jaarverslag - Jan De Nul

2012
jaarverslag
activiteitenverslag

Inhoudstafel
1 Woord van de Raad van Bestuur 5
2 Bedrijfsprofiel 6
3 Activiteitenverslag per regio 28
4 Investeringen 86
5 Kwaliteit, Veiligheid, Gezondheid, Beveiliging en Milieu 94
6 Financiële kerncijfers 98
7 Jaarrekening 104
8 Bijlagen 112
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4

1.
Woord van de
raad van Bestuur
Het jaar 2012 bracht geen verrassingen. De economische
groei in Europa is nog steeds erg laag en de traditionele
exportmarkten met groeicapaciteiten, zoals de BRIClanden
en het Verre Oosten, zetten hun projecten op een
laag pitje, in afwachting van het globale economische
herstel.
Voor Jan De Nul Group vertaalt dit zich in een hevige
concurrentiestrijd gepaard met een strikte opvolging van
kostenefficiëntie. Precies datgene waar Jan De Nul Group
in uitblinkt.
Tegelijk werden nieuwe activiteiten voor de windenergiemarkt
opgestart zoals het ontwerp en de bouw van funderingen
voor offshore windturbines, het leggen van kabels
tussen de windturbines en tussen de windturbines en de
kust, alsook de installatie van umbilicals tussen offshore
olie- en gasplatformen. Voor deze activiteiten werden drie
schepen uitgerust met speciaal materieel en draaitafels.
De vraag naar nieuwe infrastructuur in de olie- en gas-
sector blijft stabiel en de vraag naar rotsinstallaties voor de
installatie en het onderhoud van olie- en gaspijpleidin gen
neemt toe, zij het dat deze interventies relatief klein en
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5
van korte duur zijn, en tegelijk relatief meer voorbereidend
studiewerk eisen.
Ook de civiele afdeling breidde haar activiteiten uit, dit
keer naar de mijnindustrie, terwijl de milieudivisie Envisan
het rendement van investeringen en cashflow verbeterde.
Wij geloven dat 2013 niet onmiddellijk een grote verande-
ring zal brengen. Het riskeert eveneens een overgangsjaar
te worden in afwachting van het herstel van de algemene
economische groei wereldwijd.
Met een orderboek van ruim EUR 3 miljard zal de bezettings-
graad van onze vloot en materieel toereikend zijn. Dit zal
ons de nodige ruimte en kansen bieden om te werken
aan de verbetering van veiligheid, preventief onderhoud
en aan de ombouw van twee kraanpontons die ondermaats
presteerden.
In 2013 zal er extra aandacht worden besteed aan opleiding,
training en bewustwording van werknemers om veilig
heid en welzijn in harmonie met welvaart te stimuleren.
Jan De Nul Group moet een label van uitmuntendheid
blijven waar mensen zich thuis voelen.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6
2.
Bedrijfsprofiel
Wereldwijd dankt Jan De Nul Group zijn grootste bekendheid nog steeds aan zijn
bagger- en mariene projecten: aanleg en onderhoud van havens, verdiepen van
kanalen, onderhoudsbaggerwerken, baggeren van rots of zandbanken in volle
zee… Maar ook de offshore activiteiten spelen een steeds belangrijkere rol. Zo
breidde de offshore divisie haar diensten uit met een extra activiteit, namelijk de
installatie van onderzeese kabels en umbilicals. Hiervoor worden de bestaande
valpijp- en steenstortschepen uit de vloot door de eigen studiedienst tijdelijk omgebouwd.
Bovendien was het valpijpschip ‘Simon Stevin’ in 2012 continu aan het
werk. Begin 2013 werd het zusterschip ‘Joseph Plateau’ opgeleverd om aan de
groeiende vraag te kunnen voldoen.
De civiele afdeling bevestigde in 2012 de sterke prestaties van 2011. De civiele
divisie van Jan De Nul Group kan uitpakken met enkele in het oog springende en
complexe projecten. Op het vlak van de inspanningen in de PPS-markt werd
enerzijds het project Noord-Zuid Kempen opgestart, en anderzijds werd het
consortium VIA Brugge rond Jan De Nul Group voor de aanleg van de A11 aangeduid
als voorkeursbieder. Hierbij wordt steeds een beroep gedaan op de eigen
studiedienst die bestaat uit een omvangrijk team van gespecialiseerde experts,
ingenieurs, ontwerpers en tekenaars. Voor de uitvoering van de projecten beschikt
Jan De Nul Group over een indrukwekkend machinepark met gespecialiseerd
materieel.
2012 was ook een jaar waarin Jan De Nul Group haar sterke positie in de milieusector
verder bevestigde. Zowel nationaal als internationaal presteerde Envisan
sterk. De milieudochter van Jan De Nul Group groeide verder uit tot expert in
complexe saneringsprojecten en de rehabilitatie van brownfields. Een goed uitgebouwd
netwerk van behandelings- en verwerkingscentra, alsook het bezit van
mobiele reinigingsunits ondersteunen de activiteiten van Envisan.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 8
2.1 activiteiten en
Marktontwikkeling
2.1.1 Baggeractiviteiten
De hoofdactiviteit van Jan De Nul Group is zonder twijfel de
bagger- en mariene werken. De groep kan de meest complexe
baggerwerken uitvoeren, ongeacht de aard of de omvang
van de werken.
1. Deelactiviteiten
Verdiepings- en havenuitbreidingswerken
Lokale economieën moeten zich voorzien in goede im- en
exporthavens, willen ze op internationaal niveau een belangrijke
rol spelen. De capaciteit van hun havens moet volledig
afgestemd zijn op de noden van de wereldmarkt. Maar niet
alleen de internationale handel groeit door toenemende
welvaart en wereldbevolking, ook de schepen worden als-
maar groter. Havens moeten zich aanpassen, willen ze deze
reuzen kunnen ontvangen.
Daarom zijn verdiepings- en havenuitbreidingswerken van
groot economisch belang. Bestaande havens worden verdiept
of uitgebreid om meer en grotere containerschepen te
kunnen ontvangen. In sommige regio’s worden nieuwe havens
gebouwd om aan de vraag naar grondstoffen tegemoet te
komen.
Met de indrukwekkende vloot verdiept, verbreedt of vergroot
Jan De Nul Group bestaande toegangskanalen, zwaaikommen
en havendokken. Als de vraag er is, bouwt de groep
een compleet nieuwe haven vanaf nul.

Onderhoudsbaggeren
Het volstaat niet om een haven te bouwen of uit te breiden.
Door afzetting van sedimenten kunnen toegangskanalen en
havenbekkens soms snel dichtslibben. Het is van levensbelang
voor een haven dat de diepgang steeds onderhouden wordt,
zodat ze altijd toegankelijk blijft voor de scheepvaart. Daarom
worden er jaarlijks wereldwijd zeer omvangrijke onderhoudsklussen
aanbesteed, vaak in meerjarige contracten.
Jan De Nul Group kan met zijn zeer gevarieerde vloot van
moderne sleephopperzuigers in alle omstandigheden de
meest economische oplossing bieden.
Vaak dienen onderhoudsbaggerprojecten ook voor het verbeteren
van de waterkwaliteit. Verontreinigde sedimenten
wor den verwijderd en vervolgens gereinigd. Jan De Nul Group
speelt hierop in door de klanten ook het reinigingsproces
aan te bieden in samenwerking met Envisan, de milieudochter
van de groep. Dankzij de combinatie van de bagger-
en milieuactiviteiten kan Jan De Nul Group een eco no mische
milieutechnisch verantwoorde oplossing bieden.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 9
Landwinning, kustbeschermingsprojecten
en strandregeneratie
Landwinningsprojecten zoals het Palmeiland in Dubai of de
luchthaven Chek Lap Kok in Hong Kong hebben de baggersector
bij het brede publiek een gezicht gegeven. Zand wordt
op zee of in havens gebaggerd en krijgt een nieuwe bestemming,
met als doel om nieuw land te creëren voor residen -
tieel, recreatief of industrieel gebruik.
Bovendien heeft landwinning een bijkomende functie. Het
klimaat verandert en daar kunnen we niet meer omheen.
Onze kusten dreigen onder het zeeniveau te verdwijnen.
Door middel van zandopspuiting worden kusten en oevers
verdedigd tegen erosie en de opmars van het water.
Oeverbescherming
Oever- of rotsbescherming dient om de oevers te beschermen
tegen golfslag en eventuele getijdenwerking. In geval van
land winning worden de contouren van het te winnen land met
de aanleg van een oeverbescherming uitgezet, waarna het

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 0
land via diverse technieken met zand wordt opgespoten of
volgestort. In sommige gevallen wordt het nieuwe land nog
extra beschermd door de aanleg van een oeverbescher ming,
zoals bijvoorbeeld in havens of rond het Palmeiland in Dubai.
Het is vooral dankzij de grote landwinningcontracten van
begin 21 ste eeuw dat Jan De Nul Group zich is gaan specialiseren
in deze activiteit. De groep investeerde in R&D en in
de bouw van het benodigde materieel. Het machinepark en
de vloot van splijtbakken werden uitgebreid.
Haveninfrastructuurwerken
De voorbije jaren heeft de baggerindustrie een diepgaande
innovatie gekend. Jan De Nul Group heeft zijn schepen vergroot,
meer opslagcapaciteit gegeven, en krachtiger gemaakt.
De technologie aan boord is verfijnder, waardoor de schepen
economischer, veiliger en preciezer kunnen werken.
Deze innovatie is een gevolg van de marktevolutie van de
voorbije jaren: klanten besteden hun allesomvattende haveninfrastructuurwerken
uit, met inbegrip van de ontwerp- en
studiefase, aan één aannemer of consortium. De klant ver-
wacht van de aannemer dat hij met een creatieve en innovatieve
oplossing komt aanzetten.
Door de verschillende activiteiten binnen de groep te vereni
gen, kan Jan De Nul Group deze grootschalige projecten in
eigen beheer en binnen de opgelegde tijdspanne uitvoeren.
Offshore diensten
De offshore diensten van Jan De Nul Group richten zich voornamelijk
op de olie- en gasmarkt. Deze activiteiten omvatten
onder meer het uitgraven van sleuven voor de installatie van
onderzeese pijpleidingen, het beschermen en ballasten van
allerhande onderzeese structuren door middel van rotsinstallaties
en het installeren van onderzeese kabels en umbilicals.
Ook de offshore markt voor hernieuwbare energie is een erg
belangrijke sector. Jan De Nul Group ontwerpt en bouwt,
geheel intern, windmolenparkfunderingen terwijl de firma
ook instaat voor de voorbereiding van de zeebodem waar
de structuren worden geplaatst.
De offshore industrie stelt zo’n specifieke vereisten dat
gespe cialiseerd materieel een noodzaak is. Jan De Nul Group

eschikt over valpijpschepen en dynamisch gepositioneerde
steenstorters die zeer nauwkeurig stenen kunnen installeren.
Het eerste type schip kan dit zelfs tot op een diepte van
2.000 m. Ook de sleephopperzuigers, die kunnen baggeren
tot een diepte van 155 m, en de cutterzuigers, die harde rots
kunnen baggeren, worden vaak voor offshore projecten
ingezet.
Hijs- en bergingswerken
Via Scaldis Salvage & Marine Contractors biedt Jan De Nul
Group bergingswerken, opruiming van scheepswrakken en
mariene werken aan.
Voor deze activiteiten beschikt Scaldis over de ‘Rambiz’, een
zeecatamaran voor zware ladingen met een hefvermogen van
4.000 ton.
Scaldis zorgt voor een uitmuntende technische ondersteuning
van elke taak, waardoor een veilige werkomgeving en bescherming
van het mariene milieu worden gegarandeerd.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 1
2. Evolutie van de baggermarkt
Eind 2011 werd de globale omzet van de baggerindustrie
geschat op bijna EUR 10,7 miljard, tegen EUR 4 miljard eind
2000. In vergelijking met 2010 daalde de omzet in 2011 met
1 %, een duidelijke aanwijzing dat de markt vrij robuust is
tegenover de moeilijke economische omstandigheden. De
evolutie van de baggermarkt verschilt echter sterk van land
tot land.
De terugval in de baggermarkt was het sterkste zichtbaar in
Europa, met een daling van 25 %. Deze impact werd echter
vrij wel volledig gecompenseerd door de toegenomen
bagger activiteit in Latijns-Amerika (+7 %) en vooral Azië
(+45 %). De baggermarkt in het Midden-Oosten lijkt dan
weer, na verschillende jaren van afname (-43 % in 2010 en
-30 % in 2009), eindelijk gestabiliseerd te zijn.
Helaas zijn niet alle markten toegankelijk voor buitenlandse
bedrijven. Europa, het Midden-Oosten, en Latijns-Amerika
zijn de belangrijkste open markten en vertegenwoordigden

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2
in 2011 zowat 59 % van de open wereldmarkt. Zoals blijkt uit
de beschrijving van de activiteiten en financiële cijfers van
Jan De Nul Group verder in dit jaarverslag, spelen deze
regio’s ook voor de groep een belangrijke rol.
in miljoen Open Gesloten Totaal Totaal Totaal
euro markten markten 2010 2011 %
Midden-Oosten 1.169 13 1.200 1.182 11 %
Europa 1.344 34 1.850 1.378 13 %
China 0 3.086 2.975 3.086 29 %
Azië 852 398 860 1.250 12 %
Afrika 695 58 880 753 7 %
India 359 63 505 422 4 %
Noord-Amerika 33 913 950 946 9 %
Latijns-Amerika 1.049 20 995 1.069 10 %
Australië 574 20 605 594 5 %
TOTAAL 1 6.075 4.605 10.820 10.680 100 %
1) waarvan stenenwerken EUR 65 mln
(Bron: International Association of Dredging Companies)
3. Vooruitzichten
Latijns-Amerika zal ook de komende jaren haar mogelijkheden
om handel te drijven via zeetransport verder uitbouwen.
In het bijzonder wordt hierbij gekeken naar Colombia,
waar verdere havenuitbouw de export van steenkool moet
ondersteunen. Colombia is vandaag ‘s werelds vierde grootste
producent van steenkool en zet sterk in op export.
Jan De Nul Group heeft in Centraal- en Latijns-Amerika verschillende
contracten voor het uitdiepen van havens, alsook
voor het onderhoud ervan. Het is en blijft een heel belangrijke
regio voor Jan De Nul Group.
In Afrika worden een aantal grote havenontwikkelingsprojecten
voorbereid. Hierbij wordt vooral gemikt op een verhoogde
export van grondstoffen. Specifiek in Zuid-Afrika worden de
komende jaren ondermeer grote investeringen verwacht in
de ontwikkeling van containerterminals in Durban en Ngqura,
en van ijzerertsfaciliteiten in Saldanha.
In Europa is het aantal havenprojecten beperkt, maar er
wordt wel verder geïnvesteerd in de verdieping en het

onder houd van bestaande havens. In Oost-Europa zijn er
meer mogelijkheden voor de ontwikkeling van (nieuwe)
havens.
In Azië lopen nog verschillende havenprojecten in India. In
de regio zullen de komende jaren ongetwijfeld ook een aantal
belangrijke landwinningsprojecten van start gaan. Jan
De Nul Group zal in 2013 al een landwinningsproject uitvoeren
in Indonesië.
In het Midden-Oosten is de activiteit de voorbije jaren sterk
verminderd. Desondanks zal ook Jan De Nul Group de
komende jaren in deze regio actief blijven.
De evolutie van de baggermarkt is onlosmakelijk verbonden
met de ontwikkeling van onderstaande ‘drivers van de
bagger activiteiten’:
Miljoenen ton geladen
International seaborne trade, 1980-2012
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2006
Ruwe olie en producten
2007
De vijf grootste bulkladingen
Container
Ander bulk
2008
(Bron: UNCTAD, Review of Maritime Transport 2012)
2009
2010
2011
2012
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 3
4. Wereldhandel
Voor het derde jaar op rij kende het wereldwijde scheepstransport,
gemeten in ton, een stijgende evolutie. Nadat het
wereldwijde scheepstransport in 2011 reeds met 4 % was toegenomen,
was er in 2012 een verdere stijging met ruim 6 %.
Tussen 2000 en 2012 is er een jaarlijkse gemiddelde groei
van 3,7 %. In combinatie met steeds groter wordende schepen
is het voor havens dan ook een absolute noodzaak om toegangskanalen
te verdiepen, en de haveninfrastructuur aan
te passen. Het verklaart dan ook het toegenomen belang
van de internationale handel als driver voor de baggermarkt.
Jan De Nul Group is uitstekend gepositioneerd om zowel
onderhouds- als verdiepingsbaggerwerken in de havens uit
te voeren, en beschikt ook over de nodige kennis en materieel
voor de uitvoering van volledige haveninfrastructuurprojecten.
5. Bevolkingsaangroei en verstedelijking
De continue groei van de wereldbevolking en de concentratie
hiervan in steden die vaak in een kustzone zijn gelegen,
geeft aanleiding tot bevolkingsdruk in deze gebieden. Deze
tendens stimuleert de vraag naar landwinningsprojecten en
noopt tot kustverdediging. Het stijgende zeeniveau is bovendien
een belangrijke bijkomende drijfveer die de vraag naar
kustverdedigingswerken stimuleert. Het project ‘Vlaamse
Baaien’ bijvoorbeeld heeft als doel de Belgische kust te verdedigen
en kan als voorbeeld dienen voor andere kwetsbare
gebieden in de wereld. Dit project startte in 2011, en
zal ook nog in 2013 en 2014 verder gezet worden.
6. Energie
Ondanks de vele initiatieven rond hernieuwbare energiebronnen
blijven fossiele brandstoffen essentieel om aan onze
energienoden te voldoen. Offshore ontginningen dwingen
tot de aanleg van pijpleidingen, waarbij de baggerindustrie
ook instaat voor de aanleg van nieuwe infrastructuur rond
LNG- en oliehavens (terminals, pijpleidingen, e.d.). Jan De Nul
Group is in dit kader sterk aanwezig in onder meer Rusland.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 4
Omzet van de algemene baggermarkt per impuls
Handel (6.120)
Toerisme (275)
Energievraag (2.465)
Bevolking en Verstedelijking (1.215)
Kustverdediging (605)
2010 2011 % verschil
Handel 5.535 6.120 +11 %
Toerisme 330 275 -17 %
Energievraag
Bevolking en
1.660 2.465 +48 %
verstedelijking 2.190 1.215 -45 %
Kustverdediging 1.105 605 -45 %
TOTAAL 10.820 10.680 -1 %
(Bron: IADC ‘Development of Drivers’)
Het groeiende milieubewustzijn geeft aanleiding tot alternatieve
energieprojecten. Hieronder vallen onder andere windturbineparken
op zee. In 2012 installeerde Jan De Nul Group
16 funderingen voor het plaatsen van windturbines in Zweden.
In 2011 vertegenwoordigde de energiegerelateerde baggeractiviteiten
ongeveer 23 % van de baggermarkt (tegenover
15 % in 2010).
7. Toerisme
Watergebonden toeristische activiteiten zijn een belangrijke
vorm van inkomsten in verschillende landen: bescherming en
verbetering van stranden, en aanleg van jachthavens en cruiseterminals
zijn diverse uitingen van watergebonden investeringen
waar belangrijke baggeractiviteiten mee gemoeid
zijn. Echter, door de economische crisis neemt de vraag naar
baggerwerken vanuit toeristische motieven sinds meerdere
jaren af.
Investeringen in infrastructuur voor toerisme kenden in 2011
duidelijk nog de weerslag van een gebrek aan vertrouwen in
de economie. Grootschalige projecten die gelinkt zijn aan de
toeristische activiteit worden opgevolgd, maar gaan voor lopig
niet van start. Ondanks dit blijven de langetermijnverwachtingen
positief.

2.1.2 Civiele werken
Waterbouw
Jan De Nul Group heeft zijn succes te danken aan het volledige
gamma van diensten dat het bedrijf kan aanbieden
en integreren: droog grondverzet en baggerwerken, oeververdedigingen
en algemene burgerlijke bouwkunde.
De combinatie van civiele bouw en baggerwerken heeft
bewezen de perfecte match te zijn voor de internationale
mariene markt. Op wereldvlak is Jan De Nul Group betrokken
bij de meest prestigieuze projecten in de water- en
havenbouw, zowel in het ontwerp als in de bouw van kaaimuren,
sluizen, stuwen en dokken, de bouw van golfbrekers,
oeververdediging en steenbestortingen, de bouw van spaar-
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 5
bekkens en pompstations, alsook in de uitvoering van droog
grondverzet en baggerwerken.
Transportinfrastructuur en PPS-markt
Jan De Nul Group is een belangrijke speler bij grote transportinfrastructuurprojecten,
vaak in de vorm van een Publiek-
Private Samenwerking. De civiele studiedienst van Jan De Nul
wordt hierbij in alle projectfasen betrokken. Dankzij een
nauwe samenwerking met de uitvoeringsteams van deze
projecten kan de studiedienst de projectspecifieke processen
en taken continu bijsturen en optimaliseren.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 6
Met eigen medewerkers en materieel voert Jan De Nul
grondwerken, heiwerken, funderingswerken, kunstwerken,
afwateringswerken en betonconstructies uit. Door het uitbouwen
van deze expertise in-house kan Jan De Nul Group
zich ook tot de internationale markt van transportinfrastructuur
richten.
Leiding- en waterzuiveringinfrastructuur
Jan De Nul Group kan bogen op een jarenlange ervaring in
het ontwerpen, bouwen en elektromechanisch uitrusten van
leiding-, riolering- en waterzuiveringinfrastructuur. De groep
bouwde in België al meerdere afvalwaterzuivering- en drinkwaterbehandelinginstallaties,
alsook menig riolering- en
collectorennetwerk.
Ook hier staat Jan De Nul voor een geïntegreerde totaalaanpak
van het project. In samenwerking met de eigen
studie- en financiële dienst worden deze projecten van ontwerp,
over financiering en bouw, tot exploitatie in eigen
beheer uitgevoerd.
Gebouwen
Deze activiteit neemt een aparte plaats in binnen het bedrijf.
De activiteiten concentreren zich voornamelijk in België,
maar zijn zeer uiteenlopend. Van rusthuizen en ziekenhuizen
tot kantoorgebouwen, voor zowel private als overheidsklanten,
Jan De Nul Group maakt sinds jaren van elk gebouw
een succesverhaal.
Door de jaren heen is de traditionele bouw geëvolueerd
naar een innovatieve en ecologische business. Jan De Nul
legt zich bij de uitvoering van zijn bouwcontracten in het bijzonder
toe op de afwerking met ecologische en energiesparende
technologieën, structuren en materialen.
Jan De Nul Group is meer dan alleen maar een bouwbedrijf.
De eigen civiele studiedienst denkt mee met architecten,
opdrachtgever en eindgebruikers, en biedt klantgerichte
oplossingen aan voor elk mogelijk probleem.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 7

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 8
2.1.3 Milieuactiviteiten
1. Envisan
Envisan, de milieudivisie van Jan De Nul Group, heeft zijn
activiteiten gegroepeerd rond drie milieutechnische thema’s:
sanering van bodem en grondwater, sedimentbehandeling
en milieubaggeren, en verwerking van afval en alternatieve
grondstoffen.
Sedimentbehandeling en milieubaggeren
Envisan is wereldwijd steeds meer betrokken bij de uiteenlopende
baggerprojecten van Jan De Nul Group, gaande van
permanente onderhoudsbaggerwerken, over landwinningsprojecten
tot havenuitbreidingswerken. Envisan ontwerpt in
samenwerking met de baggerafdeling specifieke tuigen en
technieken (zowel hydraulisch als mechanisch) om de sedimenten
zo efficiënt mogelijk te verwijderen van de zee-
of rivierbodem. Verontreinigde sedimenten worden door
middel van uiteenlopende technieken ofwel ter plaatse,
ofwel in de eigen reinigingscentra behandeld, vooraleer ze
een eindbestemming krijgen. De gereinigde sedimenten
kunnen in de meeste gevallen in bouwkundige toepassingen
worden hergebruikt.
Bodem- en grondwatersanering
Dankzij de jarenlange ervaring en kennis in het uitvoeren van
bodem- en grondwatersaneringen is Envisan in staat om
complexe multidisciplinaire milieuprojecten uit te voeren.
Deze projecten vergen vaak een doorgedreven en geïntegreerde
aanpak waarbij civiele bouwkunde, hydrogeologie
en milieutechnologie moeten worden gecombineerd. Envisan
beschikt over een waaier aan behandelingstechnieken om
saneringsconcepten uit te werken en te realiseren. Voor de
uitvoering kan beroep worden gedaan op een groot materieelpark
met onder meer talrijke grondwaterzuiveringsinstallaties
en diverse eigen grondverwerkingscentra.
Behandelen van afval en alternatieve grondstoffen
Wereldwijd hechten overheden en bedrijven in toenemende
mate belang aan het milieubewust omgaan met afvalstoffen.
Niet alleen vanuit ecologische overwegingen, maar ook omwille
van het economische gegeven dat uit afval vaak nog
een waardevolle grondstof of brandstof kan worden geproduceerd.
Envisan profileert zich sinds enkele jaren meer en meer
als de specialist bij uitstek in het oordeelkundig behandelen
van deze afvalstoffen en het aanreiken van oplossingen op
maat.

2. PSR Brownfield Developers
Brownfieldontwikkeling legt zich specifiek toe op het herbestemmen
en duurzaam (her)ontwikkelen van onderbenutte
en vervuilde (industrie)sites, de zogenaamde ‘brownfields’.
PSR Brownfield Developers (hierna ‘PSR’ genoemd waarbij
‘PSR’ staat voor Polluted Site Reconversion) hanteert een
inte grale aanpak waarbij (her)ontwikkeling en sanering vanaf
de aanvang optimaal en structureel op elkaar worden afgestemd.
Alvorens er effectief kan worden ‘gebouwd’, dient
een specifiek en tijdsintensief (her)ontwikkelingstraject te
worden afgelegd. Het doorlopen van dit traject vraagt een
constante wisselwerking tussen uiteenlopende disciplines,
zoals stedenbouw, ruimtelijke ordening, milieu, wetgeving,
fiscaliteit, mobiliteit, infrastructuur, bouw, vastgoed, enz.
Zo kunnen jarenlang geblokkeerde en in onbruik geraakte
(industrie)sites terug een positieve economische, ecologische
en maatschappelijke rol gaan vervullen.
PSR richt zich tot vastgoedeigenaars die hun onroerend
goed samen met de milieu- en ontwikkelingsrisico’s wensen
over te dragen aan een gespecialiseerde partij, maar werkt
voor diverse projecten ook samen met publieke organen om
Verwerving
Masterplan
Brownfield
verwerving
PPS Overeenkomst
Subsidies
Brownfieldconvenant
Uitgebreid masterplan
Sloop &
Milieusanering
Kwaliteitsbewaking
Verkeer – Ontsluiting site
Grondconsolidatie
Ruimtelijk Uitvoeringsplan
Ontwikkelingsplan
& Publieke
Samenwerking
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 9
brownfield- en stadsvernieuwingsdossiers in publiek-private
samenwerking (PPS) aan te pakken.
PSR volgde in 2012 als manager de herontwikkeling van zo’n
vijftien lopende Vlaamse projecten op, goed voor een totale
grondoppervlakte van 30 ha.
Na afbraak, sanering, planontwikkeling en het bekomen van
alle nodige vergunningen wordt zo een bouwrijp kader
gerealiseerd, waarbij de projecten kunnen worden gedesinvesteerd,
ofwel verder gerealiseerd en gecommercialiseerd
in eigen promotie of in tijdelijke handelsvereniging met een
partner projectontwikkelaar.
Integratie PSR Brownfield Developers binnen Jan De Nul
Group
Sinds 2012 maakt PSR, alsook de projectvennootschappen
waarvoor ze het management voert, 100 % deel uit van Jan
De Nul Group. In dit kader werden het afgelopen boekjaar
de vennootschapstructuren met betrekking tot de brownfieldontwikkelingsactiviteit
gestroomlijnd en in aanzienlijke
mate vereenvoudigd.
Sloop
Bodemsanering
Infrastructuur
Infrastructuur
Ontwikkeling
Ontwikkeling
1. Verkoop site / project aan ontwikkelaar
2. Joint venture met ontwikkelaar
3. 100 % eigen ontwikkeling

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 2 0
2.2 Kerncijfers 2012
2.2.1 evolutie van de omzet & eBITDa
In 2012 behaalde Jan De Nul Group voor de derde keer een
omzet van ruim EUR 2 miljard. Dit resultaat bevestigt de
positie van Jan De Nul Group aan de top van de sector, en is
eveneens een knappe prestatie in het huidige economische
klimaat. De geografische flexibiliteit van de groep en de aanwezigheid
in nieuwe markten in combinatie met de inves terin
gen van de voorbije jaren ondersteunen dit resultaat.
Het investeringsprogramma van de groep werd in 2012 afgerond.
Er werden in de loop van het jaar 6 nieuwe schepen
in dienst genomen: 3 sleephopperzuigers en 3 splijtbakken.
Begin 2013 werden ook de sleephopperzuiger ‘Bartolomeu
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
2007
2008
2009
2010
2011
Dias’ en het valpijp- en mijnbouwschip ‘Joseph Plateau’ opgeleverd.
De EBITDA groeide stevig door tot EUR 510 miljoen (ten
opzichte van EUR 458 miljoen in 2011). De EBITDA-marge
bleef bijgevolg op een hoog niveau en steeg zelfs van 21,7 %
naar 24,1 %.
Aangezien het hoogtepunt van het investeringsprogramma
werd bereikt, piekten eveneens de afschrijvingen. Mede
hierdoor daalde de nettowinst van EUR 200 miljoen in 2011
naar EUR 116 miljoen in 2012.
2012
30%
25%
20%
15%
10%
5%
0%
Omzet
EBITDA%

2.2.2 Omzet naar activiteit
13% Other
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 2 1
De kernactiviteit van Jan De Nul Group bleef in 2012 de Ten opzichte van 2011 nemen vooral de offshore werken en
bagger- en mariene werken. De omzet in 2012 kan worden 24 % Azië de civiele en Midden-Oosten
werken een steeds groter deel van de omzet in.
opgedeeld in ongeveer 13 % civiele werken, 4 % milieu
33 % Europa
Desalniettemin blijven de baggeractiviteiten veruit de
activiteiten, 12 % offshore werken en 71 % baggerwerken. grootste omzet genereren.
28 % Latijns-Amerika
11 % Australië
4 % Afrika
13 % Civiel
4 % Milieu
71 % Baggerwerken
12 % Offshore

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 2 2
20% Masters of Science
Azië en Midden-Oosten
Europa Latijns-Amerika Australië Afrika
27% Masters of Industrial Science
2.2.3 regionale verdeling van de omzet
9% University degrees
5% Licentiates
Stabiliteit en spreiding zijn en blijven de sleutelwoorden voor
de geografische verdeling van de omzet van Jan De Nul
Latijns-Amerika blijft verder investeren in nieuwe haveninfra-
26%
structuur
Graduates
om de economische groei te ondersteunen en
Group. De belangrijkste regio’s in 2012 waren Azië en het
Midden-Oosten die samen zowat 30 % van de omzet verte-
13% stimu Other leren.
genwoordigen. Het gewicht van deze regio’s in de omzet is Het gewicht van Afrika in de omzet daalde licht, maar de
te danken aan de grote projecten in Vietnam en Oman waar- verwachting is dat het aandeel van Afrika volgend jaar zal
over meer details volgen in dit activiteitenverslag.
Europa en Latijns-Amerika vertegenwoordigen elk 28 % van
worden hersteld door de uitvoering van een aantal belangrijke
projecten, zoals in Ghana.
de omzet. De Europese activiteiten worden ondanks de Tot slot vertegenwoordigt Australië 12 % van de omzet. Dit
moeilijke economische omstandigheden ondersteund door
ondermeer een sterke prestatie van de civiele afdeling.
aandeel is steeds meer te danken aan de offshore activiteiten.
30 % Azië en Midden-Oosten
28 % Europa
28 % Latijns-Amerika
12 % Australië
2 % Afrika
10 % Civiel
4 % Milieu
86 % Baggerwerken
1 % Stenenwerken

2.3 Orderportefeuille
Het orderboek vertoonde in 2012 een quasi status quo ten
opzichte van 2011 en sloot af op EUR 3,27 miljard, inclusief
de civiele en milieuactiviteiten.
Als wereldspeler heeft Jan De Nul Group overal, tot in de
meest afgelegen regio’s, projecten in portefeuille. Latijns-
Amerika heeft hierin een belangrijk gewicht. Het belang van
Rusland, Azië en Afrika neemt toe. Het Europese aandeel in
het orderboek blijft stabiel. Vooral de civiele divisie is belangrijk
voor het aandeel van Europa in het totale orderboek.
De bagger- en mariene werken in de orderportefeuille zijn
zeer uiteenlopend: van verdiepings- en onderhoudswerken in
havens tot de compleet nieuwe ontwikkeling van havens, van
grote klanten uit de olie- en gasindustrie tot mijnbouwers,
van publieke havenbedrijven tot nieuwe privé-ondernemingen.
Het grote gewicht van de baggerdivisie ligt in Latijns-
Amerika en is te verklaren vanuit de sterke aanwezigheid van
Jan De Nul Group in deze regio op projecten die vaak meerdere
jaren lopen. Voorbeelden zijn het Panamakanaal, de
baggerwerken voor een nieuwe kolenterminal in Colombia,
en de onderhoudswerken op de rivieren Río Paraná en Río de
la Plata in Argentinië. Daarnaast voert Jan De Nul Group ook
nog projecten uit in Paraguaçu en Sao Luis (Brazilië), in Callao
voor de bouw van de nieuwe ertsterminal (Peru), in Moa
(Cuba), enzovoort.
De belangrijkste contracten die in 2012 werden binnengehaald,
zijn ondermeer de uitbouw van de haven van
Takoradi in Ghana, de offshore werken voor het Wheatstone
project in Australië en de grootschalige grondwerken voor
Mina de Cobre in Panama. Ook de havenbouw Ha Tinh in
Vietnam werd qua scope uitgebreid.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 2 3
De offshore divisie haalde contracten binnen in Australië,
Qatar, de Noordzee en Rusland. Deze opdrachten omvatten
baggerwerken op de zeebodem voor de installatie van pijpleidingen,
het stabiliseren en afdekken van bestaande of
nieuwe pijpleidingen, alsook de minutieuze plaatsing van
stenen op de zeebodem. Binnen deze groeiende markt zal
de offshore afdeling een steeds belangrijkere rol spelen,
aangezien de capaciteit werd uitgebreid met de oplevering
van het valpijpschip ‘Joseph Plateau’ begin 2013. Bovendien
investeerde Jan De Nul Group in de ontwikkeling van een
kabelleginstallatie met draaitafel die in 2013 voor de eerste
keer zal worden ingezet voor de installatie van de exportkabel
van het Northwind-windmolenpark voor de Belgische kust.
De civiele divisie haalde in 2012 contracten binnen voor de
bouw van het ziekenhuis AZ Groeninge in Kortrijk (België),
verschillende rust- en verzorgingstehuizen, waterzuiveringsinstallaties,
alsook de constructie van een sluis in Harelbeke
(België).
De grootste projecten in portefeuille van de milieudivisie zijn
het AMORAS-project in de haven van Antwerpen (België),
het meerjarencontract met Petrom voor de sanering van
200.000 m³ oliehoudende afvalproducten in Pitesti (Roemenië),
en het stabiliseren en herbestemmen van de Gipsberg
in Zelzate (België).
Aanvullend werden in 2013 reeds een aantal belangrijke
pro jecten binnengehaald die nog niet in het orderboek
werden opgenomen: het grote landwinningsproject in
Kapuk Naga (Indonesië) en de bouw van de tunnel onder de
luchthaven van Deurne (België). Ook werd het consortium,
geleid door Jan De Nul Group, voor de bouw in PPS van de
nieuwe A11 (België) begin 2013 voorkeursbieder.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 2 4
2.4 Personeel
Jan De Nul Group bleef actief rekruteren in 2012 voor zowel
de bagger-, de civiele bouw-, als voor de milieudivisie. In
2012 traden 126 zeevarenden, 84 bouwvakkers en 145 bedienden
in dienst, waardoor het totale aantal tewerkgestelde
Personeelsevolutie
7.000
6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0
3.002
2005
3.728
2006
4.203
2007
4.985
2008
5.034
2009
5.416
2010
5.939
2011
werknemers in de groep is gestegen van 5939 tot 6173. Van
de 578 ingenieurs in dienst, begonnen er 58 in de loop van
2012.
6.173
2012

2.4.1 De mediacampagne rond Kamagurka
In de loop van 2012 deed Jan De Nul Group bijkomende
inspanningen om het aantal spontane en gerichte sollicitaties
verder op te drijven. Met een grootschalige mediacampagne
trok de groep de aandacht van de potentiële medewerker.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 2 5
De Belgische cartoonist-kunstenaar Kamagurka werd initieel
gevraagd om een ludieke cartoon te verzinnen die de voorbijganger
langsheen de civiele bouwwerven moest aanspreken.
De cartoon werd gedrukt op spandoeken en aan de werfafsluitingen
opgehangen. Met de slogan ‘Genoeg gebaggerd,
tijd voor het echte werk’ werd de aandacht gevestigd
op civiele vacatures bij de groep. waarbij de werknemers werd gevraagd een nieuwe slogan te
bedenken bij de cartoon van Kamagurka. Uit meer dan 200
inzendingen koos Kamagurka zijn zes favorieten. Die selectie
werd op de Facebookpagina gepost en op basis van het
aantal verzamelde likes werden de winnaars bepaald. Zij
ontvingen een originele tekening uit handen van Kamagurka.
Doordat Jan De Nul Group en de bedrijfscultuur de ludieke
en humoristische (no-)nonsensestijl van Kamagurka zeer genegen
zijn, werd er besloten dit project grootser aan te pakken
en er een hele mediacampagne rond uit te werken.
De opstart van deze mediacampagne werd gekoppeld aan
een reeks personeelsadvertenties, de lancering van een bedrijfspagina
op Facebook, en aan de vernieuwing van het
bedrijfsinterne intranet. Om ruchtbaarheid te geven aan de
Facebookpagina werd een interne wedstrijd gelanceerd,
Tot slot was de humorist ook het brein en de stem van de
Jan De Nul radiospot die in augustus de ether in ging. Ook
speelde hij de hoofdrol in de reclamespot die aan het begin
van het academiejaar in de bioscopen van de universiteitsteden
werd gedraaid.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 2 6
2.4.2 Bemanning
Jan De Nul Group werkt wereldwijd met meer dan 3.000 bemanningsleden,
een multiculturele mix van meer dan 10 natio
naliteiten die elke dag samenwerken. Communicatie en
onderling respect zijn daarbij de sleutel tot succes.
Werving en selectie
In 2012 werden de inspanningen op het gebied van werving
en selectie voortgezet. Wereldwijd traden 126 nieuwe zeevarenden
in dienst. De aanwezigheid van de groep op enkel
belangrijke maritieme beurzen en opendeurdagen van nautische
scholen helpt hierbij om de naambekendheid van Jan
De Nul Group te vergroten. Ook dankzij het ruime stageaanbod
aan boord van een van de vele schepen krijgen veel
studenten Nautische Wetenschappen de mogelijkheid om
kennis te maken met de activiteiten van Jan De Nul Group.
De daaruit resulterende enthousiaste mond-aan-mondreclame
bij de medestudenten is mooi meegenomen.
Opleiding
Kennisoverdracht blijft een kernopdracht van de vlootafdeling.
Na de grote expansie van de baggervloot in 2010
en 2011 was het in 2012 alle hens aan dek om de relatief
nieuwere crew op te leiden in baggertechnieken.
Zowel intern als extern werden extra opleidingspakketten
aangeboden. Bij de technische leveranciers werden meer
dan 500 cursusweken geboekt om de bemanning sneller
vertrouwd te laten geraken met de systemen aan boord.
Intern draaide de ‘baggeracademie’ ook dit jaar op volle
toeren en praktische opleiding wordt aangeboden door
middel van workshops aan boord of door middel van de
bedrijfseigen simulatoren in Luxemburg en België.

Knowhow in offshore
In augustus bestendigde Jan De Nul Group zijn jarenlange
samenwerking met het nautische opleidingscentrum van de
VDAB in Zeebrugge door de officiële opening van het nieuwe
offshore centrum. Als belangrijke financiële partner en met
de nodige technische knowhow maakte Jan De Nul Group
de ontwikkeling van dit centrum mede mogelijk.
De offshore activiteiten van Jan De Nul Group zijn ongetwijfeld
zeer succesvol en divers. Voor deze activiteiten bouwde
de groep recent zeer gespecialiseerde schepen. In augustus
2012 werd het gloednieuwe valpijpschip ‘Joseph Plateau’,
een zusterschip voor de ‘Simon Stevin’, in Spanje te water
gelaten. Hierdoor stonden we voor een nieuwe uitdaging: er
moest in sneltempo een volledige bemanning worden klaargestoomd,
want in maart 2013 startte dit gigantische offshore
schip haar eerste opdracht op.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 2 7
Gelukkig heeft een groot deel van deze bemanning al
ervaring aan boord van het zusterschip ‘Simon Stevin’
opgedaan, waardoor continuïteit en kwaliteit gegarandeerd
blijven.
Door de diversiteit en de moeilijkheidsgraad van deze offshore
activiteiten is het een echte uitdaging voor de bemanning
om samen met de ingenieurs van de offshore- en
survey-afdeling deze technisch zeer ingewikkelde opdrachten
te volbrengen.
Dankzij ieders inzet heeft Jan De Nul Group op zeer korte
termijn een uitstekende reputatie weten op te bouwen bij
de offshore klanten. Het team dat aan boord zal gaan van de
‘Joseph Plateau’ zal ongetwijfeld gelijke tred houden.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 2 8
3.
activiteitenverslag
per regio
Van België tot Vietnam, van Panama over Congo tot Australië, Jan De Nul Group
voerde wereldwijd toonaangevende projecten uit. De aard van deze projecten is
heel uiteenlopend. Van het traditionele onderhoudsbaggeren tot indrukwekkende
havenbouw en -uitbreidingswerken. Maar ook kustverdediging of landwinning voor
industriële of residentiële ontwikkeling stond op het orderboekje van Jan De Nul
Group. De offshore activiteiten, onder meer voor de olie- en gasindustrie, blijven
verder groeien en concentreren zich geografisch hoofdzakelijk in Europa, Rusland,
het Midden-Oosten en Australië. Om de groei van deze activiteit verder te ondersteunen
werd in 2011 beslist om een identieke kopie van het valpijpschip ‘Simon
Stevin’ te bouwen, met name de ‘Joseph Plateau’. In de zomer van 2012 werd dit
schip te water gelaten en begin 2013 opgeleverd. Vanaf 2013 zal de offshore
afdeling ook extra inzetten op kabellegactiviteiten.
De milieudivisie was actief in het behandelen, reinigen en verwerken van sedimenten,
bodem, grondwater, afval en alternatieve grondstoffen. Ook bij de herontwikkeling
van gereinigde terreinen speelt de milieudivisie van de groep steeds vaker een
sleutelrol, en dit via de dochter PSR.
De civiele werken van Jan De Nul Group zijn zoals steeds zeer uiteenlopend: van
sluizenbouw in Panama en België, tot grote infrastructuurwerken en het bouwen
van prestigieuze kantoorgebouwen. Vaak gaat het om zeer complexe werken en
betekent een nauwe samenwerking met de andere activiteiten binnen de groep
een sterke toegevoegde waarde voor de klant.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3 0
3.1 Baggeractiviteiten
3.1.1 België
In januari 2012 kreeg Jan De Nul Group in tijdelijke handelsvereniging
groen licht om te starten met de onderhoudsbaggerwerken
in de Noordzee, de maritieme toegang en in
de havens van Oostende en Zeebrugge, een contract met
een looptijd van 5 jaar. Hiervoor mobiliseerde de groep de
sleephopperzuiger ‘Alexander von Humboldt’.
Ook het contract voor de onderhoudsbaggerwerken op de
Schelde en de Westerschelde werd in 2012 verder uitgevoerd
met onder andere de sleephopperzuigers ‘Manzanillo
II’ en ‘Pinta’ en met het oliebestrijdingsvaartuig ‘Pieter
Coecke’.
Voor de cutterzuiger ‘Hendrik Geeraert’ kwam een einde
aan het laatste contractjaar voor de onderhoudsbaggerwerken
in Nieuwpoort. In de loop van 2012 werd echter een
nieuwe aanbesteding uitgeschreven en opnieuw was Jan
De Nul Group succesvol, waardoor de cutterzuiger ‘Hendrik
Geeraert’ ook de komende jaren in de verschillende jachthavens
van Nieuwpoort aan de slag zal kunnen gaan. Occasioneel
zal ook de sleephopperzuiger ‘Pinta’ hierheen
komen om de vaargeul van de IJzer op diepte te houden.
In het kader van het project ‘Vlaamse Baaien’ voerde Jan
De Nul Group in de loop van 2012 de strandsuppletiewerken
in Knokke Heist uit. Voor dit project werd de sleephopperzuiger
‘Taccola’ ingezet om het relatief kleine volume
van 120.000 m³ op te spuiten. Aansluitend werden de ‘Taccola’
en de ‘Alexander von Humboldt’ in Wenduine ingezet voor
strandsuppletiewerken in het kader van het masterplan
Kustveiligheid van de Vlaamse Overheid. Hier werd een
volume van 720.000 m³ zand opgespoten.
Onderhoudsbagger werken in de Noordzee, de maritieme toegang en de havens van Oostende en Zeebrugge (België)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3 1
Strandsuppletiewerken in het kader van ‘Vlaamse Baaien’ in Wenduine (België)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3 2
3.1.2 rest van europa
Voor een overzicht van de projecten: 8.2 Projecten 2012, p. 124-133
14
8
7
6
5
4
3
2
1
11
10
9

In de loop van 2011 al was Jan De Nul Group aanwezig in
Nederland voor het uitvoeren van enkele strandsuppleties.
In 2012 nam de groep deel aan verschillende aanbestedingen.
In tijdelijke handelsvereniging haalde Jan De Nul
Group het contract binnen voor het realiseren van suppletiewerken
door het aanbrengen van zandpakketten op het
strand en de vooroever van de Nederlandse kust. Dit contract
bestaat uit tien deelprojecten voor suppleties langsheen
de Nederlandse kust in de loop van 2013-2016. In
totaal zal er 11.166.500 m³ zand worden opgespoten om de
kust blijvend te versterken.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3 3
Onderhoudsbaggerwerken in de monding van de Eems (Duitsland)
In Duitsland vervolgde Jan De Nul Group de onderhoudsbaggerwerken
in het vaargebied van de Eems en in de monding
van de Weser. In de Eems onderhielden afwisselend de
sleephopperzuigers ‘Taccola’, ‘Manzanillo II’ en ‘Alexander
von Humboldt’ de toegang naar Emden, in de Weser de
toegang naar Bremerhaven. Jan De Nul Group is voor dat
laatste werk partner in het tweejarige onderhoudscontract
2011-2012, dat intussen met een jaar werd verlengd.
Voor de bouw van de LNG-terminal in Swinoujscie in Polen
werkte de sleephopperzuiger ‘Gerardus Mercator’ tussen
oktober 2012 en januari 2013 voor Josef Möbius AG.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3 4
Constructie van havenfaciliteiten voor een toekomstige terminal voor vloeibaar aardgas in de voorhaven van West-Duinkerke (Frankrijk)
Een van de meest in het oog springende projecten in 2012
werd in de haven van Duinkerke in Frankrijk opgestart. In de
westelijke voorhaven werd een gloednieuwe LNG-terminal
gebouwd. Hiervoor heeft de cutterzuiger ‘Ortelius’ in totaal
6 miljoen m³ zand opgebaggerd uit de zwaaikom en ligplaats
van de LNG-tankers. Een volume van ongeveer 30.000 m³
per dag werd met drijvende leidingen op het terrein van de
toekomstige LNG-terminal opgespoten. Bijkomend was er
ongeveer 1.700.000 ton stenen nodig voor de bouw van
2 km oeverbescherming en een dwarse 240 m lange beschermdijk.
In 2012 werd iedere dag gemiddeld 5.000 ton
stenen van diverse grootte via de weg en over zee aangevoerd.
Lokaal werd een groot aantal arbeidskrachten geworven, wat
gezien de moeilijke arbeidssituatie in de regio zeer werd gewaardeerd.
Dagelijks werkten meer dan 200 mensen op site.
De extreem korte uitvoeringstermijn van de verschillende
contractdelen en de complexe opbouw van de oeverbeschermingen
maakten dit project extra uitdagend.
De ontwerpers van de opdrachtgever voerden een ver doorgedreven
ontwerpoptimalisatie voor de oeverbeschermingen
door. Dit resulteerde in een zeer veilig en economisch
ontwerp. Voor Jan De Nul Group impliceerde dit vrij strenge
eisen wat betreft uitvoeringstoleranties, maar vooral een
voort durend zoeken naar de beste uitvoeringmethodes voor
de steeds wisselende opbouw van de oeverbescherming.
De finale oplevering van dit prestigieuze LNG-project is in
de lente van 2013 voorzien.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3 5
Constructie van havenfaciliteiten voor een toekomstige terminal voor vloeibaar aardgas in de voorhaven van West-Duinkerke (Frankrijk)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3 6
3.1.3 latijns-amerika
58
59
57
56
49 50
60 61
Voor een overzicht van de projecten: 8.2 Projecten 2012, p. 124-133
62
48
63
55
45
46
28
44
51
52
64
53
47
29
54
32
30 31
34
38
33 42
43
35
40
36
37
41
39

In de loop van 2012 werd het project voor de verbreding en
verdieping van de Atlantische toegang tot het Panamakanaal,
inclusief de contractuitbreiding die in 2011 werd
toegekend, grotendeels afgewerkt. De droge uitgraving en
het baggeren van het noordelijke toegangskanaal tot het
sluizencomplex aan de zijde van de Stille Oceaan werd binnen
de termijn beëindigd en opgeleverd. Parallel aan beide
contracten werd het aanwezige materieel ook voor onderhoudsbaggerwerken
ingezet in de terminal van Panama
Ports Company (PPC) in Balboa.
In de Costa Ricaanse stad Caldera, gelegen aan de kust
langs de Stille Oceaan, voerde de sleephopperzuiger
‘ AIdrisi’ samen met het kraanponton ‘Il Principe’ de onderhouds-
en uitbreidingsbaggerwerken in de containerhaven
uit. Ook werd er een oeverbescherming met rots aangelegd.
Niet alleen was dit het eerste project voor Jan De Nul Group
in Costa Rica, maar het was ook de allereerste opdracht voor
de net opgeleverde ‘Al-Idrisi’.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3 7
Jan De Nul Group baggerde in 2012 een toegangskanaal en
een zwaaikom voor de nieuwe steenkoolterminal in Puerto
Nuevo, in Colombia. In totaal werden voor dit project drie
hopperzuigers van verschillende grootte en een cutterzuiger
gemobiliseerd. De sleephopperzuiger ‘Charles Darwin’, de
grootste sleephopper op het Amerikaanse continent, nam
het grootste deel van de werken voor zijn rekening.
Dankzij de aanwezigheid van verschillende baggertuigen in
Colombia kon Jan De Nul Group ook een aantal kleinere
werken aannemen. Zo voerde de groep onderhoudsbaggerwerken
in Barranquilla uit, alsook de eerste fase voor de uitbreiding
van de kolenterminal in Cerrejon (de tweede fase
wordt in de loop van 2013 verwacht). Eind 2012 ondertekende
Jan De Nul Group het contract voor het onderhoud en de
uitbreiding van de containerterminal van TCBuen in Buenaventura.
Colombia belooft een aantrekkelijke markt te blijven
in 2013.
Onderhoudsbaggerwerken in het toegangskanaal en de zwaaikom in de haven van Caldera (Costa Rica)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3 8
Baggerwerken voor de nieuwe containerterminal in Embraport (Brazilië)
Brazilië is nog steeds de belangrijkste markt in Zuid- Amerika.
In de loop van 2012 werden er een aantal grote projecten
beëindigd.
De sleephopperzuiger ‘Sanderus’ werkte de laatste onderhoudscampagne
in het toegangskanaal van Rio Grande do
Sul af.
In Santos werd het baggercontract voor de terminal in Embraport
voltooid. Het kraanponton DN17 bracht het gebaggerde
gecontamineerde slib aan land voor opslag. Het
overige deel van de baggerspecie werd door de sleephopperzuigers
‘Francesco di Giorgio’ en (de gloednieuwe) ‘Alvar
Nuñez Cabeça de Vaca’ op zee gestort.
In Itaguaí beëindigde Jan De Nul Group zijn activiteiten in
de marinebasis, alsook voor LLX in de Porto Sudeste. Een
deel van de hoppervloot die hier actief was, zal in 2013 koers
zetten naar Paraguaçu voor een nieuwe opdracht.
De nieuwe cutterzuiger ‘Nicolló Machiavelli’ voerde, geassisteerd
door twee splijtbakken en de sleephopperzuiger
‘James Cook’, het technisch uitdagende cutterwerk voor de
terminal van Vale in Tubarão uit. Dit contract werd eind 2012
opgeleverd. In Vila do Conde voltooide de cutterzuiger
‘Hondius’ dan weer een kleinere opdracht.
In Argentinië beëindigde Jan De Nul Group’s concessiemaatschappij
Hidrovía SA het openingsbaggerwerk voor de
uitbreiding van de concessie naar het noorden tot een totale
lengte van 1400 km. De kleine sleephopperzuiger ‘Alvar
Nuñez Cabeça de Vaca’ voerde in 2012 al twee onderhoudscampagnes
uit.
Voor het in 2011 toegekende, vijf jaar durende onderhoudscontract
in Bahía Blanca werden de eerste baggercampagnes
uitgevoerd. De verdiepingsbaggerwerken zullen in de loop
van 2013 starten.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 3 9
Rotsbaggeren voor het verdiepen van de haven van Tubarão (Brazilië)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4 0
In de haven van La Plata baggerde de sleephopperzuiger
‘Niña’ samen met de DN28 voor de verbreding en verdieping
van het toegangskanaal en havenbassin voor de nieuwe
containerterminal Tecplata. Ook in de haven van Quequén nabij
Necochea werden onderhoudsbaggerwerken uitgevoerd.
Het kraanponton ‘Vitruvius’ startte in 2012 met de baggerwerken
voor de nieuwe ertsterminal in de haven van Callao in
Peru. In het najaar kwam het kraanponton ‘Il Principe’ om de
resterende baggerwerken uit te voeren en om de afbraakwerken
van ‘El Anca’, een vroegere scheepslift, te voltooien.
In diezelfde haven werden ook de werken voor de uitbreiding
van de noordelijke containerterminal van APM opgestart.
Waarschijnlijk zullen deze uitbreidingswerken in 2013
worden verdergezet.
In juli 2012 mobiliseerden de sleephopperzuiger ‘Francesco
di Giorgio’ en de cutterzuiger ‘Hondius’ vanuit Brazilië naar
Trinidad en Tobago voor baggerwerken in de haven van
Galeota. De activiteiten startten in september en werden
met succes beëindigd en opgeleverd in november. In 2013
wordt een tweede fase aanbesteed.
In Centraal-Amerika voerde Jan De Nul Group in de loop
van 2012 enkele kleinere onderhoudsbaggercontracten uit.
Zo werden in de Dominikaanse Republiek onderhoudswerken
uitgevoerd in San Pedro de Marcoris, Haina, Puerto
Plata en Santo Domingo. In Mexico stond de sleephopperzuiger
‘Al-Idrisi’ in voor de onderhoudswerken in de havens
van Tuxpan en Veracruz. En in Jamaica voerde de sleephopperzuiger
‘Al-Idrisi’ eind 2012 een klein onderhoudswerk
in de haven van Kingston uit.
Baggerwerken in het dokgebied en de zwaaikom voor de toegang naar de nieuwe mineralenterminal van de haven van Callao (Peru)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4 1
Modernisering van de polyvalente noordelijke terminal in Callao (Peru)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4 2
3.1.4 afrika
22
Voor een overzicht van de projecten: 8.2 Projecten 2012, p. 124-133
18
19
20 21

In Ghana werd in september 2012 een periode van twee jaar
onderhandelen afgerond met de contractondertekening
voor de uitbouw van de haven van Takoradi. Deze tweede
grootste haven van het land werd gebouwd in de jaren veertig
en deed vooral dienst als exporthaven voor mineralen. Maar
nu de eerste olie wordt opgepompt voor de westkust van
Ghana, besliste de klant Ghana Ports and Harbour Authority
de haven aanzienlijk te vergroten.
Jan De Nul Group slaagde erin om, in samenwerking met een
consortium van vijf banken, een koperskrediet te monteren
en de klant een financiering aan te bieden. Het koperskrediet
werd verzekerd via de Belgische kredietverzekeraar ONDD.
De eerste fase zal 3,5 jaar in beslag nemen en omvat niet
alleen baggerwerken, maar eveneens de bouw van een
1.200 m lange golfbreker, 400 m nieuwe kaaimuur en bijna
2.000 m oeverbescherming. Ook het volledige ontwerp wordt
door Jan De Nul Group verzorgd. Deze uitbouw moet de
haven tegen 2016 in omvang verdrievoudigen en de maximale
waterdiepte van 10 m naar 14 tot 16 m.
Zuidelijker, in Congo, haalde Jan De Nul Group in mei 2012
het contract binnen voor de verdere verdieping tot 15,5 m
van het toegangskanaal naar de haven van Pointe-Noire.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4 3
Met deze werken beoogt Pointe-Noire als grootste haven
van het land tegen februari 2013 de diepste haven van de
West-Afrikaanse kust te worden.
Voor dit werk mobiliseerde Jan De Nul Group zijn cutterzuiger
‘Leonardo da Vinci’ en twee sleephopperzuigers. Het
totale volume van 5 miljoen m³ zand en klei werd binnen het
vooropgestelde schema weggebaggerd.
In Kameroen werkt Jan De Nul Group al sinds 2009 aan het
onderhoud en de verdere verdieping van de toegangsgeul
naar de haven van Douala.
In Sierra Leone ging de sleephopperzuiger ‘De Lapérouse’
eind december 2012 aan de slag in opdracht van de mijnbouwer
African Minerals. Deze klant was vragende partij om
de rivier die toegang geeft naar hun Pepel-project verder te
verdiepen en te verbreden. Eerder had Jan De Nul Group er
de openingsbaggerwerken uitgevoerd.
Dankzij de aanwezigheid in deze vier West-Afrikaanse landen
heeft Jan De Nul Group in de loop van 2012 verder voet
aan de grond gekregen in deze veelbelovende regio.
Baggerwerken in het toeganskanaal en aan de ijzerertsterminals in Pepel (Sierra Leone)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4 4
3.1.5 australië
Voor een overzicht van de projecten: 8.2 Projecten 2012, p. 124-133
69
65
66
67
68

In 2012 werd in ’s werelds grootste uitvoerhaven voor ijzererts,
Port Hedland, de Southwest Creek ontsloten, een
nooit eerder ontwikkelde, ondiepe zijtak van het bestaande
havenbassin. Na het afwerken van een kadeplaats voor
Fortescue Metals Group ging Jan De Nul Group onmiddellijk
aan de slag voor Roy Hill, een dochteronderneming van
Hancock Mining. Voor dit bedrijf werden er nog twee kadeplaatsen
uitgebaggerd. Zowat twee derde van de baggerspecie
moest aan land worden gebracht. Om aan de strikte
lokale milieunormen te voldoen, bouwde Jan De Nul Group
hiervoor voor het eerst in Port Hedland een eigen decanteerbassin
van zo’n 80 ha. De werken werden in mei met
succes voltooid.
Ook in Port Hedland gunde BHP Billiton in maart 2012 een
tweede opdracht aan Jan De Nul Group, als vervolg op een
eerder project waarbij vier nieuwe kadeplaatsen werden uitgebaggerd.
Dit keer moest Jan De Nul Group een ondiep
insteekdok baggeren. Dat is een dok dat bij extreem weer
beschutting moet bieden aan pleziervaartuigen en sleepboten.
In deze regio is zo’n dok een absolute noodzaak,
aangezien het gebied elk jaar door zeer zware tropische
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4 5
cyclonen wordt getroffen. Door de ongeziene havenuitbreiding
van de voorbije vijf jaar bleek hier te weinig
rekening mee gehouden te zijn. De opdracht was ongeveer
EUR 100 miljoen waard en werd uitgevoerd door de grote
backhoes ‘Mimar Sinan’ en ‘Postnik Yakovlev’. De oplevering
in augustus was ruim op tijd en kreeg veel lof van de klant.
Met deze voorlopig laatste opdracht in Port Hedland zette
Jan De Nul Group een punt achter een reeks van in totaal
8 opdrachten voor 5 verschillende klanten waarbij in totaal
niet minder dan 28 miljoen m³ werd ontgraven over een tijdspanne
van 6 jaar.
In november bracht de kroonprins van België, ZKH Prins
Filip, een bezoek aan het Jan De Nul team om de gigantische
havenuitbreiding met eigen ogen te aanschouwen.
Wellicht is de voetafdruk van Jan De Nul Group nergens ter
wereld zo groot als in Port Hedland.
Jan De Nul Group zal in 2013 verder inzetten op verschillende
projecten in Australië.
Baggeren van 4 nieuwe afmeerposities en toegangskanalen aan de ijzerertsterminals in Port Hedland (Australië)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4 6
AustrAliAn
ConstruCtion
AChievement
AwArd 2012
De sectorverenigingen ‘Engineers Australia’ en ‘Australian
Constructors Association’ bekroonden Jan De Nul Group in
mei 2012 met de ‘Australian Construction Achievement
Award 2012’. Jan De Nul Group ontving de prijs samen met
zijn lokale partner Baulderstone. Het ‘Port Botany Expansion
Project’ werd gekozen boven zes andere, sterke mededingers
als het meest opmerkelijke voorbeeld van constructie­
excellentie.
Het project, met een waarde van EUR 400 miljoen, omvatte
het ontwerp en de constructie van de uitbreiding van Port
Botany in Sydney, en werd in 2011 voltooid. In totaal werd
63 ha land gewonnen op de zee, 1,85 kilometer nieuwe ligplaatsen
gebouwd, en een nieuw kanaal gebaggerd. Het
Van links naar rechts: Adrian Coombs (Finance & Commercial
Manager, Baulderstone), David Debaere (Project Manager, Jan
De Nul), David Packer (Construction Manager, Baulderstone),
Graeme Alley (Senior Manager, Sydney Ports Corporation)
project wordt beschouwd als een van de belangrijkste
Australische infrastructuurprojecten van de laatste 30 jaar.
Het werk werd onder meer geprezen vanwege het ontwerpvernuft
waarmee de kaaimuur werd gebouwd. In totaal ging
het om zo’n 200 betonnen elementen, van 640 ton elk. Ze
werden op de site aan wal geconstrueerd, over land getransporteerd
en dan met centimeterprecisie op hun positie gezet.
De coördinatie tussen deze constructiefase en het baggeren
en winnen van het land op zee was een enorme uitdaging.
Bovendien moest het werk worden uitgevoerd, terwijl rekening
moest worden gehouden met zeer strikte milieurichtlijnen,
gesteld door de klant en de overheid.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4 7
Havenuitbreidingswerken in de haven van Port Botany in Sydney (Australië)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4 8
3.1.6 azië
Voor een overzicht van de projecten: 8.2 Projecten 2012, p. 124-133
75
83
74 82

In Vietnam zijn de werken voor de bouw van de staalfabriek
in Ha Tinh in volle uitvoering. Jan De Nul Group voert er
bagger- en opspuitingswerken uit in opdracht van de Taiwanese
klant Formosa Plastics Group. Jan De Nul Group zet
zijn grootste sleephopperzuigers en cutterzuigers in om het
reusachtige terrein van 2.000 ha op te spuiten en om een
havenkanaal en -bassin te baggeren die toegang moeten
bieden aan schepen met 300.000 ton draagvermogen. Het
terrein werd grotendeels opgespoten en het nog uitstaande
baggerwerk zal zich voornamelijk concentreren op de diepere
en hardere grondlagen.
Op het schiereiland Yamal in de Russische provincie Yamalo-
Nenets voerde Jan De Nul Group de eerste fase van de
baggerwerken uit voor een LNG-haven.
In Myanmar begon Jan De Nul Group in opdracht van Essar
Projects India Ltd. met de baggerwerken in het toegangskanaal
en de zwaaikom in de haven van Sittwe. Dit contract
is onderdeel van een afspraak tussen India en Myanmar om
de toegang over zee naar de Indische staat Mizoram te ontsluiten.
In september 2012 haalde Jan De Nul Group in Maleisië een
contract binnen voor de multinational Vale. In Lumut moet
Jan De Nul Group een 2,5 km lang kanaal baggeren om voor
Valemax-schepen, de grootste bulk carriers ter wereld, toe-
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 4 9
gang te verschaffen tot een nieuwe ijzerertsterminal. Gezien
de omvang van deze superschepen moet het kanaal tot 25 m
diep worden uitgebaggerd waarvoor in totaal 5 miljoen m³
zachte klei moet worden verzet. Door de zeer strikte opleveringstermijn
koos de klant voor de grootste sleephopperzuiger
ter wereld: de ‘Leiv Eiriksson’. De werken starten midden
januari 2013 en moeten uiterlijk 6 weken later worden
opgeleverd.
Begin december 2012 startte de sleephopperzuiger ’Juan
Sebastián de Elcano‘ met het opspuitwerk voor een terrein
in de zuidelijke tip van Maleisië, gelegen tegenover de containerhaven
van Pelepas. Op dit nieuwe terrein zal een elektriciteitscentrale
worden gebouwd om aan de stijgende
vraag naar energie in Maleisië tegemoet te komen.
Het project is om twee redenen bijzonder. Enerzijds is de
ondergrond van het op te spuiten gebied weinig stabiel. Het
totale volume van 2,4 miljoen m³ om het terrein op te hogen
en bouwrijp te maken, zal daarom in twee aparte fasen
worden geleverd om het terrein voldoende te kunnen stabiliseren.
Anderzijds bevindt het zandwingebied zich op
140 km afstand van het terrein verwijderd. Daardoor kan er
pas om de 16u een lading zand worden aangevoerd. De
eerste fase van de werken wordt begin maart 2013 afgerond.
Het gehele terrein wordt begin juni 2013 opgeleverd.
Bagger- en landwinningswerken voor de ontwikkeling van de steenkoolcentrale in Tanjung Bin (Maleisië)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5 0
Desolaat werkgebied,
grote vlooT
“de verschillende teams aan boord
werken intensief samen met de staff
aan wal, zodat de vloot van meerdere
cutters en hoppers eenzelfde koers varen.”
Dominique Bombaert, Projectmanager

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5 1
vietnam
Staalfabriek in Ha Tinh

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5 2
3.1.7 Midden-Oosten
Voor een overzicht van de projecten: 8.2 Projecten 2012, p. 124-133
24
25
26
23

2012 was het jaar waarin het vijf jaar durende havenproject
in Duqm, in Oman, met succes werd opgeleverd. Sinds 2007
tot het einde van de werken baggerde Jan De Nul Group in
deze gloednieuwe haven en toegangskanaal meer dan
60 miljoen m³, en werd er meer dan 10 miljoen m³ zand aangevoerd
voor de bouw van een nieuwe haventerminal. De
werken werden uitgevoerd volgens de vereiste specificaties
en ruim binnen het opgegeven tijdsbestek.
In Dubai werd zand gewonnen voor de uitbreiding van een
nieuwe containerterminal.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5 3
Aanleg van nieuwe haven en droogdokkencomplex in Duqm (Oman)
In Qatar was Jan De Nul Group voor de vijfde maal in 20 jaar
tijd aanwezig in Ras Laffan. In opdracht van de lokale scheepsbouwer
en scheepshersteller Nakilat werden nieuwe dokken
uitgegraven. Hoewel dit een relatief klein werk in volume
was, werd dit op technisch vlak een uitdaging door de extreem
harde grond. Daarom zette Jan De Nul Group zijn
grootste, sterkste en krachtigste cutterzuiger ‘J.F.J. De Nul’
in om deze moeilijke klus te klaren.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5 4
3.1.8 Offshore activiteiten
27
16
17
Voor een overzicht van de projecten: 8.2 Projecten 2012, p. 124-133
13
12
15
25
81
80
76
84
70 71 72
77 78 79
73

Begin 2012 haalde Jan De Nul Group het contract binnen
voor het Lan Do Project voor de installatie van steenbescherming,
370 km voor de kust van Vietnam. Het project
werd uitgevoerd door de zijsteenstorter ‘Willem de Vlamingh’
en omvatte de installatie van 27.000 ton stenen voor het beschermen
van de nieuw geïnstalleerde onderzeese umbilicals
en pijpleidingen.
Dit contract is deel van een ambitieus programma gestart
door BP in samenwerking met de Vietnamese overheid voor
de extractie van gas in de Zuid-Chinese zee.
Doordat de stenen op een diepte van 190 m moesten worden
geïnstalleerd, werd de ‘Willem de Vlamingh’ omgebouwd
tot een valpijpschip met een valpijptoren, ROV, graafkranen
en een transportbandsysteem. De ombouw werd door Jan
De Nul Group’s eigen ontwerp en tekenafdeling begeleid.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5 5
Geulbaggeren, opvullen en steenstortwerken voor de installatie voor het PNG LNG EPC2 project (Papoea-Nieuw-Guinea)
In opdracht van Hyundai Heavy Industries baggerde Jan
De Nul Group een aanlandingsgeul voor het Barzan Project
in Ras Laffan, in Qatar. Het baggeren van de geul in harde
rots werd begin juni voltooid. Na de installatie van de pijpleiding
vulde Jan De Nul Group de geul op.
Hiermee zet Jan De Nul Group zijn succesvolle campagne in
Qatar voort, na eerdere uitvoering van de RasGas, QatargasII,
Rasgas2, Qatargas3&4 en Shell Pearl GTL aanlandingen.
Jan De Nul Group haalde in 2012 het contract binnen voor
de installatie van een onderzeese exportkabel die het
Northwind windmolenpark voor de Belgische kust zal verbinden
met het elektriciteitsnet. Het 215 MW windmolenpark
zal 250.000 Belgische huishoudens voorzien in groene
energie.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5 6
Baggerwerken, opvullingswerken en aanverwante diensten voor het Macedon Gas Offshore Project (Australië)
Alvorens de kabel te leggen, moet een sleuf worden gebaggerd.
De sleephopperzuiger ‘Alexander von Humboldt’ zal
de sleuf door het Scheurkanaal baggeren en de sleephopperzuiger
‘Pinta’ in ondiepe wateren. De sleuf kruist het Scheurkanaal,
een van de drukst bevaren kanalen ter wereld die
toegang geeft tot Zeebrugge en Antwerpen.
De kabel zal in de zomer van 2013 in Noorwegen aan boord
van de zijsteenstorter ‘Willem de Vlamingh’ worden geladen
en daarna tussen het Belwindplatform en Zeebrugge worden
geïnstalleerd. De 43 km lange elektriciteitskabel weegt
5.250 ton. Om deze kabel aan boord te kunnen leggen wordt
de steenstortinstallatie vervangen door een kabelcarrousel
van 28 m diameter en meer dan 6 m hoog.
Tussen maart en augustus 2012 voerde Jan De Nul Group
een opdracht uit voor het Macedon-pijpleidingproject van
BHP Billiton in Australië. Er moest een 4 km lange pijpleidingsleuf
en vrijdraaikanalen worden gebaggerd. Om de pijpleiding
voldoende diep onder het strand te leggen werd een
190 meter lange cofferdam in de getijdenzone gebouwd.
Op vraag van de hoofdaannemer assisteerde het kraanponton
‘Vitruvius’ ook bij het ingraven van de kabel.
Ook in Australië, in het noordwesten, startte eind 2012 de
zijsteenstorter ‘Willem de Vlamingh’ met een opdracht voor
het Gorgon Project. In totaal worden 1,6 miljoen stenen geinstalleerd
om 6 pijpleidingen en 2 voedings- en communi catie
kabels te stabiliseren. De pijpleidingen en kabels verbinden
de LNG-plant op het Barrow-eiland met de offshore
Gorgon- en Janz-gasvelden.
Opdat het valpijpschip ‘Joseph Plateau’ stenen zou kunnen
laden in de laadlocatie in de haven van Dampier, werd de
haven eerst nog verdiept met het kraanponton ‘Vitruvius’.
In het najaar 2012 voltooide Jan De Nul Group met succes
de installatie van het derde ‘White Rose Area Glory Hole’ in
opdracht van Husky Energy. Na de uitvoering van het eerste
in 2003 en het tweede in 2007 is deze derde uitvoering een
deel van de continue ontwikkeling van het White Rose veld
gelegen in de Grand Banks langsheen de oostkust van
Canada.
De extreem harde en continu variërende ondergrond bemoeilijkte
en verhinderde de baggerwerken heel erg, zelfs
voor de krachtige sleephopperzuiger ‘Cristóbal Colón’.

Tijdens de uitvoering van dit project botste de baggerkop
op zeer stijve klei en brokken van harde kleilagen, inclusief
rotsstenen met een diameter tot 4 m.
Jan De Nul Group haalde in september 2011 de opdracht
binnen voor het ontwerp, de bouw en de installatie van 16
beton nen funderingen voor een windmolenpark met 3 MW
wind turbines in het Zweedse gedeelte van de Baltische
Zee, in opdracht van E.ON.
Tijdens de bouw en het transport van de Gravity Based
Foundations (GBF’s) werd de Zweedse zeebodem voorbereid.
Het multipurpose ponton ‘DN109’ groef zeebodemmateriaal
uit, inclusief rotsblokken van 2 m. Een grote graafkraan werd
gebruikt voor de ondiepe stukken, de afstandsbestuurde
onderwaterkraan ‘Starfish’ voor de diepere delen. Daarna
werd een stenen tapijt aangebracht om een uniforme onderlaag
te creëren voor de GBF.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5 7
De hijskraan ‘Rambiz’, die tot 3.300 ton kan hijsen, plaatste
de GBF’s van max. 2.000 ton met een precisie van 30 cm op
de voorbereide bodem. De schacht van de GBF’s werd vervolgens
via een trechter met ijzererts opgevuld. Rondom de
GBF’s werd een rotslaag aangebracht om uitspoeling te vermijden.
In de 6 caissons van iedere GBF werden 3 verschillende
materialen gestort: een eerste laag met ijzererts, een
tweede laag met een zwaarder granietmateriaal en een finale
laag van granieten brokstukken tot 300 kg.
Het vermogen om verschillende ingenieursdisciplines met
mariene ervaring te kunnen combineren, toont de competentie
van Jan De Nul Group aan om complexe projecten te
ontwerpen, te bouwen en offshore te installeren in een internationale
omgeving.
Baggeren van een productieput op de bodem van de Atlantische Oceaan voor de ontwikkeling van het White Rose veld (Canada)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5 8
Uitbreiding van de onshore productievoorziening van de Chayvo site in Sakhalin (Rusland)
In de loop van 2012 voerde Jan De Nul Group verschillende
opdrachten uit op en rond het Russische eiland Sakhalin.
Sinds juli 2011 werkt Jan De Nul Group aan een tijdelijk
werkdok op de Chayvo site. In een eerste fase hebben de
afstandsbestuurde onderwaterkraan ‘Starfish’ en een hydraulische
graafmachine met driedelige arm het bassin uitgegraven.
Met een deel van het gegraven materiaal werd een
grote dijk voor het bassin gebouwd.
In een tweede fase, in juni 2012, kwam de cutterzuiger
‘Fernão de Magalhães’ ter plaatse om een toegangskanaal
te baggeren en een berm te verwijderen. Het gebaggerde
volume van 700.000 m³ zand werd op het strand geperst.
Deze baggeropdracht werd in een recordtijd van 27 dagen
uitgevoerd.
In de Tatarensont, een zeestraat tussen het Russische vasteland
en het eiland Sakhalin, installeerde Jan De Nul Group
een berm van stenen op een onderzeese pijpleiding om die
te beschermen tegen waterstroming en schurend ijs. De
berm werd geplaatst over de volledige lengte van 5.360 m.
Op sommige plaatsen volstond een upgrade van de bestaande
berm, maar vaak was een volledig nieuwe installatie
vereist. Er werd zo een 176.000 ton stenen gebruikt.
Offshoreschip ‘Joseph Plateau’ te water gelaten
Het valpijp- en mijnbouwschip ‘Joseph Plateau’ werd, in
navol ging van het zusterschip ‘Simon Stevin’ in 2009, te water
gelaten op 3 augustus in de Spaanse scheepswerf Construcciones
Navales del Norte in Sestao. Na oplevering begin
2013 zal het schip direct doorvaren richting Australië voor de
eerste opdracht.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 5 9
Installatie van umbilicals
Voor de eerste keer voerde Jan De Nul Group een contract
voor de installatie van umbilicals uit. Voor het Sakhalin III
Project installeerde Jan De Nul Group vier infield umbilicals,
variërend van 1,5 tot 7,1 km en elk met aparte verbindingsleidingen
met de onderzeese boorinstallaties.
Het Sakhalin III Project betreft de ontwikkeling van een olie-
en gasveld dat bestaat uit vier productieblokken van ruwe
olie en natuurlijk gas. Jan De Nul Group installeerde met
succes de umbilicals voor de ontwikkeling van het Kirinskoye
reservoir in een V-vormige sleuf. Alle vier de installaties werden
binnen de legtoleranties uitgevoerd.
Simultaan met de umbilicals installeerde het valpijpschip
‘Simon Stevin’ ook breuksteen die de drijvende voedingskanalen
en de exportpijpleidingen beschermt.
Om de installatie van de umbilicals, de verbindingsleidingen
en het breuksteen door eenzelfde schip te laten uitvoeren
werd het valpijpschip ‘Simon Stevin’ deels omgebouwd. De
beschikbare plaats op het achterdek werd gevuld met installaties
voor de plaatsing van de umbilicals.
Kirinskoye Gas- en Condensaatveld in Sakhalin (Rusland)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6 0
twee projecT locaTieS
Drie diviSieS
“dankzij de complementariteit van onze design,
civiele en offshore teams, wisten wij de
gestelde doeleinden van dit project op elkaar
af te stemmen en succesvol op te leveren.”
noël Pille, Hoofd offshore Divisie

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6 1
ZweDen
kårehamn offshore windpark

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6 2
3.2 Civiele Werken
3.2.1 Waterbouw
2012 was ook een belangrijk jaar voor de afdeling ‘Burgerlijke
Bouwkunde’. De afdeling heeft de groei van de voorbije
jaren in 2012 kunnen doorzetten en legde ook de basis voor
de komende jaren. De kracht van deze afdeling ligt in het
vol brengen van complexe projecten met de beste prijs-
kwaliteitverhouding.
Belgische markt
Voor de bouw van de Deurganckdoksluis, de grootste sluis
ter wereld, werden in 2012 de waterdichte schermen gerealiseerd.
Hierdoor konden graafkranen en dumpers starten
met de uitgraving van de immense bouwput met een lengte
van 500 m, een breedte van 68 m en een diepte van 26 m.
De werken werden feestelijk ingeleid door Vlaams Minister
Bouw van de Deurganckdoksluis in Antwerpen (België)
van Openbare Werken Hilde Crevits. De eerste betonnen
vloerplaten werden in het najaar gegoten.
In Wallonië realiseerde Jan De Nul Group de bouw van de
brug in Aiseau en het multimodaal platform in Auvelais. De
werken aan de sluis in Ivoz-Ramet werden verdergezet.
In 2012 haalde Jan De Nul Group contracten binnen voor de
bouw van een brug over het kanaal Nimy-Blaton in Harchies
en voor de bouw van het multimodale platform Trilogiport
aan het Albertkanaal ten noorden van Luik. Ook kan de groep
het Design & Build-contract voor de bouw van een nieuwe
sluis in Harelbeke aan het orderboek toevoegen.

Sluizenbouw in Panama
In Panama is Jan De Nul Group sinds 2009 partner in een
Spaans-Italiaans-Belgisch-Panamees consortium dat verantwoordelijk
is voor de bouw van de nieuwe sluizen in het
Panamakanaal. Dit contract met een waarde van USD 3,2 miljard
vormt één van de grootste en meest prestigieuze waterbouwkundige
werken ter wereld. Het consortium, GUpC
genaamd, bouwt twee nieuwe sluizencomplexen aan beide
zijden van het kanaal. Ieder complex bestaat uit drie opeenvolgende
sluizen die een niveauverschil van 28 m, tussen de
oceaan en het Panamakanaal, overbruggen.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6 3
Ontwerp en bouw van het derde sluizencomplex aan het Panamakanaal (Panama)
Eind 2012 waren de werken ongeveer halfweg. Er werd
40 mil joen m³ van de contractuele 50 miljoen m³ grondverzet
gerealiseerd en er werd ongeveer 2 miljoen m³ van de
in totaal 5 miljoen m³ beton gestort.
Nauwe samenwerking tussen civiele en offshore divisie
De samenwerking van de verschillende ingenieursdisciplines
met mariene ervaring binnen de groep versterkt de competentie
van Jan De Nul om complexe projecten te ontwerpen,
te bouwen en offshore te installeren in een internationale
omgeving.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6 4
Bouw van 16 betonnen windturbinefunderingen in de haven van Zeebrugge (België)
Zo kreeg in september 2011 Jan De Nul Group van de klant
E.ON de opdracht toegewezen om 16 betonnen funderingen
(‘Gravity Based Foundations’ of ‘GBF’) voor een windmolenpark
van 3 MW windturbines in het Zweedse gedeelte van
de Baltische Zee te ontwerpen, te bouwen en offshore te
installeren.
De betonnen funderingen met een gewicht tot 2.000 ton
werden in minder dan 5 maanden op twee superpontons
met een laadcapaciteit van 10.000 en 24.000 ton in de
Belgische haven van Zeebrugge gebouwd. De pontons van
Jan De Nul Group deden dienst als werkplatforms in de
achter haven, die vrij van getijden is.
Dit complexe project kende een zeer strakke uitvoeringstermijn.
Terwijl het detailontwerp van het wapeningsstaal en
andere stalen uitrustingen nog niet was afgerond, ging het
projectteam in Zeebrugge al aan de slag om het dekoppervlak
van de twee superpontons voor te bereiden. Ongeveer
4 miljoen kg wapeningsstaal moest worden gevlochten. Met
vier torenkranen stortten 75 ervaren arbeiders 10.600 m³
beton in stalen systeembekistingen tot 24,5 m hoog. De
pontons werden dankzij een ingenieus ontworpen ballastplan
in horizontale positie gehouden. De civiele activiteiten
werden met succes voltooid in de zomer van 2012.
Vervolgens werden de pontons naar Zweden gesleept, waar
de hijsbok ‘Rambiz’ de betonnen funderingen op de voorbereide
zeebodem installeerde. Na de installatie werden de
funderingen verzwaard met ijzererts en steenbestorting om
ze in positie te houden. Tot slot werden ze voorzien van
zware rotsen rondom, om hen te beschermen tegen golven
die eens om de 50 jaar voorkomen.

3.2.2 leiding- en waterzuiveringinfrastructuur
In Franstalig België werden een aantal grote waterzuiveringprojecten
opgeleverd of nagenoeg beëindigd : de collectorprojecten
in Wandre en Soignies, de pompstations in Hoei,
Thuin en Lobbes, en de waterzuiveringstations in Mornimont,
Hollain en Basse-Wavre.
Jan De Nul Group verzekerde meteen ook de continuïteit in
waterzuiveringinfrastructuur voor de komende jaren. Zes
nieuwe contracten voor de bouw van middelgrote waterzuiveringsstations
(in Fleurjoux, Walcourt, Saint-Hubert,
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6 5
Godar ville, Hennuyères en Villerouw), en enkele contracten
voor de aanleg van collectoren werden binnengehaald.
De afgelopen twintig jaar heeft Jan De Nul in België een 40tal
waterzuiveringstations met capaciteiten variërend van
enkele duizenden tot 1 miljoen inwonersequivalent (IE)
gebouwd, tientallen pompstations opgeleverd en honderden
kilometers collectoren aangelegd. De grote investeringen in
de Belgische waterzuiveringinfrastructuur zijn ondertussen
grotendeels gerealiseerd.
Bouw waterzuiveringsstation in Basse-Wavre (België)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6 6
3.2.3 Transportinfrastructuur
Verkeerswisselaar Lummen en Leopold III tunnel
In 2012 werden de verkeerswisselaar in Lummen en de Leopold
III tunnel in Evere opgeleverd. Het klaverblad Lummen
werd omgebouwd tot een geheel veilig knooppunt. De Leopold
III tunnel moet zorgen voor een goede verkeers doorstroming
ter hoogte van het toekomstige NAVO-gebouw.
Spoorverbinding Schuman-Josaphat
Een van de meest complexe werven in België blijft uiteraard
de spoorverbinding Schuman-Josaphat in Brussel. Deze nieuwe
ondergrondse tunnel van 1,25 km in het hartje van de Europese
wijk maakt deel uit van het Gewestelijk Express Net (GEN).
Een belangrijk deel van de tunnel werd in 2012 opgeleverd,
zodat daar kon worden gestart met de spooruitrusting.
Spoorverbinding Schuman-Josaphat in Brussel (België)
Het huzarenstukje in 2012 was de gedeeltelijke heraanleg
van de Wettunnel. Deze tunnel, die deels dienst doet als
dakplaat van de ondergelegen parkeergelegenheiden van het
Berlaymontgebouw, Résidence Palace en Consilium, werd
afgebroken en 60 cm hoger opnieuw aangelegd. De verhoging
is noodzakelijk om voldoende ruimte te creëren voor
de nieuwe spoorverbinding (niveau -1), die tussen de verhoogde
Wetstraat en de ondergelegen metrolijn (niveau -2)
zal rijden. De heraanleg van de Wettunnel werd in een opgelegd
tijdsschema van 92 kalenderdagen uitgevoerd. Om
dit te kunnen realiseren, werd er 7 dagen op 7, 24 uur op 24
gewerkt.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6 7
Herinrichting verkeerswisselaar in Lummen (België)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6 8
Aanleg bedding voor 2 extra sporen tussen Watermaal en Bosvoorde (België)
Station Watermaal-Bosvoorde
De verbreding van het spoorplatform van twee naar vier
spo ren in Watermaal-Bosvoorde kadert in hetzelfde GENproject.
Het GEN-project wil op de spoorlijnen rond Brussel
een voorstadsnet voor snellere en frequentere spoorverbindingen
in een straal van ongeveer 30 km rond Brussel
realiseren. Dit jaar werd een gedeelte van de verbreding in
ophoging gerealiseerd en werd ook verder gewerkt aan het
tunnelgedeelte van 1 km lang. Voor deze 30 m brede tunnel
werd de dakplaat gevormd met prefabbalken die door
middel van een rolbrug naast elkaar werden geplaatst.
Noord-Zuid Kempen
Eind 2011 werd het PPS-project voor de aanleg van de
Kempense Noord Zuid verbinding opgestart. Voor de herinrichting
van het afrittencomplex Geel-West, het eerste
deelproject, werd de westelijke brug over de E313 gebouwd
en voor verkeer opengesteld. De bestaande brug werd
afgebroken. Verder werd de fly-over over de noordelijke
rotonde grotendeels gerealiseerd en de tuibrug over het
Albertkanaal, het pronkstuk van dit project, zat mooi op
schema. Voor de verbinding tussen Geel en Kasterlee, het
tweede deelproject, werd het 144 m lange viaduct over de
Kleine Nete gebouwd en werd de 540 m lange tunnel onder
het natuurgebied ‘Hoge Mouw’ voor de helft afgewerkt.
A11 Brugge
Naast deze praktische verwezenlijkingen heeft Jan De Nul
Group ook de basis gelegd voor toekomstige projecten. In
december 2012 werd Jan De Nul Group in tijdelijke handelsvereniging
aangeduid als voorkeursbieder voor de realisatie
van het PPS-project A11 Brugge, het grootste Belgische infrastructuurproject
in de komende jaren. Hiermee bevestigt de
groep haar ambitie om een leidende positie in de markt in
te nemen.

Het Mina de Cobre project in Panama
In Panama heeft Jan De Nul Group in 2012 een nieuwe werf
opgestart. In opdracht van Minera Panama voert Jan De Nul
Group er grootschalige grondwerken uit voor het project
Mina de Cobre Panama. Op 25 oktober 2012 werd dit deelcontract
ter waarde van USD 210 miljoen ondertekend.
De Mina de Cobre is een van de grootste niet ontgonnen
koperreserves ter wereld, centraal gelegen in Panama. Het
deelcontract van Jan De Nul Group kadert in een grotere
investering van meer dan USD 5 miljard om de mijn in te
rich ten en te exploiteren voor de ontginning van voornamelijk
koper, molybdeen, zilver en goud. De mijn is te bereiken
vanaf de Atlantische kust, over een nieuw aan te leggen weg
van 20 km. Aan de kust wordt een geheel nieuwe haven ingericht.
In het voorjaar van 2012 was Jan De Nul Group er al aanwezig
voor de logistieke basisontwikkeling en -opzet van de
site. Het huidige contract bouwt hierop verder en behelst de
grondwerken voor de inrichting van dit haventerrein en de
aanleg van iets meer dan 11 km van de 20 km lange weg
naar de mijn. Voor de inrichting van het haventerrein zal Jan
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 6 9
De Nul in 19 maanden tijd verschillende uitgestrekte platformen
bouwen en meerdere tijdelijke en definitieve wegen
aanleggen.
In totaal moet ongeveer 8 miljoen m³ kleiachtige grond
worden afgegraven. Door strakke contractdeadlines moet
het grootste volume hiervan in de eerste 10 maanden worden
uitgevoerd. Voor de wegeniswerken en de bouw van de platformen
dient er 1,2 miljoen m³ granulair materiaal te worden
gebruikt. Hiervoor bouwt en exploiteert Jan De Nul Group
ter plaatse een indrukwekkende breek- en zeefinstallatie die
later zal worden overgedragen aan de klant. En voor de
bouw van de nieuwe haven en golfbreker ontwikkelt en exploiteert
Jan De Nul een steengroeve waaruit 1 miljoen m³
stenen zal worden geput.
Zelfs voor een waterbouwer als Jan De Nul is dit project een
logistiek complex verhaal. Door het onontgonnen werkterrein
kan Jan De Nul Group geen beroep doen op ondersteunende
havenfaciliteiten. De 150 machines die Jan De Nul
Group er zal inzetten, moeten met behulp van landingsvaartuigen
ter plekke worden gebracht.
Uitvoeren van grondwerken in een ontoegankelijk gebied in Mina de Cobre (Panama)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 7 0
twee deelprojecTen
50 Ha werkTerrein
“dit multidisciplinaire dbM-project wordt geleid door een
team van ontwerper, klant, stakeholders en uitvoerders.
alle neuzen in dezelfde richting om het project tijdig,
kwalitatief en binnen het budget op te leveren, dat telt.”
geert versweyveld, Projectdirecteur

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 7 1
België
kempense noord-Zuidverbinding

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 7 2
3.2.4 gebouwen
2012 kondigde zich aan als het jaar waarin de binnenlandse
afdeling ‘Gebouwen’ zich sterk profileerde qua toegenomen
activiteit. Die tendens is te danken aan de verhoogde inspanningen
van Jan De Nul Group in de Belgische private investeringsmarkt.
Voor het eerst zijn de private werken groter in
aandeel dan de publieke.
Private sector
In Aalst en omstreken was Jan De Nul Group actief voor
enkele privaatinvesteerders. Het grootste private project is
zonder twijfel het sleutel-op-de-deurproject ‘SkylinE40’ in
Erembodegem langsheen de autosnelweg E40. Dit kantorencomplex,
ter waarde van EUR 19,3 miljoen, bestaat uit twee
kantoorblokken (13.000 m² kantoorruimtes) van zeven bouwlagen
op een ondergrondse parkingkelder van drie niveaus
(11.500 m² parking). Voor Eandis bouwde de groep een
SkylinE40: Bouw van 2 kantoorgebouwen met ondergrondse parking in Aalst (België)
nieuwe vestiging met burelen en magazijn in het industrieterrein
van Erembodegem. Verder bouwde Jan De Nul Group
grote appartements gebouwen in Aalst (Leopoldlaan en Kattestraat)
en studenten kamers en -studio’s in de universiteitsstad
Leuven.
Sinds lang is Jan De Nul Group actief betrokken in projecten
voor de publieke gezondheidszorg (rusthuizen en ziekenhuizen).
In 2012 bouwde Jan De Nul Group voor het eerst
voor de private verzorgingsmarkt. De groep bouwde het
rust- en verzorgingstehuis (RVT) ‘De Mouterij’ (8.100 m²) en
het RVT ‘Couverture’ (6.000 m²) in het centrum van Aalst, alsook
het woon- en zorgcentrum (WZC) ‘De Pleiade’ in Sint-
Lambrechts-Woluwe. In de loop van het jaar haalde Jan
De Nul Group nog twee contracten binnen voor de bouw
van rusthuizen in Maurage en Ransart.

Publieke sector
Voor de publieke sector bouwde Jan De Nul Group in 2012
voornamelijk gezondheidszorginstellingen en openbare instellingen.
In 2012 startte Jan De Nul Group met de uitbreiding
van het ziekenhuis AZ Groeninge in Kortrijk. Het project
behelst de uitbreiding van het ziekenhuis met 80.000 m² en
loopt tot mei 2014. In Aalst bouwde Jan De Nul Group op de
campus van het stedelijk ziekenhuis AZ voor de afdeling
fysiotherapie een nieuw operatiekwartier, en in Tielt was de
groep betrokken als pilootaannemer bij de laatste afwerkingsfase
van het Sint-Andries ziekenhuis.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 7 3
Nieuwbouw ziekenhuis AZ Groeninge in Kortrijk (België)
In 2012 bouwde Jan De Nul Group in België verschillende
rusthuizen. De bouwwerken voor het WZC St-Paulus in Langemark-Poelkapelle,
het rusthuis in Zele, een vervangend
OCMW woon- en zorgcentrum in Lede en het RVT in Lodelinsart
werden aangevat. In Sint-Pieters-Leeuw startte de
laatste afwerkingsfase van het RVT St-Antonius. Verder
bouwde Jan De Nul Group in 2012 publieke instellingen in
Affligem (het nieuwe gemeentehuis ‘Bellekouter’), in Lede
(een nieuwe polyvalente zaal ‘de Volkskring’) en in Wingene
(de verbouwing van de jeugdinstelling ‘De Zande’). Dit
laatste renovatieproject werd in opdracht van de Vlaamse
Overheid uitgevoerd en omvatte de renovatie en afwerking
van 3 bestaande gebouwen.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 7 4
Résidence Palace
Reeds in 2010 werd Jan De Nul Group partner in de tijdelijke
handelsvereniging die verantwoordelijk is voor de bouw van
Résidence Palace, de nieuwe zetel van de Europese Raad,
gelegen in de Europese wijk van Brussel.
Het project van 71.000 m² omvat de renovatie en verhoging
van één vleugel van het bestaande Résidence Palace, de
nieuwe uitbreiding met centraal een glazen kubusvormig
volume, en afbraakwerken.
Het Résidence Palace is een geklasseerd historisch hotel- en
appartementsgebouw uit 1923. De glazen uitbreiding zal
Résidence Palace, zetel van de Europese Raad in Brussel (België)
een ruim atrium vormen en zal worden begrensd door een
dubbele glazen buitenwand, waarvan de buitenzijde uit een
patchwork van ramen afkomstig uit de vele landen van de
EU, zal bestaan. Centraal in het atrium zal zich een soort van
reusachtige lantaarn bevinden die de belangrijkste zalen
bevat (conferentiezaal, perszaal, enz.). Het geheel wordt
over dekt met een dak van zonnepanelen.
In dit contract werd eveneens de herstructurering van de
zone tussen het Justus Lipsiusgebouw en het Résidence
Palace (voetgangersbruggen, souterrains, parking) opgenomen.
Architect: Dr. Ir. Philippe Samyn and Partners

Architect: Dr. Ir. Philippe Samyn and Partners
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 7 5
Résidence Palace, zetel van de Europese Raad in Brussel (België)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 7 6
3.3 Milieuactiviteiten
3.3.1 envisan
Stortplaats Terranova in Gent
In 2012 werden de werken voor het afdekken van de ‘Gipsberg’
op de voormalige Kuhlmann-site in het Gentse havengebied
verder gezet. In één jaar tijd werd meer dan een miljoen
ton afdekmateriaal (grond en sediment) aangebracht
en ongeveer 100.000 m² aan klei- en drainagematten geplaatst.
Het volledig geautomatiseerde hydraulische beheerssysteem
voor de opvang van de verschillende waterstromen
op de site werd afgewerkt. Bijgevolg kon in juli 2012 de
klasse 2 stortplaats Terranova in exploitatie gaan.
De voorbereidingen voor de bouw van het 16,5 MW zonnepanelenpark
kwamen in een stroomversnelling. Het ontwerp
Terranova, saneringswerken aan de vroegere gipsstortplaats in Evergem/Zelzate (België)
voor het park werd volledig opgemaakt, de bestellingen voor
de 55.000 zonnepanelen en het elektrische materiaal werden
geplaatst en de eerste funderingen voor de structuren van
het park in de afdeklaag werden aangebracht.
De THV CR 2 rondde alle labo-, pilloottesten en bodem onderzoeken
op de voormalige fabrieksterreinen rondom de
‘Gipsberg‘ af, zodat de bodem- en grondwatersanering in
2013 kan worden aangevat. In 2012 werd alvast 15.000 ton
sterk verontreinigd arseenafval afgevoerd en verwerkt. In
voorbereiding op de sloop en verkoop van 15 ha industrieterrein
werden de nodige inventarissen opgesteld en de
vergunningen aangevraagd.

Gasfabriek Terken in Roubaix
Een tiental jaar geleden werd in Noord-Frankrijk de oude
gasfabriek van Roubaix-Tourcoing afgebroken. De afbraak
beperkte zich echter tot het verwijderen van de bovengrondse
structuren. Ondergronds bleven de citernes, teeropslagtanks,
gashouders, enzovoort onaangeroerd. Ten gevolge
van de jarenlange exploitatie van de gasfabriek, voor de
productie van stadsgas uit cokes, was de bodem zwaar vervuild
met teerrestanten, olie, PAK’s en cyanides.
Met als doel de site te herontwikkelen tot recreatiedomein
werd in juli 2011 het contract voor de bodemsanering en
verwijdering van resterende structuren toegekend aan
Envisan. In augustus 2011 gingen de afbraakwerken van
start. Aangezien er in de bodem nog restanten van gashouders,
volle citernes en zones voor teeropslag aanwezig
waren, diende de afbraak zeer nauwgezet te worden uitgevoerd.
Daaropvolgend werd de verontreinigde bodem door
middel van selectieve ontgraving verwijderd en gesaneerd,
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 7 7
Saneringswerken oud gasfabrieksterrein Terken in Roubaix (Frankrijk)
totdat er op de volledige site geen verontreinigingen meer
boven de risicogrenswaarde werden aangetroffen. In totaal
werd ongeveer 27.300 ton zwaar verontreinigde grond per
schip afgevoerd voor thermische verwerking.
De afbraak- en bodemsaneringsactiviteiten werden in oktober
2012 met succes voltooid. Het terrein is klaar voor zijn nieuwe
bestemming als recreatiedomein. Dit project is een goed
voorbeeld van brownfieldontwikkeling.
Pilootproject OVAM
Envisan heeft zich in 2012 voorbereid op de start van een
belangrijk innovatief pilootproject voor OVAM in 2013. Het
betreft het openleggen van oude stortplaatsen, waarbij het
bedekte afval zal worden gerecycleerd, en waarbij de stortplaats
zal worden gesaneerd en heringericht. In Vlaanderen
zijn er zo 2.000 sites gekend. Envisan hoopt de komende
jaren volop te kunnen meedraaien in de herontginning van
oude stortplaatsen.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 7 8
8 vaste cenTra
31 moBiele uniTS
“gedegen teamwerk tussen
de werven en de centra leidt tot
efficiënt verwerken van de gronden,
sedimenten of andere afvalstoffen.”
Kristof nachtergaele,
Coördinator verwerkingscentra

envisan
verwerkingscentra en behandelingsunits

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 8 0
Afdekken van het stort en aanleg van centrum voor onderwaterbodem op de IMOG-site in Moen (België)
Laguneringscentrum Sedival in Moen
Op de site van de intercommunale IMOG in Moen, nabij
Kortrijk, begon Envisan in 2011 met de aanleg van een verwerkingscentrum
voor baggerspecie. Tussen september 2011
en september 2012 werd de bestaande stortplaats conform
de vigerende wetgeving afgedekt. Tegelijkertijd werd ook het
laguneringscentrum ingericht, in combinatie met een stortgasonttrekkings-
en stortgasvalorisatiesysteem.
Envisan zette hiervoor maximaal in op het gebruik van
gerecycleerde producten:
KSP-glas (Keramiek-Steen-Porcelein), bestaande uit
keramiek, steen, porselein en glasresten, vormt de
drainagelaag;
Hydrostab®, een mengsel van waterzuiveringsslib,
zandgrondfractie, vliegas en waterglas, dient als
minerale afdichtingslaag;
De bovenafdichting van de stortplaats, met name de
HDPE-folie (High-Density-Poly-Ethyleen), doet eveneens
dienst als onderafdichting van de laguneringsvelden;
De dijken rondom de laguneringsvelden werden
gebouwd met gereinigde grond en gerecycleerde
sedimenten.
In september 2012 werd het laguneringscentrum officieel inge
huldigd met de verwerking van de eerste baggerspecie.
Het centrum kreeg de naam Sedival, wat staat voor Sediment
Valorisatie.
Hiermee heeft Envisan er een nieuwe verwerkingssite bij,
waar op jaarbasis zo’n 50.000 m³ aan niet-gevaarlijke sedimenten
via natuurlijke ontwatering kan worden behandeld.
De exploitatie van deze behandelingssite ligt in handen van
Envisan, en dit gedurende 15 jaar. Dankzij de ligging van de
site langsheen het kanaal Bossuit-Kortrijk wordt bovendien
de mogelijkheid gecreëerd om nieuwe markten aan te boren.
Deze plaats is ideaal gelegen voor de aanvoer van bagger-
en ruimingssedimenten uit de regio Zuidwest-Vlaanderen,
de nabijgelegen Waalse binnenwateren en de Noord-Franse
regionen.

3.3.2 Psr Brownfieldontwikkeling
(Her)ontwikkeling van lopende brownfieldprojecten
De activiteiten in 2012 stonden in het teken van een gestructureerde
voortzetting van het (her)ontwikkelingstraject van
de brownfieldsites die PSR in portefeuille heeft.
In Machelen werd in 2012 samen met Jan De Nul Group’s
civiele divisie de bouw van het Rittweger Business Park
gerea liseerd. De finale oplevering van de bedrijfsunits vond
plaats begin 2013. Envisan stond eerder in voor de sanering
van ruim 12.000 m² grond, alsook voor de nodige grondwatersanering.
De laatste bedrijfsunit die reeds is opgeleverd,
wordt momenteel vermarkt.
Voor het Gasfabrieksterrein in Lier heeft PSR in 2012, in
samen werking met haar partners, een sterk sturende en parti-
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 8 1
ciperende rol opgenomen op het vlak van concept- en planontwikkeling,
waarbij diverse knelpunten werden ontgrendeld.
Om het projectgebied in de vallei van de Kleine Nete naar
een nieuwe woonwijk om te kunnen vormen, is een Ruimtelijk
Uitvoeringsplan (RUP) nodig. Het RUP geeft een bindend
kader voor de toekomstige vastgoedontwikkeling en is tevens
een noodzakelijke voorwaarde voor het bekomen van de
nodige bouwvergunningen. Na een voortraject dat werd opgestart
in 2010, werd begin augustus 2012 het RUP definitief
goedgekeurd. Aansluitend werd eind 2012 de bouwvergunning
binnen de vooropgezette projectvisie verkregen.
Het brownfieldproject in Lier zal de komende jaren in tijdelijke
handelsvereniging (50/50) met projectontwikkelaar
Gands worden gerealiseerd.
Brownfieldontwikkelingsproject oude gasfabriek in Lier (België)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 8 2
Voor de verdere ontwikkeling van de voormalige Barco site
in Kortrijk werkte PSR, samen met de THV-partner DCB, een
stedenbouwkundig masterplan uit dat momenteel nog ter
inzage ligt bij de stad Kortrijk. In de eerste helft van 2012
werden de voormalige industriële gebouwen en opstallen
gesloopt. Envisan startte eerder in 2009 met de behandeling
van het verontreinigde grondwater en zette deze activiteit in
2012 verder, met als doel deze activiteit in 2019 af te kunnen
ronden.
Op de voormalige brandweerkazernesite in Boom heeft PSR,
in THV met Gands, de nodige voorbereidingen getroffen om
in het eerste kwartaal van 2013 met de sanering en bouw van
start te kunnen gaan. Eerder schreven PSR en het stadsbestuur
van Boom geschiedenis met dit project. Het betreft
immers de allereerste verkoop in Vlaanderen van een brownfield
door een openbaar bestuur via openbare aanbesteding.
Het door PSR ingediende ontwerp van Conix Architects
(vermaard voor hun renovatie van het Atomium in Brussel en
voor het ontwerp van het Belgische paviljoen in Shanghai)
werd als eerste geselecteerd en voorziet ná sanering in de
ontwikkeling van een eigentijds residentieel complex 'Residentie
Quercus' bestaande uit 34 appartementen rond een
groen binnengebied.
Het project Lummerzheim & Co in Gent betreft de ontwikkeling
van een duurzaam bedrijventerrein op een site van
75.000 m². In een eerste reeds afgewerkte fase werden 7
KMO-units en 1 bedrijfsloods gebouwd en verkocht. Het jaar
2012 stond vooral in het teken van de commercialisering van
de tweede fase van de ontwikkeling. Dankzij de grote inspanningen
op vlak van verkoop in 2012, kan er in 2013 worden
gestart met de saneringswerken, uitgevoerd door Envisan,
en later de bouwwerken.
Desinvesteringen en gerealiseerde verkopen
PSR heeft in 2012 het project Filature du Rabot in Gent aan
een ontwikkelingspartner overgedragen. De transactie wordt
uiterlijk midden 2013 gerealiseerd. PSR voltooide de sloop
van de fabrieksgebouwen en het verwerven van sommige
particuliere woningen. De saneringswerken worden verder
door PSR opgevolgd.
De THV tussen PSR en Xavyve haalde reeds in 2007 de opdracht
voor de voormalige Sofinal-site in Waregem binnen.
Na afbraak, sanering, planontwikkeling en het verkrijgen van
alle nodige vergunningen werd voor dit project een bouwrijp
kader gerealiseerd. In 2012 werd de participatie van PSR
in het project overgedragen aan de THV-partner.
Prospectie en intake van nieuwe brownfields
PSR heeft in de loop van 2012 gericht diverse potentiële
nieuwe brownfielddossiers bestudeerd op locaties die het
vermogen bieden tot herontwikkeling en in de welke de
syner gie tussen Jan De Nul Group, Envisan en PSR een
meerwaarde kan bieden. Het voorbije jaar werd meegedongen
met de belangrijkste publieke aanbestedingen m.b.t.
brownfieldontwikkeling. Daarnaast heeft PSR zich ge richt op
vastgoedeigenaars en bedrijven die hun milieu- en ontwikkelingsrisico’s
wensen af te stoten aan een gespecia liseerde
partij. Hierdoor heeft PSR in 2012 enkele kwalitatieve lopende
prospects opgebouwd.
Brownfield- en stadsvernieuwingsproject De Molens -
De Vaert in Vilvoorde
‘De Molens - De Vaert’ is een grootschalig brownfield- en
stadsvernieuwingsproject in Vilvoorde. Het project neemt
een strategische positie in binnen het ruimere reconversiegebied
‘Watersite’, een oude industriële strook langs het
zeekanaal Brussel-Schelde die al tientallen jaren voorwerp is
van herontwikkeling. Op een onderbenut gebied van circa
10 ha, waar vroeger de industrie regeerde en dat nu historisch
verontreinigd is, bouwt PSR sinds 2009 in publiek-private
samenwerking met de stad Vilvoorde en Waterwegen en
Zeekanaal NV een duurzame nieuwe stadswijk uit, langs de
Zenne, het kanaal en het park Drie Fonteinen.

Na een lang (voor)traject van verwerving, financiering, sloop,
sanering, concept- en planontwikkeling heeft PSR op eind
maart 2012 met de definitieve goedkeuring van het RUP ‘De
Molens’ een sleutelmoment in het ontwikkelingstraject
bereikt. Het RUP voorziet in de ontwikkeling van nieuwe
woongelegenheden, kantoorruimte en ruimte voor lokale
handel. Daarnaast omvat het onder andere de aanleg van
een centraal plein tussen het kanaal en de Schaarbeeklei dat
het kloppend hart wordt van de nieuwe wijk. Er wordt een
heropwaardering van de kadeboulevards voorzien en een
heraanleg van de Zenne-oevers, alsook een voetgangersbrug
over het kanaal. Het stadsontwerp is volledig verankerd
in de omgeving en maakt maximaal gebruik van de aanwezige
landschapselementen, groen en water.
Het verwezenlijken van dit ‘bouwrijpe’ kader opende in 2012
voor PSR optimale perspectieven om het projectgebied in
samenwerking met een partner projectontwikkelaar verder
te ontwikkelen en te realiseren. Midden oktober 2012 sloten
PSR en Wilma Project Development NV een overeenkomst
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 8 3
voor de gezamenlijke verdere ontwikkeling van het projectgebied
‘De Molens - De Vaert’. Wilma, een bedrijf van de
Matexi group, is gespecialiseerd in binnenstedelijke gebiedsontwikkeling
en vormt een ervaren en complementaire
partner met PSR. Wilma en PSR nemen elk de helft van de
ontwikkeling voor zich. Op de site ‘De Molens - De Vaert’
komen zowat 850 appartementen, 70 woningen en 24.000 m²
aan commerciële ruimte en kantoren.
Het project ‘De Molens - De Vaert’ is een belangrijk referentieproject
door de gerealiseerde meerwaarde tijdens het reeds
afgelegde herontwikkelingstraject: van onderbenutte industrie
site naar bouwrijp terrein. Het is een dossier waarin de
wisselwerking en synergie tussen de disciplines brownfieldontwikkeling
(PSR), milieutechnologie (Envisan), aanleg infrastructuur
en bouw (civiele divisie van Jan De Nul Group)
maximaal aan bod komen. Dit project vormt bijgevolg een
stevige basis voor de aanpak van toekomstige brownfielddossiers
waarbij het bewijs wordt geleverd dat het bundelen
van krachten een toegevoegde waarde biedt.
Brownfieldontwikkeling De Molens-De Vaert in Vilvoorde (België)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 8 4
onDerBenutte SiTe
nieuwe woonwijK
aan HeT waTer
“brownfieldontwikkeling vergt een multidisciplinaire aanpak.
de complementariteit van de teams brownfieldontwikkeling,
milieutechnologie en civiele werken binnen eenzelfde groep heeft
een beduidende toegevoegde waarde in het herontwikkelingstraject.”
lies rowies, legal Counsel / Projectmanagement

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 8 5
BrownfielDProjeCt
de oude gasfabriek lier

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 8 6
4.
Investeringen
In 2012 werd de laatste reeks schepen binnen het 5-jaren investeringsprogramma
opgeleverd. Zes schepen werden aan de vloot toegevoegd en daarmee werd het
investeringsprogramma 2007-2012 op twee schepen na, het valpijpschip ‘Joseph
Plateau’ en de sleephopperzuiger ‘Bartolomeu Dias’ die pas begin 2013 werden
opgeleverd, afgerond. Ook betekende dit jaar het einde van een jarenlange
vruchtbare samenwerking met de Chinese scheepswerf in Tianjin, die maar liefst
28 schepen voor de groep opleverde. Dankzij deze indrukwekkende vlootuitbreiding
blijft Jan De Nul Group aan de technologische top van de bagger- en
offshore wereld.
Bovendien investeert Jan De Nul Group ook continu in droog materieel, en dit ter
ondersteuning van de baggeractiviteiten, gespecialiseerde offshore diensten, de
civiele bouwkunde en de milieuwerken.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 8 8
4.1 vloot
Opgeleverde schepen
In 2012 werden 6 grote schepen aan de vloot toegevoegd:
drie 3.700 m 3 splijtbakken
twee 7.500 m 3 sleephopperzuigers
één 14.000 m 3 sleephopperzuiger
De Chinese scheepswerf Tianjin Xinhe Shipbuilding & Heavy
Industry Co.Ltd. in Tianjin leverde de 3.700 m 3 splijtbakken
‘Leeuw’, ‘Marquis de Prié’ en ‘Tiger’. Deze drie gloednieuwe
splijtbakken zijn identiek aan de in 2005 in bedrijf genomen
‘L’Aigle’. Hiermee beschikt Jan De Nul Group over 11 splijtbakken
van dit type.
De levering van de ‘Tiger’ in juni 2012 betekende, althans
voorlopig, het einde van de samenwerking tussen Jan De Nul
Group en de Xinhe scheepswerf. Sinds de ondertekening
van het eerste contract in 2003 voor de bouw van de ‘L’Aigle’
heeft deze werf 28 schepen voor Jan De Nul Group gebouwd!
Dit is uitzonderlijk en bewijst de uitstekende samenwerking
tussen beide partijen.
Het Koreaanse STX Offshore & Shipbuilding in Busan leverde
begin 2012 de 7.500 m 3 sleephopperzuigers ‘Al-Idrisi’ en
‘Vitus Bering’. Deze zusterschepen zijn in tegenstelling tot
sleephopperzuigers van vergelijkbare grootte uitgerust met
roerpropellers in plaats van klassieke schroeven en roeren.
Daardoor zijn deze compacte en uiterst manoeuvreerbare
schepen erg geschikt voor het uitvoeren van baggerwerken
in moeilijke omstandigheden (ondiepe wateren, beperkte
manoeuvreerruimte).
De Kroatische scheepswerf Uljanik Brodogradiliste in Pula
leverde de 14.000 m 3 ‘Pedro Álvares Cabral’. Deze middelgrote
sleephopperzuiger is ontworpen met de nadruk op
een zo klein mogelijk ecologische impact, waardoor het ook
een erg economisch schip is. De Uljanik scheepswerf bouwt
momenteel nog aan het zusterschip ‘Bartolomeu Dias’, dat
in de eerste helft van 2013 zal worden geleverd.
Schepen in aanbouw
Op de scheepswerf La Naval in het Spaanse Bilbao werd
verder gebouwd aan het valpijp- en mijnbouwschip ‘Joseph
Plateau’, een zusterschip van de in 2010 door La Naval geleverde
‘Simon Stevin’. De ‘Joseph Plateau’ werd in augustus
2012 officieel en feestelijk te water gelaten, en werd in april
2013 in gebruik genomen.
Jan De Nul Group kan hierdoor twee grote performante
schepen voor het uitvoeren van rotsinstallaties tot 2.000 m
diepte ter beschikking van zijn klanten stellen. Aanvullend
heeft de groep nog een aantal kleinere rotsinstallatie- / valpijpschepen
in haar vloot voor opdrachten in kleinere waterdieptes,
namelijk de ‘Willem de Vlamingh’ en ‘La Boudeuse’.
Ten slotte werd in 2012 bij Ravestein B.V. in Nederland een
nieuw kraanponton besteld. Het ponton wordt voorzien van
een Liebherr P995 graafmachine en zal tot 30 m diepte
kunnen werken. Levering is voorzien rond einde 2013.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 8 9
Sleephopperzuiger Al-Idrisi op de STX Offshore & Shipbuilding scheepswerf in Busan (Korea)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 9 0
4.2 Droog materieel
Voor de uiteenlopende activiteiten van Jan De Nul Group is
er niet alleen een hoogtechnologische vloot nodig. De firma
onderkent het belang van een uitgebreid machinepark niet.
Daarom investeert Jan De Nul Group continu in de uitbreiding
en verbetering van zijn droog materieel, en dit ter ondersteuning
van de baggeractiviteiten, gespecialiseerde offshore
diensten, de civiele bouwkunde en de milieuwerken.
Machinepark
In 2012 werd het machinepark uitgebreid.
Het bestaat momenteel uit:
163 dumpers –geknikt en star- met nuttig
laadvermogen 25 tot 100 ton;
101 hydraulische graafmachines,
eigen gewicht 20 tot 250 ton;
23 torenkranen;
74 bulldozers en 57 wielladers;
30 heavy-duty rupskabelkranen (van 50 tot 200 ton);
44 hydraulische telescoopkranen.
38 verreikers
Ook de milieupoot van de Technische Divisie
investeerde de voorbije jaren fors in:
materieel voor on-site en in-situ sanering;
kamerfilterpersen voor de ontwatering van sedimenten;
ponton(s) met mobiele installaties voor het opbaggeren,
ontwateren en zuiveren van sedimenten;
thermische verwerkingsinstallatie voor de behandeling
van olieslib;
woelmachines, zeefinstallaties, etc.
Expertise aanwenden in contracten
Dankzij de ervaring en de kennis op vlak van het beheer van
een dergelijk uitgebreid machinepark, kan Jan De Nul Group
zich ook in de uitvoering van contracten wereldwijd profileren
als expert. Zo is Jan De Nul Group, als partner in het consortium
dat de nieuwe sluizen op het Panamakanaal bouwt,
verantwoordelijk voor het beheer van de technische afdeling
en de aankoop in Panama, alsook voor het onderhoud en
herstel van de graafmachines, trucks, dumpers, telescopische
kranen, bulldozers op rupsbanden en op wielen, de betoncentrale,
de breek- en zeefinstallaties, de brandstofopslag,
de elektriciteitsopwekking, enz.
Nieuwe technologieën en machines
Ter ondersteuning van de nieuwe offshore activiteiten, zoals
kabelleggen en gespecialiseerde diensten voor offshore
wind molenparkinstallaties, ontwikkelde de Technische Dienst
Engineering speciaal aangepaste graafmachines. Deze machines
kunnen werken in waterdieptes van -6 m tot -25 m. Zo
ontwierp en bouwde Jan De Nul Group de volledig telegeleide
onderwaterkraan ‘Starfish’ (diesel-hydraulisch-elektrisch),
alsook de telegeleide en GPS-gestuurde machine
voor het egaliseren van onderwater grindbedden. Deze machine
werkt met een nauwkeurigheid tot 5 cm.
Voor de activiteiten op het Mina de Cobre Project in Panama
investeerde Jan De Nul Group ook zwaar in de aankoop van
nieuw materieel om de werken binnen de contractuele termijn
te kunnen opleveren en omdat deze werf zich op een
zeer afgelegen en logistiek moeilijke locatie bevindt. Maar
liefst 75 dumpers A40, 11 middelgrote graafkranen (variërend
van 45 tot 80 ton) en 17 bulldozers van het type D6 en
D8 werden aangekocht.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 9 1

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 9 2
eigen onTwerp
sPitsteCHnologie
“om een schip te bouwen moet je een echte
teamplayer zijn: de coördinatie tussen de scheepswerf,
de leveranciers en de ontwerp- en tekenafdeling van
jan de nul group is zeer belangrijk.”
robby De Backer, afdelingshoofd nieuwbouw

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 9 3
josePH Plateau
bouw van een valpijpschip

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 9 4
5.
Kwaliteit, veiligheid,
gezondheid,
Beveiliging en Milieu
Als ambitieuze onderneming van wereldformaat beseft Jan De Nul Group dat het
zijn positie als marktleider in de eerste plaats te danken heeft aan de kwaliteit van
zijn diensten, de inspanningen geleverd om de veiligheid tijdens de werken te
verhogen, het respect voor het milieu en de motivatie van zijn medewerkers.
Om het personeel blijvend te motiveren en het welzijn van de werknemers te
verzekeren, krijgen gezondheid en veiligheid een absolute prioriteit binnen de
groep. De continue opleiding en bewustmaking van het personeel op vlak van
veiligheid en welzijn, zorgt ervoor dat de werknemers zich betrokken voelen en
mee verantwoordelijk zijn. Zo slaagt Jan De Nul Group er steeds in om via deze
hoge kwaliteits-, veiligheids- en milieudoelstellingen de klanten tevreden te stellen
bij de realisatie van hun projecten.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 9 6
Iedere individuele medewerker van de dienst voor Kwaliteit,
Veiligheid, Gezondheid, Beveiliging en Milieu (KVGBM) zet
zich dagelijks in voor de bewaking van en het kritisch toezicht
op de toepassing van de managementsystemen die de
kwaliteit van de dienstverlening, de veiligheid van de werkomgeving
en het vrijwaren van het milieu voor schade
garanderen. Hij of zij is een waardevol radertje in het geheel
van de KVGBM-organisatie, die voor haar reputatie, haar
voorbeeldfunctie, haar geloofwaardigheid en haar overtuigingskracht
steunt op elke man of vrouw die voor haar werkt.
Wanneer, zoals bij Jan De Nul Group, de radertjes in elkaar
passen, ontstaat een combinatie van mensen die als een
hechte groep, niet aflatend, de gehele organisatie langzaam
maar krachtig voortstuwt in de richting van de door haar
neergezette doelen op gebied van kwaliteit, veiligheid en
milieu.
Waar ook de organisatie aanwezig is, van kantoor tot in de
verste uithoek van de wereld, drijvend of met beide voeten
op de grond, de KVGBM-dienst streeft ernaar om er als één
team voor te zorgen dat Jan De Nul Group altijd op de uitdagende
doelen gefocust blijft.
De focus in het jaar 2012 lag zonder twijfel op het invoeren
en integreren van (recente) wijzigingen en nieuwe ontwikkelingen.
Ook 2013 dient zich zo aan.
Gestaag werd de organisatie door de KVGBM-Dienst herinnerd
aan de door haar gezette doelstellingen, met name:
Het invoeren, integreren en opvolgen van de Marine
Labour Convention in de bestaande managementsystemen,
zodat antidiscriminatie, goede leef- en werkomstandigheden,
sociale bescherming en welzijn, gezondheid,
medische verzorging en preventiebeleid worden opgenomen
in de dagelijkse activiteiten.
Het inrichten van een intern ontwikkelde meerdaagse
veiligheidsmanagementcursus voor zowel stafleden als
bemanning. De cursus, die continu met nieuwe procedures
en ervaringen wordt bijgewerkt, onderstut de kennis
van de nodige wetgevingen en instrumenten om incidenten
met gevolgen op gebied van KVGBM te voorkomen
of te minimaliseren.
Het verlagen van het aantal incidenten met gevolgen,
door alle gerapporteerde incidenten in het iRep, het
bedrijfsinterne elektronische incidentenrapporteringssysteem,
onder de loep te nemen om de oorzaak te
achter halen. Ieder individueel incident wordt beoordeeld
op ernst en door studie van een reeks incidenten
worden mogelijke trends gedefinieerd. Vanuit verschillende
standpunten worden verbeteringen naar voor gebracht.
Verbeteringsacties worden resoluut doorgevoerd en/of preventief
geprojecteerd in de toekomstige werking. Onder het
motto ‘minder is meer’ zullen grondige voorbereidingen en
een snelle, rendabele doorvoering van aangepaste veiligheidsmaatregelen
leiden tot minder arbeidsongeschikt personeel
door letsel, tot minder schadegevallen en tot minder
productieonderbrekingen, wat op zijn beurt zal resulteren in
een algemene verhoging van het gezondheids- en veiligheidsniveau,
de productiviteit en de financiële resultaten.
Jan De Nul Group slaagt erin steeds uitdagendere allesomvattende
projecten uit te voeren, in complexe technologische
omgevingen en volgens ingewikkelde (lokale) wetgevingen
met respect voor de lokale gemeenschappen.
Deze wetenschap sterkt de KVGBM-dienst in haar overtuiging
een onmisbare schakel te zijn in de groepsorganisatie.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 9 7

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 9 8
6.
Financiële
kerncijfers
Jan De Nul Group realiseerde in 2012 opnieuw een omzet van meer dan EUR
2,1 miljard. Het is reeds voor de derde maal dat een omzetcijfer van meer dan
EUR 2 miljard kan worden voorgelegd, en dat is vooral te danken aan de aanwezigheid
van nieuwe marktsegmenten en aan het investeringsprogramma dat
de voorbije jaren werd uitgevoerd, waardoor de groep over een flexibele en ultramoderne
vloot beschikt. Daarenboven steeg de EBITDA-marge tot 24,1 %.
De kernratio’s van de balans evolueerden positief met naast een sterk gestegen
solvabiliteit, ook een versterkte liquiditeit en een afnemende schuldgraad. De
positieve evolutie van de schuldgraad is te danken aan enerzijds een sterke
EBITDA-prestatie en anderzijds een significante afname van de netto financiële
schuld. Het orderboek bevestigt dan weer de stabiele vooruitzichten voor de toekomst.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 9 9

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 0 0
6.1 resultatenrekening
Met een omzet van meer dan EUR 2,1 miljard in 2011 en 2012
bevestigt de groep opnieuw haar positie aan de top van de
sector. De geografische flexibiliteit van de groep en de aanwezigheid
in nieuwe markten in combinatie met de investeringen
van de voorbije jaren liggen aan de basis van dit
resultaat.
De EBITDA groeide stevig door tot EUR 510 miljoen (ten
opzichte van EUR 458 miljoen in 2011). De EBITDA-marge
bleef bijgevolg op een hoog niveau en steeg zelfs van 21,7 %
Kerncijfers resultatenrekening in absolute cijfers en relatief ten opzichte van de omzet 1
naar 24,1 %. Gegeven de no-dividend-politiek van Jan
De Nul Group is de cashflow volledig vrij om binnen het
bedrijf te worden aangewend,onder meer voor de financiering
van het ambitieuze investeringsprogramma en eraan
gekoppeld het afbouwen van de netto schuldgraad.
Door een conservatieve provisioneringspolitiek en een verhoogde
belastingsdruk daalde de netto winst van EUR 200
miljoen (2011) naar EUR 116 miljoen (2012).
in miljoen euro 2008 2009 2010 2011 2012
Omzet 1.883 2.103 1.801 2.110 2.114
Brutoresultaat 389 493 374 458 510
Brutoresultaat na afschrijvingen 234 319 117 219 216
Nettoresultaat 79 253 113 201 116
Operationele Cashflow 315 440 360 456 387
in % van omzet 2008 2009 2010 2011 2012
Brutoresultaat 21 23 21 22 24
Brutoresultaat na afschrijvingen 12 15 7 10 10
Nettoresultaat 4 12 6 10 5
Operationele Cashflow 17 21 20 22 18
1 BRUTORESULTAAT = Inkomsten – kosten, exclusief afschrijvingen, financiële en uitzonderlijke kosten en opbrengsten, belastingen en deelnemingen (EBITDA)
BRUTORESULTAAT NA AFSCHRIJVINGEN = Inkomsten – kosten, exclusief financiële en uitzonderlijke kosten en opbrengsten, belastingen en deelnemingen (EBIT)
CASHFLOW = Nettoresultaat exclusief wijzigingen in omzettingsverschillen, in provisies voor risico’s en kosten en waardeverminderingen en afschrijvingen op oprichtingskosten,
materiële vaste activa en immateriële vaste activa.

6.2 Balans en kernratio’s
Het balansprofiel van Jan De Nul Group werd in 2012 nog
verder versterkt. Ondanks de moeilijke marktomstandigheden
en de volgehouden investeringen (zowel in schepen
als in droog materieel) kon de groep eind 2012 een verstevigde
solvabiliteit voorleggen van 53 % (t.o.v. 49 % eind 2011).
Bovendien blijkt uit onderstaande grafiek dat ondanks het
ambitieuze investeringsprogramma, 90 % van de vaste activa
IN MILJOEN EUR
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
2006
2007
Vaste activa
2008
Kapitaal en reserves
2009
2010
2011
Solvabiliteitsratio
Kapitaal / Vaste activa
2012
140
120
100
80
60
40
20
0
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 0 1
met eigen vermogen worden gefinancierd. De vaste activa
bestaan overigens voor meer dan 75 % uit schepen. Indien
de schepen afzonderlijk worden bekeken, loopt de ratio
kapitaal/schepen zelfs op tot 120 %. De ratio netto financiële
schuld/kapitaal bedraagt amper 16 %.
Deze evolutie is te danken aan de mooie winstmarges die
door de groep worden gerealiseerd, in combinatie met een
volledige winstreservering. Bovendien bevat de balans geen
goodwill en nauwelijks intangibles. Door de oplevering van
opnieuw 6 nieuwe schepen bedraagt de post ‘Plant and
machinery’ eind 2012 net geen EUR 2 miljard.
De netto financiële schuld evolueerde gunstig en bedroeg
eind 2012 nog amper 9 % van het balanstotaal (t.o.v. 12 %
eind 2011). In combinatie met de gerealiseerde EBITDA
betekent dit een afname van de netto financiële leverage
van 1,04 x naar 0,67 x.
Current ratio verstevigt van 1,15 x eind 2011 naar 1,22 x eind
2012.
Financiële ratio's 1 2008 2009 2010 2011 2012
Solvabiliteitsratio 0,47 0,48 0,50 0,49 0,53
Acid Ratio 1,52 1,24 1,05 1,09 0,97
Current Ratio 1,60 1,47 1,11 1,15 1,22
Nettoschuld / EBITDA 0,23 0,55 0,92 1,04 0,67
1 SOLVABILITEITSRATIO = (Kapitaal en Reserves + Minderheidsbelangen) / Totaal Actief
ACID RATIO = (Vlottend Actief – Voorraden) / Kortetermijnschulden (

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 0 2
6.3 Bezettingsgraad van de vloot
De oplevering van 9 nieuwe schepen in 2010, 8 nieuwe
schepen in 2011, en 6 nieuwe schepen in 2012 (met de
bijhorende proefvaarten) leidt logischerwijs tot druk op
de algemene statistische bezettingsgraad. Deze bezettingsgraad
wordt berekend op basis van een weging
naar CIRIA-waarde, waardoor de grotere schepen extra
doorwegen. Hierdoor daalde de bezettingsgraad voor
Gemiddelde bezettingsgraad
gewogen met CIRIA-waarde
de totale vloot in 2012 tot 80 %. Vooral de bezettingsgraad
van de cuttervloot verzwakte, wat een gevolg is
van de afwerking van een aantal grote projecten waarbij
de cutters intensief werden ingezet. Anderzijds bleef de
bezetting van de hoppervloot op een zeer hoog niveau,
namelijk op 87 % in 2012.
TOTALE VLOOT HOPPERVLOOT CUTTERVLOOT
2009 93 % 93 % 88 %
2010 86 % 83 % 87 %
2011 85 % 88 % 80 %
2012 80 % 87 % 68 %
Cijfers zijn gewogen gemiddelde met CIRIA-waarde
Bezetting = (aantal uren dat een schip is toegewezen aan een project + grote reparaties en dokkingen + mobilisatie + projectgerelateerde stillig)/ (aantal uren per jaar)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 0 3

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 0 4
7.
jaarrekening

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 0 6

Verslag van de geconsolideerde jaarrekeningen
Naar aanleiding van onze aanstelling door de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders hebben wij de bijgevoegde geconsolideerde
jaarrekeningen van JAN DE NUL GROUP* gecontroleerd, die de
ge consolideerde balans per 31 december 2012 en de geconsolideerde
winst-en-verliesrekening bevat voor het per die datum afge sloten
begrotingsjaar en een samenvatting van de belangrijkste grondslagen
voor financiële verslaglegging en de andere verklarende
toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur
voor de geconsolideerde jaarrekeningen
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de opstelling en de
getrouwe presentatie van deze geconsolideerde jaarrekeningen,
overeenkomstig de eisen van de Luxemburgse wet- en regelgeving
inzake de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen. Deze verantwoordelijkheid
omvat het opzetten, uitvoeren en in stand houden
van de interne controle met betrekking tot het opstellen en getrouw
weergeven van geconsolideerde jaarrekeningen die geen significante
onjuistheden als gevolg van fraude of fouten bevatten, het selecteren
en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging,
en het maken van boekhoudkundige schattingen die in de
gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de Réviseur d’Entreprises Agréé
Het is onze verantwoordelijkheid om een oordeel over deze geconsolideerde
jaarrekeningen af te geven op basis van onze controle.
Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale
standaarden voor accountantscontrole zoals die in Luxemburg
zijn vastgesteld door de Commission de Surveillance du Secteur
Financier. Op grond van deze standaarden dienen wij ons te houden
aan de ethische vereisten en de controle te plannen en te verrichten
om een redelijke zekerheid te verkrijgen dat de jaarrekeningen geen
significante onjuistheden bevatten.
Een controle houdt in dat procedures ten uitvoer worden gelegd met
het doel bewijsmiddelen te vergaren met betrekking tot de in de
geconsolideerde jaarrekeningen verstrekte bedragen en informatie.
De keuze van de procedures wordt bepaald door de Réviseur
d’Entreprises Agréé, evenals de inschatting van het risico dat de
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 0 7
geconsolideerde jaarrekeningen significante onjuistheden als gevolg
van fraude of fouten bevatten. Bij deze risicobeoordelingen houdt de
Réviseur d’Entreprises Agréé rekening met de interne controle die
relevant is voor de opstelling en getrouwe presentatie van de jaarrekeningen
van de entiteit om - gelet op de omstandigheden - passende
controleprocedures vast te stellen, en niet met het oogmerk
een oordeel over de doeltreffendheid van de interne controle van de
entiteit uit te spreken.
Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid
van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en
de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen door de Raad
van Bestuur, evenals de beoordeling van de algehele presentatie van
de geconsolideerde jaarrekening.
Wij achten de verzamelde controle-informatie toereikend en deugdelijk
ter onderbouwing van ons controleoordeel.
Oordeel
De geconsolideerde jaarrekeningen geven naar ons oordeel een getrouw
beeld van de financiële situatie van JAN DE NUL GROUP* per
31 december 2012 en van de resultaten van haar activiteiten voor het
per die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig de eisen
van de Luxemburgse wet- en regelgeving inzake de opstelling van
geconsolideerde jaarrekeningen.
Verslag van andere eisen van de wet- en regelgeving
Het geconsolideerde verslag van het management, welke de verantwoordelijkheid
is van de Raad van Bestuur, is in overeenstemming
met de geconsolideerde jaarrekeningen.
Luxemburg, May 24, 2013
Thierry REMACLE
Bedrijfsrevisor
(Réviseur d’Entreprises Agréé)
Grant Thornton Lux Audit S.A.
*JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra S.A.
Grant Thornton Lux Audit S.A. 89A, Pafebruch L-8308 Capellen Luxembourg Tel.: +352 40 12 99 1 Fax: +352 40 05 98 www.gtlux.lu

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 0 8
geconsolideerde balans op 31 december 2012
Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxembourg - H.R. Luxemburg: B 73.723
ACTIVA 2012 2011
Vaste actiVa 2.353.080.776,09 2.383.606.109,02
Immateriële vaste activa 3.775.876,60 4.838.830,34
Concessies. octrooien. licenties. handelsmerken & gelijkaardige rechten 3.775.876,60 4.838.830,34
Verworven door de vennootschap 3.775.876,60 4.838.830,34
Materiële vaste activa 2.329.798.003,10 2.368.351.429,48
Terreinen en gebouwen 64.869.745,40 68.018.650,89
Installaties. machines en uitrusting 1.976.791.322,73 1.983.497.891,03
Overige materiële vaste activa 24.823.101,94 23.489.774,07
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 263.313.833,03 293.345.113,49
Financiële vaste activa 19.466.913,64 10.069.239,72
Effecten aangehouden als vaste activa 1.594.219,54 1.458.685,52
Andere leningen 17.872.694,10 8.610.554,20
Vennootschappen geconsolideerd volgens de netto vermogensmethode 39.982,75 346.609,48
Vlottende actiVa 1.420.127.226,96 1.429.987.783,18
Voorraden 423.583.267,59 262.579.992,80
Grond- en verbruiksstoffen 173.404.781,87 133.691.958,84
Werken in uitvoering 247.386.533,11 126.271.505,96
Vooruitbetalingen 2.791.952,61 2.616.528,00
Vorderingen 764.468.745,46 1.021.843.075,47
Handelsvorderingen 621.988.368,91 875.173.255,71
Op ten hoogste 1 jaar 611.707.791,55 830.806.458,36
Op meer dan 1 jaar 10.280.577,35 44.366.797,35
Vorderingen op ondernemingen waarmede een deelnemingsverhouding bestaat 32.443.627,10 24.054.579,73
Op ten hoogste 1 jaar 32.443.627,10 24.054.579,73
Overige vorderingen 110.036.749,45 122.615.240,03
Op ten hoogste 1 jaar 110.036.749,45 122.615.240,03
Verhandelbare effecten 1,00 1,00
Andere verhandelbare effecten 1,00 1,00
Liquide bankmiddelen 232.075.212,91 145.564.713,91
oVerlopende rekeningen 8.537.255,49 16.858.525,29
TOTALE ACTIVA 3.781.745.258,53 3.830.452.417,49
*JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra S.A. (Uitgedrukt in EUR)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 0 9
geconsolideerde balans op 31 december 2012
Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxembourg - H.R. Luxemburg: B 73.723
PASSIVA 2012 2011
eigen Vermogen 1.994.939.388,89 1.876.207.745,20
Geplaatst kapitaal 450.000.000,00 450.000.000,00
Uitgiftepremies 19.080.411,00 19.080.411,00
Reserves (97.017.457,67) (102.863.953,57)
Wettelijke reserve 8.017.161,01 7.795.324,31
Consolidatiereserve (105.034.618,68) (110.659.277,88)
Overgedragen resultaat 1.553.590.615,01 1.352.842.774,33
Resultaat voor het jaar 116.173.106,17 200.799.654,54
Investeringssubsidies 174.640,93 240.176,98
Minderheidsparticipatie 107.902.040,28 100.795.716,48
Translatieverschillen (154.963.966,83) (144.687.034,56)
achtergestelde schulden 112.667.884,00 75.167.884,00
Voorzieningen Voor risico’s en kosten 150.294.908,84 151.488.050,10
Voorziening voor belasting 41.947.347,87 17.915.044,53
Andere voorzieningen 108.347.560,97 133.573.005,57
schulden 1.380.146.522,88 1.502.367.251,67
Bedragen verschuldigd aan kredietinstellingen 572.568.483,52 621.381.648,94
Op ten hoogste 1 jaar 214.113.021,56 152.988.173,02
Op meer dan 1 jaar 358.455.461,96 468.393.475,92
Betalingen ontvangen op rekening voor zover zij niet afzonderlijk
op de voorraden in mindering worden gebracht 359.891.389,63 286.652.191,78
Op ten hoogste 1 jaar 359.891.389,63 286.652.191,78
Handelsschulden/schulden op aankoop en voorziening van diensten 334.883.222,67 506.216.813,06
Op ten hoogste 1 jaar 334.883.222,67 506.216.813,06
Schulden met betrekking tot belastingen en sociale lasten 47.297.946,37 29.712.817,95
Schulden met betrekking tot belastingen 36.454.523,01 22.720.256,02
Schulden met betrekking tot sociale lasten 10.843.423,36 6.992.561,93
Andere schulden 65.505.480,67 58.403.779,94
Op ten hoogste 1 jaar 48.578.221,36 58.403.779,94
Op meer dan 1 jaar 16.927.259,31 0,00
oVerlopende rekeningen 143.696.553,92 225.221.486,52
TOTALE PASSIVA 3.781.745.258,53 3.830.452.417,49
*JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra S.A. (Uitgedrukt in EUR)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 1 0
geconsolideerde winst-en-verliesrekening voor
het boekjaar eindigend op 31 december 2012
Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxembourg - H.R. Luxemburg: B 73.723
KOSTEN
BedriJFskosten
2012 2011
Handelsgoederen, grond-en hulpstoffen 927.159.612,25 862.815.216,44
Andere externe kosten 535.874.213,30 449.785.251,05
Personeelskosten 357.544.880,91 298.298.639,51
Bezoldigingen 258.554.211,04 206.401.930,09
Sociale lasten met betrekking tot bezoldigingen 62.055.140,56 56.395.266,55
Andere personeelskosten 36.935.529,31 35.501.442,87
Afschrijvingen en waardeverminderingen 293.824.331,93 239.256.314,85
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten en op materiële en immateriële vaste activa 261.365.486,47 235.617.321,56
Afschrijvingen en waardeverminderingen op vlottende activa 32.458.845,46 3.638.993,29
Andere bedrijfskosten 68.598.430,26 89.178.646,48
FinanciËle kosten
Waardecorrecties op en aanpassingen naar reële waarde van financiële vaste activa 22.507.751,71 0,00
Betaalde interesten en gelijkaardige kosten 95.177.894,76 90.752.410,93
Andere te betalen interesten en kosten 95.177.894,76 90.752.410,93
uitzonderliJke kosten en Belastingen
Uitzonderlijke kosten 5.812.512,79 7.184.686,43
Inkomstenbelasting 47.401.769,05 9.018.884,74
Andere belastingen niet vermeld in bovenstaande items 13.039.295,50 19.504.222,30
Verlies van de geconsolideerde vennootschappen berekend volgens de netto vermogensmutatiemethode 698.725,43 322.269,23
Aandeel van de minderheidsparticipaties in de jaarlijkse winst 5.202.760,50 0,00
resultaat
Winst over het boekjaar 116.173.106,17 200.799.654,54
TOTAAL KOSTEN 2.489.015.284,55 2.266.916.196,50
*JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra S.A. (Uitgedrukt in EUR)

geconsolideerde winst-en-verliesrekening voor
het boekjaar eindigend op 31 december 2012
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 1 1
Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxembourg - H.R. Luxemburg: B 73.723
OPBRENGST
BedriJFsopBrengsten
2012 2011
Netto-omzet 2.114.200.407,14 2.109.890.068,49
Eigen werk gekapitaliseerd 153.395.905,02 (32.118.570,85)
Toename in de voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen in uitvoering 778.900,71 15.476.035,91
Andere bedrijfsopbrengsten 130.887.415,81 65.198.229,82
FinanciËle opBrengsten
Opbrengsten uit participaties 5,83 632.596,27
Andere participaties 5,83 632.596,27
Opbrengsten uit financiële vlottende activa 0,00 0,00
Overige opbrengsten 0,00 0,00
Andere ontvangen interesten en gelijkaardige opbrengsten 84.574.050,05 102.923.369,83
Andere ontvangen interesten en gelijkaardige opbrengsten 84.574.050,05 102.923.369,83
BuitengeWone Baten en Belastingen
Uitzonderlijke opbrengsten 5.178.599,99 3.954.021,06
Aandeel van de minderheidsparticipaties in het jaarlijkse verlies 0,00 960.445,97
resultaat
TOTAAL OPBRENGSTEN 2.489.015.284,55 2.266.916.196,50
*JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra S.A. (Uitgedrukt in EUR)

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 1 2
8.
Bijlagen

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 1 4
8.1 Overzicht schepen
2013 - 2014
GIAN LORENZO BERNINI
Dipper
In aanbouw 2013
JOSEPH PLATEAU
Dynamisch gepositioneerd valpijpschip met flexibele valpijp
Draagvermogen: 36.000 ton - 2013
BARTOLOMEU DIAS
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 14.000 m 3 - 2013
2012
PEDRO ÁLVARES CABRAL
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 14.000 m 3 - 2012
AL-IDRISI
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 7.500 m 3 - 2012
VITUS BERING
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 7.500 m 3 - 2012
JOSEPH PLATEAU
JDN8041
JDN8040
AL-IDRISI
VITUS BERING

LEEUW
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2012
MARQUIS DE PRIé
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2012
TIGER
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2012
2008 - 2011
WILLEM DE VLAMINGH
Zelfvarende zijdelingse steenstorter
Draagvermogen: 6.500 ton - 2011
CHARLES DARWIN
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 30.500 m 3 - 2011
SEBASTIANO CABOTO
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 3.400 m 3 - 2011
ALVAR NUÑEZ CABECA DE VACA
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 3.400 m 3 - 2011
FERNãO DE MAGALHãES
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 23.520 kW - 2011
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 1 5
LEEUW
MARQUIS DE PRIÉ
TIGER
WILLEM DE VLAMINGH
CHARLES DARWIN
SEBASTIANO CABOTO
ALVAR NUÑEZ CABECA DE VACA
FERNÃO DE MAGALHÃES

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 1 6
NICCOLò MACHIAVELLI
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 23.520 kW - 2011
ARENT
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2011
BOUSSOLE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2011
ASTROLABE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2010
IBN BATTUTA
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 23.520 kW - 2010
ZHENG HE
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 23.520 kW - 2010
SANTIAGO
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - 2010
TRINIDAD
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - 2010
VICTORIA
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - 2010
NICCOLÒ MACHIAVELLI
IBN BATTUTA
ZHENG HE
ARENT
BOUSSOLE
ASTROLABE
SANTIAGO
TRINIDAD
VICTORIA

LEIV EIRIKSSON
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 46.000 m 3 - 2010
SIMON STEVIN
Dynamisch gepositioneerd valpijpschip met flexibele valpijp
Draagvermogen: 36.000 ton - 2010
DE LAPéROUSE
Splijthopperzuiger
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2010
CRISTÓBAL COLÓN
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 46.000 m 3 - 2009
CONCEPCIÓN
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - 2009
POSTNIK YAKOVLEV
Dipper
2009 / 2013
MIMAR SINAN
Dipper
2008 / 2013
PETRUS PLANCIUS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 1.300 kW - 2008
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 1 7
LEIV EIRIKSSON
SIMON STEVIN
DE LAPÉROUSE
CRISTÓBAL COLÓN
CONCEPCIÓN

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 1 8
2006 - 2007
HONDIUS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 8.330 kW - 2007
KAERIUS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 8.330 kW - 2007
LE GUERRIER
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2007
LE SPHINX
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2007
VITRUVIUS
Dipper
2007
L’éTOILE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2006
DE BOUGAINVILLE
Splijthopperzuiger
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2006
HENDRIK GEERAERT
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 350 kW - 2006
HONDIUS
KAERIUS
HENDRIK GEERAERT
LE GUERRIER
LE SPHINX
L’ETOILE
DE BOUGAINVILLE
BRUGGE

2003 - 2005
IL PRINCIPE
Dipper
2005
LA BOUDEUSE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2005
L’AIGLE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - 2005
FRANCIS BEAUFORT
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 11.300 m 3 - 2003
J.F.J. DE NUL
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 27.240 kW - 2003
FILIPPO BRUNELLESCHI
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 11.300 m 3 - 2003
TACCOLA
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 4.400 m 3 - 2003
FRANCESCO DI GIORGIO
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 4.400 m 3 - 2003
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 1 9
LIEBHERR
IL PRINCIPE
LA BOUDEUSE
TACCOLA
FRANCESCO DI GIORGIO
L‘AIGLE
FRANCIS BEAUFORT
JFJ DE NUL
FILIPPO BRUNELLESCHI

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2 0
1994 - 2002
JUAN SEBASTIÁN DE ELCANO
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 16.500 m 3 - 2002
VASCO DA GAMA
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 33.000 m 3 - 2000
ALEXANDER VON HUMBOLDT
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 9.000 m 3 - 1998
GERARDUS MERCATOR
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 18.000 m 3 - 1997
NIÑA
Splijthopperzuiger
Beuninhoud: 3.400 m 3 - 1997
PINTA
Splijthopperzuiger
Beuninhoud: 3.400 m 3 - 1997
RAMBIZ
Hijsschip
1995
JEROMMEKE
Dipper
1994 / 2012
KEEP CLEAR
OF PROPELLERS
KEEP CLEAR
OF PROPELLERS
RAMBIZ
JAN DE NUL
LIEBHERR
JUAN SEBASTIAN DE ELCANO
VASCO DA GAMA
ALEXANDER VON HUMBOLDT
GERARDUS MERCATOR
NIÑA
PINTA
JEROMMEKE
FUELDAYTANK
WATER LEVEL
WATERTANK

1965 - 1992
PIETER COECKE
Oliebestijdingsvaartuig
Draagvermogen: 585 ton - 1992 / 2011
JAMES COOK
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 11.750 m 3 - 1992
POMPEÏ
Zelfvarende zijdelingse steenstorter
1988
MANZANILLO II
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 4.000 m 3 - 1988
LEONARDO DA VINCI
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 20.250 kW - 1985
AMERIGO VESPUCCI
Splijthopperzuiger
Beuninhoud: 3.500 m 3 - 1985
JAMES ENSOR
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 3.600 m 3 - 1980
VESALIUS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 9.260 kW - 1980
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2 1
CONCENTRATIE SNELHEIDSMETER R.A. BRON
JAMES COOK
POMPEI
PIETER COECKE
LEONARDO DA VINCI
AMERIGO VESPUCCI
MANZANILLO II
JAMES ENSOR

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2 2
GALILEI 2000
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 2.320 m 3 - 1979
MARCO POLO
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 16.115 kW - 1979
MAGELLANO
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 2.000 m 3 - 1979
VERRAZZANO
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 2.000 m 3 - 1979
CAPITAN NUÑEZ
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 6.000 m 3 - 1977 / 1998
WESELTJE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - 1974
NIJPTANGH
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - 1974
GEELVINCK
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - 1974
DIRK MARTENS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 2.370 kW - 1972
MARCO POLO
GALILEI 2000
MAGELLANO
VERRAZZANO
CAPITAN NUÑEZ
256-C
WESELTJE
NIJPTANGH
GEELVINCK

SANDERUS
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 5.300 m 3 - 1967
ORTELIUS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 5.140 kW - 1965 / 1978
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2 3
ORTELIUS
SANDERUS

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2 4
8.2 Projecten 2012
8.2.1 Bagger & Offshore
EUROPA
BENELUX
1. Haven van Oostende en Zeebrugge: Onderhoudsbaggerwerken
in de Noordzee, de maritieme toegang en de
havens.
2. Schelde: Onderhouds- en verdiepingsbaggerweken in de
Westerschelde en de Zeeschelde tussen Vlissingen en de
nieuwe zeesluis in Wintam.
3. Nieuwpoort: Onderhoudsbaggerwerken in de kustjachthavens.
4. Antwerpen: Verdiepingsbaggerwerken en verwijderen
van slib van het Leopolddok en Hansadok.
5. De Haan - Wenduine: Strandsuppletiewerken in het kader
van ‘Vlaamse Baaien’.
6. Knokke-Heist: Veiligheidsophogingen van de stranden.
7. Gent: Baggerwerken in het kluizendok en constructie van
spoorwegbedding.
FRANKRIJK
8. Voorhaven West-Duinkerke: Constructie van havenfaciliteiten
voor een toekomstige terminal voor vloeibaar aardgas.
DUITSLAND
9. Haven van Hamburg: Onderhoudsbaggerwerken in de
Elbe en haventoegangen.
10. Bremerhaven: Onderhoudsbaggeren in de Weser.
11. Emden: Onderhoudsbaggeren in de monding van de
Eems.
NOORWEGEN
12. Knarr ontwikkelingsproject: Steenstortdiensten.
13. Skagen: Onderwater uitgraving van 2 spudpoolgaten
voor het Maersk Guardian boorplatform in PL498 Skagen.
SPANJE
14. Haven van Tarragona: Baggeren van de sleuf voor de
nieuwe kaaimuur Química en opspuitwerken op de
terreinen achter de kaaimuren Andalucia en Química.
ZWEDEN
15. Borgholm: Ontwerp en bouw van 16 betonnen windturbinefunderingen
en installatie op de zeebodem voor
het offshore Kårehamn windturbinepark.
VERENIGD KONINKRIJK
16. Laggan-Tormore Project: Onderzeese rotsbedinstallatie
voor installatie van pijpleiding.
17. Cats-pijpleidingproject: Stabilisatie van onderzeese
pijpleiding door middel van rotsinstallatie.
AFRIKA
KAMEROEN
18. Haven van Douala: Baggerwerken in het toegangskanaal.
CONGO
19. Pointe-Noire: Baggerwerken in het toegangskanaal en
het havenbekken.

SEYCHELLEN
20. Eve Island: Baggerwerken in het toegangskanaal.
21. Mahé East Coast: Offshore zandwinning.
SIERRA LEONE
22. Kanaal van Pepel: Baggerwerken in het toegangskanaal
en in de ijzerertsterminals.
MIDDEN-OOSTEN
OMAN
23. Haven van Duqm: Aanleg van nieuwe haven en droogdokkencomplex.
QATAR
24. Haven van Ras Laffan: Baggerwerken en bouw van een
golfbreker in de scheepswerf Erhama Bin Jaber Al Jalah.
25. Barzan Offshore Project: Uitgraven en opvullen van een
aanlandingsgeul.
VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN
26. Dubai: Zandwinning voor de bouw van de slibwand voor
een nieuwe containerterminal.
AMERIKA
CANADA
27. White Rose Field: Baggeren van een productieput op de
bodem van de Atlantische Oceaan.
LATIJNS-AMERIKA
JAMAICA
28. Kingston: Baggerwerken in het westelijke deel van de
containerterminal.
ARGENTINIË
29. Río Paraná - Río de la Plata : Onderhoudsbaggerwerken in
concessie.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2 5
30. Bahía Blanca: Verdiepingsbaggerwerken in het
toegangskanaal.
31. Quequén: Onderhoudsbaggerwerken.
32. Haven van La Plata: Baggerwerken voor de TecPlata
container terminal.
BRAZILIË
33. Haven van Río Grande: Baggerwerken voor de havenuitbreiding.
34. Haven van Itaguaí (EBN Estaleiro e base Naval):
Bagger- en landwinningswerken voor de uitbouw van
een scheepswerf en basis voor de Braziliaanse onderzeeërs.
35. Haven van Itaguaí (LLX Porto Sudeste): Baggerwerken
voor de nieuwe ijzerertsteminal.
36. Haven van Itaguaí: Onderhouds- en verdiepingsbaggerwerken
in de zwaaikom en afmeerposities van de
Sepetiba Tecon.
37. Haven van Itaguaí: Onderhouds- en verdiepingsbaggerwerken
in de zwaaikom en afmeerposities van Tecar.
38. Embraport: Baggerwerken voor de nieuwe containerterminal.
39. Haven van Tubarão: Rotsbaggeren voor het verdiepen
van de haven, in opdracht van Vale.
40. Sao Louis (Maranahao): Onderhoudsbaggerwerken in
de terminal Ponta da Madeira, in opdracht van Vale.
41. Scheepswerf Enseado do Paraguaçu: Verdiepings- en
uitbreidingsbaggerwerken voor de bouw van een nieuwe
scheepswerf.
42. Río Grande: Onderhoudsbaggerwerken in het binnenkanaal,
en gebaggerde specie offshore storten.
43. Vila do Conde: Verdiepingsbaggerwerken in de toegang
tot en langsheen bestaande kades.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2 6
COLOMBIA
44. Puerto Nuevo: Baggeren van een toegangskanaal naar
een nieuwe kolenterminal.
45. Haven van Barranquilla: Bagger- en landwinningswerken,
en bouw van een stortsteendam in de Río Magdalena.
46. Cartagena: Verdiepings- en onderhoudsbaggeren van de
terminal Marítimo Muelles el Bosque.
47. Puerto Bolivar: Havenuitbreidingsbaggerwerken.
48. Buenaventura: Onderhoudsbaggerwerken in het
toegangskanaal, en gebaggerde specie offshore storten.
COSTA RICA
49. Caldera: Verdiepingsbaggerwerken in de aanmeerzone
en het toegangskanaal voor de bouw van kaai 4,
rotsbescherming van de bestaande kaai 3.
50. Caldera: Onderhoudsbaggerwerken in het toegangskanaal
en de zwaaikom.
DOMINIKAANSE REPUBLIEK
51. Haven van Sansouci: Onderhoudsbaggerwerken in het
kanaal, de zwaaikom en de afmeerplaatsen.
52. Haven van Haina: Onderhoudsbaggerwerken in het
kanaal, de zwaaikom en de ligplaatsen.
53. Puerto Plata: Onderhoudsbaggerwerken in de haven.
54. San Pedro de Macoris: Onderhoudsbaggerwerken en
gebaggerde specie offshore storten.
HONDURAS
55. Mahogany Bay (Roatan): Verdiepen en verbreden van het
toegangskanaal tot de Roatan Cruise Terminal.
MEXICO
56. Onderhoudsbaggerwerken in de haven en het toegangskanaal
vanaf Tuxpan.
57. Haven van Veracruz: Onderhoudsbaggerwerken.
PANAMA
58. Panamakanaal: Verbreding en verdieping van de
Atlantische en de noordelijke toegang tot het derde
sluizencomplex aan de zijde van de Atlantische Oceaan.
59. Panamakanaal: Ontwerp en bouw van het derde
sluizencomplex.
60. Panamakanaal: Uitgraving van het noordelijke toegangskanaal
naar het derde sluizencomplex aan de zijde van
de Stille Oceaan (gedeeltelijk droog grondverzet,
gedeeltelijk baggeren).
61. Haven van Balboa: Onderhoudsbaggerwerken in de
afmeerposities.
PERU
62. Callao: Baggerwerken in het dokgebied en de zwaaikom
van de haven, voor de toegang naar de nieuwe mine ralen
terminal. Afbraak van de oude pier ‘Varadero del
Ancla’.
63. Callao: Modernisering van de polyvalente noordelijke
terminal.
TRINIDAD EN TOBAGO
64. Galeota: Bagger- en landwinningswerken voor de bouw
van nieuwe haven.
OCEANIË
AUSTRALIË
65. Port Hedland: Baggeren van 4 nieuwe afmeerposities
en toegangskanalen aan de ijzerertsterminals.
66. South West Creek (Port Hedland): Baggeren van
3 nieuwe afmeerposities, en landwinningswerken.
67. Stingray Creek en Hunt Point (Port Hedland): Baggerwerken
voor nieuwe haveninfrastructuur.

68. Port Hedland: Onderhoudsbaggerwerken voor afmeerposities,
havenbekken en toegangskanaal.
69. Geraldton: Onderhoudsbaggerwerken in de haven en
het toegangskanaal, en opspuiten van het materiaal op
land.
70. Macedon Gas Offshore Project: Baggerwerken,
opvullingswerken en aanverwante diensten.
71. Perth: Installatie van onderzeese steenstructuren langs
de Gorgon Project pijpleidingen en verbindingsroutes
voor de westkust van Barrow Island.
72. Wheatstone Offshore Project: Stabilisatie van verbindingslijnen
en pijpleidingen onder water d.m.v. geulbaggeren,
zandopvulwerken en steenstorten.
PAPOEA-NIEUW-GUINEA
73. Papoea-Nieuw-Guinea LNG Project: Geulbaggeren
voor de installatie van de pijpleiding, opvullen en
steen storten.
AzIË
MALEISIË
74. Tanjung Bin: Bagger- en landwinningswerken voor de
ontwikkeling van de Tanjung Bin steenkoolcentrale.
MYANMAR
75. Sitwe Port: Baggerwerken in het toegangskanaal en
havenbekken.
76. Zawtika Offshore Project: Pre-geulbaggeren en
mechanisch opvullen voor pijpleidinginstallatie.
Bagger- en onderhoudsbaggerwerken. Optionele
landwinningswerken.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2 7
RUSLAND
77. Sakhalin: Steenstortwerken en installatie van 4 umbilicals
en flying leads aan het Kirinskoye Gas- en Condensaatveld.
78. Sakhalin: Baggerwerken in het toegangskanaal en de
zwaaikom van Chayvo. Uitbreiding van de onshore
productievoorziening en installatie van tijdelijke
verladingsvoorzieningen.
79. Nevelski-zeestraatkruising (Tatar): Installatie van
onderzeese steenstructuren.
80. Sabetta: Constructie van een zeehaven nabij de
Sabettavestiging op het schiereiland Yamal, inclusief
aanleg van een vaarweg aan de Obboezem
81. Baydaratska Bay: Aanvoer van 200.000 ton stenen.
SINGAPORE
82. Eilanden Ubin en Tekong: Landwinning voor de aanleg
van de eilanden Ubin en Tekong. Taludbekledingswerken
over 14,7 km (Deel Jan De Nul: 5,8 km). Damwand van
8,5 km.
VIETNAM
83. Ha Tinh: Bagger- en landwinningswerken voor de bouw
van een staalfabriekcomplex.
84. Lan Do: Steenstorten na pijpleidinginstallatie.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2 8
58 59
57
56
49 50
60 61
62
48
63
55
45
46
28
44
27
51 52 53 54
64
47
29
32
30 31
34
38
33 42
43
35
40
36
37
41
39
22
16
17
14
8
7
6
5
4
3
2
1
18
13
12
19
11
10
9
15

24 25
26
20 21
81
23
80
75
76
69
83
84
74 82
70 71 72
65
66
67
68
77 78 79
73
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 2 9
Offshore activiteiten
Baggeractiviteiten

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 3 0
8.2.2 Civiel
GROND- EN BETONWERKEN
BELGIË
1. Prosperpolder: Bouw van een pompstation.
2. Fontaine-l'Evêque: Renovatie van een waterzuiveringsstation.
3. Le Roeulx: Bouw van een collector.
4. Genk: Renovatie van een waterzuiveringsstation.
5. Farciennes: Bouw van een brug.
6. Geel: Realisatie van de Kempense Noord-Zuidverbinding.
7. Auvelais: Bouw van een nieuwe kaaimuur met
multimediaal platform.
8. Charleroi Soleimont: Uitbreiding van de metro.
9. Basse Wavre: Bouw van een waterzuiveringsstation.
10. Mornimont: Bouw van een waterzuiveringsstation.
11. Gaurain: Bouwen van betonnen constructies voor
transport en stockage van granulaten.
12. Lummen: Herinrichting van de verkeerswisselaar.
13. Brussel: Bouw van tunnel en station voor de
spoorverbinding Schuman-Josaphat.
14. Brussel: Installatie van de spoorbakken voor de
verbinding Schuman-Josaphat.
15. Brussel: Aanleg van de bedding voor 2 extra sporen
tussen Watermaal en Bosvoorde in het kader van het
GEN-project (Fase 1).
ZWEDEN
16. Kårehamn: Ontwerp, bouw en installatie van 16 funderingen
voor een windmolenpark in de Baltische Zee.
PANAMA
17. Mina de Cobre: Uitvoeren van grondwerken in een
ontoegankelijk gebied.
18. Panamakanaal: Verbreding en verdieping van het
Atlantische en het noordelijke toegangskanaal naar
het derde sluizencomplex.
19. Panamakanaal: Nieuw Noordelijk toegangskanaal tot
de Stille Oceaan voor de nieuwe derde set sluizen aan
de zijde van de Stille Oceaan (PENAC).
20. Panamakanaal: Subcontract voor de uitvoering van de
grondwerken van het sluizenproject aan de Atlantische
zijde van het Panamakanaal.
WATERWERKEN
BELGIË
21. Kortrijk: Bouw van kaaimuren en bruggen, Doortocht
Leie.
22. Evergem: Bouw van kaaimuren (Fase 2).
23. Ivoz-Ramet: Bouw van een nieuwe sluis.
24. Antwerpen: Bouw van de Deurganckdoksluis.
25. Oupeye: Afvoerleiding van het zuiveringsstation van
Luik-Hermalle en diverse werken.
26. Antwerpen: Uitbreiding aanmeerfaciliteiten westzijde
Verrebroekdok.
PANAMA
27. Panamakanaal: Ontwerp en bouw van het derde
sluizencomplex.
COLLECTORWERKEN
BELGIË
28. Estinnes: Bouw van een collector.
29. Haaltert: Bouw van collector Wildebeek.

30. Kortrijk: Bouw van collector Leie-Zuid (Fase 2).
31. Etalle: Plaatsen van collectoren voor afvalwater (sanering
van de rivier Chevratte).
32. Jemeppe sur Meuse: Aanleg van collectoren.
33. Bertem: Aanleg van de Voercollector.
34. Tienen: Uitvoeren van rioleringswerken en bijhorende
wegeniswerken.
35. Hoei: Bouw van een pompstation.
36. Charleroi: Bouw van collector Mornimont-Tamines.
37. Wandre: Bouw van een collector.
38. Soignies: Aanleg collectoren, pompstations en
uitvoering van persing.
GEBOUWEN
BELGIË
39. Herent: Bouw van RVT Betlehem en Passerel; uitbreiding
van het bestaande rusthuis met een nieuwe vleugel van
117 wooneenheden.
40. Langemark-Poelkapelle: Bouw van RVT Sint-Paulus;
61 woongelegenheden en 9 zorgkamers.
41. Tielt: Uitbreiding van het Sint-Andriesziekenhuis met
2 ondergrondse parkeerniveaus en 4 verdiepen.
42. Sint-Pieters-Leeuw: Bouw van een RVT, dagcentrum en
25 serviceflats.
43. Brussel: Herstructurering, uitbreiding, renovatie en
restauratie van Résidence Palace (blok A).
44. Affligem: Uitbreiding van het administratieve centrum
Bellekouter.
45. Aalst: Bouw van appartementen en kantoren.
46. Lede: Bouw van woon- en zorgcentrum.
47. Machelen: Bouw van bedrijfsunits.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 3 1
48. Aalst: Bouw van de twee SkyLinE40 kantoorgebouwen
met ondergrondse parking.
49. Aalst: Afbraak van bestaande panden en bouw van
handelsruimte en meergezinswoning.
50. Wingene: Bouw van De Zande, een instelling voor
bijzondere jeugdzorg.
51. Leuven: Nieuwbouw van 89 studentenkamers,
2 appartementen en 13 studio’s.
52. Jambes: Renovatie van een kantoorgebouw.
53. Kortrijk: Nieuwbouw voor het ziekenhuis AZ Groeninge.
54. Liedekerke: Bouw van de werkliedenloods Haviland.
55. Aalst: Bouw van woon- en zorgcentrum De Mouterij.
56. Aalst: Bouw van woon- en zorgcentrum De Couverture.
57. Sint-Lambrechts-Woluwe: Bouw van woon- en zorgcentrum
De Pleiade.
58. Aalst: Uitbreiding van het operatiekwartier van het ASZ.
59. Lodelinsart: Uitbreiding van een rusthuis MRS.

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 3 2
8.2.3 Milieu
BELGIË
1. Hulsdonk: Exploitatie van verwerkingscentrum voor
baggerspecie, verontreinigde gronden en minerale
afvalstromen (13 ha) en laguneringsvelden in de haven
van Gent.
2. TOP Brussel: Tijdelijke opslagplaats voor grond en
niet-gevaarlijk afval.
3. Zelzate: VFT sanering van teerfabriek.
4. Bodem- en grondwatersanering van verschillende
Belgacom sites.
5. Vlaams- en Waals-Brabant: Sanering van een met lood
verontreinigde gracht.
6. Mol: Bodem- en grondwatersanering van de Glaverbel
glasfabriek.
7. Brussel: Grondwatersanering en -beheersing op de
voormalige Carcoke-site.
8. Saint-Ghislain: Exploitatie van het grondverwerkingscentrum
Sol&Val.
9. Bodem- en grondwatersanering van verschillende
voormalige tankstations, volgens BOFAS-raamovereenkomst.
10. Kortrijk: Bodem- en grondwatersanering van de
voormalige Barco-site (PSR).
11. Antwerpen: Mechanische ontwatering, recyclage en
aanbrengen van baggerspecie, project AMORAS.
12. Wallonië: Onderhoudsbaggeren van de Waalse
bevaarbare binnenwateren.
13. Wallonië: Ontwatering en verwerking van verontreinigde
sedimenten afkomstig van de Waalse bevaarbare
binnenwateren (Boue B Traitement).
14. Schoten: Grondwatersanering en -beheersing OVAM
Alesa.
15. Zelzate: Saneringswerken en herontwikkeling van de
vroegere fosforzuur- en cokesfabriek in Gent/Evergem/
Zelzate (Joint Venture CR 2 ).
16. Zelzate: Saneringswerken en exploitatie van de
gips stortplaats in Evergem/Zelzate (Joint Venture
Terranova).
17. Zeebrugge: Bodem- en grondwatersanering van de
voormalige cokesfabriek.
18. Morialmé: Finale sanering van een stortinrichting.
19. Vraimont: Valorisatie van ontwaterde sedimenten.
20. Gent: Baggeren van het kanaal Gent-Terneuzen en
verwerking van baggerspecie.
21. Vlassenbroek: Bouw van een compartimenteringsdijk in
Vlassenbroek met sedimenten gebaggerd uit de
Zeeschelde tussen Gentbrugge en Melle.
22. Heppignies: Bodem- en grondwatersanering op een
voormalig farmaceutisch bedrijfsterrein (WDP).
23. Tihange: Bouw van een recyclagecentrum voor
baggerspecie.
24. Bergen: Ontgraven en verwerking van verontreinigde
grond in de ateliers van NMBS (Lot II).
25. Zwevegem/Moen: Afdekken van het stort en aanleg van
centrum voor baggerspecieverwerking, IMOG-site.
26. Zwevegem/Moen: Exploitatie van verwerkingscentrum
Sedival voor baggerspecie op een oude stortplaats.
27. Brussel: Baggeren en inrichten van het kanaal door
Brussel; evacuatie, behandeling en eindopslag van
gebaggerd slib.
28. Brussel: Uitgraven en afvoer van verontreinigde grond
ter hoogte van de Heembeekkaai.

29. Gent: Uitvoeren van een grondwaterbeheersmaatregel,
inclusief grondwaterzuivering, op het terrein La
Floridienne.
30. Genval: Sanering van de voormalige papierfabriek
Equilis.
31. Charleroi: Afvoer en verwerking van verontreinigde
grond op het terrein van Lidl.
32. Herstal: Bodem- en grondwatersanering op het terrein
van Lambert Chemicals.
33. Genk: Bodemsaneringsproject Kolderbos.
34. Gent: Bodem- en grondwatersanering.
35. Achel: Bouw van een grondwatersaneringsinstallatie.
FRANKRIJK
36. Rijsel: Saneringswerken oud gasfabrieksterrein Terken in
Roubaix.
37. Duinkerke: Wegenwerken met hergebruik van vervuilde
sedimenten.
38. Duinkerke: Baggeren en behandelen van vervuilde
sedimenten in de haven van Duinkerke.
39. Duinkerke: Bouw van een milieuberm met verontreinigde
sedimenten.
40. Rouen: Ontgraving en verwerking verontreinigde
gronden.
41. Parijs: Saneringswerken in het kader van de herontwikkeling
van ‘ZAC Bernard’; afvoer en behandeling van
verontreinigde grond.
ROEMENIË
42. Pitesti: Verwijdering van afval en sanering van oliesliblagunes
in Arpechim.
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 3 3

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 3 4

jan De Nul group (sOFIDra sa)
BELGIë
Ondernemingen Jan De Nul NV
Tragel 60, 9308 Hofstade-Aalst I België
T Nat. Divisie: +32 53 73 15 11
Int. Divisie: +32 53 73 17 11
F +32 53 78 17 60 +32 53 77 28 55
info@jandenul.com
ARGENTINIë
Hidrovia SA
Corrientes 316, Piso 2
(C1043AAQ) Buenos Aires I Argentinië
T +54 11 43 20 69 00 F +54 11 43 20 69 11
argentina.office@jandenul.com
dragado@hidrovia-sa.com.ar
AUSTRALIë
Jan De Nul Australia Pty. Ltd.
Level 3, 9 Colin Street,
West Perth, WA 6005 I Australië
T +61 8 9226 1882 F +61 8 9481 5922
australia.office@jandenul.com
BRAZILIë
Jan De Nul do Brasil Dragagem Ltda.
Av. Das Americas 700, Bloco 1, sala 201
22640-100 Barra da Tijuca, Rio de Janeiro, RJ
Brazilië
T +55 21 2025 18 50 F +55 21 2132 73 75
brasil.office@jandenul.com
DUITSLAND
Jan De Nul Nassbaggerei und Wasserbau GmbH
Goebelstr. 61-63, 28865 Lilienthal I Duitsland
T +49 4298 9370 175
germany.office@jandenul.com
FILIPPIJNEN
Jan De Nul NV Philippine Branch
The Excelsior Building, Room 303
161 Roxas Boulevard, Baclaran
Parañaque City 1700 I Filippijnen
T +63 2 879 80 42 F +63 2 879 82 39
philippines.office@jandenul.com
FRANKRIJK
Sodraco International SAS
32, place de la Gare, 59000 Lille I Frankrijk
info@sodraco.com
LUxEMBURG
Dredging and Maritime Management SA
34-36, Parc d’Activités Capellen
L-8308 Capellen
Luxemburg
T +352 39 89 11 F +352 39 96 43
info@dmmlux.com
GROOT-BRITTANNIë
Jan De Nul (UK) Ltd.
Richmond House, High Street
Ascot Berks SL5 7HG I Groot-Brittannië
T +44 1344 627 010 F +44 1344 627 139
uk.office@jandenul.com
INDIA
Jan De Nul Dredging India Pvt. Ltd.
No. 2 (1st Floor), 25th East Street
Kamaraj Nagar, Thiruvanmiyur
Chennai 600041 I India
T +91 44 2445 63 23 / 24 F +91 44 2445 63 25
info@jdnindia.com
ITALIë
Jan De Nul (Italia) S.p.A.
Via Carlo Matteucci 38/F, 56124 Pisa I Italië
T +39 050 54 24 35 F +39 050 97 39 03
italy.office@jandenul.com
MExICO
Mexicana De Dragados SA de CV
Paseo de las Palmas 405 – Desp. 1104
Colonia Lomas de Chapultepec
Delegación Miguel Hidalgo
C.P. 11000, México Distrito Federal I Mexico
T +52 55 53 95 59 60 F +52 55 53 95 58 75
info@mexicanadedragados.com
NEDERLAND
Dredging and Contracting Rotterdam BV
P.O. Box 18024, 4601 ZA Bergen op Zoom
Zuid-Oostsingel 24D, 4611 BB Bergen op Zoom
Nederland
T +31 164 26 61 44 F +31 164 26 04 54
info@dcrnl.com
a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 3 5
MAURITIUS
Jan De Nul Dredging Ltd.
14 th Floor, Hennessy Tower
23B Pope Hennessy Street
Port Louis I Mauritius
T +230 210 69 97 F +230 210 66 61
mauritius.office@jandenul.com
NIGERIA
Dredging and Reclamation Jan De Nul Ltd.
164B Ikeja Way, Dolphin Estate
Ikoyi, Lagos I Nigeria
T +234 1 269 67 66 F +234 1 269 67 68
nigeria.office@jandenul.com
RUSLAND
Jan De Nul NV Russian Branch
Office A 415, Business Center Senator
V.I., 18th Line, 31, 199178 Saint-Petersburg
Rusland
T +7 812 332 50 64 F +7 812 332 50 63
russia.office@jandenul.com
SAUDI-ARABIë
Jan De Nul Saudi Arabia Co. Ltd.
P.O. Box 76616, Al-Khobar-31952
Saudi-Arabië
T +966 3 887 72 35 F +966 3 887 72 53
saudiarabia.office@jandenul.com
SINGAPORE
Jan De Nul (Singapore) Pte. Ltd.
400, Orchard Road, # 18-06 Orchard Towers
238875 Singapore
T +65 6 235 27 90 F +65 6 235 27 91
singapore.office@jandenul.com
VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN
Jan De Nul Dredging Ltd. Dubai Branch
Office 116, Sultan Business Center
P.O.Box 28805, Bur Dubai, Dubai I V.A.E.
T +971 4 335 55 47 F +971 4 335 53 56
middle.east.office@jandenul.com
jandenul@emirates.net.ae

a c t i v i t e i t e n v e r s l a g 2012 | 1 3 6
This report is also available in English.
Ce rapport est également disponible en français.
Este informe también está disponible en español.
Contact: voor verduidelijking omtrent de gegevens in dit jaarverslag kan men zich
wenden tot Paul Lievens - Financiële Dienst - paul.lievens@jandenul.com
Verantwoordelijke uitgever: Jan De Nul Group
correspondentieadres: 34-36, Parc d’Activités Capellen, 8308 Capellen, Luxembourg

jan De Nul group (sofidra sa)
Luxemburg
info@jandenulgroup.com
www.jandenul.com
raad van Bestuur
J.P.J. De Nul, Dirk De Nul, Julie De Nul
Gérard Becquer, Paul Lievens, Johan Van Boxstael