Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1/4<br />
vrijdag 17 februari 2012, 20.15 uur<br />
Vredenburg Leidsche Rijn<br />
inleiding Aukelien van Hoytema 19.30 uur<br />
17.02<br />
serie TROS Klassiek / Rond Debussy / Debussy Weekend<br />
<strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie<br />
Cappella Amsterdam<br />
Michael Schønwandt dirigent<br />
Gijs Leenaars koordirigent<br />
Marie Bénédicte Souquet sopraan<br />
Carine Séchaye mezzosopraan<br />
Paul Meyer klarinet<br />
toelichting vanaf p.10, biografi eën vanaf p.31<br />
Claude Debussy La damoiselle élue,<br />
1862-1918 cantate voor vrouwenstemmen en orkest (1887-88)<br />
Wolfgang Amadeus Klarinet<strong>concert</strong> in A KV 622 (1791)<br />
Mozart Allegro Adagio Rondo (Allegro)<br />
1756-1791<br />
PAUZE<br />
Claude Debussy Rapsodie voor klarinet en orkest (1910)<br />
Erik Satie Gymnopédies nrs. 3 en 1 (1888 – orkestratie 1896)<br />
1866-1925 orkestratie: Claude Debussy<br />
Claude Debussy Children’s Corner (1908)<br />
orkestratie: Hans Abrahamsen WERELDPREMIÈRE<br />
Doctor Gradus ad Parnassum Jimbo’s lullaby<br />
Serenade of the doll The snow is dancing<br />
The little sheperd Golliwogg’s cakewalk<br />
DIT CONCERT WORDT OP RADIO4 LIVE UITGEZONDEN<br />
de <strong>concert</strong>series van<br />
1
2 Extra informatie voor 17 en 18 februari<br />
Drankje na afl oop Na het <strong>concert</strong> is er gelegenheid om een drankje<br />
te nuttigen.<br />
Live-uitzending De TROS zendt dit <strong>concert</strong> vanuit Vredenburg Leidsche<br />
Rijn live uit op <strong>Radio</strong> 4.<br />
Denkt u eraan dat uw mobiele telefoon uitstaat en dat<br />
uw horloge geen geluid kan maken? Dan kan iedereen<br />
in de zaal en bij de radio volop genieten van het <strong>concert</strong>.<br />
➜ WWW.RADIO4.NL<br />
Webcast Vanavond is er behalve de live-radio-uitzending ook een<br />
webcast (live te zien op de site van radio4).<br />
Korting op Debussy-cd’s Boudisque biedt ter gelegenheid van het Debussy<br />
Weekend in de foyers 5 euro korting op alle Debussycd’s<br />
op vertoon van dit programmaboekje.<br />
De aanbieding is ook geldig in de winkel en geldt tot<br />
26 februari.<br />
Nieuw: voorprogramma Eenmaal per maand zullen jonge, getalenteerde musici<br />
Jong Talent zich aan u voorstellen in een kort programma, voorafgaand<br />
aan het hoofd<strong>concert</strong>. Deze <strong>concert</strong>jes beginnen<br />
om 19.00 uur in de bovenfoyer.<br />
De programma’s duren ongeveer 25 minuten, zodat u<br />
om 19.30 uur aanwezig kunt zijn bij de inleiding. Vooraf<br />
opgeven is niet nodig.<br />
Op 24 februari spelen Melle de Vries cello, en<br />
Hilde Stolker piano Robert Schumanns Fantasiestücke<br />
op. 73 en David Poppers Ungarische Rhapsodie op. 68.<br />
De volgende optredens zijn op 16 maart, 6 april en<br />
27 april. Op 1 juni spelen de prijswinnaars van het<br />
Prinses Christina Concours.
2/4<br />
zaterdag 18 februari 2012, 20.15 uur,<br />
Vredenburg Leidsche Rijn<br />
inleiding Philip Ruitenberg 19.30 uur<br />
18.02<br />
serie AVRO Klassiek / Rond Debussy / Steden /<br />
TROS Vocaal / Debussy Weekend<br />
<strong>Radio</strong> Filharmonisch Orkest<br />
Groot Omroepkoor<br />
Gaspard Brécourt dirigent<br />
Michael Gläser koordirigent<br />
Mireille Capelle mezzo-sopraan<br />
Marie-Bénédicte Souquet sopraan<br />
Carine Séchaye alt<br />
José Kamminga alt<br />
toelichting vanaf p.19, biografi eën vanaf p.39<br />
Albert Roussel Bacchus et Ariane - Suite nr. 2 (1930)<br />
1869-1937<br />
PAUZE<br />
Claude Debussy Le martyre de Saint Sébastien, oratorium voor drie<br />
1862-1918 vrouwenstemmen, verteller, koor en orkest (1911)<br />
La Cour des Lys<br />
La Chambre Magique<br />
Le Concile des Faux Dieux<br />
Le Laurier Blessé<br />
Le Paradis<br />
Boventiteling: Jurjen Stekelenburg<br />
DIT CONCERT WORDT OP RADIO4 LIVE UITGEZONDEN<br />
de <strong>concert</strong>series van<br />
3
4 18 februari 2012<br />
Pauzeprogramma in het Paviljoen<br />
Debussy Opera Project door leerlingen van het<br />
Amadeus Lyceum<br />
In de pauze van het <strong>concert</strong> kunt u in het Paviljoen genieten van de presentatie<br />
van een educatief muziekproject. Zesenveertig leerlingen van het Amadeus<br />
Lyceum uit Vleuten presenteren hun eigen zelfgeschreven mini-opera,<br />
gebaseerd op hun ervaringen met de muziek van Debussy.<br />
Ze hebben zich de afgelopen week in het Muziek<br />
centrum van de Omroep laten inspireren door eerst<br />
repetities bij te wonen van Debussy’s Le Martyre de<br />
Saint Sébastien. Daarna hebben de leerlingen<br />
gewerkt onder begeleiding van enkele Britse<br />
workshopleiders, onder wie zangeres, componist<br />
en regisseuse Karen Gillingham. Zij gebruiken de<br />
methode Collaborate Music Making, die afkomstig<br />
is van de Londense Guildhall school of Music &<br />
Drama. Deze leerlingen hebben in december 2011 al<br />
deelgenomen aan het project Groot Amadeus Omroepkoor, waarin ze samen<br />
met 16 zangers van het Groot Omroepkoor werkten aan nieuwe muziek en<br />
samen optraden.<br />
Alles wat u zult zien en horen is zelf door de scholieren bedacht, geschreven<br />
en gespeeld. Naast de scholieren zal ook uit het Groot Omroepkoor schitteren<br />
in deze voorstelling.<br />
Wij zien u graag tijdens de pauze in het Paviljoen!<br />
Dit is een project van het Creatief Partnerschap Utrecht, waarin Vredenburg Utrecht,<br />
MCO, het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) en het Amadeus Lyceum hun krachten<br />
bundelen om nieuwe educatieve muziekprojecten te ontwikkelen en leerlingen de<br />
kans te geven actief kennis te maken met klassieke muziek.<br />
Lees het blog van dit project op www.mco.nl/educatie<br />
PARTNERSCHAP:<br />
WWW.UCK.NL WWW.AMADEUSLYCEUM.NL WWW.VREDENBURG.NL/EDUCATIE<br />
WWW.MCO.NL/EDUCATIE
3/4<br />
zondag 19 februari 2012, 11.00 uur<br />
Vredenburg Leeuwenbergh<br />
Zondagochtend<strong>concert</strong><br />
Ralph van Raat, piano<br />
toelichting vanaf p.23<br />
19.02<br />
Claude Debussy Khamma, légende dansée (1911-12; originele<br />
1862-1918 versie voor pianosolo van de componist)<br />
Jeux (1913; originele versie voor pianosolo van de<br />
componist)<br />
Estampes (1903)<br />
Pagodes<br />
Le soirée dans Grenade<br />
Jardins sous la pluie<br />
L’isle joyeuse (1904)<br />
5
6 4/4<br />
19.02<br />
zondag 19 februari 2012, 14.00- 17.00 uur<br />
Vredenburg Leeuwenbergh<br />
Kamermuziekmarathon<br />
Rubens Kwartet:<br />
Sarah Kapustin viool<br />
Tali Goldberg viool<br />
Roeland Jagers altviool<br />
Joachim Eijlander cello<br />
Felicia van den End fl uit<br />
Gwyneth Wentink harp<br />
Miriam Overlach harp<br />
Jana Machalett fl uit<br />
Cathelijne Noorland piano<br />
Lex Bohlmeijer presentator<br />
toelichting vanaf p.27<br />
Claude Debussy Strijkkwartet in g opus 10 (1893)<br />
Animé et très décidé<br />
Assez vif et bien rythmé<br />
Andantino, doucement expressif<br />
Très modéré, puis mouvementé avec passion<br />
PAUZE<br />
PAUZE<br />
Vioolsonate (1916-1917) SK / CN<br />
Allegro vivo<br />
Intermède: fantasque et léger<br />
Finale: très animé<br />
Pianotrio in g (1880/1986) CN / SK / JE<br />
Andantino con moto allegro<br />
Scherzo-Intermezzo: Moderato con allegro<br />
Andante espressivo<br />
Finale: Appassionato
PAUZE<br />
Cellosonate, versie voor cello en harp (1915) JE / MO<br />
Prologue: Lent, sostenuto e molto risoluto<br />
Sérénade: Modèrèment animé<br />
Finale: Animé<br />
Danse sacrée & Danse profane<br />
(harp en strijkkwartet; 1904)<br />
RUBENS KWARTET / GW<br />
Syrinx voor fl uit solo (1913) FvdE<br />
Sonate voor fl uit, altviool en harp (1916) FvdE / RJ / GW<br />
Pastorale: Lento, dolce rubato<br />
Interlude: Tempo di Minuetto<br />
Final: Allegro moderato ma risoluto<br />
Chansons de Bilitis (1897-1898) LB / FvdE / JM / GW / MO / CN<br />
Chant pastoral<br />
Les comparaisons<br />
Les contes<br />
Chanson<br />
La partie d’osselets<br />
Bilitis<br />
Le tombeau sans nom<br />
Les courtisanes égyptiennes<br />
L’eau pure du bassin<br />
La danseuse aux crotales<br />
Le souvenir de Mnasidica<br />
La pluie du matin<br />
DIT CONCERT IS TE BELUISTEREN VIA CONCERTHUIS RADIO 4: AVONDCONCERT VAN 4 MAART<br />
2012, 20.00 UUR, TROS<br />
7
8<br />
Debussy Weekend 17 t/m 19 februari 2012<br />
Claude Debussy, musicien français<br />
De namiddag is zwoel. Een lome fl uit<br />
dagdroomt over een faun. Dat is een<br />
mythologisch boswezen, half mens<br />
half dier. De melodie daalt en stijgt,<br />
als een meeuw die meedeint op de<br />
luchtstroom. Ze krult en wentelt zich<br />
lustig als een arabeskeversiering op<br />
de muur van een Moors paleis. Dan<br />
valt het orkest in. De samenklanken<br />
zijn warm en atmosferisch, vanwege<br />
de omfl oerste kleuren van de houtblazers<br />
(fl uiten, althobo) en de<br />
hoorns. Heldere klarinetten, schetterend<br />
koper en alle slagwerk houden<br />
rust. Als in een droom kabbelt de<br />
mysterieuze en exotische muziek<br />
verder. Zo ontketende de Franse componist<br />
Claude Debussy een fl uwelen<br />
revolutie in de muziekwereld in 1894<br />
met zijn Prélude à l’après-midi d’un faune.<br />
Alleen al de openingsmelodie zette<br />
de toen geldende principes op losse<br />
schroeven: er klinkt slechts één instrument,<br />
de fl uit, symbool van de<br />
dromende faun. Wat volgt is een vrije<br />
fantasie van een minuut of tien over<br />
het gedicht van Mallarmé met dezelfde<br />
titel. Debussy’s faunmuziek<br />
wordt vaak betiteld als de poort naar<br />
de moderne muziek. En misschien<br />
sorteert ze nog wel het meeste effect<br />
dankzij de sensuele en weelderige<br />
instrumentale kleuren.<br />
Niet voor niets geldt Claude Debussy<br />
(1862-1918) als de meest revolutionaire<br />
componist van rond 1900. De<br />
Franse toondichter, die honderdvijftig<br />
jaar geleden geboren werd, ontwikkelde<br />
volkomen nieuwe vormen,<br />
samen klanken en klankkleuren. Net<br />
als de faunsmuziek wekken veel van<br />
zijn werken de indruk van een improvisatie,<br />
hoewel ze het zorgvuldig<br />
afgewogen product van een scherp<br />
intellect zijn. Doordat Debussy’s<br />
muziek vaak iets zwevends heeft, iets<br />
versluierds, wordt ze wel met de impressionistische<br />
schilderkunst vergeleken,<br />
al had Debussy zelf een hekel<br />
aan de term impressionisme. Aan<br />
zijn componeertafel leek Debussy<br />
over een reusachtige smeltkroes te<br />
beschikken. Zijn vroege werken echoen<br />
nog van zijn natuurlijke habitat,<br />
de Franse componisten uit zijn eigen<br />
kringen, zoals Massenet, Lalo,<br />
Chabrier, Gounod, Bizet en Fauré. Maar<br />
door invloeden van vroeger en ver<br />
vond Debussy zijn eigen weg:
Wagner, Moesorgski, het gregoriaans,<br />
de kennismaking met gamelanmuziek<br />
tijdens de wereldtentoonstelling in<br />
Parijs, Aziatische muziek, en later in<br />
toenemende mate door zijn contact<br />
met andere kunsten, zoals met<br />
symbo listische dichters als Stéphane<br />
Mallarmé en impressionistische schilders,<br />
en diverse stromingen van wereldbeschouwelijke<br />
en religieuze<br />
aard (Rozenkruisers en Annunzio).<br />
Debussy werd geboren in 1862 in St.<br />
Germain en Laye en overleed in 1918<br />
in Parijs. Hij studeerde piano en compositie<br />
aan het Parijse conservatorium<br />
en studeerde af in 1880. In de twee<br />
jaren daarna was hij ‘voorspeler’ bij<br />
mevrouw Nadezjda von Meck, de mecenas<br />
en penvriendin van Tsjaikovski.<br />
Zij zette hem de bladmuziek voor van<br />
Tsjaikovski, Borodin en Moesorgski.<br />
Terug in Parijs studeerde hij compositie<br />
bij Ernest Guiraud, de componist<br />
van de recitatieven in Bizets Carmen.<br />
In 1884 won Debussy met zijn cantate<br />
L’Enfant prodigue de Prix de Rome, de<br />
hoogste onderscheiding voor conservatoriumstudenten.<br />
In Rome (en later<br />
in Solesmes) bestudeerde hij het gregoriaans.<br />
In 1887 bezocht hij London<br />
en in 1888 en 1889 de Bayreuther<br />
Festspiele, waardoor hij tijdelijk in de<br />
ban van Wagner raakte, met name<br />
door Parsifal. In 1889 maakte hij door<br />
de wereldtentoonstelling in Parijs<br />
kennis met muziek uit het Verre<br />
Oosten. Een beslissend jaar was 1892:<br />
de voltooiing van Prélude à l’après-midi<br />
d’un faune (naar Mallarmé) en het<br />
begin van de opera Pelléas et Mélisande<br />
op tekst van Maeterlinck. Sindsdien<br />
was bij Debussy sprake van een<br />
groeiende bezinning op de Franse<br />
muziekgeschiedenis, de renaissance,<br />
Rameau en Couperin en de negentiende<br />
eeuw. Debussy woonde permanent<br />
in Parijs en maakte incidenteel<br />
reizen als dirigent, o.a. naar Wenen,<br />
Boedapest, Italië, Rusland en<br />
Nederland.<br />
Debussy wilde ‘musicien français’<br />
zijn. Hij versmolt in zijn muziek verleden<br />
en heden en leidde de Franse<br />
muziekgeschiedenis naar een nieuw<br />
hoogtepunt. Zijn muziek is dermate<br />
veelvormig en divers, dat ze zich niet<br />
laat classifi ceren of indelen. Debussy<br />
was een vernieuwer o.a. door zijn<br />
gebruik van de oude kerktoonladders,<br />
het incidenteel opheffen van de<br />
functionele harmonieleer, het gebruik<br />
van pentatoniek en parallelle<br />
akkoorden. Hij is de grondlegger en<br />
tegelijk voltooier van het muzikale<br />
impressionisme, hoewel zijn muziek<br />
veel meer is dan alleen ‘indrukskunst’.<br />
Zijn late werken bereidden voor op<br />
het opkomende neo-classicisme. Met<br />
Debussy nam Frankrijk de muzikaal<br />
leidende rol in Europa over van<br />
Duitsland.<br />
Clemens Romijn<br />
9
10 vrijdag 17 februari 2012, 20.15 uur<br />
Onschoolse expressie<br />
Debussy: La damoiselle élue<br />
Debussy’s oeuvre is niet groot – hij<br />
was een langzame werker en stierf<br />
relatief jong – maar in de jaren na<br />
zijn baanbrekende Prélude à l’aprèsmidi<br />
d’un faune uit 1894 stapelde hij<br />
meesterwerk op meesterwerk. Daarvóór<br />
had hij al een opzienbarend<br />
strijkkwartet geschreven waarin de<br />
meeste kenmerken van zijn latere<br />
stijl al uitgestald lagen – maar ook<br />
dat werk heeft voorlopers, waaronder<br />
prille liederencycli en de – voor een<br />
vroeg werk opmerkelijk rijpe –<br />
cantate La damoiselle élue.<br />
Als twintiger dong Debussy mee naar<br />
de Prix de Rome – een onderscheiding<br />
die hij, eenmaal in het bezit ervan,<br />
ervoer als een gevangenisstraf. Want<br />
behalve professionele uitvoeringen<br />
van eigen composities bestond de<br />
prijs uit een meerjarig werkverblijf<br />
in de Villa Medici te Rome, waar hij<br />
onder strenge surveillance van de<br />
Franse muziekacademie drie gedegen<br />
werken voor koor en orkest diende te<br />
fabriceren – componeren was het<br />
woord niet, want Debussy voelde zich<br />
beroofd van elke spontaniteit en fantasie.<br />
Hij miste de inspirerende om-<br />
1/4<br />
gang met zijn Parijse kunstenaarsvrienden,<br />
waaronder vooral schrijvers<br />
en dichters. In dat gehate Rome<br />
bracht hij dan ook weinig verheffends<br />
tot stand. Het begon pas weer te<br />
stromen toen hij de Villa zonder toestemming<br />
verliet om voor twee<br />
maanden op onderduikadressen in<br />
Parijs te vertoeven.<br />
Kort na die episode componeerde hij<br />
La damoiselle élue, het laatste van de<br />
drie werken waartoe zijn stipendium<br />
hem verplichtte. Verdwenen is de<br />
houterigheid van de eerdere stukken.<br />
Verdwenen zijn ook de invloeden van<br />
toenmalige voorbeeld Massenet, componist<br />
van ‘veilige’, geaccepteerde<br />
muziek. Het is muziek vol herkenbare<br />
Debussy-kwaliteiten. De dromerigheid<br />
van zijn latere opera Pelléas et<br />
Mélisande, de oude kerktoonsoorten<br />
en de vrije, improvisatie-achtige<br />
vormen die vooral zijn latere pianowerken<br />
zouden kenmerken – ze<br />
profi leren zich hier al tamelijk sterk.<br />
Meer dan ooit blijkt hier dat de zogenoemde<br />
‘impressionist’ Debussy<br />
veel meer door poëzie en literatuur<br />
geïnspireerd werd dan door (impressionistische)<br />
schilderkunst.
Dante Gabriel Rossetti: The blessed Damozel (1878)<br />
Uitgangspunt was het gedicht The<br />
blessed damozel van de Engelse dichter<br />
en schilder Dante Gabriel Rossetti,<br />
een vertegenwoordiger van de Prerafaëlieten,<br />
een anti-academische<br />
kunstenaarsgroep die in haar vormtaal<br />
teruggreep op middeleeuwse<br />
eenvoud. Rossetti’s esthetiek sloot<br />
aan bij Debussy’s eigen on-schoolse<br />
expressie. Debussy presenteerde het<br />
werk als een ‘klein oratorium met<br />
mystieke en lichtelijk heidense tonen’,<br />
waarmee hij ongetwijfeld doelde op<br />
de effectieve combinatie van ‘kuise’,<br />
kerkmuziek-achtige passages en momenten<br />
van enorme harmonische<br />
weelderigheid en wellustig kronkelende<br />
melodiek. Die schijnbare tegenstelling<br />
zou karakteristiek voor zijn<br />
oeuvre worden. La damoiselle élue is dan<br />
ook meer dan getoonzette tekst; elke<br />
noot ademt de sfeer van het gedicht,<br />
waarin een jonggestorven schone na<br />
haar aankomst in het paradijs gelaten<br />
wacht op de komst van haar geliefde.<br />
Mozart: Klarinet<strong>concert</strong><br />
Mozarts Klarinet<strong>concert</strong>, één van de<br />
laatste werken die hij componeerde,<br />
staat binnen het klarinetrepertoire<br />
op eenzame hoogte. In de zweetkamertjes<br />
waar orkest-sollicitanten<br />
hun proefspel ten beste geven is het<br />
vaak dít stuk dat de doorslag geeft.<br />
Alleen al de openingsmaten van het<br />
langzame deel, waarin de solist een<br />
‘simpele’ drieklank-fi guur speelt, zeggen<br />
alles over de zuiverheid, timing<br />
en expressie van de musicus. En het<br />
werk als geheel heeft een verhalende<br />
kracht die ontbreekt in, bijvoorbeeld,<br />
het puur muzikanteske Klarinet<strong>concert</strong><br />
van Weber, en ook dát kan een solist<br />
voor problemen plaatsen.<br />
Een rijk werk dus, en een alom bekend,<br />
gestandaardiseerd werk. Maar<br />
het is óók een stuk dat twee eeuwen<br />
lang speculaties en speurwerk opriep,<br />
mede omdat Mozarts volledige manuscript<br />
nooit gevonden is: waarom<br />
liet Mozart de klarinet zulke merkwaardige<br />
octaafsprongen maken,<br />
vooral in het openingsdeel? Wel, Mozart<br />
schreef die sprongen niet; dat<br />
weten we sinds recentelijk documenten<br />
zijn gevonden waaruit blijkt dat<br />
het <strong>concert</strong> niet voor een gangbare<br />
klarinet is geschreven, maar voor een<br />
instrument dat vier halve tonen lager<br />
kon spelen. De opdrachtgever was<br />
Anton Stadler, een klarinettist die<br />
herhaaldelijk experimentele instrumenten<br />
liet maken bij de Weense<br />
bouwer Theodor Lotz. Uit Lotz’ boekhouding<br />
en uit programmaboekjes<br />
bij Stadlers <strong>concert</strong>en kon de wording<br />
11
12<br />
vrijdag 17 februari, 20.15 uur<br />
van Mozarts <strong>concert</strong> gereconstrueerd<br />
worden. Stadlers experimentele<br />
‘Inventionsklarinette’ was het instrument<br />
waarvoor Mozart componeerde<br />
– maar dat instrument was geen lang<br />
leven beschoren. Later werd wel de<br />
bassetklarinet uitgevonden, een instrument<br />
dat de originele versie aankan;<br />
maar toen was het bij solisten<br />
met gangbare instrumenten al een<br />
ingesleten gewoonte om de laagste<br />
noten een octaaf hoger te spelen, en<br />
die ‘geoctaveerde’ versie wordt tot op<br />
heden het vaakst gespeeld.<br />
Debussy:<br />
Rapsodie voor klarinet en orkest<br />
Schrijven voor klarinet heeft “iets<br />
griezeligs”, stelde de Nederlandse<br />
componist Tristan Keuris ooit, “want<br />
de mooiste klarinetmuziek werd<br />
geschreven door lui met wie het<br />
daarna snel afgelopen was”. Dat is<br />
helemaal waar wat Mozart en Johannes<br />
Brahms betreft, maar toen Claude<br />
Debussy zijn Rapsodie voor klarinet en<br />
orkest componeerde, in 1910, had hij<br />
nog acht jaar voor de boeg. En ook al<br />
had de ziekte die hem fataal zou<br />
worden zich reeds aangekondigd, hij<br />
was vitaal genoeg om nieuwe muzikale<br />
wegen in te slaan.<br />
Het bijna pointillistische ballet Jeux<br />
lag nog in het verschiet, evenals die<br />
merkwaardige focus op sobere, uitgebeende,<br />
quasi-klassieke ‘Sonates’ –<br />
maar het etherische symbolisme van<br />
zijn vroege werken had zich verhard<br />
en verdicht tot solide artistieke statements.<br />
Zo voltooide hij rond 1910<br />
Muzikale ideeën had<br />
Debussy altijd al gehad,<br />
en inmiddels had hij ook<br />
het gereedschap erbij<br />
bedacht om die ideeën<br />
op een originele manier<br />
vorm te geven.<br />
zijn orkest-drieluik Images: muziek<br />
die uit dezelfde suggestieve, halfgedroomde<br />
inspiratie put als zijn<br />
vroegere werk, maar die veel duidelijker<br />
en ambachtelijker contouren<br />
heeft. Muzikale ideeën had Debussy<br />
altijd al gehad, en inmiddels had hij<br />
ook het gereedschap erbij bedacht<br />
om die ideeën op een originele manier<br />
vorm te geven.<br />
Juist door die eigenzinnige materiaalbehandeling<br />
is de Rapsodie voor klarinet<br />
– op zich ongeïnspireerd ‘maakwerk’<br />
– toch een feestje. Er zat geen enkele<br />
creatieve drijfveer achter: Debussy<br />
componeerde het op verzoek van het<br />
Parijse Conservatorium, als verplicht<br />
stuk voor de eindexamens klarinet.<br />
In de oorspronkelijke duetversie<br />
kreeg ook de pianist het stevig voor<br />
de kiezen: die is geen begeleider,<br />
maar een volwaardige dialoogpartner<br />
van de klarinettist. Geen wonder<br />
dat Debussy de verleiding van een<br />
orkestratie niet kon weerstaan, en<br />
kijk: een onweerstaanbaar miniatuur<strong>concert</strong>je<br />
was geboren.
Erik Satie<br />
Satie / Debussy:<br />
Gymnopédies nrs. 3 en 1<br />
Achter de droge, onopgesmukte noten<br />
van Erik Saties pianomuziek schuilt<br />
een wonderlijke wereld. Voor zijn<br />
generatiegenoten was hij een amateur<br />
en een grappenmaker (en deels wás<br />
hij dat ook), maar jongeren zagen in<br />
hem terecht een vernieuwer. Inderdaad<br />
was Saties muziek ‘iets anders’. Hij<br />
lanceerde zijn composities in een Frans<br />
muziekleven dat enerzijds dweepte<br />
met Wagners romantiek en anderzijds<br />
met het bloemrijke ‘impressionisme’<br />
van Debussy – en met beide stak hij de<br />
draak, in woord, geschrift en in muziek.<br />
Maar in sommige composities legde<br />
Satie alle maskerade af. Zo bijvoorbeeld<br />
in zijn Gymnopédies, pianomuziek die<br />
haaks staat op alles wat rond 1890<br />
voor piano werd gecomponeerd. Zulke<br />
kale muziek, zonder enige dramatische<br />
ontwikkeling, had men nog<br />
nooit gehoord. Maar Saties vondsten<br />
– de verschuivende, blokachtige begeleidingsakkoorden,<br />
bijvoorbeeld –<br />
bleken een voorbode van een nieuwe<br />
muzikale taal: Debussy volgde Saties<br />
voorbeelden vaker dan hij zelf wilde<br />
toegeven, en ook Stravinsky’s antiromantiek<br />
wortelt deels in de ‘onaangedane’<br />
toontaal van Satie. Juist door<br />
dat ‘kale’ – en daarmee ogenschijnlijk<br />
on-pianistische – zijn die pianostukken<br />
zo verleidelijk om te orkestreren:<br />
Ravel deed het, de Nederlandse<br />
pianist-componist Willem Frederik<br />
Bon, maar ook Debussy. De twee door<br />
Debussy georkestreerde Gymnopédies<br />
van Satie horen we vanavond.<br />
13
14<br />
vrijdag 17 februari, 20.15 uur<br />
Debussy: Children’s corner<br />
Muzikale miniaturen kunnen, ondanks<br />
hun beknoptheid, veel verschillende<br />
betekenislagen hebben. Debussy schreef<br />
de pianosuite Children’s corner in 1908<br />
voor zijn kleuter-dochter Claude-<br />
Emma, gekoosnaamd ‘Chouchou’. Het<br />
is muziek over een herder en schaapjes,<br />
over Chouchou’s speelgoed (een pop<br />
en een olifantje), over sneeuw en de<br />
clown Golliwogg. De stukjes ontstonden<br />
tijdens een <strong>concert</strong>reis in Engeland,<br />
waar Debussy niet alleen kampte met<br />
heimwee naar zijn gezin maar ook<br />
met zorgen over zijn lichamelijke<br />
conditie. De miniatuurtjes hebben<br />
daardoor indirect ook een melancholieke<br />
lading, hoe goed die ook door<br />
knuffelklanken en -titels is gecamoufl<br />
eerd. De doorgewinterde Debussyliefhebber<br />
weet: als er in diens symbolen-rijke<br />
muziek sneeuw verschijnt<br />
is er iets mis. Hier zijn het speels<br />
dwarrelende vlokjes; maar in zijn<br />
liederen en in de Préludes voor piano<br />
staan ijs en sneeuw voor troosteloze<br />
eenzaamheid, afscheid en dood.<br />
Ondertussen hield Debussy autobiografi<br />
sche elementen principieel buiten<br />
zijn muziek: hij wilde enkel universele<br />
sferen en gevoelens aanstippen.<br />
Alleen al om die zichzelfwegcijferende<br />
kwaliteit staat zijn<br />
muziek haaks op de (in zijn tijd nog<br />
altijd na-gutsende) romantiek. Historie,<br />
achtergrond en techniek van een<br />
compositie doen er niet toe, dat is de<br />
raad die Debussy herhaaldelijk gaf in<br />
zijn artikelen over muziek. Wat je<br />
hoort moet genoeg zijn – zelfs bij de<br />
opzettelijk-naïeve pianostukjes van<br />
Children’s corner. Maar je mag ze wél<br />
instrumenteren – dat vond André<br />
Caplet al, die er in 1910 een briljante<br />
orkestversie van maakte.<br />
En die uitdaging is nog steeds actueel.<br />
De Deense componist Hans Abrahamsen<br />
maakte onlangs een nieuwe orkestratie,<br />
vanuit een zekere nostalgie:<br />
als kind hoorde hij zijn vader<br />
regelmatig de stukjes spelen. Abrahamsen<br />
(her-)instrumenteert vaker<br />
werken van anderen: interessant<br />
vanuit ambachtelijk oogpunt, vindt<br />
hij, maar vooral ook een oefening in<br />
luisteren. “Een componist moet altijd<br />
openstaan voor een dialoog”, aldus<br />
Abrahamsen.<br />
Opmerkelijk is dat hij Caplets versie<br />
nooit heeft gehoord – “dus heb ik<br />
ook niets van hem kunnen stelen”.<br />
Het grote ijkpunt voor hem was, uiteraard,<br />
het klankpalet dat Debussy zelf<br />
in zijn orkestwerken gebruikte.<br />
“Maar je weet natuurlijk nooit of hij<br />
het net zo had gedaan”, zegt Abrahamsen.<br />
“Een componist hoort in<br />
zijn eigen werk andere dingen dan<br />
een luisteraar op afstand. Mij viel<br />
bijvoorbeeld een detail op als het<br />
gebruik van hetzelfde akkoord in<br />
verschillende stukjes: de grote secundes<br />
die de bewegingen van het olifantje<br />
weergeven (in Jimbo’s lullaby) is<br />
ook heel bepalend in Golliwogg’s<br />
cakewalk. Die instrumenteer ik dan<br />
op dezelfde manier, om een soort<br />
interne samenhang te suggereren.”<br />
Michiel Cleij
Gezongen teksten: Debussy - La damoiselle élue<br />
Chœur (Sopranos et Contraltos)<br />
La damoiselle élue s’appuyait<br />
Sur la barrière d’or du Ciel,<br />
Ses yeux étaient plus profonds<br />
que l’abîme<br />
Des eaux calmes au soir.<br />
Elle avait trois lys à la main<br />
Et sept étoiles dans les cheveux.<br />
Une Récitante<br />
Sa robe fl ottante<br />
N’était point ornée de fl eurs brodées,<br />
Mais d’une rose blanche, présent de<br />
Marie,<br />
Pour le divin service justement portée;<br />
Ses cheveux qui tombaient le long de<br />
ses épaules<br />
Étaient jaunes comme le blé mûr.<br />
Chœur<br />
Autour d’elle des amants<br />
Nouvellement réunis,<br />
Répétaient pour toujours, entre eux,<br />
leurs nouveaux noms d’extase ;<br />
Et les âmes, qui montaient à Dieu,<br />
Passaient près d’elle comme de fi nes<br />
fl ammes.<br />
Une Récitante<br />
Alors, elle s’inclina de nouveau et se<br />
pencha<br />
En dehors du charme encerclant,<br />
Jusqu’à ce que son sein eut échauffé<br />
La barrière sur laquelle elle<br />
s’appuyait,<br />
Et que les lys gisent comme endormis<br />
Le long de son bras courbé.<br />
Koor (sopranen en alten)<br />
De gezegende juffrouw leunde<br />
over de gouden balustrade van de<br />
hemel,<br />
haar ogen waren dieper dan de diepte<br />
van de kalme wateren in de avond.<br />
Ze had drie lelies in haar hand<br />
en zeven sterren in het haar.<br />
Een vertelster<br />
Haar zwevende kleed<br />
was niet versierd met geborduurde<br />
bloemen<br />
maar met een witte roos, een<br />
geschenk van Maria,<br />
als dank voor hemelse toewijding;<br />
Haar haren hingen tot ver over haar<br />
rug,<br />
goudgeel als rijpe tarwe.<br />
Koor<br />
Om haar heen geliefden<br />
opnieuw bijeen,<br />
eindeloos herhalend tot extase<br />
hun nieuwe namen;<br />
en de zielen, die opstegen tot God,<br />
passeerden haar rakelings als<br />
dunne vlammen.<br />
Een vertelster<br />
Nu boog ze zich opnieuw naar<br />
voren<br />
buiten de charme om haar heen,<br />
totdat haar borst de balustrade<br />
verwarmde<br />
waarover zij geleund hing,<br />
en de lelies als in slaap hingen<br />
langs haar gebogen arm.<br />
15
16<br />
vrijdag 17 februari, 20.15 uur<br />
Chœur<br />
Le soleil avait disparu, la lune<br />
annelée<br />
Était comme une petite plume<br />
Flottant au loin dans l’espace ; et voilà<br />
Qu’elle parla à travers l’air calme,<br />
Sa voix était pareille à celle des étoiles<br />
Lorsqu’elles chantent en chœur.<br />
La Damoiselle Élue<br />
Je voudrais qu’il fût déjà près de moi,<br />
Car il viendra.<br />
N’ai-je pas prié dans le ciel ? Sur terre,<br />
Seigneur, Seigneur, n’a-t-il pas prié,<br />
Deux prières ne sont-elles pas une<br />
force parfaite ?<br />
Et pourquoi m’effraierais-je ?<br />
Lorsqu’autour de sa tête s’attachera<br />
l’auréole,<br />
Et qu’il aura revêtu sa robe blanche,<br />
Je le prendrai par la main et j’irai<br />
avec lui<br />
Aux sources de lumière,<br />
Nous y entrerons comme dans un<br />
courant,<br />
Et nous nous y baignerons à la face<br />
de Dieu.<br />
Nous nous reposerons tous deux<br />
à l’ombre<br />
De ce vivant et mystique arbre,<br />
Dans le feuillage secret duquel on<br />
sent parfois<br />
La présence de la colombe,<br />
Pendant que chaque feuille, touchée<br />
par ses plumes,<br />
Dit son nom distinctement.<br />
Koor<br />
De zon was verdwenen, de cirkel van<br />
de maan<br />
was als een kleine pluim<br />
zwevend in de verre ruimte; en kijk<br />
ze sprak door de kalme lucht,<br />
haar stem was als die van de sterren<br />
wanneer ze zingen in koor.<br />
De gezegende juffrouw<br />
Ik zou willen dat hij al hier bij mij was,<br />
want hij zal komen.<br />
Heb ik niet gebeden in de hemel?<br />
En op aarde,<br />
Heer, Heer, heeft hij daar niet<br />
gebeden ?<br />
Zijn twee gebeden niet een perfecte<br />
kracht?<br />
En waarom zou ik bang zijn?<br />
Terwijl zich rond zijn hoofd de<br />
aureool vasthecht<br />
en hij in wit wordt gekleed,<br />
zal ik hem bij de hand nemen en<br />
met hem<br />
naar de bronnen van het licht gaan,<br />
We zullen instappen als in een<br />
stroom,<br />
en ons baden in het aangezicht van<br />
God<br />
We zullen getweeën rusten in<br />
de schaduw<br />
van deze levende mystieke boom,<br />
waarvan het geheime gebladerte<br />
soms voelt<br />
alsof de heilige duif hier woont,<br />
en ieder blad dat door zijn veren<br />
is aangeraakt,<br />
Zijn naam uitspreekt.
Tous deux nous chercherons les<br />
bosquets<br />
Où trône Dame Marie<br />
Avec ses cinq servantes, dont les noms<br />
Sont cinq douces symphonies :<br />
Cécile, Blanchelys, Madeleine,<br />
Marguerite et Roselys.<br />
Il craindra peut-être, et restera muet,<br />
Alors, je poserai ma joue<br />
Contre la sienne ; et lui parlerai de<br />
notre amour,<br />
Sans confusion ni faiblesse,<br />
Et la chère Mère approuvera<br />
Mon orgueil, et me laissera parler.<br />
Elle-même nous amènera la main<br />
dans la main<br />
À Celui autour duquel toutes les âmes<br />
S’agenouillent, les innombrables<br />
têtes clair rangées<br />
Inclinées, avec leurs auréoles.<br />
Et les anges venus à notre rencontre<br />
chanteront,<br />
S’accompagnant de leurs guitares et<br />
de leurs citoles.<br />
Alors, je demanderai au Christ<br />
Notre Seigneur,<br />
Cette grande faveur, pour lui et moi,<br />
Seulement de vivre comme autrefois<br />
sur terre<br />
Dans l’amour, et d’être pour toujours,<br />
Comme alors pour un temps,<br />
Ensemble, moi et lui.<br />
Alle twee zullen we de bossages<br />
zoeken<br />
daar waar Vrouwe Maria troont<br />
met haar vijf dienstmaagden, van wie<br />
de namen klinken als zachte<br />
symfonieën:<br />
Cécile, Blanchelys, Madeleine,<br />
Marguerite en Roselys.<br />
Misschien zal hij bang zijn, en zwijgen,<br />
dan zal ik mijn wang tegen de zijne<br />
drukken;<br />
en met hem spreken over onze liefde,<br />
zonder verwarring en dralen,<br />
En de dierbare Moeder zal mij trots zien<br />
en mij toeknikken, en me laten praten.<br />
Zij zelf zal ons aan de hand voeren<br />
naar Hem, rond wie alle zielen<br />
knielen, de ontelbare hoofden in een<br />
orde van licht,<br />
gebogen, getooid met aureolen.<br />
En de engelen, die ons komen<br />
vergezellen, zullen zingen,<br />
zich begeleidend op citers en lieren.<br />
Dan zal ik aan Christus onze Heer,<br />
die grote gunst vragen, voor hem en<br />
mij,<br />
Slechts te leven als voorheen op aarde<br />
in liefde, en voor altijd te zijn,<br />
zoals toen slechts een moment:<br />
samen, ik en hij.<br />
17
18<br />
vrijdag 17 februari, 20.15 uur<br />
Chœur<br />
Elle regarda, prêta l’oreille et dit,<br />
D’une voix moins triste que douce :<br />
La Damoiselle Élue<br />
Tout ceci sera quand il viendra.<br />
Chœur<br />
Elle se tut.<br />
La lumière tressaillit de son côte,<br />
remplie<br />
D’un fort vol d’anges horizontal.<br />
Ses yeux prièrent, elle sourit ;<br />
Mais bientôt leur sentier<br />
Devint vague dans les sphères<br />
distantes.<br />
Une Récitante<br />
Alors, elle jeta ses bras le long<br />
Des barrières d’or.<br />
Et posant son visage entre ses mains,<br />
Pleura.<br />
Chœur<br />
Ah, ah.<br />
Koor<br />
Ze keek, luisterde en zei,<br />
met een stem eerder zacht dan droef:<br />
De gezegende juffrouw<br />
Dit alles zal er zijn als hij komt.<br />
Koor<br />
Ze zweeg.<br />
Het licht straalde trillend naar<br />
haar toe, en<br />
doorzweefd van engelen.<br />
Haar ogen baden, ze glimlachte;<br />
Maar al snel verdween de engelenvlucht<br />
in verre atmosferen.<br />
Een vertelster<br />
Toen liet ze haar armen hangen<br />
langs de gouden balustrade.<br />
Ze legde haar gezicht tussen haar<br />
handen, en huilde.<br />
Koor<br />
Ach, ach.<br />
Tekst:<br />
Gabriel Sarrazin (c 1853-1935), La damoiselle élue, een adaptatie van<br />
The blessed damozel van Dante Gabriel Rossetti (1828-1882)
2/4<br />
‘Verrukkelijke muziek’<br />
Roussel: Bacchus et Ariane<br />
Erik Satie, met zijn scherpe observaties<br />
van collega-componisten, repte in één<br />
van zijn vele merkwaardige notities<br />
over “de verrukkelijke Albert Roussel”,<br />
met typische Satie-ironie. Want ‘verrukkelijk’<br />
kun je heel wat Franse<br />
muziek noemen, van Gounod en<br />
Chabrier tot Fauré, Ravel en (soms)<br />
Debussy – maar uitgerekend níet<br />
Roussel, de ex-zeeman die de typisch<br />
Franse bevalligheid uitdrukkelijk omzeilde<br />
of hooguit schampte. ‘Frans’ is<br />
Roussels muziek wel degelijk, alleen<br />
al omdat zijn orkestwerken een klankverfi<br />
jning hebben waar menig niet-<br />
Frans componist jaloers op mocht<br />
zijn. Maar het is een onopgesmukt,<br />
ruw soort Frans, meer Eiffeltoren dan<br />
Versailles. Vergeleken bij Debussy’s<br />
evocaties van wind, zee en zonlicht is<br />
Roussel het zand dat zacht tussen de<br />
tenen schuurt. Altijd heeft Roussels<br />
muziek iets tegendraads: zijn vrolijkheid<br />
kan kribbig klinken, in plechtstatige<br />
passages is hij vaak juist<br />
onverwachts frivool.<br />
zaterdag 18 februari 2012, 20.15 uur<br />
Roussels grillige levensloop verklaart<br />
veel. Hij was beroepsmarinier, reisde<br />
onder andere naar het Verre Oosten,<br />
maar moest reeds als twintiger om<br />
gezondheidsredenen afzwaaien en<br />
een carrière aan wal zoeken. Voor<br />
inlossing van zijn tweede roeping –<br />
muziek – leek hij eigenlijk al weer te<br />
oud. Mede daarom liet hij zich niet<br />
omscholen aan het relatief liberale<br />
Parijse Conservatorium, maar aan de<br />
Schola Cantorum. Dat was het strengste,<br />
degelijkste, conventioneelste (en<br />
daarom door zijn tijdgenoot Debussy<br />
zo gehate) muziekinstituut van Parijs.<br />
Roussels composities dragen daar de<br />
sporen van: gedegen van vorm, gedisciplineerd<br />
van opbouw. Maar schools<br />
is zijn muziek nooit. Alleen al de<br />
slingerende, ‘oosterse’, raga-achtige<br />
melodielijnen (een souvenir van zijn<br />
Aziatische reizen) werken vervreemdend.<br />
En in composities zonder onderliggend<br />
‘verhaal’ (<strong>concert</strong>en, symfonieën)<br />
zet hij je meer dan eens op het<br />
verkeerde been door de grondtoon –<br />
het ‘wegdek’ waar de hele harmoni-<br />
... maar uitgerekend níet Roussel, de ex-zeeman die de<br />
typisch Franse bevalligheid uitdrukkelijk omzeilde...<br />
19
20<br />
zaterdag 18 februari, 20.15 uur<br />
sche constellatie op rijdt – nadrukkelijk<br />
weg te laten, zodat een effect<br />
ontstaat van zwevende samenklanken<br />
met een onzekere richting.<br />
En toch schreef Roussel met het ballet<br />
Bacchus et Ariane uit 1930 – Satie was<br />
al jaren dood – wel degelijk ‘verrukkelijke’<br />
muziek, al zit die nog altijd<br />
vol vreemde wendingen. Dat hij tot<br />
balletmuziek in staat was had hij al<br />
enkele malen eerder bewezen – en<br />
elke keer moest hij zich meten met<br />
illustere voorgangers als Stravinsky,<br />
Debussy en Ravel. Vooral die laatste is<br />
hier een ijkpunt, want Bacchus et Ariane<br />
lijkt qua onderwerp Ravels Daphnis<br />
et Chloë gevaarlijk dicht te benaderen:<br />
ook een Grieks-mythologisch geïnspireerd<br />
ballet over de liefdesperikelen<br />
van een jong stel. En het Bacchus-libretto<br />
is even simpel: Ariane<br />
hielp Theseus ontsnappen uit het Labyrint<br />
op Kreta, op voorwaarde dat<br />
hij haar als bruid mee naar Athene<br />
zou nemen. Maar Theseus laat haar<br />
achter op het eiland Naxos, waar zij<br />
zichzelf in slaap huilt; op dit punt<br />
vangt de tweede orkestsuite uit het<br />
ballet aan. Dan verschijnt Bacchus,<br />
de god van de wijn en de levenslust,<br />
die haar met zijn dans bedwelmt.<br />
Eenmaal weer bij haar positieven<br />
blijkt het eiland in volle bloei te<br />
staan, en staat Bacchus met zijn gevolg<br />
klaar om haar te huwen: hij<br />
plaatst ‘een kroon van hemelse sterren’<br />
op haar hoofd.<br />
De muziek verschilt echter hemelsbreed<br />
met die van Ravel. Diens fi jne<br />
orkestwaas, met de sprookjesachtige<br />
Albert Roussel<br />
sfeer van schemer en nevel, lijkt hier<br />
verhard tot een spel van schril daglicht<br />
en strakke slagschaduwen. Het<br />
is ook onmogelijk om je bij dit ballet<br />
een sierlijk jugendstil-decor voor te<br />
stellen, zoals Leon Bakst voor Daphnis<br />
had gemaakt. De aankleding van het<br />
Bacchus-ballet was van de vroege surrealist<br />
Giorgio de Chirico. Roussels<br />
vertelkunst doet soms bijna karikaturaal<br />
aan: de entree van Bacchus<br />
gaat gepaard met een lomp kabouterdansje.<br />
Daartegenover staat de<br />
sobere, van elke overdrijving gespeende<br />
weergave van Ariane’s verdriet,<br />
in de openingsmaten: alleen<br />
Stravinsky zou die afstandelijke en<br />
toch indringende treurnis kunnen<br />
evenaren.
Debussy:<br />
Le martyre de Saint Sébastien<br />
In 1910 zocht de Italiaanse schrijverdichter<br />
Gabriele d’Annunzio contact<br />
met Claude Debussy: of die zijn<br />
theater stuk Le martyre de Saint Sebastien<br />
van muziek wilde voorzien, binnen<br />
enkele maanden. Dit ‘mysteriespel’<br />
zou, omkleed met zang en dans, een<br />
eigentijdse visie geven op Sebastiaans<br />
veroordeling, martelaarschap en<br />
heilig verklaring. Debussy zegde toe.<br />
Op het project rustte geen zegen,<br />
ondanks (of juist door) de religieuze<br />
thematiek. Christelijke materie lag<br />
de vrijdenker Debussy niet, al waardeerde<br />
hij D’Annunzio’s even bloemrijke<br />
als ongrijpbare poëzie. Evenmin<br />
was hij een componist die op korte<br />
termijn meesterwerken kon leveren.<br />
Maar geldnood gaf de doorslag: zijn<br />
altijd al wankele fi nanciële positie<br />
was na zijn huwelijk, en de geboorte<br />
van zijn innig geliefde dochtertje,<br />
bepaald niet verbeterd.<br />
Dat Debussy überhaupt binnen enkele<br />
maanden een immense partituur<br />
voor solisten, koor en orkest kon leveren<br />
was te danken aan het orkestratie-<br />
en invulwerk van André Caplet, leerling<br />
en vriend van Debussy. Ook kreeg<br />
het componeerproces indirect nog<br />
een klein zetje van een balletmuziekopdracht<br />
die Debussy vrijwel gelijktijdig<br />
moest schrijven: daarin had hij<br />
uitdrukkelijk geen zin, zodat elke<br />
nevenactiviteit hem welkom was.<br />
Onder tussen negeerde Debussy<br />
gemaks halve dat D’Annunzio een<br />
omstreden fi guur was. Flamboyant en<br />
getalenteerd was D’Annunzio welzeker<br />
– maar ook een geëxalteerde<br />
windbuil die rabiate politieke ideeën<br />
propageerde – spoedig zou hij een<br />
inspirator van Mussolini’s fascisme<br />
worden – en een charlatan die zijn<br />
immense kapitaal had verbrast (zijn<br />
paarden sliepen op Perzische tapijten,<br />
beweerde men) en die naar Frankrijk<br />
was gevlucht om zijn vele schuldeisers<br />
te ontlopen.<br />
De partituur die Debussy uiteindelijk<br />
aan zijn opdrachtgever overhandigde<br />
is een merkwaardig maaksel dat zelfs<br />
fervente Debussy-liefhebbers voor<br />
vraagtekens plaatste. Tegenwoordig<br />
wordt enkel de vierdelige orkestsuite<br />
die Debussy later samenstelde nog<br />
regelmatig uitgevoerd. Voor de spoedige<br />
eclips van het complete werk zijn<br />
verscheidene redenen. Ten eerste was<br />
Debussy, een componist die niet alleen<br />
over een enorme ideeënrijkdom beschikte<br />
maar ook een volkomen originele<br />
‘verhaaltechniek’ hanteerde om<br />
die ideeën uit te dragen, fundamenteel<br />
ongeschikt voor opdrachtwerk.<br />
Zodra de inspiratie niet voor honderd<br />
procent van hemzelf kwam (of uit door<br />
hemzelf gekozen bronnen – gedichten,<br />
meestal) springen er haarscheurtjes<br />
in zijn fragiele akoestische bouwsels.<br />
Tegenwoordig zijn die alleen hoorbaar<br />
als je de rest van zijn oeuvre kent; Le<br />
martyre is geen Pelléas et Mélisande, maar<br />
het is nog altijd het werk van een groot<br />
componist. Bij de première echter kon<br />
het publiek dat hem altijd trouw was<br />
geweest meteen de zwakke plekken<br />
aanwijzen. Boze tongen beweerden<br />
21
22<br />
zaterdag 18 februari, 20.15 uur<br />
Léon Bakst: kostuumschets voor Le Martyre (1911)<br />
dat André Caplet niet alleen de orkestrator<br />
was, maar ook de componist<br />
van enkele minder geslaagde koorpassages.<br />
Maar de zwaarste kritiek<br />
gold de enscenering: de voortdurende<br />
interrupties van D’Annunzio’s wijdlopige<br />
teksten hinderden de continuïteit,<br />
de weelderige decors en kostuums<br />
van Leon Bakst leidden de aandacht<br />
af van het verhaal, en de capriolen<br />
van danseres Ida Rubinstein werden<br />
als even storend ervaren. Een gelukte<br />
voorstelling kon je het niet noemen.<br />
De productie was echter wél weer<br />
belangrijk genoeg om een klein<br />
schandaaltje te veroorzaken. Zodra<br />
de katholieke kerk er lucht van<br />
kreeg, vaardigde die een boycot uit:<br />
een rechtgeaard Christen verlustigt<br />
zich niet aan frivole uitbeeldingen<br />
van Heiligen, en dus ook niet aan een<br />
Sebastiaan die sierlijk op gloeiende<br />
kolen danst. Het protest van de Parijse<br />
aartsbisschop had, zoals vaker, een<br />
achterliggende religieus-politieke<br />
reden: de hoofdrol werd gedanst door<br />
een vrouw – een Joodse, ook nog.<br />
Helaas was deze roomse heibel niet<br />
krachtig genoeg om van Le martyre<br />
een schandaal-succes te maken.<br />
Publiek kwam niet opdagen, of ging<br />
gedesillusioneerd weg.<br />
En sindsdien is de complete toneelmuziek<br />
een halfblinde vlek in de verder<br />
zo goed belichte Debussy-catalogus:<br />
er zijn een paar (oude) opnames<br />
van, en heel soms waagt een ploeg<br />
musici en zangers zich eraan. En terecht,<br />
want hoe onevenwichtig het<br />
werk ook is, het bevat nog altijd veel<br />
‘volwaardige Debussy’. De muziek is<br />
niet zo glansrijk als zijn eerdere orkeststukken,<br />
maar juist uit het ingetogen<br />
karakter blijkt waarom hij de<br />
opdracht (behalve uit nooddruft)<br />
aannam: het mystieke gehalte van de<br />
tekst sprak hem aan. Net als in zijn<br />
vroegere opera Pelléas zocht hij hier<br />
geen heroïek of andere vurige expressie,<br />
maar een subtiele klanksfeer<br />
die ruimte laat voor invulling. Daartoe<br />
gebruikte hij – inderdaad wat<br />
opzichtiger dan in zijn eerdere stukken<br />
– zijn inmiddels bekende palet<br />
van oude kerktoonsoorten en ‘exotische’<br />
toonladders. Maar zoals altijd bij<br />
Debussy zijn niet alleen de noten zelf<br />
belangrijk. De timbres, de klankkleuren,<br />
de ingehouden spanning – díe<br />
zorgen voor onverwachte wendingen,<br />
en maken dat zelfs een tamelijk ‘kaal’<br />
en on-spectaculair werk als dit nauwelijks<br />
te imiteren is.<br />
Michiel Cleij
3/4<br />
Een eiland van vreugde<br />
“Wat mij aantrekt tot Debussy is dat<br />
zijn muziek volkomen open is”, zegt<br />
pianist Ralph van Raat. “Debussy zuigt<br />
je niet mee in Liszt-achtige virtuositeit,<br />
hij klinkt nooit boos zoals Schönberg<br />
of koket zoals Stravinsky. Vergeleken<br />
bij al die enorme ego’s heeft Debussy<br />
bijna iets Japans, of in elk geval iets<br />
oosters. Hij cijferde zijn persoonlijkheid<br />
helemaal weg achter klank.<br />
Psychologische schilderingen, zo zou<br />
je zijn stukken misschien kunnen<br />
noemen. Zonder iets af te breken verruimde<br />
hij de manier van kijken en<br />
luisteren. Dat spreekt mij enorm aan.<br />
Ik ben meer in klank kleur geïnteresseerd<br />
dan in melodie. Waarschijnlijk<br />
heb ik me daarom ook in twintigsteeeuws<br />
repertoire gespecialiseerd.<br />
Debussy is voor mij geen sluitstuk<br />
van de romantiek, maar het begin<br />
van de nieuwe muziek. De lijn die hij<br />
uitzette kun je doortrekken tot<br />
zondag 19 februari 2012, 11.00 uur<br />
Takemitsu en andere hedendaagse<br />
componisten. Maar je hóeft het niet zo<br />
te zien, dat is het aardige. Als pianist<br />
kun je Debussy heel klassiek en melodieus<br />
benaderen, zoals sommige oude<br />
vertolkers deden. Ik neig meer naar<br />
de moderne, analytische benadering.<br />
Minder vaste vormen, meer abstract<br />
kleurenspel.”<br />
Khamma<br />
Bij een muzikale gigant als Debussy<br />
zou je niet verwachten dat zijn oeuvre<br />
– een paar prille jeugdwerken<br />
daargelaten – onderbelichte hoekjes<br />
kent. Hij was een langzame werker<br />
en een fi jnslijper – als hij een compositie<br />
publiceerde was die meestal dusdanig<br />
ge-fi netuned dat de artistieke<br />
ambitie ervan volledig werd ingelost<br />
(al hadden publiek en uitvoerenden<br />
soms enige tijd nodig om aan de muziek<br />
te wennen). Evenzo was hij bij-<br />
“Debussy zuigt je niet mee in Liszt-achtige virtuositeit,<br />
hij klinkt nooit boos zoals Schönberg of koket zoals<br />
Stravinsky. Vergeleken bij al die enorme ego’s heeft<br />
Debussy bijna iets Japans, of in elk geval iets oosters.”<br />
23
24 zonder kritisch in het aanvaarden van versie’ wordt zelden gespeeld. Hier<br />
zaterdag 18 februari, 11.00 uur<br />
opdrachten: die moesten zijn fantasie<br />
prikkelen, en niet kanaliseren.<br />
Maar de balletmuziek Khamma is altijd<br />
een schemerachtig werk gebleven – en<br />
niet door het mysterieuze en<br />
droom-achtige klankbeeld, want dat<br />
was – getuige zijn eerdere werken -<br />
juist één van Debussy’s sterkste troeven.<br />
Dat Debussy Khamma in een<br />
nooddruftige periode componeerde is<br />
waar, maar geldnood was bij hem<br />
geen garantie voor ongeïnspireerd<br />
maakwerk – dat bewijst het succes<br />
van andere stukken die hij in opdracht<br />
schreef. Het compositieproces werd op<br />
een cruciaal moment verstoord, door<br />
de grillen van de opdrachtgeefster.<br />
De Engels-Canadese danseres Maud<br />
Allen benaderde Debussy in 1910 met<br />
het verzoek een ‘Egyptisch’ ballet te<br />
schrijven waarmee ze haar eerdere<br />
succes in quasi-oosters repertoire wilde<br />
evenaren. Een dergelijk onderwerp<br />
zou koren moeten zijn op Debussy’s<br />
vaak door oostenwind aangedreven<br />
molen, maar Allens precieze scenarioeisen<br />
knepen zijn improvisatorische<br />
fantasie af. Van een artistieke wisselwerking<br />
was geen sprake. De ballerina<br />
vond Debussy’s proefversie (voor piano)<br />
ontoereikend – vier solo-dansen waren<br />
haar te weinig – en verklaarde dat ze<br />
de partituur door een andere componist<br />
zou laten uitbreiden. Debussy<br />
haakte af, een werk achterlatend dat<br />
zich verhoudt als een bouillonblokje<br />
tot soep.<br />
Op zijn verzoek orkestreerde Charles<br />
Koechlin het werk, en zelfs die ‘eind-<br />
klinkt het ruwe pianomateriaal<br />
waarmee Koechlin aan het werk toog.<br />
De verhaallijn is, zoals bij de meeste<br />
balletten, simpel. Tijdens een vijandelijke<br />
aanval op Thebe voorvoelt de<br />
plaatselijke hogepriester dat de<br />
maagd Khamma de ondergang van<br />
de stad kan afwenden. Khamma maakt<br />
die verwachting waar: spontaan betreedt<br />
zij ’s nachts, in haar eentje, de<br />
tempel en danst zij voor het beeld<br />
van de godheid Amun-Ra. Bij haar<br />
derde dans komt het beeld in beweging,<br />
en bij de vierde wordt ze door<br />
bliksem getroffen. De stad blijkt gered,<br />
met – zoals de priester en zijn gevolg<br />
’s ochtends ontdekt – Khamma’s<br />
dood als prijs.<br />
Jeux<br />
In 1913 componeerde Debussy het<br />
ballet Jeux, op verzoek van de fl amboyante<br />
impresario Sergej Diaghilev en<br />
zijn dansgroep. Naar zijn gewoonte<br />
maakte hij, als piano-componist pur<br />
sang, eerst een zetting voor piano. Die<br />
zelden uitgevoerde versie klinkt hier.<br />
Jeux is een stuk dat lang onderschat<br />
werd, of ronduit genegeerd. Het ballet<br />
ging vrijwel gelijktijdig met Stravinsky’s<br />
Le sacre du printemps in première<br />
– en tegen dat oergeweld delfde<br />
Debussy’s fragiele, opzettelijk schetsmatige<br />
compositie natuurlijk het<br />
onderspit. Maar ook vergeleken met<br />
Debussy’s eerdere, droomachtige<br />
composities is het een tamelijk gesloten,<br />
geheimzinnig stuk. Men kende<br />
inmiddels zijn vermogen om in
Debussy in Pourville, ca 1904<br />
klank een beeld of sfeer op te roepen<br />
– niet op een romantisch-nadrukkelijke<br />
manier, maar juist door zoveel mogelijk<br />
weg te laten en de fantasie van de<br />
luisteraar te prikkelen. In Jeux ging<br />
hij nog verder.<br />
Meer dan tevoren klinkt de muziek als<br />
een impulsieve stroom van motieven<br />
die organisch, schijnbaar zonder<br />
vooraf bepaalde koers uit elkaar<br />
voortvloeien. Vederlichtheid (‘muziek<br />
zonder voeten’, aldus de componist)<br />
was hier het doel. En meer dan ooit<br />
vertrouwde Debussy op het fantasievolle<br />
effect van de noten. Want het<br />
door Diaghilev geleverde ‘verhaal’ had<br />
weinig om het lijf: gefl irt tussen twee<br />
meisjes en een jongen op een tennisbaan.<br />
Eerst had Diaghilev drie jongens<br />
voorgesteld, maar dat vond men destijds<br />
te gewaagd; ook Diaghilevs tweede<br />
voorstel om – nog spannender – een<br />
vliegtuig op de tennisbaan te laten<br />
neerstorten haalde het niet, omdat<br />
Debussy daar geen muziek in zag.<br />
Maar een amoureus trio was voor<br />
Debussy, zelf niet onbekend met<br />
overspel, interessant genoeg.<br />
Estampes<br />
‘Een imaginaire vakantie’, zo bestempelde<br />
Debussy in een brief zijn pianocyclus<br />
Estampes uit 1903. Een gevaarlijke<br />
uitspraak, want daarmee versterkte<br />
hij de indruk dat hij een<br />
muzikaal illustrator was. Pertinent<br />
onjuist: als je zijn eigen geschriften<br />
mag geloven wilde Debussy juist een<br />
puur, vrij bewegend klankspel dat zó<br />
‘open’ was dat die bij de luisteraar<br />
haarscherpe beelden en associaties<br />
opriep. Maar in zijn enthousiasme<br />
gaf hij zijn stukken titels die voortvloeiden<br />
uit zijn eigen, persoonlijke<br />
associaties – en zo word je als luisteraar<br />
toch weer in een richting gedwongen<br />
(en toen Debussy dit misverstand<br />
in de gaten kreeg liet hij<br />
geen titels meer bóven een compositie<br />
afdrukken, maar pas na de slotmaat,<br />
in kleine lettertjes). Overigens kon<br />
Debussy op dat moment nog niet<br />
weten dat ‘ansichtkaartenmuziek’<br />
spoedig een veelgebruikte sneer van<br />
muziekcritici zou worden: het Parijse<br />
publiek had zo’n zucht naar ‘exotiek’<br />
ontwikkeld dat het elk folkloristisch<br />
hoeperdepoep-stuk uit de Europese<br />
periferie omarmde, ongeacht de<br />
kwaliteit.<br />
En toch zijn deze drie pianostukken<br />
geen platte vakantie-kiekjes. ‘Estampes’<br />
laat zich vertalen als ‘afdrukken’,<br />
‘drukplaten’ of ‘stempels’ – dus als iets<br />
wat het eigenlijke beeld opvangt en<br />
weergeeft, in plaats van het beeld zelf.<br />
Een sluwe titel, waarmee Debussy<br />
vermeed dat je de muziek als slaafse,<br />
fi mmuziek-achtige verklankingen<br />
25
26<br />
zaterdag 18 februari, 11.00 uur<br />
ervaart. Een ‘reis’ is het wel. In Pagodes<br />
speelt Debussy met de klankwereld<br />
die hij ontdekte tijdens de Wereldtentoonstelling<br />
in 1889: Nederland<br />
leverde een ‘Indisch Paviljoen’ met<br />
gamelanspelers, en de vonk sloeg<br />
meteen over op Debussy. Wat hem<br />
vooral boeide was het accentloze,<br />
waas-achtige klankbeeld van gamelan;<br />
reden om een stuk te componeren<br />
dat als een waaier van in elkaar overlopende<br />
kleuren klinkt, ‘presque sans<br />
nuances’.<br />
Spanje kende Debussy alleen indirect,<br />
via afbeeldingen en verhalen van zijn<br />
Parijse vrienden Albéniz, Manuel de<br />
Falla en pianist Ricardo Viñes. Toch<br />
was die informatie voor hem genoeg<br />
om, aldus Falla, “de sfeer van Spanje<br />
in het hart te kunnen treffen”. Dat<br />
het ritmische patroon van Latijnsamerikaanse<br />
origine is en hoegenaamd<br />
niets met Granada te maken heeft<br />
deed aan die accuratesse kennelijk<br />
niets af.<br />
Met de afsluitende ‘Tuinen in de regen’<br />
bleef Debussy dichter bij huis: het<br />
bevat citaten uit twee traditionele<br />
Franse kinderliedjes. Ditmaal relativeerde<br />
Debussy het illustratieve<br />
karakter van de muziek expliciet. Bij<br />
het componeren had hij niet aan regen<br />
gedacht, verklaarde hij desgevraagd,<br />
maar aan “spelende kinderen in het<br />
Bois de Boulogne”.<br />
L’isle joyeuse<br />
Hoewel Debussy veel minder geïnspireerd<br />
werd door schilderkunst dan<br />
sommigen denken (literatuur en<br />
poëzie waren van veel grotere invloed<br />
op zijn muziek) wordt L’isle joyeuse<br />
vaak specifi ek gerelateerd aan het<br />
schilderij L’embarquement pour Cythère<br />
(‘De afvaart naar Kythira’) van de<br />
roccoco-schilder Antoine Watteau.<br />
Zelf liet Debussy zich daar niet over<br />
uit; wel is bekend dat hij zich, als<br />
vaste Louvre-bezoeker, herhaaldelijk<br />
vergaapte aan dit doek.<br />
Wat vóór die opvatting spreekt is dat<br />
de muziek, evenals het schilderij,<br />
een wulpse frivoliteit heeft: in het<br />
oude Griekenland gold Kythira als de<br />
geboorteplaats van liefdesgodin<br />
Venus. Watteau, kunstenaar onder<br />
het billenknijperige Ancien Régime,<br />
had evenveel reden om zich tot zo’n<br />
vrijplaats aangetrokken te voelen als<br />
Debussy, die zich netzomin tot<br />
huwelijkstrouw verplichtte als tot<br />
schoolse muziekregels.<br />
Maar verder heeft dit werk niets te<br />
maken met Watteau’s stoute, maar<br />
gereguleerde Frankrijk, en zoveel te<br />
meer met Debussy’s buiten-Europese<br />
horizons. L’isle joyeuse verkent en<br />
‘kietelt’ in een paar minuten zo’n<br />
beetje alles wat rond 1900 in <strong>concert</strong>muziek<br />
nog marginaal was: on-<br />
Europese toonschalen, het omzeilen<br />
van hoofd- en neventhema’s (je hoort<br />
één continue klankstroom), en de<br />
onwerkelijke klank van bijna<br />
permanente trillers: welkom op ‘het<br />
eiland van plezier’.<br />
Michiel Cleij
4/4<br />
Kamermuziekmarathon<br />
Strijkkwartet<br />
Claude Debussy was eenendertig toen<br />
hij zijn Strijkkwartet in g componeerde,<br />
zijn enige werk in dit klassieke, gewichtige<br />
genre. De overige kamermuziekwerken,<br />
de drie sonates, zouden<br />
nog meer dan twintig jaar op zich<br />
laten wachten. Het Strijkkwartet was<br />
bestemd voor de Société Nationale,<br />
de instelling die ook de première<br />
door het Ysaÿe Kwartet op 29 december<br />
1893 organiseerde. Debussy had<br />
zich globaal aan de traditionele vierdelige<br />
vorm van het strijkkwartet<br />
gehouden en de delen door eenzelfde<br />
kernmotief tot een cyclisch geheel<br />
gevormd. Toch kreeg zijn Strijkkwartet<br />
bij de eerste uitvoering een zeer omzichtig<br />
onthaal. De uitvoering in<br />
Brussel twee maanden later werd al<br />
even voorzichtig ontvangen. De<br />
befaamde violist Eugène Ysaÿe had al<br />
bij de repetities zijn medespelers met<br />
moeite kunnen overtuigen. Nee, deze<br />
muziek was niet verward en onsamenhangend,<br />
maar, integendeel, glashelder.<br />
Menigmaal had hij op het<br />
punt gestaan de uitvoering maar af te<br />
blazen, omdat het instuderen zo<br />
ongeloofl ijk moeizaam verliep. Zelfs<br />
zondag 19 februari 2012, 14.00 uur<br />
Debussy’s goede vriend, bewonderaar<br />
en mentor, de componist Ernest<br />
Chausson, stond afwijzend tegenover<br />
dit kwartet: een oordeel dat Debussy<br />
zich de rest van zijn leven heeft aangetrokken.<br />
Toch besliste Chausson<br />
dat het werk zou worden uitgevoerd<br />
in de Société Nationale te Parijs.<br />
Alleen Paul Dukas was vol lof in zijn<br />
recensie over de première. Hij prees<br />
de gebondenheid van de vorm, de<br />
bekoorlijkheid van de dissonant en<br />
de helderheid van de melodische lijn.<br />
De vermaarde Belgische musicoloog<br />
Gevaert, directeur van het Brussels<br />
Conservatorium, kwam bij de uitvoering<br />
door het Ysaÿe Kwartet in<br />
februari 1894 te laat. Omdat de<br />
spelers deze gevreesde ‘rechter’<br />
hadden uitgenodigd en veel waarde<br />
hechtten aan zijn oordeel, begonnen<br />
ze opnieuw. Na afl oop verklaarde<br />
Gevaert, dat hij niets had begrepen<br />
van dit harmonisch gemurmel; hij<br />
meende echter dat dit de eerste<br />
levens tekenen van een kunst voor de<br />
toekomst zouden kunnen zijn en dat<br />
de tijd wel zou beslissen. Deze<br />
omzichtige woorden zijn achteraf<br />
volkomen bewaarheid.<br />
27
28<br />
zondag 19 februari, 14.00 uur<br />
Claude Debussy<br />
Vioolsonate<br />
De Sonate voor viool en piano (1917) is<br />
Debussy’s zwanenzang op het gebied<br />
van de kamermuziek. Debussy, destijds<br />
al doodziek en onder de morfi ne,<br />
schreef over het ontstaansproces:<br />
“Ik werk in het luchtledige, me uitputtend<br />
in kleine knutselpartijen, die<br />
me nog wanhopiger maken. Nooit<br />
heb ik me zo afgemat gevoeld door<br />
deze achtervolging van het onbereikbare.”<br />
In mei 1917 voerde Debussy in<br />
de Salle Gaveau in Parijs zijn laatste<br />
werk nog zelf uit met violist Gaston<br />
Poulet: “Men heeft de Intermède willen<br />
bisseren, waartegen ik me met klem<br />
verzet heb, om de eenheid van de<br />
compositie te eerbiedigen; dus hebben<br />
we de hele sonate nog een keer<br />
moeten spelen.” Na deze sonate voltooide<br />
Debussy nog slechts één werk,<br />
de transcriptie voor cello en piano<br />
van de sonates voor viola da gamba<br />
en klavecimbel van Johann Sebastian<br />
Bach. Met dat eerbetoon aan Bach is<br />
Claude Debussy, musicien français,<br />
de eeuwigheid ingegaan.<br />
Pianotrio<br />
Als derde werk vanmiddag klinkt een<br />
van de meest bijzondere musicologische<br />
vondsten uit de jaren ’80 van de<br />
vorige eeuw. Want toen kwam een<br />
tot dan toe verloren gewaand Pianotrio<br />
in g van Debussy boven water,<br />
een eeuw na het ontstaan van het<br />
werk. Debussy schreef zijn Pianotrio<br />
op zijn achttiende, in de tijd dat hij<br />
in dienst was als ‘voorspeler’ van de<br />
puissant rijke mevrouw Nadezjda<br />
von Meck, de mecenas en penvriendin<br />
van Tsjaikovski. Debussy gaf les aan
haar kinderen en speelde pianoduetten<br />
met mevrouw, eerst in Arcachon nabij<br />
Bordeaux en later in Florence. Via<br />
haar leerde hij de muziek van<br />
Tsjaikovski, Borodin en Moesorgski<br />
kennen. Aansluitend zette hij zijn<br />
eerste pianomuziek op papier en ook<br />
het Pianotrio. Hierin klinkt nog de<br />
muziek van Debussy’s eerste idolen<br />
door, Robert Schumann en César<br />
Franck, maar ook van Franse componisten<br />
uit zijn eigen kring, zoals<br />
Massenet, Lalo, Chabrier, Gounod en<br />
Bizet. Het Pianotrio moest enigszins<br />
gereconstrueerd worden uit authentieke<br />
bronnen, onder meer door bijdragen<br />
van musicoloog Ellwood Derr.<br />
De fl uwelen revolutie die Debussy<br />
veertien jaar later in de muziekwereld<br />
zou ontketen met zijn atmosferische<br />
Prélude à l’après-midi d’un faune (1894)<br />
ligt hoorbaar ver weg.<br />
Cellosonate<br />
(versie voor cello en harp)<br />
Debussy’s laatste jaren werden overschaduwd<br />
door oorlogsomstandigheden<br />
en extreem pijnlijke kanker,<br />
die hem uiteindelijk zou vellen in<br />
1918. In 1915 zette hij zich aan het<br />
schrijven van een zestal sonates voor<br />
uiteenlopende bezettingen en opgedragen<br />
aan zijn tweede vrouw,<br />
Emma-Claude. Alleen de eerste drie<br />
sonates kreeg hij op papier, met als<br />
laatste de moeizaam tot stand gekomen<br />
Vioolsonate. De eerste was de Sonate<br />
voor cello en piano (1915), een werk dat<br />
vrij en onconventioneel lijkt maar op<br />
ingenieuze wijze zijn drie delen met<br />
elkaar verbindt tot een groot geheel.<br />
Aan de barokke melodieën en versieringen<br />
is te horen dat Couperin en<br />
Rameau, Debussy’s Frans-barokke<br />
goden, de inspiratiebronnen waren.<br />
Het eerste deel, Sérénade, is vol ironie<br />
en melancholie, en gaat via een kort<br />
middendeel over in de ‘lichte en<br />
nerveuze’ Finale.<br />
Danse sacrée & Danse profane<br />
Omstreeks 1900 ontwikkelde de fi rma<br />
Pleyel in Parijs een nieuw type harp,<br />
de zogenaamde chromatische harp.<br />
Op verzoek van de directeur van de<br />
fi rma, Gustave Lyon, schreef Debussy<br />
in 1904 zijn Danses voor die nieuwe<br />
harp en strijkers. In het conservatorium<br />
van Brussel was al een leergang<br />
opgezet voor de chromatische harp,<br />
waarbij Debussy’s Danses als verplicht<br />
werk voor de eindexamens was gekozen.<br />
De chromatische harp bleek<br />
een onding, onpraktisch, met veel te<br />
veel snaren en een stemming die<br />
voortdurend in de war raakte. Daarmee<br />
verdwenen Debussy’s bekoorlijke<br />
en lichtvoetige Danses natuurlijk niet<br />
van het speelplan. De diverse vernieuwingen<br />
die Debussy doorvoerde in zijn<br />
muziektaal zijn goed te beluisteren<br />
in dit werk: het gebruik van de oude<br />
kerktoonladders, het incidenteel opheffen<br />
van de functionele harmonieleer<br />
en van parallelle akkoorden. In<br />
de Danse sacrée in plechtige 3/2-maat<br />
laat Debussy de harpist(e) zich uitleven<br />
in een weelde van parallelle drieklanken<br />
en meng-akkoorden. Dit is<br />
duidelijk de bron waaruit Puccini<br />
29
30<br />
zondag 19 februari, 14.00 uur<br />
geput heeft. Destijds werden deze<br />
akkoorden door veel critici als dissonant<br />
ervaren en afgekraakt. In de<br />
Danse profane schakelt Debussy van een<br />
modaal d-klein naar D-groot en laat hij<br />
de wat plechtige Sarabande-motoriek<br />
van de eerste Danse plaatsmaken<br />
voor een onvervalst walsritme (3/4).<br />
Syrinx, voor fl uit solo<br />
Syrinx is een werk van een minuut of<br />
drie dat Debussy in 1913 oorspronkelijk<br />
voor fl uit solo componeerde, en<br />
bestemde voor fl uitist Louis Fleury.<br />
Oorspronkelijk schreef Debussy Syrinx<br />
zonder maatstrepen of ademtekens,<br />
maar die werden later toegevoegd<br />
door fl uitist Marcel Moyse in zijn uitgave<br />
van het stuk. De première was in<br />
1913 door Louis Fleury, als toneelmuziek<br />
bij het stuk Psyché van Gabriel<br />
Mourey om de dood van Pan te begeleiden.<br />
De titel Syrinx refereert aan<br />
de mythe van de amoureuze achtervolging<br />
van de Griekse nimf Syrinx<br />
door de god Pan. Toen Syrinx zichzelf<br />
in riet veranderde om aan Pan te kunnen<br />
ontsnappen, sneed Pan een fl uit<br />
van dit riet om zijn verdriet te kunnen<br />
bezingen: de panfl uit. In dit stuk<br />
probeert Debussy als het ware de<br />
Klassieke Oudheid uit te beelden,<br />
door middel van trillers en seufzers.<br />
Sonate voor fl uit, altviool en harp<br />
De Sonate voor fl uit, altviool en harp<br />
(1915-16) is zeer poëtisch van aard,<br />
maar doet minder geïmproviseerd<br />
aan dan de Cellosonate of de Vioolsonate.<br />
Tussen een zachtzinnige Pastorale<br />
aan het begin en een resolute Finale<br />
worden in de Interlude herinneringen<br />
opgehaald aan Debussy’s Fêtes<br />
galantes. Zelf vond Debussy van deze<br />
sonate: “Ze is verschrikkelijk melancholisch.<br />
Ik weet niet of men daarbij<br />
moet lachen of huilen. Misschien<br />
wel allebei.”<br />
Chansons de Bilitis<br />
Debussy’s Chansons de Bilitis gaat over<br />
de herderin Bilitis. In de gelijknamige<br />
liedcyclus wordt in La fl ûte de Pan<br />
verteld hoe zij een panfl uit krijgt<br />
van de mythologische god Pan en bij<br />
hem op de knieën gaat zitten om de<br />
fl uit te leren bespelen. Ze spelen om<br />
beurten een melodie waarbij hun<br />
monden elkaar afwisselen, tot ‘hun<br />
lippen elkaar vinden in de nacht’. En<br />
Bilitis’ moeder kan maar niet begrijpen<br />
waarom haar dochter zo lang<br />
zoekt naar haar verloren ceintuur!<br />
Ook het expressieve La chevelure verhaalt<br />
over de liefde. Een verliefde<br />
man droomt dat hij zijn hals en<br />
naakte lichaam helemaal wikkelt in<br />
de lange zachte haren van een meisje.<br />
Hij voelt hoe ze versmelten, samen<br />
één worden, een proces dat Debussy<br />
schildert in chromatisch stijgende<br />
zuchtmotieven. Le tombeau des Naïades<br />
is een trieste afsluiting van de liedcyclus.<br />
Parallelle tertsen dragen de<br />
melancholie. De winter is gekomen<br />
en de satyrs en nimfen zijn gestorven,<br />
maar de muziek klinkt nog door.<br />
Clemens Romijn
1/4<br />
uitvoerenden vrijdag 17 februari 2012<br />
Michael Schønwandt<br />
HANS VAN DER WOERD<br />
Michael Schønwandt, dirigent<br />
Michael Schønwandt is in september<br />
2010 aangetreden als chef-dirigent<br />
van de <strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie. Hij<br />
volgde in die functie Jaap van Zweden<br />
op. Voordien was hij artistiek leider<br />
van het Koninklijk Orkest en de Koninklijke<br />
Opera in zijn geboortestad<br />
Kopenhagen (2000-2011), chef-dirigent<br />
van het Berliner Sinfonieorchester<br />
(1992-1998), en eerste gastdirigent van<br />
de Koninklijke Muntschouwburg in<br />
Brussel (1984-87), het Deens Nationaal<br />
<strong>Radio</strong> Symfonieorkest (1987-2000) en<br />
deFilharmonie. Momenteel is hij eerste<br />
gastdirigent bij het Staatstheater<br />
Stuttgart.<br />
Met de Koninklijke Opera van Kopenhagen<br />
voerde Michael Schønwandt<br />
een breed repertoire uit, uiteenlopend<br />
van Mozart tot Ligeti. In 2006 dirigeerde<br />
hij er Wagners Ring in het<br />
nieuwe operagebouw. Daarnaast<br />
maakte hij zijn opwachting in diverse<br />
grote operahuizen, waaronder het<br />
Royal Opera House Covent Garden, de<br />
Koninklijke Munt in Brussel, de Wiener<br />
Staatsoper en de operahuizen van<br />
Parijs, Nice, Stuttgart, Berlijn (Deutsche<br />
Oper), Keulen en Bayreuth (Die<br />
31
32<br />
uitvoerenden vrijdag 17 februari<br />
Meistersinger). Schønwandt dirigeerde<br />
onder andere de Berliner en Wiener<br />
Philharmoniker, de Wiener Symphoniker,<br />
het Philharmonia Orchestra,<br />
het London Philharmonic en London<br />
Symphony Orchestra (Beethovens<br />
piano<strong>concert</strong>en met Alfred Brendel),<br />
het Orchestra of the Age of Enlightenment,<br />
het Hallé Orchestra, het<br />
Budapest Festival Orchestra, het<br />
Rotterdams Philharmonisch Orkest,<br />
deFilharmonie, en de radio-orkesten<br />
van Wenen, de BBC en de Bayerische<br />
Rundfunk.<br />
De muziek van Denemarken geniet<br />
Schønwandts bijzondere interesse. De<br />
dirigent wordt algemeen beschouwd<br />
als grote kenner van de muziek van<br />
Carl Nielsen, van wie hij alle symfonieën<br />
en <strong>concert</strong>en opnam. Tevens<br />
legde hij alle symfonieën van Niels<br />
Gade en Christoph Weyse op cd vast.<br />
Zijn belangstelling voor hedendaagse<br />
muziek resulteerde in talrijke eerste<br />
uitvoeringen van werken van Deense<br />
componisten als Poul Ruders, alsook<br />
composities van onder anderen Henze<br />
en Kurtág. Voor het label Chandos<br />
maakte Schønwandt opnamen met<br />
het Deens Nationaal <strong>Radio</strong> Symfonieorkest;<br />
de registratie van Strauss<br />
Salome werd door het tijdschrift<br />
Gramophone geprezen als de beste<br />
opname van dit werk ooit. Voor de<br />
nabije toekomst staan uitvoeringen<br />
van Lulu (Opéra National de Paris), Die<br />
Frau ohne Schatten (Kopenhagen) en<br />
Wozzeck (Stuttgart) op het programma,<br />
en natuurlijk <strong>concert</strong>en met de <strong>Radio</strong><br />
Kamer Filharmonie.<br />
Gijs Leenaars, koordirigent<br />
Gijs Leenaars was in het seizoen<br />
2004-2005 assistent-dirigent van het<br />
Groot Omroepkoor. Hij verzorgde<br />
instuderingen voor onder meer Mariss<br />
Jansons en Valery Gergiev. In seizoen<br />
2006-2007 had hij als gastdirigent de<br />
leiding over drie producties met het<br />
Groot Omroepkoor, waaronder de<br />
première (in de ZaterdagMatinee)<br />
van de opera Legende van Peter Jan<br />
Wagemans. Incidenteel verzorgde en<br />
verzorgt hij ook instuderingen voor<br />
Cappella Amsterdam, het Nederlands<br />
Studenten Kamerkoor en de Vlaamse<br />
Kooracademie van Philippe Herreweghe.<br />
In november 2004 was Gijs<br />
Leenaars gastdirigent bij orkest van de<br />
Turijnse opera, waarmee hij werken<br />
van Mozart en Rota uitvoerde. Gijs<br />
Gijs Leenaars<br />
HANS VAN DER WOERD
Leenaars is als vaste dirigent verbonden<br />
aan het Leiderdorps Kamerkoor,<br />
Kamerkoor Venus in Utrecht, het<br />
Philips’ Philharmonisch Koor en<br />
Viable Opera’s in Amsterdam. Met<br />
ingang van het seizoen 2012-2013 volgt<br />
Gijs Leenaars de Braziliaan Celso<br />
Antunes op als chef-dirigent van het<br />
Groot Omroepkoor.<br />
Marie-Bénédicte Souquet,<br />
sopraan<br />
Marie-Bénédicte Souquet begon haar<br />
muziekstudies bij de Maîtrise de <strong>Radio</strong><br />
France, en vervolgde die bij het Barok<br />
Muziekcentrum in Versailles. Na haar<br />
studie muziekwetenschap aan de<br />
Sorbonne studeerde ze verder aan het<br />
Parijse conservatorium, waar ze de<br />
eerste prijs met onderscheiding voor<br />
Marie-Bénédicte Souquet<br />
zang ontving. Na het winnen van de<br />
Dresdense operaprijs zong ze als<br />
Koningin van de nacht in Die Zauberfl öte<br />
aan de Semperoper in Dresden. Marie-<br />
Bénédicte Souquet was lid van de<br />
Nationale Operastudio in Parijs, waar<br />
ze rollen zong als Despina in Così fan<br />
tutte en Sylvia in Haydns Isola disabitata.<br />
Andere rollen van haar waren Fanny<br />
in La cambiale di matrimonio van<br />
Rossini, Marie in Les mousquetaires au<br />
couvent van Louis Varney, Belinda in<br />
Dido and Aeneas, en een van de<br />
Blumenmädchen in Parsifal gedirigeerd<br />
door Pierre Boulez in Parijs. Ze zong<br />
de rol van Sémire in Rameaus Les<br />
Boréades onder leiding van William<br />
Christie, Susanna in Le nozze di Figaro,<br />
Elvira in L’Italiana in Algeri, Barbarina<br />
in Le nozze di Figaro in Aix-en-Provence,<br />
en Fiorella in Offenbachs Les Brigands<br />
in Avignon en Besançon. Recentelijk<br />
zong ze in Rameaus Dardanus in Lille,<br />
Caen en Dijon onder leiding van Emmanuelle<br />
Haïm, en als Barbarina in<br />
Le nozze di Figaro in Toulon. Op het<br />
<strong>concert</strong>podium zong ze onder meer<br />
in Quartett n°2 van Betsy Jolas in Parijs<br />
met het Ensemble Intercontemporain,<br />
in Mozarts Requiem, Haydns Nelson Mis<br />
en Brahms’ Ein Deutsches Requiem.<br />
Carine Séchaye, mezzosopraan<br />
De Zwitserse mezzosopraan Carine<br />
Séchaye maakte haar operadebuut als<br />
Honora in Tom Jones van Philidor in<br />
Lausanne. Sindsdien zong ze als<br />
Cherubino in Le nozze de Figaro<br />
(Lausanne), als Nancy in Albert Herring<br />
(Darmstadt), Marmotte in Le Verfügbar<br />
33
34<br />
uitvoerenden vrijdag 17 februari<br />
Carine Séchaye<br />
aux Enfers van Germaine Tillion<br />
(Théâtre du Châtelet, Parijs), Mélisande<br />
in Pelléas et Mélisande (Darmstadt en<br />
Stuttgart), Chef des Amazones in Scène<br />
de Chasse van René Koering (Montpellier),<br />
en Myrtale in Thaïs van<br />
Massenet (Metz).<br />
Verder zong Carine Séchaye als<br />
Mercédès in Carmen (Lausanne, Vichy,<br />
Tokio), als Flora in La traviata (Avenches<br />
Festival), als Page in Salome (Genève),<br />
en in de titelrol van Le Chat Botté van<br />
Montsalvatge (Lausanne). Recentelijk<br />
zong Carine Séchaye als Dorabella in<br />
Così fan tutte (Toulon), als Rosina in Il<br />
barbiere di Siviglia (Rouen), als Cherubino<br />
in Le nozze di Figaro (Toulon), Sméraldine<br />
in L’amour des trois oranges<br />
(Dijon), en als Zweite Dame in Die<br />
Zauberfl öte (Genève).<br />
Paul Meyer, klarinet<br />
Klarinettist Paul Meyer (1965) trad al op<br />
zijn dertiende op met het Orchestre<br />
Symphonique du Rhin. Hij studeerde<br />
klarinet en orkestdirectie aan het<br />
Parijse conservatorium en de Musikhochschule<br />
in Bazel. Na het winnen<br />
van het Franse Concours voor Jonge<br />
Musici in 1982 en de prestigieuze<br />
USA Young Concert Artists Auditions<br />
in 1984, raakte zijn dirigeerambitie<br />
tijdelijk op de achtergrond. Hij trad<br />
op als solist met orkesten als het<br />
Koninklijk Concertgebouw Orkest,<br />
het BBC Philharmonic Orchestra, de<br />
Berliner Symphoniker, de Dresden<br />
Philharmoniker, het Orchestre<br />
National de France, het Orchestre de<br />
Paris, het Orchestre de la Suisse<br />
Romande, en met dirigenten als<br />
Myung-Whun Chung, Esa-Pekka<br />
Salonen, Sir Yehudi Menuhin, Marek<br />
Janowski, Günther Herbig, Michael<br />
Gielen, Hans Graf, Dennis Russell<br />
Davies, John Nelson, Kent Nagano,<br />
Emmanuel Krivine, Sylvain Cambreling,<br />
Luciano Berio, Ulf Schirmer,<br />
Heinrich Schiff, Michael Schønwandt<br />
en David Zinman. Componisten die<br />
speciaal voor Paul Meyer werken<br />
schreven waren Michael Jarrell,<br />
Thierry Escaich, Jean-Louis Agobet,<br />
Hans Werner Henze, Gerd Kuhr,<br />
Krysztof Penderecki en Luciano Berio.<br />
Als dirigent had Paul Meyer tussen<br />
2007 en 2009 een verbintenis<br />
met het Filharmonisch Orkest van<br />
Seoul. Sinds 2010 is hij chef-dirigent<br />
van het Kosei Blaas Orkest in Japan.
Paul Meyer<br />
<strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie<br />
De <strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie is een<br />
veelzijdig orkest dat een breed en<br />
gevarieerd muziekterrein bestrijkt.<br />
Het orkest treedt in verschillende<br />
bezettingen op, van barokformatie tot<br />
ensemble voor hedendaagse muziek.<br />
Michael Schønwandt is chef-dirigent en<br />
artistiek leider. Vaste gastdirigenten<br />
zijn Frans Brüggen (tevens eredirigent),<br />
Philippe Herreweghe en<br />
James MacMillan. Op speciaal verzoek<br />
van het orkest is voormalig chefdirigent<br />
Jaap van Zweden op 26 mei<br />
2011 benoemd tot eredirigent. Helaas<br />
zal de <strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie als<br />
gevolg van de drastische, aan de publieke<br />
omroep opgelegde bezuinigingen<br />
per augustus 2013 ophouden te<br />
bestaan.<br />
HANS VAN DER WOERD<br />
De <strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie levert<br />
een belangrijk aandeel aan de series<br />
de NTR ZaterdagMatinee, Het Zondagochtend<br />
Concert en de Robeco<br />
Zomer<strong>concert</strong>en in het Amsterdamse<br />
Concertgebouw, De Vrijdag van<br />
Vredenburg in Utrecht en de serie NTR<br />
maakt hoorbaar in het Muziekgebouw<br />
aan ’t IJ. Al deze <strong>concert</strong>en worden<br />
uitgezonden via <strong>Radio</strong> 4. Vele worden<br />
geregistreerd voor live internetstreams,<br />
tv-uitzendingen en radiouitzendingen<br />
in landen die zijn<br />
aangesloten bij de European Broadcasting<br />
Union. De <strong>Radio</strong> Kamer<br />
Filharmonie is verder vaste speler in<br />
de educatieve serie De Magische<br />
Muziekfabriek, de Internationale<br />
Gaudeamus Muziekweek en het<br />
Holland Festival. In april 2011 viel de<br />
RKF de eer ten deel om onder leiding<br />
van Jaap van Zweden het<br />
Koninginnedag <strong>concert</strong> in Paleis<br />
Noordeinde te verzorgen.<br />
De <strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie is befaamd<br />
vanwege de gedreven uitvoeringen<br />
van hedendaags repertoire.<br />
De RKF werd onderscheiden met de<br />
Muziekgebouwprijs voor de uitvoering<br />
van Richard Rijnvos’ NYConcerto<br />
met pianist John Snijders. Op het festival<br />
voor nieuwe muziek in Donaueschingen<br />
verzorgde de RKF onder leiding<br />
van Peter Eötvös in oktober 2010<br />
vier wereldpremières in één <strong>concert</strong>.<br />
Tijdens het Holland Festival 2010<br />
speelde de RKF onder leiding van<br />
Martyn Brabbins de opera Hondenhart<br />
van Alexander Raskatov. De eerste<br />
(<strong>concert</strong>ante) Nederlandse uitvoering<br />
35
36<br />
uitvoerenden vrijdag 17 februari<br />
van Dusapins Faustus, the last night<br />
door de RKF in de NTR ZaterdagMatinee,<br />
zorgde voor jubelende recensies.<br />
Een andere specialiteit is het uitvoeren<br />
van bekend en onbekend repertoire<br />
van oude meesters onder leiding<br />
van specialisten op het gebied<br />
van de historische uitvoeringspraktijk.<br />
De RKF werd geprezen voor de<br />
energieke en verfrissende uitvoering<br />
van onder meer de Beethoven-symfonieën<br />
en de opera’s van Hasse (Piramo<br />
e Tisbe) en Haydn (Armida), beide in de<br />
NTR ZaterdagMatinee.<br />
De cd-catalogus van de <strong>Radio</strong> Kamer<br />
Filharmonie weerspiegelt de veelzijdigheid<br />
van het orkest met opnamen<br />
van o.a. Beethovens Eerste symfonie<br />
onder leiding van Frans Brüggen, Tristan<br />
Keuris’ Symphony in D onder leiding<br />
van Jaap van Zweden en werken<br />
uiteenlopend van Joseph Haydn, Igor<br />
Stravinsky, Henk Badings en Otto Ketting<br />
tot eigentijds repertoire als NY-<br />
Concerto van Richard Rijnvos, het piano<strong>concert</strong><br />
The Solway Canal van Gavin<br />
Bryars en Visitatio Sepulchri van componist<br />
en vaste gastdirigent James<br />
MacMillan.<br />
Cappella Amsterdam<br />
Cappella Amsterdam werd in 1970<br />
opgericht door Jan Boeke en staat<br />
sinds 1990 onder artistieke leiding<br />
van Daniel Reuss. Het koor heeft zich<br />
in de afgelopen jaren zowel in oude<br />
muziek als in het moderne en hedendaagse<br />
repertoire in Nederland een<br />
prominente positie verworven. Cappella<br />
Amsterdam besteedt in het bijzonder<br />
aandacht aan Nederlandse<br />
componisten. Ook werkt Cappella<br />
Amsterdam mee aan operaproducties,<br />
treedt op bij festivals in het binnen-<br />
en buitenland en werkt regelmatig<br />
samen met instrumentale ensembles,<br />
orkesten en koren. In de<br />
afgelopen jaren verschenen verschillende<br />
cd’s, onder meer met werken<br />
van Ligeti en Heppener (deze cd is<br />
bekroond met Diapason d’Or Arte en<br />
de Diapason d’Or de l’année 2009).<br />
Ook verscheen een cd met werken<br />
van Sweelinck, en van Frank Martin<br />
verscheen de cd Golgotha in 2010. In<br />
november 2009 won Cappella Amsterdam<br />
de VSCD Klassieke Muziek<br />
prijs in de categorie ‘meest indrukwekkende<br />
prestatie van een<br />
klein(kamermuziek)ensemble’. In<br />
2010 was Cappella Amsterdam opnieuw<br />
genomineerd voor een aantal<br />
prijzen, dit keer voor de Amsterdamprijs<br />
voor de Kunst en de Edison Klassiek<br />
Luister Publieksprijs 2010.
<strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie Cappella<br />
Amsterdam<br />
CHEF-DIRIGENT<br />
Michael Schønwandt<br />
ERE-DIRIGENTEN<br />
Jaap van Zweden<br />
Frans Brüggen<br />
VASTE GASTDIRIGENTEN<br />
Philippe Herreweghe<br />
James MacMillan<br />
EERSTE VIOOL<br />
Elisabeth Perry<br />
Diana Morris<br />
Quirine Scheffers<br />
Dimiter Tchernookov<br />
Maria Escarabajal<br />
Julija Hartig<br />
Pedja Milosavljevic<br />
Joan Mooney<br />
Gerrie Rodenhuis<br />
Sergiy Starzhynskiy<br />
Ruud Wagemakers<br />
Carolina Woltjer<br />
TWEEDE VIOOL<br />
Edwin Blankenstijn<br />
Wouter Groesz<br />
Ian van den Berk<br />
Marjolijn Oonk<br />
Nina de Waal<br />
Frits Wagenvoorde<br />
Evelyn van der Stelt<br />
Annemarie Volten<br />
Marleen Wester<br />
Judith van Driel<br />
ALTVIOOL<br />
Hannah Shaw<br />
Maurits Wijzenbeek<br />
Sabine Duch<br />
Marjolijn van der<br />
Grinten-da Silva Rosa<br />
Marije Helder<br />
Lotte de Vries<br />
Örse Adam<br />
Wouter Huizinga<br />
CELLO<br />
Michael Müller<br />
Teije Hylkema<br />
Gé Bartman<br />
Sebastiaan van Eck<br />
Rebecca Smit<br />
Jozien Jansen<br />
CONTRABAS<br />
György Schweigert<br />
Norma Brooks<br />
Jim Schultz<br />
Boris Oostendorp<br />
FLUIT<br />
Jeannette Landré<br />
Carolien van ‘t Hof<br />
Janneke Groesz<br />
HOBO<br />
Jeroen Soors<br />
Marjolein Koning<br />
Caroline Tempelaar-Pijp<br />
KLARINET<br />
Harmen de Boer<br />
Esther Misbeek<br />
Kim Rijks<br />
FAGOT<br />
Hajime Konoe<br />
Annet Karsten<br />
Mirte Moes<br />
HOORN<br />
Laurens Otto<br />
Rebecca Grannetia<br />
Eric Borninkhof<br />
Sergei Dovgaliouk<br />
TROMPET<br />
Cyrille van Poucke<br />
Raymond Rook<br />
Huub Versteegen<br />
TROMBONE<br />
Victor Belmonte Albert<br />
Cassiel Anton Domènech<br />
Cyril Scheepmaker<br />
CONTRABAS TUBA<br />
Guillermo Collazo<br />
Cortegoso<br />
PAUKEN<br />
Maarten Smit<br />
SLAGWERK<br />
Peter Prommel<br />
Vincent Cox<br />
Rob Colbers<br />
HARP<br />
Saskia Rekké<br />
Kerstin Scholten<br />
PIANO/CELESTA<br />
Grace Kim<br />
CHEF-DIRIGENT<br />
Daniel Reuss<br />
SOPRANEN<br />
Andrea van Beek<br />
Emily Cheung<br />
Marjolein de Graaff<br />
Marijke van der Harst<br />
Titia van Heyst<br />
Marielle Kirkels<br />
Maria Köpcke<br />
Astrid Lammers<br />
Simone Manders<br />
Valeria Mignaco<br />
Annemieke Nuijten<br />
Tanja Obalski<br />
Marjo van Someren<br />
Maria Valdmaa<br />
ALTEN<br />
Juliane Cromme<br />
Petra Ehrismann<br />
Sofi a Gvirts<br />
Sabine van der Heyden<br />
Mieke van Laren<br />
Leenke de Lege<br />
Antje Lohse<br />
Natascha Morsink<br />
Åsa Olsson<br />
Michaela Riener<br />
Cécile Roovers<br />
Inga Schneider<br />
Suzanne Verburg<br />
Desirée Verlaan<br />
37
38<br />
2/4<br />
uitvoerenden zaterdag 18 februari 2012<br />
Gaspard Brécourt, dirigent<br />
Na zijn muziekstudie aan de Maîtrise<br />
de <strong>Radio</strong> France en het Conservatoire<br />
National de Région van Boulogne-<br />
Billancourt (piano en slagwerk) werkte<br />
Gaspard Brécourt als zang- en lied-<br />
Gaspard Brécourt<br />
coach bij onder meer de Opéra<br />
National de Paris, het Théâtre Impérial<br />
de Compiègne, de Opéra du Rhin in<br />
Straatsburg en het Teatro Colón in<br />
Buenos-Aires. Hij begeleidde liedrecitals<br />
van Irina Vassilieva, Aurélie<br />
Loilier, Isabelle Philippe, Armando<br />
Noguera, Olivier Heyte, Mathias Vidal<br />
en Martial Defontaine. Tegelijkertijd<br />
werkte hij als assistent van dirigent<br />
Marek Janowski bij het <strong>Radio</strong>-France<br />
Nouvel Orchestre Philharmonique en<br />
werkte hij nauw samen met Jean<br />
Fournet. Sinds 2005 dirigeerde hij<br />
onder meer La bohème, Così fan tutte,<br />
Don Giovanni, Die Fledermaus en de<br />
Johannes-Passion. Van 2007 tot 2009<br />
was Gaspard Brécourt muzikaal directeur<br />
van het Théâtre Impérial de<br />
Compiègne. Als zodanig dirigeerde hij<br />
onder meer Une éducation manquée van<br />
Chabrier, Jean de Paris en Ma tante<br />
Aurore van Boieldieu, L’Arlésienne en<br />
Djamileh van Bizet, als ook symfonische<br />
<strong>concert</strong>en. In 2009 maakte hij<br />
zijn Japanse debuut met het Symfonie<br />
Orkest van Tokio. Datzelfde jaar dirigeerde<br />
Gaspard Brécourt de wereldpremière<br />
van Cyrano et Roxane van<br />
Stavros Xarhakos in Athene.
Michael Gläser, koordirigent<br />
Michael Gläser, geboren in Chemnitz,<br />
was lid van het koor van de Thomasschule<br />
in Leipzig en studeerde zang<br />
en directie in Leipzig en Berlijn. Hij<br />
was actief als koorleider bij het<br />
Gewandhaus-Chor in Leipzig, de Berliner<br />
Singakademie en het Rundfunkchor<br />
Leipzig. In 1986 werd hij directieassistent<br />
bij het Rundfunkchor Berlin.<br />
Vervolgens was hij van 1990 tot 2005<br />
artistiek leider van het koor van de<br />
Bayerische Rundfunk. Hij dirigeert het<br />
koor sinds 1998 in een eigen abonnementserie<br />
in het Prinzregententheater.<br />
Sinds 1994 is Gläser professor koordirectie<br />
aan de Musikhochschule in<br />
München. Ook leidt hij hier de<br />
afdeling Evangelische Kirchenmusik.<br />
Sinds 2005 dirigeert Michael Gläser<br />
regelmatig het Groot Omroepkoor,<br />
sinds seizoen 2010-2011 als vaste gastdirigent.<br />
In juni 2011 was Michael<br />
Gläser, naast Jos van Veldhoven,<br />
docent in de tweejaarlijkse Eric<br />
Ericson Masterclass in Haarlem.<br />
Mireille Capelle<br />
Mireille Capelle, mezzo-sopraan<br />
Na studies in dramatische en lyrische<br />
kunsten, zong Mireille Capelle verschillende<br />
rollen zoals Despina (Così<br />
fan tutte), Eva (Die Meistersinger von<br />
Nürnberg), Salomé, Komponist (Ariane<br />
auf Naxos), Charlotte (Werther), Marie<br />
(Wozzeck), Kundry (Parsifal), Metella (La<br />
Vie Parisienne), Le nozze di Figaro, La<br />
Cenerentola, Jevgeni Onegin, Il trittico.<br />
Ze werkte met dirigenten als Silvio<br />
Varviso, Marc Minkowski, Stefan<br />
Soltesz, Elar Howarth, Koen Kessels,<br />
Friedeman Layer, Massimo Zanetti en<br />
met regissseurs als Robert Carsen,<br />
Guy Joosten en Peter Mussbach.<br />
Repertoire voor het <strong>concert</strong>podium<br />
voerde ze uit met dirigenten als<br />
Sylvain Cambreling, Hans Zender,<br />
Arturo Tamayo, Christopher Hogwood,<br />
Muhai Tang, Philippe Pierlot, Jacques<br />
Mercier, Rudolf Werthen. Daarnaast<br />
verzorgde ze liedrecitals in Europa en<br />
in Japan. De laatste jaren vertolkte<br />
Mireille Capelle hedendaagse muziek<br />
van onder meer Donatoni (Ultima Sera),<br />
Cage, Rihm, Crumb (Ancient Voices of<br />
Children), Carter (A Mirror on which to<br />
dwell), Kúrtag (Messages de feu Demoiselle<br />
R.V. Troussova), Gorécki (Derde symfonie),<br />
K.Huber (La Terre des Hommes), Maxwell<br />
Davies (Miss Domnithorens Maggot),<br />
Kagel, Scelsi, Berio, Dillon, Pagh-Paan,<br />
Essvad (Tifounacine), Fontyn, Nyman en<br />
Denisov.<br />
Recentelijk maakte Mireille Capelle<br />
opnieuw haar opwachting in de<br />
Theater De Munt in Brussel waar ze<br />
meewerkte aan de producties van<br />
Elektra (regie van Guy Joosten) en<br />
39
40<br />
uitvoerenden zaterdag 18 februari<br />
Kat’a Kabanová (regie Andrea Breth).<br />
Onlangs (februari 2012) gooide ze<br />
hoge ogen met de rol van de recitante<br />
in Debussy’s Le Martyre de Saint-Sébastien<br />
(productie van het Brussels Filharmonisch<br />
Orkest onder leiding van<br />
Michel Tabachnik). Mireille Capelle is<br />
hoofd van de afdeling zang en docente<br />
voor zang en kamermuziek aan<br />
de Hogeschool / Conservatorium te<br />
Gent.<br />
Marie-Bénédicte Souquet,<br />
sopraan<br />
zie pagina 33<br />
Carine Séchaye, alt<br />
zie pagina 33<br />
José Kamminga, alt<br />
José Kamminga behaalde haar zangdiploma<br />
van het Koninklijk Conservatorium<br />
in Den Haag in 2002. Aansluitend<br />
volgde ze masterclasses bij o.a.<br />
Barbara Hannegan, David Wilson-<br />
Johnson en Claron McFaddon. Daarnaast<br />
had ze les van Barbara Pearson,<br />
Ingrid Voermans en Geert Berghs.<br />
Sinds 2000 geeft José Kamminga samen<br />
met de pianist Henry Kelder regelmatig<br />
recitals in Nederland en Duitsland. Zij<br />
soleert regelmatig in werken als het<br />
Requiem van Mozart, Bachs Weihnachtsoratorium<br />
en Johannes-Passion, de Petite<br />
Messe Solennelle van Rossini, het Stabat<br />
Mater van Pergolesi en Händels Messiah.<br />
Als solist zong zij met diverse<br />
ensembles en koren in o.a. in Frankrijk,<br />
Denemarken, Spanje, Engeland,<br />
Duitsland en Italië. In 2009 werkte ze<br />
samen met Steve Reich aan diens<br />
Tehillim in de Doelen te Rotterdam.<br />
Ook zong zij met het Nederlands<br />
blazersensemble De Staat van Louis<br />
Andriessen in de Royal Albert Hall in<br />
Londen en in Frankfurt. Tijdens en na<br />
haar opleiding heeft José Kamminga<br />
zich gespecialiseerd in het uitvoeren<br />
van hedendaagse muziek bij het<br />
VocaalLAB Nederland. Zij zong in<br />
verschillende operaproducties, waaronder<br />
de opera Parsifal van Boudewijn<br />
Tarenskeen, waarin zij de rol van<br />
Kundry vertolkte. Ook nu nog werkt<br />
zij regelmatig mee aan producties<br />
van het VocaalLAB. Sinds 2006 is José<br />
als alt in vaste dienst bij het Groot<br />
Omroepkoor. Hierbij zingt ze regelmatig<br />
solistisch. Zo zong zij o.a. in<br />
de ZaterdagMatinee de rol van Pepita<br />
in Roméo et Juliette van Gounod en de<br />
rol van 2 e non in De vurige engel van<br />
Prokofjev.<br />
José Kamminga
<strong>Radio</strong> Filharmonisch Orkest<br />
Het <strong>Radio</strong> Filharmonisch Orkest (RFO)<br />
wordt gerekend tot de top van de<br />
Nederlandse symfonieorkesten. Het<br />
excelleert in een groot aantal genres<br />
en onderscheidt zich in het Nederlandse<br />
muziekleven door bijzondere<br />
en avontuurlijke programma’s. Het<br />
merendeel van de <strong>concert</strong>en van het<br />
RFO is te beluisteren in de omroepseries<br />
NTR ZaterdagMatinee, De Vrijdag<br />
van Vredenburg en Het Zondagochtend<br />
Concert. Daarnaast maakt het<br />
orkest zijn opwachting in o.a. de<br />
Robeco Zomer<strong>concert</strong>en en het<br />
Holland Festival. Tot augustus 2012 is<br />
Jaap van Zweden chef-dirigent van<br />
het RFO. Daarna neemt Markus Stenz<br />
het chef-dirigentschap van hem over.<br />
James Gaffi gan staat als vaste gastdirigent<br />
minimaal 4 keer per jaar<br />
voor het orkest. Edo de Waart is als<br />
eredirigent aan het RFO verbonden.<br />
Het RFO voert in samenwerking met<br />
het Groot Omroepkoor werken voor<br />
koor en orkest uit, variërend van<br />
opera’s, missen en oratoria uit de<br />
negentiende eeuw tot meesterwerken<br />
van deze eeuw. Dit seizoen zijn dat<br />
o.m. Ponchielli’s La Gioconda, Puccini’s<br />
Tosca en Henze’s twaalfde grote opera<br />
L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe.<br />
Het RFO speelt regelmatig werk van<br />
Nederlandse componisten. Nieuwe<br />
muziek van Peter-Jan Wagemans,<br />
Richard Rijnvos, Robin de Raaff, Marijn<br />
Simons, Otto Ketting en Jan van de<br />
Putte wordt dit seizoen uitgevoerd,<br />
naast premières van o.a. Wolfgang<br />
Rihm en Sofi a Goebaidoelina.<br />
In de serie De Vrijdag van Vredenburg<br />
is het RFO met regelmaat te beluisteren,<br />
aangevoerd door onder anderen<br />
Pablo Heras-Casado, Mark Wigglesworth,<br />
James Gaffi gan, Sir Mark Elder<br />
en Markus Stenz.<br />
Naast de vele <strong>concert</strong>en in de omroep -<br />
series ontplooit het RFO activiteiten<br />
die in belangrijke mate bijdragen aan<br />
de internationale reputatie van het<br />
orkest. Buitenlandse <strong>concert</strong>en vinden<br />
dit seizoen plaats in de Keulse Philharmonie<br />
met pianist Hannes Minnaar<br />
(winnaar Koningin Elizabethwedstrijd<br />
2010) en in de Londense Royal Albert<br />
Hall in de BBC Proms 2011. De liveopnamen<br />
van Wagners Lohengrin, Die<br />
Meistersinger von Nürnberg en Parsifal,<br />
die het orkest onder leiding van Jaap<br />
van Zweden maakte, zijn internationaal<br />
zeer goed ontvangen. Daarnaast<br />
omvat de omvangrijke plaat- en cdcatalogus<br />
van het RFO legendarische<br />
opnamen onder leiding van o.a.<br />
Leopold Stokowski, Antal Doráti, Jean<br />
Fournet en Edo de Waart. Cd’s met<br />
werken van hedendaagse componisten<br />
als Jonathan Harvey, Klas Torstensson<br />
en Jan van Vlijmen werden onderscheiden<br />
met prijzen en eervolle vermeldingen.<br />
Momenteel wordt gewerkt<br />
aan een Sjostakovitsj-serie onder<br />
leiding van Mark Wigglesworth en de<br />
complete symfonieën van Bruckner<br />
onder leiding van Jaap van Zweden.<br />
➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL<br />
➜ volg het radio fi lharmonisch orkest<br />
op twitter (@radiofi lhorkest) en<br />
facebook.<br />
41
42<br />
uitvoerenden zaterdag 18 februari<br />
Groot Omroepkoor<br />
Het Groot Omroepkoor is met 74<br />
vocalisten het grootste professionele<br />
koor van Nederland. Vanaf de oprichting<br />
in 1946 manifesteert het koor zich<br />
in een breed repertoire, uiteenlopend<br />
van barok tot en met eigentijdse<br />
muziek. Het koor werkt in wisselende<br />
bezettingen, afhankelijk van het uit te<br />
voeren werk en de wens van de dirigent,<br />
en is doorgaans te horen in de<br />
NTR ZaterdagMatinee, de Vrijdag van<br />
Vredenburg, Het Zondagochtend<br />
Concert en <strong>concert</strong>en van de NTR in<br />
het Muziekgebouw aan ’t IJ. De Braziliaan<br />
Celso Antunes is chef-dirigent<br />
van het Groot Omroepkoor sinds het<br />
seizoen 2008-2009. Vaste gastdirigent<br />
is Michael Gläser.<br />
Samen met de omroeporkesten worden<br />
in seizoen 2011-2012 in Vredenburg<br />
Leidsche Rijn enkele grote vocaalinstrumentale<br />
werken uitgevoerd,<br />
waaronder Händels oratorium Solomon<br />
en Debussy’s complete oratorium Le<br />
martyre de Saint Sébastien, de Mis in C van<br />
Beethoven en de Mis van Stra vinsky,<br />
uitgevoerd met de <strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie<br />
en Philippe Herreweghe,<br />
Fauré’s Caligula met Masaaki Suzuki<br />
en Mahlers cantate Das klagende Lied,<br />
met het <strong>Radio</strong> Filharmonisch Orkest<br />
onder leiding van Markus Stenz. A<br />
capella is het koor traditiegetrouw te<br />
beluisteren met een rijk gevarieerd<br />
programma in de Utrechtse Jacobikerk<br />
in het kader van De Vrijdag van<br />
Vredenburg. Dit seizoen staat onder<br />
meer een nieuwe Mis van Rautavaara<br />
op het programma.<br />
Het Groot Omroepkoor is in de opera -<br />
serie van de NTR ZaterdagMatinee in<br />
vijf voorstellingen present met repertoire<br />
dat varieert van Webers vroegromantische<br />
opera Der Freischütz tot<br />
Willem Jeths’ Hôtel de Pékin. De opera<br />
L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe<br />
van Hans Werner Henze beleeft in deze<br />
serie zijn Nederlandse première. In<br />
andere series van de ZaterdagMatinee<br />
levert het koor zijn aandeel aan onder<br />
meer Janáčeks Glagolitische mis onder<br />
leiding van Jaap van Zweden, Diepenbrocks<br />
Missa in Die Festo met chefdirigent<br />
Celso Antunes en de Nederlandse<br />
première van Rihms Quo me rapis<br />
onder leiding van Thomas Eitler.<br />
Het GOK is dit seizoen te gast bij het<br />
Koninklijk Concertgebouworkest<br />
onder leiding van achtereenvolgens<br />
Mariss Jansons, Iván Fischer en Nikolaus<br />
Harnoncourt. Met het Chamber<br />
Orchestra of Europe onder leiding van<br />
Bernard Haitink wordt Beethovens<br />
Negende symfonie uitgevoerd in het<br />
Amsterdamse Concertgebouw en in<br />
de Salle Pleyel te Parijs.<br />
Mede op initiatief van het Groot<br />
Omroepkoor is de Eric Ericson Masterclass<br />
voor jonge koordirigenten gestart.<br />
Sinds 2001 vindt deze Masterclass<br />
iedere twee jaar plaats. Op diverse cdregistraties<br />
schittert het Groot Omroepkoor<br />
in een breed repertoire met<br />
opnamen van onder meer MacMillan,<br />
Keuris, Diepenbrock, Mahler, Rossini,<br />
Wagner, Elgar, Rihm en Poulenc.<br />
➜ WWW.GROOTOMROEPKOOR.NL<br />
➜ volg het Groot Omroepkoor op twitter<br />
(@grootomroepkoor) en facebook
<strong>Radio</strong> Filharmonisch Orkest<br />
CHEF-DIRIGENT<br />
Jaap van Zweden<br />
ERE-DIRIGENT<br />
Edo de Waart<br />
EERSTE VIOOL<br />
Ronald Hoogeveen<br />
Semjon Meerson<br />
Alexander Baev<br />
Fred Gaasterland<br />
Alberto Johnson<br />
Natalia Gabunia<br />
Masha Iakovleva<br />
Kerstin Kendler<br />
Anna Korpalska<br />
Pamela Kubik<br />
Theo Ploeger<br />
Pieter Vel<br />
Peter Weimar<br />
Alla Kim<br />
Iina Laasio<br />
Ankie van Ommeren<br />
TWEEDE VIOOL<br />
Casper Bleumers<br />
Andrea van Harmelen<br />
Sarah Loerkens<br />
Esther de Bruijn<br />
Michiel Eekhof<br />
Odilia Fiedler<br />
Annemarie van<br />
Helderen<br />
Robbert Honorits<br />
Esther Kövy<br />
Ingrid van Leeuwen<br />
Dana Mihailescu<br />
Renate van Riel<br />
Nienke Teuben<br />
Alexander van den Tol<br />
ALTVIOOL<br />
Francien Schatborn<br />
Arjan Wildschut<br />
Igor Bobylev<br />
Martina Forni<br />
Annemijn den Herder<br />
Ben Joles<br />
Erik Krosenbrink<br />
Robert Meulendijk<br />
Petr Muratov<br />
Ewa Wagner<br />
Anna Magdalena den<br />
Herder<br />
Stanislava Stoeva<br />
CELLO<br />
Anton Istomin<br />
Wim Hülsmann<br />
Harm Bakker<br />
Winnyfred Beldman<br />
Mirjam Bosma<br />
Crit Coenegracht<br />
Anneke Janssen<br />
Ansfried Plat<br />
Arjen Uittenbogaard<br />
Marjolein Meijer<br />
CONTRABAS<br />
Rien Wisse<br />
Walter van Egeraat<br />
Annika Hope<br />
Edward Mebius<br />
Stephan Wienjus<br />
Eduard Zlatkin<br />
Marijn van Prooijen<br />
Wouter Swinkels<br />
FLUIT<br />
Carla Meijers<br />
Adeline Salles<br />
Ingrid Geerlings<br />
PICCOLO<br />
Maike Grobbenhaar<br />
HOBO<br />
Hans Wolters<br />
Yvonne Wolters<br />
ALTHOBO<br />
Gerard van Andel<br />
KLARINET<br />
Frank van den Brink<br />
Nanette Bakker<br />
Diede Brantjes<br />
BASKLARINET<br />
Sergio Hamerslag<br />
FAGOT<br />
Jos Lammerse<br />
Freek Sluijs<br />
Birgit Strahl<br />
CONTRA-FAGOT<br />
Desirée van Vliet<br />
HOORN<br />
Petra Botma-Zijlstra<br />
Toine Martens<br />
Peter Janosi<br />
Anneke Vreugdenhil<br />
Fréderick Franssen<br />
Sander van Dijk<br />
TROMPET<br />
Hans van Loenen<br />
Rik Knarren<br />
Jacco Groenendijk<br />
Hans Verheij<br />
TROMBONE<br />
Jaume Gavilan Agullo<br />
Herman Nass<br />
BASTROMBONE<br />
Steven Verhelst<br />
TUBA<br />
Bernard Beniers<br />
PAUKEN<br />
Paul Jussen<br />
SLAGWERK<br />
Hans Zonderop<br />
Mark Haeldermans<br />
Henk de Vlieger<br />
Esther Doornink<br />
Harry van Meurs<br />
HARP<br />
Ellen Versney<br />
Marianne Smit<br />
Annamaria Gergely<br />
CELESTA<br />
Stephan Kiefer<br />
43
44<br />
Groot Omroepkoor<br />
CHEF-DIRIGENT<br />
Celso Antunes<br />
VASTE GAST-DIRIGENT<br />
Michael Gläser<br />
SOPRANEN<br />
Esther Beima<br />
Reina Boelens<br />
Annelie Brinkhof<br />
Elma van den Dool<br />
Daphne Druijf<br />
Loes Groot Antink<br />
Charlotte Janssen<br />
Anitra Jellema<br />
Margo van Laack<br />
Marianne van Laarhoven<br />
Judith Petra<br />
Linda Rands<br />
Esther Ree *<br />
Maja Roodveldt<br />
Annette de Rozario<br />
Jolanda Sengers<br />
Willemijn Spierenburg *<br />
Henda Strydom<br />
Murni Suwetja<br />
Nikki Treurniet *<br />
Dorien Verheijden<br />
Anna Walker *<br />
Sabine Wüthrich<br />
Yuko Yagishita<br />
ALTEN<br />
Yvonne Benschop<br />
Nicoline Bovens<br />
Ans van Dam<br />
Marjan van Eldik<br />
Eline Harbers<br />
José Kamminga<br />
Anneke Leenman<br />
Els Liebregt<br />
Itzel-Trejo Medecigo *<br />
Marga Melerna<br />
Corrie Pronk<br />
Anjolet Rotteveel<br />
Adélaïde Rouyer<br />
Anneloes Volmer<br />
Lisinka de Vries<br />
Harda van Wageningen<br />
Anke Zuithoff<br />
Pierrette de Zwaan<br />
TENOREN<br />
Alan Belk<br />
Ross Buddie<br />
Kevin Doss<br />
Eyjólfur Eyjólfsson<br />
Boguslaw Fiksinski<br />
Gerben Houba<br />
Peter-Paul Houtmortels<br />
Marius Kwaks<br />
Falco van Loon<br />
Aart Mateboer<br />
Ioan Micu<br />
Matthew Minter<br />
Matthew Smith<br />
Julien Traniello *<br />
Henk Vels<br />
John Vredeveldt<br />
Steven de Vries<br />
Deniz Yilmaz<br />
BASSEN<br />
Gert-Jan Alders<br />
Joep Bröcheler<br />
Math Dirks<br />
Maté Fülep<br />
Geert van Hecke<br />
Henk van Heijnsbergen<br />
Daniël Hermán Mostert<br />
Palle Fuhr Jørgensen<br />
Itamar Lapid<br />
João Paixão<br />
Ludovic Provost<br />
Menno van Slooten<br />
Lars Terray<br />
Hans de Vries<br />
Nanco de Vries<br />
Jan van Zelm<br />
VASTE PIANIST<br />
Ben Martin Weijand<br />
* stagiaires
Meer Debussy<br />
in De Vrijdag van Vredenburg<br />
SERIE ROND DEBUSSY<br />
vrijdag 30 maart 2012, 20.15 uur inleiding Madeleine Pfundt 19.30 uur<br />
De beeldende muziek van Frankrijk<br />
Serge Baudo<br />
SERIE AVRO KLASSIEK / ROND DEBUSSY<br />
vrijdag 27 april 2012, 20.15 uur inleiding Madeleine Pfundt 19.30 uur<br />
Stravinsky in Parijs<br />
<strong>Radio</strong> Filharmonisch<br />
Orkest<br />
Sir Mark Elder dirigent<br />
Ronald Brautigam piano<br />
<strong>Radio</strong> Filharmonisch<br />
Orkest<br />
Serge Baudo dirigent<br />
Renaud Capuçon viool<br />
Debussy<br />
Prélude à l’après-midi<br />
d’un faune<br />
Stravinsky<br />
Concert voor piano en<br />
orkest<br />
Debussy<br />
Jeux<br />
Rimski-Korsakov<br />
Suite uit de Legende van<br />
de onzichtbare stad Kitezj<br />
Messiaen<br />
Un sourire<br />
Saint-Saëns<br />
Introduction et rondo<br />
capriccioso<br />
Ravel<br />
Tzigane<br />
Debussy<br />
Images<br />
Ronald Brautigam<br />
MARCO BORGGREVE<br />
45
46<br />
komende <strong>concert</strong>en in<br />
de Vrijdag van Vredenburg<br />
SERIE TROS VOCAAL<br />
vrijdag 24 februari 2012, 20.15 uur inleiding Kees Wisse 19.30 uur<br />
Masaaki Suzuki dirigeert Mendelssohn, Fauré en Stravinsky<br />
Masaaki Suzuki<br />
SERIE MUZIKALE MEESTERWERKEN<br />
MARCO BORGGREVE<br />
<strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie<br />
Frans Brüggen dirigent<br />
Maria João Pires piano<br />
<strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie<br />
Groot Omroepvrouwenkoor<br />
Masaaki Suzuki dirigent<br />
Joanne Lunn sopraan<br />
Olivia Vermeulen mezzosopraan<br />
vrijdag 9 maart 2012, 20.15 uur<br />
inleiding Aukelien van Hoytema 19.30 uur<br />
Een avond Parijs<br />
Fauré<br />
Masques et bergamasques<br />
Chopin<br />
Tweede piano<strong>concert</strong> *<br />
Haydn<br />
Parijse symfonie nr. 82<br />
‘L’Ours’*<br />
* ZONDAG 11 MAART OOK IN HET ZONDAGOCHTEND CONCERT,<br />
CONCERTGEBOUW, AMSTERDAM<br />
Stravinsky<br />
Suite le baiser de la fée<br />
Fauré<br />
Caligula<br />
Mendelssohn<br />
Ein Sommernachtstraum<br />
Maria João Pires<br />
X
SERIE TROS KLASSIEK<br />
vrijdag 16 maart 2012, 20.15 uur inleiding Sebastiaan van Eck 19.30 uur<br />
Andreas Staier & Frans Brüggen<br />
Andreas Staier<br />
SERIE TROS KLASSIEK / TROS VOCAAL<br />
vrijdag 23 maart 2012, 20.15 uur inleiding Paul Korenhof19.30 uur<br />
Het beroemdste liefdespaar<br />
Groot Omroepkoor<br />
James Gaffi gan dirigent<br />
Géraldine Chauvet<br />
sopraan<br />
Andrew Staples tenor<br />
Thomas Oliemans bas<br />
ERIC LAR<br />
<strong>Radio</strong> Kamer Filharmonie<br />
Frans Brüggen dirigent<br />
Andreas Staier piano<br />
Berlioz<br />
Roméo et Juliette<br />
Debussy /Ravel<br />
Sarabande et Danse<br />
Mozart<br />
Piano<strong>concert</strong> nr. 17 in G<br />
KV 453<br />
Beethoven<br />
Vierde symfonie<br />
Géraldine Chauvet<br />
XX<br />
47
48<br />
colofon<br />
Het <strong>Radio</strong> 4 Concerthuis:<br />
De Vrijdag van Vredenburg – Rond Debussy<br />
Met het <strong>Radio</strong> 4 Concerthuis van<br />
radio4.nl verandert uw huis kamer in<br />
een <strong>concert</strong>zaal wanneer u dat wilt.<br />
Natuurlijk zijn de eigen <strong>Radio</strong> 4<br />
<strong>concert</strong>series - de Vrijdag van Vredenburg<br />
en de NTR ZaterdagMatinee -<br />
volop aanwezig in het <strong>Radio</strong> 4 Concert -<br />
huis. De recente hoogtepunten maar<br />
ook de prachtige historische opnames<br />
uit het rijke omroeparchief.<br />
En ook alle <strong>concert</strong>en van het nieuwe<br />
Vrijdag van Vredenburg- seizoen kunt<br />
u terugluisteren in het <strong>Radio</strong> 4<br />
Concerthuis. U kunt op elk gewenst<br />
moment kiezen uit het altijd actuele<br />
aanbod van ruim 100 <strong>concert</strong>en en<br />
zelf uw <strong>concert</strong> programma samenstellen.<br />
Of laat u verleiden door de<br />
bijzondere highlights die geprogrammeerd<br />
voor u klaarstaan, voorzien<br />
van extra informatie en aantrekkelijk<br />
gepresenteerd.<br />
PROGRAMMERING<br />
Astrid in ’t Veld<br />
PROGRAMMERING VREDENBURG<br />
Guy van Hulst en Peter Tra<br />
PRODUCTIE<br />
Manon Tuynman en<br />
Hanna Schreuders<br />
PRODUCTIE VREDENBURG<br />
Jorunn Labordus<br />
PUBLICITEIT & PRODUCTIE-ASSISTENTIE<br />
Anne Marie van Doorn<br />
EDUCATIE VREDENBURG<br />
Lucine Schipper<br />
ADMINISTRATIE & FINANCIËN<br />
Anneke de Vries<br />
PRESENTATIE RADIO 4<br />
Mark Brouwers, Ab Nieuwdorp<br />
en Maartje Stokkers<br />
RANDPROGRAMMERING TROS EN<br />
AVRO RADIO4<br />
Thea Derks en Victor Striker<br />
EINDREDACTIE RADIO<br />
Roland Kieft en Petra Koks<br />
CASTING DIRECTOR<br />
Mauricio Fernández<br />
ARTISTIEK LEIDER<br />
Kees Vlaardingerbroek<br />
Meer Franse muziek? Dit seizoen viert<br />
De Vrijdag van Vredenburg de 150e<br />
verjaardag van Claude Debussy in de<br />
serie Rond Debussy. Bezoek de Orkestmuziek<br />
zaal voor een selectie Frans<br />
getinte <strong>concert</strong>en.<br />
In het <strong>Radio</strong> 4 Concerthuis bepaalt ú<br />
wat u wilt horen, in het door u<br />
gewenste genre, wanneer u maar wilt.<br />
radio4.nl/<strong>concert</strong>huis<br />
PROGRAMMATOELICHTINGEN<br />
Michiel Cleij, Clemens Romijn<br />
REDACTIE PROGRAMMABOEK<br />
EN VERTALING LA DAMOISELLE ÉLUE<br />
Clemens Romijn<br />
EINDREDACTIE<br />
Onno Schoonderwoerd<br />
VORMGEVING<br />
Dorine Verharen<br />
DRUK<br />
Van der Weij BV Hilversum