Huizen vol historie - Het Utrechts Archief
Huizen vol historie - Het Utrechts Archief
Huizen vol historie - Het Utrechts Archief
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
secties. Per sectie zijn één of meer kaartbladen gemaakt, waarop<br />
ieder perceel met de bebouwing is ingetekend. Per sectie zijn<br />
deze percelen doorlopend genummerd. Als overzichtskaart is<br />
van iedere kadastrale gemeente een verzamelplan vervaardigd met<br />
de grenzen van de verschillende secties. Bij iedere kaart behoorden<br />
oorspronkelijke aanwijzende tafels (OAT’s) waarin gegevens<br />
stonden over de eigenaar, de grond en de belastbare opbrengst<br />
van het perceel.<br />
Per 1 oktober 1832 trad de kadastrale boekhouding in werking.<br />
Zo moest vanaf die datum in de registers van de hypotheekbewaarder<br />
(zie paragraaf 4.3) een perceel met het kadastrale<br />
nummer worden aangeduid. Dit nummer is in de loop der tijd<br />
vrijwel altijd één of meerdere keren veranderd. Dit gebeurt bijvoorbeeld<br />
bij splitsing of samenvoeging van percelen. Er worden<br />
dan nieuwe nummers toegekend, terwijl de oude vervallen.<br />
<strong>Het</strong> nieuwe systeem werd in 1832 van kracht, maar dat betekent<br />
niet dat de minuutplans en de bijbehorende registers ook<br />
de actuele situatie van dat jaar weergeven. De gegevens waren<br />
namelijk in de loop van de daaraan voorafgaande jaren verzameld<br />
en in sommige gevallen in 1832 al weer achterhaald.<br />
Ten ge<strong>vol</strong>ge van samenvoeging van gemeenten en grenswijzigingen<br />
tussen gemeenten zijn de begrippen kadastrale gemeente<br />
en burgerlijke gemeente steeds meer uit elkaar gegroeid. Zo<br />
bestaat de huidige gemeente Utrecht globaal uit de kadastrale<br />
gemeenten Utrecht, Lauwenrecht, Tolsteeg, Abstede, Catharijne<br />
en Zuilen. Voor de wijk Tuindorp moet u echter bij de kadastrale<br />
gemeente Maartensdijk zijn. Binnen een grote plattelandsgemeente<br />
als De Ronde Venen kennen we de kadastrale gemeenten<br />
Mijdrecht, Oudhuizen, Vinkeveen, Waverveen en Wilnis.<br />
Welke registers en kaarten vindt u in het kadaster?<br />
Alle kadastrale registers en kaarten zijn ingericht per kadastrale<br />
gemeente. De <strong>vol</strong>gende bescheiden zijn voor huizenonderzoek<br />
het belangrijkst:<br />
• De minuutplans van de verschillende kadastrale gemeenten.<br />
Dit zijn de oorspronkelijke kadastrale kaarten op schaal<br />
1:1250, 1:2500 en 1:5000, die in 1832 van kracht werden en<br />
een momentopname vormen.<br />
Bij een wijziging van de grenzen of de bebouwing van<br />
afzonderlijke percelen legde de landmeter de nieuwe<br />
situatie vast op zogenaamde hulpkaarten.<br />
De wijzigingen in de minuutplans zelf zijn aan de hand<br />
hiervan bijgehouden op zogenaamde bijbladen. Werd het<br />
aantal mutaties te groot, dan werd een nieuw plan<br />
vervaardigd.<br />
• De oorspronkelijke aanwijzende tafels (OAT’s). Per kadastrale<br />
gemeente is een oorspronkelijke aanwijzende tafel gemaakt,<br />
waarin onder meer vermeld staan: naam, beroep en<br />
woonplaats van de eigenaar, het artikelnummer in de<br />
kadastrale legger (zie beneden), soort eigendom<br />
(bijvoorbeeld: huis en erf, weiland, bos en dergelijke),<br />
klassering, oppervlakte, en belastbare opbrengst voor de<br />
grondbelasting.<br />
De OAT’s mochten niet veranderd worden. Wijzigingen in<br />
de gegevens werden geboekt in suppletoire aanwijzende tafels<br />
(SAT’s). Vanaf 1844 werden eigendomsovergangen van<br />
gehele percelen hierin niet meer geregistreerd en in 1863<br />
zijn deze afgeschaft.<br />
• De kadastrale legger (1832-). In tegenstelling tot wat de<br />
<strong>vol</strong>ledige naam (perceelsgewijze legger) suggereert, bevat deze<br />
legger geen informatie over het perceel, maar over de<br />
eigenaar van dat perceel: naam, beroep en woonplaats, de<br />
kadastrale nummers met de klassering en de belastbare<br />
opbrengst van de verschillende percelen die in eigendom<br />
worden gehouden, met de mutaties daarin, onder verwijzing<br />
naar het register van overschrijvingen (zie paragraaf 4.3).<br />
Deze gegevens vormen samen een leggerartikel. Per persoon<br />
kunnen meerdere leggerartikels bestaan, bijvoorbeeld<br />
wanneer iemand van verschillende percelen eigenaar,<br />
erfpachter en mede-eigenaar is. Om doublure met deze<br />
leggers te voorkomen zijn de SAT’s afgeschaft.<br />
Hypotheken zijn niet vermeld.<br />
• <strong>Het</strong> register 71 (1844-1986).<br />
Dit perceelsregister geeft in <strong>vol</strong>gorde van perceelnummer de<br />
leggerartikels waarin het perceel successievelijk voorkomt.<br />
Ook nieuwe perceelnummers in geval van splitsing of<br />
samenvoeging van percelen zijn hier vermeld.<br />
In 1986 is het kadaster overgegaan op een geautomatiseerd<br />
systeem.<br />
• Indexen op persoonsnamen (aanvankelijk per deel, later per<br />
kadastrale gemeente), vanaf 1929 de losbladige Algemene<br />
naamwijzer. Dit is een index op de kadastrale leggers van<br />
alle kadastrale gemeenten binnen het werkgebied van het<br />
kadasterkantoor. De vervallen kaarten worden gelicht en<br />
afzonderlijk bewaard.<br />
De eerste kadastrale leggers zijn aangelegd in alfabetische<br />
<strong>vol</strong>gorde van de namen van de eigenaars. Daarna zijn ze op<br />
naam alleen nog maar toegankelijk via deze indexen.<br />
24 Periode na 1811: eigenaren