23.09.2013 Views

Projectplan archeologisch onderzoek van de Boekoe site

Projectplan archeologisch onderzoek van de Boekoe site

Projectplan archeologisch onderzoek van de Boekoe site

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Projectplan</strong> <strong>archeologisch</strong> <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Boekoe</strong> <strong>site</strong><br />

Naar<strong>de</strong>n 25 september 2008<br />

Henk Pel<br />

Bob Klomp<br />

John Pel<br />

(<strong>de</strong>tail kaart <strong>van</strong> Heneman, 1784)


INHOUDSOPGAVE<br />

1. Fort <strong>Boekoe</strong> in <strong>de</strong> 18 e eeuw 3<br />

1.1 De ontstaansgeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> fort <strong>Boekoe</strong> 3<br />

1.2 Het beleg en <strong>de</strong> val <strong>van</strong> fort <strong>Boekoe</strong> 4<br />

2. Terug in onze tijd: zoektochten naar het ou<strong>de</strong> fort 5<br />

2.1 Werkwijze <strong>van</strong> <strong>de</strong> stichting: reconstructie 5<br />

2.2 Expedities Stichting <strong>Boekoe</strong> 5<br />

2.3 De ont<strong>de</strong>kking <strong>van</strong> <strong>Boekoe</strong> 6<br />

2.4 wetenschappelijke toetsing door <strong>archeologisch</strong> <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> 7<br />

(<strong>de</strong>tail schets J.F. De Fri<strong>de</strong>rici, 1772)<br />

2


1. Fort <strong>Boekoe</strong> in <strong>de</strong> 18e eeuw<br />

Ruim twee eeuwen duur<strong>de</strong> <strong>de</strong> slavernij in Suriname on<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlands-koloniale heerschappij. Tot <strong>de</strong> afschaffing<br />

in 1863 hebben <strong>de</strong> uit het Afrikaanse continent afkomstige slaven zich op verschillen<strong>de</strong> manieren geprobeerd te<br />

onttrekken aan <strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r zij op <strong>de</strong> plantages moesten leven. Marronnage was daar een vorm<br />

<strong>van</strong>. ‘Weglopers’ wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> slaven genoemd die zich aan<strong>van</strong>kelijk individueel of in kleine groepjes <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

plantages verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Zij vorm<strong>de</strong>n gaan<strong>de</strong>weg gemeenschappen in het bos en organiseer<strong>de</strong>n zich om <strong>de</strong><br />

koloniale overheerser te weerstaan. De strijd die <strong>de</strong> groep <strong>van</strong> Boni voer<strong>de</strong> in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> 18 <strong>de</strong> eeuw<br />

spreekt nog steeds tot <strong>de</strong> verbeelding en trok <strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> wetenschappers 1 . Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong><br />

eigentijdse werken, archiefmateriaal en orale tradities schreven zij <strong>de</strong> Boni-geschie<strong>de</strong>nis.<br />

1.1 De ontstaansgeschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> fort <strong>Boekoe</strong><br />

De geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Boni begint al vroeg in <strong>de</strong> 18 <strong>de</strong> eeuw. We nemen aan dat <strong>de</strong> inval <strong>van</strong> <strong>de</strong> Franse zeeman<br />

Cassard in 1712 er toe bijgedragen heeft dat met name in het Cotticagebied groepjes vrije Marrons ontston<strong>de</strong>n.<br />

Bij <strong>de</strong>ze inval zon<strong>de</strong>n veel planters hun slaven <strong>de</strong> bossen in om aan schatting te ontkomen. Toen <strong>de</strong> Fransen<br />

weer verdwenen waren, keer<strong>de</strong>n ongeveer 700 slaven niet naar <strong>de</strong> plantages terug. In <strong>de</strong> jaren na 1760 bestond<br />

een groot aantal <strong>van</strong> <strong>de</strong> Marrons in het Cotticagebied al uit le<strong>de</strong>n die in het bos waren geboren, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

latere lei<strong>de</strong>r Boni. Kleinere Marrongroepjes voeg<strong>de</strong>n zich samen tot grote groepen en zorg<strong>de</strong>n voor toenemen<strong>de</strong><br />

aanvallen op <strong>de</strong> plantages aan <strong>de</strong> Commewijne- en Cottica rivier. Een <strong>van</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen voor <strong>de</strong>ze aanvallen was<br />

<strong>de</strong> behoefte aan voedsel en gereedschappen, belangrijk om te kunnen overleven in <strong>de</strong> oerwou<strong>de</strong>n. Daarnaast<br />

waren wapens, munitie en kruit belangrijke buitgemaakte zaken bij overvallen op plantages. Vrouwen die het<br />

voortbestaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> groep moesten garan<strong>de</strong>ren, wer<strong>de</strong>n ook meegenomen <strong>van</strong> <strong>de</strong> plantages.<br />

In 1769 werd het eerste opperhoofd <strong>van</strong> <strong>de</strong> latere Boni-gemeenschap, granman Asikan Silvester, ge<strong>van</strong>gen<br />

genomen. De kolonie Suriname maakte toen kennis met <strong>de</strong>ze Marrons, die men toen nog aanduid<strong>de</strong> als<br />

‘Cotticanegers’. Bij het verhoor <strong>van</strong> Asikan Silvester bleek dat hij <strong>de</strong> leiding had overgedragen aan zijn jongere<br />

stamgenoten Aluku 2 en Boni. Tussen hen bestond een taakver<strong>de</strong>ling waarbij Boni <strong>de</strong> leiding had over <strong>de</strong><br />

guerrillastrij<strong>de</strong>rs en Aluku, die ou<strong>de</strong>r was, zorg<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> veiligheid en evacuaties <strong>van</strong> vrouwen en kin<strong>de</strong>ren. De<br />

formatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Boni groei<strong>de</strong> gestaag doordat steeds meer Marrons zich bij <strong>de</strong>ze succesvolle groep voeg<strong>de</strong>. Ook<br />

wer<strong>de</strong>n slaven, vaak met tientallen tegelijk, meegebracht na <strong>de</strong> overvallen op plantages. Kostgrondjes wer<strong>de</strong>n<br />

aangelegd en <strong>de</strong> bouw <strong>van</strong> dorpen werd ter hand genomen. Het belang <strong>van</strong> een goe<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> totale<br />

groep en <strong>de</strong> noodzaak te kunnen beschikken over veilige dorpen en genoeg voedsel werd in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> het<br />

verzet <strong>van</strong> <strong>de</strong> Boni constant benadrukt. Werd een <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len verwaarloosd of vernietigd door koloniale<br />

troepen, dan kon dit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenschap betekenen.<br />

Los <strong>van</strong> <strong>de</strong> overvallen op <strong>de</strong> plantages hebben <strong>de</strong> Boni-marrons enkele rechtstreekse confrontaties met militairen<br />

niet verme<strong>de</strong>n. Zo wer<strong>de</strong>n Marrondorpen, na bezet te zijn door <strong>de</strong> militairen on<strong>de</strong>r koloniaal bestuur, heroverd.<br />

Militaire posten wer<strong>de</strong>n overvallen om wapens in han<strong>de</strong>n te krijgen. Ook waren militaire patrouilles bij het<br />

doorwa<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> moerassen gewil<strong>de</strong> doelwitten voor Marrons. Een grote bron <strong>van</strong> onrust voor <strong>de</strong> kolonisten<br />

was het bestaan <strong>van</strong> het versterkte fort <strong>Boekoe</strong>. Dit fort was door <strong>de</strong> Boni gebouwd op een eiland in het<br />

moerasgebied ten oosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Barbakoeba- en <strong>de</strong> Cassiporekreek. De Cassiporekreek vond haar oorsprong in<br />

ditzelf<strong>de</strong> moeras en zou later ook tot <strong>Boekoe</strong>kreek gedoopt wor<strong>de</strong>n. Fort <strong>Boekoe</strong> werd een <strong>van</strong> <strong>de</strong> belangrijkste<br />

toevluchtsoor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> Boni rond 1772 <strong>van</strong> waaruit zij aanvallen op het plantagegebied uitvoer<strong>de</strong>n. Een<br />

militaire patrouille ont<strong>de</strong>kte <strong>Boekoe</strong> al in 1771. Men nam het zelfs tot eigen verbazing relatief makkelijk in,<br />

maar vernietig<strong>de</strong> het niet zoals gebruikelijk was. Toen <strong>de</strong> militairen het fort binnendrongen, bleken er<br />

voornamelijk vrouwen en kin<strong>de</strong>ren te zijn. De angst voor een grote groep terugkeren<strong>de</strong> Marrons maakte dat <strong>de</strong><br />

kleine patrouille vlug met <strong>de</strong> ge<strong>van</strong>genen vertrok en alleen voedsel en goe<strong>de</strong>ren vernietig<strong>de</strong>. Het fort werd dan<br />

ook kort daarop weer betrokken en extra versterkt door <strong>de</strong> Marrons. Dat jaar probeer<strong>de</strong> het koloniaal gezag nog<br />

verschillen<strong>de</strong> malen vergeefs het fort opnieuw in te nemen. Beschrijvingen en schetsen <strong>van</strong> fort <strong>Boekoe</strong> danken<br />

we aan <strong>de</strong> optekeningen <strong>van</strong> een belegeraar en latere gouverneur <strong>van</strong> Suriname, luitenant De Fri<strong>de</strong>rici 3 .<br />

1<br />

Autoriteiten op dit gebied zijn Dr. Sylvia <strong>de</strong> Groot, Dr. Chris <strong>de</strong> Beet en Dr. Wim Hoogbergen, wiens<br />

<strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong>gegevens en publicaties voor dit document zijn gebruikt.<br />

2<br />

Een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Boni noemen zich ook wel Aluku, naar <strong>de</strong> hoofdman die naast Boni opereer<strong>de</strong><br />

3<br />

Zie Fig. 1:‘Gezicht op het wegloopersdorp Misalasi’ (<strong>Boekoe</strong>) vervaardigd in 1772 door Lieutenant J.F. De<br />

Fri<strong>de</strong>rici<br />

3


Fig. 1. ‘Gezicht op het weglopersdorp Misalasi’ (<strong>Boekoe</strong>) vervaardigd in 1772 door Lieutenant J.F. De Fri<strong>de</strong>rici<br />

1.2 Het beleg en <strong>de</strong> val <strong>van</strong> fort <strong>Boekoe</strong><br />

De gevechten rond <strong>Boekoe</strong> verliepen an<strong>de</strong>rs in 1772. De Boni had<strong>de</strong>n <strong>Boekoe</strong> versterkt, waardoor het moeilijker<br />

was het fort te na<strong>de</strong>ren. Uit het verhoor <strong>van</strong> een ge<strong>van</strong>gen genomen Marron in januari 1772 bleek dat <strong>de</strong> Boni<br />

niet <strong>van</strong> plan waren <strong>Boekoe</strong> over te geven. Ze zou<strong>de</strong>n bereid zijn tot het bittere ein<strong>de</strong> te vechten. De koloniale<br />

overheid besloot toen om een post op <strong>de</strong> zandrits ten noor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>Boekoe</strong> aan te leggen met <strong>de</strong> bedoeling <strong>de</strong><br />

vesting constant te bestoken. In april <strong>van</strong> dat jaar stond die post er (zie Fig. 1). Pogingen door het moeras <strong>Boekoe</strong><br />

te bereiken liepen op niets uit. Een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Boni zag tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> belegering kans het fort ongezien te verlaten<br />

om plantages aan te vallen en er met <strong>de</strong> buit terug te keren. De belegeraars wisten dat er pa<strong>de</strong>n waren die leid<strong>de</strong>n<br />

naar <strong>Boekoe</strong>, maar kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze aan<strong>van</strong>kelijk niet ont<strong>de</strong>kken. Bovendien was <strong>de</strong> regentijd aangebroken,<br />

omstandighe<strong>de</strong>n die verre <strong>van</strong> i<strong>de</strong>aal waren om patrouilles uit te sturen.<br />

Toch is <strong>Boekoe</strong> uitein<strong>de</strong>lijk gevallen. Hierbij speel<strong>de</strong> het Korps Zwarte Jagers, vrijgemaakte slaven die zich<br />

daarmee verplicht had<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong> rebellen op te trekken, een belangrijke rol. De Jagers, bekend als Neeger<br />

Vrijcorps, ont<strong>de</strong>kten <strong>de</strong> pa<strong>de</strong>n naar het dorp. Op 20 september 1772 bereikten 180 <strong>van</strong> hen <strong>de</strong> pa<strong>de</strong>n die naar <strong>de</strong><br />

oostkant <strong>van</strong> het eiland leid<strong>de</strong>n. Zij bestorm<strong>de</strong>n het fort, nadat <strong>de</strong> in het belegeraarskamp achtergebleven<br />

soldaten aan <strong>de</strong> noordzij<strong>de</strong> met veel kabaal een schijnaanval had<strong>de</strong>n ingezet. De palissa<strong>de</strong>n omheining hield <strong>de</strong><br />

aanval niet tegen, wat het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>Boekoe</strong> beteken<strong>de</strong>. Negen Marrons von<strong>de</strong>n <strong>de</strong> dood, ongeveer 50<br />

achterblijvers, vooral vrouwen en kin<strong>de</strong>ren, wer<strong>de</strong>n ge<strong>van</strong>gengenomen. Een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Marrons wist te<br />

ontsnappen. Het fort werd vernietigd en dien<strong>de</strong> nog enige tijd als legerplaats voor <strong>de</strong> militairen tij<strong>de</strong>ns hun<br />

strafexpedities.<br />

In <strong>de</strong> jaren na <strong>de</strong> val <strong>van</strong> <strong>Boekoe</strong> on<strong>de</strong>rnam het leger <strong>van</strong> <strong>de</strong> kolonie tochten dwars door het gebied en wer<strong>de</strong>n<br />

resteren<strong>de</strong> dorpen en aangeleg<strong>de</strong> voorra<strong>de</strong>n stelselmatig vernietigd. Steeds meer wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Boni opgejaagd.<br />

Rond augustus 1776 staken Boni met <strong>de</strong> zijnen <strong>de</strong> Marowijne over naar Frans Guyana, waar zij aan <strong>de</strong><br />

rechteroever <strong>van</strong> <strong>de</strong> grensrivier min<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> autoriteiten te vrezen had<strong>de</strong>n. Het Cottica-zwampgebied werd<br />

daarmee voorgoed verlaten en <strong>de</strong> vindplaats <strong>van</strong> fort <strong>Boekoe</strong> beland<strong>de</strong> in <strong>de</strong> vergetelheid.<br />

4


2 Terug in onze tijd: zoektochten naar het ou<strong>de</strong> fort<br />

In <strong>de</strong> jaren zeventig <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige eeuw on<strong>de</strong>rnam ir. Frans Bubberman, in Suriname hoofd <strong>van</strong> ‘s Lands<br />

Bosbeheer, amateur-archeoloog en lid <strong>van</strong> bestuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> Stichting Surinaamse Musea, een vijftal<br />

exploratietochten om fort <strong>Boekoe</strong> op te speuren. Ook Bubberman was er<strong>van</strong> overtuigd dat er nog resten te<br />

vin<strong>de</strong>n moesten zijn <strong>van</strong> het fort. Volgens betrouwbare beschrijvingen was het omgeven door een aar<strong>de</strong>n wal en<br />

drie meter hoge palissa<strong>de</strong>n omheining en bewapend met zwaar geschut: draaibassen, dubbelhaken en mortieren.<br />

Zoals Bubberman in zijn verslag meld<strong>de</strong>, kwam het zoeken ernaar hem voor als het zoeken naar een naald in een<br />

hooiberg. Daarover publiceer<strong>de</strong> hij met zijn collega Janssen en <strong>de</strong> archeoloog Versteeg na <strong>de</strong> laatste vergeefse<br />

exploratietochten in 1976 4 . De heer Bubberman is in 1997 bezocht door <strong>de</strong> expeditiele<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />

voorbereidingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste expeditie en heeft zijn inzichten en ervaringen ge<strong>de</strong>eld met <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Stichting<br />

<strong>Boekoe</strong>.<br />

2.1 Werkwijze <strong>van</strong> Stichting: reconstructie<br />

Verschillen<strong>de</strong> eigentijdse bronnen zijn terug te vin<strong>de</strong>n in archieven. Zo hebben koloniale militairen tij<strong>de</strong>ns hun<br />

veldtochten routes en herkenningspunten in het landschap beschreven en maakten zij schetsen, tekeningen en<br />

landkaarten <strong>van</strong> het gebied (zie Fig. 2). Verhoren <strong>van</strong> ge<strong>van</strong>gen genomen Marrons die op <strong>Boekoe</strong> woon<strong>de</strong>n zijn<br />

in processen-verbaal opgetekend. Samen met he<strong>de</strong>ndaagse bo<strong>de</strong>mkaarten, satelliet- en luchtfoto’s, maken <strong>de</strong>ze<br />

bronnen het mogelijk een reconstructie <strong>van</strong> <strong>de</strong> situatie in het gebied rond 1770-1772 te projecteren op een<br />

ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse kaart (1:40.000). Daarmee is een eilan<strong>de</strong>ngroep in het moeras als vermoe<strong>de</strong>lijke<br />

vindplaats <strong>van</strong> fort <strong>Boekoe</strong> aangewezen. Er zijn enkele alternatieve reconstructies mogelijk maar <strong>de</strong> meest<br />

aannemelijke projectie is uitgangspunt geweest bij <strong>de</strong> zoektochten die Stichting <strong>Boekoe</strong> on<strong>de</strong>rnam.<br />

Bovenstaan<strong>de</strong> gegevens hebben er toe geleid dat <strong>de</strong> expeditie zich concentreer<strong>de</strong> op een gebied, bestaan<strong>de</strong> uit<br />

een formatie <strong>van</strong> drie dicht tegen elkaar aan liggen<strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n met een doorsne<strong>de</strong> <strong>van</strong> ca. 300 meter elk. Deze<br />

eilan<strong>de</strong>ngroep is omgeven door diepe zwampen aan met name <strong>de</strong> noord- en zuidzij<strong>de</strong>, waar <strong>de</strong> <strong>Boekoe</strong>kreek<br />

wordt gevormd door het samenkomen <strong>van</strong> twee uit <strong>de</strong> moerassen ontspringen<strong>de</strong> kreekjes. Het zwamp aan <strong>de</strong><br />

noordzij<strong>de</strong> is te bereiken via een zandrits die met een boog tot <strong>de</strong> Barbakoebakreek loopt en via een an<strong>de</strong>re rits<br />

die meer westelijk, naar <strong>de</strong> Koopmans- en Oranjekreek loopt. Het zwamp aan <strong>de</strong> zuidzij<strong>de</strong> is over hoger gelegen<br />

land <strong>van</strong>af <strong>de</strong> Coermotibo te bena<strong>de</strong>ren. Het is mogelijk <strong>van</strong>af <strong>de</strong> monding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Marowijne het fort te bereiken<br />

via hogere zandritsen, langs <strong>de</strong> kostgron<strong>de</strong>n die dien<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> gemeenschap op <strong>Boekoe</strong> <strong>van</strong> voedsel te voorzien.<br />

Vanaf het noor<strong>de</strong>n kon via <strong>de</strong> Wia-Wia kreek het kustgebied doorstoken wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kostgron<strong>de</strong>n te<br />

bereiken. Al <strong>de</strong>ze routes zijn beschreven door toenmalige militairen en met kaarten en schetsen gedocumenteerd.<br />

2.2 Expedities stichting <strong>Boekoe</strong><br />

Met bovenstaan<strong>de</strong> reconstructie als uitgangspunt betreedt een expeditieteam in 1997 <strong>de</strong> jungle op zoek naar <strong>de</strong><br />

resten <strong>van</strong> fort <strong>Boekoe</strong>. Lokale gidsen waren niet bekend met het gebied en het doortrekken er<strong>van</strong> blijkt grote<br />

moeilijkhe<strong>de</strong>n op te leveren. Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> plaats te bereiken die op <strong>de</strong> kaart was geprojecteerd als <strong>de</strong> <strong>Boekoe</strong> <strong>site</strong>,<br />

keert <strong>de</strong> expeditieploeg na een maand tevergeefs huiswaarts. Verdienste <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze tocht is dat intensief kennis is<br />

gemaakt met het landschap en haar bewoners en dat situaties in kaart kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gebracht die <strong>de</strong> aannames<br />

op basis <strong>van</strong> opgeteken<strong>de</strong> bronnen, bevestigen.<br />

Na <strong>de</strong> eerste tocht volg<strong>de</strong>n meer expedities, met intervallen <strong>van</strong> enkele jaren. Hoewel het fort zelf aan<strong>van</strong>kelijk<br />

niet werd gevon<strong>de</strong>n, vond <strong>de</strong> expeditie wel steeds aanwijzingen dat op <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> plaatsen werd gezocht. Deze<br />

aanwijzingen werd on<strong>de</strong>r meer in het landschap en <strong>de</strong> vegetatie gevon<strong>de</strong>n, die vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> beschrijvingen<br />

zoals in archiefmateriaal terug te vin<strong>de</strong>n was 5 . Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>ze tochten bouw<strong>de</strong>n <strong>de</strong> expeditiele<strong>de</strong>n een goe<strong>de</strong> band<br />

op met <strong>de</strong> plaatselijke bevolking, Aukaners die in dorpen <strong>de</strong> oevers <strong>van</strong> <strong>de</strong> Cottica bewonen. Enkele <strong>van</strong> hen,<br />

nazaten <strong>van</strong> een met <strong>de</strong> Boni rivaliseren<strong>de</strong> Marronstam, fungeer<strong>de</strong>n steeds weer als gids. De Aukaners waren<br />

zich bewust <strong>van</strong> het bestaan en <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> het fort.<br />

De Aukaners betra<strong>de</strong>n het gebied echter nooit op eigen initiatief en ook kon<strong>de</strong>n zij niets vertellen over ou<strong>de</strong><br />

routes of kreken die op ou<strong>de</strong> kaarten Visscherskreek en Pingo-Pingo kreek wor<strong>de</strong>n genoemd (zie kaart <strong>van</strong><br />

Heneman), noch <strong>de</strong> vindplaats <strong>van</strong> fort <strong>Boekoe</strong> zelf.<br />

4<br />

Bubberman, F.C. in: ‘In het spoor <strong>van</strong> <strong>de</strong> Marrons’ Me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen Stichting Surinaams Museum nrs 17/18,<br />

oktober 1976.<br />

5<br />

Zie Fig. 3: landschapsfoto <strong>van</strong> het zwamp met links (noor<strong>de</strong>n) en rechts (zui<strong>de</strong>n) <strong>de</strong> hoogten waarop<br />

belegeraars en beleger<strong>de</strong>n zich moeten hebben opgehou<strong>de</strong>n.<br />

5


Fig.2. Kaart <strong>van</strong> Lieutenant J.F. De Fri<strong>de</strong>rici (1773) gemaakt na terugkomst <strong>van</strong> een <strong>van</strong> zijn strafexpedities<br />

2.3 De ont<strong>de</strong>kking <strong>van</strong> <strong>Boekoe</strong><br />

In 2004 ont<strong>de</strong>kte een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> expeditie <strong>de</strong> plaats waar Fort <strong>Boekoe</strong> moet hebben gestaan. Het eiland voldoet aan <strong>de</strong><br />

beschrijvingen anno jaren 70 <strong>van</strong> <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw: diepe zwampen aan <strong>de</strong> noord- en aan <strong>de</strong> zuidzij<strong>de</strong>, waaruit<br />

<strong>de</strong> <strong>Boekoe</strong>- of Cassiporekreek ontspringt. Te bena<strong>de</strong>ren over <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r beschreven zand- en schelpritsen die<br />

<strong>van</strong>af <strong>de</strong> Barbakoeba-, Koopmans- en Oranjekreek in oost-westelijke richting lopen. Ook <strong>de</strong> routes <strong>van</strong>af <strong>de</strong><br />

Coermotibo naar het noor<strong>de</strong>n, <strong>van</strong>af <strong>de</strong> monding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wia-Wia kreek aan kust <strong>van</strong> <strong>de</strong> Atlantische Oceaan naar<br />

het zui<strong>de</strong>n en <strong>van</strong>af <strong>de</strong> monding <strong>van</strong> <strong>de</strong> Marowijnerivier maakten <strong>de</strong> <strong>site</strong> tot <strong>de</strong> meest logische vindplaats. Ver<strong>de</strong>r<br />

waren <strong>de</strong> eilan<strong>de</strong>n te na<strong>de</strong>ren door <strong>de</strong> Cassipore- of <strong>Boekoe</strong>kreek stroomopwaarts te volgen, zoals beschreven in<br />

<strong>de</strong> bronnen. De ligging ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevorkte oorsprong <strong>van</strong> <strong>de</strong> kreek leek te kloppen. De oever <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zandrits aan <strong>de</strong> noordzij<strong>de</strong> zou goed het kampement <strong>van</strong> <strong>de</strong> belegeraars hebben kunnen zijn (zie Fig. 3), gezien<br />

<strong>de</strong> situatieschets <strong>van</strong> Fri<strong>de</strong>rici. Aan <strong>de</strong> zuidzij<strong>de</strong> had het Korps Zwarte Jagers het fort belaagd. Latere expedities<br />

leer<strong>de</strong>n ook dat <strong>de</strong> overblijfselen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kostgron<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> Marrons enkele kilometers ten oosten <strong>van</strong> <strong>Boekoe</strong><br />

had<strong>de</strong>n aangelegd, nog te vin<strong>de</strong>n waren. Op <strong>de</strong>ze plaats werd ook een veelheid aan potscherven en in min<strong>de</strong>re<br />

mate glas- en metaalresten gevon<strong>de</strong>n.<br />

Op het eiland zelf wer<strong>de</strong>n slechts summiere aanwijzingen gevon<strong>de</strong>n. Zo lijkt het centrum <strong>van</strong> het eiland te zijn<br />

afgegraven, daar <strong>de</strong> humuslaag die het junglegebied el<strong>de</strong>rs overal kenmerkt, nagenoeg ontbreekt. De vegetatie<br />

heeft hier in een straal <strong>van</strong> enkele tientallen meters ook een heel an<strong>de</strong>r karakter: het is dui<strong>de</strong>lijk min<strong>de</strong>r dicht<br />

begroeid en <strong>de</strong> wortels <strong>van</strong> <strong>de</strong> bomen slingeren zich over <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m in plaats <strong>van</strong> er in te boren. Dit lijkt<br />

verklaard te wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> ontbreken<strong>de</strong> humuslaag. Aan <strong>de</strong> noordkant <strong>van</strong> het centrum <strong>van</strong> het eiland lijkt een<br />

aar<strong>de</strong>n wal te liggen, weliswaar sterk geëro<strong>de</strong>erd en (nog) slechts een halve meter hoog. Op het eiland zelf zijn<br />

geen artefacten gevon<strong>de</strong>n. Ook een zoektocht met een metaal<strong>de</strong>tector bracht geen bo<strong>de</strong>mvondst op. In totaal is<br />

<strong>de</strong> plaats enkele malen enige uren bezocht geweest.<br />

6


Fig. 3. Landschapsfoto <strong>van</strong>af het westen <strong>van</strong> het met grassen overgroei<strong>de</strong> zwamp. Links (noor<strong>de</strong>n) en rechts (zui<strong>de</strong>n) <strong>de</strong> hoogten waarop<br />

respectievelijk belegeraars en beleger<strong>de</strong>n zich anno 1772 verschansten (Foto Daan Zuij<strong>de</strong>rwijk).<br />

2.4 Wetenschappelijke toetsing door <strong>archeologisch</strong> <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong><br />

De tochten die volg<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> jaren na <strong>de</strong> vermeen<strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking brachten steeds nieuwe vondsten op. Hoewel op<br />

het eiland <strong>Boekoe</strong> zelf geen artefacten zijn gevon<strong>de</strong>n, wer<strong>de</strong>n wel indirecte aanwijzingen gevon<strong>de</strong>n dat we met<br />

<strong>de</strong> voormalige vesting <strong>van</strong> doen had<strong>de</strong>n. Overblijfselen <strong>van</strong> kostgron<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n enkele kilometers ten oosten<br />

<strong>van</strong> <strong>Boekoe</strong> aangetroffen, hetgeen overeenkomt met <strong>de</strong> beschrijvingen in genoemd archiefmateriaal. Op <strong>de</strong><br />

plaats waar terpachtige akkertjes wer<strong>de</strong>n aangetroffen, is een grote hoeveelheid potscherven te vin<strong>de</strong>n, samen<br />

met glasresten, metaalfragmenten en scherven <strong>van</strong> Delfts blauw-achtig materiaal (zie Fig. 4 en 5). De vraag blijft<br />

bestaan hoe het komt dat geen artefacten zijn aangetroffen op <strong>de</strong> <strong>Boekoe</strong> <strong>site</strong> zelf. Dit alles vraagt om een<br />

wetenschappelijk <strong>archeologisch</strong> <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> ter plaatse. Het ontbreekt <strong>de</strong> expeditiele<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Stichting <strong>Boekoe</strong><br />

daarvoor aan <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> kennis en expertise. Samenwerking met een wetenschappelijk instituut zou uitkomst<br />

bie<strong>de</strong>n. De Univer<strong>site</strong>it <strong>van</strong> Lei<strong>de</strong>n heeft hiervoor bij mon<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> heer Dr. Menno Hoogland <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

specialisatie Caribische Archeologie haar interesse geuit. Er zijn inmid<strong>de</strong>ls contacten met het CIE en <strong>de</strong><br />

mogelijkheid wordt groot geacht dit <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> als project in het programma Ge<strong>de</strong>eld Surinaams-Ne<strong>de</strong>rlands<br />

cultureel erfgoed on<strong>de</strong>r te brengen.<br />

Als opzet voor het <strong>archeologisch</strong> <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> wordt gedacht aan het uitvoeren <strong>van</strong> een ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> kartering<br />

<strong>van</strong> het terrein en het aanleggen <strong>van</strong> een of meer<strong>de</strong>re profielen door <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>n wal. Vanuit een hoofdmeetlijn<br />

gelegen over <strong>de</strong> as <strong>van</strong> het eiland kan met relatief eenvoudige mid<strong>de</strong>len <strong>de</strong> topografie <strong>van</strong> het eiland in kaart<br />

wor<strong>de</strong>n gebracht. Omwallingen of andre veran<strong>de</strong>ringen in het relief kunnen wor<strong>de</strong>n gedocumenteerd met<br />

waterpassingen in een regelmatig grid. Vondstconcentraties en overige antropogene sporen kunnen op <strong>de</strong>ze kaart<br />

wor<strong>de</strong>n aangegeven. Om <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>n wal vast te leggen is het noodzakelijk <strong>de</strong> opbouw er<strong>van</strong> te<br />

documenteren in een of meer<strong>de</strong>re gestoken profielen. Indien wenselijk kunnen samples <strong>van</strong> materiaal wor<strong>de</strong>n<br />

verzameld voor datering.<br />

7


Fig. 4. Op een <strong>van</strong> <strong>de</strong> zandritsen rond <strong>Boekoe</strong> vond <strong>de</strong> expeditie in 2005 grote aantallen potscherven en an<strong>de</strong>re artefacten (Foto Henk Pel)<br />

Fig. 5. Een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mvondsten die aan <strong>de</strong> oppervlakte zijn gevon<strong>de</strong>n, gefotografeerd in het Surinaams Museum te Paramaribo (Foto<br />

Henk Pel)<br />

8


Geraadpleeg<strong>de</strong> literatuur<br />

Beet, Chris <strong>de</strong>, 1984: De eerste Boni-oorlog 1765-1778. Bronnen voor <strong>de</strong> Studie <strong>van</strong> Bosnegersamenlevingen,<br />

<strong>de</strong>el 9. Centrum voor Caraïbische Studies, Utrecht.<br />

Bubberman, ir. F.C, 1976: In het spoor <strong>van</strong> <strong>de</strong> Marrons., Me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen Stichting Surinaams Museum , nrs.<br />

17/18.<br />

Egger, J.L., 1990: Het verzet <strong>van</strong> <strong>de</strong> Boni, Me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen Stichting Surinaams Museum, nr. 45.<br />

Groot, Sylvia <strong>de</strong>, 1976: The Boni Marroon War 1765 – 1793, Me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen Stichting Surinaams Museum, nrs.<br />

17/18.<br />

Hoogbergen, Wim, 1985: De Boni-oorlogen 1757-1860. Marronage en guerrilla in Oost Suriname. Aca<strong>de</strong>misch<br />

Proefschrift. Bronnen voor <strong>de</strong> Studie <strong>van</strong> Afro-amerikaanse Samenlevingen in <strong>de</strong> Guyana’s, <strong>de</strong>el 11. Centrum<br />

voor Caraïbische Studies, Utrecht.<br />

Hoogbergen, Wim, 1992: De Bosnegers zijn gekomen . Slavernij en Rebellie in Suriname. Prometheus,<br />

Amsterdam.<br />

Koeman, dr. ir. C., 1973: Schakels met het verle<strong>de</strong>n. De geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> cartografie <strong>van</strong> Suriname 1500-<br />

1971, Theatrum Orbis Terrarum B.V., Amsterdam.<br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!