richtinggevend gedeelte - Gemeente Kruishoutem

3.3 Gewenste economische structuur
(zie kaart 4)
Hoewel Kruishoutem in het RSV gesitueerd wordt in het buitengebied, is er binnen deze gemeente
een sterke economische dynamiek aanwezig.
Dit is deels het gevolg van de ligging van de gemeente langs de E 17 en de regionale aantrekking
die hiermee gepaard gaat. De bedrijvenontwikkeling langs de E 17 tussen Rijsel en Kortrijk zet zich
door tot in Kruishoutem en Zulte.
Een ander belangrijk element is de historische aanwezigheid en groei van tal van bedrijven in de
gemeente. Het vroegere ruimtelijke ordeningsbeleid maakte het mogelijk dat tal van bedrijven in
Kruishoutem zich ontwikkelden. Een belangrijk gedeelte vond een plaats op het bedrijventerrein
“Kruishoutem” aan de E 17 of op de KMO-zone die noordelijk van de dorpskern van Kruishoutem
werd aangelegd. In 1994 kreeg het bedrijventerrein zelfs nog een uitbreiding via een BPA. De
overige bedrijvigheid vindt plaats in de dorpskernen (waarvan Kruishoutem de belangrijkste kern
is) of in de open ruimte. Dankzij diverse stedenbouwkundige reglementeringen konden bedrijven
vroeger meestal ongebreideld uitbreiden op hun oorspronkelijke vestigingsplaats. Dit heeft ertoe
geleid dat heel wat bedrijven zonevreemd zijn (een deel van deze bedrijven werd reeds zoneeigen
via het BPA zonevreemde bedrijven).
Het RSV wenst een trendbreuk teweeg te brengen in de ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Door
de selectie als buitengebiedgemeente worden aan Kruishoutem slechts beperkte mogelijkheden
geboden om nieuwe vestigingsplaatsen te voorzien voor bedrijven. Bovendien dienen deze
bedrijven een lokaal karakter te hebben. Deze uitbreiding dient plaats te vinden aansluitend op
het hoofddorp of een reeds bestaand bedrijventerrein en wordt beperkt tot maximum 5 ha. De
gemeente moet de nood aan bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid kwalitatief en
kwantitatief voldoende en volledig verantwoorden. De oppervlakte gerealiseerd sedert 1 januari
1994 en het ogenblik waarop de nood aan bijkomende ruimte bewezen wordt moet eveneens in
rekening worden gebracht. Gemeenten die sinds 1/1/1994 het richtcijfer van 5 ha reeds hebben
overschreden, hebben in principe reeds hun aandeel opgenomen. Sinds 1994 werd reeds in
ongeveer 20 ha aan bijkomend bedrijventerrein voorzien waardoor de taakstelling die door de
provincie werd opgelegd reeds bereikt werd en er geen lokaal bedrijventerrein meer kan worden
voorzien.
De gemeente blijft echter aandringen op een opname als economisch knooppunt. Wanneer de
gemeente toch zou opgenomen worden als economisch knooppunt is een volledige bijsturing
van de behoefte aan bedrijventerrein nodig. De behoefte voor het lokaal bedrijventerrein dient
dan in afstemming met de taakstelling met betrekking tot een eventuele selectie als economisch
knooppunt herrekend te worden.
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
Kruishoutem
30