03.12.2012 Views

Inhoudsopgave - TopHealthPartners

Inhoudsopgave - TopHealthPartners

Inhoudsopgave - TopHealthPartners

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Tophealthpartners<br />

protocol: schouderklachten


<strong>Inhoudsopgave</strong><br />

- 2 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Pagina<br />

Inleiding 3<br />

Instabiliteit 5<br />

• TUBS protocol instabiliteit 6<br />

• AMBRIprotocol instabiliteit 8<br />

• AIOS protocol instabiliteit 10<br />

• Inclusie/exclusie criteria 12<br />

Impingement 13<br />

• Stroomschema impingement 14<br />

• Uitleg begrippen Stroomschema 15<br />

• Protocol tendinopathie 17<br />

• Behandeling tendinopathie 18<br />

• Inclusie/exclusie criteria 20<br />

Anamnese 21<br />

Inspectie 22<br />

Onderzoek 23<br />

Vragenlijsten 28<br />

Brief huisarts 1 43<br />

Brief huisarts 2 44<br />

Bronvermelding 45<br />

Bijlage oefenkaarten 46


Inleiding<br />

- 3 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Deze richtlijn omvat het fysiotherapeutisch diagnostisch en therapeutisch proces bij patiënten met<br />

schouderklachten.<br />

Afbakening van de twee schouderpathologieën<br />

In dit protocol zijn het diagnostisch en therapeutisch proces opgenomen voor twee vaak voorkomende<br />

schouderpathologieën. Deze betreffende schouderpathologieën zijn:<br />

1 instabiliteit<br />

2 impingement syndroom<br />

D.m.v. beslisbomen wordt een keuze gemaakt uit deze twee pathologieën en de bijbehorende<br />

diagnostische middelen. Het is noodzakelijk een specifieke anamnese af te nemen, voordat de verkregen<br />

informatie gebruikt wordt voor de beslisboom. Wanneer het duidelijk is van welke specifieke testen<br />

gebruik gemaakt dient te worden zal de uitkomst hiervan voldoende zijn om adequaat te kunnen<br />

differentiëren.<br />

Wanneer de uitkomsten van de gekozen specifieke testen positief zijn, dan kan gelijk gestart worden met<br />

het behandelprotocol. Als de testen negatief zijn, dan betekent dit een onvolledige anamnese of onjuiste<br />

inclusie en exclusiecriteria. In dit geval wordt er niet volgens dit protocol behandeld.<br />

Doelgroep<br />

Dit protocol is bedoeld voor fysiotherapeuten werkzaam in de eerste lijn, die patiënten met<br />

gezondheidsproblemen samenhangend met schouder en of schoudergordel problematiek behandelen.<br />

Scholing is vereist voor een adequate uitvoering van dit protocol. Verwacht wordt dat de therapeut kennis<br />

heeft van de desbetreffende schouderpathologieën.<br />

Diagnostisch proces<br />

Het doel van het diagnostisch proces is het inventariseren van de ernst, de aard en de mate van de<br />

invloedbaarheid van het gezondheidsprobleem. Uitgangspunt hierbij is de hulpvraag van de patiënt<br />

(inclusief de belangrijkste klachten en de contextfactoren). Het is dus belangrijk om de patiënt te<br />

benaderen als een persoon met een klacht, dat er verder wordt gekeken dan de klacht zelf.<br />

De fysiotherapeut onderzoekt welke probleemgebieden bij de patiënt op de voorgrond staan; in welk<br />

patiëntenprofiel de patiënt past; wat de prognose is; of de oorzaak van de klachten in de schouder<br />

veroorzaakt worden door een van de twee pathologieën, of dat er een andere onderliggende pathologie<br />

de oorzaak is van de klachten; en wat de informatiebehoefte is van de patiënt.<br />

Screening/Verwijzing:<br />

Het protocol veronderstelt dat een patiënt bij de fysiotherapeut komt voor een screening waarbij wordt<br />

gekeken of de patiënt in aanmerking komt voor verder fysiotherapeutische behandeling of dat de patiënt<br />

wordt verwezen door een huisarts/specialist.<br />

Bij een verwijzing van patiënten met schouderklachten door huisarts of medisch specialist. Zijn de<br />

belangrijke verwijsgegevens: de hulpvraag van de patiënt, de verwijsreden, het beloop van functioneren<br />

(activiteiten en participatie) en gegevens met betrekking tot aanvullend onderzoek en prognose.<br />

Aanvullende verwijsgegevens zijn het medicijngebruik van de patiënt en de aanwezigheid van comorbiditeit.<br />

De fysiotherapeut neemt contact op met de verwijzer wanneer de verwijsbrief onvoldoende<br />

gegevens bevat.


- 4 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Hoewel in de literatuur de drie types duidelijk omschreven worden, moeten we echter vermelden dat in de<br />

klinische patientensituatie deze vormen van schouderinstabiliteit vaak gecombineerd voorkomen. Het<br />

meest typische voorbeeld hiervan is de bovenhandse sporter met een aangeboren laxiteit (AMBRI), die<br />

door extreme training AIOS ontwikkelt. In dat geval moet tijdens de revalidatie aandacht besteed worden<br />

aan beide problemen. Het accent van de behandeling is afhankelijk van de bevindingen in het klinisch<br />

onderzoek.<br />

Doel van oefentherapie:<br />

Het doel van de oefentherapie is deze vicieuze cirkel te doorbreken. Via adequate oefeningen zal de<br />

kinesitherapeut de proprioceptie en de spiercontrole verbeteren, om zo de functionele stabiliteit van het<br />

segment te optimaliseren. Dit betekent dat naast krachttoename, verhoging van spieruithouding e.d. het<br />

bevorderen van proprioeptie, spiercontrole en neuromusculaire coordinatie eveneens belangrijke<br />

oefendoelstellingen zijn. Meer nog, men is de mening toegedaan dat proprioceptie en spiercontrole<br />

absolute voorwaarden zijn voor een verdere oefenprogresie. In figuur wordt schematisch weergegeven op<br />

welke wijze de oefendoelstellingen chronologisch aan de patient aangeboeden kunnen worden. In dit<br />

overzicht worden relevante oefendoelstellingen in een welbepaalde volgorde voorgesteld. De volgorde is<br />

geen maatstaf voor de relevantie van een oefendoel, maar wel een richtlijn in het chronologisch<br />

aanbieden van de diverse oefendoelstellingen binnen een oefenprogramma.<br />

Figuur. 4.


Instabiliteit<br />

- 5 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl


TUBS of traumatische anterieure instabiliteit<br />

Diagnostisch proces:<br />

- 6 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Wanneer na screening blijkt dat de patiënt in aanmerking komt voor verder fysiotherapeutische<br />

behandeling of de patiënt wordt verwezen door een huisarts/specialist worden de volgende stappen<br />

doorlopen.<br />

Als eerste vindt er dan een fysiotherapeutisch intake plaats, hierbij gaat de fysiotherapeut de in en<br />

exclusie criteria na, de fysiotherapeut houdt dan een inspectie, een onderzoek en als laatste punten in het<br />

onderzoek wordt er een analyse gemaakt en het stroomschema doorlopen. Valt de patiënt binnen het<br />

protocol dan wordt tijdens het eerste consult door de fysiotherapeut vragenlijsten aan de patiënt<br />

meegegeven, die door de patiënt ingevuld dienen te worden.<br />

Onderzoek:<br />

1. Anamnese<br />

2. Inclusie en exclusiecriteria<br />

3. Inspectie<br />

4. Lichamelijk onderzoek<br />

5. Analyse<br />

• stoornis-, beperking-, participatieprobleem (ICF)<br />

• verloop normaal/afwijkend<br />

• ongunstige factoren<br />

• indicatie fysiotherapie<br />

6. Stroomschema<br />

7. Vragenlijsten (aandachtspunt)<br />

Behandeling:<br />

1. Normaal verloop<br />

2. Afwijkend verloop


1. Normaal verloop<br />

Behandeling TUBS<br />

- 7 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Doelen:<br />

1. Inzicht/coping verbeteren<br />

2. Zelfstandig klachten verbeteren door de patiënt<br />

3. Normaliseren bewegingen van de scapula en het gleno-humerale gewricht<br />

4. Stabiliteit bevorderen in functie van centralisatie humeruskop en translatie naar caudaal.<br />

5. Spierbalans/kracht verbeteren van de scapula pivoters.<br />

Middel: Spiercontrole en uithoudingsvermogen rotator cuff. Evolutie van gesloten (GKK) naar open<br />

ketenoefeningen (OKK)<br />

Therapie:<br />

1 e week (eerste consult)<br />

• gesprek met de patiënt,<br />

1 e week (tweede consult)<br />

• huiswerkprogramma wordt meegegeven<br />

2 e - 4 e week (vanaf tweede consult)<br />

• aanleren van bewuste spiercontrole van de rotator cuff. (30-40 hh, 50% van 1RM).<br />

• kaart TUBS, fase 2, gericht op gedoseerde weefselspecifieke belasting, pijnvrij<br />

5 e - 12 e week<br />

• automatiseren van de glenohumerale spiercontrole, (3 x 25hh 60% 1RM --> 8-12hh 80%<br />

1RM)<br />

• kaart TUBS, fase 3, functionele weefselspecifieke belasting.<br />

Behandelfrequentie: twee consulten per week<br />

2. Afwijkend verloop<br />

• patiëntenvoorlichting<br />

• indien nodig overleggen met de behandelende arts.<br />

• therapie-indicatie afwegen (inclusie-/exclusiecriteria)


Diagnostisch proces:<br />

AMBRI of multidirectionele instabiliteit<br />

- 8 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Wanneer na screening blijkt dat de patiënt in aanmerking komt voor verder fysiotherapeutische<br />

behandeling of de patiënt wordt verwezen door een huisarts/specialist worden de volgende stappen<br />

doorlopen.<br />

Als eerste vindt er dan een fysiotherapeutisch intake plaats, hierbij gaat de fysiotherapeut de in en<br />

exclusie criteria na, de fysiotherapeut houdt dan een inspectie, een onderzoek en als laatste punten in het<br />

onderzoek wordt er een analyse gemaakt en het stroomschema doorlopen. Valt de patiënt binnen het<br />

protocol dan wordt tijdens het eerste consult door de fysiotherapeut vragenlijsten aan de patiënt<br />

meegegeven, die door de patiënt ingevuld dienen te worden.<br />

Onderzoek:<br />

1. Anamnese<br />

2. Inclusie en exclusiecriteria<br />

3. Inspectie<br />

4. Lichamelijk onderzoek<br />

5. Analyse<br />

• stoornis-, beperking-, participatieprobleem (ICF)<br />

• verloop normaal/afwijkend<br />

• ongunstige factoren<br />

• indicatie fysiotherapie<br />

6. Stroomschema<br />

7. Vragenlijsten<br />

Behandeling:<br />

1. Normaal verloop<br />

2. Afwijkend verloop


1. Normaal verloop<br />

Behandeling AMBRI<br />

- 9 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Doelen:<br />

1. inzicht/ coping verbeteren<br />

2. zelfstandig klachten verbeteren door de patiënt<br />

3. normaliseren bewegingen van de scapula en het gleno-humerale gewricht<br />

4. krachtverbeteren van de rotator cuff en de scapula pivoters<br />

5. stabiliteit bevorderen door centralisatie humeruskop en translatie naar craniaal (en anteroir)<br />

Middel:<br />

Spiercontrole en uithoudingsvermogen m. deltoideus. (GKK-oefeningen)<br />

Therapie:<br />

1 e week (eerste consult)<br />

• inzicht en coping verbeteren, aspecifieke circulatie oefeningen, (30-40hh < 50% 1RM)<br />

• kaart AMBRI, fase 1, geen belasting gekwetste structuren, pijnvrij.<br />

2 e tot 4 e week<br />

• aanleren van bewegen bewuste spiercontrole m. deltoideus. (30-40hh 50% 1RM)<br />

• kaart AMBRI, fase 2, gedoseerde weefslespecifieke belasting, pijnvrij.<br />

Behandelfrequentie: twee consulten per week<br />

2. Afwijkend verloop<br />

• patiëntenvoorlichting<br />

• fase van herstel afwegen en de behandeling aanpassen<br />

• indien nodig overleggen met de behandelende arts<br />

• therapie-indicatie afwegen (inclusie-/exclusiecriteria)


Diagnostisch proces:<br />

AIOS of Overbelastingsinstabiliteit<br />

- 10 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Wanneer na screening blijkt dat de patiënt in aanmerking komt voor verder fysiotherapeutische<br />

behandeling of de patiënt wordt verwezen door een huisarts/specialist worden de volgende stappen<br />

doorlopen.<br />

Als eerste vindt er dan een fysiotherapeutisch intake plaats, hierbij gaat de fysiotherapeut de in en<br />

exclusie criteria na, de fysiotherapeut houdt dan een inspectie, een onderzoek en als laatste punten in het<br />

onderzoek wordt er een analyse gemaakt en het stroomschema doorlopen. Valt de patiënt binnen het<br />

protocol dan wordt tijdens het eerste consult door de fysiotherapeut vragenlijsten aan de patiënt<br />

meegegeven, die door de patiënt ingevuld dienen te worden.<br />

Onderzoek:<br />

1. Anamnese<br />

2. Inclusie en exclusiecriteria<br />

3. Inspectie<br />

4. Lichamelijk onderzoek<br />

5. Analyse<br />

• stoornis-, beperking-, participatieprobleem (ICF)<br />

• verloop normaal/afwijkend<br />

• ongunstige factoren<br />

• indicatie fysiotherapie<br />

6. Stroomschema<br />

7. Vragenlijsten<br />

Behandeling:<br />

1. Normaal verloop<br />

2. Afwijkend verloop


1. Normaal verloop<br />

Behandeling AIOS of Overbelastingsinstabiliteit<br />

- 11 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Doelen:<br />

1. inzicht/ coping verbeteren<br />

2. normaliseren bewegingen van de scapula en het gleno-humerale gewricht<br />

3. kracht verbeteren van de rotator cuff en de scapula pivoters<br />

4. stabiliteit bevorderen in functie van centralisatie van de humeruskop, toename belastbaarheid.<br />

5. coördinatie verbeteren<br />

Deze oefeningen dienen zoveel mogelijk ADL-, werk of sportgerelateerd te zijn (zie hulpvraag)<br />

Middel: Spiercontrole en uithoudingsvermogen van de rotator cuff (zie behandeling van de TUBS)<br />

Excentrische oefeningen van de rotator cuff.<br />

Therapie:<br />

1 e week:<br />

• d.m.v. een gesprek inzicht en coping vergroten<br />

2 e -4 e week:<br />

• spiercontrole m.infraspinatus aanleren. (30-40hh, 50%1RM)<br />

• kaart AIOS, fase 2, gedoseerde weefselspecifieke belasting, pijnvrij)<br />

5 e -12 e week<br />

• automatiseren glenohumerale spiercontrole (3 x 25hh 60% 1RM | 8-12hh 80% 1RM)<br />

• kaart AIOS, fase 3, functionele weefselspecifieke belasting.<br />

Behandelfrequentie: twee consulten per week.<br />

2. Afwijkend verloop<br />

• patiëntenvoorlichting<br />

• fase van herstel afwegen en de behandeling aanpassen<br />

• indien nodig overleggen met de behandelende arts<br />

• therapie-indicatie afwegen (inclusie-/exclusiecriteria)


Inclusie/exclusie criteria<br />

- 12 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

1. Inclusiecriteria:<br />

• Unidirectionele instabiliteit (TUBS = Traumatic Unidirectional Bankert Surgery)<br />

• Multidirectionele instabiliteit (AMBRI = Atraumatic Multidirectional Bilateral Rehalibitation Inferior)<br />

• Overbelastings instabiliteit (AIOS = Acquired Instability Overstress Surgery)<br />

2. Exclusiecriteria:<br />

rode vlaggen<br />

• langer bestaande (onverklaarde koorts)<br />

• recent onverklaard gewichtsverlies (›5 kg/maand)<br />

• langdurig gebruik corticosteroïden<br />

• constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van positie<br />

• kanker in het voorgeschiedenis<br />

• algemeen onwelbevinden<br />

• uitgebreide neurologische tekenen en symptomen<br />

• negatieve apprehension/ relocatie test<br />

• (recent) traumata niet in relatie tot de klacht


Impingement Syndroom<br />

- 13 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl


STROOMSCHEMA<br />

- 14 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Is er spraken van impingement nee Patient valt buiten protocol<br />

ja<br />

Sprake van primair impingement nee Secundair impingement<br />

ja<br />

Zie protocol Tendinopathie<br />

SPRAKE VAN SECUNDAIR IMPINGEMENT nee Patient valt buiten protocol<br />

ja<br />

Rotatorcuff of Scapulaire of Instabiliteit of Biceps of GIRD<br />

dominante dyskinesie pathologie<br />

klachten<br />

ja ja<br />

Zie protocol Type1 of type 2 of type 3<br />

Tendinopathie posterior tipping Internal rotation Downward roation<br />

Inflamatie fase Kaarten type 1 Kaarten type 2 Zie Kaarten type 3<br />

Proliferatie fase<br />

Remodellerings fase<br />

Ja<br />

AMBRI of TUBS of AIOS<br />

Kaarten Kaarten Kaarten<br />

AMBRI TUBS AIOS<br />

Ja<br />

Kaarten<br />

SLAP<br />

Ja<br />

Kaarten<br />

GIRD


Uitleg begrippen Stroomschema<br />

Stroomschema voor het soort Impingement<br />

- 15 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Subacromiaal impingement/Intern impingement<br />

Onder een subacromiaal of extern impingement verstaan we de inklemming van de rotator-cuffpezen in<br />

de subacromiale ruite tussen tuberculum majus van de humeruskop en het acromiondak.<br />

Onder een intern impingement wordt een inklemming verstaan tussen twee benige structuren die beide<br />

deel uitmaken van het glenohumerale gewricht (humeruskop en labrum glenoidale).<br />

Primair Impingement/Secundair impingement<br />

Op basis van het oorzakelijke mechanisme wordt een onderscheid gemaakt tussen primair en secundair<br />

impingement. De primaire vorm bestaat uit een structurele vernauwing van de subacromiale ruimte, terwijl<br />

bij de secundaire vorm enkel onder bepaalde omstandigheden, bv. Tijdens specifieke houdingen of<br />

bewegingen, de inklemming uitgelokt wordt. Secundair impingement is met andere woorden veeleer een<br />

biomechanisch en functioneel probleem terwijl primair impingement het gevolg is van een anatomische<br />

structurele veranderingen.<br />

Rotator cuff tendinopathie<br />

Er wordt gesproken van rotator-cuffdominante klachten wanneer de manifestatie van de rotatorcuffpathologie<br />

hoog actueel aanwezig is. Soms echter is hot op basis van het klinische onderzoek zeer<br />

moeilijk om electieve symptomen van rotator-cuffpathologie uit te lokken. In deze gevallen is de pijn<br />

tijdens bewegingen veeleer het gevolg van het inklemmen van de (gezonde) structuur, dan wel van het<br />

activeren van de rotator cuff zelf. Dit kan als impingementdominate klachten omschreven worden.<br />

Scapulaire dyskinesie<br />

Het classificatiesysteem voor scapulaire bewegingsafwijkingen die wij hanteren is die Dr. Kibler in 2002<br />

heeft voorgesteld. Het is een indeling die is gebaseerd op de richting waarin de afwijkende<br />

bewegingspatronen zich manifesteren, Op basis van de drie assen waarrond de scapula beweegt kunnen<br />

de drie types van bewegingsafwijkingen onderscheiden worden:<br />

Type 1 Posterior Tipping<br />

Dit is een afwijking rond de latero-laterale as in het sagittale vlak, Bij deze patiënten staat de<br />

scapula in een uitgesproken anterieure tilt. Dit veruitwendigt zich door een prominent zichtbare<br />

angulus inferior.<br />

Type 2 Internal Rotation<br />

Dit wordt gekenmerkt door een te grote interne rotatiestand van de scapula. Klinisch kan deze<br />

afwijking gedetecteerd worden via een zichtbare margo medialis. In de klassieke literatuur wordt<br />

dit scapula alata of “winging” genoemd.<br />

Type 3 Downward Rotation<br />

Bij een type 3-scapulaire dyskinesie bevindt de scapula zich teveel in een neerwaartse<br />

rotatiestand, waardor de cavitas glenoidalis tijdens houdingen en bewegingen onvoldoende<br />

geeleveerd wordt. Patiënten met deze afwijking vertonen een prominente zichtbare angulus<br />

superior.


Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

Instabiliteit<br />

Zie voor uitleg over de hieronder aangegeven vormen van instabiliteit het protocol over<br />

schouderinstabiliteit.<br />

TUBS<br />

AMBRI<br />

AIOS<br />

- 16 (van 45) -<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Biceps pathologie<br />

Er worden meerdere aandoeningen van de bicepspees in de literatuur beschreven: tendinopathie,<br />

tenosynovitis in de bicipitale groeve, SLAP-laesie met diverse subvormen, (sub)luxatie en rupturen.<br />

G.I.R.D<br />

Dit is een verkorting en verstijving van het postero-inferieure gedeelte van het gewrichtskapsle. Naast<br />

endroroatie is ook de passieve horzontale adducite vaak beperkt. In de internationale literatuur wordt dit<br />

fenomeen GIRD genoemd of Glenohumerale Internal Rotation Deficit (Burkhard 2003). Het fenomeen<br />

wordt beschouwd als één van de typische adaptaties van de bovenhandse atleet bij het beoefenen van<br />

zijn slag- of werpsport. Daarnaast wordt het ook wordt het ook gezien bij niet sportende patiënten met<br />

impingement klachten.


Protocol tendinopathie<br />

Diagnostisch proces:<br />

- 17 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Wanneer na screening blijkt dat de patiënt in aanmerking komt voor verder fysiotherapeutische<br />

behandeling of de patiënt wordt verwezen door een huisarts/specialist worden de volgende stappen<br />

doorlopen.<br />

Als eerste vindt er dan een fysiotherapeutisch intake plaats, hierbij gaat de fysiotherapeut de in en<br />

exclusie criteria na, de fysiotherapeut houdt dan een inspectie, een onderzoek en als laatste punten in het<br />

onderzoek wordt er een analyse gemaakt en het stroomschema doorlopen. Valt de patiënt binnen het<br />

protocol dan wordt tijdens het eerste consult door de fysiotherapeut vragenlijsten aan de patiënt<br />

meegegeven, die door de patiënt ingevuld dienen te worden.<br />

Onderzoek:<br />

1. Anamnese<br />

2. Inclusie en exclusiecriteria<br />

3. Inspectie<br />

4. Lichamelijk onderzoek<br />

5. Analyse<br />

• stoornis-, beperking-, participatieprobleem<br />

• verloop normaal/afwijkend<br />

• ongunstige factoren<br />

• indicatie fysiotherapie<br />

6. Stroomschema<br />

7. Vragenlijsten<br />

Behandeling:<br />

1. Normaal verloop<br />

2. Afwijkend verloop


Normaal verloop<br />

Behandeling tendinopathie<br />

Doelen:<br />

1 verminderen van de ontstekingsreacties.<br />

2 optimaliseren van de mobiliteit van het gleno-humeraal gewricht.<br />

3 verbeteren van het scapulo-thoracale ritme<br />

4 verbeteren van de lokale en globale spierkracht.<br />

5 vergroten van het inzicht in de aandoening<br />

- 18 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Acute fase (dag 1 t/m 5-7)<br />

1.<br />

• uitleg over klachten geven, restricties en huiswerkoefeningen.<br />

• adviseren<br />

• prognose geven<br />

• eventueel overleg met de verwijzend arts<br />

2.<br />

• passief bewegen in het gleno-humerale gewricht en scapulo-thoracaal glijden tot de pijngrens.<br />

3.<br />

• Oefentherapie Inflammatie- of ontstekingsfase (dag 1 t/m 5-7) is gericht op:<br />

o hoog actuele pathologie: geen oefentherapie (voorkomen van rek, aanspanning of<br />

compressie gekwetste structuur)<br />

o middelmatig en laag actuele pathologie:<br />

aspecifieke circulatie-oefeningen<br />

lage dosering: lage weerstand en groot aantal herhalingen<br />

geen belasting gekwetste structuren: bewegingen vermijden waarbij weefsel belast wordt<br />

(rek, contractie, compressie …)<br />

In deze fase wordt oefenkaart 1 gebruikt van de desbetreffende oorzaak van het impingement. Zie bijlage<br />

Proliferatie fase (dag 5 t/m 21)<br />

1.<br />

• uitleg geven over de klachten, restricties en huiswerkoefeningen<br />

• adviseren<br />

• prognose geven<br />

• eventueel overleg met de verwijzend arts<br />

2.<br />

• passief bewegen in het glenohumerale gewricht en scapulothoracaal glijden tot de pijngrens.<br />

• excentrisch rekken<br />

• trofiek verbeteren<br />

3.<br />

Oefentherapie Proliferatiefase (dag 5 t/m 21) is gericht op:<br />

• specifieke circulatie-oefeningen<br />

• lage dosering: lage weerstand en groot aantal herhalingen (50 % 1 RM, 3 x 40)<br />

• gedoseerde weefselspecifieke belasting: bewegingen uitvoeren waarbij weefsel belast wordt<br />

(rek, contractie, compressie …)<br />

In deze fase worden oefenkaart 1 en 2 gebruikt van de desbetreffende oorzaak van het impingement. Zie<br />

bijlage


- 19 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Remodelleringsfase (20–25 dagen en verder)<br />

1.<br />

• uitleg geven over de klachten, restricties en huiswerkoefeningen<br />

• adviseren<br />

• prognose geven<br />

• eventueel overleg met de verwijzend arts<br />

2.<br />

• passief bewegen in het glenohumerale gewricht en scapulothoracaal glijden tot de pijngrens.<br />

• excentrisch rekken<br />

• trofiek verbeteren<br />

3.<br />

Oefentherapie in remodelleringsfase (20 – 25 dagen en verder) is gericht op:<br />

• oefeningen ter verbetering van de uithouding, kracht, explosieve kracht …<br />

• stijgende dosering: stijgende weerstand en dalend aantal herhalingen (60 % 1 RM, 3 x 25-30;<br />

1 RM 3 x 8-12)<br />

• ADL en sport gerichte training<br />

In deze fase worden oefenkaart 3 gebruikt voor de desbetreffende oorzaak van het impingement. Zie<br />

bijlage<br />

2. Afwijkend verloop<br />

1 patiëntenvoorlichting<br />

2 fase van herstel afwegen en de behandeling aanpassen<br />

3 indien nodig overleggen met de behandelende arts<br />

4 therapie-indicatie afwegen (inclusie-/exclusiecriteria)


Inclusie/exclusie criteria<br />

Inclusie criteria:<br />

• anamnese: zie specifieke anamnestische gegevens pagina nr. 23<br />

• een positieve painful arc test<br />

• een positieve IRRST<br />

• een positieve empty can test<br />

Exclusiecriteria:<br />

rode vlaggen<br />

• (recent) traumata<br />

• langer bestaande (onverklaarde koorts)<br />

• recent onverklaard gewichtsverlies (›5 kg/maand)<br />

• langdurig gebruik corticosteroïden<br />

• constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van positie<br />

• kanker in het voorgeschiedenis<br />

• algemeen onwelbevinden<br />

• nachtelijke pijn<br />

• uitgebreide neurologische tekenen en symptomen<br />

• een negatieve painful arc test<br />

• een negatieve IRRST<br />

• een negatieve empty can test<br />

- 20 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl


Specifieke anamnestische vragen:<br />

Instabiliteit:<br />

Impingement:<br />

Anamnese<br />

- 21 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

- sportspecifieke vragen, vragen naar verandering in de training, intensiteit, duur,<br />

techniek, materiaal, omstandigheden etc.<br />

- behandeling tot dusverre: eerdere fysiotherapie/ injecties etc.<br />

- gevoel van instabiliteit alsof de kop eruit wil schieten<br />

- bewegingsangst boven de 90°<br />

- bij progressieve belasting pijn in rust en tijdens slapen<br />

- Intra- articulaire klik<br />

- pijn bij bewegen, welke bewegingen (ADL)<br />

- nachtelijke pijn<br />

- ontstaanswijze<br />

- painfull arc<br />

- ontstekingsverschijnselen: zwelling, warmte, roodheid enz.<br />

- verbetering van de klachten b.v. tijdens het dragen van een emmer (onder caudale<br />

tractie)<br />

- sportspecifieke vragen, vragen naar verandering in de training, intensiteit, duur,<br />

techniek, materiaal, omstandigheden etc.<br />

- behandeling tot dusverre: eerdere fysiotherapie/injecties etc.<br />

- klachten van CWK/CTO/TWK


1. Algemeen<br />

Inspectie<br />

- 22 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Het gaat hierbij om het waarnemen van de uiterlijke verschijningsvorm. De patiënt hoeft geen activiteiten<br />

uit te voeren.<br />

Belangrijke aandachtspunten zijn:<br />

• morfologische aspecten<br />

• vegetatieve aspecten<br />

• het gedrag<br />

Typologie<br />

Het bekijken van het type is bedoeld om een indruk te krijgen van de belastbaarheid van de patiënt. De<br />

patiënt wordt zowel somatisch als psychisch getypeerd.<br />

Houding<br />

Er dient gekeken te worden naar de stand van verschillende gewrichten ten opzichte van elkaar (de<br />

alignment) en naar de stand per gewricht.<br />

De alignment wordt allereerst in de gewoontehouding bekeken. Zodra bij de gewoontehouding afwijkingen<br />

worden geconstateerd, dan dient de alignment ook in de gecorrigeerde houding bekeken te worden.<br />

De stand per gewricht dient alleen in de gecorrigeerde houding bekeken te worden.<br />

De uitgangshouding voor de observatie kan in stand en in zit. Het is van belang dat het met afhangende<br />

armen geschiedt. Een observatie in zit wordt geprefereerd.<br />

Bewegingsvermogen<br />

Basistesten<br />

1. Functionele sensomotorische activiteiten (A.D.L.)<br />

Lokaal anatomische actieve bewegingen<br />

Deze bewegingen laat men alleen uitvoeren door patiënten met bewegingsbeperkingen en/of pijnklachten<br />

tijdens bewegen.<br />

De patiënt wordt gevraagd per gewricht bewegingen uit te voeren, vanuit de nulstand en om de<br />

aanwezige anatomische assen.<br />

Naast het onder het punt “functionele sensomotorische activiteiten” genoemde informatie, krijgt men nu<br />

ook informatie over de grootte van de bewegingsuitslag.


Onderzoek<br />

Inspectie<br />

• atrofie (let op de cuffmusculatuur)<br />

• zwelling<br />

• AC-gewricht<br />

• SC-gewricht<br />

• CWK/CTO/TWK<br />

• afwijkende stand scapula<br />

o Type 1 (posterior tipping)<br />

o Type 2 (internal rotation)<br />

o Type 3 (downward rotation)<br />

Basisonderzoek<br />

Lokaal anatomische actieve bewegingen<br />

Tijdens dit onderzoek wordt informatie verzameld over<br />

• de bewegingsuitslag<br />

• het optreden van pijn<br />

Art. humeri<br />

• anteversie (let op scapulair patroon)<br />

• abductie (let op scapulair patroon)<br />

• retroversie<br />

• adductie (horizontaal)<br />

• exorotatie<br />

o in anatomische stand<br />

• endorotatie<br />

o in de anatomische stand<br />

Schoudergordel<br />

• protractie<br />

• retractie<br />

• elevatie<br />

• detractie<br />

Lokaal anatomische passieve bewegingen<br />

• anteversie<br />

• abductie<br />

• adductie<br />

• retroversie<br />

• exorotatie<br />

o in de anatomische stand<br />

• endorotatie<br />

o in de anatomische stand<br />

Andere onderzoeken:<br />

- SC- gewricht<br />

- AC- gewricht<br />

- CWK/CTO/TWK<br />

- 23 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl


Statische weerstandstesten<br />

Art. humeri (in volgorde)<br />

• adductie<br />

• retroversie<br />

• anteversie<br />

• endorotatie<br />

• exorotatie<br />

• abductie<br />

Art. cubiti<br />

• flexie<br />

• extensie<br />

- 24 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Innervatie Anteve. Retrov. Abductie Adductie Endor. Exor.<br />

Pectoralis<br />

Major<br />

C5-T1 + + +<br />

Coraco<br />

Brachialis<br />

C5/C6 + +<br />

Deltoid p.<br />

posterior<br />

C5/C6 + (+) +<br />

Deltoid p.<br />

anterior<br />

C5/C6 + (+) +<br />

Deltoid p.<br />

acrom.<br />

C5/C6 + +<br />

Biceps brachii C5/C6 + + +<br />

Latissimus<br />

dorsi<br />

C6-C8 + + +<br />

Teres major C5-C7 + + +<br />

Triceps<br />

brachii<br />

C6-T1 + +<br />

Infraspinatus C4-C6 + + +<br />

Teres minor C5/C6 + + +<br />

Subscapularis C5-C7 + + +<br />

Supraspinatus C4-C6 + +


Theraband test:<br />

- 25 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Uitgangshouding: Patiënt in zit met afhangende armen (liefst op een kruk)<br />

De fysiotherapeut staat achter de patiënt , de ft brengt de theraband achter de rug van de patiënt langs,<br />

vervolgens pakt de patiënt de beide uiteinden vast.<br />

De manoeuvre is als volgt: je vraagt de patiënt actief de beide armen te eleveren, tot maximaal.<br />

Ondertussen houdt de fysiotherapeut de theraband met 2 handen achter de rug van de patiënt op<br />

spanning.<br />

Vervolgens instrueer je de patiënt langzaam de beide armen terug te brengen tot de beginpositie.<br />

De fysiotherapeut kijkt ondertussen naar het stabiliserend vermogen van de spieren rondom de scapula<br />

tijdens het traject.<br />

Een verschillend scapula beweging/ritme tussen links en rechts, vaak optredend tussen de 100 en 80<br />

graden , kan een indicator zijn voor impingement klachten, tevens geeft de positie van het verminderd<br />

vermogen tot scapulafixatie het trainingstraject aan.<br />

10 keer uitvoeren, dan treedt vermoeidheid op en is een eventueel probleem goed te zien.<br />

Spierkracht testen<br />

De spieren waarbij een verminderde kracht wordt verwacht dienen specifiek uitgetest te worden. De cuff<br />

spieren zullen het belangrijkste zijn.


Toegevoegde testen<br />

Sens. Spec Voorsp.waar<br />

de<br />

Kappa 95%<br />

betrouwbaar<br />

heids-interval<br />

- 26 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Prakt. uitvoering<br />

Overal<br />

+ -<br />

Instabiliteits testen<br />

Apprehension/<br />

relocatie<br />

0.85 0.87 0.79 0.91 0.82 0.62-0.96 Goed Hoog<br />

Biceps Load II<br />

test<br />

0.90 0.96 0.92 0.96 0.81 Goed Hoog<br />

Impingement testen<br />

Painfull arc 0.70 0.90 0.98 0.65 0.59 0.35-0.83 Goed Hoog<br />

IRRST 0.88 0.96 0.88 0.96 0.85 Goed Hoog<br />

Empty can 0.74 0.90 0.98 0.64 0.62 0.42-0.82 Goed Hoog<br />

Uitvoering toegevoegde testen Instabiliteit<br />

Apprehension/Relocation<br />

Uitgangspositie: Ruglig, arm in 95-110°abductie<br />

Uitvoering: De fysiotherapeut brengt de arm langzaam naar volledige exorotatie. Indien de patiënt dit<br />

toelaat, wordt de dorsale compressie vergroot door een ventrale translatie te maken<br />

Uitslag: De test is positief bij pijn in de eindpositie en pijnafname bij relocatie<br />

Biceps Load II test Meer dan instabiliteit (labrum laesie)<br />

Uitgangspositie:<br />

Ruglig, arm in 120°abductie (scapulair vlak) + maximale exorotatie en 90°flexie elleboog + supinatie<br />

onderarm<br />

Uitvoering: De fysiotherapeut geeft weerstand aan flexie elleboog<br />

Uitslag: De test is positief indien er slechts pijn optreedt tijdens contractie biceps of er duidelijk meer<br />

pijn ontstaat bij contractie biceps.


Uitvoering toegevoegde testen impingement<br />

Painfull arc<br />

IRRST<br />

Uitgangspositie: patiënt zit op een krukje/bank zodat de armen afhangen.<br />

Uitvoering: de patiënt wordt gevraagd om de armen actief te abduceren.<br />

- 27 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Uitslag: de test is positief indien de patiënt pijn aangeeft tijdens het traject 60-120 graden, of als de<br />

patiënt niet verder komt tijdens dit traject vanwege de pijn.<br />

Uitgangspositie: zit met steun, of stand. De arm 90 graden abductie en 70-80 graden exorotatie.<br />

Uitvoering: de fysiotherapeut geeft eerst weerstand in richting exorotatie, daarna in richting<br />

endorotatie<br />

Uitslag: de test is positief wanneer er meer kracht in exorotatie geleverd kan worden. Normaal is de<br />

endorotatie sterker.<br />

Empty Can Test<br />

Uitgangshouding: stand, arm in 80-90 graden abductie, volledige endorotatie en een extensie in de<br />

elleboog<br />

Uitvoering: de fysiotherapeut geeft neerwaartse druk op de onderarm<br />

Uitslag: de test is positief, wanneer er pijn aangegeven wordt. Dit kan al geschieden zonder dat er<br />

weerstand gegeven wordt.<br />

Als bij een positieve empty can test bij herhaling van de weerstand in lagere abductie posities het<br />

testen niet of veel minder pijnlijk is, pleit dit voor inklemmingspijn van weke delen tussen tuberculum<br />

majus massief en de fornix. Bij een scheuring van het spierweefsel van de schoudermanchet (met<br />

name van supraspinatus en infraspinatus) zal de test met name positief zijn door het onvermogen van<br />

de patiënt de positie te handhaven.


Vragenlijsten<br />

- 28 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

Generieke vragenlijsten Pagina<br />

Rode vlaggen 29<br />

Disability Rating Index 30<br />

Functional Status Index 31<br />

Pain Disability Index 32<br />

Ziekte specifieke vragenlijsten<br />

Patiënt Specifieke Klachten 33<br />

UCLA (University of California at Los Angeles Shoulder Rating scale) 34<br />

ROWE - Grading System 35<br />

VAS (Visual Analogue Scale) 36<br />

Vragenlijst schouderfunctie SST 37<br />

Shoulder Disability Questionnaire 38<br />

Shoulder Pain and Disability Index 39<br />

Vragenlijsten m.b.t. kinesiofobie<br />

Tampa schaal voor Kinesiofobie 40<br />

Pain Anxiety symptom Scale 42<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

De door de fysiotherapeut uitgekozen vragenlijsten worden na het eerste consult aan de patiënt<br />

meegegeven en dienen door de patiënt zelf thuis ingevuld te worden. De vragenlijsten kunnen als<br />

hulpmiddel dienen om de beperkingen van de patiënt in kaart te brengen, maar ze hebben ook een functie<br />

als evaluatie middel. De fysiotherapeut laat de patiënt deze vragenlijsten opnieuw invullen na een aantal<br />

behandelingen, en evalueert de veranderingen.


Rode Vlaggen<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

DATUM: __-__-____<br />

Vul de onderstaande vragen in met ja of nee.<br />

Schouder:<br />

1. (Recent) trauma<br />

2. Al langer bestaande (onverklaarde) koorts<br />

3. Recent onverklaard gewichtsverlies ( > 5 kg / maand )<br />

4. Langdurig gebruik corticosteroïden<br />

5. Constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van positie<br />

6. Kanker in voorgeschiedenis<br />

7. Algemeen onwelbevinden<br />

8. Nachtelijke pijn<br />

9. Uitgebreide neurologische tekenen en symptomen<br />

- 29 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Ja Nee


Disability Rating Index<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

DATUM: __-__-____<br />

Salén en Spangfort 1994<br />

- 30 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Geautoriseerde vertaling Pijn Kennis Centrum, academisch ziekenhuis Maastricht 1999<br />

Hoe goed kunt u de volgende activiteiten uitvoeren? Achter elke vraag moet u een verticaal streepje zetten op de<br />

horizontale lijn. Een streepje helemaal links zetten betekent dat u geen enkele moeite hebt met het uitvoeren van de<br />

gevraagde activiteit. Een streepje aan de rechterkant van de lijn betekent dat u heel veel moeite hebt met het<br />

uitvoeren van de gevraagde activiteit. U moet alle vragen beantwoorden.<br />

Aankleden (zonder hulp):<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Buitenshuis lopen:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Traplopen:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Langere tijd zitten:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Voorovergebogen staan:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Het dragen van een tas:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Bedden opmaken:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Hardlopen:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Lichte werkzaamheden:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Zware werkzaamheden:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Tillen van zware voorwerpen:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk<br />

Sport of gymnastiek:<br />

geen enkele moeite ________________________________________ onmogelijk


Functional Status Index<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

DATUM: __-__-____<br />

Jette 1980<br />

- 31 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Geautoriseerde vertaling Pijn Kennis Centrum, academisch ziekenhuis Maastricht 1999<br />

Functionele afhankelijkheid<br />

In dit eerste deel van het interview proberen we te meten hoeveel hulp u, gemiddeld, nodig heeft bij het uitvoeren van<br />

uw dagelijkse activiteiten gedurende de afgelopen 7 dagen. Met hulp bedoelen we het gebruik van hulpmiddelen (b.v.<br />

een wandelstok), hulp van andere personen (vrienden/familie) en/of beiden bij het uitvoeren van bepaalde activiteiten.<br />

Ik vraag u nu om mij te vertellen hoeveel hulp u, gemiddeld de afgelopen week, nodig had bij het uitvoeren van<br />

activiteiten die ik nu ga opnoemen. U zegt of u geen hulp, een hulpmiddel, hulp van anderen of zowel hulpmiddel en<br />

hulp van anderen nodig had. Of heeft u de afgelopen week de genoemde activiteit helemaal niet kunnen uitvoeren of<br />

vond u het niet veilig (verantwoord) om de activiteit uit te voeren. Heeft u nog eventuele vragen hierover?<br />

Hoeveel hulp had u de afgelopen week gemiddeld nodig om<br />

Algemene mobiliteit<br />

In huis te lopen<br />

Te traplopen<br />

Op te staan uit een stoel<br />

Sociale activiteiten<br />

Uw beroep uit te oefenen<br />

Auto te rijden<br />

Uw afspraken na te komen<br />

Op bezoek te gaan bij familie en vrienden<br />

Handactiviteiten<br />

Zelfverzorging<br />

Uw broek aan te trekken<br />

Uw blouse of hemd dicht te knopen<br />

Uw hele lichaam te wassen<br />

Een bloes of hemd aan te trekken<br />

Te schrijven<br />

Een blik te openen<br />

Een telefoonnummer te draaien<br />

Huishoudelijke activiteiten<br />

Te stofzuigen<br />

Reiken in lage kasten<br />

De was te doen<br />

Te tuinieren<br />

Functionele pijn<br />

In dit deel van het interview proberen we te meten hoeveel pijn u ervaren heeft bij het uitvoeren van uw dagelijkse<br />

activiteiten gedurende de afgelopen week. Van elke activiteit die u de afgelopen week heeft uitgevoerd vraag ik u om<br />

een oordeel te geven over de mate van pijn die u ervaren heeft tijdens het uitvoeren van die activiteit. U kunt de vraag<br />

beantwoorden met: geen pijn, milde pijn, matige pijn of ernstige pijn. Met pijn bedoel ik de onplezierige sensaties van<br />

ongemak en ongerief die u ervaarde bij het doen van de activiteit. Heeft u nog vragen op dit moment?<br />

Hoeveel pijn heeft u gemiddeld ervaren de afgelopen week bij het uitvoeren van:<br />

Items zie 1.<br />

Functionele moeite<br />

In dit deel van het interview proberen we te meten hoeveel moeite het u kostte om elke activiteit uit te voeren<br />

gedurende de afgelopen 7 dagen. Met moeite bedoelen we of het gemakkelijk was, of juist heel moeilijk was om de<br />

activiteit uit te voeren.<br />

De antwoordmogelijkheden zijn: geen moeite, lichte moeite, matige moeite en ernstige moeite. Heeft u nu nog<br />

vragen?<br />

Hoeveel moeite koste het, gemiddeld de afgelopen week, om<br />

Items zie 1.


Pain Disability Index<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

DATUM: __-__-____<br />

Pollard 1984<br />

- 32 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

Geautoriseerde vertaling Pijn Kennis Centrum, academisch ziekenhuis Maastricht 1999<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

De onderstaande vragen zijn gemaakt om de invloed van uw pijnklachten op uw leven te meten. We willen graag weten in<br />

welke mate de pijn u beperkt in het uitvoeren van allerlei dagelijkse activiteiten, die u normaliter zou willen doen. Beantwoord<br />

elke vraag door de gemiddelde invloed van de pijn op de activiteit in te vullen. Dus niet als de pijn het hevigste is of juist het<br />

minste.<br />

Voor elke vraag moet u het cijfer omcirkelen wat voor de mate van beperking of hinder bij het uitvoeren van deze activiteit<br />

het beste weergeeft. Een score van 0 betekent dat u helemaal geen beperkingen of hinder bij het uitvoeren ervaart, en een<br />

score van 10 betekent dat het onmogelijk is om de activiteit uit te voeren.<br />

1. Familiare en huishoudelijke verantwoordelijkheden<br />

Deze categorie houdt activiteiten in die te maken hebben met huishoudelijke werkzaamheden in en rond het huis (b.v.<br />

tuinieren e.d.) en verplichtingen ten aanzien van andere familieleden (b.v. kinderen naar school brengen e.d.).<br />

geen beperkingen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 volledig beperkt<br />

2. Recreatie<br />

Deze categorie omvat activiteiten zoals hobby’s, sport en andere vrije tijdsbestedingen.<br />

geen beperkingen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 volledig beperkt<br />

3. Sociale activiteiten<br />

Deze categorie heeft te maken met samen met vrienden en/of familie uit te voeren activiteiten, zoals feestjes, theater of<br />

concertbezoek, uit eten gaan en andere sociale gelegenheden.<br />

geen beperkingen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 volledig beperkt<br />

4. Beroep<br />

Deze categorie omvat activiteiten die geheel of gedeeltelijk te maken hebben met uw beroep. Ook niet-betaald werk,<br />

zoals huishouden of vrijwilligers werk, hoort hierbij.<br />

geen beperkingen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 volledig beperkt<br />

5. Seksuele activiteiten<br />

Deze categorie vraagt naar de invloed op de frequentie en de kwaliteit van uw seksleven.<br />

geen beperkingen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 volledig beperkt<br />

6. Zelfverzorging<br />

Deze categorie omvat activiteiten op het gebied van persoonlijke verzorging en onafhankelijke kunnen uitvoeren van<br />

allerlei dagelijkse activiteiten (b.v. douchen, aankleden, autorijden)<br />

geen beperkingen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 volledig beperkt<br />

7. Basale levensbehoeftes<br />

Deze categorie omvat activiteiten die de vitale levensfuncties omvatten, zoals eten, slapen en ademhalen.<br />

geen beperkingen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 volledig beperkt


Patiënt Specifieke Klachten<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

DATUM: __-__-____<br />

Beurskens 1996<br />

- 33 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Activiteiten en bewegingen waarbij u last kunt hebben van uw pijnklachten<br />

Uw pijnklachten hebben invloed op activiteiten en bewegingen die u dagelijks doet en moeilijk te vermijden zijn. Voor<br />

iedereen zijn de gevolgen van chronische pijn verschillend. Ieder persoon zal bepaalde activiteiten en bewegingen graag<br />

zien verbeteren door de behandeling. Hieronder staan een aantal activiteiten en bewegingen die u veel moeite kosten om<br />

uitvoeren vanwege uw pijn. Probeer de problemen te herkennen waar u de afgelopen week door uw pijn last van had. Kleur<br />

of kruis het bolletje aan voor deze activiteit. We vragen u die problemen aan te kruisen die U heel belangrijk vindt en die U<br />

het liefste zou zien veranderen in de komende maanden.<br />

0 in bed liggen<br />

0 omdraaien in bed<br />

0 opstaan uit bed<br />

0 opstaan uit een stoel<br />

0 gaan zitten op een stoel<br />

0 lang achtereen zitten<br />

0 in/uit de auto stappen<br />

0 rijden in een auto of bus<br />

0 fietsen<br />

0 staan<br />

0 lang achtereen staan<br />

0 licht werk in en om het huis<br />

0 zwaar werk in en om het<br />

huis<br />

0 in huis lopen<br />

0 wandelen<br />

0 hardlopen<br />

0 het dragen van een voorwerp<br />

0 iets oprapen van de grond<br />

0 tillen<br />

0 op bezoek gaan bij<br />

familie,vrienden<br />

of kennissen<br />

0 uitgaan<br />

0 sexuele activiteiten<br />

0 uitvoeren van werk<br />

0 uitvoeren van hobby’s<br />

0 uitvoeren van huishoudelijk werk<br />

0 sporten<br />

0 op reis gaan<br />

0 andere<br />

activiteiten…………………….<br />

Voorbeeld hoe in te vullen<br />

Probleem: Wandelen<br />

Plaatst u het streepje links dan kost wandelen u weinig moeite<br />

geen enkele _______________________________________________ onmogelijk<br />

moeite<br />

Plaatst u het streepje rechts dan kost wandelen u veel moeite<br />

geen enkele _______________________________________________ onmogelijk<br />

moeite<br />

Probleem 1………………………………………….<br />

Hoe moeilijk was het in de afgelopen week om deze activiteit uit te voeren?<br />

geen enkele _______________________________________________ onmogelijk<br />

moeite<br />

Probleem 2………………………………………….<br />

Hoe moeilijk was het in de afgelopen week om deze activiteit uit te voeren?<br />

geen enkele _______________________________________________ onmogelijk<br />

moeite<br />

Probleem 3………………………………………….<br />

Hoe moeilijk was het in de afgelopen week om deze activiteit uit te voeren?<br />

geen enkele _______________________________________________ onmogelijk<br />

moeite<br />

5 Belangrijkste activiteiten zijn:<br />

1. …………………………………………..<br />

2. …………………………………………..<br />

3. …………………………………………..<br />

4. …………………………………………..<br />

5. …………………………………………..


Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

UCLA – SCORE University of California at L.A. Shoulder Rating scale<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

FUNCTIE/REACTIES PUNTEN<br />

DATUM: __-__-____<br />

- 34 (van 45) -<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Deze vragenlijst gaat over het functioneren van de schouder en uw beleving hiervan. Er wordt aan de hand van<br />

punten een indicatie gemaakt over het functioneren. Het is de bedoeling dat u bij elk kopje bepaald welke van de<br />

zinnen het best bij uw situatie past.<br />

PIJN<br />

continu ondragelijk, vaak sterke medicatie 1<br />

continu dragelijk af en toe medicatie, geen of weinig in rust 2<br />

aanwezig tijdens lichte activiteiten vaak pijndempende medicijnen 4<br />

aanwezig tijdens zware of specifieke activiteiten af en toe pijndempende medicijnen 6<br />

af en toe licht 8<br />

geen 10<br />

FUNCTIE<br />

niet mogelijk om arm te gebruiken 1<br />

alleen lichte activiteiten mogelijk 2<br />

licht huishoudelijk werk en meeste dagelijkse activiteiten zijn mogelijk 4<br />

meeste huishoudelijk werk, boodschappen doen, autorijden, haarverzorging,<br />

aan- en uitkleden, inclusief BH dichtmaken, is morgelijk 6<br />

licht beperkt; overheadse activiteit is mogelijk 8<br />

normaal 10<br />

ACTIEVE ANTEFLEXIE<br />

150 graden of meer 5<br />

120 - 150 graden 4<br />

90 - 120 graden 3<br />

45 - 90 graden 2<br />

30 - 45 graden 1<br />

minder dan 30 graden 0<br />

SPIERKRACHT ANTEFLEXOREN (handmatig gemeten)<br />

graad 5 = normaal 5<br />

graad 4 = goed 4<br />

graad 3 = reedelijk; bewegen tegen de zwaartekracht mogelijk 3<br />

graad 2 = lichte activiteit 2<br />

graad 1 = voelbare spiercontractie 1<br />

graad 0 = geen activiteit voelbaar 0<br />

__________<br />

__________<br />

__________<br />

__________<br />

HANDICAP SCORE<br />

tevreden en verbeterd 5<br />

niet tevreden en verslechterd 0 __________<br />

TOTAAL SCORE __________<br />

UCLA-SCORE<br />

Uitstekend 34 – 35 punten<br />

Goed 28 – 33 punten<br />

Matig 21 – 27 punten<br />

Slecht 0 – 20 punten


ROWE – Grading System<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

- 35 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

FUNCTIE/REACTIES PUNTEN<br />

DATUM: __-__-____<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

FUNCTION<br />

No limitation in sports or work; able to throw baseball and football;<br />

can swim crawl-stroke 50<br />

No limitation in work; slight limitation in throwing baseball, serving<br />

forcefully in tennis, or swimming crawl-stroke; can throw football<br />

normally 35<br />

Moderate limitation in overhead work, throwing baseball and football,<br />

swimming crawl-stroke, or serving tennis 20<br />

Moderate limitation in throwing in all sports; unable to work with<br />

arm overhead 0<br />

__________<br />

PAIN<br />

None 10<br />

Moderate 5<br />

Severe 0<br />

__________<br />

STABILITY<br />

Negative apprehension test, no subluxation 30<br />

Negative apprehension test, but discomfort with arm in position of<br />

abduction and external rotation 15<br />

Positive apprehension test and sense of subluxation 0<br />

__________<br />

MOTION<br />

Full range of motion 10<br />

As much as 25 % loss of motion in any plane 5<br />

More than 25 % loss of motion in any plane 0<br />

TOTAALSCORE __________<br />

ROWE – SCORE<br />

Excellent 90 – 100 points<br />

Good 70 – 89 points<br />

Fair 40 – 69 points<br />

Poor 30 or fewer points<br />

__________


VAS<br />

Visual Analogue Scale<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

DATUM: __-__-____<br />

- 36 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Om een indruk te krijgen van de intensiteit van uw pijnklachten wordt u gevraagd een verticaal streepje<br />

zover mogelijk links te zetten als u geen pijn hebt en een verticaal streepje zover mogelijk naar rechts te<br />

zetten als u ondraaglijke pijn hebt.<br />

Geen pijn ___________________________________________________________Ondraaglijke pijn°<br />

Geen pijn ___________________________________________________________Ondraaglijke pijn°<br />

Geen pijn ___________________________________________________________Ondraaglijke pijn°<br />

Geen pijn ___________________________________________________________Ondraaglijke pijn°<br />

Geen pijn ___________________________________________________________Ondraaglijke pijn°<br />

Geen pijn ___________________________________________________________Ondraaglijke pijn°<br />

Geen pijn ___________________________________________________________Ondraaglijke pijn°<br />

Geen pijn ___________________________________________________________Ondraaglijke pijn°


VRAGENLIJST SCHOUDERFUNCTIE - SST<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

DATUM: __-__-____<br />

- 37 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

Deze vragenlijst gaat over het functioneren van uw schouder van de afgelopen weken.<br />

Beantwoord iedere vraag met "JA" of "NEE"<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

JA NEE<br />

1. Heeft u last van uw schouder wanneer deze in rust O O<br />

langs uw lichaam hangt?<br />

2. Kunt u ondanks de schouderklachten ongestoord O O<br />

slapen?<br />

3. Kunt u met uw aangedane zijde uw hemd achter in O O<br />

uw broek of rok stoppen?<br />

4. Kunt u de hand achter het hoofd brengen met de elle- O O<br />

boog opzij gehouden?<br />

5. Kunt u een muntje op een plank op schouder hoogte O O<br />

leggen zonder de elleboog te buigen?<br />

6. Kunt u een halve kilo optillen tot schouder hoogte met O O<br />

gestrekte arm?<br />

7. Kunt u 4 kilo (4 pakken suiker) optillen tot schouder O O<br />

hoogte met gestrekte arm?<br />

8. Kunt u 10 kilo (zware boodschappentas) dragen aan O O<br />

de aangedane zijde?<br />

9. Denkt u dat u met uw aangedane zijde een tennisbal O O<br />

onderhands 10 meter ver kunt gooien?<br />

10. Denkt u dat u met de aangedane zijde een tennisbal O O<br />

bovenhands 20 meter ver kunt gooien?<br />

11. Kunt u met uw aangedane arm de achterkant van uw O O<br />

andere schouder wassen?<br />

12. Stelt uw schouder u in staat om volledig uw dagelijk- O O<br />

se werk te verrichten?<br />

13. Kunt u met uw aangedane arm de haren kammen? O O


Shoulder Disability Questionnaire<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

- 38 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

DATUM: __-__-____<br />

G.J. van der Heijden 1994<br />

Instructie:<br />

1 De volgende zinnen beschrijven verschillende situaties waarin pijn en<br />

bewegingsbeperking in uw behandelde schouder uw dagelijkse bezigheden kunnen beperken.<br />

2 Daarbij wordt met ‘last’ bedoeld: pijn en/of bewegingsbeperking in de behandelde schouder.<br />

3 Met ‘aangedane zijde’ wordt bedoeld: de zijde van de behandelde schouder.<br />

4 Lees elke zin aandachtig, en denk dan aan u zelf in de afgelopen 24 uur.<br />

5 Bepaal voor elke zin of u de beschreven beweging of activiteit in de afgelopen 24 uur uitvoerde. Er zijn 3<br />

antwoordmogelijkheden:<br />

Wel:<br />

Het vakje onder wel kruist u aan als u wel last van de behandelde schouder had tijdens de uitvoering van beschreven<br />

beweging of activiteit in de afgelopen 24 uur<br />

Geen:<br />

Het vakje onder geen kruist u aan als u geen last van de behandelde schouder had tijdens de uitvoering van beschreven<br />

beweging of activiteit in de afgelopen 24 uur<br />

N.v.t.:<br />

Het vakje onder n.v.t. kruist u aan als u de beschreven beweging of activiteit in de afgelopen 24 uur niet uitvoerde.<br />

Als u zich vergist heeft: zet een cirkel om het foutieve antwoord, en kruis alsnog het juiste antwoord aan.<br />

wel geen<br />

Ik word ‘s nachts wakker omdat ik last heb van de behandelde schouder O O<br />

Tijdens het liggen op de behandelde schouder heb ik daar last van O O<br />

Ik heb last van de behandelde schouder tijdens het aan- of uittrekken O O<br />

van een trui of jas<br />

Ik heb last van de behandelde schouder tijdens mijn gebruikelijke O O<br />

dagelijkse activiteiten in en om huis<br />

Tijdens bewegingen met mijn behandelde schouder heb ik daar last van O O<br />

Tijdens steunen op mijn ellebogen of handen heb ik last van de O O<br />

behandelde schouder<br />

Tijdens schrijven (of typen) heb ik last van de behandelde schouder O O<br />

Tijdens het vasthouden van het stuur van mijn auto of fiets heb ik last<br />

van de behandelde schouder O O<br />

Tijdens tillen van een voorwerp (aan de aangedane zijde) heb ik last O O<br />

van de behandelde schouder<br />

Tijdens het boven schouderhoogte reiken of grijpen met mijn hand O O<br />

(aan de aangedane zijde) heb ik last van de behandelde schouder<br />

Tijdens het openen of sluiten van een deur met mijn hand (aan de O O<br />

aangedane zijde) heb ik last van de behandelde schouder<br />

Tijdens het naar mijn billen brengen van mijn hand (aan de aangedane O O<br />

zijde) heb ik last van de behandelde schouder<br />

Tijdens het naar mijn lage rug brengen van mijn hand (aan de O O<br />

aangedane zijde) heb ik last van de behandelde schouder<br />

Tijdens het naar mijn nek brengen van mijn hand (aan de aangedane O O<br />

zijde) heb ik last van de behandelde schouder<br />

Ik wrijf meer dan eens per dag over de behandelde schouder O O<br />

Ik ben prikkelbaar tegen mensen uit mijn omgeving omdat ik last heb O O<br />

van de behandelde schouder


SHOULDER PAIN AND DISABILITY INDEX<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

DATUM: __-__-____<br />

Wilt u a.u.b. de onderstaande vragenlijst invullen.<br />

De vragen gaan over uw schouder en hebben betrekking op de afgelopen week.<br />

PIJN SCHAAL<br />

Hoe erg is uw pijn?<br />

Omcirkel het getal dat het best uw pijn weergeeft.<br />

0 = geen pijn en 10 = de ergst bedenkbare pijn.<br />

- 39 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

De pijn op zijn hefigst 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Wanneer u op de pijnlijke zijde ligt 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Reikend naar iets op een hoge plank 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Het aanraken van de achterkant van uw nek 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Duwen met de pijnlijke arm 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Totaal pijn score _______<br />

BEPERKING SCHAAL<br />

Hoeveel moeite heeft u om het volgende uit te voeren?<br />

Omcirkel het getal dat het best uw ervaring weergeeft.<br />

0 = geen enkele moeite en 10 = zo moeilijk dat hulp hiervoor nodig is.<br />

Uw haar wassen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Uw rug wassen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Een hemd aantrekken 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Een shirt met knopen aantrekken 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Uw broek aantrekken 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Een object op een hoge plank plaatsen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Een zwaar object dragen van 5 Kg 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Iets pakken uit uw achterzak 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Totaal beperking schaal ________<br />

Totaal SPaDI score _________


Tampa schaal voor Kinesiofobie<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

DATUM: __-__-____<br />

Miller, R.P., Kori, S.H. & Todd, D.D. (1991)<br />

- 40 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Geautoriseerde Nederlandse Vertaling<br />

Vlaejen J.W.S., Kole-Snijders A.M.J., Crombez G., Boeren R.G.B. & Rotteveel A.M. (1995)<br />

Geef van onderstaande beweringen door middel van een cijfer 1 en 4 aan in welke mate u het eens of<br />

oneens bent met deze bewering. De betekenis van de cijfers is als volgt;<br />

1 = in hoge mate mee oneens<br />

2 = enigszins mee oneens<br />

3 = enigszins mee eens<br />

4 = in hoge mate mee eens<br />

1. Ik ben bang om bij het doen van lichaamsoefeningen letsel op te lopen.<br />

2. Als ik me over de pijn heen zou zetten, dan zou hij erger worden.<br />

3. Mijn lichaam zegt me dat er iets gevaarlijk mis mee is.<br />

4. Mijn pijn zou waarschijnlijk minder worden als ik lichaamsoefeningen zou<br />

doen.<br />

5. Mijn gezondheidstoestand wordt door anderen niet serieus genoeg<br />

genomen.<br />

6. Door mijn pijnprobleem loopt mijn lichaam de rest van mijn leven gevaar.<br />

7. Mijn pijn betekent dat er sprake is van letsel.<br />

8. Als mijn pijn erger wordt door iets, betekent dat nog niet dat dat gevaarlijk<br />

is<br />

9. Ik ben bang om per ongeluk letsel op te lopen.<br />

10. De veiligste manier om te voorkomen dat mijn pijn erger wordt is gewoon<br />

oppassen dat ik geen onnodige bewegingen maak.<br />

11. Ik had wellicht minder pijn als er niet iets gevaarlijks aan de hand zou zijn<br />

met mijn lichaam.<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4


12. Hoewel ik pijn heb, zou ik er beter aan toe zijn als ik lichamelijk actief zou<br />

zijn.<br />

13. Mijn pijn zegt me wanneer ik moet stoppen met lichaamsoefeningen doen<br />

om geen letsel op te lopen.<br />

14. Voor iemand in mijn toestand is het echt af te raden om lichamelijk actief<br />

te zijn.<br />

15. Ik kan niet alles doen wat gewone mensen doen, omdat ik te gemakkelijk<br />

letsel oploop.<br />

16. Zelfs als ik ergens veel pijn door krijg, geloof ik niet dat dat gevaarlijk is.<br />

17. Ik zou geen lichaamsoefeningen hoeven te doen wanneer ik pijn heb.<br />

- 41 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4<br />

1 2 3 4


Pain Anxiety Symptom SCALE (PASS)<br />

Naam: Geb. Datum:<br />

DATUM: __-__-____<br />

- 42 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

Mensen die pijn ervaren ontwikkelen verschillende manieren om op deze pijn te reageren. We willen graag weten wat u doet<br />

of waaraan u denkt als u pijn heeft. Wilt u de volgende schaal gebruiken om aan te geven hoe vaak u elk van de volgende<br />

gedachten en gedragingen toepast. Noteer uw beoordeling op de lijn vóór elke zin.<br />

Nooit Altijd<br />

0 1 2 3 4 5<br />

Ik denk dat als mijn pijn te erg wordt, hij nooit meer minder zal worden.<br />

Ik voel me geestelijk ontspannen wanneer ik pijn heb.<br />

Wanneer ik pijn voel probeer ik me zo min mogelijk te bewegen.<br />

Ik raak bezweet wanneer ik pijn heb.<br />

Wanneer ik pijn voel, ben ik bang dat er iets vreselijks zal gebeuren.<br />

Mijn gedachten zijn opgewonden en gejaagd wanneer ik pijn voel aankomen.<br />

Ik ga onmiddellijk naar bed wanneer ik hevige pijn voel.<br />

Zelfs wanneer het pijn doet, weet ik dat het weer goed zal komen.<br />

Mijn lichaam gaat beven wanneer ik pijn lijd.<br />

Ik ben gedesoriënteerd en verward wanneer ik pijn lijd.<br />

Wanneer pijn hevig wordt, bel ik mijn huisarts of ga ik naar het ziekenhuis.<br />

Ik begin te trillen wanneer ik bezig ben met iets dat de pijn erger maakt.<br />

Wanneer ik pijn voel, word ik bang om dood te gaan.<br />

Ik kan niet helder nadenken wanneer ik pijn heb.<br />

Ik houd op met waar ik ook mee bezig ben als ik pijn voel opkomen.<br />

Zelfs als ik iets doe dat pijn veroorzaakt, weet ik dat het later minder zal worden.<br />

Pijn lijkt mijn hart te laten bonzen of sneller te laten kloppen.<br />

Ik denk dat ik een ernstig medisch probleem heb, dat mijn dokter niet heeft kunnen ontdekken.<br />

Zodra pijn opkomt neem ik medicijnen om het te verminderen.<br />

Ik voel druk of beklemming op mijn borst wanneer ik pijn heb.<br />

Wanneer ik pijn voel, denk ik dat ik ernstig ziek zou kunnen zijn.<br />

Tijdens perioden met pijn is het moeilijk voor me om aan iets anders dan de pijn te denken.<br />

Ik vermijd belangrijke bezigheden wanneer ik pijn lijd.<br />

Als ik pijn bespeur, voel ik me duizelig of slap.<br />

Pijngevoelens zijn angstaanjagend.<br />

Als ik pijn lijd, denk ik voortdurend aan de pijn.<br />

Ik neem medicijnen in als ik weet dat ik iets moet doen dat meestal pijn erger maakt.<br />

Ik kan moeilijk op adem komen wanneer ik pijngevoelens heb.<br />

Ik ben als de dood voor pijn.<br />

Ik heb last van ongewenste gedachten wanneer ik pijn heb.<br />

Als de gelegenheid zich voordoet om iets te doen wat ik leuk vind, doe ik het zelfs wanneer het pijn oproept.<br />

Van pijn word ik misselijk.<br />

Wanneer pijn sterk opkomt, denk ik dat ik verlamd of meer gehandicapt zou kunnen worden.<br />

Ik vind het moeilijk om me te concentreren wanneer ik pijn lijd.<br />

In tijden waarin de pijn ernstiger is zoek ik geruststelling dat ik in orde ben.<br />

Ik vind het moeilijk mijn lichaam tot rust te laten komen na perioden met pijn.<br />

Ik maak me zorgen wanneer ik pijn heb.<br />

Ik heb last van mijn maag wanneer ik pijn ervaar.<br />

Ik probeer bezigheden te vermijden die pijn veroorzaken.<br />

Ik kan redelijk helder denken, zelfs als ik hevige pijn ervaar.


Naam fysiotherapeut<br />

Straatnaam<br />

Postcode/plaats<br />

Betreft: Patiëntengegevens<br />

Geachte heer /mevrouw,<br />

Brief Huisarts<br />

- 43 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

Dr. Naam<br />

Straatnaam<br />

Postcode/plaats<br />

Plaats, datum<br />

Bovengenoemde patiënt werd datum door u verwezen voor een<br />

fysiotherapeutische behandeling i.v.m. acuut / subacute aspec.schouderklachten.<br />

Patiënt heeft advies en uitleg over de klachten gekregen, met daarbij huiswerkoefeningen.<br />

Hij/Zij zal dit zelfstandig voortzetten.<br />

Bij aanhoudende klachten neemt patiënt weer contact op.<br />

In de hoop u voldoende te hebben geïnformeerd, verblijf ik,<br />

Hoogachtend,<br />

Naam fysiotherapeut<br />

© www.tophealthpartners.nl


HA<br />

Adres<br />

Postcode+Plaats<br />

Datum 00/00/0000<br />

Uw patiënt(e): Naam patiënt<br />

Adres<br />

Postcode+Plaats<br />

Geboortedatum<br />

Geachte Naam HA,<br />

Brief Huisarts<br />

- 44 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

De cliënt(e) heeft bij ons sinds …….t/m ……. 13 weken in het schouderprogramma getraind. Tijdens het<br />

traject heeft de cliënt(e) 2x/week getraind in groepsverband middels een gedragsgeoriënteerde aanpak.<br />

Doelen:� advies en inzicht in zijn/haar schouderproblematiek<br />

� verbeteren v/d algehele en lokale belastbaarheid<br />

� verbeteren v/d coördinatie van de schoudergordel<br />

Advies: Om het behaalde effect te bewaren is ons advies aan de cliënt(e) om 1-2x/week te blijven<br />

sporten.<br />

Mocht u nog vragen hebben dan kunt u mij bereiken op onderstaande telefoonnummers.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

Naam fysiotherapeut(e), fysiotherapeut(e).


Bronvermelding<br />

- 45 (van 45) -<br />

Protocol: schouderklachten<br />

Bestandsnaam: schouderprotocol_versie3_021107<br />

© www.tophealthpartners.nl<br />

1. Andrews, J.R.; Byrd, J.W.T.; Kupferman, S.P.; Angelo R.L.: The profile view of the acromion.<br />

Clin.Orthop., 263: 142-146 (1991)<br />

2. Aoki, M.; Ishii, S.; Usui, M.: The slope of the acromion and rotator cuff impingement (1986)<br />

3. Armstrong J. R.: Excision of the acromion in treatment of the supraspinatus syndrome. (1994).<br />

4. Douglas T. Harryman II, MD, John A. Sidles, PhD, Scott L. Harris, BS, & Frederik A. Matsen III,<br />

MD,Seattle: Laxity of the normal glenohumeral joint: A quantitative in vivi assessment (1992).<br />

5. Fu, F.H.: Harner, D.D.: and Klein. AH.: Schoulder impingement syndrome. Clin. Orthop (1991).<br />

6. Gary Corso, MS, PT &ATC. Impingement Relief Test: An Adjunctive Procedure to Traditional<br />

Assessment of Schoulder Impingement Syndrome. (1995).<br />

7. Gerber, C.: Terrier, F.: & Ganz, R.: The role of the coracoïd process in the chronic impingement<br />

syndrome. (1985).<br />

8. Hart D, Carmichael SW: biomechanics of the shoulder. J Orthop Sports Phys Ter. (1985).<br />

9. Henry MH. NuccionS, Lui SL. Accuracy of inrerior sulcus apprehension and relocation tests<br />

compared to intra-operative findings. Presented at the AOSSM. (1997).<br />

10. Hollinshead WH, Rosse C: Textbook of Anatomy, Philadelphia: Harper and Row. (1980).<br />

11. Jobe CM. Superior Glenoid Impingement. Ortho Rei res. (1996).<br />

12. KamkarA, Irrang JJ, Whitney SL: Non – operative management of secondary Schoulder<br />

Impingement Syndrome. J. Orthop Sports Phys Ther 17. (1994).<br />

13. Kenneth R. Zaslav, MD, Richmond, VA. Internal rotation resistance strength test: A new<br />

diagnostic test to differentiate intra-articular pathology from outler (Neer) impingement syndrome<br />

in the shoulder. (2001).<br />

14. Kessel, L, & Watson, M: The painfull arc syndrome. (1977).<br />

15. Kou Mimori, MD, Takeshi Muneta, MD, Teruhiko Nakagawa, MD & Kenichi Shinomiya, MD. A<br />

New Pain Provocation Test for Superio Labral Tears of the Shoulder. (1999).<br />

16. Louis U. Bigliani. MD. New York. & William N. Levine. MD. Baltimore Maryland. Current Concepts<br />

Revieuw, Subacromial Impingement Syndrome. (1997).<br />

17. Matsen FA, Arntz CT: Subacromial Impingement. In: Rockwood CA, Matsen FA, The Shoulder.<br />

Philadelphia: W. B. Saunders Company. (1990).<br />

18. Matthews L, Oweida S: Glenohumeral instability in athletes: Spectrum, diagnosis and treatment.<br />

(1985).<br />

19. Mustafa Calis, Kenan Akgun, Murat Birtane, Ilhan Karacan, Havva Calis & Fikret Tuzun:<br />

Diagnostic values of clinical diagnostic teste in subacromial impingement syndrome. (1999).<br />

20. Neer CS: Impingement lesions. Clin. Orthop. (1983).<br />

21. Phys. Ther. (1993).<br />

22. Silliman JF. Hawkins RJ. Classification and physical diagnosis on instability of the schoulder. Clin.<br />

Orthop. (1993).<br />

23. S. L. Mottram: Londen: Dynamic stability of the scapula. (1997).<br />

24. Snyder SJ, Karzal RP, Del Pizzo W. Et al: SLAP laesions of the shoulder. (1990).<br />

25. Speer KP. Hannafin JA. Altheck DW. Warren RF. An evaluation of the shoulder relocation test.<br />

(1994).<br />

26. Stephen J. O’Brien, MD, Michael J. Pagnani, MD, Stephen Fealy, MD, Scott R. McGlynn &<br />

Joseph B. Wilson. The Active Compression Test: A New and Effective Test for Diagnosing Labral<br />

Tears and Acromioclavicular Joint Abnormality. (1998).<br />

27. Thein L: Impingement Syndrome and its conservative management. J. Orthop Sports<br />

28. Dr. Leen T’Jonck: Betrouwbaarheid van de schoudertesten. Congres: ‘De Schouder’. (2003)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!