22.09.2013 Views

Kijken en Zien - Bètasteunpunt Utrecht

Kijken en Zien - Bètasteunpunt Utrecht

Kijken en Zien - Bètasteunpunt Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Junior College<br />

<strong>Utrecht</strong><br />

<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> nlt-module voor 5 vwo


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

E<strong>en</strong> biofysische verklaring voor de<br />

werking van de og<strong>en</strong> <strong>en</strong> het zi<strong>en</strong><br />

versie 1.1


Colofon<br />

De module <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong> is bestemd voor de less<strong>en</strong> Natuur, Lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> Technologie. De module is<br />

op 4 juni 2009 gecertificeerd door de Stuurgroep NLT voor gebruik op het vwo in domein E<br />

(biofysica, biochemie <strong>en</strong> bioinformatica). Het certificeringsnummer is X204-039-VE.<br />

De originele gecertificeerde module is in pdf-formaat downloadbaar via http://www.betavak-nlt.nl<br />

De module is gemaakt in opdracht van het Junior College <strong>Utrecht</strong> (www.jcu.uu.nl).<br />

De module is ontwikkeld door e<strong>en</strong> ontwikkelteam onder leiding van drs. Marieke Aars<strong>en</strong><br />

(modulecoördinator 2007-2008) <strong>en</strong> Krijn Kieviet MSc (modulecoördinator 2008-2009).<br />

Met bijdrag<strong>en</strong> van:<br />

• Universiteit <strong>Utrecht</strong>:<br />

o Prof. Dr. Bert van d<strong>en</strong> Berg (Functionele Neurobiologie van het departem<strong>en</strong>t biologie)<br />

o Prof. Dr. Casper Erkel<strong>en</strong>s (Fysica van de M<strong>en</strong>s van het departem<strong>en</strong>t Natuur- <strong>en</strong><br />

Sterr<strong>en</strong>kunde)<br />

o Mw. Dr. Sylvia Pont (Fysica van de M<strong>en</strong>s van het departem<strong>en</strong>t Natuur- <strong>en</strong> Sterr<strong>en</strong>kunde)<br />

o Dr. Richard van Wezel (Functionele Neurobiologie van het departem<strong>en</strong>t biologie)<br />

• Junior College <strong>Utrecht</strong><br />

o Krijn Kieviet MSc (modulecoördinator)<br />

o drs. Marieke Aars<strong>en</strong> (modulecoördinator)<br />

o dr. Ton van der Valk (curriculumcoördinator)<br />

o drs. Gregor de Kort (doc<strong>en</strong>t biologie)<br />

o drs. Carla Franciss<strong>en</strong> (doc<strong>en</strong>t biologie)<br />

o drs. Elleke Staring (doc<strong>en</strong>t biologie)<br />

o ir. Jero<strong>en</strong> van Veld<strong>en</strong> (doc<strong>en</strong>t natuurkunde)<br />

o ir. Katrina Emmett (AIO natuurkunde didactiek)<br />

o drs. Gijs Prozee (ICT bijdrage)<br />

Voor deze module geldt e<strong>en</strong><br />

Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk del<strong>en</strong> 3.0<br />

Nederland Lic<strong>en</strong>tie<br />

http://creativecommons.org/lic<strong>en</strong>ses/by-nc-sa/3.0/nl<br />

Het auteursrecht op de module berust bij de Universiteit <strong>Utrecht</strong>, het Junior College <strong>Utrecht</strong>.<br />

Aangepaste versies van deze module mog<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> verspreid word<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> in de module vermeld<br />

wordt dat het e<strong>en</strong> aangepaste versie betreft, onder vermelding van de naam van de auteur van de<br />

wijziging<strong>en</strong>.<br />

De auteurs hebb<strong>en</strong> bij de ontwikkeling van dit materiaal gebruik gemaakt van materiaal van<br />

derd<strong>en</strong>. Waar dat is gebeurd, is zo veel mogelijk de bron vermeld <strong>en</strong> gaat het, t<strong>en</strong>zij anders<br />

vermeld, om e<strong>en</strong> soortgelijke of ruimere lic<strong>en</strong>tie. Mocht er onverhoopt toch materiaal zijn<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> waarvan de bronvermelding of lic<strong>en</strong>tie niet correct zijn weergev<strong>en</strong>, dan verzoek<strong>en</strong> we<br />

u contact op te nem<strong>en</strong> met het Junior College <strong>Utrecht</strong>.<br />

De module is met zorg sam<strong>en</strong>gesteld. De Universiteit <strong>Utrecht</strong> aanvaardt ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

aansprakelijkheid voor <strong>en</strong>ige schade voortkom<strong>en</strong>d uit (het gebruik van) deze module.<br />

De module <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong> wordt ondersteund door het <strong>Bètasteunpunt</strong> <strong>Utrecht</strong>. Voor<br />

vrag<strong>en</strong> over <strong>en</strong> met betrekking tot de module kun je terecht bij het <strong>Bètasteunpunt</strong><br />

via http://www.betasteunpunt-utrecht.nl/<br />

Het <strong>Bètasteunpunt</strong> verzamelt opmerking<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> van zowel<br />

leerling<strong>en</strong> als doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> over deze module, <strong>en</strong> verbetert <strong>en</strong> houdt de<br />

module up – to – date mede aan de hand van deze ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

opmerking<strong>en</strong>.<br />

We waarder<strong>en</strong> het zeer als u deze stuurt naar info@betasteunpunt-utrecht.nl<br />

Versie 1.1, 2010


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave 1<br />

Introductie 3<br />

Interactieve PowerPointpres<strong>en</strong>tatie 5<br />

Uitvoering 5<br />

Beoordelingscriteria 6<br />

De onderwerp<strong>en</strong> 6<br />

Hoofdstuk 1. Signaalverwerking 11<br />

1.1 Signaalverwerking 11<br />

1.2 Voorbewerking 11<br />

1.3 Detectie 12<br />

1.4 Analyse 13<br />

1.5 Codering 13<br />

1.6 Waarneming 14<br />

1.7 Verwerkingsopdracht<strong>en</strong> 15<br />

Hoofdstuk 2. Oogbeweging<strong>en</strong> 17<br />

2.1 Het belang van oogbeweging<strong>en</strong> 17<br />

2.2 Kinematica: Beweging van het oog 17<br />

2.3 Dynamica: Kracht<strong>en</strong> op de oogbol 19<br />

2.4 Regelkring<strong>en</strong> 19<br />

2.5 Verwerkingsopdracht<strong>en</strong> 21<br />

Hoofdstuk 3. Donkeradaptatie 23<br />

3.1 Donkeradaptatie 23<br />

3.2 Wat is licht/donkeradaptatie? 23<br />

3.3 Modeller<strong>en</strong> 24<br />

3.4 Verwerkingsopgav<strong>en</strong> 26<br />

Hoofdstuk 4. Kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> 28<br />

4.1 Kleur<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> 28<br />

4.2 Fysische beschrijving van kleur<strong>en</strong> 29<br />

4.3 Kleur<strong>en</strong> om ons he<strong>en</strong> 29<br />

4.4 Typ<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> <strong>en</strong> mix<strong>en</strong> 30<br />

1


Inhoudsopgave <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

4.5 Kleurwaarneming 31<br />

4.6 Kleurwaarneming <strong>en</strong> context 32<br />

4.7 Verwerkingsvrag<strong>en</strong> 32<br />

Hoofdstuk 5. Receptieve veld<strong>en</strong> 33<br />

5.1 Receptieve veld<strong>en</strong> 33<br />

5.2 Fotoreceptor<strong>en</strong> 33<br />

5.3 Ganglioncell<strong>en</strong> 34<br />

5.4 De primaire visuele cortex 35<br />

5.5 Wiskundige beschrijving van e<strong>en</strong> receptief veld 35<br />

5.6 Toepassing<strong>en</strong> in de techniek 36<br />

5.7 Verwerkingsopdracht<strong>en</strong> 36<br />

Voork<strong>en</strong>nisbijlage 1. Het oog 38<br />

V1.1 Zintuig<strong>en</strong> 38<br />

V1.2 De anatomie van het oog 39<br />

V1.3 Accommoder<strong>en</strong> 42<br />

V1.4 Diepte zi<strong>en</strong> 43<br />

V1.5 Experim<strong>en</strong>t: 3D-afbeelding<strong>en</strong> 44<br />

V1.6 Verwerkingsopdracht<strong>en</strong> 45<br />

Voork<strong>en</strong>nisbijlage 2. Regelsystem<strong>en</strong> 46<br />

V2.1 Invoer 46<br />

V2.2 Verwerking 48<br />

V2.3 Uitvoer 48<br />

Bijlage A. Systeembordopdracht<strong>en</strong> 49<br />

2


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Introductie<br />

Introductie<br />

Introductie<br />

Stel je b<strong>en</strong>t op zoek naar e<strong>en</strong> medeleerling. Na lang zoek<strong>en</strong> zie je haar eindelijk aan de overkant<br />

van e<strong>en</strong> drukke weg staan. Ze staat tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groep stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de bus in wil stapp<strong>en</strong>. Snel<br />

druk je op het knopje van het verkeerslicht, maar het stomme ding blijft op rood staan.<br />

Ondertuss<strong>en</strong> begint het ook nog te reg<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Je besluit door rood te lop<strong>en</strong>. Je kijkt naar de overkant om te zi<strong>en</strong> of je vri<strong>en</strong>din er nog is <strong>en</strong> stapt,<br />

zonder te kijk<strong>en</strong>, de weg op. Vanuit je ooghoek zie je e<strong>en</strong> taxi met hoge snelheid op je af kom<strong>en</strong>.<br />

Je weet gelukkig nog net op tijd terug te spring<strong>en</strong>. Dan maar wacht<strong>en</strong> tot het gro<strong>en</strong> wordt. Als het<br />

licht van kleur verspringt loop je gauw naar de overkant.<br />

In de bov<strong>en</strong>staande alinea werk<strong>en</strong> og<strong>en</strong> <strong>en</strong> hers<strong>en</strong><strong>en</strong> hard om alle impuls<strong>en</strong> die ze krijg<strong>en</strong> te<br />

verwerk<strong>en</strong>. Het licht van je omgeving valt op het netvlies in je og<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> signaal wordt naar je<br />

hers<strong>en</strong><strong>en</strong> gestuurd <strong>en</strong> die verwerk<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s dat signaal. Deze stapp<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de rode draad<br />

in deze module. Je kunt met je og<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, maar zonder hers<strong>en</strong><strong>en</strong> zie je niets. Hoe werkt dit? Hoe<br />

kan het dat je e<strong>en</strong> medeleerling in e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>igte kan zi<strong>en</strong>? Hoe komt het dat je kunt zi<strong>en</strong> dat het<br />

verkeerslicht van rood naar gro<strong>en</strong> gaat? Hoe kan het dat je niet gemerkt hebt dat er e<strong>en</strong> reg<strong>en</strong>wolk<br />

voor de zon kwam <strong>en</strong> alles e<strong>en</strong> stuk donkerder werd? E<strong>en</strong> camera had e<strong>en</strong> flitser nodig gehad om<br />

die afname in lichtint<strong>en</strong>siteit te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>. Dit soort vrag<strong>en</strong> over het visuele systeem leid<strong>en</strong> tot<br />

de c<strong>en</strong>trale vraag: wat gebeurt er met het licht dat in het oog valt <strong>en</strong> hoe leidt dat tot waarnem<strong>en</strong>?<br />

Vandaar het thema van deze module: <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

3


Introductie <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

4


Interactieve PowerPointpres<strong>en</strong>tatie <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

Interactieve Interactieve PowerPointpres<strong>en</strong>tatie<br />

PowerPointpres<strong>en</strong>tatie<br />

Tijd<strong>en</strong>s deze module ga je e<strong>en</strong> biofysisch probleem over visuele waarneming<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>. De stof<br />

die je daarvoor nodig hebt, wordt tijd<strong>en</strong>s de module behandeld <strong>en</strong> kun je vind<strong>en</strong> in de aangebod<strong>en</strong><br />

literatuur. Als eindproduct maak je e<strong>en</strong> interactieve PowerPointpres<strong>en</strong>tatie.<br />

Uitvoering<br />

In groepjes bestudeer je de achtergrondliteratuur die bij elke opdracht staat aangegev<strong>en</strong>. Je vat<br />

deze k<strong>en</strong>nis sam<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> PowerPoint pres<strong>en</strong>tatie. In de pres<strong>en</strong>tatie stel je vrag<strong>en</strong> waarmee je<br />

kunt controler<strong>en</strong> of je klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> de stof begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. In de handleiding PowerPoint,<br />

interactieve vrag<strong>en</strong> toevoeg<strong>en</strong> aan Microsoft PowerPoint 2003 kun je lez<strong>en</strong> hoe je dat gemakkelijk<br />

kunt do<strong>en</strong>.<br />

Lees eerst de onderstaande deelopdracht<strong>en</strong> door om e<strong>en</strong> totaalbeeld van de opdracht te krijg<strong>en</strong>.<br />

Opdracht 1: Maak e<strong>en</strong> werkplan, bestudeer het onderwerp <strong>en</strong> diep het uit<br />

In het kort di<strong>en</strong>t het werkplan ervoor dat iedere<strong>en</strong> in je groepje weet wat er op welk mom<strong>en</strong>t moet<br />

gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoeveel tijd dat waarschijnlijk kost.<br />

In het werkplan staan de volg<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong>:<br />

• Nam<strong>en</strong><br />

• Onderzoeksvraag<br />

• Ev<strong>en</strong>tuele deelvrag<strong>en</strong><br />

• Bronvermelding<br />

• Activiteit<strong>en</strong>planning<br />

De activiteit<strong>en</strong>planning is daarbij heel belangrijk. Schrijf op wat er moet gebeur<strong>en</strong>, wie dat gaat<br />

do<strong>en</strong>, wanneer het af moet zijn <strong>en</strong> hoeveel tijd je d<strong>en</strong>kt dat het gaat kost<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel kun je er<br />

voor de duidelijkheid bijzett<strong>en</strong> of het huiswerk is of dat er tijd voor is tijd<strong>en</strong>s de less<strong>en</strong>. Je kunt de<br />

opdracht<strong>en</strong> uit dit hoofdstuk gebruik<strong>en</strong> om activiteit<strong>en</strong> te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />

activiteit wie wanneer b<strong>en</strong>odigde tijd<br />

Opdracht 2: Uitwisseling van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> het formuler<strong>en</strong> van vrag<strong>en</strong><br />

Overleg met je groepje, dit kan natuurlijk via MSN, skype of mondeling in pauze. Binn<strong>en</strong> de groep<br />

wissel je de gevond<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis uit <strong>en</strong> ondervraag je elkaar. Heb je nu het antwoord op de vraag?<br />

Hoe ga je dit aan je klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> uitlegg<strong>en</strong>? Wat moet er in de tekst die je gaat schrijv<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> te<br />

staan? Welke vrag<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>k je vervolg<strong>en</strong>s om te onderzoek<strong>en</strong> of je klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> je tekst begrep<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong>? D<strong>en</strong>k eraan: je moet dan k<strong>en</strong>nis-, begrip- <strong>en</strong> toepassingsvrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>.<br />

Opdracht 3: Voorbereid<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong><br />

Stel e<strong>en</strong> aantal tekst<strong>en</strong> op die antwoord gev<strong>en</strong> op je onderzoeksvraag <strong>en</strong>/of deelvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

formuleer al <strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong> voor je klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. Let op: de tekst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kort <strong>en</strong> bondig zijn!<br />

5


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Interactieve PowerPointpres<strong>en</strong>tatie<br />

Opdracht 4: Invoer<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong><br />

Vervolg<strong>en</strong>s ga je de tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> invoer<strong>en</strong> in PowerPoint. Houdt er rek<strong>en</strong>ing mee dat je<br />

misschi<strong>en</strong> ook tijd kwijt b<strong>en</strong>t aan het ler<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> met PowerPoint.<br />

Opdracht 5: Feedback van je medeleerling<strong>en</strong><br />

Laat e<strong>en</strong> ander groepje je pres<strong>en</strong>tatie doorlop<strong>en</strong>. Zij beoordel<strong>en</strong> je opdracht <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> je feedback.<br />

Wat is goed <strong>en</strong> wat kun je nog verbeter<strong>en</strong>?<br />

Opdracht 6: Aanpass<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong><br />

Pas de tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> aan de hand van de gekreg<strong>en</strong> feedback aan.<br />

Opdracht 7: Schrijf e<strong>en</strong> reflectie<br />

Schrijf e<strong>en</strong> reflectie. Hierin vermeld je welke problem<strong>en</strong> je teg<strong>en</strong>kwam <strong>en</strong> hoe je deze hebt<br />

opgelost, of de planning klopte <strong>en</strong> doe je suggesties voor vervolgonderzoek <strong>en</strong>/of verbetering.<br />

Opdracht 8: Pres<strong>en</strong>tatie<br />

De uiteindelijke pres<strong>en</strong>tatie wordt door je klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> de doc<strong>en</strong>t beoordeeld.<br />

Achteraf: evaluatie <strong>en</strong> afronding module<br />

Evaluatie <strong>en</strong> afsluiting van de module.<br />

Beoordelingscriteria<br />

Je opdracht wordt beoordeeld op je werkplan, de reflectie <strong>en</strong> het op tijd inlever<strong>en</strong> van de tekst.<br />

Uiteindelijk word je PowerPointpres<strong>en</strong>tatie beoordeeld door je klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met behulp<br />

van onderstaande vrag<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k daar aan bij het uitwerk<strong>en</strong> van je opdracht!<br />

• Is de gebod<strong>en</strong> informatie relevant met betrekking tot de vraagstelling?<br />

• Is de vraag opgelost met behulp van e<strong>en</strong> biofysische verklaring (e<strong>en</strong> fysische verklaring voor<br />

e<strong>en</strong> biologisch f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>) <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> van toepassing: wordt het biologische f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> uitgelegd<br />

m.b.v. e<strong>en</strong> formule?<br />

• Is er e<strong>en</strong> begrijpelijk antwoord op de hoofdvraag / conclusie?<br />

• Dekk<strong>en</strong> de gestelde vrag<strong>en</strong> de inhoud?<br />

• Zijn de drie typ<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> (k<strong>en</strong>nis-, begrip- <strong>en</strong> toepassingsvrag<strong>en</strong>) gesteld?<br />

• Zijn alle deelvrag<strong>en</strong> duidelijk beantwoord?<br />

• Is de structuur van de pres<strong>en</strong>tatie helder? Lay-out: goed leesbaar, nette afwerking, <strong>en</strong>z.?<br />

• Zijn de illustraties relevant, verhelder<strong>en</strong>d?<br />

• Is er sprake van goed taalgebruik, ge<strong>en</strong> overbodige vreemde term<strong>en</strong>?<br />

• Beoordeel de originaliteit.<br />

• Zijn de makers van de site goed ingevoerd in het onderwerp?<br />

• Beoordeel de moeilijkheidsgraad van het onderwerp.<br />

• Beoordeel de moeilijkheidsgraad van de gestelde vrag<strong>en</strong>.<br />

De onderwerp<strong>en</strong><br />

De onderwerp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hier kort beschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn voorzi<strong>en</strong> van de onderzoeksvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

korte literatuurlijst.<br />

1. Donkeradaptatie <strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />

Voor de komst van elektriciteit oogstt<strong>en</strong> boer<strong>en</strong> zowel overdag als bij volle maan. Deze maanstand<br />

werd ‘’Harvest Moon’’ g<strong>en</strong>oemd. De hoeveelheid licht was voldo<strong>en</strong>de om goed te kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Toch<br />

zag m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> kleur, hoewel… als m<strong>en</strong> lang g<strong>en</strong>oeg in het donker werkte in het grijze landschap<br />

werd dit ‘‘blauwachtig’’. Boer<strong>en</strong> verbaasd<strong>en</strong> zich ook over het feit dat als zij naar e<strong>en</strong> tekst kek<strong>en</strong><br />

dit goed leesbaar leek, maar zodra zij die wild<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> lukte dit niet.<br />

Verklaar de visuele f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> die optred<strong>en</strong> bij het zi<strong>en</strong> bij maanlicht.<br />

Geef antwoord op de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

• Hoe komt het dat m<strong>en</strong> bij het volle maanlicht ge<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> kan waarnem<strong>en</strong>?<br />

6


Interactieve PowerPointpres<strong>en</strong>tatie <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

• Leg uit wat de purkinje shift is <strong>en</strong> waarom dit zorgt voor e<strong>en</strong> ‘’blauw landschap’’.<br />

• Hoe komt het dat m<strong>en</strong> bij maanlicht ge<strong>en</strong> details, zoals letters, kan zi<strong>en</strong>?<br />

Literatuur<br />

• Modeling Blue shift in Moonlit Sc<strong>en</strong>es by Rod Cone Interaction; S. M. Khan and S.N. Pattanaik;<br />

http://bit.ly/Blueshift<br />

2. Vogels <strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />

Voor vogels is het heel handig om goed kleur<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Voor hun voedsel zijn ze<br />

vaak aangewez<strong>en</strong> op gekleurde vrucht<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> plant<strong>en</strong> door de mogelijk ruimere<br />

verspreiding van hun zad<strong>en</strong> voordeel als ze gekleurde vrucht<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

Geef antwoord op de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

• Wat voor kleur<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vogels zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe vergelijkt zich dat met de m<strong>en</strong>selijke waarneming<br />

van kleur<strong>en</strong>?<br />

• Zijn er kleur<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet <strong>en</strong> vogels wel kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>?<br />

• Verklaar de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> vogels op basis van de bouw van het oog.<br />

• Waarom is het voor vogels van belang andere kleur<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>?<br />

Literatuur:<br />

• What Birds See; July 2006; Sci<strong>en</strong>tific American Magazine; by Timothy H. Goldsmith; 8 Page(s)<br />

• Website: Exploring the fourth dim<strong>en</strong>sion; University of Bristol; http://bit.ly/4Dcolor<br />

• The molecular basis for UV vision in birds: spectral characteristics, cDNA sequ<strong>en</strong>ce and retinal<br />

localization of the UV-s<strong>en</strong>sitive visual pigm<strong>en</strong>t of the budgerigar (Melopsittacus undulatus);<br />

S.E. Wilkie, P.M.A.M. Vissers, D. Das, W.J. Degrip, J.K. Bowmaker and D.M. Hunt; Biochemical<br />

Journal (1998); http://bit.ly/UVbird<br />

3. Structurele kleur<strong>en</strong> in de natuur (vlindervleugels)<br />

Sommige dier<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> extra op door hun bijzondere olieachtige kleur. Bijvoorbeeld pauw<strong>en</strong>ver<strong>en</strong>,<br />

torr<strong>en</strong> <strong>en</strong> de felblauwe metaalachtige Morpho-vlinders. In de natuur zie je veel kleur<strong>en</strong> die door<br />

pigm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke (voornamelijk chemische sam<strong>en</strong>stelling) word<strong>en</strong> veroorzaakt, maar hoe<br />

kom<strong>en</strong> deze tot stand?<br />

Geef antwoord op de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

• Hoe kom<strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>staande bijzondere kleur<strong>en</strong> die je bij dier<strong>en</strong> waarneemt tot stand?<br />

• Wat hebb<strong>en</strong> de begripp<strong>en</strong> ‘fotonisch kristal’ <strong>en</strong> ‘iridesc<strong>en</strong>t colour’ hiermee te mak<strong>en</strong>?<br />

Literatuur:<br />

• Website: Natural Photonics; University of Exeter; http://bit.ly/natpho<br />

• Iridesc<strong>en</strong>t Color of a Shell of the Mollusk Pinctada Margaritifera Caused by Diffraction; Y. Liu, J.<br />

Shigley and K. Hurwit; Optics Express, Vol. 4, Issue 5, pp. 177-182 (1999); http://bit.ly/IrCol<br />

• Licht tot stilstand in fotonisch kristal; K<strong>en</strong>nislink; http://bit.ly/KLfotkr<br />

4. De beweging van onze og<strong>en</strong><br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook veel dier<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> twee beweg<strong>en</strong>de og<strong>en</strong>. Via onze og<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> wat er in<br />

onze omgeving gebeurt. We kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> waar we kunn<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar niet. We kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />

waar voedsel is <strong>en</strong> hoe we het moet<strong>en</strong> vastpakk<strong>en</strong>. Ook kunn<strong>en</strong> we uit onze ooghoek<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat er<br />

e<strong>en</strong> auto snel op ons af komt. Kortom, zi<strong>en</strong> is erg belangrijk in ons lev<strong>en</strong>. Voor veel dier<strong>en</strong> is zi<strong>en</strong><br />

zelfs noodzakelijk om te kunn<strong>en</strong> overlev<strong>en</strong>.<br />

Om het zi<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> we meer wet<strong>en</strong> dan de bouw van het oog alle<strong>en</strong>. We<br />

moet<strong>en</strong> ook wet<strong>en</strong> hoe onze og<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>. De vraag is daarom: Hoe beweg<strong>en</strong> onze og<strong>en</strong>?<br />

Geef antwoord op de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

• Welke soort<strong>en</strong> oogbeweging<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> we bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>?<br />

• Zijn er dier<strong>en</strong> die andere oogbeweging<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarin verschill<strong>en</strong> deze beweging<strong>en</strong> dan<br />

met de oogbeweging<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>?<br />

• Welke soort<strong>en</strong> beweging<strong>en</strong> zijn overbodig als onze og<strong>en</strong> vergelijkbaar met camera’s zoud<strong>en</strong><br />

zijn?<br />

7


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Interactieve PowerPointpres<strong>en</strong>tatie<br />

Literatuur<br />

• Website: Eye movem<strong>en</strong>ts; http://bit.ly/EyeMov<br />

• Website: Eye movem<strong>en</strong>ts; Visual Perception Laboratory; http://bit.ly/VPLeye<br />

• Website: Roger Carp<strong>en</strong>ters Eye Movem<strong>en</strong>t Page; http://bit.ly/RCeyemov<br />

5. De og<strong>en</strong> van dier<strong>en</strong> in water <strong>en</strong> lucht<br />

Je merkt het mete<strong>en</strong> als je met je og<strong>en</strong> op<strong>en</strong> onder water zwemt: landdierog<strong>en</strong> do<strong>en</strong> het niet al te<br />

best onder water. Hoe kan dat? En wat als e<strong>en</strong> organisme zowel bov<strong>en</strong> als onder water moet<br />

kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>?<br />

Geef antwoord op de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

• Hoe werk<strong>en</strong> l<strong>en</strong>sog<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> <strong>en</strong> onder water?<br />

• Waarom doet e<strong>en</strong> landoog het in het water niet goed <strong>en</strong> andersom?<br />

• Welke bijzondere eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> oog van e<strong>en</strong> bepaald dier (bijvoorbeeld de zeehond,<br />

pinguïn of de Anableps) hebb<strong>en</strong>, zodat hij wel zowel onder als bov<strong>en</strong> water kan zi<strong>en</strong>? Leg deze<br />

uit.<br />

Literatuur<br />

• Website: The Naked Sci<strong>en</strong>tists - Focussing Under Water; http://bit.ly/NSfuw<br />

• Land, M.P. and Nilsson, D.-E. Animal Eyes. Oxford University Press, Oxford. (2002)<br />

• Sivak, J.G. and Millodot, M., 1977. Optical performance of the p<strong>en</strong>guin eye in air and water. J.<br />

comp. Physiol. 119, pp. 241–247<br />

• Sivak, J.G., 1976. Optics of the eye of the “four-eyed fish” (Anableps anableps). Vision Res. 16,<br />

pp. 531–534.<br />

• Website: Ebiomedia - What animal sees above and below water at the same time;<br />

http://bit.ly/EbioAna<br />

• Website: Ebiomedia - How do animals see underwater; http://bit.ly/EbioUnd<br />

6. De facet-og<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> insect<br />

Je leert straks veel over hoe ons oog in elkaar zit <strong>en</strong> functioneert. Echter, het mer<strong>en</strong>deel van de<br />

diersoort<strong>en</strong> op aarde heeft e<strong>en</strong> heel ander oog. Ongeveer vier van iedere vijf diersoort<strong>en</strong> op aarde<br />

zijn geleedpotig<strong>en</strong>. Hier hor<strong>en</strong> ook de insect<strong>en</strong> bij. Zij hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> camera-og<strong>en</strong> met in elk oog 1<br />

l<strong>en</strong>s, zoals wij, maar facetog<strong>en</strong> of sam<strong>en</strong>gestelde og<strong>en</strong>. Maar hoe werkt e<strong>en</strong> dergelijk facetoog nou<br />

eig<strong>en</strong>lijk? Zi<strong>en</strong> insect<strong>en</strong> inderdaad honderd<strong>en</strong> onderstebov<strong>en</strong> staande beeld<strong>en</strong>, zoals Hollywood ons<br />

graag laat gelov<strong>en</strong>?<br />

Geef antwoord op de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>:<br />

• Hoe zijn facetog<strong>en</strong> opgebouwd?<br />

• Hoe werk<strong>en</strong> facetog<strong>en</strong>?<br />

• Waarin verschill<strong>en</strong> ze van camera-og<strong>en</strong>?<br />

• Waarin kom<strong>en</strong> ze overe<strong>en</strong> met camera-og<strong>en</strong>?<br />

• Wat zijn de optische problem<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> systeem met dergelijk kleine ommatidia teg<strong>en</strong>komt <strong>en</strong><br />

hoe word<strong>en</strong> die opgelost?<br />

Literatuur<br />

• In het Engels heet e<strong>en</strong> facetoog of sam<strong>en</strong>gesteld oog e<strong>en</strong> “compound eye”.<br />

• Land, M.P. and Nilsson, D.-E. , Animal Eyes. Oxford University Press, Oxford. (2002)<br />

• Land MF. (2005)The optical structures of animal eyes. Curr Biol;15(9):R319-23;<br />

http://bit.ly/Landopt<br />

• Website: The Compound Eye; http://bit.ly/TheCE<br />

• Website: Entomology 401 - INSECT VISION; http://bit.ly/Ent401<br />

7. Hoe wet<strong>en</strong> trekvlinders de weg?<br />

De Monarchvlinder is e<strong>en</strong> veelvoorkom<strong>en</strong>de vlinder in Noord-Amerika, <strong>en</strong> erg bek<strong>en</strong>d vanwege zijn<br />

lange trektocht<strong>en</strong>: hij overwintert in Mexico <strong>en</strong> trekt 's zomers tot in Canada. Maar hoe kom<strong>en</strong> ze<br />

daar? M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> beschikking over kaart<strong>en</strong>, rout<strong>en</strong>et <strong>en</strong> TomTom, maar sommige insect<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beter trucje. Vlinders kunn<strong>en</strong> de polarisatie van licht waarnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zo hun<br />

richting op basis van de stand van de zon bepal<strong>en</strong>.<br />

8


Interactieve PowerPointpres<strong>en</strong>tatie <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

Licht is op te vatt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> golfbeweging. Als het licht trilt in e<strong>en</strong> bepaalde richting dan heet dat<br />

gepolariseerd licht. Veel insect<strong>en</strong>, zoals bij<strong>en</strong> <strong>en</strong> mier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> deze polarisatie zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich hierop<br />

oriënter<strong>en</strong>. Hoe kan het dat zij dit kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> wij niet?<br />

Geef antwoord op het volg<strong>en</strong>de:<br />

• Hoe ontstaat het polarisatiepatroon in de lucht?<br />

• Hoe kan het dat insect<strong>en</strong> dit polarisatiepatroon kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> wij niet?<br />

• Hoe gebruik<strong>en</strong> insect<strong>en</strong> dit patroon?<br />

• Hoe gebruik<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> detectie van gepolariseerd licht nog meer?<br />

Literatuur<br />

• Land, M.P. and Nilsson, D.-E. Animal Eyes. Oxford University Press, Oxford. (2002)<br />

• Website: Insect P-ray Vision, the secret in the eye; http://bit.ly/P-ray<br />

• Website: Ocean Explorer - Polarization Vision; http://bit.ly/PolVis<br />

9


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Interactieve PowerPointpres<strong>en</strong>tatie<br />

10


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 1. Signaalverwerking<br />

Hoofdstuk Hoofdstuk 1. 1. Signaalverwerking<br />

ignaalverwerking<br />

Licht dat op het netvlies valt, leidt in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> tot het waarnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beeld. Dit proces kan<br />

word<strong>en</strong> opgedeeld in e<strong>en</strong> aantal stapp<strong>en</strong>.<br />

In In In welke welke welke stapp<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> kan kan kan het het het proces proces proces dat dat dat tot tot tot waarneming waarneming waarneming leidt leidt leidt word<strong>en</strong> word<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgedeeld?<br />

opgedeeld?<br />

opgedeeld?<br />

Oriëntatievrag<strong>en</strong><br />

a Welke onderdel<strong>en</strong> van het oog passeert e<strong>en</strong> lichtstraal voordat hij op het netvlies valt.<br />

b Wat is de functie van deze onderdel<strong>en</strong>?<br />

c Wat is de formule voor trillingstijd?<br />

d Noem e<strong>en</strong> manier waarop je oog ervoor zorgt dat je niet verblind wordt in de volle zon.<br />

e De resolutie van e<strong>en</strong> beeldscherm wordt bepaald door het aantal pixels. Waar hangt de<br />

resolutie van het oog vanaf?<br />

1.1 Signaalverwerking<br />

Figuur 1-1 is e<strong>en</strong> afbeelding van e<strong>en</strong> simpele camera. De<br />

camera kan ongeveer hetzelfde als het oog, licht dat door de<br />

l<strong>en</strong>s binn<strong>en</strong>valt, zorgt ervoor dat er uiteindelijk “e<strong>en</strong> foto” op<br />

de geheug<strong>en</strong>kaart komt te staan.<br />

Het licht wordt door de l<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> lichtgevoelige plaat<br />

afgebeeld, die plaat reageert op het licht <strong>en</strong> stuurt<br />

elektrische signal<strong>en</strong> naar de geheug<strong>en</strong>kaart. Voordat het<br />

beeld wordt opgeslag<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> er wat bewerking<strong>en</strong><br />

uitgevoerd om bijvoorbeeld ruis te onderdrukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />

contrast bij te stell<strong>en</strong>.<br />

Het oog werkt op ongeveer dezelfde manier. Licht wordt door<br />

de l<strong>en</strong>s op het netvlies afgebeeld, de lichtgevoelige cell<strong>en</strong><br />

reager<strong>en</strong> op dat licht <strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> elektrisch signaal aan de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt doorgegev<strong>en</strong>.<br />

Voordat de signal<strong>en</strong> van de detector<strong>en</strong> in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> beeld word<strong>en</strong> gevormd, ondergaat<br />

het bewerking<strong>en</strong> om bijvoorbeeld ruis te onderdrukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het contrast bij te stell<strong>en</strong>.<br />

Het grote verschil tuss<strong>en</strong> het oog <strong>en</strong> de camera is het uiteindelijke doel van de hele verwerking.<br />

Met de camera hoeft het beeld alle<strong>en</strong> maar opgeslag<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Het oog vangt licht op met het<br />

doel dat we het beeld met de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> waarnem<strong>en</strong>. De overige stapp<strong>en</strong> zijn vergelijkbaar.<br />

De verwerking van de signal<strong>en</strong> bestaat dus uit verschill<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong>. Deze stapp<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we op<br />

de volg<strong>en</strong>de manier typer<strong>en</strong>: het signaal wordt eerst voorbewerkt, daarna wordt het signaal<br />

geanalyseerd, gedetecteerd, gecodeerd <strong>en</strong> uiteindelijk leidt dat tot waarneming in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>. In<br />

dit hoofdstuk lop<strong>en</strong> we al deze stapp<strong>en</strong> in het visuele systeem langs.<br />

1.2 Voorbewerking<br />

Lichtsignal<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door het optisch systeem voorbewerkt. E<strong>en</strong> eerste voorbewerking is selectie.<br />

Door het richt<strong>en</strong> van je oog of camera maak je e<strong>en</strong> keuze tuss<strong>en</strong> de lichtstral<strong>en</strong> die je wel <strong>en</strong> niet<br />

op wilt vang<strong>en</strong>. Ook de tijd dat je kijkt of het mom<strong>en</strong>t van afdrukk<strong>en</strong> van de camera heeft met<br />

11<br />

Figuur 1-1: E<strong>en</strong> simpele camera.<br />

© SqueakyMarmot (Flickr)


Hoofdstuk 1. Signaalverwerking <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

selectie <strong>en</strong> dus voorbewerking te mak<strong>en</strong>. Uiteindelijk wordt alle<strong>en</strong> het licht dat op het netvlies valt<br />

verder bewerkt.<br />

In het oog zorgt de pupil voor de regeling van de lichtsterkte die op het netvlies valt. Hij kan groter<br />

of kleiner gemaakt word<strong>en</strong> bij variaties in de lichtsterkte. Daarnaast k<strong>en</strong>t het oog ook e<strong>en</strong> regeling<br />

van de gevoeligheid van het netvlies. Dit onderdeel wordt verder uitgewerkt in het hoofdstuk over<br />

donkeradaptatie.<br />

Het oog heeft verschill<strong>en</strong>de system<strong>en</strong> die ervoor zorg<strong>en</strong> dat het signaal op de juiste manier het<br />

netvlies bereikt. De meeste van deze system<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> vanzelf. Als je je oog e<strong>en</strong>maal gericht hebt,<br />

hoef je je niet meer te bekommer<strong>en</strong> over scherpstell<strong>en</strong> of het volg<strong>en</strong> van het beeld. Automatische<br />

regelsystem<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> je deze taak uit hand<strong>en</strong>.<br />

Bij het lop<strong>en</strong> of als we ons hoofd licht beweg<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we het beeld niet continu op <strong>en</strong> neer<br />

schokk<strong>en</strong>. Daarvoor bezit het oog e<strong>en</strong> stabiliseringsregeling die continu probeert het beeld op<br />

dezelfde plek op het netvlies te houd<strong>en</strong>. Dit gaat zelfs zover dat bij het kantel<strong>en</strong> van het hoofd de<br />

oogboll<strong>en</strong> de andere kant op draai<strong>en</strong> om het beeld stabiel te houd<strong>en</strong>. Er is ook e<strong>en</strong> regelsysteem<br />

voor het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>d beeld. De og<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong> zodanig dat het beeld zo goed<br />

mogelijk op het netvlies blijft.<br />

E<strong>en</strong> regelsysteem probeert e<strong>en</strong> ingestelde waarde te handhav<strong>en</strong>. De huidige waarde wordt<br />

gemet<strong>en</strong> <strong>en</strong> als deze niet gelijk is aan de gew<strong>en</strong>ste waarde, wordt er actie ondernom<strong>en</strong> om dat<br />

verschil op te heff<strong>en</strong>. Als er teveel licht in het oog valt, wordt de pupil kleiner, waardoor er minder<br />

licht in het oog valt. Is het nog teveel dan gaat de pupil verder dicht, is het nu te weinig, dan gaat<br />

de pupil weer op<strong>en</strong>. Deze zog<strong>en</strong>aamde terugkoppeling is karakteristiek voor e<strong>en</strong> regelsysteem.<br />

Bij regelsystem<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> we over e<strong>en</strong> invoer, e<strong>en</strong> verwerking <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitvoer. Bij de pupilreflex is<br />

de invoer de lichtsterkte op het netvlies die na e<strong>en</strong> verwerking in het visuele systeem zorgt voor de<br />

uitvoer: verandering van de pupilgrootte.<br />

Biologische system<strong>en</strong> zoals de pupilreflex, kun je zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> regelsysteem.<br />

1.3 Detectie<br />

Na de voorbewerking van het lichtsignaal<br />

dat je oog invalt, wordt het licht<br />

gedetecteerd door de detector<strong>en</strong> in je<br />

netvlies. Deze detector<strong>en</strong> zijn de staafjes<br />

<strong>en</strong> kegeltjes. Detector<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

afhankelijk van hun doel, verschill<strong>en</strong>de<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />

1.3.1. Gevoeligheid<br />

Het oog is niet gevoelig voor alle<br />

frequ<strong>en</strong>ties. Kegeltjes kunn<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong><br />

aantal frequ<strong>en</strong>ties detecter<strong>en</strong>. De<br />

optimale frequ<strong>en</strong>ties voor de kegeltjes<br />

zijn 565nm, 535nm <strong>en</strong> 420nm.<br />

Daarnaast zijn ze gevoelig voor de<br />

frequ<strong>en</strong>ties daaromhe<strong>en</strong>. Het zijn<br />

zog<strong>en</strong>aamde bandfilters. In figuur 1-2 is<br />

de gevoeligheid over de frequ<strong>en</strong>ties<br />

weergegev<strong>en</strong> voor de kegeltjes.<br />

Figuur 1-2: De kegeltjes zijn elk gevoelig voor e<strong>en</strong><br />

specifieke waaier aan frequ<strong>en</strong>ties.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

Elke foton met e<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tie die binn<strong>en</strong> de band van e<strong>en</strong> receptor valt, geeft e<strong>en</strong> signaal als hij op<br />

die receptor terecht komt. Afzonderlijke bandfilters overlapp<strong>en</strong> gedeeltelijk. Dit betek<strong>en</strong>t dat<br />

meerdere bandfilters door één signaal kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geactiveerd. Het kan dus gebeur<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />

sterk signaal in de staart van e<strong>en</strong> bepaald bandfilter e<strong>en</strong> zwak signaal in het midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

andere volledig onderdrukk<strong>en</strong>. Dit kan grote gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor de waarneming. Hoe je met<br />

slechts drie detector<strong>en</strong> toch meer dan drie kleur<strong>en</strong> kunt waarnem<strong>en</strong> wordt verder uitgelegd in het<br />

hoofdstuk over “Kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>”.<br />

12


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 1. Signaalverwerking<br />

Figuur 1-3: Juist waarneembare verschil bij<br />

kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Alles binn<strong>en</strong> één ellips wordt<br />

door ons als één kleur waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

© PAR (Wikipediagebruiker)<br />

1.4 Analyse<br />

13<br />

De hoeveelheid <strong>en</strong>ergie in e<strong>en</strong> signaal bepaalt of<br />

het wel of niet gedetecteerd kan word<strong>en</strong>.<br />

B<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde drempel, zie of hoor je<br />

niets.<br />

1.3.2. Resolutie<br />

Hoe goed je signal<strong>en</strong> kunt onderscheid<strong>en</strong> wordt<br />

bepaald door de resolutie van de detector. De<br />

resolutie is het minimale verschil dat tuss<strong>en</strong><br />

twee signal<strong>en</strong> moet zitt<strong>en</strong> om ze als<br />

verschill<strong>en</strong>de signal<strong>en</strong> waar te kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>.<br />

Dit verschil hoeft echter niet voor het hele<br />

bereik van e<strong>en</strong> detector gelijk te zijn. Zo kan<br />

het nog net waarneembare verschil bij lage<br />

waardes kleiner zijn dan bij hoge waardes. In<br />

het m<strong>en</strong>selijk oog zitt<strong>en</strong> drie verschill<strong>en</strong>de<br />

kegeltjes, daardoor kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

combinaties van golfl<strong>en</strong>gtes dezelfde<br />

kleurs<strong>en</strong>satie gev<strong>en</strong>. In figuur 1-3 gev<strong>en</strong> de<br />

ellips<strong>en</strong> aan wat de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zijn van het<br />

waarnem<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong> bij kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />

Vall<strong>en</strong> twee kleur<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ellips, dan<br />

kunn<strong>en</strong> wij ge<strong>en</strong> onderscheid mak<strong>en</strong>.<br />

Naast de kegeltjes, heeft het oog ook staafjes.<br />

Deze reager<strong>en</strong> niet op e<strong>en</strong> specifieke golfl<strong>en</strong>gte<br />

<strong>en</strong> hun drempelwaarde ligt e<strong>en</strong> stuk lager dan<br />

bij de kegeltjes.<br />

Na detectie wordt het signaal geanalyseerd. Daardoor kunn<strong>en</strong> we complexere ding<strong>en</strong> detecter<strong>en</strong>.<br />

In de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> zal er op e<strong>en</strong> aantal verder word<strong>en</strong> ingegaan, maar hier word<strong>en</strong> er<br />

alvast e<strong>en</strong> paar g<strong>en</strong>oemd.<br />

• Integrer<strong>en</strong>de detectors: Geschikt voor het detecter<strong>en</strong> van tr<strong>en</strong>ds, maar ongevoelig voor korte<br />

termijn verandering<strong>en</strong>.<br />

• Differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong>de detectors: Helemaal ingericht voor het detecter<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong><br />

• Complexere detectors: D<strong>en</strong>k aan e<strong>en</strong> gezichtsdetector of aan e<strong>en</strong> lijndetector<br />

Kortom, afhankelijk van de situatie kunn<strong>en</strong> heel specialistische detectors ingezet word<strong>en</strong>. Deze zijn<br />

beter in staat e<strong>en</strong> heel specifieke impuls te detecter<strong>en</strong> dan de “g<strong>en</strong>eral purpose” detector<strong>en</strong>.<br />

1.5 Codering<br />

Na detectie van e<strong>en</strong> prikkel moet er e<strong>en</strong> signaal verzond<strong>en</strong> of opgeslag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor verdere<br />

verwerking. Bij het oog wordt na detectie van het licht dit omgezet naar e<strong>en</strong> reeks puls<strong>en</strong> in de<br />

z<strong>en</strong>uw<strong>en</strong> die het signaal naar de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> vervoer<strong>en</strong>. Daar vindt de verdere verwerking of opslag<br />

plaats. Hoe dit gebeurt, hangt af van de codering van de beeld<strong>en</strong>. Meestal heeft het ge<strong>en</strong> zin om<br />

alle details op te slaan, maar moet de ess<strong>en</strong>tie bewaard blijv<strong>en</strong>. Hoe beter je in staat b<strong>en</strong>t om de<br />

ess<strong>en</strong>tie weer te gev<strong>en</strong> in plaats van de details, hoe minder geheug<strong>en</strong>ruimte dat kost, <strong>en</strong> hoe<br />

sneller je iets kunt verwerk<strong>en</strong>. Als voorbeeld van codering nem<strong>en</strong> we de spraak. Op het laagste<br />

niveau moet je de spraak opnem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> heb je voor e<strong>en</strong> uurtje spraak al gauw e<strong>en</strong> hele CD vol met<br />

geluid. Huur je e<strong>en</strong> foneticus in, e<strong>en</strong> deskundige op het gebied van spraak <strong>en</strong> klank<strong>en</strong>, dan kan hij<br />

de spraak opschrijv<strong>en</strong> aan de hand van de klank<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> klein stukje op diezelfde CD is dan al<br />

g<strong>en</strong>oeg. Als het om de boodschap gaat kunn<strong>en</strong> wij dat zelf al efficiënter. Met letters kan de<br />

boodschap al heel kort word<strong>en</strong> opgeschrev<strong>en</strong>. Dit kan je verder trekk<strong>en</strong> naar lettergrep<strong>en</strong>, woord<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> zelfs hele stukk<strong>en</strong> tekst. Als wij iets gehoord hebb<strong>en</strong>, onthoud<strong>en</strong> we de boodschap <strong>en</strong> niet de<br />

details.


Hoofdstuk 1. Signaalverwerking <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

Bij zi<strong>en</strong> geldt exact hetzelfde. Meestal als wij will<strong>en</strong> onthoud<strong>en</strong> wat we gezi<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, beperk<strong>en</strong> wij<br />

ons tot de begripp<strong>en</strong>, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> tafel, stoel, lamp, etc. Details als het aantal spijkers in de<br />

tafel of de ribbels op de individuele spijkers zi<strong>en</strong> we niet e<strong>en</strong>s. Dit heeft ook alles te mak<strong>en</strong> met<br />

onze manier van waarnem<strong>en</strong>.<br />

De eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van ons lichaam bepal<strong>en</strong> wat wij wel <strong>en</strong> niet kunn<strong>en</strong> waarnem<strong>en</strong>. Daar mak<strong>en</strong><br />

we dankbaar gebruik van bij het coder<strong>en</strong> van muziek <strong>en</strong> video. E<strong>en</strong> MP3-speler kan zoveel muziek<br />

bevatt<strong>en</strong>, omdat bij de codering veel informatie die we toch niet kunn<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> wordt weggelat<strong>en</strong>.<br />

Bij videocodering doet m<strong>en</strong> precies hetzelfde. Zonder gebruik te mak<strong>en</strong> van de specifieke<br />

karakteristiek<strong>en</strong> van ons visueel systeem zou TV helemaal niet mogelijk zijn.<br />

Maar wat is waarnem<strong>en</strong> nu eig<strong>en</strong>lijk?<br />

1.6 Waarneming<br />

In figuur 1-4 kan je de kop van e<strong>en</strong> paard waarnem<strong>en</strong>. Of<br />

neem je de lijntjes waar? Of de kleur<strong>en</strong>? Of nog iets anders?<br />

Bij rechtszak<strong>en</strong> vraagt de rechter aan getuig<strong>en</strong> wat ze nu<br />

eig<strong>en</strong>lijk gezi<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, of beter gezegd, wat ze hebb<strong>en</strong><br />

waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dat dit lang niet altijd e<strong>en</strong>voudig is, mag wel<br />

blijk<strong>en</strong> uit elkaar teg<strong>en</strong>sprek<strong>en</strong>de getuig<strong>en</strong> of bij<br />

veroordeling<strong>en</strong> die achteraf geheel onterecht blek<strong>en</strong> te zijn.<br />

Lieg<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong> stelselmatig of is er iets anders aan de<br />

hand? Waarneming blijkt niet alle<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong> uit<br />

signaalverwerking, maar ook psychologische factor<strong>en</strong> spel<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> belangrijke rol. Waar de fysica ophoudt <strong>en</strong> waar<br />

psychologie begint is zelfs vaak niet duidelijk. In deze<br />

module beperk<strong>en</strong> we ons tot de volg<strong>en</strong>de indeling van type<br />

waarneming:<br />

• Bewust<br />

• Onbewust<br />

• Spook<br />

Het eerste type is wat je klassiek ziet als waarneming. Zonder bewustwording is er eig<strong>en</strong>lijk niets<br />

(voor jou in ieder geval). Toch blijk je onbewust ook heel veel te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar te nem<strong>en</strong>. Hoe vaak<br />

komt het niet voor dat je plotseling thuis b<strong>en</strong>t, zonder je de weg te kunn<strong>en</strong> herinner<strong>en</strong> die je<br />

gefietst b<strong>en</strong>t? Onderweg moet je toch het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander hebb<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Of toch niet? Heel vaak neem je iets echt niet waar als je er niet op conc<strong>en</strong>treert. Gelukkig maar.<br />

Als we alles zoud<strong>en</strong> waarnem<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> we gill<strong>en</strong>d gek word<strong>en</strong>. Wie heeft er immers gekek<strong>en</strong> naar<br />

de onregelmatighed<strong>en</strong> in dit papier of in deze letters?<br />

Bij de spookwaarneming<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> we weer terug bij de rechter. In veel strafzak<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong><br />

ding<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> die er aantoonbaar echt niet geweest zijn. De “juiste” manier van vrag<strong>en</strong><br />

stell<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> grote invloed hebb<strong>en</strong> op dergelijke spookwaarneming<strong>en</strong>. In teg<strong>en</strong>stelling tot ons<br />

eerste gevoel blijk<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong> de meeste onberek<strong>en</strong>bare factor te zijn in veel strafzak<strong>en</strong>. In het<br />

hoofdstuk receptieve veld<strong>en</strong> krijg je ding<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> die er aantoonbaar niet zijn.<br />

De rest van de module gaat over waarneming<strong>en</strong> die je je bewust kunt word<strong>en</strong> <strong>en</strong> die verklaard<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan de hand van de signaalverwerking van ons oog. Het zal blijk<strong>en</strong> dat er in onze<br />

waarneming allerlei drempels zitt<strong>en</strong>. Inher<strong>en</strong>te drempels die veroorzaakt word<strong>en</strong> door de fysische<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van het signaal, maar ook drempels die bij de evolutie ontstaan zijn, <strong>en</strong> dus<br />

specifiek zijn voor e<strong>en</strong> soort.<br />

Ook blijk<strong>en</strong> we prima in staat tot het aanvull<strong>en</strong> van miss<strong>en</strong>de informatie. De meest mnsn zlln niet<br />

veel prblmn hbbn met het lzn van deze zn ndks dt er veel klnkrs mssn. Dat kan tot vreemde<br />

effect<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />

14<br />

Figuur 1-4: Schets van e<strong>en</strong> paard?


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 1. Signaalverwerking<br />

1.7 Verwerkingsopdracht<strong>en</strong><br />

Vraag 1-1 De pupilreflex op het systeembord<br />

Onderstaande opdracht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> met het systeembord of met e<strong>en</strong> simulator op de computer<br />

gedaan word<strong>en</strong>. Als je nog nooit met e<strong>en</strong> systeembord hebt gewerkt of je k<strong>en</strong>nis wilt opfriss<strong>en</strong>,<br />

kun je eerst wat opdracht<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> uit Bijlage A.<br />

a Bij te veel licht moet de pupil kleiner word<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij te weinig licht weer groter. In figuur 1-5<br />

kun je e<strong>en</strong> schakeling zi<strong>en</strong> waarin de pupil (LED) groot (aan) is als de lichtbron (variabele<br />

spanning) klein is. Maak deze schakeling na.<br />

b Om het oog te bescherm<strong>en</strong> is snel kleiner word<strong>en</strong> van de pupil ess<strong>en</strong>tieel. Het kan echter<br />

verstandig zijn om het weer groter word<strong>en</strong> te vertrag<strong>en</strong>. Pas de schakeling zodanig aan dat de<br />

pupil na e<strong>en</strong> vertraging pas weer op<strong>en</strong> gaat.<br />

Figuur 1-5: De schakeling uit vraag 1-1. De variabele spanningsbron geeft de lichtsterkte aan <strong>en</strong> de<br />

LED staat aan als de pupil groot is. Als omslagpunt tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote <strong>en</strong> kleine pupil is gekoz<strong>en</strong> voor<br />

2,5 V. In de bov<strong>en</strong>ste schakeling is er veel licht, dus is de pupil klein. In de onderste schakeling is er<br />

weinig licht <strong>en</strong> is de pupil dus groot.<br />

© K.J. Kieviet, Junior College <strong>Utrecht</strong><br />

c Het gebruik van drugs maakt de pupil ook kleiner. Voeg dit effect toe aan de vorige schakeling.<br />

Simuleer het gebruik van drugs met e<strong>en</strong> schakelaar.<br />

d Simuleer nu de grootte van de pupil met vier LEDs: hoe meer licht, hoe meer LEDs. Pas de<br />

schakeling zo aan dat bij veel licht alle LEDs brand<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij weinig ge<strong>en</strong>. Het is lastig om de<br />

vertraagde op<strong>en</strong>ing vast te houd<strong>en</strong>.<br />

Vraag 1-2 Wat staat hier?<br />

Zoals je hebt gemerkt kunn<strong>en</strong> we woord<strong>en</strong> nog steeds lez<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> groot deel van de klinkers<br />

wordt weggelat<strong>en</strong>. Vlgones e<strong>en</strong> oznrdeeok op e<strong>en</strong> Eglnese uvinretsiet mkaat het neit uit in wlkee<br />

vloogdre de ltteers in e<strong>en</strong> wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse <strong>en</strong> de ltaatse<br />

ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgo<strong>en</strong> wllikueirg gpletaast wdor<strong>en</strong> <strong>en</strong> je<br />

knut vrelvog<strong>en</strong>s gwoeon lze<strong>en</strong> wat er saatt.<br />

Wat zegt dit over de manier waarop we woord<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>?<br />

15


Hoofdstuk 1. Signaalverwerking <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

16


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 2. Oogbeweging<strong>en</strong><br />

Hoofdstuk Hoofdstuk 2. 2. Oogbeweging<strong>en</strong><br />

Oogbeweging<strong>en</strong><br />

Dit hoofdstuk gaat over de beweging van oogspier<strong>en</strong>. Er wordt antwoord gegev<strong>en</strong> op de c<strong>en</strong>trale<br />

vraag:<br />

Oriëntatievrag<strong>en</strong><br />

Hoe Hoe Hoe beweg<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong> onze onze onze oge og<strong>en</strong>? oge og<strong>en</strong>?<br />

n?<br />

a Zoek in BINAS de formule voor het berek<strong>en</strong><strong>en</strong> van harmonische trilling<strong>en</strong> op.<br />

b Periode zet je om in de frequ<strong>en</strong>tie m.b.v. de formule: ƒ = 1/T. Je wilt de frequ<strong>en</strong>tie berek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

voor het (harmonisch) trill<strong>en</strong> van het oog. Stel e<strong>en</strong> formule op die de frequ<strong>en</strong>tie van e<strong>en</strong><br />

harmonische trilling omschrijft.<br />

2.1 Het belang van oogbeweging<strong>en</strong><br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook veel dier<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> twee beweg<strong>en</strong>de og<strong>en</strong>.<br />

Via onze og<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> wat er in onze omgeving<br />

gebeurt. We kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> waar we kunn<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar<br />

niet. We kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> waar voedsel is <strong>en</strong> hoe we het moet<strong>en</strong><br />

vastpakk<strong>en</strong>. Ook kunn<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> dat er verderop e<strong>en</strong> hond<br />

staat waar we bang voor zijn. Kortom, zi<strong>en</strong> is erg belangrijk<br />

in ons lev<strong>en</strong>. Voor veel dier<strong>en</strong> is zi<strong>en</strong> zelfs noodzakelijk om<br />

te kunn<strong>en</strong> overlev<strong>en</strong>.<br />

Om het zi<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> dier te kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> is k<strong>en</strong>nis<br />

van diverse onderwerp<strong>en</strong> van belang. Allereerst moet<strong>en</strong> we<br />

wet<strong>en</strong> hoe voorwerp<strong>en</strong> in de og<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgebeeld<br />

(optica). Daarnaast is het belangrijk te wet<strong>en</strong> hoe onze<br />

hers<strong>en</strong><strong>en</strong> de s<strong>en</strong>sorische <strong>en</strong> motorische signal<strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong><br />

(signaalverwerking). Tot slot is het belangrijk om te wet<strong>en</strong> hoe de og<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong> (kinematica),<br />

want door onze og<strong>en</strong> te beweg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we bijvoorbeeld beweg<strong>en</strong>de voorwerp<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> scherp<br />

blijv<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.<br />

Oogbeweging<strong>en</strong> zijn daarom van wez<strong>en</strong>lijk belang voor het zi<strong>en</strong>. Maar, hoe beweg<strong>en</strong> onze og<strong>en</strong><br />

eig<strong>en</strong>lijk? Om dit te wet<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>, onderzoek<strong>en</strong> we in dit hoofdstuk hoe onze og<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>,<br />

hoe de oogspier<strong>en</strong> voor de beweging van de og<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> (dynamica) <strong>en</strong> hoe het z<strong>en</strong>uwstelsel de<br />

oogspier<strong>en</strong> aanstuurt (regelkring).<br />

2.2 Kinematica: Beweging van het oog<br />

Er zijn twee soort<strong>en</strong> oogbeweging<strong>en</strong>. Langzame oogbeweging<strong>en</strong> het<strong>en</strong> gladde volgbeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de snelle word<strong>en</strong> saccades g<strong>en</strong>oemd. In figuur 2-2 zie je e<strong>en</strong> oogbeweging, terwijl het oog naar<br />

e<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>d voorwerp kijkt dat he<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer beweegt (osciller<strong>en</strong>). Dergelijke oogbeweging<strong>en</strong><br />

zijn draaiing<strong>en</strong> van het bolvormig oog om e<strong>en</strong> vaste as. De grootte van de draaiingshoek van het<br />

oog wordt in grad<strong>en</strong> (°) uitgedrukt. De snelheid van het oog druk je vervolg<strong>en</strong>s uit in °/s. Het oog<br />

kan beweging<strong>en</strong> van het doel nauwkeurig volg<strong>en</strong> als het doel regelmatig <strong>en</strong> dus voorspelbaar<br />

beweegt. Als de regelmaat verandert dan word<strong>en</strong> de gladde volgbeweging<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de <strong>en</strong>ige tijd<br />

afgewisseld met saccades (snelle, sprongachtige oogbeweging<strong>en</strong>). Na ongeveer e<strong>en</strong> seconde<br />

17<br />

Figuur 2-1: E<strong>en</strong> oog<br />

© R@punseLL (Flickr)


Hoofdstuk 2. Oogbeweging<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

word<strong>en</strong> de oogbeweging<strong>en</strong> weer bijna helemaal glad. Je kunt de afwisseling van gladde<br />

oogbeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> saccades zi<strong>en</strong> in figuur 2-2.<br />

Positie<br />

van het<br />

2<br />

0 4<br />

1 S<br />

Gladde volgbeweging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> elke willekeurige snelheid hebb<strong>en</strong>. De snelheid wordt bepaald door<br />

de snelheid van het doel, zolang dit e<strong>en</strong> snelheid van ongeveer 100°/s niet te bov<strong>en</strong> gaat. Sneller<br />

kan het oog niet volg<strong>en</strong>.<br />

De og<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong> zo snel als mogelijk is tijd<strong>en</strong>s saccades. In figuur 2-3 zie je de hoek (amplitude)<br />

<strong>en</strong> snelheid (velocity) van het oog als functie van de tijd tijd<strong>en</strong>s saccades van 5° tot 80°. De og<strong>en</strong><br />

versnell<strong>en</strong> vanuit stilstand <strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> de maximumsnelheid binn<strong>en</strong> slechts 20ms. Daarna<br />

vertrag<strong>en</strong> de og<strong>en</strong> weer. Kleine saccades dur<strong>en</strong> slechts 40ms <strong>en</strong> hele grote ongeveer 200ms. Voor<br />

grote saccades kan de maximumsnelheid waard<strong>en</strong> van 500 à 600°/s bereik<strong>en</strong>.<br />

Figuur 2-3: de hoek (bov<strong>en</strong>) <strong>en</strong> snelheid van het<br />

oog (onder) voor saccades van verschill<strong>en</strong>de<br />

amplitude (hoek waarover het oog draait). De<br />

amplitude varieert van 5° tot 80°. Bij e<strong>en</strong> bepaalde<br />

amplitude van e<strong>en</strong> saccade (bijv. 20°) hoort e<strong>en</strong><br />

vaste maximumsnelheid.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit<br />

<strong>Utrecht</strong><br />

18<br />

Figuur 2-2: Het oog volgt e<strong>en</strong> doel dat<br />

sinusvormig beweegt. De beweging van dit<br />

doel verandert na <strong>en</strong>ige tijd in amplitude<br />

<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tie.<br />

In de uitvergroting zijn na de<br />

frequ<strong>en</strong>tiewissel saccades te zi<strong>en</strong>. Na<br />

verloop van tijd wordt het doel weer met<br />

gladde volgbeweging<strong>en</strong> gevolgd.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s,<br />

Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

Figuur 2-4: De oogbol met oogspier<strong>en</strong><br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit <strong>Utrecht</strong>


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 2. Oogbeweging<strong>en</strong><br />

2.3 Dynamica: Kracht<strong>en</strong> op de oogbol<br />

De oogbol (zie figuur 2-4) zit via zes spier<strong>en</strong> vast aan de oogkas. Als we e<strong>en</strong> oog op e<strong>en</strong><br />

onnatuurlijke manier uit het ev<strong>en</strong>wicht br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> door aan één van de spier<strong>en</strong> te trekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan los<br />

te lat<strong>en</strong>, dan kruipt het oog terug naar stand in rust <strong>en</strong> duurt het bijna e<strong>en</strong> seconde voordat het stil<br />

staat. Dit is e<strong>en</strong> lange tijd, veel langer<br />

dan de tijd die het oog nodig heeft om na<br />

saccades tot stilstand te kom<strong>en</strong> (zie<br />

figuur 2-3).<br />

In mechanisch opzicht kun je oogbol <strong>en</strong><br />

spier<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> massaveersysteem<br />

opvatt<strong>en</strong>. In figuur 2-5 zie<br />

je e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig massa-veersysteem<br />

dat uit e<strong>en</strong> massa m (kg) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> veer<br />

met veerconstante C (N/m) bestaat. Als<br />

e<strong>en</strong> dergelijk systeem in trilling komt dan<br />

trilt het met e<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tie. Deze kun je<br />

berek<strong>en</strong><strong>en</strong> met de volg<strong>en</strong>de formule:<br />

f<br />

1<br />

=<br />

2π<br />

C<br />

m<br />

De frequ<strong>en</strong>tie ƒ wordt uitgedrukt in Hertz (Hz of 1/s).<br />

Massa-veersystem<strong>en</strong> kun je indel<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de categorieën: ongedempt, ondergedempt <strong>en</strong><br />

zwaargedempt. Als massa-veersystem<strong>en</strong> zoals in figuur 2-5 in trilling kom<strong>en</strong> dan blijv<strong>en</strong> ze trill<strong>en</strong>.<br />

Je noemt dit ongedempt. In e<strong>en</strong> situatie zonder wrijving is e<strong>en</strong> veer ongedempt. Echte ver<strong>en</strong> zijn<br />

altijd gedempt: ze stopp<strong>en</strong> met beweg<strong>en</strong>. De demping kan licht zijn zoals van het blauwe systeem<br />

van figuur 2-6. E<strong>en</strong> dergelijk systeem heet ondergedempt als de beweging één of meerdere ker<strong>en</strong><br />

door de ev<strong>en</strong>wichtsstand gaat. Merk op dat de mate van demping ge<strong>en</strong> invloed op de frequ<strong>en</strong>tie<br />

heeft.<br />

E<strong>en</strong> systeem heet zwaar gedempt of overgedempt (figuur 2-7) als het vanuit iedere stand naar de<br />

ev<strong>en</strong>wichtsstand kruipt zonder deze te passer<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> systeem dat zo snel mogelijk maar nog net<br />

kruip<strong>en</strong>d naar de ruststand beweegt wordt kritisch gedempt g<strong>en</strong>oemd. De og<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> voorbeeld<br />

van e<strong>en</strong> zwaar gedempt systeem. Wanneer ze door de oogspier uit de ev<strong>en</strong>wichtsstand word<strong>en</strong><br />

gehaald zull<strong>en</strong> ze daar altijd naar teruggaan, zonder dus te blijv<strong>en</strong> trill<strong>en</strong>.<br />

Figuur 2-6: Twee massa–veersystem<strong>en</strong>, één<br />

ongedempt (zwart) <strong>en</strong> het andere<br />

ondergedempt (blauw).<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit<br />

<strong>Utrecht</strong><br />

2.4 Regelkring<strong>en</strong><br />

Figuur 2-5: Drie massa – veersystem<strong>en</strong> (links) die met<br />

verschill<strong>en</strong>de frequ<strong>en</strong>ties trill<strong>en</strong> (rechts).<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

De oogspier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door z<strong>en</strong>uwsignal<strong>en</strong> uit de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> aangestuurd. Dit betek<strong>en</strong>t dat via e<strong>en</strong><br />

aantal z<strong>en</strong>uw<strong>en</strong> impuls<strong>en</strong> naar de spier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevoerd die vervolg<strong>en</strong>s daar de spier<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>trekk<strong>en</strong>. Als we erg<strong>en</strong>s naar kijk<strong>en</strong> ontstaat er e<strong>en</strong> hele ket<strong>en</strong> van signal<strong>en</strong> die ervoor zorgt<br />

19<br />

Figuur 2-7: Twee massa–veersystem<strong>en</strong>, één<br />

ongedempt (zwart) <strong>en</strong> het andere overgedempt<br />

(blauw).<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit<br />

<strong>Utrecht</strong>


Hoofdstuk 2. Oogbeweging<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

dat de og<strong>en</strong> in de goede stand gaan staan <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> staan. Het licht van e<strong>en</strong> voorwerp valt op het<br />

netvlies, van daar word<strong>en</strong> de impuls<strong>en</strong> naar de visuele schors (aan de achterkant van het hoofd)<br />

getransporteerd, verwerkt <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s via diverse pad<strong>en</strong> naar de hers<strong>en</strong>stam vervoerd, vanwaar<br />

motorneuron<strong>en</strong> signal<strong>en</strong> naar de oogspier<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>. Zo’n hele ket<strong>en</strong> van signal<strong>en</strong> heet e<strong>en</strong><br />

regelkring. In de regelkring<strong>en</strong> van de oogbeweging<strong>en</strong> duurt het ongeveer 150ms, voordat<br />

lichtsignal<strong>en</strong> in het oog in oogbeweging<strong>en</strong> zijn omgezet.<br />

We zull<strong>en</strong> twee verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> regelkring<strong>en</strong> van oogbeweging<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong>. Het <strong>en</strong>e type<br />

veroorzaakt de snelle beweging<strong>en</strong>, de saccades. Het andere type wordt voor langzame<br />

oogbeweging<strong>en</strong> gebruikt. E<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> langzaam oogbewegingsysteem is verg<strong>en</strong>tie.<br />

Verg<strong>en</strong>tiebeweging<strong>en</strong> zijn de oogbeweging<strong>en</strong> die je maakt als je naar e<strong>en</strong> voorwerp kijkt dat naar<br />

je toekomt of van je af beweegt. Je og<strong>en</strong> draai<strong>en</strong> dan allebei respectievelijk in de richting van je<br />

neus of er juist vanaf. De verg<strong>en</strong>tiehoek is de hoek tuss<strong>en</strong> de kijkass<strong>en</strong> van de og<strong>en</strong>. Als je ver<br />

weg kijkt is de verg<strong>en</strong>tiehoek 0°.<br />

2.4.1. Sturing van saccades<br />

We hebb<strong>en</strong> aan het begin van de paragraaf<br />

gezegd dat e<strong>en</strong> oog pas na ongeveer e<strong>en</strong><br />

seconde tot rust komt. We hebb<strong>en</strong> ook gezi<strong>en</strong><br />

dat saccades snelle oogbeweging<strong>en</strong> zijn die<br />

maar 40 tot 200ms dur<strong>en</strong>, waarna het oog<br />

direct tot rust komt. Hoe krijgt het<br />

z<strong>en</strong>uwstelsel dit voor elkaar?<br />

Het z<strong>en</strong>uwstelsel stuurt via e<strong>en</strong> afvoer<strong>en</strong>d<br />

motorneuron (figuur 2-8A) e<strong>en</strong> serie<br />

elektrische impuls<strong>en</strong> naar de oogspier. De<br />

reeks bestaat uit twee ‘’signal<strong>en</strong>’’, e<strong>en</strong> puls <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> stapvormige verandering van het aantal<br />

spikes. De puls is e<strong>en</strong> korte uitbarsting van<br />

impuls<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit versnelt het oog zo snel<br />

mogelijk vanuit stilstand. De stap is e<strong>en</strong><br />

constante stroom impuls<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgt ervoor dat<br />

het oog in de nieuwe hoek blijft staan zonder<br />

na te trill<strong>en</strong>. Deze methode werkt alle<strong>en</strong> goed<br />

als puls <strong>en</strong> stap precies op elkaar zijn<br />

afgestemd.<br />

Figuur 2-8B laat zi<strong>en</strong> dat het z<strong>en</strong>uwsignaal<br />

(uitgedrukt in spikes/s) naar de oogspier<br />

inderdaad uit e<strong>en</strong> puls- <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stapvormig deel<br />

bestaat.<br />

Hoe stemt het z<strong>en</strong>uwstelsel puls <strong>en</strong> stap op<br />

elkaar af?<br />

De oplossing: De stap wordt via interneuron<strong>en</strong><br />

door integratie (optell<strong>en</strong> van de spikes) uit de<br />

puls verkreg<strong>en</strong>. In het motorneuron word<strong>en</strong><br />

puls <strong>en</strong> stap sam<strong>en</strong>gebracht. Oogbeweging<strong>en</strong><br />

van patiënt<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de afstemming van<br />

puls <strong>en</strong> stap ook mis kan gaan. De saccades<br />

zijn dan te traag of het oog blijft osciller<strong>en</strong>.<br />

20<br />

A<br />

B<br />

C<br />

Figuur 2-8: Meting aan e<strong>en</strong> motorneuron.<br />

A. Terwijl het oog e<strong>en</strong> saccade maakt, word<strong>en</strong> de<br />

impuls<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> afvoer<strong>en</strong>d (abduc<strong>en</strong>s)<br />

motorneuron gemet<strong>en</strong>.<br />

B. Bij de start van e<strong>en</strong> saccade wordt e<strong>en</strong> korte<br />

puls gegev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> continue impulsreeks zorgt<br />

ervoor dat het oog op zijn plek blijft.<br />

C. Het aantal impuls<strong>en</strong> (spikes) per seconde. In<br />

de grafiek<strong>en</strong> is te zi<strong>en</strong> hoe de puls <strong>en</strong> de<br />

stapgrootte sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de snelheid <strong>en</strong> de<br />

positie van het oog.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit<br />

<strong>Utrecht</strong>


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 2. Oogbeweging<strong>en</strong><br />

2.4.2. Sturing van verg<strong>en</strong>tie<br />

Stel je kijkt naar de grijze stip (figuur 2-9).<br />

Meestal betek<strong>en</strong>t dit dat de stip op de gele<br />

vlekk<strong>en</strong> (fovea’s = F) van het linker- <strong>en</strong><br />

rechteroog wordt afgebeeld. De grijze stip heet<br />

dan het (binoculaire) fixatiepunt. De hoek tuss<strong>en</strong><br />

de kijkass<strong>en</strong> (getrokk<strong>en</strong> lijn<strong>en</strong> in figuur 2-9) heet<br />

de verg<strong>en</strong>tiehoek. Wil je naar driehoek B kijk<strong>en</strong><br />

dan moet<strong>en</strong> beide og<strong>en</strong> naar binn<strong>en</strong> draai<strong>en</strong><br />

(converger<strong>en</strong>), totdat b L <strong>en</strong> b R met F<br />

sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>. Wil je naar vierkant A kijk<strong>en</strong> dan<br />

moet<strong>en</strong> je og<strong>en</strong> naar buit<strong>en</strong> draai<strong>en</strong> (diverger<strong>en</strong>),<br />

totdat a L <strong>en</strong> a R met F sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>. Het<br />

hoekverschil van A of B met de verg<strong>en</strong>tiehoek<br />

heet dispariteit.<br />

In de visuele schors van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn er<br />

neuron<strong>en</strong> die dispariteit met<strong>en</strong> <strong>en</strong> die hun<br />

signal<strong>en</strong> naar de hers<strong>en</strong>stam stur<strong>en</strong> waar de<br />

neuron<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> die de oogspier<strong>en</strong> aanstur<strong>en</strong>,<br />

zodat naar binn<strong>en</strong> of naar buit<strong>en</strong> draai<strong>en</strong>.<br />

Stel nu dat de grijze stip sinusvormig tuss<strong>en</strong> A <strong>en</strong><br />

B beweegt <strong>en</strong> je de opdracht krijgt naar de stip<br />

te blijv<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>. Je og<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> dan afwissel<strong>en</strong>d<br />

gaan converger<strong>en</strong> <strong>en</strong> diverger<strong>en</strong>. Je og<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dan sinusvormige verg<strong>en</strong>tiebeweging<strong>en</strong> zoals in<br />

figuur 2-10. Verg<strong>en</strong>tiebeweging<strong>en</strong> van de frequ<strong>en</strong>tie van de doelbeweging (zwart). Bij lage<br />

frequ<strong>en</strong>ties blijk<strong>en</strong> de og<strong>en</strong> bijna perfect het doel te kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>, bij hoge frequ<strong>en</strong>ties lop<strong>en</strong> ze<br />

achter <strong>en</strong> zijn de beweging<strong>en</strong> te klein.<br />

4<br />

2<br />

- 2<br />

- 4<br />

2.5 Verwerkingsopdracht<strong>en</strong><br />

Vraag 2-1 Waarom gaan gladde oogbeweging<strong>en</strong> soms over in saccades?<br />

Wanneer de amplitude of frequ<strong>en</strong>tie van e<strong>en</strong> doel verandert, gaan gladde oogbeweging<strong>en</strong> tijdelijk<br />

over in saccades. Wat zou het doel kunn<strong>en</strong> zijn van deze verandering van de oogbeweging<strong>en</strong>?<br />

Vraag 2-2 E<strong>en</strong> auto volg<strong>en</strong><br />

Stel je kijkt naar e<strong>en</strong> auto die op 100 meter afstand passeert. Het maximum wat je og<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong> is 100°/s. Berek<strong>en</strong> bij welke snelheid (in km/u) van de auto je de auto nog kunt volg<strong>en</strong> met<br />

je og<strong>en</strong>?<br />

Vraag 2-3 Welke veer is het meest stijf?<br />

2 4 6 8<br />

Stel de drie massa’s in figuur 2-5 zijn gelijk. Welke veer is dan het meest stijf (heeft de grootste<br />

C)?<br />

21<br />

Figuur 2-9: Verg<strong>en</strong>tiebeweging. F is de gele<br />

vlek, aL <strong>en</strong> bL zijn de posities van de gele<br />

vlek in het linker oog als er naar<br />

respectievelijk A of B wordt gekek<strong>en</strong>, aR <strong>en</strong><br />

bR gev<strong>en</strong> de positie van de gele vlek in het<br />

rechter oog aan als er naar respectievelijk A<br />

of B wordt gekek<strong>en</strong>.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit<br />

<strong>Utrecht</strong><br />

tijd (second<strong>en</strong>)<br />

Figuur 2-10: Verg<strong>en</strong>tiebeweging<strong>en</strong> van het doel (zwart) <strong>en</strong> de og<strong>en</strong> (blauw).<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit <strong>Utrecht</strong>


Hoofdstuk 2. Oogbeweging<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

Vraag 2-4 Verg<strong>en</strong>tiehoek <strong>en</strong> snelheid<br />

a Kijk naar e<strong>en</strong> p<strong>en</strong> of je vinger die je recht voor je houdt. Beweeg de p<strong>en</strong> langzaam naar je toe<br />

<strong>en</strong> blijf naar de p<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, totdat de p<strong>en</strong> wazig wordt of je de rand<strong>en</strong> dubbel ziet. Houd de p<strong>en</strong><br />

nu stil. Meet de afstand van p<strong>en</strong> tot het voorhoofd. Meet ook de afstand tuss<strong>en</strong> de beide<br />

oogpupill<strong>en</strong>. Berek<strong>en</strong> uit de gemet<strong>en</strong> afstand<strong>en</strong> je maximale verg<strong>en</strong>tiehoek.<br />

b Beweeg de p<strong>en</strong> afwissel<strong>en</strong>d van je af <strong>en</strong> naar je toe <strong>en</strong> voer de frequ<strong>en</strong>tie langzaam op.<br />

Ongeveer bij welke frequ<strong>en</strong>tie wordt de p<strong>en</strong> wazig? Methode: tel het aantal beweging<strong>en</strong><br />

gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> halve of hele minuut (je hebt e<strong>en</strong> maatje nodig om de tijd te met<strong>en</strong>).<br />

22


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 3. Donkeradaptatie<br />

Hoofdstuk Hoofdstuk 3. 3. Donkeradaptatie<br />

Donkeradaptatie<br />

Je og<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> bij verschill<strong>en</strong>de verlichtingsomstandighed<strong>en</strong>. Zowel op e<strong>en</strong> zonnige als<br />

reg<strong>en</strong>achtige dag kunn<strong>en</strong> we scherp zi<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> reg<strong>en</strong>achtige dag kan de hoeveelheid licht e<strong>en</strong><br />

miljo<strong>en</strong> keer minder int<strong>en</strong>s zijn dan op e<strong>en</strong> zonnige dag. Toch kunn<strong>en</strong> we op beide dag<strong>en</strong> goed<br />

zi<strong>en</strong>. Hoe kan dat?<br />

Dit hoofdstuk geeft antwoord op de volg<strong>en</strong>de vraag:<br />

Hoe Hoe past past het het visuele visuele systeem systeem zich zich aan aan verschill<strong>en</strong>de<br />

verschill<strong>en</strong>de<br />

verlichtingsomstandighed<strong>en</strong> erlichtingsomstandighed<strong>en</strong> aan?<br />

Oriëntatievrag<strong>en</strong><br />

a Op welke manier kan je oog de binn<strong>en</strong>komst van de hoeveelheid licht regel<strong>en</strong>?<br />

b Zoek op: Wat zijn foton<strong>en</strong>?<br />

c Waar in de og<strong>en</strong> bevind zich het pigm<strong>en</strong>t?<br />

d Dimlicht<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> auto werk<strong>en</strong> ’s nachts wel verblind<strong>en</strong>d op fietsers maar overdag niet. Hoe<br />

komt dat?<br />

3.1 Donkeradaptatie<br />

Als je op e<strong>en</strong> zonnige dag e<strong>en</strong> donkere kelder<br />

binn<strong>en</strong>stapt, zie je eerst vrijwel niets. Pas na verloop<br />

van tijd begin je contour<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan je<br />

rondlop<strong>en</strong> zonder teg<strong>en</strong> obstakels te bots<strong>en</strong>. Als je dan<br />

weer naar buit<strong>en</strong> loopt, doet het zonlicht pijn aan de<br />

og<strong>en</strong>. Hoe komt dit? Waarom heb je ge<strong>en</strong> last van deze<br />

tijdelijke verblinding wanneer de verschill<strong>en</strong> in<br />

verlichtingssterkte minder sterk zijn? Hoe lang duurt het<br />

voor je je aangepast hebt aan nieuwe<br />

verlichtingsomstandighed<strong>en</strong>?<br />

Dit soort vrag<strong>en</strong> gaan we in dit hoofdstuk aanpakk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

al do<strong>en</strong>de leer je hoe je e<strong>en</strong> wiskundig model van dit<br />

proces kunt mak<strong>en</strong>. Met behulp van dit wiskundige<br />

model kun je voorspelling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van de toestand<br />

van het pigm<strong>en</strong>t in het oog.<br />

3.2 Wat is licht/donkeradaptatie?<br />

Onze og<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme<br />

verscheid<strong>en</strong>heid van lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>. Het meest felle<br />

licht dat het netvies nog net niet beschadigt (kijk<strong>en</strong><br />

naar de zon door e<strong>en</strong> licht getinte bril) is 1000 miljard keer sterker dan het zwakste licht, waarbij<br />

ons netvlies nog betrouwbaar onderscheid kan mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de aan- <strong>en</strong> afwezigheid van licht. Dit<br />

betek<strong>en</strong>t dat het netvlies werkt wanneer <strong>en</strong>kele foton<strong>en</strong> per seconde ontvang<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; maar ook<br />

wanneer er e<strong>en</strong> stortvloed van 10 12 foton<strong>en</strong> per seconde aankomt. Het is alsof je e<strong>en</strong> winkel hebt<br />

23<br />

Figuur 3-1: De Svetitschoveli-kathedraal.<br />

© K.J.Kieviet, Junior College <strong>Utrecht</strong>.<br />

Oorspronkelijke foto van Paata(Flickr)


Hoofdstuk 3. Donkeradaptatie <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

die net zo probleemloos functioneert wanneer <strong>en</strong>kele klant<strong>en</strong> op bezoek kom<strong>en</strong> als wanneer de<br />

hele bevolking van de volksrepubliek China komt winkel<strong>en</strong>. Hoe krijgt ons netvlies dit voor elkaar?<br />

Wanneer er maar weinig licht is, dan zal<br />

e<strong>en</strong> lichtgevoelige cel op ieder foton dat<br />

ze treft reager<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verandering<br />

van de membraanpot<strong>en</strong>tiaal. Echter,<br />

wanneer er veel licht is, dan zal de grote<br />

meerderheid van de foton<strong>en</strong> zonder<br />

gevolg voor de cel voorbij strom<strong>en</strong>. Dit<br />

betek<strong>en</strong>t dat het netvlies zijn<br />

gevoeligheid voor licht regelt: het is<br />

heel gevoelig bij weinig licht <strong>en</strong> heel<br />

ongevoelig bij veel licht. Deze<br />

gevoeligheid druk je uit in de respons<br />

van de lichtgevoelige cel per e<strong>en</strong>heid<br />

van lichtint<strong>en</strong>siteit. In natuurkundige<br />

term<strong>en</strong> is dat:<br />

mV membraanpot<strong>en</strong>tiaalverandering<br />

Watt lichtvermog<strong>en</strong><br />

Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d: in het netvlies treedt<br />

automatische gevoeligheidsregeling voor<br />

licht op. Dit begrip wordt aangeduid met<br />

licht/donker adaptatie.<br />

Hoe vindt die automatische gevoeligheidsregeling plaats?<br />

In de staafjes bevindt zich het lichtabsorber<strong>en</strong>de pigm<strong>en</strong>t, retinal. Aan dit retinal is het eiwit opsine<br />

gebond<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> structuur g<strong>en</strong>aamd rhodopsine. Rhodopsine kan foton<strong>en</strong><br />

absorber<strong>en</strong>. Foton<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> vorm van elektromagnetische straling, waaruit licht bestaat.<br />

Door absorptie van e<strong>en</strong> foton verandert het retinal gedeelte van vorm. In die nieuwe vorm is het<br />

retinal niet langer in staat te reager<strong>en</strong>. Het pigm<strong>en</strong>t heet dan ′gebleekt′. Licht zorgt ervoor dat het<br />

pigm<strong>en</strong>t gebleekt blijft. Als het donkerder wordt zal na <strong>en</strong>ige tijd het gebleekte retinal door e<strong>en</strong><br />

biochemisch herstelproces weer omgezet word<strong>en</strong> in de oorspronkelijke vorm. Dit heet dan<br />

ongebleekt. E<strong>en</strong> hersteld pigm<strong>en</strong>t kan weer reager<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> foton: het staafje is weer<br />

lichtgevoelig.<br />

Naar analogie van de winkel: de meeste Chinez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet te woord gestaan, omdat de<br />

verkoper na iedere klant e<strong>en</strong> pauze neemt. E<strong>en</strong> klant wordt tijdelijk niet geholp<strong>en</strong>. Wanneer er<br />

maar weinig klant<strong>en</strong> zijn hindert die gewoonte niet, omdat er nog veel verkopers beschikbaar<br />

blijv<strong>en</strong>. Naarmate er zich meer klant<strong>en</strong> per tijdse<strong>en</strong>heid aanbied<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> naar verhouding steeds<br />

minder geholp<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, omdat steeds meer verkopers aan het pauzer<strong>en</strong> zijn.<br />

De oorzaak van de automatische gevoeligheidsregeling is dus dat meer licht de beschikbaarheid<br />

van ongebleekt pigm<strong>en</strong>t vermindert. Hoe kunn<strong>en</strong> we dit idee in wiskundige term<strong>en</strong> vatt<strong>en</strong>, zodat<br />

we e<strong>en</strong> kwantitatief model hebb<strong>en</strong> van het adaptatieproces?<br />

Vraag 3-1 Waarom hebb<strong>en</strong> we dat kwantitatieve model nodig?<br />

3.3 Modeller<strong>en</strong><br />

Figuur 3-2: De plaats van Rhodopsine in e<strong>en</strong> staafje.<br />

De verandering van de lichtgevoeligheid door adaptatie kan gemodelleerd word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />

differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking. E<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking geeft de verandering van e<strong>en</strong> grootheid weer.<br />

Bijvoorbeeld de groei van de bevolking, de to<strong>en</strong>ame van temperatuur op aarde, of, - in ons geval -<br />

de gevoeligheid van ons visuele systeem voor licht. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking<br />

is de eig<strong>en</strong>schap dat de verandering van e<strong>en</strong> grootheid afhangt van de grootheid zelf. D<strong>en</strong>k<br />

bijvoorbeeld aan bevolkingsgroei: het aantal geboort<strong>en</strong> is afhankelijk van het aantal vrouw<strong>en</strong> in de<br />

vruchtbare leeftijd.<br />

24


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 3. Donkeradaptatie<br />

Hoe we tot e<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking kom<strong>en</strong> voor donkeradaptatie wordt hieronder toegelicht.<br />

De int<strong>en</strong>siteit (I licht) van licht wordt beschrev<strong>en</strong> als de hoeveelheid <strong>en</strong>ergie die per seconde op e<strong>en</strong><br />

oppervlak van één m 2 valt. De e<strong>en</strong>heid van int<strong>en</strong>siteit is Watt/m 2 .<br />

De <strong>en</strong>ergie die licht heeft, is afhankelijk van de hoeveelheid foton<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>en</strong>ergie die deze foton<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>ergie van e<strong>en</strong> foton is afhankelijk van de golfl<strong>en</strong>gte, de lichtsnelheid <strong>en</strong> de constante<br />

van Planck <strong>en</strong> kan als volgt word<strong>en</strong> opgeschrev<strong>en</strong>:<br />

E foton = h*c / λ (1)<br />

Omdat h <strong>en</strong> c constant<strong>en</strong> zijn, verandert E foton alle<strong>en</strong> als de golfl<strong>en</strong>gte verandert.<br />

In e<strong>en</strong> stroom foton<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaalde golfl<strong>en</strong>gte is de int<strong>en</strong>siteit ev<strong>en</strong>redig met het aantal<br />

foton<strong>en</strong> dat per seconde door het oppervlak stroomt. De stroomdichtheid (n) is dan het aantal<br />

foton<strong>en</strong>/s/m 2 .<br />

I licht = E foton * n (2)<br />

Neem nu als oppervlak e<strong>en</strong> stukje netvlies in gedachte. In dat netvlies bevind<strong>en</strong> zich de<br />

lichtgevoelige cell<strong>en</strong> dicht op elkaar gepakt zoals de drad<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tapijt. Ieder van deze cell<strong>en</strong><br />

bevatt<strong>en</strong> duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> pigm<strong>en</strong>tmolecul<strong>en</strong>. De foton<strong>en</strong> reg<strong>en</strong><strong>en</strong> als het ware door het oppervlak van<br />

het netvlies he<strong>en</strong> <strong>en</strong> treff<strong>en</strong> bij toeval wel of ge<strong>en</strong> pigm<strong>en</strong>tmolecuul. Elke keer als e<strong>en</strong> foton op e<strong>en</strong><br />

pigm<strong>en</strong>tmolecuul valt, wordt dit door het pigm<strong>en</strong>t geabsorbeerd. Als dat gebeurt, kan dat molecuul<br />

e<strong>en</strong> korte tijd ge<strong>en</strong> nieuwe foton absorber<strong>en</strong>, het is gebleekt. We gaan nu eerst kijk<strong>en</strong> hoe we deze<br />

bleking kunn<strong>en</strong> modeller<strong>en</strong>.<br />

3.3.1. Bleking van pigm<strong>en</strong>t<br />

Het aantal foton<strong>en</strong> dat geabsorbeerd wordt in e<strong>en</strong> stukje netvlies is afhankelijk van:<br />

De foton<strong>en</strong> stroomdichtheid (n), het aantal foton<strong>en</strong> dat per seconde door het netvlies stroomt.<br />

De dichtheid van de pigm<strong>en</strong>tmolecul<strong>en</strong> in het netvlies (N), het aantal molecul<strong>en</strong> per m2.<br />

De fractie ongebleekte pigm<strong>en</strong>tmolecul<strong>en</strong> (p), het deel van het pigm<strong>en</strong>t dat nog kan reager<strong>en</strong> met<br />

licht. Deze variabele heeft ge<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sie <strong>en</strong> loopt van 0 tot 1.<br />

Vraag 3-2 Waarom heeft p ge<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sie <strong>en</strong> loopt deze van 0 tot 1?<br />

De absorptie is dan ev<strong>en</strong>redig de fractie ongebleekt pigm<strong>en</strong>t:<br />

Absorptie = a * p (3)<br />

Hierbij is a e<strong>en</strong> absorptiecoëfficiënt <strong>en</strong> p de ongebleekte fractie van het pigm<strong>en</strong>t. De constante a is<br />

afhankelijk van de golfl<strong>en</strong>gte van het licht, de foton<strong>en</strong>stroomdichtheid (n), de hoeveelheid<br />

pigm<strong>en</strong>tmolecul<strong>en</strong> op het netvlies (N), de aard van het absorber<strong>en</strong>de pigm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aard van de<br />

omring<strong>en</strong>de structur<strong>en</strong> in het weefsel. We hoev<strong>en</strong> niet te wet<strong>en</strong> wat a precies is om toch het<br />

verloop van het ongebleekte pigm<strong>en</strong>t in de tijd te kunn<strong>en</strong> analyser<strong>en</strong>.<br />

3.3.2. Pigm<strong>en</strong>treg<strong>en</strong>eratie<br />

Tegelijk met de bleking van het pigm<strong>en</strong>t door absorptie vindt er reg<strong>en</strong>eratie van het pigm<strong>en</strong>t<br />

plaats. De reg<strong>en</strong>eratie is onafhankelijk van de belichting, maar wel ev<strong>en</strong>redig met de hoeveelheid<br />

gebleekt pigm<strong>en</strong>t. De fractie gebleekt pigm<strong>en</strong>t bedraagt 1 - fractie ongebleekt pigm<strong>en</strong>t. Dat<br />

kunn<strong>en</strong> we als volgt opschrijv<strong>en</strong>.<br />

Reg<strong>en</strong>eratie = r * (1-p) (4)<br />

Ook hier is de constante r, die we e<strong>en</strong> reg<strong>en</strong>eratiecoëfficiënt noem<strong>en</strong>, onbek<strong>en</strong>d.<br />

3.3.3. De verandering van de hoeveelheid ongebleekt pigm<strong>en</strong>t<br />

Lichtabsorptie leidt tot e<strong>en</strong> vermindering van de hoeveelheid ongebleekt pigm<strong>en</strong>t <strong>en</strong> reg<strong>en</strong>eratie<br />

leidt tot e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de hoeveelheid ongebleekt pigm<strong>en</strong>t.<br />

Dit kun je in formules als volgt weergev<strong>en</strong>:<br />

dp /dt = - Absorptie + Reg<strong>en</strong>eratie (5)<br />

25


Hoofdstuk 3. Donkeradaptatie <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

dp/dt is de afgeleide van p naar de tijd (t). Dit kan ook geschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als p t+1, p’(t) of ∆p.<br />

De uitdrukking dp/dt duidt de verandering per tijdse<strong>en</strong>heid van de hoeveelheid ongebleekte<br />

pigm<strong>en</strong>t molecul<strong>en</strong> aan. Je kunt in bov<strong>en</strong>staande functie (5) de functies voor absorptie (3) <strong>en</strong><br />

reg<strong>en</strong>eratie (4) invull<strong>en</strong>. Hiermee vind je de verandering door absorptie <strong>en</strong> reg<strong>en</strong>eratie per<br />

tijde<strong>en</strong>heid. Het invull<strong>en</strong> van de functies levert de volg<strong>en</strong>de differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking op:<br />

dp /dt = - a * p + r * (1-p) = r - (a + r) * p (6)<br />

Je hebt nu e<strong>en</strong> formule die weergeeft hoe de fractie ongebleekt pigm<strong>en</strong>t verandert in de tijd. Je<br />

kunt nu voorspelling<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over de hoeveelhed<strong>en</strong> ongebleekt pigm<strong>en</strong>t in bepaalde situaties.<br />

3.3.4. Dezelfde lichtsterkte<br />

Als je lang in dezelfde lichtsterkte verblijft dan rak<strong>en</strong> reg<strong>en</strong>eratie <strong>en</strong> absorptie in ev<strong>en</strong>wicht. Dan<br />

verandert de hoeveelheid ongebleekt pigm<strong>en</strong>t niet meer.<br />

Vraag 3-3 Wat betek<strong>en</strong>t dat voor de waarde van dp /dt?<br />

Je kunt dan onderstaande vergelijking opstell<strong>en</strong>.<br />

r = (a + r) * p (7)<br />

De fractie ongebleekt pigm<strong>en</strong>t (p) is dan:<br />

p = r / (a + r) (8)<br />

3.3.5. Van licht naar donker<br />

Wanneer je <strong>en</strong>ige tijd in e<strong>en</strong> felle lichtbron kijkt is de foton<strong>en</strong>stroom (n) heel groot, omdat de<br />

absorptiecoëfficiënt (a) afhankelijk is van n is a ook heel groot. Dat betek<strong>en</strong>t dat a >>> r. In dat<br />

geval is vrijwel al het pigm<strong>en</strong>t gebleekt <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we zegg<strong>en</strong> dat:<br />

p ≈ 0 (9)<br />

op dat mom<strong>en</strong>t geldt (zie 6):<br />

dp /dt = r (10)<br />

Als je op dat mom<strong>en</strong>t het licht uitdoet, zodat de foton<strong>en</strong>stroom (n) nul wordt, dan zal de<br />

absorptiecoëfficiënt (a) ook nul word<strong>en</strong>. Er zijn immers ge<strong>en</strong> foton<strong>en</strong> meer om te absorber<strong>en</strong>. De<br />

differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking kan je dan vere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong> tot (zie 6):<br />

dp /dt = r – r * p (11)<br />

3.4 Verwerkingsopgav<strong>en</strong><br />

Vraag 3-4 Wat is de oplossing van differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking (11)?<br />

We kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oplossing in e<strong>en</strong> paar stapp<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>.<br />

a De oplossing is e<strong>en</strong> functie van de tijd, p = f(t). Die functie f(t) voldoet aan de<br />

differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking mits de afgeleide van f(t) dezelfde functievorm heeft als f(t) zelf, dus<br />

df(t)/dt = f(t). Welke functie k<strong>en</strong> je die, die eig<strong>en</strong>schap heeft? Als je het niet weet laat je nog<br />

ev<strong>en</strong> gewoon f staan met als eig<strong>en</strong>schap: df(t)/dt = k * f(t), waarin k e<strong>en</strong> willekeurige<br />

constante is.<br />

b Vervang p door f(t) in (11) <strong>en</strong> bewijs dat dit ge<strong>en</strong> goede oplossing is.<br />

c Zou e<strong>en</strong> iets ingewikkelder functie zoals g(t) = m + f(t), waarin m e<strong>en</strong> constante is, aan de<br />

differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>? Als dat correct is moet<strong>en</strong> de constant<strong>en</strong> ‘k’ <strong>en</strong> ‘m’ uit<br />

te drukk<strong>en</strong> zijn in de absorptie <strong>en</strong> de reg<strong>en</strong>eratiecoëfficiënt<strong>en</strong> van de differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking (r<br />

<strong>en</strong> a). Wat is de afgeleide van g(t)?<br />

d Stel dat gelijk aan g(t) <strong>en</strong> vindt e<strong>en</strong> uitdrukking voor k <strong>en</strong> m.<br />

e Formuleer nu de oplossing van de differ<strong>en</strong>tiaalvergelijking als p = ...<br />

f Wat is de beginwaarde van p? Dat wil zegg<strong>en</strong> p(t) wanneer t=0.<br />

g Wat is de eindwaarde van p? Dat wil zegg<strong>en</strong> p(t), wanneer t → oneindig.<br />

h Hoe lang duurt het voor de hoeveelheid ongebleekt pigm<strong>en</strong>t terug is op 67% van het totaal?<br />

Dus op welk tijdstip ‘t’ geldt: p(t) = 0.67 * p(oneindig)?<br />

26


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 3. Donkeradaptatie<br />

De tijd die je hebt uitgerek<strong>en</strong>d, heet de tijdconstante van de oplossing. Het is e<strong>en</strong> maat hoe snel<br />

de reg<strong>en</strong>eratie plaats vindt.<br />

i Schets de oplossingsfunctie.<br />

27


Hoofdstuk 4. Kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

Hoofdstuk Hoofdstuk 4. 4. Kleur<strong>en</strong> Kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />

zi<strong>en</strong><br />

Dit hoofdstuk gaat over het zi<strong>en</strong> van kleur<strong>en</strong>. Er wordt antwoord gegev<strong>en</strong> op de c<strong>en</strong>trale vraag:<br />

Oriëntatievrag<strong>en</strong><br />

Wat Wat is is kleur kleur <strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe hoe kunn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we we we kleur<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>?<br />

zi<strong>en</strong>?<br />

a Zoek in BINAS op in welk golfl<strong>en</strong>gtebereik licht (e<strong>en</strong> vorm van elektromagnetische straling)<br />

voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zichtbaar is.<br />

b Zoek ook op hoe je de sam<strong>en</strong>stelling van golfl<strong>en</strong>gtes waaruit straling bestaat, noemt.<br />

c Zoek op hoeveel verschill<strong>en</strong>de kleur<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> door hoeveel typ<strong>en</strong><br />

kegeltjes m<strong>en</strong> die kleur<strong>en</strong> kan zi<strong>en</strong>.<br />

4.1 Kleur<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong><br />

Kleur is evolutionair belangrijk om bijvoorbeeld onderscheid te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> rijpe <strong>en</strong><br />

onrijpe vrucht<strong>en</strong>, of om de aandacht te trekk<strong>en</strong>. Kleur<strong>en</strong> in de natuur hebb<strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong><br />

signaalfunctie.<br />

M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> drie eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van kleur<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>: de tint (hue), de verzadiging<br />

(saturation) <strong>en</strong> de helderheid (brightness). De tint kan beschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door “de kleur<strong>en</strong> van de<br />

reg<strong>en</strong>boog” (violet, blauw, cyaan, gro<strong>en</strong>, geel, oranje, rood) + paars<strong>en</strong>. De verzadiging beschrijft<br />

de puurheid van de kleur ofwel hoeveel wit erin zit. De helderheid beschrijft de int<strong>en</strong>siteit van de<br />

kleur. Hieronder zie je links voor maximale helderheid <strong>en</strong> verzadiging de kleur<strong>en</strong>cirkel met alle<br />

tint<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechts voor de tint rood de verzadiging <strong>en</strong> helderheid verlop<strong>en</strong> (verticaal, respectievelijk<br />

horizontaal).<br />

Figuur 4-1: Links de maximale helderheid <strong>en</strong> verzadiging van<br />

alle kleur<strong>en</strong>. Rechts het verloop van de verzadiging <strong>en</strong><br />

helderheid van de kleur rood.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

Kleurwaarneming kan je beschrijv<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> 3-dim<strong>en</strong>sionale ruimte zoals de kleur<strong>en</strong>kubus in figuur<br />

4-2, die je vanuit twee gezichtspunt<strong>en</strong> ziet.<br />

28


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 4. Kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />

Vraag 4-1 Zoek in de kleur<strong>en</strong>kubus de lijn<strong>en</strong> op die corresponder<strong>en</strong> met de tint<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

met het verzadigings- <strong>en</strong> helderheidsverloop.<br />

4.2 Fysische beschrijving van kleur<strong>en</strong><br />

Fysisch kan je kleur<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

spectrum, de <strong>en</strong>ergie van e<strong>en</strong> foton als functie<br />

van de golfl<strong>en</strong>gte (of van de frequ<strong>en</strong>tie). Met licht<br />

bedoel<strong>en</strong> we elektromagnetische straling in het<br />

voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> waarneembare golfl<strong>en</strong>gtebereik van<br />

ongeveer 380 tot 750 nanometer. Isaac Newton<br />

gebruikte het Latijnse woord spectrum om de<br />

kleur<strong>en</strong>reeks te omschrijv<strong>en</strong> die ontstond to<strong>en</strong> hij<br />

e<strong>en</strong> bundel zonlicht door e<strong>en</strong> glaz<strong>en</strong> prisma liet<br />

vall<strong>en</strong> (figuur 4-3).<br />

E<strong>en</strong> spectrum bestaat uit e<strong>en</strong> aantal (N)<br />

getall<strong>en</strong>, waar N het aantal meting<strong>en</strong> in het<br />

spectrum is. Het spectrum in figuur 4-4 bestaat<br />

uit meting<strong>en</strong> om de 10nm in het bereik tuss<strong>en</strong><br />

390 <strong>en</strong> 670nm <strong>en</strong> dus uit 29 getall<strong>en</strong>.<br />

Figuur 4-5: Kleur<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

bepaald door de aanwezige<br />

lichtbronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> reflectantie<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s,<br />

Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

Figuur 4-2: De kleur<strong>en</strong>kubus<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

29<br />

Figuur 4-3: Het kleur<strong>en</strong>spectrum<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit<br />

<strong>Utrecht</strong><br />

Figuur 4-4: Het spectrum van daglicht<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit<br />

<strong>Utrecht</strong><br />

De verzameling van alle mogelijke spectra die je zo kan<br />

bemet<strong>en</strong> zijn dan punt<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> 29-dim<strong>en</strong>sionale ruimte. Ons<br />

voorstellingsvermog<strong>en</strong> gaat niet verder dan 3 dim<strong>en</strong>sies. Voor<br />

natuurlijke spectra is N nog veel groter. Als je om de 1nm zou<br />

met<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 380-750nm zoud<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> 371-dim<strong>en</strong>sionale<br />

ruimte vull<strong>en</strong>). Er is dus e<strong>en</strong> groot verschil tuss<strong>en</strong> de drie<br />

kleur<strong>en</strong>dim<strong>en</strong>sies die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

hoeveelheid die we fysisch kunn<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t<br />

dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> veel minder kleur<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dan er mogelijk<br />

zijn.<br />

4.3 Kleur<strong>en</strong> om ons he<strong>en</strong><br />

De kleur<strong>en</strong> van voorwerp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bepaald door het spectrum<br />

van de aanwezige lichtbronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de reflectantie van het<br />

voorwerp (figuur 4-5). De reflectantie van voorwerp<strong>en</strong> wordt<br />

beschrev<strong>en</strong> door gecompliceerde functies die als functie van de<br />

golfl<strong>en</strong>gte weergev<strong>en</strong> hoeveel licht er in e<strong>en</strong> bepaalde richting<br />

wordt weerkaatst. Dit wordt het reflectantiespectrum g<strong>en</strong>oemd.


Hoofdstuk 4. Kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

Voor glanz<strong>en</strong>de voorwerp<strong>en</strong> bijvoorbeeld wordt bijna al het licht weerkaatst in de spiegelrichting <strong>en</strong><br />

alle<strong>en</strong> het licht met de “objectkleur” in de andere richting. Daarom zijn spitslicht<strong>en</strong> (glansplekk<strong>en</strong>)<br />

op e<strong>en</strong> rode glanz<strong>en</strong>de appel wit in wit licht. Witte voorwerp<strong>en</strong> weerkaats<strong>en</strong> alle golfl<strong>en</strong>gt<strong>en</strong><br />

volledig <strong>en</strong> zwarte voorwerp<strong>en</strong> absorber<strong>en</strong> alle golfl<strong>en</strong>gt<strong>en</strong> volledig. Wat het nog ingewikkelder<br />

maakt is dat de lichtbronn<strong>en</strong> ook kunn<strong>en</strong> bestaan uit reeds weerkaatst licht uit de omgeving<br />

(meervoudige weerkaatsing). “Wit” zonlicht kan bijvoorbeeld weerkaats<strong>en</strong> van rode straatst<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>e jurk; de rode straatst<strong>en</strong><strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> “secundaire lichtbron”.<br />

Figuur 4-6: De grafiek linksbov<strong>en</strong> geeft het spectrum van daglicht weer. De grafiek rechtsbov<strong>en</strong><br />

het reflectantiespectrum van e<strong>en</strong> banaan. E<strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldiging geeft de onderste grafiek: het<br />

daglicht dat vanaf e<strong>en</strong> banaan wordt teruggekaatst.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

Om nu het spectrum van e<strong>en</strong> voorwerp in e<strong>en</strong> bepaalde lichtbron te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>, verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />

we het reflectantiespectrum van dat voorwerp met het spectrum van de lichtbron. Je kunt dit zi<strong>en</strong><br />

in de grafiek<strong>en</strong> van figuur 4-6. In de onderste grafiek staat het spectrum wat uiteindelijk door e<strong>en</strong><br />

banaan wordt weerkaatst. Dit volgt uit het verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> van de bov<strong>en</strong>ste twee grafiek<strong>en</strong>: het<br />

spectrum van de lichtbron <strong>en</strong> het reflectantiespectrum van de banaan.<br />

4.4 Typ<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> <strong>en</strong> mix<strong>en</strong><br />

Wanneer het spectrum van e<strong>en</strong> bron (of<br />

kleur) uit slechts één piek bij één<br />

golfl<strong>en</strong>gte zou bestaan, zoud<strong>en</strong> we het e<strong>en</strong><br />

monochrome lichtbron (of kleur) noem<strong>en</strong>.<br />

Onder e<strong>en</strong> monochrome lichtbron kan je<br />

ge<strong>en</strong> kleur<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> voorbeeld<br />

zijn de bijna monochrome natriumlamp<strong>en</strong><br />

langs snelweg<strong>en</strong>. Je ziet in onderstaande<br />

afbeelding links e<strong>en</strong> pan bij gewoon<br />

daglicht <strong>en</strong> rechts dezelfde pan bij e<strong>en</strong><br />

natriumlamp.<br />

Spectrale kleur<strong>en</strong> zijn de kleur<strong>en</strong> die in het<br />

optische spectrum voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

meestal opgedeeld in violet, blauw, gro<strong>en</strong>,<br />

geel, oranje <strong>en</strong> rood.<br />

Niet-spectrale kleur<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> veel voor;<br />

het idee dat kleur wordt bepaald door de<br />

Figuur 4-7: Het effect van e<strong>en</strong> monochrome lichtbron<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

Figuur 4-8: Spectrale kleur<strong>en</strong><br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

30


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 4. Kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />

golfl<strong>en</strong>gte van het licht is dus onzin. Niet-spectrale kleur<strong>en</strong> zijn mix<strong>en</strong> van spectrale kleur<strong>en</strong> zoals<br />

bijvoorbeeld grijsschaal-kleur<strong>en</strong> ofwel wit-grijs-zwart, kleur<strong>en</strong> die ontstaan door het mix<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

grijsschaal-kleur <strong>en</strong> e<strong>en</strong> spectrale kleur zoals bijvoorbeeld bruin (mix van zwart <strong>en</strong> geel), <strong>en</strong> mix<strong>en</strong><br />

van blauw <strong>en</strong> rood ofwel paars<strong>en</strong>.<br />

Figuur 4-9: Niet-spectrale kleur<strong>en</strong>.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s,<br />

Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

Kleur<strong>en</strong> mix<strong>en</strong> kan overig<strong>en</strong>s op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Wanneer je bijvoorbeeld<br />

lichtbronn<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gt zal het resultaat e<strong>en</strong> optelling zijn van de verschill<strong>en</strong>de spectra (“additief<br />

m<strong>en</strong>g<strong>en</strong>”, links in figuur 4-10). Wanneer je kleurfilters over elkaar he<strong>en</strong> plaatst wordt steeds e<strong>en</strong><br />

deel van het licht weggefilterd (“subtractief m<strong>en</strong>g<strong>en</strong>”, rechts in figuur 4-10).<br />

4.5 Kleurwaarneming<br />

Het onderscheid<strong>en</strong> van kleur<strong>en</strong> wordt mogelijk gemaakt door drie verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong><br />

lichtgevoelige s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>, de “kegeltjes”, in het netvlies. De dichtheid van de kegeltjes is <strong>en</strong>orm<br />

hoog in de gele vlek <strong>en</strong> zeer laag aan de rand van het lichtveld. De drie typ<strong>en</strong> kegeltjes bevatt<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de kleurpigm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de responscurves die de gevoeligheid van die kegeltjes<br />

beschrijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> daardoor maxima bij verschill<strong>en</strong>de golfl<strong>en</strong>gtes (zie figuur 4-12 <strong>en</strong> figuur 4-11).<br />

Figuur 4-12: De reponscurves. De reactie van<br />

drie typ<strong>en</strong> kegeltjes bij verschill<strong>en</strong>de<br />

golfl<strong>en</strong>gtes.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s,<br />

Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

De drie typ<strong>en</strong> kegeltjes noem<strong>en</strong> we L-, M- <strong>en</strong> S-type kegeltjes. Dit komt van long, middle <strong>en</strong> short<br />

wavel<strong>en</strong>gth, in figuur 4-12 zijn dit respectievelijk de rode, gro<strong>en</strong>e <strong>en</strong> blauwe curve. De curves<br />

overlapp<strong>en</strong> elkaar grot<strong>en</strong>deels <strong>en</strong> bijna elke spectrale kleur activeert alle drie de typ<strong>en</strong> kegeltjes.<br />

Met de S-kegeltjes alle<strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong> verschil zi<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zwak blauw of krachtig gro<strong>en</strong><br />

licht.<br />

Kleurs<strong>en</strong>satie wordt bepaald door de verhouding<strong>en</strong> van de activati<strong>en</strong>iveaus van de drie typ<strong>en</strong><br />

kegeltjes: als de activatie van elk kegeltje gelijk is, dan nem<strong>en</strong> we wit of grijs waar; “Loverheersing”<br />

ervar<strong>en</strong> we als rood; als L- <strong>en</strong> M-type kegeltjes ev<strong>en</strong> sterk word<strong>en</strong> aangeslag<strong>en</strong><br />

ervar<strong>en</strong> we geel.<br />

31<br />

Figuur 4-10: Verschill<strong>en</strong>de method<strong>en</strong> om<br />

kleur<strong>en</strong> te mix<strong>en</strong>.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s,<br />

Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

Figuur 4-11: De kleurverhouding wordt<br />

bepaald door de verhouding waarin de drie<br />

type kegels word<strong>en</strong> geactiveerd.<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s,<br />

Universiteit <strong>Utrecht</strong>


Hoofdstuk 4. Kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

Het is mogelijk de drie typ<strong>en</strong> kegeltjes op dezelfde manier te activer<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> monochrome<br />

lichtbron als met e<strong>en</strong> bron met e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld spectrum. Het visuele systeem is niet in staat<br />

dergelijke spectra van elkaar te onderscheid<strong>en</strong>. Kleur<strong>en</strong> die de kegeltjes op dezelfde manier<br />

activer<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> hetzelfde word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. Dit heet metamerie. Omdat de spectra die het oog<br />

binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> het gevolg zijn van zowel bron- als objectspectra, kan het gebeur<strong>en</strong> dat je twee<br />

object<strong>en</strong> onder de <strong>en</strong>e lichtbron als dezelfde kleur waarneemt, terwijl ze er onder e<strong>en</strong> andere<br />

lichtbron verschill<strong>en</strong>d uitzi<strong>en</strong>. Dus als je kler<strong>en</strong> gaat kop<strong>en</strong> is het aan te bevel<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> in de<br />

winkel de kleur<strong>en</strong> te bekijk<strong>en</strong> maar ook in daglicht.<br />

Wiskundig houdt metamerie verband met het “verlies van N-3 dim<strong>en</strong>sies” doordat de Ndim<strong>en</strong>sionale<br />

spectra word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> 3-dim<strong>en</strong>sionaal systeem. Als je onze 3dim<strong>en</strong>sionale<br />

wereld in e<strong>en</strong> foto, e<strong>en</strong> 2-dim<strong>en</strong>sionaal systeem, bekijkt “verlies je ook e<strong>en</strong> dim<strong>en</strong>sie”<br />

<strong>en</strong> die bevat informatie over de diepte van object<strong>en</strong> in de foto.<br />

4.6 Kleurwaarneming <strong>en</strong> context<br />

Kleurwaarneming is sterk afhankelijk van de context waarin je die kleur<strong>en</strong> waarneemt. “Goud” <strong>en</strong><br />

“huidskleur” bijvoorbeeld bestaan uit m<strong>en</strong>gsels van geel, bruin <strong>en</strong> wit, respectievelijk bruine, roze,<br />

witte <strong>en</strong> blauwe kleurveldjes die alle<strong>en</strong> in<br />

sam<strong>en</strong>hang als “goud” <strong>en</strong> “huidskleur”<br />

beoordeeld zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. In<br />

onderstaande demo van Edwin Land zi<strong>en</strong><br />

we ook dat de context waarin kleur<strong>en</strong><br />

zijn geplaatst zeer belangrijk is; links<br />

zi<strong>en</strong> we rod<strong>en</strong>, gel<strong>en</strong>, gro<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> oranjes<br />

<strong>en</strong> rechts tev<strong>en</strong>s bruin<strong>en</strong> <strong>en</strong> olijfkleur<strong>en</strong>.<br />

Waarneming van kleur in de wereld om<br />

ons he<strong>en</strong> is nog van vele andere effect<strong>en</strong><br />

afhankelijk, zoals adaptatie, contrast <strong>en</strong><br />

assimilatie.<br />

4.7 Verwerkingsvrag<strong>en</strong><br />

Vraag 4-2 Monochroom licht<br />

Figuur 4-13: Contextafhankelijke kleurwaarneming<br />

© Vakgroep Fysica van de M<strong>en</strong>s, Universiteit <strong>Utrecht</strong><br />

Tek<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>vel het spectrum van e<strong>en</strong> monochrome lichtbron met golfl<strong>en</strong>gte<br />

500nm, het spectrum wat bij dit licht door de banaan wordt weerkaatst, <strong>en</strong> de spectra die door<br />

witte, zwarte <strong>en</strong> 23% grijze papiertjes word<strong>en</strong> weerkaatst.<br />

Wat is het verschil tuss<strong>en</strong> de grafiek<strong>en</strong>?<br />

Leg uit waarom je met deze grafiek<strong>en</strong> kunt aanton<strong>en</strong> dat er onder monochroom licht ge<strong>en</strong><br />

kleuronderscheid is.<br />

Vraag 4-3 Welke spectra slaan alle drie de kegeltjes maximaal aan?<br />

Bed<strong>en</strong>k twee verschill<strong>en</strong>de spectra die de drie typ<strong>en</strong> kegeltjes allemaal maximaal aanslaan. Welke<br />

kleur zou je voor deze spectra waarnem<strong>en</strong>?<br />

32


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 5. Receptieve veld<strong>en</strong><br />

Hoofdstuk Hoofdstuk 5. 5. Receptieve Receptieve veld<strong>en</strong><br />

Je og<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebombardeerd met e<strong>en</strong> veelheid aan prikkels. Per seconde kunn<strong>en</strong> 10 12 foton<strong>en</strong><br />

je netvlies rak<strong>en</strong>. In dit hoofdstuk wordt antwoord gegev<strong>en</strong> op de c<strong>en</strong>trale vraag:<br />

Hoe Hoe Hoe slaagt slaagt slaagt het het het visuele visuele visuele systeem systeem systeem erin erin erin het het het beeld dat dat dat het het het ontvangt ontvangt ontvangt om om om te te te zett zett<strong>en</strong> zett zett<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> in in<br />

informatie informatie informatie waar het brein iets mee kan?<br />

Soms slaagt het systeem er niet in zoals we dat zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong>. Dit leidt tot optische illusies.<br />

Daarnaast zal word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> hoe je de visuele z<strong>en</strong>uwcell<strong>en</strong> in het brein natuurkundig kan<br />

modeller<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hoe je dit kan toepass<strong>en</strong> in allerlei computersystem<strong>en</strong> die beeld<strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong>.<br />

Oriëntatievrag<strong>en</strong><br />

a Tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schematische doorsnede van het netvlies buit<strong>en</strong> de gele vlek. B<strong>en</strong>oem de<br />

verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun functie.<br />

b Met welk onderdeel van het systeembord kom<strong>en</strong> de fotoreceptor<strong>en</strong> (staafjes <strong>en</strong> kegeltjes)<br />

overe<strong>en</strong>?<br />

c Wat valt je op aan de verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de cell<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de gele vlek?<br />

d Formuleer e<strong>en</strong> hypothese over de gevolg<strong>en</strong> van deze verbinding<strong>en</strong>.<br />

5.1 Receptieve veld<strong>en</strong><br />

Stel, je kijkt naar e<strong>en</strong> mooi schilderij. De eerste schakel in je waarneming van dat schilderij zijn<br />

natuurlijk je og<strong>en</strong>, maar de waarneming zelf gebeurt pas later: in je hers<strong>en</strong><strong>en</strong>. De og<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

dus het beeld dat ze ontvang<strong>en</strong> omzett<strong>en</strong> in informatie waar je hers<strong>en</strong><strong>en</strong> wat mee kunn<strong>en</strong>. Hoe lost<br />

het visuele systeem dat op?<br />

Het netvlies bestaat uit e<strong>en</strong> laag lichtgevoelige cell<strong>en</strong>. Deze fotoreceptor<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> lichtinformatie<br />

om in elektrische signal<strong>en</strong>. Die word<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s via bipolaire cell<strong>en</strong> doorgegev<strong>en</strong> aan<br />

ganglioncell<strong>en</strong>. De ganglioncell<strong>en</strong> stur<strong>en</strong> signal<strong>en</strong> door naar de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>, waar ze binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> in<br />

de primaire visuele cortex. Het signaal van één kegeltje of staafje gaat echter niet rechtstreeks<br />

naar de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar de informatie van meerdere fotoreceptor<strong>en</strong> wordt sam<strong>en</strong>gevat. E<strong>en</strong><br />

ganglioncel krijgt informatie van meerdere fotoreceptor<strong>en</strong>, vat deze informatie sam<strong>en</strong> <strong>en</strong> stuurt het<br />

door naar de primaire visuele cortex. Elke cel heeft dus e<strong>en</strong> stukje van het netvlies waarvan ze<br />

informatie krijgt. Dit wordt het receptieve veld van e<strong>en</strong> ganglioncel g<strong>en</strong>oemd <strong>en</strong> omvat alle<br />

fotoreceptor<strong>en</strong> waarvan deze ganglioncel informatie krijgt. Cell<strong>en</strong> in de primaire visuele cortex<br />

krijg<strong>en</strong> weer informatie van meerdere ganglioncell<strong>en</strong>. Hoe vat e<strong>en</strong> ganglioncel of e<strong>en</strong> cel in de<br />

primaire visuele cortex al die informatie het handigst sam<strong>en</strong>?<br />

5.2 Fotoreceptor<strong>en</strong><br />

We hebb<strong>en</strong> twee soort<strong>en</strong> fotoreceptor<strong>en</strong>: staafjes <strong>en</strong> kegeltjes. De staafjes zijn veel gevoeliger<br />

voor licht dan de kegeltjes. De drie soort<strong>en</strong> kegeltjes zijn elk gevoelig voor e<strong>en</strong> ander bereik van<br />

golfl<strong>en</strong>gtes van het licht <strong>en</strong> zijn nodig voor het zi<strong>en</strong> van kleur<strong>en</strong>.<br />

Staafjes <strong>en</strong> kegeltjes werk<strong>en</strong> ongeveer hetzelfde. In het donker gev<strong>en</strong> ze neurotransmitter af aan<br />

bipolaire cell<strong>en</strong>. Als er e<strong>en</strong> foton op e<strong>en</strong> fotoreceptor valt, zet de fotoreceptor de <strong>en</strong>ergie van het<br />

geabsorbeerde foton om in e<strong>en</strong> verandering van zijn membraanpot<strong>en</strong>tiaal. Door de verandering in<br />

membraanpot<strong>en</strong>tiaal gaat de fotoreceptor minder neurotransmitter afgev<strong>en</strong>. De ontvang<strong>en</strong>de<br />

33


Hoofdstuk 5. Receptieve veld<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

bipolaire cel reageert op de verminderde afgifte van neurotransmitter, door zelf te depolariser<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

neurotramsitter af te gev<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> ganglioncel.<br />

Het <strong>en</strong>ige wat e<strong>en</strong> fotoreceptor kan “waarnem<strong>en</strong>” is: “ik heb e<strong>en</strong> foton gevang<strong>en</strong>”. Over de kleur,<br />

hoeveelheid licht of de vorm van het waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voorwerp vertelt één fotoreceptor niets.<br />

5.3 Ganglioncell<strong>en</strong><br />

Ganglioncell<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> informatie van meerdere<br />

fotoreceptor<strong>en</strong>. Deze informatie kunn<strong>en</strong> ze combiner<strong>en</strong> om zo<br />

verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> licht <strong>en</strong> donker (contrast) te ontdekk<strong>en</strong>.<br />

Hiermee kun je de rand<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> object waarnem<strong>en</strong>.<br />

Ganglioncell<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> signal<strong>en</strong> door middel van<br />

actiepot<strong>en</strong>tial<strong>en</strong>. Als de activiteit van e<strong>en</strong> ganglioncel wordt<br />

verhoogd, geeft hij meer actiepot<strong>en</strong>tial<strong>en</strong> af per seconde. Als<br />

de activiteit wordt verlaagd, geeft hij minder actiepot<strong>en</strong>tial<strong>en</strong><br />

af.<br />

Het receptieve veld van e<strong>en</strong> ganglioncel bestaat uit e<strong>en</strong><br />

cirkelvormig c<strong>en</strong>trumgebied (“c<strong>en</strong>ter”), dat informatie krijgt<br />

van e<strong>en</strong> groepje fotoreceptor<strong>en</strong> (zie figuur 5-1). Hieromhe<strong>en</strong><br />

ligt e<strong>en</strong> ring: de omgeving (“surround”), dat informatie krijgt<br />

van e<strong>en</strong> ring van fotoreceptor<strong>en</strong> die om het c<strong>en</strong>trum he<strong>en</strong> ligt.<br />

De c<strong>en</strong>trum- <strong>en</strong> omgevingsgebied<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ganglioncel reager<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>overgesteld op licht:<br />

bijvoorbeeld, als fotoreceptor<strong>en</strong> in het c<strong>en</strong>trum doorgev<strong>en</strong> dat ze foton<strong>en</strong> vang<strong>en</strong> kan dit de<br />

activiteit van de ganglioncel verhog<strong>en</strong>. Als fotoreceptor<strong>en</strong> in de omgeving doorgev<strong>en</strong> dat ze<br />

foton<strong>en</strong> vang<strong>en</strong> verlaagt dit de activiteit van de ganglioncel.<br />

In figuur 5-2 kan je zi<strong>en</strong> hoe de<br />

activiteit van e<strong>en</strong> ganglioncel afhangt<br />

van de stimulus (prikkel). De<br />

actiepot<strong>en</strong>tial<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ganglioncel<br />

staat hierin weergegev<strong>en</strong> met<br />

streepjes. In a) zie je veel streepjes<br />

<strong>en</strong> is de cel dus erg actief, want het<br />

c<strong>en</strong>trum wordt vooral gestimuleerd<br />

met licht, terwijl de omgeving juist<br />

e<strong>en</strong> donkere stimulus heeft. In b) zie<br />

je helemaal ge<strong>en</strong> streepjes <strong>en</strong> is de<br />

cel niet actief. De activiteit is dan zelfs<br />

lager dan de activiteit die e<strong>en</strong><br />

ganglioncel heeft als er helemaal ge<strong>en</strong><br />

prikkel is, zoals te zi<strong>en</strong> is in c). In d)<br />

zie je dat ook als de het hele<br />

receptieve veld van e<strong>en</strong> ganglioncel<br />

verlicht wordt, de cel nauwelijks<br />

reageert. E<strong>en</strong> ganglioncel die zo<br />

reageert op de aangebod<strong>en</strong> stimuli<br />

wordt e<strong>en</strong> on-c<strong>en</strong>ter ganglioncel<br />

g<strong>en</strong>oemd.<br />

E<strong>en</strong> ganglioncel die teg<strong>en</strong>overgesteld<br />

werkt bestaat ook: off-c<strong>en</strong>ter. Er zijn<br />

dus twee typ<strong>en</strong> ganglioncell<strong>en</strong>: "onc<strong>en</strong>ter"<br />

<strong>en</strong> "off-c<strong>en</strong>ter".<br />

Deze organisatie van e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trum met<br />

e<strong>en</strong> omgeving geeft ganglioncell<strong>en</strong> de<br />

mogelijkheid om niet alle<strong>en</strong> door te gev<strong>en</strong> dat er fotoreceptor<strong>en</strong> actief zijn, maar ook over<br />

verschill<strong>en</strong> in de activiteit in hun c<strong>en</strong>trum <strong>en</strong> omgevingsgebied. Deze verschill<strong>en</strong> in activiteit gev<strong>en</strong><br />

informatie over contrast<strong>en</strong>, zoals te zi<strong>en</strong> is in figuur 5-2.<br />

34<br />

Figuur 5-1: het receptieve veld<br />

van e<strong>en</strong> ganglioncel. De plusjes<br />

gev<strong>en</strong> aan dat deze cel actiever<br />

wordt als er licht in het c<strong>en</strong>trum<br />

valt <strong>en</strong> juist minder actief als er<br />

licht in de omgeving van het<br />

c<strong>en</strong>trum valt.<br />

© R. van Wezel (2008)<br />

Figuur 5-2: De activiteit van e<strong>en</strong> on-c<strong>en</strong>ter<br />

ganglioncel op verschill<strong>en</strong>de stimuli.<br />

© R. van Wezel (2008)


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 5. Receptieve veld<strong>en</strong><br />

Figuur 5-3: De activiteit van e<strong>en</strong><br />

simpele cel in de visuele cortex voor<br />

verschill<strong>en</strong>de oriëntaties van de<br />

lichtstimulus.<br />

© R. van Wezel (2008)<br />

5.4 De primaire visuele cortex<br />

5.5 Wiskundige beschrijving van e<strong>en</strong> receptief veld<br />

Het signaal van ganglioncell<strong>en</strong> gaat naar de primaire<br />

visuele cortex achterop het brein. Deze cortex wordt<br />

meestal aangeduid met V1. De activiteit van neuron<strong>en</strong> in<br />

V1 wordt verhoogd als er stimuli in hun receptieve veld<br />

verschijn<strong>en</strong>. Sommige cell<strong>en</strong> in V1 hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

langgerekt receptief veld, bijvoorbeeld met e<strong>en</strong> ovaal onc<strong>en</strong>trum<br />

gebied met e<strong>en</strong> daaromhe<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>de<br />

omgeving, zoals in figuur 5-4, dit word<strong>en</strong> simpele cell<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oemd. Om deze cel optimaal te activer<strong>en</strong>, moet e<strong>en</strong><br />

stimulus dus e<strong>en</strong> verticale oriëntatie hebb<strong>en</strong>, namelijk<br />

gelijk aan die van het receptieve veld van de cel. E<strong>en</strong><br />

horizontale oriëntatie van e<strong>en</strong> stimulus activeert de cel in<br />

figuur 5-4 figuur 5-3veel minder goed. Net als bij<br />

ganglioncell<strong>en</strong> geldt namelijk ook voor deze cel dat ze<br />

niet geactiveerd word<strong>en</strong> als zowel het on-gebied als het<br />

off-gebied tegelijkertijd in het geheel word<strong>en</strong> belicht.<br />

In figuur 5-3 zie je de activiteit van e<strong>en</strong> V1 cel wanneer<br />

er na 1 seconde e<strong>en</strong> stimulus van e<strong>en</strong> seconde getoond<br />

wordt. Als de stimulus e<strong>en</strong> verticale balk is dan<br />

g<strong>en</strong>ereert dat heel veel actiepot<strong>en</strong>tial<strong>en</strong>, de streepjes in<br />

het plaatje. E<strong>en</strong> balk die horizontaal staat geeft helemaal<br />

ge<strong>en</strong> activiteit. Deze cel is dus het meest gevoelig voor<br />

verticale balk<strong>en</strong>. In V1 vind je voor elke oriëntatie e<strong>en</strong><br />

groep cell<strong>en</strong> die daar het beste op reageert.<br />

Bov<strong>en</strong> het schematische figuur van e<strong>en</strong> V1 cel in figuur 5-4 staat e<strong>en</strong> doorsnede die met e<strong>en</strong><br />

wiskundige formule goed te beschrijv<strong>en</strong> is. Hiervoor kan bijvoorbeeld het verschil word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> twee “Gaussiaanse” functies. E<strong>en</strong> Gaussiaanse functie beschrijft e<strong>en</strong> curve met één bobbel<br />

van e<strong>en</strong> bepaalde wijdte. Als je de wijde Gaussiaan van e<strong>en</strong> dunne Gaussiaan aftrekt dan krijg je<br />

de vorm in figuur 5-4. De functie wordt beschrev<strong>en</strong> met de volg<strong>en</strong>de formule:<br />

Opdracht: Probeer met deze formule <strong>en</strong> je grafische rek<strong>en</strong>machine de vorm bov<strong>en</strong>aan figuur 5-4 te<br />

mak<strong>en</strong>. Door in te voer<strong>en</strong>:<br />

• y1=normalcdf(x - 0.0001, x + 0.0001, 7, 2)<br />

• y2=normalcdf(x - 0.0001, x + 0.0001, 7, 3)<br />

• window : x [0, 15], y [-0.001, 0.001]<br />

• je ziet twee klokkromm<strong>en</strong><br />

• dan kun je y3 = y1 - y2 do<strong>en</strong>.<br />

• Let op: dit kan alle<strong>en</strong> als je e<strong>en</strong> ‘’Texas’’ hebt.<br />

• Beschrijf waar σ1, σ2, <strong>en</strong> µ voor staan.<br />

35<br />

Figuur 5-4: het receptieve veld<br />

van e<strong>en</strong> simpele cel in de<br />

primaire visuele cortex.<br />

Bov<strong>en</strong>aan staat de wiskundige<br />

functie die deze vorm beschrijft.<br />

© R. van Wezel (2008)


Hoofdstuk 5. Receptieve veld<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

5.6 Toepassing<strong>en</strong> in de techniek<br />

De bov<strong>en</strong>beschrev<strong>en</strong> functie wordt in allerlei<br />

techniek<strong>en</strong> waar beeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verwerkt<br />

toegepast om rand<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong>, helemaal<br />

vergelijkbaar dus met de cell<strong>en</strong> van onze primaire<br />

visuele cortex. Net als voor visuele neuron<strong>en</strong> is<br />

het niet nodig e<strong>en</strong> egaal vlak te coder<strong>en</strong>. De<br />

visuele neuron<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> daar ook niet op.<br />

E<strong>en</strong> toepassing is bijvoorbeeld om beeld<strong>en</strong> die in<br />

het ziek<strong>en</strong>huis word<strong>en</strong> gemaakt van m<strong>en</strong>selijke<br />

lichaamsdel<strong>en</strong> beter te kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong>, zie<br />

figuur 5-5. Ook in computersystem<strong>en</strong> die<br />

gezicht<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de beeld<strong>en</strong> vaak<br />

eerst met dit soort functies bewerkt.<br />

Figuur 5-6: E<strong>en</strong> Hermann grid<br />

5.7 Verwerkingsopdracht<strong>en</strong><br />

Vraag 5-1 Het Hermann grid<br />

a Beschrijf wat je ziet in figuur 5-6.<br />

b Waarom zie je zwarte vlekk<strong>en</strong> op de kruispunt<strong>en</strong>. Verklaar dit aan de hand van de structuur<br />

van ON <strong>en</strong> OFF ganglioncell<strong>en</strong>.<br />

c De zwarte vlekk<strong>en</strong> zijn niet altijd op dezelfde plek, waarom is dit?<br />

d De plek van de zwarte vlekk<strong>en</strong> is afhankelijk van de afstand van je oog tot het blaadje met de<br />

prikkel. Controleer dit <strong>en</strong> geef e<strong>en</strong> verklaring.<br />

36<br />

Figuur 5-5: E<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong><br />

toepassing van “edge detector” in het<br />

verduidelijk<strong>en</strong> van medische beeld<strong>en</strong>. Het<br />

onderste plaatje laat het resultaat zi<strong>en</strong> na<br />

filter<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> edge detector, waardoor<br />

het voor e<strong>en</strong> arts gemakkelijker is de<br />

lichaamsstructur<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong>.<br />

© 2010 Wolfram Research, Inc.<br />

www.wolfram.com


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Hoofdstuk 5. Receptieve veld<strong>en</strong><br />

e In figuur 5-7 zie je variant<strong>en</strong> op het Hermann grid. Geef e<strong>en</strong> verklaring voor wat je ziet.<br />

Vraag 5-2 Bestudeer of je de werking van onderstaande cell<strong>en</strong> kunt begrijp<strong>en</strong> in de<br />

filmpjes die je kunt vind<strong>en</strong> op: http://bit.ly/recfld<br />

a ON ganglioncel: Hubel and Wiesel On cell<br />

b OFF ganglioncel: Hubel and Wiesel OFF cell<br />

c V1 cel: Hubel and Wiesel simple cell<br />

Vraag 5-3 JPEG-bestand<strong>en</strong><br />

Figuur 5-7: Twee variant<strong>en</strong> op het Hermann Grid.<br />

Om e<strong>en</strong> de bestandsgrootte van plaatjes te verklein<strong>en</strong> word<strong>en</strong> plaatjes vaak niet pixel-voor-pixel<br />

opgeslag<strong>en</strong> maar eerst gecomprimeerd. Het meest gebruikte systeem hiervoor is de JPEG<br />

compressie. Deze maakt net als de visuele neuron<strong>en</strong> gebruik van het coder<strong>en</strong> van<br />

contrastverschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet van egale vlakk<strong>en</strong>.<br />

a Maak e<strong>en</strong> foto van e<strong>en</strong> egaal vlak <strong>en</strong> e<strong>en</strong> foto van iets waarin veel contrastverschill<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>.<br />

Bekijk de verschill<strong>en</strong> van de grootte van de file.<br />

b Meestal kan je de fijnheid waarmee e<strong>en</strong> JPEG-foto moet word<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong> instell<strong>en</strong>.<br />

Controleer dit met e<strong>en</strong> computerprogramma waarmee je de JPEG-fijnheid kan instell<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kijk<br />

naar het effect op de bestandsgrootte. Wat is het effect op het plaatje zelf?<br />

c Kan je dit uitlegg<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> Gaussian functie?<br />

37


Voork<strong>en</strong>nisbijlage 1. Het oog <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

Voork<strong>en</strong>nisbijlage Voork<strong>en</strong>nisbijlage 1. 1. Het Het oog<br />

oog<br />

In dit hoofdstuk wordt antwoord gegev<strong>en</strong> op de volg<strong>en</strong>de vraag:<br />

Wat at zijn zijn de de belangrijkste onderdel<strong>en</strong> van het visuele systeem? systeem?<br />

Na e<strong>en</strong> korte inleiding over zintuig<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de bouw <strong>en</strong> werking van het oog behandeld.<br />

Oriëntatievrag<strong>en</strong><br />

a Schrijf vijf zintuig<strong>en</strong> op met de bijbehor<strong>en</strong>de prikkel.<br />

b Kun je voel<strong>en</strong> met je spier<strong>en</strong>? Waarom wel/niet?<br />

c Waarom kun je niet tegelijkertijd e<strong>en</strong> uitgestok<strong>en</strong> vinger <strong>en</strong> de persoon in de verte waarnaar je<br />

wijst scherp zi<strong>en</strong>?<br />

d Kun je met dichte og<strong>en</strong> sterretjes zi<strong>en</strong>? Waarom wel/niet?<br />

e Kun je in het donker kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>? Waarom wel/niet?<br />

f Welke oogonderdel<strong>en</strong> passeert e<strong>en</strong> lichtstraal op zijn weg in het oog?<br />

V1.1 Zintuig<strong>en</strong><br />

Voertuig<strong>en</strong> zijn “tuig<strong>en</strong>” die je erg<strong>en</strong>s he<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>, vervoersmiddel<strong>en</strong> dus. Als je het zo bekijkt<br />

moet<strong>en</strong> zintuig<strong>en</strong> je naar de zin, de bewustwording, van iets leid<strong>en</strong>.<br />

Zintuig<strong>en</strong> zijn er om signal<strong>en</strong> uit de buit<strong>en</strong>- of binn<strong>en</strong>wereld op te pikk<strong>en</strong>, te vertal<strong>en</strong> in impuls<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> door te gev<strong>en</strong> aan de bijbehor<strong>en</strong>de c<strong>en</strong>tra in de grote hers<strong>en</strong><strong>en</strong>. Daar vindt verwerking <strong>en</strong><br />

waarneming (bewustwording) plaats. Dankzij zintuig<strong>en</strong> kan het lichaam bewust of onbewust<br />

reager<strong>en</strong> op verandering<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> status-quo handhav<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>k aan ev<strong>en</strong>wicht bewar<strong>en</strong>,<br />

homeostase).<br />

Het m<strong>en</strong>selijk lichaam bevat veel zintuig<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> ze indel<strong>en</strong> naar de plaats waar zij zich<br />

bevind<strong>en</strong> of naar type zintuigcel, gebaseerd op de prikkel waar zij gevoelig voor zijn.<br />

De tweede indeling van zintuig<strong>en</strong>, naar prikkelgevoeligheid, maakt direct duidelijk dat e<strong>en</strong><br />

zintuigcel slechts gevoelig is voor één soort prikkel. We noem<strong>en</strong> zo’n prikkel e<strong>en</strong> adequate prikkel.<br />

E<strong>en</strong> ander woord voor prikkel is e<strong>en</strong> stimulus.<br />

Exteros<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />

Exteros<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />

Exteros<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />

Deze ligg<strong>en</strong> aan de oppervlakte, op de gr<strong>en</strong>s van de buit<strong>en</strong>wereld <strong>en</strong> ons lichaam. De prikkels die<br />

door dit type zintuigcell<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> dan ook uit de buit<strong>en</strong>wereld, het externe<br />

milieu. Voorbeeld<strong>en</strong>: huidzintuig<strong>en</strong> (tast, druk, pijn), het oog, het gehoororgaan.<br />

Interos<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />

Interos<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />

Interos<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> in het buit<strong>en</strong>oppervlak van holle organ<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong>: zintuig<strong>en</strong> van mond-<br />

<strong>en</strong> neusholte, darmkanaal, long<strong>en</strong> <strong>en</strong> luchtweg<strong>en</strong>, urineweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> geslachtsorgan<strong>en</strong>.<br />

Proprios<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />

Proprios<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />

Deze s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> informatie over (de stand van) het bewegingsapparaat. Dit type zintuigcell<strong>en</strong><br />

zit in spier<strong>en</strong>, pez<strong>en</strong> <strong>en</strong> gewricht<strong>en</strong>; ook in het ev<strong>en</strong>wichtsorgaan ligg<strong>en</strong> proprios<strong>en</strong>sor<strong>en</strong>.<br />

38


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Voork<strong>en</strong>nisbijlage 1. Het oog<br />

Omdat er diverse soort<strong>en</strong> prikkels zijn: licht, geluid, druk, pH verandering, geurstof <strong>en</strong>zovoort, zijn<br />

er ook vele types zintuigcel te onderscheid<strong>en</strong>. In categorieën sam<strong>en</strong>gevat geeft dit de volg<strong>en</strong>de<br />

indeling.<br />

Chemos<strong>en</strong>sor<br />

Chemos<strong>en</strong>sor<br />

Detecter<strong>en</strong> verandering van chemische sam<strong>en</strong>stelling van het omring<strong>en</strong>de milieu. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn<br />

de smaakzintuigcell<strong>en</strong> op je tong, het reukzintuig in je neus <strong>en</strong> chemos<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> in de wand van de<br />

aorta <strong>en</strong> de halsslagader.<br />

Mechanos<strong>en</strong>sor<br />

Mechanos<strong>en</strong>sor<br />

Registrer<strong>en</strong> verandering van de eig<strong>en</strong> celvorm. Daardoor kunn<strong>en</strong> druk, positie, beweging <strong>en</strong> geluid<br />

word<strong>en</strong> gedetecteerd. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn tast- <strong>en</strong> drukzintuig<strong>en</strong> in je huid, de bloeddruks<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> in<br />

de wand van de aorta <strong>en</strong> de reks<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> in spier<strong>en</strong> <strong>en</strong> pez<strong>en</strong>.<br />

Thermos<strong>en</strong>sor<br />

Thermos<strong>en</strong>sor<br />

Registrer<strong>en</strong> verandering van de temperatuur. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn de warmte- <strong>en</strong> koudezintuig<strong>en</strong> in<br />

huid.<br />

Elektromagnetische Elektromagnetische s<strong>en</strong>sor<br />

s<strong>en</strong>sor<br />

Detecter<strong>en</strong> licht, deze receptor<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> op je netvlies.<br />

Pijns<strong>en</strong>sor<br />

Pijns<strong>en</strong>sor<br />

Registrer<strong>en</strong> beschadiging of dreig<strong>en</strong>de beschadiging. Je vindt ze in de huid, maar ook in de wand<br />

van de holle organ<strong>en</strong>.<br />

De zintuig<strong>en</strong> bestaan uit zintuigcell<strong>en</strong> die drie geme<strong>en</strong>schappelijke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>:<br />

prikkeldrempel, adequate prikkel <strong>en</strong> gew<strong>en</strong>ning.<br />

De prikkeldrempel is de minimale prikkelsterkte die nodig is om de prikkel om te kunn<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> impuls (actiepot<strong>en</strong>tiaal).<br />

Elk type zintuigcel is gespecialiseerd in één bepaald soort prikkel: de adequate prikkel.<br />

Voorbeeld<strong>en</strong>: geurstof voor e<strong>en</strong> reukzintuigcel, vormverandering door druk voor e<strong>en</strong> tastzintuig in<br />

de huid. Soms kan e<strong>en</strong> extra sterke inadequate prikkel toch leid<strong>en</strong> tot impuls<strong>en</strong>. Druk maar e<strong>en</strong>s<br />

hard op je geslot<strong>en</strong> og<strong>en</strong>: je ziet dan sterretjes!<br />

Bij langdurige, gelijkblijv<strong>en</strong>de prikkeling kan gew<strong>en</strong>ning of adaptatie optred<strong>en</strong>. Dan gaan er minder<br />

impuls<strong>en</strong> naar het z<strong>en</strong>uwstelsel.<br />

V1.2 De anatomie van het oog<br />

Het oog als orgaan bestaat uit de oogbol <strong>en</strong> de omligg<strong>en</strong>de structur<strong>en</strong>. Er zijn zes oogspier<strong>en</strong> die<br />

het oog naar links, rechts, omhoog <strong>en</strong> omlaag kunn<strong>en</strong> draai<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ook in twee richting<strong>en</strong> min of<br />

meer om de optische as kunn<strong>en</strong> roter<strong>en</strong>.<br />

De oogled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>de functie teg<strong>en</strong> bijvoorbeeld uitdroging <strong>en</strong> fel licht. Zij zijn<br />

aan de buit<strong>en</strong>kant bekleed met huid, aan de binn<strong>en</strong>kant met bindvlies. Op de ooglidrand bevind<strong>en</strong><br />

zich wimpers <strong>en</strong> kleine talgkliertjes.<br />

Het traanvocht wordt gemaakt door de traanklier. Deze ligt aan de buit<strong>en</strong>zijde van het bov<strong>en</strong>ste<br />

ooglid. Van daaruit vloeit het traanvocht als e<strong>en</strong> dun filmpje over de voorzijde van het oog. In de<br />

binn<strong>en</strong>ooghoek bevindt zich op bov<strong>en</strong>- <strong>en</strong> onderooglid het traanpunt dat overtollig vocht afvoert<br />

naar de neusbinn<strong>en</strong>zijde via de traanbuisjes. Traanvocht voorkomt uitdroging <strong>en</strong> bevat<br />

afweerstoff<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> oppervlakkige infecties. Bij het knipper<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong> de oogled<strong>en</strong> het traanvocht<br />

over het oog. Het dunne vochtlaagje wordt wel traanfilm g<strong>en</strong>oemd. De hoeveelheid traanvocht <strong>en</strong><br />

de sam<strong>en</strong>stelling ervan wordt door allerlei factor<strong>en</strong> beïnvloed, zoals door psychische gesteldheid,<br />

hormon<strong>en</strong>, ziektes <strong>en</strong> medicijn<strong>en</strong>. Pas als je bijvoorbeeld last hebt van droge og<strong>en</strong> sta je er bij stil<br />

hoe belangrijk traanvocht is!<br />

39


Voork<strong>en</strong>nisbijlage 1. Het oog <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

V1.2.1 De oogbol<br />

In voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-1 zijn de voornaamste onderdel<strong>en</strong> van de oogbol te zi<strong>en</strong>. Deze word<strong>en</strong><br />

hieronder besprok<strong>en</strong>.<br />

Drie vliez<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong> naar binn<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> het inw<strong>en</strong>dige van het oog. Dit zijn:<br />

• De harde oogrok<br />

• Het druifvlies<br />

• Het netvlies<br />

Het buit<strong>en</strong>ste vlies heet de harde oogrok. Het is e<strong>en</strong> stevig vlies met e<strong>en</strong> helder, doorzichtig<br />

gedeelte, het hoornvlies. Dit is koepelvormig <strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>ster waardoor het licht het oog<br />

kan binn<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>. Het hoornvlies bevat veel z<strong>en</strong>uwuiteind<strong>en</strong>. Daarom is aanrak<strong>en</strong> ervan pijnlijk. De<br />

rest van de harde oogrok is bedekt met het bindvlies<br />

dat overgaat in de bekleding van de binn<strong>en</strong>kant van<br />

de oogled<strong>en</strong> - hierdoor kan e<strong>en</strong> contactl<strong>en</strong>s niet<br />

achter het oog terechtkom<strong>en</strong>.<br />

Het vlies dat aan de binn<strong>en</strong>zijde teg<strong>en</strong> de harde<br />

oogrok aanligt, heet druifvlies, maar wordt meestal<br />

aangeduid als vaatvlies. Het vaatvlies bestaat uit 3<br />

onderdel<strong>en</strong>:<br />

• de iris, geleg<strong>en</strong> achter het hoornvlies. De iris<br />

bevat pigm<strong>en</strong>tcell<strong>en</strong> die het oog “kleur” gev<strong>en</strong>.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bevat de iris e<strong>en</strong> in diameter regelbare<br />

op<strong>en</strong>ing: de pupil. De pupil di<strong>en</strong>t als diafragma <strong>en</strong><br />

regelt de hoeveelheid licht die het oog<br />

binn<strong>en</strong>valt;<br />

• het straallichaam, dat e<strong>en</strong> rol speelt bij<br />

accommoder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de productie van kamervocht;<br />

• het vaatvlies, dat het netvlies van bloed voorziet.<br />

Het netvlies (retina) bevat 2 soort<strong>en</strong> receptor<strong>en</strong>: de<br />

kegeltjes <strong>en</strong> de staafjes. Deze kegeltjes <strong>en</strong> staafjes zorg<strong>en</strong> ervoor dat je zowel kleur<strong>en</strong> als contrast<br />

kunt zi<strong>en</strong>. Op het netvlies wordt later uitgebreid ingegaan.<br />

V1.2.2 De overige onderdel<strong>en</strong> van het oog<br />

De ruimte tuss<strong>en</strong> het hoornvlies <strong>en</strong> de iris <strong>en</strong> heet de voorste oogkamer <strong>en</strong> is gevuld met<br />

kamerwater. Kamerwater bevat voedingsstoff<strong>en</strong> <strong>en</strong> zuurstof. Het kamerwater voedt het hoornvlies,<br />

de l<strong>en</strong>s <strong>en</strong> het glasachtig lichaam.<br />

De l<strong>en</strong>s bevindt zich tuss<strong>en</strong> het hoornvlies <strong>en</strong> het netvlies, achter de voorste oogkamer. Het is e<strong>en</strong><br />

heldere structuur, omgev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>skapsel dat de l<strong>en</strong>s min of meer platdrukt. L<strong>en</strong>sbandjes<br />

verbind<strong>en</strong> het l<strong>en</strong>skapsel met de accommodatiespier in het straalvormig lichaam. De l<strong>en</strong>s is<br />

vervormbaar. Door de accommodatiespier sam<strong>en</strong> te trekk<strong>en</strong> wordt de l<strong>en</strong>s boller. Daarmee kan het<br />

oog word<strong>en</strong> scherp gesteld voor dichtbij zi<strong>en</strong>.<br />

Ook de achterste oogkamer, die zich tuss<strong>en</strong> de iris <strong>en</strong> de oogl<strong>en</strong>s bevindt, is gevuld met<br />

kamerwater. Dit kamerwater wordt geproduceerd in het straallichaam <strong>en</strong> kan via de pupil naar de<br />

voorste oogkamer strom<strong>en</strong>. Het wordt afgevoerd via e<strong>en</strong> kanaaltje dat begint in de hoek tuss<strong>en</strong> iris<br />

<strong>en</strong> hoornvlies. Als aanmaak <strong>en</strong> afvoer niet op goed op elkaar zijn afgesteld kan de oogdruk te hoog<br />

word<strong>en</strong>. Langdurige hoge oogdruk leidt tot beschadiging van de oogz<strong>en</strong>uw.<br />

De inw<strong>en</strong>dige holte van het oog wordt opgevuld door geleiachtige vloeistof. Dit is het glasachtig<br />

lichaam. Hierdoor word<strong>en</strong> netvlies <strong>en</strong> het vaatvlies teg<strong>en</strong> de buit<strong>en</strong>wand aangedrukt.<br />

40<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-1: L<strong>en</strong>gtedoorsnede<br />

door het oog (schematisch)


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Voork<strong>en</strong>nisbijlage 1. Het oog<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-2: Bouw van het netvlies op <strong>en</strong> naast de gele vlek.<br />

V1.2.3 Het netvlies<br />

Het netvlies is het beeldscherm waarop het beeld wordt geprojecteerd. Het bestaat uit twee lag<strong>en</strong><br />

(zie voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-2). De pigm<strong>en</strong>tlaag bevat cell<strong>en</strong> met uitlopers <strong>en</strong> deze zijn gevuld met<br />

zwarte pigm<strong>en</strong>tkorrels. Deze bescherm<strong>en</strong> de zintuigcell<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> te hoge lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>. De<br />

zintuigz<strong>en</strong>uwlaag van het netvlies bevat per oog meer dan twee miljo<strong>en</strong> zintuig- <strong>en</strong> z<strong>en</strong>uwcell<strong>en</strong>.<br />

Binn<strong>en</strong> die laag zijn drie lag<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>:<br />

• De laag die teg<strong>en</strong> de pigm<strong>en</strong>tlaag aan ligt bevat de lichtgevoelige zintuigcell<strong>en</strong>: staafjes <strong>en</strong><br />

kegeltjes.<br />

• Daarop volgt e<strong>en</strong> laag met z<strong>en</strong>uwcell<strong>en</strong>: bipolaire, horizontale <strong>en</strong> amacri<strong>en</strong>e cell<strong>en</strong>.<br />

• Het meest dicht bij het glasachtig lichaam is de laag met impulsafvoer<strong>en</strong>de cell<strong>en</strong>, de<br />

ganglioncell<strong>en</strong>.<br />

De horizontale <strong>en</strong> amacri<strong>en</strong>e cell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bipolaire <strong>en</strong> ganglioncell<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee ook het signaal<br />

naar de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. Het zou daarom kunn<strong>en</strong> dat ze e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij optische illusies.<br />

De kegeltjes bevind<strong>en</strong> zich veel meer in het c<strong>en</strong>trum van het netvlies (zie voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-3).<br />

Pal achter de pupil bevat het netvlies zelfs alle<strong>en</strong> maar kegeltjes; deze plaats heet gele vlek.<br />

Kegeltjes zijn gevoelig voor verschill<strong>en</strong>de golfl<strong>en</strong>gtes licht. Er zijn drie soort<strong>en</strong> kegeltjes, met elk<br />

e<strong>en</strong> gevoeligheid voor e<strong>en</strong> bepaald aantal golfl<strong>en</strong>gtes. Deze golfl<strong>en</strong>gtes corresponder<strong>en</strong> ongeveer<br />

met de kleur<strong>en</strong> blauw, gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> rood. Word<strong>en</strong> de drie soort<strong>en</strong> kegeltjes tegelijkertijd geprikkeld<br />

dan neem je dit waar als wit licht. Kegeltjes hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere drempelwaarde dan staafjes <strong>en</strong><br />

werk<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> bij voldo<strong>en</strong>de licht.<br />

Er zijn veel meer staafjes dan kegeltjes in het netvlies (respectievelijk 120 miljo<strong>en</strong> <strong>en</strong> 5 miljo<strong>en</strong>).<br />

De meeste staafjes kom<strong>en</strong> aan de rand<strong>en</strong> van het netvlies voor. Naar het c<strong>en</strong>trum van het netvlies<br />

toe neemt hun aantal sterk af. Staafjes hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lagere drempelwaarde dan kegeltjes; ze<br />

werk<strong>en</strong> dus vooral bij lage lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> do<strong>en</strong> niets bij fel licht. Met staafjes word<strong>en</strong> alle<strong>en</strong><br />

contrastverschill<strong>en</strong> (grijstint<strong>en</strong>) waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, bij weinig licht zie je dus ge<strong>en</strong> kleur. Staafjes<br />

spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol bij het opmerk<strong>en</strong> van beweging<strong>en</strong>, waarna de kegeltjes word<strong>en</strong> ingezet<br />

bij nauwkeuriger waarneming van datg<strong>en</strong>e wat beweegt.<br />

Je zou verwacht<strong>en</strong> dat staafjes <strong>en</strong> kegeltjes, beid<strong>en</strong> fotoreceptor<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, in staat zijn om de<br />

prikkel licht te vertal<strong>en</strong> in actiepot<strong>en</strong>tial<strong>en</strong> (impuls<strong>en</strong>). Dat is niet het geval. Globaal gezegd komt<br />

het erop neer dat fotoreceptor<strong>en</strong> stoff<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> die verander<strong>en</strong> onder invloed van licht. Door<br />

41


Voork<strong>en</strong>nisbijlage 1. Het oog <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

deze verandering kan in de bipolaire cel e<strong>en</strong> impuls ontstaan. Impuls<strong>en</strong> die dankzij staafjes of<br />

kegeltjes ontstaan word<strong>en</strong> doorgestuurd naar de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> door z<strong>en</strong>uwcell<strong>en</strong> in netvlies. De<br />

bipolaire cell<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> brug tuss<strong>en</strong> staafjes <strong>en</strong> kegeltjes <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de ganglioncell<strong>en</strong> die<br />

uitlopers hebb<strong>en</strong> richting hers<strong>en</strong><strong>en</strong> anderzijds. In voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-2 is zichtbaar dat kegeltjes<br />

e<strong>en</strong> één op één aansluiting hebb<strong>en</strong> op de ganglioncell<strong>en</strong>. Daarmee wordt bereikt dat kegeltjes het<br />

waarnem<strong>en</strong> van veel details mogelijk mak<strong>en</strong>. Staafjes daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> zijn met meerdere geschakeld<br />

op één ganglioncel. Dat heeft voordel<strong>en</strong>, vooral bij lage lichtint<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong>: door deze schakeling<br />

ontstaat signaalversterking. Voor het zi<strong>en</strong> van details werkt deze schakeling nadelig, maar<br />

daarvoor hebb<strong>en</strong> we onze kegeltjes.<br />

Op de plaats waar de verzamelde uitlopers van de ganglioncell<strong>en</strong> dwars door het netvlies he<strong>en</strong><br />

lop<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit verlat<strong>en</strong> als oogz<strong>en</strong>uw ontbrek<strong>en</strong> uiteraard de zintuigcell<strong>en</strong>. Deze plaats wordt blinde<br />

vlek g<strong>en</strong>oemd <strong>en</strong> zit aan de neuszijde van het netvlies. Doordat je met twee og<strong>en</strong> kijkt heb je ge<strong>en</strong><br />

last van de blinde vlek: het <strong>en</strong>e oog comp<strong>en</strong>seert wat het andere niet ziet.<br />

V1.3 Accommoder<strong>en</strong><br />

Het oog is in feite e<strong>en</strong> optisch instrum<strong>en</strong>t waarop de l<strong>en</strong>z<strong>en</strong>formule van toepassing is:<br />

1 1 1<br />

= +<br />

f v b<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-3: Verdeling van staafjes <strong>en</strong> kegeltjes over het netvlies.<br />

Naar Øst<strong>en</strong>berg, 1935.<br />

f is de brandpuntsafstand. Het brandpunt is het punt waarin ev<strong>en</strong>wijdig invall<strong>en</strong>de lichtstral<strong>en</strong><br />

na breking sam<strong>en</strong>kom<strong>en</strong><br />

v is de voorwerpsafstand, de afstand tuss<strong>en</strong> oog <strong>en</strong> voorwerp.<br />

b is de beeldafstand – de afstand tuss<strong>en</strong> l<strong>en</strong>s <strong>en</strong> netvlies.<br />

In het oog staat de afstand tuss<strong>en</strong> l<strong>en</strong>s <strong>en</strong> netvlies, b, vast, dit is de doorsnede van het oog.<br />

Lichtstral<strong>en</strong> afkomstig van voorwerp<strong>en</strong> op korte afstand moet<strong>en</strong> dus meer word<strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong> dan<br />

die afkomstig van e<strong>en</strong> veraf geleg<strong>en</strong> voorwerp. De brandpuntsafstand van de oogl<strong>en</strong>s zal moet<strong>en</strong><br />

variër<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit gebeurt door de l<strong>en</strong>s boller of platter te mak<strong>en</strong>: accommoder<strong>en</strong>. Hoe gaat dit in zijn<br />

werk?<br />

42


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Voork<strong>en</strong>nisbijlage 1. Het oog<br />

Je kunt dit zi<strong>en</strong> in Voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-4. De oogl<strong>en</strong>s is elastisch <strong>en</strong> neemt uit zichzelf e<strong>en</strong> bolle<br />

vorm aan. De l<strong>en</strong>s is echter omgev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>oemd l<strong>en</strong>skapsel <strong>en</strong> dit is met l<strong>en</strong>sbandjes<br />

(peesjes) bevestigd aan e<strong>en</strong> kringspier in het straalvormig lichaam in het vaatvlies: de<br />

accommodatiespier. Wanneer deze kringspier ontspann<strong>en</strong> is, dus e<strong>en</strong> grote cirkel vormt, staan de<br />

l<strong>en</strong>sbandjes strak <strong>en</strong> wordt de l<strong>en</strong>s plat getrokk<strong>en</strong>.<br />

Trekt de accommodatiespier zich sam<strong>en</strong> dan staan de l<strong>en</strong>sbandjes niet meer zo strak <strong>en</strong> veert de<br />

l<strong>en</strong>s terug naar e<strong>en</strong> min of meer bolle vorm. Dit heet accommodatie. Zo’n geaccommodeerd oog is<br />

geschikt om voorwerp<strong>en</strong> van dichtbij te zi<strong>en</strong>, te lez<strong>en</strong> bijvoorbeeld. Dit kost echter <strong>en</strong>ergie: je<br />

spant je accommodatiespier aan. Kijk je met e<strong>en</strong> bolle l<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> voorwerp dichtbij naar e<strong>en</strong><br />

verder weg geleg<strong>en</strong> voorwerp dan zal in eerste instantie e<strong>en</strong> onscherp beeld op je netvlies word<strong>en</strong><br />

geprojecteerd. Reflexmatig ontspant de accommodatiespier, vormt e<strong>en</strong> grotere cirkel, de<br />

l<strong>en</strong>sbandjes kom<strong>en</strong> strakker te staan <strong>en</strong> de l<strong>en</strong>s wordt afgeplat. Als je moe b<strong>en</strong>t duurt dit wat<br />

langer <strong>en</strong> dat merk je dan ook. In de verte kijk<strong>en</strong> kost het minste <strong>en</strong>ergie: “de blik op oneindig<br />

zett<strong>en</strong>”. In ontspann<strong>en</strong> toestand is je accommodatiespier wijd, staan de l<strong>en</strong>sbandjes strak <strong>en</strong> is de<br />

l<strong>en</strong>s afgeplat: ongeaccommodeerd. Met e<strong>en</strong> ontspann<strong>en</strong> oog <strong>en</strong> dus met e<strong>en</strong> platte l<strong>en</strong>s word<strong>en</strong><br />

lichtstral<strong>en</strong> uit de verte zo gebrok<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> scherp beeld op het netvlies ontstaat. De<br />

lichtstral<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s niet alle<strong>en</strong> door de oogl<strong>en</strong>s gebrok<strong>en</strong>, ook het bolle hoornvlies <strong>en</strong> het<br />

glasachtig lichaam brek<strong>en</strong> lichtstral<strong>en</strong> in de richting van de optische as van het oog.<br />

Regeling van hoeveelheid licht. De hoeveelheid licht die het oog binn<strong>en</strong> komt kan geregeld word<strong>en</strong><br />

door de pupil: e<strong>en</strong> op<strong>en</strong>ing in de iris. In de iris zitt<strong>en</strong> kringspier<strong>en</strong> <strong>en</strong> straalsgewijs lop<strong>en</strong>de spier<strong>en</strong>.<br />

Als er fel licht op het oog valt trekk<strong>en</strong> de kringspier<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>, de pupil wordt nauw <strong>en</strong> de<br />

hoeveelheid licht dat je oog binn<strong>en</strong> valt is gering. Omgekeerd: in het donker moet de pupil wijd<br />

zijn <strong>en</strong> daarvoor zorg<strong>en</strong> de straalsgewijs<br />

lop<strong>en</strong>de spier<strong>en</strong>. Het bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van de pupil<br />

werkt net als het accommoder<strong>en</strong> via reflex<strong>en</strong>.<br />

V1.4 Diepte zi<strong>en</strong><br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-4: Accommoder<strong>en</strong>.<br />

© eHvA-Biologie CDrom 2005/'06, alle<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> voor<br />

onderwijsdoeleind<strong>en</strong>.<br />

Op je netvlies wordt, door de brek<strong>en</strong>de werking<br />

van hoornvlies, glasachtig lichaam <strong>en</strong> vooral de<br />

l<strong>en</strong>s, e<strong>en</strong> omgekeerd, verkleind, twee<br />

dim<strong>en</strong>sioneel beeld geprojecteerd. Toch wordt<br />

dit na het doorgev<strong>en</strong> van opgewekte impuls<strong>en</strong><br />

aan de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> drie<br />

dim<strong>en</strong>sionaal beeld. Dat komt door de manier<br />

waarop de afvoer<strong>en</strong>de z<strong>en</strong>uwuitlopers,<br />

gebundeld tot oogz<strong>en</strong>uw<strong>en</strong>, richting hers<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

lop<strong>en</strong>.<br />

Vanaf beide og<strong>en</strong> loopt e<strong>en</strong> oogz<strong>en</strong>uw naar het<br />

zog<strong>en</strong>aamde chiasma opticum, e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trum<br />

vooraan in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hier kruis<strong>en</strong> de<br />

uitlopers van de z<strong>en</strong>uw<strong>en</strong> elkaar gedeeltelijk.<br />

Na het chiasma opticum gaan uitlopers van de<br />

43<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-5: Het verloop van de<br />

z<strong>en</strong>uwban<strong>en</strong>.<br />

© http://www.10voorbiologie.nl/, alle<strong>en</strong> te<br />

gebruik<strong>en</strong> voor onderwijsdoeleind<strong>en</strong>.


Voork<strong>en</strong>nisbijlage 1. Het oog <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

linkerhelft van beide netvliez<strong>en</strong> (die informatie doorgev<strong>en</strong> over de rechterkant van het beeldveld)<br />

naar de visuele cortex in de linker hers<strong>en</strong>helft. De uitlopers van de rechterhelft van beide<br />

netvliez<strong>en</strong> gaat naar de visuele cortex in de rechterhers<strong>en</strong>helft. De (primair) visuele cortex, in<br />

voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-5 aangeduid als het primaire gezichtsc<strong>en</strong>trum, vindt de verwerking van de<br />

impuls<strong>en</strong> plaats.<br />

In voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-5 is te zi<strong>en</strong> dat elke hers<strong>en</strong>helft twee maal informatie ontvangt over<br />

hetzelfde gezichtveld. De og<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> onderling echter e<strong>en</strong> iets ander beeld van hetzelfde<br />

gezichtsveld, zeker als het gaat om e<strong>en</strong> voorwerp dichterbij (kijk maar e<strong>en</strong>s afwissel<strong>en</strong>d met het<br />

<strong>en</strong>e <strong>en</strong> met het andere oog naar e<strong>en</strong> dichtbij geleg<strong>en</strong> voorwerp). De informatie uit beide og<strong>en</strong> is<br />

dus niet volledig id<strong>en</strong>tiek. Het verschil erin leidt tot het ervar<strong>en</strong> van diepte zi<strong>en</strong>. Of iets ver weg is<br />

of dichtbij is kan door de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> ook word<strong>en</strong> opgemaakt door de stand van de og<strong>en</strong>.<br />

De visuele waarneming van beeld, waaronder diepte, komt tot stand in de primaire visuele cortex.<br />

Als deze om welke red<strong>en</strong> dan ook is uitgeschakeld ziet m<strong>en</strong>, ondanks perfect werk<strong>en</strong>de og<strong>en</strong>,<br />

helemaal niets. Dit verschijnsel heet schorsblindheid. De primaire visuele cortex is geleg<strong>en</strong> in de<br />

achterhoofdskwab van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> maakt onderdeel uit van de visuele cortex: het gebied waar<br />

de visuele waarneming tot stand komt.<br />

V1.5 Experim<strong>en</strong>t: 3D-afbeelding<strong>en</strong><br />

Beide og<strong>en</strong> stur<strong>en</strong> dus informatie over e<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>d beeld naar de optische c<strong>en</strong>tra. In de<br />

optische c<strong>en</strong>tra word<strong>en</strong> deze beeld<strong>en</strong> gekoppeld<br />

tot één geheel. Met <strong>en</strong>ige oef<strong>en</strong>ing kun je de<br />

hers<strong>en</strong><strong>en</strong> instruer<strong>en</strong> om deze beeld<strong>en</strong> anders te<br />

interpreter<strong>en</strong>. Hiervan wordt gebruik gemaakt<br />

bij het zi<strong>en</strong> van 3D-afbeelding<strong>en</strong>. In dit<br />

experim<strong>en</strong>t ga je ler<strong>en</strong> om deze 3D-afbeelding<strong>en</strong><br />

te zi<strong>en</strong>.<br />

B<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong>:<br />

Gekleurde 3D-afbeelding<strong>en</strong> op papier (zoek via www.google.com met de zoekwoord<strong>en</strong> magic eye,<br />

SIRDS of autostereogram).<br />

Uitvoering:<br />

Het is niet voor iedere<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> gemakkelijk 3D-afbeelding<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong>. Er zijn verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong><br />

voor. De meest e<strong>en</strong>voudige is de methode van “parallel-viewing”.<br />

Het volg<strong>en</strong>de experim<strong>en</strong>t demonstreert hoe de og<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> bij parallel-viewing:<br />

Kijk in de verte naar e<strong>en</strong> object.<br />

Terwijl je naar dat object kijkt, br<strong>en</strong>g je je wijsvingers, met de topp<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> elkaar, voor je og<strong>en</strong>.<br />

Neem waar, terwijl je nog steeds je og<strong>en</strong> in de verte richt, dat e<strong>en</strong> minivinger tuss<strong>en</strong> je<br />

vingertopp<strong>en</strong> zichtbaar is geword<strong>en</strong> (zie Voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-6). Laat deze bijzondere waarneming<br />

je niet verleid<strong>en</strong> om je er op te focuss<strong>en</strong>, want dan verdwijnt het. Blijf je blik richt<strong>en</strong> in de verte.<br />

Trek je vingertopp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje van elkaar af <strong>en</strong> neem waar dat de minivinger in de lucht zweeft.<br />

Beweeg je wijsvingers e<strong>en</strong> beetje <strong>en</strong> bekijk de dans<strong>en</strong>de minivinger.<br />

Onthoud nu goed hoe je og<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> bij dit experim<strong>en</strong>t.<br />

Gebruik deze zelfde techniek nu om 3D-afbeelding<strong>en</strong> te bekijk<strong>en</strong> (houd de afbeelding waar je eerst<br />

je wijsvingers hield).<br />

44<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 1-6: voorbeeld van<br />

gezichtsbedrog met 3D


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Voork<strong>en</strong>nisbijlage 1. Het oog<br />

V1.6 Verwerkingsopdracht<strong>en</strong><br />

Vraag V1-1 <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> in het donker<br />

Je zit in e<strong>en</strong> tijdschrift te lez<strong>en</strong>. De schemering valt. Op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t kun je de<br />

kleur<strong>en</strong>afbeelding<strong>en</strong> niet meer in kleur zi<strong>en</strong>. Het lez<strong>en</strong> wordt ook steeds lastiger.<br />

a Verklaar met behulp van je k<strong>en</strong>nis van de werking van het oog waardoor het komt dat je ge<strong>en</strong><br />

kleur<strong>en</strong> meer kunt waarnem<strong>en</strong>.<br />

b De oplossing om in het donker te kunn<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> is het licht aan do<strong>en</strong>, maar de stroom valt uit,<br />

dus lez<strong>en</strong> wordt niets. Je besluit om te gaan voetball<strong>en</strong>, maar dit is helemaal ge<strong>en</strong> succes. Leg<br />

uit waarom.<br />

Vraag V1-2 Kleur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />

Terwijl e<strong>en</strong> proefpersoon recht voor zich uitkijkt, beschrijft e<strong>en</strong> gro<strong>en</strong> gekleurd potlood e<strong>en</strong> wijde<br />

boog vanachter zijn linkerschouder tot zich het recht voor het gezicht van de proefpersoon bevindt.<br />

a In welke hers<strong>en</strong>helft arriver<strong>en</strong> de eerste impuls<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met het waarnem<strong>en</strong><br />

van het potlood?<br />

b Leg uit welke zintuigcell<strong>en</strong> als eerste word<strong>en</strong> geprikkeld: staafjes of kegeltjes.<br />

Vraag V1-3 E<strong>en</strong> hers<strong>en</strong>bloeding<br />

Iemand heeft e<strong>en</strong> hers<strong>en</strong>bloeding gehad, waardoor het primair visuele c<strong>en</strong>trum in zijn<br />

rechterhers<strong>en</strong>helft is uitgeschakeld. Heeft de bloeding invloed:<br />

a op de waarneming van het gezichtveld? Leg uit.<br />

b op het vermog<strong>en</strong> om diepte te zi<strong>en</strong>? Leg uit.<br />

Vraag V1-4 De stand van de og<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> leeuw heeft de og<strong>en</strong> veel dichterbij de neus staan dan e<strong>en</strong> springbok, waar de leeuw op jaagt.<br />

Wat is voor beide dier<strong>en</strong> het voordeel van de stand van de og<strong>en</strong>?<br />

Vraag V1-5 Oogdruppels<br />

E<strong>en</strong> oogarts wil met e<strong>en</strong> fel lampje het netvlies van e<strong>en</strong> van zijn patiënt<strong>en</strong> bestuder<strong>en</strong>. Daarom<br />

word<strong>en</strong> voor dit onderzoek oogdruppels met e<strong>en</strong> specifieke spierverslapp<strong>en</strong>de uitwerking<br />

toegedi<strong>en</strong>d. Na het onderzoek heeft de patiënt ur<strong>en</strong>lang e<strong>en</strong> zonnebril nodig <strong>en</strong> ziet hij erg wazig.<br />

a Op welke irisspier<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de oogdruppels invloed, waaruit bestaat die invloed <strong>en</strong> waarom is<br />

dat voor het onderzoek van belang?<br />

b Op welke andere spier<strong>en</strong> in het oog hebb<strong>en</strong> de druppels k<strong>en</strong>nelijk ook e<strong>en</strong> “verlamm<strong>en</strong>de<br />

invloed”? Waaruit leid je dat af?<br />

45


Voork<strong>en</strong>nisbijlage 2. Regelsystem<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

Voork<strong>en</strong>nisbijlage Voork<strong>en</strong>nisbijlage 2. 2. Regelsystem<strong>en</strong><br />

Regelsystem<strong>en</strong><br />

Regelsystem<strong>en</strong><br />

E<strong>en</strong> regelsysteem bestaat uit drie stapp<strong>en</strong>, de<br />

invoer, verwerking <strong>en</strong> uitvoer. E<strong>en</strong> systeembord is<br />

verdeeld in drie kolomm<strong>en</strong> die corresponder<strong>en</strong> met<br />

deze drie stapp<strong>en</strong> (zie voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-1). De<br />

linker kolom is gereserveerd voor het<br />

invoergedeelte, de aansluitbuss<strong>en</strong> zijn met geel<br />

aangegev<strong>en</strong>. In de middelste kolom zitt<strong>en</strong> de<br />

verwerk<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van het systeembord.<br />

Daar zijn de aansluitbuss<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> met<br />

blauw. Tot slot is in de rechterkolom het<br />

uitvoergedeelte te vind<strong>en</strong>. Deze aansluitbuss<strong>en</strong><br />

zijn wit.<br />

Bij het gebruik van het systeembord kijk<strong>en</strong> we niet<br />

naar de grootte van de elektrische stroom maar of<br />

er e<strong>en</strong> stroom loopt of niet. Daarom werk<strong>en</strong> we<br />

met binaire waard<strong>en</strong>. Iets is waar of niet waar, het<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-1: E<strong>en</strong> systeembord.<br />

staat aan of uit, het is 1 of 0. Doordat alles maar twee waard<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong>, kun je logische<br />

schakeling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. In voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-1 kun je de drie elem<strong>en</strong>taire logische<br />

verwerkingsfuncties zi<strong>en</strong>. Met deze drie functies kun je alle binaire bewerking<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

Voor het overzicht kun je e<strong>en</strong> waarheidstabel mak<strong>en</strong>.<br />

Vraag V2-1 Vul voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-2 verder in.<br />

V2.1 Invoer<br />

Invoer<br />

A B<br />

Uitgang<br />

EN<br />

0 0 0<br />

1 0 0<br />

0 1 0<br />

1 1 1<br />

46<br />

Uitgang<br />

OF<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-2: E<strong>en</strong> waarheidstabel<br />

Uitgang<br />

NIET A<br />

De meeste simpele invoer is de drukknop, waar je e<strong>en</strong> 1 mee kunt invoer<strong>en</strong>. Meestal wil je echter<br />

de waarde van e<strong>en</strong> variabele, zoals licht of geluid, met<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> bij de verwerking. Daar heb<br />

je e<strong>en</strong> s<strong>en</strong>sor voor nodig. S<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> hun signaal analoog door, voor verdere verwerking moet<br />

dat signaal eerst word<strong>en</strong> omgezet in <strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> null<strong>en</strong>.<br />

S<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> zijn er in alle soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> mat<strong>en</strong>. Standaard bevindt zich e<strong>en</strong> microfoon als geluids<strong>en</strong>sor<br />

op het bord, daarnaast kun je s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> voor allerlei variabel<strong>en</strong> op het bord aansluit<strong>en</strong>. Er zijn


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Voork<strong>en</strong>nisbijlage 2. Regelsystem<strong>en</strong><br />

bijvoorbeeld s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> voor temperatuur, lichtsterkte, kracht <strong>en</strong> hoek. De uitvoer van e<strong>en</strong> s<strong>en</strong>sor is<br />

e<strong>en</strong> spanning die kan variër<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de minimale <strong>en</strong> maximale spanning, meestal van 0 tot 5 Volt.<br />

Elke invoerwaarde die de s<strong>en</strong>sor detecteert geeft<br />

e<strong>en</strong> karakteristieke spanning. In e<strong>en</strong> meegeleverde<br />

ijkgrafiek, zoals in voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-3, kun je<br />

vervolg<strong>en</strong>s aflez<strong>en</strong> welke waarde bij welke spanning<br />

hoort.<br />

De spanning die je in de ijkgrafiek kan lez<strong>en</strong>, laat<br />

zich moeilijk verwerk<strong>en</strong>. Het signaal moet eerst<br />

word<strong>en</strong> omgezet in e<strong>en</strong> binaire of discrete waarde.<br />

Dit kan op twee manier<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> comparator of<br />

e<strong>en</strong> AD-omzetter.<br />

De comparator (voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-4) vergelijkt de<br />

spanning op de twee ingang<strong>en</strong>. Als de spanning op<br />

de s<strong>en</strong>soringang hoger wordt dan de ingestelde<br />

spanning op de andere ingang, dan wordt de<br />

uitgang 1. In alle andere gevall<strong>en</strong> is de uitgang 0.<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-3: De ijkgrafiek van e<strong>en</strong><br />

lichts<strong>en</strong>sor.<br />

De comparator is geschikt om e<strong>en</strong> ingestelde<br />

waarde te detecter<strong>en</strong>. Komt bijvoorbeeld bij e<strong>en</strong> CV<br />

de temperatuur bov<strong>en</strong> de ingestelde temperatuur,<br />

dan wordt de verwarming uitgezet.<br />

De AD-omzetter (voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-5) zet de<br />

ingevoerde spanning om in e<strong>en</strong> digitaal getal. De<br />

ingevoerde spanning wordt opgedeeld in kleine<br />

stapp<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> lineaire AD-omzetter zijn alle<br />

stapp<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> groot. Op het systeembord bevindt zich<br />

e<strong>en</strong> 4-bit omzetter. Dat betek<strong>en</strong>t dat de AD-omzetter<br />

vier uitgang<strong>en</strong> heeft die elk aan of uit kunn<strong>en</strong> staan.<br />

Op deze manier kunn<strong>en</strong> er 16 mogelijke waard<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>ereerd. Het bereik van 5 volt wordt<br />

verdeeld in 15 gelijke stapp<strong>en</strong> van 0.3 volt. Iedere<br />

ingangswaarde kan dan omgezet word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

bijbehor<strong>en</strong>d binair getal.<br />

Als je ge<strong>en</strong> goede s<strong>en</strong>sor bij de hand hebt, kun je<br />

deze met e<strong>en</strong> spanningsbron simuler<strong>en</strong>. Wil je e<strong>en</strong><br />

repeter<strong>en</strong>de invoer met<strong>en</strong>, dan kun je gebruik mak<strong>en</strong><br />

van de pulsg<strong>en</strong>erator. Deze wisselt gelijkmatig<br />

tuss<strong>en</strong> 0 <strong>en</strong> 1.<br />

Functie Beschrijving Binair<br />

EN Waar als alle invoer waar is Beide 1 dan 1<br />

OF Waar als t<strong>en</strong>minste één invoer waar is E<strong>en</strong> 1 dan 1<br />

NIET (invertor) Waar als invoer niet waar is 0 dan 1, indi<strong>en</strong> 1 dan 0<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-6: De drie elem<strong>en</strong>taire logische functies<br />

47<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-4: E<strong>en</strong> comparator.<br />

Voork<strong>en</strong>nisfiguur 2-5: e<strong>en</strong> AD-omzetter


Voork<strong>en</strong>nisbijlage 2. Regelsystem<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

V2.2 Verwerking<br />

In het verwerkingsgedeelte wordt bepaald wat er naar de uitvoer gestuurd moet word<strong>en</strong><br />

afhankelijk van de input. Naast de elem<strong>en</strong>taire logische functies EN, OF, NIET (invertor), zijn er<br />

afhankelijk van de uitvoering van het systeembord nog e<strong>en</strong> aantal functies aanwezig. Dit zijn:<br />

transistor, geheug<strong>en</strong>, teller.<br />

De transistor heeft e<strong>en</strong> functie die lijkt op die van de comparator.<br />

Het geheug<strong>en</strong> maakt het mogelijk om e<strong>en</strong> waarde te onthoud<strong>en</strong>. Als de set-ingang 1 wordt, dan<br />

wordt de uitvoer ook 1. Deze blijft 1 ook als de set ingang weer 0 wordt. Pas als de reset-ingang 1<br />

wordt dan wordt de uitgang weer 0 <strong>en</strong> blijft dit totdat de set ingang weer gebruikt wordt. Met dit<br />

elem<strong>en</strong>t kun je dus niet alle<strong>en</strong> regel<strong>en</strong> met de huidige toestand van de invoer (<strong>en</strong> uitvoer) maar<br />

ook op e<strong>en</strong> waarde uit het verled<strong>en</strong>.<br />

Als laatste k<strong>en</strong>t het verwerkingsgedeelte e<strong>en</strong> teller. Dit is e<strong>en</strong> vier bit teller <strong>en</strong> kan van 0 bin tot<br />

1111 bin, 15 dec tell<strong>en</strong>. Elke keer als e<strong>en</strong> 1 op de telingang verschijnt, wordt er 1 bij de waarde van<br />

de teller opgeteld. Met de andere ingang<strong>en</strong> kan je de teller weer op nul zett<strong>en</strong>, of kan je het tell<strong>en</strong><br />

aan- <strong>en</strong> uitzett<strong>en</strong>. Omdat de display maar tot 9 kan weergev<strong>en</strong>, wordt de teller automatisch op 0<br />

gezet na die waarde.<br />

Met deze elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is het mogelijk om de meest complexe regeling<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>. Natuurlijk werk<br />

je dan niet met e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele EN-poort of OF-poort, je kunt zoveel poort<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> als je nodig<br />

hebt.<br />

V2.3 Uitvoer<br />

De uitvoer van het systeembord k<strong>en</strong>t drie e<strong>en</strong>voudige functies: LED, zoemer <strong>en</strong> relais.<br />

Met de LED <strong>en</strong> de zoemer kan iedere vorm van uitvoer gecontroleerd word<strong>en</strong>. Als de ingang e<strong>en</strong><br />

signaal krijgt, gaat de LED brand<strong>en</strong> of geeft de zoemer geluid.<br />

Het relais heeft e<strong>en</strong> stuurfunctie. Dit is e<strong>en</strong> schakelaar die aan <strong>en</strong> uit gezet kan word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> 1<br />

of 0. Hiermee kan je apparat<strong>en</strong> aan- <strong>en</strong> uitzett<strong>en</strong>, afhankelijk van e<strong>en</strong> beslissing in het<br />

verwerkingsgedeelte.<br />

Veel regelsystem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> equival<strong>en</strong>t aan de AD-omzetter ook de mogelijkheid om e<strong>en</strong> variabele<br />

spanning als uitvoer te gev<strong>en</strong>. Dit gebeurt met e<strong>en</strong> DA-omzetter. Deze geeft bij e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong><br />

binaire ingangswaarde e<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de spanning aan de uitgang. Hiermee kan je bijvoorbeeld de<br />

sterkte van e<strong>en</strong> lamp regel<strong>en</strong>.<br />

48


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Bijlage A. Systeembordopdracht<strong>en</strong><br />

Bijlage Bijlage A. A. Systeembordopdracht<strong>en</strong><br />

Systeembordopdracht<strong>en</strong><br />

Onderstaande opdracht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> met het systeembord of met e<strong>en</strong> simulator op de computer<br />

gedaan word<strong>en</strong>.<br />

Hotelschakeling<br />

In huis kun je het licht soms aan <strong>en</strong> uit do<strong>en</strong> met twee verschill<strong>en</strong>de schakelaars: één onderaan <strong>en</strong><br />

één bov<strong>en</strong>aan de trap. Zo’n schakeling wordt e<strong>en</strong> hotelschakeling g<strong>en</strong>oemd. Bij e<strong>en</strong> halve<br />

hotelschakeling wordt de lamp ingeschakeld met de <strong>en</strong>e schakelaar <strong>en</strong> uitgeschakeld met de<br />

andere schakelaar.<br />

Ontwerp e<strong>en</strong> halve hotelschakeling. Gebruik twee drukschakelaars, e<strong>en</strong> LED <strong>en</strong> één verwerker.<br />

Transportband<br />

Op e<strong>en</strong> transportband word<strong>en</strong> pakjes aangevoerd. De pakjes word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> doos verpakt. Er is e<strong>en</strong><br />

noodstopknop om te voorkom<strong>en</strong> dat alle pakjes van de band vall<strong>en</strong> als er iets mis gaat. De band<br />

moet blijv<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij de noodstopknop ev<strong>en</strong> ingedrukt wordt.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik e<strong>en</strong> LED als lop<strong>en</strong>de band. Gebruik verder twee verwerkers.<br />

Inbraakalarm 1<br />

Als e<strong>en</strong> inbreker e<strong>en</strong> lichtbundel onderbreekt, gaat e<strong>en</strong> alarmbel af. Het alarm kan door de<br />

huiseig<strong>en</strong>aar word<strong>en</strong> uitgezet door het indrukk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> knop.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik e<strong>en</strong> lichts<strong>en</strong>sor (of, indi<strong>en</strong> niet voorradig, de variabele<br />

spanningsbron) <strong>en</strong> de zoemer als alarmbel. Gebruik verder e<strong>en</strong> comparator, e<strong>en</strong> invertor <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

geheug<strong>en</strong>cel.<br />

Alarminstallatie<br />

E<strong>en</strong> antiekhandelaar wil bij zijn voordeur e<strong>en</strong> alarminstallatie installer<strong>en</strong>. Hij wil dat dit alarm met<br />

twee verschill<strong>en</strong>de drukknopp<strong>en</strong> in- <strong>en</strong> uitgeschakeld kan word<strong>en</strong>. Het alarm moet e<strong>en</strong><br />

geluidssignaal afgev<strong>en</strong> als iemand binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> straal van twee meter van de voordeur komt. Het<br />

alarm mag niet afgaan als de poes de deur nadert.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik de variabele spanningsbron als infraroods<strong>en</strong>sor die bij ‘poes’ e<strong>en</strong><br />

signaal van 0,5 V afgeeft, <strong>en</strong> bij ‘m<strong>en</strong>s’ e<strong>en</strong> signaal van meer dan 1,5 V.<br />

Winkelbel<br />

Als e<strong>en</strong> klant e<strong>en</strong> winkel binn<strong>en</strong>komt, rinkelt de winkelbel ev<strong>en</strong>.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik de variabele spanningsbron als lichts<strong>en</strong>sor <strong>en</strong> de zoemer als<br />

winkelbel. Gebruik de teller zodat de zoemer na twee second<strong>en</strong> weer stopt. Zorg ervoor dat de<br />

teller stopt <strong>en</strong> weer op nul wordt gezet.<br />

Rookmelder 1<br />

E<strong>en</strong> rookmelder moet bij veel rook e<strong>en</strong> alarm lat<strong>en</strong> afgaan. De rookmelder moet ook met e<strong>en</strong><br />

drukknop getest kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik de lichts<strong>en</strong>sor of de variabele spanningsbron als rooks<strong>en</strong>sor. Als je<br />

de spanningsbron gebruikt stel die dan zo in dat die bij ‘teveel rook’ e<strong>en</strong> signaal van 4,0 V afgeeft.<br />

Rookmelder 2<br />

De rookmelder van opdracht 0 geeft vaak vals alarm, bijvoorbeeld als er sigarett<strong>en</strong>rook in wordt<br />

geblaz<strong>en</strong>. Dit probleem kan word<strong>en</strong> opgelost door het alarm pas af te lat<strong>en</strong> gaan als er voor<br />

langere tijd rook is geconstateerd.<br />

49


Bijlage A. Systeembordopdracht<strong>en</strong> <strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>!<br />

Ontwerp dit systeem. Zorg ervoor dat het alarm pas afgaat als er vier second<strong>en</strong> lang rook is<br />

geconstateerd.<br />

Schoolbel<br />

De schoolbel rinkelt steeds zes second<strong>en</strong> nadat er aan het eind van e<strong>en</strong> lesuur ev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> knop<br />

gedrukt is.<br />

Ontwerp dit systeem. Zorg ervoor dat de klok weer op nul wordt gezet, nadat de bel zes second<strong>en</strong><br />

gerinkeld heeft.<br />

Reactietijdmeter<br />

E<strong>en</strong> reactietijdmeter is e<strong>en</strong> soort stopwatch die wordt gestart met e<strong>en</strong> drukknop. Iemand anders<br />

bedi<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> tweede drukknop, waarmee de stopwatch wordt stil gezet. Op de stopwatch is dan zijn<br />

of haar reactietijd af te lez<strong>en</strong>. Door het gelijktijdig indrukk<strong>en</strong> van beide knopp<strong>en</strong> wordt de<br />

stopwatch weer op nul gezet.<br />

Ontwerp dit systeem. Zorg ervoor dat het display de reactietijd weergeeft in ti<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

seconde.<br />

Zwembad<br />

Aan het water in e<strong>en</strong> zwembad wordt onder andere de volg<strong>en</strong>de eis gesteld: er mog<strong>en</strong> (per uur) in<br />

e<strong>en</strong> kubieke meter water maximaal zev<strong>en</strong> vuildeeltje, zoals haarbandjes, pleisters, boomblader<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong>zovoort, zitt<strong>en</strong>. Om dit te controler<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> buis in het water geplaatst. Door deze buis stroomt<br />

e<strong>en</strong> kubieke meter water per uur. Met e<strong>en</strong> lichts<strong>en</strong>sor is het aantal vuildeeltjes te tell<strong>en</strong>. Als er<br />

meer dan zev<strong>en</strong> vuildeeltjes geteld zijn, moet e<strong>en</strong> controlelampje gaan brand<strong>en</strong>.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik de variabele spanningsbron als lichts<strong>en</strong>sor die bij afwezigheid van<br />

e<strong>en</strong> vuildeeltje e<strong>en</strong> signaal van 2,5 V afgeeft.<br />

Luchtsluis<br />

Bij sommige ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> bevindt zich bij de ingang van bepaalde afdeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> luchtsluis. Je<br />

loopt dan door twee deur<strong>en</strong>. Als je de eerste deur op<strong>en</strong>t, passeer je e<strong>en</strong> lichts<strong>en</strong>sor. Daardoor gaat<br />

de tweede deur met e<strong>en</strong> elektromagneet ev<strong>en</strong> op slot. Je moet dus ev<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong> voordat je de<br />

tweede deur kunt op<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik de variabele spanningsbron als lichts<strong>en</strong>sor. Gebruik e<strong>en</strong> LED als<br />

elektromagneet. Zorg ervoor dat de tweede deur acht second<strong>en</strong> lang op slot blijft zitt<strong>en</strong>.<br />

Föhn<br />

E<strong>en</strong> föhn heeft e<strong>en</strong> drukknop voor het inschakel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere drukknop voor het uitschakel<strong>en</strong><br />

van het apparaat. Als de föhn is ingeschakeld moet e<strong>en</strong> signaallampje brand<strong>en</strong>. De föhn moet<br />

beveiligd zijn teg<strong>en</strong> oververhitting: de temperatuur van de warme lucht mag niet hoger word<strong>en</strong><br />

dan 45 °C.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik de variabele spanningsbron als temperatuurs<strong>en</strong>sor die bij e<strong>en</strong><br />

temperatuur van 45 °C e<strong>en</strong> signaal van 3,0 V afgeeft. Gebruik de zoemer als föhn.<br />

Lift<br />

In e<strong>en</strong> lift kies je met e<strong>en</strong> drukknop de juiste verdieping. Na vier second<strong>en</strong> gaan de liftdeur<strong>en</strong><br />

dicht, t<strong>en</strong>zij er iemand tuss<strong>en</strong> de deur<strong>en</strong> beklemd dreigt te rak<strong>en</strong>. Ontwerp dit systeem. Gebruik de<br />

variabele spanningsbron als lichts<strong>en</strong>sor. Gebruik e<strong>en</strong> LED als signaallampje voor ‘deur<strong>en</strong> dicht’.<br />

Broodrooster<br />

In e<strong>en</strong> broodrooster is het brood na acht second<strong>en</strong> rooster<strong>en</strong> net goed. Het brood moet bij het<br />

begin van die tijdsduur van acht second<strong>en</strong> dan wel al e<strong>en</strong> bepaalde temperatuur hebb<strong>en</strong>.<br />

50


<strong>Kijk<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Zi<strong>en</strong>! Bijlage A. Systeembordopdracht<strong>en</strong><br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik de variabele spanningsbron als temperatuurs<strong>en</strong>sor die e<strong>en</strong> signaal<br />

van 4,0 V afgeeft als de juiste broodtemperatuur is bereikt. Gebruik e<strong>en</strong> LED als<br />

verwarmingselem<strong>en</strong>t in de broodrooster.<br />

Lichtautomaat<br />

Tijd<strong>en</strong>s de vakantie kunn<strong>en</strong> inbrekers word<strong>en</strong> afgeschrikt door de indruk te wekk<strong>en</strong> dat er iemand<br />

thuis is. In het huis gaat dan e<strong>en</strong> lamp aan als het buit<strong>en</strong> donker is geword<strong>en</strong>. Na <strong>en</strong>ige tijd moet<br />

die lamp weer uit gaan. Dit aan/uit-ritme van de lamp moet zich elke volg<strong>en</strong>de dag herhal<strong>en</strong>.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik de variabele spanningsbron als lichts<strong>en</strong>sor die in het donker e<strong>en</strong><br />

signaal van 1,5 V afgeeft. Gebruik e<strong>en</strong> LED als lamp.<br />

Inbraakalarm 2<br />

E<strong>en</strong> inbraakalarm kan op geluid reager<strong>en</strong>. Bij het waarnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> inbreker moet e<strong>en</strong> lamp<br />

gaan knipper<strong>en</strong>. De lamp moet steeds vier second<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> vier second<strong>en</strong> aan zijn.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik de variabele spanningsbron als geluids<strong>en</strong>sor die e<strong>en</strong> signaal van<br />

3,5 V afgeeft als de inbreker aanwezig is. Gebruik e<strong>en</strong> LED als lamp.<br />

Voetgangerslicht<br />

Het voetgangerslicht bij e<strong>en</strong> oversteekplaats staat normaal gesprok<strong>en</strong> op rood. Met e<strong>en</strong> drukknop<br />

kan e<strong>en</strong> voetganger het licht op gro<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>. Na het indrukk<strong>en</strong> van de knop gebeurt er vier<br />

second<strong>en</strong> niets. Dan gaat het rode licht uit <strong>en</strong> het gro<strong>en</strong>e licht aan. Het gro<strong>en</strong>e licht blijft vier<br />

second<strong>en</strong> brand<strong>en</strong>. Daarna wordt de startsituatie (rood licht) hersteld, tot er weer op de knop<br />

gedrukt wordt.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik twee LEDs als gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> rood licht.<br />

Vuurtor<strong>en</strong> 1<br />

Bij e<strong>en</strong> vuurtor<strong>en</strong> brandt de lamp constant. Het aan/uit-ritme ontstaat door de lamp wel of niet af<br />

te scherm<strong>en</strong>. Maar zo’n aan/uit-ritme kan ook ontstaan door het in- <strong>en</strong> uitschakel<strong>en</strong> van de lamp.<br />

Ontwerp dit systeem. Gebruik e<strong>en</strong> LED als vuurtor<strong>en</strong>lamp die steeds twee second<strong>en</strong> aan <strong>en</strong> zes<br />

second<strong>en</strong> uit is.<br />

Vuurtor<strong>en</strong> 2<br />

De vuurtor<strong>en</strong> van opdracht 0 geeft ook overdag licht. Dat is niet nodig: de vuurtor<strong>en</strong> moet alle<strong>en</strong><br />

bij invall<strong>en</strong>de schemer <strong>en</strong> ‘s nachts in werking zijn.<br />

Ontwerp dit systeem. Neem aan dat de lichts<strong>en</strong>sor overdag e<strong>en</strong> signaal van meer dan 3,0 V<br />

afgeeft.<br />

Geheug<strong>en</strong>cel<br />

De geheug<strong>en</strong>cel is opgebouwd uit drie poort<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> invertor, e<strong>en</strong> EN-poort <strong>en</strong> e<strong>en</strong> OF-poort.<br />

Ontwerp dit systeem (de geheug<strong>en</strong>cel). Sluit op de set- <strong>en</strong> de reset-ingang van het systeem e<strong>en</strong><br />

drukschakelaar aan. Bekijk het signaal op de uitgang van het systeem met e<strong>en</strong> LED.<br />

51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!