken & opslag<br />
- verlichten & verduisteren<br />
- schoonmaken &<br />
onderhouden<br />
- communiceren<br />
Vrijetijdsfuncties<br />
- tuin<br />
- amusement<br />
- hobby<br />
- ontspanning<br />
Vanuit de functies wordt een relatie gelegd met de<br />
installatietechnische voorzieningen, zoals het wette-<br />
lijk minimum dat voorschrijft of zoals gebruikelijk is.<br />
Hieruit blijkt dat de installaties vaak minimaal worden<br />
uitgevoerd en niet worden toegespitst op de gebrui-<br />
kersfuncties. Voor de elektrische installatie zijn de<br />
minimumeisen uit NEN 1010 geworden tot een vrijwel<br />
algemeen geaccepteerd maximum. Verder is er weinig<br />
aandacht voor besturings- en ICT-toepassingen in de<br />
woonomgeving. Op klimaattechnisch gebied ontbre-<br />
ken vooral voorzieningen voor individuele ruimterege-<br />
ling, terwijl dit in Duitsland al wettelijk is voorgeschre-<br />
ven. Ook qua sanitair wordt vaak gekozen voor een<br />
minimale standaardoplossing. Er zijn vele mogelijkhe-<br />
den om te komen tot installaties die beter aansluiten op<br />
de wensen en behoeften van de gebruikers.<br />
Het derde hoofdstuk beschrijft globaal de technische<br />
uitvoeringsconcepten van de verschillende installatie-<br />
onderdelen. Een belangrijk multidisciplinair onderdeel<br />
hierin is de meterkast en/of technische ruimte. Naast<br />
de meterkast kan ook de opstelplaats van de verwar-<br />
ming en koeling of de keuken plaats bieden aan andere<br />
technische voorzieningen. Het verplaatsen van een<br />
aantal voorzieningen en het onderbrengen hiervan in<br />
Zorgfuncties<br />
- kinderen<br />
- senioren<br />
- mensen met<br />
een beperking<br />
Thuiswerk-<br />
functies<br />
- kantoor<br />
- faciliteiten<br />
Algemene<br />
gebruiksfuncties<br />
- comfort & luxe<br />
- energiebesparing<br />
- extra veiligheid<br />
- onderhoud en beheer<br />
een andere ruimte geeft mogelijkheden om een klei-<br />
nere meterruimte te creëren en op een andere plaats<br />
een grotere ruimte voor apparatuur te situeren. Helaas<br />
is de grootte van de meterkast nu nog gebonden aan<br />
de in de norm NEN 2768 voorgeschreven minimum<br />
afmetingen.<br />
Voor de elektrische installatie is een opsplitsing<br />
gemaakt in een energiedistributienet (EDN) en een ICT-<br />
en besturingsnet (IBN). Het IBN is bedoeld voor com-<br />
municatie-, meet- en besturingsignalen (zoals de tem-<br />
peratuursensor en de aansturing van de verwarming)<br />
alsook de aansluiting van telematica-installaties (zoals<br />
internet, CAI en telefonie) en de integratie van diverse<br />
installatiefuncties door middel van woonhuisautomati-<br />
sering.<br />
Voor de uitvoering van het EDN bestaan twee con-<br />
cepten: conventionele bedrading met buizen en dozen<br />
en, als alternatief, bedrading met behulp van plint- en<br />
kanaalsystemen. Ook het IBN kan bedraad worden uit-<br />
gevoerd. Daarnaast zijn er echter ook andere oplos-<br />
singen, zoals de integratie van het IBN met het EDN<br />
door middel van Powerlinecommunicatie. Hierbij wordt<br />
het EDN benut voor energiedistributie en signaaluit-<br />
wisseling. Ook met draadloze technologieën kan een<br />
ISSO jaarboek<br />
68 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
(virtueel) IBN gerealiseerd worden.<br />
De klimaattechnische installatie kan op vele manier<br />
gerealiseerd worden. Voor de toekomst is van belang<br />
dat duurzame energiebronnen met koelfuncties en indi-<br />
viduele ruimteregeling meegewogen worden als seri-<br />
euze alternatieven in een woning. Ook voor de sanitaire<br />
installatie is het van belang de alternatieven te kennen<br />
en af te wegen.<br />
Woonhuisautomatisering kan in veel gevallen een rol<br />
spelen. Zowel uit oogpunt van comfort en luxe als ook<br />
vanuit diverse zorgfuncties. Voorbeelden zijn: een cen-<br />
trale ‘aan-uit-knop’ van de woning, verlichtingsscena-<br />
rio’s, bewaking leidingwaterkwaliteit, personenactivi-<br />
teitbewaking en alarmering. Dit alles kan worden gere-<br />
aliseerd door tijdens de ontwerpfase met de toekom-<br />
stig gebruiker de diverse functionaliteiten te bespreken<br />
en de woninginstallaties hier op af te stemmen.<br />
Tenslotte komt in het vierde hoofdstuk aan de orde<br />
welke voorzieningen minimaal in een woning aan-<br />
wezig zouden moeten zijn om deze het predikaat<br />
‘Levensloopbestendig’ te geven. Dit model met criteria<br />
voor ontwerp is een aanzet voor de gedachtenvorming.<br />
In de praktijk is het van belang dat klant en systeemin-<br />
tegrator in goed overleg tot een maatwerkoplossing<br />
komen. De woning heeft voorzieningen die het inspelen<br />
op toekomstige wensen van de bewoners vereenvou-<br />
digen. Verder wordt expliciet aandacht gevraagd voor<br />
de overdracht en het onderhoud van de installaties.<br />
69<br />
De publicatie bevat verder uitvoerige bijlagen met ach-<br />
tergrondinformatie, gebruikte en aanvullende literatuur,<br />
een organisatieoverzicht en een tweetal modellen voor<br />
een levensloopbestendige woning en een levensloop-<br />
bestendig appartement.<br />
Naast de publicatie is een website ingericht (www.<br />
levensloopbestendiginstalleren.nl) met aanvullende en<br />
actuele informatie, checklisten en mogelijk aanpassin-<br />
gen op deze publicatie.<br />
Publicatie 79<br />
Inspectie en Onderhoud van<br />
Noodverlichtingsinstallaties<br />
Noodverlichting is essentieel om de veiligheid bij cala-<br />
miteit of stroomuitval te waarborgen. ISSO-publicatie<br />
79 gaat in op het uitvoeren van inspectie en onderhoud<br />
aan noodverlichtingsinstallaties.<br />
Door het toepassen van deze richtlijn worden inspectie<br />
en onderhoud gestructureerd en uniform uitgevoerd.<br />
In het eerste hoofdstuk komen het referentiekader, pro-<br />
fiel van de inspecteur en de contractuele aspecten aan<br />
de orde. De basis voor inspectie en onderhoud van de<br />
noodverlichtingsinstallatie is een stroomschema uit<br />
hoofdstuk twee dat in het verloop van de publicatie<br />
verder wordt toegelicht. Bij een eerste inspectie wordt<br />
nagegaan of de installatie volgens een goedgekeurd<br />
plan is gerealiseerd. Met behulp van een checklist is<br />
dit eenvoudig na te gaan. Er is onderscheid gemaakt<br />
tussen decentraal en centraal gevoede systemen,<br />
waarbij aandacht is voor de van toepassing zijnde<br />
normen, omgevingsfactoren, (automatisch) testen van<br />
armaturen en het bijhouden van de toestand van de<br />
installatie in een logboek.<br />
De publicatie is bedoeld voor organisaties en personen<br />
die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van mede-<br />
werkers en degenen die daar uitvoering aan geven.<br />
Publicatie 9 0 0<br />
Verdringingsventilatie in niet-industriele<br />
toepassingen<br />
Deze publicatie vervangt publicatie 40 Verdringings-<br />
ventilatie wordt al geruimte tijd toegepast. De nood-<br />
zakelijke kennis voor een goed ontwerp is slechts<br />
beperkt aanwezig. Deze handleiding is bedoeld voor<br />
ontwerpende installateurs en adviseurs. Het is een uit-<br />
gebreide en eenvoudig te begrijpen ontwerprichtlijn die<br />
gebaseerd is op praktische ervaringen en research en<br />
geeft onder andere antwoord op de volgende vragen:
• wat zijn de voordelen van verdringingsventilatie in<br />
niet-industriële toepassingen;<br />
• wat zijn de beperkingen;<br />
• wanneer zou verdringingsventilatie moeten worden<br />
toegepast en wanneer niet.<br />
Het boek bevat ook de laatste ontwikkelingen op<br />
het gebied van verdringningsventilatie; uitgezon-<br />
derd de in de vloer opgenomen toevoerroosters.<br />
Ontwerpvoorbeelden voor veel voorkomende gebouw-<br />
typen zijn opgenomen.<br />
Deze handleiding heeft als doel ontwerpers te voorzien<br />
van een nieuw, overzichtelijk hulpmiddel bij het ontwer-<br />
pen van verdringingsventilatie.<br />
Verdringingsventilatie wordt al honderden jaren toege-<br />
past en werd voor het eerst wetenschappelijk onder-<br />
zocht door Baturin in 1940. Deze ventilatiemethode is<br />
verder ontwikkeld en wordt vooral in de Scandinavische<br />
landen toegepast. In de zeventiger jaren werd verdrin-<br />
gingsventilatie vooral in de industrie toegepast. In de<br />
tachtiger jaren werd verdringingsventilatie in toene-<br />
mende mate ook in de utiliteitsbouw toegepast. Buiten<br />
het Scandinavische gebied is nog weinig praktische<br />
ervaring met verdringingsventilatie opgedaan.<br />
Verdringingsventilatie heeft twee grote voorde-<br />
len wanneer het vergeleken wordt met de traditi-<br />
onele mengende ventilatie. Ten eerste wordt de<br />
luchtkwaliteit in de leefzone hoger dan bij men-<br />
gende systemen en wordt met verdringingsventila-<br />
tie boven uit het vertrek meer verontreiniging afge-<br />
voerd dan met conventionele systemen waar schone<br />
en verontreinigde lucht continu gemengd worden.<br />
Ten tweede wordt, door de thermische gelaagdheid,<br />
lucht afgevoerd met een temperatuur die hoger is dan<br />
die in de leefzone. Hierdoor kan, bij een gelijkblijvend<br />
koelvermogen, lucht met een hogere temperatuur toe-<br />
gevoerd worden waardoor het systeem energie-effi-<br />
ciënter werkt.<br />
Doel van deze handleiding is het verbeteren en ver-<br />
eenvoudigen van de praktische ontwerpprocedure.<br />
Aanverwante onderwerpen met bekende sleutelwoor-<br />
den als: vrije convectieve stroming, stratificatie en con-<br />
centratie-, temperatuur- en snelheidsverdeling in de<br />
leefzone worden ook behandeld.<br />
ISSO jaarboek<br />
70 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO/SBR PUBLICATIES:<br />
ISSO/SBR-publicatie 213<br />
Ont werpen van energie-ef ficiënte<br />
kantoorgebouwen ; integratie van gebouw<br />
en installatie.<br />
Deze, gezamenlijk met de SBR gerealiseerde, publica-<br />
tie is een hulpmiddel bij het ontwerpen van energiezui-<br />
nige kantoorgebouwen.<br />
In de publicatie worden aan de hand van het totstand-<br />
komingsproces, dus van initiatieffase tot beheer, de<br />
energierelevante keuzen behandeld. De publicatie is<br />
een ideaal hulpmiddel bij het overleg tussen archi-<br />
tect en installatieontwerper. Voor beide partijen wordt<br />
inzichtelijk aangegeven wat de energetische conse-<br />
quenties van de ontwerpbeslissingen zijn. De herziene<br />
uitgave van 1994 geeft aanwijzingen hoe op de nieuwe<br />
Energieprestatienormering (NEN 2916) kan worden<br />
aangesloten.<br />
ISSO/SBR-publicatie 300<br />
Energie-ef ficiënte kantoorgebouwen,<br />
binnenklimaat en energiegebruik.<br />
Bij het zoeken naar andere huisvesting voor een orga-<br />
nisatie of het ontwerpen van een nieuw kantoorgebouw<br />
spelen een goed thermisch binnenklimaat en energie-<br />
efficiëntie een belangrijke rol.<br />
De publicatie ‘Energie-efficiënte kantoorgebouwen,<br />
binnenklimaat en energiegebruik’ is een hulpmiddel om<br />
zowel bij bestaande als nieuw te bouwen kantoorge-<br />
bouwen het thermisch binnenklimaat en het energiege-<br />
bruik te beoordelen. Bovendien dient het als commu-<br />
nicatiemiddel tussen architecten, gebouwbeheerders,<br />
adviesbureaus en installatieontwerpers. Bij het beoor-<br />
delen van bestaande huisvesting of in de verschillende<br />
fasen van het ontwerp van een nieuwe huisvesting kan<br />
deze publicatie gebruikt worden om goede beslissin-<br />
gen te kunnen nemen.<br />
In tabellen zijn de resultaten van berekeningen van het<br />
thermisch binnenklimaat (het aantal gewogen tem-<br />
peratuuroverschrijdingsuren) en jaarlijks energiege-<br />
bruik gegeven, die verkregen zijn door de belangrijkste<br />
bouwkundige- en installatietechnische aspecten in een<br />
simulatiemodel te variëren. Gevarieerd zijn glasper-<br />
centage, opbouw gevelwand, R-waarde gevelwand,<br />
de specifiek werkzame vertrekmassa en de vertrekaf-<br />
metingen, evenals de interne warmtelast door perso-<br />
71<br />
nen, verlichting en apparatuur. Er zijn berekeningen<br />
gemaakt voor vier verschillende installatietypen:<br />
• natuurlijke ventilatie en radiatorverwarming;<br />
• mechanisch luchttoe- en afvoersysteem, aanvul-<br />
lende natuurlijke ventilatie en radiatorverwarming;<br />
• mechanisch luchttoe- en afvoersysteem, beperkte<br />
koeling en radiatorverwarming;<br />
• volledige airconditioning.<br />
In de tabellen voor het energiegebruik zijn het energie-<br />
gebruik voor verwarming, koeling, transport en verlich-<br />
ting apart weergegeven.<br />
In deze publicatie zijn de variabelen en de bereke-<br />
ningsresultaten op een zo eenvoudig mogelijke wijze<br />
gepresenteerd. De uitgangspunten zijn slechts sum-<br />
mier behandeld om deze publicatie zo compact moge-<br />
lijk te houden. Voor de presentatie van de getalwaar-<br />
den is gebruik gemaakt van overzichtelijke grafieken<br />
en tabellen. In het ISSO-researchrapport 'Energie-effi-<br />
ciënte kantoorgebouwen, binnenklimaat en energiege-<br />
bruik’ is gedetailleerd ingegaan op de uitgangspunten<br />
en gebruikte formules.<br />
ISSO/SBR-publicatie 3 47<br />
Model kwaliteitsbeheersing<br />
klimaatinstallaties (MK K ).<br />
Het MKK is een instrument voor het beheersen van<br />
het voortbrengingsproces van klimaatinstallaties. Het<br />
voorkomen van problemen inzake deze prestaties van<br />
klimaatinstallaties, die zich onder meer in klachten over<br />
het binnenmilieu kunnen manifesteren, vormt de ach-<br />
terliggende gedachte. Met deze publicatie wordt een<br />
aanzet gegeven voor de invulling die aan kwaliteits-<br />
beheersing van klimaatinstallaties in Nederland kan<br />
worden gegeven.<br />
Het MKK sluit met structuur en inhoud aan op het Kader<br />
MKS. Op basis van die gemeenschappelijke visie op<br />
het bouwproces worden aanwijzingen gegeven voor<br />
de verdeling en afstemming van taken en verantwoor-<br />
delijkheden van de bouwpartners bij de voortbrenging<br />
van klimaatinstallaties.<br />
Aan de hand van de gebruikelijke fasering van het<br />
voortbrengingsproces in de vijf fasen: programma, ont-<br />
werp, uitwerking, realisatie en beheer, worden de pro-
grammaontwikkeling en planontwikkeling beschreven.<br />
Uiteindelijk ontstaat er een MKK-matrixstructuur van<br />
10 x 13 velden, waarin per voortbrenging (sub)fase de<br />
kwaliteitsbeheersaspecten zijn beschreven.<br />
Het mkk is daarmee een leidraad op basis waarvan<br />
de precieze invulling en verdeling van taken en verant-<br />
woordelijkheden, toegesneden op een specifiek pro-<br />
ject, kunnen worden uitgewerkt.<br />
ISSO/SBR-publicatie 354<br />
Binnenmilieufactoren voor kantoren.<br />
Deze publicatie richt zich tot de opdrachtgever, project-<br />
ontwikkelaar, bouwcoördinator, architect, klimaatadvi-<br />
seur, installatieontwerper, gebouwbeheerder/facility<br />
manager, bedienend en onderhoudsper-soneel, huis-<br />
vestingscoördinator, leden van ondernemingsraden,<br />
dienstcommissies of medezeggenschapscommissies,<br />
arbodeskundige en ‘last but not least’ de kantoorbe-<br />
woner zelf die allen hun eigen verantwoordelijkheid<br />
voor het tot stand brengen en in stand houden van een<br />
goed binnenmilieu hebben.<br />
Naast een goed binnenmilieu en een goed werkende<br />
klimaatinstallatie zijn voor het welbevinden in kan-<br />
toorgebouwen van belang items als privacy, de inter-<br />
menselijke contacten en verhoudingen, de huisves-<br />
ting van de medewerkers en de betrokkenheid van<br />
het management (met betrekking tot het creëren van<br />
goede arbeidsomstandigheden).<br />
Deze publicatie behandelt de volgende binnenmi-<br />
lieufactoren: thermisch binnenklimaat, luchtkwaliteit,<br />
licht en geluid. Deze vier hoofdgroepen worden nader<br />
onderscheiden in een twintigtal gekwantificeerde bin-<br />
nenmilieuparameters. De bovengenoemde sociaal-<br />
psychologische factoren, die mede een rol spelen<br />
bij het welbevinden in gebouwen, blijven hier buiten<br />
beschouwing.<br />
In principe is de opdrachtgever verantwoordelijk voor<br />
het definiëren van de gewenste kwaliteit van het bin-<br />
nenmilieu voor een bepaald project. De opdrachtgever<br />
moet dan wel beschikken over de gewenste informatie.<br />
De wettelijke eisen die de overheid stelt aan de eerder<br />
genoemde binnenmilieufactoren of zoals ze in de prak-<br />
tijk veelal worden aangehouden, leiden niet altijd tot de<br />
bovengenoemde gewenste kwaliteit. Daarom worden<br />
in deze publicatie drie prestatieniveaus van binnenmi-<br />
lieufactoren voorgesteld:<br />
• 'goed';<br />
• 'minder goed';<br />
• 'goed tot zeer goed'.<br />
De huisvesting van de kantoorwerker dient goede<br />
randvoorwaarden te bieden voor het uitvoeren van<br />
het proces (lees: werkzaamheden). Dit betekent dat<br />
de keuze voor een bepaald prestatieniveau dient te<br />
worden afgestemd op de (geplande) activiteiten.<br />
Afhankelijk van het gewenste kwaliteitsniveau en mede<br />
op budgettaire gronden, kan men per binnenmilieupa-<br />
rameter kiezen voor een niveau 'goed', 'minder goed'<br />
of 'goed' tot 'zeer goed'. Aan wettelijke eisen moet men<br />
te allen tijde voldoen.<br />
ISSO/SBR-publicatie 375<br />
Flexis, communicatie over en beoordeling<br />
van flexibiliteit tussen installaties en<br />
kantoorgebouwen.<br />
Een methode voor de beoordeling van de mate van<br />
veranderbaarheid van een gebouw en zijn installatie.<br />
Het kunnen beoordelen wat de flexibiliteitskwaliteit van<br />
een gebouw en installatie is (bestaand of in ontwerp-<br />
fase) is van groot belang voor zowel de gebouweige-<br />
naar als beheerder en gebruiker.<br />
Van belang gezien de duurzaamheid (milieu!), de mate<br />
waarin het gebouw en de installatie een gezonde werk-<br />
plek voor haar gebruikers kan blijven realiseren (een<br />
gezond gebouw) en ter voorkoming van kapitaalvernie-<br />
tiging indien een gebrek aan flexibiliteit leidt tot sloop.<br />
In deze publicatie wordt de Flexismethodiek beschre-<br />
ven. Hiermee kunnen verschillende partijen die betrok-<br />
ken zijn bij de totstandkoming van een gebouw com-<br />
municeren over de flexibiliteit tussen deze gebou-<br />
wen en hun installaties. Aan de hand hiervan wordt<br />
de flexibiliteit van installaties of onderdelen daarvan<br />
bespreekbaar tussen installatieadviseurs en ontwer-<br />
pers enerzijds en opdrachtgevende en beherende<br />
partijen anderzijds. Met de Flexismethodiek kan het<br />
aanbod van bestaande gebouwen en hun installaties<br />
beoordeeld worden op hun flexibiliteitskwaliteiten.<br />
Met behulp van Flexis kan ook de vraag naar flexibele<br />
installaties geformuleerd worden voor de realisatie van<br />
nieuwe gebouwen. Hiermee is Flexis een communica-<br />
tiemiddel voor zowel de vraag- als aanbodzijde van de<br />
bouwmarkt.<br />
ISSO jaarboek<br />
72 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
Algemeen uitgangspunt is de realisatie van flexibele<br />
installaties in flexibele gebouwen. De flexibiliteit van<br />
gebouwen is bij de verdere uitwerking van Flexis gro-<br />
tendeels buiten beschouwing gelaten. Alle aandacht is<br />
hier gegaan naar de flexibiliteit van de installaties.<br />
Met Flexis kunnen vraag en aanbod met betrekking tot<br />
flexibele installaties op elkaar afgestemd worden. Flexis<br />
is een hulpmiddel waarmee de vraagspecificaties van<br />
flexibele installaties geformuleerd kan worden. Hiermee<br />
kan tijdens de verschillende voorbereidingsfasen, maar<br />
vooral ook tijdens de exploitatie- en beheerfase van een<br />
project, beter ingespeeld worden op een veranderende<br />
functie van het gebouw en de installaties.<br />
ISSO/SBR-publicatie 8 0 0<br />
Sturingsinstrument voor binnenklimaat<br />
(GTO) en energieprestatie (EPC) in<br />
Kantoorgebouwen.<br />
Met het van kracht worden van de NEN 2916 is er bij de<br />
bouwpartners behoefte ontstaan aan een instrument<br />
waarmee in de initiatieffase van een bouwproject op<br />
basis van globale gegevens informatie wordt verkregen<br />
over het binnenklimaat (GTO) en de energieprestatie<br />
(EP waarde). De nieuwe situatie van het Bouwbesluit<br />
kweekt informatiebehoefte naar het te realiseren EP<br />
getal naast de hieraan gerelateerde behaaglijkheid<br />
conform de Arbo wetgeving. Overschrijding van de in<br />
het Bouwbesluit gegeven grenswaarde voor EP bete-<br />
kent dat geen bouwvergunning wordt verleend, waar-<br />
door eerder gemaakte beslissingen moeten worden<br />
herzien. Omgekeerd leidt het alleen rekening houden<br />
met de EP waarde tot situaties waar niet voldaan wordt<br />
aan een gewenst binnenklimaat, waardoor eveneens<br />
eerder genomen beslissingen moeten worden herzien.<br />
De publicatie zal in de initiatieffase van een bouwpro-<br />
ject op een eenvoudige en snelle wijze de benodigde<br />
informatie verstrekken.<br />
ISSO/SBR-publicatie 8 01<br />
Praktijkboek Gezonde Gebouwen<br />
Het Praktijkboek Gezonde Gebouwen van SBR/ISSO<br />
is het standaardwerk over gezondheid, comfort en<br />
productiviteit van gebouwgebruikers. Het Praktijkboek<br />
is praktisch geschreven, overzichtelijk en behandelt<br />
onderwerpen per thema in losse cahiers. Meer en meer<br />
ontwikkelt het Praktijkboek zich bovendien tot kennis-<br />
platform, met de introductie van een internetsite, een<br />
e-mailnieuwsbrief en abonneebijeenkomsten.<br />
73<br />
Het Praktijkboek Gezonde Gebouwen is ontstaan om<br />
een brede doelgroep te informeren over gezondheid,<br />
comfort en de productiviteit van gebouwgebruikers,<br />
voorzover die het gevolg zijn van het binnenmilieu. In<br />
de markt heeft het boek een goede bekendheid. Het<br />
Praktijkboek Gezonde Gebouwen is een naslagwerk<br />
dat is verdeeld in losse cahiers Die cahiers behande-<br />
len steeds één onderwerp. Daarmee beantwoorden de<br />
samenstellers aan de behoefte van grote doelgroepen<br />
die niet in alle informatie geïnteresseerd zijn. De tekst<br />
zelf is compact. Er wordt ruim gebruik gemaakt van<br />
checklists, tabellen en verhelderende illustraties.<br />
Cahiers<br />
1 - Binnenmilieu, Productiviteit en Ziekteverzuim<br />
(Cahier A 3)<br />
2 - Binnenmilieu Prestatie-eisen Kantoorgebouwen<br />
(Cahier R 2)<br />
3 - Luchtkwaliteit Woningbouw (Cahier T 1)<br />
4 - Thermisch Binnenklimaat Utiliteitsbouw (Cahier T 4)<br />
5 - ISIAQ richtlijn onderzoek luchtkwaliteit klachten<br />
(Cahier O 2)<br />
6 - Allergeenarme Gebouwen (Cahier V 1)<br />
7 - Gezonde, duurzame kantoorgebouwen (Cahier V2)<br />
8 - Eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen<br />
(Cahier P1)<br />
9 - Basiswerk Binnenmilieu (Cahier A1)<br />
10 - Gezond beheer van utiliteitsgebouwen (Cahier B1)<br />
11 - Binnenmilieu in basisscholen (Cahier T2)<br />
12 - Technische maatregelen tegen tabaksrookoverlast<br />
(Cahier U1)<br />
ISSO/SBR-publicatie 8 02<br />
Handleiding gezond beheren van kantoren.<br />
De kwaliteit van de werkomgeving kan een belangrijke<br />
oorzaak zijn van klachten over gezondheid, comfort<br />
en welzijn van de gebruikers van een gebouw. Dit kan<br />
leiden tot aanzienlijke directe en indirecte kosten, zoals<br />
een lagere arbeidsproductiviteit en ziekteverzuim. De
kwaliteit van de werkomgeving wordt zowel bepaald<br />
door het ontwerp van gebouw en installatie als door<br />
het beheer van een gebouw. ISSO en SBR hebben<br />
daarom een handleiding ‘Gezond beheren van kan-<br />
toorgebouwen’ samengesteld, die facilitymanagers en<br />
gebouwbeheerders een hulpmiddel geeft bij het creë-<br />
ren van een gezonde werkomgeving.<br />
De handleiding geeft tips en richtlijnen voor het uitvoeren<br />
van beheeractiviteiten, het sturen van beheerprocessen<br />
en het opstellen van beheercontracten. Daarnaast gaat<br />
de handleiding in op gezond beheer als management-<br />
instrument en de communicatie daarover.<br />
De handleiding bestaat uit twee delen:<br />
1. Processen en Communicatie. Dit deel is geschre-<br />
ven voor het facilitair management en behandelt<br />
strategie, beleid en implementatie van gezond<br />
beheren. In dit deel worden handreikingen gege-<br />
ven voor sturing van de beheerprocessen, de<br />
methode van werken en de communicatie met de<br />
gebouwgebruikers.<br />
2. Aandachtspunten beheeractiviteiten Dit deel bevat<br />
aandachtspunten voor de verschillende beheer-<br />
activiteiten die van belang zijn voor een gezonde<br />
kwaliteit van de huisvesting en geeft praktische<br />
informatie op basis waarvan de beheeractiviteiten<br />
op een gezonde wijze procesmatig kunnen worden<br />
geselecteerd, uitgevoerd en gecontroleerd. Het<br />
bevat checklisten en omschrijvingen van taken en<br />
verantwoordelijkheden en is geschreven voor uit-<br />
voerenden van beheeractiviteiten.<br />
ISSO/SBR-publicatie 8 03<br />
Naar een betere atmosfeer. Hoe verbeteren<br />
we de kwaliteit van de binnenlucht in onze<br />
school. (Uit verkocht)<br />
ISSO/SBR-publicatie 8 0 4<br />
Energie-ef ficiënt ventileren<br />
In deze handleiding worden beknopt de achtergronden<br />
en gegevens van woningventilatie weergegeven, die<br />
voor de (technisch) ontwerper of projectleider bij een<br />
woningbouwproject noodzakelijk zijn.<br />
Het belang van ventilatie, zowel voor het binnenmilieu<br />
als het energiegebruik (10% van het energiegebruik in<br />
Nederland is voor woningventilatie) wordt aangegeven,<br />
alsmede de samenhang met andere SBR/ISSO pro-<br />
ducten.<br />
Verder wordt ingegaan op de noodzaak van ventilatie<br />
(de toevoer van zuurstof en schone lucht en de afvoer<br />
van vervuilde lucht) en de aandachtpunten om het<br />
energiegebruik te verminderen. Daaropvolgend worden<br />
ventilatiesystemen voor woningen behandeld. Dat zijn:<br />
natuurlijke ventilatie, mechanische afzuiging en natuur-<br />
lijke toevoer en gebalanceerde ventilatie.<br />
Het Bouwbesluit, de normen NEN 2686, NEN 2690,<br />
NEN 1087, de Nederlandse Praktijk Richtlijn NPR 1088<br />
en andere normen en voorschriften, zoals NEN 2757 en<br />
NEN 1078 (GAVO), worden toegelicht.<br />
De energieprestatienormering wordt bezien in relatie<br />
tot ventilatie.<br />
In het hoofdstuk ‘Ventilatie en (buiten)geluid’ wordt<br />
een methode gegeven waarmee een keuze kan worden<br />
gemaakt voor een bepaald ventilatiesysteem in combi-<br />
natie met bepaalde akoestische voorzieningen.<br />
Hoe groot de investeringskosten, de onderhoudskos-<br />
ten en de energiekosten van de verschillende syste-<br />
men zijn en zich met elkaar verhouden onder verschil-<br />
lende omstandigheden en voorwaarden, wordt even-<br />
eens aangegeven.<br />
Tenslotte zijn nog twee bijlagen toegevoegd:<br />
Beslissingsmatrices buitengeluid en ventilatie en een<br />
literatuurlijst.<br />
ISSO/SBR-publicatie 804 is vooral bedoeld voor de<br />
gezamenlijke doelgroep van ISSO en SBR. Daarnaast<br />
geeft ISSO-publicatie 61 de vooral voor de installatie-<br />
deskundige gewenste informatie.<br />
ISSO/SBR publicatie 8 05<br />
Handboek Vocht en Ventilatie<br />
De doelstelling van de publicatie is de aanwezige<br />
kennis over vocht en ventilatie te bundelen en een-<br />
voudig toegankelijk te maken voor de betrokkenen bij<br />
het ontwerp, het bouwen en het beheer van woningen.<br />
Daarnaast is de informatie van belang voor de advise-<br />
ring bij vocht- en ventilatieproblemen in woningen.<br />
Om de kennis over vocht en ventilatie toegankelijk te<br />
maken voor de betreffende doelgroep sluit dit boek in<br />
zijn opzet enerzijds aan bij het bouwproces en ander-<br />
zijds kan het als naslagwerk in het beheer gebruikt<br />
worden.<br />
ISSO/SBR-publicatie 8 0 6<br />
Hemelwater binnen de perceelgrenzen<br />
Zie ISSO-publicatie 70.1<br />
ISSO jaarboek<br />
74 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO/SBR-publicatie 8 07<br />
Daglichtsystemen en visueel comfor t<br />
Deze publicatie biedt diverse methoden die door de<br />
bouwfysicus, de bouwkundige ingenieur, de architect<br />
en de verlichtingsadviseur gebruikt kunnen worden<br />
om het visuele comfort en het energiegebruik voor de<br />
kunstverlichting in dagverlichte ruimten te bepalen. De<br />
publicatie spitst zich weliswaar toe op kantoorvertrek-<br />
ken, maar deze methoden kunnen ook in andere dag-<br />
verlichte situaties ingezet worden.<br />
ISSO/SBR-publicatie 8 0 8<br />
‘Innovatieve en duurzame gebouw- en<br />
installatieconcepten - een integrale<br />
aanpak - Handreiking voor ont werpteams’<br />
Deze handreiking voor ontwerpteams gaat uit van een<br />
integrale aanpak voor het huisvestingsbeleid (geba-<br />
seerd op het Programma van Eisen PvE), het ontwerp-<br />
en realisatieproces en het beheer van gebouwen. Het<br />
accent ligt op het integreren van gebouw en installatie<br />
in een vroeg stadium van het ontwerp.<br />
Bij een aantal voorbeeldgebouwen is gebleken dat<br />
deze, terwijl het extreem energiezuinige gebouwen zijn,<br />
gunstiger scoren dan het gemiddelde Nederlandse<br />
kantoorgebouw. Bovendien is er sprake van een hoog<br />
ambitieniveau, bijvoorbeeld het realiseren van een zeer<br />
lage EPC. Daarbij is uitgegaan van twee specifieke the-<br />
ma’s: milieu- en mensvriendelijk ontwerpen en duur-<br />
zaam bouwen.<br />
Adviseurs, regeltechnische bedrijven en installateurs<br />
streven naar installaties die goed (blijven) functione-<br />
ren. Opdrachtgevers en architecten vinden esthetica,<br />
functies en duurzaamheid van het bouwkundige deel<br />
belangrijk. Tussen gebouw en installatie bestaat een<br />
wisselwerking . Daarom is een integrale benadering<br />
noodzakelijk.<br />
De publicatie biedt ontwerpteams een handvat om te<br />
komen tot creatieve duurzame oplossingen. Het accent<br />
ligt op het integreren van gebouw en installaties vanaf<br />
een vroeg stadium van het ontwerp. dan al worden -<br />
vaak onbewust - belangrijke beslissingen genomen.<br />
Vroegtijdige integratie bespaart kosten en waarborgt<br />
zorg voor het milieu.<br />
De voorwaarden voor het energiezuinig en kwalitatief<br />
goed functioneren van installaties worden echter niet<br />
alleen geschapen in het voortraject maar ook in de rea-<br />
lisatie, oplevering, beheer en onderhoud van de instal-<br />
laties. Monitoringresultaten (van energiestromen, lucht-<br />
en watertemperaturen, drukverschillen, toerentallen,<br />
75<br />
status en storingssignalen van componenten) geven<br />
inzicht in het functioneren van het systeem maar het<br />
succes van een concept wordt pas bewaarheid door<br />
het uitblijven van klachten van gebruikers. Klachten<br />
over binnencondities worden veroorzaakt door onmo-<br />
gelijkheden in het ontwerp (bijvoorbeeld door het ont-<br />
breken van decentrale instellingen en regelingen), of<br />
door storen/slecht functioneren van de installaties.<br />
De handreiking heeft een drieledig karakter:<br />
- zij geeft aan de hand van een rubricering van de<br />
gerealiseerde projecten in concepten, een beeld<br />
van de richtingen waarin het ontwerpteam kan<br />
denken.<br />
- voor een aantal van deze concepten worden voor-<br />
beeldprojecten gepresenteerd. De ervaringen<br />
opgedaan bij het realiseren van deze projecten,<br />
zowel wat betreft techniek, energie, gebruikersbe-<br />
oordeling als proces, komen in het middendeel van<br />
de handreiking aan de orde.<br />
Tot slot is een handreiking voor ontwerpteams opge-<br />
nomen. Hierin worden de rol en de mogelijkheden van<br />
de opdrachtgever in dit proces omschreven en wordt<br />
helder gemaakt hoe de keuzes van een ontwerpteam-<br />
lid in een bepaalde fase van het ontwerpproces andere<br />
onderdelen van het ontwerp beïnvloeden. Deze hand-<br />
reiking kan worden gezien als een leidraad en commu-<br />
nicatiemiddel bij het geïntegreerd ontwerpen, dat nog<br />
steeds geen gemeengoed is. Beslisbomen en check-<br />
lists kunnen echter nooit alle aspecten omvatten en tot<br />
een eenduidige oplossing leiden. Ontwerpen blijft een<br />
creatief proces.<br />
ISSO/ VNI-richtlijn 4.1<br />
Warmteverliesberekening voor woningen<br />
en woongebouwen - bladen ten behoeve<br />
van een handberekening.<br />
Deze publicatie is inmiddels vervangen door ISSO-<br />
publicatie 51.<br />
ISSO/ VNI-richtlijn 30.1 Variantenboek<br />
Tapwaterinstallaties in woningen<br />
Opgenomen in ISSO Publicatie 30<br />
ISSO/ VNI-richtlijn 30.2<br />
Praktijkrichtlijn Tapwaterinstallaties in woningen<br />
Opgenomen in ISSO Publicatie 30
ISSO-VNI brochure 30.3<br />
Waterslag in tapwaterinstallaties.<br />
Geluidsoverlast is een groot maatschappelijk pro-<br />
bleem. Geluiden afkomstig van sanitaire installaties<br />
scoren hoog als het gaat om overlast. Een van de<br />
mogelijke vormen van geluid van sanitaire installaties<br />
wordt veroorzaakt door waterslag. Waterslag treedt op<br />
wanneer door een leiding stromend water plotseling<br />
wordt stilgezet door het sluiten van een kraan. Hierbij<br />
ontstaat een drukverhoging die zich door het leidingsy-<br />
steem voortplant.<br />
Waterslag treedt met name op bij relatief snel<br />
sluitende afsluiters zoals magneetventielen en<br />
eenhendel(meng)kranen. Deze kranen worden in de<br />
huidige woningbouw meer- en meer toegepast waar-<br />
door ook de geluidsoverlast ten gevolge van waterslag<br />
toeneemt.<br />
In opdracht van de Vereniging van Nederlandse<br />
Installatiebedrijven (VNI) en met medefinanciering van<br />
TVVL, Vewin en Novem, is door Adviesbureau Peutz<br />
& Associes B.V. een onderzoek uitgevoerd naar het<br />
optreden en oplossen van waterslag in huishoudelijke<br />
installaties. ISSO heeft een bijdrage geleverd in het<br />
beschikbaar stellen van tijd en kosten voor de secreta-<br />
riaatswerkzaamheden.<br />
Op basis van dit onderzoek is de brochure opgesteld.<br />
Hieruit blijkt enerzijds dat waterslag een complex ver-<br />
schijnsel is waarbij drukverloop niet altijd eenvoudig<br />
verklaard kan worden maar anderzijds dat op basis van<br />
een zorgvuldige analyse gerichte oplossingen mogelijk<br />
zijn.<br />
Ook zijn er constructieve verbeteringen mogelijk aan<br />
kranen en magneetafsluiters zodat problemen met<br />
waterslag in de toekomst wellicht geheel voorkomen<br />
kunnen worden.<br />
ISSO-Zakboekje Installatietechniek.<br />
In 1994 bestond de Stichting ISSO 20 jaar. Ter gele-<br />
genheid hiervan heeft ISSO opdracht gegeven om een<br />
zakboekje samen te stellen, waarin een groot aantal<br />
tabellen, grafieken en formules, ontleend aan ISSO-<br />
publicaties, zijn opgenomen. In het zakboekje (11 x 17<br />
x 1) vindt men veel gegevens uit bijna alle ISSO-publi-<br />
caties tot 1994.<br />
ISSO-Handboek<br />
Installatietechniek (2e versie)<br />
De tweede editie van het tweedelige Handboek<br />
Installatietechniek telt 1400 bladzijden en bevat een<br />
onmisbare schat aan informatie. In het Handboek<br />
Installatietechniek is alles erop gericht het zoeken een-<br />
voudig en efficiënt te maken. Het bijzonder uitgebreide<br />
register is daarbij een geweldig hulpmiddel. De vele<br />
tekeningen en illustraties spreken voor zich zodat de<br />
visueel ingestelde technicus snel naar het antwoord<br />
op zijn vraag wordt geleid. Bovendien verwijst het<br />
Handboek voor verder studiemateriaal of het opzoeken<br />
van belangwekkende details naar andere publicaties,<br />
wetenschappelijke bronnen of websites.<br />
Het Handboek Installatietechniek speelt nadrukkelijk in<br />
op alle actuele ontwikkelingen in de sector. Zo zijn het<br />
Bouwbesluit en de Energieprestatienormen belangrijke<br />
nieuwe ontwikkelingen waarvan de consequenties voor<br />
het installatievak in het naslagwerk zijn beschreven.<br />
Maar ook technische noviteiten zoals moderne regel-<br />
en besturingstechnieken en duurzame installatietech-<br />
nieken, zoals bijvoorbeeld warmtepompen, komen uit-<br />
gebreid aan de orde.<br />
Het Handboek is samengesteld door een uitgebreide<br />
redactie van auteurs met jarenlange praktijkervaring.<br />
Elke van de schrijvers is een specialist op zijn vakge-<br />
bied. Bovendien is de complete tekst beoordeeld en<br />
zijn de afzonderlijke bijdragen op elkaar afgestemd en<br />
geredigeerd door een vakbekwame eindredactie.<br />
FAQ Legionellapreventie ; vragen en<br />
ant woorden uit de praktijk<br />
Veel bezoekers van de website www.legionella-<br />
vraagbaak.nl hebben verzocht om een totaaloverzicht<br />
van alle vragen en antwoorden in de database per<br />
categorie. Met deze uitgave worden deze verzoeken<br />
gehonoreerd.<br />
Deze uitgave is een selectie van de meest inte-<br />
ressante en representatieve vragen en bijbeho-<br />
rende antwoorden over de periode september<br />
2001 tot augustus 2002 op het gebied van Legio-<br />
nellapreventie in leidingwater die via de website zijn<br />
gesteld. (www.legionellavraagbaak.nl)<br />
De vragen en antwoorden bevatten veel aanvullende<br />
praktische informatie ten opzichte van ISSO-publi-<br />
catie 55.1 en de Tijdelijke Regeling Legionellapre-<br />
ventie. De website is in opdracht van VROM door ISSO<br />
ontwikkeld en is sinds de ingebruikstelling in septem-<br />
ber 2001 jaarlijks meer dan 30.000 keer geraadpleegd.<br />
ISSO jaarboek<br />
76 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
De antwoorden zijn, als ze niet direct op basis van<br />
ISSO-publicatie 55.1* en/of de Tijdelijke Regeling<br />
Legionellapreventie** waren te beantwoorden, voorge-<br />
legd aan materie-deskundigen van KIWA, TNO-MEP of<br />
UNETO-VNI.<br />
De vragen zijn gerubriceerd naar de hoofdcatego-<br />
rieën:<br />
• Wetgeving<br />
• Microbiologie<br />
• Techniek<br />
• Overig.<br />
Wil men verfijnder zoeken naar vragen over bepaalde<br />
onderwerpen, dan blijft daarvoor de beste manier<br />
om de website te raadplegen en een trefwoord in te<br />
voeren.<br />
Kwaliteit sborging en Legionellapreventie<br />
Veel opdrachtgevers, eigenaren en beheerders van<br />
collectieve tapwaterinstallaties vinden het van groot<br />
belang dat de kwaliteit van het installatiebedrijf dat<br />
zorgdraagt voor het uitvoeren van de risicoanalyse,<br />
de eventuele installatieaanpassingen en het opstellen<br />
van het beheersplan gewaarborgd is. Voor de instal-<br />
latiesector is inmiddels een certificatiesysteem ont-<br />
wikkeld. Indien het installatiebedrijf is gecertificeerd<br />
volgens de BRL 6001, deelgebied 2 (KOMO-INSTAL<br />
Watertechnisch Groot, bestaat er een gerechtvaardigd<br />
vertrouwen dat het opstellen van beheersplannen en<br />
uitvoering van de maatregelen conform de wetgeving<br />
plaatsvindt.<br />
Voor verdere informatie zie www.stichtingkbi.nl<br />
NTR 3216 (volledig herziene versie)<br />
Binnenriolering ; richtlijn voor ont werp en<br />
uit voering.<br />
Deze, geheel herziene, publicatie is bedoeld als hulp-<br />
middel voor het ontwerp, uitvoering en beheer van<br />
binnenriolering in bouwwerken. Zij vormt onder meer<br />
een toelichting op NEN 3215 Binnenriolering – Eisen<br />
en bepalingsmethoden, uitgave 2002 en geeft aanvul-<br />
lende informatie over methoden, toe te passen materi-<br />
alen en/of producten. NTR 3216 geeft uitleg over hoe<br />
NEN 3215 het best kan worden geïnterpreteerd en<br />
bevat aanvullende prenormatieve onderwerpen die bij<br />
gebleken functioneren in een volgende herziening van<br />
de norm zullen worden opgenomen.<br />
Daarnaast zijn ook aanwijzingen opgenomen omtrent<br />
ontwerp, uitvoering en beheer van de buitenriolering<br />
tot aan de perceelgrens.<br />
77<br />
NTR 3216 behandelt de volgende zaken:<br />
• het bepalen van de maatgevende afvoer;<br />
• het toepassen van ontwerpmiddellijnen;<br />
• het leidingbeloop;<br />
• de dimensionering van systemen;<br />
• de aanleg van systemen;<br />
• het onderhoud en de inspectie van systemen.<br />
In NTR 3216 zijn bovendien zaken uit Bouwbesluit<br />
2003, de (Model)Bouwverordening en de Wet milieu-<br />
beheer opgenomen die van invloed zijn op het ontwerp<br />
van binnenriolering zoals:<br />
- lozingsvoorschriften;<br />
- opvang, gebruik en infiltratie van hemelwater binnen<br />
de perceelsgrens;<br />
- individuele behandeling van afvalwater (IBA);<br />
- grijswatersystemen binnen de perceelgrens;<br />
- beperking geluid, brandvoortplanting en rookontwik-<br />
keling;<br />
Tevens is informatie opgenomen over:<br />
- materiaalkeuze;<br />
- condensatie;<br />
- UV-hemelwaterafvoersystemen;<br />
- noodafvoeren;<br />
- ontlastputten;<br />
- vuilwater- en rioolwaterpompinstallaties;<br />
- zuiveringstechnische en controlevoorzieningen.<br />
De normsubcommissie 351 165 21 “Binnenriolering en<br />
waterkringlopen binnen perceelsgrenzen” heeft vastge-
steld dat bij een correcte toepassing van deze publica-<br />
tie en de daarin opgenomen richtlijnen en aanwijzingen<br />
die betrekking hebben op NEN 3215 (middels verwijzin-<br />
gen aangegeven), is voldaan aan NEN 3215-2002.<br />
NTR 3216 Beperking van Geluidshinder<br />
(supplement)<br />
Naar aanleiding van de vele vragen uit de installatie-<br />
praktijk met betrekking tot geluidshinder ten gevolge<br />
van standleidingen in gebouwen en vragen over de<br />
invloed van de schachtwandconstructie heeft Uneto-<br />
VNI een onderzoek geïnitieerd naar de invloeden van<br />
diverse maatregelen op de geluidsafstraling van stand-<br />
leidingen.<br />
Er was behoefte aan meer inzicht in de maatregelen<br />
om geluidshinder te verminderen en dan vooral in hun<br />
onderlinge samenhang. Een aantal zaken was al glo-<br />
baal bekend en opgenomen in paragraaf 4.6 van NTR-<br />
3216, 2003. De exacte invloed van geluidsgedempte<br />
buismaterialen, bevestigingsbeugels, richtingsveran-<br />
deringen, de invloed van de schachtwand, de vorm<br />
ervan en de invloed van geluidsabsorberend materiaal<br />
was nog onvoldoende bekend.<br />
De veelheid van parameters maakte een computerbe-<br />
rekeningsmodel noodzakelijk, waarmee op eenvoudige<br />
wijze het totale geluidsniveau buiten de leidingschacht<br />
kon worden voorspeld.<br />
ISSO fungeerde bij het onderzoeksproject “Geluid<br />
standleidingen in leidingschachten” als projectcoör-<br />
dinator en kreeg de handen op elkaar voor participa-<br />
tie van Uneto-VNI, de Nederlandse Branchevereniging<br />
Gips (NBVG) en de fabrikanten/leveranciers van lei-<br />
dingen en beugels, waaronder Dyka, Geberit, Wavin,<br />
Walraven en IZEG.<br />
Het definitieve onderzoeksrapport van adviesbureau<br />
Peutz en het bijbehorend computerberekeningsmodel<br />
“Soundspotsim” zijn beschikbaar gekomen in maart<br />
<strong>2005</strong>. Beide zijn benut om de inhoud van paragraaf 4.6<br />
in de NTR 3216, uitgave 2003 om te vormen tot een<br />
supplement van NTR 3216 met als titel “Beperking van<br />
geluidshinder”. Dit supplement kan worden gezien als<br />
een herziening en uitbreiding van deze paragraaf.<br />
Te zijner tijd zal de inhoud van dit supplement in een<br />
toekomstig gewijzigde druk van NTR 3216 integraal<br />
worden opgenomen.<br />
K LEINTJE GAVO<br />
Het Kleintje GAVO is al jaren een begrip bij het ontwerp,<br />
de aanleg en de inspectie van aardgasinstallaties in<br />
Nederland. Net als Kleintje Water is Kleintje GAVO een<br />
handzaam zakboekje.<br />
In Kleintje GAVO worden alle aspecten van gasinstal-<br />
laties tot een belasting van 130 kW op een praktische<br />
wijze behandeld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van<br />
tabellen, praktijkvoorbeelden en driedimensionale<br />
schema’s.<br />
Het nieuwe Kleintje GAVO-2004 is ontwikkeld door<br />
Uneto-VNI en Gastec. ISSO is uitgever en verzorgt de<br />
verkoop aan Uneto-VNI-leden.<br />
K LEINTJE INREGELEN<br />
Het zakboekje “Kleintje inregelen” is een handleiding<br />
voor het inregelen van de ontwerpvolumestromen<br />
van individuele verwarmingsinstallaties in woningen.<br />
Het kleintje inregelen is bedoeld voor de installatie-<br />
ontwerper en de installatiemonteur. In het zakboekje<br />
wordt aangegeven wat wordt bedoeld met ontwerpvo-<br />
lumestromen, waar in een cv-installatie inregelafslui-<br />
ters horen te zitten en wat voor typen inregelafsluiters<br />
gewenst zijn. Met twee inregelmethoden de voorin-<br />
stelmethode en de temperatuurmethode wordt aange-<br />
geven op welke wijze de inregelafsluiters in de juiste<br />
standen worden gezet. Inregelen van de volumestro-<br />
men op de ontwerpwaarden is noodzakelijk om het<br />
gewenste comfort te realiseren en het energiegebruik<br />
van de installatie aan te laten sluiten bij het ontwerp.<br />
Deze twee aspecten worden ook in het zakboekje<br />
behandeld. Hierbij wordt ingegaan op de gevolgen<br />
van niet inregelen op het comfort en energiegebruik.<br />
Bij bestaande installaties zijn vaak klachten die een<br />
gevolg zijn van het niet ingeregeld zijn van de installa-<br />
tie. In het zakboekje wordt ingegaan op deze situaties<br />
en worden oplossingen aangeboden. Bij het uitbreiden<br />
van bestaande installaties met bijvoorbeeld een radi-<br />
ator op zolder geeft het zakboekje aan wat de gevolgen<br />
zijn als niet wordt ingeregeld. Het zakboekje is geba-<br />
seerd op ISSO-publicatie 56 “ Inregelen van ontwerp-<br />
volumestromen in individuele verwarmingsinstallaties<br />
in woningen” en is aangevuld met gegevens van inre-<br />
gelafsluiters van fabrikanten/leveranciers.<br />
K LEINTJE WARMTE VERLIES<br />
Kleintje warmteverlies bevat een betrouwbare methode<br />
om op basis van een beperkt aantal kenmerken van de<br />
woning het benodigd vermogen van de woning of de<br />
ISSO jaarboek<br />
78 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
te verwarmen ruimte te bepalen. Het betreft hier een-<br />
gezinswoningen en woningen in woongebouwen met<br />
een individuele installatie. Verwarmde garages worden<br />
niet behandeld, deze moeten met ISSO-publicatie 51<br />
worden berekend.<br />
Warmteterugwinning wordt slechts globaal meegeno-<br />
men, ook voor WTW wordt naar ISSO-publicatie 51<br />
verwezen. In de vereenvoudigde methode wordt geen<br />
onderscheid gemaakt in de verschillende verwarmings-<br />
systemen.<br />
De methode kan gebruikt worden voor woningen waar-<br />
van de bouwvergunning voor 1 oktober 1992 is afge-<br />
geven en voor woningen waarvan de bouwvergunning<br />
na 1 oktober 1992 (Bouwbesluit) is afgegeven. De<br />
methode kan voor de volgende doeleinden gebruikt<br />
worden:<br />
- in het offerte stadium op een eenvoudige en betrouw-<br />
bare wijze het benodigd vermogen bepalen;<br />
- de installateur die nog niet voor elke situatie rekende<br />
met ISSO-publicatie 51, heeft nu gereedschap om<br />
op een eenvoudige en betrouwbare wijze het beno-<br />
digd vermogen te bepalen;<br />
- als hulp bij het (opnieuw) inregelen na aanpassing<br />
van de installatie;<br />
- in het kader van artikel 8 uit de EPBD ‘keuring van<br />
CV-ketels’.<br />
K LEINTJE WATER<br />
Kleintje Water is een handleiding voor de installateur<br />
en (hoofd)monteur die badruimte-, keuken-, en toilet-<br />
inrichtingen in bestaande woningen installeert. Daarbij<br />
gaat het om het gehele traject vanaf het adviseren van<br />
de klant tot en met het opleveren en het onderhoud van<br />
de installatie. Het zakboekje geeft op een bondige en<br />
praktische wijze richtlijnen over:<br />
- (warm)watervoorziening en energiebesparing;<br />
- voorkomen van geluidshinder, waterslag, en lange<br />
wachttijden;<br />
- leidingdimensionering, tapdrempel en materiaal-<br />
keuze<br />
- vervanging of uitbereiding van de warmtapwater-<br />
voorziening<br />
- Legionellapreventie (voorkomen van ongewenste<br />
opwarming);<br />
- elektriciteit en veiligheid (met name in de badruimte);<br />
- overige voorzieningen in relatie met de sanitaire<br />
installatie;<br />
- onderhoud en gebruik van de leidingwaterinstallatie.<br />
79<br />
Waar gaat het over?<br />
Kleintje Water heeft betrekking op het aanpassen en<br />
uitbreiden van leidingwaterinstallaties in woningen,<br />
bijvoorbeeld als gevolg van het aanbrengen van een<br />
nieuwe of extra badruimte, een andere keukeninrichting<br />
en/of een andere warmtapwaterbereider. Het is zelden<br />
zo dat bij een verbouwing of renovatie alleen de lei-<br />
dingwaterinstallatie moet worden aangepast. Daarom<br />
wordt ook zijdelings aandacht besteed aan andere dis-<br />
ciplines, zoals: bouwkunde, riolering, verwarming en<br />
ventilatie. Met name elektrotechnische aspecten, zoals<br />
voeding, veiligheid, potentiaalvereffening en aarding<br />
komen uitgebreid aan de orde.<br />
Voor leidingwaterinstallaties in nieuwbouw- en renova-<br />
tiewoningen wordt verwezen naar ISSO-publicatie 30,<br />
voor grotere collectieve installaties naar ISSO-publica-<br />
tie 55.<br />
Hoe is het kleintje water opgezet<br />
Er wordt vanuit gegaan dat de plaats van de sanitaire<br />
toestellen en de keukenapparatuur die op de leidingwa-<br />
terinstallatie worden aangesloten bekend is bij de klant<br />
en dat de installateur en monteur op de hoogte zijn van<br />
normen (o.a. NEN 1006) en algemeen geldende instal-<br />
latie- en montagevoorschriften betreffende leidingwa-<br />
terinstallaties in woningen.<br />
FAQ NOODVERLICHTING<br />
Brochure met antwoorden op de meest gestelde vragen<br />
rondom het onderwerp noodverlichting. Deze brochure<br />
is tot stand gekomen door samenwerking tussen ISSO,<br />
Uneto-VNI vakgroep Beheer & Inspectie en de NVFN.
ISSO RESE ARCHR APPORTEN :<br />
Researchrappor t 1<br />
Onderzoek naar minimum verse<br />
lucht toevoer.<br />
Als de hoeveelheid ventilatielucht per persoon zou<br />
kunnen worden verkleind, is minder energie nodig voor<br />
het verwarmen of koelen van de lucht.<br />
Onderzocht is welke minimum verse luchttoevoer per<br />
persoon nodig is om geurhinder door onfris ruiken van<br />
de lucht in kantoren en daarmee vergelijkbare gebou-<br />
wen te voorkomen.<br />
Het onderzoek werd onder praktijkomstandigheden<br />
verricht in verschillende gebouwen en verschillende<br />
vertrekken van uiteenlopende grootten onder verschil-<br />
lende omstandigheden.<br />
Bepaald werden de luchttoevoer in het vertrek, de<br />
bezettingsdichtheid, het CO2-concentratieverloop, bij<br />
roken het aantal brandende sigaretten, de geurcon-<br />
centratie (een objectief gegeven) en door middel van<br />
enquêtes de mate van geurhinder (een subjectief gege-<br />
ven) ondervonden door bewoners en bezoekers.<br />
Het rapport bevat tenslotte conclusies ten aanzien van<br />
de gewenste verse luchttoevoer per persoon. Sinds het<br />
verschijnen van dit rapport bevestigt het op internatio-<br />
nale schaal uitgevoerde onderzoek de juistheid van<br />
deze getallen.<br />
Researchrappor t 5<br />
Ont werpbinnencondities en thermische<br />
behaaglijkheid in gebouwen.<br />
Dit researchrapport behandelt de behaaglijkheidstheo-<br />
rie in het algemeen en de rekenmodellen zoals die door<br />
P.O. Fanger ontwikkeld zijn. Voor veel voorkomende<br />
situaties worden praktische tabellen met aan te houden<br />
binnentemperaturen gegeven (NEN-ISO 7730).<br />
Ruime aandacht wordt besteed aan het voorkomen<br />
van klachten ten gevolge van lokaal discomfort, door<br />
bijvoorbeeld tocht of stralingsasymmetrie.<br />
Meetmethoden en vereiste nauwkeurigheden van<br />
meetapparatuur voor de omgevingsafhankelijke para-<br />
meters (luchttemperatuur, stralingstemperatuur, lucht-<br />
snelheid en vochtigheid) uit de behaaglijkheidsvergelij-<br />
king worden gegeven.<br />
Voor de persoonsafhankelijke parameters, metabo-<br />
lisme en clo-waarde, worden een aantal berekenings-<br />
en meetmethoden gegeven. Over klachtenbehandeling<br />
wordt een algemene beschouwing gegeven, waarbij<br />
aandacht besteed wordt aan de achterliggende oorza-<br />
ken van veel klachten.<br />
Dit rapport is een basisdocument voor iedereen die<br />
mee wil kunnen praten over het thermisch binnenkli-<br />
maat en de klachten hierover.<br />
Researchrappor t 6 Opwarmtoeslag.<br />
In de norm NEN 5066 en ISSO-publicatie 4 is de de<br />
methode gegeven voor het berekenen van de statio-<br />
naire warmteverliezen van een vertrek. Het is niet vol-<br />
doende om met een verwarmingsinstallatie alleen deze<br />
warmteverliezen te compenseren, daar bij bedrijfsbe-<br />
perking van de installatie (bijvoorbeeld nacht- of week-<br />
endverlaging) het gebouw bij opwarmen in dat geval<br />
niet snel genoeg of helemaal niet op de gewenste tem-<br />
peratuur komt. Er is een toeslag op het verwarmings-<br />
vermogen nodig om het opwarmen snel genoeg te<br />
laten verlopen.<br />
In dit researchrapport is toegelicht hoe de toeslagen<br />
zijn vastgelegd die op grond van computerberekenin-<br />
gen aan woningen en op grond van praktijkmetingen<br />
zijn bepaald. Hierbij zijn verschillende soorten verwar-<br />
mingssystemen beschouwd.<br />
Researchrappor t 7<br />
Berekening daglichtbijdrage bij uurlijkse<br />
energieberekeningen.<br />
Deze publicatie is een ontwerptechnische richtlijn en<br />
geeft concrete aanbevelingen en methodieken voor:<br />
• de berekening van de verlichtingssterkte in vertrek-<br />
ken van een bepaalde vorm ten gevolge van dag-<br />
lichttoetreding;<br />
• de meting van de daglichttoetreding voor het scha-<br />
kelen van kunstlicht;<br />
• inregeling en ontwerp van een daglichtafhankelijke<br />
regeling.<br />
Dit rapport is beschikbaar voor ontwerpers van gebou-<br />
winstallaties die rekening wensen te houden met de<br />
energiebesparingsmogelijkheden door betere benut-<br />
ting van het daglicht.<br />
Researchrappor t 9<br />
Energiebewust ont werpen van<br />
comfor tkoelinstallaties<br />
De voorstudie ‘Energiebewust ontwerpen van com-<br />
fortkoelinstallaties’ richt zich op de mogelijkheden tot<br />
ISSO jaarboek<br />
80 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
energiebesparing bij basiskoeling en airconditioning,<br />
met name op het gebied van koude opwekking, trans-<br />
port en distributie.<br />
De studie richt zich op het energiebewust ontwerpen<br />
van de comfortkoelinstallatie. Ook in de voorafgaande<br />
fasen (haalbaarheidsstudie, programma van eisen en<br />
gebouwontwerp) dient aandacht besteed te worden<br />
aan het energiegebruik van het gebouw.<br />
Aan de hand van twee ‘referentiesystemen’ (een Varia-<br />
bel Volume systeem en een Vierpijpsinductiesysteem)<br />
worden de besparingsmogelijkheden behandeld.<br />
Deze twee referentiesystemen zijn gekozen, omdat<br />
het momenteel de meest voorkomende systemen zijn.<br />
Bovendien kunnen de mogelijkheden tot besparing<br />
bij deze systemen veelal meer algemeen toegepast<br />
worden bij all-air systemen (VAV referentiesysteem) en<br />
lucht-water systemen (Vierpijpsinductiesysteem).<br />
Energiebesparingen zijn gekwantificeerd. De bespa-<br />
ringspercentages zijn berekend voor de referentiesy-<br />
stemen en geven ook een eerste indruk van het belang<br />
van de besparingsmogelijkheden in andere situaties.<br />
Tenslotte komt de keuze ‘centraal of decentraal<br />
systeem’ aan de orde. Qua energiegebruik ontlopen<br />
de keuzemogelijkheden elkaar niet veel. De keuze zal<br />
daarom meer bepaald worden door de gestelde com-<br />
forteisen (geen luchtvochtigheidsregulering bij decen-<br />
trale systemen) en de investeringskosten. Voor een<br />
gering aantal te klimatiseren vertrekken zal de keuze<br />
daarom veelal neerkomen op toepassing van decen-<br />
trale units; bij een groter aantal vertrekken op centrale<br />
installaties.<br />
Zowel bij centrale als decentrale systemen kan een<br />
gebrek aan informatie met betrekking tot energiege-<br />
bruik worden geconstateerd. Voor centrale systemen<br />
gaat het daarbij met name om (de afwezigheid van)<br />
deellastprestaties van waterkoelaggregaten. Voor<br />
lokale airconditioninginstallaties is het wenselijk het<br />
gebruiksrendement van verschillende apparatuur op<br />
een vergelijkbare basis weer te geven (labelling).<br />
Researchrappor t 10<br />
Energie-ef ficiënte kantoorgebouwen,<br />
binnenklimaat en energiegebruik.<br />
In dit ISSO-researchrapport no. 10 ‘Energie-efficiënte<br />
kantoorgebouwen, binnenklimaat en energiegebruik’<br />
81<br />
is gedetailleerd ingegaan op de uitgangspunten en de<br />
gebruikte formules, die ten grondslag liggen aan de in<br />
de ISSO/SBR-publicatie 300 gepresenteerde tabellen.<br />
Dit rapport is vooral bedoeld voor instaltatiedeskundi-<br />
gen en intensieve gebruikers van ISSO/SBR-publicatie<br />
300, die goed op de hoogte willen zijn van de uitgangs-<br />
punten en de beperkingen bij de toepassing van ISSO/<br />
SBR-publicatie 300.<br />
Researchrappor t 11<br />
Bepalingsmethode systeemrendementen<br />
ten behoeve van EPN U-bouw (nen 2916)<br />
Onderbouwing en afleiding van getalswaarden.<br />
Dit researchrapport beschrijft de werkzaamheden die<br />
zijn uitgevoerd met betrekking tot de herziening van<br />
het onderdeel systeemrendement van de NEN 2916<br />
‘Energieprestatienormering U-bouw’.<br />
De energieprestatie van een gebouw wordt bepaald<br />
door onder andere het energiegebruik voor verwarming<br />
en koeling van de ruimten. Dit energiegebruik wordt in<br />
eerste instantie bepaald door de behoefte van verwar-<br />
ming en koeling van het gebouw. Uiteindelijk zal een<br />
klimaatinstallatie deze verwarming en koeling moeten<br />
leveren. Het energiegebruik wordt mede bepaald door<br />
het opwekkingsrendement van de klimaatinstallatie<br />
(bijvoorbeeld verwarmingsketel, koelmachine) en de<br />
energieverliezen die optreden in de klimaatinstallatie.<br />
De energieverliezen die optreden in de klimaatinstal-<br />
latie worden uitgedrukt in een systeemrendement. Dit<br />
systeemrendement geeft aan in hoeverre de opge-<br />
wekte warmte c.q. koude ook effectief in de te klimati-<br />
seren ruimten komt.<br />
Uitgangspunt bij de ontwikkeling van de bepalingsme-<br />
thode is dat alle in het onderzoek betrokken klimaat-<br />
systemen op een correcte wijze gedimensioneerd en<br />
geïnstalleerd worden. De rendementsgetallen zullen<br />
een afspiegeling moeten zijn van de wijze waarop de<br />
verschillende systemen met energie omgaan.<br />
De verliezen die intrinsiek eigen zijn aan het gekozen<br />
installatieconcept komen daarbij tot uitdrukking.<br />
Gelijk waardigheid<br />
Het rapport kan gebruikt worden als basis voor het<br />
opstellen van een gelijkwaardigheidsverklaring voor<br />
installatieprincipes of -concepten die niet in de NEN<br />
2916 worden genoemd of die een aantoonbaar beter<br />
rendement hebben dan de in de NEN 2916 (1999)<br />
gegeven waarden.
Researchrappor t 12<br />
Waterslag in tapwaterinstallaties.<br />
Geluidsoverlast is een groot maatschappelijk pro-<br />
bleem. Geluiden afkomstig van sanitaire installaties<br />
scoren hoog als het gaat om overlast. Eén van de<br />
mogelijke vormen van geluid van sanitaire installaties<br />
wordt veroorzaakt door waterslag. Waterslag treedt op<br />
wanneer door een leiding stromend water plotseling<br />
wordt stilgezet door het sluiten van een kraan. Hierbij<br />
ontstaat een drukverhoging die zich door het leidingsy-<br />
steem voortplant.<br />
Waterslag treedt met name op bij relatief snel<br />
sluitende afsluiters zoals magneetventielen en<br />
éénhendel(meng)kranen. Deze kranen worden in de<br />
huidige woningbouw meer en meer toegepast, waar-<br />
door ook de geluidsoverlast ten gevolge van waterslag<br />
toeneemt.<br />
Dit rapport bevat behalve de in de ISSO/VNI-brochure<br />
30.3 opgenomen oplossingsrichtingen eveneens de<br />
beschrijving van het achterliggende onderzoek. Hieruit<br />
blijkt enerzijds dat waterslag een complex verschijnsel<br />
is waarbij drukverloop niet altijd eenvoudig verklaard<br />
kan worden maar anderzijds dat op basis van een zorg-<br />
vuldige analyse gerichte oplossingen mogelijk zijn.<br />
Ook zijn er constructieve verbeteringen mogelijk aan<br />
kranen en magneetafsluiters, zodat problemen met<br />
waterslag in de toekomst wellicht geheel voorkomen<br />
kunnen worden.<br />
Researchrappor t 13<br />
Beoordelen en opsporen van lekken in<br />
niet-gerede binnenriolering<br />
Voor de lucht- en waterdichtheid van gerede sanitaire<br />
installaties bestaan eisen en een testmethode. Er is<br />
behoefte ontstaan de dichtheidstest uit te breiden naar<br />
niet-gerede sanitaire installaties. Tevens bestaat bij<br />
gebleken lek behoefte aan een goede wijze van opspo-<br />
ring van de lekkage(s). Verantwoordelijk voor deze ont-<br />
wikkelingen zijn:<br />
• verbeterde kwaliteitszorg<br />
• gewenste duidelijkheid ten aanzien van aansprake-<br />
lijkheid<br />
• toenemende toepassing van duurzame, gefaseerde<br />
en aanpasbare bouw.<br />
Er is geïnventariseerd welke methoden her en der<br />
worden toegepast voor het kwantificeren en lokalise-<br />
ren van lekken. De toepasbaarheid voor (niet-gerede)<br />
sanitaire installaties is nagegaan. Op grond van deze<br />
bevindingen zijn enkele meestbelovende methoden<br />
gekozen. De voorwaarden voor een goede toepas-<br />
sing bij sanitaire installaties zijn waar nodig aangepast.<br />
Vervolgens zijn tests uitgevoerd aan een proefinstalla-<br />
tie en in de praktijk. Dit heeft geleid tot een uiteindelijke<br />
keuze.<br />
Voor het kwantificeren van lekken wordt als normatieve<br />
methode een drukvaltest bij een overdruk van 4000 Pa<br />
voorgesteld.<br />
Voor het lokaliseren van lekken wordt als aanbevolen,<br />
doch facultatieve methoden een tracergas detectietest<br />
voorgesteld. Voor zowel de aangepaste drukvaltest als<br />
de tracergastest wordt de uitvoeringswijze en beno-<br />
digde apparatuur beschreven.<br />
Het onderzoek heeft aangetoond dat de drukvaltest<br />
goed uitvoerbaar is. Dit geldt echter niet zonder meer<br />
voor de tracer-detectietest.<br />
Tenslotte heeft het onderzoek aan de proefinstallatie<br />
laten zien dat de meeste lekken optraden in standaard<br />
componenten en dus niet in de verbindingen die tijdens<br />
de montage werden gemaakt. Derhalve wordt een ver-<br />
betering van de keur van componenten ‘af fabriek’ aan-<br />
bevolen.<br />
Researchrappor t 14<br />
Vermogensbepaling met radiatorgrafieken<br />
Researchrappor t 15 Specificatie voor<br />
lucht toevoerroosters in woningen<br />
Bij gebalanceerde ventilatiesystemen en luchtverwar-<br />
ming worden vervuiling van wand/plafond en geluids-<br />
overlast vaak als punten van kritiek genoemd. Bij geba-<br />
lanceerde ventilatie komen soms ook tochtklachten<br />
voor. Genoemde klachten worden voor een deel ver-<br />
oorzaakt door een verkeerde roosterkeuze. Dit resear-<br />
chrapport geeft inzicht in de factoren die van invloed<br />
zijn op een roosterselectie.<br />
Hierbij wordt niet alleen aandacht besteed aan de eisen<br />
bij het selecteren van toevoerroosters bij het ontwer-<br />
pen van een gebalanceerd ventilatiesysteem of lucht-<br />
verwarmingssysteem maar ook zaken als montage,<br />
inregeling, oplevering en onderhoud cq reinigbaarheid<br />
ISSO jaarboek<br />
82 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
komen uitgebreid aan de orde.<br />
Onderscheid wordt gemaakt in wettelijke eisen, kwali-<br />
teitseisen en aanvullende kwaliteitseisen.<br />
De tekst kan gebruikt worden als basis voor een BRL<br />
Voorliggende rapportage richt zich primair op luchttoe-<br />
voerroosters voor gebalanceerde ventilatie al dan niet<br />
voorzien van met warmteterugwinning en luchtverwar-<br />
ming in woningen. Voor gebalanceerde ventilatie zijn in<br />
ISSO-rappor ten<br />
ISSO beschikt tevens over de volgende rapporten:<br />
ISSO-rapport 8.01. WTW in woningen.<br />
Engelstalige uitgaven<br />
Floor Heating and Cooling Systems ;<br />
Applications of Low Temperature Heating<br />
and High Temperature Cooling<br />
Climatic Ceilings ; Technical Note : Design<br />
Calculations<br />
Applications of low temperature heating<br />
and high temperature cooling ; Climatic<br />
ceilings and chilled beams<br />
83<br />
bijlage 2 een aantal specifieke ontwerprichtlijnen gege-<br />
ven als specificatiebladen voor ISSO-publicatie 62.<br />
Voor luchtverwarming zijn in bijlage 1 een aantal speci-<br />
fieke ontwerprichtlijnen gegeven als specificatiebladen<br />
voor ISSO-publicatie 58. Voor luchtverwarming zijn in<br />
bijlage 1 een aantal specifieke ontwerprichtlijnen gege-<br />
ven als specificatiebladen voor ISSO-publicatie 58.<br />
ISSO-rapport 8.02. Rendementsbepaling WTW-apparatuur op een proefstand.<br />
ISSO-rapport 12.01. Beschrijving van netwerken ter berekening van warmteoverdracht en zontoetreding<br />
bij raamsystemen (voorstudie).<br />
ISSO-rapport 16.1 Systeemsimulatie.<br />
ISSO-rapport 20.2 Meetpunten en meetmethoden voor klimaatinstallaties<br />
ISSO-rapport 20.3 Meetpunten en meetmethoden voor grote installaties met koeling<br />
ISSO-rapport 22.1 Voorstudie luchtverwarming en ventilatie in hoge ruimten.<br />
ISSO-rapport 30.1 Energieadvisering; kansen en condities (voorstudie).<br />
ISSO-rapport 30.6 DH-factoren van warmtapwaterleidingen<br />
ISSO-rapport 32.1 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen. Pilot-studie bruikbaarheid LCA-<br />
methode.<br />
ISSO-rapport 32.2 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen – interimrapportage<br />
ISSO-rapport 32.3 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen, fase 3; De ontwikkeling van<br />
Eco-Instal’ – interimrapportage<br />
ISSO-rapport 33 Toestandsafhankelijk onderhoud van technische installaties<br />
ISSO-rapport 41 Keurmerk temperatuursimulatieprogrammatuur<br />
ISSO-rapport 41.2 Ontwerptechnische kwaliteitseisen warmwaterverwarmings-installaties utiliteitsge-<br />
bouwen<br />
ISSO-rapport 42.1 Achtergronden bij bepaling warmteverliesberekening (ISSO-51)<br />
ISSO-rapport 53 Innovatieve gebouw- en installatiesystemen – verkenning voor een publicatiereeks<br />
ISSO-rapport 70.3 Grijswater binnen de perceelgrens<br />
ISSO-rapport 71 Artikelen over modellen voor gebouw- en installatiesimulatie<br />
ISSO-rapport 3217 Brandveilige doorvoeren in de sanitaire techniek
BEOORDELINGSRICHTLIJNEN (ZIE OOK W W W.STICHTINGK BI.NL)<br />
BRL 1201<br />
Ont werpen, leveren en installeren van<br />
bliksembeveiligings-installaties<br />
De beoordelingsrichtlijn heeft betrekking op het ont-<br />
werpen en leveren van installaties voor bliksembeveili-<br />
ging. De beoordelingsrichtlijn bestrijkt het hele traject<br />
van aanvraag voor een bliksembeveiligingsinstallatie<br />
via opname, ontwerp en uitvoering tot oplevering van<br />
de installatie<br />
De beoordelingsrichtlijn heeft tevens betrekking op uit-<br />
breiding van een bestaande installatie.<br />
De inspectie van bestaande installaties valt buiten de<br />
reikwijdte van dit certificaat.<br />
Bij nieuwbouw is het niet ongebruikelijk dat er, na de<br />
oplevering van een installatie, een flinke tijd voorbij-<br />
gaat voordag het gebouw en daarmee de installatie<br />
in gebruik wordt genomen. Pas dan, als alle appara-<br />
tuur aanwezig is en op de juiste plaats staat, kan er<br />
worden gecontroleerd of het ontwerp en de daarbij<br />
gehanteerde uitgangspunten nog steeds geldig zijn.<br />
Deze controle valt buiten de reikwijdte van dit certifi-<br />
caat. De installateur dient de opdrachtgever hierop te<br />
wijzen en afspraken te maken over de wijze waarop aan<br />
de controle na ingebruikname vorm wordt gegeven. Er<br />
wordt onderscheid gemaakt tussen installaties voor<br />
uitwendige bliksembeveiliging (BAI) en installaties voor<br />
inwendige bliksembeveiliging (OBI). Een installateur<br />
kan desgewenst voor het deelgebied uitwendige blik-<br />
sembeveiliging (BAI) een op zichzelf staand certificaat<br />
verkrijgen. Een certificaat voor inwendige bliksembe-<br />
veiliging (OBI) houdt ook uitwendige bliksembeveili-<br />
ging (BAI) in.<br />
BRL 6 0 01<br />
Nationale BRL voor het KOMO-instal<br />
procescer tificaat gas, water en elektra<br />
Op initiatief van UNETO-VNI (Ondernemersorganisatie<br />
voor de installatiebranche en de technische detailhan-<br />
del) is een beoordelingsrichtlijn opgesteld voor het<br />
certificeren van installateurs. De beoordelingsrichtlijn<br />
is definitief vastgesteld. Per 31 juli 2000 is de BRL 6001<br />
“Installeren van gas-, water- en elektriciteitsinstalla-<br />
ties” door de Harmonisatie Commissie Bouw aanvaard<br />
als Nationale BeoordelingsRichtlijn. Installatiebedrijven<br />
kunnen nu op basis van deze BRL het procescertificaat<br />
KOMOINSTAL verwerven. Dit certificaat geldt als vol-<br />
doende bewijs dat de aangelegde installaties voldoen<br />
aan de eisen van het Bouwbesluit.<br />
BRL 9501<br />
Nationale BRL voor het KOMO-at test voor<br />
energiegebruikberekeningsmethoden<br />
Op initiatief van:<br />
- ONRI: Organisatie van advies- en ingenieursbureaus<br />
- UNETO-VNI (Ondernemersorganisatie voor de instal-<br />
latiebranche en de technische detailhandel)<br />
en in samenwerking met Novem is de Nationale<br />
Beoordelingsrichtlijn BRL 9501 “Methoden voor het<br />
berekenen van het energiegebruik van gebouwen”<br />
opgesteld.<br />
Deze BRL is per 15 april 2000 door de Harmonisatie<br />
Commissie Bouw aanvaard en kan nu worden ingezet<br />
om KOMO-attesten te verlenen voor energiebereke-<br />
ningsmethoden voor eengezinswoningen en kantoor-<br />
gebouwen.<br />
De BRL 9501 verwijst voor het instrument ter bepaling<br />
van de kwaliteit van de berekeningsmethode naar de<br />
ISSO-publicatie 54 ‘Energie Diagnose Referentie (EDR)<br />
- eengezinswoningen en kantoorgebouwen’.<br />
Het door de certificatie-instelling te verlenen KOMO-<br />
attest voor een energieberekeningsmethode erkent<br />
deze methode onder vermelding van de naam van de<br />
berekeningsmethode en het deelgebied waarop deze<br />
methode betrekking heeft.<br />
Subsidieverstrekkers en opdrachtgevers voor energie-<br />
besparende voorzieningen zullen terzake het daarbij<br />
behorende energieadvies veelal verwijzen naar de con-<br />
form BRL 9501 geattesteerde bepalingsmethoden.<br />
BRL 9502<br />
Nationale BRL voor Energieprestatieadvisering<br />
voor woningen<br />
Ter bevordering van de kwaliteit van energiepresta-<br />
tieadvisering, is in 2001 op initiatief van marktpartijen<br />
besloten om een procescertificatieregeling op te zetten<br />
voor energieprestatie-advisering voor woningen. Deze<br />
regeling voorziet in een certificaat waarin, onder<br />
andere, wordt verklaard dat de door de gecertificeerde<br />
EPA-adviseur gehanteerde werkwijze, volgens de<br />
‘Basismethode EPA’ of volgens een andere methode,<br />
voldoet aan het ‘programma van eisen’ bedoeld in arti-<br />
ISSO jaarboek<br />
84 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
kel 1 van de ‘Regeling EnergiePrestatieAdvies 2002’.<br />
Deze procescertificatieregeling is vastgelegd in de<br />
BRL. Zij sluit aan bij de in de bouwsector bestaande<br />
regelingen voor certificatie.<br />
Voor de overheid (Ministerie van VROM) betekent de<br />
introductie van dit kwaliteits-keurmerk meer zekerheid<br />
dat de ten behoeve van het advies en de uitvoering<br />
van de energiebesparende maatregelen te verstrekken<br />
subsidiegelden daadwerkelijk aanleiding zullen geven<br />
tot een energiebesparing en de daarmee samenhan-<br />
gende CO 2-reductie.<br />
BRL 9502 is opgesteld door een Commissie van<br />
Te ver wachten ISSO publicaties<br />
Opdrachtgevers eisen steeds vaker dat ontwerpers van<br />
installaties gebruik maken van normen en richtlijnen.<br />
Het gebruik ervan is een waarborg voor de kwaliteit van<br />
de installaties. ISSO levert voor de installatietechniek<br />
deze normstellende publicaties. De ISSO-publicaties<br />
85<br />
Deskundigen die ingesteld is door de Stichting<br />
Bouwkwaliteit en aanvaard is door de Harmonisatie<br />
Commissie Bouw.<br />
De BRL 9502 valt derhalve onder de afspraken die in<br />
de bouw-/installatiesector zijn gemaakt inzake afstem-<br />
ming en harmonisatie van certificatiesystemen.<br />
Een bedrijf dat het EPA-W procescertificaat wordt ver-<br />
leend is gerechtigd bij zijn EPA-advies het KOMO kwa-<br />
liteitskeurmerk te voeren.<br />
Naar verwachting zullen in <strong>2005</strong>/2006 de volgende publicaties verschijnen:<br />
Nr. Voorlopige titel<br />
42 Meetpunten en meetmethoden voor installaties<br />
47 Hydraulische schakelingen U-bouw met koeling (verschenen in april)<br />
49 Vloer-/wandverwarming; vloer-/wandkoeling (verschenen in januari)<br />
50 (herzien) Ontwerptechnische kwaliteitseisen verwarmingsinstallaties woningen<br />
55.1 Handleiding legionellapreventie in leidingwater (herziene versie) (verschenen in maart)<br />
55.2 Zorgplicht in bouwbesluit en legionella (verschenen in aprill)<br />
55.3 Modelvoorschriften legionellapreventie in koeltorens en luchtbehandelingsinstallaties<br />
60 U- en R-waarden (verschenen in februari)<br />
67 Uitgangspunten Temperatuursimulatieberekeningen<br />
72 Kleine collectieve warmtepompsystemen<br />
73 Bodemwarmtewisselaars<br />
76 Montage- en materiaaltechnische kwaliteitseisen warmwaterverwarmingsinstallaties<br />
78 Warmtepompinstallaties klein collectief<br />
80 Handboek integraal ontwerpen van collectieve warmtepompinstallaties<br />
81 Handboek integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen<br />
KL Kleintje Zontoetreding<br />
KL Kleintje Warmteverlies (verschenen in mei)<br />
KL Kleintje Binnenklimaat<br />
GIW/ISSO Installatie-eisen nieuwbouw eengezinswoningen en appartementen<br />
NTR 3216 Supplement Geluidshinder (verschenen in april)<br />
Rapport 3217 Brandveilige doorvoeren in de sanitaire techniek (verschenen in mei)<br />
BRL 6010 Advisering legionellapreventie<br />
Voor meer en actuele informatie kunt u kijken op www.isso.nl<br />
betreffen innovatieve installatie- en sanitaire systemen.<br />
De normstellende ISSO-publicaties komen tot stand in<br />
samenwerking met deskundigen uit het vakgebied en<br />
zijn breed geaccepteerd in de installatiesector.
Prijslijst ISSO Producten<br />
nr titel Prijs<br />
(incl. BTW)<br />
2 Zontoetredingsfactoren (1975) € 15<br />
3 Zonstralingstabellen (1976) € 15<br />
5 Montage- en materiaaltechnische kwaliteitseisen voor warmwaterverwarmingsinstallaties (1996H) € 25<br />
6 U- en R-waarden voor bouwkundige constructies (1987H) € 100<br />
7 Grondleidingen voor warmtetransport (1979) € 20<br />
8 Berekening van het thermische gedrag van gebouwen bij zomerontwerpcondities (1985) € 55<br />
9 Luchtverwarming in woningen (1980 + 1986) (vervallen zie ISSO 58) € 50<br />
11 Warmteterugwinning (1982) € 40<br />
12 Verkort referentiejaar voor buitencondities (1986H) € 40<br />
13 Aanbevelingen ter voorkoming van ketelsteenvorming in watervoerende installaties (1983) € 35<br />
14 Zonneboilers; ontwerp, uitvoering en advisering (1992H) € 85<br />
16 De jaarlijkse warmtebehoefte van woningen, energiegebruikberekening per vertrek en totaal (1987) € 50<br />
17 Luchtkanaalberekening (1993H) € 95<br />
18 Leidingnetberekening (1987) € 75<br />
19 Thermisch binnenklimaat, aanbevelingen (1991) € 35<br />
20 Energiegebruik in kantoorgebouwen (1987) € 55<br />
21 Berekening van het energiegebruik voor klimatisering en verlichting van kantoorgebouwen (1994) € 70<br />
22 Energiegebruik in schoolgebouwen (1987) € 55<br />
23 Correctieprocedure referentiejaar naar actueel jaar (1988) € 40<br />
24 Installatiegeluid, ontwerpaanbevelingen en grondslagen voor geluidstechnische € 50<br />
berekeningen aan installaties (1990)<br />
25 Leidingisolatie – berekening van de economisch optimale dikte en dikte ter voorkoming van € 90<br />
condensatie (1991)<br />
26 Uitwendige corrosie: aanbevelingen ter voorkoming van uitwendige corrosie in verwarmings- € 25<br />
en luchttechnische installatie (1990)<br />
27 Luchtfilters in comfortinstallaties (1991) € 40<br />
28 Warmteterugwinning in woningen (1993) € 80<br />
29 Stralingsverwarming in hoge ruimten, indirect systeem (1992) € 60<br />
30 Leidingwaterinstallaties in woningen (2004) € 110<br />
30.3 ISSO/VNI Richtlijn Waterslag in tapwaterinstallaties (1998) € 30<br />
30.4 ISSO/VNI Richtlijn Warmteterugwinning uit douchewater (2003) € 30<br />
30.5 ISSO/VNI Richtlijn LegionellaCode Woninginstallaties (2003) € 35<br />
31 Meetpunten en meetmethoden voor klimaatinstallaties (1995) € 75<br />
32 Uitgangspunten temperatuursimulatieberekeningen (1994) € 50<br />
33 Kengetallen en vuistregels (1996) € 25<br />
34 Stralingsverwarming in hoge ruimten, direct systeem (1994) € 55<br />
35 Van automatisering naar gebouwbeheer – Een overzicht van de stand van zaken (1994) € 45<br />
36 Standaard vraagspecificatie voor installaties in gebouwen (1995) € 70<br />
37 Energiewijzer kantoren (1995) € 45<br />
38 Handboek warmtepompen voor de gebouwde omgeving (1996) € 80<br />
39 Langetermijnkoudeopslag in de bodem (1997) € 50<br />
40 Werkplekklimatisering door verdringingsventilatie in een kantooromgeving (1994) € 30<br />
(vervangen door ISSO 900)<br />
41 Energiewijzer woningen (1995) € 30<br />
43 Concepten voor klimaatinstallaties (1998) € 115<br />
44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen (1998) € 90<br />
ISSO jaarboek<br />
86 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
nr titel Prijs<br />
87<br />
(incl. BTW)<br />
45 Methoden voor energiebesparingberekeningen – Onderbouwingmethode € 25<br />
Energiebesparingfonds (EBF) (1997)<br />
46 Ontwerp van individuele hydraulische schakelingen voor verwarmen van eengezinswoningen (2000) € 45<br />
47 Ontwerp van hydraulische schakelingen voor koelen (<strong>2005</strong>) € 70<br />
48 Klimaatplafonds/Koelconvectoren: richtlijnen voor ontwerp en uitvoering (1998) € 70<br />
49 Kwaliteitseisen vloer-/wandverwarming en vloer-/wandkoeling (vervangt ISSO-10) (2004) € 135<br />
50 Ontwerptechnische kwaliteitseisen voor warmwaterverwarmingsinstallaties in woningen en € 70<br />
woongebouwen (1999)<br />
51 Warmteverliesberekening voor woningen en woongebouwen (2000) € 70<br />
53 Warmteverliesberekening voor utiliteitsgebouwen met vertrekhoogten tot 5 meter (2003) € 70<br />
54 Energie Diagnose Referentie (EDR) (losbladig) (2003) € 220<br />
55 Tapwaterinstallaties in woon- en utiliteitsgebouwen (2001) € 100<br />
55.1 Handleiding legionellapreventie in leidingwater (<strong>2005</strong>) € 75<br />
55.2 Handleiding legionellapreventie zorgplicht (<strong>2005</strong>) € 45<br />
56 Inregelen van ontwerpvolumestromen in individuele verwarmingsinstallaties in woningen (2002) € 70<br />
57 Warmteverliesberekening voor industriegebouwen (2003) € 70<br />
58 Luchtverwarming woningbouw (2004) € 150<br />
59 Grote zonneboilers (2001) € 85<br />
60 U- en R- Waarden (2004) € 35<br />
61 Kwaliteitseisen ventilatiesystemen woningen (2001) € 115<br />
62 Gebalanceerde ventilatie en warmteterugwinning in woningen (2003) € 150<br />
64 Kwaliteitseisen isoleren (2002) € 75<br />
65 Inregelen van ontwerpvolumestromen in warmwaterinstallaties (2004) € 70<br />
66 Vermogen van radiatoren en convectoren in praktijksituaties (2001) (Herziening ISSO 1) € 45<br />
68 Energetisch optimale stook- en koellijnen (2002) € 65<br />
69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie (2002) € 70<br />
70.1 Hemelwater binnen de perceelgrens (2000) € 65<br />
70.2 Individuele behandeling van afvalwater (IBA) (2000) € 60<br />
70.3 Grijswater binnen de perceelgrens (2002) € 30<br />
71 Optimale warmte opwekkingsinstallaties (2003) € 60<br />
72 Ontwerpen van individuele en klein elektrische warmtepompsystemen (<strong>2005</strong>) € 110<br />
73 Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaars (<strong>2005</strong>) € 125<br />
74 Thermisch behaaglijkheid - eisen voor de binnen temperatuur in gebouwen (2004) € 60<br />
75 Handboek EPA-U (2004) € 120<br />
77 Levensloop bestendig wonen (2004) € 57<br />
79 Inspectie en onderhoud van noodverlichtingsinstallaties (2004) € 25<br />
900 Rehva verdringingsventilatie € 50<br />
Handboek Handboek Installatietechniek (2002) € 245<br />
Zakboekje Zakboekje installatietechniek, basisgegevens voor ontwerp (1994) € 40<br />
NTR 3216 Binnenriolering richtlijn voor ontwerp en uitvoering (2002) € 130<br />
inclusief supplement geluidshinder (<strong>2005</strong>) (te bestellen via NEN-Delft)<br />
NTR 3216 Supplement geluidshinder (<strong>2005</strong>) € 30<br />
Aanvulling ISSO 62 (2004) € 20<br />
Aanvulling ISSO 58 (2004) € 20
nr titel Prijs<br />
ISSO/SBR-PUBLICATIES<br />
(incl. BTW)<br />
ISSO/SBR 213 Ontwerpen van energie-efficiënte kantoren (1994H) € 45<br />
ISSO/SBR 300 Energie-efficiënte kantoorgebouwen, binnenklimaat en energiegebruik (1994) € 50<br />
ISSO/SBR 347 Model kwaliteitsbeheersing klimaatinstallaties (1995) € 45<br />
ISSO/SBR 354 Binnenmilieufactoren voor kantoren (1995) € 25<br />
ISSO/SBR 375 Flexis, communicatie over en beoordeling van flexibiliteit tussen gebouwen en € 30<br />
installaties (1996)<br />
ISSO/SBR 800 Sturingsinstrument voor energie (EPC) en binnenklimaat (GTO) in kantoorgebouwen € 35<br />
(1997)<br />
ISSO/SBR 801 Praktijkboek Gezonde Gebouwen (te bestellen bij SBR, tel. 010-4114111) (Prijs excl. BTW) € 180<br />
ISSO/SBR 802 Handleiding voor gezond beheren van kantoorgebouwen (1999) € 50<br />
ISSO/SBR 804 Energie-efficiënt ventileren (1999) € 25<br />
ISSO/SBR 805 Handboek vocht en ventilatie (2000) € 60<br />
ISSO/SBR 806 Hemelwater binnen de perceelgrens (2000) (= ISSO 70.1) € 65<br />
ISSO/SBR 807 Daglichtsystemen en visueel comfort (2001) € 55<br />
ISSO/SBR 808 Innovatieve en duurzame gebouw- en installatieconcepten - een integrale aanpak € 110<br />
(2003)<br />
RESEARCHRAPPORTEN<br />
RR 1 Onderzoek naar minimum verse luchttoevoer (1981) € 40<br />
RR 5 Ontwerpbinnencondities en thermische behaaglijkheid in gebouwen (1990) € 40<br />
RR 6 Bepaling opwarmcapaciteit van woningen en kantoren (1992) € 55<br />
RR 7 Berekening daglichtbijdrage bij uurlijkse energiegebruikberekeningen in gebouwen € 30<br />
(1990)<br />
RR 9 Energiebewust ontwerpen van comfortinstallaties (1993) € 50<br />
RR 10 Energie-efficiënte kantoorgebouwen, binnenklimaat en energiegebruik (1994) € 50<br />
RR 11 Bepalingsmethode systeemrendementen voor NEN 2916 (1998) € 50<br />
RR 12 Onderzoek naar waterslag in tapwaterinstallaties; oorzaken en aanbevelingen (1998) € 50<br />
RR 13 Beoordelen en opsporen van lekken in niet-gerede binnenriolering (2000) € 30<br />
RR 14 Vermogensbepaling met radiatorgrafieken (2000) € 30<br />
RR 15 Roosterspecificatie voor luchttoevoerroosters in woningen (2004) € 85<br />
RAPPORTEN<br />
RAP 8.01 WTW in woningen (1992) € 30<br />
RAP 8.02 Rendementbepaling WTW-apparatuur op een proefstand (1991) € 30<br />
RAP 12.1 Beschrijving van netwerken ter berekening van warmteoverdracht en zontoetreding € 55<br />
bij raamsystemen (1993)<br />
RAP 16.1 System simulation (1990) € 20<br />
RAP 20.2 Meetpunten en meetmethoden voor klimaatinstallaties (1999) € 70<br />
RAP 20.3 Meetpunten en meetmethoden voor grote installaties met koeling ( 2003) € 45<br />
RAP 22.1 Voorstudie luchtverwarming en ventilatie in hoge ruimten (1992) € 30<br />
RAP 30.1 Energieadvisering: kansen en condities (1993) € 50<br />
RAP 30.6 DH-factoren van warmtapwaterleidingen €<br />
RAP 32.1 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen – Pilotstudy bruikbaarheid € 60<br />
LCA-methode (1994)<br />
RAP 32.2 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen interim-rapportage (1996) € 60<br />
RAP 32.3 Milieubelasting door comfortinstallaties in woningen, fase 3; De ontwikkeling van € 60<br />
Eco-Instal – interim-rapportage (1998)<br />
ISSO jaarboek<br />
88 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
nr titel Prijs<br />
RAP 3217 Brandveilige Doorvoeren in de Sanitaire techniek (<strong>2005</strong>) € 145<br />
RAP 33 Toestandsafhankelijk onderhoud (TAO) van technische installaties in gebouwen (1998) € 30<br />
RAP 41 Keurmerk temperatuursimulatieprogrammatuur (2000) € 35<br />
RAP 41.2 Ontwerptechnische kwaliteitseisen warmwaterverwarmingsinstallaties<br />
utiliteitsgebouwen (2002) € 35<br />
RAP 42.1 Achtergronden bij bepaling warmteverliesberekening (1998) € 35<br />
RAP 53 Verkenning voor een publicatiereeks innovatieve gebouw- en installatiesystemen (1999) € 40<br />
RAP 71 Artikelen over Modellen voor Gebouw- en Installatiesimulatie (1999) € 30<br />
BEOORDELINGSRICHTLIJNEN<br />
BRL 1201 Nationale BRL voor het ontwerpen, leveren en installeren van bliksemveilige € 25<br />
installaties (2003)<br />
BRL 6001 Nationale BRL voor het KOMO-INSTAL procescertificaat gas, water en elektra (2000) € 25<br />
BRL 9501 Nationale BRL voor het KOMO-attest voor energiegebruikberekeningsmethoden (2000) € 25<br />
BRL 9502 Nationale BRL voor het KOMO-procescertificaat EPA voor woningen (2000) € 25<br />
DIVERSEN<br />
Grafieken Radiatorgrafieken (berekeningblok à 50 stuks) (2000) € 25<br />
Checklist Checklist voor toepassing van LTV cv-installaties (set van 10) (2000) € 15<br />
Band ISSO 4-ringsverzamelband voor ISSO-publicaties € 20<br />
Themamap opbergcassettes per vakgebied € 18<br />
Invulblok Berekeningsformulieren ISSO 8 (1985) € 15<br />
<strong>Jaarboek</strong> <strong>Jaarboek</strong> <strong>2005</strong>/2006 € 0<br />
FAQ Handboek (brochure) Vragen en antwoorden legionella ( 2003) € 25<br />
Legionella kaart Gebruiksinstructie kaart (10 stuks) (2003) € 12<br />
Handleiding Kleintje GAVO (2004) (ex.BTW) € 22<br />
Handleiding Kleintje Water (2003) € 35<br />
Handleiding Kleintje Inregelen (2004) € 35<br />
Handleiding Kleintje Warmteverlies voor Woningen (<strong>2005</strong>) € 35<br />
NVFN Ontwerpgids Noodverlichting (2003) € 17<br />
NVFN CD-ROM Checklist voor een goede Noodverlichting, incl. 50 flyers (2003) € 17<br />
FAQ Vragen en antwoorden Noodverlichting (<strong>2005</strong>) € 15<br />
89<br />
(incl. BTW)
5. Algemeen<br />
ISSO, het kennisinstituut van de installatiesector<br />
ISSO is opgericht om te voorzien in de technische ken-<br />
nisbehoefte van de installatiesector. ISSO doet dit door<br />
de kennisvragen vanuit de sector te identificeren en het<br />
ontsluiten en toegankelijk maken van deze kennis in de<br />
vorm van praktische ISSO publicaties, instructiebijeen-<br />
komsten, digitale producten en overige diensten.<br />
ISSO doelstelling en missie<br />
Doelstelling<br />
ISSO stelt zich ten doel om de installatietechniek in de<br />
bouwkolom te versterken, de eenduidigheid te bevor-<br />
deren en via normatieve richtlijnen de kwaliteit van<br />
installaties inzichtelijk te maken. Zij zorgt voor de daar-<br />
voor benodigde kennisontwikkeling- en verzameling<br />
en het draagvlak voor de richtlijnen en het technische<br />
kader voor certificatiesystemen.<br />
Voor wie werkt ISSO<br />
ISSO richt zich op verschillende doelgroepen binnen<br />
de installatiesector:<br />
• de ontwerpende en uitvoerende disciplines zoals<br />
adviseurs, installateurs en overige ontwerpers;<br />
• de toeleverende industrie zoals leveranciers, fabri-<br />
kanten en importeurs;<br />
ISSO Functies<br />
ISSO richt zich vooral op de installatiedisciplines;<br />
werktuigkunde, sanitair en elektrotechniek en ICT.<br />
Naast deze disciplines onderscheidt ISSO een aantal<br />
thema’s; Veiligheid en gezondheid, milieu en energie,<br />
kwaliteit en klantgerichtheid. Binnen deze disciplines<br />
en thema’s vervult ISSO de volgende functies:<br />
– Kennismakelaar<br />
Opsporen en beschikbaar maken van relevante<br />
kennis en kennisbronnen voor de<br />
installatiesector<br />
– Kennisontwikkelaar<br />
Ontwikkeling van relevante kennisproducten<br />
– Kennisvraagbaak<br />
Samengevat kan men de activiteiten van ISSO als volgt<br />
omschrijven:<br />
— kennisidentificatie,<br />
— kennisontwikkeling en<br />
— kennisoverdracht.<br />
Missie<br />
ISSO is het onafhankelijk breed gedragen kennisinsti-<br />
tuut van de Nederlandse Installatiesector. Wij leggen<br />
technische kennis en normen eenduidig vast en maken<br />
ze toegankelijk voor de hele bouwkolom.<br />
• de opdrachtgevers en gebouwbeheerders;<br />
• kennisoverdragende disciplines zoals opleidings-<br />
en nascholingsinstituten en het reguliere<br />
onderwijs.<br />
Het beantwoorden van specifieke vragen<br />
– Kennisexporteur<br />
Instructiebijeenkomsten, voorzien van cursusge-<br />
richt onderwijs van praktische en relevante kennis,<br />
verbetering school- en werksituatie<br />
– Observator<br />
Verbanden traceren tussen technische en maat-<br />
schappelijke ontwikkelingen, het creëren van kan-<br />
sen en markten<br />
– Vertegenwoordiger<br />
Diensten vervullen op beleidsterreinen die aan<br />
installatietechniek zijn gerelateerd, vergroten be-<br />
wustwording van sectorrelevante onderwerpen<br />
ISSO jaarboek<br />
90 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO werkwijze<br />
De deelnemende organisaties zijn vertegenwoordigd<br />
in het ISSO-Bestuur. Het Bestuur wordt geadviseerd<br />
door een Raad van Begeleiding, onder wiens verant-<br />
woordelijkheid de onderzoeksprogrammering en ken-<br />
nisoverdracht resultaten tot stand worden gebracht.<br />
Ten behoeve van de begeleiding van de onderzoe-<br />
ken worden ISSO-kontaktgroepen ingesteld die de<br />
bepaalde studies en publicatievoorbereidingen daad-<br />
werkelijk begeleiden. Het bureau ISSO coördineert al<br />
deze werkzaamheden en realiseert de uitgave van de<br />
ISSO-publicaties, rapporten en dergelijke.<br />
Onderzoeksprogrammering<br />
Hierbij speelt de Raad van Begeleiding (RVB) van ISSO<br />
en belangrijke rol. Deze bestaat uit deskundigen, die<br />
alle geledingen van het vakgebied vertegenwoordigen.<br />
De Raad van Begeleiding werkt met een lijst van te<br />
behandelen onderwerpen, die regelmatig wordt geac-<br />
tualiseerd. Dit gebeurt op grond van signalen uit de<br />
markt en eigen ervaringen van Raad van Begeleiding<br />
leden. Het begrip ‘signalen uit de markt’ dient breed te<br />
worden opgevat. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de<br />
- periodieke - contacten met:<br />
— Uneto-Vni<br />
— Technische Raad TVVL<br />
— PCR en ARTB (Programma Coördinatie Raad en<br />
AdviesRaad Technologie Bouw<br />
— Technische universiteiten<br />
— Technologische instituten<br />
— Ministeries VROM, SZW, EZ etc.<br />
— Senter/Novem<br />
— Stichting MM (MarktMonitor)<br />
— Diverse brancheorganisaties<br />
Zo overlegt ISSO op basis van de resultaten van de<br />
Markt Monitor Installatietechniek met diverse organi-<br />
saties onder de koepel van de Commissie Technologie<br />
Kenteq over de programmering van onderzoek<br />
en kennisverspreiding binnen de installatiesector.<br />
Als Collectief Onderzoek Programmerende Instelling<br />
(COPI) werkt ISSO nauw samen met de drie andere<br />
COPI’s uit de bouwwereld: SBR, CUR en C.R.O.W.<br />
Die samenwerking vindt plaats binnen de Programma<br />
Coördinatie Raad (PCR) van de COPI’s. In de PCR<br />
wordt onderzoek op themaniveau afgestemd. Het gaat<br />
om thema’s als duurzaam bouwen, milieu en informa-<br />
tietechnologie. De PCR besteedt aldus aandacht aan<br />
de afstemming van deze organisatie overschrijdende<br />
gemeenschappelijke thema’s.<br />
91<br />
De PCR voert regelmatig overleg met de Adviesraad<br />
Technologie Bouwnijverheid (ARTB).<br />
IS SO par ticipanten<br />
Sinds haar oprichting heeft ISSO een aantal vaste par-<br />
ticipanten (brancheorganisaties). Zij spelen al die jaren<br />
een belangrijke rol in de realisatie van onze werkzaam-<br />
heden. De participanten zijn:<br />
UNETO-VNI, Ondernemers-<br />
organisatie voor de installa-<br />
tiebranche en de technische<br />
detailhandel<br />
CBVI, Centraal Bureau<br />
Verwarmings Industrie<br />
VABI, Vereniging voor Auto-<br />
matisering in de Bouw en<br />
Installatietechniek b.v.<br />
TVVL, Nederlandse Techni-<br />
sche Vereniging voor Instal-<br />
laties in gebouwen<br />
ONRI, Organisatie van<br />
Nederlandse Raadgevende<br />
Ingenieursbureaus<br />
IS SO opdrachtgevers<br />
Naast de werkzaamheden voor de participanten voert<br />
ISSO ook projecten uit voor de toeleverende industrie,<br />
ministeries EZ en VROM, Senter/Novem, OTIB, onder-<br />
wijsinstellingen etc.
Begunstigers<br />
Recent onderzoek bevestigde nog eens dat ISSO alge-<br />
meen wordt erkend als onafhankelijk en breed gedra-<br />
gen kennisinstituut van de Nederlandse installatiesec-<br />
tor. Met het eenduidig vast leggen van de technische<br />
kennis en normen en toegankelijk maken draagt ISSO<br />
bij aan de versterking van de installatietechniek in de<br />
bouwkolom. Met de bevordering van de eenduidigheid<br />
en realisatie van normatieve richtlijnen wordt bovendien<br />
de kwaliteit van installaties inzichtelijk en bespreek-<br />
baar gemaakt. ISSO zorgt voor de daarvoor benodigde<br />
kennisontwikkeling en kennisverzameling en voor het<br />
draagvlak van de richtlijnen en het technische kader<br />
voor certificatiesystemen.<br />
Waarom begunstigers<br />
Jaarlijks ontvangt ISSO van de in haar deelnemende<br />
organisaties structurele financiering voor<br />
onder andere de financiering van de algemene tech-<br />
nische belangenbehartiging, zoals bij voorbeeld bij de<br />
realisatie van de Nederlandse en Europese regelge-<br />
ving. Om die algemene activiteiten zo compleet moge-<br />
lijk te kunnen blijven doen kent ISSO ook bijdragen van<br />
begunstigers. ISSO doet via die begunstigersregeling<br />
een beroep op marktpartijen, die zich kunnen identifi-<br />
ceren met het algemeen belang van een ISSO voor de<br />
installatiesector, om ISSO financieel te ondersteunen.<br />
Wat kunnen wij begunstigers bieden<br />
Vanzelfsprekend is er een wederzijds en gemeenschap-<br />
pelijk belang. Zo zijn de voordelen voor de begunstiger:<br />
• Ter profilering van het imago verkrijgt men het<br />
recht van het gebruik van het “ISSO-Begunstigers<br />
logo”;<br />
• Vermelding in het nieuwsbulletin; de ISSO-Info;<br />
• Opname in de begunstigersbanner op de ISSO<br />
website;<br />
• Gratis ISSO-basisabonnement (toegang tot ISSO-<br />
toolshop, gratis gebruik helpdesk van ISSO-digi-<br />
taal, de mogelijkheid tot het gebruik maken van<br />
ISSO-digitaal etc.);<br />
• Gratis abonnement op de technische brochures<br />
ThemaTech;<br />
• Gratis abonnement op het nieuwsbulletin ISSO-<br />
Info;<br />
• De mogelijkheid voor onderzoeken en studies die<br />
relevant zijn voor de begunstiger, als correspon-<br />
derend of actief lid te participeren in een begelei-<br />
dende contactgroep;<br />
• Jaarlijks een gratis advertentiepagina in een nieuw<br />
te verschijnen ISSO-publicatie;<br />
• Gratis één exemplaar van alle nieuw uitgebrachte<br />
ISSO-publicaties;<br />
• Bij aanschaf van meerdere en eerder verschenen<br />
publicaties (indien voor eigen gebruik) een korting<br />
van 30% op de bruto verkoopprijs;<br />
• Jaarlijks één gratis toegangsbewijs voor een door<br />
de ISSO georganiseerd seminar, instructiedag of<br />
dergelijke.<br />
Wie kunnen begunstiger zijn<br />
• toeleverende industrie<br />
• groothandels installatietechniek<br />
• brancheorganisaties van toeleverende bedrijven<br />
• dienstverlenende organisaties installatiesector<br />
zoals softwarehuizen e.d.<br />
• overig<br />
Wanneer bent u begunstiger<br />
• Minimale jaarbijdrage later vast te stellen<br />
• Een overeenkomst voor minimaal 3 jaar<br />
Met de ondersteuning van ISSO draagt u bij aan een<br />
kennisverbreding en -verdieping van de installatie-<br />
sector, elementen die de kwaliteit van de installaties en<br />
installatieprocessen zeker ten goede zal komen.<br />
ISSO jaarboek<br />
92 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ISSO Instructiebijeenkomsten<br />
6. Kennisoverdracht<br />
In het kader van ken-<br />
nisoverdrachtorgani- seert ISSO regelmatig<br />
instructiebijeenkomsten.<br />
Tijdens deze instruc-<br />
ties wordt uitgelegd<br />
hoe de installatie tech-<br />
nische systemen, zoals<br />
beschreven in de betref-<br />
fende ISSO-publicaties,<br />
zijn opgebouwd en hoe<br />
men deze moet gebrui-<br />
ken. Praktijk opdrach-<br />
ten zorgen ervoor dat<br />
de deelnemers met het<br />
geleerde praktische er-<br />
varing op kunnen doen.<br />
ISSO verzorgt de onderstaande bijeenkomsten:<br />
Instructie ‘Herziene VEWIN werkbladen’<br />
De geheel herziene versie van de VEWIN-werkbladen<br />
is in 2004 verschenen. ISSO en KIWA organiseren in<br />
samenwerking met Uneto-VNI en VEWIN instructiebij-<br />
eenkomsten om de wijzigingen te behandelen. Deze<br />
instructiebijeenkomsten geven de gebruiker beter<br />
inzicht in het toepassen van de werkbladen in de prak-<br />
tijk. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de nieuwe<br />
rol van de waterleidingbedrijven bij het toezicht op het<br />
beheer van leidingwaterinstallaties.<br />
Instructie ‘Waterzijdig inregelen van<br />
ver warmingsinstallaties in woningen’<br />
Voor het goed functioneren van een verwarmingsinstal-<br />
latie is het inregelen van de installaties van essentieel<br />
belang. Veel klachten van gebruikers over het comfort<br />
zijn het gevolg van het niet waterzijdig inregelen van<br />
een installatie. Naast het comfort biedt het inregelen<br />
nog meer voordelen: energiebesparing door een gerin-<br />
gere ‘overshoot’ van de ruimtetemperatuur en lagere<br />
retourtemperaturen, wat meer condensatie van rook-<br />
gassen in een HR-ketel betekent en dus een hoger<br />
ketelrendement.<br />
93<br />
ISSO levert voor de installatiesector normstellende<br />
publicaties. ISSO-publicatie 56 ‘Inregelen van ont-<br />
werpvolumestromen in individuele verwarmingsinstal-<br />
laties in woningen’ geeft aan hoe individuele warmwa-<br />
terinstallaties in woningen moeten worden ingeregeld,<br />
zowel voor nieuwbouw als bestaande bouw. Om snel<br />
en op de juiste wijze te leren werken met ISSO-publi-<br />
catie 56 organiseert ISSO in samenwerking met Uneto-<br />
VNI en de Vereniging Huis en Klimaat op een aantal<br />
locaties in Nederland een instructiebijeenkomst.<br />
Instructie ‘’Ont werpen en uit voeren van<br />
ver ticale Bodemwarmtewisselaars’’<br />
Opdrachtgevers eisen steeds vaker dat ontwerpers<br />
van klimaatinstallaties gebruik maken van normen en<br />
richtlijnen. Het gebruik van normen en richtlijnen is een<br />
waarborg voor de kwaliteit van de installaties. ISSO<br />
levert voor de installatiesector deze normstellende<br />
publicaties. Zo ook voor het ontwerpen en uitvoeren<br />
van verticale bodemwarmtewisselaars waar de warm-<br />
tepomp op is aangesloten. Om de kennis uit te dragen,<br />
organiseert ISSO in samenwerking met Uneto-VNI op<br />
basis van ISSO-publicatie 73 een vijftal instructiebij-<br />
eenkomsten.<br />
Instructie ‘’Legionellapreventie’’<br />
Op 28 december 2004 zijn de nieuwe regels met<br />
betrekking tot Legionellapreventie in leidingwater van<br />
kracht geworden. Om de gevolgen voor het verrichten<br />
van Legionellapreventiediensten te verduidelijken orga-<br />
niseren ISSO en Uneto-VNI een serie regionale instruc-<br />
tiebijeenkomsten.<br />
De reikwijdte van de Legionellawetgeving is ingeperkt<br />
tot collectieve installaties vallend onder de midden/<br />
hoog risicocategorie. De overige collectieve instal-<br />
laties vallen onder de zorgplicht in het kader van het<br />
Waterleidingbesluit.<br />
Instructie ‘Hydraulische schakelingen voor<br />
koelen’<br />
ISSO-publicatie 47 ‘Ontwerp van hydraulische schake-<br />
lingen voor koelen’ verschijnt in 2006. Deze publicatie<br />
geeft een methodiek voor het ontwerpen van hydrauli-<br />
sche schakelingen voor koelinstallaties, die voorkomt
dat er teveel pompen in de schakeling worden opge-<br />
nomen of dat de eindgebruikers onvoldoende kunnen<br />
worden geregeld.<br />
Instructie ‘Herziene VEWIN werkbladen’<br />
De geheel herziene versie van de VEWIN-werkbladen<br />
is in 2004 verschenen. ISSO en KIWA organiseren in<br />
samenwerking met Uneto-VNI en VEWIN instructiebij-<br />
eenkomsten om de wijzigingen te behandelen. Deze<br />
instructiebijeenkomsten geven de gebruiker beter<br />
inzicht in het toepassen van de werkbladen in de prak-<br />
tijk. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de nieuwe<br />
rol van de waterleidingbedrijven bij het toezicht op het<br />
beheer van leidingwaterinstallaties.<br />
In-Company trainingen<br />
Voor bedrijven die met een groep van 6 of meer col-<br />
lega’s op maat willen leren verzorgt ISSO In-Company<br />
trainingen. Afhankelijk van uw wensen en van de kennis<br />
en ervaring van uw groep stellen we in overleg een pro-<br />
gramma samen.<br />
Symposia/congressen<br />
Seminar Legionellapreventie groot succes!<br />
Installatiesector neemt Legionella serieus<br />
Op 8 maart <strong>2005</strong> vond in de Doelen te Rotterdam het<br />
seminar “Nieuwe regels voor Legionellapreventie”<br />
plaats. Met het verschijnen van twee nieuwe hand-<br />
leidingen is in Nederland een nieuwe werkfase inge-<br />
gaan voor legionellapreventie. Aanleiding daartoe is de<br />
sinds 28 december 2004 van kracht geworden wette-<br />
lijke regeling voor legionellapreventie in leidingwater.<br />
Voorafgaand aan het door ISSO en het vakblad Intech<br />
georganiseerde seminar over de nieuwe wettelijke<br />
regels, ontving staatssecretaris Pieter van Geel (VROM)<br />
het eerste exemplaar van de herziene handleiding ISSO<br />
55.1. Deze publicatie is een hulpmiddel voor de uitvoe-<br />
ring van de nieuwe wettelijke regels. De subtitel van<br />
het seminar ‘Antwoord op uw zorgplicht’ bleek voor<br />
de circa 450 deelnemers in het Congrescentrum De<br />
Doelen in Rotterdam de grote trekpleister. Alom waar-<br />
dering was er voor het initiatief van Uneto-VNI en TVVL<br />
om voor de locaties waarvoor in het Waterleidingbesluit<br />
geen specifieke regels zijn opgenomen, maar wel de<br />
zorgplicht, een aparte handleiding uit te brengen. Het<br />
ministerie van VROM en de VROM-Inspectie hebben<br />
ingestemd met dit particuliere initiatief van een ISSO<br />
handleiding 55.2.<br />
Volop keuze<br />
U kunt ondermeereen keuze maken uit de onderstaande<br />
trainingen<br />
• VEWIN werkbladen<br />
• Legionellapreventie<br />
• Bodemwarmtewisselaars<br />
• Warmteverliesberekeningen<br />
• Inregelen<br />
• Leidingwaterinstallaties in woningen<br />
• I ndividuele en klein collectieve warmtepompen<br />
voor woningen<br />
• Hydraulica<br />
Meer informatie<br />
Onder het motto samen sterk: organiseert ISSO de<br />
instructiebijeenkomsten dikwijls met andere belang-<br />
rijke partijen uit de installatiesector. Voor meer infor-<br />
matie en data van de instructiebijeenkomsten kunt u<br />
terecht op de ISSO-site: www.isso.nl<br />
Seminar ‘’Een stevig onderhoud over<br />
noodverlichting’’<br />
Op 17 november 2004 organiseerde Uneto-VNI, NVFN<br />
en ISSO het seminar ‘Een stevig onderhoud over nood-<br />
verlichting’. Meer dan driehonderd mensen kwamen<br />
op 17 november in Lunteren bijeen om dit seminar bij<br />
te wonen. Tijdens de opening konden mensen enkele<br />
seconden ervaren wat het is om echt in het donker te<br />
zitten. De heer Boer van TNO HM liet vanuit diverse<br />
experimenten zien hoe mensen reageren in panieksitu-<br />
aties. Volgens de heer Coppes, van C+B advies en rea-<br />
lisatie BV, is gebrekkige regelgeving geen excuus voor<br />
slechte noodverlichting of slecht onderhoud. Door de<br />
veiligheid voorop te zetten en goed nadenken is er altijd<br />
een juiste oplossing te realiseren, zo betoogde hij.<br />
In het najaar <strong>2005</strong>/begin 2006 zullen de onderstaande<br />
symposia plaatsvinden<br />
• ISSO Najaarsoverleg, 4 oktober<br />
• Studiedag luchtfilters voor comfortinstallaties,<br />
6 oktober<br />
• Symposium ‘Thermische behaaglijkheid –eisen voor<br />
de binnentemperatuur in gebouwen’, 10 november<br />
• ISSO/TVVL dag, voorjaar 2006<br />
ISSO jaarboek<br />
94 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
Vakbeurzen<br />
ISSO- deelname aan de Installatie<br />
Vakbeurs Hardenberg<br />
Van 14 t/m 16 september 2004 heeft ISSO deelgeno-<br />
men aan het opleidingsplein op de Installatie Vakbeurs<br />
te Hardenberg.<br />
Installatie & Sanitair vakbeurs<br />
ISSO heeft van 24 t/m 26 mei <strong>2005</strong> deelgenomen aan<br />
de Installatie & Sanitair vakbeurs te Den Bosch. Met<br />
circa 6.500 bezoekers in 3 middagen/avonden was de<br />
organisatie tevreden.<br />
ISSO en publiciteit<br />
Internet : w w w.isso.nl<br />
Internet en informatietechnologie in het algemeen<br />
speelt als instrument een belangrijke rol bij kennis-<br />
overdracht. Een belangrijk communicatiemiddel met<br />
de markt is de ISSO-internetsite, die onder andere de<br />
volgende informatie bevat:<br />
• details over de door ISSO uitgebracht publicaties.<br />
• een zoekfaciliteit om uw weg te vinden tussen de<br />
vele titels.<br />
• de toolshop om handige programma's en andere<br />
hulpmiddelen te kunnen 'downloaden'.<br />
De site wordt zeer veel bezocht (enkele honderden<br />
hits per dag) en ook het aantal bestellingen per e-mail<br />
neemt fors toe. In het najaar <strong>2005</strong> zal de nieuwe web-<br />
site de ‘lucht’ ingaan.<br />
w w w.legionellavraagbaak.nl<br />
Enkele jaren geleden heeft ISSO, in opdracht van het<br />
ministerie van VROM en Senter/Novem, de website<br />
www.legionellavraagbaak.nl ontwikkeld. De website is<br />
bedoeld als centraal informatiepunt over legionella.<br />
Op de website is onder meer een bestand opgenomen<br />
met daarin de meest gestelde vragen over legionella.<br />
Daarnaast is er de mogelijkheid om per e-mail vragen<br />
te stellen, vindt u er het laatste nieuws, relevante down-<br />
loads en kunt u zoeken naar installateurs die legionel-<br />
lapreventie-diensten aanbieden.<br />
95<br />
Bouw & ICT beurs<br />
Van 23 t/m 25 februari heeft ISSO, samen met BRIS<br />
warenhuis, deelgenomen aan de Bouw & ICT beurs in<br />
de Jaarbeurs te Utrecht.<br />
Vakbeurzen <strong>2005</strong><br />
ISSO zal in het najaar <strong>2005</strong>, begin 2006 nog deelnemen<br />
aan de onderstaande beurzen<br />
• Installatievakbeurs Hardenberg,<br />
13 t/m 15 september<br />
• Vakbeurs Elektrotechniek, Jaarbeurs Utrecht,<br />
6 t/m 30 september<br />
• VSK beurs, Jaarbeurs Utrecht,<br />
30 januari t/m 2 februari<br />
Per 1 juni <strong>2005</strong> zijn er enkele onderdelen toegevoegd<br />
aan de website. In navolging van de database met<br />
installateurs is er een database met adviseurs die<br />
legionellapreventie-diensten aanbieden toegevoegd.<br />
Tevens is het onderdeel ‘leveranciers’ geïntroduceerd<br />
op de website. In dit onderdeel hebben leveranciers<br />
van legionellapreventie-producten de gelegenheid om<br />
hun producten te presenteren.<br />
In het afgelopen jaar werd de legionella vraagbaak<br />
meer dan 30.000 keer bezocht. Gezien het feit dat er<br />
op termijn toevoegingen zullen komen op het gebied<br />
van proces-, koelwater- en overige installaties zal het<br />
aantal bezoekers zeker toenemen.<br />
Vanaf <strong>2005</strong> wordt de website helaas niet meer extern<br />
gefinancierd. Gezien de nog steeds bestaande infor-<br />
matiebehoefte en het enorme draagvlak vanuit de<br />
installatiesector heeft ISSO onderzocht of voortzetting<br />
op een andere basis mogelijk was. De uitkomst van het<br />
onderzoek was positief en daarom is er besloten om de<br />
vraagbaak in de lucht te houden.<br />
Bedrijven kunnen in het vervolg tegen een redelijke ver-<br />
goeding worden vermeld op de website.<br />
Er zijn drie categorieën, te weten:<br />
Adviseurs / adviesbedrijven die legionellapreventie-<br />
diensten aanbieden<br />
Installateurs / installatiebedrijven die legionellapreven-<br />
tie-diensten aanbieden<br />
Leveranciers van legionellapreventie-producten
Daarnaast kunnen bedrijven ook als sponsor worden<br />
vermeld op de vraagbaak.<br />
Free publicit y<br />
Via de ISSO-persberichten worden de diverse informa-<br />
tieleveranciers op de hoogte gebracht van de voort-<br />
ISSO Info<br />
Drie keer per kalenderjaar verschijnt het nieuwsbulletin<br />
de ISSO Info. Dit nieuwsbulletin houdt u op de hoogte<br />
van de laatste stand van zaken aangaande de ISSO<br />
organisatie, nieuwe ISSO publicaties en projecten,<br />
instructiebijeenkomsten en overige zaken. Onderstaand<br />
vindt u een korte inhoudsopgave van de verschenen<br />
Info bulletins in eind 2003, begin 2004. Deze bulletins<br />
zijn te downloaden via www.isso.nl<br />
ISSO Info 26<br />
Verschijningsdatum: november 2004<br />
Inhoud:<br />
• Digitaal onderwijs materiaal met ISSO publicaties<br />
• Nieuwe ISSO voorzitter; dhr. C. van Laarhoven<br />
• Kennismakingsavonden EPA-U<br />
• Onderzoek verspreiding SARS<br />
ISSO Info 27<br />
Verschijningsdatum: februari <strong>2005</strong><br />
Inhoud:<br />
• E-learning<br />
• Project zonnestroom<br />
• Internetapplicatie ISSO 61 en 62<br />
• Seminar Noodverlichting<br />
• Aankondiging ISSO 55.3 en BRL 6010<br />
ISSO Info 28<br />
Verschenen: juni <strong>2005</strong><br />
Inhoud:<br />
• Kleintje Warmteverlies<br />
• Pilot project HOI<br />
• OTIB wil e-learning rondom ISSO-publicaties<br />
• TU steekt van wal met ISSO<br />
• Kwaliteit woningventilatie ter discussie<br />
• Legionellavraagbaak op eigen benen<br />
durende stroom van nieuwe ISSO-publicaties en ont-<br />
wikkelingen. Opname van deze informatie biedt ISSO<br />
extra publiciteit. Op www.isso.nl zijn alle persberich-<br />
ten, verschenen in <strong>2005</strong>, terug te vinden. Voor meer<br />
informatie kunt u contact opnemen met Anneli Pijpers,<br />
a.pijpers@isso.nl<br />
ISSO jaarboek<br />
96 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
7. Organisatiestructuur<br />
ISSO-bestuur (samenstelling per 1 juli <strong>2005</strong>)<br />
Naam Organisatie Namens<br />
ir. J.J.N.M. Hogeling ISSO - Rotterdam ISSO (directeur)<br />
ir. C.A.J. van Laarhoven (voorzitter) Imtech Technology bv CBVI<br />
- ‘s Hertogenbosch<br />
ir. J.G. Mast (vice-voorzitter) Smits van Burgst BV - Zoetermeer TVVL<br />
drs. H.H.F.M. van den Oever UNETO-VNI - Zoetermeer UNETO-VNI<br />
ir. W.C.M. Ponsioen (penningmeester) Ponsioen Installatietechniek BV UNETO-VNI<br />
- Alphen a/d Rijn<br />
ing. D.L. Tuinema AVR - Rotterdam UNETO-VNI<br />
ir. W.M.F. de Vries Technisch Installatiebureau Nederland TVVL<br />
- Maarsbergen<br />
ir. M.G. de Wildt Grontmij Technical Management ONRI<br />
- Amersfoort<br />
ir. J.M.M. de Wit (secretaris) Adviesbureau - Amstelveen TVVL<br />
ir. E.J. Wagenaar Adviesbureau - Zoetermeer voorzitter<br />
Raad van Begeleiding ISSO (samenstelling per 1 juli <strong>2005</strong>)<br />
Naam Organisatie Namens<br />
ing. H. Besselink Royal Haskoning Adviesgroep TVVL<br />
97<br />
Raad van Begeleiding<br />
mw. dr.ir. P.M. Bluyssen TNO Bouw en Ondergrond - Delft Techn. Wetenschappelijk onderzoek<br />
ir. P.R. van Dam VABI – Delft VABI<br />
ir. J.J.N.M. Hogeling ISSO – Rotterdam ISSO (secretaris)<br />
ing. W.F.G. Hooijkaas MarktMonitor – Woerden Deskundige<br />
H.M.A. Janssen Groesbeek GA Consult – Woerden TVVL<br />
prof.ir. P.H.H. Leijendeckers Deskundige<br />
dr.ir. A.H.C. van Paassen TU Delft Techn. Wetenschappelijk onderwijs<br />
ir. W.G. Ram HVL – Eindhoven UNETO-VNI<br />
W.J.H. Scheffer Uneto-VNI - Zoetermeer Deskundige<br />
ir. W. Schuringa Schuringa Consultancy - Hoevelaken ONRI<br />
ing. R. Steine Kontek Engineering BV – Oestgeest TVVL<br />
ir. P.A.L. Stoelinga Deerns – Rijswijk TVVL<br />
ing. A.A.L. Traversari MBA TNO-MEP - Apeldoorn Techn. Wetenschappelijk onderzoek<br />
ir. E.J. Wagenaar Adviesbureau – Zoetermeer Voorzitter<br />
ir. T.M.E. Zaal Hogeschool – Utrecht Techn. Wetenschappelijk onderwijs<br />
prof.ir. W. Zeiler TU Eindhoven Techn. Wetenschappelijk onderwijs
Samenstelling ISSO Bureau<br />
Naam Functie Werk veld<br />
ing. J.C. Aerts Projectcoördinator Verwarming<br />
ing. C.A.M. Arkesteijn Projectcoördinator Energie & Milieu<br />
mw. H.T.H. Bouman Projectassistente<br />
mw. C.W.L. van Dijk Projectassistente<br />
ir. G.G. van Dijk Projectcoördinator Elektro & ICT<br />
ir. J.J.N.M. Hogeling Directeur<br />
ing. E. Horstman Projectcoördinator Elektro & ICT<br />
P.P.H. ‘t Lam Bureau-manager<br />
mw. W. van der Linden Directie secretaresse<br />
ing. O.W.W. Nuijten Projectcoördinator Water & Gas<br />
mw. S.M.C. van Ooijen Fin. Adm. Medewerker<br />
mw. A.B. Pijpers Marketing<br />
mw. S. Suvaal Verkoop<br />
ir. A.M. van Weele Projectcoördinator Luchtbehandeling<br />
Voor speciale projecten<br />
ir. A.C. Boerstra Binnenmilieu<br />
H. Joosten Certificering/Kwaliteitszorg<br />
ir. C.B. Maliepaard Bouwfysica<br />
ISSO jaarboek<br />
98 ISSO jaarboek
2004 - <strong>2005</strong><br />
<strong>2005</strong> - 2006<br />
ASHREA Air Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers<br />
BSRIA Building Services Research and Information Association<br />
CEN Comité Europeen de Normalisation<br />
CIB Conseil International du Bâtiment pour la recherche, l’étude et la documentation<br />
COPI Collectief Onderzoek Programmerende Instelling<br />
COSTIC Comité Scientifique et Technique des Industries<br />
CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving<br />
C.R.O.W. Stichting Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond, Water en Wegenbouw<br />
en de Verkeerstechniek<br />
MKK Model Kwaliteitssysteem Klimaatinstallaties<br />
NEN Nederlands Normalisatie Instituut<br />
OTIB Opleiding- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf<br />
ONRI Organisatie van onafhankelijke advies- en ingenieursbureaus<br />
PCR Programma Coördinatie Raad<br />
SBR Stichting Bouwresearch<br />
TNO Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek<br />
TU Technische Universiteit<br />
Lijst van afkor tingen<br />
TVVL Nederlandse Technische Vereniging voor Installaties in Gebouwen<br />
UNETO-VNI Ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel<br />
VABI Vereniging voor Automatisering in de Bouw- en Installatietechniek b.v.<br />
WTCB Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf<br />
99
Adver teerderindex<br />
ISSO jaarboek<br />
100 ISSO jaarboek