7-18 - Kees Boersma
7-18 - Kees Boersma
7-18 - Kees Boersma
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
12 onderwijs in de kennissamenleving — jaarboek 2007<br />
achtergronden van kanker (ontwikkeling). De docenten bij het practicum zijn<br />
onderzoekers van de afdeling Medische Natuurwetenschappen, onderzoekers<br />
van het vu Medisch Centrum, de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen, en<br />
het Nederlands Kanker Instituut. In het practicum worden studenten serieus<br />
genomen als deelnemers aan het proces van kennisontwikkeling en werken<br />
ze samen met de docenten aan de oplossing van problemen op onderzoekend<br />
leren gebaseerd onderwijs. De onderzoeksvragen in het practicum houden<br />
verband met de hoofdvragen van het vakgebied en studenten leren met<br />
de in de gemeenschap geldende methoden van onderzoek en de regels voor<br />
samenwerking en communicatie te werken. Door het stimuleren van reflectie<br />
worden studenten bewust van deze methoden en regels, zodat ze daarmee<br />
ook in nieuwe probleemsituaties aan het werk kunnen. Tijdens het practicum<br />
krijgen studenten als deelnemers in het proces toegang tot de voorzieningen<br />
die onderzoekers ter beschikking staan. Beishuizen spreekt van een gemeenschap<br />
voor wetenschappelijke kennisontwikkeling waarin studenten optimaal<br />
worden voorbereid op het academisch burgerschap.<br />
Zoals genoemd is de kennisintensivering een van de karakteristieken van<br />
de kennissamenleving. Deze kennisintensivering kan voor een belangrijk<br />
deel worden herleid tot de verbreiding van informatie- en communicatietechnologie<br />
(ict) in de jaren negentig van de vorige eeuw. De doorontwikkeling<br />
van deze faciliteiten maakt een brede ontsluiting van kennis en informatie<br />
mogelijk. Hedendaagse studenten zijn opgegroeid in een omgeving waarin<br />
de aanwezigheid van ict vanzelfsprekend is. De vaardigheden om met ict<br />
om te gaan zijn bij de meeste studenten dan ook in ruime mate beschikbaar.<br />
De vraag is hoe je daarop in het onderwijs effectief kan en ook moet inspelen.<br />
Er is immers sprake van een must: je kan in het onderwijs niet anders dan<br />
aansluiten bij de generatie die bediend moet worden.<br />
Fransen werkt uit hoe je in het onderwijs rekening zou moeten houden met<br />
de digitale vaardigheden van studenten. Hierin ligt een serieuze uitdaging: de<br />
hedendaagse student is een digital native, terwijl verreweg de meeste onderwijsontwikkelaars<br />
nog digital immigrants zijn. Fransen betoogt dat digital natives<br />
al over specifieke vaardigheden beschikken die hen in staat stellen te functioneren<br />
in de kennissamenleving. Deze vaardigheden hebben zij zelfstandig<br />
opgedaan tijdens collectieve activiteiten in de virtuele wereld waarbij zij kennis<br />
produceerden en uitwisselden. Het onderwijs zou gebruik moeten maken van<br />
deze krachtige leeromgeving voor het behalen van leerdoelen in het onderwijs.<br />
Echter, digital immigrants hebben door hun afkomst nog onvoldoende zicht op<br />
hoe dit aan te pakken. Volgens Fransen heeft dit onder andere te maken met<br />
een verouderd idee van de aard van kennis, een punt dat ook door De Jong in<br />
zijn bijdrage wordt gemaakt. In de huidige kennissamenleving is het connectivisme<br />
een betere basis voor nieuwe leertheorieën en toepassingen daarvan<br />
dan het cognitivisme of constructivisme. In het connectivisme wordt het brein