21.09.2013 Views

86-5 - Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren

86-5 - Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren

86-5 - Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

in welke onderwijssector door de leerlingen<br />

beheerst dient te worden. Volgens deze wet<br />

dient de leerling:<br />

- referentieniveau 1F of 1S te beheersen<br />

aan het einde <strong>van</strong> de basisschool;<br />

- referentieniveau 2F te beheersen aan het<br />

einde <strong>van</strong> alle leerwegen <strong>van</strong> het vmbo<br />

en bovendien aan het einde <strong>van</strong> een<br />

niveau 2-opleiding in het middelbaar<br />

beroepsonderwijs;<br />

- referentieniveau 3F te beheersen aan<br />

het einde <strong>van</strong> havo en vwo en <strong>van</strong> een<br />

niveau 4-opleiding in het middelbaar<br />

beroepsonderwijs.<br />

De overheid wijkt hierin af <strong>van</strong> de aan<br />

bevelingen <strong>van</strong> de Expertgroep, die voor de<br />

theoretische leerweg, havo en vwo<br />

referentieniveaus uit het S-spoor voorstelt.<br />

<br />

Een vraag <strong>van</strong> de overheid was in hoeverre<br />

de vereisten uit het Referentiekader al deel<br />

uitmaken <strong>van</strong> de huidige examen-<br />

programma’s en kerndoelen onderbouw.<br />

Want wat een leerling in een regulier<br />

schoolvak leert, hoeft hij niet in aparte<br />

rekenlessen te leren. SLO heeft in<br />

het voorjaar 2010 een zogenoemd<br />

ijkingonderzoek uitgevoerd op de examenprogramma’s<br />

<strong>van</strong> het vak wiskunde en<br />

voor het vmbo ook voor de andere sectorvakken<br />

economie en biologie en op de<br />

kerndoelen onderbouw. De conclusie is<br />

dat de examenprogramma’s vmbo en de<br />

onderbouwkerndoelen de rekendoelen uit<br />

referentieniveau 2F voor het grootste deel<br />

afdekken. Voor havo en vwo vormen de<br />

rekendoelen uit referentieniveau 3F in veel<br />

gevallen noodzakelijke voorkennis voor het<br />

examen <strong>van</strong> een <strong>van</strong> de wiskundevakken.<br />

Een belangrijke uitzondering hierop vormt<br />

het rekenen zonder rekenmachine uit<br />

referentieniveau 1F, omdat in het voortgezet<br />

onderwijs de rekenmachine in alle gevallen<br />

toegestaan is.<br />

In tabel 1 staat aangegeven welk(e)<br />

referentieniveau(s) een leerling – althans op<br />

papier – bereikt op basis <strong>van</strong> het reguliere<br />

(wiskunde)onderwijs en wat hij nog moet<br />

bijleren buiten de wiskundevakken om.<br />

Wordt in die tabel een referentieniveau<br />

tussen haakjes vermeld, dan betekent dat<br />

dat het niveau gedeeltelijk aangeboden<br />

wordt.<br />

Voor een school houdt dit in dat het<br />

aanbieden <strong>van</strong> nieuwe leerstof in aparte<br />

tabel 1<br />

rekenlessen alleen noodzakelijk is voor<br />

leerlingen die geen examen wiskunde<br />

afleggen. Naar verwachting zal dat vooral<br />

voor leerlingen vmbo-bb en vmbo-kb<br />

zonder wiskunde niet probleemloos zijn.<br />

Niet zelden betreft dit leerlingen die moeite<br />

hebben met rekenen. Mogelijk hebben<br />

deze leerlingen baat bij een andere didactische<br />

aanpak en aan een koppeling tussen<br />

rekenen met hun aanstaande beroepspraktijk.<br />

Het lesmateriaal uit het project<br />

RekenVOort kan dit uw leerlingen bieden<br />

(zie Literatuur).<br />

Ook leerlingen die een S-niveau hebben<br />

bereikt en getoetst worden op een overeenkomstig<br />

F-niveau, zal een onderwijsaanbod<br />

gedaan moeten worden. Naar verwachting<br />

zullen deze leerlingen weinig moeite hebben<br />

met deze overgang.<br />

<br />

Alle leerlingen uit het voortgezet onderwijs<br />

wordt in het laatste jaar <strong>van</strong> hun schoolloopbaan<br />

een rekentoets afgenomen;<br />

leerlingen uit het middelbaar beroepsonderwijs<br />

leggen een centraal ontwikkeld examen<br />

rekenen/wiskunde af. Om scholen en toetsconstructeurs<br />

duidelijkheid te verschaffen<br />

over de rekentoetsen worden zogenoemde<br />

rekentoetswijzers ontwikkeld door een<br />

rekentoetswijzercommissie. Deze commissie<br />

is ingesteld door het Ministerie <strong>van</strong> OCW<br />

en doet een voorstel aan het ministerie<br />

voor twee rekentoetswijzers. Er komt een<br />

rekentoetswijzer voor het vmbo en een voor<br />

havo/vwo.<br />

De rekentoetswijzers geven een tamelijk<br />

gedetailleerde beschrijving <strong>van</strong> vorm en<br />

inhoud <strong>van</strong> de rekentoetsen. Aan de orde<br />

komen onder meer:<br />

- Welke rekendoelen uit het<br />

Referentiekader rekenen worden in een<br />

rekentoets getoetst?<br />

De commissie kan voorstellen niet alle<br />

rekendoelen uit een bepaald referentieniveau<br />

in de rekentoets op te nemen. In<br />

-<br />

-<br />

-<br />

het bijzonder geldt dat voor rekendoelen<br />

uit onderliggende referentieniveaus.<br />

Krijgen leerlingen tijdens de toetsafname<br />

beschikking over een (digitale) rekenmachine?<br />

Wanneer wel? Wanneer niet?<br />

Het heeft er de schijn <strong>van</strong> dat in beide<br />

rekentoetsen rekenmachineloze opgaven<br />

zullen voorkomen. Welk deel <strong>van</strong> de<br />

opgaven het hier betreft is punt <strong>van</strong><br />

nadere discussie.<br />

Zijn alle toetsopgaven contextopgaven<br />

of kent een rekentoets ook contextloze<br />

(‘kale’) opgaven? Zo ja, hoeveel? Hoe<br />

moeilijk zijn die dan?<br />

Een contextopgave vereist <strong>van</strong> een<br />

leerling dat hij een praktijkprobleem<br />

kan omzetten naar een rekenkundig<br />

probleem, die weet op te lossen en<br />

vervolgens de uitkomst kan vertalen naar<br />

het oorspronkelijke praktijkprobleem.<br />

Bij een kale opgave gaat het enkel<br />

om de oplossing <strong>van</strong> het rekenkundig<br />

probleem. Discussiepunt is welk deel<br />

<strong>van</strong> de opgaven kaal zal zijn. Een ander<br />

discussiepunt is of bij contextopgaven<br />

de rekenmachine altijd toegestaan<br />

is. Dat zou het mogelijk maken<br />

meer authentieke contexten te kiezen<br />

en de eerste en laatste fase <strong>van</strong> het<br />

probleemoplossingsproces zuiverder te<br />

toetsen.<br />

Moeten alle vragen computerscoorbaar<br />

zijn of moet een docent vragen met de<br />

hand nakijken? Zo ja, hoeveel?<br />

<br />

Veel scholen worstelen met de vraag hoe<br />

ze rekenen het beste in hun schoolleerplan<br />

kunnen onderbrengen. Niet zelden roostert<br />

een school een rekenuur in de eerste<br />

brugklas waarin de stof uit het primair<br />

onderwijs met behulp <strong>van</strong> een rekenboekje<br />

opnieuw aan bod komt, vaak op een meer<br />

formele wijze dan op de basisschool geleerd<br />

is. Over een vervolgtraject heeft ze nog<br />

weinig nagedacht. Een dergelijke school

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!