Samenvatting Nota Ruimte (PDF 31 Kb) - Noordzeeloket

Basislijst BREIN NILOS
Beleid
Nota Ruimte
Veld Invulling Toelichting
ID: 22
Titel: Nota Ruimte
Type: Beleid
Dekking: Nationaal
Officiële naam: Nota Ruimte; ruimte voor ontwikkeling
Verwijzing: Tekst van de Nota
Begin-/eindjaar: Datum aanname: 17/1/2006
Eindjaar: 2030
66
De planhorizon van de Nota Ruimte is
2030 waarbij de periode 2020-2030 geldt
als doorkijk naar de lange termijn.
Verantwoordelijke Minister van I&M De Minister van EL&I is ook bij de Nota
minister:
betrokken.
Status: Vigerend Het Nationaal Waterplan vervangt het
beleid voor de Noordzee uit de Nota
Ruimte.
Toepassingsgebied: Territoriale zee, EEZ
Kruisverwijzing: • Wet ruimtelijke ordening
• Waterwet
• Nationaal Waterplan
• Beleidsnota Noordzee
• IBN 2015
• Natuur voor mensen, mensen voor
natuur
Uitvoerende wetgeving:
Trefwoorden: Ruimtelijke ordening
Essentie:
De Nota Ruimte bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende
doelstellingen. De planhorizon van de Nota is 2030, waarbij de periode 2020-2030 geldt als
doorkijk naar de lange termijn. De Nota Ruimte doet uitspraken die van belang zijn voor het gehele
Nederlandse deel van de Noordzee. Hoofdstuk 4 van de Nota is gewijd aan gebieden en thema’s,
waaronder de kust, de Waddenzee en de Noordzee. Het gehele Noordzeebeleid, met inbegrip van het
ruimtelijk beleid, is onderdeel van het Nationaal Waterplan dat het desbetreffende deel van de Nota
Ruimte inmiddels heeft vervangen.
De Nota Ruimte definieert de kust als het geheel van kustzee, strand, duinen/zeedijken, en de strook
landwaarts daarvan met een functionele of culturele relatie met de kust. Belangrijk onderdeel van de
kust is het kustfundament. Het kustfundament wordt als volgt begrensd (zie ook PKB-Kaart 4 bij de
Nota Ruimte):
• de zeewaartse grens bestaat uit de doorgaande NAP -20m lijn;
• aan de landzijde omvat het kustfundament alle duingebieden én alle daarop gelegen harde zeeweringen.
In de praktijk valt de begrenzing samen met de grenzen van Natuurbeschermingswetgebieden,
de Ecologische Hoofdstructuur en de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden.
De Nota bepaalt dat het Rijk, voor de realisatie van een duurzame veiligheid tegen overstromingen
vanuit zee, waarborgt dat in het kustfundament voldoende ruimte beschikbaar is en blijft voor de versterking
van de zeewering. Bij het beheer van het kustfundament kiest het Rijk voor een strategie in
drie stappen:
• behoud van zand en ongehinderd transport van zand langs en dwars op de kust;
• zoveel mogelijk zandige maatregelen als ingrepen noodzakelijk zijn; en
• alleen in uiterste geval kan zand met harde constructies worden vastgelegd.

Basislijst BREIN NILOS
Beleid
De hoofddoelstelling van het nationaal ruimtelijk beleid voor de Waddenzee is de duurzame bescherming
en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap.
Binnen deze hoofddoelstelling zijn er doelen op het gebied van de veiligheid tegen overstromingen
vanuit de zee, de bereikbaarheid van de havens en de eilanden, de economische ontwikkeling
en bescherming van de in de bodem aanwezige archeologische waarden. Economische activiteiten
moeten passen binnen de hoofddoelstelling voor de Waddenzee. Een nadere uitwerking en concretisering
van het in de Nota Ruimte beschreven beleid voor de Waddenzee opnemen is opgenomen in
de PKB Derde nota Waddenzee.
De Nota Ruimte verstaat onder de Noordzee de Nederlandse territoriale zee en EEZ, zoals weergegeven
op PKB-Kaart 10. De Noordzee is een kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur. De
hoofddoelstelling voor de Noordzee is versterking van de economische betekenis van de Noordzee en
behoud en ontwikkeling van internationale waarden van natuur en landschap door de ruimtelijkeconomische
activiteiten in de Noordzee op duurzame wijze te ontwikkelen en op elkaar af te stemmen
met inachtneming van de in de Noordzee aanwezige ecologische en landschappelijke waarden.
Een onbelemmerd uitzicht vanaf de kust vormt daarvan een onderdeel.
De Nota Ruimte heeft op grond van de invoeringswet Wet ruimtelijke ordening de status van structuurvisie
gekregen. Concrete beleidsbeslissingen behouden op basis van het overgangsrecht hun
gelding tot en met het moment waarop de planologische kernbeslissing komt te vervallen, dan wel de
beleidsbeslissingen worden vervangen door een algemene regel. In de Realisatieparagraaf Nationaal
Ruimtelijk Beleid is vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene
regels te stellen zou moeten worden ingezet. Het gaat daarbij onder andere om de beleidskaders
uit de Nota Ruimte ten aanzien van de ecologische hoofdstructuur en het kustfundament. Andere
onderwerpen zijn ontleend aan de Derde Nota Waddenzee, het Structuurschema Militaire Terreinen
en de PKB Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Deze rijksbelangen zijn juridisch gewaarborgd via
het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), welke op 22 augustus 2011 is vastgesteld en
30 december 2011 grotendeels in werking is getreden. De Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk
Beleid is toegevoegd aan de Nota Ruimte en heeft de status van structuurvisie.
De Nota Ruimte zal in de nabije toekomst vervangen worden door de Structuurvisie Infrastructuur en
Ruimte (SVIR), die op 14 juni 2011 in ontwerp aan beide Kamers ter behandeling is toegezonden. In
aansluiting op de SVIR zal het rijk een structuurvisie voor de ondergrond opstellen. Naar verwachting
is deze structuurvisie in 2014 gereed.
67