Funderingsonderzoek Van Dijke juni 2010 (pdf) - Portaal
Funderingsonderzoek Van Dijke juni 2010 (pdf) - Portaal
Funderingsonderzoek Van Dijke juni 2010 (pdf) - Portaal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
FUNDERINGSONDERZOEK<br />
ZEEHELDENBUURT<br />
LEIDEN<br />
In opdracht van <strong>Portaal</strong> Leiden, Postbus 375, 3900 AJ Veenendaal.<br />
Uitgevoerd door : Raadgevend Ingenieursbureau <strong>Van</strong> <strong>Dijke</strong> B.V.,<br />
Postbus 54, 2396 ZH Koudekerk a/d Rijn<br />
Opdrachtnr. : 210125<br />
Juni <strong>2010</strong> wijz A
INHOUDSOPGAVE :<br />
1. Inleiding<br />
2. Planomschrijving<br />
3. Onderdelen van het onderzoek<br />
4. Het onderzoek<br />
5. Gegevens vanuit het onderzoek<br />
6. Analyse van het funderingsonderzoek<br />
7. Mogelijkheden tot herstel<br />
8. ADVIES<br />
9. BEANTWOORDING DIVERSE VRAGEN<br />
- 1 -
1. Inleiding.<br />
- 2 -<br />
<strong>Portaal</strong> heeft ons opdracht gegeven in de zeeheldenbuurt onderzoek te doen naar de technische staat<br />
van de in bijlage I aangegeven woningfunderingen.<br />
Gevraagd is advies te geven of de huidige fundering, mede gelet op mogelijk toekomstige<br />
veranderingen, voldoende is om minimaal 30 jaar zijn functie te vervullen.<br />
In wijziging A is plan nummering gewijzigd in COMPLEX nummering.<br />
Overige wijzigingen zijn ook in blauw aangegeven.<br />
Foto 1 : COMPLEX 007 van Speykstraat 12-42 : Let op lijn bovendorpels.<br />
Foto 2 : COMPLEX 006 Oosterstraat 50-82 : Zie golvende lijn bovendorpels.
2. Planomschrijving.<br />
- 3 -<br />
De situatie is aangegeven in bijlage I.<br />
De COMPLEX nummering van <strong>Portaal</strong> is op deze bijlage aangegeven.<br />
Het betreft woningen welke ongeveer tussen 1925 en 1935 gebouwd zijn. In die tijd werden zij<br />
aangeduid als arbeiderswoningen. In de meeste gevallen zijn het woningen met begane grond,<br />
voorzien van een aangebouwde keuken, een 1e verdieping en in een aantal gevallen een<br />
bergzoldertje.<br />
Tussen 1980 en 1985 heeft een grootschalige renovatie plaatsgevonden. Bij deze renovatie zijn er<br />
indelingen gewijzigd, waaronder bv. plaats trap, toilet, douche ed.<br />
Ook zijn er bij een aantal woningen prefab beton bergingen geplaatst, welke geschikt zijn voor twee<br />
woningen.<br />
Bij veel andere woningen staan houten bergingen. Ook deze zijn uitgevoerd voor twee woningen.<br />
In een gedeelte van COMPLEX V is in 1980 aan achterzijde een keuken aangebouwd.<br />
Foto 3 : COMPLEX 003 De Ruijterstraat 1-31 : Tussen deze torentjes veel zetting;<br />
alle torentjes zijn gescheurd.
3. Onderdelen van het onderzoek.<br />
- 4 -<br />
In hoofdlijnen is het onderzoek als volgt uitgevoerd :<br />
A) Het visueel inspecteren van de staat van de verschillende woningblokken.<br />
B) Onderzoek in het archief van de gemeente.<br />
C) Het inspecteren van de voor- en kopgevels op details.<br />
D) Het inspecteren van stand bergingen.<br />
E) Het visueel inspecteren van geselecteerde woningen aan binnen- en achterzijde.<br />
F) Hoogte peil t.o.v. open water.<br />
In hoofdstuk 4 zal het onderzoek per onderdeel beschreven worden.<br />
In hoofdstuk 5 zullen de resultaten van het onderzoek per onderdeel omschreven worden.<br />
Foto 4 : COMPLEX 003 Trompstraat 1-21 : let op gootlijn, bovendorpels en waterslag onder de ramen.<br />
Foto 5 : COMPLEX 003 Oosterstraat 21-47 : bouwmuur gezet – topgevel gescheurd.
4. Het onderzoek.<br />
- 5 -<br />
A) Het visueel inspecteren van de constructieve staat van de verschillende woningblokken.<br />
Hierbij is per woningblok gelet op de staat, om te zien of daaraan iets te zien is betreffende de<br />
huidige toestand van de fundering.<br />
Er is gelet op visueel waarneembare scheefstand of zakkingsverschijnselen.<br />
Het is aannemelijk dat bij de renovatie de lijnen van nok en goot aangepast zijn. Deze zijn dus<br />
zeer beperkt bruikbaar voor funderingsonderzoek.<br />
Foto 6 : COMPLEX 003 Munnikenstraat 1a-25 : let op goot – bovendorpel links naast<br />
straatnaambord.<br />
B) Onderzoek in het archief van de gemeente.<br />
Gezocht is van welke plangebieden er nog gegevens zijn van constructieve onderdelen zowel van<br />
de originele bouw als van de renovatie.<br />
.<br />
Foto 7 : COMPLEX 011 Oosterstraat 81-83 < > COMPLEX 006 Oosterstraat 49-79
- 6 -<br />
C) Het inspecteren van de voor- en kopgevels op details.<br />
Deze inspectie is uitgevoerd voor zover bereikbaar c.q. zichtbaar vanaf de openbare weg.<br />
Gezocht is naar aanwezige scheuren welke een aanwijzing kunnen geven voor de staat van de<br />
fundering.<br />
Tevens is er visueel gelet op het verloop van de lintvoegen.<br />
Ook de onder A) verkregen informatie is nader in detail onderzocht.<br />
Alleen scheuren welke mogelijk in verband staan met de staat van de fundering zijn in dit<br />
onderzoek betrokken.<br />
Foto 8 : COMPLEX 003 De Ruijterstraat<br />
D) Het inspecteren van stand bergingen.<br />
Alleen de via brandgangen vrij toegankelijke bergingen zijn beoordeeld.<br />
Huidige (scheef)stand kan een indicatie geven van de grondgesteldheid.<br />
De prefab beton (dubbele) bergingen zijn als element in de jaren '80 op het maaiveld geplaatst. Er<br />
is aangenomen dat zij in principe waterpas en in lijn geplaatst zijn.<br />
Houten bergingen met een vloer van trottoirtegels zijn voor dit onderzoek niet interessant.<br />
E) Het visueel inspecteren van geselecteerde woningen aan binnen- en achterzijde.<br />
Er is na het onderzoek van de onderdelen A t/m D een selectie gemaakt welke woningen wij ook<br />
binnen en aan de achterzijde wilden inspecteren.<br />
Mogelijkheid van bezoek aan deze woningen was gelet op de planning voor dit rapport in een<br />
aantal gevallen niet realiseerbaar. Wel zijn er nog enkele andere woningen bezocht middels<br />
toevallig contact met deze bewoners.<br />
Een tweetal woningen in COMPLEX 007 was bewust geselecteerd vanwege de zichtbare schade<br />
aan de voorgevel om zo mogelijk daar meer gegevens van te kunnen verzamelen.<br />
Het betreft Evertsenstraat nr 43 / 43a en Trompstraat 39. De laatste is afgevallen om reden van<br />
planning.
- 7 -<br />
De overige zijn willekeurig geselecteerd en waar bezoek niet geregeld kon worden, zijn deze door<br />
andere vervangen.<br />
Binnen de woning is voor de verdiepingsvloeren, door eenvoudig springen, een indicatie<br />
gezocht betreffende de stijfheid.<br />
Bij deze inspectie is gelet op scheurvorming in de wanden, een indicatie betreffende de stijfheid<br />
van de houten verdiepingsvloeren en of deze vloeren enigszins horizontaal tonen.<br />
F) Hoogte peil t.o.v. open water.<br />
<strong>Van</strong>af het water in de naast COMPLEX 003 aanwezige Zeilsingel is een schatting gedaan<br />
betreffende de hoogteligging van de vanaf dat punt zichtbare blokken langs de Zeilsingel en de<br />
Evertsenstraat.<br />
Een waterpasvlak is met het oog aangenomen.<br />
Foto 9 : COMPLEX 003 Zijlsingel 54-60a : op palen ? Peil ca. 1600+ open water.<br />
Foto 10 : COMPLEX 003 Evertsenstraat 2-30 : zie belijning siermetselwerk onder goot,<br />
gefundeerd op staal.
- 8 -<br />
5. Gegevens vanuit het onderzoek.<br />
A) Het visueel inspecteren van de constructieve staat van de verschillende woningblokken.<br />
COMPLEX 003 :<br />
De blokken Zeilsingel 47-53a en 54-60a bestaan uit 3 woonlagen en zien er in algemene zin<br />
goed uit. (zie foto 9).<br />
De overige blokken geven een aanblik van zettingsgedrag (zie foto 10). Tevens valt op, dat er<br />
veel bouwmuren gezakt zijn. Vaak te zien tussen twee voordeuren, daar staan de bovendorpels<br />
ook scheef. Op enkele plaatsen is er een topgeveltje boven deze voordeuren, dat dan dezelfde<br />
zetting vertoont (zie foto 5). Sommige daarvan zijn bij de renovatie hersteld.<br />
Aan woningen van de Trompstraat en de Ruijterstraat op de hoek van westzijde Munnikenstraat<br />
is bij de renovatie veel metselwerk vernieuwd. Op sommige woningen aanwezige "torentjes"<br />
geven zettingsgedrag weer, wat bv te zien is aan de strip welke aan de bovenzijde om de toren<br />
gemaakt is (zie foto 3 en 8). Het totale aanzicht geeft aan dat al deze zettingen al vanaf het<br />
begin aan de gang zijn.<br />
Foto 11 : COMPLEX 006 Munnikenstraat 24-50 : zie lijn bovendorpels.<br />
Foto 12 : COMPLEX 006 <strong>Van</strong> Speykstraat 44-78.
- 9 -<br />
COMPLEX 006 :<br />
Het totale aanzicht van de blokken aan de Munnikenstraat en de Trompstraat geven<br />
zettingsgedrag van bouwmuren aan (zie foto 11). Zetting lijkt iets minder als in COMPLEX 003,<br />
maar al deze zettingen zijn al vanaf het begin aan de gang. De overige blokken zien er in<br />
algemene zin goed uit.<br />
COMPLEX 007 :<br />
De blokken Trompstraat en <strong>Van</strong> Speykstraat 12-42 geven zettingsgedrag van bouwmuren aan<br />
(zie foto 1). Deze zettingen zijn al vanaf het begin aan de gang.<br />
Het blok <strong>Van</strong> Speykstraat 1-23 ziet er in algemene zin goed uit.<br />
De blokken Evertsenstraat, <strong>Van</strong> Speykstraat 6-10a en Oosterstraat 5a-13a bestaan uit twee<br />
woonlagen en zien er in algemene zin redelijk uit. Opvallend is dat in Evertsenstraat 39-47a het<br />
middendeel van de voorgevel over een behoorlijke breedte bij de renovatie vernieuwd is, maar<br />
ook van het tegenover liggende blok nr 40-48a het precies tegenover liggende geveldeel (zie<br />
foto 13 en 19).<br />
Foto : 13 : COMPLEX 007 Evertsenstraat 39-47a : middendeel gevel nieuw, zie ook<br />
verslag Evertsenstraat 43 / 43a.<br />
COMPLEX 011 :<br />
De blokken Munnikenstraat en Oosterstraat zien er in algemene zin goed uit, maar vertoont wel<br />
een enigszins golvende lijn. (zie foto 7 en 15)<br />
De blokken Trompstraat en Kortenaerstraat geven zettingsgedrag van bouwmuren aan.<br />
Deze zettingen zijn al vanaf het begin aan de gang. (zie foto 16, 17 en 22)<br />
Foto 14 : COMPLEX 011 Munnikenstraat 52-72 : zie golvende lijn bovendorpels.
- 10 -<br />
B) Onderzoek in het archief van de gemeente.<br />
De volgende gegevens zijn in het archief gevonden.<br />
COMPLEX 003 :<br />
Bij de renovatie zijn volgens een berekening de nokgordingen van de blokken Trompstraat,<br />
De Ruijterstraat en Evertsenstraat verzwaard.<br />
Er is een tekening en berekening voor een "aanbouw" plan "renovatie 118 won De Waard<br />
Leiden" dd september 1985. Het betreft een betonvloer met vorstrand, afm. 3200x4460 mm<br />
dikte 120 mm. Als plaats is alleen genoemd Trompstraat 5 en 7, maar is in meer blokken<br />
aangebracht.<br />
COMPLEX 006 :<br />
Hiervan is afzonderlijk niets gevonden. Wel staat er op de tekening van de renovatie van<br />
COMPLEX 011 een detail dat er in COMPLEX 006 een gemetselde fundering op staal moet<br />
zijn (zie foto 7 en 15).<br />
Foto 15 : COMPLEX 006 < > COMPLEX 007<br />
Oosterstraat 82 < > Ossterstraat 84-96<br />
COMPLEX 007 :<br />
Bij renovatie van de blokken aan de Evertsenstraat is een opmeting gemaakt van de versnijding<br />
van de bestaande fundering. Daaruit blijkt een gemetselde fundering op staal met een<br />
aanlegbreedte van ongeveer 660 mm. Totale hoogte van de versnijdingen is 460 mm.<br />
De aanlegdiepte t.o.v. peil is niet aangegeven.<br />
In deze blokken is op de begane grond een nieuw plafond van gipsplaat met 40 mm steenwol<br />
en plafondhangers onder het bestaande plafond aangebracht.<br />
Ook is er een berekening van een houten balk met daarop een drijfsteenwand. Locatie daarvan<br />
is niet duidelijk.
- 11 -<br />
COMPLEX 011 :<br />
Uit originele tekening blijkt dat er toen bij de blokken aan de Munnikenstraat en Oosterstraat<br />
geen aanbouw aan achterzijde gemaakt is. De fundering is betonstrook op staal, waarvan op<br />
bijbehorende berekening de afmetingen en wapening vermeld staan. In deze berekening staan<br />
uitzonderingen voor "blok IV", waarvan niet aangegeven is welk blok dit is in huidige benaming.<br />
Er is een uitzondering voor "woningen op gedempte sloot", strook met balk en 400 mm dieper<br />
aangelegd. De tweede uitzondering is "ter plaatse van slechte grond" en dan alleen voor de<br />
bouwmuren. Beide zijn alleen te traceren middels graafwerk c.q. sloopwerk, wat niet reëel is<br />
binnen de kaders van deze opdracht.<br />
<strong>Van</strong> de bij renovatie gerealiseerde aanbouw is een tekening en berekening aanwezig van de<br />
fundering. Dit is een betonstrook op staal en de aanlegdiepte is 900 mm onder peil.<br />
Uit originele tekening blijkt dat er toen bij de blokken Trompstraat en Kortenaerstraat al een<br />
aanbouw aan achterzijde gemaakt is. De fundering is betonstrook op staal, waarvan op<br />
bijbehorende berekening de afmetingen en wapening vermeld staan. Aanlegdiepte vermoedelijk<br />
ca 1000 mm onder peil. In deze berekening staat een uitzondering voor een "gedempte sloot"<br />
en de aanleg 2150 mm dieper dan overige fundering (zie foto 16, 17 en 22).<br />
Ook is er een berekening van "betonbalken boven kozijnen".<br />
Trompstraat nr. 41 < > nr. 39<br />
Trompstraat nr. 39 < > nr. 37<br />
Foto 16 : COMPLEX 011 :<br />
boven voormalige sloot.<br />
Foto 17 : COMPLEX 011 :<br />
boven voormalige sloot.
- 12 -<br />
C) Het inspecteren van de voor- en kopgevels op details.<br />
Er is een behoorlijk aantal scheuren, maar deze zijn in het algemeen niet breed. Scheurtype en<br />
-plaats is niet altijd rechtstreeks aanwijsbaar afkomstig van zettingsgedrag. Veel kunnen mede te<br />
maken hebben met thermische werking. Ook zijn er veel vanuit kozijnhoeken, waarvoor<br />
tegenwoordig bij het bouwen al een dilatatie gemaakt wordt (zie foto 18).<br />
Foto 18 : Gevelvlak is hier geknikt; “nieuwe” voeg = kniklijn, weer gescheurd.<br />
Dit onderzoek is evenwel uitgelopen op een bevestiging en nadere onderbouwing van hetgeen in<br />
dit hoofdstuk onder A) al beschreven is.<br />
Gelet is ook op het bij renovatie vernieuwde metselwerk. In het algemeen kan gesteld worden dat<br />
scheurvorming hierin en bij overgang naar bestaand metselwerk beperkt is.<br />
Tijdens het gehele onderzoek in alle plannen is door meerdere bewoners uit eigen beweging<br />
melding gemaakt van vroegere sloten waarop gebouwd is.<br />
Uit eigen waarneming is meerdere keren dit vermelde gegeven al als de oorzaak gezien van de<br />
geconstateerde zettingen.en scheuren.<br />
D) Het inspecteren van stand bergingen.<br />
De prefab beton (dubbele) bergingen in COMPLEX 007 en 011 zijn visueel gecontroleerd. De<br />
grondbelasting ter plaatse is niet hoog te noemen. Toch blijkt ongeveer de helft scheef te staan.<br />
E) Het visueel inspecteren van geselecteerde woningen aan binnen- en achterzijde.<br />
Bij het onder hoofdstuk 4 sub C en D beschreven onderzoek is waar mogelijk al gelet op de<br />
achtergevel.<br />
In COMPLEX 007 is bij Evertsenstraat nr 43 / 43a (zie foto 13, 19 en 20) in de bouwmuur<br />
behoorlijke scheurvorming geconstateerd, waarvan een groot deel horizontaal.
- 13 -<br />
Foto 19 : COMPLEX 007 :<br />
Evertsenstraat 43 / 43 a, voorzijde. Penant onder rollaag naar binnen getrokken.<br />
Bij renovatie nieuw metselwerk aangebracht, inclusief achterliggende bouwmuur.<br />
Foto 20 : COMPLEX 007 : Evertsenstraat 43 / 43 a, achterzijde.
- 14 -<br />
Uit informatie van de bewoner van nr. 43a blijkt dat deze bouwmuur bij de renovatie grotendeels<br />
vernieuwd is, evenals de voorgevel. Ook heeft hij (uit overlevering) dat deze woning op de plek<br />
van een sloot gebouwd is.<br />
Deze informatie en de vernieuwing bij de renovatie in jaren '80 van de voorgevel van het<br />
tegenoverliggende blok, zijn een duidelijke verklaring van de nu aanwezige scheurvorming.<br />
Bij de overige geïnspecteerde woningen zijn wat betreft zettingen en scheuren soort-<br />
gelijke problemen als in de voorgevel vastgesteld.<br />
De begane grondvloeren zijn in de bezochte woningen van beton. Gelet op de leeftijd van de<br />
woningen lijkt het aannemelijk dat deze bij de renovatie in de jaren '80 aangebracht zijn.<br />
De verdiepingsvloeren zijn houten balklagen. Vrijwel zonder onderscheid kan gesteld worden dat<br />
deze te slap zijn volgens de huidige voorschriften.<br />
Door zettingen in de fundering liggen de verdiepingsvloeren scheef. Meerdere keren lijkt dit meer<br />
te zijn dan visueel in de gevel te zien is.<br />
Bij renovatie in de jaren '80 is op de verdieping voor wanden gebruik gemaakt van drijfsteen.<br />
Waarschijnlijk staat dit op een houten balk. Dit gegeven, maar ook de relatief grote openingen<br />
voor deuren, geven aanleiding tot ernstige scheurvorming.<br />
F) Hoogte peil t.o.v. open water.<br />
De begane grondvloer van de blokken aan de Zeilsingel zullen minimaal ca 1600 mm boven het<br />
waterpeil van de singel gesitueerd zijn (zie foto 9).<br />
Het daarachterliggende blok Evertsenstraat 2-30 zal dan ca 1300 mm boven het waterpeil<br />
gesitueerd zijn (zie foto 10).<br />
De Evertsenstraat lijkt verderop nog verder af te lopen.<br />
De woningen in alle complexen (waarschijnlijk uitgezonderd de 2 blokken langs de Zeilsingel) zijn<br />
op staal gefundeerd. In de jaren waarin deze woningen gebouwd zijn, was het voorkeur om boven<br />
het grondwater te blijven. Met de hiervoor aangegeven maten lijkt dit niet onmogelijk.
6. Analyse van het funderingsonderzoek.<br />
- 15 -<br />
Bij het in de jaren '80 zichtbaar herstelde metselwerk is ter plaatse van aansluiting op het originele<br />
metselwerk, meer of minder waarneembaar, zichtbaar dat de zettingen niet stilstaan (zie foto 21).<br />
Foto 21 : Scheur door voortgaande zetting.<br />
Zoals in hoofdstuk 5 sub F aangegeven is het aannemelijk dat de aanleg van de fundering boven<br />
het grondwater is uitgevoerd. Uitzondering daarop is op die plaatsen waar sprake was van slechte<br />
grond of een gedempte sloot, Omvang daarvan en exacte plaatsen zijn niet met zekerheid bekend,<br />
behalve bij de Kortenaerstraat.<br />
De overige verzamelde gegevens analyseren wij hier voor beoordeling per Complex.<br />
COMPLEX 003 :<br />
De blokken langs de Zeilsingel staan er visueel goed bij, met relatief kleine scheurvorming welke op<br />
zettingen kunnen wijzen. Rondom redelijk zichtbaar (zie foto 9).<br />
Geen onderzoek in de woningen verricht. Naar schatting staan deze blokken minimaal ca 1600<br />
mm boven het open waterpeil. Er zij geen gegevens gevonden van de fundering. Het is niet<br />
ondenkbaar dat deze twee blokken op palen gefundeerd zijn. Dit kan door graven nog onderzocht<br />
worden.<br />
Voor de overige blokken is aannemelijk dat het een gemetselde fundering op staal is, alleen de<br />
aanbouw uit 1986 is een betonplaat op staal.<br />
De blokken aan de Trompstraat, De Ruijterstraat en Evertsenstraat zijn erg veel gezet, met daarbij<br />
nog zettingen welke als meest aannemelijke oorzaak voortkomen uit voormalige sloten (zie foto 10).<br />
De blokken Munnikenstraat en Oosterstraat zijn wel beter maar toch ook veel zetting (zie foto 6).<br />
COMPLEX 006 :<br />
Het is redelijkerwijs aannemelijk dat dit hele COMPLEX d.m.v. metselwerk op staal is<br />
gefundeerd.<br />
Ook in dit COMPLEX is redelijk veel zetting waarneembaar. De slechtste zijn aan de Munnikenstraat<br />
en het wordt enigszins beter in de richting van de <strong>Van</strong> Speykstraat (zie foto 11 en 12).<br />
COMPLEX 007 :<br />
Blok blokken Evertsenstraat, <strong>Van</strong> Speykstraat 6-10a en Oosterstraat 5a-13a staan met een<br />
gemetselde fundering op staal.<br />
Deze blokken hebben nogal wat vrij onzichtbare scheurvorming, maar deze geven toch aan dat er<br />
nogal wat zetting heeft plaats gevonden.
- 16 –<br />
In hoofdstuk 5 sub E hebben we al aangegeven dat er in de blokken Evertsenstraat 39-47a en 40-<br />
48a duidelijk aanwezige problemen zijn door een voormalige sloot (zie foto 13, 19 en 20).<br />
Ook van Speykstraat 12-42 vertoont een golvende lijn vanwege zettingen.<br />
COMPLEX 011 :<br />
De woningen Munnikenstraat en Oosterstraat zijn middels een betonstrook gefundeerd op staal met<br />
tijdens de bouw al sprake van slechte grond en gedempte sloot. Hoewel zij redelijk strak erbij staan.<br />
Ook aanbouw uit 1980 is betonstrook op staal.<br />
Bij aanblik van deze woningen lijken zij er strakker bij te staan dan de voornoemde complexen. Dit<br />
kan veroorzaakt worden door de betonstrook, welke waarschijnlijk de belasting in lengterichting<br />
meer zal spreiden dan metselwerk (vooral t.p.v. raam en deur op begane grond. Bij nadere<br />
beschouwing is toch ook in dit COMPLEX redelijk veel zetting waarneembaar (zie foto 14 en 15).<br />
Ook bij de aanbouw uit 1980 is wel zettingsverschil waarneembaar.<br />
De woningen aan de Trompstraat en Kortenaerstraat, met origineel een aanbouw aan achterzijde<br />
zijn met een betonstrook gefundeerd op staal en er is sprake van "fundamenten in sloot".<br />
Foto 22 : COMPLEX 011 Kortenaerstraat : zie “slootproblemen” bij dubbele voordeur.<br />
Plaats originele sloot is via tekening bekend, maar ook zonder tekening is deze in het zettings-<br />
gedrag duidelijk waarneembaar (zie foto 16, 17 en 22).
7. Mogelijkheden tot herstel.<br />
- 17 -<br />
- Voor alle COMPLEXEN, met uitzondering van blokken langs de Zeilsingel, is in hoofdstuk 6<br />
aangegeven dat er veel zettingen hebben plaatsgevonden en nog voortgaan. Tevens dat er<br />
tekenend is dat we met diverse voormalige sloten en/of slechte grondslag te maken hebben. Er<br />
zijn destijds wel maatregelen genomen dat er geen verschil in zetting zou komen, maar dit blijkt<br />
niet afdoende te zijn.<br />
Dit kan alleen maar er op wijzen dat de feitelijke oorzaak in de grondslag gevonden moet worden.<br />
De in de jaren '80 aangebracht begane grondvloer in beton, had door inkassen in de wanden het<br />
zettingsgedrag kunnen vertragen en/of stabiliseren.<br />
Wij hebben geen aanwijzingen gevonden dat dit toen zo uitgevoerd is. Het voortgaan van<br />
zettingen geeft eigenlijk het meeste aan dat dit niet gebeurd is.<br />
Dit nu nog te doen zal met hoge kosten gepaard gaan.<br />
Ook onder de fundering zijn er geen technieken waarmee het zetten technisch en financieel reëel<br />
verminderd kan worden. Technisch moet er namelijk ook rekening gehouden worden met<br />
bestaand soms grote verschillen in aanlegdiepte bij voormalige sloten en daarnaast. Deze<br />
overgang zal moeilijk onder controle gebracht kunnen worden.<br />
Ook de grondwaterstand en eventueel beoogde belastingwijzigingen in het pand kunnen hier voor<br />
onvoorziene problemen zorgen. Zie ook hoofdstuk 9.<br />
- Balklagen welke te slap zijn kunnen versterkt worden. Kosten daarvan zijn ook afhankelijk van<br />
gelijk uit te voeren bouwkundige werkzaamheden.<br />
Ook kunnen gelijktijdig de balklagen weer waterpas gebracht worden middels het hakken van<br />
kassen. Wel moet vooraf uitgezocht worden of de aanwezige houten spanten en/of goten dit<br />
toelaten.<br />
Een andere optie is het uitvullen middels scheggen. Hierbij moet gelet worden op overblijvende<br />
verdiepingshoogten.<br />
- De drijfsteenwanden kunnen vervangen worden door houten regelwerk met aan weerszijden<br />
gipsplaat.
8. ADVIES.<br />
- 18 -<br />
- Voor de blokken langs de Zeilsingel adviseren wij nader onderzoek van de bestaande<br />
fundering.<br />
Tevens het uitvoeren van een zo genoemde lintvoegmeting, om een beter beeld te krijgen van de<br />
reeds aanwezige zettingen.<br />
Ook het na bv één jaar herhalen van de lintvoegmeting, tesamen met een vast hoogtepuntmeting<br />
tov N.A.P.<br />
- Voor alle overige blokken is In hoofdstuk 7 aangegeven dat het verminderen van zettingen<br />
technisch en financieel een groot probleem zal zijn.<br />
Ons advies is om hier, gelet op ouderdom en staat van de panden, geen actie op te<br />
ondernemen.<br />
- Een alternatief zou kunnen zijn om de zettingen en daarmee gelijk scheurvorming te<br />
accepteren.<br />
Met grote nadruk stellen wij, dat er dan bij benodigde renovatie geen wijziging mag komen in<br />
plaats en/of grootte van belastingen.<br />
Dit is dan van toepassing op het gehele blok.<br />
Ook voormalige sloten zullen voor problemen blijven zorgen. Een duidelijk voorbeeld hiervoor is<br />
het pand Evertsenstraat 43 / 43a zoals is omschreven in hoofdstuk 5 sub e, dat nu ca 27 geleden<br />
een dergelijke renovatie heeft ondergaan.
9. BEANTWOORDING DIVERSE VRAGEN<br />
- 19 -<br />
Vraag: Als wij gaan renoveren en de woningen nog eens 40 jaar door willen exploiteren, wat is dan<br />
het gevolg m.b.t. de fundering. Kan deze het aan ?<br />
Herstel scheurvorming gevelmetselwerk nodig? Ook als zij weer terugkomen?<br />
Antwoord : De vraag over exploiteren en/of gevolgen voor de fundering is door vergelijking met<br />
de renovatie uit de jaren '80 beter te beantwoorden.<br />
Deze renovatie is inmiddels ca 30 jaar oud. Kosten / baten daarvan zijn u wellicht bekent.<br />
Vernieuwen van metselwerk zal in dezelfde orde van grootte moeten gebeuren, en na 30 jaar weer.<br />
Veel van de te herstellen scheurvorming zal na 30 jaar opnieuw hersteld moeten worden.<br />
Scheurvorming zal zich vanwege de slappe ondergrond op deze geconstateerde wijze blijven<br />
herhalen.<br />
In het rapport ( zie hierboven) noemen wij problemen bij voormalige sloten. Ook dit blijft herhalen,<br />
zie Evertsenstraat. Hier is herstel van horizontale scheurvorming in de bouwmuur, na het op<br />
spanning brengen, noodzakelijk om het bovenliggende deel weer te laten dragen.<br />
In de blokken van de De Ruijterstraat moet er op gerekend worden dat de "torentjes" vanwege<br />
voormalige zettingen nu om ingrijpend herstel vragen.<br />
Tevens zullen (in lengterichting) gekantelde bouwmuren, bv De Ruijterstraat 19, om ingrijpend<br />
herstel vragen.<br />
Wat wel problemen kan geven is het wijzigen van openingen (ramen, deuren) in het bestaande<br />
metselwerk, het veranderen van spanrichting balklagen e.d.<br />
Voor u externe zaken kunnen ook van invloed zijn.<br />
Ingrijpende graafwerkzaamheden (lang, diep) langs de gevels kunnen aanleiding geven tot<br />
meerdere scheurvorming.<br />
Het aanbrengen van verkeersdrempels zal invloed hebben op het zettingsgedrag van de<br />
funderingen.<br />
CONCLUSIE : Resumerend stellen wij betreffende de fundering toch de renovatie uit de jaren'80 als<br />
voorbeeld voor besluitvorming.<br />
Uit de lijst van werkzaamheden blijkt dat alle gevelkozijnen vervangen worden, inclusief stelkozijnen.<br />
Voor het vervangen van voegwerk is ook hakwerk nodig.<br />
Zoals in hoofdstuk 5 sub C aangegeven, zijn er veel scheuren vanuit kozijnhoeken.<br />
Boven de kozijnen zullen ook meerdere soorten lateien te vinden zijn.<br />
Bij aanwezige scheuren en beperkte hoogte tussen kozijn en bovenliggend kozijn of goot, zal bij alle<br />
voornoemde werkzaamheden de scheur door de trillingen alleen groter worden en de samenhang<br />
met het naastliggende verloren gaan. Het deel boven het kozijn kan dan gaan kantelen, zie b.v. foto<br />
18.<br />
CONCLUSIE :<br />
Deze scheuren en andere waar verband met het naastliggende nodig is, minimaal door inboeten<br />
herstellen. Zorgvuldig uitgevoerd zal dit dan jaren mee kunnen zonder grote problemen, omdat<br />
nieuwe scheuren langzaam ontstaan en klein beginnen.<br />
Er zullen ook scheuren zijn welke om zuiver esthetische redenen toch beter hersteld kunnen<br />
worden.<br />
Ook zal het voorkomen dat de mate van uitbuiken zo is (foto 18), dat beter is om een gedeelte<br />
opnieuw te metselen om op z’n minst dichter bij de oorspronkelijke stand te komen en daardoor in<br />
geval van nieuwe scheurvorming toch een minder groot probleem te hebben.<br />
Dit zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden tijdens de uitvoering.<br />
Ook kan bij uitvoering bezien worden of het incidenteel mogelijk is om, daar waar toch herstel moet<br />
plaatsvinden, dilatatievoegen te maken voorzien van rvs glijankers.
- 20 -<br />
Vraag: kwaliteit metselwerk onder maaiveld. Is er mogelijk sprake van aantasting door water,<br />
verzeping e.d.?<br />
Antwoord : Aantasting van metselwerk heeft alles te maken met de oorspronkelijke kwaliteit /<br />
hardheid.In de meeste gevallen is er wel een bepaalde verhouding waarneembaar met de overige<br />
gevelsteen. Ook is van belang welke stoffen er in de grond aanwezig zijn. Grondwater geeft op<br />
zichzelf weinig aantasting. De aanwezigheid van grondwater hebben wij in hoofdstuk 5 sub F<br />
en in hoofdstuk 6 al nader aangegeven.<br />
De kwaliteit van de boven maaiveld gebruikte gevelsteen is redelijk tot goed te noemen, als we<br />
letten op de mate van strakheid. Ook is optrekkend vocht voorheen al door middel van injectie<br />
bestreden. Als er toen geen problemen waren, verwachten wij niet dat die er nu wel zijn.<br />
Blootgraven geeft de meest zekere uitslag betreffende goed of slecht. Dit moet dan wel bij alle<br />
toegepaste kwaliteiten afzonderlijk onderzocht worden. Dit vraagt veel graafwerk, dat vanwege<br />
planning niet mogelijk is geweest.<br />
Vraag: Kunnen de dakkapellen vergroot worden?<br />
Antwoord : Als gewicht is dit geen probleem.<br />
Wel zal bekeken moeten worden of bestaande gordingen en/of spanten aanpasbaar zijn.<br />
Vraag: Mag er isolatie op schuine en platte daken aangebracht worden?<br />
Antwoord : Ja, inclusief licht plaatmateriaal is dit mogelijk.<br />
Wij merken hierbij nog wel op, dat het vervangen van golfplaten door pannen duidelijk een<br />
belastingverhoging is en daarom niet gedaan moet worden.<br />
Vraag: Kan de zolder beloopbaar gemaakt worden?<br />
Antwoord : Het zal hier gaan om ruimten welke te laag zijn om rechtop te lopen.<br />
Er zal gecontroleerd moeten worden of de aanwezige balklaag voldoet voor deze (bergings)functie.<br />
Wij verwachten dat deze versterkt moeten worden.<br />
Er zijn zolders welke in het verleden al van vloerhout zijn voorzien. Ook daar zal controle en<br />
aanpassing van de balklaag nodig zijn.<br />
Tevens zullen de eventueel aanwezige houten spanten welke deze vloer dragen ook gecontroleerd<br />
moeten worden en zo nodig versterkt.<br />
In een aantal woningen hebben wij een gemetselde tussenwand aangetroffen. In 1 woning was deze<br />
voor een deel verwijderd. In een andere woning was deze nog gesloten en was de zolder maar aan<br />
een zijde bereikbaar. Bij deze wanden is het zeker mogelijk om een doorbraak te maken, mits<br />
rekening gehouden wordt met de opvang van bestaande gordingen.<br />
Hierbij noemen wij tevens het slopen van schoorstenen. Deze bij voorkeur tot op de zoldervloer<br />
slopen.<br />
CONCLUSIE : Er mag op de zolder een vloer aangebracht worden, echter na afweging van de<br />
hiervoor genoemde punten.<br />
Uitgezonderd woning type N in COMPLEX 007, zie hieronder bij verdiepingsvloeren.<br />
Vraag: Mogen er voorzetwanden geplaatst worden langs gevel en bouwmuren?<br />
Op welke plaats mogen scheidingswanden komen?<br />
Antwoord : Ja, gipsplaat op houten of stalen regels is gelijk aan lichte scheidingswanden en<br />
mogen aangebracht worden. Alle nieuw te plaatsen wanden uitvoeren als lichte scheidingswanden.<br />
Het is constructief niet belangrijk of dit soort scheidingswanden op de ene of de andere plaats staan.<br />
Dit mag door de architect en/of bouwkundige bepaald worden. Alleen bestaande baksteen<br />
scheidingswanden niet slopen of verplaatsen zonder nader constructief onderzoek.<br />
Een bestaande kast slopen en de ruimte toevoegen aan de slaapkamer is voor ons geen probleem.
- 21 -<br />
Wij verwijzen nog naar hoofdstuk 5 sub E en hoofdstuk 7 laatste alinea. Daar is sprake van<br />
bestaande drijfsteen scheidingswanden geplaatst op houten balken en daardoor scheurvorming.<br />
Wij adviseren om alle drijfsteenwanden te vervangen door hiervoor genoemde lichte<br />
scheidingswanden. Als er nog drijfsteenwanden op een betonvloer staan, mag u zelf beoordelen of<br />
deze vervangen moeten worden.<br />
Vraag: Mogen badkamers verplaatst worden? Mag de wasmachine op de verdieping?<br />
Antwoord : Wij nemen aan dat in de hele wijk met “badkamer” bedoeld wordt een ruimte om te<br />
kunnen douchen, maar zonder zit- of ligbad. Wel mag er in deze ruimte plaats zijn voor een<br />
wasmachine.<br />
De ruimte als zodanig is dan constructief bezien gelijkwaardig aan een slaapkamer.<br />
Hieronder zullen wij, met dit begrip, e.e.a. over de (on)mogelijkheden van de vloer van deze ruimte<br />
beschrijven.<br />
Vraag: Keukens in uitbouw vergroten door verplaatsen badkamer.<br />
Antwoord : Als de dakbalklaag (wat wij niet verwachten) niet op de te slopen scheidingswand<br />
draagt, zal dit voor de uitbouw geen constructief probleem zijn.<br />
Vraag: Vervangen balcons beneden- en bovenwoningen door stalen balcons afgedekt met<br />
houtwerk.<br />
Antwoord : Bedoeld zullen zijn de woningen type N in COMPLEX 007.<br />
De feitelijke constructie is ons niet bekend. Wij verwachten, gezien de ouderdom, dat het hier gaat<br />
om stalen balken welke opgelegd zijn op haaks op de gevel aanwezige gemetselde binnenwanden<br />
en uitkragen naar buiten over volle balconbreedte. Hier zal de balconvloer (is dit beton of hout??)<br />
tussen dragen.<br />
Het vervangen van de balconvloer door hout, i.p.v. beton of hout, is geen probleem.<br />
De punten van oplegging van bestaande stalen liggers mogen niet verplaatst worden. Op deze<br />
plaatsen kan wel overleg zijn om tot een oplossing te komen, na nader onderzoek ter plaatse, voor<br />
de bouwkundige problemen.<br />
Vraag: Diverse vragen of gewenste maatregelen betreffende de verdiepingsvloeren mogelijk zijn<br />
vanuit een constructieve beoordeling. O.a. brandwerendheid, geluidsisolatie, zwevende dekvloer,<br />
lewisplaatvloer t.p.v. badkamers, het waterpas maken van de vloeren. Verwezen is ook naar het<br />
door Nieman B.V. uitgebrachte rapport.<br />
Antwoord : Onderscheid kan gemaakt worden in vloeren :<br />
I) in een eengezinswoning en<br />
II) in woningscheidende vloeren.<br />
Constructief zijn er de vragen:<br />
a) is de bestaande vloerconstructie toereikend en<br />
b) is er sprake van belasting wijziging naar de fundering.<br />
Ia en b) Het grootste deel van de wijk zijn eengezinswoningen. Hierbij zal, gelet op de ouderdom,<br />
de spanrichting van de houten balklaag zijn van bouwmuur naar bouwmuur. De scheidingswand<br />
kamer-“gang” zal daarbij ook balkdragend zijn. De afmeting van de balken zijn ons niet bekend. In<br />
hoofdstuk 4 en 5 sub E hebben wij al geschreven dat onze bevinding uit oppervlakkig onderzoek is<br />
dat de vloeren te slap zijn volgens huidige voorschriften.<br />
Het waterpas maken van de balklaag kan middels kassen hakken bij de oplegging en na stelwerk<br />
weer aanwerken. Bij aanwezigheid van spanten op de vloer zal dit alleen d.m.v. scheggen kunnen.<br />
In het rapport van Nieman B.V. is op pag. 17 een detail als advies voor aanpassing aangegeven.<br />
Toevoegingen t.o.v. bestaand zijn: plaatmateriaal (hout of gips), isolatiemateriaal en iets zwaarder<br />
plafond.<br />
Voor badkamers is gevraagd om een lewisplaatvloer.
- 22 -<br />
CONCLUSIE: balklaag zal verzwaard moeten worden, wat tevens naar onze mening bij zal dragen<br />
aan geluidsisolatie. Waar nodig waterpas maken.<br />
Voor fundering geen probleem.<br />
Uitvoering van advies Nieman is geen probleem.<br />
Lewisplaatvloer is niet mogelijk. Hier b.v. tegels lijmen op hout of gips.<br />
IIa en b) Woningscheidende vloeren zijn er in COMPLEX 003, de blokken aan de Zijlsingel, en in<br />
COMPLEX 007 woningtype N. In het rapport van Nieman B.V. is op pag. 19 een detail als advies<br />
voor aanpassing aangegeven. Toevoegingen t.o.v. bestaand zijn: plaatmateriaal (gips),<br />
isolatiemateriaal en iets zwaarder plafond.<br />
<strong>Van</strong> de blokken aan de Zijlsingel hebben wij alleen een woningplattegrondje met maatvoering. Ook<br />
over stijfheid van bestaande balklaag hebben wij geen gegevens, hoewel het vermoeden is dat dit<br />
beter zal zijn dan bij voornoemde eengezinswoningen vanwege kleinere overspanning.<br />
CONCLUSIE COMPLEX 003 blokken aan de Zijlsingel:<br />
balklaag zal misschien verzwaard moeten worden, wat tevens naar onze mening bij zal dragen aan<br />
geluidsisolatie.<br />
Voor fundering geen probleem.<br />
Uitvoering van advies Nieman is geen probleem.<br />
<strong>Van</strong> COMPLEX 007 woningtype N hebben wij een woningplattegrondje met maatvoering. Deze<br />
hebben de grootste woonoppervlak van de hele wijk en daarmee een heel andere structuur van<br />
constructie. Wij hebben 1 bovenwoning geïnspecteerd. De verdiepingsvloer is zeer slap. Dit wordt<br />
bevestigd door het rapport van Nieman. Zij zijn in een andere woning van dit type geweest en<br />
hebben een balklaag van 50x150 hoh 400 aangetroffen. In het archief van bouwtoezicht hebben wij<br />
een dwarsdoorsnede van de woning gevonden. Hierop is een muurdragende stalen balk te zien<br />
evenwijdig aan de voorgevel. Gelet op voornoemd plattegrondje, zullen er meer stalen balken zijn.<br />
Het is mogelijk dat deze ook te slap zijn.<br />
Hierboven is al de zoldervloer genoemd. Aantal spanten, spanrichting en afmeting balklaag zijn ons<br />
niet bekend. Wij gaan er van uit, dat spanten en zolderbalklaag ook te zwak zijn. Spant heeft een<br />
grote overspanning. Vrij hoogte op zolder is meer dan bij de andere woningen.<br />
CONCLUSIE COMPLEX 007 woningtype N:<br />
balklaag verdiepingsvloer zal geheel vervangen moeten worden.<br />
Voor fundering geen probleem.<br />
Uitvoering van advies Nieman is geen probleem.<br />
Aanbrengen zoldervloer is hier niet haalbaar.<br />
Vraag: Begane grondvloeren vervangen? Vochtproblemen in / naast begane grondvloer? Zie ook<br />
rapport van Nieman B.V.<br />
Antwoord : In door ons geïnspecteerde woningen zijn betonvloeren aanwezig. Zoals eerder in dit<br />
rapport genoemd vermoeden wij dat deze bij de renovatie in de jaren ’80 aangebracht zijn.<br />
In 1 woning zijn wij gewezen op een vochtplek, ca 400 mm boven de begane grondvloer in de<br />
bouwmuur. Daar werd ook verwezen naar een buurtgenoot, waar dat “veel erger is” Onderzoek<br />
daarnaar valt buiten onze opdracht., maar dit zou naar onze gedachten een zwakke plek in het<br />
injecteren kunnen zijn.<br />
Door Nieman B.V. zijn houten vloeren gezien op de begane grond. Is dit soms alleen bij woningen<br />
welke in de jaren ’80 niet gerenoveerd zijn?<br />
Slopen of hakken aan bestaande betonvloeren vanwege trillingen voor de fundering niet<br />
toelaatbaar.<br />
Tevens vermelden wij hierbij dat in het geheel van de renovatie er zo min mogelijk trillingen door<br />
werkzaamheden en verkeer gelijktijdig in en om een woningblok moeten plaatsvinden.
- 23 -<br />
CONCLUSIE : Alleen houten vloeren vervangen door een in het werk te storten betonvloer, al of niet<br />
op isolatie, en deze d.m.v. een strook tempex vrijhouden van bestaand. Ondergrond ongeroerd<br />
laten. Muurgaten van houten balken vullen met steen en mortel. Isolatie op alle begane grond-<br />
vloeren is mogelijk.<br />
Vraag: Aanbouwen (behoudens aanbouw van keukens) plaatsen?<br />
Antwoord : In hoofdstuk 4 sub D en hoofdstuk 5 sub D hebben wij aangegeven dat van de in de<br />
jaren ’80 geplaatste prefab beton bergingen ongeveer de helft op het oog zichtbaar scheef gezakt is.<br />
De grond (zeker de bovenlaag) is in de hele wijk slap.<br />
Het is dus belangrijk om voor aanbouwen, afscheidingen e.d. het gewicht zo laag mogelijk te<br />
houden om verzakking te beperken.<br />
Wij vinden het ook belangrijk om verhoging van paden en tuinen zo veel mogelijk te beperken.