EEN GROENE GEVEL REALISEREN - Leefmilieu Brussel
EEN GROENE GEVEL REALISEREN - Leefmilieu Brussel
EEN GROENE GEVEL REALISEREN - Leefmilieu Brussel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -<br />
<strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong><br />
Bevordering van groene ruimten en biodiversiteit, door gehele of gedeeltelijke<br />
gevelbegroeiingen<br />
PRINCIPES<br />
Hotel Manos, Sint-Gillis – foto:<br />
E. Gobbo<br />
TRENDS<br />
Eenvoudig gesteld zijn er twee types groene gevels:<br />
o De begroeide gevels<br />
Verticaal traliewerk met klimplant,<br />
<strong>Brussel</strong> – foto: B. Thielemans<br />
o De van de gevel gescheiden groengordijnen<br />
Elke gevel, ongeacht zijn oppervlakte, zijn samenstelling of zijn<br />
ligging, heeft de mogelijkheid om een rijke en gediversifieerde<br />
fauna en flora te herbergen.<br />
Groene gevels, op dezelfde wijze als groene daken, dragen bij<br />
aan de oplossing van milieuproblemen en aan de integratie van<br />
de gebouwen in de openbare ruimte. Daarnaast zijn ze het middel<br />
bij uitstek om de aanwezigheid van de natuur in de stad te<br />
versterken (groen netwerk en biologische gangen). Groene gevels<br />
nemen maar weinig grondruimte in, en toch kunnen ze heel wat<br />
verticale oppervlakken bedekken.<br />
De klimplanten groeien op de gevel zelf van het gebouw, vanaf<br />
de grond of vanaf ingewerkte plantenbakken en meestal met<br />
behulp van een draagstructuur.<br />
Deze groene gevels zijn hoofdzakelijk bestemd om van buitenaf<br />
te worden gezien en hun toegankelijkheid op een hoogte is<br />
beperkt (uitgezonderd balkons).<br />
De klimplanten groeien op een van de gevel gescheiden<br />
draagstructuur (van hout, metaal of van een ander materiaal),<br />
vanaf de grond of vanaf in het groengordijn zelf geïntegreerde<br />
plantenbakken.<br />
De achterkant van het groengordijn kan vanaf de binnenkant van<br />
het gebouw worden gezien en is eventueel vanaf alle<br />
verdiepingen toegankelijk.<br />
Het Kameleongebouw in Sint-Lambrechts-Woluwe – foto: B. Thielemans<br />
BLZ. 1 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Beide systemen zijn geschikt voor zowel verticale als schuine wanden (hellingshoek vanaf 45°),<br />
die vlak of gebogen mogen zijn.<br />
Ze kunnen zowel in nieuwbouw- als in renovatieprojecten worden toegepast.<br />
De keuze van de klimplanten, van hun bevestiging en van hun beheer, is sterk afhankelijk van<br />
het type en het ontwerp van de groene gevel.<br />
INDICATOREN<br />
De infofiche TER05 "Hogere ecologische productiviteit in de stad” gaat verder in op de<br />
zogenaamde biotoop-oppervlaktefactor.<br />
DOELSTELLINGEN<br />
Aanbevolen:<br />
o Begroeide gevel voor elke niet-beglaasde gevel of niet-beglaasd gedeelte van de<br />
gevel.<br />
Optimaal:<br />
o Van de gevel gescheiden groengordijn voor elke beschikbare ruimte vóór een gevel.<br />
OVERZICHT VAN DE VOORZIENINGEN VOOR <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong>S<br />
Keuzecriteria Begroeide gevel<br />
Van de gevel gescheiden<br />
groengordijn<br />
Nieuwbouw ja ja<br />
Renovatie ja moeilijker<br />
Verticale gevel ja ja<br />
Schuine gevel maximaal 45°<br />
vereist<br />
maximaal 60°<br />
Extra draagstructuur<br />
(behalve voor klimplanten met<br />
hechtwortels)<br />
vereist<br />
Beplanting in bakken moeilijk behalve op balkons mogelijk<br />
Gevelbescherming goed merkbaar<br />
Aangepaste gevelbekleding wenselijk niet nodig<br />
Afstand van de gevel 1 - 15 cm > 60 cm<br />
Plantdikte 5 - 50 cm 10 - 80 cm<br />
Hoogte maximaal 30 m > 30 m indien hangbakken<br />
Plantensoorten<br />
klimplanten (afhangend en<br />
andere indien hangbakken)<br />
klimplanten (afhangend en<br />
andere indien hangbakken)<br />
Levensduur van de planten<br />
lang, uitgezonderd voor<br />
winterharde planten in bakken<br />
lang, uitgezonderd voor<br />
winterharde planten in bakken<br />
Toegankelijkheid neen (behalve balkons) ja<br />
Invloed op de watercyclus merkbaar merkbaar<br />
Invloed op de luchtkwaliteit merkbaar aanzienlijk<br />
Warmteregeling van het gebouw merkbaar merkbaar<br />
Verrijking van de biodiversiteit merkbaar aanzienlijk<br />
Uitvoering eenvoudig moeilijker<br />
Uitvoeringskost laag hoger<br />
Onderhoud beperkt regelmatiger<br />
Bemesting beperkt beperkt<br />
Beheerskosten laag gemiddeld<br />
Invloed op de groene stad aanzienlijk aanzienlijk<br />
BLZ. 2 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
ELEMENTEN VAN <strong>EEN</strong> DUURZAME KEUZE<br />
TECHNISCHE ASPECTEN<br />
> Bescherming van de gevels tegen warmte en weersinvloeden<br />
De planten op een groene gevel:<br />
o beschermen de gevelbekleding tegen de zonnestralen (onder meer de ultraviolette<br />
stralen) en tegen hevige regen en hagel<br />
o beschermen de bekledingsmaterialen tegen de corrosieve werking van de<br />
luchtverontreinigende stoffen<br />
Voor oude gevels moeten evenwel voorzorgsmaatregelen worden getroffen want bepaalde<br />
planten kunnen bijdragen tot hun beschadiging.<br />
ECONOMISCHE ASPECTEN<br />
> Betere warmteregeling van het gebouw<br />
Groene gevels dragen bij tot een betere thermische isolatie van de gebouwen tegen de<br />
warmte. Dankzij de planten beperkt men namelijk aanzienlijk:<br />
o de directe impact van de zonnestralen op de gevelmaterialen<br />
o de temperatuurverschillen op de wanden zelf (tot 50%)<br />
De betere isolatie van het gebouw zal eerder afhankelijk zijn van de totale beschaduwde<br />
oppervlakte dan van de dikte van de begroeiing.<br />
De door de planten verschafte schaduw verhoogt de isolatie van het gebouw tegen de<br />
zomerse hitte, wat de installatie- en energiekosten van airconditioningsystemen beperkt. Een<br />
vermindering van 5,50°C van de buitentemperatuur van een gebouw, beperkt de<br />
energiefactuur voor airconditioning met 50 tot 70%.<br />
In de winter laten de bladverliezende planten de muren de zonnestralen opvangen, terwijl de<br />
altijdgroene planten, wanneer ze op de gevel zelf groeien, een scherm vormen tegen koude<br />
luchtstromen en zodoende warmteverliezen beperken. (Bron: Dunnett & Kingsbury)<br />
> Lage uitvoeringskost<br />
Het budget van een groene gevel is van veel factoren afhankelijk (toegankelijkheid,<br />
oppervlakte, specifieke uitvoeringsvereisten, draagsystemen voor de planten, plantensoorten<br />
enz.).<br />
Daarom geven wij hier enkel een orde van grootte voor het budget van een groene gevel.<br />
Kost (€/m² excl. BTW) Begroeide gevel Van de gevel gescheiden<br />
groengordijn<br />
Planten 0,16 - 1,60 0,16 - 1,60<br />
Lineaire draagstructuur 4,00 - 8,00 9,00 -18,00<br />
Tweedimensionale<br />
draagstructuur<br />
10,00 - 25,00 25,00 - 55,00<br />
Driedimensionale draagstructuur 100,00 - 200,00<br />
De eventuele gevelreiniging van een oud gebouw is niet in deze prijzen inbegrepen.<br />
De planten zelf lijken heel goedkoop. Eén plan kost zowat 15 à 30 € en is goed voor een<br />
bedekking van 2 tot 10 m², wat de prijs brengt op 1,5 tot 15 € per vierkante meter.<br />
> Premies<br />
Bepaalde gemeenten kennen een premie toe voor de uitvoering van groene gevels. In<br />
BLZ. 3 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Schaarbeek bijvoorbeeld is het bedrag van de premie 50% van de door het College<br />
goedgekeurde totaalkost van de werken, met een maximum van 50 (per aanvraag, per<br />
gebouw en per periode van 5 jaar).<br />
Elk jaar ondersteunt Inter-Environnement Bruxelles projecten van inwoners die hun wijk<br />
wensen te verfraaien ("Quartiers verts", www.ieb.be).<br />
MILIEUASPECTEN<br />
Omdat de geveloppervlakte van een gebouw altijd groter is dan de dakoppervlakte, kan de<br />
invloed van groene gevels op het milieu des te groter zijn.<br />
Bovendien kunnen groene gevels met hellende groendaken worden gecombineerd, waarbij de<br />
draagstructuren voor de planten (kabels, traliewerk of andere) tot over het dak kunnen worden<br />
verlengd.<br />
> Opvang van het hemelwater<br />
Naar het voorbeeld van de groendaken kunnen groene gevels, in zekere mate, het hemelwater<br />
(regen, hagel, sneeuw) eveneens opvangen en vasthouden. Een gedeelte van het water dat<br />
door de klimplanten en door de bodem/het substraat wordt opgevangen, komt terug in de<br />
atmosfeer terecht (door verdamping en evapotranspiratie). De rest van het opgevangen water<br />
voedt de planten zelf, eventueel het naburige groen, en, meer stroomafwaarts, de<br />
grondwaterspiegel.<br />
De opvang door de groene gevels van een gedeelte van het water, draagt algemeen bij tot de<br />
beperking van de afwatering en van de risico’s van overstroming.<br />
> Luchtzuivering<br />
o Verfrissende werking van de planten en opwekking van luchtstromen door de<br />
oriëntatie en de beweging van de bladeren<br />
o Beperking van het warmte-eilandeffect<br />
o Beperking van stofontwikkeling: naar het voorbeeld van de bomen zijn klimplanten en<br />
afhangende planten grote stofvangers. Ze absorberen bepaalde door de stofdeeltjes<br />
meegedragen verontreinigende stoffen (zware metalen zoals lood, cadmium, …), die<br />
vervolgens worden verwijderd. De hoeveelheid opgevangen stof is evenredig aan de<br />
oppervlakte van de bladmassa in verhouding tot de gevels.<br />
> Verrijking van de biodiversiteit<br />
Groene gevels dragen bij tot de ontwikkeling van de biodiversiteit.<br />
Groene gevel in Elsene –<br />
foto: B. Thielemans<br />
Groene gevel in Elsene – foto:<br />
B. Thielemans<br />
Klimplanten herbergen namelijk een grote variëteit aan ongewervelde<br />
dieren, die een bron van voedsel zijn voor de (onder meer) zomerse<br />
zangvogels en de vleermuizen.<br />
Bepaalde planten zijn zelf een voedselbron voor insecten. Ze worden<br />
gewaardeerd voor hun bladeren door sommige larven, of voor hun<br />
nectar (klimop, een laatbloeier, wordt hiervoor bijzonder<br />
geapprecieerd), of nog voor hun fruit, dat in de smaak valt bij vogels<br />
en insecten (de wingerd bijvoorbeeld).<br />
Bovendien bieden goed gevestigde klimplanten een schuil-, pleister-<br />
en nestelplaats voor vogels (onder meer zangvogels zoals merels,<br />
mezen, mussen, winterkoninkjes, enz.) en voor kleine insecteneters.<br />
Ook zijn ze een goede overwinteringplaats voor insecten zoals<br />
gaasvliegen (Chrysopidae sp.), vlinders (de citroenvlinder,<br />
Gonopteryx rhamni, verbergt zich achter het klimopblad dat een<br />
gelijke vorm heeft) of spanrupsvlinders. Bovendien bieden<br />
altijdgroene planten een goede schuilplaats voor kleine vogels, die<br />
zeer gevoelig zijn voor de kou.<br />
BLZ. 4 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Groene gevels dragen dus bij tot het <strong>Brussel</strong>se "Groene netwerk" dat de groene ruimten<br />
onderling met elkaar verbindt en de rijkdom van de stedelijke flora en fauna beschermt en<br />
ontwikkelt.<br />
SOCIALE EN CULTURELE ASPECTEN<br />
In de stad, waar op de grond weinig of geen plaats is voor<br />
groen, afhankelijk van de wijk of het perceel, zorgen groene<br />
gevels bijkomend voor de voortzetting en de onderlinge<br />
verbinding van groene zones, dreven enz. Die groene gevels zijn<br />
dus een deel van de "vergroening" van <strong>Brussel</strong> en ondersteunen<br />
de aanwezigheid van flora en fauna in de stad.<br />
Blauweregen tegen een gevel in Elsene – foto: B. Thielemans<br />
DE JUISTE KEUZE MAKEN<br />
> Is het een goede investering?<br />
In vergelijking met andere groenvoorzieningen (groendaken, binnen- en buitentuinen, …),<br />
brengen groene gevels, zowel voor hun uitvoering als voor hun onderhoud, meestal geen<br />
grote kosten mee. De klimplanten van groene gevels zijn qua bodemruimte, draagstructuur,<br />
substraat en voeding, veel minder veeleisend en kunnen sneller grote oppervlakken bedekken.<br />
De beplanting van klimplanten op of vóór een gevel, houdt wel in dat men vooraf maatregelen<br />
ter bescherming van de gevelbekleding neemt.<br />
Het is aanbevolen om een oude gevel vooraf te reinigen en met een extra verf- of pleisterlaag<br />
te bedekken, want hun onderhoud kan na de beplanting moeilijk blijken te zijn.<br />
UITVOERING - GEM<strong>EEN</strong>SCHAPPELIJKE ASPECTEN AAN ALLE<br />
VOORZIENINGEN<br />
PROGRAMMERING<br />
De aanwezigheid van groene gevels draagt, meer nog dan groendaken<br />
(verticale dimensie, vooraanzicht), bij tot de natuurbeleving en het gevoel<br />
van welzijn van de bevolking.<br />
Overigens verleent de uitvoering van groene gevels een esthetische<br />
meerwaarde aan het gebouw en kan ze bijdragen tot het imago van de<br />
gebruiker.<br />
Parking van een gebouw aan de Bergensesteenweg, Anderlecht<br />
> Ontwerp en samenstelling<br />
Een groene gevel bevat de volgende basiselementen:<br />
o Een draagstructuur<br />
o Een bevestigingssysteem voor de draagstructuur<br />
o Een voedingssysteem<br />
o Planten<br />
> Voorafgaande gegevens betreffende de gevel van het gebouw<br />
Het is noodzakelijk om, van bij de uitwerking van het project, de belastingen te analyseren die<br />
uit het ontwerp, de uitvoering en de eindbestemming van de groene gevel voortvloeien,<br />
voornamelijk de totale mechanische belasting (de trekspanning ingevolge permanente en<br />
occasionele lasten) en de windbelasting.<br />
Zware lasten (plantenbakken bijvoorbeeld), zullen bij voorkeur worden geplaatst op plaatsen<br />
waar de structuurelementen van de gevel zich bevinden.<br />
BLZ. 5 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Draagstructuur<br />
De draagstructuur moet toelaten dat de planten er zich aan vastzetten, natuurlijk groeien en<br />
een dekkende en dichte groenbekleding vormen.<br />
De materialen van de draagstructuur moeten een voldoende ruwe textuur hebben om de<br />
vasthechting en de groei van de klimplanten te vergemakkelijken en te vermijden dat ze onder<br />
hun eigen gewicht naar beneden zakken.<br />
De opstelling van de elementen van de draagstructuur wordt meestal verticaal, horizontaal of in<br />
beide richtingen (traliewerk) uitgevoerd, waarbij hun onderlinge afstand afhankelijk is van de<br />
grootte van de klimplanten (min. 55 mm, tot 50 cm voor hooggroeiende klimplanten).<br />
Bovendien moet de draagstructuur zo goed mogelijk voldoen aan de eisen van stevigheid,<br />
stabiliteit, lichtheid, duurzaamheid en esthetiek.<br />
> Bevestigingssysteem<br />
De afstand tussen de gevelwand en de draagstructuur zal minstens 2 cm. groter zijn dan de<br />
diameter van de dikste stengel die kenmerkend is voor de gekozen plantensoort.<br />
Bij de berekening van de stevigheid en de stabiliteit van het bevestigingssysteem, moet<br />
rekening worden gehouden met het gewicht van de draagstructuur en de planten (van 1 tot 50<br />
kg/m 2 ), met de extra belasting van neerslag (gewicht x 2 indien bladverliezend / gewicht x 3<br />
indien altijdgroen), en met de windbelasting op de planten en de draagstructuur.<br />
Totale belasting in kN/m² volgens de hoogte van de draagstructuur<br />
tot 8 m 0,5<br />
van 8 tot 20 m 0,8<br />
hoger dan 20 m 1,1<br />
Slingerplanten kunnen zich zodanig rond de bevestigingen van hun draagstructuur wikkelen,<br />
dat ze die uit de muur rukken: de bevestigingen moeten in dat geval een gladde textuur<br />
hebben.<br />
> Voedingssysteem<br />
Klimplanten worden meestal in de grond geplant. In tegenstelling tot houtgewassen (heesters<br />
en bomen), vereisen klimplanten niet zo een grote hoeveelheid voedingssubstraat. (minimale<br />
plantkuil van 30 x 30 x 40 cm). De groeikracht van de planten zal des te groter zijn als ze<br />
gezonde wortels en een voldoende diepe en frisse bodem hebben. (Met water verzadigde<br />
bodems zijn te vermijden).<br />
Indien de planten in bakken worden geplant, moet de inhoud van de bakken aan hun groei<br />
aangepast zijn en voldoende voedingsstoffen bevatten.<br />
Een grote proportie organische stoffen bevordert de retentie van vocht en groeimiddelen. De<br />
regelmatige toevoeging van mulch (deklaag van organisch materiaal) op basis van mest of<br />
goed ontbonden compost, beperkt de verdamping in droge periodes en houdt de proportie<br />
organische stoffen in het substraat op peil.<br />
> Planten<br />
Klimplanten, waarvan de spichtige en zeer lange stengel op diverse dragers steunt,<br />
onderscheiden zich, afhankelijk van hun bevestigingstype, in twee categorieën:<br />
o Klimplanten met hechtwortels = met eigen bevestigingssysteem (luchtwortels met<br />
haakjes of zuignapjes). Ze kunnen genoegen nemen met de bestaande<br />
gevelbekleding als ondergrond (klimop, wilde wingerd, …).<br />
Klimplanten met hechtwortels hebben de neiging verticaal te groeien (fototropisme).<br />
Aan het begin van hun beplanting is het aangewezen om ze bij hun vasthechting te<br />
helpen, door aan hun basis (± 60 cm) een fijn traliewerk te plaatsen dat ze tegen hun<br />
ondergrond aandrukt.<br />
BLZ. 6 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
o Slingerplanten = waarvan de stengels en takjes zich rond een uit lineaire elementen<br />
(bij voorkeur verticaal) samengestelde draagstructuur wikkelen. Ze vereisen een<br />
draagstructuur die is aangepast aan hun groeiwijze (clematis, passiebloem, ...). Aan<br />
het begin van hun beplanting is het aangewezen de slingerplanten langsheen de<br />
lineaire elementen van de draagstructuur te leiden, door er de stengel en de eerste<br />
takjes met een soepele band aan vast te maken.<br />
Naarmate klimplanten hoger groeien, worden ze zwaarder en moeten ze meestal met halfstijve<br />
banden aan de draagstructuur worden vastgemaakt.<br />
Sommige planten kunnen horizontaal worden geleid, de glycine of blauweregen leent zich<br />
hiertoe het best.<br />
Andere planten zijn afhangend, vooral als er geen draagstructuur is. Ze kunnen aan de andere<br />
planten worden toegevoegd:<br />
o Om de groenbekleding aan te vullen<br />
o Als op grondniveau weinig mogelijkheden voor plantenbedden zijn<br />
o Als het voetgangersverkeer of vandalisme ze zouden kunnen beschadigen<br />
o Als ze op het grondniveau te weinig licht krijgen voor een goede groei<br />
Hun hanglengte kan maximaal 5 m bereiken. Andere kunnen kruipende stengels vormen en<br />
het substraat of de bodem aan hun basis bedekken.<br />
Hoe dikker en meer verstrengeld klimplanten zijn, hoe groter de variëteit van de fauna die ze<br />
herbergen.<br />
In de winter bieden altijdgroene klimplanten een welkome thermische bescherming, terwijl<br />
bladverliezende klimplanten beter geschikt zijn voor gevels die aan de zon zijn blootgesteld en<br />
zodoende de zonnestralen kunnen opvangen.<br />
De keuze van de planten kan ook helpen om aan de verschillende gevels een eigen trekje te<br />
geven, schermen te creëren en privéruimten in te richten (balkons enz.).<br />
Hoe dan ook moet de voorrang gaan naar inheemse soorten eerder dan naar siergewassen of<br />
exotische gewassen, en invasieve planten vallen te vermijden. Inheemse planten zijn even<br />
esthetisch, minder vatbaar voor ziekten (afhankelijk van de stedelijke omgeving waar ze zijn<br />
geplant) en zijn beter aan hun omgeving aangepast.<br />
Evenzo zal men, voor een gemakkelijk onderhoud, de voorkeur geven aan winterharde planten<br />
die gedurende meerdere jaren opnieuw groeien.<br />
Voor de juiste keuze van klimplanten is het ten zeerste aanbevolen een deskundige<br />
(boomkweker, bioloog, tuinarchitect) te raadplegen.<br />
BLZ. 7 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Voorbeelden van klimplanten<br />
1. Akebia met vijf blaadjes (Akebia quinata)<br />
OPGELET: deze plant staat op de alarmlijst met invasieve planten (gematigd milieurisico<br />
voor inheemse soorten)<br />
2. Bosrank (Clematis vitalba)<br />
3. Gewone klimop (Hedera helix)<br />
4. Klimhortensia (Hydrangea petiolaris)<br />
5. Boskamperfoelie (Lonicera periclymenum belgica)<br />
6. Gewone wilde wingerd (Parthenocissus quinquefolia)<br />
7. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea)<br />
8. Chinese glycine (Wisteria sinensis)<br />
9. Gewone hop (Humulus lupulus)<br />
10. Trompetklimmer (Campsis radicans)<br />
Akebia Bosrank Klimop Hortensia Kamperfoelie<br />
Wilde wingerd Passiebloem Glycine Hop Trompetklimmer<br />
Gebruikscriteria 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
Inheems + + + +<br />
Sierteelt + + + + + +<br />
met hechtwortels + + + +<br />
Slingerplant + + + + + +<br />
+ Hechtranken + +<br />
Altijdgroen + +<br />
Hanger + + + + + + +<br />
Klimmer + + +<br />
Wordt houtachtig + + + + + +<br />
Verdraagt schaduw + ± + + + ± ±<br />
Geurend + + + + +<br />
Verschaft beschutting en<br />
voeding<br />
± + ± ± ±<br />
Bron van nectar + + + + + + + +<br />
Dik en verstrengeld + + + + + + + +<br />
Met dikke stengel + + +<br />
Lineaire draagstructuur + + + + + +<br />
Twee-/driedimensionale<br />
draagstructuur<br />
+ + + + + + +<br />
Hoogte (m) 10 15 25 6 12 10 20 10<br />
Maximaal<br />
gewicht / m²<br />
15 15 25 15 10 15 15 15 10 15<br />
Bron: Belgian Forum on Invasive Species BFIS (http://ias.biodiversity.be).<br />
BLZ. 8 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Voor zover de leef- en beheersomstandigheden dit toelaten, kunnen niet-klimmende,<br />
winterharde houtgewassen de gevel op grondniveau of in hangbakken aanvullen.<br />
> Onderhoud van groene gevels<br />
Plan een regelmatig onderhoud:<br />
o Een tweejaarlijks onderhoud voor jonge planten.<br />
o Een jaarlijks onderhoud voor goed ontwikkelde planten.<br />
o Om de 5 jaar een controle van de draagstructuren en bevestigingen (de draden en<br />
kabels moeten elk jaar opnieuw worden aangespannen).<br />
o Composteer uw groenafval of gebruik het als mulch. Hebt u hiertoe niet de<br />
mogelijkheid, neem dan contact op met Net <strong>Brussel</strong> voor de ophaling van groenafval.<br />
o Beperk, bij het bestrijden van parasieten en ziekten, het gebruik van biociden<br />
(herbiciden, insecticiden, …) waarvan de samenstelling schadelijk is voor uw<br />
gezondheid en voor het milieu. Alternatieven zijn voorhanden (meer informatie in de<br />
brochure "Mijn tuin en het milieu" – <strong>Leefmilieu</strong> <strong>Brussel</strong> – BIM - tweede kwartaal 2007).<br />
> Eventuele problemen van groene gevels<br />
Algemene problemen: schade kan ontstaan:<br />
o Indien de draagstructuren te klein zijn in verhouding tot de plantensoort, niet stevig<br />
genoeg zijn of slecht aan de gevel bevestigd zijn.<br />
o Indien er onvoldoende ruimte is voor de volle groei van de planten (houd rekening met<br />
de dikte van de volgroeide stam en takken): het risico bestaat dat de bevestigingen<br />
van de draagstructuur loskomen.<br />
o Indien de groene gevel niet regelmatig wordt gecontroleerd en onderhouden:<br />
wildgroei, takken die goten verstoppen, de vensters belemmeren, enz.<br />
o Sommige klimplanten worden mettertijd houtachtig; wanneer ze hun maximale hoogte<br />
bereiken, hebben ze een struikachtige groeiwijze en lopen ze vanonder sterk uit. Vb.:<br />
wilde wingerd, klimop, hortensia, glycine.<br />
o Indien de planten te gemakkelijk aan vandalisme zijn blootgesteld.<br />
Oplossingen:<br />
o Bescherm de basis van jonge beplantingen (bijvoorbeeld met een koker van<br />
metaalgaas).<br />
o Snoei de planten wanneer nodig, de meeste klimplanten lenen zich ertoe.<br />
> Beschadiging van de ondergrond<br />
Tijdens snoei- en onderhoudswerkzaamheden kan het losrukken van planten met dode<br />
hechtwortels bepleisterde, wit gekalkte of geschilderde gevels beschadigen. Klimplanten met<br />
luchtwortels (vb. de klimop) kunnen in bestaande scheuren van verweerde bepleisterde gevels<br />
of van bepleisterde gevels van slechte kwaliteit, ingroeien en ze verbreden. Deze<br />
plantensoorten zijn niet geschikt voor gemetselde muren met een traditionele zachte mortel,<br />
evenmin als voor gevelbekledingen van wandplaten en tegels. Die zouden kunnen loskomen<br />
doordat de wortels tussen de muur en het materiaal doordringen.<br />
Oplossingen:<br />
o gebruik een draagstructuur die de planten op een bepaalde afstand van de muur<br />
houdt om te vermijden dat de planten zich aan de wand vasthechten.<br />
o geef de voorkeur aan klimplanten met een minder indringende vasthechting<br />
(kamperfoelie, wilde wingerd).<br />
Vermijd:<br />
o te zware planten met dikke stengels, onder meer op houten draagstructuren. Planten<br />
met een te weelderige groei zijn nefast voor houten draagstructuren: een van de gevel<br />
gescheiden draagstructuur bevordert de luchtcirculatie en verlengt haar levensduur.<br />
o draagstructuren met een onvoldoende hoogte voor bepaalde klimplanten.<br />
BLZ. 9 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
Vb.: de Chinese bruidsluier (Fallopia baldschuanica) met een maximale hoogte van 18<br />
m, heeft de neiging om aan de top van onvoldoende hoge draagstructuren een grote<br />
houtachtige massa te vormen, die de stabiliteit van de draagstructuur in gevaar brengt<br />
en meer wind vangt. Dit probleem kan echter worden opgevangen door de<br />
aanwezigheid van een groendak waarop de plant zich kan uitspreiden.<br />
o planten die te overwoekerend zijn voor de gevelopeningen.<br />
o planten met stekels (klimrozen) of weerbarstige planten: vereisen veel tussenkomst om<br />
ze te leiden en vast te maken<br />
o de klimop in combinatie met andere klimplanten waarmee hij kan concurreren, zozeer<br />
dat hij ze geleidelijk aan overmeestert.<br />
UITVOERING – VOLGENS HET SYSTEEM<br />
1. BEGROEIDE <strong>GEVEL</strong><br />
Gespannen kabels met klimplanten – foto: N. Dunnett Detail van de kabelbevestiging – foto: N. Dunnett<br />
> Samenstelling<br />
De begroeide gevel bevat de volgende basiselementen:<br />
o een draagstructuur<br />
o een bevestigingssysteem voor de draagstructuur<br />
o een voedingssysteem<br />
o planten<br />
> Draagstructuur<br />
De draagstructuur kan van de volgende types zijn:<br />
o lineair: draden, kabels, buizen, kettingen, profielen<br />
o tweedimensionaal: gevlochten kabels, frames met traliewerk, opengewerkte platen,<br />
traliewerk<br />
De gebruikte materialen:<br />
o verzinkt of roestvrij staal, aluminium (soms geplastificeerd), hout (lork, eik, gewone /<br />
valse acacia, olm) voor frames en traliewerk<br />
o kunststof voor bepaalde tweedimensionale draagstructuren<br />
o glasvezel: voor bepaalde draagstructuren<br />
De diameter van de draden en kabels kan van 4 tot 30 mm variëren. (Kabels van glasvezel zijn<br />
lichter met een minimumdiameter van 7,75 mm en een glasgehalte van 80%).<br />
Tussenafstand tussen de<br />
elementen van de<br />
draagstructuur<br />
Planten met kleine<br />
groeiontwikkeling<br />
BLZ. 10 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -<br />
Planten met weelderige<br />
groeiontwikkeling<br />
lineaire elementen in netwerk 20 – 40 cm 40 – 80 cm<br />
traliewerk 15 x 25 cm 30 x 40 cm<br />
Een zelfde draagstructuur kan verschillende draagsystemen en verschillende materialen<br />
combineren.
Buitentrappen en hun structuur kunnen eveneens als drager dienen, voor zover de<br />
plantengroei hun functie niet belemmert en de extra belasting geen probleem vormt ten<br />
opzichte van de wind. Vermijd dat de planten zich aan de trapleuning vasthechten of tussen de<br />
treden groeien…<br />
In het bijzondere geval waar de gevel als drager dient (uitsluitend voor planten met<br />
hechtwortels zoals de klimop en de wilde wingerd), moet de gevelbekleding een goede<br />
hechting mogelijk maken om een volle groei van de planten te waarborgen.<br />
> Bevestigingssystemen van de draagstructuur<br />
De stalen draden en kabels zijn met spanschroeven uitgerust en worden door kabellussen (om<br />
de 2 m) geleid. Kabels van roestvrij staal uitgerust met spanmoffen zorgen voor spanning op<br />
langere termijn.<br />
Verschillende bevestigingssystemen van een stijve draagstructuur<br />
1. Stijve draagstructuur met over de hele hoogte van de gevel gelijkmatig verdeelde verankeringspunten.<br />
2. Stijve draagstructuur met hoofdverankering aan de bovenkant van de gevel. Bijkomende verankeringspunten<br />
beletten zijdelingse verschuivingen.<br />
3. Stijve draagstructuur met hoofdverankering in een bodemfundering. Bijkomende verankeringspunten beletten<br />
zijdelingse verschuivingen.<br />
3a. Variante met verankering aan de onderkant van de gevel door middel van hoekijzers.<br />
4. Vrij flexibele draagstructuur: gespannen kabels of glasvezel met hoofdverankering aan hun uiteinden.<br />
> Welke gevelbekleding is geschikt voor welke planten?<br />
Materiaal<br />
klimplanten met<br />
hechtwortels<br />
slingerplanten aanhechting<br />
Natuursteen<br />
Niet schisteus / niet<br />
bros<br />
+ ±<br />
Baksteen + + +<br />
Mortel<br />
Indien gereinigde of<br />
nieuwe gevel<br />
+ ±<br />
Beton + + +<br />
Hout<br />
Houtsoorten voor<br />
buiten<br />
+ ±<br />
Metaal + + - (uitgezonderd klimop)<br />
Kunststof + + - (uitgezonderd klimop)<br />
Bebording van hout,<br />
leisteen, kunststof, …<br />
Te vermijden Te vermijden ±<br />
Pleister of verf Beslist te vermijden Idem +<br />
BLZ. 11 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -
2. <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> MET VAN DE <strong>GEVEL</strong> GESCHEIDEN GROENGORDIJN<br />
> Samenstelling<br />
De groene gevel met van de gevel gescheiden<br />
groengordijn bevat de volgende basiselementen:<br />
o een draagstructuur<br />
o een bevestigingssysteem voor de draagstructuur<br />
o een toegangssysteem<br />
o een voedingssysteem<br />
o planten<br />
Het van de gevel gescheiden groengordijn maakt de<br />
planten volledig onafhankelijk van het gebouw. Ook krijgt<br />
het gebouw een extra visuele waarde, gezien vanuit de<br />
ramen of andere gevelopeningen.<br />
> Draagstructuur<br />
Er zijn draagstructuren in verschillende soorten:<br />
o lineair: draden, kabels, buizen, kettingen, profielen<br />
o tweedimensionaal: opengewerkte platen of<br />
schuttingen, gevlochten kabels, frames met raster,<br />
traliewerk<br />
o driedimensionaal: driedimensionale structuren,<br />
architectonisch gemoduleerde elementen<br />
De gebruikte materialen zijn voor alle soorten<br />
draagstructuren geschikt:<br />
o verzinkt of roestvrij staal, aluminium (soms<br />
geplastificeerd)<br />
o hout (lork, eik, gewone / valse acacia, olm) voor platen,<br />
schuttingen, frames en traliewerk<br />
o kunststof voor bepaalde twee- of driedimensionale<br />
draagstructuren<br />
o glasvezel: voor bepaalde draagstructuren<br />
BLZ. 12 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -<br />
Het Kameleongebouw in Sint-<br />
Lambrechts-Woluwe – Foto: B.<br />
Thielemans<br />
Huis in Hamburg – Foto: P. Hill<br />
> Bevestigingssystemen van de draagstructuur<br />
De draagstructuur, ongeacht het type, steunt meestal op een funderingsplaat of op een<br />
bevestigingssysteem in de grond. Beide systemen zijn onafhankelijk van de structuur en de<br />
fundering van het gebouw. Idealiter is de fundering onzichtbaar door ze in de beplantingszone<br />
in te werken.<br />
De studie van de sterkte en de stabiliteit van het geheel moet met de hulp van deskundigen<br />
worden uitgevoerd.<br />
> Toegangssysteem<br />
Doordat het groengordijn van de gevel gescheiden is, moet er een (occasionele of<br />
permanente) toegang zijn tot de planten en hun eventuele niet-grondgebonden<br />
plantenbakken, en dit over de hele oppervlakte van het groengordijn.<br />
Mobiele ladders, haspels en gondels voor een regelmatig onderhoud.<br />
Permanente loopbruggen tot de verschillende niveaus van de groene gevel, meestal langs de<br />
achterkant, voor een regelmatig onderhoud, en eventueel om de bewoners van het gebouw<br />
toegang te geven.<br />
Van de toegepaste structuren en materialen moeten een studie worden gemaakt voor de<br />
esthetische integratie, de stabiliteit en de veiligheid bij het gebruik.
Planten<br />
Identiek aan de begroeide gevels, uitgezonderd de planten met<br />
hechtwortels, behalve indien het hechtoppervlak toereikend is.<br />
AANVULLENDE INFORMATIE<br />
ANDERE AANDACHTSPUNTEN<br />
Infofiches waarin groene gevels aan bod komen:<br />
o EAU01 Het regenwater op het perceel beheren<br />
o TER05 Meer biodiversiteit<br />
o TER06 Een groene dakbedekking realiseren<br />
o ENE03 Een koudestrategie ontwikkelen<br />
o ENE13 De juiste zonwering<br />
Zie eveneens:<br />
BLZ. 13 VAN 13 – <strong>EEN</strong> <strong>GROENE</strong> <strong>GEVEL</strong> <strong>REALISEREN</strong> – JULI 2010<br />
PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN<br />
- PRAKTISCHE AANBEVELING TER07 -<br />
Hôpital de Hullier in Rijsel – foto: C.<br />
Stefulesco<br />
o Advies over tuinen en de directe omgeving van de gebouwen op de website van<br />
<strong>Leefmilieu</strong> <strong>Brussel</strong> - BIM<br />
o De folder "Fleur uw gevel op. Voor een aangenamer, gezonder en rijker stadsmilieu"<br />
(.pdf)" van <strong>Leefmilieu</strong> <strong>Brussel</strong> - BIM<br />
o De brochure "Mijn tuin en het milieu" van <strong>Leefmilieu</strong> <strong>Brussel</strong> - BIM (2 e kwartaal 2007)<br />
BIBLIOGRAFIE<br />
o DUNNETT, N.; KINGSBURY, N., Toits et murs végétaux, Uitg. du Rouergue, Rodez,<br />
2005<br />
o HERMY, M.; SCHAUVLIEGE, M.; TIJSKENS, G., Groenbeheer, een verhaal met<br />
toekomst, Velt en afdeling Bos & Groen, Berchem, 2005<br />
o HILL, P., Tuinen van heden - Vernieuwende tuinarchitectuur in Europa, Mercatorfonds,<br />
Antwerpen, 2002<br />
o IEB (Inter-Environnement Bruxelles), Aménager votre habitation pour mieux préserver<br />
le "patrimoine-eau" de la Région, <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest, <strong>Brussel</strong>, z.d.<br />
o LONDO, G.; DEN HENGST, J., Tuin vol wilde planten, Natuur in tuin en park,<br />
Vereniging Natuurmonumenten, In samenwerking uitgegeven door Ver.<br />
Natuurmonumenten en uitg. Terra, 1993<br />
o STEFULESCO, C., L’urbanisme végétal, Coll. Mission du paysage, Institut pour le<br />
Développement Forestier, Parijs, 1993<br />
o VANHOOF, J.; SLOOTMAEKERS, M., Natuurrijke Tuinen, Tips voor een harmonieuze<br />
en ecologisch verantwoorde tuin, Lannoo en ARGUS, 2004