Ulrike Meinhof, 'ontaarde moeder'1 - Pauw & Witteman
Ulrike Meinhof, 'ontaarde moeder'1 - Pauw & Witteman
Ulrike Meinhof, 'ontaarde moeder'1 - Pauw & Witteman
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1<br />
<strong>Ulrike</strong> <strong>Meinhof</strong>, ‘ontaarde moeder’ 1<br />
Het is een prachtige dag in mei en de zon beschijnt een ruime,<br />
witgepleisterde villa in de Miquelstraße in een chique wijk in het<br />
zuidwesten van Berlijn. de villa huisvest het deutsche Zentralinstitut<br />
für Soziale fragen van de Vrije Universiteit. in de leeszaal<br />
van het instituut zit een jongeman zenuwachtig te roken, tegenover<br />
hem zit een 36-jarige vrouw die eveneens de ene na de andere<br />
sigaret opsteekt. Het zijn andreas Baader en <strong>Ulrike</strong> <strong>Meinhof</strong>. de<br />
27-jarige Baader is inmiddels al gearresteerd voor een brandaanslag,<br />
maar mag onder bewaking met de bekende journaliste <strong>Ulrike</strong><br />
<strong>Meinhof</strong> aan een boek over marginale jongeren werken. Zijn twee<br />
bewakers vervelen zich. Maar niet voor lang. twee jonge vrouwen<br />
zijn binnengekomen en laten om elf uur Gudrun ensslin en een<br />
man binnen, beiden met bivakmuts op en bewapend met revolvers.<br />
Ze schieten een medewerker van het instituut in zijn arm en<br />
stormen de leeszaal binnen. de bewakers worden verblind door<br />
een traangaspistool. een heftig gevecht volgt. in het strijdgewoel<br />
springt Baader uit het raam. <strong>Meinhof</strong>, die van de bevrijdingsactie<br />
op de hoogte was, maar net zou doen alsof ze van niets wist en<br />
dus zou blijven zitten, nam het besluit van haar leven. Ze sprong<br />
Baader achterna, een toekomst vol geweld tegemoet. 2<br />
<strong>Ulrike</strong> <strong>Meinhof</strong> wordt vaak neergezet als de moeder van het<br />
duitse terrorisme, zoals zich dat in de rote armee fraktion (raf)<br />
en aanverwante groepen vanaf 1970 tot in de jaren negentig in de<br />
21
Bondsrepubliek manifesteerde. in de volksmond werd de raf als<br />
Baader-<strong>Meinhof</strong>-Bande of -Gruppe aangeduid, al naargelang de<br />
politieke positionering van de spreker. <strong>Meinhof</strong> was geen onbekende<br />
in het publieke debat. toen ze op 14 mei 1970 aan de bevrijding<br />
van andreas Baader deelnam, was ze een gevierd publiciste.<br />
Ze was de pupil van de Oost-duitse communisten en ster van<br />
de Hamburgse mediajetset. Ze was getrouwd, gescheiden en had<br />
twee dochtertjes. de duitse media smulden van <strong>Meinhof</strong>s val. iedereen<br />
vroeg zich af wat <strong>Meinhof</strong> bezielde om haar succesvolle bestaan<br />
als auteur en programmamaakster op te geven. in de veertig<br />
jaar die er sindsdien zijn verstreken, keerde en keert die vraag nog<br />
steeds terug: waarom? Waarom liet ze haar kinderen in de steek<br />
en nam ze deel aan bankovervallen, autodiefstallen en bomaanslagen?<br />
Waarom liet ze zich door de intellectuele laagvliegers andreas<br />
Baader en Gudrun ensslin inpakken? en waarom pleegde ze in<br />
1976, vier jaar nadat ze was gearresteerd, zelfmoord in haar cel in<br />
Stammheim?<br />
Wat de analyse van <strong>Meinhof</strong>s radicale biografie en de daaromheen<br />
ontstane beeld- en mythevorming zo interessant, maar ook<br />
ingewikkeld maakt, is dat <strong>Meinhof</strong> op het moment dat ze ‘terroriste’<br />
werd, al een carrière als publieke figuur had opgebouwd. Ze was<br />
niet zomaar iemand. Ze had veel vrienden, ook hooggeplaatsten,<br />
maar minstens net zoveel vijanden, vooral onder de conservatieve<br />
politieke elites. Haar aansluiting bij de raf was een splijtzwam,<br />
die de tegenstellingen tussen links en rechts in de West-duitse politieke<br />
cultuur aanscherpte. tevens lieten de media reacties op haar<br />
keuze voor het terrorisme – in het bijzonder de mythe rond het<br />
‘verraad’ aan haar dochters – zien hoe vastgeroest de rolpatronen<br />
in het West-duitsland van de jaren zestig en zeventig nog lagen,<br />
en hoezeer privé en politiek met elkaar verweven waren. 3 dit verhaal<br />
is als eerste hoofdstuk een goed voorbeeld van de stelling dat<br />
de speelruimte van een vrouwelijke terrorismeverdachte niet alleen<br />
wordt bepaald door de organisatie waarvan ze lid is, maar net<br />
zo goed door de beeldvorming en media-aandacht die haar in gijzeling<br />
kan houden.<br />
22 g e v a a r l i j k e v r o u w e n
Het begin van een radicale carrière<br />
eerst gaan we terug naar 1934, toen <strong>Ulrike</strong> als tweede dochter<br />
in een nationaal-conservatief, evangelisch-luthers gezin in het<br />
Noord-duitse Oldenburg ter wereld kwam. Vader <strong>Meinhof</strong> was<br />
het jaar daarvoor toegetreden tot de Nationalsozialistische deutsche<br />
arbeiterpartei (nsdap, de nazipartij) en werd als beloning in<br />
1934 directeur van het stadsmuseum in Jena. Haar moeder, ingeborg<br />
<strong>Meinhof</strong>, stamde uit een socialistisch milieu. Nadat haar<br />
echtgenoot in 1940 aan kanker was gestorven, nam ze een negentienjarige<br />
studente en studievriendin, renate riemeck, als onderhuurster<br />
bij zich in huis. de twee vrouwen kregen al snel een<br />
liefdesrelatie. in 1945 wist het gezin <strong>Meinhof</strong>-riemeck net op tijd<br />
voor het rode Leger uit naar het Westen te vluchten. Samen met<br />
haar twee ‘moeders’ en zus Wienke kwam de elfjarige <strong>Meinhof</strong> via<br />
het Beierse Berneck in 1946 weer in Oldenburg terecht.<br />
in de kringen van het nationaal-conservatieve protestantse<br />
‘Bildungsbürgertum’ in Oldenburg ontwikkelde <strong>Ulrike</strong> een<br />
brede, maar nog redelijk apolitieke belangstelling. in 1949 stierf<br />
haar moeder, haar zus verliet het huis en <strong>Ulrike</strong> bleef achter met<br />
een stiefmoeder die veel van huis was. in deze omstandigheden<br />
vormde <strong>Ulrike</strong>, die een trouwe kerkganger was, een christelijkradicaal<br />
geïnspireerde oppositionele houding tegenover alles wat<br />
naar autoriteit, conservatisme of schijnheiligheid riekte. Haar<br />
stiefmoeder stimuleerde haar in die houding met haar eigen zelfstandige<br />
wetenschappelijke carrière en politieke engagement. riemeck<br />
verdoezelde haar vroegere lidmaatschap van de nsdap en<br />
sloot zich aan bij een groep sociaaldemocraten en antifascisten.<br />
Ze deed het voorkomen of zij en de familie <strong>Meinhof</strong> onder het<br />
nazibewind vanuit christelijke beweegredenen aan de kant van het<br />
verzet hadden gestaan. 4<br />
in deze periode ontstond in de Bondsrepubliek een beweging<br />
die zich tegen atoomwapens keerde. de atoombommen hielden<br />
ook het oorlogskind <strong>Ulrike</strong> <strong>Meinhof</strong> bezig, die zich door veel zelfstudie<br />
tot een christelijke atoompacifist ontwikkelde. Ze las en<br />
sprak steeds meer over politiek en kreeg van een Marburgse stu-<br />
u l r i k e m e i n h o f, ‘o n t a a r d e m o e d e r ’<br />
23
dievriend de bijnaam ‘atom-<strong>Ulrike</strong>’. Via riemeck, die zich met<br />
andere hoogleraren voor een atoomwapenvrij europa inzette,<br />
leerde ze communisten kennen en ontdekte ze dat in duitsland<br />
opnieuw mensen vanwege hun politieke gezindheid werden vervolgd<br />
en dat de communisten daar opnieuw de dupe van waren.<br />
in 1957 vervolgde ze haar studie (filosofie, pedagogiek, sociologie<br />
en germanistiek) in Münster. Hier nam ze steeds actiever<br />
deel aan politieke bijeenkomsten tegen atoombewapening. <strong>Meinhof</strong><br />
werd lid van de Sozialistischer deutscher Studentenbund<br />
(sds), de studentenorganisatie van de Sozialdemokratische Partei<br />
deutschlands (spd), schreef pamfletten en hield lezingen, wat<br />
in die tijd voor een studente nogal ongewoon was. Ze legde ook<br />
openlijk een verband tussen herbewapening van de Bondsrepubliek,<br />
atoomwapens en het nationaalsocialisme: ‘Wij willen niet<br />
nog eens wegens “misdaden tegen de menselijkheid” voor God en<br />
de mensen schuld moeten bekennen.’ 5<br />
Met haar engagement kreeg ze ook meer kritiek en schimpscheuten<br />
te verduren. Scheldkanonnades als: ‘euch müsste man<br />
vergasen’, ‘Hitler hat euch vergessen’ of ‘Geh’ doch nach drüben’,<br />
waren heel normaal. 6 Ook haar eigen spd nam afstand van de radicale<br />
vredesactivisten. Sociaaldemocraten in Münster begonnen<br />
een lastercampagne tegen <strong>Ulrike</strong> en dreigden haar met allerlei<br />
intriges als ze doorging met haar campagne in de sds tegen de<br />
atoombewapening. Met haar christelijk geïnspireerde, radicaallinkse<br />
standpunten kwam ze niet verder. Ze had nieuwe bondgenoten<br />
nodig.<br />
Vanaf 1958 kwam <strong>Ulrike</strong> <strong>Meinhof</strong>, die inmiddels een bekende<br />
activiste was in Münster, in het vizier van de illegale Kommunistische<br />
Partei deutschlands (kpd), die vanuit Oost-duitsland financieel<br />
en organisatorisch werd ondersteund. Via het blad konkret<br />
dat, met medeweten van uitgever Klaus rainer röhl, volledig aan<br />
het financiële infuus van de kpd en dus van de duitse democratische<br />
republiek (ddr) hing, poogde de kpd invloed uit te oefenen<br />
binnen de socialistische en vredesbeweging. röhl probeerde in<br />
opdracht van zijn geldschieters een steeds groter afzetgebied met<br />
meer lokale redacties te creëren. in Münster had hij zijn zinnen<br />
24 g e v a a r l i j k e v r o u w e n
op <strong>Ulrike</strong> <strong>Meinhof</strong> gezet. Ze stemde toe om mee te werken aan<br />
een anti-atoomwapenconferentie. <strong>Meinhof</strong> was gefascineerd door<br />
haar nieuwe opdracht, de geheimzinnige sfeer eromheen en het<br />
besef dat ze dit keer niet in haar eentje ten strijde trok, maar deel<br />
uitmaakte van een illegaal collectief. in de herfst van 1958 bracht<br />
ze haar eerste bezoek aan Oost-Berlijn, waar ze in een ‘conspiratieve<br />
woning’ de Oost-duitse partners van konkret ontmoette. die<br />
waren onder de indruk van de intelligente en charmante <strong>Ulrike</strong>.<br />
Ze werd lid van de kpd en spande zich nog harder in voor de zaak<br />
van konkret en de anti-atoombeweging.<br />
tegen de achtergrond van de spanningen van de Koude Oorlog<br />
vond in januari 1959 de grote anti-atoomconferentie in Münster<br />
plaats. daar raakte de 24-jarige <strong>Meinhof</strong> in een fel debat verzeild<br />
met spd-vicevoorzitter en defensie-expert Helmut Schmidt.<br />
de spd-leiding verloor het pleit en de conferentie stemde met een<br />
meerderheid van 70 procent voor een vredesverdrag met de ddr ,<br />
met als doel de mogelijkheden voor een confederatie tussen beide<br />
staten te bestuderen en zo de dreiging van een atoomoorlog te verminderen.<br />
Woedend riep Schmidt dat het congres op die manier<br />
met Oost-Berlijn ‘collaboreerde’. Ook de media en de West-duitse<br />
regering-adenauer reageerden heftig en veroordeelden het congres<br />
als een ‘bedrieglijke manoeuvre van Oostblokagenten’. 7 Het centraal<br />
comité van de kpd in West-duitsland en hun kameraden in<br />
het Oosten waren daarentegen wild enthousiast. in de ddr vierden<br />
<strong>Meinhof</strong>, de konkret-redactie en haar communistische kameraden,<br />
gekleed in de blauwe overhemden van de communistische jongerenorganisatie<br />
fdj (freie deutsche Jugend), uitbundig feest. Maar<br />
lang hield de euforie niet aan. in 1959 zetten de sds-bestuursleden<br />
onder grote druk van de spd hun radicale voorzitter af en verboden<br />
hun leden aan konkret mee te werken. <strong>Meinhof</strong> en haar vertrouwelingen<br />
bij konkret verlieten de sds in de zomer van dat jaar.<br />
inmiddels had ze ook met haar christelijke milieu gebroken.<br />
<strong>Meinhof</strong> nam afscheid van de kerk en de joods-christelijke theologen<br />
en filosofen, zoals Martin Buber, Karl Jaspers en Hans egon<br />
Holthusen. Hun ideeën over geleidelijke hervormingen, goddelijke<br />
autoriteit en burgerlijkheid begon ze steeds meer te verafschu-<br />
u l r i k e m e i n h o f, ‘o n t a a r d e m o e d e r ’<br />
25
wen. aan de universiteit van Münster werd ze door studenten als<br />
een ‘grote schande voor deze universiteit’ bestempeld. Ook haar<br />
katholieke verloofde, Lothar Wallek, kon zo niet met haar verder.<br />
in Münster had ze zich in een menselijk en politiek isolement gemanoeuvreerd.<br />
tegen de atoombewapening was niets te ondernemen,<br />
de spd en de sds hadden een revisionistische koers in geslagen<br />
en haar voormalige strijdkameraden in Münster hadden haar<br />
verraden – zo voelde het tenminste. Ze vertrok naar Hamburg om<br />
redacteur bij konkret te worden.<br />
<strong>Ulrike</strong> <strong>Meinhof</strong> zette nu alle kaarten op haar communistische<br />
netwerk en medewerking bij konkret. Ze begon een hartstochtelijke<br />
affaire met hoofdredacteur röhl. daarnaast werd ze promovenda<br />
aan de universiteit van Hamburg, had een riante studiebeurs<br />
en verdiende een aardig honorarium bij konkret. Ze genoot<br />
ervan. Ze haalde een hele serie bekende schrijvers en filosofen,<br />
zoals Hans Magnus enzensberger, Simone de Beauvoir, françoise<br />
Sagan en Pablo Neruda, over om stukken te schrijven. Ze interviewde<br />
bekende en onbekende, binnenlandse en buitenlandse<br />
intellectuelen. Konkret trok ten strijde tegen voormalige nazi’s en<br />
nieuwe fascisten en ontmaskerde (met hulp van de ddr) zelfs enkele<br />
oorlogsmisdadigers.<br />
in 1960 brak <strong>Meinhof</strong> haar promotie af en werd chef-redacteur<br />
bij konkret. een jaar later trouwde ze met röhl. <strong>Meinhof</strong> hield op<br />
dat moment al verschillende ballen in de lucht. Ze voerde campagne<br />
voor een nieuwe antioorlogspartij, de deutsche friedensunion<br />
(dfu). 8 Ze organiseerde de redactie en schreef provocerende<br />
artikelen. in mei 1961 opende ze onder de titel ‘Hitler in euch’ de<br />
aanval op minister van defensie en voorzitter van de christlich-<br />
Soziale Union (csu, de Beierse zusterpartij van de cdu) franz Josef<br />
Strauß: ‘Net zoals we onze ouders naar Hitler vragen, zo zullen wij<br />
eens naar mijnheer Strauß worden gevraagd.’ 9 een aanklacht van<br />
Strauß wist ze met behulp van advocaat Gustav Heinemann (de<br />
latere Bondspresident) af te weren. in al haar vrijgevochtenheid<br />
voelde ze echter ook de behoefte om zich als een goede huisvrouw<br />
en echtgenote te gedragen. Ze naaide gordijnen en leerde koken;<br />
Klaus hield erg van duitse vleesgerechten. in september 1962, na<br />
26 g e v a a r l i j k e v r o u w e n
een zwaar kraambed, kregen ze een tweeling: regine en Bettina<br />
röhl. Meteen daarna moest <strong>Meinhof</strong> aan een goedaardige tumor<br />
in haar hoofd geopereerd worden. 10<br />
röhl ging intussen steeds meer zijn eigen gang. Hij brak met<br />
de kpd. die partij maakte zich inmiddels grote zorgen over de<br />
enorme kosten die konkret maakte. röhl kocht nieuwe auto’s,<br />
type machines, declareerde luxereizen – alles op rekening van de<br />
kameraden. die zetten hem vervolgens onder grote druk als uitgever<br />
af te treden. de andere auteurs, inclusief <strong>Meinhof</strong>, accepteerden<br />
dat niet. <strong>Meinhof</strong> en röhl legden hun partijlidmaatschap<br />
neer en de kpd draaide de geldkraan dicht. Konkret stond er nu<br />
alleen voor. ‘Weer een illusie armer,’ zou <strong>Meinhof</strong> verzucht hebben.<br />
11 deze ontwikkeling bleef voor het lezerspubliek overigens<br />
verborgen. dat had sowieso geen weet van de communistische<br />
connectie van konkret.<br />
<strong>Ulrike</strong> verzorgde inmiddels radio-uitzendingen en was daarmee<br />
heel populair. Provocerend en stilistisch scherp sneed ze nieuwe,<br />
originele thema’s aan, die allemaal van haar politieke en sociale<br />
bevlogenheid getuigden. Ze sprak en schreef over arbeidsongevallen,<br />
over de banden van de katholieke kerk met het naziregime<br />
en over het lot van weeskinderen. tussendoor klaagde franz Josef<br />
Strauß haar opnieuw aan, omdat ze hem in konkret eind 1964 (na<br />
de zogeheten Spiegel-affaire 12 ) de ‘infaamste duitse politicus’ had<br />
genoemd. dit keer won Strauß wel. in München werd ze tot 600<br />
mark boete en een rectificatie veroordeeld.<br />
in Hamburg straalde haar ster steeds feller. Ze werd er op alle<br />
feestjes van de gegoede burgerij uitgenodigd, bezocht happenings,<br />
dansfeesten en vernissages. Met röhl hield ze vakantie op het<br />
Noord-duitse eiland Sylt, het Monaco van de Bondsrepubliek.<br />
een tijdlang genoot <strong>Meinhof</strong> van haar drukke bestaan te midden<br />
van de progressieve en liberale burgers, journalisten en mediamagnaten.<br />
Maar in haar ogen was die progressiviteit slechts schijn en<br />
lifestyle. Haar huwelijk begon in deze periode eveneens barsten te<br />
vertonen. röhl werd steeds jaloerser op zijn succesvolle, charmante<br />
vrouw en hield er voortdurend affaires op na. Om de kinderen<br />
bekommerde hij zich al helemaal niet. <strong>Meinhof</strong>, die in haar in-<br />
u l r i k e m e i n h o f, ‘o n t a a r d e m o e d e r ’<br />
27
tellectuele werk steeds radicaler en compromislozer werd, voelde<br />
zich toenemend ongemakkelijker in haar sociale en privéleven.<br />
in mei 1967 schreef <strong>Meinhof</strong> het eerste konkret-artikel over<br />
buitenparlementaire oppositie. 13 daarin maakte ze duidelijk dat<br />
ze voor radicale hervormingen van het West-duitse systeem haar<br />
hoop had gevestigd op de außerparlamentarische Opposition<br />
(apo). de politieke ontwikkelingen in europa baarden haar met<br />
het oog op de duitse verhoudingen grote zorgen. Ze was bang<br />
dat een rechtse coup, zoals in Griekenland in april 1967, ook in<br />
de Bondsrepubliek zou kunnen plaatsvinden: ‘Sommige democratieën<br />
in West-europa zijn kaartenhuizen. Wanneer men ze wil<br />
gebruiken, storten ze in.’ 14 een radicale, buitenparlementaire oppositie<br />
was volgens haar de enige mogelijkheid om de Bondsrepubliek<br />
te redden.<br />
Het bezoek van de sjah van Perzië en zijn vrouw aan West-<br />
Berlijn, op 2 juni 1967, was de lont in het kruitvat. tijdens een<br />
demonstratie van duizenden studenten voor de deutsche Oper,<br />
waar burgemeester Heinrich albertz (spd) met het Perzische paar<br />
naar Mozarts Zauberflöte luisterde, sloegen politieagenten en Perzische<br />
veiligheidsmensen ineens op de demonstranten in. in die<br />
chaos schoot de West-Berlijnse politieagent in burger Karl-Heinz<br />
Kurras de student Benno Ohnesorg dood. 15 Volgens commentator<br />
Sebastian Haffner was het een ‘systematische, koelbloedige pogrom,<br />
uitgevoerd door de Berlijnse politie tegen Berlijnse studenten’.<br />
16 Ook <strong>Meinhof</strong> nam het op voor de studenten. ‘de protesten<br />
tegen een chef van een politiestaat [de sjah] ontmaskerden onze<br />
staat zelf als politiestaat. Politie- en persterreur bereikten op 2 juni<br />
hun hoogtepunt.’ in augustus 1967 riep ze in konkret de studenten<br />
daarom op tot tegenacties tegen de boulevardpers, met name<br />
de door axel Springer uitgegeven krant Bild, die ze voor de hetze<br />
tegen de studenten verantwoordelijk hield: ‘enteignet Springer!’ 17<br />
Haar frustraties over haar eigen burgerlijke bestaan namen toe:<br />
‘Soms heb ik het gevoel dat ik door kan draaien,’ schreef ze in een<br />
brief die röhl later publiceerde. ‘de verhouding met Klaus, de<br />
opname in het establishment, de samenwerking met de studenten<br />
– drie dingen die wat mijn leven betreft onverenigbaar schij-<br />
28 g e v a a r l i j k e v r o u w e n
nen, trekken aan me, scheuren aan me. Het huis, de party’s, Kampen<br />
[Sylt], dat is slechts ten dele leuk […] het voorziet echter niet<br />
in mijn behoefte naar warmte, naar solidariteit, naar het gevoel<br />
deel van de groep uit te maken. de rol die mij daar toegang toe<br />
verschaft, past maar gedeeltelijk bij mijn persoon en behoeften,<br />
omdat ze mijn politieke gezindheid als narrenhouding inlijft en<br />
me dwingt dingen met een glimlach te zeggen die voor mij, voor<br />
ons allemaal, dodelijke ernst zijn: dus grijnzend, met een masker.’<br />
18<br />
Nadat röhl tijdens een oud-en-nieuwfeest bij vrienden openlijk<br />
verdween met een vriendin en pas na middernacht weer opdook,<br />
was voor <strong>Meinhof</strong> de maat vol. Hamburg, hun villa, haar<br />
huwelijk: ze liet het achter zich en vertrok in februari 1968 met<br />
haar dochters naar West-Berlijn. Hier stortte ze zich opnieuw met<br />
huid en haar in een nieuwe kring van intellectuelen, vrienden en<br />
kameraden. Ze hielp de sds met het organiseren van de grote Vietnamconferentie<br />
die die maand in West-Berlijn plaatsvond. de<br />
studentenleiders rudi dutschke en Hans-Jürgen Krahl hadden de<br />
gewapende strijd reeds als mogelijkheid voor de apo ter sprake gebracht.<br />
de dag na de conferentie hielden 15.000 studenten een demonstratieve<br />
tocht door West-Berlijn. <strong>Meinhof</strong> liep mee.<br />
‘Stop de terreur van de jonge roden,’ kopte Bild. Op 21 februari<br />
organiseerden 50 000 apo-tegenstanders een tegendemonstratie.<br />
de spd, die in 1961 de banden met de sds had doorgesneden,<br />
zette iedereen die had meegelopen uit de partij. Nog geen<br />
twee maanden later, op 11 april 1968, schoot de 23-jarige bouwvakker<br />
en rechts-extremist Josef Bachmann dutschke neer. Hij overleefde<br />
de aanslag, maar herstelde slechts heel langzaam, en stierf<br />
in 1979 alsnog aan de gevolgen. <strong>Meinhof</strong> haastte zich met vrienden<br />
naar de aula van de technische Universiteit van West-Berlijn,<br />
waar dutschkes aanhangers zich verzamelden. Nog dezelfde<br />
avond trokken ze naar de kantoren van de axel Springer Uitgeverij<br />
aan de Kochstraße, vlak bij de Muur. de volgende vijf dagen<br />
probeerden ze de distributie van de krant Bild aan de kiosken, die<br />
ze voor de hetze en de aanslag op dutschke verantwoordelijk hielden,<br />
tegen te houden.<br />
u l r i k e m e i n h o f, ‘o n t a a r d e m o e d e r ’<br />
29
<strong>Meinhof</strong> deed volop aan deze rellen mee, gooide met stenen<br />
en bevond zich midden in de demonstratie. ‘Protest is wanneer ik<br />
zeg: dit en dat zint me niet. Verzet is wanneer ik ervoor zorg dat<br />
datgene wat me niet zint, niet langer gebeurt,’ schreef ze in konkret.<br />
‘de grens tussen verbaal protest en fysiek verzet is bij de protesten<br />
tegen de aanslag op rudi dutschke tijdens de paasdagen<br />
[van 1968] voor het eerst massaal […] en feitelijk, niet alleen symbolisch,<br />
overschreden. […] Nu de ketenen van goede zeden en<br />
fatsoen gesprongen zijn, kan en moet opnieuw en van voor af aan<br />
over geweld en tegengeweld gediscussieerd worden.’ 19<br />
de apo radicaliseerde en de sds viel in de loop van 1968 in verschillende<br />
vleugels uiteen. Het verzet leverde niet op wat <strong>Meinhof</strong><br />
ervan verwachtte, net zomin als haar eigen leven als alleenstaande<br />
moeder met twee kinderen naar tevredenheid verliep. de stress<br />
van onregelmatige werktijden, politieke activiteiten, een goede<br />
moeder willen zijn en verschillende affaires putten haar uit.<br />
eind 1968 interviewde ze Gudrun ensslin in de gevangenis in<br />
frankfurt, die toen net bekend werd als gewelddadig activiste. de<br />
promovenda ensslin had samen met andreas Baader, Thorwald<br />
Proll en Horst Söhnlein brand gesticht in een warenhuis in frankfurt<br />
om te protesteren tegen het kapitalistische systeem en tegen<br />
de oorlog in Vietnam. 20 Hun proces trok veel media-aandacht.<br />
<strong>Meinhof</strong> schreef er met instemming over. in het novembernummer<br />
van konkret schreef ze over de brand: ‘Het progressieve moment<br />
van een brandstichting in een warenhuis ligt niet in de vernieling<br />
van goederen, het ligt in de criminaliteit van de daad, in de<br />
wetsovertreding.’ 21<br />
De sprong uit het raam<br />
in mei 1969 zegde <strong>Meinhof</strong> haar medewerking aan konkret op.<br />
röhl was volgens haar alleen maar uit op goede verkoopcijfers.<br />
Oppositie, seks en geweld leverden hoge oplagecijfers op, maar<br />
veranderden in politieke zin niets. daarmee stond het blad ‘op het<br />
punt een instrument van de contrarevolutie te worden’. 22 diezelfde<br />
maand ging ze met een paar trouwe medewerkers en studenten<br />
30 g e v a a r l i j k e v r o u w e n
naar Hamburg, waar ze de redactie bezetten. die was overigens<br />
al op de hoogte en had met alle spullen een veilig heenkomen gezocht.<br />
een groepje reed alvast verder naar de grote villa van Klaus<br />
in het chique Hamburg-Blankenese. Ze gooiden gedurende tien<br />
minuten wat huisraad door elkaar. <strong>Meinhof</strong> kwam er pas later bij,<br />
maar werd wel op de foto gezet. röhl dikte de bestorming en bezetting<br />
aan en zorgde ervoor dat <strong>Meinhof</strong> in de media als hysterische<br />
ex-geliefde werd weggezet.<br />
Ze had nu geen vast podium meer voor haar artikelen. Ze reisde<br />
rond, gaf les aan de freie Universität in Berlijn en sprak over ‘de<br />
bevrijding van de vrouw’. in de Berlijnse apo-scene vond ze echter<br />
niemand die met haar en haar kinderen samen een huis wilde<br />
huren en in een woongemeenschap wilde leven. in een televisieinterview<br />
beklaagde ze zich:<br />
Privézaken zijn eminent politiek. de opvoeding van kinderen<br />
is enorm politiek. […] Het is het probleem van alle politiek<br />
actieve vrouwen, mijn eigen inclusief, dit: dat ze enerzijds<br />
maatschappelijk noodzakelijk werk verrichten […]. Maar<br />
anderzijds met hun kinderen net zo hulpeloos thuiszitten als<br />
alle andere vrouwen ook. […] je kunt niet binnen je familie de<br />
concurrentieverhoudingen opheffen, zonder daarvoor te vechten,<br />
de concurrentieverhoudingen ook buiten je familie op te heffen,<br />
waar eenieder in belandt die begint zijn familie – te verlaten. 23<br />
in oktober 1969 zette <strong>Meinhof</strong> de eerste stap op de weg van de gewapende<br />
strijd. Ze hielp mee geld in te zamelen voor een aanslag<br />
op de Hamburgse scheepswerf Blohm & Voss, waar in opdracht<br />
van het regime-Salazar in Portugal drie oorlogsbodems werden gebouwd.<br />
de sabotageactie was succesvol, de brokstukken vlogen<br />
150 meter door de lucht. de bouw van de oorlogsbodems werd er<br />
met enige maanden door vertraagd. Slachtoffers vielen er verder<br />
niet. de aanslag werd in de media echter verdoezeld.<br />
Voor een nieuw project reisde <strong>Meinhof</strong> regelmatig naar frankfurt,<br />
terwijl haar vriend Peter Homann zich om de inmiddels zevenjarige<br />
tweeling in Berlijn bekommerde. Ze had vol enthou-<br />
u l r i k e m e i n h o f, ‘o n t a a r d e m o e d e r ’<br />
31
siasme besloten om een film (Bambule) over de leefomstandigheden<br />
in een opvangtehuis voor jongeren te maken. tijdens haar<br />
onderzoek raakte ze bevriend met andreas Baader en Gudrun<br />
ens slin, die in afwachting van hun hoger beroep in zo’n opvangtehuis<br />
aan het werk waren. Na uitspraak van het definitieve vonnis<br />
(drie jaar gevangenisstraf) vluchtten Baader en ensslin in september<br />
1969 naar het buitenland. in februari 1970 doken ze ineens op<br />
bij <strong>Meinhof</strong> in Berlijn, die hen bij zich in huis nam en verborgen<br />
hield. Samen met enkele andere sympathisanten discussieerden ze<br />
dagenlang over de noodzaak van de gewapende strijd. tegelijkertijd<br />
belandde <strong>Meinhof</strong>s filmproject in een crisis. de regisseur en<br />
producent volgden haar aanwijzingen niet op, waarop ze zich terugtrok<br />
uit het project. Het waren twee weggegooide jaren werk<br />
geweest, aldus <strong>Meinhof</strong>. Wat moest ze nu?<br />
in april 1970 werd Baader opgepakt. daarop werd <strong>Meinhof</strong>s<br />
woning het hoofdkwartier van een groep radicale activisten die<br />
Baader wilden bevrijden. Na het uiteenvallen van de sds waren<br />
er in Berlijn en elders meer van dit soort radicale subculturen ontstaan.<br />
<strong>Meinhof</strong>s groep kreeg in mei 1970 echter met één klap de<br />
grootste bekendheid: omdat zijzelf aan de actie meedeed. Ze regelde<br />
toestemming voor haarzelf en Baader om onder bewaking in<br />
een gebouw van de universiteitsbibliotheek samen aan een boek te<br />
werken. dat was een voorwendsel om Baader te bevrijden. Vier anderen,<br />
onder wie Gudrun ensslin, vielen het gebouw binnen, bedreigden<br />
de bewakers en namen Baader mee. een medewerker van<br />
het instituut raakte daarbij zwaargewond. anders dan afgesproken,<br />
sprong <strong>Meinhof</strong> door het raam achter de vluchtenden aan.<br />
Hiermee gaf ze niet alleen de laatste resten van haar burgerlijk bestaan<br />
op, maar ook haar kinderen. Met de bevrijding van Baader,<br />
op 14 mei 1970, was de raf geboren, en <strong>Meinhof</strong> zat ermiddenin.<br />
Ontaarde moeder<br />
<strong>Meinhof</strong> had niets te maken gehad met de brandstichting in frankfurt<br />
of andere gewelddadige activiteiten van Baader en ens slin,<br />
en de zich nu raf noemende groepering rond Baader en <strong>Meinhof</strong><br />
32 g e v a a r l i j k e v r o u w e n
had nog geen aanslag gepleegd. toch had de politie het hoofdzakelijk<br />
op haar voorzien en opende een groots opgezette jacht op de<br />
36-jarige vrouw. de dag na de bevrijding van Baader hingen haar<br />
foto en naam al – roodomrand – aan alle reclamezuilen: ‘Mordversuch<br />
in Berlin 10.000 dm Belohnung!’ <strong>Meinhof</strong>, een jaar daarvoor<br />
nog door de gezaghebbende auteur Hans Magnus enzensberger<br />
als een lichtend voorbeeld voor de West-duitse schrijvende<br />
gemeenschap bestempeld, verloor met één klap al haar krediet.<br />
de West-duitse politie lanceerde, in de woorden van tijdgenoot<br />
en journalist Stefan aust, de grootste zoekactie in de geschiedenis<br />
van de Bondsrepubliek. de raf werd als ‘Baader-<strong>Meinhof</strong>-bende’<br />
weggezet en <strong>Meinhof</strong> werd van aarzelende meeloper meteen tot<br />
bendehoofd gebombardeerd. Zij was inderdaad de belangrijkste<br />
auteur van de oprichtingsverklaring van de raf, die op 5 juni 1970<br />
in het oppositionele tijdschrift Agit 883 verscheen onder de titel<br />
‘die rote armee aufbauen!’<br />
Voor <strong>Meinhof</strong>, die zich met Baader en de anderen in het huis<br />
van een vriendin vlak bij de universiteit schuilhield, telde op dit<br />
moment echter iets heel anders. Haar ex-man, Klaus röhl, mocht<br />
de kinderen niet in handen krijgen. inderdaad vloog Klaus, nadat<br />
het nieuws van de actie via de radio bekend was gemaakt, meteen<br />
van Hamburg naar Berlijn om de voogdij over zijn dochters<br />
te krijgen. in tegenstelling tot de gebruikelijke lange procedure<br />
die voor dat soort verzoeken gold, lukte hem het via de Berlijnse<br />
justitie meteen. Maar de tweelingzusjes Bettina en regine waren<br />
inmiddels via vrienden van <strong>Meinhof</strong> naar italië gebracht, naar Sicilië,<br />
waar ze nog een tijdje zouden blijven.<br />
in de beeldvorming en literatuur over <strong>Meinhof</strong> doen tegengestelde<br />
opvattingen de ronde. Volgens sommige auteurs, zoals<br />
de bekende raf-kenner Stefan aust, was het <strong>Meinhof</strong>s bedoeling<br />
geweest dat haar dochters uiteindelijk in een Palestijns vluchtelingenkamp<br />
terecht zouden komen. Nieuw onderzoek van Jutta<br />
ditfurth maakt aannemelijk dat dit evenwel helemaal niet de bedoeling<br />
was, maar dat <strong>Meinhof</strong>s zus na verloop van tijd de kinderen<br />
onder haar hoede zou nemen. doordat haar ex zo snel de<br />
voogdij kreeg toegewezen en de zoekacties zich vooral op haar<br />
u l r i k e m e i n h o f, ‘o n t a a r d e m o e d e r ’<br />
33
concentreerden, was er voor die optie aanvankelijk geen tijd en<br />
ruimte. daarom werden Bettina en regine tijdelijk op Sicilië ‘geparkeerd’.<br />
achter de schermen voerde <strong>Meinhof</strong>s zus echter een gevecht<br />
om de voogdij. 24<br />
<strong>Meinhof</strong> zelf probeerde eerst nog met haar kameraden onderdak<br />
in de ddr te krijgen, maar de Oost-duitsers hadden hier niet<br />
zoveel zin in. <strong>Meinhof</strong> mocht komen, maar alleen, en zonder aanhang.<br />
dat wilde ze niet, en daarom besloot ze om met de andere<br />
raf-leden, inclusief Baader, ensslin en Horst Mahler, naar Jordanië<br />
te vertrekken. daar zouden ze tot echte terroristen worden opgeleid.<br />
Haar vriend Peter Homann voegde zich ook bij hen. Omdat<br />
röhl en de politie inmiddels in heel europa naar de kinderen zochten,<br />
zetten Baader en ensslin <strong>Meinhof</strong> onder druk om haar revolutionaire<br />
solidariteit te betuigen: ze moest erin toestemmen de kinderen<br />
in een Palestijns vluchtelingenkamp onder te brengen. Het<br />
is niet duidelijk of <strong>Meinhof</strong> hier ooit in heeft toegestemd.<br />
in de tussentijd had Peter Homann namelijk al contact opgenomen<br />
met de jonge Spiegel-journalist Stefan aust en hem verraden<br />
waar de meisjes waren: nog steeds op Sicilië. aust vloog meteen<br />
naar rome, haalde de kinderen op (dankzij een wachtwoord<br />
dat Homann hem had gegeven) en leverde de meisjes af bij hun<br />
vader in toscane. Zo had Homann zijn goede daad verricht en<br />
scoorde aust zijn scoop. Vader röhl bevestigde het beeld van de<br />
nipte redding en stiefmoeder renate riemeck stond hem hierin<br />
bij. <strong>Meinhof</strong> kon dit relaas niet meer aanvechten. Ze was verdrietig<br />
en gefrustreerd dat Klaus nu de kinderen had en werd tegelijkertijd<br />
door Baader en ensslin, die haar alle media-aandacht niet<br />
gunden, bespot als ongeschikte zwakkeling, burgerlijke intellectueel<br />
en mislukte revolutionair.<br />
‘Killer-Girl’<br />
<strong>Meinhof</strong> hield het leven in de illegaliteit ruim twee jaar vol, mede<br />
dankzij de ondersteuning van oude vrienden, apo-leden en andere<br />
sympathisanten. Ze nam deel aan bankovervallen, autodief-<br />
34 g e v a a r l i j k e v r o u w e n
stallen en een serie aanslagen waarbij vier mensen om het leven<br />
kwamen. <strong>Meinhof</strong> was het beste in het stelen van auto’s, het kraken<br />
van sloten en het regelen van huizen. Ook zette ze zich aan de<br />
productie van strategische programma’s en teksten voor de raf.<br />
in april 1971 verscheen het programmatische geschrift Rote Armee<br />
Fraktion. Das Konzept Stadtguerilla.<br />
Maar voor de politie gold ze nu als staatsvijand nummer één.<br />
Voor de chef van het Bundeskanzleramt (het West-duitse ministerie<br />
van algemene Zaken), Horst ehmke, was ze ‘de gevaarlijkste<br />
misdadiger die er rondliep’. Binnen de politie- en veiligheidsdiensten<br />
gold ze meteen als ‘Killer-Girl’. en zo werd dan ook de<br />
zoektocht opgetuigd. Slanke vrouwen met lang donker haar liepen<br />
overal gevaar om vanwege hun gelijkenis met <strong>Meinhof</strong> hardhandig<br />
opgepakt te worden. Politieagenten in heel het land surveilleerden<br />
met de hand aan de trekker. de eerste dode viel dan ook al snel. Bij<br />
een wegversperring en controle in Hamburg op 15 juli 1971 reden<br />
twee raf-leden in de val. Na een wilde achtervolging sprongen de<br />
inzittenden, Petra Schelm en Manfred Hoppe, uit de auto. Hoppe<br />
werd gepakt, Schelm schoot en werd vervolgens zelf in haar hoofd<br />
getroffen. aanvankelijk meldde de duitse persdienst dat <strong>Meinhof</strong><br />
in Hamburg was gedood, waar ze op dat moment inderdaad ondergedoken<br />
zat. de geweldsspiraal was nauwelijks meer te stoppen.<br />
in oktober van hetzelfde jaar liepen <strong>Meinhof</strong>, Margit Schiller<br />
en Gerhard Müller twee politieagenten tegen het lijf. daarbij<br />
schoot Müller politieman Norbert Schmid dood. Per week nam de<br />
zoektocht naar <strong>Meinhof</strong> grotere dimensies aan.<br />
Vanaf 1 september 1971 was Horst Herold chef van het Bundeskriminalamt,<br />
een organisatie vergelijkbaar met de fbi (die zowel<br />
inlichtingenoperaties als opsporingen en vervolgingen op landelijk<br />
niveau mocht uitvoeren). Hij voerde computergestuurde datamining<br />
in. Haar foto hing overal. de West-duitse televisieserie<br />
Aktenzeichen xy (vergelijkbaar met Opsporing verzocht) wijdde<br />
afleveringen aan haar. tips werden met goed geld beloond. Ook<br />
röhl en riemeck hielpen mee. Zij schreven in november in konkret<br />
een open brief aan <strong>Meinhof</strong>, ‘Geef het op, <strong>Ulrike</strong>’. ‘Jij bent<br />
heel anders. Heel anders dan de mensen denken die jouw foto op<br />
u l r i k e m e i n h o f, ‘o n t a a r d e m o e d e r ’<br />
35
de opsporingsplakkaten hebben gezien en over jou in pers, radio<br />
en televisie hebben gehoord. Wie jou beter kent, weet: jij knalt<br />
geen mensen af die in de weg staan.’ Voor <strong>Meinhof</strong> was de denigrerende<br />
en bevoogdende toon een klap in haar gezicht en open<br />
verraad. Ze schreef terug: ‘een slavenmoeder roept haar kind’. de<br />
personaliserende en vooral psychologiserende toon van de mediaberichten<br />
over <strong>Meinhof</strong> sterkten haar in haar opvatting dat politieke<br />
discussies geen zin meer hadden en dat ze de echte strijd<br />
moest aangaan om haar punt te maken.<br />
in december 1971 schoot een politieagent bij een arrestatie<br />
het ongewapende, vermeende raf-lid Georg von rauch dood.<br />
de shoot-outs met dodelijke slachtoffers volgden elkaar in hoog<br />
tempo op. <strong>Meinhof</strong> schoot zelf niet, maar steunde de acties met<br />
tekst en geschrift. Ze had zich met huid en haar aan de raf verbonden.<br />
in januari 1972 publiceerde de schrijver Heinrich Böll<br />
een tekst waarin hij zich afvroeg of de autoriteiten <strong>Meinhof</strong> niet<br />
‘genade of een vrijgeleide’ moesten aanbieden om haar zo te bewegen<br />
uit de raf te treden. 25 Böll werd uitgescholden voor ‘ideologische<br />
terroristenhelper’ en ‘intellectuele medeplichtige’, hij hoefde<br />
zich in cafés of restaurants niet meer te vertonen en zijn huis<br />
moest door de politie worden beschermd.<br />
Ook Spiegel-uitgever rudolf augstein nam het nog voor<br />
<strong>Meinhof</strong>s ‘morele integriteit’ op. ex-man röhl en andere hooggeplaatste<br />
vrienden bedachten zelfs een plan om <strong>Meinhof</strong> via algerije<br />
het land te laten ontvluchten. Maar het was al te laat. tussen<br />
11 en 24 mei 1972 pleegde de groep om Baader en ensslin zes<br />
bomaanslagen die vier doden en tientallen gewonden tot gevolg<br />
hadden. <strong>Meinhof</strong> verspreidde een cassette waarop ze met bevende<br />
stem de bomaanslagen verdedigde en opriep zich bij de raf aan te<br />
sluiten. Begin juni viel het doek. Ze werd door een sympathisant<br />
uit het raf-netwerk waar ze logeerde, verraden en gearresteerd.<br />
Zwaar vermagerd, onherkenbaar veranderd en ziek belandde ze in<br />
de gevangenis van Hannover, waar pas na röntgenopnames kon<br />
worden vastgesteld (op grond van de eerdere operatie vanwege de<br />
tumor in haar hoofd) dat de gevangene inderdaad <strong>Meinhof</strong> was.<br />
36 g e v a a r l i j k e v r o u w e n
Proces en zelfmoord<br />
<strong>Meinhof</strong> zat vier jaar lang in voorarrest, waarvan ze bijna het gehele<br />
eerste jaar in een isoleercel in Keulen-Ossendorf doorbracht. in<br />
die periode richtten de raf-gevangenen hun terroristische energie<br />
vooral op elkaar. Het besluit van de gevangenisautoriteiten en justitie<br />
om de gevangenen – na enkele hongerstakingen – bij elkaar<br />
te zetten, pakte desastreus uit voor <strong>Meinhof</strong>. ensslin en Baader<br />
pasten de beproefde stalinistisch-leninistische methode van ‘kritiek<br />
en zelfkritiek’ toe op <strong>Meinhof</strong> en de anderen. Ze vernederden<br />
en treiterden hun medegevangenen doorlopend. Vooral <strong>Meinhof</strong><br />
had hieronder te lijden. Ze was extreem gevoelig voor ensslins<br />
sneren. Was ze aanvankelijk nog dolblij geweest met het bezoek<br />
van haar dochtertjes in de gevangenis, na een paar maanden<br />
van treiterij verbrak ze het contact. Ook bezoeken van de West-<br />
Berlijnse bisschop Kurt Scharf en een brief van bondspresident<br />
Gustav Heinemann hielpen niet om haar tot inkeer te brengen.<br />
Ze worstelde met haar gecombineerde identiteit als revolutionaire<br />
strijdster, moeder en intellectueel en vond zichzelf nog steeds te<br />
zwak en te weinig radicaal. Volgens ensslin en Baader waren familiebanden<br />
contrarevolutionair en een teken van een kleinburgerlijke<br />
en reactionaire instelling. <strong>Meinhof</strong> liet zich vernederen en<br />
ging er steeds meer aan onderdoor. 26<br />
Op 21 mei 1975 begon het proces tegen de raf-leiders, in de<br />
speciaal hiervoor gebouwde gevangenis in Stuttgart-Stammheim.<br />
27 <strong>Meinhof</strong> liet zich aan handen en voeten naar binnen slepen,<br />
schold de rechter uit en weigerde medewerking. Uiteindelijk<br />
werd er een wet gemaakt die ervoor zorgde dat het proces kon<br />
worden voortgezet in afwezigheid van de verdachten wanneer die<br />
afwezigheid door hun eigen toedoen was veroorzaakt. Op 28 oktober<br />
1975 las <strong>Meinhof</strong> een laatste verklaring voor. de rechtszaal<br />
was inmiddels allang in een toneel voor een loopgravenoorlog veranderd,<br />
de juridische uiteenzettingen waren verzand in een dialoog<br />
van doven. de raf-advocaten bleven herhalen dat hun clienten<br />
geen gewone criminelen maar politieke gevangenen waren<br />
en dat de staat zelf de schuldige was. de raf-verdachten lazen so-<br />
u l r i k e m e i n h o f, ‘o n t a a r d e m o e d e r ’<br />
37
cialistische verklaringen voor of scholden erop los. 28 de officieren<br />
van justitie werkten hun eindeloze bewijslast af en de rechters wisten<br />
geen raad met deze voor hen nieuwe situatie waarin verdachten<br />
zich niet langer volgens de regels gedroegen en het publiek er<br />
voortdurend doorheen schreeuwde. in zo’n klimaat gingen <strong>Meinhof</strong>s<br />
omineuze woorden, die met terugwerkende kracht wel als<br />
een laatste noodkreet gelezen kunnen worden, ten onder:<br />
Hoe kan een gevangene van de justitiële autoriteiten laten<br />
doorschemeren, aangenomen dat hij het wil, dat hij zijn gedrag<br />
heeft veranderd? Hoe? Hoe kan hij dat doen in een situatie waarin<br />
reeds elke, absoluut elke uitlating aan banden is gelegd? Voor de<br />
gevangene in eenzame opsluiting blijft slechts één mogelijkheid<br />
over om duidelijk te maken dat hij zijn gedrag heeft veranderd,<br />
en dat is verraad. 29<br />
de voorzittende rechter, die helemaal niet doorhad wat <strong>Meinhof</strong><br />
hier aan het doen was, onderbrak haar bruusk. en zo eindigde<br />
misschien wel <strong>Meinhof</strong>s laatste, aarzelende poging er nog bij leven<br />
uit te stappen. in de beeldvorming van de rechters en officieren<br />
van justitie was het inmiddels ondenkbaar geworden dat de ‘Killer-Girl’<br />
nog zulke momenten van zwakte zou kunnen vertonen.<br />
in de nacht van 8 op 9 mei 1976, een jaar nadat het proces in<br />
Stuttgart-Stammheim tegen de oprichters van de raf was begonnen,<br />
pleegde ze zelfmoord. enkele dagen eerder had ensslin zich<br />
tijdens het proces openlijk van <strong>Meinhof</strong> gedistantieerd. 30 Ze was<br />
zwaar vermagerd en haar gezondheid was aangetast. ‘Zelfmoord,’<br />
concludeerden de gevangenisartsen. Pas twee dagen later mochten<br />
haar familie en advocaten het stoffelijk overschot zien. Zij lieten<br />
een lijkschouwing uitvoeren, maar daarbij bleek dat alle cruciale<br />
organen, waaronder de hersenen, en de vingernagels door de gevangenisartsen<br />
bij een eerste obductie al verwijderd waren. die resultaten<br />
zijn nooit vrijgegeven. <strong>Meinhof</strong>s cel was eveneens meteen<br />
leeggeruimd en opnieuw gesausd. 31<br />
Pas na veel gedoe vonden <strong>Meinhof</strong>s familieleden een begraafplaats<br />
voor haar. alleen de kerkelijke gemeente in Berlin-Ma-<br />
38 g e v a a r l i j k e v r o u w e n
iendorf was bereid een christelijke uitvaartdienst voor <strong>Meinhof</strong><br />
te organiseren en haar op het dreifaltigkeitsfriedhof iii te begraven.<br />
de dienst vond plaats op 15 mei en werd door zo’n vierduizend<br />
mensen bezocht. Gollwitzer hield een toespraak, ook rudi<br />
dutschke en talloze andere bekende activisten betuigden hun solidariteit<br />
met de overledene.<br />
al snel ontstonden twijfels over <strong>Meinhof</strong>s zelfmoord. 32 <strong>Meinhof</strong><br />
leek zelf aan die ambivalentie te hebben bijgedragen door geen<br />
brief achter te laten. Zo probeerde ze met haar dood alsnog de<br />
beeldvorming van de heldhaftige revolutionairen in hun strijd<br />
tegen een neofascistische staat te beïnvloeden. Met haar dubbelzinnige<br />
zelfmoord deelde ze een laatste propagandaklap uit. 33 Ze<br />
zette haar lichaam als wapen in, en had daarmee de laatste stap<br />
gezet om te bewijzen dat ze alles, maar dan ook alles voor haar revolutionaire<br />
strijd overhad en dat ze wel consequent kon zijn als<br />
het moest. <strong>Meinhof</strong> was een zelfmoordterroriste geworden, zij het<br />
dat ze met haar dood geen andere dodelijke slachtoffers op het oog<br />
had, maar er vooral haar kameraden mee wilde overtuigen en de<br />
politieke reputatie van de Bondsrepubliek wilde beschadigen. Het<br />
duurde lang voordat de duitse justitie over de klap heen was. 34<br />
Conclusie: luis in de pels<br />
Ondanks haar wanhopige woorden en eenzame einde stond <strong>Ulrike</strong><br />
<strong>Meinhof</strong> nooit helemaal alleen. Ook niet in de publieke beeld-<br />
en meningsvorming. tot ver na haar dood namen vooraanstaande<br />
vertegenwoordigers van de duitse ‘Linke’ het voor haar op en bleef<br />
ze ook postuum een luis in de pels van het conservatieve establishment<br />
en de West-duitse justitie. Böll en andere intellectuelen,<br />
zoals de theoloog Helmut Gollwitzer en Spiegel-uitgever augstein,<br />
geloofden aan <strong>Meinhof</strong>s integriteit en bekritiseerden het feit dat de<br />
media de Baader-<strong>Meinhof</strong>-groep allerlei misdaden in de schoenen<br />
schoven zonder dat die nog waren bewezen. <strong>Meinhof</strong> stierf immers<br />
voordat het vonnis was gesproken. Jean-Paul Sartre kwam op bezoek<br />
en bekritiseerde de ‘isolatiefolter’ waaraan raf-gevangenen<br />
bloot zouden staan. Linkse mensenrechtengroepen, advocatencol-<br />
u l r i k e m e i n h o f, ‘o n t a a r d e m o e d e r ’<br />
39
lectieven en solidariteitscomités in binnen- en buitenland spraken<br />
schande van de omgang van de duitse justitie met de raf-leden.<br />
Na haar zelfmoord vond er een hausse aan demonstraties en solidariteitsacties<br />
plaats. Ook vanuit Nederland reisden linkse activisten<br />
naar Berlijn om <strong>Meinhof</strong>s begrafenis bij te wonen. ‘<strong>Ulrike</strong>’ was<br />
hun heldin, de ‘enige vrouw na rosa Luxemburg’ die ertoe deed in<br />
de wereldgeschiedenis. 35<br />
in de ogen van de conservatieve middenmoot en het establishment<br />
in de Bondsrepubliek bewees deze aanhang echter eens te<br />
meer dat de raf slechts een topje van de ijsberg was en dat het<br />
links-revolutionaire geweld op uitbarsten stond. de bovengenoemde<br />
publicisten en activisten, inclusief de degelijke dominee<br />
Helmut Gollwitzer, werden beschuldigd van terroristische sympathieën<br />
en zelfs medeplichtigheid aan de misdaden van de raf.<br />
de directeur van de Verfassungsschutz, de West-duitse geheime<br />
dienst, beweerde dat <strong>Meinhof</strong> en ensslin maar weer eens bewezen<br />
waartoe de excessen van het feminisme konden leiden. <strong>Meinhof</strong><br />
was in de ogen van deze brave burgers en conservatieve media een<br />
‘rabenmutter’, een ontaarde moeder, een hysterische, manzieke<br />
vrouw die voor de charmes van opperschurk Baader was bezweken<br />
(wat op seksueel gebied onzin was: Baader zat vast aan ensslin en<br />
<strong>Meinhof</strong> bewonderde vooral zijn daadkracht).<br />
Vertegenwoordigers van de opeenvolgende regeringen, de politie<br />
en de justitie reageerden niet bepaald handig op de propaganda<br />
van de raf en de flankerende publiciteitsacties vanuit de linkse<br />
sympathisantenscene. door de genadeloze jacht op <strong>Meinhof</strong>,<br />
de mobilisatie van middelen en manschappen, met de rigoureuze<br />
weigering om eerst af te wachten of eerst eens achter de schermen<br />
te opereren, verspeelden de duitse justitie en veiligheidsdiensten<br />
cruciale strategische en tactische speelruimte. <strong>Meinhof</strong>s zwakke<br />
plek, haar kinderen, had een aangrijpingspunt voor een exitstrategie<br />
kunnen zijn.<br />
Het was op 14 mei 1970, toen ze achter Baader en ensslin aan<br />
sprong, geen uitgemaakte zaak dat <strong>Meinhof</strong> raf-spreekbuis zou<br />
worden. Net zomin als het een onomkeerbare ontwikkeling was<br />
dat ze zelfmoord zou gaan plegen. de samenvoeging van alle raf-<br />
40 g e v a a r l i j k e v r o u w e n
gevangenen in een gemeenschappelijke ruimte in Stammheim tijdens<br />
hun voorarrest was een strategische misrekening van de eerste<br />
orde. Ook de justitiële blindheid voor <strong>Meinhof</strong>s proces van<br />
psychische aftakeling was een misser. We zullen het nooit meer<br />
kunnen achterhalen, maar er hadden meer pogingen ondernomen<br />
kunnen worden om haar te deradicaliseren. Haar uitstoting uit de<br />
groep rond Baader en ensslin werd niet opgemerkt, laat staan dat<br />
er iets mee gedaan werd.<br />
tegelijkertijd maakten politie, justitie en de media het haar al<br />
vroegtijdig onmogelijk om nog op haar schreden terug te keren.<br />
al op 15 mei 1970, de dag na de bevrijding van Baader, was ze<br />
in de beeldvorming staatsvijand nummer één, terwijl ze nog geen<br />
wapen had aangeraakt. Niet <strong>Meinhof</strong>, maar Baader en ensslin<br />
waren de drijvende krachten. dankzij <strong>Meinhof</strong>s gevestigde reputatie<br />
als kritische columniste zoog ze echter alle negatieve aandacht<br />
naar zich toe. Ze slaagde er niet meer in een uitweg te vinden en<br />
richtte uiteindelijk al haar destructieve energie naar binnen. Haar<br />
zelfmoord was een laatste wanhopige poging erkenning te vinden<br />
als revolutionair binnen het kleine kringetje van terroristen om<br />
haar heen. tevens was het een laatste uithaal naar de duitse autoriteiten,<br />
die haar met hun genadeloze klopjacht en trial by media<br />
mede in deze rol hadden geduwd, en daar nog geruime tijd voor<br />
moesten boeten met een buitengewoon slechte pers in binnen- en<br />
buitenland. Zo werd in Nederland in driekwart van de televisieuitzendingen<br />
naar aanleiding van de dood van <strong>Meinhof</strong> betwijfeld<br />
of het wel echt zelfmoord was geweest. 36<br />
Hoewel <strong>Meinhof</strong> met haar dood haar volledige toewijding aan<br />
de revolutie had willen bewijzen, slaagde ze er niet in het persoonlijke<br />
volledig in het politieke op te laten gaan. Haar biografie werd<br />
in ultralinkse kringen gereduceerd tot martelaar voor de revolutie,<br />
in de burgerlijke pers bleef ze als ‘ontaarde moeder’ voortleven.<br />
Haar eigen dochter Bettina droeg hieraan bij door in de jaren<br />
daarna de ellende en wrok van zich af te schrijven die ze jegens<br />
haar moeder koesterde. Ze vergaf het haar moeder nooit dat die<br />
haar kinderen aan haar revolutionaire waandenkbeelden had willen<br />
opofferen.<br />
u l r i k e m e i n h o f, ‘o n t a a r d e m o e d e r ’<br />
41