pdf (333,65 kb) - Regionaal Archief Zutphen
pdf (333,65 kb) - Regionaal Archief Zutphen
pdf (333,65 kb) - Regionaal Archief Zutphen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lz. 8 Nederlandsch Mettray 0107<br />
<strong>Archief</strong>vorming<br />
<strong>Archief</strong>vorming<br />
Geschiedenis van de archiefvormer<br />
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER<br />
In 1850 werd de Landbouwkolonie Nederlandsch Mettray opgericht dank zij de inspanning<br />
van Dr. W.H. Suringar. Deze had in 1845 een bezoek gebracht aan een instelling in<br />
Frankrijk te Mettray nabij de stad Tours, waar men jongens opnam die in aanraking<br />
geweest waren met de justitie. Men leerde ze hier een vak, zodat ze zich later, na hun<br />
ontslag uit de kolonie, in de maatschappij konden handhaven en in hun eigen onderhoud<br />
konden voorzien.<br />
In 1847 hield de heer Suringar lezingen over zijn bevindingen. Hij wilde in Nederland een<br />
dergelijke kolonie stichten naar dit Franse voorbeeld. Later bezocht hij ook nog het Raue<br />
Haus in Hamburg, waar hij veel idee�n opdeed voor de opzet van een dergelijke<br />
kolonie. De rede die hij in 1847 hield in Amsterdam werd in druk uitgegeven. Deze rede<br />
kwam in handen van de heer C.D. Sch�ller die zijn landgoed "de Keijenberg" in de<br />
gemeente Renkum ter beschikking wilde stellen van een op te richten landbouwkolonie<br />
"Nederlandsch Mettray". Dit landgoed bleek echter ongeschikt te zijn om daar een<br />
landbouwkolonie te vestigen. Daarop verkocht Sch�ller het landgoed voor 16.000<br />
gulden en verbond zich dit bedrag aan de vereniging te zullen schenken zodra deze<br />
opgericht zou zijnen levensvatbaar zou blijken te zijn.<br />
De vereniging in oprichting zou afwijken van de Franse kolonie omdat hier alleen jongens<br />
opgenomen zouden worden die nog nooit in aanraking geweest waren met de justitie;<br />
tevens moesten de pupillen van protestantse huize zijn. Er werd een voorlopig bestuur<br />
gevormd dat de gelden van het stichtingsfonds moest beheren en naar een geschikte<br />
plaats binnen Gelderland zou zoeken om daar de landbouwkolonie te vestigen. Het<br />
voorlopig bestuur liet het oog vallen op het landgoed Rijsselt in de gemeente Gorssel.<br />
Rijsselt was een oude havezate gelegen in de buurschap Rijssel, vroeger bezit van de<br />
familie Van der Capellen. Men kocht in 1850 het huis met 54 ha. grond met de daarbij<br />
behorende boerderij van C.F.B. baron van Neukirchen genaamd Nyvenheim. Na het<br />
voorbereidende werk van het voorlopig bestuur werd in 1850 aan de definitieve<br />
bestuursvorm gestalte gegeven. Het bestuur van de vereniging en de inrichting bestond uit<br />
de volgende organen: hoofdcommissie, commissie, subcommissie, afdelingen en<br />
correspondentschappen.<br />
De hoofdcommissie had volgens de statuten geen bestuursfunctie, alleen een<br />
controlerende en adviserende taak. Zij vergaderde meestal niet vaker dan eenmaal per<br />
jaar, tijdens welke bijeenkomst de commissie verslag deed over de gang van zaken op de<br />
kolonie. De hoofdcommissie werd door co�ptatie aangevuld. Uit haar midden werd<br />
jaarlijks een subcommissie benoemd, die fungeerde als kascommissie. Nadat d�charge<br />
werd verleend, werd de subcommissie weer opgeheven. De commissie vormde het<br />
dagelijks bestuur en was belast met de controle van de landbouwkolonie. Voorts<br />
benoemde en ontsloeg zij de directeur, beheerde de financi�n van de vereniging,<br />
regelde de plaatsing van de jongens op de kolonie na voordracht van de afdelingen.<br />
Evenals bij de hoofdcommissie vond aanvulling van de commissie plaats door<br />
co�ptatie. De leden van de commissie waren steeds anderen dan de leden van de<br />
hoofdcommissie. Alleen de heer Suringar had zitting in beide colleges.