Beursvisie - Bank ten Cate & Cie

Financiële Planning
Door drs. Krist H.H. Plaizier FFP
In dit artikel wordt aandacht gegeven aan
Financiële Planning met elk kwartaal een
ander thema. Deze keer is dat:
De Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI).
In de zomer van 2007 heeft de Eerste
Kamer een wetsvoorstel aangenomen
inzake de VBI. Heeft de directeurgrootaandeelhouder
(DGA) van een
BV hiermee een interessante structureringsmogelijkheid
erbij gekregen? De
VBI heeft zijn voor- en nadelen.
Om in aanmerking te kunnen komen
voor een VBI-status (vrijstelling van
heffing vennootschapsbelasting) moet
er in ieder geval voldaan zijn aan de
volgende eisen:
- De BV moet verplicht omgezet worden
in een NV. In de statuten van de
NV moet vermeld zijn dat het doel
van de NV beleggen is.
- Meer dan 1 aandeelhouder is eigenaar
van de NV (collectiviteitseis).
100% DGA blijven, kan dus niet.
Wanneer in de BV de DGA 100% van
de aandelen heeft, moet hij een deel
overdragen aan een tweede persoon.
In de wet zijn geen expliciete aandeelhouderseisen
opgenomen. De verdeling
van het aandelenkapitaal is niet
relevant. Wanneer de DGA in algehele
gemeenschap van goederen gehuwd is,
zijn hij en zijn echtgenote gezamenlijk
eigenaar van de BV. De Staatssecretaris
heeft echter geantwoord op kamervragen
dat dan NIET aan de collectiviteitseis
wordt voldaan.
- Strikte beleggingseisen. Er mag alleen
belegd worden in ‘financiële instrumenten’
zoals aandelen en obligaties.
Een VBI kan binnen- en buitenlandse
bron- en dividendbelasting niet
8
verrekenen. Dit verlaagt dus het rendement.
- Op de balans van de VBI mogen
NIET voorkomen:
a) Pensioen- en/of stamrechtreserve (beiden
dus verplicht afstorten bij een verzekeraar).
b) Rekening-courantverhouding met DGA.
c) Nederlands vastgoed.
d) Deelnemingen in werkmaatschappijen,
pensioen-BV’s of ondernemingen. Het betreft
dus alleen de pure kasgeld-NV’s.
Wanneer aan deze eisen is voldaan,
kan er een verzoek gedaan worden aan
de Inspecteur der Belastingen.
Overigens hoeft bij een VBI niet binnen
8 maanden alle winst uitgekeerd te
worden aan de aandeelhouders (zgn.
doorstootverplichting). Wanneer de
beleggingswinsten herbelegd worden,
heeft dit tot gevolg dat de Aanmerkelijk
Belanghouder in de VBI in privé
(via de Inkomstenbelasting, Box 2,
tarief 25%) aangeslagen zal worden
voor 4% forfaitair voordeel over de
waarde in het economisch verkeer van
de aandelen in de VBI aan het begin
van het jaar.
Hoewel de VBI ontwikkeld is om het
aantrekkelijk te maken voor grote beleggingsinstellingen
om in Nederland
te blijven en niet de zetel te verplaatsen
naar Luxemburg, staat de wetgever
het dus ook toe dat relatief kleine kasgeld-BV’s
de status verkrijgen. Of dit
ooit gerepareerd zal worden, de wetgever
heeft dit immers niet zo beoogd,
is nu nog niet bekend. Voor meer informatie
kunt u contact opnemen met
uw private banker.