Praktijkrichtlijn Rook- en Brandscheidingen - Brandweer

Hiertoe dient van de volgende richtlijn te worden uitgegaan. Als in een brandwerende scheiding draadglas
is aangebracht moet een segment van 2,5 x 2,5 m. (6,25 m5) worden beoordeeld. Hierbij moet van de ongunstigste
situatie in de betreffende wand worden uitgegaan. Dus daar waar het meeste draadglas
voorkomt. Indien voor dit segment de in tabel I aangegeven maximale hoeveelheid draadglas niet wordt
overschreden, zal aan het criterium van thermische isolatie betrokken op warmtestraling, voor de gehele
wand worden voldaan.
WBDBO
20 minuten
30 minuten
60 minuten
TABEL I
Maximale oppervlakte draadglas in deur-/luik-/
raamconstructie per segment van 2,5 x 2,5 m.
3 m 2
1,7 m 2
0,9 m 2 *)
*) Dit gegeven maximale oppervlak (0,9 m 2 ) is slechts mogelijk indien er extra aandacht wordt
besteed aan de wijze en materiaalkeuze van de inklemming van het draadglas. Alleen dan is een
brandwerendheid van 60 minuten met draadglas haalbaar (zie ook opmerking A).
In tabel II is een overzicht gegeven van diverse mogelijk voorkomende situaties waarbij deuren, luiken
en/of ramen zich kunnen voordoen. Hierbij zijn de voorwaarden aangegeven waaronder een en ander kan
worden toegepast.
Opmerking A:
Uit beproevingen met draadglas is gebleken dat na circa 60 minuten veelal het warmtestralingscriterium
nog niet is bereikt. De uiteindelijke brandwerendheid werd bepaald door het criterium vlamdichtheid. In
veel gevallen kwamen de glaslatten tot ontvlamming. Derhalve zal hieraan aandacht moeten worden besteed.
Voor een goede en onderbouwde beoordeling van een bepaalde constructie zal een onderzoeks-/beproevingsrapport
noodzakelijk zijn.
Opmerking B:
Het maximaal toelaatbaar draadglas oppervlak per segment van 2,5 x 2,5 m. (6,25 m 2 ) is gebaseerd op een
maximale stralingsintensiteit van 15 KW/m 2 . Deze straling zal voor personen die langs een wand met
draadglas moeten vluchten te hoog zijn. Na afweging blijkt echter dat op het moment van ontvluchting de
stralingsintensiteit van 15 KW/m 2 nog niet zal zijn bereikt.
Opmerking C:
Aan delen van de gevel, zoals bedoeld in situatie IV, waaraan volgens NEN 6068/NPR 6091 een eis wordt
gesteld van een brandwerendheid van 30 minuten, worden geen voorwaarden gesteld of deze delen zich
boven of onder de scheidende vloer moeten bevinden. Voor zover dit deel zich onder de scheidende vloer
bevindt kan draadglas onbeperkt worden toegepast. Het gedeelte van de gevel met een brandwerendheid
van 30 minuten dat zich boven de vloer bevindt, mag niet van draadglas zijn voorzien omdat in dit geval -
het criterium 2.2.2c. (thermische isolatie betrokken op temperatuur bij buitenwanden verhit aan de
buitenzijde) van toepassing is. In die geveldelen waaraan een brandwerendheid gesteld is, mogen zich geen
te openen geveldelen bevinden.