RAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar de ... - Nldata

RAPPORT VAN BEVINDINGEN
Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij
de Rosaschool
Plaats : 's-Gravenhage
BRIN-nummer : 06MV
Onderzoeksnummer : 122783
Datum schoolbezoek : 12 mei 2011
Rapport vastgesteld te Zoetermeer op : 21 september 2011

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering de Rosaschool | 12 mei 2011
Inhoud
1 Inleiding 5
2 Bevindingen 7
3 Toezichtarrangement 13
pagina 3 van 13

1 Inleiding
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering de Rosaschool | 12 mei 2011
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 12 mei 2011 een onderzoek naar
kwaliteitsverbetering uitgevoerd op de Rosa basisschool naar aspecten van de
kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving.
De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende.
Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd op 18 februari 2008 stelde de
inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten, het onderwijsleerproces en de
kwaliteitszorg. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op
4 juli 2008. De kwaliteit van het onderwijs is toen als zwak beoordeeld en de
inspectie heeft haar toezicht geïntensiveerd. Om na te gaan of de eerder
vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven en de kwaliteit van het onderwijs
weer voldoende is, heeft de inspectie nu een afsluitend onderzoek naar de
kwaliteitsverbetering uitgevoerd.
Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de
inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke
voorschriften.
Toezichthistorie
De inspectie heeft op verschillende momenten geconstateerd dat de
eindopbrengsten van de Rosa basisschool zorgelijk zijn. Voor het eerst is dat op
24 januari 2006 (jaarlijks onderzoek) gebeurd. De opbrengsten waren zeer
zorgelijk. Van de beoordeelde jaren (2003, 2004 en 2005) waren 2003 en 2004
onvoldoende. In het rapport van bevindingen stelde de inspectie dat de school
niet tevreden mocht zijn met de opbrengsten, want het positief oordeel is
gebaseerd op één jaar dat net boven de ondergrens van de inspectienorm ligt.
Tijdens het kwaliteitsonderzoek van 18 februari 2008 beoordeelde de inspectie
de opbrengsten van de jaren 2005, 2006 en 2007 onvoldoende.
De eindresultaten van 2005 die tijdens het jaarlijks onderzoek in 2006
voldoende waren beoordeeld, heeft de inspectie opnieuw berekend. Toen bleken
ze alsnog onder de ondergrens van de inspectienorm te liggen. Er zijn toen
afspraken met het bestuur gemaakt om de kwaliteit van het onderwijs en de
opbrengsten te verbeteren. Op 10 juni 2010 is een tussentijds
kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. Ondanks positieve ontwikkelingen in het
onderwijsleerproces en de zorg en begeleiding, is het de school niet gelukt om
eindopbrengsten te behalen die boven de ondergrens van de inspectienorm
liggen. Over het geheel gezien concludeert de inspectie dat de eindopbrengsten
vanaf 2003 tot en met 2011 onvoldoende zijn. Er zijn inmiddels negen cohorten
die op een gemiddeld laag niveau de school hebben verlaten of binnenkort gaan
verlaten.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en
het zorgplan bij de inspectie.
• Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijke
verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan.
• Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland.
• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij
de inspectie aanwezig zijn.
pagina 5 van 13

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering de Rosaschool | 12 mei 2011
• Analyse van documenten die de school voorafgaand aan het
schoolbezoek heeft toegestuurd, te weten
• Analyse eindtoets 2011
• Kwaliteitsplan: Directe instructie
• Eindverslag externe begeleiding
• Jaarplan 2010-2011
• Projectplan opbrengstgericht werken 'De Zwerm'
• Doelstelling van GIP en didactisch handelen
• Conceptplan verbetering opbrengsten groep 6, 7 en 8 in
2011-2012
• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de
onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van
lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze
lesbezoeken vonden plaats in de groepen 1B, 2A, 3A, 4C, 5A,
6B, 7A, 7B, 8A en 8B.
• Gesprekken met de directie en de intern begeleiders over de kwaliteit van
de indicatoren.
• Een gesprek met leraren.
• Een eindgesprek met de directie en een vertegenwoordiging van het
bevoegd gezag.
Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie indicatoren van de volgende
aspecten: opbrengsten, onderwijsleerproces, zorg en begeleiding en de
kwaliteitszorg.
Toezichtkader
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het
Toezichtkader po/vo 2009 en de notitie Analyse en waarderingen van
opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op
www.onderwijsinspectie.nl.
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de
onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Dit wordt gevolgd door een
beschouwing waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar
mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3
geeft het toezichtarrangement weer.
pagina 6 van 13

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering de Rosaschool | 12 mei 2011
2 Bevindingen
2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel
In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit
onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader
primair onderwijs 2009. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag
geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn
gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie
het Toezichtkader po/vo 2009 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen
zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate
de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. slecht
2. onvoldoende
3. voldoende
4. goed
5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten
1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de
basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van
de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden
verwacht.
1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en
voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten
minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de
leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen
zich naar hun mogelijkheden.
1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een
niveau dat mag worden verwacht.
Kwaliteitsaspect 2 Leerstofaanbod
2.1 * Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en
rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te
bereiken doelstellingen.
2.2 * De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en
wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met
het niveau van leerjaar 8.
2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar
aan.
2.4 * De school met een substantieel aantal leerlingen met een
leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die
passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een
taalachterstand.
2.5 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te
ontwikkelen.
1 2 3 4 5
pagina 7 van 13
1 2 3 4

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering de Rosaschool | 12 mei 2011
Kwaliteitsaspect 3 Tijd
3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande
onderwijstijd.
Kwaliteitsaspect 4 Schoolklimaat
4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op
een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan.
1 2 3
4
1 2 3
4
Kwaliteitsaspect 5 Didactisch handelen
1 2 3 4
5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
Kwaliteitsaspect 6 Afstemming
6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in
ontwikkeling tussen de leerlingen.
6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen
in ontwikkeling tussen de leerlingen.
Kwaliteitsaspect 7 Begeleiding
7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van
genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de
prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in
de ontwikkeling van de leerlingen.
1 2
3 4
1 2 3 4
Kwaliteitsaspect 8 Zorg
1 2 3 4
8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig
hebben.
8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt
de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
8.3 * De school voert de zorg planmatig uit.
8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg
1 2 3 4
9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar
leerlingenpopulatie.
9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de
gerealiseerde onderwijskwaliteit.
pagina 8 van 13

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering de Rosaschool | 12 mei 2011
Kwaliteitsaspect 10 Voorwaarden voor kwaliteitszorg
1 2 3 4
10.1 De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de
kwaliteitszorg aan.
10.2 De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs,
zoals geformuleerd in het schoolplan.
10.3 De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur.
10.4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere
belanghebbenden betrokken.
Naleving wet- en regelgeving
NT1a De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16,
lid 2 en 3, WPO).
NT2a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16,
lid 1 en 3, WPO)
NT3a De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid
3, WPO).
NT4a Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan
de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).
NT4b Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd
voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO).
2.2 Beschouwing
ja nee
Algemeen beeld
De inspectie concludeert dat het onderwijs op de Rosa basisschool nog steeds
risico's kent. Tussen 2008 en 2011 is de kwaliteit van het onderwijs te weinig
verbeterd en op onderdelen zelfs achteruit gegaan. De inspectie handhaaft
daarom haar intensieve toezicht, dat in 2008 is begonnen. Er is toen een
verbeterplan opgesteld. Ondanks dit plan en alle inspanningen van bestuur,
directie en team is het niet gelukt om voldoende eindopbrengsten te behalen en
de tekortkomingen in het onderwijs, die in 2008 waren geconstateerd, weg te
werken. Daarnaast zijn er in het leerstofaanbod en de begeleiding andere
belangrijke tekortkomingen aan het licht gekomen.
Hieronder volgt een toelichting op het oordeel.
Opbrengsten
De eindresultaten (2009, 2010 en 2011) voor Nederlandse taal en rekenen en
wiskunde van de Rosa basisschool zijn onvoldoende. Ook de eindopbrengsten
van de jaren 2003 tot en met 2008 voldeden al niet aan de minimumnormen.
Totaal hebben dus inmiddels negen cohorten leerlingen met gemiddeld een te
laag niveau de school verlaten. Dit is niet in lijn met de ambities van de school
en stemt niet overeen met de kenmerken van de leerlingen van wie zeventig
procent ouders een middelbare tot hoge opleiding heeft genoten. Het had
daarom meer voor de hand gelegen dat er hogere opbrengsten zouden zijn
behaald dan nu het geval is. In tegenstelling tot de eindresultaten, zijn de
tussenopbrengsten die in het schooljaar 2010-2011 zijn geboekt op de
onderscheiden toetsen voor technisch lezen in de groepen 3 en 4, voor
begrijpend lezen in groep 6 en voor rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6,
voldoende.
pagina 9 van 13

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering de Rosaschool | 12 mei 2011
De inspectie vindt de discrepantie tussen de eind- en tussenopbrengsten
opmerkelijk, want bij voldoende tussenopbrengsten zou de school hogere
eindopbrengsten moeten behalen. Maar dat is niet het geval. Daarom heeft de
inspectie een analyse gemaakt van de opbrengsten van begrijpend lezen en
rekenen. Uit deze analyse blijkt dat er sprake is van een grillig beeld in de
voortgang van de opbrengsten van de leerlingen. In de bovenbouwgroepen daalt
voor taal en rekenen de leerwinst die de leerlingen in de onder- en middenbouw
hebben opgebouwd. De daling in groep 7 is zo groot dat tweederde deel van de
leerlingen voor begrijpend lezen en ongeveer de helft voor rekenen een
achterstand van één jaar of meer heeft. Dit blijkt uit de entreetoets van groep 7
van 2010 (de huidige groep 8). Bij analyse van de tussentoetsen die de
leerlingen uit de huidige groep 8 in voorafgaande jaren hebben gemaakt blijkt
tevens dat de curve van de toename in vaardigheidsscores vanaf groep 6 een
knik omlaag te zien geeft. Ook dat onderstreept de bevinding op basis van de
entreetoets
Indicator 1.5
Over indicator 1.5 spreekt de inspectie geen oordeel uit. De school bepaalt de
opbrengsten van de sociale competenties van de leerlingen nog niet met een
landelijk genormeerd instrument.
Mogelijke oorzaken van de onvoldoende eindopbrengsten en de grillige
tussenopbrengsten liggen bij het leerstofaanbod, de afstemming van het
onderwijs op de verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen, de begeleiding, de
evaluatie van de opbrengsten en het onderwijsleerproces, de borging van de
schoolbrede afspraken en de aansturing van de schoolontwikkeling.
Leerstofaanbod
De school geeft aan ontevreden te zijn over de in gebruik zijnde methode voor
het onderwijs in rekenen en wiskunde. Dat heeft de leraren in groep 8 er - na
bespreking met de schoolleiding - toe gebracht het door de methodeschrijvers
voorziene leerstofaanbod te herordenen tot een soort modules die afzonderlijk
worden aangeboden. De inspectie komt op basis hiervan tot de conclusie dat
onvoldoende leerlingen uit groep 8 de leerstofinhouden zoals door de
methodeschrijvers is voorzien aangeboden krijgen. Methodeschrijvers maken bij
de opbouw van leerinhouden bewuste keuzes ten aanzien van opvolging in het
aanbod. Daarvan kan niet zonder risico van verlies aan beoogd leerstofaanbod
worden afgeweken.
Afstemming
De school heeft na het onderzoek van 2008 geïnvesteerd in de kwaliteit van het
didactisch handelen van leraren en de afstemming van het onderwijs op de
verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen (GIP, differentiatieplan en directe
instructie). Ook bieden de methoden hiertoe voldoende mogelijkheden. Hoewel
dit bij een aantal leerkrachten herkenbaar is in de lessen, heeft de inspectie in te
veel klassen lessen gezien met een klassikale aanpak, terwijl de verscheidenheid
van niveaus binnen de groep om een meer gedifferentieerde aanpak vroeg
(indicator 6.2). De afstemming bij de verwerking beoordeelt de inspectie als
voldoende (indicator 6.3), aangezien voor snellere leerlingen meer
verwerkingsopdrachten voorzien werden. Toch maakt de inspectie hierbij de
aantekening dat het bij afstemming in de verwerking bij snellere leerlingen niet
hoofdzakelijk zou moeten gaan om meer, maar vooral ook om pittigere
opdrachten.
pagina 10 van 13

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering de Rosaschool | 12 mei 2011
Een ander punt ten behoeve van de afstemming van het onderwijs op de
verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen is de analyse van de resultaten van
de methodengebonden toetsen (indicator 7.2). Niet alle leraren analyseren deze
gegevens in voldoende mate. Zij geven in de klassenmap aan wat zij aan extra
hulp bieden dan wel hebben geboden (differentiatieplan), maar de daaraan ten
grondslag liggende (fouten)analyse maken zij binnen de huidige opzet
onvoldoende duidelijk. Wat leerlingen al kennen en kunnen en met welke
onderdelen ze moeite hebben komt daardoor te weinig systematisch in beeld.
Daarom lukt het nog niet om in het onderwijs rekening te houden met de
capaciteiten van de individuele leerling en is niet duidelijk of de geboden extra
hulp in de klas passend is bij de problematiek van de leerling.
Kwaliteitszorg
Hoewel de inspectie de kwaliteitszorg tijdens het tussentijds kwaliteitsonderzoek
(TKO) op 23 november 2010 als voldoende heeft beoordeeld, komt zij nu tot de
conclusie dat de indicatoren 9.2, 9.3 en 9.5 aandachtspunten zijn. Nu komt naar
voren dat de school wel verschillende plannen heeft om de kwaliteit van haar
onderwijs te verbeteren en voldoende eindresultaten te behalen, maar de relatie
tussen de trendanalyses en de aansturing op schoolniveau door de schoolleiding
is nog niet zichtbaar in de praktijk. Leraren hebben wat dat betreft nog teveel
handelingsvrijheid om zelf een eigen richting te geven aan de schoolbrede
afspraken.
Een belangrijk element van de kwaliteitszorg, namelijk het tussentijds monitoren
van en het sturen op opbrengsten, krijgt niet de aandacht die nodig is. De intern
begeleider benut de gegevens van het leerlingvolgsysteem wel om analyses te
maken. De analyse van de resultaten worden op dit moment vooral vanuit het
perspectief van de leerlingenzorg bekeken en worden door de schoolleiding nog
niet op schoolniveau benut ten behoeve van de interne kwaliteitszorg. Directie
en leraren reflecteren nog te weinig met elkaar op de kwaliteit van het
onderwijs. Zo zijn oorzaken voor de onvoldoende eindopbrengsten van 2011 niet
gezocht in de kwaliteit van het onderwijs, maar bij de leerlingen. Dit blijkt uit
een overzicht van extra zorg die de leerlingen hebben gekregen en de specifieke
problemen die ze hebben.
Het is zaak om een kwaliteitsslag te maken om de neergaande trend te keren.
Dit vraagt naast de inzet van de intern begeleider bovenal om een meer actieve
en sturende rol van de schoolleiding. Zo ontbreekt het de school nog aan
handvatten om haar kwaliteit goed in beeld te brengen. Daarbij denkt de
inspectie aan instrumenten voor zelfevaluatie, waarmee de school de kwaliteit
van haar onderwijs kan bepalen. De evaluatie van het onderwijsleerproces is in
tegenstelling tot het vorige bezoek (2010) als onvoldoende beoordeeld, omdat
er vorig jaar geen evaluatie heeft plaats gevonden. Daardoor is er geen
overzicht wat goed gegaan is en wat niet, maar er is wel een jaarplan voor
2010-2011 opgesteld. Daarnaast is het nodig doelen van het
onderwijsleerproces in termen van opbrengsten te formuleren. De activiteiten
moeten zichtbaar leiden tot een verhoging van de leerresultaten. Het plannen
van evaluatiemomenten aan de hand van doelen en criteria en het planmatig
uitwerken van ontwikkeltrajecten is nog geen gewoonte in de school. Daarnaast
houden niet alle leraren zich aan gemaakte afspraken, bijvoorbeeld op het
gebied van het invullen van het differentiatieplan en de afstemming van
onderwijs op verschillen tussen leerlingen.
pagina 11 van 13

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering de Rosaschool | 12 mei 2011
Professionele schoolcultuur
Hoewel de directie een verbetertraject in 2008 heeft ingezet om te komen tot
meer eenduidigheid in het onderwijs, constateert de inspectie dat er nog
behoorlijke verschillen zijn tussen leraren. De professionele schoolcultuur is dan
ook een aandachtspunt. Dit is in eerste instantie een belangrijke taak van de
directie, maar hierin dragen de leraren ook een verantwoordelijkheid.
De inspectie heeft de indruk dat leraren veel vrijheid hebben om zelf invulling te
geven aan de dagelijkse gang van zaken in de groep. Daardoor zijn er
belangrijke verschillen in werkwijze tussen leraren ontstaan. De inspectie
signaleert dan ook dat de schoolbrede afspraken over de afstemming van het
onderwijs op de verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen en het bijhouden
en analyseren van methodengebondentoetsen nog niet op een eenduidige,
vergelijkbare wijze worden nagekomen. Een versterking van een systematische
aansturing van de schoolontwikkeling en kwaliteitszorg is noodzakelijk. Het is
belangrijk dat de schoolontwikkeling verbonden is met de visie en de doelen die
zijn beschreven in het schoolplan. Tevens kan de professionele schoolcultuur
worden verbeterd door bijvoorbeeld duidelijke besluitvormingsprocessen,
efficiënte manieren van samenwerken en een oplossingsgerichte en
resultaatgerichte manier van werken.
pagina 12 van 13

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering de Rosaschool | 12 mei 2011
3 Toezichtarrangement
De kwaliteit van het onderwijs vertoont nog steeds belangrijke tekortkomingen
en is derhalve als zwak beoordeeld. Om deze reden handhaaft de Inspectie van
het Onderwijs het aangepast arrangement voor de Rosa basisschool. De school
blijft dus onder intensief toezicht vallen. Met het bevoegd gezag is afgesproken
dat de onderwijskwaliteit in 2012 weer van voldoende niveau is. De inspectie
voert in 2012 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn
opgeheven en zal bij onvoldoende eindopbrengsten de kwaliteit van het
onderwijs als zeer zwak beoordelen. In aanvulling hierop maakt de inspectie
nadere afspraken met het bevoegd gezag over te bereiken tussenresultaten en
eventueel tussentijdse onderzoeken naar bereikte verbeteringen. Deze
afspraken legt de inspectie vast in een toezichtplan.
Het bevoegd gezag dient binnen zes werkweken gerekend vanaf de vaststelling
van het rapport een plan van aanpak aan de inspectie te sturen.
De inspectie beziet of het plan van aanpak voldoet aan de volgende kenmerken:
• de voorgenomen activiteiten sluiten aan bij de geconstateerde
kwaliteitsproblemen;
• de activiteiten zijn voldoende concreet beschreven en gepland zodat de
inspectie er in het vervolg van het toezicht op kan aansluiten;
• het is aannemelijk dat het plan van aanpak leidt tot een verbetering van
de eindopbrengsten.
pagina 13 van 13