zonder respect geen voetbal - Libero Magazine
zonder respect geen voetbal - Libero Magazine
zonder respect geen voetbal - Libero Magazine
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
‘IN DE KANTINE<br />
IS IEDEREEN GELIJK’<br />
Voetbaljournalist Kees Jansma is sinds enkele maanden de<br />
nieuwe voorzitter van het Jeugdsportfonds. De woordvoerder<br />
van Oranje en televisiepresentator van Eredivisie Live meldt<br />
zich in de Haven van Zandvoort voor een dubbelinterview met<br />
Teun de Mon, sinds het voorjaar van 2012 afdelingsvoorzitter<br />
Haarlem/Zandvoort van het fonds.<br />
Om al in winterse sferen te komen heeft paviljoenhouder<br />
Chris Steensma de open haard midden in zaak flink opgepord.<br />
En da’s <strong>geen</strong> overbodige luxe om even op te warmen van de<br />
waterkoude omstandigheden buiten. Jansma is druk bezig<br />
met een ronde langs de diverse afdelingen en ondanks een<br />
onwillig navigatiesysteem is hij toch op precies op tijd om aan<br />
te schuiven bij het stamtafelgesprek van <strong>Libero</strong> <strong>Magazine</strong>. “Deze<br />
regio is <strong>geen</strong> onbekend terrein voor mij,” legt hij uit. “Er spelen<br />
hier twee hoofdklassers die het opnemen tegen mijn cluppie<br />
Alphense Boys: EDO en de Koninklijke HFC. De laatste speelden<br />
we thuis met 3-0 helemaal van de mat,” grijnst Jansma, om er<br />
mild aan toe te voegen: “Daarna hebben ze bijna <strong>geen</strong> punt meer<br />
verspeeld. Ongelooflijk knap.”<br />
Waarom heeft u de functie van voorzitter aanvaard?<br />
Jansma: “Ik ben door mijn ouders opgevoed vanuit de overtuiging<br />
dat sport beoefenen belangrijk is. Dat bacil draag ik nog steeds<br />
in me. Helaas is het <strong>geen</strong> vanzelfsprekendheid dat iedereen<br />
kan sporten. Die sociale betrokkenheid heb ik ook van huis uit<br />
meegekregen. Het doel van het Jeugdsportfonds is overzichtelijk.<br />
Ik wil daaraan graag mijn steentje bijdragen.”<br />
6<br />
StaMtafeLgeSprek<br />
Wat betekent de aanstelling van Kees Jansma voor<br />
de afdelingen?<br />
De Mon: “Ik vind het hele goede zaak dat Kees dit oppakt.<br />
Natuurlijk omdat hij een bekend persoon is, die wordt<br />
geafficheerd met sport. Daarnaast heeft Kees een duidelijk<br />
sociaal gezicht en hij kan een verhaal goed vertellen. Dat is<br />
belangrijk want het geld dat nationaal wordt gegenereerd,<br />
vloeit door naar de afdelingen. Dat is onze bron, samen met de<br />
gemeenten die ook financieel participeren. We moeten flink aan<br />
de weg timmeren om onze naamsbekendheid te vergroten en<br />
voor nog meer goodwill te zorgen.”<br />
Jansma: “Het fonds is al breed geaccepteerd, maar dat betekent<br />
niet dat het geld vanzelf onze kant opstroomt. Voordeel is wel<br />
dat alleen al door het uitspreken van het doel, mensen positief<br />
aan het denken zet.”<br />
De Mon: “Het zijn economisch lastige tijden en er wordt steeds<br />
vaker een beroep op ons gedaan. Dat is mooi, want we zijn blij<br />
dat we al zoveel mensen kunnen helpen. Maar we willen er<br />
nog veel meer bereiken. In 2006 werkte ik bij SportSupport, dat<br />
samen met de clubs sportstimulerende activiteiten voor de jeugd<br />
organiseert. Kinderen konden toen al vrijblijvend kennismaken<br />
met allerlei sporten op speciale sportdagen en toernooien.<br />
Destijds kreeg ik signalen van de clubs en begeleiders dat lang<br />
niet alle kinderen ook daadwerkelijk lid konden worden van<br />
een club, vanwege de inkomenssituatie van de ouders. Het in<br />
Amsterdam geboren idee voor het Jeugdsportfonds hebben we<br />
toen in 2008 ook in Haarlem ingevoerd. Dat eerste jaar steunden<br />
we veertig kinderen. In 2012 waren dat er 440. Dit jaar (zie ook<br />
Voetbalflits op pagina 5) vieren we ons eerste lustrum.“<br />
Jansma: “Vorig jaar heeft het fonds landelijk 22.000 kinderen<br />
kunnen helpen. Dat moet op termijn toe naar zeker 40.000.<br />
We hebben nu ruim dertig afdelingen, maar willen in meer<br />
gemeenten een voet aan de grond krijgen. Dat een sterk<br />
‘merk’ als NOC*NSF ons steunt, getuige het sponsorevenement<br />
in Papendal, waarbij ook prins Willem Alexander en IOCvoorzitter<br />
Jacques Rogge aanwezig waren, helpt ons om onze<br />
boodschap over te brengen. Net als de steun die we krijgen in het<br />
regeerakkoord.”<br />
Wat is de belangrijkste taak van een ‘fondsvoorzitter’?<br />
Jansma: “Ik hoef niet met de voeten in de klei te staan, hoewel ik<br />
dat wel zelf wil beleven om nog beter te snappen hoe het werkt.<br />
We moeten ‘donateurs’ blijven werven. Hoewel dat lastig is, heb<br />
ik wel het netwerkende vermogen om nieuwe bronnen aan te<br />
boren. Daarmee kunnen de lokale medewerkers aan de slag. Ik<br />
ga daarvoor actief de boer op, want als ik iets doe, ben ik gelijk<br />
bloedfanatiek.”<br />
De Mon: “Da’s mooi, want het landelijke fonds is toch de grote<br />
aanjager. Nu de ‘Aboutaleb-gelden’ zijn opgedroogd, zijn we<br />
afhankelijk van donateurs, sponsors en organisatoren van<br />
evenementen. Mooie voorbeelden zijn ING en VI tijdens EK en de<br />
verkoop van het eerste vaatje haring. Ik was echt flabbergasted<br />
hoeveel dat opbracht. Als dat verder kan worden uitgebreid,<br />
kunnen we misschien ook<br />
enkele jaren vooruit kijken.<br />
Intussen hopen we dat dat<br />
de gemeentelijke subsidies<br />
ook na de lokale verkiezingen<br />
beschikbaar blijven.”<br />
Jansma: “De moeilijkheid is<br />
dat het fonds feitelijk elk jaar<br />
weer op nul begint, omdat we<br />
zoveel mogelijk kinderen willen<br />
helpen. We potten niks op. Toch<br />
Kees Jansma: “Ik ga actief de<br />
proberen we ook vooruit te<br />
boer op, want als ik iets doe,<br />
werken. Neem het WK Hockey<br />
ben ik gelijk bloedfanatiek.”<br />
in 2014 in Den Haag, dat al een<br />
bijdrage heeft toegezegd. Zo<br />
bouwen we aan meer continuïteit. We zijn in dat kader ook met<br />
enkele grote banken bezig en ik ben ook optimistisch over de<br />
contacten met de KNVB, die een duidelijke klik voelt met het<br />
Jeugdsportfonds.”<br />
De Mon: “Terecht. Voetbal is een van de grote afnemers, net als<br />
judo en zwemmen. Een deel van het fonds vloeit trouwens terug,<br />
omdat de sportbonden en verenigingen ook van de extra aanwas<br />
profiteren.”<br />
Jansma: “Ik ben optimistisch dat we bij de gemeenten een goede<br />
entree houden. Ons pleidooi dat kinderen beter kunnen sporten,<br />
dan op straat hangen, spreekt toch aan. Kinderen willen het<br />
liefst actief bezig zijn. Alleen als sporten in clubverband 250 euro<br />
kost en ze hebben ook nog een broertje of zusje, kan dat niet<br />
7<br />
altijd. Dan is het goed dat er op diverse plekken in Nederland<br />
loketten zijn, die naar een oplossing kunnen zoeken. Sporten<br />
is niet alleen gezond, het biedt ook sociale verbondenheid. Ik<br />
merk dat zelf. Al 34 jaar reis ik kriskras door Nederland om mijn<br />
cluppie te volgen. Mijn vrouw verklaart me voor gek, maar dit is<br />
mijn passie. Ik vind het fascinerend. Het ontspant me, maar het<br />
is ook spannend omdat ik graag wil dat ze winnen. Daarnaast<br />
kom ik altijd bekenden tegen, die met datzelfde gevoel staan te<br />
wachten op de aftrap. Ook bij EDO en de Koninklijke HFC.”<br />
De Mon: “Mijn zoon <strong>voetbal</strong>de bij DSS. Daar merkte ik ook<br />
dat familiegevoel. Zeker bij de jeugd. Dat is het mooie van<br />
sportverenigingen, die sfeer in<br />
de kleedkamers en kantine.”<br />
Jansma: “In de kantine is<br />
iedereen gelijk. Of je nou de<br />
directeur bent van een groot<br />
bedrijf of postbode: je hebt<br />
het uiteraard over <strong>voetbal</strong>,<br />
maar ook over politiek, ander<br />
nieuws of een leuke grap. Ik<br />
maak dat bij mijn club ook<br />
mee. De gemeenschap van<br />
Teun de Mon: “Da’s mooi,<br />
Alphen is enorm veranderd in<br />
want het landelijke fonds is<br />
de afgelopen jaren. Antilianen,<br />
toch de grote aanjager.”<br />
Marokkanen, Turken, het loopt<br />
bij Alphense Boys allemaal door<br />
mekaar. Dat is de grote kracht van sport.”<br />
De Mon: “Met sport leer je om afspraken te maken, je daaraan te<br />
houden en samen te werken.”<br />
De bediening van de Haven van Zandvoort neemt nog eens<br />
de bestelling op en dat geeft Jansma de kans om even door de<br />
laatste uitgave van <strong>Libero</strong> te bladeren. “Goh, Ted Immers, wat doet<br />
die tegenwoordig? En met hem heb ik wel eens op de golfbaan<br />
gestaan,” herkent hij de Bloemendaalse wethouder Tames Kokke.<br />
Hoe komt het dat u het <strong>voetbal</strong> in deze regio zo goed kent?<br />
Jansma: “Ik heb vroeger ge<strong>voetbal</strong>d in Voorburg bij Tonegido. Mijn<br />
eerste wedstrijd in het eerste speelde ik uit bij Geel Wit, destijds<br />
in de 4e klasse. We moesten dat jaar ook tegen Onze Gezellen,<br />
herinner ik me en tegen TYBB. Van de meeste clubs weet ik ook<br />
nog het tenue. Dat is een afwijking. Ik sta daarin niet alleen. Je<br />
moest eens weten hoeveel lokale kranten we moeten regelen<br />
voor de Oranje-spelers, omdat ze precies willen weten hoe de<br />
clubs uit hun dorp of wijk hebben gespeeld. Daar is het voor hen<br />
allemaal begonnen.”<br />
De Mon: “Vandaar ook het belang van het fonds. Daarmee<br />
krijgt iedereen de kans om lekker te sporten, overigens <strong>zonder</strong><br />
het gevoel te krijgen dat ze gesteund worden. We opereren zo<br />
anoniem nodig.”<br />
Jansma: “Precies. De kinderen moeten zich daar niet druk over<br />
maken. Die moeten onbezorgd met een bal op het veld ravotten.”<br />
l TeksT: BerT HarTman / Beeld: PaTrick TenTHof