24.09.2013 Views

ETIL-rapport van 1956 - Gemeente Helden

ETIL-rapport van 1956 - Gemeente Helden

ETIL-rapport van 1956 - Gemeente Helden

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

EGONOMISCH TECHNOLOGISCH INSTITUUT IN LIMBURG<br />

De <strong>Gemeente</strong> <strong>Helden</strong><br />

Bevolking en Bestaansmiddelen<br />

MAASTRICHT<br />

<strong>1956</strong>


DE G E M E E N T E H E L D E N<br />

BEVOLKING- M BESTAANSMIDDELEN<br />

Rapporteur; Drs F.J.H.Verheyden


INHOUD SOP GAVE<br />

INLEIDING . 331 z,<br />

Hoofdstuk I HISTORIE EN GEOGRAEISCHE SITUATIE<br />

Hoofdstuk II BEVOLKING<br />

1» Historische schets 1<br />

2» Geografische ligging . 2<br />

3* Physisch-geografisohe struotuur 3<br />

1. Bevolking . 6<br />

2. Beroepsbevolking 22<br />

3« Structuur der kernen 32<br />

4. Huisvesting der bevolking 38<br />

Hoofdstuk III BESTAANSMIDDELEN<br />

1. Agrarisciie pro.ductie 44<br />

2. Overige bronnen <strong>van</strong> bestaan<br />

Nijverheid 65<br />

Handel 69<br />

Verkeer 80<br />

Hoofdstuk IT CENTRALE VOORZIENINGEN 86<br />

Hoofdstuk V TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING 92<br />

Bijlagen*<br />

Conclusies 103


INLEIDING*<br />

Het gemeentebestuur <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> verleende aan net E.T.I.L.<br />

de opdracht een onderzoek in te stellen naar de sociaal-economische<br />

structuur <strong>van</strong> de gemeente* In net bijzonder zou. dit<br />

gericht moeten zijn op de toekomst en wel op de groei der bevolking<br />

en de ontwikkeling der bestaansbronnenf zonder de toe stand<br />

in net verleden en de huidige situatie buiten beschouwing te<br />

laten*<br />

Bij de samenstelling <strong>van</strong> net <strong>rapport</strong> he eft net niet in de<br />

bedoeling gelegen. een volledig uitgewerkt welvaartaplan te geveny<br />

maar zijn de grote lijnen gevolgd. Concrete maatregelen welke<br />

op agrarisch-,, industrieel-, verkeers of ander gebded vereist<br />

zullen zijn kunnen namelijk, zo nodig, in af zonderlijke deel<strong>rapport</strong>en<br />

of adviezen nader word en uitgewerkt, Zo kan net onderhavige<br />

<strong>rapport</strong> in eerste instantie als basis dienen voor net maken <strong>van</strong><br />

plannen betreffende net in de toekomst te voeren beleid. Eveneens<br />

kan net een bijdrage leveren tot net vormen <strong>van</strong> een mening over<br />

de sociaal~economische problemen in de gemeente en een richtlijn<br />

zijn voor net oplossen <strong>van</strong> het vraagstuks hoe voor een zo sterk<br />

groeiende bevolking een redelijk: bestaan te vinden. Verder kan<br />

het <strong>van</strong> nut zijn wanneer aan overheid of andere instanties medewerking<br />

moet worden gevraagd voor het verhogen <strong>van</strong> de welvaart<br />

of verbetering <strong>van</strong> de sociale of culturele omstandigheden.<br />

De studie begint met een beknopt overzicht <strong>van</strong> de. ontwikkeling<br />

der gemeente; haar geografische ligging en geologische<br />

structuur. Hierna wordt de bevolking bezien o»nu de groei <strong>van</strong><br />

haar aantal^ de spreiding over de gemeente en de wijze waarop<br />

resp« de mate waarin zij aan het economisch leven deelneemt* In<br />

hoofdstuk III wordt de betekenis <strong>van</strong> de verschillende bronnen<br />

<strong>van</strong> bestaan voor de gemeenschap nagegaan. Met betrekking tot de<br />

landbouw werd een beroep gedaan op de Rijksconsulent voor gronden<br />

pachtzaken in de provincie Limburg? Ir J«pePlanje, welke<br />

gegevens verstrekte die na omwerking en aanvulling voornamelijk<br />

als paragraaf 1 <strong>van</strong> genoemd hoofdstuk werden opgenomen* Verder<br />

volgen beschouwingen over de centrale voorzieningen en het verenigingsleven<br />

in de gemeente terwijl in hoofdstuk V de toekomstige<br />

ontwikkeling wordt behandeld* Uiteraard kan de hierin<br />

opgenomen prognose geen exacts voorspelling zijn* Deze zal na—<br />

melijk evenwel <strong>van</strong> de werkelijkheid afTrtjken als de voorwaarden<br />

waar<strong>van</strong> bij de op stalling er <strong>van</strong> werd uitgegaan verandering zullen<br />

ondergaan. Tot slot volgt nog een samenvatting <strong>van</strong> de voornaamste<br />

conclusiesv/aartoe het geschetste beeld <strong>van</strong> de gemeente<br />

aanleiding geeft.


Aan de personen en instanties welke aan het verzamelen der<br />

gegevens medewerkten, wordt voor hun bereidwilligheid dank<br />

gebracht. In het bijzonder moge worden. vermeld' de om<strong>van</strong>grijke hulp<br />

welke werd ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> het Bureau <strong>van</strong> de Rijksconsulent voor<br />

Grond- en Pachtzaken te Roermond en <strong>van</strong> de gemeente <strong>Helden</strong> zelf«


HOOPDSTUK I. HISTORIE EN GEOGRAFISCHE SITUATIE.<br />

chets .<br />

Binnen de gemeente gevondensi voorwerpen uit het steentijdperkj^<br />

Keltisch en Gallo-Germaans aardewerkf Romeinse brandgraven<br />

met vaatwerkj resten <strong>van</strong> een Romeinse nederzetting; getuigen er<br />

<strong>van</strong> dat de mens het grondgebied <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> reeds vroeg betreden<br />

en bewoond heeft » In historische documenten wordt <strong>Helden</strong><br />

evenwel voor het eerst in het begin <strong>van</strong> de 12e eeuw genoemd. 2)<br />

Aan<strong>van</strong>kelijk vormden <strong>Helden</strong> en Kessel e*e"n schepenbank in<br />

het ambt <strong>van</strong> Kessel ? hetgeen op nauwere relaties tussen deze<br />

plaatsen wljst» In 1673 werd <strong>Helden</strong> tot af zonderlijke heerlijkheid<br />

met jurisdictie verheven, De franse revolutie bracht het einde<br />

<strong>van</strong> de heerlijkheid evenals <strong>van</strong> het landsheerlijk gezag <strong>van</strong> het<br />

to en regerende Huis Overschie ^ .<br />

Naast een tweetal meer op de voorgrond tredende kernen;<br />

<strong>Helden</strong> of Dorp en Panningen of Kapel, telt de gemeente verschiilende<br />

grot ere en kleinere dorp en en gehuchten.<br />

die ..... <strong>van</strong>TlTe'lden zelf , Sommige<br />

aijn eenvoudig o»m» Eindt? andere darentegen o nv erkl aar b aar zoals<br />

Beringe, terwijl aanduidingen als Maris - moerasland - beter te<br />

herleiden zijn •*<br />

Oorspronkelijk bezat de gemeente e'e'n Kerk, toegewijd aan de<br />

H»Lambertus en gelegen in het uiterste zuid— oosten n«l» in de<br />

I |>vp T<br />

kern <strong>Helden</strong>^ Het terrein oostelijk <strong>van</strong> deze, tegen een beboste<br />

zand en heuvelrug aanleunende, kerk was niet aantrekkelijk voor<br />

bewoning* De bebouwing voltrok zich dan ook in noord-westelijke<br />

richting hetgeen tevens inhield dat de kerk steeds meer excentrisch<br />

kwam te liggen. Bijgevolg werd in 1830 een gedeelte <strong>van</strong><br />

de moederkerk. afgescheiden en werd de parochie Panningen ge~<br />

5 )<br />

vormd ' « Verdergaande ingebruikneming <strong>van</strong> de grond? gepaard<br />

gaande met een sterk verspreide bebouwing, vooral in het noordelijk<br />

deel der gemeente; toeneming <strong>van</strong> de bevolking en grote<br />

1)* W»L» Leclercqs Limburgs<br />

2)* Limburgs Maandschrift? 7e jaargang<br />

3)» Publications de la soci(§t6 historique et arch^ologique<br />

dans le Limbourgs Maastricht 1932*<br />

4)® J»<strong>van</strong> Knippenberg; Twee midden-Limburgsche dorpeni <strong>Helden</strong><br />

en Panningen? 1928»<br />

5)* C»Verwoerd C«M*f Panningen weldra 125 jaar Parochie. 1955.


afstanden tot de oude parochiekerken maakten nieuwe afscheidingen<br />

noodzakelijk. Zo werden de af zonderlijke parochies gestichti<br />

Grashoek - 1918 -, Beringe - 1928 ~, Egchel - 1946 -,<br />

Koningslust - 1947 -• <strong>Helden</strong>, dat in 1800 rond 2200 zielen<br />

telde en e'e'n imrochie vormde is thans uitgegroeid tot een gemeente<br />

metJ0/f0$ inwoners. verdeeld over zes kerkdorpen.<br />

y t— f '-'-•/ .,/•"-*•, ffj^/<br />

Iji_d,e~1.0.©-p^©#~g are'n feeeft <strong>Helden</strong> zijn <strong>van</strong> oorsprong agrarisch<br />

karakter vrijwel ongewijzigd behouden* Uit werken *' welke<br />

rond het midden <strong>van</strong> de vorige eeuw verschenen kan worden afgeleid<br />

dat de nijverheid <strong>van</strong> geringe betekenis was, Enkele branderijen<br />

en brouwerijen$ een stijf self abriek^ een paar ververijeni<br />

een stroopfabriek en enige molens voorzagen in de behoefte <strong>van</strong><br />

de naaste omgeving* Landbouw was de hoofdbron <strong>van</strong> bestaan,<br />

Blijkens de uitkomsten <strong>van</strong> de beroepstellingen <strong>van</strong> het C»B«S»<br />

was in 1909 bijna 73 i° <strong>van</strong> de mannelijke beroepsbevolking in de<br />

agrarische productie werkzaam; in 1930 was dit ca 64 en in<br />

1947 rond 60 $» De mannelijke nijverheidsgroep nam. in dezelfde<br />

periode toe <strong>van</strong> 17*6 tot 21 » 6 tot 25*5 %• Voor een belangrijk<br />

deel houdt deze minder grote verandering <strong>van</strong> de economische<br />

structuur verband met het f eit dat - als gevolg <strong>van</strong> de ontginning<br />

<strong>van</strong> woeste grond - in de laatste halve eeuv/ de oppervlakte<br />

cultuurgrond ongeveer is verdubbeld terwijl de gedeeltelijke<br />

omschakeling <strong>van</strong> extensief op meer intensief grondgebruik er<br />

het hare eveneens toe heeft bijgedragen de bestaansmogelijkheid<br />

in de landbouw te vergroten,<br />

2»<br />

De gemeente <strong>Helden</strong>, groot ca 70 km2? grenst in het noordwesten<br />

aan de provincie Noord~Brabantf terwijl de zuid-west<br />

grens gevormd wordt door een - tot het grondgebied <strong>van</strong> Meyel<br />

behorend - dubbel stel kanalen n»le de Helenavaart en het<br />

kanaal <strong>van</strong> Deurne* Beide kanalen, vroeger <strong>van</strong> veel betekenis<br />

voor de afvoer <strong>van</strong> turf uit de Peel rondom Helenaveen, monden<br />

uit in de nog te noemen Noordervaart, evenals een uitwateringskanaal<br />

dat in het zuiden de grens vormt met Roggel en Neer»<br />

In het oosten en noorden sluit de gemeente aan aan de plaatsen<br />

Kessely Maasbree en Sevenum - zie kaart 1 -~«<br />

Een gedeelte <strong>van</strong> het grondgebied <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> wordt in<br />

z»w» - n*o8-richting doorsneden door de Noordervaart® Oor~<br />

1)» Ph®<strong>van</strong> der Maelens -JSlotionnaire G£ographique de la Province<br />

de Limbourg 1835*<br />

A*J»<strong>van</strong> der Aas Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden<br />

1847<br />

G*M®Poels Beschrijving <strong>van</strong> het Hertogdom Limburg 1851*


- 3 -<br />

spronkelijk was deze scheepvaartweg ontworpen als verbinding<br />

tussen Nederweert en Venlo alwaar hij aansluiting zou geven op de<br />

Zuid-Willemsvaart en het Kanaal <strong>van</strong> Wessem naar Nederweert resp.<br />

op de Maas» Bij de uitvoering der werkzaamheden is men evenwel<br />

niet verder gekomen dan tot Beringe. De vaart is toegankelijk<br />

voor schepen <strong>van</strong> 300 ton met een diepgang <strong>van</strong> 1.65 m. Aan het<br />

einde <strong>van</strong> dit in beheer bij het Rijk zijnde kanaal bevindt zich<br />

een zwaaikom. Op de zuidelijke oever er <strong>van</strong> is door de Rijkswaterstaat<br />

een loswal aangelegd ter lengte <strong>van</strong> ongeveer 250 m»;<br />

particuliere losplaatsen heeft men aan de noordzijde* Het traj ect<br />

Beringe-Nederweertj lang 14.8 km, wordt door een drietal ophaal-<br />

en een vaste brug onderbroken.<br />

Al naar gelang waar men in de gemeente woont en waarheen<br />

men reizen wil kan men gebruik maken <strong>van</strong> de stations; Y/eert<br />

- 24 km -? Deurne - 23 km -, Horst-Sevenum - 17 km - of Venlo<br />

- 17 km» Met Venlo en Deurne heeft de gemeente een rechtstreekse<br />

busverbinding - Zuid-Ooster; met Weert en Roermond via Meyel<br />

- Nedam -, Het personenvervo.er richt zich in sterk overwegende<br />

mate op Venlo evenals het door <strong>van</strong> Gend & Loos en andere vracht—<br />

boden verzorgde goederenvervoer,<br />

3» Physiscjir-geograf^sche^ structuur.<br />

Kaart nr. 2 geeft een beeld <strong>van</strong> de geologische gesteldheid<br />

11<br />

der oppervlakte . Hierin zijn de navolgende formaties te<br />

onderkennens midden- en laagterras welke uit zand bestaan met<br />

hier en daar enig grint terwijl plaatselijk kleibanken en veenlagen<br />

in het profiel voorkomen; stuifzand^ moerasveen^ ijzeroer^<br />

hoogveen, dat door ontginning en afgraving sterk teruggedrongen<br />

is*<br />

Naast afzettingen behorend tot het tertiaire tijdperk en de<br />

middentijd, wordt in de ondergrond <strong>van</strong> de gemeente carboon uit<br />

het primaire tijdperk aangetroffen* De jongste onderzoekingen<br />

in de Peel hebben evenwel aangetoond dat hier niet <strong>van</strong> een rijk<br />

kolenveld kan worden gesproken* Aangenomen mag worden dat het<br />

kolenvoorkomen in het Peelgebied tot op 1200 m» diepte slechts<br />

1) Gegevens ontleend aan:<br />

a)« Geologische kaart <strong>van</strong> Nederland* Kwartblad I, IIf III?<br />

1933.<br />

b),, Kaarten en tekst behorend bijs Streekplannen Noord- en<br />

Midden-Limburg "De Bodem% Maastricht 1941 *


_ 4 -<br />

rond de helft bedraagt <strong>van</strong> de gemiddelde kolenrijkdom in het<br />

Zuid-Limburgse bekken. Ingewikkelde technische vraagstukken<br />

zoals de delving <strong>van</strong> schachten door 650 - 900 m* dikke, grotendeels<br />

ongeconsolideerde en veelal waterhoudende deklagen zijn in<br />

de met het onderzoek belaste commissie nog onderwerp <strong>van</strong> uitgebreide<br />

studie» De onzekerheden omtrent de juiste oplossing hier~<br />

<strong>van</strong> zullen belangrijk afnemen nadat eerst ervaringen zijn opgedaan<br />

bij de aanl.eg en eerste ontginning <strong>van</strong> de staatsmijn Beatrix<br />

- mijnveld VI o drop-<br />

1 )<br />

'»<br />

Zoals vermeld wordt? aan de oppervlakte, de bodem <strong>van</strong><br />

<strong>Helden</strong> uitsluitend door diluviale en alluviale afzettingen gevormd.<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> de bebouwbaarheid <strong>van</strong> deze gronden zij<br />

het navolgende opgemerkt, Middenterras; de hierin voorkomende<br />

kleilagen zijn in het algemeen <strong>van</strong> een slappe zandige natuur<br />

welke meestal onder e'e'n of meer meters zand liggen en die door<br />

hun vlakke ligging vrijwel geen aanleiding tot verschuiving<br />

geven* Voorzeer zware gebouwen verdient het - waar de geologische<br />

kaart middenterras a.anwljst - aanbeveling naar de waterstand<br />

en de aard en ligging-<strong>van</strong> de kleilagen een onderzoek in<br />

te stellen. Laagterras; is voor bebouwing zeer geschikt. Stuifzand;<br />

in het algemeen zullen dit enigszins hoger liggende<br />

goed ontwaterende en voor bebouwing geschikte terreinen zijn<br />

mits zij voldoende dik zijn* Zijn zij dun dan hangen de eigenschappen<br />

meer <strong>van</strong> de ondergrond af« Voor zware gebouwen dient de<br />

ondergrond en de waterhuishouding nader te worden onderzocht*<br />

Hoogveen; uit de aard der zaak vormt deze turfbodem een ondeugdelijke<br />

bouwgrond. Y/aar het veen afgegraven is zal de blootgelegde<br />

ondergrond in het algemeen betrouwbaar zijn daar dit<br />

veelal de hoog- of middenterrasvormingen zijn. Locaal dient<br />

de^halve steeds te worden nagegaan of nog niet afgegraven veen<br />

in de ondergrond voorkomt* Moerasveen; hiervoor geldt in zekere<br />

mate hetzelfde als voor de voorafgaande grondsoort. Steeds<br />

dient dan ook op de plaatsen waar de kaart moerasveen aangeeft<br />

een nader onderzoek te worden ingesteldf alhoewel er nu dikwijls<br />

geen spoor meer <strong>van</strong> te ontdekken zal zijn* Beziet men kaart<br />

2 dan blijkt dat inzake de bebouwbaarheid in bepaalde gedeelten<br />

1)» Voornoemde gegevens worden vermeld in de memorie <strong>van</strong> toelichting<br />

op de begroting <strong>van</strong> het departement <strong>van</strong> Economische<br />

Zaken <strong>1956</strong> en zijn ontleend aan de voorlopige conclusies<br />

<strong>van</strong> de Pe elc ommi s si e«


_ c __<br />

1)<br />

<strong>van</strong> de gemeente belemmerende factoren ' optreden terwijl met<br />

betrekking tot de overige gebieden en zeker voor wat zware<br />

bebouwing betreft een voorafgaand bodemonderzoek aanbeveling<br />

verdient*<br />

1) De minder bebouwbare gebieden zijn ontleend aan; ^Streekplan<br />

"De Bo dam", bijlage 2.


HOOFDSTUK II. BSVOLEENG.<br />

— 6 —<br />

Loop__der bevolking. Bij bestudering <strong>van</strong> de bevolkingsgroei<br />

blijkt deze in het algemeen onder invloed te staan <strong>van</strong> factoren<br />

alsi grootte en leeftijdsopbouw der aanwezige bevolking^ voorts<br />

sociale factoren b»ve welstand, milieu beroepsgroepering, godsdienstige<br />

en politieke overtuiging, ontwikkeling en intelligent! e<br />

tenslotte specifiek economische factoren met name de ontwikkeling<br />

der best aansbr onnen waar fern- de migratie hetzij aantrekking of<br />

uitstoting <strong>van</strong> personen wordt bepaald* Een wijziging in bovengenoemde<br />

grootheden resulteert niet altijd in een daarmee evenredige<br />

bevolkingstoe - of - afneming, Zowel op zichzelf als in onderling<br />

verband oefenen zij hun invloed uit waarbij het effect plaatselijk<br />

zeer verschillend kan zijn»<br />

De groei <strong>van</strong> de bevolking in <strong>Helden</strong> en de krachten welke<br />

deze bepaalden zijn weergegeven in de hierbij gevoegde tabellen<br />

en grafieken, '. Op 31 december 1880 telde <strong>Helden</strong> 3769 inwoners<br />

welk aantal op 1 januari 1955--tot 9652 was gestegen, Grafiek 1<br />

geeft een inzicht in de wijze waarop deze toeneming over de betrokken<br />

periode is verdeeld, Hierbij is niet uitgegaan <strong>van</strong> de<br />

absolute aantallen doch <strong>van</strong> z»g» indexcijf ers. Door met de overeenkomstige<br />

aantallen voor o«a« Limburg en Nederland evenzo te<br />

handelen is het mogelijk een vergelijking te trekken. Geconstateerd<br />

kan nu worden dat de bevolking <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> in nagenoeg gelijk tempo<br />

is toegenomen als in het Rijk rnaar dat de groei <strong>van</strong> de gemeente<br />

in belangrijke mate bij die <strong>van</strong> de provincie is achtergebleven*<br />

Voorts blijkt dat de aanwas <strong>van</strong> de Nederlandse bevolking zeer gelijkmatig<br />

verloopty doch die <strong>van</strong> Limburg en <strong>Helden</strong> meer schoksgewijze»<br />

Tot kort na de eeuwwisseling is de groei <strong>van</strong> het aantal<br />

inwoners in de gemeente uiterst langzaam. In de periode 1910- '45<br />

neemt de bevolking wat sneller toe dan in Nederland het geval is<br />

terwijl in de daarop volgende jaren de ontwikkeling in beide gebieden<br />

vrijwel uniform is, Een vergelijking met de aan de gemeente<br />

p \<br />

grenzende plaatsen ' toont verder aan dat Meyel de meeste over<br />

eenkomst met <strong>Helden</strong> vertoont| dat in de overige gemeenten de<br />

bevolkingsaanwas minder sterk was en dat dit vooral bij Neer het<br />

l)»Voor de grafieken zij verwezen naar de bijlagen*<br />

2)8De gemeente Maasbree is wegens de belangrijlce grenswijziging<br />

1939 ten gunste <strong>van</strong> Venlo buiten beschouwing gelaten.


Tab el<br />

Jaar<br />

1880<br />

1885<br />

1890<br />

1895<br />

1900<br />

1905<br />

1910<br />

1915<br />

1920<br />

1925<br />

1930<br />

1935<br />

1940<br />

1945<br />

1950<br />

1954<br />

1 Bevolkingsgroei op<br />

<strong>Helden</strong><br />

Seve~ | Kesnum<br />

'•• sel<br />

u__ 1<br />

100 | 100 100<br />

102.6 j 101,4 | 107*2<br />

104.1<br />

108.9<br />

113.6<br />

116*5<br />

121.3<br />

138.-<br />

146.7<br />

155.2<br />

164.-<br />

99.9<br />

100,8<br />

101.2<br />

103.-<br />

104*8<br />

99.6<br />

99*2<br />

98*7<br />

103«7<br />

96,8<br />

114.6 I 106,9<br />

i<br />

125.2 115,-<br />

133*1 121.1<br />

142,2 123,2<br />

181.- 153*9 130.9<br />

198.4 164.3 138,1<br />

220,1 186*5 146.-<br />

242.9 196.2 169.7<br />

256.1 208*3 178.8 I<br />

j<br />

_. 7 —<br />

basis '1<br />

880 = 100<br />

Bron; C.B.S.<br />

• Neer<br />

J<br />

100<br />

j 99.4<br />

99,6<br />

103*2<br />

i<br />

103.9<br />

106,9<br />

108.7<br />

113.4<br />

113.-<br />

119.3<br />

124,1<br />

13K5<br />

1 39*3<br />

1 48v7<br />

158,4<br />

164,9 i<br />

Roggel<br />

100<br />

99.4<br />

102,2<br />

102.-<br />

104,9<br />

111.5<br />

108,3<br />

110,4<br />

113.4<br />

115*5<br />

124.3<br />

126,9<br />

136,5<br />

152.4<br />

166.1<br />

175,5<br />

Meyel | Limburg Rijk<br />

: \ \<br />

• 100 100 100<br />

I 107.6 105*2 ...... 106.8<br />

' 108.8 107*3 112.4<br />

115.3 113,5 119,7<br />

121,2 119.2 127,5<br />

130,4 131,5 137,6<br />

131.3 142.- 146.4<br />

138.6 163.8<br />

1 158.8<br />

145,2 183,7 169.1<br />

156.6 206,8 182,6<br />

162.1 229,8 195,4<br />

168*7 245.9<br />

181,9 • 258.6<br />

193,6 280.2<br />

218,6 310.9<br />

231,2 334.2<br />

geval is» In dit deel <strong>van</strong> Limburg is <strong>Helden</strong> dus de snelst<br />

groeiende gemeente.<br />

208.7<br />

219,8<br />

229,1<br />

25U2<br />

263.-<br />

\ ><br />

Geboorte, sterfte. Het verloop <strong>van</strong> de bevolking in een gebied<br />

wordt bepaald door een viertal grootheden waar<strong>van</strong> twee het aantal<br />

inwoners do en toenemen n.l. geboorte en vestiging terwijl de<br />

andere twee het zielental verminderen t.w. sterfte en vertrek.<br />

De veranderingen die in achtereenvolgende perioden in het<br />

inwonertal optreden zijn uiteindelijk een gevolg <strong>van</strong> de resultante<br />

<strong>van</strong> de genoemde, de natuurlijke - geboorte en sterfte -<br />

respe de sociaal-economische groei - migratie - beinvloedende?<br />

verschijnselen*.<br />

Teneinde een vergelijking te kunnen maken tussen het geboorteoverschot<br />

en de beide samenstellende elementen? zijn voor<br />

<strong>Helden</strong>? Limburg en Nederland deze factoren weergegeven in vijf<br />

jaarlijkse perioden en uitgedrukt in o/oo <strong>van</strong> de total e bevolking<br />

— zie tab el 3 en grafiek 2 —. Duidelijk blijkt hieruit dat de<br />

geboortecijf ers in <strong>Helden</strong> hoog waren en nog zijnr zij het ook dat


. 8 -<br />

Tabel 2 ; : Gegevens betreffende de beweging der bevolking <strong>van</strong>af 1880<br />

per 5-%jarige periode Bron: C.B.S,<br />

<strong>Helden</strong><br />

Jaar<br />

1880<br />

1885<br />

1890<br />

1895<br />

1900<br />

1905<br />

1910<br />

1915<br />

1920<br />

1925<br />

1930<br />

Bevolking<br />

op 31/12<br />

3769<br />

3866<br />

3923<br />

4103<br />

4283<br />

4392<br />

4572<br />

5203<br />

5529<br />

5849<br />

6183<br />

1935 6822<br />

1940<br />

1945<br />

1950<br />

7478<br />

8296<br />

9155<br />

1954 9652 i<br />

I Natuurlijke factoren J^:<br />

toren<br />

\ Geboor- Sterfte ; Saldo • Testite<br />

; : ging<br />

! 559 357 | 202<br />

590 305 I 285<br />

'<br />

479<br />

546<br />

622<br />

690<br />

400<br />

302<br />

I 222<br />

i<br />

388<br />

j 591<br />

782<br />

692 388 304 786<br />

751 | 343 408 921<br />

852 |<br />

i<br />

921<br />

i<br />

j<br />

968 j<br />

409<br />

415<br />

320<br />

443<br />

506<br />

648<br />

1368<br />

1628<br />

1272<br />

1047 j 344 703 1468<br />

1114 | 3-22 792 1231<br />

1094 i 322 772 1684<br />

1195 j 455 740 | 1895<br />

1518 j 370 1148 1807<br />

1198 j<br />

i<br />

242<br />

• 956 1277<br />

Ver- Saldo<br />

trek 1<br />

584<br />

774<br />

633<br />

990<br />

981<br />

1149<br />

1180<br />

1808<br />

1600<br />

1837<br />

- 105<br />

- 228<br />

- 42<br />

- 208<br />

- 195<br />

- 228<br />

+ 188<br />

- 180<br />

- 328<br />

- 369<br />

1384 - 153<br />

1800 - 116<br />

1817 i + 78<br />

2096 I - 289<br />

t<br />

1736 - 459<br />

de daling <strong>van</strong> het relatieve aantal geboorten welke algemeen<br />

plaats heeft ook in de gemeente waarneembaar is. Aan welke oorzaken<br />

het verschil in geboorteniveau tussen de gebieden moet<br />

worden toegeschreven is moeilijk aan te geven. In het algemeen<br />

kunnen deze in een tweetal groepen worden samengevat n.l, a)<br />

de physiologische- en b) de psychologische- en sociaal-economische<br />

factoren,, Onder de a-categorie worden dje omstandigheden<br />

verstaan die bepalen in welke mate een bevolking biologisch<br />

tot reproductie in staat is waarbij in de eerste plaats gedacht<br />

wordt aan de leeftijdsopbouw <strong>van</strong> de inwoners. Als b-factoren<br />

kunnen worden beschouwd de invloeden welke wortelen in de geestelijke<br />

en materiele installing <strong>van</strong> een b evolkingsgr oep en de<br />

normen welke deze zich ten aanzien <strong>van</strong> gezinsvorming stelt. Hoe<br />

groot de invloed <strong>van</strong> elk dezer grootheden op de geboortecijfers<br />

is kan onmogelijk in een cijfer worden uitgedrukt* Een bekend<br />

verschijnsel is echter^ dat zowel het agrarische-als het Katho- .<br />

lieke volksdeel gekenmerkt worden door een hoge huwelijksvrucht-


!<br />

label 3 j Geboorte en sterfte in o/oo der totale bevolking<br />

I Bron: C.B.S.<br />

por»-i ode<br />

1881 - 1885<br />

86 - 90<br />

91 - 95 .<br />

: 96 - oo<br />

; 1901 - 1905<br />

06 - 10<br />

j 11 - 15<br />

| 16 - 20<br />

21 - 25<br />

\ 26 - 30<br />

31 - 35<br />

36 - 40<br />

, 41 - 45<br />

, 46 - 50<br />

' 1951 - 54<br />

i<br />

L— ^___<br />

f^ —<br />

<strong>Helden</strong><br />

29.1<br />

30.1<br />

30*6<br />

32.7<br />

32.-<br />

32.9<br />

34,6<br />

33.6<br />

33.6<br />

34,4<br />

34.-<br />

30.5<br />

29*8<br />

34,6<br />

31.6<br />

Geboort e<br />

: Lim-<br />

; burg<br />

i 31.4<br />

j 30.5<br />

31,4<br />

32.2<br />

; 33,7<br />

33.2<br />

33.3<br />

30,1<br />

32.2<br />

29*1<br />

26.1<br />

24.4<br />

26.-<br />

27,9<br />

25,3<br />

Rijk<br />

35.-<br />

33*7<br />

33.2<br />

32.3<br />

31*8<br />

29,7<br />

28.-<br />

25,9<br />

25,9<br />

23,4<br />

21.3<br />

20,5<br />

22*3<br />

26V-<br />

21.9<br />

<strong>Helden</strong><br />

' 18.6<br />

' 15*5<br />

19.7<br />

14,3<br />

17,9<br />

15.-<br />

! 16.6<br />

; 15,1<br />

11.1<br />

11-3<br />

9.8<br />

.9.-<br />

11.4<br />

8.4<br />

6.4<br />

Sterfte<br />

Lim- :<br />

• burg<br />

20,2<br />

19.-<br />

20.8<br />

18.2<br />

18.6<br />

17.2<br />

16.-<br />

15.-<br />

11.4<br />

10,4<br />

8,9<br />

. 8.5<br />

10.8<br />

7.5<br />

6.8<br />

Rijk<br />

21.6<br />

20. ,6<br />

19-7<br />

17.3<br />

16.2<br />

14,4<br />

13--<br />

13.6<br />

10.4<br />

10.-<br />

8.9 |<br />

9.-<br />

11.4<br />

8.-<br />

7,4<br />

baarheidj omstandigheden welke? zoals nog zal blijken? eveneens<br />

voor de gemeente gelden*<br />

Wat de sterftecijfers betreft kan uit de beschikbare gegevens<br />

worden afgeleid dat in relatieve zin het aantal overledenen<br />

niet onaanzienlijk is gedaald en dat in vergelijking met<br />

de provincie en het Rijk de sterftekansen in <strong>Helden</strong> niet ongunstiger<br />

zijn, Deze afneming is voor een niet gering deel te<br />

danken aan de verbetering <strong>van</strong> de sociale en hygie'nische toestanden<br />

hetgeen duidelijk tot uiting komt in de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de zuigelingensterfte.In<br />

dejsren I88l- f 85 n.l. was ruim 20^ <strong>van</strong> het<br />

totaal aantal overledenen jonger dan 1 3 aar terwijl in de periode<br />

1951- f 54 de zuigelingensterfte in de gemeente tot ca 9$ was<br />

gedaald,<br />

Migratie. Ziet men naar de bevolkingstoeneming welke uitsluitend<br />

uit de factoren geboorte en sterfte is voortgekomen - tabel 2 -<br />

dan blijkt dat deze voor de jaren 1880-1954 in totaal ongeveer<br />

8500 personen beloopt* De f eitelijke vermeerdering <strong>van</strong> het inwonertal<br />

was echter belangrijk minder* In-genoera.de periode<br />

1


- 10 -<br />

overtrof n.l. het aantal personen dat <strong>Helden</strong> verliet het aantal<br />

dat er zich vestigde met ruim 2600 zielen. Het vertreksgldo<br />

bedroeg dus bijna 31$ <strong>van</strong> het geboorteoverschot* Een volledig<br />

beantwoorden <strong>van</strong> de vraag welke omstandigheden de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />

migratie beinvloeden is vrijwel onmogelijk, Immers een diversiteit<br />

<strong>van</strong> overwegingen kan een persoon er toe brengen <strong>van</strong> woonplaats te<br />

veranderen. Onder normale omstandigheden is er echter een factor<br />

te. noemen die verre domineert boven alle andere invloedea namelijk<br />

de verwachting die de aspirant-migrant heeft ten aanzien <strong>van</strong> de<br />

verhoging <strong>van</strong> zijn persoonlijke welvaart. Een groot deel <strong>van</strong> de<br />

migratie tussen twee of meer gebieden is afhankelijk <strong>van</strong> het<br />

relatieve welvaartspeil <strong>van</strong> die streken. Uit het feit dat uit<br />

een gebied voortdurend meer personen vertrekken dan er zich<br />

vestigen mag echter niet zonder meer de conclusie getrokken worden<br />

dat alhier het aantal inwoners te groot is m»a.w. dat er sprake<br />

is <strong>van</strong> overbevolking. Dit verschijnsel doet. zich eerst dan en<br />

daarbij blijvend voor wanneer de groei <strong>van</strong> het inwonertal een "<br />

minder dan evenredige uitbreiding <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g der natuurlijke<br />

hulpbronnen resp. <strong>van</strong> de voorziening met kapitaalgoederen ten<br />

gevolge heeft. Voor wat <strong>Helden</strong> betreft kan uit bovenvermelde<br />

gegevens dan ook worden afgeleid dat bij het merendeel <strong>van</strong> de<br />

personen welke tezamen het vertrekoverschot vormen de verwachting<br />

heerste dat elders een hogere welvaart bereikbaar was dan<br />

waartoe de huidige stand <strong>van</strong> de productiemiddelen in de eigen<br />

plaats hen in staat stelde,<br />

Gebleken is dat in het .verleden een groot aantal personen<br />

<strong>Helden</strong> heeft verlaten om elders een bestaan op te bouwen. Men<br />

kan zich nu afvragen of dit alleen dat deel <strong>van</strong> de bevolking<br />

betreft waarvoor in de gemeente zelf geen middelen voorhanden<br />

waren of dat darentegen een belangrijk groter deel <strong>van</strong> de inwoners<br />

wegtrok ?/aarbij dan de opengevallen plaatsen door immigranten<br />

zijn bezet* Indien men n.l. zonder veel bezwaar de<br />

gemeente verlaat bestaat er weinig kans dat te veel personen in<br />

hun geboorteplaats blijven wonen. Geheel anders ligt de zaak<br />

als de mobiliteit gering is. Het gevaar <strong>van</strong> werkloosheid of<br />

latent arbeidsoverschot wordt dan verre <strong>van</strong> denkbeeldig. Aan de<br />

hand <strong>van</strong> gegevens <strong>van</strong> de Volkstelling 1947 kan nu worden na~<br />

gegaan welk deel <strong>van</strong> de bevolking <strong>van</strong> buiten de gemeente afkomstig<br />

is en welk deel uit de plaats zelf stamt. Onderstaande<br />

tabel no» 4 verschaft hieromtrent een inzicht waarbij tevens<br />

onderscheid is gemaakt naar de periode waarin de betrokkenen<br />

zijn geboren. Van de in <strong>Helden</strong> woonachtige personen blijkt


Tab el 4<br />

Geboorteja? arklassen<br />

1879 e. e.<br />

1880 - '89<br />

1890 - ! 99<br />

1900 - ! 09<br />

191.0 - '19<br />

1920 - '29<br />

1930 - '39<br />

1940 - '47<br />

Totaal<br />

Percentage inwoners dat in de woonplaats is geboren<br />

onderscheiden naar geslacht en geboorte;) aarklassen<br />

- 31 Mei 1947 - Bron: C.B.S.<br />

<strong>Helden</strong><br />

M. V.<br />

i<br />

63.2 | 62,5<br />

62.- i 60,8<br />

63,4 55,3<br />

63,8<br />

67,4<br />

73,9<br />

9K5<br />

95.6<br />

59,4<br />

65.8<br />

82.8<br />

93,4<br />

95,5<br />

Limburg<br />

Rijk<br />

M. V.<br />

\—-—-~~Y~~<br />

i<br />

M. V.<br />

U--------<br />

49.8 43.8 44.9 37,9<br />

47-9 41.- 46.6 39,7<br />

43.- 37.- 47.4 40.4<br />

46.8 39,1 5K7 42.9<br />

50,1 44,6 54.8 46.5<br />

65.1 62.7 66.5 62.2<br />

77.3 77.6 78.9 78,9<br />

85,8 86,2 86.9 87.-<br />

77.8 79»4 | 63.3 59.8 : 63.9 58.5<br />

derhalve rond 4/5 deel ook aldaar geboren te zijn. Een vergelijking<br />

met de beide andere gebieden--- vooral ten aanzien <strong>van</strong> de hogere<br />

leeftijdsklassen - is in dit"opzicht wel zeer illustratief. Het<br />

percentage mannen dat voor geen enkele groep onder de 60$ komt<br />

wijst erop dat in de gemeente de. mobiliteit minder groot is<br />

geweest en dat een uitwisseling <strong>van</strong> enige betekenis met andere<br />

gebieden klaarblijkelijk niet heeft plaats gehad. Tevens duidt<br />

dit verschijnsel er op dat voorzover de werkgelegenheid is uitgebreid<br />

deze voor een belangrijk deel aan de eigen bevolking ten<br />

goede is gekomen.<br />

Voor het verkrijgen <strong>van</strong> een nader inzicht in de factoren<br />

vestiging en vertrek is steekproeffgewijs nagegaam in hoeverre<br />

men afzonderlijk dan wel in gezinsverband migreerde; welke de<br />

plaatsen <strong>van</strong> herkomst en bestemming der betrokken personen<br />

waren; hoe de migranten naar leeftijd resp* naar beroep war en<br />

samengesteld*


Tab el 5<br />

<strong>Helden</strong><br />

- 12 -<br />

Vestiging uit<br />

1935 + '38 1950 + '54<br />

abs.<br />

kangrenz.gemeenten 239<br />

Overig. N,-Limburg l)!l86<br />

Z.- Limburg<br />

37<br />

Overig Nederland 45<br />

Buitenland<br />

11<br />

Gestichtsbevo Iking<br />

Totaal<br />

518<br />

65<br />

583<br />

1 ) Tot Stevensweert ~ Echt<br />

Tab el 6<br />

<strong>Helden</strong><br />

Leeftijd<br />

0-14 jaar<br />

15 - 19 "<br />

20 - 54 "<br />

55 - 64 "<br />

65 jaar e.o.<br />

Totaal<br />

in % abs .<br />

46.1<br />

35,9<br />

7,2<br />

8,7<br />

2.1<br />

100.<br />

Migratie naar gebied<br />

143<br />

228<br />

47<br />

82<br />

18<br />

518<br />

100<br />

618<br />

in %<br />

27,6<br />

44.-<br />

9,1<br />

15.8<br />

3.5<br />

100.<br />

Vertrek naar<br />

1935' + '38 1950 + '54<br />

abs ,<br />

237<br />

216<br />

34<br />

46<br />

21<br />

554<br />

74<br />

628<br />

in %<br />

42.8<br />

39.-<br />

6.1<br />

8.3<br />

3.8<br />

100.<br />

abs .<br />

155<br />

323<br />

72<br />

112<br />

51<br />

713<br />

104<br />

817<br />

Migratie naar leeftijd - 1950 t/m ! 54 -<br />

Vestiging Vertrek<br />

Gestichts-<br />

1<br />

204<br />

22<br />

41<br />

268<br />

abs .<br />

135<br />

155<br />

957<br />

31<br />

37<br />

1315<br />

Bevolking<br />

_0verige<br />

in %<br />

10.3<br />

11 .8<br />

72.8<br />

2.4<br />

2,7<br />

100.<br />

Gestichts-<br />

abs.<br />

270<br />

2 251<br />

198 1277<br />

17 35<br />

26<br />

-»_«-__-»_J<br />

44<br />

!<br />

243 1877<br />

Overige<br />

i<br />

in %.<br />

U.4<br />

13*4<br />

68.-<br />

1 ,9<br />

2.3<br />

100,<br />

in %<br />

21 ,7<br />

45*3<br />

10.1<br />

15.7<br />

7,2<br />

100,


1<br />

Tabel 7<br />

<strong>Helden</strong><br />

G'ezin <strong>van</strong>r<br />

2 of 3 pers.<br />

4 " 5 pers.<br />

6 " 7 pers.<br />

8 " 9 pers.<br />

10 e.m.<br />

Alleenstaanden<br />

Gestichtsbev,<br />

Totaal<br />

Tabel 8<br />

<strong>Helden</strong><br />

In gezinsverb. :<br />

mannen<br />

Vrouwen<br />

Als Alleenst.:<br />

mannen<br />

vrouwen<br />

Gestichtsbev, :<br />

mannen<br />

vrouwen<br />

Totaal<br />

i<br />

i<br />

13<br />

Migratie naar gezinsgrootte<br />

- 1950 t/m '54 -<br />

Vestiging<br />

Limburg<br />

Overig<br />

Ned.<br />

62<br />

36<br />

70<br />

33<br />

10<br />

211<br />

795<br />

1006<br />

97<br />

1103<br />

Limburg<br />

93<br />

118<br />

272<br />

523<br />

i<br />

88 !<br />

9 ;<br />

11 03 •<br />

35<br />

20<br />

19<br />

74<br />

189<br />

263<br />

1 63<br />

426<br />

Buitenl.Totaal<br />

Aantal personen<br />

H<br />

5<br />

.<br />

19<br />

27<br />

46<br />

8<br />

54<br />

1T1<br />

61<br />

89<br />

! 33<br />

10<br />

304<br />

1011<br />

1315<br />

268<br />

1583<br />

Limburg<br />

Overig<br />

iHed.<br />

111<br />

117<br />

64<br />

43<br />

23<br />

358<br />

951<br />

1309<br />

106<br />

1415<br />

Vertrek<br />

32 20<br />

35 36<br />

12 30<br />

8<br />

31<br />

79<br />

265<br />

344<br />

96<br />

440<br />

Buitenl.Totaal<br />

125<br />

99<br />

224<br />

41<br />

265<br />

163<br />

188<br />

106<br />

51<br />

54<br />

562<br />

1315<br />

1877<br />

243<br />

2120<br />

Migratie naar geslacht - 1950 t/m 1954 J<br />

Vestiging<br />

|Overig:Bui- l^o-<br />

;Ned, tenl.-taal<br />

L-___---J--— -— -J-— — -<br />

-j.<br />

33<br />

41<br />

101<br />

88<br />

7<br />

12<br />

19<br />

8<br />

162 8<br />

•i _<br />

426 1 54<br />

133<br />

171<br />

392<br />

619<br />

258<br />

10<br />

1583<br />

Limburg<br />

186<br />

172<br />

332<br />

619<br />

92<br />

14<br />

1415<br />

Vertrek<br />

Overig<br />

Ned. |<br />

41<br />

38<br />

141<br />

124<br />

95<br />

1<br />

440<br />

Buitenl.<br />

67<br />

58<br />

70<br />

29<br />

41<br />

-<br />

265<br />

Totaal<br />

294<br />

268<br />

543<br />

772<br />

228<br />

15<br />

2120<br />

i


Tabel 9<br />

<strong>Helden</strong><br />

Beroepsgroep<br />

Nijverheid<br />

Landbouw<br />

Overige ber.<br />

- 14 -<br />

" .)<br />

Migratie mannen naar beroepen<br />

- 1950 t/m '54 -<br />

Limburg<br />

85<br />

92<br />

64<br />

241<br />

bonder beroep 212<br />

WMmnmwiiiiniii m '<br />

Totaal 453<br />

Vestiging<br />

Overig- Bui- • To-<br />

Ned. tenl. taal<br />

34 8 127<br />

25 2<br />

26 5<br />

85<br />

211<br />

296<br />

15<br />

19<br />

34<br />

119<br />

95<br />

341<br />

442<br />

783<br />

Limburg<br />

104<br />

142<br />

93<br />

339<br />

271<br />

610<br />

Vertrek<br />

Overig<br />

Ned.<br />

44<br />

18<br />

51<br />

113<br />

164<br />

277<br />

Buitenl.<br />

33<br />

47<br />

34<br />

114<br />

64<br />

178<br />

Totaal<br />

181<br />

207<br />

178<br />

566<br />

499<br />

1065<br />

1) Bio de rangschikking der mannen naar beroepsgroepen deden zich<br />

enkele twijfel-gevallen voor aangaandede bedrijfstak waarin zij<br />

werkzaam waren. De bovenvermelde cijfers maken danook geen aanspraak<br />

op nauwkeurigheid. ;-<br />

De opmerkiogen waartoe bovenstaande, aan de hand <strong>van</strong> het<br />

b evolkingsr egi ster <strong>van</strong> de gemeente samen gestelde, vijf tabellen<br />

aanleiding geven zijn als volgt samen te vatten,<br />

1. Vestiging uit en vertrek naar elk der aangegeven gebieden is<br />

relatief vrijwel gelijk - gebleven — waarbij - zoals meestal het<br />

geval is - de uitwisseling in hoofdzaak met de directe en iets<br />

verdere omgeving plaats heeft - gehad -. Slechts weinigen trekken<br />

over grote afstanden* De belangrijkste verandering welke zich<br />

in herkomst en bestemming der migranten heeft voorgedaan betreft<br />

de aan <strong>Helden</strong> grenzende plaatsen n.l. een vermindering <strong>van</strong> ca<br />

20$, positief en negatief.<br />

2. Rond 70$ <strong>van</strong> de bij de migratie betrokken personen - exclusief<br />

gestichtsbevolking - is in de volproductieve of 20—54 jarige<br />

leeftijd. Dit betreft zowel degenen die de gemeente binnengekomen<br />

zijnals zij die <strong>Helden</strong> verlaten hebben. Ook bij de andere leeftijdsgroepen<br />

bestaat een ten naaste bij gelijke verhouding waarbij de<br />

grootste afwijking zich bij de klasse der nog-niet-productieven<br />

of jeugdigen voordoet*<br />

3* In de jaren 1950 t/m 1954 hebben zich 79 gezinnen in <strong>Helden</strong><br />

gevestigd en zijn er 142 uit de gemeente vertrokken waarbij in<br />

beide gevallen de uit 2 of 3 personen bestaande gezinnen ongeveer<br />

de helft <strong>van</strong> het totaal bedraagt. Evenals bij de groep


- 15 -<br />

alleenstaanden welke inzake de migratie een sterk overwegende<br />

positie inneemt, geschiedt de migratie in gezinsverband voornamelijk<br />

binnen de provincie.<br />

4, Bij de gemeentelijke mobiliteit - exclusief zij die op in gestichten<br />

verblijvende personen betrekking heeft - zijn meer<br />

vrouwen dan mannen betrokken alhoewel het mannelijk vertrekoverschot<br />

groter is. Naar richting voltrekt de vrouwelijke migratie<br />

zich in overwegende mate binnen Limburg, Eveneens is dit bij de<br />

mannen het geval zij het wat minder uitgesproken, speciaal wat<br />

de alleenstaanden betreft,<br />

5» Evenals bij de mannen die zich in <strong>Helden</strong> vestjgden was <strong>van</strong> hen die<br />

de gemeente verlieten een vrijwel gelijk aantal in de nijverheid<br />

resp» in de landbouw werkzaanu In hoofdzaak heeft de migratie<br />

der mannelijke beroepsbevo Iking binnen de provincie plaats en wel<br />

in een nog wat grotere mate bij de binnengekomenen - ca 70 $ -<br />

dan bij de vertrokkenen - +<br />

onvermeld gebleven structuurelement<br />

<strong>van</strong> de bevolking bet'reft de opbouw naar leeftijd en<br />

geslacht. De meest gebruikelijke wijze waarop deze in beeld wordt<br />

gebracht is de z,g» bevolkingspyramide. Grafiek 3 geeft deze<br />

voor de jar en 1909 en 1954 weer. Hieruit blijkt dat in <strong>Helden</strong><br />

de klassen der jeugdigen sterk bezet zijn, welk verschijnsel nog<br />

meer naar voren komt wanneer de leeftijdsopbouw <strong>van</strong> de bevolking<br />

<strong>van</strong> de gemeente vergeleken wordt met die <strong>van</strong> Limburg en Jfederland<br />

- zie grafiek no, 4 -. In het begin <strong>van</strong> dit hoofdstuk<br />

kwamen geboorte sterfte en migratie reeds ter sprake, Evenals<br />

de om<strong>van</strong>g wordt ook de leeftijdsopbouw <strong>van</strong> de bevolking- door<br />

voornoemde drie factoren bepaald waarbij deze beinvloeding even—<br />

wel niet eenzijdig maar wederkerig is, Het zal n.l. voor een<br />

ieder duidelijk zijn dat tengevolge <strong>van</strong> een daling <strong>van</strong> het geboortecijfer<br />

de laagste leeftijdsklasse kleiner wordt; dat deze<br />

versmalling <strong>van</strong> de basisgroep successievelijk terug te vinden<br />

is in een geringere bezetting der oudere leeftijdsgroepen; dat<br />

hierdoor op de duur het aantal huwelijken afneemt; dat dit verschijnsel<br />

resulteert in een daling <strong>van</strong> het aantal geboorten en<br />

een nog verdere versmalling <strong>van</strong> de basis der pyramide? dat<br />

hetzelfde resultaat uiteraard ook bereikt wordt wanneer de<br />

emigratie toeneemt of zich in plaats <strong>van</strong> een dalend geboortecijfer<br />

een stijgende kindersterfte voordoet resp, de sterfte onder<br />

de ouderen afneemt^ dat omgekeerd toenemende geboortecijfers,


Tabel 10<br />

Leeftijd<br />

0-14 jaar<br />

15-64 "<br />

65 e.o.<br />

Totaal<br />

- 16 -<br />

Leeftijdsopbouw v/de bevolking - in $ - Brons<br />

1930<br />

38.6<br />

56.6<br />

4.8 I<br />

<strong>Helden</strong><br />

'47<br />

37,9<br />

56.3<br />

5.8<br />

100.- 100.-<br />

j Limburg<br />

'54 ; 1930<br />

i<br />

38,7 I 35.6<br />

55.2 j 59.7<br />

6.1 ; 4,7<br />

100.- | 100.-<br />

'47<br />

32.9<br />

61.5<br />

5.6<br />

100.-<br />

1930<br />

30.6<br />

63,2<br />

6.2<br />

100.-<br />

Rijk<br />

C » B, S.<br />

• 47<br />

29,3<br />

63.6<br />

L_!lL.<br />

100,-<br />

vermindering <strong>van</strong> zuigelingensterfte en immigratie <strong>van</strong> jeugdige<br />

gezinnen tot een verjonging <strong>van</strong> de bevolking leidt.<br />

Behalve uit genoemde grafiek blijkt ook uit tab el 10 dat<br />

in <strong>Helden</strong> de laagste leeftijdsklassen sterker bezet zijn dan in<br />

de beide andere gebieden, Het aandeel der 0-14 jarigen is<br />

in de gemeente belangrijk groter^ dat <strong>van</strong> de daarop volgende<br />

groep veel geringer-zie ook grafiek 5 -» Vastgesteld kan tevens<br />

worden dat in de laatste 24--jaar de bevolking <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> zich<br />

nauwelijks in haar samenstel'ling naar leeftijdsklassen heeft gewijzigd<br />

terwijl bij de inwoners <strong>van</strong> Limburg en het Rijk een verouderingstendenz<br />

kan worden waargenomen.<br />

Zoals door de grafieken betreffende de verdeling der personen<br />

naar sexe wordt aangetoond bestaat zowel de Rijks- als<br />

de Limburgse bevolking uit een vrijwel gelijk aantal mannen en<br />

vrouwen. Dit in tegenstelling met <strong>Helden</strong> dat naar verhouding<br />

meer mannen telt. In hoofdzaak houdt het hier aangegeven verschijnsel<br />

verband met de samenstelling <strong>van</strong> de in de gemeente<br />

aanwezige gestichtsbevolking. Op 31 Mei 1947 bedroeg deze<br />

33-9 mannen en_27 vrouwen, zijnde voorzover het de eerste groep<br />

personen betreft, 7.7 $ <strong>van</strong> de op dat tijdstip getelde mannelijke<br />

bevolking. Voor Limburg en het Rijk was dit laatste percentage<br />

resp*. 3»8 en 1.8. flet merendeel <strong>van</strong> de in de gemeente in<br />

gestichten verblijvende bevolking is gehuisvest in Huize Savelbergj<br />

een zwakzinnigeninrichting welke bestuurd wordt door<br />

de Breeders <strong>van</strong> de H.Joseph; de overigen ins Huize Koningslust<br />

dat bestemd is voor reclassanten en oude lieden en onder leiding<br />

staat <strong>van</strong> dezelfde concregatie als de Savelberg-inrichting?<br />

het Missiehuis St.Joseph - seminarie voor missionarissen <strong>van</strong><br />

de heren Lazaristen - en een tweetal kloosters <strong>van</strong> de Orde der<br />

Goddelijke Voorzienigheid, waar<strong>van</strong> de zusters ten dele ook. bij de<br />

wijkverpleging en het onderwijs betrokken zijn.<br />

I


- 17 -<br />

Deelt men de bevolking <strong>van</strong> de gemeente in in hen die geacht<br />

worden nog niet, wel en niet meer aan het. productieproces deel<br />

te nemen dan komt het aandeel <strong>van</strong> de mannelijke gestichtsbevolking<br />

in de productieve leeftijdsklassen ten opzichte <strong>van</strong> die der<br />

vrouwen duidelijk naar voren.<br />

!<br />

Tabel 11 j Total e bevolking 1954 -<br />

<strong>Helden</strong><br />

leeftijd<br />

0-14 3.<br />

15 - 64 j.<br />

65 j . e.o.<br />

abs.<br />

mannen<br />

1855<br />

2822<br />

323<br />

Totaal S 5000<br />

Tabel 12.<br />

<strong>Helden</strong><br />

R.Katholiek<br />

Ned, Hervormd<br />

Geref. Kerk en<br />

Ov« Kerkgen.<br />

Geen Kerkgen*<br />

Totaal<br />

rel.<br />

37.1<br />

56.4<br />

'6.5<br />

100.-<br />

abs.<br />

1882<br />

2509<br />

261<br />

4652<br />

vrouwen<br />

rel.<br />

40.5<br />

53.9<br />

5,6<br />

100.-<br />

abs.<br />

1855<br />

2559<br />

279<br />

4693<br />

Aantal inwoners excl,<br />

gestichtsbevolking - 1954-<br />

mannen<br />

rel.<br />

39.5<br />

54.5<br />

6..-<br />

100.-<br />

vrouwen<br />

abs.<br />

1882<br />

2492<br />

255<br />

4629<br />

rel.<br />

40.6<br />

53.8<br />

5,6 ..<br />

100.- |<br />

j^JP£litiek__jjebied« Reeds eerder<br />

in dit hoofdstuk werd opgemerkt dat de bevolking <strong>van</strong> <strong>Helden</strong><br />

voor het merendeel uit Rooms-Katholieken bestaat. Uit onderstaand,<br />

aan C»B,S,publicaties ontleend^ overzicht <strong>van</strong> de samenstelling<br />

der bevolking naar kerkgenootschappen blijkt dan ook<br />

Bevolking naar<br />

kerkgenootschap<br />

1909<br />

4540<br />

4<br />

1<br />

^——"""i<br />

1947<br />

8368<br />

10<br />

3<br />

11<br />

13<br />

8405<br />

Kath, partijen<br />

Christ. "<br />

Overlge "<br />

Totaal<br />

Verkiezingsuitslagen i<br />

Tweede<br />

Earner<br />

1952<br />

4069<br />

9<br />

68<br />

4146<br />

Prov,<br />

Staten<br />

1954<br />

4081<br />

3<br />

51<br />

4141<br />

niet alleen dat dit inderdaad het geval is maar eveneens dat<br />

het aandeel <strong>van</strong> de verschillende godsdienstige groeperingen<br />

relatief vrijwel gelijk gebleven is. Wat de toestand op politiek<br />

gebied betreft tonen de Verkiezingsuitslagen voor de Tweede<br />

Kamer en de Provincials Staten aan dat er ten aanzien <strong>van</strong> de


- 18 -<br />

st emmenverhouding een zeer grote overeenkomst met de kerkelijke<br />

gezindten bestaat en dat in de gemeente de niet-katholieke<br />

partijen <strong>van</strong> weinig betekenis zijn.<br />

2®S2S£^®i£»Z2:£_,^£_.S®Z2i^ in S e - l - n onderstaande tabel no. 13<br />

zijn enige gegevens opgenomen welke ontleend werden aan de<br />

Algemene Intelligent!e~ of Matrix-test bewerkt. door het Demologisch<br />

Instituut* Dit onderzoek waar<strong>van</strong> de uitkomsten betrekking<br />

hebben op de goedgekeurde dienstplichtigen <strong>van</strong> de lichtingen<br />

1947 t/m '50 had tot doel de aangeboren intelligentie<br />

of aartleg vast te stellen|raeting <strong>van</strong> verworven - school -<br />

kennis beoogde zij, met opzet, niet. Bij deze test werd, op grond<br />

<strong>van</strong> het aantal punten door een voor het onderzoek representatieve<br />

groep personen behaald, een indeling in 6-klassen opge~<br />

steld welke als volgt werden gedefinieerd; klasse 1 en 6 omvatten<br />

de beste resp. slechtste 10$ <strong>van</strong> het totale aantalj de<br />

klassen 2 en 5 - elk 20$ - worden gevormd door de groepen die<br />

men als duidelijk boven - resp. beneden - middelmatig kan<br />

karakterisereni in de klass,en 3 en 4 - elk eveneens 20$ - zijn<br />

degenen vertegenwoordigd welke als juist boven resp. onder het<br />

gemiddelde zijn aan te duiden. Door rangschikking <strong>van</strong> de resultaten<br />

<strong>van</strong> "bovengenoem.de. groep personen volgens de aangegeven<br />

definities worden nu niet alleen de grenzen tussen de klassen<br />

wat het puntenaantal betreft verkregen, maar ook de normen<br />

aan de hand waar<strong>van</strong> een ieder die de test - onder dezelfde<br />

omstandigheden - maakt in een der klassen kan worden ingedeeld.<br />

Zoals vermeld heeft de Matrixtest betrekking op een<br />

beperkt aantal jaren. Verder is zij afgenomen bij keuringen voor<br />

de dienstplicht en beoogde zij enkel de aangeboren intelligentie<br />

vast te stellen. Ten aanzien <strong>van</strong> de algemene intelligentie in<br />

<strong>Helden</strong> worden de uitkomsten er <strong>van</strong> dan ook met enig voorbehoud<br />

weergegeven.


_ 19 -<br />

Tabel 13 Begaafdheid. - in $ - naar klasse en gebied. Brons j<br />

Demologisch Instituut. ,<br />

Gebied "\ Klasse 1<br />

2 3<br />

4 j 5 6<br />

<strong>Helden</strong> 2.<br />

Gebieds Venray-Kessel 1 1 12.3 17,- 2( 3.1 27,6 12. B<br />

' ) 3. 12.8 20.6 2[ 5.3 26.9 11.4<br />

Gebieds Arcen-Beesel ' 8, 3 22.7 24.4 2C5.8<br />

18.5 j 5.3<br />

Gebieds Venray-Beesel ^' 5. 7 17.8 22.5 2. 3.- 22,7 8.3<br />

Limburg<br />

i<br />

6 . 5 18.5 21.8 2'1.7<br />

i<br />

22.1 9.4<br />

1) Omvat het gebied Venray-Wanssum-Kessel-Meyel t.w.v. de Maas.<br />

2) Omvat de gemeenten Arcen, Venlo, Tegelen, Belfeld, Beesel.<br />

3) Betreft de gebieden 1+2. tezamen.<br />

\<br />

Tabel 14 • Begaafdheid naar klasse/gebied en uitgedrukt in procen-4<br />

! ten resp. concentra-ti-egetallen (Limburg = 100).<br />

Gebied \ Klasse 1 + 2<br />

<strong>Helden</strong> 14,4<br />

Gebieds Venray-Kessel 15.8<br />

Gebieds Arcen-Beesel 31.-<br />

Gebieds Venray~B.eesel 23 . 5<br />

Limburg 25.- i<br />

! Procenten • Concentratiegetallen<br />

3 + 4 * 5 + 6 ' 1 + 2 : 3 + 4 \ 5 + 6<br />

45.1 i 40.5 58<br />

45.9 ; 38.3 63<br />

45.2 23,8 124<br />

45,5 31.- 94<br />

43.5 31.5 100<br />

i 104 129<br />

106 122<br />

104 j 76<br />

105 | 98<br />

| 100 i 100 ;<br />

i j<br />

Heteerste wat in de percentages <strong>van</strong> tabel 13 opvalt is<br />

wel dat voor elk gebied het verloop een bepaalde scheefheid<br />

ten opzichte <strong>van</strong> de provinciale norm vertoont. De meest<br />

sprekende gevallen zijn het gebied Arcen—Beesel waar de klassen<br />

1 en 2 relatief het sterkst, de klassen 5 en 6 naar verhouding<br />

het minst bezet zijn en daartegenover <strong>Helden</strong> dat de grootste<br />

tekorten vertoont in de klassen 1 en 2 bij een overbezetting<br />

in de klassen 5 en 6. Van de beide andere rayons geeft het<br />

gebied Venray—Kessel de meeste overeenkomst met de gemeente<br />

te zien terwijl de streek Venray-Beesel nauw bij de provincie<br />

aansluit, Werkt men de frequenties in de gradatie <strong>van</strong> hoogbegaaf<br />

den tot zeer zwakke intellectuele capaciteiten om tot Concentratiegetallen<br />

dan komt men tot het overzicht <strong>van</strong> tabel 14,


_ 20 -<br />

Hieruit blijkt dat de middelmatige groepen - klassen 3 en 4 -<br />

nergens veel afwijking <strong>van</strong> de provinciale norm vertonen maar<br />

dat de verschillen tussen het gebieds- en Limburgse cijfer<br />

groter worden bij de intelligentieklassen welke verder <strong>van</strong> de<br />

middelmaat verwijderd zijn. Dit betekent dat zowel de hogere<br />

als de lagere intelligent.!eniveau's sterker regionaal geconcentreerd<br />

zijn dan de middelmatige.<br />

Aan welke oorzaken deze regionale differenties in intelligentieopbouw<br />

moet worden toegeschreven is moeilijk aan te<br />

geven. In elk gebied werken n.l. tal <strong>van</strong> sociale, economische<br />

en culturele factoren op velerlei manieren en in allerlei<br />

verhoudingen door elkaar heen; grootheden,welke in het eindresultaat<br />

- de bovenaangegeven percentages en concentratie -<br />

evenwel niet <strong>van</strong> elkaar te scheiden zijn. Wel is gebleken dat<br />

in het algemeen de "stedelijke" intelligentie op een hoger<br />

niveau ligt dan die welke door het "piatteland" wordt bereikt<br />

hetgeen, gezien de functie welke deze als centra <strong>van</strong> handel,<br />

verkeer, Industrie, administratie, onderwijs en cultuur vervullen,<br />

ook aannemelijk i-svln het voorgaande kwam reeds naar<br />

voren dat het rayon Arcen-Beesel gekenmerkt wordt door een<br />

naar verhouding grote frequentie me'e'r-begaafden. Voor een<br />

zeer belangrijk deel houdt dit verschijnsel inderdaad verband<br />

met de situatie in de gemeenten Venlo en Tegelen , Anderzijds<br />

kan geconstateerd worden dat het overwegend landelijke<br />

gebied Venray-Kessel relatief meer zv/akbegaafden telt. Wat<br />

de toestand in <strong>Helden</strong> betreft tonen de tabelcijfers aan dat<br />

deze nauw correspondeert met die <strong>van</strong> het gebied waarmee het<br />

in sociaal-economisch opzicht geacht kan worden een geheel te<br />

vormen; ten opzichte <strong>van</strong> het gebied ten oosten <strong>van</strong> de Maas<br />

en de provincie als geheel geeft de gemeente evenwel een<br />

achterstand in begaafdheid te zien,<br />

Wel^stand^<strong>van</strong>^de^beyolking. Een indruk omtrent het door een<br />

gemeente bereikte welvaartsniveau en de veranderingen die zich<br />

hierin in de loop der jaren hebben voorgedaan kan verkregen<br />

worden uit de cijf ers <strong>van</strong> de inkomens- en vermogensbelasting.<br />

Aangetekend zij hierbij dat beide statistieken alleen betrekking<br />

1). Exclusief de gemeenten Venlo en Tegelen omvat het gebied<br />

Arcen-Beesel 20$ me'e'r -, 48.4$ middelmatig - en 31»6$<br />

zwak-begaafden.


1<br />

' Tabel 15 \<br />

I i<br />

- 21 -<br />

hebben op de aangeslagenen zodat de cijf ers aan gelding inboeten<br />

wanneer men ze in verband brengt met de gehele bevolking resp.<br />

met de totale koopkracht. Een andere beperking welke het voorhanden<br />

materiaal stelt vloeit voort uit het feit dat een specif<br />

icatie <strong>van</strong> debronnen waaruit de inkomens verkregen worden<br />

niet uit de belastingtabellen kan worden afgeleid. Niettemin<br />

geven de beschikbare cijfers een inzicht in de materiele positie<br />

<strong>van</strong> de gemeente.<br />

1 • <strong>Helden</strong><br />

Gemiddeld inkomen<br />

per aangeslagene<br />

Gemiddeld inkomen<br />

per inwoner<br />

Gemiddeld vermogen<br />

per aangeslagene<br />

x 1000<br />

Gemiddeld vermogen<br />

per inwoner<br />

Gegevens betreffende inkomens en vermogens in guldens.<br />

Bron; C.B.S.<br />

i 1936<br />

\ 1510<br />

109<br />

1 26<br />

422<br />

1950 1;<br />

2736<br />

814<br />

27.9<br />

845<br />

Limburg Rijk<br />

1936 JTg^o" 1 ' T936 ~~~~"<br />

1725<br />

224<br />

40<br />

573<br />

2866<br />

1055<br />

37.2<br />

2075<br />

312<br />

64<br />

1950 1}<br />

3030 ,<br />

1197<br />

51.7<br />

1076 | 12942080<br />

1). De inkomensstatistiek heeft betrekking op het jaar 1950^ de ver- i<br />

mogensstatistiek op 1951, I<br />

Geconstateerd kan nu worden dat de verhoudingen in <strong>Helden</strong><br />

over de gehele lijn bij die <strong>van</strong> de beide andere gebieden ten<br />

achter blijven. Speciaal is dit bij de vermogens het geval, maar<br />

ook inzake de inkomens kan men een soortgelijke situatie waarnemen<br />

zij het dat deze minder uitgesproken is. Anderzijds blijkt<br />

dat in de loop der jaren de welvaart in de gemeente zich niet<br />

ongunstig ontwikkeld heeft. Bedroeg het gemiddeld inkomen per<br />

aangeslagene resp, per inwoner in <strong>Helden</strong> aan<strong>van</strong>kelijk rond 73<br />

en 35 $ <strong>van</strong> dat in Nederland, in 1950 is deze achterstand tot<br />

resp, 10 en 32 $ gereduceerd, Een zelfde gang <strong>van</strong> zaken wordt<br />

bij de vermogens aangetoond alhoewel de toestand zich hier<br />

minder ten voordele <strong>van</strong> de gemeente heeft gewijzigd.<br />

Voor de bepalin0' <strong>van</strong> de v/el stand <strong>van</strong> de bevolk. is ook nog een<br />

ander gegeven <strong>van</strong> Lelsng nl. 'de werkloosh. of het direct be senile-


22 -<br />

D<br />

bare aanbod mannen ' / , Blijkens het in het navolgende staatj e<br />

opgenomen overzicht behoorde in 1947 als ook in 1954 gemiddeld<br />

10 o/oo <strong>van</strong> de mannelijke beroepsbevolking <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> tot de<br />

categorie ingeschreven werklozen. Stelt men hier de cijf ers <strong>van</strong><br />

de andere gebieden tegenover dan zou men geneigd zijn de positie<br />

<strong>van</strong> de gemeente gunstig te noemen. In aanmerking dient evenwel.<br />

te worden genomen dat de vermelde gegevens uitsluitend betrekking<br />

hebben op de geregistreerde werkzoekenden terwijl — 'zoals<br />

bij de behandeling <strong>van</strong> de landbouw nog nader zal worden aangetoond<br />

- in de agrarische sector een vrij grote verborgen werkloosheid<br />

bestaat. Om deze reden is de indruk die door het aan—<br />

gegeven percentage wordt gewekt niet helemaal betrouwbaar en<br />

heeft een verdere analyse <strong>van</strong> de officiele werkloosheidcijf ers<br />

dan ook weinig nut.<br />

Tabel 16,<br />

i___<br />

i<br />

Jaar<br />

Gemiddeld aanbod mannen in o/oo <strong>van</strong> de mannelijke<br />

beroepsb evolking 1),<br />

Rederland<br />

1947 | 15<br />

1954 : 21<br />

Prov.<br />

Limburg<br />

7<br />

9<br />

Gebied<br />

1). Bron; D.B.A. Maastricht<br />

2). Omvat N.Limburg t.e.m. Meyel-Beesel.<br />

2.<br />

Gewe st<br />

Venlo 2)<br />

7<br />

13<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

<strong>Helden</strong><br />

10<br />

10<br />

. — — — ,, —I<br />

Hoe?/el in het navolgende hoofdstuk op de v ers chill ende<br />

bronen <strong>van</strong> bestaan nader zal worden ingegaan verdient het aanbeveling<br />

thans reeds een korte analyse te geven <strong>van</strong> de beroepsbevolking.<br />

Blijkens de uitkomsten <strong>van</strong> de C.3. Ss~tellingen omvatte<br />

deze op 31 december 1930s 1879 mannen en 729 vrouwen, welke<br />

aantallen op 31 mei 1947 tot reap, 2468 en 1114 waren gestegen.<br />

1).. Dit omvat de werklozen en de arbeiders? werkzaam op de<br />

vroegere D.U.W.— werken, voorzover zij bij het arbeidsbureau<br />

als werkzoekend stonden geregistreerd.


?abel 17<br />

[annen<br />

"rouwen<br />

fotaal<br />

- 23 -<br />

In verhouding tot het totale inwonertal <strong>van</strong> de gemeente - dus<br />

inclusief zij die in gestichten verbleven - is het werkzame deel<br />

der bevolking vrijwel constant gebleven. De mannelijke beroepsbevolking<br />

is procentueel iets achteruitgegaan. Vermoedelijk is dit<br />

1930<br />

57.3<br />

25.1<br />

42.2<br />

<strong>Helden</strong><br />

'47<br />

1930<br />

55.7 57.8<br />

28.- 18.3<br />

42.6 38*4<br />

Limburg<br />

'47<br />

58.3<br />

19.7-<br />

39.3<br />

Rijk<br />

1930 '47<br />

t<br />

61.3 61.- Tot,<br />

19.2 19-5 *<br />

40.1 | 40.2<br />

i tot.<br />

tot.<br />

Ber o ep sb evolking<br />

in $ <strong>van</strong><br />

mann. bev,<br />

vrouw»bev<<br />

bevolking<br />

een gevolg <strong>van</strong> de toename der gestichtsbevolking. In 1930 was<br />

n.l. 4.2$ <strong>van</strong> de in de gemeente woonachtige mannen in een inrichting<br />

ondergebracht en in 1947 ca 7,7$. Tevens blijkt dat in<br />

<strong>Helden</strong> minder mannen in een beroep werkzaam zijn dan in de twee<br />

andere gebieden hetgeen in hoofdzaak verband houdt met de leeftijdsopbouw<br />

der inwoners. Van h.et total e aantal mannen dat de<br />

gemeentet de provincie en het-Rijk per eind Mei 1947 tside behoorde<br />

resp, 58.1, 61,3 en 63.1 $ tot de 15 t/m 64 jarige of productieve<br />

leeftijdsklasse. Geconstateerd kan verder worden dat in de betreffende<br />

periode de vrouwelijke beroepsb evolking in de gemeente<br />

niet alleen relatief toegenomen is maar ook dat <strong>van</strong> de vrouwen<br />

een groter deel in een beroep werkzaam is dan in de beide andere<br />

gebieden het geval is. Een verklaring hiervoor is te vinden in<br />

de omstandigheid dat zoals nog zal blijken de landbouw als bestaansbron<br />

een zeer belangrijke rol vervult.<br />

Om de veranderingen in de structuur der beroepsbevolking<br />

te kunnen nagaan werden de werkzame personen over de voornaamste<br />

groepen <strong>van</strong> bedrijf sklassen verdeeld. Hierbij werd de bij handel,<br />

verkeer en geldwezen betrokken bevolking onder de "economische<br />

diensten" gerangschikt en zij die hun bestaan vinden in overheidsdienst<br />

en het vrije beroep, bij het onderwijs, de godsdienst en in<br />

de huishoudelijke dienst onder de "sociale diensten". Evenals in<br />

1930 is het percentage beroepsbevolking dat in <strong>Helden</strong> in 1947<br />

in de landbouw werkzaam was overheersend, Niettemin geeft de<br />

beroepsstructuur enige verandering te zien, Zo heeft de nijverheid<br />

alsook de klasse economische diensten t.o.v. 1930 een<br />

belangrijker plaats ingenomen en is de betekenis <strong>van</strong> de landbouw<br />

verminderd» Daarbij is in tegenstelling met het aantal mannen,<br />

het percentage vrouwen in de agrarische productie gestegen*


i<br />

Tabel 18<br />

<strong>Helden</strong><br />

Nijverheid<br />

Landbouw<br />

EC, dienst.<br />

Soc. dienst.:<br />

- 24 -<br />

Mannen Vrouwen Totaal<br />

in $ <strong>van</strong> de mann. resp. vrouw. resp. totale<br />

bevolking<br />

1930<br />

12,4<br />

36.6<br />

4.-<br />

3.8<br />

ber. onb. 0,5<br />

-—----__-_-_— -«4-»_-________^_.<br />

Totaal 57.3<br />

Tabel 19<br />

grafiek 6<br />

Nijverheid<br />

Landbouw<br />

EC. dienst.<br />

Soc. dienst.<br />

Ber. onb.<br />

Totaal<br />

'47<br />

14.2<br />

32.6<br />

4,2<br />

4.2<br />

0,5<br />

1930<br />

1,4<br />

18.9<br />

0.8<br />

4.-<br />

55,7 25,1<br />

'47<br />

2.3<br />

19,6<br />

2.6<br />

3.5<br />

—<br />

28.-<br />

1930<br />

7.2<br />

28.3<br />

2.5<br />

3.9<br />

0.3<br />

42.2<br />

'47<br />

8*6<br />

26.5<br />

3,4<br />

3,9<br />

0.2<br />

42.6<br />

Blijkens mededelingen <strong>van</strong> het C9B,S, is een vergelijking tussen<br />

de vrouwelijke beroepsb evolking <strong>van</strong> genoemde jaren zeer moeilijk<br />

daar bij de telling in 1947 andere criteria zijn aangehouden hetgeen<br />

tot gevolg heeft gehad dat vooral in de landbouw meer<br />

medewerken.de echtgenoten en andere vrouwelijke familieleden zijn<br />

opgenomen dan in 1930.<br />

Aangezien de gestichtsbevolking de in het voorgaande staatj,e<br />

weergegeven cijfers enigszins heeft scheef getrokken zijn in<br />

tabel 19 dezelfde gegevens uitgedrukt in percentages <strong>van</strong> de<br />

beroepsb evolking waarbij ter vergelijking de in de provincie<br />

Mannen Vrouwen j Totaal<br />

in $ <strong>van</strong> de mann. resp, vrouw. resp. total<br />

e beroepsbev, - 1947<br />

<strong>Helden</strong><br />

25.5<br />

58.6<br />

•7.4<br />

7.5<br />

1 — -<br />

100.-<br />

Limburg<br />

53^9<br />

18,8<br />

15-6<br />

10.2<br />

1.5<br />

100,-<br />

Hel- | Limden<br />

| burg<br />

i<br />

8.1 | 17.-<br />

69.9 28,1<br />

9-5 22.8<br />

12.5 | 31.9<br />

100.-<br />

0.2<br />

100,-<br />

<strong>Helden</strong><br />

Limburg<br />

Relat. ontwikkeling<br />

1930 = 100<br />

<strong>Helden</strong><br />

20.1 44,8 118<br />

62.1 21.1 j 93<br />

8.1 17,4 i 135<br />

9.1 15.5 I 100<br />

0.6 1.2<br />

100.-<br />

100. ; ;<br />

Limburg<br />

96<br />

86<br />

122<br />

109<br />

i


— 25 —<br />

bestaande verhoudingen eveneens zijn opgenomen. Gezien het<br />

feit dat thans enkel en alleen de beroepsb evolking naar bedrijfsklassen<br />

voorwerp <strong>van</strong> beschouwing is worden zodoende ook andere<br />

storende invloeden - o,a. het verschil in leeftijdsopbouw tussen<br />

de beide gebieden - gee'limineerd.<br />

Bovenvermelde cijfers geven aanleiding tot de navolgende<br />

opmerkingen.<br />

1» De nijverheid en de groep economische diensten heeft zich<br />

in de gemeente meer ontwikkeld dan in de provincie terwijl de<br />

iandbouw relatief minder in betekenis is afgenomen.<br />

2« In tegenstelling met Limburg waar de nijverheid de belangrijkste<br />

bedrijfstak is, draagt <strong>Helden</strong> een agrarisch karakter.<br />

3. Als gevolg <strong>van</strong> de concentratie <strong>van</strong> ruim 3/5 deel der werkzame<br />

bevolking in de tweede bedrijfsgroep is de beroepsstructuur <strong>van</strong><br />

de gemeente sterk eenzijdig. Darentegen zijn in de provincie de<br />

een beroep uitoefenende personen meer over de diverse takken <strong>van</strong><br />

bedrijf gespreid zodat de structuur een gezonder beeld te zien<br />

geeft.<br />

Ber£e£S_bevolking naai^be_drrjf sklassen. Zoals aangegeven, is in<br />

de periode' 1930-'47 de beroepsbevolking <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> met rond<br />

37$ toegenomen hetgeen wanneer men bedenkt dat in hetzelfde<br />

tijdvak het inwonertal met een vrijwel gelijk percentage is gestegen,<br />

ook wel te verwachten was. De belangrijkste verschillen<br />

in bezetting <strong>van</strong> de onder de groep "nijverheid" gerangschikte<br />

bedrijfsklassen blijken betrekking te hebben gehad op des metaalnijverheid,<br />

kleding en bouwnijverheid - zie tabel 20 ~, In dit<br />

verband doet zich de vraag voor of deze personen ook in de<br />

eigen woongemeente hun beroep uitoefenen. Gebleken is dat <strong>van</strong><br />

de in 1947 in de nijverheid tewerkgestelde bevolking rond 19«5$<br />

n.l. 125 mannen en 6 vrouwen, een werkkring buiten <strong>Helden</strong><br />

had en wel in hoofdzaak in de plaatsen Venlo, Tegelen, Maasbree<br />

en Maastricht - zie ook tabel 21 -. Voornamelijk betrof dit de<br />

bedrijf sklassen smetaal^bouw- en chemische nijverheid. Hier staat<br />

tegenover dat 34 niet in <strong>Helden</strong> woonachtige mannen in een in de<br />

gemeente gevestigd nijverheidsbedrijf een bestaan vonden zodat<br />

de verhoudingen iets gunstiger konden zijn dan in het bovenstaande<br />

werd aangegeven.<br />

Sinds 1930 is de agrarische beroepsbevolking met rond 27$<br />

toegenomen. Blijkbaar heeft deze bedrijfstak nog aan een aantal<br />

personen een bestaan kunnen bieden. Neemt men de toename <strong>van</strong><br />

de oppervlakte cultuurgrond in deze periode in aanmerking t.w.


- 26<br />

Tabel 20 Beroepsbevolking naar bedri<br />

<strong>Helden</strong> Mannen<br />

i Aard ewer k<br />

|Gr af is che - Ni jv erh .<br />

JBouw "<br />

1930<br />

'"" "'""" " """"I ~<br />

68 ;<br />

- 3 i<br />

112 !<br />

I<br />

iChemis che !!<br />

H out b e w e rk i ng<br />

27<br />

!<br />

Kledingj reiniging<br />

i<br />

jLeder, rubber<br />

•<br />

;<br />

27<br />

26<br />

i<br />

'<br />

jMijnbouw, veenderij i 1<br />

JMetaal- nijverh. i 38<br />

jPapier- " ;<br />

ffextiel- i " i:<br />

jVoedings- midd. 103 '<br />

j<br />

Landbouw<br />

ffinkel- hand el<br />

Verkeer<br />

Crediet bankwezen<br />

Verzekering<br />

l<br />

Overheidsdienst<br />

vrije beroep<br />

Ond erwi js<br />

Eredienst<br />

Huiselijke dienst<br />

Beroep. onb. i<br />

Vrouwen<br />

jf sklassen<br />

" "' ri |<br />

'•. Totaal j<br />

'47 I 1930 ; '47 1930<br />

. ; I<br />

79 ! :<br />

12 • !<br />

163 i I 1<br />

18 : 1<br />

2 4 : ' 2<br />

43 39 ' 77<br />

26<br />

14<br />

145<br />

1<br />

1<br />

104<br />

2<br />

j<br />

: 1<br />

: 3<br />

: es . j<br />

; 3<br />

• 112<br />

^ 27 j<br />

66 :<br />

26 i<br />

' 1 :<br />

; 38 |<br />

; 2 -<br />

: !<br />

, 104 l<br />

l , j<br />

1 i 5<br />

• < !<br />

'47<br />

79<br />

12<br />

164<br />

19<br />

26<br />

120<br />

26<br />

15<br />

148<br />

1<br />

1<br />

109<br />

405<br />

i——-"<br />

630<br />

' ' »•)<br />

42 90 447 720<br />

549 779 ! 1749 2225<br />

i1200 : 1446 i<br />

! 1 68 ; 124 ,<br />

61 • 51 ;<br />

2 '' 3 i<br />

2 i 6 !<br />

133 ' • 184 '.<br />

i<br />

! i<br />

! 1<br />

22 , 117 I<br />

40 I 44 !<br />

57 ; 20 :<br />

4 : 4 |<br />

123 • 185 ;<br />

1 8 23 ;<br />

14 :<br />

9 i i<br />

i<br />

ri<br />

23 i<br />

i<br />

2 i<br />

25 ;<br />

1 ;<br />

87 |<br />

115 I<br />

93<br />

12<br />

1<br />

106<br />

14<br />

25<br />

100<br />

139<br />

82 | 217<br />

70 63<br />

2 4<br />

2 6<br />

156 290<br />

24 131<br />

65 69<br />

58 i 20<br />

91 104<br />

238 I 324<br />

18 j 23<br />

iTotaal 1879 i 2468 729 1114 2608 | 3582


Tabel 21<br />

<strong>Helden</strong><br />

Nijverheid<br />

Landbouw<br />

EC. dienst.<br />

Soc. dienst.<br />

Totaal<br />

' 1)<br />

Beroepsb evolking '<br />

1947<br />

M.<br />

590<br />

1419<br />

178<br />

182<br />

2369<br />

- 27 -<br />

1 ). Exclusief ide tijdelijk niet-werkenden.<br />

i<br />

V,<br />

87<br />

779<br />

106<br />

139<br />

1111<br />

M.<br />

125<br />

35<br />

21<br />

18<br />

199<br />

3480 ! 214<br />

Forensen 1947<br />

uitgaand | inkomend<br />

ca 1000 ha dan behoeft een stijging <strong>van</strong> het aantal arbeidskrachten<br />

in de landbouw geen verwondering te wekken, De vraag<br />

is echter of er een juiste verhouding tussen deze twee grootheden<br />

bestaat. Hierop zal in -het volgende hoofdstuk nader<br />

worden ingegaan.<br />

Van de onder de groep economische diensten ressorterende<br />

bedrijf stakken geeft de winkel- en haiidelsbranche de grootste<br />

ontwikkeling te zien hetgeen in hoofdzaak terug te voeren is<br />

op de snelle bevolkingsaanwas. Bij de sociale diensten is<br />

vooral het aantal personen in de klasse "Overheidsdienst en<br />

vrije beroep en" toegenomen welk verschijnsel voornamelijk het<br />

gevolg is <strong>van</strong> de uitbreiding <strong>van</strong> de overheidstaak, het ziekenhuiswezen<br />

en de sociale instellingen. De afname in de groep<br />

"eredienst" vindt vermoedelijk haar verklaring in een verschil<br />

in telcriterium in beide jaren.<br />

Resumerend kan gezegd worden dat in de betrokken periode<br />

de spreiding <strong>van</strong> de beroepsb evolking over de verschillende<br />

bedrijf sklassen toegenomen is, dat in absolute cijfers uitgedrukt<br />

met name in de metaalnijverheid, de winkel— handelsbedrijven<br />

en de Overheidsdienst een groter aantal personen een bestaan<br />

vindt | dat ondanks de geconstateerde ontwikkeling de gemeente<br />

haar agrarisch karakter heeft behouden.<br />

V.<br />

6<br />

2<br />

7<br />

15<br />

M.<br />

34<br />

'2 '<br />

8<br />

23<br />

Omtrent de maatschappelijke positie<br />

<strong>van</strong> de beroepsb evolking zijn in enkele tab ell en <strong>van</strong> de vo Ikstelling<br />

1947 gegevens opgenomen, Deze dienen echter met enig<br />

voorbehoud te worden gehanteerd aangezien het nu eenmaal niet<br />

67<br />

73<br />

V.<br />

1<br />

5<br />

6


Tabel 22<br />

j i<br />

- 28 -<br />

mogelijk is een scherpe scheiding tussen de verschillende groeperingen<br />

te maken. Bepaalde karakteristieken <strong>van</strong> de bevolking<br />

zijn evenwel met behulp <strong>van</strong> voornoemde gegevens en aan de hand<br />

<strong>van</strong> een in het tijdschrift Sociologisch Bulletin<br />

1<br />

'<br />

)<br />

beschreven<br />

methode aan het licht te brengen.<br />

Blijkens de in tabel 22 vermelde percentages komt ~de situatie<br />

in <strong>Helden</strong> maar ten dele met die in de provincie en het Rijk overeen.<br />

j Beroepsgroep<br />

j_^ ,_,____»„ „„ ^u ^ UJ, » ^^^...^o,.,,,,^<br />

1<br />

| Bedrijf shoo-f den in de<br />

i nijverheid met personeel<br />

Intellectuele - vrije -<br />

| en hogere beroep en<br />

! Nieuwe - onzelf standige -<br />

1 middenstand 3)<br />

1 Oude middenstand 3)<br />

i Boer en en tuinders<br />

|; Arbeiders<br />

r) \<br />

Beroepsbevolking ' naar beroepsgroepen - in $ -<br />

<strong>Helden</strong><br />

2,5<br />

1.3<br />

6.2<br />

8.9<br />

55,5<br />

25.6<br />

_... ,.„<br />

Limburg<br />

2.9<br />

1.8<br />

15.5<br />

1 9 —<br />

I C- 9 "^ 0<br />

18.4<br />

49.4<br />

L. „— „_ , . —<br />

Rijk<br />

3.2<br />

2.-<br />

20.3<br />

13.3<br />

13.9<br />

47,3 I<br />

- .i<br />

!i Totaal 100.- 100.- 100.-<br />

Het, aandeel <strong>van</strong> de onzelfstandige middenstand en <strong>van</strong> de groep<br />

arbeiders is in de gemeente veel lager terwijl het agrarisch<br />

deel <strong>van</strong> de bevolking - zelfstandige bedrijfshoofden, medewerkende<br />

1), Weka J.P.Suvereins Onderzoek naar de beroepsklassen in het Nederlandse<br />

Volk en in de verschillende kerkgenootschappen. Sociologisch<br />

Bulletin 5e Jaargang no. 3*<br />

2). Exclusief tijdelijk niet-werkenden.<br />

3). Tot de "Oude middenstand" zijn gerekend; bedrijfshoofden in de nijverheid<br />

zonder personeel| bedrijf shoof den winkeliers en hun medewerkende<br />

echtgenoten en kinderen; bedrijf shoof den in de binnenscheepvaart;<br />

overige - d.w. z. nag niet elders genoemde - bedrijf shoof den en medewerk.ende.<br />

echtgenoten en kinderen,<br />

De quantitatief belangrijkste onder de "Nieuwe middenstand" gerangschikte<br />

groepen zijns bedrijfsleiders, administratief personeel,<br />

ambtenaren, vertegenwoordigers, beroepsofficieren, onderwijzers,<br />

politie, verplegend personeel, wink.elbedienden, overige employe's*


- 29 -<br />

echtgenoten en kinderen - sterk op de voorgrond treedt. De<br />

provincie en het Rijk worden darentegen door een groot en relatief<br />

vrijwel gelijk aantal arbeiders en middenstanders gekenmerkt.<br />

Forensens Zoals vermeld had in 1947 ruim 8 $ <strong>van</strong> de in een beroep<br />

werkzame mannen. een werkkring buiten <strong>Helden</strong>. Bij de vrouwen<br />

was dit goed 1$ - zie tabel 21 -. In 1954 was de uitgaande pendel<br />

tot 425 mannen en 75 vrouwen of m.a.w. tot resp. rond 15 $<br />

<strong>van</strong> de mannelijke - en 6 $ <strong>van</strong> de vrouwelijke beroepsb evolking<br />

gestegen '. Gedurende de laatste jaren is het forensenverkeer<br />

derhalve sterk toegenomen of anders uitgedrukt is het aanbod <strong>van</strong><br />

werkgelegenheid in de gemeente belangrijk bij de vraag achtergebleven.<br />

Dat veel in <strong>Helden</strong> verblijvende personen elders hun beroep<br />

uitoefenen wordt ook door tabel 23 aangetoond. De in dit overzicht<br />

vermelde gegevens zijn ontleend aan een enquete welke In<br />

januari <strong>1956</strong> door het E. T.I.L. samen met het Gewestelijk Arbeidsbureau<br />

te Venlo werd ingesteld naar de sociale herkomst der<br />

Industrie - arbeiders(sters) woonachtig in de gemeente. t-Het<br />

bouwvak bleef in dezen buiten.beschouwing -,<br />

Van de 343 mannen waren er slechts 84 in een in de gemeente<br />

gevestigd industrieel bedrijf werkzaam. Bij de andere plaatsen<br />

treedt Heerlen sterk op de voorgrond, terwijl het gebied Venlo-<br />

Beesel eveneens een groot aantal personen trekt. Naar bedrijfsklassen<br />

gerangschikt • bestaat bij de mannen b.lijkbaar de meeste<br />

b el angs telling voor de mijnbouw, de aardewerk - en de metaalindustrie.<br />

Rond 2/5 deel <strong>van</strong> de mannen is afkomstig uit de<br />

parochie Panningen en ruim 22 $ uit <strong>Helden</strong>-dorp. De vrouwen<br />

»ichten zich voornamelijk op de kledingindustrie in Meyel en Venlo<br />

waarbij ongeveer de helft <strong>van</strong> de in de Industrie tewerkgestelden<br />

in de kernen Panningen en <strong>Helden</strong> woonachtig is.<br />

Wat. is nu de leeftrjd <strong>van</strong> deze personen en hoe oud waren zij<br />

toen ze in de Industrie gingen werken. Blijkens de cijfers <strong>van</strong><br />

tabel 24 is het aantal 14-jarige mannen zeer geringj ongeveer<br />

75 $ is in de vol- en 23 $ in de half-product! eve leeftrjd. Per<br />

parochie lopen dese percentages niet veel uiteen. Koningslust<br />

wordt door een naar verhouding wat groter aantal 15-19 jarigen<br />

gekenmerkt terwijl in Egchel de boven 54-Jarigen relatief meer op<br />

de voorgrond treden. Geconstateerd kan verder- worden dat ruim<br />

2/5 deel <strong>van</strong> de mannen direct na het verlaten <strong>van</strong> de lagere<br />

school arbeid in de Industrie heeft aanvaard; 20$ was in de<br />

leeftijd <strong>van</strong> 15-19 jaar. In Grashoek werd eerst op oudere<br />

1) Brons G.A. B. Venlo*


Tabel 23 .<br />

i<br />

ji^erkgemeente'<br />

j :<br />

j , ^^r-r^wr^- :,.. .,.,...,<br />

L ! 1<br />

j<strong>Helden</strong> :<br />

j<br />

i<br />

Kessel<br />

I<br />

JMaasbree i<br />

i ISevenum<br />

\ Venlo :<br />

!<br />

Tegelen \<br />

Belfeld : I<br />

JBeesel<br />

Roermond<br />

Geleen<br />

Heerlen<br />

;<br />

Eindhoven '<br />

Helmond i t<br />

it<br />

:<br />

:<br />

j<br />

!<br />

i<br />

<strong>Helden</strong> ' j<br />

Meyel 1<br />

Venlo I \<br />

Tegelen '<br />

Weert j<br />

Roermond j<br />

- 30 -<br />

Personen uit <strong>Helden</strong> werkzaam in de Industrie onderscheiden<br />

naar werkgemeente, bedri jfsklasse en parochie<br />

- <strong>1956</strong> - Bron: <strong>ETIL</strong>.G.A,] 3. Venlo<br />

Bedri jfs- Gras- Konings- - Be- ! Pan- ;Hel- jEgchel Toklasse<br />

; hoek ' lust ringe ningeniden ; taal<br />

mannen<br />

Aardewerk ; 10 9<br />

Kleding - 1 i<br />

Voeding ! |<br />

Metaal : 2<br />

Aardewerk . 2<br />

Metaal 2 ! 1<br />

Metaal<br />

2<br />

Metaal |<br />

Chem „ Ni j v j<br />

Hout *<br />

Aardewerk ,<br />

2<br />

1<br />

6<br />

1<br />

Metaal :<br />

Aardewerk (<br />

Voeding j<br />

1<br />

....<br />

1<br />

1<br />

Metaal \ A<br />

ardewerk j<br />

1<br />

1<br />

2<br />

Aardewerk<br />

Metaal<br />

Metaal<br />

Mi jnbouw<br />

Mijnbouw 4<br />

O.V.S. 1<br />

Metaal<br />

Textiel ! 1 i<br />

I<br />

Totaal ' 26 i 35<br />

i<br />

Kleding '<br />

Voeding i '<br />

Kleding i 4<br />

3<br />

4<br />

2<br />

vrouwen<br />

Kleding i 3<br />

Textiel ! 1<br />

Metaal j<br />

Aardewerk j<br />

Textiel I 3 i ;<br />

Metaal I 2 l !<br />

i<br />

Totaal ; 9 i 4<br />

: 5<br />

1 i 1<br />

!<br />

: 3 \<br />

1<br />

: |<br />

: 2 i<br />

! 2 I<br />

i 1 j<br />

: 1 ! i<br />

! 18 .<br />

' 7<br />

4<br />

; 46 '<br />

j<br />

3 I<br />

1 ><br />

i<br />

i<br />

i<br />

i<br />

i<br />

4 \<br />

8<br />

38 3<br />

8<br />

1<br />

2<br />

2<br />

11 111<br />

5<br />

4<br />

3<br />

1<br />

2<br />

1<br />

39 9<br />

10<br />

1<br />

143<br />

!<br />

6<br />

3 i<br />

1 !<br />

1<br />

i<br />

5<br />

3 ! 71<br />

> 10<br />

s 2 i<br />

l<br />

9 !<br />

!<br />

3<br />

3<br />

i<br />

1 i<br />

4 j 1<br />

i<br />

1 '<br />

5 J<br />

i<br />

3 I<br />

|<br />

I<br />

20 ; 9<br />

5 j<br />

4 i<br />

1 !<br />

12 4<br />

14<br />

6<br />

31 3n<br />

4<br />

14 21<br />

11 1<br />

8 1<br />

2<br />

1<br />

93<br />

26<br />

20<br />

3<br />

i<br />

i '<br />

77 16 343<br />

3 ' 1 ' 4<br />

1 • .1<br />

8 4 . ! 19<br />

: 6 ; ; 10<br />

i i ; 1<br />

1 ' ; , 1 !<br />

1 ; 1 ;<br />

1 ; : 4<br />

: : ' : , 6 ; ;<br />

i<br />

13 i 13 i : 47 i


-p i<br />

J<br />

Tabel 24<br />

arochie<br />

Gr] asho ek<br />

Koiningslust<br />

Be ringe<br />

Pa nningen<br />

He Iden<br />

Eg chel<br />

Totaal<br />

Absoluut<br />

- 31 -<br />

leeftrjd naar de Industrie overgeschakeld terwijl in Koningslust<br />

het percentage mannen ouder dan 34 jaar het gemeentecrjf er eveneens<br />

belangrijk overtreft. De leeftrjd <strong>van</strong> de vrouwen is vrijwel<br />

gelijk te stellen aan die <strong>van</strong> 15 t/m 24 jaar; 63.9 $ behoort<br />

tot de groep 15 - 19 en 31.9 $ tot 20-24 jarigen. Het overgrote<br />

deel hier<strong>van</strong>,rul, 72.3 $ blijkt in de leeftijd <strong>van</strong> 15-19 jaar<br />

in de Industrie te zijn gaan werken; 12.8$ was 14 jaar en eenzelfde<br />

percentage viel in de 20 -24 jarige leeftijdsgroep, Grote<br />

parochiele verschillen doen zich in dezen bij de vrouwea niet<br />

voor.<br />

14<br />

2.9<br />

2.2<br />

2.1<br />

1.3<br />

1.7<br />

6.<br />

Mannen uit <strong>Helden</strong> werkzaam in Industrie naar leeftijd 1955<br />

- in $ - Bron; G.A.B. Venlo? 3.T.I.L.<br />

Leeftijdsopbauw<br />

15/19<br />

15.4<br />

37.1<br />

28.3<br />

19.6<br />

16.9<br />

6.3<br />

21.-<br />

72<br />

20/54<br />

80,8<br />

60.-<br />

69.5<br />

76,2<br />

80.5<br />

81.2<br />

75,2<br />

258<br />

55/64<br />

3.8<br />

2.1<br />

1.3<br />

12.5<br />

2.1<br />

7<br />

—<br />

Leeftijd bij indiensttreding<br />

14<br />

30.8<br />

22.9<br />

- 50.-<br />

46.1<br />

39.-<br />

50.-<br />

41.7<br />

143<br />

15/19<br />

7,7<br />

40.-<br />

10.9<br />

21.-<br />

23.3<br />

20,1<br />

69<br />

20^4<br />

7.7<br />

17.1<br />

19.6<br />

13.3<br />

19.5<br />

37.5<br />

16.6<br />

57<br />

25/£9<br />

15.4<br />

6.5<br />

9,1<br />

7.8<br />

6.3-<br />

7.9<br />

27<br />

30/34<br />

11/. 5<br />

8.6<br />

6.5<br />

7.-<br />

2.6<br />

6.1<br />

21<br />

35<br />

e.o.<br />

26.9<br />

11.4<br />

6,5<br />

3.5<br />

7.8<br />

6.2<br />

Het tweede lid <strong>van</strong> de in het voorgaande gestelde vraag<br />

betrof het tijdstip <strong>van</strong> indiensttreding in de Industrie. De<br />

mogelijkheid is dan ook niet uitgesloten dat men voordien reeds<br />

in loondienst zijn beroep uitoefende. Bij 133 mannen was dit ook<br />

inderdaad het geval. Ruim56$ hier<strong>van</strong> had als land- of bosarbeider<br />

dan wel als tuindersknecht gewerkt| de overige als chauffeur<br />

grondwerker, schilder, bezorger, bankwerker enz. Van de bovenvermelde<br />

15 vrouwen waren er 11 als dienstbode in betrekking<br />

geweest; 3 als winkel- en 1 als kantoorbediende,<br />

Slechts een gedeelte <strong>van</strong> de inde Industrie'werkzame mannen is<br />

in het bezit <strong>van</strong> een- of meer - diploma's. In totaal betrof<br />

dit 49 personen. Hier<strong>van</strong> hadden er 21 een L.T.S-, 9 een R.W.P.-<br />

6 een U»L*0*-? 9 een Land- of tuinbouw- en 4 een ander - o.a.<br />

7.6<br />

26


- 32 -<br />

middenstands- diploma. Van een aan de Industrie aangepaste technische<br />

vooropleiding was derhalve maar in 30 gevallen sprake.<br />

Gaat men uit <strong>van</strong> de veronderstelling dat rond 30 $ <strong>van</strong> de in de<br />

Industrie tewerkgestelde personen geschoold moet zijn dan blijkt<br />

dat in dezen bij de moment ele arbeiders nog een grote achterstand<br />

bestaat,<br />

Uit bovenvermelde gegevens mag worden afgeleid dat de gemeente<br />

een belangrijke uitgaande pendel heeftj dat de overgang<br />

naar de Industrie enigermate op gang komt| dat de omschakeling<br />

vaak op latere leeftijd plaats vindt dan wenselijk ware en dat het<br />

volgen <strong>van</strong> een op de industriele arbeid gerichte vooropleiding<br />

dient te worden gepropageerd.<br />

3.<br />

B£volking. Tot nu toe is de gemeente <strong>Helden</strong> als een geheel<br />

beschouwd. In feite omvat zij 6 parochies. Een analyse <strong>van</strong> de<br />

kernen op dezelfde wijze als voor de hele gemeente heeft plaats<br />

gehad is niet mogelijk daar hiervoor gedetailleerde overzichten<br />

ontbreken. Niettemin is het -aan de hand <strong>van</strong> enkele aan de volks<br />

tellingen ontleende dan wel ter plaatse verzamelde gegevens<br />

mogelijk een indruk te geven <strong>van</strong> de verschillende onderdelen <strong>van</strong><br />

de gemeente.<br />

•<br />

Tabel 25 Totaal aantal inwoners per parochie Brons<br />

C.B.S, en <strong>Gemeente</strong><br />

^p<br />

Par o chi e ' 1889 1909 1930 1947 1955 2)<br />

Gr asho ek<br />

Koningslust<br />

Beringe<br />

Panningen<br />

<strong>Helden</strong><br />

Egchel<br />

Verspr.<br />

huiz en<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

Gestichtsbevolking<br />

352<br />

283<br />

423<br />

1479<br />

1074<br />

313<br />

3924<br />

76<br />

516<br />

370<br />

526<br />

1673<br />

1166<br />

294<br />

4545<br />

136<br />

546<br />

463<br />

814<br />

2414<br />

1370<br />

328<br />

248<br />

6183<br />

159<br />

1031<br />

976<br />

990<br />

2946<br />

1793<br />

539<br />

130<br />

8405<br />

366<br />

1216<br />

1027<br />

1330<br />

3451<br />

2065<br />

615<br />

9704<br />

339<br />

Bevolkingsaanwas<br />

in 1955<br />

1889 = 100<br />

345 3)<br />

363<br />

314<br />

233<br />

192<br />

196<br />

1). Voor de omgrenzing der parochies zij verwezen naar kaart 3<br />

2), Per 1 October.<br />

3). Inclusief- en 4) exclusief gestichtsbevolking.<br />

247<br />

345 *><br />

353<br />

31.4<br />

226<br />

195<br />

196<br />

243<br />

-


- 33 -<br />

Vooropgesteld zij dat bovenstaande' aantallen geen aanspraak<br />

mak.en op algehele nauwkeurigheid. Bij de verschillende volkstellingen<br />

zijn n.l. niet altijd dezelfde grenzen tussen de dorpen<br />

aangehouderu Zo vermelden de tellingen <strong>van</strong> 1930 en 1947 een aantal<br />

personen in "verspreide huizen"? die <strong>van</strong> 1899 en 1909 darentegen<br />

niet. Daarbij leek het ter vergelijking met de voor het jaar<br />

1955 per parochie beschikbare cijfers wenselijk de - in zich zeer<br />

gedetailleerde - gegevens <strong>van</strong> het C.B.S. eveneens op deze' wijze<br />

te groeperen. Ondanks het feit dat om voornoemde redenen verschillen<br />

kunnen zijn ontstaan leent bovenstaande tabel zich zeer goed<br />

voor een globaal overzicht <strong>van</strong> de groei der parochies.<br />

Geconstateerd kan nu worden dat in de afgelopen 66 jaar het<br />

zielental <strong>van</strong> de gemeente bijna twee en een half maal zo groot<br />

geworden is; dat ruim 35.5 $ <strong>van</strong> de bevolking in Panningen woonachtig<br />

is? dat inzake het inwonertal door <strong>Helden</strong> de tweede plaats<br />

wordt ingenomen - ca 21,5$ -| en dat de parochies Grashoek en<br />

Beringe een vrijwel gelijk aantal personen omvatten. Verder blijkt<br />

dat sinds 1889 Koningslust het sterkst is gegroeid hetgeen -<br />

zoals door de laatste kolom <strong>van</strong> tabel 25 wordt aangegeven - maar<br />

voor een klein gedeelte verband houdt met de aanwezige gestichtsbevolking.<br />

Aan welke factoren dit verschil in ontwikkeling moet<br />

worden toegeschreven is niet zonder meer aan te geven. Het feit<br />

dat de ene kern naar verhouding meer in inwonertal is toegenomen<br />

dan een andere kan zijn oorzaak hebben gevonden in de omstandig—<br />

heid dat het vertreksaldo dat. de gemeente door de jar en heen<br />

heeft gekenmerkt voor een belangrijk deel op deze laatste betrek—<br />

king heeft gehad; het kan evenwel ook een kwestie zijn geweest<br />

<strong>van</strong> een zich vestigen ter plaatse waar de welvaartsbronnen de<br />

meeste kans <strong>van</strong> slagen bieden. Voor wat de gemeente <strong>Helden</strong> betreft<br />

komt de laatst~genoem.de factor als de meest waarschijnlijke<br />

voor en is de naar verhouding snelle hevolfcingsaanwas <strong>van</strong> de<br />

parochies Grashoek, Koningslust, Beringe, vrijwel zeker terug te<br />

voeren op de occupatie <strong>van</strong> de grond, de ontginningen.<br />

Gezinsstructuur, Reeds kwam naar voren dat <strong>Helden</strong> een hoog<br />

geboortecijf er en een groot aantal j eugdige personen heeft. Het<br />

is dan ook niet ondenkbaar dat men alhier veel "grote" gezinnen<br />

zal aantreffen. Of en in hoeverre dit het geval is wordt door<br />

tabel 26} welke aan de hand <strong>van</strong> de bevolkingsstatistiek <strong>van</strong> de<br />

gemeente werd samengesteld, aangetoond - voor de absolute aan-<br />

tallen zij verwezen naar bijlage 7 -,<br />

Op 1 October 1955 telde de gemeente 1950 gezinnen waarin<br />

9310 personen leefden* Ruim 19 $ <strong>van</strong> deze gezinnen bestaat uit 8


label 26 ; .<br />

Parochie<br />

Grashoek<br />

Koningslust<br />

Beringe<br />

Panningen<br />

Bel den<br />

Egchel<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

Samenstelling der gezinnen naar grootte - in %<br />

Bron: <strong>Gemeente</strong><br />

1 2 of 3<br />

pers . pers .<br />

12,3<br />

14.8<br />

12.1<br />

13.8<br />

14.1<br />

12.6<br />

13.5<br />

25.-<br />

20.8<br />

24.2<br />

30,9<br />

32.4<br />

25.3<br />

28.6<br />

4 of 5<br />

pers.<br />

22.5<br />

18.1<br />

! 21 .9<br />

22.1<br />

22.2 .<br />

1 19.8<br />

6 of 7<br />

pers.<br />

8 of meer<br />

pers.<br />

gezinnen i<br />

19.3<br />

20.8<br />

19.5<br />

14.7<br />

:16.1<br />

20.9<br />

25-5<br />

22.3<br />

18.5<br />

15.2<br />

•'17.1 25.2<br />

1 2 of 3<br />

pers. pers.<br />

2.5<br />

2.7<br />

2.4<br />

3.1<br />

l<br />

12.3<br />

9.4<br />

11 .6<br />

16.5<br />

3.2 17.5<br />

2.3 ' 11.6<br />

i<br />

I ': j !<br />

: 21.7 ! 16.8 19.4 2.8 ; 14,6<br />

' : ! '•<br />

- 1955<br />

4 of 5<br />

pers.<br />

personen<br />

I<br />

20.- 24.9<br />

15.2<br />

19.2<br />

21.5<br />

22.8<br />

6 of 7 8 of meer<br />

pers, pers.<br />

24.4<br />

24.5<br />

20.8<br />

23.8<br />

40.3<br />

48.3<br />

42.3<br />

38.1<br />

32.7<br />

16.7 ! 20.2 49.2<br />

r i<br />

20.4 22.8 ! 39.4<br />

i


Tabel • 27<br />

Grafiek 8<br />

Personen per<br />

huishouding<br />

1 pers.<br />

2 of 3 pers.<br />

4 of 5 pers.<br />

6 of 7 pers*<br />

8 of meer pers.<br />

Totaal<br />

- 35 -<br />

of meer personen en hierin was bijna 2/5 deel <strong>van</strong> de bevolking<br />

ondergebracht. Betrof dit de situatie in <strong>Helden</strong> als geheel, in<br />

de verschillende parochies lopen deze verhoudingen zowel onderling<br />

als in vergelijking met de gemeente nogal uiteen. Speciaal<br />

is dit bij de parochies Koningslust en Egchel het geval alwaar<br />

bijna de helft <strong>van</strong> de bevolking in de "grote" gezinnen samenleeft,<br />

Relatief laag is darentegen het cijfer dat de parochie <strong>Helden</strong> te<br />

zien geeft terwijl de parochie Panningen ook nog enigszins bij het<br />

gemeentelijk percentage achterblijft.<br />

In hoeverre de gemeente in dezen een uitzonderlijke positie<br />

inneemt kan niet worden nagegaan daar cijfers <strong>van</strong> de opbouw der<br />

gezinnen naar grootte in 1955 voor andere gebieflen ontbreken.<br />

Wel werd bij de volkstelling 1947 een indeling gemaakt naar de<br />

huishoudingen. Bij de samenstelling <strong>van</strong> tabel 26 is het gezin<br />

gezien in de verhouding ouders - kinderen en kinderen onderling<br />

terwijl bij de C.B.S.-statistiek der huishoudingen inwonend huisen<br />

bedrijfspersoneel en kostgangers als leden <strong>van</strong> het huishouden<br />

zijn beschouwd. Hoewel gezin en huishouding dus niet op een lijn<br />

te stellen zijn geeft een overzicht <strong>van</strong> de verdeling der huishoudingen<br />

naar grootteklassen niettemin een goede indruk <strong>van</strong><br />

de situatie en <strong>Helden</strong> in vergelijking met andere gebieden.<br />

Verdeling der huishoudingen naar grootte - in $ - 1947<br />

Bron; C.B.S.<br />

Aant.<br />

huish.<br />

2.-<br />

26.5<br />

24.1<br />

20,7<br />

26,7<br />

100,-<br />

<strong>Helden</strong><br />

Aant.<br />

— IL2EJLL<br />

0.3<br />

11.6<br />

19.2<br />

23.5<br />

45.4<br />

100.-<br />

l<br />

Aant,<br />

huish.<br />

5.6<br />

36.-<br />

31.2<br />

16.1<br />

11.1<br />

100.-<br />

Limburg<br />

Aant.<br />

pers.<br />

1.2<br />

20.5<br />

31,3<br />

23,5<br />

23,5<br />

100.-<br />

Rijk<br />

Aant. Aant,<br />

huish. -^£££§z__<br />

9*2<br />

43,9<br />

29,9<br />

11.-<br />

6.-<br />

100.-<br />

2.5<br />

29.-<br />

34.9<br />

18.6<br />

15.-<br />

100.-<br />

tl,,..,im,ir.,,«»»yl,,,»W »>, ,,..«Mll/<br />

Van het totaal- aantal huishoudingen dat de gemeente in<br />

1947 telde, te weten 1410, bestond bijna 27$ uit 8 of meer personen,<br />

De overeenkomstige cijfers voor de provincie en Nederland<br />

waren resp, goed 11 en 6$. Ruim 45$ <strong>van</strong> de uit 8039 zielen


- 36 -<br />

bestaande bevolking <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> - exclusief zij die in gestichten<br />

verblijven - leefde in deze grote "gezinnen"5 in Limburg darentegen<br />

nog geen vierde deel en in het Rijk maar 15$. De grote<br />

kinderrijkdom <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> wordt ook door deze cijfers duidelijk<br />

gedemonstreerd. Het behoeft dan ook wel geen betoog dat een gezinsstructuur<br />

waar in 1955 gemiddeld ruim 39$ en in enkele, in<br />

zich sterk overwegend agrarische, parochies zelfs bijna de helft<br />

<strong>van</strong> de bevolking leeft in gezinnen <strong>van</strong> meer dan 7 personen bijzondere<br />

problemen meebrengt o.m, op het gebied <strong>van</strong> de huisvesting^<br />

de bedrijf sopvolging en de toekomstige werkgelegenheid <strong>van</strong><br />

de bevolkingsaanwas.<br />

2°£i§£i_i]iSS®B_.5£_ES£ 0 £^i® s - Men kau de vra ag stellen of de<br />

parochies al dan niet het karakter hebben <strong>van</strong> een gesloten gemeenschap.<br />

Enig, zij het onvolledig, inzicht in deze materie wordt<br />

verkregen door een nadere detaillering <strong>van</strong> de in de gemeente<br />

gesloten huwelijken»<br />

Tabel 2Q 'Gegevens omtrent de herkbmst der huwenden . Bron; <strong>Gemeente</strong><br />

Huwende vrouwen<br />

afkomstig uit<br />

Parochie<br />

Grashoek<br />

Koningslust<br />

Beringe<br />

Panningen<br />

<strong>Helden</strong><br />

Egchel<br />

Totaal<br />

Absoluut<br />

Aantal<br />

104<br />

47<br />

114<br />

243<br />

159<br />

54<br />

721<br />

Gehuwd met mannen afkomstig uits<br />

- in $ -<br />

Eigen<br />

Parochie<br />

37.5<br />

31.9<br />

21.9<br />

30.5<br />

34.6<br />

24,1<br />

30.6<br />

221<br />

Overig<br />

<strong>Helden</strong><br />

23.1<br />

34.-<br />

35.1<br />

29.2<br />

25*8<br />

44.4<br />

30.-<br />

216<br />

Aangr.<br />

gemeenten<br />

21,1<br />

21.3<br />

15.8<br />

15.6<br />

18.9<br />

14.8<br />

17.5<br />

126<br />

Overige<br />

gemeenten<br />

18,3<br />

12.8<br />

27»2<br />

24.7<br />

20,7<br />

16,7<br />

21.9<br />

158<br />

Totaa<br />

Uit de in bovenstaand overzicht opgenomen en op de jaren<br />

1945 t/m '54 betrekking hebbende huwelijken kan nu worden afgeleid<br />

dat in de gemeente als geheel rond 31 $ <strong>van</strong> de vrouwen<br />

1). Brj de in tabel 28 vermelde cijfers is de herkomst der <strong>Helden</strong>se vrouwen<br />

als uitgangspunt genomen. Dit temeer omdat - enkele gevallen daargelaten<br />

- het aantal uit <strong>Helden</strong> afkomstige mannen dat met vrouwen <strong>van</strong><br />

buiten de gemeente gehuwd is, niet kon worden achterhaald.<br />

100<br />

100<br />

100<br />

100<br />

100<br />

100<br />

100<br />

721


Tabel 29<br />

Wijk 1 ^<br />

Nijverheid<br />

Landbouw<br />

EC. diensten<br />

So c, dienst en<br />

Ber.onbekend<br />

Totaal<br />

Absoluut<br />

37 -<br />

met iemand uit de. eigen parochie trouwde^ dat in een ongeveer<br />

gelijk aantal gev^len relatie met de overige delen <strong>van</strong> de gemeente<br />

bestond en dat bijna 2/5 deel met mannen uit andere<br />

plaatsen huwt. Het aantal huwelijken .gesloten tussen inwoners<br />

<strong>van</strong> eenzelfde parochie is relatief het grootst in Grashoek,<br />

terwijl in Egchel naar verhouding de meeste vermenging <strong>van</strong> de<br />

bevolking met personen uit andere parochies plaats heeft.,, Eveneens<br />

kan worden opgemerkt dat het aantal gevallen waarbij een<br />

der partijen niet uit de gemeente afkomstig is - kolom 5 en 6 -<br />

het hoogst is in Beringe hetgeen in hoofdzaak verband houdt met<br />

de sterke relatie tussen deze parochie en de groep "overige<br />

gemeenten",<br />

In het algemeen blijkt men in de gemeente in vrij geringe<br />

mate iemand uit het eigen dorp te huwen. Van een gesloten parochiegemeenschap<br />

kan dan ook moeilijk gesproken wordenj dit althans<br />

voor zover de herkomst der huwenden hierover een indruk<br />

vermag te geven.<br />

B £E2®£ S E£E U £^B]£E S Een overzicht betreffende de beroepsb evolking<br />

gesplitst naar wijk is opgenomen in onderstaande tabel. Hieruit<br />

blijkt dat in Egchel de landbouw een sterk overheersende positie<br />

Bero-epsb evolking <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> naar bedrijf sklassen en wijk<br />

- in $ - 1947<br />

Grashoek<br />

Koningslust<br />

14.7<br />

75.-<br />

3.5<br />

6.4<br />

0.4<br />

100.-<br />

893<br />

Totaal<br />

<strong>Helden</strong><br />

Panningen<br />

Beringe<br />

23.8<br />

52.5<br />

11.3<br />

11.7<br />

0.7<br />

100.-<br />

2235<br />

Egchel<br />

12.1<br />

84.4<br />

1.3<br />

1.5<br />

0.7<br />

100.-<br />

454<br />

Grashoek<br />

Koningslust<br />

19,3<br />

69*5<br />

3.5<br />

7.-<br />

0.7<br />

100.-<br />

575<br />

Mannen<br />

<strong>Helden</strong><br />

Panningen<br />

Beringe<br />

29.5<br />

50.4<br />

10.1<br />

9,-<br />

i * "*<br />

100.-<br />

1580<br />

Egchel<br />

15.7<br />

80.5<br />

1.6<br />

1.2<br />

1.-<br />

100.-<br />

1 ) *, De wijkindeling, werd ontleend aan de C.B.S.telling. Voor de omgrenzing<br />

zij verwezen naar kaart no, 3*<br />

313


Tabel 30<br />

Parochie<br />

Grasho ek<br />

Koningslust<br />

Beringe<br />

Panningen<br />

<strong>Helden</strong><br />

Egchel<br />

Verspr.<br />

huizen<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

- 38 -<br />

inneemt hetgeen iets minder uitgesproken eveneens in Grashoek-<br />

Koningslust het geval is. In de wijk Panningen treft men een gro<br />

tere spreiding <strong>van</strong> de werkzame bevolking over de verschillende<br />

bedrijf sklassen aan alhoewel ook hier het agrarisch karakt. er<br />

duidelijk op de voorgrond treedt.<br />

Tabel 30 t/m 34 geeft een indruk <strong>van</strong> de stand <strong>van</strong> de volkshuisvesting<br />

in <strong>Helden</strong> , Het merendeel <strong>van</strong> de daarin vermelde<br />

cijfers is ontleend aan de uitkomsten <strong>van</strong> de W'oning- en Gezinst<br />

ell ing en heeft betrekking op de toestand in 1947. Aan de hand<br />

<strong>van</strong> het bouwregister <strong>van</strong> de gemeente is in enkele gevallen een<br />

aanvulling voor het jaar 1955 opgenomen terwijl waar mogelijk een<br />

onderverdeling naar parochie is gemaakt.<br />

Woningen en inwoners per parochie Brons C.B, S. en<br />

<strong>Gemeente</strong>.<br />

Aantal<br />

woningen<br />

1947<br />

163<br />

99<br />

150<br />

462<br />

298<br />

77<br />

14<br />

1263<br />

'55<br />

180<br />

106<br />

200<br />

592<br />

392<br />

91<br />

1561<br />

"""Aantal<br />

inwoners<br />

1947 '55<br />

1031<br />

745<br />

990<br />

2824<br />

1780<br />

539<br />

130<br />

8039<br />

1216<br />

805<br />

1330<br />

3347<br />

2052<br />

615<br />

9365<br />

Inwoners per<br />

woning<br />

1947<br />

6.3<br />

7.5<br />

6.6<br />

6.1<br />

6.-<br />

7.-<br />

6.4<br />

'55<br />

6.8<br />

7.6<br />

6.7<br />

5.7<br />

5,2<br />

6.8<br />

6. -<br />

Gedurende de periode 1947-'55 is het inwonertal <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> -<br />

exclusief zij die in gestichten verblijven - met ruim 16$ en de<br />

woningvoorraad met ca 24 $ toegenomen. Bijgevolg is het gemiddelde<br />

aantal personen per woning gedaald <strong>van</strong> 6.4 tot 6, Deze ontwikkeling<br />

is evenwel niet overal hetzelfde geweest. In..Grashoek is de<br />

In verband met de woningtelling welke door het C.B.S. in <strong>1956</strong> wordt<br />

gedaan is het overzicht. <strong>van</strong> de volkshuisvesting zeer summier gehouden


39 -<br />

woningbezetting het meest gestegen; in <strong>Helden</strong> en Panningen<br />

darentegen belangrijk afgenomen terwijl zij in de overige parochies<br />

vrijwel onveranderd is gebleven.<br />

Stelt men de gemiddelde woningbezetting <strong>van</strong> de gemeente<br />

naast die <strong>van</strong> de provincie en het Rijk dan blijkt deze in 1947<br />

resp. 6.4, 5.9 en 4.5 te bedragen. Het aantal personen per<br />

woning ligt in <strong>Helden</strong> en Limburg derhalve veel hoger dan-in het<br />

land als geheel, Zeker is dit verschil in woningbezetting tussen<br />

de drie gebieden beinvloed door het feit dat - zoals reeds werd<br />

aangetoond - de gezinnen in Limburg en meer nog die in de gemeente<br />

gemiddeld belangrijk groter zijn dan in het Rijk.<br />

Tabel 31 Woningdichtheid resp, aantal vertrekken per woning - 1947<br />

Bron C.B.S.<br />

Gebied<br />

Wrjks<br />

Grasho ek-Koningslust<br />

<strong>Helden</strong>-Panningen<br />

Egchel<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

Limburg<br />

Nederiand<br />

aantal pers,<br />

per vertrek<br />

1.37<br />

1.01<br />

1.24<br />

1.10<br />

0,97<br />

0.90<br />

Gebied<br />

Grasho ek-Koningslusi<br />

<strong>Helden</strong>-Panningen<br />

Egchel<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

Limburg<br />

Nederland<br />

Aantal<br />

vertrekken<br />

per woning<br />

5.12<br />

6.09<br />

5.65<br />

5.84<br />

5.99<br />

4.94<br />

De cijfers <strong>van</strong> bovenstaande tabel krijgen een bijzonder effect<br />

wanneer men daarnaast de getallen <strong>van</strong> tabel 30 in beschouwing<br />

neemt. Bij de woningbezetting - aantal inwoners per woningstaat<br />

mSt <strong>Helden</strong>, Limburg aan de top terwijl bij de woningdichtheid<br />

- aantal personen per vertrek - alleen maar in de gemeente<br />

de situatie erg uitzonderlijk is. Duidelijk komt hier naar voren<br />

dat de woningbouw in <strong>Helden</strong> zich niet voldoende heeft aangepast<br />

aan de grootte der gezinnen, hetgeen vooral in de wijk Grashoek-<br />

Koningslust het geval is, Limburg heeft darentegen dusdanige<br />

woningen gebouwd dat - naar verhouding - het aantal personen<br />

per vertrek een bevredigend resultaat oplevert* Toch is - op<br />

het eerste gezicht althans - de toestand in <strong>Helden</strong> voor wat<br />

het aantal vertrekken per woning betreft niet ongunstig te noemen.<br />

In aanmerking dient evenwel te worden genomen dat de ge-


Tabel 32<br />

Bebouwing<br />

Gewone woningen<br />

Boerderijen of<br />

tuird er swo ni ng e n<br />

Overige woningen<br />

- met<br />

bedrijf -<br />

Totaal<br />

- 40<br />

meente door een hoog aantal "grote gezinnen" gekenmerkt wordt en<br />

dat deze bijzonder e gezins structuur bij gevolg niet alleen "ruimere"<br />

woningen vraagt, maar hier ook ten zeerste bij gebaat is-, Een<br />

woning wordt in het algemeen geacht overbezet te zijn wanneer het<br />

aantal inwoners meer dan e"e"n per so on per vertrek bedraagt. Op<br />

het platteland en voo-ral op boerderijen behoeft een aantal inwoners<br />

per vertrek dat iets hoger ligt dan 1 nog niet direct o.p ,een<br />

ongunstige toestand te wijzen. De ruimte om de woning en de bedrijf<br />

sgebouwen vergeeden ten plattelande wel iets <strong>van</strong> het tekort<br />

aan woonvertrekken.<br />

Rijk<br />

76.-<br />

10,7<br />

13»3<br />

100.-<br />

Gebied<br />

Limburg<br />

65»7<br />

17,1<br />

17.2<br />

100.-<br />

Aard der bebouwing - in $ - 1947 Bron C.B.S.<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

26 IT"<br />

58.9<br />

15.-<br />

100.-<br />

Grashoek<br />

Koningslust<br />

14.2<br />

79.7<br />

6.1<br />

100.-<br />

Wijk<br />

Helderi<br />

Panningen<br />

Beringe i<br />

33.1<br />

47.1<br />

19.8<br />

100.-<br />

Egchel -<br />

5.1<br />

93.4<br />

1.5<br />

100.-<br />

Meestal is de stand <strong>van</strong> de volkshuisvesting een gevolg <strong>van</strong><br />

het maatschappelijk leven. Zo vindt de agrarische gerichtheid<br />

<strong>van</strong> een gemeente zich o.m. weerspiegeld in hoge geboortecijfers,<br />

grote gezinnen, hoge woningbezetting, maar ook in een groot -<br />

veelal verspreid staand - aantal boerderijen evenals in naar verhouding<br />

veel verouderde woningen* Kwamen in het voorafgaande de<br />

eerstgenoemde factoren reeds ter sprake, een indruk <strong>van</strong> de aard<br />

der bebouwing wordt door de cijfers <strong>van</strong> tabel 32 gegeven. Hieruit<br />

blijkt dat in zijn samenstelling de woningvoorraad <strong>van</strong> <strong>Helden</strong><br />

in belangrijke mate verschillend is <strong>van</strong> die der beide andere gebieden,<br />

Meer nog dan in Limburg hebben de in Nederland aanwezige<br />

huizen het karakter <strong>van</strong> gewone woningen. In de gemeente treedt<br />

darentegen de groep boerderijen of tuinderswoningen sterk op de<br />

voorgrond, Speciaal is dit in Egchel het geval maar ook in Grasho<br />

ek~Koningslust wordt een hoog percentage boerenhuizen aange-


Tabel 33<br />

Paroohie '<br />

Grasho ek<br />

Koningslust<br />

Beringe<br />

Panningen<br />

<strong>Helden</strong><br />

Egchel<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

Absoluut<br />

traff'en terwijl <strong>Helden</strong>-Panningen een meer gemengde bebouwing te<br />

zien geeft.<br />

Aard der bebouwing - in $ - 1955<br />

- Brons <strong>Gemeente</strong> -<br />

Arb eiders<br />

w.<br />

26.7<br />

40.6<br />

32.5<br />

30.9<br />

29,1<br />

18.7<br />

30,1<br />

470<br />

Middenst.<br />

we<br />

3.3<br />

9.4<br />

11.-<br />

19.6<br />

15.8<br />

2,2<br />

u.-<br />

218 1).<br />

Woningen<br />

Boerderijen<br />

62.8<br />

44.4<br />

46.-<br />

26,2<br />

29.3<br />

74.7<br />

37.8<br />

590<br />

.<br />

Tuindersw,<br />

3.3. .<br />

0.9<br />

4.~<br />

7.4<br />

13.5<br />

3.3<br />

7.4<br />

115<br />

. Oved.ge<br />

w.<br />

, 3.9<br />

4.7<br />

6.5<br />

15.9<br />

12.3<br />

1.1<br />

10,7<br />

1).- Hieronder zijn ook een 11-tal als villa te karakt eriser en woningen<br />

begrepen.<br />

168<br />

At so-*<br />

luut<br />

180<br />

106<br />

200<br />

592<br />

392<br />

91<br />

1561<br />

Bij het localiseren <strong>van</strong> de momenteel in de gemeente aanwezige<br />

huizen werden deze in een vijftal groepen ingedeeld. Zoals<br />

door de cijfers <strong>van</strong> tabel 33 wordt aangegeven zijn naast de boerderijen<br />

de arbeiderswoningen het sterkst vertegenwoordigd. Wat<br />

de spreiding <strong>van</strong> de verschillende categorieen woningen betreft<br />

blijkt dat de huizenvoorraad in Egchel en Grashoek in overwegende<br />

mate uit boerderijen is samengesteld. In de overige parochies<br />

is de differentiering groter waarbij Koningslust relatief de<br />

meeste arbeiderswoningen bezit terwijl,, naar verhouding, in<br />

Panningen en <strong>Helden</strong> de middenstands- en tuinderswoningen een<br />

belangrijke plaats innemen evenals de groep overige woningen.<br />

Hoe is het nu met de kwaliteit der woningen gesteld ?<br />

Door de Dienst Wederopbouw en Volkshuisvesting is in 1951-~ f 52<br />

een onderzoek gedaan naar het aantal woningen dat binnen afzienbare<br />

tijd als "krot" dient te worden aangemerkt, Alle huizen<br />

welke dusdanig onverbeterbare technische- en/of woontechnische<br />

gebreken vertoonden waardoor voortzetting <strong>van</strong> de bewoning over<br />

langere termijn niet verantwoord was, zijn hierbij in een drietal<br />

groepen ondergebracht te weteni met een nog redelijk mogelijke


Tabel 34<br />

Parochie<br />

1<br />

Grashoek<br />

Koningslust<br />

Beringe<br />

Panningen<br />

<strong>Helden</strong><br />

Egchel<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

- 42<br />

Op te ruimen huizen binnen<br />

tijdsduur <strong>van</strong>s<br />

0 j.<br />

2<br />

7<br />

2<br />

1<br />

8<br />

7<br />

1<br />

26<br />

1-5 j.<br />

3<br />

6<br />

5<br />

9<br />

25<br />

15<br />

4_<br />

64<br />

Te ver<strong>van</strong>gen woningen 1 )<br />

6-10 j.<br />

4<br />

20<br />

8<br />

8<br />

29<br />

41<br />

7<br />

113<br />

Totaal<br />

5<br />

33<br />

15<br />

18<br />

62<br />

63<br />

12<br />

203<br />

Aantal woningen<br />

in<br />

1955<br />

6<br />

180<br />

106<br />

200<br />

592<br />

392<br />

91<br />

1561<br />

1909<br />

7<br />

91<br />

48<br />

87<br />

318<br />

219<br />

53<br />

816<br />

Kolom 5<br />

in $ <strong>van</strong><br />

kolom<br />

6<br />

8<br />

18.3<br />

14.2<br />

9.-<br />

10.5<br />

16.1<br />

13.2<br />

13.-<br />

1), Brons Jaarverslag; Directie Wederopbouw en Volkshuisvesting in<br />

Limburg over 1954.<br />

7<br />

9<br />

36.3<br />

31.3<br />

20,7<br />

19.5<br />

28,8<br />

22,6<br />

24.9<br />

b-ewoningsduur <strong>van</strong> resp.; Oj 1-5 en 6-10 jaar.<br />

Blijkens de gegevens <strong>van</strong> tabel 34, kolom 5, moeten in,.een<br />

tijdsbestek <strong>van</strong> 10 jaar ruim 200 huizen worden opgeruimd hetgeen<br />

neerkomt op 13 $ <strong>van</strong> de thans aanwezige woningvoorraad.<br />

Met name zal deze sanering in Grashoek moeten plaats hebben<br />

maar o.m. ook in <strong>Helden</strong> dient een hoog percentage huizen aan<br />

bewoning te worden onttrokken dan wel door nieuwe te worden<br />

ver<strong>van</strong>gen, Gaat men <strong>van</strong> de gedachte uit dat in 1909 de invloed<br />

<strong>van</strong> de woningwet merkbaar begon te worden en dat na genoemd<br />

tijdstip vrijwel geen "krotten" meer zijn gebouwd dan houdt dit<br />

in dat bijna 1/4 deel <strong>van</strong> de "oude kern" <strong>van</strong> de gemeente in meer<br />

of minder slechte toestand verkeert. In enkele parochies zoals<br />

Grashoek, Koningslust en <strong>Helden</strong> vertoont zelfs rond 1/3 deel<br />

<strong>van</strong> deze huizen dusdanige gebreken dat voortzetting <strong>van</strong> de<br />

bewoning een gevaar gaat betekenen voor de lichamelijke, geestelijke<br />

of morele gezondheid <strong>van</strong> de bewoners.<br />

Na de in het voorgaande gegeven schets <strong>van</strong> de stand <strong>van</strong><br />

de huisvesting behoeft het wel geen betoog dat de bijzondere<br />

gezinsstructuur <strong>van</strong> de gemeente de woningbouw voor talrijke<br />

problemen stelt. Ook zal het duidelijk zijn dat verbetering er <strong>van</strong>


- 43 -<br />

weerslag zal vinden in een hoger levenspeil <strong>van</strong> de bevolking.<br />

Een vaststaand feit is immers dat een gezonde ontplo-aiing <strong>van</strong><br />

het gezinsleven ten zeerste geTbaat is bij een woontechnisch verantwoorde,<br />

ruime woning.


- 44 -<br />

HOOFDSTUK III BESTAANSMIDDELEN.<br />

1. Agraris^che prgductie,<br />

Ontwikkeling en be^temjring^cultuurgrond. In de laatste<br />

decennia is de oppervlakte cultuurgrond in <strong>Helden</strong> belangrijfc<br />

toegenomen. Bedroeg deze in 1890 ca 2200 ha momenteel is zij<br />

tot rond 5050 ha vermeerderd waarbij de grootste stijging in de<br />

jaren tussen de beide wereldoorlogen plaats had. Door toepassing<br />

<strong>van</strong> betere bewerkings- en ruimere bemestingsmethoden was<br />

het n.l. mogelijk geworden de bodemvruchtbaarheid te beinvloeden<br />

en konden ook de minder goede gronden lonend worden benut.<br />

Als gevolg hier<strong>van</strong> traden in het bodemgebruik verschuivingen<br />

op welke in hoofdzaak hierop neerkomen dat de toename <strong>van</strong> het<br />

areaal cultuurgrond d.w.z. akker- gras- en tuinland ten koste<br />

is gegaan <strong>van</strong> de oppervlakte heide.<br />

Tabel 35<br />

Soort<br />

Cul tuur gr o nd<br />

Bos<br />

Heide<br />

Rest<br />

Totaal 1 )<br />

Grondgebruik in ha.<br />

Broni Landbouwverslagen <strong>Gemeente</strong><br />

1892<br />

2233<br />

606<br />

3171<br />

893<br />

6903<br />

1919<br />

2565<br />

1325<br />

2472<br />

541<br />

6903<br />

1939<br />

4842<br />

1079<br />

550<br />

576<br />

7047<br />

1954<br />

5045<br />

1018<br />

313<br />

656<br />

7032<br />

1). Oorzaak <strong>van</strong> het verschil in totaalcijf ers is niet te achteph'alen.<br />

Met deze uitbreiding <strong>van</strong> de oppervlakte cultuurgrond kan<br />

de ontwikkeling <strong>van</strong> het aantal mannelijke agrarische beroepspersonen<br />

worden vergeleken. In 1909 hadden zich 1036 mannen<br />

als landbouwer opgegeven welk aantal in 1947 tot 1446 of met ca<br />

40$ was gestegen, Stelt men hiertegenover dat in dezelfde<br />

periode het door voornoemde personen bewerkte areaal cultuur—<br />

grond bijna is verdubbeld dan zal het duidelijk zijn dat sinds<br />

het begin <strong>van</strong> deze eeuw de bestaansbasis in de landbouw belangrijk<br />

is verbeterd, hetgeen o.m. tot uiting komt in het feit<br />

dat het aantal agrariers per 100 ha cultuurgrond gedaald is


Tabel. 36<br />

Hel den<br />

Grootteklassen<br />

1 - 5 ha<br />

5 -10 "<br />

10 -20 "<br />

10 e.m. "<br />

Eotaal<br />

- 45 -<br />

<strong>van</strong> rond 39 in 1910 1 ' tot ca 30 in 1947. Niettemin doet een<br />

vergelijking met de provincie waar in 1947 op iedere 100 ha<br />

cultuurgrond slechts 25 agrariers werkzaam waren zien dat het<br />

verhoudingscijfer in <strong>Helden</strong> iets minder gunstig is.<br />

Bovenvermelde ontwikkeling is niet zonder invloed gebleven<br />

op de grootte der bedrijven, Uit de gegevens <strong>van</strong> tabel 36 blijkt<br />

dat het aantal bedrijven als ook het areaal cultuurgrond gestegen«<br />

is°, evenwel in die zin dat de toename <strong>van</strong> de eerate groep<br />

Abs,<br />

393<br />

155<br />

44<br />

3<br />

595<br />

Bedrijven<br />

1910<br />

Rel.<br />

66.1<br />

26.-<br />

7.4<br />

0.5<br />

100.-<br />

Aantal bedrijven 1)^ opp. cultuurgrond in ha.<br />

Bron; C.B.S.-tellingen<br />

Abs.<br />

297..<br />

28-3<br />

113<br />

14<br />

707<br />

t<br />

Bedrijven ! Cult, grond<br />

Rel.<br />

42.-<br />

40.-<br />

16.-<br />

2.-<br />

100.-<br />

1950<br />

Abs.<br />

828<br />

2118<br />

1496<br />

348<br />

4790<br />

Rel.<br />

17.3<br />

44.2<br />

31.2<br />

7.3<br />

100.-<br />

1) Exclusief bedrijven 1 ha; in 1950 waren er dit 227 met 94 hf cult,<br />

grond.<br />

naar verhouding kleiner is geweest dan die <strong>van</strong> de tweede zodat<br />

de gemiddelde bedrijfsgrootte welke in 1910 rond 4*5 ha bedroeg,<br />

in 1950 tot 6,8 ha is uitgegroeid<br />

2)<br />

'. Wat de onderlinge groepering<br />

betreft valt op. te merken dat er een belangrijke verschuiving<br />

heeft plaats gehad <strong>van</strong> de 1-5 ha klasse naar de grotere<br />

en grote bedrijven, Vastgesteld kan dan ook worden dat de ontginning<br />

niet alle en de mogelijkheid om in de landbouw een bestaan<br />

op te bouwen heeft vergroot, maar dat deze omstandigheid eveneens<br />

sanerend heeft gewerkt t.a.v. de bedrijven zelf en wel in<br />

die zin dat de indeling hier<strong>van</strong> veel gezonder is geworden.<br />

Gaat men het hoofdberoep na <strong>van</strong> de grondgebruikers in<br />

1). Het aantal agrariers in 1909 is vergeleken met de oppervlakte<br />

cultuurgrond in 1910,.<br />

2). In het landbouwgebied N. Limburg was de gemidd. bedrijf sgrootte<br />

in 1950°. 7.5 ha.


Tabel 37<br />

<strong>Helden</strong><br />

Grootteklassen<br />

1 - 5 ha<br />

5-10 "<br />

10 - 20 "<br />

>0 e.m. "<br />

Cotaal<br />

En 1910<br />

- 46 -<br />

<strong>Helden</strong> dan blijkt dat <strong>van</strong> de 687 bedrijven er 594 door landbouwers<br />

en 57 door tuinders worden gedreven, Tevens kan worden geconstateerd<br />

dat de tuinbouw die in het begin <strong>van</strong> deze eeuw nog niet<br />

als zelfstandig beroep werd uitgeoefend een grote opkomst heeft<br />

gekend, Anderzijds heeft het aantal bedrijven in hand en <strong>van</strong> landarbeiders<br />

en niet-agrariers zich op ongeveer gelrjk niveau gehandhaafd<br />

terwijl de door deze groepen geexploiteerde oppervlakte<br />

tot rond 90 ha beperkt is gebleven.<br />

Bedrijven en opp. cult, grond naar hoofdberoep gebruiker.<br />

Brons C.B.S. -telling 1947.<br />

bedr.<br />

203<br />

250<br />

126<br />

15<br />

594<br />

559<br />

Landbouwer<br />

opp.<br />

643<br />

1852<br />

1659<br />

373<br />

4527<br />

bedr.<br />

54<br />

2<br />

1<br />

57<br />

Tuinder<br />

opp.<br />

1.P5<br />

• 12<br />

35<br />

152<br />

Landarbeider<br />

bedr.<br />

5<br />

5<br />

2<br />

opp.<br />

8<br />

8<br />

Niet-<br />

Agrarier<br />

bedr.<br />

28<br />

3<br />

31<br />

I 34<br />

opp.<br />

Niet alleen is het <strong>van</strong> belang te weten door wie de cultuurgrond<br />

wordt bewerkt maar ook op welke wijze dit .gebeurt. Opgemerkt<br />

kan nu worden dat er een omstelling <strong>van</strong> het productieplan<br />

plaats heeft waarbij een absoluut en relatief grotere oppervlakte<br />

als gras- en tuinland wordt aangewend. Eveneens kan uit de<br />

gegevens <strong>van</strong> tabel 38 worden afgeleid dat de bestemming <strong>van</strong><br />

de bodem in <strong>Helden</strong> vrijwel gelijk is aan die <strong>van</strong> het N«Limburgse<br />

landbouwgebied terwijl in de gemeente zelf de kleinere bedrijven<br />

naar verhouding meer tuin- en minder grasland hebben dan de<br />

grotere.<br />

62<br />

22<br />

84


Tabel 38<br />

<strong>Helden</strong><br />

Grootteklassen<br />

1 - 5 ha<br />

5-10 »<br />

10 - 20 »<br />

20 e.m. "<br />

Totaal<br />

in proc.<br />

N. Limburg<br />

1947<br />

Bouwland<br />

555<br />

1395<br />

1202<br />

288<br />

3.440<br />

72.1<br />

- 47<br />

______ u^ , , ,_„_, u_^_.. , , . rj<br />

Grondgebruiks Brons C.B. S.<br />

'50<br />

510<br />

1434<br />

968<br />

222<br />

3.134<br />

65.4<br />

68.5 | 62.7<br />

1947<br />

143<br />

405<br />

422<br />

106<br />

1076<br />

22.6<br />

25.6<br />

Grasland<br />

•50<br />

175<br />

591<br />

489<br />

119<br />

1374<br />

28.7<br />

31.5<br />

1947<br />

119<br />

85<br />

36<br />

15<br />

255<br />

*~__<br />

5.9<br />

Tuinland<br />

1), Exclusiefs tuinbouwzaden en boomgaarden met onderteelt akkerbouw<br />

resp. gras.<br />

'50 1<br />

T_e_elt£lans ' De bebouwing <strong>van</strong> het akkerland vertoont in de gemeente<br />

het voor de zandgronden normale beeld. Van de ca 3200 ha<br />

welke momenteel als bouwland worden geexploiteerd nemen de granen<br />

bijna 2/3 deel in beslag terwijl de resterende oppervlakte<br />

met knol-,wortel-, groenvoer— en handelsgewassen is beplant.<br />

Rond 1/4 deel - d.w.z, 1235 ha - <strong>van</strong> het areaal cultuurgrond bestaat<br />

uit Grasland waar<strong>van</strong> 75 ha uit kunstweiden. De grasperce— ..<br />

len komen over het gehele grondgebied <strong>van</strong> de gemeente voor en<br />

zowel op gronden <strong>van</strong> goede als minder goede kwaliteit. Als tuinland<br />

zijn thans ruim 340 ha in gebruik. Hier<strong>van</strong> is 300 ha groenteteelt<br />

in de voile grond waar<strong>van</strong> de helft beteeld met asperges.<br />

De oppervlakte groenten onder glasbeslaat 3 ha. Met betrekking<br />

tot de fruitteelt kan onderscheid worden gemaakt tussen die in<br />

de voile grond en die onder glas. Laatstgenoemde teelt komt in<br />

<strong>Helden</strong> practisch niet voor. Het areaal klein fruit omvat ca 30<br />

ha terwijl de met pit- en steenvruchten beplante oppervlakte<br />

bijna 80 ha bedraagt; <strong>van</strong> deze laatsten neemt de appel rond 70 $<br />

en de peer 17 $ in beslag. Ongeveer 3/4 deel <strong>van</strong> voornoemde 80<br />

ha is in exploitatie zonder onderteelt hetgeen wijst op een moderne<br />

aanplanting in de vorm <strong>van</strong> laagstarru Veelal zijn de<br />

boomgaardpercelen naast of in de nabijheid der bedrijf s gebouwen<br />

gelegen* Heemt men de met groenten en fruit beteelde oppervlakten<br />

1). Ontleend aan landbouwinventarisatie 1954*<br />

144<br />

93<br />

37<br />

8<br />

282<br />

5.9<br />

5*8


- 48 -<br />

tezamen dan blijkt ongeveer 450 ha als tuinland in gebruik te<br />

zijn.<br />

Een indruk <strong>van</strong> de -on-geschiktheid <strong>van</strong> de<br />

bodem <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> voor land- en tuinbouw wordt gegeven door<br />

bijgaande kaart no, 4. Diff erentiering naar gewassen heeft hierbij<br />

niet plaats gehad terwijl evenmin uitspraak is gedaan over de<br />

mogelijkheid en wenselijkheid <strong>van</strong> de aspergeteelt. Laatstgenoemde<br />

teelt valt onder de. groep tuinbouwgewassen.maar wordt practisch<br />

alleen aangetroffen op gronden die voor tuinbouw in het algemeen<br />

niet geschikt zijn« Het areaal "zeer geschikte tuingrond" is<br />

beperkt hetgeen in mindere mate eveneens met de oppervlakte<br />

"goede tuingrond" het geval is. Voor "blijvend graslaad geschikte<br />

grond" wordt, in grotere complexen, voornamelijk ten zuiden <strong>van</strong><br />

de dorpen Zel en-Hub, Zandberg, Koningslust en langs de Meyelseen<br />

Sevenumse grens aangetroffen, Overwegend is in de gemeente<br />

de oppervlakte "goed voor akkerbouw geschikte grond" terwijl de<br />

hiervoor matig geschikte bodem zich in hoofdzaak in de nabijheid<br />

<strong>van</strong> de dorpen Grasho ek-Vliegert bevindt. De voor land- en tuinbouw<br />

ongeschikte grond valt' vrijwel samen met de huidige natuurcomplexen<br />

en is voor het merendeel gelegen langs de grens met<br />

Kessel en wel in een strook ca 1.3 km breed,<br />

Stelt men de bodemgeschiktheid naast die <strong>van</strong> het grondgebruik<br />

dan komt allereerst naar voren dat het areaal cultuurgrond<br />

practisch niet meer kan worden uitgebreid. Hier en daar<br />

is de ontginning zelfs zover voortgeschreden dat minder goede<br />

grond als bouwland in gebruik genomen is. Verder blijkt dat de<br />

aanwezige gronden zich slechts voor een gering gedeelte voor<br />

blijvend grasland lenen aodat het akk erb ouwkar akt er <strong>van</strong> de gemeente<br />

gehandhaafd zal blijven*. Geconstateerd kan tevens worden<br />

dat, afgezien <strong>van</strong> de mogelijkheid tot aspergeteelt op de daarvoor<br />

geschikte - li elite zand-grond, de tuinbouw nog belangrijk<br />

kan worden uitgebreid daar momenteel tuinbouwgrond als gras- en<br />

akkerland is aangewend, Wordt de tuingrond ook als zodanig<br />

benut, dan zal dit een verder e verandering <strong>van</strong> de bedrijf s structuur<br />

tot gevolg hebben. Een binding tussen het bedrijf en de<br />

tuinbouwgronden is alleen in <strong>Helden</strong>-dorp en Panningen aanwezig<br />

terwijl de tuinbouw uitgeoefend op verspreid gelegen percelen<br />

meestal <strong>van</strong> uit een gevestigd bedrijf gebeurt hetgeen een aanduiding<br />

vormt voor de ontwikkeling ter plaatse.<br />

voorgaande werd aangetoond dat het areaal<br />

1 ) Wegens haar onoverzichtelijkheid is het samenstellen <strong>van</strong> een<br />

grondgebruikskaart achterwege gebleven.


i!<br />

cn<br />

i<br />

1<br />

Tabel 39 Aanvoer voornaamste tuinbouwproducten resp* totale omzet x 1000. Bron; Tuinbouwvereniging<br />

<strong>Helden</strong><br />

Jaar kg.<br />

1931<br />

1934<br />

1938<br />

1941<br />

1943<br />

1947<br />

1951<br />

1954<br />

Augurken<br />

92.-<br />

348.2<br />

471.-<br />

598.5<br />

324.-<br />

1224.-<br />

441.3<br />

283.5<br />

gld.<br />

11 .7<br />

18.8<br />

35.-<br />

83.-<br />

48.-<br />

297.-<br />

279.8<br />

299.4<br />

Asperges<br />

kg.<br />

1.3<br />

7 _<br />

11.-<br />

14.-<br />

8,5<br />

40.-<br />

157.8<br />

369.9<br />

gld.<br />

0.4<br />

1.4<br />

3 —<br />

7 —<br />

5.-<br />

45.5<br />

318.2<br />

434*-<br />

Spekbonen<br />

kg.<br />

141.-<br />

172.6<br />

111.-<br />

210.-<br />

261,5<br />

76.5<br />

42.3<br />

51:.4<br />

gld.<br />

15.8<br />

21,2<br />

0.7<br />

29,-<br />

45.5<br />

17,5<br />

12.5<br />

32.2<br />

Tuinbonen<br />

kg.<br />

26.-<br />

46.5<br />

81.-<br />

96.-<br />

198.5<br />

122.5<br />

106.-<br />

150.7<br />

gld.<br />

1.9<br />

0.8<br />

3 —<br />

11.-<br />

20»-<br />

15.5<br />

17.6<br />

28.5<br />

kg.<br />

18.5<br />

13,5<br />

21.-<br />

2.5<br />

31.1<br />

182.9<br />

Tomaten<br />

gld.<br />

0.8<br />

2.-<br />

2*2<br />

0,6<br />

11 .1<br />

82.7<br />

kg.<br />

420.-<br />

8509-<br />

1024*-<br />

1665.-<br />

2330e-<br />

3770.-<br />

1773.-<br />

2757*-<br />

Totaal<br />

gld.<br />

40.-<br />

56.-<br />

76 .-<br />

214.-<br />

240,-<br />

583.-<br />

959.-<br />

1395.-


Tabel 40<br />

Product<br />

Emit<br />

Erambozexi<br />

zwarte bessen<br />

50<br />

tuinbouwgrond, ook relatief belangrijk is toegenomen. Was in<br />

1919 nog slechts 40 ha voor de teelt <strong>van</strong> tuinbouwgewassen -<br />

d.w.z. in hoofdzaak voor eigen gebruik - bestemd, momenteel is<br />

deze vertienvoudigd. Kan op grond hier<strong>van</strong> reeds tot een intensivering<br />

<strong>van</strong> het bodemgebruik <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> worden geconcludeerd<br />

een indicatie^ voor dit verschijnsel vormen eveneens de jaarlijkse<br />

omzetten aan tuinbouwgewassen - zie tabel 39 waarin e-e-n steekproef<br />

<strong>van</strong> enkele jaren is uitgezet-. Duidelijk blijkt hieruit dat<br />

in de laatste 25 jaar de aanvoer <strong>van</strong> tuinbouwproducten sterk<br />

is toegenomen. Tevens kan worden vastgesteld dat de teelt <strong>van</strong><br />

augurken en spekbonen zich in neergaande lijn beweegt terwijl de<br />

aspergeteelt belangrijk is gestegen vooral in de laatste trjd.<br />

Met betrekking tot de productie <strong>van</strong> tuinbonen valt geen bepaalde<br />

ontwikkeling vast te stellen alhoewel zij t.o.v. de jaren v


Tabel 41<br />

Jaar<br />

1939<br />

1946<br />

1950<br />

1952<br />

1953<br />

1954<br />

. 51 -<br />

gewassen is vrijgegeven o.a* <strong>van</strong> asperges. Speciaal deze teelt<br />

neemt in om<strong>van</strong>g toe hetgeen blijkt uit het feit dat in 1954<br />

reeds 157 ha hiermee werd bebouwd terwijl de kg-opbrengst omstreeks<br />

1935 doet vermoeden dat het aspergeareaal toentertijd<br />

tot enkele ha was beperkt. Aansluitend zij nog vermeld dat <strong>van</strong><br />

voornoemde in de jaren 1935 en '48 uitgegeven oppervlakte teeltvergunning<br />

resp. 14 en 14 ha glascultuur was. Hoe veel dit nadien<br />

is geweest kon niet worden achterhaald, daar na 1950 de aanleg<br />

<strong>van</strong> glas is vrijgegeven d.w,z« binnen het raam der teeltvergunning.<br />

Volgens deskundigen neemt de oppervlakte glas nog voortdurend<br />

toe,<br />

. Ook de ontwikkeling <strong>van</strong> de veestapel kan .een aanwijzing<br />

inhouden betreffende een al dan niet intensiever gevoerd bedrijf.<br />

Uit de gegevens <strong>van</strong> tabel 41 blijkt nu dat het jaar 1946 kenmerkend<br />

is voor de na—oorlogse toestand en dat de opgelopen<br />

achterstand niet gering is. Rekening houti^a met ue inhaalperiode<br />

kan dan ook pas omstreeks 1950 <strong>van</strong> voor de landbouw<br />

meer normale omstandigheden.,.worden gesproken. Niettemin tonen<br />

de vermelde cijfers aan dat "in" de navolgende jaren de rundveestapel<br />

slechts weinig uitbreiding onderging. Het aantal varkens<br />

en kippen is we"! belangrijk vergroot alhoewel de eerste categorie<br />

min of meer tot rust is gekomen terwijl de tweede het vooroorlogse<br />

peil nog niet heeft bereikt. Een intensivering <strong>van</strong> enige<br />

betekenis valt bij de veestapel dan ook niet waar te nemen.<br />

Ontwikkeling veestapel Bron; Landbouwinventarisatie<br />

Rundvee<br />

3253<br />

2968<br />

3457<br />

350,7<br />

3604<br />

3686<br />

,_____^^<br />

Varkens<br />

6312<br />

3681<br />

8045<br />

10624<br />

11312<br />

11960<br />

Kippen<br />

323277<br />

93825<br />

189877<br />

198053<br />

222324<br />

274856<br />

elders is ook in <strong>Helden</strong> de evolutie in de<br />

bedrijf svoering momenteel in voile gang. De zich daarin voordoende<br />

veranderingen geschieden <strong>van</strong>uit het traditionele typei<br />

het gemengde akker- weidebouwbedrijf met zijn aangepaste veestapel,<br />

\


«. 52 —<br />

Cmdat uitbreiding <strong>van</strong> cultuurgrond resp, splitsing <strong>van</strong> bedrijven<br />

<strong>van</strong> dezelfde gemengde structuur niet goed meer mogelijk bleek<br />

ontstond er een streven om, binnen het raam <strong>van</strong> de mogelijkheden<br />

welke de zandgrond en de landbouwwetenschap boody uit de beschikbare<br />

oppervlakte meer inkomsten te trekken. Enerzijds trachtte<br />

men dit te bereiken door de productie <strong>van</strong> kapitaal- en arbeidintensieve<br />

gewassen? anderzijds door een ombouw <strong>van</strong> de veestapely<br />

veelal in de min of meer eenzijdige richting <strong>van</strong> de varkens 1 - en<br />

kippenteelt.<br />

Ondanks de differentiering die er heeft plaats gehad telt<br />

de gemeente nog weinig zuivere tuinbouw- en veeteeltbedrijven.<br />

Het aantal gemengde bedrijven is darentegen vrij groot. Tussen<br />

deze twee typen komen nog tal <strong>van</strong> variaties voor al naar gelang<br />

de nadruk wordt gelegd op het bodemgebruik, de veestapel of op<br />

beiden.<br />

Gebouwen. Bij de beoordeling <strong>van</strong> de kwaliteit der boerderijen komt<br />

automatisch de vraag naar de inrichting en de doelmatigheid er <strong>van</strong><br />

naar voren. Vastgesteld kan nu worden dat er een zekere correlatie<br />

bestaat tussen de beide genoemde factoren aan de ene en de ontginning<br />

<strong>van</strong> woeste gronden resp, de evolutie in de bedrijfsvoering aan<br />

de andere kant, Tengevolge <strong>van</strong> de aanwinst <strong>van</strong> cultuurgrond zijn<br />

veel bedrijven groter geworden. Met de capaciteit <strong>van</strong> de bestaan<br />

de gebouwen werd bij deze opp ervlakte-t o ename evenwel in veel<br />

gevallen geen rekening gehouden. Zodoende ontstonden er spanningen<br />

welke alleen langs de weg <strong>van</strong> uitbreiding <strong>van</strong> het gebouwencomplex<br />

konden worden opgelost. Als bezwaar hiertegen<br />

gold veelal de overweging dat in geval <strong>van</strong> splitsing <strong>van</strong> het<br />

ouderlijk bedrijf een onrendabele ui trust ing zou overblijven. In<br />

plaats <strong>van</strong> aan te passen behielp men zich met als gevolg veel<br />

mistoestanden. Bij vergroting <strong>van</strong> de varkens- en kippenstapel<br />

deed zich eenzelfde verschijnsel voor. Was de opnamecapaciteit<br />

<strong>van</strong> het aanwezige gebouw te gering - en dit was meestal zo -<br />

dan moesten er nieuwe stallen en hokken komen. Een juiste plaatsing<br />

er <strong>van</strong> binnen het geheel <strong>van</strong> het bestaande complex was<br />

echter dikwijls niet mogelijk zodat een ondoelmatige inrichting<br />

ontstond welke veel extra loopwerk meebrengt. Schakelt men <strong>van</strong><br />

landbouw over op tuinbouw dan houdt dit in dat 66k de gebouwen<br />

aan deze exploitatievorm moeten worden aangepast* Vaak is men<br />

evenwel geneigd de "oude" uitrusting te gebruiken en ?/el om<br />

reden <strong>van</strong> de grote investeringen, Toch zal dit bezwaar overvronaen<br />

moeten worden en zal de nieuw gekozen vorm <strong>van</strong> grondgebruik


Tabel 42<br />

- 53<br />

uitgangspunt moeten zijn zowel <strong>van</strong> de bedrijfsvoering als <strong>van</strong> de<br />

bedrijf sinrichting. Dat dit laatste <strong>van</strong> groot belang is valt<br />

trouwens ook af te leiden uit de momentee! voor dit doel verleende<br />

subsidies.<br />

Voor de landbouwer - eigenaar is in het algemeen het bedrijf<br />

primair en komt de woning op de tweede plaats. Gezien deze<br />

houding behoeft het geen verwondering te wekken dat op net terrein<br />

<strong>van</strong> de huisvesting nog slechte toestanden bestaan welke<br />

dringend verbetering vragen.<br />

Afgezien <strong>van</strong> een gering aantal zijn de huidige, practisch<br />

alien <strong>van</strong> vddr 1940 daterendef boerderijen eigendom <strong>van</strong> de gebruiker.<br />

Voor de agrarische productie vormt de eigendom - pachtverhouding<br />

derhalve geen knelpunt alhoewel het ontbreken <strong>van</strong> een<br />

zakelijke zekerheid de financiering <strong>van</strong> een zuiver pachtbedrijf<br />

kan bemoeilijken.<br />

Wjegeni In de <strong>Gemeente</strong> verkeren de landwegen in vrij slechte staat,<br />

Velen zijn niet, gedeeltelijk of maar licht verhard waardoor in<br />

tijden <strong>van</strong> grote neerslag en -droogte ernstige moeilijkheden optreden.<br />

Bovendien vormt de ontsluiting <strong>van</strong> diverse gebieden een<br />

probleem zoals b»v, in het gebied genaamd Schorft en Spiesberg,<br />

Te verwachten is evenwel dat deze vraagstukken in de aanstaande<br />

ruilverkaveling zullen worden opgelost.<br />

Hoe het met de bedrijfsverkaveling in <strong>Helden</strong> gesteld is<br />

wordt door onderstaande tabel aangegeven. Gemiddeld bedraagt het<br />

aantal kavels per bedrijf 6.6 waarbij de toestand op de kleinere<br />

bedrijven<br />

Bedrijf sverkaveling -<br />

Bron; C.B.S,<br />

1950 -<br />

'<br />

<strong>Helden</strong><br />

Gem,* a, I fo bedrijven met „.«„ kavels<br />

ILclV c-L b [ — — — ••<br />

Gr o o 1 1 e-klass e p. n bedr. j 1-2<br />

,,,.„„,, -„„„„„„„, In „.-„,, .„-<br />

1 - 5 ha 4.3 ^7.9<br />

3-5<br />

43,4<br />

6-8<br />

22.6<br />

9-11<br />

5.4<br />

j 12-14<br />

0.7<br />

5-10 " 7.7 3.5 26,5 34.- 21.9 10,6<br />

10 - 20 " 9.6 2,6 15/9 25.7 20.4 20,4<br />

20 e.m. " 8,6<br />

21,4 28,6 28.6 7,1<br />

Totaal I 6,6 13«6<br />

crrr--»-^^T---^P-~r-l r-HW i— Ha-w— J • •• • - '• • • '• •• •—'"-<br />

31*8<br />

27,7<br />

1 4.9<br />

L-<br />

7.9 .<br />

t<br />

15-24 eja,<br />

3^5<br />

15.-<br />

14.3<br />

4.1


- 54 -<br />

naar verhouding iets gunstiger is dan op de grotere hetgeen ook<br />

logisch is. Wat de spreiding <strong>van</strong> het aantal kavels of m.a.w.<br />

wat de schommeling <strong>van</strong> het gemiddelde betreft blijkt, dat 54.6$<br />

<strong>van</strong> de bedrijven er 6 of meer in gebruik heeft waar<strong>van</strong> 12 $, 12<br />

of meer; inderdaad een beeld dat om verbetering vraagt.<br />

2S£££SilLJ[HB£ii.i_* °P agrarisch gebied is de gemeente bezig een<br />

centrale functie te veroveren. Als factoren die in deze richting<br />

wijzen zijn te noemen; landbouwschool, tuinbouwschool ~ momenteel<br />

in landbouwschool ondergebracht ~, landbouwhuishoud school 5 instellingen<br />

welke ook door leerlingen uit de omliggende plaatsen<br />

worden bezocht. Verder de in de kern Panningen gevestigde Coop.<br />

Zuivelfabriek waarbij een gedeelte <strong>van</strong> de boeren uit Maasbree en<br />

Kessel is aangesloteri; het in Panningen gelegen en voor de gemeente<br />

en haar omgeving bestemde Centrum Kunstmatige Inseminatie<br />

alsmede de in <strong>Helden</strong>-dorp wonende Assistent <strong>van</strong> de Rijkslandbouwvo<br />

orlichtings dienst. Geconstateerd kan eveneens worden dat studiedagen,<br />

tentoonstellingen, vergaderingen <strong>van</strong> de kring der<br />

L.L.T.B. en J.B. bij voorkeur in de gemeente worden gehouden en<br />

dat zich in dezen zowel de bixeren uit Maasbree - een gedeelte<br />

<strong>van</strong> Baarlo uitgezonderd -? Kessel, Meyel als de groep "oude<br />

boeren" uit Neer op deze plaats richten. Een en ander duidt<br />

erop dat de gemeente inzake. onderwijs, organisatieleven enz* een<br />

centrale plaats inneemt; een omstandigheid welke met be trekking tot<br />

de verdere ontwikkeling er <strong>van</strong> de nodige aandacht verdient.<br />

Gezinnems Onder "het gezin" zijn<br />

alleen die personen gerangschikt welke hiertoe in engere zin<br />

behoren n.l. ouders en kinderen - inclusief de tijdelijk elders<br />

verblijvenden zoals o.m. militairen - alsmede samen- en inwonende<br />

ongehuwde broers en/of zusters. Vreemd personeel is buiten de<br />

gezinsregistratie gehouden daar het merendeel hier<strong>van</strong> uit de<br />

plaatselijke boerenstand voortkomt en nog inwonend is in het<br />

ouderlijk gezin.<br />

Ruim 37 % <strong>van</strong> de agrarische gezinnen en bijna 57$ <strong>van</strong> de<br />

landbouwende bevolking blijkt uit 8 of meer personen te bestaan<br />

resp, in deze gezinnen te leven - zie tabel 43 -, Bij de nietagrarische<br />

gezinnen is dit 11


Tabel 43<br />

<strong>Helden</strong><br />

Gezin <strong>van</strong><br />

1 pers.<br />

2 of 3 "<br />

4 " 5<br />

5 » 7 "<br />

3 .1 9<br />

3 " meer "<br />

Dtaal<br />

bsoluut<br />

— 55 —<br />

bestaat maar ook dat de bijzondere gezinsstructuur <strong>van</strong> de gemeente<br />

als geheel, terug te voeren is op de verhoudingen waardoor eerstgenoemde<br />

groep gekenmerkt wordt.<br />

gez.<br />

4.3<br />

15.9<br />

20.-<br />

22.6<br />

19.7<br />

17.5<br />

100.-<br />

Gezinsstructuur - 1955 - in $. Bron:<br />

<strong>Gemeente</strong>.<br />

Agrarische<br />

pers.<br />

0.7<br />

6.2<br />

13.9<br />

22.6<br />

25.9<br />

30.7<br />

100.-<br />

629 | 4053<br />

gez.<br />

13,5<br />

28.6<br />

21.7<br />

16,8<br />

11.-<br />

8.4<br />

100.-<br />

1950<br />

Totale<br />

pers.<br />

2.8<br />

14.6<br />

20.4<br />

22.8<br />

19.4<br />

20.-<br />

100.-<br />

9310<br />

gez.<br />

Overige<br />

17,9<br />

34,5<br />

22.5<br />

14.1<br />

6.8<br />

4.2<br />

100.-<br />

1321<br />

pers.<br />

4.5<br />

20.9<br />

25.5<br />

23.-<br />

14.3<br />

11.8<br />

100.-<br />

5257<br />

Bij beschouwing <strong>van</strong> de bevolking naar de mate <strong>van</strong> deelneming<br />

aan het economische leven wordt algemeen de indeling gehanteerd<br />

ins nog-niet| half-5 volledig en niet-meer-productieven overeenkomend<br />

met de leeftijdsklassen <strong>van</strong> resp.; 0-14; 15-19 en 55-64;<br />

20-54 en 65 jaar en ouder.<br />

Zowel bij het. landbouwende - -als het niet-agrarisch bevolkingsdeel<br />

nemen de j eugdigen en volproductieven een naar verhouding<br />

vrijwel gelijke positie in, evenals de 55 - 64 jarigen.<br />

Inzake de beide andere leeftijdsklassen bestaan evenwel belangrijke<br />

verschillen waarbij de groep niet-agrariers relatief veel meer<br />

niet-meer-productieven telt dan de categorie boeren terwijl dit<br />

omgekeerd bij de 15 - 19 jarigen het geval is.


Tabel 44<br />

<strong>Helden</strong><br />

Leeftijd<br />

0 - 14 j.<br />

5-19 "<br />

10 - 54 "<br />

>5 - 64 "<br />

>5 e.o. ! 1<br />

Totaal<br />

- 56 -<br />

Bevolking naar leeftijdsgroepen in $<br />

Mn.<br />

39,1<br />

12.-<br />

40.2<br />

5.8<br />

Agrarische<br />

2,9<br />

100.-<br />

Lbsoluut ! 2093<br />

Vr.<br />

41.6<br />

12.8<br />

38.7<br />

5.2<br />

1.7<br />

100.-<br />

1960<br />

Mn.<br />

39.5<br />

9.2<br />

39.8<br />

5.5<br />

6.-<br />

100.-<br />

4693<br />

Totale 1 ^<br />

Vr.<br />

40.6<br />

9.2<br />

39.4<br />

5.2<br />

5,6<br />

100.-<br />

4629<br />

). Betreft toestand Dec, 1954; excl. gestichtsbevolking.<br />

Mn.<br />

39.9<br />

6.9<br />

39.5<br />

5.3<br />

8.4<br />

100.-<br />

2600<br />

Overige<br />

Vr»<br />

40.-<br />

6,6<br />

39.9<br />

5.3<br />

8.2<br />

100.-<br />

2669<br />

Migraties Het onderzoek naar de migratie <strong>van</strong> de agrarische<br />

bevolkingsgroep is beperkt gebleven tot het vertrek naar het<br />

buitenland. Daarbij zijn alleen de jaren na de tweede wereldoorlog<br />

in beschouwing genomen. Voordien was <strong>van</strong> buitenlandse emigratie<br />

<strong>van</strong> landbouwers practisch geen sprake; werd althans zeer zeker<br />

niet als noodzaak gezien. Bovendien werd to en noch door de<br />

regering noch door de eigen organisatie stimulerend in die richting<br />

gewerkt; eerder is het tegendeel waar. In de vooroorlogse<br />

periode vormde de emigratie geen integrerend deel <strong>van</strong> de bevolkingspolitiek.<br />

Na 1945 heerste aan<strong>van</strong>kelijk en in regeringskringen<br />

zelfs in sterke mate de overtuiging dat emigratie zoveel<br />

mogelijk moest worden voorkomen. Later wijzigde zich deze<br />

houding en werd de emigratie in de bevolkingspolitiek opgenomen.<br />

Zoals door de cijfers <strong>van</strong> onderstaand overzicht wordt aangegeven<br />

zijn in de periode 1948 t/m f 54 in totaal 133 uit de<br />

gemeente afkomstige agrariers. naar het buitenland vertrokken.<br />

Conclusies omtrent een bepaald verloop <strong>van</strong> de emigratie zijn<br />

uit de vermelde cijfers evenwel niet te trekken daar het aantal<br />

personen hiervoor te gering is. Niettemin valt bij vergelijking<br />

met de totale landelijke- en gemeentelijke emigratie een globale<br />

parallel te constateren, in hoofdzaak hierop neerkomend dat<br />

de periode 1950 - '52 door een sterke stijging wordt gekenmerkt<br />

maar dat sindsdien het vertrek aanmerkelijk is afgenomen.


Tabel 45<br />

Gebied<br />

<strong>Helden</strong> 1 ^<br />

Rijk x 1000 2 ^<br />

<strong>Helden</strong> '<br />

- 57 -<br />

Overzicht buitenlandse emigratie, Brons <strong>Gemeente</strong> C.B.S.<br />

1948<br />

1<br />

66<br />

'49<br />

19<br />

58<br />

1) Betreft emigratie agrariers; 2) betreft totale emigratie.<br />

'50<br />

3<br />

51<br />

12<br />

Volgens deskundigen in emigratiekringen houdt de terugval<br />

na 1952 voornamelijk verband met de door de regeringen <strong>van</strong><br />

Australie en Nieuw-Zeeland ingevoerde beperkende bepalingen.<br />

Anderzijds mag in dezen de ontwikkeling <strong>van</strong> de conjunctuur ook<br />

niet uit het oog worden verloren. Na een kleine aarzeling omstreeks<br />

het jaar 1951 beweegt zij zich weer in opgaande lijn en<br />

zijn de kansen op een behoorlijk betaalde werkkring in de nijverheid<br />

wederom aanmerkelijk verruimdi ook voor boerenzoons en zelfs<br />

ook voor de ongeschoolden onder hen. Hoe de emigratie <strong>van</strong> agrariers<br />

in de nabije toekomst zal verlopen valt, en dit geldt ook<br />

voor de gemeente <strong>Helden</strong>, moeilijk te voorspellen. Behalve dat de<br />

hausse nog steeds aanhoudt wordt - getuige o.m. de belangstelling<br />

voor het technische onderwijs - het contact tussen landbouw en<br />

Industrie inniger^ in zich echter factoren welke een remmende<br />

invloed op de emigratie uitoefenen.<br />

Uit de samenstelling der emigrant en naar geslacht blijkt<br />

dat tegenover 86 mannen slechts 47 vrouwen zijn vertrokken zodat<br />

het vrouwelijk element verre in de minderheid is. Bveneens kan<br />

worden vastgesteld dat rond 2/3 deel <strong>van</strong> de agrariers ouder is<br />

dan 20 jaar en dat een ongeveer even groot percentage in gezinsverband<br />

is geemigreerd, Bij de alleenstaanden. nemen de mannen -<br />

te weten 41 - een overheersende plaats in? hetgeen tevens betekent<br />

dat de in gezinsverband vertrokken personen uit vrijwel<br />

gelijke delen mannen en vrouwen bestaan. Raar het schijnt vertrekken<br />

de gezinnen in sterk overwegende mate naar Canada terwijl<br />

de alleenstaanden een ten naaste bij gelijkevoorkeur voor<br />

Canada en Nieuw-Zeeland hebben. Opvallend is dat emigratie<br />

naar landen in Europa niet plaats had. Voor zover kon worden<br />

nagegaan keerden slechts 3 emigranten,•zijnde ongehuwde mannen<br />

naar <strong>Helden</strong> terug*<br />

'51<br />

23<br />

67<br />

48<br />

«52<br />

37<br />

81<br />

74<br />

! 53<br />

32<br />

67<br />

51<br />

154<br />

18<br />

61<br />

39


Tabel 46<br />

Leeftijd<br />

0-13<br />

14-20<br />

21 e.o.<br />

Totaal<br />

man<br />

19<br />

9<br />

58<br />

86<br />

- 58 -<br />

Buitenlandse emigratie naar leeftijd en richting<br />

1948- '54<br />

vrouw<br />

13<br />

3<br />

31<br />

47<br />

Richting<br />

i<br />

Canada<br />

1 Aus trali e<br />

N. Zealand<br />

Indie<br />

: Totaal<br />

Gezin<br />

10<br />

4<br />

2<br />

16<br />

,<br />

pers.<br />

52<br />

24<br />

7<br />

83<br />

Alleenstaand<br />

Waarom wordt er nu geemigreerd ? Besprekingen hieromtrent<br />

gevoerd met deskundigen op dit gebied gaven tot uitkomst dat<br />

een der oorzaken gelegen is in het feit dat er voor de kinderen<br />

geen vooruitzichten bestaan op een zelfstandig bestaan in de<br />

landbouw. Daar deze omstandigheid practisch voor alle boerengezinnen<br />

geldt moeten er nog--andere stimulansen zijn welke tot<br />

emigratie do en besluiten. Een hier<strong>van</strong> is het te kleine bedrijf,<br />

waar<strong>van</strong> de rentabiliteit te laag is om het wonende gezin te<br />

onderhouden en waarop een volwaardige arbeidskracht het gehele<br />

jaar door geen werk heeft. Verder factoren alss toevallige<br />

aanbiedingen uit het buitenland; plaats maken als pachter voor<br />

de eigenaar-gebruiker; dreiging <strong>van</strong> onteigening alsmede de<br />

mentale gesteldheid <strong>van</strong> het gezin waarbij de binding aan dorpswerk-<br />

of leefgemeenschap al .dan niet stimulerend kan werken<br />

evenals de vrees voor het onbekende resp. voor het te lopen<br />

risico,<br />

Levert het emigreren <strong>van</strong> boeren voordelen op voor de<br />

agrarische stand in een gemeente ? Bij beantwoorcing <strong>van</strong> deze<br />

vraag dient onderscheid te worden gemaakt tussen de vrijgekomen<br />

gronden en gebouwen welke in eigendom zijn en die welke krachtens<br />

pachtovereenkomst worden geexploiteerd. Doorgaans verkoopt de<br />

boer-eigenaar zijn bezittingen aan de meest biedende - die niet<br />

altrjd de meest behoevende is - terwijl de verpachter zijn eigendom.<br />

overdoet aan degene die hem hiervoor het geschiktst voorkomt.<br />

Mogelijkheden om de achtergelaten uitrusting op die plaats<br />

te brengen waar ze het noodzakelijkst is bestaan er n.l. practisch<br />

niet. Wordt de uitrusting in haar geheel overgedaan dan<br />

zjjn de omstandigheden voor de. nieuwe gebruik er weinig verschillend<br />

<strong>van</strong> die <strong>van</strong> de emigrant; 66k als het een klein bedrijf<br />

22<br />

3<br />

2f<br />

50


- 59 -<br />

betreft, Heeft versnippering plaats dan kan dit een sanering<br />

inhouden <strong>van</strong> de overige, bestaande, bedrijven; maar ook het<br />

stichten <strong>van</strong> nieuwe hetgeen niet zonder consequenties is. Een<br />

verlichting <strong>van</strong> de spanningen in de arbeids- en opvolgingsmogelijkheden<br />

houdt de emigratie dan ook zo goed als niet in. Zeker<br />

niet wanneer zoals in <strong>Helden</strong> het jaarlijkse aanbod <strong>van</strong> bedrijven<br />

tot 1 a 2 beperkt blijft.<br />

Arbeidsbehoefte en -aanbod. Teneinde het resultaat <strong>van</strong> het<br />

dienaangaande ingestelde onderzoek in het juiste daglicht te<br />

kunnen plaatsen is een nadere concretisering <strong>van</strong> de gebezigde<br />

methode en begrippen gewenst, evenals <strong>van</strong> de gemaakte veronderstellingen.<br />

De berekening nu <strong>van</strong> een eventueel arbeidsoverschot<br />

resp,_tekort heeft zich beperkt tot de land- en tuinbouwbedrijven<br />

welke groter zijn dan 1 ha en waar<strong>van</strong> op grond <strong>van</strong> bedrijf s- en<br />

gezinsstructuur, aangenomen kan worden dat zij in de naaste toekomst<br />

blijven voortbestaan, Liquiderende en aflopende bedrijven<br />

d.w.z. ondernemingen die momenteel de - uit gezinssamenstelling,<br />

om<strong>van</strong>g en aard <strong>van</strong> het bedrijf, gebrek aan opvolging <strong>van</strong> bedrijfshoofd<br />

enz. af te leiden - tendenz vertonen op korte termijn de<br />

exploitatie te staken zijn buiten het onderzoek gehouden. Van<br />

de bedrijven kleiner dan 1 ha zijn alleen degenen in aanmerking<br />

genomen welke geacht konden worden een redelijk bestaan op te<br />

leveren. Een bepaalde categorie grondgebruikers is zodoende<br />

buiten beschouwing gebleven, Aangezien dit veelal personen betreft<br />

die hun hoofdberoep buiten de landbouw hebben; het grondgebruik<br />

binnen afzienbare tijd stopzetten dan wel wier bedrijfsrentabiliteit<br />

te laag is, zijn zij voor het onderhavige vraagstuk<br />

evenwel <strong>van</strong> weinig belang, De vraag hoeveel ha uit deze sector<br />

uiteindelijk naar de landbouw zal toevloeien is buiten beantwoording<br />

gebleven daar de grootte hier<strong>van</strong> nauwelijks is te ramen.<br />

Normaliter omvat het begrip arbeid alle in land- en tuinbouw<br />

verrichte werkzaamheden, zowel door mannen en vrouwen als<br />

door los en vast personeel, eigen en vreemde arbeidskrachten*<br />

Opgemerkt zij nu dat het onderzoek naar een arbeids-overschot<br />

resp.-tekort zich beperkt heeft tot de mannen. Met de door<br />

vrouwen gedane arbeid is hierbij dan ook geen rekening gehouden,<br />

Dit temeer ook daar de door deze categorie verrichte werkzaamheden<br />

voornamelijk die arbeid omvat welke in de landbouw als<br />

typisch vrouwelijk wordt aangemerkt*<br />

Om de eenheden arbeidsbehoefte en -aanbod met elkaar te<br />

kunnen ver gelijke n was het nodig ze onder een noemer te brengen.


- 60 -<br />

Hiervoor is het begrip volwaardige arbeidskracht - v.a*k, - gehanteerd,<br />

overeenkomend met een mannelijk persoon in de volproductieve<br />

leeftijd die het gehele jaar door op een middelgroot<br />

goed geleid bedrijf werkzaam is, Gebruitoaakend nu <strong>van</strong> algemeen<br />

gebezigde normen zijn de op de bedrijven aanwezige krachten tot<br />

genoemde grootheid te herleiden of m.a.w, kan het arbeidsaanbod<br />

per bedrijf worden vastgesteld. Bij de bepaling <strong>van</strong> de arbeidsbehoefte<br />

is de gangbare - op bepaalde normen en grootteklassen<br />

gebaseerde- methode niet gevolgd, maar zijn plaatselijke deskundigen<br />

ingeschakeld en is aan elk bedrijf zoveel v.a.k.'s "toege—<br />

wezen" als de praktijk nodig achtte. Ofschoon ook deze methode<br />

het gevaar <strong>van</strong> misgrepen inhoudts wil het toch voorkomen dat de<br />

werkelijkheid hierdoor het dichtst wordt benaderd. Sterke differ<br />

entiaties binnen het gemengde landbouwbedrijf; tuinbouw'in<br />

de voile grond en onder glas; teelt <strong>van</strong> asperges; variaties in<br />

de veestapel enz, bemoeilijken nu eenmaal het werken met algemene<br />

normen, zeker waar het om een klein gebied handelt.<br />

Inzake de vaststelling. <strong>van</strong> de arbeidscapaciteit der tijdelijk<br />

werkzame mannen is aangehaafct" bij de landbouwtelling 1950 waar<br />

deze groep naar leeftijd enz. is ingedeeld. De arbeidstijd <strong>van</strong><br />

deze werkers is uitgedrukt in werkweken waarbij het jaar voor<br />

50 weken telt. Via bepaalde normen is het gehele arbeidsreservoir,<br />

werkend op bedrijven groter dan 1 ha, tot v.a.k.'s omgerekend<br />

- de bedrijfsgrootte <strong>van</strong> meer dan 1 ha is aangehouden omdat<br />

deze aansluit bij de maatstaf welke gebruikt is bij de keuze<br />

<strong>van</strong> de geenqueteerde bedrijven ~-» Bij voorbaat zij vermeld dat -<br />

gemeten in v.a«k, ! s - de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de door deze seizoenwerkers<br />

geleverde arbeid uiterst gering is.<br />

Het tekort aan arbeidskrachten is als een opzichzelfstaande<br />

grootheid gezien, evenals het overschot. In werkelijkheid hangen<br />

deze twee n.l. niet zodanig samen dat zij elkaar aanvullen of<br />

m,a8w» dat in een plaatselijk danwel streekqggwijs optredend tekort<br />

door een aldaar aanwezig of een zioh elders voordoend overschot<br />

wordt voorzien*<br />

Daarbij komt dat-het hier in hoofdzaa-k zoons. <strong>van</strong> zelf-<br />

standige boeren betreft welke het werken in vreemde loondienst<br />

d.w.z. als landarbeider niet ligt? althans wanneer de vooruitzichten<br />

om de leiding over een eigen bedrijf te krijgen minimaal<br />

zijn. Neemt men verder nog in aanmerking dat binnen het beroep<br />

landarbeider weinig mogelijkheden tot positieverbetering bestaan<br />

en dat de omstandigheden waarin de landarbeider in economisch<br />

en sociaal opzicht verkeert nu ook niet bepaald uitzonderlijk zijn


- 61 -<br />

dan zal het duidelijk zijn dat tekort en overschot aan arbeidskrachten<br />

als aparte grootheden moeten worden gezien zowel als los <strong>van</strong><br />

elkaar staande problemen.<br />

De overschotten en tekorten zijn onderscheiden in reele en<br />

irreele en wel om reden dat deze niet steeds uit hele mankrachten<br />

bestaan, maar ook uit gedeelten er <strong>van</strong>. Verder is <strong>van</strong> de veronderstelling<br />

uitgegaan dat bij een overschot resp» tekort <strong>van</strong> een halve<br />

v»a«k» of minder de oplossing gevonden dient te worden in een<br />

aanpassing <strong>van</strong> het bedrijf aan de werkelijk aanwezige krachten<br />

d.m.v. intensivering of grondaantrekking resp. extensivering<br />

grondvermindering. Minder dan een hele, maar meer dan een halve<br />

v.a.k. is als 6en kracht geteld welke bij aanwezigheid kan worden<br />

afgestoten — met aanpassing <strong>van</strong> het bedrijf aan het verminderde<br />

arbeidsaanbod - danwel aangetrokken - met dezelfde restrictie,,<br />

maar met tegengestelde werking -. Onder het irreel overschot/tekort<br />

is nu verstaan de som der hele plus gedeeltelijke v.a.k. 's<br />

terwijl het reele het eerder genoemde totaal omvat verminderd met<br />

het aantal gedeeltelijke mankrachten <strong>van</strong> een halve of minder.<br />

Rangschikt men de in <strong>Helden</strong> aanwezige bedrijven volgens de<br />

bovenaangehaalde principes dan blijkt dat de gemeente 620 ondernemingen<br />

telt welke als zuivere land- en tuinbouwbedrijven zijn te<br />

beschouwen. Naar leeftijd varieren de daarop werkzame mannelijke<br />

krachten <strong>van</strong> 15 tot 75 jaar, Deze groep, bestaande uit bedrijf s~<br />

hoof den , zoons en broers <strong>van</strong> het bedrijf shoofd alsmede knechts,<br />

vormt de vaste arbeiderskern, alhoewel het in zich dubieus is of<br />

bij de 15-19 jarigen <strong>van</strong> blijvende werkzaamheid in de landbouw<br />

sprake is. Ongeveer 68$ <strong>van</strong> het arbeidsaanbod is in de volproductieve<br />

leeftijd en ruim 60 resp. 34 $ bestaat uit bedrijfshoofden<br />

en zoons. Laatstgenoemde cijfers tonen duidelijk aan dat het ge~<br />

zinsbedrijf in sterke mate overheerst.<br />

Tabel 47<br />

Leeftijd<br />

15 - 19 j.<br />

20 - 54 "<br />

55 - 64 ir<br />

65 - 74 "<br />

Totaal<br />

179 !<br />

687<br />

105<br />

33<br />

1004<br />

Mannelijke vaste krachten<br />

Positie in het bedrijf of relatie •<br />

tot bedrijf shoofd.<br />

Bedrijf shoof d 1 '<br />

Zoon <strong>van</strong> bedrijf shoofd<br />

Broer <strong>van</strong> bedrijf shoofd<br />

Vreemd personeel<br />

Totaal<br />

620<br />

357<br />

15<br />

35<br />

1027<br />

1). Hieronder bevinden zich 23 vrouwen. Dit aantal is thans reeds<br />

vermeld omdat het later nodig is bij de berekening <strong>van</strong> de<br />

generatiedruk.


Tabel 48<br />

Werkelijke<br />

mankracht<br />

p. bedrijf<br />

0.5<br />

f $ H * B<br />

1.5<br />

2.-<br />

2.5<br />

3 « —<br />

3.5<br />

4.-<br />

4.5<br />

5» —<br />

Totaal<br />

- 62 -<br />

Hoe groot is nu de bezetting aan mannelijke personen per<br />

bedrijf en in hoeverre zijn de aanwezige arbeidskrachten gelijk<br />

aan volwaardige ? Blijkens de cijfers <strong>van</strong> tabel 48 maakt het eenmansbedrijf<br />

ruim de helft en het twee-persoons-bedrijf 27 $ <strong>van</strong><br />

het totaal aantal ondernemingen uit terwijl het aantal bedrijven<br />

met een bezetting <strong>van</strong> meer dan 2 mankrachten slechts 15$ omvat.<br />

Tevens kan uit de vermelde gegevens worden afgeleid dat bij 288<br />

bedrijven - zijnde 46$ - de aanwezige mankracht de behoefte dekt,<br />

welk verschijnsel relatief het meest bij de eenmansbedrijven voor~<br />

komt« Van de overige, met een tekort of overschot kampende<br />

ondernemingen hebben - in absolute aantallen - de eenmansbedrijven<br />

de grootste tekorten aan v.a.k.'s en zijn de overschotten<br />

voornamelijk op de twee-f maar in belangrijke mate eveneens op de<br />

drie- en vierpersoons bedrijven aanwezig, of schoon bij de eerstgenoemde<br />

categorie ook een aanmerkelijk tekort aanwijsbaar is.<br />

Aantal<br />

bedrijven<br />

9<br />

337<br />

12<br />

168<br />

9<br />

60<br />

1<br />

20<br />

1<br />

3<br />

620<br />

Bezetting; bedrijven; v.a.k.<br />

$-bedrijven<br />

1.5<br />

54.4 '<br />

1.9<br />

27.1<br />

1.5<br />

9.7<br />

0.1<br />

3.2<br />

0,1<br />

0.5<br />

100.-<br />

Aanbod.<br />

arb.<br />

kracht<br />

= be-<br />

i<br />

hoefte Qv.er<br />

aan<br />

v.a.k.<br />

bedrijven<br />

9<br />

229<br />

5<br />

39<br />

-<br />

6<br />

— -<br />

_<br />

„<br />

288<br />

Overschot resp. tekort aan<br />

v.a.k. 's op bedrijven<br />

bedrij-| v.a.k. *s<br />

ven !<br />

«.<br />

17<br />

4<br />

86<br />

8<br />

47<br />

1<br />

20<br />

1<br />

2<br />

186<br />

„,<br />

8.2<br />

1.5<br />

46.3<br />

4.6<br />

37.6<br />

0,7<br />

26,5<br />

0.8<br />

4.5<br />

130.7<br />

bedrijven<br />

„<br />

91<br />

3<br />

43<br />

1<br />

7<br />

-<br />

-<br />

_<br />

1<br />

Tekort<br />

;<br />

, v.ajc.'s<br />

-,<br />

58.0<br />

1.2<br />

21.2<br />

0,3<br />

2,9<br />

_<br />

_<br />

-<br />

0.3<br />

146 83.9<br />

Gaat men de spreiding <strong>van</strong> het bovenvermelde tekort/overschot<br />

na dan verkrijgt men het in tabel 49 opgenomen overzicht*<br />

Van de daarin aangegeven totalen kan niet gezegd worden dat zij<br />

re'ele waarde hebben aangezien een gedeelte hier<strong>van</strong> uit "minder<br />

dan hele" arbeidskrachten bestaat* Om nu tot bruikbare en de


- 63 -<br />

werkelijkheid beter benaderende aantallen te komen is het eerder<br />

genoemde onderscheid tussen reel en irreel overschot/tekort<br />

ingevoerd. Het blijkt dan dat het reele overschot 106 volwaardige<br />

mannelijke arbeidskrachten bedraagt en het tekort 40; grootheden<br />

welke los <strong>van</strong> elkaar m.a,w» als op zichzelf staand dienen te<br />

worden beschouwd.<br />

Tabel 49<br />

V.A.K.<br />

0,5 en <<br />

0.6 - 0,9<br />

1 o **"<br />

>1-<br />

Totaal<br />

Spreiding overschot/tekort v.a.k. 's.<br />

Bedrijven<br />

93<br />

48<br />

22<br />

23<br />

186<br />

Overschot<br />

V.A.K. 's<br />

24.7<br />

48—<br />

22<br />

36<br />

130.7<br />

Bedrijven<br />

107<br />

9<br />

27<br />

3<br />

146<br />

Tekort<br />

V.A.K. 's<br />

43.9<br />

9<br />

27<br />

4<br />

83.9<br />

Een "by zonder facet <strong>van</strong> de natuurlijke groei der<br />

agrarische bevolking vormt het- vraagstuk; boerenzoons, Dit probleem<br />

vindt zijn onmiddellijke oorzaak in het feit dat de natuurlijke<br />

groei groter is dan de uitbreidingsmogelijkheden in de landbouw.<br />

Het, neemt echter niet de gehele landbouwende bevolking<br />

in beschouwing doch alleen de zoons <strong>van</strong> zelfstandige boeren en<br />

tuinders die in de landbouw werkzaam zijn. Voor deze zoons worden<br />

de opvolgingsmogelijkheden uitgedrukt in het generatiedrukcijf er.<br />

Uitgegaan wordt hierbij <strong>van</strong> de veronderstelling dat de in de<br />

agrarische productie werkzame zoons binnen tenminste 15 jaar<br />

zelfstandig bedrijfshoofd willen worden, Bekend is verder dat de<br />

bedrijf shoof den zelf gemiddeld 30-35 jaar deze functie uitoefenen<br />

zodat per jaar 1/33 <strong>van</strong> het totaal aantal bedrijven voor opvolging<br />

vrijkomt. De generatiedruk is dus gelijk aan 1/15 <strong>van</strong> het aantal<br />

zoons in de landbouw werkzaam, gedeeld door 1/33 <strong>van</strong> het aantal<br />

bedrijven.<br />

Bij de berekening nu <strong>van</strong> de generatiedruk in <strong>Helden</strong> is, voor<br />

wat de bedrijfshoofden betreftf hetzelfde aantal aangehouden dat<br />

als uitgangspunt voor de vaststelling <strong>van</strong> de divergentie arbeidsaanbod/behoefte<br />

is genomen, terwijl onder de zoons ook degenen<br />

zijn gerangschikt die elders in de landbouw werkzaam zijn. Het<br />

aldus verkregen cijfer bedraagt 1.48 'n.l. 1/15 x 416 i 1/33 x<br />

620. In de eerstvolgende 15 jaar blijken derhalve 135 boerenzoons<br />

yan opvolgingskansen te zijn uitgesloten zodat gemiddeld per<br />

1)* Het geaeratiedrukcijf er voor Limburg-ten westen <strong>van</strong> de Maasbedraaet<br />

1.78. L.E.I. Rapport Linker Maas- en Waaloever 1953»


- 64 -<br />

jaar 9 jongens moeten afvloeien, althans onder de veronderstelling<br />

dat de bestaansmogelijkheid in de agrarische sector het<br />

sti cht en <strong>van</strong> nieuwe bedrijven uitsluit,<br />

-° e afvloeiing uit het generatiedrukcijfer<br />

begroot heeft een ander karakter dan die welke in het<br />

navolgende uit de natuurlijke bevolkingsgroei wordt becijferd. In<br />

het eerste geval betrof het de zoons die reeds in de landbouw<br />

werkzaam zijn terwijl het in het tweede over de jongeren gaat welke<br />

nog geen beroep gekozen hebben.<br />

Het aantal j eugdigen dat in de eerste 15 jaar genoodzaakt<br />

zal zijn buiten de landbouw een bestaan te zoeken wordt allereerst<br />

bepaald door de wijzigingen welke zich in de categorie momenteel<br />

werkzame boeren voordoen. Een hier<strong>van</strong> is de beroepsverandering;<br />

een andere de sterfte. De eerste factor is verwaarloosd en wel<br />

op grond <strong>van</strong> de overweging dat de in de landbouw tewerkgestelde<br />

personen niet gauw naar andere beroepen overstappen. Het tweede<br />

aspect is aan de hand <strong>van</strong> de sterftetaf els te ramen met dien<br />

verstande dat de personen welke momenteel 50 jaar en ouder zijn<br />

geheel worden af geschreven £.n.. de omstandigheid overschot/tekort<br />

in de landbouw buiten beschouwing is gelaten. Past men voornoemde<br />

berekeningswijze toe dan blijkt dat <strong>van</strong> de 1004 thans werkzame<br />

mannelijke landbouwers, er in 1970 nog 724 "over" zijn zodat het<br />

aantal opengevallen plaatsen 280 bedraagt,<br />

Zoals aangegeven tell en de agrarische gezinnen 81 8 jongens<br />

in de leeftijd <strong>van</strong> 0-14 jaar. Tengevolge <strong>van</strong> sterfte zal dit<br />

aantal in 1970 tot 793 zijn gedaald. Uit het verschil tussen<br />

vraag naar - 280 - en aanbod <strong>van</strong> - 793 personen kan nu worden<br />

afgeleid dat 513 jongeren - zijnde per jaar 34 - uit de landbouw<br />

moeten afvloeien; als boer emigreren of nieuwe arbeidsplaatsen<br />

in de agrarische sector moeten zien te vinden.


Dab el 50<br />

Srafiek 9<br />

lelden<br />

sdrijf s-<br />

.asse<br />

irdewerk<br />

I'af .nrjv.<br />

>uw "<br />

lem* "<br />

mtbew.<br />

.eding<br />

sder<br />

staalnijv.<br />

jxtielnijv.<br />

>edingsmidd<br />

)taal<br />

- 65 -<br />

2. Qverig_e _ bronnen^an b ej3l;aan.<br />

a. Nijverheid.<br />

Bij de analyse <strong>van</strong> de beroepsstructuur der bevolking is<br />

gebleken dat in 1947 slechts 720 personen, zijnde een vijfde deel<br />

<strong>van</strong> de in een beroep werkzamen., een bestaan vond in de nijverheid.<br />

Dit aantal omvat zowel degenen die in als die buiten <strong>Helden</strong> in<br />

deze bedrijfstak tewerkgesteld waren.<br />

Hoe het nu met de werkgelegenheid gesteld is welke door de<br />

in de gemeente aanwezige nijverheidsbedrijven geboden wordt,<br />

wordt door de uitkomsten <strong>van</strong> de C.B.S.-tellingen <strong>van</strong> december<br />

1930 en October 1950 aangetoond. Aangetekend zij dat de personen<br />

vermeld in de bedrijfstelling, geteld zijn in de plaats waar het<br />

bedrijf gevestigd is en hieronder dus ook degenen zijn begrepen<br />

die niet in <strong>Helden</strong> woonachtig zijn, ¥/egens het verschil in telcriterium<br />

is een vergelijking tussen de gegevens <strong>van</strong> de beroepsen<br />

de bedrijf stelling dan ook niet mogelijk.<br />

,<br />

1930<br />

Aantal vestigingen in" de nijverheid en de hierin<br />

werkzame personen Bronx C.B.S.<br />

Vestigingen<br />

2<br />

1<br />

43<br />

1<br />

8<br />

43<br />

19<br />

19<br />

1<br />

30<br />

167<br />

'50<br />

3<br />

2<br />

48<br />

2<br />

3<br />

47<br />

15<br />

24<br />

^_JL^<br />

Personen<br />

1930<br />

96<br />

2<br />

89<br />

2<br />

23<br />

55<br />

26<br />

43<br />

1<br />

118<br />

183 455.<br />

'50<br />

95<br />

13<br />

175<br />

5<br />

6<br />

124<br />

26<br />

148<br />

160<br />

752<br />

Mannen<br />

'30<br />

96 2<br />

84<br />

2<br />

21<br />

28<br />

24<br />

42<br />

95<br />

394<br />

! 50<br />

95<br />

10<br />

166<br />

2<br />

5<br />

61<br />

22<br />

130<br />

118<br />

609<br />

i<br />

Vrouwen<br />

•30.<br />

5<br />

2<br />

27<br />

2<br />

1<br />

1<br />

23<br />

•50<br />

3<br />

9<br />

3<br />

1<br />

63<br />

4<br />

18<br />

42<br />

61 143<br />

i<br />

$ werkzaarr<br />

zijnde<br />

personen<br />

'30<br />

21.1<br />

0.4<br />

19.6<br />

0,4<br />

5.1<br />

12.1<br />

5.7<br />

9.5<br />

0.2<br />

25.9<br />

100 —<br />

'50<br />

12.6<br />

1.7<br />

23.2<br />

0,7<br />

0.8<br />

16,5<br />

3.5<br />

19,7<br />

21.3<br />

100.-<br />

Sinds 1930 is het aantal vestigingen als ook het daarin<br />

tewerkgestelde aantal arbeidskrachten - inclusief zij die <strong>van</strong><br />

buiten <strong>Helden</strong> in de gemeente hun beroep uitoefenen - toegenomen.<br />

Het aantal bedrijven is met nauwelijks 10$ vermeerderd; de door


Tabel 51<br />

Aantal<br />

bedrijven<br />

167<br />

183<br />

- 66 -<br />

hen geboden werkgelegenheid is met rond 65$ uitgebreid 1 ^. Als<br />

gevolg hier<strong>van</strong> is het gemiddeld aantal personen per bedrijf gestegen<br />

<strong>van</strong> 2.7 tot 4.1. 2 '. Uit de samenstelling der vestigingen<br />

naar bedrijfsklasse kan verder worden afgeleid dat bij een daling<br />

<strong>van</strong> het aantal ondernemingen in de houtbewerking, de leer- en<br />

de textielnijverheid, met name de voedingsmiddelen-industrie en<br />

de metaalnijverheid een belangrijke procentuele bedrijf sstijging te<br />

zien geven. Wat de geboden werkgelegenheid betreft staan in<br />

1930 de voedingsmiddelenbedrijven met rond een vierde deel <strong>van</strong><br />

het totaal aantal arbeidskrachten bovenaan. In 1950 heeft de<br />

bouwnijverheid de grootste om<strong>van</strong>gj wegens de oorlogsverwoestingen<br />

en de achterstand in de bouw hadden de aannemersbedrijven na--<br />

1945 goede kansen. De tweede en volgende plaatsen worden door<br />

de bedrijfstakken; voedingsmiddelen, metaal, kleding ingenomen.<br />

Na de metaalnijverheid heeft de kledingindustrie de grootste<br />

procentuele personeelstoename gehad.<br />

In het voorgaande kwam naar voren dat in de afgelopen 20<br />

jaar de gemiddelde bedrijfsbezetting toegenomen is. H6e het aantal<br />

vestigingen naar grootte. .evolueerde wordt door onderstaand<br />

overzicht aangetoond. Bestond in 1930 bijna de helft <strong>van</strong> het<br />

1<br />

pers.<br />

<strong>Helden</strong>. Vestigingen naar grootteklasse.<br />

2-5<br />

pers.<br />

Bedrijven met<br />

6-10<br />

pers.<br />

1930<br />

11-20 | 21-50<br />

pers, ! pers.<br />

83 75 2 7<br />

47<br />

.<br />

1950<br />

. 108 17 6 I 4<br />

i<br />

51-200<br />

pers.<br />

aantal ondernemingen uit eenmans bedrijven in 1950 was dit nog<br />

maar voor goed 25$. Darentegen is het aantal vestigingen met<br />

2-5 personen relatief sterk gestegen waarbij deze ontwikkeling<br />

zich vooral bij de bouw-, kleding- en reinigingsbedrijven heeft<br />

voorgedaan,<br />

1). Voor Limburg als 'geheel bedroeg'de toeneming ca 63$ zodat de<br />

ontwikkeling in <strong>Helden</strong>.'gelijke tred gehouden heeft met. die in de<br />

provincie.<br />

2)« In de provincie was dit cijfer 11*6,<br />

1


- 67 -<br />

Naar hun aard kunnen de nijverheidsbedrijven onderscheiden<br />

worden in zij die een verzorgende resp. stuwende functie vervullen.<br />

In tegenstelling n.l. met de "verzorgende" instellingen<br />

wier aanwezigheid afhankelijk is <strong>van</strong> de koopkracht <strong>van</strong> de<br />

inwoners <strong>van</strong> een bepaald gebied, zijn de "stuwende" noch <strong>van</strong> de<br />

grootte noch i<strong>van</strong> het consumptievermogen <strong>van</strong> de betreffende bevolking<br />

afhankelijk. Bij deze laatste groep moet de afzet noodzakelijk<br />

buiten de gemeente plaats hebben wil het bedrijf rendabel<br />

blrjven. De verzorgende nijverheid wordt dan ook v/el agglomeratie<br />

volgend genoemd, terwijl de stuwende als agglomeratievormend<br />

wordt gekenmerkt daar door de aanwezigheid <strong>van</strong> deze bedrijven<br />

de voornaamste voorv/aarde wordt geschapen voor de groei <strong>van</strong> een<br />

gebied. Afgaande nu op de aard der bedrijf sklassen is de bouwnijverheid<br />

met als ondergroepens aannemers, schilders, timmerlieden,<br />

stucadoors, vrijwel geheel als verzorgend aan te merken.<br />

Eenzelfde functie hebben; de grafische nijverheid, de chemische<br />

nijverheid - apotheken -, de houtbewerking - meubels - en de leerindustrie<br />

- schoenreparatie -„ lets anders is het met de resterende<br />

bedrijf stakken gesteld,, De aar dewerkindus trie - baksteen,<br />

cementwaren - is overwegend stuwend .daar deze haar producten<br />

in hoofdzaak elders 1 evert. Ten dele is dit ook het geval met<br />

de kleding- en reinigingsbedrijven - zoals kleermaker, naaister<br />

kapper(ster), matrassenmakerij-; de metaalnijverheid - autoreparatie<br />

electrotechnische installatie, smederij, - en de voedingsmiddelenbedrijven<br />

- malerij, bakkerij, boterfabriek, sigarenfabriek -.<br />

Uitgaande <strong>van</strong> de in laatst genoemde drie bedrijfstakken tewerkgestelde<br />

personen is naar schatting resp. ca 80, 60 en 70$ voor<br />

afzet binnen de gemeente bestemd. Uit deze en reeds eerder genoemde<br />

cijfers betrekking hebbend op de gemiddelde bedrijfsbezetting<br />

-4.1 personen per bedrijf - en op de indeling der bedrijven<br />

naar het aantal daarin werkende personen - tabel 51 - blijkt<br />

duidelijk, dat de nijverheid in <strong>Helden</strong> in hoofdzaak een plaatselijk<br />

verzorgende functie heeft.<br />

Hoe zijn de nijverheidsbedrijven over de gemeente verspreid ?<br />

Tabel 52 - samengesteld aan de hand <strong>van</strong> de controlestrookjes<br />

<strong>van</strong> de C.B.S.telling - r.geeft hier<strong>van</strong> een indruk. Bijna 60$<br />

<strong>van</strong> het totaal aantal in de nijverheid werkzame personen vindt<br />

in de in Panningen gevestigde ondernemingen een bestaan tegenover<br />

23,3$ in <strong>Helden</strong> en 17.3$ in de overige parochies, Ook inzake<br />

de diversiteit der vestigingen komt Panningen op de eerste<br />

plaats. Eveneens is dit bij de gemiddelde bedrijfsgrootte het geval


Tabel 52<br />

3edrijf stak<br />

Lardewerk<br />

Jraf , nijv.<br />

touw "<br />

!hem. "<br />

loutbew.<br />

Q.eding<br />

jeder<br />

letaalnijv.<br />

r oedings-midd<br />

]otaal<br />

.n $<br />

remidd .<br />

iedrijf sbei.etting<br />

- 68 -<br />

Spreiding <strong>van</strong> het aantal vestigingen in de nijverheid - 1950 -<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

<strong>Helden</strong><br />

Vestigingen<br />

3<br />

2<br />

48<br />

2<br />

3<br />

47<br />

15<br />

24<br />

v 39<br />

183<br />

100<br />

Personen<br />

95<br />

13<br />

175<br />

5<br />

6<br />

124<br />

26 !<br />

148 j<br />

160 ;<br />

752<br />

l<br />

Vestigingen<br />

Panningen<br />

2<br />

2<br />

24<br />

2<br />

1<br />

19<br />

9<br />

11<br />

16<br />

86<br />

100 : 47*-<br />

J<br />

t<br />

1<br />

4.1 ! 5.2<br />

i ;<br />

Perso-nen<br />

86<br />

13<br />

92<br />

5<br />

4<br />

42<br />

17<br />

114<br />

74<br />

447<br />

59.4<br />

Parochie<br />

Vestigingen<br />

14<br />

2<br />

15<br />

3<br />

6<br />

12<br />

52<br />

<strong>Helden</strong><br />

28.4~<br />

3.4<br />

Personen<br />

51<br />

2<br />

48<br />

5<br />

21<br />

48<br />

175<br />

23-3<br />

Vestigingen<br />

1<br />

10<br />

13<br />

3<br />

7<br />

11<br />

45<br />

Overige<br />

1<br />

Personer<br />

9<br />

32<br />

34<br />

4<br />

13<br />

38<br />

130<br />

24,6 117.3<br />

alhoewel het cijfer voor deze kern aanmerkelijk beinvloed is door<br />

de beide aldaar aanwezige steenfabrieken.<br />

De Industrie - in de eigenlijke zin - heeft in de gemeente<br />

niet veel betekenis. Zij beperkt zich tot twee steenfabrieken<br />

een betonwaren - en een matrassenfabriek; tezamen stellen deze<br />

ondernemingen ongeveer 110 mannen tewerk. Samenhangend met het<br />

karakter <strong>van</strong> de branche heeft noch de steen- noch de betonwarenindustrie<br />

grote uitbreidingsmogelijkheden voor wat het aantal<br />

arbeidskrachten betreft. In de steenindustrie is wel vergroting<br />

<strong>van</strong> de productiecapaciteit mogelijk, maar in deze bedrijfstak<br />

valt tevens een sterke tendentie tot mechanisering waar te nemen<br />

welke gepaard gaat met uitschakeling <strong>van</strong> arbeiders. Betonwarenindustrieen<br />

zijn voor de afzet in het algemeen gebonden aan de<br />

streek waardoor de uitbreidingsmogelijkheden beperkt worden. Ook<br />

al zouden genoemde industriee'n een voor het bedrijf op zich<br />

belangrijke vergroting kunnen verwezenlijken dan heeft dit voor<br />

het totaal <strong>van</strong> de werkgelegenheid in <strong>Helden</strong> slechts geringe<br />

2.9


Tabel 53<br />

Gebied<br />

i-eme ent egr o ep i<br />

C 5000<br />

-10000<br />

'-20.000<br />

'©vinci e<br />

Ik<br />

69 -<br />

betekenis. De matrassenbranche is in Nederland reeds goed bezet.<br />

Van de in de gemeente aanwezige ondernemingen welke op de grens<br />

liggen tussen Industrie en ambacht n.l. metaalbewerkende bedrijven,<br />

een sigarenfabriek en enkele andere is voorlopig niet te<br />

verwachten dat deze zullen uitgroeien tot industriee'n welke aan<br />

een om<strong>van</strong>grijk aantal mensen werk verschaffen. Elders in Noorden<br />

Midden-Limburg bleken vooral smederijen en andere metaal-ambachten<br />

in staat om in enkele jaren uit te breiden tot industrie'le<br />

ondernemingen welke goede resultaten behalen en veelal<br />

enkele tientallen mannen tewerkstellen. Wanneer deze ontwikkeling<br />

in <strong>Helden</strong> nog niet direct mogelijk schijnt te zijn, verdient<br />

het toch aanbevelijag de aandacht hierop te blijven vestigen. De<br />

uitgroei <strong>van</strong> ter plaatse gevestigde kleine bedrijven tot industrieen<br />

is sociaal gezien zeer toe te juichen.<br />

b. Handsel.<br />

Winkelbedrrjven, Blijkens de in het "Marktanalytisch handboek<br />

voor Nederland" gepubliceerde uitkomsten <strong>van</strong> de door het C.B.S.<br />

gehouden bedrijf stelling teld-e-<strong>Helden</strong> in 1930 in totaal 92 winkelbedrijven.<br />

Op genoemd tijdstip had de gemeente een bevolking<br />

<strong>van</strong> 6183 personen zodat de winkel- inwoner-index of het aantal<br />

winkels per 1000 inwoners 14.9 bedroeg, Voor enkele andere gebieden<br />

en sommige gemeentegroepen was de frequentie als volgt;<br />

inw»<br />

ft<br />

it<br />

?/inkel-frequentie 1930 Broni C.B.S.<br />

freq.<br />

18,2<br />

18.9<br />

20.6<br />

18.9<br />

20.5<br />

Gebied<br />

Maasbree<br />

Meyel<br />

Venray<br />

Venlo<br />

We ert<br />

<strong>Helden</strong><br />

I _——<br />

bevolking<br />

13216<br />

2253<br />

12360<br />

24275<br />

14144<br />

6183<br />

freq.<br />

16.9<br />

15.5<br />

13.8<br />

24,6<br />

19.7<br />

14*9<br />

Zoals door de cijfers <strong>van</strong> bovenstaand overzicht wordt aangetoond,<br />

ligt de winkelfrequentie in <strong>Helden</strong> lager dan in de<br />

corresponderende gemeentegroep. Met uitzondering <strong>van</strong> Weert waar<br />

dit gemiddelde wordt benaderd en Venlo waar dit in belangrijke<br />

mate wordt overtroffen, is dit ook in de overige vermelde


Tabel 54<br />

- 70 -<br />

gemeenten het geval. In het algemeen is het verschil in frequentie<br />

terug te voeren op het feit of de gemeente al dan niet een<br />

streekverzorgende functie vervult terwijl het karakt er <strong>van</strong> de<br />

plaats zelf eveneens medebepalend is voor het meer of minder<br />

veelvuldig voorkomen <strong>van</strong> winkels. Duidelijk komt dit in het navolgende<br />

staatje naar voren waarinde in enkele gebieden aanwezige<br />

bedrijven naar groepen en frequentie zijn gerangschikt.<br />

Wink el groep '<br />

Vbedingsmidd,<br />

Kleding<br />

Huish. art.<br />

Cult, behoefte<br />

Overige wink.<br />

Totaal<br />

<strong>Helden</strong><br />

8.9<br />

3.1<br />

2.3<br />

0,3<br />

0.3<br />

14.9<br />

1). Indelingsbron; C.B.S.<br />

Frequentie naar winkelgroepen - 1930 -<br />

Venray<br />

IDl-Wl«I»».»_l«___(__a_^M^<br />

6.7<br />

3.1<br />

3.1<br />

0.5<br />

0.4<br />

13.8<br />

Weert<br />

11.3<br />

3.6<br />

3.9<br />

0.7<br />

0.2<br />

Venlo j Limburg<br />

i<br />

,,,.,..,. r— — '- - - - - -<br />

13.8<br />

5.4<br />

3.5<br />

1.5<br />

0.4<br />

•"- - - - -- • "<br />

19.7 i 24,6<br />

11 .6<br />

3.8 i<br />

2.7 i<br />

0.6 j<br />

0,2 |<br />

18.9<br />

Hoewel de categorie voedings- en genotmiddelen bedrijven<br />

overal het grootste aandeel in het totaal aantal winkels heeft,<br />

bestaan er tussen de gebieden onderling belangrijke afwijkingen.<br />

Normaal neemt met het groeien <strong>van</strong> de gemeente het aantal bedrijven<br />

in deze groep relatief af o.m. als gevolg <strong>van</strong> de aan een vestiging<br />

verbonden hogere vaste kosten en de veelal betere organisatie<br />

<strong>van</strong> de detailhandel zelf. Hiettemin kan in gebieden met eenvrijwel<br />

gelijk inwonertal het frequentiecijfer beduidend verschillen<br />

hetgeen voor een belangrijk deel verband houdt met de omstandigheid<br />

of de plaats veel zelfvoorziening kent. Het naar verhouding<br />

lage cijfer in de gemeenten <strong>Helden</strong> en Venray moet dan ook naar<br />

alle waarschijnlijkheid aan deze laatste factor ?/orden toegeschreven«<br />

De beide navolgende, de duurzamere goederen vertegenwoordigende<br />

groepen; kleding en huishoudelijke artikelen zijn in Venlo<br />

als ook in Weert sterk vertegenwoordigd evenals de categorie<br />

culturele behoeften* In zich behoeft dit geen verwondering te<br />

wekken daar deze gemeenten een streekfunctie vervullen, Voor het


_ 71 —<br />

doen <strong>van</strong> inkopen ter bevrediging <strong>van</strong> behoeften met incidenteel<br />

karakter bestaat er namelijk bij de kleinere gemeenten een belangrijke<br />

orientatie op een nabij gelegen grot ere plaats. Als gevolg<br />

hier<strong>van</strong> verzorgt deze laatste naast de eigen inwoners vaak een<br />

groot gebied buiten haar grenzen; een omstandigheid uiteraard<br />

welke niet zonder invloed op het frequentiecijf er is. Bij informatie<br />

is gebleken dat, momenteel, de bevolking vaii <strong>Helden</strong><br />

haar inkopen/zoveel mogelijk in de eigen parochie resp. in de<br />

gemeente do et ;voor de ter plaatse niet of minder goed te bevredigen<br />

behoeften geldt Venlo als orientatiecentrum; grote om<strong>van</strong>g zou<br />

dit elders kopen evenwel niet aannemen.<br />

In hoeverre heeft de winkelstand <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> zich in zijn<br />

samenstelling naar categorieen gewijzigd ? Dit is na te gaan<br />

door de resultaten <strong>van</strong> de telling 1930 te vergelijken met die <strong>van</strong><br />

1950. Uit de gegevens <strong>van</strong> tabel 55 blijkt dat in de laatste 20<br />

Tabel 55 Verdeling <strong>van</strong> het aantal winkels; procentueel en naar<br />

frequentie. Brons C.B.S, -<br />

WinkeT^rro en<br />

, rnTn^r_mmm_m<br />

Warenhuizen<br />

Vo edingsmidd.<br />

Kleding<br />

Huish. art.<br />

Cult. beh.<br />

Overige w»<br />

Totaal<br />

Absoluut<br />

proc.<br />

—<br />

59 ..8<br />

20.6<br />

15.2<br />

2.2<br />

2.2<br />

100 —<br />

1930<br />

92<br />

<strong>Helden</strong> Limburg<br />

freq.<br />

—<br />

8.9<br />

3.1<br />

2.3<br />

0.3<br />

0.3<br />

•14.9<br />

proc.<br />

—<br />

72.3<br />

12.8<br />

6.4<br />

4.3<br />

4.2<br />

100.-<br />

'5< 3<br />

freq.<br />

47<br />

—<br />

3.7<br />

0.7<br />

0.3<br />

0.2<br />

0.2<br />

5.1<br />

proc. .<br />

—<br />

61.5<br />

19.8<br />

14.4'<br />

3.2<br />

1.1<br />

100 —<br />

1930<br />

freq.<br />

10391<br />

_<br />

11.6<br />

3.8<br />

2.7<br />

0.6<br />

0.2<br />

18.9<br />

proc.<br />

0.1<br />

69»1<br />

14.7<br />

9.2<br />

4.4<br />

2.5<br />

100,-<br />

'50<br />

freq.<br />

6043<br />

jaar het aantal winkels in <strong>Helden</strong> tot op de helft is afgenomen.<br />

Evenals in .de provincie als geheel houdt deze v ex-mind eri ng voornamelijk<br />

verband met een door het C.B.S. gebezigde andere indelingsnorm,<br />

Voor het geven <strong>van</strong> een indruk omtrent de plaats<br />

gehad hebbende veranderingen bieden deze cijfers niettemin een<br />

goed uitgangspunt. Geconstateerd kan worden dat de procentuele<br />

stijging <strong>van</strong> de groepen; noodzakelijke levensmiddelen, culturele<br />

behoeften en overige bedrijven gecompenseerd wordt door een<br />

_<br />

5.6<br />

1.2<br />

0,7<br />

0.4<br />

0.2<br />

8.1


- 72 -<br />

vermindering <strong>van</strong> de categorieh welke de meer duurzame goederen<br />

vertegenwoordigen; een ontwikkeling overigens welke in grote<br />

lijnen ook in de winkelstand <strong>van</strong> Limburg kan worden waargenomen.<br />

Tevens kan uit de vermelde gegevens worden afgeleid dat in beide<br />

gebieden de daling <strong>van</strong> het aantal winkels per 1000 inwoners zich<br />

vooral bij de groep huishoudelijke artikelen heeft voorgedaan<br />

waarbij de tweede plaats door de kledingbedrijven wordt ingenomen.<br />

Samenvattend kan gezegd worden dat de winkelfrequentie in de<br />

gemeente naar verhouding me'er gedaald is dan in de provincie<br />

en dat in <strong>Helden</strong> de tot de groep voedings- en genotmiddelen behorende<br />

branches het meest in betekenis zijn toegenomen.<br />

Uit een oogpunt <strong>van</strong> ?/erkgelegenheid zijn de in de gemeente<br />

aanwezige winkels niet belangrijk. Het merendeel der bedrijven,<br />

te weten 38, valt in de grootteklasse 2-5 personen, terwijl de<br />

gemiddelde bezetting nog geen 2.5 arbeidskracht bedraagt'n.l.<br />

47 ondernemingen met in totaal 116 personen, waar<strong>van</strong> 54 mannen.<br />

Voor het verkrijgen <strong>van</strong> een nader inzicht in de structuur<br />

en positie <strong>van</strong> het handelsapparaat <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> zijn in het navolgende<br />

naast de reeds vermelde uitkomsten <strong>van</strong> de C.B.S—telling<br />

tevens de gegevens verwerkt welke door de "Bedrijfsgroep<br />

Detailhandel" beschikbaar werden gesteld. Aangetekend zij evenwel<br />

dat de door deze bedrijfsgroep gehanteerde indeling ruimer<br />

is en zowel de ondernemingen omvat waarin uitsluitend als die<br />

waarin mede detailhandel wordt uitgeoefend. Eveneens is een<br />

andere rangschikking der bedrijven gebezigd. Door de Centrale<br />

Directie <strong>van</strong>de Wederopbouw en Volkshuisvesting is n.l. een lijst<br />

<strong>van</strong> branches samengesteld, gegroepeerd naar de mate <strong>van</strong> veelvuldigheid<br />

waarin zij in ons land worden aangetroffen. Als zodanig<br />

onderscheidt voornoem.de Directie een drietal categorieen,<br />

frequentiegroepen genaamd, waar<strong>van</strong> de eerste de meest voorkomende<br />

vestigingen omvat. Laatstgenoemde zaken, ook wel buurtwinkels<br />

geheten,, bevredigen niet alleen de meest dringende maar, wat nog<br />

belangrijker is eveneens de meest frequente behoeften. Bijgevolg<br />

treft men deze bedrijven verspreid dan wel in groepen in elk<br />

woongebied aan. De ondernemingen uit de tweede frequentiegroep -<br />

wijkwinkels - voorzien in minder frequente behoeften en omvatten<br />

een aantal branches <strong>van</strong> meer duurzame gebruiksartikelen. Gezien<br />

de aard <strong>van</strong> de door deze bedrijven verkochte goederen is de afstand<br />

winkel-inwoner minder belangrijk; aan het afzetgebied moet<br />

darentegen grote betekenis worden toegekend* Deze ondernemingen<br />

zoeken dan ook bij voorkeur hun plaats op centraal gelegen


Tabel 56<br />

Winkelgroep<br />

Buurtwink.<br />

Wijk- wink.<br />

City-wink.<br />

Totaal<br />

mvmafa^^fMamMMmmmM..,^^m^M<br />

_ 73 -<br />

punten. Het aantal onder frequentiegroep drie gerangschikte<br />

bedrijven - citywinkels - hangt niet alleen samen met de bevolking<br />

<strong>van</strong> de plaats <strong>van</strong> vestiging en haar koopkracht, maar ook<br />

met de welstand en het zielental <strong>van</strong> het hele binnen de invloedssfeer<br />

<strong>van</strong> deze winkels vallende gebied. Om reden dat deze winkelcategorie<br />

voorziet in een behoefte die


Tabel 57<br />

\Paro-<br />

\chie<br />

Omzet x<br />

f.1 .000<br />

0-10<br />

10-20<br />

20 - 40<br />

40 e»m«<br />

Totaal<br />

Absoluut<br />

Gemidd*<br />

omzet<br />

Frequentie<br />

<strong>Helden</strong><br />

Verdeling <strong>van</strong> de detailhandel naar grootteklassen der omzetten -in $- 1950<br />

Panningen<br />

freq. groep I<br />

25.-<br />

33.3<br />

25.-<br />

16.7<br />

100.-<br />

24<br />

21.1<br />

11.6<br />

21 .2<br />

24.3<br />

24.2<br />

30.3<br />

100.-<br />

35<br />

39,6<br />

10.1<br />

Overige<br />

10.-<br />

30.-<br />

15.-<br />

45.«<br />

100.-<br />

23<br />

40.-<br />

5.5<br />

Totaal<br />

19.5<br />

28.6<br />

22.1<br />

29.8<br />

i1QO.-<br />

• -1<br />

82<br />

34.-<br />

8:5<br />

<strong>Helden</strong><br />

41,7<br />

25. -<br />

16.6<br />

16,7<br />

100.^<br />

12<br />

15.3<br />

5.8<br />

Panningen<br />

freq, groep II, III<br />

25.-<br />

40e-<br />

20.-<br />

15.-<br />

100«»<br />

21<br />

22.9<br />

6.1<br />

Overige Totaal<br />

50.-<br />

16,6<br />

16«7<br />

16.7<br />

100.-<br />

6<br />

15.2<br />

1.4<br />

34.2<br />

31 .6<br />

18.4<br />

15.8<br />

100S-<br />

39<br />

19*3<br />

4.-<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

24.3<br />

29.6<br />

20.9<br />

25*2<br />

100«~<br />

121<br />

29*-<br />

12*5


- 75 -<br />

minder veel ontlopen, hierbij ver tenachterblijven.<br />

Werkt men de gegevens <strong>van</strong> tabel 56 nader uit dan kan<br />

geconstateerd worden dat inzake het bereikte bedrijf sresultaat<br />

tussen de onderdelen <strong>van</strong> de gemeente grote verschillen bestaan.<br />

In <strong>Helden</strong> zijn de omzetten in frequentiegroep I n.l. laag; in<br />

Panningen en de overige parochies darentegen aanmerkelijk hoger,<br />

Bovendien wordt <strong>Helden</strong> gekenmerkt door het grootste aantal bedrijven<br />

met een omzet beneden f .20.000. De tot de wijk en city<br />

winkels behorende vestigingen komen in de gemeente maar tot<br />

matige omzetten. Slechts in enkele ondernemingen bereiken zij<br />

een redelijk peil. Van parochiele verschillen <strong>van</strong> enige betekenis<br />

is hier geen sprake, alhoewel de toestand in Panningen iets<br />

gunstiger is,<br />

Uit het voorgaande komt duidelijk naar voren dat een gedeelte<br />

<strong>van</strong> de in de gemeente aanwezige detailhandel niet in<br />

staat is de eigenaar een zelfstandig, bevredigend inkomen te<br />

verschaffen. Zeker is dit bij de winkels met een omzet beneden<br />

f,10*000 het geval, maar ook met betrekking tot de klasse<br />

f.10_ - f,20.000 moet het .st.erk betwijfeld worden of de hieronder<br />

vallende ondernemingen een voldoende bestaansmogelijkheid opleveren,<br />

Darentegen mogen de bedrijven waarin jaarlijks voor<br />

f.40.000 of meer wordt verhandeld geacht worden goed te renderen,<br />

terwijl de overige klasse een meer dubieus karakter draagt.<br />

Aan welke oorzaken moeten de. vrij ongunstige resultaten<br />

<strong>van</strong> de detailhandel in de gemeente resp. <strong>van</strong> de verschillen<br />

tussen de parochies onderling worden toegeschreven ? Bij de<br />

tweede en derde frequentiegroep is dit minder moeilijk aan te<br />

geven. Vooreerst zij n.l, gewezen op het geringe inwonertal <strong>van</strong><br />

de gemeente dat bovendien nog over diverse kernen is verspreid.<br />

Tevens dient de nabijheid <strong>van</strong>. het streekverzorgende centrum<br />

Venlo in aanmerking te worden genomen. Het behoeft dan ook<br />

wel geen betoog dat voor deze ondernemingen, welke een ruime<br />

klantenkring veronderstellen, in de gemeente slechts beperkte<br />

mogelijkheden aanwezig zijn. Anders is het evenwel gesteld met<br />

de winkels voor dagelijkse levensbenodigdheden. Naar alle waar—<br />

schijnlijkheid ondervindt <strong>van</strong> de hieronder ressorterende ondernemingen<br />

alleen de textielbranche, concurrentie <strong>van</strong> Venlo,<br />

De omzetten zijn daar echter hoger dan voor de groep als geheel,<br />

Bij gevolg zal de reden <strong>van</strong> de minder gunstige toestand in de<br />

dorpen zelf gezocht moeten worden* Onder meer kan deze verband<br />

houden met een te hoge winkelftequ entie. Ziet men naar de cijfers


Tabel 58<br />

Parochie<br />

- 76 -<br />

1)<br />

<strong>van</strong> tabel 57 ' / dan blijkt dat de parochie <strong>Helden</strong>, waar de omzet<br />

per vestiging het kleinst is, verhoudingsgewijs het grootste<br />

aantal bedrijven heeft. Vergelijkt men hiermee de beide andere<br />

aangegeven gebieden dan kan vastgesteld worden dat alhier de<br />

omzet bijna tweemaal zo groot is terwijl in de groep "overige<br />

parochies" de winkel-inwoner-index nog niet de helft is maar in<br />

Panningen niet veel lager is. Hoewel het verschil in winkelfrequentie<br />

zonder twijfel een medebepalende factor is voor de<br />

onderling afwijkende bedrijfsresultaten geeft deze hiervoor toch<br />

geen afdoende verklaring. Andere omstandigheden zullen hierop<br />

zeker <strong>van</strong> invloed zijn waarbij onder meer te denken valt aan een<br />

betere organisatie <strong>van</strong> de detailhandel; een groter verbruik per<br />

hoofd <strong>van</strong> de bevolking resp, de mate waarin de in een bepaalde<br />

kern gevestigde bedrijven hun activiteit ook tot andere parochies<br />

uitstrekken. Of en in hoeverre het tussen de onderdelen <strong>van</strong> de<br />

gemeente waargenomen verschil in omzet aan genoemde dan wel aan<br />

andere oorzaken moet worden toegeschreven kan niet worden aangegeven.<br />

Inzicht hierin zal n.l. alleen door middel <strong>van</strong> een uitgebreide<br />

enquete verkregen 'kunnen worden. Kent men aan de detailhandel<br />

de functie toe <strong>van</strong> zelfstandige verschaffer <strong>van</strong> een<br />

redelijk inkomen dan zou op grond <strong>van</strong> het voorgaande geconeludeerd<br />

moeten worden dat deze dringend sanering behoeft. Vaak<br />

wordt een winkel evenwel gedreven met het doel hieruit een<br />

bijverdienste te trekken. Gezien het feit dat dit verschijnsel<br />

zich in de gemeente ook meermalen voordoet, moet hier volstaan<br />

worden met de opmerking dat in <strong>Helden</strong> en speciaal in de parochie<br />

<strong>van</strong> deze naam een groot aantal bedrijven wordt aangetroffen waar<br />

de omzetten te gering zijn om uit eigen hoofde, aan een middenstandsgezin<br />

een volledig bestaan te geven.<br />

Overzioht <strong>van</strong> de mate waarin de detailhandel al dan niet<br />

gespecialiseerd is.<br />

Freq, groep I<br />

wel<br />

niet<br />

Freq, groep II, III<br />

wel<br />

niet<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

<strong>Helden</strong><br />

Panningen<br />

Overige<br />

To n 5 19 3<br />

9 8<br />

10 25 6<br />

15 16<br />

4<br />

__^ H<br />

5aST^~~~~~~<br />

•——%2<br />

19<br />

£T~<br />

~~_~~~~__j<br />

[ __9<br />

1<br />

6<br />

30<br />

_<br />

4<br />

2b<br />

^<br />

wel<br />

niet<br />

1) Bij de berekening <strong>van</strong> de winkelfrecruentie is uitgegaan <strong>van</strong> het?<br />

per parochie beschikbaref inwonertal in 1955« Met betrekking tot<br />

het jaar 1950 is deze dus aan de lage kant.<br />

28<br />

40<br />

25<br />

93


Tabel 59<br />

Bedrijf sgroep<br />

CLeinhandel<br />

•geen winkelrroothandel<br />

•w*o« tussenlandelland<br />

el sbedrijr<br />

en n,e«gK<br />

totaal<br />

- 77<br />

Bij de indeling <strong>van</strong> de detailhandel in frequentiegroepen is<br />

uitgegaan <strong>van</strong> het in elke winkel verkochte hoofdartikel. Gebleken<br />

is evenwel dat veel bedrijven tevens bijproducten leveren<br />

welke ten dele wel maar vaak oak niet onder dezelfde wink el. categorie<br />

ressorteren. De mate nu waarin de ondernemingen al dan<br />

niet in e'e'n bepaald artikel zijn gespecialiseerd wordt door<br />

bovenstaande tabel aangegeveru Ruim drievierde deel <strong>van</strong> alle<br />

vestigingen verhandelen meer dan een product; een verschijnsel<br />

dat zich in ongeveer gelijke mate zowel bij de branches <strong>van</strong> groep<br />

I als bij die <strong>van</strong> de categorieen II en III voordoet, Aanmerkelijke<br />

afwijkingen tussen de onderscheiden onderdelen <strong>van</strong> de gemeente<br />

bestaan er niet. In hoofdzaak komen deze hierop neer dat de<br />

detailhandel in Panningen iets meer en in de "overige parochies"<br />

wat minder gespecialiseerd zijn dan in de gemeente als geheel.<br />

^2£ir_®5_§®5 ail - llan ^: el


- 78 -<br />

gerangschikt welke aan 7 personen een bestaan bieden. Evenals<br />

dit bij de winkels het geval was hebben ook de overige in. de gemeente<br />

aanwezige handelsondernemingen vrijwel alle een ambachte-<br />

Irjk karakter. Rond de helft dezer bedrijven is in de parochie<br />

Panningen gevestigd.<br />

worden zes jaarmarkten gehouden<br />

waar<strong>van</strong> vier te Panningen en twee te <strong>Helden</strong>-Dorp. Twee <strong>van</strong> deze<br />

markten dateren uit de jaren rond de eeuwwisseling. De aangevoerde<br />

koopwaar bestaat o.a. uit textiel, schoenen, huishoudelijke<br />

artikelen, ijzerwaren, bloemen; het verhandelen <strong>van</strong> biggen heeft<br />

er eveneens plaats. Het aantal kooplieden dat in 1955 de markten<br />

te Panningen resp, te <strong>Helden</strong> bezocht bedroeg 270 en 32; in 1950<br />

waren er dit 150 resp, 10, Sinds 1954 bestaat er in Panningen<br />

tevens een maandmarkt - kramerijen - en een wekelijkse biggenmarkt<br />

waar op verleden jaar resp. 325 en 264 kooplieden een standplaats<br />

innamen. De kooplieden zijn vrijwel uitsluitend <strong>van</strong> elders afkomstig<br />

terwijl de markten zelf ook veel bezoekers <strong>van</strong> buiten de<br />

gemeente trekken. Of de maand- en weekmarkten in betekenis zullen<br />

toenemen moet nog blijken; de ..... j.aarmarkten hebben in ieder geval<br />

aan belangrijkheid gewonnen. Behalve uit de stijging <strong>van</strong> het aantal<br />

kooplieden kan dit afgeleid worden uit de opbrengst; in 1955 was<br />

deze ca f.420— tegenover rond f.225.- in 1950. De opbrengst <strong>van</strong><br />

alle markten tezamen beloopt ongeveer f. 1.1 60.-.<br />

Naast de genoemde markten wordt in Panningen nog de Lihate;<br />

Limburgse Handelstentoonstelling of Limburgse Jaarbeurs - annex<br />

paardenkeuring - gehouden. Deze beurs welke <strong>van</strong>af de oprichting<br />

in 1917 georganiseerd en geexploiteerd wordt door de leden <strong>van</strong><br />

de Socie*teit de Vriendenkring is ontstaan uit een "boedeldag"<br />

ten behoeve <strong>van</strong> de kerk en en kloosters in de gemeente, Het karakter<br />

<strong>van</strong> contact-instituut tussen producent en consument verkreeg<br />

de beurs in 1919* Naar haar aard heeft de tentoons telling<br />

een dienend karakter. Verkopers <strong>van</strong> goederen en diensten wensen<br />

afnemers te ontmoeten en daartoe een bijzondere gelegenheid te<br />

vinden. Aan deze behoefte dient de beurs zo duidelijk mogelijk<br />

tegemoet te komen, Hoewel de ondergrond <strong>van</strong> deze functie in eerste<br />

instantie een nuchter zakelijke is heeft de beurs ook haar sociale<br />

zijde* Doordat men ziet wat op ander dan het eigen gebied gepresteerd<br />

wordt gaat men begrijpen wat in de overige bevolkingsgroepen<br />

leeft en leert men daarvoor waardering krijgen. Uit de plaats,<br />

de eigen en onafhankelijke plaats die de Limburgse Jaarbeurs<br />

gedurende 27 jaren heeft ingenomen blijkt dat haar bestaan aan de


- 79 -<br />

behoeften beantwoord heeft, Nijverheid, landbouw en handel, uit<br />

en <strong>van</strong> buiten de gemeente, tonen hier hun producten; zoekend<br />

naar nieuwe relaties en reeds bestaande versterkend. Zowel <strong>van</strong><br />

de zijde <strong>van</strong> de deelnemers als <strong>van</strong> die <strong>van</strong> de bezoekers heeft er<br />

altijd grote belangstelling voor de Lihate bestaan alhoewel deze<br />

in de laatste jaren beneden de verwachtingen is gebleven,<br />

Versteviging <strong>van</strong> de verworven positie op het gebied <strong>van</strong> het<br />

marktwezen verdient alle aanbeveling; en dit niet alleen in het<br />

belang <strong>van</strong> de gemeente zelf maar ook in dat <strong>van</strong> de hele streek.


c. Verkeer.<br />

80 -<br />

Onder de bedrijfsgroep verkeer zijn door het C»B»S, zowel<br />

het weg- en watervervoer als de communicatiebedrijven en het<br />

cafe 1 - en hotelwezen gerangschikt. Bij het wegvervoer treden in<br />

de gemeente naast een particuliere autobus- of lijndienst vooral<br />

de melkrijdersbedrijven en de vrachtwagen- en autotransportondernemingen<br />

op de voorgrond. Het communicatieverkeer heeft betrekking<br />

op de aanwezige P.T.T.kantoren terwijl de groep; hotels,<br />

cafe's, restaurants in hoofdzaak uit cafe's is samengesteld*<br />

Genoemde ondernemingen tezamen, in totaal 55, boden in 1950 aan<br />

85 mannen en 21 vrouwen werkgelegenheid. Met uitzondering <strong>van</strong><br />

de Overheidsdienst der P.T.T. telde slechts een bedrijf meer dan<br />

10 arbeidskrachten. Alle overige vestigingen vielen in de grootteklasse<br />

1-5 personen waarbij de eenmans bedrijven overheersen.<br />

Tabel 60. Overzicht <strong>van</strong> het Verkeer - 1950<br />

....Bron: C.B.S.<br />

<strong>Helden</strong><br />

edrrjf sgroep<br />

'egvervoer<br />

Vrachtw.ondern<br />

Melkr.bedr,<br />

Lijn - dienst<br />

Overige<br />

ommunicatie<br />

edr*<br />

P,T,T.<br />

bt el-be dr.<br />

Hotels<br />

Caf e",restaur»<br />

Totaal<br />

Aantal<br />

bedrijven<br />

13<br />

16<br />

2<br />

3<br />

2<br />

3<br />

16<br />

Vestigingen met<br />

1<br />

u.,_ ,.-.,..,,.,,<br />

^__<br />

6<br />

16<br />

1<br />

3<br />

1<br />

5<br />

55 32<br />

2-5<br />

7<br />

3<br />

11<br />

21<br />

6-10<br />

1<br />

1<br />

«•<br />

11-20<br />

1<br />

1<br />

Aantal<br />

personen<br />

Voor het geven <strong>van</strong> een indruk omtrent het verkeer te land<br />

bieden de door de Prov. Waterstaat in 1950 en 1953 gedane waarnemingen<br />

een goed uitgangspunt—zie tabel 61 en kaart no,5 -.<br />

21<br />

16<br />

18<br />

3<br />

10<br />

8<br />

30<br />

106


oo<br />

i<br />

Tabel 61<br />

"^ Telpunt<br />

Verkeer s- ^~-~^^<br />

middel ^^~~~--<br />

s 0)<br />

m<br />

g {<br />

I H \<br />

§<br />

co<br />

! a"<br />

3-HH<br />

05 ?H 0)<br />

fiOM<br />

n3 o CD<br />

l<br />

H m<br />

(<br />

v.<br />

r<br />

Lr<br />

\<br />

V.<br />

CD CD (<br />

•H CD 1<br />

.£,-£< ><br />

•H 0<br />

PH ><br />

/<br />

I<br />

Personen auto<br />

Aut obus<br />

Bestelauto<br />

Motor<br />

idem + zijspan<br />

Vrachtauto<br />

idem + aanh.w.<br />

Trekker met op<br />

Tractor<br />

Bakfiets<br />

Besp.voertuig<br />

4<br />

1950<br />

296<br />

30<br />

45<br />

73<br />

136<br />

30<br />

L 15<br />

1<br />

Handkar<br />

12<br />

3<br />

Vee (<br />

Totaal hoofdrijbaanverkeer<br />

641<br />

Piets en tandem<br />

524<br />

Bromfiets 52<br />

Voetganger 24<br />

Tonnage excl.<br />

voetganger 1963<br />

Verkeers intensiteit per dag in <strong>Helden</strong> in 1950 en 1953<br />

Bron: Prov* Waterstaat<br />

'53<br />

393<br />

26<br />

75<br />

65<br />

1<br />

140<br />

30<br />

18<br />

3<br />

19<br />

1<br />

771<br />

639<br />

104<br />

11<br />

15<br />

1950<br />

322<br />

6<br />

56<br />

60<br />

1<br />

149<br />

28<br />

15<br />

2<br />

12<br />

69<br />

5<br />

5<br />

730<br />

1 201<br />

57<br />

226<br />

f 53<br />

383<br />

4<br />

93<br />

57<br />

1<br />

139<br />

29<br />

19<br />

3<br />

14<br />

45<br />

3<br />

5<br />

795<br />

1291<br />

128<br />

228<br />

268<br />

1950<br />

7<br />

3<br />

2<br />

' 1<br />

1<br />

24<br />

1<br />

3<br />

42<br />

263<br />

7<br />

14<br />

2111 .2132 2120 109<br />

f<br />

53<br />

10<br />

2<br />

4<br />

5<br />

29<br />

3<br />

5<br />

58<br />

333<br />

32<br />

9<br />

130<br />

1950<br />

59<br />

25<br />

14<br />

17<br />

41<br />

1<br />

3<br />

1<br />

6<br />

63<br />

15<br />

245<br />

772<br />

18<br />

80<br />

i<br />

136 I725<br />

! ; .; ' I<br />

! 53<br />

70<br />

25<br />

25<br />

18<br />

43<br />

2<br />

3<br />

3<br />

9<br />

58<br />

14<br />

270<br />

879<br />

85<br />

78<br />

760<br />

19<br />

1950 1<br />

134<br />

40<br />

21<br />

29<br />

67<br />

6<br />

4<br />

1<br />

11<br />

32<br />

4<br />

1<br />

359<br />

1214<br />

46<br />

64<br />

1115<br />

f 53<br />

164<br />

40<br />

55<br />

33<br />

99<br />

4<br />

4<br />

4<br />

1<br />

15<br />

3<br />

2<br />

424<br />

1328<br />

137<br />

30<br />

1292<br />

i<br />

20<br />

1950<br />

335<br />

53<br />

64<br />

59<br />

1<br />

177<br />

32<br />

16<br />

2<br />

1<br />

58<br />

3<br />

6<br />

807<br />

1175<br />

50<br />

62<br />

2607<br />

f<br />

'53<br />

373<br />

55<br />

99<br />

66<br />

1<br />

180<br />

33<br />

19<br />

5<br />

1<br />

49<br />

2<br />

4<br />

887<br />

122<br />

163<br />

61<br />

2519<br />

21<br />

1950<br />

228<br />

45<br />

32<br />

27<br />

1<br />

89<br />

27<br />

13<br />

1<br />

36<br />

1<br />

500<br />

529<br />

28<br />

37<br />

1667<br />

f 53<br />

308<br />

40<br />

53<br />

28<br />

1<br />

74<br />

35<br />

12<br />

3<br />

20<br />

576<br />

427<br />

93<br />

1<br />

1692<br />

269<br />

1950<br />

43<br />

5<br />

14<br />

11<br />

1<br />

42<br />

1<br />

4<br />

2<br />

57<br />

4<br />

184<br />

379<br />

18<br />

28<br />

514<br />

r 53<br />

56<br />

4<br />

27<br />

20<br />

46<br />

3<br />

64<br />

2<br />

7<br />

229<br />

472<br />

74<br />

19<br />

538


- 82 -<br />

Blijkens de vergelijkbare tellingen is in genoemde periode en<br />

gemeten in tonnages het gemiddeld verkeer per dag weinig gestegen.<br />

Met betrekking tot de richting <strong>van</strong> het verkeer tonen de<br />

beschikbare cijfers aan dat in beide jaren de intensiteit op de<br />

Kanaalstraat het grootst is geweest; dat in dezen door de Maasbreeseweg<br />

de tweede plaats wordt ingenomen en dat het verkeer<br />

<strong>van</strong> en naar <strong>Helden</strong> over de Meyelseweg practisch onveranderd is<br />

gebleven evenals dat binnen de gemeente zelf. Het verkeer blijkt<br />

zich dus voornamelijk in oo.st-westrichting - of omgekeerd - te<br />

bewegen; in belangrijkheid daarop volgend is de verbinding tussen<br />

Panningen en <strong>Helden</strong> terwijl de overige wegen <strong>van</strong> minder betekenis<br />

zijn, De vermeerdering <strong>van</strong> het snelverkeer komt in hoofdzaak op<br />

rekening <strong>van</strong> de personenauto's waar<strong>van</strong> er vooral langs de punten<br />

op de Maasbreese- en Meyelseweg een belangrijk groter aantal pas—<br />

seerde. Het vrachtverkeer heeft zich op vrijwel gelijk peil gehandhaafd<br />

ook wat het transport in de diverse richtingen betreft.<br />

Bij het langzaam hoof drijbaanverkeer kan een afname worden waargenomen<br />

terwijl het rijwi el verkeer in intensiteit is toegenomen.<br />

In 1946 werd de tramvefbinding welke sinds 1912 tussen Venlo<br />

en Beringe had bestaan opgeheven. Van dit tijdstip af is de gemeente<br />

inzake het personenvervoer aangewezen geweest op de Zuid-<br />

Ooster-Autobusonderneming welke op de lijn Venlo-<strong>Helden</strong>-Deurne -<br />

vrijwel - een uurdienst onderhoudt<br />

1 )<br />

. De mate waarin men Mer<strong>van</strong>,<br />

met <strong>Helden</strong> als begin- of eindpunt, gebruik maakt is in onderstaand<br />

Tabel 62 Autobusdienst j lijn: Venlo - Deurne 1955<br />

Traj ect<br />

1 . <strong>Helden</strong>- Venlo<br />

2. <strong>Helden</strong>— Maasbree<br />

3, <strong>Helden</strong>-kernen onderling-<br />

4» <strong>Helden</strong>-Meyel<br />

5. Hel d en- N* Brabant.<br />

Totaal<br />

De cijfers<br />

kolom 4 +<br />

Enkele<br />

reis<br />

1864<br />

49<br />

89<br />

205<br />

560<br />

2767<br />

Retour<br />

bil j et<br />

2645<br />

107<br />

102<br />

321<br />

277 •<br />

3452<br />

Abonnement<br />

97<br />

1<br />

7<br />

5<br />

110<br />

Schoolkaart<br />

<strong>van</strong> kolom 2 + 3 hebben betrekking op September. Het cijfer <strong>van</strong><br />

5 is een gemiddelde <strong>van</strong> elke eerste kwar-fcaalmaand, I<br />

1). De verbinding <strong>van</strong> de gemeente met Roermond en Weert heeft<br />

plaats via Meyel; tussen de drie laatstgenoemde plaatsen<br />

bestaat een lijndienst <strong>van</strong> de Nedanu<br />

26<br />

1<br />

27


Tabel 63<br />

- 83. -<br />

overzicht opgenomen. Uit de vermelde cijfers kan worden afgeleid<br />

dat het contact met de oostelijk gelegen gemeenten en vooral<br />

met Yenlo overheersend is, Hierop duiden n.l. niet alleen de<br />

enkele reizen en de retours maar ook de voor e"e"n heen- en terugreis<br />

geldende abonnementen en'schoolkaarten. Belangrijk minder<br />

intensief is het verkeer in westelijke richting waarbij het personenvervoer<br />

op de trajecten no, 4 en 5 <strong>van</strong> vrijwel gelijke betekenis<br />

is.<br />

Zoals vermeld vormt de Noordervaart de verbinding tussen<br />

Nederweert - alwaar tevens de Zuid-Willemsvaart en het Kanaal<br />

<strong>van</strong> Wessem samenkomen - en Beringe. Inwelke behoefte deze scheepvaartweg<br />

voorziet wordt ~ by benadering - door de navolgende tabel<br />

aangegeven. Blijkens de opgenomen aantallen hebben de overgeslagen<br />

Soorten goederen<br />

Granen, veevoeder<br />

Kunstmeststoff en<br />

C ement , grind , zand<br />

Geperst stro<br />

Totaal<br />

Loswal-omzet te Beringe - in t onnen -<br />

1950<br />

1100<br />

Gel ad en<br />

630<br />

1730<br />

'5.4-<br />

400<br />

1950<br />

11160<br />

9786<br />

2200<br />

Gelost<br />

l<br />

160 i<br />

„„, , .,„„, „„„„)„ „„,, ; ,....„.„. ,|<br />

560 ! 23146<br />

,. .. _ J.<br />

'54<br />

16732<br />

10638<br />

4500<br />

31870 !<br />

producten een sterk eenzijdig, op de landbouw gerichtj,. karakter<br />

waarbij de bedrijvigheid aan de. loswal vrijwel uitsluitend aan de<br />

hoeveelheid aangevoerde goederen te danken is. Van een omzet<br />

<strong>van</strong> enige betekenis kan dan ook moeilijk gesproken worden en dit<br />

ondanks het feit dat deze in de laatste jaren belangrijk is gestegen.<br />

Naar voren kwam reeds dat het verkeer over de Maasbreeseweg<br />

en de Kanaalstraat - met als verlenging de Meyelseweg en de<br />

Noordervaart - het meest intensief is. In deze wegen bezit de<br />

gemeente een hoofdader waardoor de verbindingen met het oosten<br />

en westen worden verzorgd. Met de in het noorden en zuiden aangrenzende<br />

plaatsen heeft <strong>Helden</strong> weinig - verharde - aansluitingspunten<br />

alhoewel in deze toestand na verloop <strong>van</strong> enkele jaren<br />

verbetering te verwachten valt. Op zick genomen is het wegenschema<br />

<strong>van</strong> de gemeente erg eenvoudig en vertoont veel overeen—<br />

komst met het stratennet dat in een : 'zentralwegiges Dorf" wordt


- 84 -<br />

aangetroffen. Wo sich abseits der alten Orte der Anbau verdichtete,<br />

geschah das zunachst an einem einzelnen Wege, meist<br />

einer Landstrasse? die dicht von HMusern umbaut wurde, ehe das<br />

Land beiderseits davon vom Anbau starker ergriffen wurde, der<br />

erst an Seitenwegen, dann an Nebenwegen eintrat, Zulke zentralwegigen<br />

nederzettingen ontstonden voornamelijk daar waar de<br />

bebouwing verspreid is en derhalve nauwelljks als centra voor<br />

verdere uitbouw kon dienen<br />

1 )<br />

'. Duidelijk zal het zijn dat een<br />

dergelijke lintbebouwing naar verhouding meer kosten meebrengt<br />

op het gebied <strong>van</strong> publieke voorzieningen terwijl aan het wegensysteem<br />

zelf het nadeel verbonden is dat het doorgaand verkeer<br />

voor een groot deel de bebouwde kommen moet passeren, Het wegen—<br />

net in de gemeente voldoet dan ook niet meer aan de eisen <strong>van</strong><br />

het moderne verkeer. De weg welke door de dorpen <strong>Helden</strong>, Panningen<br />

en Beringe loopt en waarop de verkeersintensiteit het<br />

grootst is, is te smal en te bochtig voor het hedendaagse autoverkeer,<br />

Hierin zal verbetering komen wanneer de weg gerealiseerd<br />

wordt welke ten zuiden <strong>van</strong> bovengenoem.de kernen geprojecteerd<br />

is als verbinding tussen de Meyelse- en Kesselse weg,<br />

Eveneens zal dit het geval zijn wanneer de weg langs de Noordervaart<br />

in n-o-richting wordt doorgetrokken en aangesloten op de<br />

weg Maasbree-Venlo. Terwijl de gemeente wel over een - zij het<br />

onvoldoende - grotere verbinding oost-west beschikt, is het wegensysteem<br />

in de richting noord-zuid erg gebrekkig. Verandering in<br />

deze toestand kan de Midden-Peelweg brengen. De Peel is thans<br />

ontgonnen en daardoor is er behoefte ontstaan aan een doorgaande<br />

verkeersweg die deze streek ontsluit, Geprojecteerd Is een weg<br />

<strong>van</strong> Zaltbommel over Oss, Zeeland, de Rips, LJsselstein naar<br />

<strong>Helden</strong>. Van <strong>Helden</strong> uit kan de weg geleid worden naar Roggel en<br />

Heythuizen en verder in de richting <strong>van</strong> de geplande Maasbrug<br />

bij Wessem. In de toekomst zal tevens ook nog gewenst zijn een<br />

rechtstreekse wegverbinding tussen <strong>Helden</strong> en Neer, dat thans<br />

slechts via een aanmerkelijke omweg te bereiken is.<br />

In het systeem <strong>van</strong> waterwegen dat no dig zal zijn om goede<br />

verbindingen te scheppen tussen Schelde, Maas en Rijn is de aandacht<br />

gevestigd op de doortrekking - en verbreding - <strong>van</strong> de<br />

Noordervaart naar een punt nabij Venlo, Het spreekt <strong>van</strong>zelf dat<br />

deze verbinding voor de gemeente <strong>Helden</strong> <strong>van</strong> veel belang kan<br />

zijn. Op deze wijze komt immers een kortere verbinding met de<br />

Maas en een meer rechtstreekse aansluiting tussen de Zuid-Wil~<br />

lemsvaart en de Maas tot stand. Wanneer verder een kanaal tus~<br />

1)a Dr R.Martini'i Die Grundriszgestaltung der deutschen Sledlungen*<br />

Gotha 1928*


- 85 -<br />

sen Maas en Rijn ter hoogte <strong>van</strong> Venlo-Duisburg wordt gerealiseerd<br />

zal oak de afstand tot het Ruhrgebied belangrijk worden verkort.<br />

In eerste instantie zal Venlo en omgeving hier<strong>van</strong> profijt trekken;<br />

op de tweede plaats en in een later stadium zal <strong>Helden</strong> hier<strong>van</strong><br />

voordelen kunnen ondervinden» Voor de vestiging <strong>van</strong> bepaalde<br />

industriee"n te Beringe kan een korte afstand tot de Maas <strong>van</strong><br />

belang zijn*


Tabel 64<br />

Parochie<br />

Grashoek<br />

Koningslust<br />

Beringe<br />

Panningen<br />

<strong>Helden</strong><br />

Egchel<br />

86 -<br />

HOOFDSTUK IV. CENTRALE VOORZIENINGEN,<br />

Kerken, Tot 1830 had de gemeente slechta


label 65<br />

Scholen<br />

L.O.-meisjes '<br />

L.O. -jongens '<br />

KLeuter school<br />

Landbouwschool<br />

Tuinbouwschool<br />

2}<br />

'<br />

Landb . hui sh« s cho o.T,<br />

U.L.O. school ^<br />

- 87<br />

*<br />

Scholen in de gemeente naar bezetting •-<br />

1955 -<br />

- Brons <strong>Gemeente</strong> -<br />

Grashoek<br />

200<br />

48<br />

i '<br />

Konings- Beringe Panlust<br />

ningen<br />

271<br />

165 225 2?1<br />

Handel sav* school j ' !<br />

•<br />

45 170<br />

| 121 3)<br />

119<br />

i<br />

(<br />

i<br />

79 :<br />

Hel- Igchel<br />

den \ i<br />

192 |<br />

183 i 107<br />

84<br />

99<br />

j 42<br />

91 i<br />

1). Met. 8-klassen.<br />

2), Is momenteel in de landbouwschool ondergebracht.<br />

3). Betreft de leerlingen <strong>van</strong> de primaire afdeling of <strong>van</strong> het full-time j<br />

dagonderwijs. De part-time opleidihgen werden door 112 meisjes gevolgd|.<br />

4). Meisjes en jongens, i<br />

Tabel 66<br />

<strong>Helden</strong>se leerlingen op scholen buiten de gemeente - 1955 -!<br />

H..B® S. Gymn, ; l<br />

i<br />

f _,<br />

i<br />

Meisj es 2 5 i<br />

- ! i<br />

Kweek- i M.T.S.j Uni- j Midd.<br />

sen, ; i vers.i Landb<br />

! | Hoge-! s.<br />

j<br />

schocQj<br />

1<br />

' t~ ~ i — 1<br />

i<br />

4 ! i<br />

Jongens 20 10 4 i 56<br />

1), Brons E.T.I.L.| Overige: <strong>Gemeente</strong>.<br />

i L.T.S. 1 ^<br />

! lg-I „ __,„„,„ ,„_., i,,n,,.«.nuii» inii*.«i.iu<br />

I full. Part<br />

it. t.<br />

1 ^^ „„ rn ,. „„„ ,,,llu<br />

f<br />

Bij de behandeling <strong>van</strong> de beroepsstructuur kwam aan het<br />

licht dat het agrarische element in de gemeente zeer sterk is.<br />

Anderzijds is gebleken dat, tezamen met de aanwezige nijverheids—<br />

bedrijven, de landbouw niet in staat is geweest de natuurlijke<br />

bevolkingsaanwas op te <strong>van</strong>gen. Ook in de toekomst zal dit waarschijnlijk<br />

niet veranderen. Derhalve zal de oplossing <strong>van</strong> het<br />

bevolkingsvraagstuk voornamelijk gezocht moeten worden in emigratie<br />

danwel in een industriale ontwikkeling ter plaatse.<br />

Een inzicht nu in de, mate waarin de bevolking en de j eugd <strong>van</strong><br />

'.


- 88 -<br />

<strong>Helden</strong> er <strong>van</strong> doordrongen is dat industriearbeid niet minder<br />

waardig is en dat het welslagen <strong>van</strong> de industrialisatie ten<br />

nauwste samenhangt met de aanwezigheid <strong>van</strong> geschoolde arbeidskrachten,<br />

wordt verkregen wanneer men de belangstelling voor<br />

het lager technisch dag- of full-time onderwijs in de gemeente<br />

naast die in andere gebieden stelt. Op 1 januari 1955 waren 56<br />

in <strong>Helden</strong> woonachtige jongens aan een L.T.S. ingeschreven. Hier<strong>van</strong><br />

bezochten er 39 de school in Heythuizen en 17 die in Venlo.<br />

Vergelijkt men het aantal 13 t/m 17 jarige L,T.S*leerlingen met<br />

het totaal aantal jongens <strong>van</strong> deze leeftijd dan komt dit neer op<br />

een cijfer <strong>van</strong> 12.1 fo. Neemt men verder in aanmerking dat niet<br />

minder dan 10fo 13 t/m 17 jarige jongens de opleiding tot ondergronds<br />

mijnwerker volgt<br />

1 )<br />

' en dat in het sterk geindustrialiseerde<br />

gebied ;t de Westelijke Mijnstreek" de belangstelling voor het L.T.O.<br />

14»7 fo en voor het O.V.S.-onderwijs 8.4 f° bedraagt, dan maakt<br />

de agrarisch georienteerde gemeente <strong>Helden</strong> een zeer goede<br />

indruk.<br />

Te verwachten is dat tengevolge <strong>van</strong> de verdergaande structuurverandering<br />

<strong>van</strong> de gemeente en na oprichting <strong>van</strong> de L.T.S.<br />

in Panningen het aanbod <strong>van</strong> leerlingen nog belangrijk zal toenemen.<br />

2Z®£iS£_Z£££2i£S^ ri S£2:, Aansluitend aan het voorgaande is in<br />

tabel 67 een overzicht gegeven <strong>van</strong> de "overige" in de gemeente<br />

aanwezige publieke voorzieningen,, Om<strong>van</strong>g en spreiding hier<strong>van</strong><br />

illustreren de situatie in de onderscheiden onderdelen <strong>van</strong><br />

<strong>Helden</strong>. Voorzieningen welke maar eenmaal voorkomen - en als<br />

zodanig centraal gelegen moeten zijn, zoals raadhuis, brandweer,<br />

politie enz. - treft men in Panningen aan. Maar ook inzake<br />

andere voorzieningen, met name op medisch- en sociaal terrain,<br />

vormt deze kern het zwaartepunt en vertoont zij de grootste<br />

verscheidenheid. Het geheel overziend kan niet gezegd worden<br />

dat de bestaande voorzieningen <strong>van</strong> bescheiden aard zijn. Nog<br />

minder zal dit het geval zijn wanneer naast de in <strong>Helden</strong> geprojecteerde<br />

en voor de gemeente en haar omgeving bestemde B.L.O—<br />

1). De L.T.S.- en de O.V.S.opleiding zijn in zich niet geheel<br />

op een lijn te stellen, Behalve dat leertijd, onderwijsmethode<br />

en leeftijd <strong>van</strong> de bij genoemde instellingen ingeschreven<br />

jongens <strong>van</strong> elkaar verschillen bestaat er ook nog inzoverre<br />

onderscheid dat de 0*V,S,leerling reeds <strong>van</strong>af de eerste dag<br />

<strong>van</strong> indiensttreding verdient. Anderzijds zou een buiten be—<br />

schouwing laten <strong>van</strong> de bij de mijnbedrijven in opleiding zijnde<br />

jongens een foutieve indruk geven <strong>van</strong> de betekenis die het<br />

nijverheidsonderwijs in een gebied heeft, daar normaliter ver~<br />

ondersteld mag worden dat wanneer de 0_V»S*-en er niet waren,<br />

veel meer leerlingen de L.T.S. zouden bezoeken dan thans het<br />

geval is.


Tabel 67<br />

Voorziening<br />

Raadhuis<br />

Postkantoor<br />

Brandweer<br />

Politie<br />

A.rts<br />

Verio skundige<br />

Tandarts<br />

Dierenarts<br />

C onsult . bureau<br />

Groene Kruis<br />

Gezinszorg<br />

ff er kpl , onv o Iw .<br />

I! hart. Centrum<br />

Par oc hie hui s<br />

Leesbiblioth.<br />

Veren.lokaal<br />

Bioscoop<br />

Notari skant .<br />

Ar chit. bur .<br />

Begraafpl,<br />

Totaal !<br />

Grashoek<br />

1<br />

1<br />

1<br />

3-<br />

Voorzieningen in de gemeente - 1955 -<br />

Bron: gemeente<br />

Koningslust<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

4<br />

Beringe<br />

1<br />

1<br />

1<br />

Panningen<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

2<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

; 1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

!<br />

<strong>Helden</strong><br />

1<br />

: 1<br />

' 1<br />

1<br />

1<br />

2<br />

1<br />

1<br />

1<br />

3 21 10<br />

Egchel<br />

1<br />

1<br />

Opmex-king<br />

Nieuw gepland<br />

Panningen: bijkantoor<br />

Nevelspuit toegezegd<br />

Ook voor Meyel<br />

Met apotheek<br />

Waar<strong>van</strong> 1 gevestigd<br />

Eveneens voor Kessel, Meyel<br />

Met kleut erbureau<br />

Met wi jkverpleging; 1 afd. voor <strong>Helden</strong><br />

Konings 1. Egchel; andere voor overige<br />

kernen<br />

Werkt inter-par ochieel<br />

Voor <strong>Helden</strong> en omstreken<br />

Overkoep . orgaan sociale voorzieningen<br />

i<br />

1 !<br />

3 j


school, de in Panningen geplande L.T.S. en Tuinbouws-chool verwezenlijkt<br />

wordt. Uiteraard kunnen aan de vermelde voorzieningen<br />

nog andere elementen worden toegevoegd. Zo zou een kleuterschool<br />

in Koningslust de instellingen op het gebied <strong>van</strong> het L.O. en<br />

het lager technisch— en landbouwonderwijs completeren, terwijl<br />

de oprichting <strong>van</strong> leesbibliotheken en de realisering <strong>van</strong> ver~<br />

gaderlokalen in parochies waar deze momenteel ontbreken.resp,<br />

waar hier een tekort aan bestaat, de ontwikkeling <strong>van</strong> de bevolking<br />

en de bloei <strong>van</strong> het parochie- en verenigingsleven bevorderen.<br />

Gezien in het raam <strong>van</strong> een verantwoorde vrije tijdsbesteding<br />

kan de sport een zeer belangrijke sociaal- educatieve functie<br />

hebben - men denke o.a. aan betere lichaamsverzorging, aankweken<br />

<strong>van</strong> teamgeest -. Dit zelfde geldt ook voor verenigingen op culture<br />

el gebied, stands- en vakorganisaties. Uit een oogpunt <strong>van</strong><br />

vorming of ontspanning zijn zij <strong>van</strong> grote betekenis en tot het<br />

verkrijgen <strong>van</strong> een welvarende gemeenschap kunnen zij een essentie'le<br />

bijdrage leveren,<br />

Een indruk nu omtrent het ontspannings- en verenigingsleven<br />

<strong>van</strong> de bevolking <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> wordt door bijgaande tabel 68 gegeven,<br />

Naast een aantal de gehele gemeente omvattende organisaties<br />

telt elke parochie zijn eigen verenigingen, Soms vertonen<br />

deze meerdere schakeringen zoals in Panningen en <strong>Helden</strong>. Maar ook<br />

in de in grootte daarop volgende parochie Beringe worden veel<br />

variaties aangetroffen. Over een eigen speelveld resp, lokaal<br />

beschikken - met uitzondering <strong>van</strong> de Boerenbond in Panningen -<br />

de vermelde verenigingen niet. De bijeenkomsten hebben plaats in<br />

het parochiehuis dan wel in plaatselijke cafe's of zalen terwijl<br />

de voetbalterreinen in huur verkregen zijn en de grasmat <strong>van</strong> ge—<br />

meentewege onderhouden'wordt, Brengt men de georganiseerde<br />

personen 'in verband met de totale bevolking dan blijkt dat<br />

in de ene kern het verenigingsleven beter en ruimer is dan in<br />

de andere maar dat het geheel een zeer bevredigend beeld te<br />

zien geeft; een toestand welke in zijn verdere ontwikkeling<br />

waard is met alle ter beschikking staande middelen gesteund<br />

te worden.<br />

1), Bedacht dient te worden dat e'e'n persoon <strong>van</strong> meerdere verenigingen<br />

lid kan zijn.


Voetbal<br />

Volleybal<br />

Tafeltennis<br />

, Gym. Keren<br />

" Dames<br />

'' Biljart<br />

Beugel<br />

Handboog<br />

Zang<br />

Muzi ek<br />

Accordeon<br />

! Tone el<br />

Schutterij<br />

Boerenbond<br />

Jonge Boeren<br />

K,A,B.<br />

K.A.J.<br />

K.A.M.<br />

Bond v/h Gezin<br />

Societeit<br />

Jong. Gemeenscha; o<br />

Totaal<br />

Inwoners<br />

33<br />

; 20<br />

39<br />

: 15<br />

45<br />

45<br />

197<br />

1216<br />

- 91 -<br />

Tabel 68 i Verenigingen naar parochie<br />

Brons <strong>Gemeente</strong><br />

i— .-~~— «•—-».-,... . „.——»-.<br />

!<br />

Vereniging 3-rashoek KoningslustBeringe<br />

52<br />

20<br />

34<br />

15<br />

30<br />

36<br />

187<br />

805<br />

1). Hieronder zijn ook de boeren uit<br />

2). inclusief Egchel en Koningslust<br />

3), inclusief Egchel.<br />

I Middenstand<br />

j<br />

| Werkn. "<br />

Jonge "<br />

I Mijnwerkersbond<br />

| Bouwvakarb.<br />

Aann* bond<br />

. Schilderspatr*<br />

60<br />

16<br />

55<br />

8<br />

15<br />

65<br />

55<br />

55<br />

14<br />

108<br />

72<br />

*7<br />

530<br />

1330<br />

en ledental.<br />

1955 -<br />

Panningen<br />

65<br />

40<br />

27<br />

78 :<br />

54<br />

42 '<br />

407 1)<br />

46<br />

176<br />

129<br />

J<br />

'<br />

,<br />

40 :<br />

1104 ''<br />

3347<br />

-<br />

i<br />

Hel- $g-<br />

Toden<br />

iche1<br />

taal<br />

75<br />

115 :<br />

98 j<br />

15<br />

27 !<br />

i i<br />

91<br />

! 20<br />

52 :<br />

2'99 2)<br />

68 3)<br />

83 28<br />

46 .<br />

176<br />

1145 i 48<br />

2052 615<br />

Beringe en Grashoek begrepen*<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke verenigingen<br />

152 i Schoenm, bond '<br />

i !<br />

44 j Met.bew. " j<br />

30 i Smeden "<br />

! 118 ! A*R*K,A*<br />

I 220 , K.O.V.<br />

23 I Duivensport<br />

9 :' Kanariever.<br />

Voor gemeente en omgeving*<br />

D!<br />

8<br />

72<br />

10<br />

45<br />

35<br />

50<br />

25<br />

Paardensport<br />

Hondendress.<br />

Jagersver.<br />

Roode Kruis<br />

K.A.7.<br />

Invalidenbond D<br />

Totaal<br />

•<br />

l<br />

285<br />

j 40<br />

27<br />

115<br />

I 98<br />

31<br />

27<br />

40<br />

78<br />

273<br />

8<br />

65<br />

159<br />

706 •<br />

244<br />

423<br />

• 175<br />

14<br />

284<br />

112<br />

7<br />

13<br />

8<br />

42<br />

700<br />

71<br />

90<br />

1765!<br />

3211<br />

9365


- 92 -<br />

HOOFDSTUK V. TOEKOMSTIGE ONTWIKKELING.<br />

Bevolking; Mede in verband met de opzet <strong>van</strong> het onderhavige<br />

<strong>rapport</strong> is het gewenst kennis te verkrijgen omtrent het toekomstige<br />

inwonertal <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> als ook aangaande de verdeling der<br />

personen over de verschillende leeftijdsklassen. Enerzijds immers<br />

is het de bevolking naar leeftijd en geslacht en anderzijds zijn<br />

het de aanwezige welvaartsbronnen welke tezamen de componenten<br />

vormen <strong>van</strong> het algemene welvaartsprobleem. Wel dient te worden<br />

opgemerkt ,dat de in het navolgende gehanteerde methode ter be-»<br />

paling <strong>van</strong> het aantal inwoners niet als een exacte vaststelling<br />

moet worden gezien, maar zoals elke prognose, als een benadering<br />

<strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g, de leeftijdsopbouw'en de samenstelling <strong>van</strong> de bevolking<br />

naar geslacht. Dit wegens het feit dat zeker op iets<br />

langere termijn de grootheden welke de groei <strong>van</strong> het inwonertal<br />

bepalens te wetens geboorte, sterfte, migratie, economische<br />

ontwikkeling etc., beiangrijke onvoorziene veranderingen kunnen<br />

ondergaan, Vandaar ook dat als eindpunt <strong>van</strong> de prognose 31 dec.<br />

1969 is genomen. Uitgaande <strong>van</strong> de bevolking per eind 1954 is de<br />

aldus-omvatte periode <strong>van</strong> f5 jaren niettemin lang genoeg om als<br />

basis te kunnen dienen voor het opstellen <strong>van</strong> plannen*<br />

De prognose is geschied per 5-Jarige leeftijdsklasse en per<br />

5—jarige periode waarbij de gestichtsbevolking <strong>van</strong> de gemeente<br />

uit de berekening is geelimineerd. Uitgaande nu <strong>van</strong> de op 31<br />

december 1954 aanwezige bevolking naar leeftijd en geslacht is<br />

met behulp <strong>van</strong> de door het C.B,S, samengestelde sterftetafels<br />

de <strong>van</strong> iedere leeftijdsgroep overlevende mannen en vrouwen voor<br />

de navolgende drie 5 -jarige perioden te berekenen, zodat per<br />

deze data enkel de jongere leeftijdsklassen ontbreken n.l, de<br />

0-4 jarigen in 1959; de 0-9 jarigen in 1964 en de 0-14 jarigen<br />

in 1969.<br />

Ter bepaling <strong>van</strong> deze categorien is uitgegaan <strong>van</strong> de verhouding<br />

tussen het aantal geboorten en het aantal vrouwen <strong>van</strong><br />

15-44 jaar. In 1953 en '54 werden in <strong>Helden</strong> gemiddeld 302 personen<br />

levend geboren en waren op het einde <strong>van</strong> de jaren 1952<br />

en ! 53 gemiddeld 1853 vrouwen <strong>van</strong> 15-44 jaar in de gemeente aanwezig.<br />

Op elke 1000vrouwen <strong>van</strong> voornoemde leeftijd werden derhalve<br />

163 kinderen levend geboren.<br />

Ziet men in dit verband naar het geboortecijfer der voorafgaande<br />

jaren dan blijkt dat het aantal geboorten pro mille der<br />

totale bevolking in de periodens 1931-'35; 1936-'40; 194-1-'45<br />

resp. 34.-, 30»5 en 29.8 bedroeg* Als gevolg <strong>van</strong> het hogere


- 93 -<br />

aantal geboorten in de direct naoorlogse jaren, 1946-'50, steeg<br />

het cijfer tot 34,6 o/oo. In het tijdvak 1951-'54 was het evenwel<br />

weer 31.6 o/oo. Deze gegevens tonen aan dat de algemeen optredende<br />

dalende tendenz <strong>van</strong> het aantal geboorten ook in <strong>Helden</strong><br />

waar te nemen is en dat het geboor-t-Bcijfer in de gemeente zich<br />

weer naar het vooroorlogse niveau - periode 1936-'40 - beweegt.<br />

In welk tempo dit zal plaats hebben resp, of het gebo ortecijfer<br />

zelfs beneden het vooroorlogse zal dalen is moeilijk te zeggen,<br />

Voorzichtigheidshalve wordt bij,de raming <strong>van</strong> het aantal geboorten<br />

in de komende jaren, voor het tijdvak 1954—'59 het geboortecijfer<br />

<strong>van</strong> 163 per 1000 vrouwen <strong>van</strong> 15-44 jaar aangehouden en<br />

voor de beide navolgende perioden op resp. 160 en 155 gesteld '.<br />

Dit geboorteaantal per jaar wordt nu verminderd met het percentage<br />

levend geborenen dat gemiddeld beneden 1 jaar overlijdt n.l.<br />

2,2<br />

2)<br />

, terwijl het als dan resterende aantal kinderen gesplitst ssp]<br />

wordt in jongens en meisjes en wel in gelijke verhouding 2)<br />

Aan de hand <strong>van</strong> de sterftetaf els zijn <strong>van</strong> de op deze wijze berekende<br />

geborenen z>owel de overlevenden vast te stellen als de<br />

in de prognose nog ontbrekeh'd'e j eugdige leeftijdsgroepen. Op 31<br />

december 1969 zal <strong>Helden</strong> dan een bevolking tellen <strong>van</strong> 13775<br />

personen n.l. 6884 mannen en 6891 vrouwen.<br />

Bij de in het voorgaande uitgevoerde berekening werd enkel<br />

met de natuurlijke aanwas rekening gehouden. <strong>Helden</strong> heeft evenwel<br />

steeds zijribevolking door een meer of minder groot vertreksaldo<br />

zien af nemen, Voor de laatste 10 jaar kwatn dit neer op een<br />

gemiddelde <strong>van</strong> rond 10 o/oo,' Welke om<strong>van</strong>g de emigratie in de<br />

toekomst zal aannemen valt niet te voorzien aangezien hierop<br />

talrijke onbekende grootheden <strong>van</strong> invloed zijn onder meer de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> de economische bronnen in of in de omgeving <strong>van</strong><br />

de gemeente, Zou het vertreksaldo uit <strong>Helden</strong> zich op het peil<br />

<strong>van</strong> 10 o/oo per jaar handhaven dan betekent dit dat op de.<br />

drie aangegeven data de gemeente resp, rond 500, 1050, 1700<br />

inwoners minder zal tell en dan op basis <strong>van</strong> de natuurlijke<br />

groeifactoren is geraamd,<br />

1), Met een geboortecijfer <strong>van</strong> 163 kinderen per 1000 vrouwen<br />

<strong>van</strong> 15-44 jaar komt over een een geboorte promillecijf er<br />

<strong>van</strong> 31.5? een geboorte promillecijf er <strong>van</strong> 3C komt neer op rond<br />

155 kinderen per 1000 vrouwen <strong>van</strong> genoemde leeftijd,<br />

2), Periode 1946 t/m 54*


Tabel 69<br />

Hel den<br />

Leeftijd<br />

m.<br />

- 94 -<br />

Bevolkingsopbouw naar leeftijd en geslacht -excl.<br />

_ gestichtsbevolking en migratie-.<br />

j<br />

i<br />

.<br />

1954<br />

1959<br />

1964<br />

1969 ;<br />

V,<br />

m. v.<br />

0-4 705 728 j 782 781 887 886<br />

5-9 643 649 j 699 723 775 776<br />

10 - 14 507 505 f 641 648 697 722<br />

15 - 19 431 428 I 505 504 I 638 646<br />

20 - 24 418 399 | 429426<br />

502 502<br />

25-29 j 311 297 I 41 5 397 426 424<br />

30 - 34 288 285 j 309 295 412 394<br />

35 - 39<br />

40 ~ 44<br />

45 „ 49<br />

240<br />

217<br />

215<br />

217<br />

248<br />

202<br />

i !<br />

>.<br />

j<br />

285 sI<br />

237<br />

213<br />

283<br />

215<br />

244<br />

306<br />

282<br />

233<br />

293<br />

280<br />

211<br />

50 - 54 180<br />

i<br />

175<br />

55 - 59 | 142 139<br />

I < 209 f<br />

172 I<br />

197<br />

169<br />

207<br />

199<br />

238<br />

190<br />

60 - 64 117 I 102 132 | 131" 160 159<br />

65 - &9 97 100 104 92 118 118<br />

70 - 74 - j 82 70 80 84 86 77<br />

75 - 79 57 52 59 52 58 62<br />

80 e.o. !<br />

j<br />

43<br />

i<br />

33 48 44<br />

__^__^<br />

:<br />

53 49<br />

_^69J_^Jr629__<br />

»_^03iJ-^£21--_<br />

9322 10604<br />

12066<br />

m.<br />

V,<br />

m.<br />

1028<br />

880<br />

773<br />

694<br />

635<br />

499<br />

423<br />

408<br />

302<br />

277<br />

226<br />

198<br />

186<br />

143<br />

97<br />

62<br />

53<br />

6884<br />

13775<br />

V,<br />

1027<br />

880<br />

774<br />

720<br />

1 643 |<br />

| 499<br />

421<br />

391<br />

290<br />

275<br />

i 206<br />

l 1 230<br />

; 179<br />

: 144<br />

99<br />

i I? ( iI<br />

56<br />

;<br />

: 6891<br />

Reeds werd erop gewezen dat de bestaansbronnen in <strong>Helden</strong><br />

niet ruim genoeg geweest zijn om het natuurlijk accres op te<br />

<strong>van</strong>gen. Een gedeelte <strong>van</strong> de inwoners heeft zich dan ook genoodzaakt<br />

gezien elders emplooi te zoeken. Maar ook voor hen die<br />

in de gemeente verbleven waren de welvaartsmiddelen niet voldoende<br />

hetgeen duidelijk blijkt uit de mannelijke latent werklozen.<br />

en de geregistreerde werkzoekenden» Bijzondere voorzieningen<br />

werden dan ook nodig geoordeeld om deze agrarische, door een .<br />

groot vertrekoverschot gekenmerkte? gemeerrfce tot meer welvaart<br />

te brengen* Zodoende werd <strong>Helden</strong> als "incidenteel te stimuleren<br />

kern" aangewezen* De <strong>van</strong> regeringswege verieende financiele<br />

faciliteiten op het gebied <strong>van</strong> uitbreiding en vestiging <strong>van</strong><br />

bedrijven: wettigen nu de verwachting dat de gemeente beter dan<br />

voorheen in staat zal zijn de b evolkingsaanwas op te <strong>van</strong>gen* Een


- 95 -<br />

zo groot vertreksaldo als zich in de voorbije jaren heeft voorgedaan<br />

is dan ook minder waarschijnlijk; stem-fa althans niet overeen<br />

met de opzet; <strong>Helden</strong> als industrialisatiekern aan te merken.<br />

Derhalve is het niet onredelijk de boven begrote - in zich wel<br />

een maximaal karakt er dragende - om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de bevolking, te<br />

weten 13775 personen, als richtlijn te nemen voor verdere berekeningen<br />

5n voor het te voeren beleid. Hoe groot de groei <strong>van</strong> het<br />

inwonertal in werkelijkheid zal zijn blijft evenwel een open vraag,<br />

],£^-— •*-£!>* -^ e grootte hier<strong>van</strong> is in eerste instantie afhankelijk<br />

<strong>van</strong> de ontwikkeling der totale bevolking terwijl zij<br />

daarnaast bepaald wordt door de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de productieve leeftijdsklassen<br />

en het aantal dat zich hier<strong>van</strong> in feite op de arbeidsmarkt<br />

aanmeldt, Als gevolg <strong>van</strong> de geleidelijke verbetering<br />

<strong>van</strong> de ouderdomsvoorziening zijn de productieve leeftijdsklassen<br />

zelf vrijwel gelijk te stellen met de 1 5 t/m 64 jarigen.<br />

Uit de gegevens <strong>van</strong> tabel 69 blijkt dat <strong>Helden</strong> in 1954: 2559<br />

mannen en 2492 vrouwen <strong>van</strong> 15 t/m 64 jaar telde, In 1969 zullen<br />

deze aantallen tot resp, 384-8 -mannen en 3854 vrouwen aangegroeid<br />

zijn, zodat het verschil tussen de beide jaren de vermoedelijke<br />

aanwas <strong>van</strong> de beroepsb evolking weergeeft - zie tabel 70 -. Van<br />

de in 1947 in de gemeente aanwezige mannen en vrouwen in de productieve<br />

leeftijd, oefende evenwel resp. 9»4 en 50.6 fo geen beroep<br />

uit. Ziet men in dit verband naar de cijfers die voor Limburg<br />

als geheel gelden t.w. resp. 8,3 en 69.1 fo dan kan geconstateerd<br />

worden dat het percentage vrouwen dat in <strong>Helden</strong> in een<br />

beroep werkzaam is - 49 . 4 - uitzonderlijk hoog is, hetgeen naar<br />

alle waarschijnlijkheid terug te voeren is op het agrarische karakt<br />

er <strong>van</strong> de gemeente* Aangenomen mag dan ook worden dat als<br />

gevolg <strong>van</strong> een verdergaande structuurverandering <strong>van</strong> de gemeente<br />

genoemd percentage zal dalen* Daarom wordt, veiligheidshalve, op<br />

de aangegeven to ename der beroepsb evolking een correctie voor<br />

beroepsloosheid <strong>van</strong> 9 fo bij de mannen en 70 fo bij de vrouwen toegepast,<br />

met als resultaat een vraag naar bijna 1600 nieuwe arbeidsplaatsen<br />

in1§ jaar tijds,<br />

Behalve door de factoren: geboorte en sterfte wordt de<br />

toekomstige grootte <strong>van</strong> de beroepsb evolking ook bepaald door<br />

een vestiging - danwel vertrekoverschot, Om reden als in het<br />

voorgaande aangegeven is er <strong>van</strong> afgezien in de prognose veronderstellingen<br />

t,a«v» de sociaal-economische groei te verwerken.<br />

Toch is het <strong>van</strong> betekenis inzicht te verkrijgen in het kwantita-


Tabel 70<br />

<strong>Helden</strong><br />

_. 96 -<br />

tieve effect <strong>van</strong> een bepaald - en in zich misschien iets minder<br />

speculatief - onderdeel <strong>van</strong> de migratie n.l. <strong>van</strong> de buitenlandse,<br />

15 t/m 64 _» in 1969<br />

15 t/m 64 j. " 1954<br />

Aanwas 1955 t/m 69<br />

Beroepsloos<br />

t~-— — -- • -'-- --- - -- - - — - ,<br />

Vermoedelijke aanwas beroepsb evolking. Periode 1955 t/m]<br />

1969,<br />

Mannen<br />

3848<br />

2559<br />

1289<br />

Vrouwen<br />

3854<br />

2492<br />

.,., ,„ „„,-,_ , „„ , .,<br />

1362<br />

116 I 953<br />

Totaal<br />

i 7702<br />

5051<br />

Gecorr, aanwas 1173 409 1582<br />

_____|<br />

2651<br />

Gaat men deze voor de achterliggende jaren na dan blijkt zij zowel<br />

wat de om<strong>van</strong>g als wat de overschotten betreft een weinig stabiel<br />

beeld te vertonen. Ook met betrekking tot de toekomst valt weinig<br />

met zekerheid te voorspellen—-omtrent de factoren die de migratie<br />

zullen beinvloeden en de grootte welke deze zal aannemen. In de<br />

"Herziene berekeningen omtrent de toekomstige loop der Nederlandse<br />

bevolking 1954" werkt het C.B.S. met een minimum aantal<br />

<strong>van</strong> 20.000 en eeja maximum prognose <strong>van</strong> 50.000 man terwijl in de<br />

"4e Industrialisatie-nota, periode 1952-'57" een negatieve migratie<br />

<strong>van</strong> 50*000 personea mogelijk wordt geacht en het werkelijke<br />

vertreksaldo over de laatste 5 jaar gemiddeld rond 30.000 personen<br />

bedraagt. Houdt men nu als raming voor de komende jaren<br />

een cijfer <strong>van</strong> 40*000 aan en gaat men verder <strong>van</strong> de veronderstelling<br />

uit dat <strong>Helden</strong> aan deze jaarlijkse emigratie voor het gehele<br />

land met een naar verhouding <strong>van</strong> de bevolking berekend aantal<br />

deelneemt dan zouden in de periode 1955 t/m '69 globaal 550 per—<br />

sonen uit de gemeente naar het buitenland moeten vertrekken '.<br />

Daar ongeveer 40 f> <strong>van</strong> de migranten -mannen en vrouwen - in een<br />

beroep werkzaam is betekent dit geschatte vertrekoverschot voor<br />

<strong>Helden</strong> een vermindering <strong>van</strong> ruim 200 beroepspersonen.<br />

Waar d»w»z* in welke bedrijf stakken moet de aanwas <strong>van</strong> de<br />

beroepsbevolking nu worden ondergebracht ? In dit verband doet<br />

zich allereerst de vraag voor of de agrarische productie nog<br />

arbeidskrachten kan opnemen* Als factoren welke de potentie<br />

inhouden de huidige groep landbouwers uit de breiden zijn te<br />

1). Sit zou er op -neerkomen dat'in'<strong>Helden</strong> het buitenlandse vertreksaldo<br />

gemiddeld cngeveer even groot moet blijven als in de<br />

jaren 1950 t/m ! 54~zie tabellen migratie-.<br />

i<br />

j


_ 97 -<br />

noemens vergroting <strong>van</strong> de oppervlakte cultuurgrond; toename <strong>van</strong><br />

de veestapel en intensivering <strong>van</strong> het bodemgebruik. Met betrekking<br />

tot de toekomstige werkgelegenheid in de landbouw kan de factor<br />

cultuurgrond rustig worden verwaarloosd daar de mogelijkheid<br />

tot aanwinst via ontginning zo goed als uitgeput is. Belangrijke<br />

wijzigingen zijn ook niet <strong>van</strong> de kant <strong>van</strong> de veestapel te verwachten.<br />

De ontwikkeling hier<strong>van</strong> is n.l. <strong>van</strong> dien aard dat - naar<br />

het zich laat aanzien - de vergroting <strong>van</strong> het arbeidspotentieel<br />

slechts <strong>van</strong> geringe om<strong>van</strong>g zal zijn; een betrouwbare prognose<br />

althans niet mogelijk maakt. Anders is het evenwel met het bodemgebruik<br />

gesteld. In de vorm <strong>van</strong> het telen <strong>van</strong> tuinbouwproducten<br />

neemt de intensivering er <strong>van</strong> steeds toe. Gaat men nu uit <strong>van</strong><br />

de veronderstelling dat, evenals in het verleden, het tuinbouwareaal<br />

gebonden aan een teeltvergunning in de naaste toekomst<br />

met 2 a 3 ha voile grondscultuur per jaar wordt vergroot dan<br />

betekent dit een verdere overgang naar een intensieve bodemexploitatie.<br />

.Daar e'e'n volwaardige arbeidskracht op 1 a 1 »25 ha<br />

tuinbouwgrond een bestaan kan vinden - tegenover op ca 5 ha<br />

bouwland - houdt voornoemde hypothese tevens in: een toename<br />

per jaar <strong>van</strong> 2 volwaardige-krachten. Bij deze redenering is<br />

buiten beschouwing gebleven de zich ontwikkelende aspergeteelt<br />

evenals de uitbreiding <strong>van</strong> glascultuur, fruitteelt en de dit<br />

jaar <strong>van</strong> enige betekenis geworden zaadteelt op contracten.<br />

Stelt men de toenemende arbeidsbehoefte voor laatst genoemde<br />

categorieen op e'e'n v.a.k, per jaar - wat zeker aan de lage kant<br />

is - dan is de vergrote arbeidsgelegenheid in de agrarische<br />

sector in de eerstvolgende 15 jaar, globaal op 45 & 50 volwaardige<br />

mannelijke arbeidskrachten te ramen. Uiteraard berusten<br />

deze berekeningen op all eri ei veronderst ellingen en ruwe gemiddelden,<br />

zij zijn echter dienstig in zover zij duidelijk wijzen<br />

in de richting <strong>van</strong> nieuwe bestaansmogelijkheden door verschuiving<br />

in het bodemgebruik.<br />

Naast de omstandigheid <strong>van</strong> vergroting <strong>van</strong> werkgelegenheid<br />

dient oak het overbodig worden <strong>van</strong> landbouwkrachten in beschouwing<br />

te worden genomen. Onderscheid dient hierbij te worden<br />

gemaakt tussen oorzaken welke met de grond zelf verband houden<br />

en die welke hun oorsprong in de bedrijf svoering vinden. Laatstgenoemde,<br />

in rationalisatie en mechanisatie tot uiting komende,<br />

krachten wijzen in de richting <strong>van</strong> een uitstoten <strong>van</strong> personen.<br />

Meestal wordt dit vraagstuk het eerst op die bedrijven aan de<br />

orde gesteld waar een arbeidstekort bestaat en in veel gevallen<br />

heeft men dit ook langs deze weg kunnen wegwerken. Daar


- 98 -<br />

waar voldoende krachten aanwezig zijn blijven de arbeidsbesparende<br />

methoden het langst rusten, Hoeveel mensen op deze wijze overbodig<br />

zullen worden is niet te ramen ook niet bij benadering daar<br />

niet alleen niet bekend is of rationalisatie wordt toegepast<br />

maar ook niet in welke mate dit zal gebeuren. Een in dezen meer<br />

concrete factor vormt het grondverlies verband houdend met de<br />

uitbreiding der bebouwing en de aanleg <strong>van</strong> industrleterrein.<br />

Voor <strong>Helden</strong> kan dit globaal op 2 a 3 ha per jaar worden gesteld;<br />

in hoofdzaak bestaande uit bouwland zodat als gevolg hier<strong>van</strong><br />

ca 8 volwaardige arbeidskrachten in 15 jaar tijds zouden moeten<br />

afvloeien, althans wanneer deze oppervlakte slechts bij enkele<br />

bedrijven in gebruik is. De spreiding over een groot aantal ondernemingen<br />

en een lange periode doet echter vermoeden dat <strong>van</strong><br />

een ree*le afvloeiing weinig terecht zal komen. Samenvattend kan<br />

gezegd worden dat saneren.de maatregelen met betrekking tot bodembewerking<br />

en bedrijfsvoering "hele of gedeeltelijke" krachten<br />

kunnen en zullen vrijmaken maar dat gezien de veelal kleine bedrijven,<br />

de om<strong>van</strong>g hier<strong>van</strong> gering zal zijn. En dit temeer daar<br />

door tegenwerkende factoren als intensivering deze in meerdere<br />

of mindere mate overtollige kracht weer productief te maken is,<br />

Grotendeels is dit ook met het reele grondverlies het geval.<br />

Op de uiteindelijke om<strong>van</strong>g der afvloeiing zullen de boven beschreven<br />

omstandigheden dan ook weinig positieve invloed uitoefenen.<br />

Stelt men de in het voorgaande gemaakte berekeningen naast<br />

elkaar dan blijkt dat: een begroting <strong>van</strong> de beroepsb evolking op<br />

basis <strong>van</strong> de natuurlijke aanwas een aanbod <strong>van</strong> 1600 personen<br />

oplevert; dat de buitenlandse migratie een mogelijke vermindering<br />

<strong>van</strong> ca 200 arbeidskrachten inhoudt; dat de agrarische productie<br />

een latent overschot <strong>van</strong> 106 en een reeel tekort <strong>van</strong> 40 man telt;<br />

dat als gevolg <strong>van</strong> intensivering de landbouw nog rond 50 personen<br />

kan opnemen; dat de factor grondverlies vrijwel te verwaar-<br />

Iczen is, terwijl het aantal ingeschreven werklozen ongeveer 30<br />

bedraagt* Rekening houdend met deze cijfers lijkt het niet onverantwoord<br />

het scheppen <strong>van</strong> werkgelegenheid in bedrijf stakken<br />

buiten de agrarische sfeer op een aantal <strong>van</strong> 1500 personen in<br />

te stellen, waar<strong>van</strong> rond 1100 mannen. Ten overvloede zij hierbij<br />

opgemerkt dat in dezen <strong>van</strong> de binnenlandse migratie geheel is<br />

afgezien en dat alleen de buitenlandse in aanmerking is genornen*<br />

Sveneens is het feit buiten beschouwing gebleven dat een verhoging<br />

<strong>van</strong> de arbeidsproductiviteit een gedeelte <strong>van</strong> de personeelsbezetting<br />

der bestaande nijverheidsbedrijven op de oorspronke-


„. gg -<br />

lijke plaats overbodig zal maken waardoor een extra behoefte aan<br />

1 }<br />

werkgelegenheid ontstaat '.<br />

De indruk bestaat dat de middenstand in de gemeente niet<br />

overbezet is. Redelijk lijkt het nu aan te nemen dat tegenover 3<br />

arbeiders in de Industrie er 2 in de verzorgende beroepen plaatsing<br />

zullen vinden. Bijgevolg zullen de industriele bedrijf stakken<br />

voor rond 1000 arbeidsplaatsen moeten zorgen. ?/anneer verder gesteld<br />

wordt dat slechts de helft <strong>van</strong> de in de Industrie te werk<br />

te stellen personen op industrieterrein is aangewezen en dat<br />

per 100 arbeiders 1 ha benodigd is dan resulteert hieruit dat<br />

het geraamde aantal personen te zijner tijd 5 ha in beslag zal<br />

nemen.<br />

In werkelijkheid is het echter nodig een groter aantal ha'en<br />

industrieterrein in, het uitbreidingsplan aan te wijzen; zulks<br />

om de volgende redenen. Momenteel heeft de gemeente nog weinig<br />

Industrie zodat voor de uitbreiding er <strong>van</strong> niet veel ruimte aanwezig<br />

is. Zonder nieuwe terreinen in beslag te nemen zullen de<br />

bestaande ondernemingen slechts een klein deel <strong>van</strong> de aanwas der<br />

arbeidskrachten kunnen opnemeh. Daarbij biedt het uitbreidingsplan<br />

rnaar geringe mogelijkheid voor Industrie tussen de andere<br />

bebouwing. Het aan te wijzen industrieterrein dient dan ook een<br />

zodanige om<strong>van</strong>g te hebben dat bedrijven welke zich daarop vestigen<br />

ook voldoende ruimte hebben voor latere uitbreiding; veelal<br />

willen deze industrieen een aangrenzend terrain in optie hebben,<br />

Bovendien is het gewenst dat de Industrie voldoende keus kan<br />

maken ZOWP! wat de grootte <strong>van</strong> haar terrein, als de ligging<br />

t.o.v, andere fabrieken resp. t,a.v» vaarwater en weg betreft.<br />

Omdat in de gemeente de gelegenheid bestaat terrein aan vaarwater<br />

aan te wijzen zal het goed zijn deze te benutten. Met dit<br />

terrein kan echter niet worden volstaan. Voor lichtere industrieen<br />

en iridustriee'n -waarin meisjes werken heeft men een terrein<br />

nodig dat meer in het centrum <strong>van</strong> de gemeente ligt, Daarom<br />

verdient het aanbeveling in Panningen een vijftal ha'en industrieterrein<br />

bouwrijp te maken en tevens aan de Noordervaart enige<br />

ha 1 en industrieterrein aan te leggen. Van dit laatste terrein<br />

kan de grootte niet nauwkeurig worden aangegeven; dit hangt<br />

n.l, samen met de plannen voors verbreding <strong>van</strong> het kanaal; ver-<br />

1)® In de 4e Industrialisatienota wordt een toeneming <strong>van</strong> de<br />

productie per werknemer met 15 f° t.o.v, 1952 in 5 jaar bereikbaar<br />

geacht*


- 100 -<br />

legging <strong>van</strong> de weg Meyel-<strong>Helden</strong>; bouw <strong>van</strong> een brug e.fl. In ieder<br />

geval is het wenselijk dat aan de Noordervaart een tiental ha'en<br />

bruikbaar industrieterrein ter beschikking komt waarbij latere<br />

uitbreiding. mogelijk moet blijven.<br />

JSSiiSiSSS£§r2i2£®£- s Uitbreiding <strong>van</strong> bestaande resp, vestiging<br />

<strong>van</strong> nieuwe bedrijven in een bepaalde plaats is <strong>van</strong> diverse omstandigheden<br />

afhankelijk. Op de belangrijkst-e hier<strong>van</strong> wordt in het<br />

navolgende nader ingegaan.<br />

Arbeidskrachtem Wat de gemeente <strong>Helden</strong> de ondernemer in<br />

eerste instantie kan bieden is een groot aantal arbeidskrachten.<br />

Afgaande op de momenteel bij de jeugd bestaande belangstelling<br />

voor een technische opleiding mag tevens worden aangenomen dat<br />

zich onder de aan het productieproces deelnemende personen een<br />

hoog percentage geschoolden zal bevinden. Bij tot standkoming <strong>van</strong><br />

de L.T.S, zal de animo voor de vakstudie ongetwijfeld nog belangrijk<br />

toenemen. In kwantitatief en. in qualitatief opzicht is de<br />

arbeidsmarkt in de gemeente dan ook als een voor industrievestiging<br />

positieve factor aan te'merken.<br />

Industrieterreins De aanwezigheid <strong>van</strong> aantrekkelijk gelegen<br />

bouwrijpe grond kan <strong>van</strong> doorslaggevende betekenis zijn bij de keuze<br />

<strong>van</strong> de vestigingsplaats. Ten aanzien <strong>van</strong> de factor terrein zij<br />

opgemerkt dat de gemeente hierover thans niet beschikt. Wel verkeren<br />

de plannen dienaangaande in een vergevorderd stadium waarbij<br />

het voornemen bestaat zowel een terrein ten noorden <strong>van</strong> de kern<br />

Panningen - groot 5 ha - als een. ten zuiden <strong>van</strong> het dorp Beringe,<br />

n.l, langs de Noordervaart, aan te leggen, Realisering <strong>van</strong> deze<br />

gedachte verdient alle aanbeveling daar op deze v/ijze niet alleen<br />

voorzien wordt in de behoefte <strong>van</strong> die bedrijven welke aan vaarwater<br />

gebonden zijn resp, voor wie het kunnen beschikken over<br />

Water als zodanig <strong>van</strong> belang is, maar ook de mogelijkheid <strong>van</strong><br />

industrialisatie aanmerkelijk wordt verruimd.<br />

Verkeer: Voor het welslagen <strong>van</strong> de pogingen tot het aantrekken<br />

<strong>van</strong> bedrijven, in het bijzonder ook wanneer het gaat om de<br />

afsplitsing <strong>van</strong> elders tot ontwikkeling gekomen industriefe'n, zijn<br />

goede verkeersverbindingen <strong>van</strong> veel betekenis. De verkeersiigging<br />

<strong>van</strong> <strong>Helden</strong>, binnen het raam <strong>van</strong> de omgeving, is niet bepaald gunstig.<br />

Wel zal dit het geval zijn wanneer de plannen tot verharding<br />

<strong>van</strong> wegen in de gemeente tot uitvoering worden gebracht; de<br />

noord—zuid-verbinding, te weten de z.g.n. Peelweg, wordt verwezenlijkt;<br />

de weg langs de Noordervaart wordt doorgetrokken en de ten<br />

zuiden <strong>van</strong> de dorpen Beringe, Panningen en <strong>Helden</strong> geprojecteerde


- 101 -<br />

weg wordt gerealiseerd.<br />

Woonvoorzienings Een met de industrievestiging zijdelings<br />

verband houdende maar hierop niettemin <strong>van</strong> invloed zijnde factor<br />

betreft de woonvoorziening, Hieronder kan worden begrepen alles<br />

wat rechtstreeks en afgeleid een volwaardig wonen in de. ruimste<br />

zin <strong>van</strong> het woord mogelijk maakt. Niet alleen dus de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> voldoende en. goede huizen maar ook <strong>van</strong> het milieu waarin het<br />

goed is te wonen, Dit betekent dus zowel. de noodzaak <strong>van</strong> opheffing<br />

<strong>van</strong> woningtekorten en <strong>van</strong> verbetering <strong>van</strong> de bestaande<br />

woningvoorraad als de zorg voor een uitgebreid complex <strong>van</strong> voorzieningen<br />

gericht op de verheffing <strong>van</strong> het woonmilieu.<br />

Het aantal personen dat straks in de Industrie werk vindt<br />

zal voor het grootste deel bestaan uit arbeiders afkomstig uit<br />

de verschillende parochies in <strong>Helden</strong>. Meer dan bij de arbeiders<br />

het geval is zullen voor de leidende functies, naast mensen uit<br />

de plaats zelf ook personen <strong>van</strong> elders worden aangetrokken. Bij<br />

de woningbouw kan hiermee rekening worden gehouden waarbij onderscheid<br />

te maken is tussen Panningen, Beringe - hier komen industriee'n<br />

op het industrieterrein - en de overige dorpen. Een<br />

deel <strong>van</strong> de industriearbeiders zal in het eigen dorp willen<br />

blijven wonen. In veel gevallen zal het dan gemakkelijk zijn nog<br />

een lap j e grond te - blijven - bewerken wat o.a. uit een oogpunt<br />

<strong>van</strong> vrije tijdsbesteding <strong>van</strong> grote waarde is. De afstanden tot de<br />

industrieen in de gemeente zullen nergens zo groot worden dat<br />

deze een ernstig bezwaar vormen. Wanneer de ter plaatse geborenen<br />

ook aldaar blijven wonen kunnen de kleinere parochies in om<strong>van</strong>g<br />

toenemen hetgeen zeer gewenst is; deze ontwikkeling ware in de<br />

hand te werken. Een ander deel <strong>van</strong> de arbeiders zal graag dicht bij<br />

de fabriek, derhalve in Panningen en Beringe wonen. Deze twee<br />

dorpen zullen dan ook iets meer dan de eigen bevolkingsaanwas<br />

hebben op te <strong>van</strong>gen. Het, niet <strong>van</strong> grote om<strong>van</strong>g zijnde, leidinggevend<br />

personeel zal in het algemeen Panningen, <strong>Helden</strong> of Beringe<br />

als woonplaats prefereren* Waar Panningen uitgesproken de meeste<br />

centrale functies heeft.verenigd zal dit dorp voor deze groep personen<br />

het meest aantrekkelijk zijn. Andere zullen zich in de onmiddellijke<br />

nabijheid <strong>van</strong> de fabrieken in Beringe vestigen, terwijl ook<br />

te verwachten is dat <strong>van</strong> elders afkomstige personen de voorkeur<br />

zullen geven aan een stad op niet te grote afstand b.v, Venlo.<br />

Waarschijnlijk zal de Industrie het eerst in Panningen tot ontwikkeling<br />

komen omdat de terreinaanleg in Beringe langere tijd zal<br />

vorderen. Het geschetste proces zal,zich dan ook het eerst.in<br />

Panningen aftekenen.


- 102 -<br />

Gestreefd moet worden naar voldoende aanbouw <strong>van</strong> huizen<br />

waarbij aan differentiatie,vorm en indeling er <strong>van</strong> alle aandacht<br />

dient te worden besteed. En dit temeer daar het hier om een omschakeling<br />

naar een andere levensgemeenschap gaat n.l. <strong>van</strong> agrarisch<br />

naar industrieel. Hiermee in verband staat eveneens de<br />

zorg voor actieve en passieve recreatiemogelijkheden. Tot passieve<br />

ontspanning bestaat er in de gemeente in ruime mate gelegenheid<br />

terwijl het verenigingsleven goed ontwikkeld is. Met de groei en<br />

de verdere structuurverandering <strong>van</strong> de gemeente zal de behoefte<br />

aan vrije tijdsbesteding evenwel belangrijk toenemen. Gewenst is<br />

het dan ook hier nu reeds acht op te slaan.<br />

Momenteel zijn de besproken vestigingsfactoren in <strong>Helden</strong><br />

niet onverdeeld gwistig. Realisering <strong>van</strong> de verkeersverbeteringen<br />

verdient alle aanbeveling terwijl de aanleg <strong>van</strong> iridustrieterrein-nen-<br />

met kracht ter hand genomen moet worden. Aan een toegewijde<br />

verzorging <strong>van</strong> de woningen en de dorpen in de gemeente<br />

zal veel gelegen zijn. De aanwezigheid <strong>van</strong> een ruime arbeidsmprkt<br />

schept direct e mogelijkheden waarbij de mate <strong>van</strong> geschooldheid<br />

hier<strong>van</strong> deze positieve factor nog accentueert.


Conclusi_es_.<br />

- 103 -<br />

Het inwonertal <strong>van</strong> de thans rond 9700 personen tellende<br />

gemeente <strong>Helden</strong> is in de laatste kwart eeuw belangrijk toegenomen,<br />

Duidelijk komt. dit naar voren wanneer men haar groeiindex - 1 56 -<br />

vergelijkt met die <strong>van</strong> Limburg - 145 - en het Rijk - 134 -. Een<br />

onderzoek naar de oorzaken <strong>van</strong> deze stijging toont aan dat zij<br />

geheel aan de natuurlijke factoren te danken is d.w. z. aan het<br />

hoge gebo ort ecijfer - n.l. gemiddeld rond 32 o/oo -. Dat de bevolking<br />

<strong>van</strong> <strong>Helden</strong> nog niet in een sneller tempo is gegroeid<br />

vindt zijn verklaring in het feit dat er altijd meer personen uit<br />

de gemeente vertrokken zijn dan er zich gevestigd hebben. Het<br />

vertreksaldo over de laatste 25 jaar bedraagt n.l. ruim 20 fo <strong>van</strong><br />

het geboorteoverschot. In hoofdzaak richt de migratie zich op de<br />

directe en iets verdere omgeving. Slechts weinigen. trekken over<br />

grote afstanden,<br />

Een met het geboorteaantal samenhangend structuurelement<br />

betreft de leeftijdsopbouw. Daar waar dit cijfer hoog is treft men<br />

verhoudingsgewijs een groot aantal j eugdigen aan; evenzo omge—<br />

keerd. In <strong>Helden</strong> is het aandeel der 0-14 jarigen in de totale<br />

bevolking, te wet en 38 fo, dan ook veel groter dan in Limburg<br />

- 33 fo - en Nederland - 29 f° -.<br />

Omdat de jeugdigen over het algemeen in gezinsverband samenleven<br />

ligt de veronderstelling voor de hand dat <strong>Helden</strong> veel<br />

grote gezinnen zal hebben. Van de in 1947 in de gemeente verblijvende<br />

huishoudingen bestond bijna 27 fo uit meer dan 7 personen<br />

en hierin leefde ruim 45 fo <strong>van</strong> de bevolking. In Limburg waren<br />

deze cijfers resp. rond 11 en 24 fo en in het Rijk 6 en 15 f°»<br />

De structuur <strong>van</strong> de in <strong>Helden</strong> in een beroep werkzame personen<br />

is in de laatste decennia weinig veranderd. Van de mannelijke<br />

beroepsb evolking had in 1930 ca 64 fo een werkkring in de<br />

landbouw en bijna 22 fo in de nijverheid. In 1947 was dit resp.<br />

rond 60 en 25,5 $, Wegens de concentratie <strong>van</strong> 3/5 deel <strong>van</strong> de<br />

mannen in de agrarische productie is de economische structuur<br />

<strong>van</strong> de gemeente sterk eenzijdig. Dit in tegenstelling met b.v.<br />

de provincie waar de mannen meer over de diverse bedrijf sklassen<br />

zijn verspreid en de opbouw zodoende gezonder is.<br />

Op de duur icon de landbouw niet meer aan de snel toenemende<br />

bevolking een bestaan verschaffen. Vele personen zagen zich -<br />

zoals gezegd - ged?/-ongen uit hun geboortedorpen te vertrekken,<br />

terwijl in de laatste tijd het verschijnsel <strong>van</strong> elders werken sterk<br />

in om<strong>van</strong>g is toegenomen. In 1947 had ruim Qfo <strong>van</strong> de mannen die<br />

een beroep uitoefenden een werkkring buiten <strong>Helden</strong>; bij de


- 104 -<br />

vrouwen was dit goed 1 fo. Thans kunnen deze cijfers op resp. rond<br />

15 fo <strong>van</strong> de mannelijke - en 6 fo <strong>van</strong> de vrouwelijke beroepsb evolking<br />

worden gesteld. Het aanbod <strong>van</strong> werkgelegenheid in de gemeente is<br />

derhalve belangrijk bij de vraag achtergebleven,<br />

<strong>Helden</strong> dat in 1800 rond 2200 zielen had en e'e'n parochie<br />

vormde is nu uitgegroeid tot een gemeente met 9700 inwoners, ver—<br />

deeld over zes kerkdorpen. Aangenomen mag worden dat de kern<br />

<strong>Helden</strong> het oudste dorp in de gemeente is. Het momenteel belangrijkste<br />

is evenwel Panningen. Behalve uit het inwonertal, rond<br />

3450 personen, blijkt dit uit de plaats welke deze kern op cultureel-,<br />

maatschappelijk-, verzorgings- en industrieel gebied inneemt.<br />

Voor de toekomst is te verwachten dat Panningen de centrale<br />

plaats zal blijven. Panningen heeft de mogelijkheid uit te<br />

groeien tot een streekcentrum, zoals in het jongere verleden o*m,<br />

Venray en Weert, Tot het achterland zijn dan te rekenen: de gehele<br />

gemeente <strong>Helden</strong>; Meyel; waarschijnlijk ook Kessel en delen <strong>van</strong><br />

Roggel, Maasbree, Sevenum, Leurne. Deze natuurlijke ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> het dorp Panningen kan door het gemeentelijk beleid worden<br />

ondersteund.<br />

Naar hun structuur zijn de kernen in de gemeente globaal in<br />

2 groepen te verdelen n.l.: Grashoek, Koningslust, Egchel en<br />

<strong>Helden</strong>, Panningen, Beringe. In de drie eerstgenoemde dorpen neemt,<br />

naar verhouding,de landbouw een sterke positie is; de bebouwing<br />

is erg verspreid; de woningvoorraad wordt voornamelijk door<br />

boerderijen of tumderswoningen gevormd; treft men de grootste<br />

woningdichtheid, de hoogste woningbezetting en de meeste grote<br />

gezinnen aan; is de bevolking het minst in verenigingen georganiseerd;<br />

blijft het zielental belangrijk beneden de norm waarbij een<br />

parochie geacht wordt levensvatbaar te zijn. Kenmerkend voor de<br />

andere dorpen is hun meer gemengde economische structuur; de<br />

alhier gevestigde nijverheids-, handels-en verkeersbedrijven en de<br />

in deze kernen gelocaliseerde centrale en publieke voorzieningen,<br />

Genoeiade dorpen hebben niet het karakt er <strong>van</strong> gesloten gemeenschap—<br />

pen. Onder meer blijkt dit uit het lid sijn <strong>van</strong> stands- en vakorganisaties;<br />

productie- en sportverenigingen welke de hele ge~<br />

meente omvatten, terwijl het onderlinge contact tussen de dorpen<br />

voortvloeiend uit de in een paar kernen verenigde centrale functies<br />

eveneens in die richting wijst.<br />

Sinds het begin <strong>van</strong> deze eeuw is de mogelijkheid om in de<br />

landbouw sen bestaan op te bouwen aanmerkelijk vergroot. In 1890<br />

bedroeg de oppervlakte cultuurgrond ca. 2200 ha; thans is zij tot<br />

rond 5050 ha vermeerderd, Daarbij is het bodemgebruik belangrijk


- 105 -<br />

geintensiveerd. Als indicatie voor dit laatste verschijnsel gelden<br />

de uitbreiding <strong>van</strong> het areaal tuinbouwgrondj de omzetten aan<br />

tuinbouw- en fruitteeltproducten en het verloop <strong>van</strong> de uitgegeven<br />

oppervlakte tuinbouwteeltvergunning* Verdere uitbreiding<br />

<strong>van</strong> het areaal cultuurgrond is practisch niet meer mogelijk.<br />

Hier en daar is de ontginning al zover voortgegaan dat minder<br />

goede. grond als bouwland in gebruik genomen is, De tuinb.ouwteelt .<br />

kan nog wel belangrijk worden ver groot daar momenteel tuinbouwgrond<br />

als gras- en akkeriand is aangewend. Wordt de tuingrond<br />

ook als zodanig benut dan zal dit een verdere verandering <strong>van</strong><br />

de bedrijf s structuur tot gevolg hebben. Een voortschrrjdende bodeinintensivering<br />

houdt tevens mogelijkheden in voor het stichten<br />

<strong>van</strong> nieuwe bedrijven en uitbreiding <strong>van</strong> de agrarische beroepsbevolking.<br />

Van de in <strong>Helden</strong> aanwezige agrarische gezinnen bestaat ruim<br />

37 % uit meer dan 7 personen en hierin leeft bijna 57 fo <strong>van</strong> de<br />

landbouwende bevolking. Bij de niet-agraris che-ge zinnen is dit<br />

11 en 26 f= terwijl voor alle,.in de gemeente aanwezige gezinnen<br />

tezamen een cijfer <strong>van</strong> 19,4-en- 39.4 fo geldt. De bijzondere gezinsstructuur<br />

<strong>van</strong> de gemeente is derhalve terug te voeren op de<br />

verhoudingen waardoor het agrarische deel <strong>van</strong> de bevolking gekenmerkt<br />

wordt,<br />

Momenteel zijn in <strong>Helden</strong> 620 ondernemingen gevestigd welke<br />

als zuivere land- en tuinbouwbedrijven zijn te beschouwen, Hierop<br />

werken 1004 mannelijke arbeidskrachten waar<strong>van</strong> 597 bedrijfshoofden<br />

en 357 zoons. Bij 288 bedrijven wordt de behoefte aan volwaardige<br />

mannelijke arbeidskrachten door het aanbod gedekt; 186<br />

bedrijven hebben een overschot aan v.a.k,'s en 146 een tekort.<br />

Het reeele overschot bedraagt 106 v.a.k.'s; het reeele tekort<br />

40. Voor de in de landbouw werkzame boerenzoons zijn de mogelijkheden<br />

om zelfstandig bedrijf shoofd te worden beperkt. De huidige<br />

verhoudingen op dit punt - het generatiedrukcijf er is 1.48 -<br />

zijn <strong>van</strong> die aard dat in de eerstvolgende 15 jaar,. 135 boerenzoons<br />

<strong>van</strong> opvolgingskansen uitgesloten zijn. Het aantal agrarische<br />

jongeren dat in de komende 15 jaar genoodzaakt zal zijn<br />

buiten de landbouw een bestaan te zoeken bedraagt 513* Per jaar<br />

moeten dus 34 agrarische jongeren uit de landbouw afvloeien danwel<br />

als boer emigreren of op andere wijze hun bestaan in de<br />

agrarische sector zeker stellen.<br />

Op landbouwgebied is de gemeente bezig een centrale functie<br />

te veroveren. Behalve uit de aanwezigheid <strong>van</strong> landbouwonderwijs-


- 106 -<br />

instellingea blijkt dit uit de alhier gevestigde en voor een<br />

groter of kleiner deel <strong>van</strong> de omgeving bestemde Coop. Zuivelfa-<br />

briek en Centrum K.I. terwijl het organisatieleven zich eveneens<br />

bij voorkeur op de gemeente richt. Het verdient aanbeveling deze<br />

streekfunctie te verstevigen en uit te bouwen en haar in de verdere<br />

ontwikkeling: te steunen.<br />

In 1950 telde de gemeente 183 nijverheidsbedrijven waarin<br />

609 mannen en 143 vrouwen een bestaan vonden. Slechts 11 ondernemingen<br />

hadden 11 of meer man personeel in dienst. De nijverheid<br />

in <strong>Helden</strong> heeft een in hoofdzaak plaatselijk verzorgende functie,<br />

Uit een oogpunt <strong>van</strong> werkgelegenheid is zij <strong>van</strong> minder grote betekenis.<br />

De echte Industrie beperkt zich tot een viertal bedrij-<br />

vens twee steen-, een betonwaren- en een matrassenfabriek(en).<br />

Uitbreiding <strong>van</strong> deze ondernemingen in die zin dat daardoor een<br />

groot aantal arbeidskrachten tewerk zal worden gesteld is niet<br />

te verwachten, Voorlopig wordt dit evenmin waarschijnlijk geacht<br />

<strong>van</strong> de bedrijven welke op de grens tussen Industrie en ambacht'<br />

liggen. Sociaal gezien zou het uitgroeien <strong>van</strong> ter plaatse g eve stag-<br />

die kleine bedrijven tot iadustriesrr evenwel zeer zijn toe' te juichen.<br />

Een analyse <strong>van</strong> de "handel 11 bracht aan het licht dat de in<br />

de gemeente aanwezige winkels grotendeels behoren tot de z.g.<br />

buurtwinkels of winkels voor dagelijkse levensbenodigdheden. Bedrijven<br />

met een voorkeur voor een centrale ligging komen weinig<br />

voor, hetgeen behalve aan het vrij geringe aantal inwoners, dat<br />

bovendien nog over zes woonkernen is verspreid, te wijten is aan<br />

de nabijheid <strong>van</strong> Venlo. Vooral in deze laatste categorie winkels<br />

zijn de behaalde resultaten slecht, doch ook bij de overige zaken<br />

wordt een groot aantal aangetroffen waar de omzetten te gering<br />

zijn om een voldoende, zelf standige, bestaansbasis op te leveren.<br />

In Panningen zijn de omstandigheden waarin de detailhandel verkeert<br />

ongetwijfeld het gunstigst. De gemiddelde omzetten zijn hier<br />

het hoogst terwijl het aantal gespecialiseerde bedrijven er het<br />

grootst is*<br />

De bedrijf sgroep "verkeer'' verschafte in 1950 aan 106 per-<br />

sonen werk, Slechts e'e'n <strong>van</strong> de 55 bedrijven had meer dan 10 arbeiders<br />

in dienst; alle overige vestigingen vielen in de grootte—<br />

klasse 1-5 personen waarbij het eenmansbedrijf overheerst. Het<br />

verkeer zelf beweegt zich voornamelijk in de richting cost-west<br />

en omgekeerd. In de weg welke dwars door de gemeente loopt bezit<br />

deze een hoofdader waardoor de verbindingen met het oosten<br />

en west en worden verzorgd. Bepaald gunstig zijn de verke ers verbinding<br />

en tussen <strong>Helden</strong> en zijn omgeving niet. Hierin kan echter


- 107 -<br />

verbetering komen wanneer de geprojecteerde weg Beringe - <strong>Helden</strong><br />

wordt verwezenlijkt; de weg langs de Noordervaart in n-o-richting<br />

wordt verlengd en de Midden-peelweg wordt gerealiseerd. De<br />

"onvoltooide Noordervaart" heeft momenteel in hoofdzaak betekenis<br />

voor het vervoer <strong>van</strong> agrarische producten. Het is niet uitgesloten<br />

dat - te zijner tijd ~ deze waterweg wordt doorgetrokken<br />

naar de Maas te Venlo. Voor de industrialisatie <strong>van</strong> de gemeente<br />

kan deze kortere verbinding met de Maas en rechtstreekse aansluiting<br />

tussen Maas en Z.Willemsvaart <strong>van</strong> veel belang zijn.<br />

Volgens de gemaakte berekening zal de bevolkingsgroei in<br />

de periode 1954-'69 resulteren in een toeneming <strong>van</strong> ongeveer<br />

4400 personen. Hierbij is uitgegaan <strong>van</strong> de veronderstelling dat<br />

de in de gemeente geboren personen ook aldaar zullen blijven<br />

wonen en dat imtnigratie en vertrek elkaar in evenwicht houden.<br />

De beroepsbevolking zal naar schatting met rond 1500 personen<br />

toenemen. Geacht mag worden dat ca 500 arbeiders(sters) in de<br />

verzorgen.de beroepen plaatsing zullen vinden zodat de industriele<br />

bedrijf stakken voor 1000 personen nieuwe werkgelegenheid moeten<br />

scheppen. Wil de aangroeiend-e- gemeentelijke bevolking ter plaatse<br />

aan werk geholpen worden dan zal het industrieterrein in Panningen<br />

op korte termijn ter beschikking moeten komen en zal men<br />

de aanleg <strong>van</strong> industrieterrein in Beringe niet naar de toekomst<br />

moeten verschuiven. Verder verdient het aanbeveling om bij het<br />

aantrekken <strong>van</strong> industriee'n te beginnen met die welke mannen<br />

te werk stelt. Is deze er eenmaal dan zal de industriele arbeid<br />

gemakkelijker door de meisjes worden aanvaard.<br />

In het beeld dat <strong>van</strong> de gemeente is gegeven treedt het<br />

bevolkingsprobleem sterk op de voorgrond. De hoofdoorzaak <strong>van</strong><br />

vele moeilijkheden is de reeds lang bestaande divergentie tussen<br />

inwonertal en economische bestaansgrond. Het ontoereikertd zijn<br />

<strong>van</strong> de bestaansmiddelen komt o.m. tot uiting in het negatieve<br />

migratie saldo; het aantal latent- en ingeschreven werklozen<br />

en de toename <strong>van</strong> het forensenverkeer evenals in de minder gunstige<br />

inkomens- en vermogenssituatie en de verhoudingen op het<br />

gebied <strong>van</strong> de huisvesting, Voor wat de toekomst betreft ligt<br />

het niet in de lijn der verwachtingen dat de landbouw veel tot<br />

verruiming <strong>van</strong> de werkgelegenheid zal bijdragen. Door verbetering<br />

<strong>van</strong> de agrarische productie eri intensivering <strong>van</strong> de bedrijfsvoering<br />

zal nog wel enige verhoging <strong>van</strong> de welvaart verkregen kunnen<br />

worden maar in feite sal deze niet veel verder reiken dan<br />

een sanering <strong>van</strong> de bestaande toestand. Een oplossing <strong>van</strong> het<br />

vraagstuk bevolking zal derhalve gezocht moeten worden in de


- 108 -<br />

emigratie of het pendelverkeer, maar vooral in een uitbreiding<br />

<strong>van</strong> de plaatselijke nijverheid en het aantrekken <strong>van</strong> industriee'n<br />

<strong>van</strong> elders.<br />

Naast de zorg voor de tewerkstelling <strong>van</strong> de bevolking is er<br />

die voor de huisvesting, voorlichting, scholing, ontspanning,<br />

gezondheidszorg. Zo betekent de economische structuurverandering<br />

voor velen een overgang uit de agrarische gemeenschap naar het<br />

industriele productieproces hetgeen o.m. te vergemakkelijken is<br />

door deze mensen de gelegenheid te geven een lapje grond te blijven<br />

bewerken. Daarnaast is het <strong>van</strong> het allergrootste gewicht dat<br />

de scholiag en vakopleiding met de meeste zorg ter hand genomen<br />

wordt. Hier ligt een voorbereiden.de taak voor leiding gevende<br />

personen en in het bijzonder voor de onderwijskrachten <strong>van</strong> de lager<br />

e scholen waarbij een regelmatig contact en overleg met de<br />

verschillende takken <strong>van</strong> nijverheidsonderwijs, evenals een daadwerkelijke<br />

voorlichting aan ouders en leerlingen niet ontbeerd<br />

kan worden. Voor de j eugd zelf is het <strong>van</strong> veel belang dat zij aan<br />

het lager, uitgebreid lager .en middelbaar technisch onderwijs<br />

metterdaad deelneemt en zodoeiide een graad <strong>van</strong> gequalificeerdheid<br />

bereikt welke ook ondernemers zal aantrekken die zonder een<br />

plaatselijke technische staf een eventuele vestiging niet zouden<br />

kunnen doen plaats vinden, Oudere arbeidskrachten dienen zo 'snel<br />

mogelijk op de hoogte gebracht te worden <strong>van</strong> de omschakelingskansen<br />

in de rijkswerkplaatsr waarbij gemeentelijke en regionale verenigingen<br />

en organisaties bij deze overgang naar nieuwe beroepen<br />

alle steun kunnen verlenen* Eveneens dient aandacht geschonken<br />

te worden aan verantwoorde vormen <strong>van</strong> vrije tijdsbesteding terwijl<br />

de gezondheidszorg er op gericht moet zijn een eventuele achterstand<br />

in voorzieningen te verminderen. De maatregelen ter verhoging<br />

<strong>van</strong> de materiele positie <strong>van</strong> de bevolking <strong>van</strong> <strong>Helden</strong> zullen<br />

n.l. minder groot effect sorteren indien niet parallel hiermede<br />

voorzieningen worden getroffen welke afgestemd zijn op een verbetering<br />

<strong>van</strong> de sociaal-economische structuur,<br />

Het geheel overziend blijkt duidelijk dat er in de gemeente<br />

veel en belangrijk werk te verrichten is om de knelpunten in het<br />

economische en sociale leven te verwijderen en een harmonische<br />

uitbouw mogelijk te maken. Om dit te bereiken kan de hulp <strong>van</strong><br />

overheid en bedrijfeleven zowel als <strong>van</strong> partculieren, verenigingen<br />

en organisaties niet worden ontbeerd.<br />

Maart <strong>1956</strong>.


BEVOLKINGSGROEI (1880 = 100)<br />

<strong>Helden</strong><br />

1880 ! 85 '90 1900.<br />

Limburg<br />

Nederland<br />

Grafiek 1<br />

T r<br />

'50 ! 54


o/oo<br />

40 -<br />

30 -<br />

20 r<br />

10 -<br />

0-<br />

10 -<br />

20 -<br />

1881<br />

85<br />

Grafiek 2<br />

GEBOORTE en STERFTS in o/oo der totale bevolking<br />

'86<br />

90<br />

91<br />

<strong>Helden</strong><br />

Limburg<br />

- Nederland<br />

Geboorte<br />

Sterfte<br />

96<br />

95" -190C<br />

1901<br />

05<br />

06<br />

10<br />

11<br />

15<br />

16<br />

20<br />

21<br />

25<br />

26<br />

30<br />

31<br />

35<br />

36<br />

40<br />

41<br />

45<br />

46<br />

50<br />

\<br />

51<br />

54


Mannen<br />

1909: 52,7 *<br />

1954: 51,8<br />

<strong>Helden</strong><br />

1954<br />

47,3<br />

4872<br />

Vrouwen<br />

Grafiek 3<br />

1909<br />

1954 XX


Mannen<br />

Nederland 49,8<br />

Limburg 50,6<br />

<strong>Helden</strong> 52,7<br />

BEVOLKINGSOPBOUW 1947<br />

n xxxxxx<br />

?xxxxx??k<br />

XXXXXXXXXXX<br />

80<br />

e. J o.<br />

75-<br />

79<br />

70-<br />

74<br />

65-<br />

64<br />

59<br />

54<br />

45-<br />

.49<br />

40-<br />

35-<br />

39<br />

30-<br />

29<br />

24<br />

15-<br />

19<br />

x><br />

XX<br />

xxxxx<br />

Vrouwen<br />

50.2 Nederland<br />

49?4 Limburg<br />

47.3 <strong>Helden</strong><br />

u<br />

xxxxxxxxxXxxf<br />

XXXX><br />

Grafiek 4<br />

i t^ f ' 1 i 1 ?<br />

8 7 6 5 4 3 2 1 0 0 1 2 3 4 5 6 7


per: 31-1 2-1930<br />

7<br />

\<br />

Z<br />

65<br />

e.o,<br />

15-<br />

64<br />

0-<br />

14<br />

LEEFTIJDSOPBOUW DER TOTALE BEVOLKING<br />

i r r i r<br />

60 50 40 30 20 10 o 0 1O 20 30 40 50 60<br />

-percentages per leeftijd sgroep<br />

31-5-1947 31-12-1930<br />

Nederland<br />

Limburg<br />

<strong>Helden</strong><br />

/I<br />

\<br />

X<br />

65<br />

3«0,<br />

15-<br />

64<br />

0-<br />

14<br />

X \<br />

31-5-1947<br />

Herleide percentages op 5-jarige perioden<br />

H-<br />

(D


»c« dienst<br />

:. dienst »<br />

jidbouw<br />

verheid<br />

124<br />

<strong>Helden</strong> Limburg<br />

130-<br />

120-<br />

110-<br />

100-<br />

90-<br />

80-<br />

H7. STRUCTUUR DER BEROEPgBEVOLKIN_G<br />

Grafiek 6<br />

<strong>Helden</strong> Limburg <strong>Helden</strong> Limburg 100<br />

Mannen Vrouwen Totaal<br />

CD<br />

TJ<br />

/H CD<br />

S<br />

•H<br />

Hi<br />

S3<br />

H CD<br />

W<br />

B<br />

•H<br />

Hi<br />

S3<br />

CD<br />

tJ<br />

H CD<br />

- 90<br />

80<br />

70<br />

- 60<br />

- 50<br />

- 40<br />

- 30<br />

- 20<br />

- 10<br />

Toename<br />

l<br />

I<br />

i<br />

Afname<br />

^ ^ X \ X N X ^<br />

Nijverheid Landbouw Ec^dienst* Soc, dienst.<br />

S3<br />

CD<br />

tJ<br />

H CD<br />

rO<br />

Hi<br />

0


Bijlage 7<br />

Gezin <strong>van</strong><br />

pers.<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

11 e.m.<br />

gez.<br />

263<br />

318<br />

239<br />

214<br />

209<br />

173<br />

155<br />

122<br />

92<br />

57<br />

108<br />

<strong>Gemeente</strong><br />

pers.<br />

263<br />

636<br />

717<br />

856<br />

1045<br />

1038<br />

1085<br />

976<br />

828<br />

570<br />

1296<br />

9310 1 )<br />

Samenstelling der gezinnen naar grootte - 1 Oct. 1955 -<br />

Grashoek<br />

gez.<br />

30<br />

34<br />

27<br />

32<br />

23<br />

27<br />

20<br />

18<br />

13<br />

10<br />

10<br />

pers.<br />

30<br />

68<br />

81<br />

128<br />

115<br />

162<br />

140<br />

144<br />

117<br />

100<br />

1271<br />

i<br />

Koningslust<br />

I !<br />

gez.<br />

22<br />

18<br />

13<br />

13<br />

14<br />

21<br />

10 i<br />

6<br />

10<br />

8<br />

14<br />

pers*<br />

22<br />

36<br />

39<br />

52<br />

70<br />

126<br />

• 70<br />

48<br />

90<br />

80<br />

169<br />

Parochie<br />

Beringe<br />

Totaal 1950<br />

244 1212 149 802 256<br />

,<br />

1324 730 3320 460<br />

1) Exclusief gestichtsbevolking - 339 personen - en 55 knechten en dienstboden*<br />

gez.<br />

31<br />

32<br />

30<br />

26<br />

30<br />

25<br />

25<br />

21<br />

9<br />

6<br />

21<br />

pers.<br />

31<br />

64<br />

90<br />

104<br />

150<br />

150<br />

175<br />

168<br />

81<br />

60<br />

251<br />

Panningen<br />

gez.<br />

101<br />

131<br />

95<br />

90<br />

71<br />

58<br />

49<br />

53<br />

31<br />

20<br />

31<br />

pers.<br />

101<br />

262<br />

285<br />

360<br />

355<br />

348<br />

343<br />

424<br />

279<br />

200<br />

363<br />

<strong>Helden</strong> Egchel<br />

i<br />

gez. pers, gez. pers*<br />

65<br />

90<br />

59<br />

45<br />

57<br />

33<br />

41<br />

21<br />

22<br />

8<br />

19<br />

65<br />

180<br />

177<br />

180<br />

285<br />

198<br />

287<br />

168<br />

198<br />

80<br />

222<br />

2040<br />

14<br />

13<br />

15<br />

8<br />

u 9<br />

10<br />

3<br />

7<br />

5<br />

.13<br />

111<br />

14<br />

26<br />

45<br />

32<br />

70<br />

54<br />

70<br />

24<br />

63<br />

50<br />

164<br />

612<br />

1


\<br />

iuishou- h<br />

dingen/- /<br />

<strong>Helden</strong><br />

Verdeling der huishoudingen en bevolking naar grootteklassen. 1947<br />

Percentage huishoudingen<br />

<strong>van</strong> 1?2 en 3 personen<br />

resp.perc.bevolking, levend<br />

in voornoemde huishoudingen<br />

Perc.huishoudingen <strong>van</strong> j4_eii<br />

personen<br />

resp.perc.bevolking, levend<br />

in voornoemde huishoudingen<br />

Idem 6 en 7 personen<br />

Idem 8 en meer pers,<br />

H-<br />

CD<br />

tv<br />

00


Aardewerk<br />

Graf«nijverh<br />

!V Bouwnijverh.<br />

Chenu nijverh.<br />

T Houtbewerk.<br />

II Klediag<br />

X Leer<br />

J-ZIII Metaaln.<br />

Textielnijv*<br />

.VII Voedingsen<br />

genotmidd*<br />

HELDEN<br />

Grafiek 9<br />

PROCENTUELE VERDELING DER ARBEIDSRS OVER,DE VERSCHILLBNDE<br />

__ BEDRLIP SKLASSEN<br />

1930<br />

! o e'^^Sr e sp * af name '-<br />

1950<br />

100<br />

-90<br />

-80<br />

-60<br />

-50<br />

-40<br />

-30<br />

~ 20<br />

- 10<br />

0


Bran che<br />

Kruidenierswaren<br />

Brood } banket<br />

Textielwaren<br />

Eabaksartikelen<br />

Blageri jen<br />

3i jwielen<br />

A-ardapp . groenten ,<br />

fruit<br />

Frequentiegroep I<br />

Verdeling <strong>van</strong> de detailhandel naar bran che en frequentie -groepen - 1950 -<br />

Aantal<br />

bedri jven<br />

22<br />

16<br />

15<br />

11<br />

8<br />

7<br />

3<br />

82<br />

Bran ch e<br />

Schoen- rs -para tie<br />

Alcohol<br />

Dr ogi s teri j -artikelen<br />

I jzerwaren<br />

Huish. artikelen<br />

Meubelen ; !<br />

Boeken, kan^.beh.<br />

Plan ten, bloemen<br />

Prequentiegroep II<br />

Aantal<br />

bedrijven<br />

8<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

3<br />

1<br />

1<br />

31<br />

Bran che<br />

Bijlage 10<br />

Radio- artikelen<br />

Uurwerken<br />

Haarden, kachels<br />

Sanitaire artikelen<br />

Speelgoed. galant .<br />

i'oto-artikelen<br />

Prequentiegroep III<br />

^-* 1<br />

Aantal<br />

bedrijven<br />

2<br />

2<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

8


HELDEN<br />

SeogmFische //gfg/ng en<br />

spreiding bebouwincj. 1355


iegtzndCf'<br />

J 2


HELDEN<br />

Para&hitzgranzan 1355<br />

\Sijkgrtznzen 13*t 7


-. ojouaGay<br />

v*k<br />

'u.,<br />

p i<br />

*o-<br />

•u •<br />

N3Q13H UOA<br />

^<br />

SNS.N<br />

-^K: »vc/<br />

^


Tatpunkan<br />

HLLUUV<br />

VoornaarnsbG V

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!