20.09.2013 Views

pdf (333,65 kb) - Regionaal Archief Zutphen

pdf (333,65 kb) - Regionaal Archief Zutphen

pdf (333,65 kb) - Regionaal Archief Zutphen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

0107 Nederlandsch Mettray blz. 9<br />

In plaatsen waar leden bereid waren een bestuur te vormen werden afdelingen opgericht.<br />

Een overzicht van alle afdelingen die er bestaan hebben vindt men in de tweede bijlage.<br />

Leden die woonden in plaatsen waar geen afdeling bestond, behoorden tot het algemeen<br />

departement dat in Amsterdam gevestigd was. Het bestuur van het algemeen departement<br />

was tevens het bestuur van de afdeling Amsterdam, zodat van een duidelijke scheiding in<br />

de administratie geen sprake is. De afdelingen konden protestants-christelijke jongens<br />

tussen de 10 en 14 jaar ter opneming in de landbouwkolonie voordragen aan de<br />

commissarissen. "Staten van Inlichtingen" betreffende de jongens werden dan naar de<br />

commissie gezonden die aan de hand van de verstrekte gegevens tot plaatsing konden<br />

overgaan. De afdelingen konden per 80 gulden ge�nde contributie ��n pupil<br />

plaatsen. Ook particulieren en andere instellingen konden pupillen plaatsen; de pupillen<br />

moesten zij dan voordragen aan de afdelingen, die op hun beurt de jongen weer ter<br />

plaatsing voordroegen aan de commissarissen. Voor deze pupillen moest 150 gulden per<br />

jaar betaald worden.<br />

In 1907 komen de eerste voogdijkinderen, zij werden niet meer geplaatst via de afdelingen<br />

maar rechtstreeks via de commissarissen. De pupillen bleven tot hun 18e jaar op de<br />

landbouwkolonie, daarna werden ze bij een patroon geplaatst. Tot hun meerderjarigheid<br />

bleven ze onder toezicht staan van Nederlandsch Mettray. Men kende ook enige<br />

correspondentschappen, in binnen- en buitenland, die niet als afdelingen erkend werden<br />

omdat ze geen bestuur hadden, bij gebrek aan voldoende leden. De<br />

correspondentschappen waren belast met de invordering van de jaarlijkse bijdragen. De<br />

gelden werden door de correspondenten overgemaakt aan de penningmeester van de<br />

afdeling waartoe zij behoorden.<br />

Onderwijs<br />

Het onderwijs werd door Nederlandsch Mettray op het Rijsselt gegeven, waarbij de<br />

pupillen zowel lager onderwijs als vakonderricht kregen. Dit werd op de kolonie gegeven in<br />

een eigen school, de W.H. Suringarschool. Aanvankelijk gingen de pupillen ongeveer vier<br />

uur per dag naar school en kregen daarnaast zes of zeven uur, afhankelijk van het weer,<br />

onderricht in de land-, tuin- en/of bosbouwmethoden tijdens het werk op de velden.<br />

Dagelijks werd ook een half uur aan exercitie besteed, eerst met stokken, later met<br />

geweren, dit ter bevordering van de lichamelijke ontwikkeling. Bij de oprichting lag het in<br />

de bedoeling dat iedereen in de land-, tuin- of bosbouw opgeleid zou worden; alleen<br />

diegenen die hiertoe niet geschikt geacht werden, konden opgeleid worden tot timmerman.<br />

Dit moest echter een uitzondering blijven. De werkplaatsen werden in 1853 uitgebreid met<br />

een kleermakerij en een schoenmakerij. In 1855 werden er 85 pupillen opgeleid tot<br />

landbouwer, 30 tot tuinier, 6 tot timmerman, 2 tot metselaar, 1 tot schilder en 6 tot<br />

kleermaker. De opleiding tot bakker werd in 1856 toegevoegd, de smederij in 1857. Voor<br />

de pupillen die lichamelijk niet in staat waren om de bestaande opleidingen te volgen,<br />

werd in 1859 een "vormschool voor onderwijzers" begonnen zodat ze later als onderwijzer<br />

of als hulponderwijzer konden fungeren. Omdat de vraag naar ambachtslieden toenam<br />

ging men over tot uitbreiding van de werkplaatsen.<br />

Van de pupillen die een vakopleiding kregen was in 1935 nog slechts 18% werkzaam op<br />

de boerderij of in de tuinbouw. De pupillen welke geen vakonderricht volgden gingen naar<br />

de lagere school op Rijsselt. In de loop van de 19e eeuw volgden de oudere pupillen het<br />

vakonderricht op Nederlandsch Mettray; om hun algemene kennis uit te breiden kregen de<br />

pupillen tot hun 18e jaar iedere ochtend twee uur herhalingsonderwijs op Mettray. Na het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!