W T A C W A T E R S T A D JAARGANG 18 NUMMER 3
W T A C W A T E R S T A D JAARGANG 18 NUMMER 3
W T A C W A T E R S T A D JAARGANG 18 NUMMER 3
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
26 jaargang <strong>18</strong> nummer 3<br />
Ronde van Vlaanderen – 3 april 2010<br />
Het is al weer vijf jaar geleden dat ex-Waterstadter Christiaan Kooijman en Budd Saan<br />
debuteerden op de kasseien in Vlaanderen. Na zoveel jaar is het afzien vergeten, en<br />
staan we op zaterdag 3 april 2010 opnieuw aan de start voor de hoogmis van het<br />
Vlaamse wielrennen: “De Ronde van Vlaanderen”.<br />
Om 7h zijn we vanuit Zuidland vertrokken richting Ninove, de start en finish plaats van<br />
de 150km tocht. Met circa <strong>18</strong>.000 deelnemers is er een behoorlijke opstopping om<br />
een parkeerplaats te vinden. Ergens op een industrieterrein weten we gelukkig toch<br />
nog een plekje te bemachtigen. Na een paar kilometer fietsen zijn we bij de inschrijving.<br />
Het is allemaal op z’n Belgisch aangegeven, dus moeilijk te vinden. In tegenstelling<br />
tot de Amstel Gold geldt hier geen deelnemersstop. Wij hebben nummers ver in de<br />
17.000. Om 10h15 gaan we op weg voor onze “Ronde”.<br />
Het is behoorlijk regenachtig weer en de voorspellingen zijn ook niet best. Met dikke<br />
regenjacks rijden we de eerste relatief vlakke kilometers richting Oudenaarde. Het<br />
is wel flinke wind tegen en de eerste kasseistroken dienen zich aan. Gisteren nog de<br />
bidonhouders naar binnen gebogen en alle boutjes nog even nagetrokken, maar de<br />
schakelhendels vergeten, want na de eerste strook staat mijn achterrem vast omdat<br />
de hendel gezakt is door de hevige trillingen. Ik vond het al zo zwaar gaan en af en toe<br />
slipte me achterwiel ook. Na wat sleutelwerk loopt het weer soepel. In Oudenaarde in<br />
een grote opslagloods is de eerste verzorgingspost. Alles is keurig geregeld en echt<br />
last van de enorme mensenmassa hebben we niet. Dit is ook het voordeel van laat<br />
starten.<br />
Met volle tanks rijden we nog een lang recht stuk tegen de wind richting de eerste<br />
hindernis: De Kluisberg. We zijn zo’n beetje<br />
half wedstrijd, maar nu begint het pas echt.<br />
Vele korte maar steile klimmetjes volgen<br />
elkaar in hoog tempo op. En de meeste<br />
hebben als wegdek de gevreesde kasseien.<br />
Soms is er nauwelijks sprake van wegdek.<br />
De stenen lijken volledig willekeurig neergesmeten<br />
en opgevuld met blubber. Met dit<br />
regenachtige weer is het soms een echte<br />
modderstroom over de toch al gladde kasseien.<br />
Toch zijn beruchte hellingen als de “Oude<br />
Kwaremont” en “Paterberg” goed te nemen.<br />
Alleen bij de “Koppenberg” gaat het mis.<br />
Mensen voor ons moeten afstappen op het<br />
stuk van 22% en dan valt het helemaal stil en<br />
moet iedereen lopend naar boven. Even later<br />
doe ik toch nog een poging om fietsend verder te gaan, maar de stenen zijn te glad en<br />
het achterwiel slipt gewoon door. Na de “Steenbeekdries”, waar ook in de afdaling kasseien<br />
liggen, is de tweede verzorgingspost. Hier is het wel erg druk maar allemaal erg<br />
effectief ingedeeld en de vrijwilligers vullen de bidons in een razend tempo.<br />
Gelijk hierna komt de “Taaienberg”. Ik heb de profs vaak het gootje op zien zoeken en<br />
w t a c w a t e r s t a d