Oefening 2 - TopHealthPartners
Oefening 2 - TopHealthPartners
Oefening 2 - TopHealthPartners
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tophealthpartners<br />
protocol: Whiplash Associated Disorder
Inhoudsopgave<br />
- 2 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
pagina<br />
1 Inleiding 3<br />
2 Inclusie-Exclusiecriteria 4<br />
3 Profielen 5<br />
4 Procesgerichte beschrijving 7<br />
5 De anamnese 13<br />
6 Het lichamelijk onderzoek 14<br />
7 Behandeling 17<br />
8 Prognostische factoren 20<br />
9 Klinimetrie 21<br />
10 Bijlages<br />
1)VAS 24<br />
2)TAMPA schaal voor kinesiofobie 24<br />
3)Neck Disability Index 25<br />
4)Pijn Coping Inventarisatielijst 27<br />
5)Informatiefolder whiplash 28<br />
6)Huiswerkoefeningen 30<br />
7)Eindrapportage 39<br />
© www.tophealthpartners.nl
1 Inleiding<br />
- 3 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Het Whiplash Associated Disorder (WAD) protocol beschrijft het fysiotherapeutisch<br />
diagnostisch en therapeutisch proces bij cliënten met klachten als gevolg van WAD<br />
gedefinieerd volgens de Quebec Task Force on Whiplash Associated Disorders<br />
(QTF WAD) graad 1 en 2 (tabel 1). Clienten worden zoveel mogelijk behandeld<br />
volgens het protocol, er kan echter worden afgeweken van het protocol indien de<br />
situatie van de patiënt dit vereist. De KNGF-richtlijn WAD is het uitgangspunt voor dit<br />
protocol.<br />
Klinische classificatie van WAD<br />
0= geen nekklachten, geen subjectieve en<br />
objectieve afwijkingen<br />
1= pijn, stijfheid of gevoeligheid in de nek,<br />
geen objectieve afwijkingen<br />
2= nekklachten en andere klachten van het<br />
houdings- en bewegingsapparaat (zoals<br />
afgenomen mobiliteit, drukpuntgevoeligheid<br />
3= nekklachten en neurologische symptomen<br />
4= nekklachten en fracturen of dislokatie<br />
Tabel 1
2 Inclusie-exclusiecriteria<br />
- 4 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Onderstaande inclusie- en exclusiecriteria worden gehanteerd voor het bepalen van<br />
de indicatie voor begeleiding volgens het WAD protocol.<br />
Inclusiecriteria:<br />
-WAD trauma in voorgeschiedenis<br />
-WAD 1-2<br />
-patiënt is voldoende leerbaar en trainbaar<br />
Exclusiecriteria<br />
-WAD 3-4<br />
-red flags
3 Profielen<br />
- 5 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Het protocol wordt beschreven aan de hand een tijdsas en van profielen (schema 1,<br />
tabel 2).<br />
De KNGF richtlijn hanteert de volgende tijdsindeling vanaf het tijdsstip van het<br />
ongeval in 5 fasen om de gevolgen van het WAD letsel te beoordelen in functie van<br />
de tijd<br />
►Fase 1 0-4 dagen<br />
Fase 2 4 dagen – 3 weken<br />
natuurlijk beloop gunstig<br />
►Fase 3 3-6 weken<br />
natuurlijk beloop minder gunstig<br />
►Fase 4 6 weken -3 maanden natuurlijk beloop ongunstig, dreigende<br />
chroniciteit, disfunctioneren als persoon<br />
►Fase 5 > 3 maanden natuurlijk beloop ongunstig, chroniciteit,<br />
disfunctioneren als persoon. Afwijkend beloop<br />
Cliënten worden ingedeeld binnen een profiel afhankelijk van de verstreken tijd na<br />
het ongeval, het beloop van de klachten en de presentatie van de klachten<br />
Profiel 1a: fase 1 0-4dgn<br />
Profiel 1b: fase 1 0-4dgn, pijn en bewegingsbeperking van de cervicale<br />
wervelkolom staan op de voorgrond<br />
Profiel 2a: fase 2 4 dagen -3 weken<br />
Profiel 2b: fase 2 4-dagen-3weken, pijn en bewegingsbeperking van de cervicale<br />
wervelkolom staan op de voorgrond.<br />
Profiel 3a: fase 3 3 weken tot 6 weken, normaal beloop<br />
Profiel 3b: fase 3 3 weken tot 6 weken, afwijkend beloop indien binnen 4 weken<br />
geen vooruitgang op het nivo van activiteiten en participatie zichtbaar is<br />
Profiel 4a: fase 4 6 weken tot 3 maanden, normaal beloop<br />
Profiel 4b: fase 4 6 weken tot 3 maanden, afwijkend beloop indien er geen<br />
vooruitgang zichtbaar is ten aanzien van activiteiten en participatie.<br />
Profiel 5: fase 5 >3 maanden, chronische pijnklachten aan het houdings- en<br />
bewegingsapparaat<br />
Tabel 2
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
Is er sprake van WAD 1of 2 nee<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
geen indicatie protocol<br />
Ja<br />
Bestaan de klachten langer dan 4 dagen nee Staan pijn en<br />
bewegingsbeperking nee<br />
van de cwk op de<br />
voorgrond Profiel 1a<br />
ja<br />
Ja<br />
Profiel 1b<br />
nee<br />
Bestaan de klachten langer dan 3weken Staan pijn en<br />
bewegingsbeperking nee<br />
Van de cwk op de<br />
voorgrond Profiel 2a<br />
- 6 (van 39) -<br />
ja<br />
Profiel 2 b<br />
Bestaan de klachten langer dan 6 weken Is er sprake van een<br />
normaal beloop nee<br />
Ja<br />
Profiel 3b<br />
ja<br />
Profiel 3a<br />
Bestaan de klachten langer dan 3 maanden nee Is er sprake van een<br />
normaal beloop nee<br />
Profiel 5<br />
Profiel 4b<br />
Ja<br />
ja<br />
Profiel 4a
4 Procesgerichte beschrijving<br />
Aanmelding of verwijzing<br />
Diagnostisch proces<br />
Anamnese<br />
Onderzoek<br />
Analyse<br />
Behandelplan<br />
Therapeutisch proces<br />
Behandeling<br />
Evaluatie<br />
Afsluiting<br />
- 7 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl
Fase 1 0-4dgn<br />
Aanmelding of verwijzing<br />
Diagnostisch proces<br />
1)anamnese volgens KNGF richtlijn<br />
VAS, NDI<br />
2)lichamelijk onderzoek<br />
*inspectie<br />
*actief oriënterend onderzoek cwk en schoudergordel<br />
*aanvullend bewegingsonderzoek en/of neurologisch onderzoek<br />
indien hiervoor in de anamnese aanleiding is.<br />
3)analyse<br />
4)behandelplan<br />
-pijn en bewegingsbeperking staan niet op de voorgrond<br />
1 behandeling: advies, voorlichting<br />
-pijn en bewegingsbeperking cwk staan op de voorgrond<br />
2 of meerdere behandelingen: advies, voorlichting, oefentherapie<br />
- 8 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Therapeutisch proces<br />
Behandeling<br />
Profiel 1a:het begeleiden in de vorm van voorlichting, informatie geven<br />
(informatiebrief WAD meegeven bijlage 5).<br />
Profiel 1b: het begeleiden in de vorm van voorlichting, informatie geven, het oefen<br />
en sturen van de actieve bewegingsvrijheid van de cervicale wervelkolom<br />
(informatiebrief WAD meegeven bijlage 5).<br />
Eventueel overleg met huisarts over medicijngebruik.<br />
Evaluatie<br />
Profiel 1a patiënt neemt telefonisch contact op indien na 3 weken de activiteiten<br />
onvoldoende zijn opgebouwd, pijn op de voorgrond blijft staan.<br />
Profiel 1b 3 weken na het ongeval vindt er evaluatie plaats (o.a. VAS, actieve<br />
mobiliteit cwk)<br />
Afsluiting<br />
Eindrapportage aan eventuele verwijzer/huisarts (profiel 1a standaardbrief zie<br />
bijlage 7)
Fase 2 4dagen-3weken<br />
Aanmelding of verwijzing<br />
Diagnostisch proces<br />
1)anamnese volgens KNGF richtlijn<br />
VAS, NDI<br />
2)lichamelijk onderzoek<br />
*inspectie<br />
*actief oriënterend onderzoek cwk en schoudergordel<br />
*aanvullend bewegingsonderzoek en/of neurologisch onderzoek<br />
indien hiervoor in de anamnese aanleiding is.<br />
3)analyse<br />
4)behandelplan<br />
-pijn en bewegingsbeperking staan niet op de voorgrond<br />
1 behandeling: advies, voorlichting<br />
-pijn en bewegingsbeperking cwk staan op de voorgrond<br />
2 of meerdere behandelingen: advies, voorlichting, oefentherapie<br />
- 9 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Therapeutisch proces<br />
Behandeling<br />
Profiel 2a:het begeleiden in de vorm van voorlichting, informatie geven<br />
(informatiebrief WAD meegeven bijlage 5).<br />
Profiel 2b: het begeleiden in de vorm van voorlichting, informatie geven, het oefen<br />
en sturen van de actieve bewegingsvrijheid van de cervicale wervelkolom<br />
(informatiebrief WAD meegeven bijlage 5).<br />
Eventueel overleg met huisarts over medicijngebruik.<br />
Evaluatie<br />
Profiel 2a patiënt neemt telefonisch contact op indien na 3 weken de activiteiten<br />
onvoldoende zijn opgebouwd, pijn op de voorgrond blijft staan.<br />
Profiel 2b 3 weken na het ongeval vindt er evaluatie plaats (o.a. VAS, actieve<br />
mobiliteit cwk)<br />
Afsluiting<br />
Eindrapportage aan eventuele verwijzer/huisarts (profiel 2a standaardbrief zie<br />
bijlage 7)
Fase 3 3-6 weken<br />
Aanmelding of verwijzing<br />
- 10 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Diagnostisch proces<br />
1) Anamnese volgens KNGF-richtlijn<br />
VAS, NDI, dagschema, TSK, PCI<br />
2) Inspectie<br />
3) Lichamelijk onderzoek<br />
Geïnventariseerd worden de actuele stoornissen in:<br />
-fysiologische functies<br />
-psychische functies<br />
-actuele beperkingen in activiteiten<br />
-de mate van participatie<br />
4)Behandelplan<br />
Profiel 3a 2 behandelingen: advies, voorlichting<br />
Profiel 3b meerdere behandelingen:advies, voorlichting, verbeteren functies,<br />
verhogen activiteiten/participatie<br />
Therapeutisch proces<br />
Behandeling<br />
Profiel 3a<br />
Het begeleiden in de vorm van voorlichting, informatie geven (informatiebrief WAD<br />
meegeven bijlage 5)<br />
Het stimuleren van bewegingsactiviteiten, tot eigenverzorging, vrije tijdsbesteding,<br />
werk, huishoudelijke activiteiten etc<br />
Profiel 3b<br />
Het begeleiden in de vorm van voorlichting, informatie geven (informatiebrief WAD<br />
meegeven bijlage 5)<br />
Het verbeteren, oefenen en verhogen van bewegingsactiviteiten<br />
Het oefenen van relevante functies die in relatie staan met beperkte activiteiten,<br />
verminderde sociale participatie<br />
Het stimuleren tot, vergroten van mate van participatie in eigenverzorging, vrije<br />
tijdsbesteding, werk, huishoudelijke activiteiten etc<br />
Evaluatie<br />
Profiel 3a patiënt neemt contact op indien binnen 6 weken geen vooruitgang<br />
merkbaar is ten aanzien van activiteiten en participatie.<br />
Profiel 3b tussentijdse evaluatie 3-4 weken na starten behandeling<br />
Afsluiting<br />
Profiel 3a Eindrapportage aan eventuele verwijzer/huisarts
Fase 4 6 weken-3 maanden<br />
Aanmelding of verwijzing<br />
- 11 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Diagnostisch proces<br />
1)Anamnese volgens KNGFrichtlijn<br />
VAS, TSK, dagschema, PCI<br />
2)Inspectie<br />
3)Lichamelijk onderzoek:<br />
Geïnventariseerd worden de actuele stoornissen in:<br />
-fysiologische functies<br />
-psychologische functies<br />
-actuele beperkingen in activiteiten<br />
-de mate van participatie<br />
4)behandelplan<br />
profiel 4a 2 behandelingen: voorlichting, advies<br />
profiel 4b meerdere behandelingen: voorlichting advies, verbeteren functies,<br />
verhogen activiteiten en participatie<br />
Therapeutisch proces<br />
Behandeling<br />
Profiel 4a<br />
Het begeleiden in de vorm van voorlichting informatie geven<br />
Het stimuleren van bewegingsctiviteiten, tot eigenverzorging, vrijetijdsbesteding,<br />
werk, huishoudelijke activiteiten etc<br />
Profiel 4b<br />
Het begeleiden in de vorm van voorlichting, informatie geven.<br />
Het verbeteren, oefen en verhogen van bewegingsactiviteiten<br />
Het oefenen van relevantie functies die in relatie staan tot beperkte activiteiten,<br />
verminderde sociale participatie<br />
Het stimuleren tot, vergroten van mate van participatie in eigen verzorging, vrije<br />
tijdsbeste ding, werk, huishoudelijke activiteiten etc.<br />
Evaluatie<br />
Profiel 4a: patiënt neemt contact op indien hij functies, activiteiten en participatie<br />
niet heeft kunnen hervatten.<br />
(Afwijkend beloop indien functies, activiteiten en participatie niet zijn hervat.)<br />
Afsluiting<br />
Profiel 4a:Eindrapportage naar eventuele verwijzer/huisarts
Fase 5-6 langer dan 3 maanden<br />
Aanmelding of verwijzing<br />
Diagnostisch proces<br />
- 12 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
1)Anamnese volgens KNGF-richtlijn<br />
VAS, TSK, dagschema, PCI<br />
2)inspectie<br />
3)Lichamelijk onderzoek<br />
Geïnventariseerd worden de actuele stoornissen in:<br />
-psychologische functies<br />
-actuele beperkingen in activiteiten<br />
-de mate van participatie<br />
-fysiologische functies in relatie staand tot beperkingen in activiteiten en participatie<br />
4)Behandelplan<br />
Voorlichting advies, verhogen van activiteiten en participatie<br />
Therapeutisch proces<br />
Behandeling:<br />
Tijdscontigent gedragsgeoriënteerde benadering<br />
Het begeleiden in de vorm van voorlichting en informatie geven<br />
Het verbeteren, oefenen en vergroten van bewegingsactiviteiten<br />
Het stimuleren tot, vergroten van mate van participatie in eigen verzorging, vrije<br />
tijdsbesteding, werk, huishoudelijke activiteiten etc.<br />
Het oefenen van relevante functies die in relatie staan met beperkte activiteiten,<br />
verminderde sociale participatie<br />
Evaluatie:<br />
Na 6 en 12 weken (eindevaluatie)<br />
Afsluiting<br />
Eindrapportage aan eventuele verwijzer/huisarts
5 De anamnese<br />
- 13 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Aandachtspunten tijdens de anamnese zijn<br />
Inventarisatie huidige klachten/hulpvraag van de patiënt<br />
Inventarisatie ongevalgerelateerde gegevens:<br />
- situatie vóór de WAD: preëxistente (soortgelijke) klachten, activiteiten, participatie<br />
- toedracht van het ongeval<br />
Inventarisatie beloop in de tijd:<br />
- stoornissen, beperkingen, participatieproblemen: ernst en soort<br />
- eerdere diagnostiek en behandeling en resultaat hiervan<br />
- eerder verkregen informatie (welke informatie, door wie gegeven)<br />
Wijze van omgaan met klachten:<br />
- welke betekenis kent de patiënt toe aan zijn klachten<br />
- heeft de patiënt controle over zijn klachten<br />
Inventarisatie status praesens:<br />
- systematisch bevragen van verschillende functies, activiteiten, participatie<br />
- staat de belasting (biopsychosociaal) in verhouding met de belastbaarheid<br />
- huidige behandeling: medicijngebruik/andere behandeling<br />
- informatiebehoefte van de patiënt<br />
De volgende meetintrumenten kunnen worden gebruikt<br />
• VAS:<br />
hiermee wordt de intensiteit van de ‘belangrijkste klacht(en)’ in kaart gebracht. Het is aan<br />
te bevelen de VAS op vaste tijden af te nemen.<br />
• Neck Disability Index (NDI):<br />
hiermee kan het functioneren van de patiënt systematisch in kaart worden gebracht.<br />
• dagschema:<br />
hiermee worden de activiteiten in kaart gebracht. Bijvoorbeeld: de patiënt houdt gedurende<br />
een week dagschema’s bij waarop hij vermeldt welke<br />
activiteiten hij doet, hoe vaak en hoe lang hij deze activiteiten uitvoert en of de activiteiten<br />
leiden tot (afname, gelijk blijven of toename van de) klachten. Tevens wordt genoteerd wat<br />
iemand doet bij toenemende klachten (bijvoorbeeld pijnmedicatie nemen, rusten of<br />
afleiding zoeken).<br />
▪TSK , TAMPA-schaal voor kinesiofobie:<br />
hiermee wordt bewegingsangst gemeten.<br />
▪Pijn Coping Inventarisatielijst:<br />
hiermee wordt copinggedrag gemeten.
6 Lichamelijk onderzoek<br />
- 14 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
De strategie voor het lichamelijk onderzoek is afhankelijk van de in de anamnese<br />
verkregen informatie.Het lichamelijk onderzoek kan onder andere bestaan uit:<br />
-Inspectie<br />
-Functieonderzoek van de cwk en schoudergordel<br />
-Coördinatie test beschreven door Lanser en Verhagen (musculaire stabiliteit)<br />
-Evenwichtstest volgens Brinkman et. al<br />
-Oriënterend neurologisch onderzoek<br />
-Oriënterend onderzoek van de basisvaardigheden<br />
Uitwerking van enkele tests om functies te onderzoeken<br />
Inspectie:<br />
bijvoorbeeld<br />
-activiteiten uit het dagelijkse leven<br />
-houding en gang<br />
-standsveranderingen van de wervelkolom<br />
-vormveranderingen<br />
-gebruik kunst-hulpmiddelen<br />
Functieonderzoek van de cervicale wervelkolom<br />
-actief uit te voeren bewegingen kunnen zijn<br />
Ventraalflexie - Dorsaalflexie<br />
Rotatie<br />
Lateroflexie<br />
Ventraalflexie-lateroflexie-homolaterale rotatie<br />
Dorsaalflexie -lateroflexie-homolaterale rotatie<br />
Ventraalflexie-lateroflexie-heterolatarale rotatie<br />
Dorsaalflexie-lateroflexie-heterolaterale rotatie<br />
-het geleid actief regionaal onderzoek kan bestaan uit<br />
* Hoogcervicaal:<br />
Belast of onbelast<br />
Ventraalflexie - Dorsaalflexie<br />
Ventraalflexie-lateroflexie-heterolaterale rotatie<br />
Dorsaalflexie-lateroflexie-heterolaterale rotatie<br />
* (Mid)cervicaal<br />
Belast of onbelast<br />
Ventraalflexie - Dorsaalflexie<br />
Ventraalflexie-lateroflexie-homolaterale rotatie<br />
Dorsaalflexie-lateroflexie-homolaterale rotatie<br />
Afhankelijk van het actieve onderzoek heteroniem gekoppelde bewegingen
- 15 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
-Instabiliteitsonderzoek:<br />
*Laterale verschuifbaarheidstest onbelast<br />
Beoordelen op laterale verschuifbaarheid tussen C1 en C2 die normaliter niet<br />
waarneembaar is<br />
*Hoogcervicale ventraalflexietest onbelast<br />
Beoordelen op ligamentaire laxiditeit in het atlanto-axiale gewricht en het mogelijk<br />
optreden van myelumprikkeling<br />
Functieonderzoek van de schoudergordel<br />
5 oriënterende test volgens Stenvers en Oosterbeek, passief functieonderzoek beoordeeld<br />
op brachiale provocatie en bewegingsvrijheid<br />
-Scapula-okselhaargrens<br />
In de eindstand anteflexie komt de laterale punt van de scapula overeen met de achterste<br />
okselhaargrens. De test is gestoord indien de okselhaargrens voor de verticale lijn vanaf<br />
het laterale punt van de scapula ligt.<br />
-Clavicula beweging<br />
De pink van de fysiotherapeut wordt parallel en achter de clavicula gelegd<br />
Bij ongeveer 45 graden anteflexie rolt de clavicula als het ware om de pink.<br />
Indien er een stoornis in de schoudergordel aanwezig is gebeurt dit niet of beweegt de<br />
clavicula direct naar achteren.<br />
-Caudaalwaarts glijden in de anteflexie eindstand<br />
Tijdens de laatste graden anteflexie beweegt de angulus inferior naar caudaal en ventraal.<br />
Indien er een stoornis aanwezig is in de schoudergordel gebeurt dit niet.<br />
-Cervicothoracale rotatietest<br />
De wijsvinger van de fysiotherapeut wordt aan de contralaterale zijde van de procesus<br />
spinosus van C7 geplaatst. De te onderzoeken arm wordt passief geanteflecteerd boven<br />
de 160 graden vind er een homolaterale rotatie plaats. De segmenten C7-Th4 worden<br />
onderzocht.<br />
De test is gestoord als er geen homolaterale rotatie plaats vindt op 1 of meerder niveaus.<br />
-Verminderde beweeglijkheid aan de dorsale zijde van de scapula<br />
De arm van de patiënt wordt vanuit 90 gr. Abductie naar 90 gr. Anteflexie verplaats. De<br />
angulus inferior wordt gepalpeerd. De test is gestoord als de scapula meebeweegt voordat<br />
de stand van 90 gr. Anteflexie is bereikt.<br />
Afhankelijk van de gevonden tekenen en symptomen kan het onderzoek van de<br />
schoudergordel verder worden aangevuld, uitgebreid.<br />
Segmentale coördinatietest<br />
Om de musculaire stabiliteit te testen kan gebruik worden gemaakt van de ‘coördinatietest’<br />
zoals beschreven door Lanser en Verhagen et al. De fysiotherapeut<br />
geeft bij een patiënt in rugligging segment voor segment een zachte druk gericht naar<br />
ventraal. De patiënt wordt gevraagd deze druk tegen te houden.<br />
De test is positief als er geen reactie van de lokale cervicale musculatuur plaatsvindt.
- 16 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Evenwichtstest volgens Brinkman et al<br />
• staan op één been: de patiënt staat zolang mogelijk (maximaal 30 seconden) op één<br />
been. Achtereenvolgens wordt gestaan op het dominante<br />
en het niet-dominante been. Voor elk been heeft de patiënt twee pogingen. De armen<br />
worden naast het lichaam gehouden. De patiënt mag de<br />
romp een beetje bewegen zolang zijn voet maar stil blijft staan. Het aantal seconden dat<br />
de patiënt kan blijven staan wordt genoteerd en is de eindscore;<br />
• koorddansergang: de patiënt loopt voetje voor voetje over een lijn van drie meter (hiel<br />
van de ene voet tegen de teen van de andere voet). Na<br />
eenmaal oefenen wordt de test zo snel en nauwkeurig mogelijk uitgevoerd, waarbij de<br />
fysiotherapeut met een stopwatch de tijd opneemt. Per fout (als voet buiten de lijn is<br />
geplaatst of wanneer de hiel niet bij de teen aansluit) wordt drie seconden<br />
bij de eindtijd opgeteld. Tot slot wordt een totaalscore berekend (eindtijd plus eventuele<br />
bijtellingen). Hiervoor wordt het gemiddelde van twee totaalscores<br />
genomen.<br />
Oriënterend neurologisch onderzoek<br />
wortel reflex kennmusceln dermatoom<br />
C5 Bicepsreflex m. deltoideus, C5<br />
Brachioradialisreflex<br />
Radius periostreflex<br />
m. supraspinatus<br />
C6 Idem c5<br />
m. biceps brachii, C6<br />
Tricepsreflex m. ext. Carpi rad.<br />
C7 Tricepsreflex m. triceps brachii,<br />
m. flexor carpi rad.<br />
m. opp. Pollicis<br />
C7<br />
C8 Trômmer reflex C7- m. add. Pollicis C8<br />
C8<br />
m.abd. digti quinty<br />
m. ext. Pollicis<br />
m. flexor en ext.<br />
carpi ulnaris<br />
Th1 mm. interossii<br />
palm/dorsalis<br />
m. dd. Dig. quinti<br />
Oriënterend onderzoek van de basisvaardigheden
7 Behandeling<br />
- 17 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Actuele beperkingen in activiteiten en de mate van participatie<br />
PARTICIPATIEPROBLEMEN<br />
BEPERKINGEN IN ACTIVITEITEN<br />
Het oefenen en sturen van elementaire motorische activiteiten<br />
Het stimuleren en het oefenen van toegepaste motorische activiteiten<br />
Het adviseren en oefenen van huishoudelijke activiteiten<br />
Het stimuleren van sociale contacten<br />
Het adviseren en oefenen van activiteiten mbt werk, scholing, hobby’s, recreatie en<br />
sport.<br />
Interventie in stoornissen in:<br />
Fysiologische functies<br />
Stoornis:<br />
Bewegingsbeperking cervicale wervelkolom<br />
Behandeldoel:<br />
verbeteren actieve bewegingsvrijheid cervicale wervelkolom<br />
Middel:<br />
actieve oefentherapie<br />
Uitvoering:<br />
Betrokkene de volgende bewegingen uit laten voeren:<br />
* rotaties<br />
* lateroflexie<br />
* Flexie (korte knik/onderkin maken)<br />
* Extensie<br />
* 3Dbewegingen<br />
(reeds huiswerkoefening, geldt ook voor bewegingen schoudergordel (rotaties, elevatie,<br />
protractie, retractie)<br />
Link leggen met ADL door voorbeelden te geven (bv over schouder kijken bij autorijden)<br />
Stoornis:<br />
Verminderde spierkracht van arm en nek<br />
Behandeldoel:<br />
Het verbeteren van de functie/belastbaarheid spier<br />
Middel:<br />
Actieve oefentherapie<br />
Uitvoering:<br />
Voor duurkracht minimaal 15 herhalingen. Kan betrokkene de oefening meer dan 20<br />
herhalingen volhouden, dan wordt er te licht getraind en moet het gewicht verzwaard<br />
worden. Kunnen er geen 15 herhalingen gemaakt worden, dan is het gewicht te zwaar.<br />
Neem 70% van het aantal herhalingen dat gehaald kan worden en neem dat als het aantal<br />
herhalingen (gewicht blijft onveranderd).
- 18 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Stoornis:<br />
Verstoring in de coördinatie<br />
Behandeldoel:<br />
Verbetering van de coördinatie<br />
Middel:<br />
(kracht en mobiliteit voorwaarde voor coord.)<br />
Middels actieve oefentherapie<br />
Uitvoering:<br />
• ‘Helm met lichtje’<br />
• Uitlokken van een isometrische contractie door het geven van een impuls aan het<br />
hoofd.<br />
Stoornis:<br />
Verminderde musculaire stabiliteit cwk<br />
Behandeldoel:<br />
Verbeteren van de musculaire stabiliteit cwk<br />
Middel:<br />
Isometrisch/dynamische oefentherapie<br />
Uitvoering:<br />
Eerst R aan het hoofd (manueel of met dynaband) in alle richtingen. Later dynamisch in<br />
ruglig, zijlig en buiklig (flexie, lateroflexie en extensie)<br />
Stoornis:<br />
Verstoorde perceptie van bewegingen<br />
Behandeldoel:<br />
Het vergroten van de belastbaarheid van het evenwichtsorgaan<br />
Middel:<br />
Stapsgewijs opvoeren belasting evenwichtsorgaan<br />
Uitvoering:<br />
Zie bijlage, mobilisatie vloeistof evenwichtsorgaan<br />
Stoornis:<br />
Verstoord dynamisch evenwicht<br />
Behandeldoel:<br />
Het verbeteren dynamische bewegingsreacties<br />
Middel:<br />
Actieve oefentherapie<br />
Uitvoering:<br />
Bewegingen moeilijker maken door: verkleinen steunvlak, instabiel steunvlak, ogen dicht,<br />
dubbeltaken.
- 19 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Stoornis:<br />
Verstoord statisch evenwicht<br />
Behandeldoel:<br />
Het verbeteren van statische evenwichtsreacties<br />
Middel:<br />
balansoefeningen<br />
Uitvoering:<br />
De oefeningen steeds verzwaren door: verkleinen steunvlak, instabiel steunvlak, ogen<br />
dicht, dubbeltaken.<br />
Stoornis:<br />
Verminderde algehele belastbaarheid<br />
Behandeldoel:<br />
Verbeteren cardiovasculair uithoudingsvermogen<br />
Middel:<br />
Cardio-fitness<br />
Uitvoering:<br />
3 keer per week 20-30 minuten trainen met een hartslag van 80% van de maximale<br />
hartslag. (maximale hartslag is 220-leeftijd)<br />
Psychische functies<br />
Stoornis:<br />
• insufficiënt coping gedrag<br />
• bewegingsangst<br />
• catastroferen
8 Prognostische factoren<br />
- 20 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
De volgende prognostische factoren worden geassocieerd met een vertraagd herstel van<br />
WADpatiënten:<br />
-hoge score voor nekpijn<br />
-somatisatie<br />
-slaapproblemen<br />
-weinig werk gerelateerde activiteiten/werkverzuim<br />
-vrouwelijke patiënten<br />
-laag opleidingsniveau<br />
De meest consistente prognostische factoren voor vertraagd herstel zijn:<br />
-hoge nekpijnintensiteit<br />
-meer beperkingen in werkgerelateerde activiteiten<br />
Deze prognostische factoren kunnen goed in kaart gebracht worden door het scoren van<br />
de VAS voor nekpijn en werkgerelateerde activiteiten en te vragen naar somatisering en<br />
slaapproblemen<br />
Het lijkt aannemelijk dat patiënten die naast een motorisch gestoorde functie klachten<br />
hebben van wijdverbreide sensibele overgevoeligheid en of een acute posttraumatische<br />
stressreactie meer gebaat zijn bij een multidisciplinaire behandeling (al binnen enkele<br />
weken na het trauma). Psychisch lijden en met name de aanwezigheid van een post<br />
traumatische stressreactie(Impact of Events Scale) vormen een belangrijke factor in de<br />
ontwikkeling van hardnekkige symptomen na een WADtrauma.
9 Klinimetrie<br />
Dagschema<br />
- 21 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Het advies is om de patiënt gedurende één week een activiteitenlijst te laten bijhouden. De<br />
patiënt noteert op circa 10 tijdstippen per dag verschillende soorten<br />
activiteiten. Voorts geeft hij aan hoe lang hij deze activiteiten uitvoert en wat de invloed is<br />
op de klachten (toename, afname of geen verandering). Hiermee<br />
krijgt de therapeut inzicht in de soort en de duur van de activiteiten die een patiënt<br />
onderneemt en de invloed van de klachten op de activiteiten.<br />
Door de activiteitenlijst te combineren met een VAS per activiteit wordt inzichtelijk welke<br />
activiteiten veel en welke activiteiten weinig klachten opleveren. Door<br />
het noteren van wat men doet bij toenemende klachten (zoals nemen medicatie, zoeken<br />
van afleiding) verkrijgt de fysiotherapeut inzicht in hoe de patiënt<br />
omgaat met zijn klachten in relatie tot de activiteiten die worden ondernomen. Op basis<br />
van deze informatie kan het behandelplan voor de individuele patiënt<br />
worden ingevuld. Ook geeft deze informatie richting aan de te geven adviezen en<br />
evaluatie.<br />
VAS<br />
De Visual Analoge Scale (VAS) bestaat uit een vraag over de mate van de pijn of de<br />
draaglijkheid van de pijn. De patiënt maakt een inschatting van zijn pijn gedurende de<br />
afgelopen week en geeft dat met een verticaal streepje aan op een<br />
schaal van 0-100 mm. U berekent de VAS-score door vanaf links de afstand (in mm) tot<br />
het verticale streepje te meten. De VAS is geschikt voor frequent gebruik.<br />
De responsiviteit van de VAS-pijn is hoger wanneer de patiënt bij herhaalde metingen de<br />
vorige score op de VAS te zien krijgt.<br />
Neck Disability Index<br />
De Neck Disability Index (NDI) is een vragenlijst over de subjectieve symptomatologie<br />
(functies) en het dagelijks functioneren (activiteiten en participatie) van WAD-patiënten.<br />
Deze vragenlijst bestaat uit tien relevante items voor de WAD-patiënt.<br />
De NDI meet 10 deelgebieden van het dagelijks functioneren namelijk:<br />
- pijnintensiteit; - zelfverzorging;<br />
- tillen; - lezen;<br />
- hoofdpijn; - concentratie;<br />
- werk; - autorijden;<br />
- slaap; - vrije tijd.<br />
De vier items ‘pijnintensiteit’, ‘hoofdpijn’, ‘concentratie’ en ‘slapen’ zijn gerelateerd aan<br />
subjectieve symptomatologie(functies). De vier items ‘tillen’, ‘lezen’, ‘autorijden’ en<br />
‘persoonlijke verzorging’ zijn gerelateerd aan dagelijks functioneren (activiteiten) en de<br />
twee items ‘werk’ en ‘vrije tijd’ refereren aan participatie.<br />
Per vraag zijn er zes antwoordcategorieën. De eerste antwoordcategorie (score 0)<br />
betekent dat er geen stoornissen, beperkingen of participatieproblemen bestaan; de<br />
laatste categorie (score 5) betekent de meest ernstige stoornissen,beperkingen of<br />
participatieproblemen.De totaalscore is de som van de scores van de tien afzonderlijke
- 22 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
delen (maximaal 50 en minimaal 0). Een indeling in ernst-klassen is voorgesteld op grond<br />
van deze somscores (Vernon HT e.a., 1991):<br />
- 0 – 4: ‘geen’<br />
- 5 – 14: ‘mild’<br />
- 15 – 24: ‘matig’<br />
- 25 – 34: ‘ernstig’<br />
- 35 – 50: ‘zeer ernstig’<br />
Er bestaat een klinisch relevante verandering bij een verschil van vijf punten op de NDIscore<br />
(Stratford PW e.a.,1999). Vanaf Fase 4 blijven de scores op NDI ongeveer hetzelfde<br />
(Heijmans WFGJ e.a.) waardoor de lijst in deze Fasen niet meer klinisch bruikbaar is in de<br />
praktijk. Het is dan ook aan te bevelen om de NDI af te nemen bij aanvang van de<br />
behandeling, na een behandelepisode van vier weken en bij afsluiting van de behandeling<br />
om de behandelresultaten objectief te evalueren.<br />
Pijn Coping Inventarisatielijst (PCI)<br />
De pijncopinginventarisatielijst meet copinggedrag.<br />
Je kan de vragen verdelen in 4 subschalen<br />
Subschaal 1: Transformeren (max. score=16 punten)<br />
Betreft de vragen 5, 16, 18, 20<br />
Subschaal 2 : Ontspanning (max. score=20 punten)<br />
Betreft de vragen 9, 19, 20, 21, 22<br />
Subschaal 3: Vermindering van eisen (max. score=12 punten)<br />
Betreft de vragen 2,3,4<br />
Subschaal 4: terugtrekken (max. score=28 punten)<br />
Betreft de vragen 10, 11, 12, 13, 14, 32, 33<br />
Subschaal 5: Catastroferen (max. score=36 punten<br />
Betreft de vragen 17, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 31<br />
Subschaal 6: Rusten (max. score=20 punten)<br />
Betreft de vragen: 1, 5, 6, 7, 8<br />
De subschalen 1, 2 en 3 vormen samen een indicatie voor actief copinggedrag.<br />
De subschalen 4, 5 en 6 vormen samen een indicatie voor passief copinggedrag.<br />
TAMPA-schaal voor Kinesiofobie (TSK)<br />
De mogelijke aanwezigheid van bewegingsangst wordt middels deze vragenlijst<br />
geïnventariseerd.<br />
Per vraag wordt 1 tot en met 4 punten gescoord.<br />
De vragen 4, 8, 12 en 16 zijn vragen met een omgekeerde scoringsschaal. De maximale<br />
score bedraagt 68 punten. Bij een score van meer dan 37 punten is er een aanwijzing voor<br />
vreesachtigheid
Bijlage 1 VAS<br />
- 23 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl
- 24 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Tampa schaal voor Kinesiofobie<br />
Miller, R.P., Kori, S.H. & Todd, D.D. (1991)<br />
Geautoriseerde Nederlandse Vertaling<br />
Vlaejen J.W.S., Kole-Snijders A.M.J., Crombez G., Boeren R.G.B. & Rotteveel A.M. (1995)<br />
Geef van onderstaande beweringen door middel van een cijfer 1 en 4 aan in welke mate u het<br />
eens of oneens bent met deze bewering . De betekenis van de cijfers is als volgt;<br />
1 = in hoge mate mee oneens<br />
2 = enigszins mee oneens<br />
3 = enigszins mee eens<br />
4 = in hoge mate mee eens<br />
1. Ik ben bang om bij het doen van lichaamsoefeningen letsel op te lopen.<br />
2. Als ik me over de pijn heen zou zetten, dan zou hij erger worden.<br />
3. Mijn lichaam zegt me dat er iets gevaarlijk mis mee is.<br />
4. Mijn pijn zou waarschijnlijk minder worden als ik lichaamsoefeningen zou doen.<br />
5. Mijn gezondheidstoestand wordt door anderen niet serieus genoeg genomen.<br />
6. Door mijn pijnprobleem loopt mijn lichaam de rest van mijn leven gevaar.<br />
7. Mijn pijn betekent dat er sprake is van letsel.<br />
8. Als mijn pijn erger wordt door iets, betekent dat nog niet dat dat gevaarlijk is<br />
9. Ik ben bang om per ongeluk letsel op te lopen.<br />
10. De veiligste manier om te voorkomen dat mijn pijn erger wordt is gewoon<br />
oppassen dat ik geen onnodige bewegingen maak.<br />
11. Ik had wellicht minder pijn als er niet iets gevaarlijks aan de hand zou zijn met<br />
mijn lichaam.<br />
12. Hoewel ik pijn heb, zou ik er beter aan toe zijn als ik lichamelijk actief zou zijn.<br />
13. Mijn pijn zegt me wanneer ik moet stoppen met lichaamsoefeningen doen om<br />
geen letsel op te lopen.<br />
14. Voor iemand in mijn toestand is het echt af te raden om lichamelijk actief te<br />
zijn.<br />
15. Ik kan niet alles doen wat gewone mensen doen, omdat ik te gemakkelijk letsel<br />
oploop.<br />
16. Zelfs als ik ergens veel pijn door krijg, geloof ik niet dat dat gevaarlijk is.<br />
17. Ik zou geen lichaamsoefeningen hoeven te doen wanneer ik pijn heb.<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4<br />
1 2 3 4
Bijlage 2 TSK<br />
Neck Disability Index<br />
1. PIJN<br />
O ik heb nu geen pijn<br />
O ik heb nu weinig pijn<br />
O ik heb nu matige pijn<br />
O ik heb nu vrij hevige pijn<br />
O ik heb nu zeer hevige pijn<br />
O ik heb nu de slechtst denkbare pijn<br />
- 25 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
2. PERSOONLIJKE VERZORGING<br />
(wassen, aan- en uitkleden)<br />
O ik kan goed voor mezelf zorgen zonder dat de pijn toeneemt<br />
O ik kan goed voor mezelf zorgen hoewel dat de pijn doet toenemen<br />
O voor mezelf zorgen is pijnlijk en gaat langzaam en voorzichtig<br />
O voor mezelf zorgen lukt goed maar vaak met enige hulp<br />
O elke dag voor mezelf zorgen lukt meestal alleen met hulp<br />
O ik kan mezelf niet aankleden; mezelf wassen gaat moeilijk en ik blijf in bed<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
3. TILLEN<br />
O ik kan een zwaar gewicht tillen zonder dat de pijn toeneemt<br />
O ik kan een zwaar gewicht tillen, maar dat doet de pijn toenemen<br />
O de pijn weerhoudt mij van het optillen van een zwaar gewicht van de grond,<br />
maar zou dat wel kunnen wanneer dat gewicht hoger (b.v. op tafel) gelegen is<br />
O de pijn weerhoudt mij ervan om zware dingen op te tillen, maar het lukt me wel om lichte<br />
tot middelzware<br />
gewichten te tillen als ze makkelijk geplaatst zijn<br />
O ik kan alleen zeer lichte gewichten tillen<br />
O ik kan helemaal niets tillen of dragen<br />
4. LEZEN<br />
O ik kan zo veel lezen als ik wil zonder pijn in mijn nek<br />
O ik kan zo veel lezen als ik wil met weinig pijn in mijn nek<br />
O ik kan zo veel lezen als ik wil met matige pijn in mijn nek<br />
O ik kan niet zo veel lezen als ik zou willen vanwege de matige pijn in mijn nek<br />
O ik kan bijna niet meer lezen vanwege de hevige pijn in mijn nek<br />
O ik kan helemaal niet meer lezen<br />
N5. HOOFDPIJN<br />
O ik heb helemaal geen hoofdpijn<br />
O ik heb af en toe lichte hoofdpijn<br />
O ik heb af en toe matige hoofdpijn<br />
O ik heb vaak matige hoofdpijn<br />
O ik heb vaak hevige hoofdpijn<br />
O ik heb bijna altijd hoofdpijn
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
6. CONCENTRATIE<br />
O ik kan mij goed concentreren zonder moeite wanneer ik dat wil<br />
O ik kan mij goed concentreren met enige moeite wanneer ik dat wil<br />
O het kost mij duidelijk moeite om me te concentreren wanneer ik dat wil<br />
O het kost mij veel moeite om me te concentreren wanneer ik dat wil<br />
O het kost mij zeer veel moeite om me te concentreren wanneer ik dat wil<br />
O ik kan mij helemaal niet concentreren<br />
7. WERK<br />
O ik kan zo veel werk doen als ik wil<br />
O ik kan alleen mijn gewone werk doen, maar niet meer<br />
O ik kan het grootste deel van mijn gewone werk doen, maar niet meer<br />
O ik kan mijn gewone werk niet doen<br />
O ik kan bijna geen enkel werk meer doen<br />
O ik kan helemaal niet meer werken<br />
8. AUTORIJDEN<br />
O ik kan autorijden zonder enige nekpijn<br />
O ik kan autorijden zo lang als ik wil met weinig pijn in mijn nek<br />
O ik kan autorijden zo lang als ik wil met matige pijn in mijn nek<br />
O ik kan niet autorijden zo lang als ik wil vanwege de matige pijn in mijn nek<br />
O ik kan bijna niet meer autorijden vanwege de hevige pijn in mijn nek<br />
O ik kan helemaal niet meer autorijden<br />
9. SLAPEN<br />
O ik heb geen moeite met slapen<br />
O mijn slaap is heel licht gestoord (minder dan 1 uur wakker)<br />
O mijn slaap is licht gestoord (1 tot 2 uur wakker)<br />
O mijn slaap is matig gestoord (2 tot 3 uur wakker)<br />
O mijn slaap is fors gestoord (3 tot 5 uur wakker)<br />
O mijn slaap is volledig gestoord (5 tot 7 uur wakker)<br />
- 26 (van 39) -<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
10. VRIJE TIJD<br />
O ik kan aan alle activiteiten meedoen zonder enige pijn in mijn nek<br />
O ik kan aan alle activiteiten meedoen met enige pijn in mijn nek<br />
O vanwege de pijn in mijn nek kan ik aan de meeste, maar niet alle gebruikelijke<br />
activiteiten meedoen<br />
O vanwege de pijn in mijn nek kan ik maar aan weinig gebruikelijke activiteiten meedoen<br />
O vanwege de pijn in mijn nek kan ik nagenoeg aan geen activiteiten meedoen<br />
O ik kan aan geen enkele activiteit meer meedoen<br />
datum<br />
score
- 27 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Bijlage 3 ND1<br />
Pijn Coping Inventarisatielijst (PCI)<br />
Mensen die pijn lijden ontwikkelen verschillende manieren om met deze pijn om te gaan.<br />
Op de volgende bladzijden staan enkele uitspraken die gaan over wat u kunt denken of doen als u pijn<br />
heeft.Wij vragen u om achter iedere uitspraak aan te geven hoe vaak u het beschrevene gedrag uitvoert. U<br />
doet dit door het omcirkelen van één van de antwoordmogelijkheden die achter de uitspraak staan.<br />
Voorbeeld:<br />
Als u soms een douche of bad neemt als u pijn heeft, dan omcirkelt u het getal 2<br />
Zelden Soms Vaak Zeer<br />
of nooit<br />
vaak<br />
Ik neem een bad of douche 1 2 3 4<br />
Zelden Soms Vaak Zeer<br />
of nooit<br />
vaak<br />
1 Ik houd op met mijn bezigheden 1 2 3 4<br />
2 Ik ga door met mijn bezigheden, maar met minder inspanning. 1 2 3 4<br />
3 Ik ga door met mijn bezigheden, maar in een langzamer tempo 1 2 3 4<br />
4 Ik ga door met mijn bezigheden maar minder nauwgezet 1 2 3 4<br />
5 Ik beperk me tot eenvoudige bezigheden. 1 2 3 4<br />
6 Ik zorg dat in mij niet lichamelijk hoef in te spannen 1 2 3 4<br />
7 Ik neem rust door te gaan zitten of liggen 1 2 3 4<br />
8 Ik neem een prettige lichaamshouding aan 1 2 3 4<br />
9 Ik neem een bad of douche 1 2 3 4<br />
10 Ik zorg ervoor dat ik mij niet opwind. 1 2 3 4<br />
11 Ik trek mij terug in een rustige omgeving. 1 2 3 4<br />
12 Ik zorg ervoor dat ik niet gehinderd word door storende geluiden. 1 2 3 4<br />
13 Ik zorg ervoor dat ik niet gehinderd word door het licht(bv door een 1 2 3 4<br />
zonnebril op te zetten of de gordijnen dicht te doen)<br />
14 Ik houd rekening met wat ik eet of drink. 1 2 3 4<br />
15 Ik doe alsof de pijn er niet is. 1 2 3 4<br />
16 Ik doe alsof de pijn niet mijn lichaam betreft. 1 2 3 4<br />
17 Ik blijf voortdurend op de pijn letten 1 2 3 4<br />
18 Ik stel me de pijn als minder hevig voor dan deze in feite is. 1 2 3 4<br />
19 Ik denk aan plezierige dingen of gebeurtenissen. 1 2 3 4<br />
20 Ik zoek afleiding door een lichamelijke activiteit te gaan doe. (bv. Wandelen,<br />
fietsen., zwemmen)<br />
1 2 3 4<br />
21 Ik zoek afleiding door mijn aandacht te richten op lezen, muziek, een tvprogramma<br />
of iets dergelijks.<br />
1 2 3 4<br />
22 Ik ga iets doen wat ik plezierig vind. 1 2 3 4<br />
23 Ik dien mijzelf andere lichamelijke prikkels toe (bv. Door mijn vuisten te 1 2 3 4<br />
ballen, mezelf te knijpen, te drukken of te wrijven op de plaats van de pijn).<br />
24 Ik denk aan alle dingen die blijven liggen omdat ik pijn heb. 1 2 3 4<br />
25 Ik ga piekeren. 1 2 3 4<br />
26 Ik vraag mi af wat de oorzak van de pijn is. 1 2 3 4<br />
27 Ik denk dat de pijn erger zal worden. 1 2 3 4<br />
28 Ik denk aan de momenten waarop ik geen pijn had 1 2 3 4<br />
29 Ik denk dat ik gek word van de pijn. 1 2 3 4<br />
30 Ik bedenk dat anderen het ook wel eens moeilijk hebben. 1 2 3 4<br />
31 Ik denk dat anderen het niet begrijpen wat het is om zo’n pijn te hebben. 2 3 4<br />
32 Ik zonder mij af. 1 2 3 4<br />
33 Als ik buitenshuis ben, probeer ik zo snel mogelijk thuis te komen 1 2 3 4<br />
34 Ik heb een eigen manier om te pijn te verminderen of dragelijker te maken 1 2 3 4<br />
34b Geef aan welke<br />
………………………………………………………………………………………………………………………
- 28 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Bijlage 4 PCI…………………………………………………………………………………………………
Bijlage 5 INFORMATIEBRIEF.<br />
- 29 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Wat is WAD?.<br />
De letterlijke vertaling van WAD is “zweepslag”. Het hoofd heeft een plotselinge beweging<br />
naar achteren en naar voren gemaakt ten opzichte van de romp. Daarbij zijn de spieren en<br />
de banden in de nek iets uitgerekt. De nek voelt vaak stijf en pijnlijk aan en bewegen gaat<br />
wat moeilijker.<br />
Geen schade aan de nek.<br />
De spieren en banden in de nek zijn echt sterk. Na een zweepslag van de nek is er<br />
meestal geen aantoonbare schade aan spieren, botten, banden of zenuwen. Er is niets<br />
kapot gegaan in uw nek of schouder. Waar de klachten, zoals hoofdpijn, duizeligheid,<br />
evenwichtsstoornissen en concentratieproblemen<br />
dan vandaan komen, is tot nu toe niet helemaal duidelijk. De algemene<br />
aanname is dat de nek door de krachten van het ongeluk is overbelast en daardoor tijdelijk<br />
is ontregeld.<br />
Een aanrijding met de auto, een ongelukkige duik in ondiep water, tijdens sporten, op<br />
verschillende manieren kan iemand een WAD “zweepslag” oplopen.<br />
In elk geval heeft uw hoofd een flinke zwiepende beweging gemaakt ten opzichte van uw<br />
romp. Lang niet iedereen houdt hier klachten van over, een aantal mensen ondervindt er<br />
in het dagelijks leven echter de nodige hinder van. De klachten kunnen direct na het<br />
trauma komen, of pas na een aantal dagen.<br />
Omdat het niet geheel duidelijk is waar de klachten vandaan komen is het moeilijk aan te<br />
geven hoe snel u er weer vanaf bent. Het is in ieder geval wel duidelijk dat u er zelf wel<br />
wat aan kunt doen.<br />
Door gedoseerd en met beleid te bewegen draagt u bij aan vermindering van de klachten<br />
en voorkomt u dat de klachten langdurig aanhouden en chronisch worden.<br />
Over het algemeen verloopt het herstel voorspoedig, samen met uw fysiotherapeut kunt u<br />
daarin de juiste adviezen en begeleiding krijgen voor het herstel.<br />
Geen Halskraag.<br />
Een halskraag dragen wordt niet aangeraden, omdat de spieren en banden van uw nek<br />
hierdoor verslappen. Heeft u een halskraag gekregen in bijv. het ziekenhuis, draag deze<br />
dan niet te lang.<br />
Eventueel kunt u de halskraag dragen in het begin bij activiteiten die zwaar zijn voor uw<br />
nek, zoals tillen en dragen. Toch is het verstandig in overleg met uw fysiotherapeut het<br />
dragen van de halskraag zoveel mogelijk te minimaliseren, zodat u binnen 2 weken weer<br />
zonder kunt.<br />
Vooruitzicht op herstel.<br />
Het herstel na een WAD “zweepslag” verloopt meestal voorspoedig. Binnen 6 weken na<br />
het trauma is meer dan de helft van de mensen weer aan het werk en na een jaar vrijwel<br />
iedereen.<br />
De grote meerderheid heeft geen blijvende hinder van hun klachten. Het herstel gaat wel<br />
langzamer bij oudere mensen.<br />
Probeer dus met uw fysiotherapeut de juiste strategie te kiezen op weg naar uw herstel.
Bijlage 6<br />
Huiswerkoefeningen<br />
Fase 1; (bij weinig bewegingsangst)<br />
0-4 dagen<br />
De volgende oefeningen kunt u doen:<br />
Doe de oefeningen in zit of in ruglig op bed zonder hoofdkussen.<br />
<strong>Oefening</strong> 1: Draaien van het hoofd<br />
Uitgangshouding: Ga rechtop zitten. Laat de armen ontspannen<br />
langs het lichaam hangen.<br />
Beweging: Draai rustig het hoofd naar de linker schouder en weer<br />
terug. Draai daarna rustig het hoofd naar de rechter schouder en<br />
weer terug<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
<strong>Oefening</strong> 2: Hoofd opzij brengen.<br />
Uitgangshouding: Ga rechtop zitten. Laat de armen ontspannen<br />
langs het lichaam hangen.<br />
Beweging: Beweeg het linkeroor richting linkerschouder totdat je<br />
spanning voelt, beweeg dan weer terug weer terug.<br />
Beweeg daarna het rechteroor naar de rechterschouder totdat<br />
je spanning voelt, beweeg dan weer terug.<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
<strong>Oefening</strong> 3: Kin intrekken.<br />
Uitgangshouding: Ga rechtop zitten en laat de armen ontspannen<br />
langs het lichaam<br />
hangen.<br />
Beweging: Trek de kin iets in, houd 2 seconden vast en ontspan<br />
dan weer.<br />
Aantal: Herhaal dit 10 keer.<br />
<strong>Oefening</strong> 4: Onder de oksel kijken.<br />
Uitgangshouding: Ga rechtop zitten, trek de kin iets in. Laat de<br />
armen ontspannen hangen.<br />
Beweging: Kijk langzaam zo ver mogelijk onder de linker oksel<br />
door. Draai en buig het hoofd in een beweging. Ga terug en kijk<br />
dan langzaam onder de rechter oksel door.<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
Doe deze oefeningen 3 maal daags.<br />
- 30 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl
- 31 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Adviezen:<br />
- regelmatig nek bewegen (1/2 uur) binnen de pijngrens<br />
- rechtop zitten, hoofd niet laten hangen<br />
- regelmatig van houding wisselen (10/15 minuten)<br />
- zware activiteiten, als tillen, autorijden, computeren, strijken etc, vermijden.<br />
- zo normaal mogelijk uw dagelijkse bezigheden blijven uitvoeren, met bovengenoemde<br />
adviezen inbegrepen.<br />
- draag geen halskraag, daar worden spierweefsel en banden slapper van.<br />
Opmerkingen van de fysiotherapeut:<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………….
Fase 2; 4 dagen- 3 weken<br />
De volgende oefeningen kunt u doen:<br />
<strong>Oefening</strong> 1: Kin intrekken en hoofd draaien.<br />
Uitgangshouding: Ga rechtop zitten en laat de armen<br />
ontspannen langs het lichaam hangen.<br />
Beweging: Trek de kin iets in, draai uw hoofd zover mogelijk<br />
naar rechts en weer terug. Doe dit hetzelfde met links.<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
<strong>Oefening</strong> 2: Onder de oksel kijken.<br />
Uitgangshouding: Ga rechtop zitten, trek de kin iets in. Laat de<br />
armen ontspannen hangen.<br />
Beweging: Kijk langzaam zo ver mogelijk onder de linker oksel<br />
door. Draai en buig het hoofd in een beweging. Ga terug en kijk<br />
dan langzaam onder de rechter oksel door.<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
<strong>Oefening</strong> 3: Kin intrekken en hoofd draaien.<br />
Uitgangshouding: Ga recht op zitten. Trek de kin iets in.<br />
Beweging: Buig het hoofd voorover en laat het hoofd hangen.<br />
Draai dan het hoofd zijwaarts en omhoog naar het plafond,<br />
eerst naar rechts en dan naar links<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
Meer oefeningen kunnen door uw fysiotherapeut gegeven<br />
worden.<br />
Doe deze oefeningen 3 maal daags.<br />
- 32 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Adviezen:<br />
- regelmatig nek bewegen (1/2 uur) binnen de pijngrens<br />
- rechtop zitten, hoofd niet laten hangen<br />
- regelmatig van houding wisselen (10/15 minuten)<br />
- zware activiteiten, als tillen, autorijden, computeren, strijken etc, vermijden.<br />
- zo normaal mogelijk uw dagelijkse bezigheden blijven uitvoeren, met bovengenoemde<br />
adviezen inbegrepen.<br />
- draag geen halskraag, daar worden spierweefsel en banden slapper van.<br />
Opmerkingen van de fysiotherapeut:<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………….
Fase 3;<br />
3-6 weken<br />
De volgende oefeningen kunt u doen:<br />
<strong>Oefening</strong> 1; Kin intrekken<br />
Uitgangshouding: ruglig<br />
Beweging: Trek uw kin in maar houd het achterhoofd op de<br />
onderlaag.<br />
Aantal: 10 keer.<br />
<strong>Oefening</strong> 2; Nekspieren<br />
Uitgangshouding; ruglig. Met een opgerold handdoekje in de<br />
nek.<br />
Beweging: Trek uw kin in en probeer ter hoogte van het<br />
handdoekje uw nekspieren aan te spannen. Het handdoekje<br />
kunt u verschillende hoogtes in uw nek leggen.<br />
Aantal: 10 keer<br />
<strong>Oefening</strong> 3: Nekspieren<br />
Uitgangshouding; zit, recht op een stoel. Laat uw armen<br />
ontspannen naast uw lichaam hangen.<br />
Beweging: Trek uw kin iets in. Draai het hoofd dan nar de linker<br />
schouder, beweeg het hoofd weer terug naar de middenpositie<br />
dmv ja knikjes. Doet dit ook naar de rechterschouder.<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
<strong>Oefening</strong> 4: Stabiliteit en coördinatie nek<br />
Uitgangshouding: zit, rechtop. Plaats een boek op het hoofd.<br />
Beweging: Breng de armen horizontaal voorwaarts en weer<br />
terug. Het boek moet stil blijven liggen.<br />
Variatie: u kunt ook proberen te gaan staan en weer te gaan<br />
zitten met het boek op uw hoofd.<br />
Aantal: 10 keer.<br />
- 33 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl
<strong>Oefening</strong> 5: Beweeglijkheid borstwervelkolom<br />
Uitgangshouding: staan met een stok/bezem in de nek<br />
achter het hoofd.<br />
Beweging: Draai afwisselend naar rechts en links.<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
Doe deze oefeningen 3 maal daags<br />
- 34 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Adviezen:<br />
- activiteiten verder uitbouwen, enige pijn mag gevoeld worden. Dit is normaal omdat<br />
spierweefsel en bandweefsel weer moet wennen aan de vergroting van de activiteiten<br />
- werk of aangepast werk gaan hervatten.<br />
Opmerkingen van de fysiotherapeut:<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………….
Fase 4;<br />
6 weken - 3 maanden<br />
De volgende oefeningen kunt u doen:<br />
<strong>Oefening</strong> 1: Stabiliteit en coördinatie nek<br />
Uitgangshouding: zit, rechtop. Plaats een boek op het hoofd.<br />
Beweging: Breng de armen horizontaal voorwaarts en weer<br />
terug. Het boek moet stil blijven liggen.<br />
Variatie: u kunt ook proberen te gaan staan en weer te gaan<br />
zitten met het boek op uw hoofd.<br />
Aantal: 10 keer.<br />
<strong>Oefening</strong> 2; Nekspieren<br />
Uitgangshouding; ruglig. Leg een opgerold handdoekje onder<br />
uw nek.<br />
Beweging: Trek uw kin in en probeer ter hoogte van het<br />
handdoekje uw nekspieren aan te spannen. Het handdoekje<br />
kunt u verschillende hoogtes in uw nek leggen.<br />
Aantal: 10 keer.<br />
- 35 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
<strong>Oefening</strong> 3; Nekspieren<br />
Uitgangshouding: zit rechtop, zet de vingertoppen hoog in de nek<br />
langs de ruggengraat.<br />
Beweging: Probeer met de nek tegen de vingers te duwen<br />
door de kin in te trekken en de nek lang te maken.<br />
Aantal: 10 keer
<strong>Oefening</strong> 4; Spierrekkingen<br />
Uitgangshouding: ga rechtop zitten en trek de kin iets in.<br />
Laat het hoofd zo ontspannen mogelijk zijwaarts naar rechts<br />
hangen. Beweging: Leg de rechterhand op de zijkant van het<br />
hoofd neer en duw verder zijwaarts totdat je spanning voelt.<br />
Houd dit 6 seconden vast. Ga terug en ontspan. Herhaal dit<br />
aan de andere kant.<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
<strong>Oefening</strong> 5;<br />
Uitgangshouding: ga rechtop zitten en houd de zitting van de<br />
stoel vast met een hand. Leg de andere hand op het<br />
achterhoofd.<br />
Beweging: Buig het hoofd naar voren en draai het hoofd richting<br />
de geheven arm. Leun met het bovenlichaam in dezelfde<br />
richting. Duw met de hand het hoofd verder totdat je spanning<br />
voelt. Houd deze spanning 6 seconden vast. Ga terug en<br />
ontspan. Herhaal dit ook aan de andere kant.<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
Doe deze oefening minimaal 3 maal daags.<br />
- 36 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Adviezen:<br />
- activiteiten verder uitbouwen, enige pijn mag gevoeld worden. Dit is normaal omdat<br />
spierweefsel en bandweefsel weer moet wennen aan de vergroting van de activiteiten<br />
- werk of aangepast werk gaan hervatten.<br />
Opmerkingen van de fysiotherapeut:<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………….
Fase 5; Langer dan 3 maanden.<br />
De volgende oefeningen kunt u doen.<br />
- 37 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
<strong>Oefening</strong> 1: Nekspieren<br />
Uitgangshouding: ruglig<br />
Beweging: Til het hoofd iets op met de kin op de borst.<br />
Aantal: 3 maal daags, 10 keer.<br />
<strong>Oefening</strong> 2: Nekspieren<br />
Uitgangshouding: ruglig.<br />
Beweging: Til het hoofd iets op en draai het hoofd naar<br />
links. Ga terug naar de middenpositie en ontspan. Herhaal<br />
dan aan de andere kant.<br />
Aantal: 3 maal daags, 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
<strong>Oefening</strong> 3: Nekspieren<br />
Uitgangshouding: buiklig<br />
Beweging: Trek de kin iets in en til het hoofd dan een klein<br />
stukje van de ondergrond. Ontspan en herhaal.<br />
Aantal: 3 maal daags, 10 keer.<br />
<strong>Oefening</strong> 4; Nekspieren<br />
Uitgangshouding: zit rechtop<br />
Beweging: Trek de kin iets in zet een hand op het voorhoofd en<br />
de andere hand op het achterhoofd. Draai het hoofd naar een kant<br />
maar verhinder dit door met de handen weerstand te geven.<br />
Houd<br />
dit 6 tellen vast. Ontspan en herhaal dit aan de andere kant.<br />
Aantal: 3 maal daags 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
Adviezen:<br />
- activiteiten verder uitbouwen, enige pijn mag gevoeld worden. Dit is normaal omdat<br />
spierweefsel en bandweefsel weer moet wennen aan de vergroting van de activiteiten<br />
- werk of aangepast werk gaan hervatten.<br />
Opmerkingen van de fysiotherapeut:<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………….
Fase 1; (bij veel bewegingsangst)<br />
0-4 dagen<br />
De volgende oefeningen kunt u doen:<br />
<strong>Oefening</strong> 1: Draaien van het hoofd<br />
Uitgangshouding: ruglig.<br />
Beweging: Draai rustig het hoofd naar de linker schouder en<br />
weer terug. Draai daarna rustig het hoofd<br />
naar de rechter schouder en weer terug<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
<strong>Oefening</strong> 2: Hoofd opzij brengen.<br />
Uitgangshouding: ruglig.<br />
Beweging: Beweeg het linkeroor richting linkerschouder<br />
totdat je spanning voelt, beweeg dan weer terug. Beweeg<br />
daarna het rechteroor naar de rechterschouder totdat je<br />
spanning voelt, beweeg dan weer terug.<br />
Aantal: 5 maal links, 5 maal rechts.<br />
<strong>Oefening</strong> 3: Kin intrekken.<br />
Uitgangshouding: ruglig.<br />
Beweging: Trek de kin iets in, houd 2 seconden vast<br />
en ontspan dan weer.<br />
Aantal: 10 keer.<br />
Doe deze oefeningen 3 maal daags.<br />
- 38 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Adviezen:<br />
- regelmatig de nek bewegen (1/2 uur) binnen de pijngrens<br />
- rechtop zitten, hoofd niet laten hangen<br />
- regelmatig van houding wisselen (10/15 minuten)<br />
- zware activiteiten, als tillen, autorijden, computeren, strijken etc, vermijden.<br />
- zo normaal mogelijk uw dagelijkse bezigheden blijven uitvoeren, met bovengenoemde<br />
adviezen inbegrepen.<br />
- draag geen halskraag, daar worden spierweefsel en banden slapper van.<br />
Opmerkingen van de fysiotherapeut:<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………………………………….
ijlage 7 Eindrapportage huisarts<br />
Fysiotherapeutische eindrapportage<br />
- 39 (van 39) -<br />
Protocol: aspecifieke lage rugklachten<br />
bestandsnaam:wad_versie2_021107<br />
Logo Praktijk Plaats, datum<br />
Betreft:<br />
Geachte heer/mevrouw ,<br />
© www.tophealthpartners.nl<br />
Bovenvermelde patiënt werd door u verwezen voor een fysiotherapeutische<br />
behandeling in verband met klachten ten gevolge van een WAD.<br />
Patiënt heeft advies en uitleg over de klachten gekregen, met daarbij<br />
huiswerkoefeningen. Hij/zij zal dit zelfstandig voortzetten.<br />
Bij aanhoudende klachten neemt patiënt weer contact op.<br />
Ik neem aan u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.<br />
Met vriendelijke groet,