Bijbelstudie Romeinen 1:18-32 - Hemels Brood

Tot slot
1. Als we beseffen hoe diep de zonde heeft ingegrepen in de schepping, wat is het dan rijk dat er
genade beschikbaar is (1:16-17) en dat de boodschap van de Romeinenbrief hier niet eindigt.
In het verlenen van genade en het opofferen van Zijn Zoon daarvoor is God 'over Zichzelf heen
gestapt'. De Rechthebbende God voorziet in de oplossing van het probleem.
2. Door de verbondenheid met Christus zijn we niet meer overgeleverd aan de gevolgen van onze
eigen wilsbesluiten, maar mogen we in de kracht van Christus zonden overwinnen en ons leven
onder de gehoorzaamheid van Christus brengen.
3. Wat een genade dat we door Christus God ook 'recht mogen leren kennen'.
Ef.1:17
'...opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van
wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem...'
Kol.1:9
'Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te
smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk
inzicht...'
Het appel van dit gedeelte is zonder twijfel dat we God de juiste plaats zullen geven in ons leven en
dat Hij onze aanbidding zal ontvangen.
1Thess.2:12
'Wij riepen u ertoe op waardig te wandelen voor God, Die u roept tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid.'
Gespreksvragen
1. Deel met elkaar wat je geleerd hebt vanuit deze studie.
2. Ontvangt de Heere in ons leven de eer en aanbidding waar Hij recht op heeft?
3. Wat helpt ons om in deze maatschappij op te leven naar Gods wil?
4. Wat merken we in ons leven van de omkeer die het geloof in de Heere Jezus gebracht heeft?
7