30.09.2013 Views

richtinggevend gedeelte - Gemeente Kruishoutem

richtinggevend gedeelte - Gemeente Kruishoutem

richtinggevend gedeelte - Gemeente Kruishoutem

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Gemeente</strong> <strong>Kruishoutem</strong><br />

<strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

Ontwerp<br />

Richtinggevend <strong>gedeelte</strong><br />

Uitgave Datum<br />

1 september 2003<br />

2 oktober 2003<br />

3 november 2003<br />

4 maart 2004<br />

5 november 2004<br />

6 november 2004<br />

7 februari 2005<br />

8 mei 2005<br />

9 oktober 2005<br />

10 april 2006<br />

Studiebureau VDS b.v.b.a.<br />

Bruulstraat 47<br />

9450 Haaltert<br />

Tel. 053/83.04.80<br />

Fax. 053/83.59.54


Inhoudsopgave<br />

1 Inleiding ......................................................................................................................................................3<br />

2 Visievorming...............................................................................................................................................4<br />

2.1 Algemene uitgangspunten .............................................................................................................4<br />

2.2 Visie: <strong>Kruishoutem</strong>, bedrijvige gemeente in een groene omgeving.........................................5<br />

2.3 Beleidsdoelstellingen ........................................................................................................................5<br />

2.4 Ruimtelijke principes..........................................................................................................................7<br />

3 Gewenste ruimtelijke structuur <strong>Kruishoutem</strong> (meso-schaal).............................................................10<br />

3.1 Gewenste open ruimtestructuur ...................................................................................................11<br />

3.1.1 Gewenste natuurlijke structuur ..............................................................................................11<br />

3.1.2 Gewenste agrarische structuur .............................................................................................15<br />

3.2 Gewenste nederzettingsstructuur.................................................................................................21<br />

3.2.1 Ontwikkelingsopties.................................................................................................................21<br />

3.2.2 Deelgebieden van de gewenste nederzettingsstructuur .................................................21<br />

3.2.3 Gewenst beleid met betrekking tot de nederzettingsstructuur .......................................22<br />

3.2.4 Uitwerking gewenste nederzettingsstructuur.......................................................................29<br />

3.3 Gewenste economische structuur ...............................................................................................30<br />

3.3.1 Ontwikkelingsopties.................................................................................................................31<br />

3.3.2 Ruimtelijke beleidselementen................................................................................................31<br />

3.3.3 Uitwerking gewenste economische structuur .....................................................................36<br />

3.4 Gewenste verkeer- en vervoerstructuur ......................................................................................38<br />

3.4.1 Ontwikkelingsopties.................................................................................................................38<br />

3.4.2 Ruimtelijke beleidselementen................................................................................................38<br />

3.5 Gewenste sport, recreatie en toerisme .......................................................................................41<br />

3.6 Gewenste gemeenschapsvoorzieningen ...................................................................................43<br />

4 Gewenste ruimtelijke structuur deelruimtes ........................................................................................46<br />

4.1 Gewenste structuur kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende KMO-zone ......................................46<br />

4.2 Gewenste structuur kern Marolle..................................................................................................47<br />

4.3 Gewenste structuur kern Nokere ..................................................................................................47<br />

4.4 Gewenste structuur kern Wannegem-Lede................................................................................48<br />

4.5 Gewenste structuur kern Lozer (Huise).........................................................................................48<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

2


1 Inleiding<br />

In voorliggend deelrapport, het <strong>richtinggevend</strong> <strong>gedeelte</strong> van het ruimtelijk structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong>, wordt een visie vastgelegd op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de<br />

gemeente.<br />

De gewenste ruimtelijke structuur voor <strong>Kruishoutem</strong> steunt op een visie die uitgaat van een<br />

duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Ze wordt onderbouwd door de analyse van de bestaande<br />

ruimtelijke structuur, trends, ruimtelijke problemen en potenties, aangegeven in het informatief<br />

<strong>gedeelte</strong>.<br />

De opzet van het <strong>richtinggevend</strong> <strong>gedeelte</strong> is om, waar mogelijk, de bestaande ruimtelijke<br />

potenties te maximaliseren en de knelpunten op te lossen.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

3


2 Visievorming<br />

2.1 Algemene uitgangspunten<br />

Er worden drie belangrijke uitgangspunten gehanteerd:<br />

- Zuinig omspringen met de ruimte<br />

Natuur en open ruimte worden in Vlaanderen een schaars goed, desondanks neemt de vraag<br />

naar meer ruimte voor woningen, bedrijven e.d. verder toe. Dit betekent dat we keuzes moeten<br />

maken. Verdichting, inbreiding en bundeling van menselijke activiteiten zijn basisvoorwaarden<br />

voor een goed ruimtelijk beleid, uiteraard binnen de draagkracht van iedere plek.<br />

- Draagkracht van de ruimte, een geïntegreerde benadering<br />

Het is duidelijk dat verdichting, bundeling van activiteiten, … niet tot in het oneindige kunnen<br />

worden doorgedreven. Met draagkracht wordt verwezen naar het vermogen van de ruimte om<br />

nu en in de toekomst menselijke activiteiten binnen deze ruimte toe te laten zonder dat deze<br />

activiteiten onderling in conflict komen en zonder dat ze de natuurlijke en ecologische werking<br />

van het gebied in het gedrang brengen.<br />

Draagkracht is afhankelijk van gebied tot gebied en van activiteit tot activiteit. Hoewel niet zo<br />

eenvoudig te definiëren, zal de draagkracht van een ruimte moeten functioneren als<br />

toetsingssteen bij het nemen van beslissingen.<br />

- Kwaliteit en verschijningsvorm van de ruimte<br />

De ruimte is voor de mens geen neutraal gegeven. Aan de ruimte wordt een waarde toegekend.<br />

Deze waardering is maatschappelijk bepaald en variabel in tijd en ruimte. Hoewel moeilijk<br />

inpasbaar (wie oordeelt of iets waardevol is?), is het streven naar een kwaliteit van de ruimte een<br />

belangrijk item in het nemen van ruimtelijke beslissingen.<br />

Naast deze uitgangspunten dient eveneens rekening gehouden te worden met de taakstellingen<br />

en beleidsopties die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk<br />

Structuurplan Oost-Vlaanderen worden genomen. In het RSV wordt <strong>Kruishoutem</strong> gesitueerd in het<br />

buitengebied. Het buitengebied is dat gebied waarin de open ruimte overweegt. In dit gebied is<br />

het beleid gericht op het behoud, het herstel, de ontwikkeling en het verweven van de<br />

belangrijkste structurerende elementen (zijnde landbouw, natuur, bos, wonen en werken). Dit<br />

betekent niet dat dit gebied wordt ‘bevroren’. De bestaande ruimtelijke structuur en het fysisch<br />

systeem 1 bieden het raamwerk waarbinnen dynamische activiteiten en functies met steeds<br />

wijzigende omgevingsvereisten op een flexibele manier moeten kunnen functioneren. Deze<br />

dynamiek dient op schaal en tempo van het buitengebied te worden gehouden. Voor de<br />

functies wonen en werken is dit niet dezelfde dynamiek als diegene die in de stedelijke gebieden<br />

aanwezig is en er zelfs gestimuleerd dient te worden. De specifieke eigenheid van het wonen en<br />

werken in het buitengebied moet erkend en gerespecteerd worden, en in relatie gebracht<br />

worden met het duurzaam functioneren van de open ruimte structuur. Ook vanuit het provinciale<br />

niveau wordt het belang van het buitengebied geduid.<br />

Het economisch belang van de gemeente wordt noch in het RSV, noch in het PRS erkend. De<br />

gemeente vraagt om hiermee wel degelijk rekening te houden (aan de E 17 bevindt zich immers<br />

een regionaal bedrijventerrein- dit ligt ook <strong>gedeelte</strong>lijk op Zulte). De gemeente wenst als<br />

economisch knooppunt erkend te worden.<br />

1 Het fysisch systeem is het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, lucht, bodem<br />

en water. In ruimtelijke context zijn vooral de bodemeigenschappen en –processen en het watersysteem van<br />

belang.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

4


2.2 Visie: <strong>Kruishoutem</strong>, bedrijvige gemeente in een groene omgeving<br />

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen situeert de gemeente <strong>Kruishoutem</strong> in het buitengebied.<br />

De vertrekbasis voor het ruimtelijk beleid in dit gebied is net zoals in de rest van Vlaanderen<br />

‘duurzame ontwikkeling’. 2 Dit betekent concreet dat bij een verdere ontwikkeling van de<br />

structurerende activiteiten en functies (landbouw, natuur, bos, wonen en werken) in het<br />

buitengebied het fysisch systeem 3 als uitgangspunt wordt gehanteerd. Het beleid dient zich te<br />

richten op het behoud, het herstel, de ontwikkelingen en het verweven van de hoger genoemde<br />

activiteiten en functies.<br />

Uit de analyse die gevoerd werd in het informatief <strong>gedeelte</strong> blijkt dat het fysisch systeem vandaag<br />

minder belang heeft in het ruimtelijk en dagelijks functioneren van de gemeente als vroeger.<br />

Vooral ten aanzien van de economische activiteiten is een sterke dynamiek waar te nemen. De<br />

gemeente schakelt zich in het ruimere economische netwerk langs de E 17. Samenhangend met<br />

deze dynamiek gaat ook een groei van de dorpkernen gepaard, met een druk naar<br />

woonuitbreiding.<br />

Dit betekent niet dat de fysische structuur volledig zijn structurerend vermogen verloren heeft. De<br />

zes kasteelparken, het Lozerbos en de verschillende beekvalleien vormen ook vandaag nog<br />

steeds belangrijke elementen in de ruimtelijke structuur van de gemeente. Ook de kleinere kernen<br />

hebben hun landelijk karakter niet verloren.<br />

<strong>Kruishoutem</strong> kan dan ook beschouwd worden als een bedrijvige gemeente in een groene<br />

omgeving. Deze dualiteit wenst de gemeente verder te onderschrijven. Dit betekent dat gekozen<br />

wordt voor verdere economische groei en ontwikkeling vertrekkende vanuit het bedrijventerrein<br />

aan de E 17 en de reeds belangrijke dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> samen met een behoud en aandacht<br />

voor het landelijke karakter van de gemeente.<br />

Met dit toekomstbeeld schakelt de gemeente <strong>Kruishoutem</strong> zich in de ontwikkeling van de ruimere<br />

regio:<br />

- het leefbaar houden van de verschillende kernen zodat hun ruimtelijke kwaliteiten niet<br />

verloren gaan<br />

- het beperken van de verplaatsingsstromen door het bieden van een lokaal<br />

voorzieningenniveau en werkgelegenheid.<br />

- concentreren van bovenlokale bedrijvigheid in de buurt van de E 17<br />

- het open houden van de openruimte gebieden<br />

- het bieden van een rust-, stilte- en zacht recreatiegebied<br />

2.3 Beleidsdoelstellingen<br />

1. Valoriseren van de rol van de land- en tuinbouw in evenwicht met het behoud van de open<br />

ruimte en het tegengaan van versnippering<br />

<strong>Kruishoutem</strong> heeft een historisch gegroeide traditie van familiale landbouwbedrijven. De<br />

gemeente heeft nog steeds een sterk agrarisch karakter. Functioneel zijn de landbouwactiviteiten<br />

van belang voor het behoud van de open ruimte.<br />

De keuze dient duidelijk gemaakt te worden in welke gebieden van de open ruimte de landbouw<br />

zich verder autonoom kan ontwikkelen en in welke gebieden van de open ruimte de landbouw<br />

zich landschappelijk moet inpassen.<br />

Het agrarisch gebied heeft de laatste jaren terrein verloren ten opzichte van andere activiteiten.<br />

De waardevolle agrarische gebieden bewaren voor land- en tuinbouw betekent ingaan tegen<br />

de verdere versnippering van de open ruimte door ‘harde functies’. Nieuwe bebouwing en<br />

constructies in de open ruimte dienen zoveel mogelijk vermeden te worden (met uitzondering van<br />

2 Duurzaamheid is het proberen te bevredigen van de behoeften van de huidige generatie<br />

zonder dit voor de toekomstige generaties te verhinderen. Duurzaamheid stelt dus grenzen aan<br />

het menselijk handelen op het vlak van milieu, sociale aspecten en economie.<br />

3 Het fysisch systeem is het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van<br />

klimaat, lucht en water. In ruimtelijke context wordt vooral belang gehecht aan de<br />

bodemeigenschappen en –processen en het watersysteem.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

5


.v. schuilhuisjes voor dieren, stallen, … ). 4 De waardevolle landbouwgronden dienen maximaal<br />

voorbehouden te blijven voor ‘grondgebonden’ landbouw. Een betere afstemming dient<br />

nagestreefd tussen landbouw en natuur.<br />

2. Behoud en versterking van de natuur met de beekvalleien als ruggengraat van de natuurlijke<br />

structuur<br />

De beekvalleien vormen een belangrijke schakel in de natuurlijke structuur. Ze verbinden niet<br />

alleen de belangrijkste ecologische gebieden, maar vormen ook de link tussen de open ruimte en<br />

de bebouwde ruimte.<br />

Het behouden en versterken van de verschillende kleine landschapselementen zoals poelen,<br />

bosjes, … vormt eveneens een belangrijke taak.<br />

3. Een zachte en evenwichtige groei van het woningaanbod met een klemtoon op de<br />

dorpskernen<br />

Een zachte groei van het aantal woningen wordt wenselijk geacht. Met evenwichtig wordt<br />

bedoeld dat dit in de diverse kernen, en afhankelijk van de grootte en het belang van de kern,<br />

gebeurt.<br />

Daar in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geopteerd wordt om de stedelijke gebieden te<br />

versterken en de stadsvlucht af te remmen, is het wenselijk dat in de toekomst de inwijking uit de<br />

omliggende steden naar <strong>Kruishoutem</strong> beperkt blijft; ook om verdringing van de <strong>Kruishoutem</strong>se<br />

bevolking te vermijden.<br />

Een zachte groei betekent het gefaseerd vrijmaken van bouwmogelijkheden en het realiseren<br />

van kleinschalige projecten.<br />

De klemtoon ligt op een verdere versterking van de dorpskernen. In de dorpskernen vindt binnen<br />

loopafstand het gemeenschapsleven plaats. Het ruimtelijk beleid dient gericht te zijn op de<br />

versterking van voornamelijk het hoofddorp en de woonkernen: <strong>Kruishoutem</strong> en Lozer en Marolle,<br />

door inbreiding op maat van deze dorpen. Bij de inbreidingsprojecten zal voldoende rekening<br />

gehouden worden met het open karakter van deze kernen. Inbreidingsprojecten zijn belangrijk<br />

om de kernen te versterken en meer uitstraling te geven. Ook aan de kernen in het buitengebied<br />

Nokere, Wannegem en Lede dienen inbreidingsmogelijkheden worden gegeven. Sleutelwoorden<br />

voor de gewenste ontwikkelingen zijn kleinschaligheid, landelijkheid, verscheidenheid, optimaal<br />

ruimtegebruik en vernieuwing.<br />

Verdere bebouwing en uitbreiding van de diverse linten wordt niet gestimuleerd teneinde de<br />

ontwikkelingen in de kernen niet in gevaar te brengen en de kwaliteiten van de open ruimte<br />

optimaal te kunnen behouden.<br />

De voorzieningen dienen in of aansluitend aan de dorpskernen gesitueerd te worden. <strong>Kruishoutem</strong><br />

vervult hierin de belangrijkste rol.<br />

Administratieve voorzieningen dienen bij voorkeur hoofdzakelijk gecentraliseerd te blijven in de<br />

dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong>.<br />

4. De ontwikkelingsmogelijkheden van de lokale bedrijven optimaal houden<br />

<strong>Kruishoutem</strong> heeft een zeer sterke economische dynamiek van lokale bedrijven. De<br />

ontwikkelingskansen van deze bedrijven moeten zoveel mogelijk worden gegarandeerd, hetzij op<br />

hun huidige locatie of op een nieuwe plaats (indien dit noodzakelijk is omwille van de<br />

draagkracht van de omgeving)<br />

In de kernen wordt ernaar gestreefd om wonen en werken maximaal met elkaar te verweven.<br />

5. Vrijwaren en verbeteren van de interne en externe bereikbaarheid en verkeersveiligheid<br />

De gemeente dient de interne bereikbaarheid tussen de kernen verder te verbeteren. Dit geldt in<br />

het bijzonder voor wandelaars, fietsers en gebruikers van het openbaar vervoer. Inzake externe<br />

bereikbaarheid scoort <strong>Kruishoutem</strong> reeds behoorlijk. Enkel vanuit de meer open gebieden is de<br />

bereikbaarheid met het openbaar vervoer beperkt.<br />

De autobereikbaarheid dient te verlopen via een doordachte wegencategorisering waarbij<br />

ernaar gestreefd wordt het verblijfsgebied zo weinig mogelijk te verstoren.<br />

Het verkeer dient op een verkeersveilige en –leefbare manier te verlopen met een specifieke<br />

aandacht voor de dorpskernen.<br />

4 Nieuwbouw dient zoveel mogelijk geïntegreerd te worden in de bestaande bedrijfszetels<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

6


2.4 Ruimtelijke principes<br />

1. Zes afgebakende leefbare landelijke kernen<br />

<strong>Kruishoutem</strong>, Lozer (Huise), Marolle, Nokere, Wannegem en Lede zijn zes landelijke kernen.<br />

<strong>Kruishoutem</strong> is de belangrijkste kern in de gemeente, kent de meeste gemeentelijke<br />

voorzieningen, o.m. de administratieve diensten, en werd door de provincie als hoofddorp<br />

geselecteerd. Lozer en Marolle werden geselecteerd als woonkernen. Nokere, Wannegem en<br />

Lede zijn kleine compacte kernen in het buitengebied.<br />

In de kernen dient de landelijkheid en het aangenaam wonen zoveel mogelijk te worden<br />

behouden.<br />

De zes kernen dienen naar de toekomst ontwikkelingsmogelijkheden te krijgen in<br />

overeenstemming met de schaal en de eigenheid van elke kern. De nodige aandacht dient uit te<br />

gaan naar de openbare ruimte en de verkeersleefbaarheid. De woonbehoefte dient op de<br />

eerste plaats zoveel mogelijk in het hoofddorp te worden opgevangen. In tweede instantie dient<br />

de woonbehoefte opgevangen te worden in Lozer (Huise) en Marolle – de bestaande juridische<br />

voorraad blijft weliswaar ook binnen de andere kernen behouden wat betekent dat ook hier nog<br />

mogelijkheden zijn.<br />

Het verder versterken van een goed functionerende en leefbare woongemeente omringd door<br />

een kwaliteitsvolle open ruimte wordt als prioriteit gekozen te <strong>Kruishoutem</strong>.<br />

2. Herstructureren industriële activiteiten met speciale aandacht voor het bedrijventerrein<br />

<strong>Kruishoutem</strong> en de ambachtelijke zone<br />

?<br />

?<br />

De ambachtelijke zone wordt hoofdzakelijk voorbehouden voor lokale bedrijvigheid, zonder de<br />

bestaande (regionale) bedrijven te beperken in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Een betere<br />

inrichting en een degelijkere ontsluiting van het gebied dient te worden nagestreefd.<br />

Binnen de kernen dient de bedrijvigheid zoveel mogelijk verweven te worden met het<br />

woonweefsel. Een goede integratie van de bedrijvigheid in haar omgeving dient nagestreefd.<br />

De behoefte aan een lokaal bedrijventerrein kan rekening houdende met de richtlijnen die terug<br />

te vinden zijn in het PRS niet gemotiveerd worden. De gemeente suggereert aan de Vlaamse<br />

overheid om de gemeente <strong>Kruishoutem</strong> te selecteren als economisch knooppunt.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

7


3. Wegencategorisering ruimtelijk verankerd, kader voor het mobiliteitsbeleid<br />

De wegencategorisering dient een kader te vormen waarbinnen het mobiliteitsbeleid van de<br />

gemeente vorm wordt gegeven. Deze categorisering dient zich ook ruimtelijk te vertalen.<br />

Belangrijke aandachtspunten zijn:<br />

- de N 494 waarlangs zich verschillende economische activiteiten ontwikkelden, deze as dient<br />

geherstructureerd te worden, een verdere uitbreiding voor wonen en werken wordt evenwel<br />

afgewezen.<br />

- de aansluiting op de E 17 en de ontsluiting van het bedrijventerrein <strong>Kruishoutem</strong><br />

- het centrum van <strong>Kruishoutem</strong> en de ontsluiting van de KMO-zone<br />

- het verbeteren van de fietsinfrastructuur in overeenstemming met de wegencategorisering<br />

4. Landbouw als behoeder open ruimte<br />

Landbouw is de belangrijkste ruimtegebruiker in de gemeente. In <strong>Kruishoutem</strong> zijn nog<br />

verschillende open landbouwgebieden aanwezig. De laatste decennia zijn de<br />

landbouwactiviteiten in de gemeente verzwakt. Trendmatig zal deze verzwakking zich<br />

vermoedelijk verder zetten. Er dient gestreefd te worden naar een evenwichtig beleid waarin de<br />

landbouw zich relatief kleinschalig blijft profileren en er ook meer aandacht gaat naar het beheer<br />

van het landschap.<br />

5. Beekvalleien als dragende groene assen, Lozerbos en Kasteelparken als bakens<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

8


In <strong>Kruishoutem</strong> bevindt zich het Lozerbos (het bos Waterhoek-Zandvlooi). Er wordt voor geopteerd<br />

om dit bosgebied uit te breiden (dit dient te gebeuren op vrijwillige basis). Het bestaande<br />

beheersplan van het bos dient de basis te vormen van het verdere beheer ervan.<br />

De kastelen met de bijhorende parkgebieden zijn nadrukkelijk aanwezig in het landschap, ze<br />

bepalen het karakter van de gemeente en vormen mede de toeristische attractiviteit van de<br />

gemeente. De kasteelparken worden behouden als groene ruimtes.<br />

Aandacht dient besteed aan het in stand houden van kleine landschapselementen en kleinere<br />

groenelementen zoals b.v. het Kordaalbos.<br />

De beekvalleien vormen groene assen doorheen de gemeente en vervullen een verbindende rol<br />

binnen de natuurlijke structuur.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

9


3 Gewenste ruimtelijke structuur <strong>Kruishoutem</strong> (meso-schaal)<br />

(zie kaart 1)<br />

De gewenste ruimtelijke structuur vormt de concrete uitwerking van de visie, de<br />

beleidsdoelstellingen en de ruimtelijke principes.<br />

Voor een verdere verduidelijking en detaillering van de gewenste ruimtelijke structuur van<br />

<strong>Kruishoutem</strong> wordt de gewenste ruimtelijke structuur voor de verschillende componenten natuur,<br />

landbouw, wonen, bedrijvigheid, verkeer, en recreatie en voorzieningen afzonderlijk behandeld.<br />

Als afsluiting van de bespreking van de gewenste structuur per component, worden de<br />

ontwikkelingsperspectieven per deelruimte in tabelvorm voorgesteld.<br />

De deelruimtes zijn de ruimtes zoals afgebakend in het informatief <strong>gedeelte</strong> (het microniveau).<br />

9<br />

7<br />

3<br />

6<br />

1<br />

2<br />

8<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

4<br />

Voor <strong>Kruishoutem</strong> worden 9 entiteiten onderscheiden:<br />

- de kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende ambachtelijke zone (1)<br />

- de kern Marolle (2)<br />

- de kern Nokere (3)<br />

- de kernen van Wannegem en Lede (4)<br />

- de kern Lozer (Huise) (5)<br />

- het noordelijk van de E 17 gelegen open ruimtegebied (6)<br />

- het openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en westelijk van de dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> (7)<br />

- het openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> (8)<br />

- de industriezone langs de E 17 en de omgeving van het op- en afrittencomplex (9)<br />

Om de relatie tussen de componenten niet uit het oog te verliezen is een globale synthese van<br />

deze aspecten gemaakt op de bijgevoegde kaart: “Gewenste Ruimtelijke Structuur <strong>Kruishoutem</strong>”.<br />

5<br />

10


3.1 Gewenste open ruimtestructuur<br />

(zie kaart 2)<br />

Het uitwerken van de openruimte structuur binnen de gemeente <strong>Kruishoutem</strong> mag niet worden<br />

beschouwd als een gevecht om ruimte tussen de verschillende functies die hiervan gebruik<br />

maken, waarvan landbouw en natuur de belangrijkste zijn. Binnen de gewenste open ruimte<br />

structuur moet het mogelijk zijn dat alle functies voldoende mogelijkheden hebben om op een<br />

volwaardige manier te kunnen functioneren. Hiervoor wordt in de eerste plaats vertrokken van de<br />

bestaande toestand gekoppeld aan de knelpunten en potenties die hieruit voortvloeien. De<br />

krachtlijnen voor de ontwikkeling van de open ruimte zijn weergegeven op kaart 2.<br />

In de open ruimte komen verschillende functies en activiteiten voor. Natuur en landbouw zijn de<br />

belangrijkste. De open ruimte in <strong>Kruishoutem</strong> wordt vooral gebruikt door landbouwactiviteiten. De<br />

belangrijkste natuurwaarden zijn de beekvalleien, het Kordaalbos (klein groengebied maar<br />

potentieel GEN, GENO of natuurverwevingsgebied) en het Lozerbos.<br />

De waardevolle elementen dienen dan ook maximaal beschermd en benut te worden. De rol<br />

van natuur binnen de open ruimte is in vergelijking met de landbouw beperkt, maar daarom zeker<br />

niet een minder belangrijk aandachtspunt.<br />

Eén van de belangrijkste problemen waarmee de landbouw te maken heeft is de mestafzet. Dit<br />

heeft een belangrijke ruimtelijke dimensie bij een toename van de veestapel of een afname van<br />

landbouwgrond (b.v. door een inname door een andere functie) kan een tekort aan<br />

landbouwgrond ontstaan.<br />

Een tweede probleem is de monofunctionaliteit van de moderne landbouw. Waar vroegere<br />

landbouwtechnieken spontaan ruimte lieten voor natuurwaarden en landschapsopbouw<br />

(weliswaar met een lagere opbrengst), wordt nu meer gebruik gemaakt van grootschaligere<br />

technieken waar de nadruk in de eerste plaats ligt op rentabiliteit en minder op het behoud van<br />

landschap, natuur e.d. Wanneer naast landbouw dan ook andere functies aan een gebied<br />

worden gegeven, moet dan ook actief worden ingegrepen zodanig dat de verschillende functies<br />

(zoals b.v. landbouw en natuur) op een harmonieuze wijze kunnen verweven worden. Middelen<br />

hiervoor zijn b.v. beheersovereenkomsten of compensaties voor opbrengstverlies.<br />

De landbouwsector speelt op het vlak van tewerkstelling binnen de gemeente <strong>Kruishoutem</strong><br />

vandaag eerder een beperkte rol. Alle trends wijzen uit dat deze rol in de toekomst zelfs nog<br />

verder zal verminderen. Desalniettemin dienen de ontwikkelingsmogelijkheden van de<br />

landbouwsector zoveel mogelijk ondersteund te worden binnen de mogelijkheden van de<br />

bestaande toestand.<br />

In overleg met de VLM wordt gewerkt aan de uitbouw van een glastuinbouwzone in het<br />

noordwesten van de gemeente.<br />

3.1.1 Gewenste natuurlijke structuur<br />

3.1.1.1 Ontwikkelingsopties<br />

- het gebiedsgericht versterken van de natuurlijke structuur vertrekkende vanuit de bestaande<br />

natuurwaarden, waarbij de beekvalleien als dragers gezien kunnen worden van de natuurlijke<br />

en landschappelijke structuur<br />

- de landschappelijke en ecologische kwaliteiten van de rurale open ruimte behouden en waar<br />

mogelijk versterken<br />

- uitbouwen van een voldoende groot bosareaal<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

11


3.1.1.2 Ruimtelijke beleidselementen<br />

NATUURAANDACHTSZONES<br />

Deze gebieden hebben een belangrijke natuurwaarde. Zij zullen vermoedelijk door het Vlaams<br />

Gewest in het kader van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) worden geselecteerd.<br />

Binnen deze gebieden wordt het behoud en de versterking van de natuurwaarden als prioritair<br />

gesteld. Andere functies kunnen enkel als nevenfunctie aanwezig zijn. Via aankoop, bestemming,<br />

beheer en inrichting moet een kader gecreëerd worden om de realisatie van deze gebieden te<br />

verwezenlijken.<br />

De Lozerbossen en het Kordaalbos worden beschouwd als potentieel Gen, Geno of<br />

natuurverwevingsgebied. 5<br />

Mogelijke bosuitbreidingen dienen te gebeuren op vrijwillige basis.<br />

NATUURVERBINDINGSGEBIEDEN EN ECOLOGISCHE INFRASTRUCTUUR VAN BOVENLOKAAL BELANG<br />

De natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang worden<br />

geselecteerd door de provincie. Het beleid in deze gebieden is gericht op de ontwikkeling van de<br />

natuur als belangrijke nevenfunctie.<br />

Het valleilandschap van de (Walembeek-)Zouwbeek wordt door de provincie opgenomen als<br />

natuurverbindingsgebied (verbinding via nat grasland, bosjes, (knot)bomenrijen). Er wordt als<br />

natuurverbindingsgebied ook het verbindingsgebied <strong>Kruishoutem</strong> vermeld (verbinding via<br />

openruimtegebied, veldbosjes, kasteelparken).<br />

De beekvallei van de Lozerbeek(-Wallebeek), Leedsebeek (op de grens met Zingem) en de<br />

Kasteelbeek-(Rooigembeek-Molenbeek) (<strong>Kruishoutem</strong>-Zingem-Gavere) worden geselecteerd<br />

door de provincie als een ecologische infrastructuur (EIS) van bovenlokaal belang die het netwerk<br />

van natuurverbindingsgebieden aanvullen.<br />

BEEKVALLEIEN<br />

De beekvalleien zijn structuurbepalend voor de natuurlijke en landschappelijke structuur.<br />

Verschillende van deze beken zijn reeds geselecteerd als behorende tot de<br />

natuurverbindingsgebieden of de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang.<br />

Het beleid voor deze beekvalleien is gericht op het behoud en de versterking van de aanwezige<br />

natuurwaarden, alsook op het uitwerken van een integraal waterbeleid. De biologische diversiteit<br />

wordt bevorderd met respect voor de hoofdgebruikers van het gebied.<br />

Volgende ontwikkelingsperspectieven worden hierbij vooropgesteld:<br />

• vrijwaren van de beekvalleien van een verdere verdichting van de bebouwing<br />

• streven naar een natuurlijk verloop van de beken<br />

• streven naar een verbetering van de waterkwaliteit<br />

• werken aan een natuurvriendelijke oeverbeheer en voorzien van streekeigen groenvegetatie<br />

langs de beken als extra accentuering van deze beken in het landschap.<br />

Voor de realisatie van deze ontwikkelingsperspectieven dient grondig overleg gepleegd te<br />

worden met de betrokken landbouwers.<br />

Volgende beken worden niet limitatief geselecteerd:<br />

- Kasteelbeek en Leedsebeek (Kasteelbeek reeds vermeld bij de ecologische infrastructuur van<br />

bovenlokaal belang)<br />

Deze beekvalleien lopen langs de kern van Wannegem-Lede en de Kasteelbeek sluit aan op<br />

het aanwezige kasteeldomein.<br />

5 Deze gebieden worden door het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen als<br />

mogelijk GEN, GENO of natuurverwevingsgebied naar voor geschoven en vormden de basis voor<br />

de aanduiding van de natuurverbindingsgebieden.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

12


- Zouwbeek (de Zouwbeek wordt reeds vermeld bij de natuurverbindingsgebieden), Hollebeek<br />

en Malebeek<br />

Deze beken bevinden zich rond Nokere. Het kasteeldomein te Nokere maakt deel uit van<br />

deze beekvalleien.<br />

- Plankbeek<br />

- Molenmeersbeek-Lozerbeek (de Lozerbeek is reeds vermeld bij de ecologische infrastructuur<br />

van bovenlokaal belang)<br />

- Plezierbeek<br />

- Beeksteertbeek<br />

- Spiegelstraatbeek<br />

- Kattebeek<br />

- Stokstormbeek<br />

- Gaverbeek<br />

De Zouwbeek bevindt zich in de omgeving van het bedrijventerrein en wordt doorsneden door de<br />

E 17. Dit betekent dat met betrekking tot het verder uitbouwen van de natuurlijke structuur van<br />

deze beek speciale aandacht zal dienen uit te gaan om een beter evenwicht te bekomen tussen<br />

de beek en de aanwezige bedrijvigheid.<br />

OPEN RUIMTEGEBIEDEN<br />

Binnen de gemeente bevinden zich verschillende uitgestrekte open landbouwgebieden. Bij de<br />

uitwerking van de agrarische structuur worden randvoorwaarden vastgelegd zodat de<br />

landschappelijke kwaliteiten van deze gebieden behouden kunnen blijven in evenwicht met de<br />

hoofdfunctie binnen deze gebieden zijnde de landbouw.<br />

GROENE VINGERS BINNEN DE KERNEN<br />

Er wordt naar gestreefd om ter hoogte van de dorpskernen de kasteeldomeinen en beekvalleien<br />

via groene vingers tot in deze kernen te laten doordringen. Op deze manier wordt de ruimtelijke<br />

relatie tussen de landelijke kernen en de omliggende open ruimte verder benadrukt.<br />

KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN-OPEN RUIMTECORRIDORS<br />

Openruimtecorridors kunnen de verbinding tussen diverse openruimtegebieden realiseren. Dit is<br />

voornamelijk noodzakelijk waar belangrijke lijninfrastructuren de relatie tussen diverse gebieden<br />

bemoeilijkt.<br />

Binnen de open ruimte dient aandacht te gaan naar kleine landschapelementen e.d. Deze<br />

elementen vormen waar mogelijk verbindingen en verfijnen het natuurlijk netwerk dat via de<br />

beekstructuur wordt uitgebouwd.<br />

KASTEELPARKEN<br />

In de gemeente komen zes kastelen voor. Het betreft:<br />

- het kasteel de Ghellinck d’Elseghem te Wannegem-Lede<br />

- het kasteel della Faille d’Huysse te Lozer<br />

- het kasteel Aaishove te <strong>Kruishoutem</strong><br />

- het kasteel Casier te Nokere<br />

- het kasteel de Bonneval te Nokere<br />

- het kasteel Herlegem, gelegen tussen de Waregemsesteenweg en de E 17<br />

Deze kastelen met bijhorende parkdomeinen zijn markante elementen in het landschap van<br />

<strong>Kruishoutem</strong>. De kasteelparken vormen belangrijke schakels in de natuurlijke structuur en dienen<br />

verder behouden en beschermd te worden (deze kasteelparken werden reeds op het<br />

gewestplan ingetekend als parkgebied).<br />

ARCHEOLOGISCHE ERFGOEDWAARDEN<br />

Het inrichten van de ruimte kan (soms onbewust) gepaard gaan met het verlies van<br />

archeologische erfgoedwaarden, waarmee ook de informatie die deze dragen, verloren gaat.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

13


Er dient voldoende aandacht besteed te worden aan de archeologische site <strong>Kruishoutem</strong>-<br />

Kapellekouter waar in het verleden talrijke vondsten uit verschillende periodes werden gedaan.<br />

WATERTOETS<br />

Naar aanleiding van de ruimtelijke uitvoeringsplannen die voortvloeien uit het GRS dient steeds de<br />

nodige aandacht besteed te worden aan de watertoets, voorzien in artikel 8 van het decreet van<br />

18 juli 2003, betreffende het algemene waterbeleid.<br />

Er zijn thans geen ruimtelijke acties voorzien die haaks staan op dit waterbeleid.<br />

3.1.1.3 Uitwerking gewenste natuurlijke structuur<br />

Hoewel Gewest en provincie grotendeels bevoegd zijn voor de afbakening van de gebieden van<br />

de natuurlijke structuur, worden vanuit de gemeente de in de onderstaande tabel vermelde<br />

ontwikkelingsopties gehanteerd met betrekking tot de natuurlijke structuur. Per deelgebied<br />

worden elementen voorgesteld voor de gewenste ontwikkeling ten behoeve van de<br />

natuurfunctie. Hierbij wordt ook rekening gehouden met randvoorwaarden die gesteld worden<br />

vanuit andere functies.<br />

Zone* Gewenste ontwikkeling Beleidsvoorwaarden<br />

Kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende<br />

ambachtelijke zone (1), Kern Marolle (2),<br />

Kern Lozer (5), Kern Nokere (3) en kern<br />

Wannegem-Lede (4)<br />

de industriezone langs de E 17 en de<br />

omgeving van het op- en afrittencomplex<br />

(9)<br />

het noordelijk van de E 17 gelegen open<br />

ruimtegebied (6)<br />

het openruimte gebied zuidelijk van de E<br />

17 en westelijk van de dorpskern<br />

<strong>Kruishoutem</strong> (7)<br />

het openruimte gebied zuidelijk van de E<br />

17 en oostelijk van de dorpskern van<br />

<strong>Kruishoutem</strong> (8)<br />

- benadrukken van de<br />

aanwezigheid van de<br />

beekvalleien in de<br />

dorpskernen waar mogelijk<br />

- aandacht voor groen in de<br />

kernen<br />

- behoud en bescherming<br />

kasteeldomeinen<br />

- beschermen en<br />

natuurgericht beheren van<br />

bestaande groenelementen<br />

- aanplant van<br />

perceelsrandbegroeiïngen<br />

en erfbeplanting stimuleren<br />

- behoud van het zicht op de<br />

openruimte vanuit de<br />

bebouwde kernen<br />

- integreren beekvallei van<br />

de Zouwbeek ten opzichte<br />

van het bedrijventerrein,<br />

b.v. via een extra<br />

inbuffering<br />

- nastreven van<br />

landschappelijke integratie<br />

van de bebouwing<br />

- beschermen van de<br />

beekvalleien<br />

- landschapsopbouw door<br />

aanplant van KLE<br />

- nastreven van<br />

landschappelijke integratie<br />

van de bebouwing<br />

- beschermen van de<br />

beekvalleien<br />

- landschapsopbouw door<br />

aanplant van KLE<br />

- agrarisch natuurbeheer<br />

stimuleren<br />

- landschappelijke integratie<br />

van de bebouwing<br />

- beschermen van de<br />

- verlenen van gemeentelijke<br />

subsidies en advies voor het<br />

aanplanten en het<br />

onderhoud van KLE’s<br />

- suggestie aan de provinciale<br />

overheid voor de opmaak<br />

van een RUP teneinde de<br />

ruimtelijke randvoorwaarden<br />

te creëren voor een betere<br />

integratie van deze beekvallei<br />

met het bedrijventerrein<br />

- onderzoeken mogelijkheden<br />

om de ontwikkelingsperspectieven<br />

te realiseren<br />

hetzij via de opmaak van<br />

gemeentelijke rups<br />

(eventueel aanvullend op<br />

gewestelijke of provinciale<br />

rups), hetzij via<br />

beheersovereenkomsten e.d.<br />

- onderzoeken mogelijkheden<br />

om de ontwikkelingsperspectieven<br />

te realiseren<br />

hetzij via de opmaak van<br />

gemeentelijke rups<br />

(eventueel aanvullend op<br />

gewestelijke of provinciale<br />

rups), hetzij via<br />

beheersovereenkomsten e.<br />

- suggestie tot opmaak van<br />

gewestelijke of provinciale<br />

rups in het kader van het VEN,<br />

de<br />

natuurverbindingsgebieden<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

14


eekvalleien<br />

- behoud van het Kordaalbos<br />

- speciale aandacht voor de<br />

omgeving van het Lozerbos<br />

- landschapsopbouw door<br />

aanplant van KLE<br />

Uitwerking gewenste natuurlijke en landschappelijke structuur<br />

* de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden<br />

3.1.2 Gewenste agrarische structuur<br />

3.1.2.1 Ontwikkelingsopties<br />

en de ecologische<br />

infrastructuur van<br />

bovenlokaal belang<br />

- leggen van eigen accenten<br />

via gemeentelijke rups als<br />

aanvulling op de bovenlokale<br />

rups afhankelijk van de<br />

inhoud van de bovenlokale<br />

rups<br />

- verdere uitwerking<br />

landinrichtingsproject met<br />

betrekking tot de omgeving<br />

van het Lozerbos<br />

(bosuitbreiding op vrijwillige<br />

basis)<br />

- onderzoek mogelijkheden<br />

beheersovereenkomsten<br />

De landbouw is één van de essentiële functies van het buitengebied en dient voldoende<br />

ontwikkelingskansen te krijgen. Deze dienen uiteraard overeen te stemmen met de<br />

vooropgestelde algemene ruimtelijke principes van de gemeente. Voor de landbouw te<br />

<strong>Kruishoutem</strong> worden volgende ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld:<br />

- het scheppen van ruimtelijke zekerheid voor de land- en tuinbouw<br />

- voldoende omvangrijke aaneengesloten arealen voor de land- en tuinbouw voorbehouden<br />

met aandacht voor agrarische differentiatie<br />

- optimaal afstemmen van de landbouwfunctie met de andere functies in de open ruimte<br />

- het ruimtelijk-structureel versterken van het agrarisch gebied<br />

- het voeren van een coherent beleid t.a.v. de verbrede taakstelling van de land- en tuinbouw<br />

3.1.2.2 Ruimtelijke beleidselementen<br />

ALGEMEEN<br />

Er kunnen met betrekking tot de agrarische structuur verschillende gebiedsgerichte<br />

beleidscategorieën onderscheiden worden. Voor <strong>Kruishoutem</strong> worden volgende categorieën<br />

voorgesteld:<br />

- gebieden waar de landbouw nog relatief autonoom kan ontwikkelen; vanuit de interne<br />

dynamieken in de landbouwsector<br />

- overgangsgebied naar het landschappelijk waardevol open landbouwgebied<br />

- de landschappelijk waardevolle open landbouwgebieden, landbouw is er eveneens<br />

hoofdfunctie doch dient meer rekening te houden met landschap en natuur<br />

- glastuinbouwzone<br />

Verderop worden aan deze verschillende gebieden beleidsopties verbonden. Deze beleidsopties<br />

kunnen naar aanleiding van de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen steeds verfijnd en<br />

aangevuld worden en dienen beschouwd te worden als algemene principes met betrekking tot<br />

het ruimtelijk beleid binnen deze gebieden. Afwijkingen van deze principes blijven dan ook<br />

mogelijk rekening houdende met specifieke ruimtelijke problemen, deze afwijkingen mogen wel<br />

de algemene inrichtingsprincipes met betrekking tot deze gebieden niet hypothekeren.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

15


ENKELE DEFINITIES<br />

In het RSV wordt aangegeven dat een differentiatie naar agrarische bebouwingsmogelijkheden<br />

aangewezen is. Deze wordt niet afgebakend op Vlaams niveau. Het is de bedoeling om deze<br />

differentiatie op gemeentelijk niveau verder uit te werken.<br />

Vooraleer over te gaan tot de verschillende beleidscategorieën is het nodig om duidelijkheid te<br />

scheppen m.b.t. de te hanteren definities rond agrarische activiteiten.<br />

Er worden 5 agrarische activiteiten onderscheiden (definities RSV):<br />

- Agrarisch bedrijf: een bedrijf dat dierlijke of plantaardige producten voortbrengt voor de<br />

markt. Dergelijke bedrijven zijn grondgebonden of grondloos en oefenen beroepsmatig de<br />

landbouwactiviteit uit. Op het bedrijf kan een beperkte toeleverende of verwerkende<br />

activiteit voorkomen op voorwaarde dat de relatie met de landbouwactiviteit op het bedrijf<br />

substantieel is voor het voortbestaan van de toeleverende of verwerkende activiteit.<br />

Voorbeelden zijn verkoop van hoeveproducten, bewerken van eigen producten, eigen<br />

mestverwerking, hoevetoerisme.<br />

- Lokale toeleverende en verwerkende bedrijven: een bedrijf dat de toelevering van de<br />

landbouwgrondstoffen noodzakelijk voor of de verwerking van landbouwproducten afkomstig<br />

van de beroepslandbouwactiviteiten in de omgeving verzorgen. Ze zijn klein van omvang en<br />

sluiten qua schaal aan bij de omgeving. Voorbeelden zijn een lokaal conditioneringsbedrijf<br />

voor verse producten, lokale loonwerkers, kleinschalige mestverwerking.<br />

- Regionale toeleverende en verwerkende bedrijven: bedrijven die de toelevering van de<br />

landbouwgrondstoffen noodzakelijk voor of de verwerking van landbouwproducten afkomstig<br />

van de beroepslandbouwactiviteiten in de regio verzorgen. Voorbeelden zijn veevoeder- en<br />

meststoffenfabrieken, slachthuizen, vleeswarenfabrieken, conservenbedrijven,<br />

groothandelsmarkten, grootschalige mestverwerking.<br />

- Kleinhandels- en dienstverlenende bedrijven: bepaalde kleinhandelsbedrijven kunnen land-<br />

en tuinbouwproducten en/of grondstoffen verdelen. Zij onderscheiden zich van de<br />

toeleverende en verwerkende bedrijven doordat ze niet exclusief op de beroepslandbouw<br />

gericht zijn. Voorbeelden zijn tuincentra. Bepaalde vormen van dienstverlening zijn evenmin<br />

exclusief op de beroepslandbouw gericht. Voorbeelden zijn veeartsen, centra voor<br />

kunstmatige inseminatie, proefbedrijven, dierenklinieken, dierenasielen.<br />

- Toeristisch-recreatieve bedrijven: bepaalde toeristisch-recreatieve bedrijven in het<br />

buitengebied kunnen dierlijke of plantaardige producten voortbrengen, evenwel niet voor de<br />

markt. Zij hebben in de eerste plaats een verzorgend karakter ten aanzien van toerisme en<br />

recreatie. Voorbeelden zijn kinderboerderijen, manèges, paardenrenbanen, dierentuinen,<br />

plattelandstoerisme.<br />

Een beheersovereenkomst is een contractuele verbintenis die op vrijwillige basis wordt afgesloten<br />

tussen bv. de overheid en een landbouwer in hoofd- of nevenberoep. De bedoeling van de<br />

overeenkomst is aan landbouwers de kans te bieden om op een gestructureerde wijze mee te<br />

helpen aan het behoud en de verbetering van landschaps- en natuurwaarden. Als<br />

tegenprestatie voor hun inspanning dienen de betrokkenen een verantwoorde volwaardige<br />

vergoeding te ontvangen, die enerzijds de misgelopen opbrengst vergoedt en anderzijds ook de<br />

uitgevoerde arbeid.<br />

RUIMTELIJK BELEID IN DE GEBIEDEN WAAR DE LANDBOUW NOG RELATIEF AUTONOOM KAN<br />

ONTWIKKELEN<br />

Het gaat om agrarische gebieden met verspreide bebouwing. Naast landbouw (de hoofdfunctie)<br />

komen ook andere functies voor zoals wonen, niet-agrarische bedrijven, recreatie en<br />

infrastructuur. Deze functies zijn echter ondergeschikt aan de landbouwfunctie. De<br />

multifunctionaliteit van een dergelijk landbouwgebied zorgt er evenwel voor dat de ruimte zo<br />

efficiënt mogelijk moet benut worden en dat er vanuit de diverse functies eisen moeten gesteld<br />

worden aan de kwaliteit van het milieu.<br />

Een deel van deze gebieden kan prioritair behouden blijven voor de landbouw. Daar moeten<br />

andere functies of activiteiten die de landbouw kunnen belemmeren worden geweerd. Een<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

16


uitzondering dient evenwel gemaakt worden voor bepaalde elementen die van belang zijn voor<br />

de ontwikkeling van de natuurlijke structuur zoals natuurverbindingsgebieden e.d.<br />

Het noordelijk van de E 17 gelegen landbouwgebied wordt weerhouden als gebied waar de<br />

landbouw nog relatief autonoom kan ontwikkelen. Dit landbouwgebied wordt door de<br />

aanwezigheid van de E 17 afgescheiden van de rest van het landbouwgebied te <strong>Kruishoutem</strong> en<br />

heeft in tegenstelling tot het zuidelijke <strong>gedeelte</strong> van de E 17 een lagere landschappelijke waarde.<br />

Agrarische bedrijven<br />

bestaande bedrijven uitbreiding is mogelijk, wanneer verenigbaar met de landbouwstructuur<br />

en andere functies van het gebied<br />

nieuwe bedrijven toegelaten mits volwaardig agrarisch bedrijf en verenigbaar met de<br />

landbouwstructuur en andere functies binnen het gebied<br />

Toeleverende en verwerkende bedrijven<br />

bestaande bedrijven uitbreiding is mogelijk, mits deze activiteit een beperkte ruimtelijke<br />

dynamiek heeft<br />

nieuwe bedrijven niet toegelaten met uitzondering van bedrijven die een beperkte<br />

ruimtelijke impact hebben en als functiewijziging van een bestaande<br />

bedrijfszetel, enkel lokale toeleverende en verwerkende bedrijven<br />

toegelaten<br />

Kleinhandels- en dienstverlenende<br />

bedrijven<br />

bestaande bedrijven verdere ontwikkeling binnen de bestaande gebouwen is mogelijk<br />

wanneer de activiteit verenigbaar is met de landbouwstructuur en<br />

andere functies en van lokaal belang is<br />

nieuwe bedrijven niet toegelaten, kleinhandel- en dienstverlenende bedrijvigheid dient<br />

zich in de eerste plaats in de kernen te situeren, een uitzondering kan<br />

gemaakt worden voor een activiteit die voorzien wordt in een<br />

bestaande (leeggekomen) bedrijfszetel en indien de impact op de<br />

ruimte beperkt is en de activiteit in relatie staat met het agrarisch<br />

gebied (zie bovenstaande definitie).<br />

Toeristisch-recreatieve infrastructuur<br />

bestaande bedrijven uitbreiding mogelijk mits verenigbaar met de landbouwstructuur en<br />

andere functies binnen het gebied en op voorwaarde dat het gaat om<br />

laagdynamische, aan het buitengebied gekoppelde recreatieve<br />

functies<br />

nieuwe bedrijven enkel in een bestaande bedrijfszetel, mits verenigbaar met de<br />

landbouwstructuur en andere functies binnen het gebied en op<br />

voorwaarde dat het gaat om laagdynamische, aan het buitengebied<br />

gekoppelde recreatieve functies<br />

ruimtelijk beleid in de gebieden waar de landbouw nog relatief autonoom kan ontwikkelen, Gebaseerd op:<br />

Provincie Oost-Vlaanderen, Dienst Land- en Tuinbouw, Studie Landelijk Gebied deel III<br />

RUIMTELIJK BELEID IN HET OVERGANGSGEBIED NAAR HET LANDSCHAPPELIJK WAARDEVOL OPEN<br />

LANDBOUWGEBIED<br />

Dit gebied ligt ten zuiden van de E 17 en ten westen van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong>. Dit<br />

gebied kent een beperkte versnippering door de aanwezige bebouwing (deze is echter<br />

beperkter dan ten noorden van de E 17). Er zijn in dit gebied minder waardevolle elementen<br />

aanwezig dan het zuidelijke gebied ten oosten van de dorpskern (waar zich ankerplaatsen,<br />

relictzones, … bevinden).<br />

De landbouw vormt de hoofdfunctie in dit gebied, doch er is reeds meer aandacht nodig voor<br />

het landschap dan in het gebied waar de landbouw zich nog relatief autonoom kan ontwikkelen.<br />

Agrarische bedrijven<br />

bestaande bedrijven uitbreiding is mogelijk, wanneer verenigbaar met de landbouwstructuur<br />

en andere functies van het gebied, er dient speciale aandacht te<br />

gaan naar de inpassing in het landschap<br />

nieuwe bedrijven toegelaten mits volwaardig agrarisch bedrijf en verenigbaar met de<br />

landbouwstructuur en andere functies binnen het gebied, er dient<br />

speciale aandacht te gaan naar de inpassing in het landschap, nieuwe<br />

bedrijven worden enkel toegelaten in de onmiddellijke omgeving van<br />

bestaande bebouwing<br />

Toeleverende en verwerkende bedrijven<br />

bestaande bedrijven uitbreiding is mogelijk, mits deze activiteit een beperkte ruimtelijke<br />

dynamiek heeft, er dient speciale aandacht te gaan naar de inpassing<br />

in het landschap<br />

nieuwe bedrijven niet toegelaten met uitzondering van bedrijven die een beperkte<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

17


uimtelijke impact hebben en als functiewijziging van een bestaande<br />

bedrijfszetel, enkel lokale toeleverende en verwerkende bedrijven<br />

toegelaten<br />

Kleinhandelsbedrijven<br />

en dienstverlenende<br />

bestaande bedrijven verdere ontwikkeling binnen de bestaande gebouwen is mogelijk<br />

wanneer de activiteit verenigbaar is met de landbouwstructuur en<br />

andere functies en van lokaal belang is, er dient speciale aandacht te<br />

gaan naar de inpassing in het landschap<br />

nieuwe bedrijven<br />

Toeristisch-recreatieve infrastructuur<br />

niet toegelaten, kleinhandel- en dienstverlenende bedrijvigheid dient<br />

zich in de eerste plaats in de kernen te situeren, een uitzondering kan<br />

gemaakt worden voor een activiteit die voorzien wordt in een<br />

bestaande (leeggekomen) bedrijfszetel en indien de impact op de<br />

ruimte beperkt is en de activiteit in relatie staat met het agrarisch<br />

gebied (zie bovenstaande definitie).<br />

bestaande bedrijven uitbreiding mogelijk mits verenigbaar met de landbouwstructuur en<br />

andere functies binnen het gebied en op voorwaarde dat het gaat om<br />

laagdynamische, aan het buitengebied gekoppelde recreatieve<br />

functies, er dient speciale aandacht te gaan naar de inpassing in het<br />

landschap<br />

nieuwe bedrijven enkel in een bestaande bedrijfszetel, mits verenigbaar met de<br />

landbouwstructuur en andere functies binnen het gebied en op<br />

voorwaarde dat het gaat om laagdynamische, aan het buitengebied<br />

gekoppelde recreatieve functies<br />

ruimtelijk beleid in de gebieden waar de landbouw nog relatief autonoom kan ontwikkelen, Gebaseerd op:<br />

Provincie Oost-Vlaanderen, Dienst Land- en Tuinbouw, Studie Landelijk Gebied deel III<br />

RUIMTELIJK BELEID IN DE LANDSCHAPPELIJK WAARDEVOLLE OPEN LANDBOUWGEBIEDEN<br />

Het betreft de open landbouwgebieden met verspreide bedrijfszetels en weinig andere<br />

bebouwing. Het grondgebruik is in hoofdzaak agrarisch en de gebieden hebben landbouwkundig<br />

een goede structuur: grotere kavels, beperkte versnippering, enz. Naast de landbouwkundige<br />

waarde hebben de gebieden een belangrijke rol te vervullen in het vrijwaren van de open ruimte.<br />

Omwille van de landschappelijke waarde van deze gebieden, is het belangrijk dat de land- en<br />

tuinbouwers hier bijzondere aandacht besteden aan de landschappelijke integratie van de<br />

(bedrijfs)gebouwen. Een belangrijk instrument hiervoor is de erfbeplanting. Ook het onderhoud en<br />

de ontwikkeling van kleine landschapselementen, kan de landschappelijke waarde van het<br />

gebied ondersteunen.<br />

De gemiddelde bebouwingsgraad mag in de toekomst niet toenemen. Nieuwe bedrijven worden<br />

verwezen naar bestaande bedrijfszetels waar de bedrijfsvoering wordt stopgezet.<br />

In de toekomst blijven agrarische activiteiten de hoofdfunctie binnen dit gebied.<br />

Functies, activiteiten en externe invloeden die de grondgebonden landbouw ernstig kunnen<br />

belemmeren, moeten worden geweerd. Een uitzondering dient evenwel gemaakt worden voor<br />

bepaalde elementen die van belang zijn voor de ontwikkeling van de natuurlijke structuur zoals<br />

natuurverbindingsgebieden e.d.<br />

Het landbouwgebied zuidoostelijk van de E 17 wordt beschouwd als landschappelijk waardevol<br />

open landbouwgebied. Een belangrijk deel van dit gebied maakt reeds deel uit van een<br />

relictzone en of een ankerplaats (voornamelijk het gebied ten zuiden van <strong>Kruishoutem</strong> en de<br />

omgeving van de Lozerbossen). Er bevinden zich ook tal van beschermde monumenten en<br />

landschappen in dit gebied.<br />

Dit gebied werd door de provincie geselecteerd als open ruimte dat de functie van<br />

natuurverbindingsgebied heeft.<br />

Agrarische bedrijven<br />

bestaande bedrijven uitbreiding is mogelijk, wanneer verenigbaar met de landbouwstructuur<br />

en andere functies van het gebied en deze ruimtelijk aansluit op de<br />

bestaande bebouwingsstructuur en deze geen bijkomende dynamiek<br />

teweeg brengt,<br />

speciale aandacht dient te gaan naar landschappelijke integratie<br />

nieuwe bedrijven niet toegelaten tenzij in een bestaande bedrijfszetel<br />

Toeleverende en verwerkende bedrijven<br />

bestaande bedrijven enkel beperkte uitbreidingen zijn toegelaten<br />

nieuwe bedrijven niet toegelaten, een uitzondering kan gemaakt worden voor zeer laagdynamische<br />

activiteiten zoals b.v. lokale loonwerkers en als deze zich<br />

ook in een bestaande bedrijfszetel vestigen<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

18


Kleinhandels- en dienstverlenende<br />

bedrijven<br />

bestaande bedrijven verdere ontwikkeling binnen de bestaande gebouwen is mogelijk<br />

wanneer de activiteit verenigbaar is met de landbouwstructuur en<br />

andere functies en van lokaal belang is<br />

nieuwe bedrijven niet toegelaten, kleinhandel- en dienstverlenende bedrijvigheid dient<br />

zich in de eerste plaats in de kernen te situeren, een uitzondering kan<br />

gemaakt worden voor een activiteit die voorzien wordt in een<br />

bestaande (leeggekomen) bedrijfszetel en indien de impact op de<br />

ruimte beperkt is en de activiteit in relatie staat met het agrarisch<br />

gebied (zie bovenstaande definitie).<br />

Toeristisch-recreatieve infrastructuur<br />

bestaande bedrijven uitbreiding mogelijk, mits verenigbaar met de landbouwstructuur en<br />

andere functies binnen het gebied en op voorwaarde dat het gaat om<br />

laagdynamische, aan het buitengebied gekoppelde lokale recreatieve<br />

functies<br />

nieuwe bedrijven (<strong>gedeelte</strong>lijke) omvorming van een agrarisch, een toeleverend en<br />

verwerkend of een kleinhandels- en dienstverlenend bedrijf tot een<br />

dergelijke infrastructuur mogelijk, mits verenigbaar met de<br />

landbouwstructuur en andere functies binnen het gebied en op<br />

voorwaarde dat het gaat om laagdynamische, aan het buitengebied<br />

gekoppelde lokale recreatieve functies<br />

ruimtelijk beleid in de open gebieden, Gebaseerd op: Provincie Oost-Vlaanderen, Dienst Land- en Tuinbouw, Studie<br />

Landelijk Gebied deel III<br />

RUIMTELIJK BELEID IN GLASTUINBOUWZONE<br />

De gemeente suggereert aan de provincie om dit gebied op te nemen als een bovenlokale<br />

glastuinbouwzone.<br />

Dit gebied sluit aan op een bedrijventerrein (op het grondgebied van Deinze) en er bevindt zich<br />

reeds in het noorden van dit gebied een glastuinbouwbedrijf en een provinciaal proefcentrum. In<br />

dit gebied bevinden zich geen belangrijke natuurwaarden noch landschappen.<br />

Agrarische bedrijven<br />

Bestaande bedrijfszetels uitbreiding is toegelaten wanneer dit verenigbaar is met de<br />

landbouwstructuur en de andere functies van het gebied<br />

nieuwe bedrijfszetels niet toegelaten met uitzondering van glastuinbouwbedrijven<br />

Toeleverende en verwerkende bedrijven<br />

bestaande bedrijfszetels uitbreiding is niet toegelaten<br />

nieuwe bedrijfszetels niet toegelaten<br />

Kleinhandels- en dienstverlenende<br />

bedrijven<br />

bestaande bedrijfszetels uitbreiding is niet toegelaten<br />

neuwe bedrijfszetels niet toegelaten<br />

Toeristisch-recreatieve infrastructuur<br />

bestaande bedrijven uitbreiding is niet toegelaten<br />

nieuwe bedrijven niet toegelaten<br />

ruimtelijk beleid in de tuinbouwzone, Gebaseerd op: Provincie Oost-Vlaanderen, Dienst Land- en Tuinbouw, Studie<br />

Landelijk Gebied deel III<br />

Indien deze zone niet wordt opgenomen door de provincie als glastuinbouwzone dan gelden de<br />

richtlijnen die geformuleerd werden bij de gebieden waar de landbouw nog relatief autonoom<br />

kan ontwikkelen.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

19


3.1.2.3 Uitwerking gewenste agrarische structuur<br />

Rekening houdend met de ontwikkelingsmogelijkheden van de agrarische sector, de eisen die<br />

gesteld worden vanuit andere functies in de verschillende beleidscategorieën en op basis van de<br />

bodemgeschiktheid wordt voor <strong>Kruishoutem</strong> volgende differentiatie van de agrarische structuur<br />

voorgesteld.<br />

Zone* Gewenste ontwikkeling Beleidsvoorwaarden<br />

Kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende<br />

ambachtelijke zone (1), Kern Marolle (2),<br />

Kern Lozer (5), Kern Nokere (3) en kern<br />

Wannegem-Lede (4)<br />

de industriezone langs de E 17 en de<br />

omgeving van het op- en afrittencomplex<br />

(9)<br />

het noordelijk van de E 17 gelegen open<br />

ruimtegebied (6)<br />

het openruimte gebied zuidelijk van de E<br />

17 en westelijk van de dorpskern<br />

<strong>Kruishoutem</strong> (7)<br />

het openruimte gebied zuidelijk van de E<br />

17 en oostelijk van de dorpskern van<br />

<strong>Kruishoutem</strong> (8)<br />

- verwevenheid tussen<br />

wonen en<br />

landbouwbedrijven wordt<br />

nagestreefd<br />

- voorbehouden voor<br />

economische bedrijvigheid<br />

Gebied noordelijk van de E 17<br />

- concentratie van<br />

glastuinbouw<br />

Gebied noordwestelijk van de E<br />

17<br />

- landbouw met flexibiliteit in<br />

teelten<br />

- grondgebonden landbouw<br />

met flexibiliteit van teelten<br />

- grondgebonden landbouw<br />

met flexibiliteit van teelten<br />

- aandacht voor<br />

landschappelijke integratie<br />

- verdere ontwikkeling<br />

bosgebied op vrijwillige<br />

basis<br />

Uitwerking gewenste agrarische structuur<br />

* de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden<br />

- geen overschrijding van de<br />

draagkracht van het gebied<br />

- geen verstoring van het<br />

wonen (door de landbouw)<br />

- op termijn eventueel<br />

omzetting resterend<br />

landbouwgebied naar<br />

bedrijventerrein<br />

Gebied noordelijk van de E 17<br />

- suggestie tot opstellen<br />

provinciaal RUP voor het<br />

afbakenen van de<br />

glastuinbouwzone<br />

Gebied noordwestelijk van de E 17<br />

- richtlijnen volgens gebieden<br />

waar de landbouw nog<br />

relatief autonoom kan<br />

ontwikkelen<br />

- richtlijnen volgens het<br />

overgangsgebied naar het<br />

landschappelijk waardevol<br />

open landbouwgebied<br />

- richtlijnen volgens<br />

landschappelijke<br />

waardevolle open<br />

landbouwgebieden<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

20


3.2 Gewenste nederzettingsstructuur<br />

(zie kaart 3)<br />

3.2.1 Ontwikkelingsopties<br />

Voor de nederzettingsstructuur te <strong>Kruishoutem</strong> worden volgende ontwikkelingsopties voorgesteld:<br />

- verdere uitbouw van <strong>Kruishoutem</strong> als hoofddorp met binnen de kern een bundeling van een<br />

aantal voorzieningen aangevuld door de woonkernen Lozer en Marolle<br />

- een woonbeleid gericht op kernversterking<br />

- aandacht voor sociale huur- en koopwoningen<br />

- streven naar een differentiatie van woonprojecten<br />

- het verhogen van de woonkwaliteit en het aangenamer maken van de woonomgeving<br />

- het realiseren van structureel samenhangende invullingen in het bestaande weefsel<br />

- het bieden van rechtszekerheid aan zonevreemde woningen<br />

3.2.2 Deelgebieden van de gewenste nederzettingsstructuur<br />

Door de provincie werd een hiërarchie van de kernen vorm gegeven. Er wordt een onderscheid<br />

gemaakt tussen volgende woonvormen:<br />

Hoofddorp<br />

Het hoofddorp is de groeipool van de nederzettingsstructuur van het buitengebied, waar de<br />

lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid gebundeld wordt. 6<br />

De kern <strong>Kruishoutem</strong> werd door de provincie geselecteerd als hoofddorp.<br />

Het hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong> kan versterkt worden. Er wordt voor geopteerd om de vrije<br />

bouwkavels (bestaande juridische voorraad) prioritair in te vullen. De na te streven<br />

woningdichtheid in het kerngebied bedraagt 15 woningen per ha. De drie resterende<br />

woonuitbreidingsgebieden worden behouden – rekening houdende met de woonbehoeftestudie<br />

kunnen deze voorlopig nog niet aangesneden worden. De verschillende nog aanwezige<br />

binnengebieden (in woongebied of analoog, bestaande juridische voorraad) kunnen<br />

aangesneden worden. De gemeente zal onderzoeken of er een mogelijkheid is om hier ook<br />

sociale woningbouw aan te koppelen.<br />

Specifieke aandacht in deze kern dient uit te gaan naar de renovatie van bestaande woningen.<br />

In het hoofddorp dient een kwaliteitsvolle ruimte gecreëerd te worden met een duidelijke<br />

centrumafbakening.<br />

Teneinde de mogelijkheid te bieden aan deze kern om zich verder te versterken, kunnen binnen<br />

deze kern ook meergezinswoningen toegelaten worden.<br />

Woonkern<br />

Woonkernen hebben een woonfunctie binnen de gemeente. Ze staan in voor opvang en<br />

bundeling van de eigen groei van de kern en (een deel van) de bijkomende woonbehoeften die<br />

ontstaan in de verspreide bebouwing in de gemeente. Het voorzieningenniveau is gericht op de<br />

ondersteuning van de woonfunctie. 7<br />

In <strong>Kruishoutem</strong> werden Lozer en Marolle door de provincie geselecteerd als woonkern.<br />

Teneinde de mogelijkheid te bieden aan deze kernen om zich verder te versterken, kunnen<br />

binnen deze kernen ook meergezinswoningen toegelaten worden.<br />

Naast de bovenstaande selectie die door de provincie werd voorgesteld, worden door de<br />

gemeente de overige kernen geselecteerd als kern-in-het-buitengebied.<br />

6 Bron: Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen, maart 2004<br />

7 Bron: Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen, maart 2004<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

21


Kern-in-het-buitengebied<br />

De beleidscategorie ‘kern in het buitengebied’ duidt op de respectievelijke woonclusters en<br />

concentraties van bebouwing die een duidelijke kernfunctie vervullen in het buitengebied, doch<br />

niet werden geselecteerd als hoofddorp of woonkern. Aldus kan bij een kern in het buitengebied<br />

geen bijkomende oppervlakte voorzien worden voor het opvangen van de gemeentelijke<br />

taakstelling inzake wonen en/of bedrijvigheid. Het begrip kern in het buitengebied is aldus een<br />

beleidsbegrip en –categorie. Het begrip ‘kern in het buitengebied’ verschilt van het begrip ‘kern<br />

van het buitengebied’ gehanteerd binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Deze laatste<br />

duidt op de gehele verzameling van nederzettingskernen, geselecteerd als woonkern of<br />

hoofddorp. (bron: Provincie Vlaams-Brabant, PRS Vlaams-Brabant, 2004<br />

De kernen-in-het-buitengebied vervullen eveneens een woonfunctie binnen de gemeente. De<br />

nadruk ligt op het verhogen van de kwaliteit van de woonomgeving en het landelijk karakter van<br />

deze kernen. Er dient binnen deze kernen gestreefd te worden naar een lagere groei dan deze<br />

die op gemeentelijk niveau aanwezig is. De leefbaarheid van de kern dient steeds in acht worden<br />

genomen. Nieuwe woonontwikkelingen zullen steeds kleinschalig zijn en op schaal van de kern<br />

waartoe ze behoren.<br />

Nokere, Wannegem-Lede en Lede worden beschouwd als kernen-in-het-buitengebied.<br />

De bouw van meergezinswoningen wordt binnen deze landelijke kernen niet gestimuleerd,<br />

rekening houdende met specifieke ruimtelijke situaties zijn evenwel afwijkingen mogelijk (b.v.<br />

omvorming van een oude ruime burgerwoning naar een meergezinswoning of indien voldoende<br />

gemotiveerd kan worden dat meergezinswoningen passen binnen het dorpskarakter van deze<br />

kernen e.d.).<br />

VERSPREIDE BEBOUWING<br />

De overige woningen binnen de gemeente <strong>Kruishoutem</strong> kunnen onderverdeeld worden onder de<br />

noemer verspreide bebouwing. Ze komt voor onder de vorm van linten, kleine woonconcentraties<br />

en geïsoleerde bebouwing. Deze bebouwing kan gesitueerd worden in verschillende gebieden<br />

(naar aanleiding van het gebiedsgericht beleid voor de zonevreemde woningen). Naar gelang<br />

de ruimtelijke context kunnen aan verspreide bebouwing meer of minder mogelijkheden worden<br />

gegeven.<br />

Het zicht op de open ruimte dient zoveel mogelijk gevrijwaard te blijven.<br />

3.2.3 Gewenst beleid met betrekking tot de nederzettingsstructuur<br />

Volgende beleidselementen worden naar voor geschoven teneinde de ontwikkelingsopties te<br />

ondersteunen:<br />

Renovatie of vervangende nieuwbouw van woningen met een lage (woon-)kwaliteit stimuleren<br />

De renovatie of vervangende nieuwbouw van woningen met een lage (woon-)kwaliteit dient<br />

door de gemeente verder ondersteund te worden. Volgende acties worden vanuit de gemeente<br />

voorgesteld:<br />

- belasting op leegstand en verkrotting<br />

- onbewoonbaarverklaring<br />

- het aanleggen van nutsvoorzieningen (waterleiding, riolering,…)<br />

- stimuleringsbeleid (in samenspraak met de eigenaar een oplossing zoeken)<br />

Betrokkenheid van de bevolking<br />

Een belangrijk instrument voor het welslagen van het woonbeleid in een gemeente is de<br />

betrokkenheid van de bevolking. Dit betekent dat de bevolking inspraak krijgt bij woonprojecten<br />

(via het openbaar onderzoek) en dat er informatie verschaft wordt over de mogelijkheden en<br />

maatregelen van het woonbeleid. Het woonbeleid kan niet slagen zonder draagvlak. De<br />

oprichting van een kleinschalige gemeentelijke woonwinkel is hierbij nuttig om informatie en<br />

ondersteuningscampagnes naar de bevolking uit te dragen.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

22


Continue bijsturing van het woonbeleid<br />

Een onderdeel van een actief woonbeleid is een jaarlijkse evaluatie van de woonbehoefte en het<br />

woningaanbod zodat eventuele tussentijdse bijsturingen kunnen gebeuren. Een hulpmiddel hierbij<br />

zijn de diverse gegevens omtrent het woningbestand en de bevolkingsgegevens die de<br />

gemeente zelf aanmaakt of kan opvragen bij hogere instanties of administraties. Een belangrijk<br />

middel voor het uitvoeren van een evaluatie is tevens de inventaris van de onbebouwde<br />

percelen. Via deze inventaris kan nagegaan worden in welke mate de potentiële<br />

bouwmogelijkheden werkelijk bebouwd worden. Van belang zijn eveneens het<br />

vergunningenregister en het plannenregister.<br />

Ontwikkelingsperspectieven voor de binnengebieden.<br />

De binnengebieden behorende bij het hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong> kunnen ontwikkeld worden. Er<br />

wordt hierbij een woondichtheid van 15 woningen per ha nagestreefd.<br />

De binnengebieden behorende respectievelijk bij Nokere en Wannegem dienen gefaseerd<br />

ontwikkeld worden. Bij de realisatie van deze binnengebieden (bestaande juridische voorraad)<br />

dient in de fasering steeds rekening gehouden te worden met een globale visie op deze<br />

binnengebieden teneinde de volledige realisatie en afwerking van deze binnengebieden niet te<br />

hypothekeren.<br />

Er wordt eveneens gestreefd naar een dichtheid van 15 woningen per ha (dit dient wel<br />

beschouwd te worden als een gemiddelde, plaatselijk kunnen bijgevolg meer of minder dichte<br />

gebieden ontwikkeld worden).<br />

Ontwikkelingsperspectieven woonuitbreidingsgebieden<br />

Er is geen behoefte om binnen de planhorizon tot 2007 om de woonuitbreidingsgebieden aan te<br />

snijden zolang het principe van de gesloten bevolkingsprognose in het buitengebied en de<br />

taakstelling vanuit het PRS Oost-Vlaanderen gehandhaafd blijven. De bestaande<br />

woonuitbreidingsgebieden blijven behouden als reservegebieden voor de toekomst. Indien de<br />

planningscontext zou wijzigen zodat deze toch aansnijdbaar zouden worden, dan zullen deze<br />

deels voorbehouden worden ten behoeve van het sociale woonbeleid. Volgende verhoudingen<br />

worden hierbij gehanteerd:<br />

soort grond eigendom<br />

sociale<br />

huurmaatschappij<br />

grond eigendom<br />

sociale<br />

koopmaatschappij<br />

Grond eigendom van<br />

lokale publieke<br />

overheden<br />

(gemeente, OCMW,<br />

kerkfabriek,<br />

intercommunale, …)<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

23<br />

Grond eigendom<br />

privéverkavelaar,<br />

bouwpromotor<br />

sociale<br />

huurwoningen<br />

60 % 25 %<br />

33 % minstens 25 %<br />

sociale<br />

koopwoningen<br />

25 % 60 %<br />

sociale verkaveling 15 % 15 %<br />

33 %<br />

75 %<br />

privé-verkaveling<br />

33 %<br />

Restpercelen in het woonuitbreidingsgebied dienen op korte termijn te worden afgewerkt, de<br />

gemeente maakt hiervan een inventarisatie op.<br />

Voor het toekomstig beleid wordt gesteld dat het woonuitbreidingsgebied ten zuidwesten van de<br />

kern van <strong>Kruishoutem</strong> slechts ontwikkeld zal worden nadat de andere opties uitgeput zijn (de<br />

overige woonuitbreidingsgebieden sluiten ruimtelijk beter aan op de kern).<br />

Streven naar woningdifferentiatie<br />

Het is belangrijk dat in de gemeente rekening wordt gehouden met een gewijzigde behoefte als<br />

gevolg van de gezinsverdunning en de vergrijzing van de bevolking.<br />

De vraag naar goed gelokaliseerde comfortabele kleine woningen zal de komende jaren in<br />

<strong>Kruishoutem</strong> toenemen. Ook het belang van een goede ligging t.o.v. het centrum en openbaar<br />

vervoer zal gelet op de veroudering van de bevolking aan belang winnen.<br />

Het uitwerken van een sociaal woonbeleid


De bestaande projecten inzake sociale huisvesting worden onderschreven. De gemeente zal<br />

verder onderzoeken of er nog bijkomende mogelijkheden zijn voor sociale huisvesting binnen het<br />

bestaande woongebied (of dergelijke). Speciale aandacht dient te gaan naar het voorzien van<br />

sociale huur- en koopwoningen en sociale kavels.<br />

Beleidsopties voor de bestaande goedgekeurde verkavelingen<br />

Er wordt niet geraakt aan de reeds bestaande goedgekeurde verkavelingen. De vooropgestelde<br />

beleidsopties, o.m. inzake na te streven woningdensiteit en inzake het afremmen van nieuwe<br />

woningbouw in agrarisch gebied,…, kunnen geen invloed uitoefenen op reeds afgeleverde<br />

verkavelingsvergunningen.<br />

Een beleid voor de zonevreemde woningen<br />

Op basis van een gedetailleerde inventaris van de zonevreemde woningen zal het<br />

gemeentebestuur een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opmaken waarin de<br />

ontwikkelingsmogelijkheden van al deze woningen worden vastgelegd.<br />

Zonevreemde woningen zijn bestaande woningen die niet in woongebied, woongebied met<br />

landelijk karakter, woonuitbreidingsgebied of goedgekeurde verkavelingen gesitueerd zijn. Deze<br />

woningen maken grotendeels deel uit van de open ruimte structuur.<br />

Voor deze woningen wordt een gebiedsgerichte aanpak uitgewerkt, naar gelang de ligging<br />

binnen de gemeente en de open ruimestructuur in het bijzonder kunnen meer of minder<br />

mogelijkheden aan deze woningen worden gekoppeld. Naast deze gebiedgerichte aanpak<br />

wordt een specifieke aanpak van de zonevreemde cultuurhistorische waardevolle gebouwen en<br />

woningen en een specifieke aanpak van de zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied<br />

uitgewerkt.<br />

Naar aanleiding van de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van de<br />

zonevreemde woningen zijn verfijningen en aanvullingen van het onderstaande beleidskader<br />

steeds mogelijk.<br />

Naast de woning zal bij de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan eveneens voldoende<br />

aandacht besteed worden aan de mogelijkheden in de onmiddellijke omgeving van de woning<br />

(tuininfrastructuur, oprit e.d.).<br />

• een specifieke aanpak<br />

AANPAK VAN ZONEVREEMDE CULTUURHISTORISCHE WAARDEVOLLE GEBOUWEN EN WONINGEN<br />

In het kader van de opmaak van het RUP zonevreemde woningen zal de gemeente de<br />

cultuurhistorische gebouwen en woningen inventariseren. Met dit begrip worden enerzijds<br />

woningen en gebouwen bedoeld die door hun voorkomen een essentieel onderdeel vormen van<br />

het landschap. Het betreft enerzijds beschermde monumenten of architecturaal waardevolle<br />

gebouwen, anderzijds betreft het gebouwen eigen aan de agrarische structuur van de gemeente<br />

b.v. oude hoeves met stallen, bijgebouwen, …<br />

Deze woningen en gebouwen kunnen principieel verbouwen, herbouwen of uitbreiden, indien<br />

aan een aantal randvoorwaarden kan voldaan worden. Voorwaarden zijn dat de verbouwing,<br />

herbouw of uitbreiding gebeurt in de geest van het oorspronkelijke gebouw en dat aanvrager kan<br />

aantonen dat naar de omliggende omgeving een belangrijke meerwaarde wordt gerealiseerd. In<br />

het RUP zonevreemde woningen worden deze randvoorwaarden verfijnd naar gelang de<br />

specifieke ruimtelijke context. Ook op het vlak van functies kunnen binnen het RUP zonevreemde<br />

woningen mogelijkheden worden voorzien b.v. het benutten van een stal of dergelijke als<br />

kunstatelier, beperkte kantoorruimte, … teneinde het cultuurhistorisch patrimonium optimaal te<br />

kunnen behouden.<br />

AANPAK ZONEVREEMDE WONINGEN IN KWETSBAAR GEBIED<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

24


Voor de zonevreemde woningen die zich bevinden in kwetsbare gebieden dient in overleg met<br />

de hogere overheid een specifiek ruimtelijk beleid te worden uitgewerkt. Als uitgangspunt wordt<br />

voorgesteld om deze woningen eveneens een maximale rechtszekerheid te bieden en deze bij<br />

voorkeur uit de kwetsbare gebieden te onttrekken. Dit dient echter te gebeuren met voldoende<br />

aandacht voor de kwetsbare gebieden en dit dient dan ook grondig gemotiveerd te worden.<br />

Er dient in overleg met de hogere overheid nagegaan te worden wie bevoegd is om een<br />

ruimtelijk uitvoeringsplan voor deze woningen op te maken.<br />

Uit een eerste inventarisatie blijkt dat de meeste van deze woningen deel uit maken van de<br />

verschillende kasteelparken. Daarnaast komen er nog enkele woningen voor op de rand van het<br />

Lozerbos en zijn er nog enkele geïsoleerde woningen voornamelijk in de omgeving van Nokere.<br />

• een gebiedsgerichte benadering<br />

De gemeente kan onderverdeeld worden in verschillende deelruimten, afhankelijk van de ligging<br />

in elke deelruimte worden hieraan ontwikkelingsperspectieven voor de zonevreemde woningen<br />

verbonden (binnen elke deelruimte worden ook nog enkele verschillen in mogelijke<br />

ontwikkelingsperspectieven aangegeven):<br />

De kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende ambachtelijke zone (deelruimte 1)<br />

Binnen deze deelruimte wordt met betrekking tot het beleid i.v.m. de zonevreemde woningen een<br />

onderscheid gemaakt tussen volgende gebieden<br />

HOOFDDORP<br />

Dit gebied omvat de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> (deelgebied nr. 17).<br />

Voor zonevreemde woningen binnen dit deelgebied kunnen specifieke maatregelen worden<br />

opgesteld voor een goede afwerking van de kern ten opzichte van het omliggende<br />

landbouwgebied. Een herbestemming tot woongebied kan overwogen worden. De bestemming<br />

woongebied heeft als gevolg dat functiewijzigingen mogelijk zijn en er ook<br />

uitbreidingsmogelijkheden zijn rekening houdende met de specifieke ruimtelijke context van deze<br />

woningen. Het is niet de bedoeling om bijkomend woongebied in het buitengebied te realiseren,<br />

dit gaat om het geven van analoge mogelijkheden voor deze huidige zonevreemde woningen<br />

als niet zonevreemde woningen.<br />

KERNUITLOPER<br />

Dit gebied vormt een uitloper van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> langs de Deinsesteenweg<br />

(deelgebied nr. 9). Een deel van dit lint werd reeds ingetekend op het gewestplan als<br />

woongebied met landelijk karakter. Hier bevinden zich naast een woonfunctie ook handel,<br />

bedrijven e.d.<br />

Voor zonevreemde woningen in of aansluitend op dergelijke bebouwing gaat specifieke<br />

aandacht naar de aansluiting van deze woningen op de kernuitloper en naar de afwerking ten<br />

aanzien van het landbouwgebied. De hoofdbestemming van dergelijke woningen dient wonen te<br />

blijven. Naar aanleiding van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten<br />

behoeve van de zonevreemde woningen dient duidelijk opgenomen te worden welke<br />

functiewijzigingen toegelaten zijn.<br />

AMBACHTELIJKE ZONE<br />

In dit gebied bevindt zich de KMO-zone <strong>Kruishoutem</strong> (deelgebied 32). De woonfunctie in dit<br />

gebied dient zoveel mogelijk geënt te zijn op de aanwezige bedrijvigheid (b.v. conciërgewoning,<br />

bedrijfswoning e.d.).<br />

Met betrekking tot de bestaande zonevreemde woningen dient nagegaan te worden naar<br />

aanleiding van de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van<br />

zonevreemde woningen of deze woningen nog deel uit kunnen maken van de bedrijvenzone.<br />

Indien dit niet mogelijk is, dient het beleid zich voornamelijk te richten op een integratie van deze<br />

woonfunctie binnen de bedrijvenzone en op het consolideren van de bestaande toestand – de<br />

hoofdfunctie van dit gebied blijft ambachtelijke zone (mede rekening houdende met<br />

afstandsregels ten opzichte van de bestemming woongebied e.d.). Indien de woningen wel nog<br />

deel uit kunnen maken van de bedrijvenzone, blijven deze opgenomen binnen de bedrijvenzone.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

25


De kern Marolle (deelruimte 2) en de kern Lozer (deelruimte 5)<br />

Deze deelruimten omvatten de respectievelijke dorpskernen van Lozer (deelgebied 12) en Marolle<br />

(deelgebied 7). Deze kernen zijn beide geselecteerd als woonkern.<br />

Voor zonevreemde woningen binnen deze deelgebieden kunnen specifieke maatregelen<br />

worden opgesteld voor een goede afwerking van de kern ten opzichte van het omliggende<br />

landbouwgebied. Een herbestemming tot (landelijk) woongebied kan overwogen worden. De<br />

bestemming woongebied heeft als gevolg dat functiewijzigingen mogelijk zijn en er ook<br />

uitbreidingsmogelijkheden zijn rekening houdende met de specifieke ruimtelijke context van deze<br />

woningen. Het is niet de bedoeling om bijkomend woongebied in het buitengebied te realiseren,<br />

dit gaat om het geven van analoge mogelijkheden voor deze huidige zonevreemde woningen<br />

als niet zonevreemde woningen.<br />

De kernen van Wannegem en Lede (deelruimte 4) en de kern Nokere (deelruimte 3)<br />

Deze deelruimten omvatten de dorpskernen van Wannegem-Lede, Lede en Nokere<br />

(respectievelijk de gebieden 28, 29 en 23). Deze zijn geselecteerd als kern-in-het-buitengebied.<br />

Voor zonevreemde woningen binnen deze deelgebieden kunnen specifieke maatregelen<br />

worden opgesteld voor een goede afwerking van de kern ten opzichte van het omliggende<br />

landbouwgebied. Een herbestemming tot (landelijk) woongebied kan overwogen worden. Het is<br />

niet de bedoeling om bijkomend woongebied in het buitengebied te realiseren, dit gaat om het<br />

geven van analoge mogelijkheden voor deze huidige zonevreemde woningen als niet<br />

zonevreemde woningen.<br />

De bestemming “woongebied” heeft als gevolg dat beperkte functiewijzigingen mogelijk zijn en<br />

er geen specifieke volumebeperkingen worden opgelegd – er dient hierbij rekening gehouden te<br />

worden met de specifieke ruimtelijke context van elke woning. Rekening houdende dat deze<br />

kernen niet geselecteerd zijn als hoofddorp of woonkern zijn de mogelijke functiewijzigingen<br />

beperkt en kan dit enkel in functie van en ten behoeve van de (eigen) kern.<br />

Het noordelijk van de E 17 gelegen open ruimtegebied (deelruimte 6)<br />

Binnen deze deelruimte wordt met betrekking tot het beleid i.v.m. de zonevreemde woningen een<br />

onderscheid gemaakt tussen volgende gebieden<br />

LINTCLUSTER<br />

Dit gebied (deelgebied nr. 2, gebied rond Kruiske-Marolle) wordt gevormd door een cluster van<br />

verschillende linten (waarvan een deel ingetekend is op het gewestplan als woongebied met<br />

landelijk karakter) en verspreide bebouwing.<br />

Dit gebied is sterk versnipperd door bebouwing.<br />

Voor zonevreemde woningen binnen dit deelgebied gaat specifieke aandacht uit naar de<br />

aansluiting van deze woningen op hun omgeving en naar de afwerking ten aanzien van het<br />

landbouwgebied. De hoofdbestemming van dergelijke woningen dient wonen te blijven.<br />

OPEN RUIMTE VERSNIPPERD<br />

Dit bestaat uit de deelgebieden nr. 3 en nr. 1. Deze gebieden kennen een zekere versnippering<br />

door bebouwing doch de open ruimte is nog duidelijk aanwezig.<br />

Het ruimtelijk beleid voor dit gebied is voornamelijk het verbeteren van de woonfunctie,<br />

hoofdzakelijk gericht op het consolideren van de bestaande toestand.<br />

Het openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en westelijk van de dorpskern<br />

<strong>Kruishoutem</strong> (deelruimte 7)<br />

Binnen deze deelruimte wordt met betrekking tot het beleid i.v.m. de zonevreemde woningen een<br />

onderscheid gemaakt tussen volgende gebieden<br />

KERNUITLOPER<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

26


Dit gebied vormt een uitloper van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> langs de Waregemsesteenweg<br />

(deelgebied nr. 20). Dit gebied bestaat uit verschillende kleine lintbebouwingen waarin zich naast<br />

de woonfunctie ook andere functies bevinden.<br />

Voor de zonevreemde woningen gaat specifieke aandacht uit naar de afwerking ten aanzien<br />

van het landbouwgebied. De hoofdbestemming van dergelijke woningen dient wonen te blijven.<br />

Naar aanleiding van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van<br />

de zonevreemde woningen dient duidelijk opgenomen te worden welke functiewijzigingen<br />

toegelaten zijn.<br />

OPEN RUIMTE VERSNIPPERD<br />

Dit bestaat uit de deelgebieden nr. 8, nr. 18, nr. 19, nr. 31. Deze gebieden kennen een zekere<br />

versnippering door bebouwing doch de open ruimte is nog duidelijk aanwezig.<br />

Het ruimtelijk beleid voor dit gebied is voornamelijk het verbeteren van de woonfunctie,<br />

hoofdzakelijk gericht op het consolideren van de bestaande toestand.<br />

Het openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk van de dorpskern van<br />

<strong>Kruishoutem</strong> (deelruimte 8)<br />

Binnen deze deelruimte wordt met betrekking tot het beleid i.v.m. de zonevreemde woningen een<br />

onderscheid gemaakt tussen volgende gebieden<br />

KERNUITLOPER<br />

Dit gebied bestaat uit een uitloper van de dorpskern van Lozer (deelgebied nr. 13, gebied ten<br />

oosten van Lozer) en een uitloper van de dorpskern van Ouwegem (buurgemeente Zingem)<br />

(deelgebied 15).<br />

Dit gebied bestaat uit lintbebouwingen waarin zich naast de woonfunctie ook andere functies<br />

bevinden.<br />

Voor de zonevreemde woningen gaat specifieke aandacht uit naar de afwerking ten aanzien<br />

van het landbouwgebied. De hoofdbestemming van dergelijke woningen dient wonen te blijven.<br />

Naar aanleiding van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van<br />

de zonevreemde woningen dient duidelijk opgenomen te worden welke functiewijzigingen<br />

toegelaten zijn.<br />

LINTCLUSTER<br />

Dit gebied bestaat uit een lintbebouwing en verspreide bebouwing langs de Waregemsestraat.<br />

Binnen dit gebied bevinden zich naast de woonfunctie ook nog een aantal andere functies.<br />

Voor de zonevreemde woningen gaat specifieke aandacht uit naar de afwerking ten aanzien<br />

van het landbouwgebied. De hoofdbestemming van dergelijke woningen dient wonen te blijven.<br />

Naar aanleiding van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van<br />

de zonevreemde woningen dient duidelijk opgenomen te worden welke functiewijzigingen<br />

toegelaten zijn.<br />

OPEN RUIMTE MET LANDSCHAPPELIJKE WAARDE<br />

Voor woningen die deel uit maken van deze gebieden wordt een landschappelijke inpassing<br />

(met behoud van de woonfunctie) vooropgesteld. In het op te maken RUP met betrekking tot de<br />

zonevreemde woningen kunnen bijkomende ruimtelijke randvoorwaarden worden opgelegd<br />

teneinde deze landschappelijke inpassing op een optimale manier te bewerkstelligen.<br />

De industriezone langs de E 17 en de omgeving van het op- en afrittencomplex<br />

(deelruimte 9)<br />

In dit gebied bevindt zich het bedrijventerrein <strong>Kruishoutem</strong>. De woonfunctie in dit gebied dient<br />

zoveel mogelijk geënt te zijn op de aanwezige bedrijvigheid (b.v. conciërgewoning,<br />

bedrijfswoning e.d.). Met betrekking tot de bestaande zonevreemde woningen dient nagegaan<br />

te worden naar aanleiding van de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

27


ehoeve van zonevreemde woningen of deze woningen nog deel uit kunnen maken van de<br />

bedrijvenzone. Indien dit niet mogelijk is, dient het beleid zich voornamelijk te richten op een<br />

integratie van deze woonfunctie binnen de bedrijvenzone en op het consolideren van de<br />

bestaande toestand (doch de hoofdfunctie van het gebied blijft industriegebied, teneinde te<br />

vermijden dat bedrijven in de problemen kunnen geraken met afstandsregels e.d.). Indien de<br />

woningen wel nog deel uit kunnen maken van de bedrijvenzone, blijven deze opgenomen binnen<br />

de bedrijvenzone.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

28


3.2.4 Uitwerking gewenste nederzettingsstructuur<br />

Zone* Gewenste ontwikkeling Beleidsvoorwaarden<br />

Kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende<br />

ambachtelijke zone (1)<br />

Hoofddorp kern <strong>Kruishoutem</strong><br />

- inbreiding en<br />

kernversterking<br />

- kleinschaligheid en gericht<br />

investeren<br />

- voldoende hoge<br />

woondichtheden<br />

- afwerken van<br />

verkavelingen<br />

- creëren van een<br />

aangename<br />

woonomgeving<br />

- uitgeruste woningen voor<br />

bejaarden en<br />

gehandicapten dicht bij de<br />

kern<br />

- aandacht voor variatie in<br />

de woningtypes<br />

- verhogen van het aanbod<br />

sociale woningen via<br />

gerichte projecten<br />

- aandacht voor<br />

meergezinswoningen<br />

Ambachtelijke zone<br />

- versterken van de<br />

bedrijvigheid<br />

Kern Marolle (2) en Kern Lozer (5) Woonkern<br />

- inbreiding en<br />

kernversterking<br />

- kleinschaligheid en gericht<br />

investeren<br />

- afwerken van<br />

verkavelingen<br />

- creëren van een<br />

aangename<br />

woonomgeving<br />

- aandacht voor variatie in<br />

woningtypes<br />

- aandacht voor<br />

meergezinswoningen<br />

Kern Nokere (3) en kern Wannegem-Lede<br />

(4)<br />

de industriezone langs de E 17 en de<br />

omgeving van het op- en afrittencomplex<br />

(5)<br />

het noordelijk van de E 17 gelegen open<br />

ruimtegebied (6), het openruimte gebied<br />

zuidelijk van de E 17 en westelijk van de<br />

dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> (7) het openruimte<br />

gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk<br />

van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> (8)<br />

,<br />

Kern in het buitengebied<br />

- nadruk op renovatie<br />

bestaande woningbestand<br />

- opvullen leegstaande<br />

percelen<br />

- uitwerking fasering<br />

afwerking aanwezige<br />

binnengebieden te Nokere<br />

en Wannegem<br />

- weren meergezinswoningen<br />

- versterken van de<br />

bedrijvigheid<br />

- uitwerken van een<br />

gebiedsgerichte oplossing<br />

voor de zonevreemde<br />

woningen<br />

Uitwerking gewenste nederzettingsstructuur<br />

* de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden<br />

Hoofddorp kern <strong>Kruishoutem</strong>l<br />

- woonuitbreidingsgebieden<br />

behouden als reserve voor de<br />

toekomst<br />

- binnengebieden realiseren<br />

ter versterking van de kern<br />

- opmaak rup zonevreemde<br />

woningen<br />

Ambachtelijke zone<br />

- opmaak rup zonevreemde<br />

woningen<br />

Woonkern<br />

- opmaak rup zonevreemde<br />

woningen<br />

Kern in het buitengebied<br />

- opmaak rup zonevreemde<br />

woningen<br />

- opmaak rup zonevreemde<br />

woningen<br />

- opmaak rup zonevreemde<br />

woningen<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

29


3.3 Gewenste economische structuur<br />

(zie kaart 4)<br />

Hoewel <strong>Kruishoutem</strong> in het RSV gesitueerd wordt in het buitengebied, is er binnen deze gemeente<br />

een sterke economische dynamiek aanwezig.<br />

Dit is deels het gevolg van de ligging van de gemeente langs de E 17 en de regionale aantrekking<br />

die hiermee gepaard gaat. De bedrijvenontwikkeling langs de E 17 tussen Rijsel en Kortrijk zet zich<br />

door tot in <strong>Kruishoutem</strong> en Zulte.<br />

Een ander belangrijk element is de historische aanwezigheid en groei van tal van bedrijven in de<br />

gemeente. Het vroegere ruimtelijke ordeningsbeleid maakte het mogelijk dat tal van bedrijven in<br />

<strong>Kruishoutem</strong> zich ontwikkelden. Een belangrijk <strong>gedeelte</strong> vond een plaats op het bedrijventerrein<br />

“<strong>Kruishoutem</strong>” aan de E 17 of op de KMO-zone die noordelijk van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong><br />

werd aangelegd. In 1994 kreeg het bedrijventerrein zelfs nog een uitbreiding via een BPA. De<br />

overige bedrijvigheid vindt plaats in de dorpskernen (waarvan <strong>Kruishoutem</strong> de belangrijkste kern<br />

is) of in de open ruimte. Dankzij diverse stedenbouwkundige reglementeringen konden bedrijven<br />

vroeger meestal ongebreideld uitbreiden op hun oorspronkelijke vestigingsplaats. Dit heeft ertoe<br />

geleid dat heel wat bedrijven zonevreemd zijn (een deel van deze bedrijven werd reeds zoneeigen<br />

via het BPA zonevreemde bedrijven).<br />

Het RSV wenst een trendbreuk teweeg te brengen in de ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Door<br />

de selectie als buitengebiedgemeente worden aan <strong>Kruishoutem</strong> slechts beperkte mogelijkheden<br />

geboden om nieuwe vestigingsplaatsen te voorzien voor bedrijven. Bovendien dienen deze<br />

bedrijven een lokaal karakter te hebben. Deze uitbreiding dient plaats te vinden aansluitend op<br />

het hoofddorp of een reeds bestaand bedrijventerrein en wordt beperkt tot maximum 5 ha. De<br />

gemeente moet de nood aan bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid kwalitatief en<br />

kwantitatief voldoende en volledig verantwoorden. De oppervlakte gerealiseerd sedert 1 januari<br />

1994 en het ogenblik waarop de nood aan bijkomende ruimte bewezen wordt moet eveneens in<br />

rekening worden gebracht. <strong>Gemeente</strong>n die sinds 1/1/1994 het richtcijfer van 5 ha reeds hebben<br />

overschreden, hebben in principe reeds hun aandeel opgenomen. Sinds 1994 werd reeds in<br />

ongeveer 20 ha aan bijkomend bedrijventerrein voorzien waardoor de taakstelling die door de<br />

provincie werd opgelegd reeds bereikt werd en er geen lokaal bedrijventerrein meer kan worden<br />

voorzien.<br />

De gemeente blijft echter aandringen op een opname als economisch knooppunt. Wanneer de<br />

gemeente toch zou opgenomen worden als economisch knooppunt is een volledige bijsturing<br />

van de behoefte aan bedrijventerrein nodig. De behoefte voor het lokaal bedrijventerrein dient<br />

dan in afstemming met de taakstelling met betrekking tot een eventuele selectie als economisch<br />

knooppunt herrekend te worden.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

30


3.3.1 Ontwikkelingsopties<br />

- vermenging van wonen en werken, zonder creatie van ontoelaatbare hinder voor de<br />

bewoners<br />

- stimuleren van de werkgelegenheid in de gemeente zonder noemenswaardige ruimtelijke<br />

overlast<br />

- een doelmatig en kwalitatief ruimtegebruik: hogere productiviteit met minder ruimtebeslag<br />

- scheppen van zekerheid voor de zonevreemde bedrijven<br />

- voorstel tot opname als economisch knooppunt in afstemming met de gemeente Zulte<br />

3.3.2 Ruimtelijke beleidselementen<br />

Vastleggen van zoeklocaties voor bedrijvigheid<br />

Binnen de taakstellingen m.b.t. de economische ontwikkelingen die vastgelegd werden in het PRS<br />

Oost-Vlaanderen kan de behoefte voor een lokaal bedrijventerrein niet aangetoond worden.<br />

De gemeente wenst echter met het oog op de toekomst reeds een zoeklocatie m.b.t. een lokaal<br />

bedrijventerrein vast te leggen.<br />

Bij een opname van <strong>Kruishoutem</strong> als economisch knooppunt in het RSV of een versoepeling van<br />

de taakstelling in het PRS is het immers mogelijk dat een lokaal bedrijventerrein kan ontwikkeld<br />

worden. De gemeente wenst op deze mogelijkheid te anticiperen zodat hier vanuit het<br />

<strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan kan op worden ingespeeld zonder dit planproces volledig te<br />

herzien.<br />

De gemeente wenst in de toekomst- indien de behoefte bij een aanpassing van de<br />

planningscontext mogelijks wel aangetoond kan worden, in een overwogen en gestructureerde<br />

strategie, een lokaal bedrijventerrein van ongeveer 5 ha te realiseren, beheerd door een<br />

openbare instelling, bestemd voor <strong>Kruishoutem</strong>se bedrijven die zich nu of later wensen te<br />

herlokaliseren en voor (<strong>Kruishoutem</strong>se) bedrijven die in een ambachtszone wensen te starten.<br />

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelt met betrekking tot het lokaal bedrijventerrein:<br />

‘Het lokale bedrijventerrein is in principe bestemd voor lokaal verzorgende bedrijven met uitsluiting<br />

van zuivere kleinhandelsbedrijven. Lokaal verzorgende bedrijven zijn beperkt in omvang, hebben<br />

een functionele relatie met de kern en hebben een beperkte (d.i. lokale) reikwijdte. Het lokale<br />

bedrijventerrein heeft een beperking in oppervlakte tot 5 ha en de kaveloppervlakte wordt<br />

afgestemd op lokale bedrijven. De locatie dient aan te sluiten bij een hoofddorp of bij een<br />

bestaand industrieterrein. De ontsluiting gebeurt via gemeentelijke verzamelwegen die aansluiten<br />

op primaire of secundaire wegen.’.<br />

Volgende criteria worden overwogen bij het bepalen van de meest geschikte locatie voor het<br />

nieuw in te planten bedrijventerrein:<br />

- een goede bereikbaarheid<br />

- beperkt storend in het landschap<br />

- overeenstemmend met de globale visie op de gewenste ontwikkeling van de gemeente<br />

- op voldoende afstand van belangrijke natuurgebieden<br />

- niet storend voor woonomgevingen<br />

- aansluitend op een hoofdkern of op een bestaand bedrijventerrein<br />

Er zijn twee locaties mogelijk:<br />

- zoeklocatie 1: aansluitend op het bestaande bedrijventerrein <strong>Kruishoutem</strong> (aan de E 17)<br />

- zoeklocatie 2: aansluitend op de bestaande KMO-zone (deze locatie bestaat uit 2 kleinere<br />

zones die allebei aansluiten op de bestaande KMO-zone zodat een betere afwerking van de<br />

KMO zone mogelijk wordt)<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

31


Voordelen Nadelen<br />

Bedrijventerrein <strong>Kruishoutem</strong> - ligt in de nabijheid van de E 17<br />

- sluit aan op bestaande<br />

-<br />

bedrijvigheid<br />

ook de naburige gemeente Zulte<br />

plant ontwikkelingen in deze<br />

omgeving<br />

KMO-zone <strong>Kruishoutem</strong> - sluit aan op het hoofddorp<br />

- sluit aan op bestaande<br />

bedrijvigheid<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

32<br />

- sluit niet aan op het hoofddorp<br />

- kent een potentie voor<br />

regionale bedrijvigheid<br />

- heeft invloed op de naburige<br />

open ruimte<br />

- de ontsluiting is minder goed<br />

dan aan de E 17<br />

Als mogelijke zoeklocatie voor een lokaal bedrijventerrein wordt de locatie (bestaande uit de<br />

twee kleine zoeklocaties) aansluitend op de KMO-zone <strong>Kruishoutem</strong> weerhouden.<br />

Bestaande ambachtelijke zone en bestaand industrieterrein<br />

Deze bestaande zones blijven behouden – deze zijn reeds grotendeels ingenomen. De<br />

ambachtelijke zone aansluitend op de dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> wordt op termijn omgevormd tot<br />

een lokaal bedrijventerrein. Met betrekking tot de ambachtelijke zone wordt een betere<br />

inbuffering en ordening van het terrein nagestreefd. De gemeente kan hiervoor steeds opteren<br />

om een ruimtelijk uitvoeringsplan op te stellen.<br />

Ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven (niet gelegen in bedrijventerreinen)<br />

De ontwikkelingsperspectieven voor bedrijven en de economische activiteiten niet gelegen op de<br />

bedrijventerreinen worden vooral bepaald door de aard en het karakter van het bedrijf zelf en<br />

nog meer door de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Voor het begrip ‘ruimtelijke<br />

draagkracht’ kunnen geen algemeen geldende principes of maatstaven gebruikt worden. De<br />

ruimtelijke draagkracht zal afhankelijk zijn van de bestaande ruimtelijke structuur, van de<br />

gewenste ruimtelijke structuur en van de aard en functie van het bedrijf in kwestie.<br />

Globaal wordt ervan uitgegaan dat de bestaande vestigingen kunnen worden gehandhaafd en<br />

dat deze beperkt kunnen uitbreiden zonder dat er nieuwe inplantingen mogelijk zijn.<br />

In eerste instantie worden rekening houdende in welke deelruimte het desbetreffende bedrijf zich<br />

bevindt al dan niet meer of minder mogelijkheden geboden.<br />

Deelruimten<br />

De kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende ambachtelijke zone (deelruimte 1)<br />

Hierbij kan er een onderscheid gemaakt worden tussen de eigenlijke ambachtelijke zone en het<br />

hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong>.<br />

Het ambachtelijk bedrijventerrein dient beschouwd te worden als een lokaal bedrijventerrein en<br />

concentreert o.a. secundaire sectoren zoals het bouwbedrijf of transportverwante functies.<br />

Zonevreemde bedrijven die hierop aansluiten kunnen in principe blijven voorbestaan en<br />

uitbreidingsmogelijkheden krijgen.<br />

Binnen of aansluitend op het hoofddorp mogen (zonevreemde) bedrijven uitbreiden in zoverre ze<br />

verweefbaar zijn binnen de woonfunctie.<br />

De kern Marolle (deelruimte 2) en de kern Lozer (deelruimte 5)<br />

Deze kernen zijn beide geselecteerd als woonkern; (zonevreemde) bedrijven kunnen indien ze<br />

liggen in of aansluiten op deze kernen uitbreiden in zoverre verweefbaar zijn binnen de<br />

woonfunctie.<br />

De kernen van Wannegem en Lede (deelruimte 4) en de kern Nokere (deelruimte 3)


Deze kernen zijn geselecteerd als kern-in-het-buitengebied; (zonevreemde) bedrijven kunnen<br />

indien ze liggen in of aansluiten op deze kernen uitbreiden in zoverre verweefbaar zijn binnen de<br />

woonfunctie. Omwille van de selectie van kern-in-het-buitengebied en het zeer landelijke karakter<br />

van deze kernen dient extra aandacht besteed te worden aan de inpassing van deze bedrijven in<br />

het landschap.<br />

Het noordelijk van de E 17 gelegen open ruimtegebied (deelruimte 6), het<br />

openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en westelijk van de dorpskern <strong>Kruishoutem</strong><br />

(deelruimte 7) en het openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk van de<br />

dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> (deelruimte 8)<br />

Op grond van gebiedsgericht onderzoek en met inschatting van de beleidskrachtlijnen van de<br />

hoofdruimten , in het bijzonder t.a.v. sites gelegen in de grote open kouters of in het midden of de<br />

onmiddellijke nabijheid van beekvalleien dient afgewogen te worden of er een meer beperkend<br />

beleid dient vooropgesteld te worden in de vorm van een herlocalisatiebeleid of uitdovingsbeleid;<br />

onder uitdovingsbeleid wordt verstaan dat het voor de huidige bedrijfsleider(s) de laatste<br />

generatieperiode zal betekenen waarin het bedrijf kan worden gerund; er zullen in die<br />

generatieperiode nog slechts beperkte uitbreidingen worden toegelaten, daarna zal elke vorm<br />

van bedrijvigheid worden geweigerd. Voor bedrijven die deel uitmaken van de bosgebieden of<br />

de beekvalleien wordt geopteerd voor een uitdoofbeleid, indien deze zich op de rand ervan<br />

bevinden kunnen afwijkingen toegestaan worden.<br />

De industriezone langs de E 17 en de omgeving van het op- en afrittencomplex<br />

(deelruimte 9)<br />

De industriezone langs de E17 kan worden beschouwd als een regionaal bedrijventerrein, waar<br />

vooral aan de reeds aanwezige sectoren ontwikkelingskansen worden geboden : be- en<br />

verwerkende nijverheid, chemie, textiel, … Ze moet o.m. ruimte bieden aan de van oorsprong<br />

lokale bedrijven, die sterk uitgegroeid zijn, en op andere plaatsen niet meer terecht kunnen<br />

vanwege hun impact op de omgeving. Zonevreemde bedrijven die hierop aansluiten kunnen in<br />

principe blijven voorbestaan en uitbreidingsmogelijkheden krijgen.<br />

Naast de ligging in de verschillende deelruimten wordt per bedrijf een specifieke afweging<br />

gemaakt aan de hand van de onderliggende beoordelingscriteria.<br />

Beoordelingscriteria<br />

Bij de beoordeling van de bestaande (zonevreemde) bedrijven wordt uitgegaan van de<br />

volgende criteria: 8<br />

Juridisch-planologische criteria<br />

- bestemmingstoestand<br />

- vergunningstoestand<br />

Structureel-ruimtelijke criteria<br />

- nabijheid van gelijkaardige bedrijven<br />

- nabijheid kern<br />

- ontsluiting<br />

- inpasbaarheid in de landschappelijke structuur<br />

- milieuhinder<br />

- visuele impact<br />

- nabijheid van een landschappelijk en/of biologisch waardevol element, al dan niet<br />

beschermd<br />

Socio-economische criteria<br />

- economische typering<br />

- eigendomstructuur<br />

- herlocalisatiemogelijkheden<br />

Beleidsmatige criteria<br />

8 bron: Technum, BPA zonevreemde bedrijven <strong>Kruishoutem</strong>, toelichtingsnota, 2003<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

33


- afstemming tegenover de gewenst openruimtestructuur, verkeersstructuur en de globale<br />

gewenste ruimtelijke structuur (zie ook de evaluatie binnen de verschillende deelruimten)<br />

Aan de hand van de evaluatie binnen de verschillende deelruimten en de specifieke<br />

beoordelingscriteria kunnen de zonevreemde bedrijven gecategoriseerd worden.<br />

Categorisering zonevreemde bedrijven<br />

Van de zonevreemde bedrijven kan bedrijf per bedrijf uitgemaakt worden of ze kunnen blijven<br />

bestaan, eventueel onder bepaalde voorwaarden, of dat het aangewezen is dat de bedrijven<br />

worden geherlokaliseerd. De bedrijven kunnen hiertoe ondergebracht worden in 6 categorieën.<br />

Door de categorisering worden ontwikkelingsperspectieven geboden, voor de bedrijven in eerste<br />

instantie, maar evenzeer voor de omgeving van de betrokken bedrijven.<br />

De onderscheiden categorieën zijn:<br />

Categorie Korte termijn Lange termijn<br />

blijven bestaan uitbreiden (ruimtelijk) nieuwe activiteiten<br />

Categorie 0 neen neen neen<br />

Categorie 1 Ja neen neen<br />

Categorie 2 Ja beperkt beperkt<br />

Categorie 3 Ja beperkt ja<br />

Categorie 4 Ja ja Beperkt<br />

Categorie 5 ja ja ja<br />

Categorie 0: Bedrijven die geherlokaliseerd moeten worden, zelfs indien ze geen uitbreiding nodig<br />

hebben. De economische activiteit is op geen enkele wijze verzoenbaar met de ruimtelijke<br />

draagkracht van de omgeving.<br />

Categorie 1: De bestaande en vergunde activiteiten van het bedrijf in hun bestaande vorm<br />

kunnen worden voortgezet op de bestaande locatie. Deze bedrijven kunnen dus in principe<br />

blijven verderwerken, met de uitspraak dat herlokalisatie op korte of middellange termijn is<br />

aangewezen. De bedrijven mogen niet uitbreiden. Instandhoudingswerken of ingrepen t.b.v.<br />

milieu en veiligheid zijn wel mogelijk. Bij stopzetting van de activiteiten wordt geen nieuwe<br />

zonevreemde bedrijvigheid toegelaten. De stopzetting van de zonevreemde bedrijfsactiviteiten<br />

op de betrokken locatie treedt in:<br />

- indien er geen nieuwe vergunning wordt afgeleverd<br />

- indien de uitbater beslist de uitbating op deze plaats stop te zetten<br />

Deze categorie betekent in feite dat een ‘uitdoofbeleid’ ten aanzien van het bedrijf op deze<br />

locatie wordt gevoerd. Stopzetting impliceert ook dat er op dat moment een nabestemming<br />

intreedt voor het betrokken terrein. Deze nabestemming zal in principe conform de<br />

gewestplanbestemming zijn.<br />

Categorie 2: Bedrijvigheid blijft mogelijk op deze locatie, ook naar de toekomst toe (op langere<br />

termijn met opeenvolgende bedrijven en uitbaters). Er zijn beperkte uitbreidingsmogelijkheden.<br />

Het gaat hierbij voornamelijk om verbouwingen, aanbouw en een efficiëntere bedrijfsorganisatie.<br />

Een echte schaalvergroting van het bedrijf is niet toegelaten. Een uitbreiding in de ruimte kan een<br />

toename van de activiteiten met zich meebrengen. Er wordt daarom expliciet een beperking<br />

opgelegd aan de toe te laten activiteiten. Nieuwe activiteiten moeten qua milieuhinder in<br />

principe minder storend zijn dan de bestaande, zowel wat de dynamiek als de aard van de<br />

activiteit betreft.<br />

Categorie 3: Bedrijvigheid blijft mogelijk op deze locatie, ook naar de toekomst toe (op langere<br />

termijn met opeenvolgende bedrijven en uitbaters). Er zijn beperkte uitbreidingsmogelijkheden.<br />

Het gaat hierbij voornamelijk om verbouwingen, aanbouw en een efficiëntere bedrijfsorganisatie.<br />

Een echte schaalvergroting van het bedrijf is niet toegelaten. Er worden echter geen beperkingen<br />

opgelegd voor de aard van de activiteiten. Binnen de bedrijfsruimte blijft een differentiatie van de<br />

activiteiten mogelijk. Alle activiteiten, bestaande en nieuwe, die verenigbaar zijn met de<br />

omgeving worden toegelaten.<br />

Categorie 4: Bedrijven die zich verder ruimtelijk kunnen ontwikkelen mits inachtname van de<br />

randvoorwaarden opgelegd door de omgeving. Schaalvergroting van de bedrijvigheid is<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

34


mogelijk. De toegelaten activiteiten worden wel beperkt. Nieuwe activiteiten moeten qua<br />

milieuhinder in principe minder storend zijn dan de bestaande, zowel wat de dynamiek als de<br />

aard van de activiteit betreft. Een nieuwe activiteit kan er komen, maar onder strikte<br />

voorwaarden.<br />

Categorie 5: De bedrijvigheid kan zich verder ontwikkelen, zowel ruimtelijk als naar aard van de<br />

activiteiten. De randvoorwaarden voor de uitbreiding worden vastgelegd per bedrijf in functie<br />

van de draagkracht van de omgeving. Op deze plaatsen kan een groot gamma aan<br />

bedrijvigheden, die bovendien nog ruimtelijk kunnen uitbreiden.<br />

De gemeente startte reeds met een BPA zonevreemde bedrijven. In een eerste fase werden reeds<br />

enkele bedrijven opgenomen. De gemeente kan via verdere fasering ook de andere<br />

zonevreemde bedrijven aanpakken. Het BPA zonevreemde bedrijven kan in latere fasen verder<br />

uitgewerkt worden in de vorm van ruimtelijke uitvoeringsplannen.<br />

Ontwikkelingsperspectieven kleinhandel en horeca<br />

Kleinhandel en horeca-activiteiten kunnen verder uitgebouwd worden binnen het hoofddorp, de<br />

woonkernen en de kernen in het buitengebied. De aard van de voorzieningen wordt afgestemd<br />

op de schaal van de kern. Dit betreft eerder kleinschalige activiteiten zoals een bakker, superette,<br />

taverne, restaurant, …<br />

Nieuwe kleinhandel en horeca kan niet toegelaten worden buiten het hoofddorp, de<br />

woonkernen en de kernen in het buitengebied (in het kader van de aanpak van de<br />

zonevreemde cultuur-historische gebouwen en woningen zijn mits een grondige motivatie op het<br />

vlak van ruimtelijke impact, mobiliteitsimpact, … uitzonderingen mogelijk).<br />

De bestaande kleinhandel en horeca buiten de kernen wordt op een analoge wijze behandeld<br />

als de zonevreemde bedrijven.<br />

Verweefbare activiteiten in de kernen<br />

In de kernen dient gestreefd te worden naar een zo groot mogelijke vermenging van activiteiten.<br />

De draagkracht van de woonomgeving mag hierbij uiteraard niet overschreden worden.<br />

Activiteiten die wegens hun hinder, hun schaal of milieuredenen,… niet langer binnen de kernen<br />

aanvaarbaar zijn, dienen op termijn elders geherlokaliseerd te worden.<br />

Functies die goed integreerbaar zijn in het woonweefsel daarentegen dienen verder<br />

aangemoedigd en versterkt te worden. Voordelen hiervan zijn: de creatie van een aangepast<br />

voorzieningenniveau, het vermijden van doodse woonwijken, vermindering van de afstand van<br />

de woon-werkverplaatsingen, enz.<br />

Seveso-bedrijven<br />

In <strong>Kruishoutem</strong> bevinden zich 3 laagdrempelige seveso-bedrijven (lijst 05/08/2005):<br />

• Brandstoffen De Jans & Co, Industriezone 28, 9770 <strong>Kruishoutem</strong><br />

• Mathijs Lucien bvba, Stokstraat 30, 9770 <strong>Kruishoutem</strong><br />

• Mathijs Lucien, bvba, Trompestraat 10, 9770 <strong>Kruishoutem</strong><br />

Deze bedrijven beschikken over de vereiste vergunningen, er stellen zich geen<br />

veiligheidsproblemen.<br />

Bij eventuele uitbreidingen of dergelijke van deze bedrijven dient steeds met de nodige aandacht<br />

de veiligheidsproblematiek onderzocht te worden.<br />

Opmaken en bijhouden van een ruimtebalans<br />

De gemeente dient een strikte inventaris bij te houden van het aanbod aan bedrijventerrein in de<br />

gemeente ten einde het economisch beleid op een optimale manier te kunnen ondersteunen.<br />

Dit betekent dat jaarlijks een aangepaste inventaris dient te worden opgemaakt van o.a.<br />

onbebouwde industriële percelen, leegstaande of uit gebruik genomen gebouwen, …<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

35


3.3.3 Uitwerking gewenste economische structuur<br />

Zone* Gewenste ontwikkeling Beleidsvoorwaarden<br />

Kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende<br />

ambachtelijke zone (1)<br />

Hoofddorp kern <strong>Kruishoutem</strong><br />

- Verweven van functies<br />

- Kleinhandelsconcentratie in<br />

het centrum<br />

- Inplanting van de<br />

belangrijkste gemeentelijke<br />

voorzieningen<br />

Ambachtelijke zone<br />

- uitbouw KMO-zone tot<br />

lokaal bedrijventerrein + ev.<br />

uitbreiding in de toekomst<br />

Kern Marolle (2) en Kern Lozer (5) Woonkern<br />

- Verweven van functies<br />

- Kleinhandelsconcentratie in<br />

de kern<br />

Kern Nokere (3) en kern Wannegem-Lede<br />

(4)<br />

de industriezone langs de E 17 en de<br />

omgeving van het op- en afrittencomplex<br />

(5)<br />

het noordelijk van de E 17 gelegen open<br />

ruimtegebied (6), het openruimte gebied<br />

zuidelijk van de E 17 en westelijk van de<br />

dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> (7) het openruimte<br />

gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk<br />

van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> (8)<br />

Kern in het buitengebied<br />

- Verweven van functies<br />

- Kleinhandelsconcentratie in<br />

de kern op schaal van deze<br />

kern<br />

- verdere ontwikkeling en<br />

behoud van het<br />

bedrijventerrein<br />

- op termijn eventuele<br />

uitbreiding en omzetting<br />

naar regionaal<br />

bedrijventerrein<br />

Uitwerking gewenste economische structuur<br />

* de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden<br />

- opmaak rup zonevreemde<br />

bedrijven<br />

- opmaak rup zonevreemde<br />

bedrijven<br />

- opmaak rup zonevreemde<br />

bedrijven<br />

- opmaak rup zonevreemde<br />

bedrijven<br />

- opmaak RUP zonevreemde<br />

bedrijven<br />

Opmerking in verband met de taakstelling van <strong>Kruishoutem</strong> met betrekking tot bedrijvigheid 9<br />

In het RSV wordt <strong>Kruishoutem</strong> volledig gesitueerd in het buitengebied. In het provinciaal ruimtelijk<br />

structuurplan Oost-Vlaanderen wordt dit bevestigd.<br />

De economische en ruimtelijke realiteit van de gemeente wordt hiermee <strong>gedeelte</strong>lijk ontkend.<br />

Hoewel het duidelijk is dat <strong>Kruishoutem</strong> over een belangrijk <strong>gedeelte</strong> van haar grondgebied een<br />

landelijk karakter heeft, hebben in de omgeving van de E 17 de laatste decennia belangrijke<br />

economische ontwikkelingen plaatsgevonden. <strong>Kruishoutem</strong> kan dan ook samen met Zulte<br />

beschouwd worden als een schakel van het ruimtelijk netwerk dat zich uitstrekt van Waregem tot<br />

Deinze op kleinstedelijk niveau en van Kortrijk tot Gent op een regionaal-grootstedelijk niveau. Er is<br />

als het ware een provinciegrensoverschrijdend stedelijk netwerk aanwezig op provinciaal niveau<br />

tussen Oost- en West-Vlaanderen.<br />

Er wordt voor gepleit om <strong>Kruishoutem</strong> op te nemen binnen een provinciaal netwerk Gent-Deinze-<br />

Waregem waarin een deel van de provinciale taakstelling voor bedrijvigheid op een selectieve<br />

manier wordt toebedeeld, rekening houdende met volgende vaststelling:<br />

- <strong>Kruishoutem</strong> beschikt reeds vandaag over een regionaal bedrijventerrein, door een opname<br />

wordt de bestaande situatie bevestigd en zijn er ook meer mogelijkheden om op termijn dit<br />

terrein op een volwaardige manier uit te bouwen als een regionaal bedrijventerrein (dit heeft<br />

immers invloed op het ruimtegebruik, toegelaten bedrijven, …). Het is niet realistisch om te<br />

stellen dat het bedrijventerrein nog kan omgezet worden tot lokaal bedrijventerrein rekening<br />

9 Deze tekst is <strong>gedeelte</strong>lijk gesteund op de opmerkingen die naar aanleiding van het<br />

<strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan Zulte werden geformuleerd. Deze gelden eveneens voor de<br />

gemeente <strong>Kruishoutem</strong> en worden ook onderschreven.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

36


houdende met het feit dat dit bedrijventerrein reeds grotendeels ingenomen is door regionale<br />

bedrijven.<br />

- Het bedrijventerrein sluit bovendien aan op het bedrijventerrein te Zulte waarmee het<br />

ruimtelijk één geheel vormt<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

37


3.4 Gewenste verkeer- en vervoerstructuur<br />

(zie kaart 5)<br />

3.4.1 Ontwikkelingsopties<br />

- optimalisering van het wegennet door wegencategorisering<br />

- waarborgen van de verplaatsingsmogelijkheden voor iedereen op een billijke en selectieve<br />

manier<br />

- verhogen van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid<br />

- bieden van voldoende ontwikkelingskansen aan het openbaar vervoer en het langzaam<br />

verkeer zodat zij volwaardig kunnen functioneren in het verplaatsingspatroon van de<br />

<strong>Kruishoutem</strong>se bevolking.<br />

- leiden van het vrachtverkeer<br />

3.4.2 Ruimtelijke beleidselementen<br />

Opstellen van een wegencategorisering 10<br />

De wegencategorisering beoogt een optimalisering van het wegennetwerk. Voor de<br />

categorisering wordt uitgegaan van de gewenste (hoofd)functie van de weg ten aanzien van de<br />

bereikbaarheid enerzijds en de leefbaarheid anderzijds. Aan de categorisering zijn verschillende<br />

randvoorwaarden gekoppeld. Uitgangspunt vormt de categorisering zoals voorgesteld in het<br />

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de hoofdwegen,<br />

de primaire wegen, de secundaire wegen en de lokale wegen.<br />

Volgende categorisering van het wegennet wordt voorgesteld voor <strong>Kruishoutem</strong>:<br />

- Hoofdnet: Dit zijn de hoofdwegen, de primaire wegen I en de primaire wegen II. Ze vervullen<br />

verbindende en verzamelende functies op internationaal en Vlaams niveau.<br />

De E 17 werd in het RSV geselecteerd als hoofdweg. Het op- en afrittencomplex aan de E 17<br />

te <strong>Kruishoutem</strong> (afritnr. 6) werd ook geselecteerd als behorende tot het primaire netwerk.<br />

- Secundair net: De secundaire wegen zijn wegen die op provinciaal niveau zorgen voor<br />

ontsluiting van gebieden. De categorisering van de secundaire wegen gebeurt voor<br />

<strong>Kruishoutem</strong> door de provincie Oost-Vlaanderen. Op het grondgebied van <strong>Kruishoutem</strong> zijn<br />

geen secundaire wegen geselecteerd.<br />

- Lokaal wegennet: De lokale wegen worden onderverdeeld in de lokale verbindingswegen<br />

(lokale wegen I), de lokale ontsluitingswegen (lokale wegen II) en de overige lokale wegen<br />

(lokale wegen III). Deze categorieën worden op hun beurt onderverdeeld in een aantal<br />

subniveaus.<br />

- Lokale verbindingswegen: De lokale verbindingswegen zorgen voor een ontsluiting naar de<br />

primaire en secundaire wegen, ze geven echter geen verbinding op Vlaams of provinciaal<br />

niveau. De hoofdfunctie is verbinden en/of verzamelen op (inter)lokaal niveau. De erffunctie is<br />

beperkt. Volgende wegen die samenkomen op de Markt worden geselecteerd als lokale<br />

verbindingswegen (lokale wegen type I):<br />

- De as Deinsesteenweg N 494 verbindt <strong>Kruishoutem</strong> met Deinze.<br />

- De as Kasteelstraat-Ouwegemsesteenweg N 437-N 435 heeft zowel een verbindende<br />

functie op niveau van de gemeente (tussen de kernen <strong>Kruishoutem</strong> en Lozer) als op<br />

intergemeentelijk niveau (<strong>Kruishoutem</strong>-Zingem). Op de as sluiten ook de kernen van<br />

Ouwegem en Huise aan.<br />

- De as Oudenaardsesteenweg N 459 verbindt <strong>Kruishoutem</strong> met Oudenaarde.<br />

- De Anzegemsesteenweg N 494 verbindt de gemeente met Wortegem-Petegem.<br />

- De Waregemsesteenweg N 437 verbindt <strong>Kruishoutem</strong> met Waregem.<br />

- De as Olsensesteenweg N 459 verbindt de gemeente met Zulte<br />

10 zie ook Technum N.V., mobiliteitsplan <strong>Kruishoutem</strong>, beleidsplan, 2002<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

38


- Lokale ontsluitingswegen: Deze wegen geven ontsluiting aan woonwijken, kernen,<br />

industriezones,… Ze hebben als hoofdfunctie het verzamelen van verkeer van verschillende<br />

lokale wegen richting een secundaire weg of een lokale verbindingsweg.<br />

Te <strong>Kruishoutem</strong> werden volgende lokale ontsluitingswegen geselecteerd:<br />

- De Nazarethsesteenweg N 437 is ontsluitend voor de kern Huise (Lozer) uit noordelijke<br />

richting. Deze gewestweg heeft geen verbindende functie tussen <strong>Kruishoutem</strong> enerzijds<br />

en de N 35 en verder E 17/N60 anderzijds.<br />

- De Waregemsestraat is ontsluitend voor de kern Nokere vanuit de richting <strong>Kruishoutem</strong><br />

(via de Anzegemsesteenweg N 494) en vanuit de richting Waregem<br />

- De as Kleinestraat-Wannegemdorp-Huisepontweg geldt als ontsluitend voor de kernen<br />

Wannegem en Huise (Zingem)<br />

- De as Ledekerkweg-Lededorp-Ledepontweg-Sint-Hilarius-Lindestraat-Doorn is<br />

ontsluitend voor de kern Lede en het noordwestelijke landbouwgebied Eine.<br />

- De Passionistenstraat geldt als ontsluitend uit de richting Deinze voor de recreatieve<br />

pool Zandvlooi/Lozerbos<br />

- De Duifhuisstraat-Brandstraat heeft een verzamelfunctie voor Noord-West <strong>Kruishoutem</strong>.<br />

- De Karreweg-Industriezone heeft een verzamelfunctie voor het industrieterrein.<br />

- De Groenenweg heeft een ontsluitende functie voor de ambachtelijke zone vanuit<br />

westelijke richting.<br />

- Lokale wegen III: de lokale wegen III hebben als hoofdfunctie het ontsluiten van woningen<br />

en landbouwgronden, als aanvullende functie kunnen ze een verbindingsweg vormen<br />

voor het fietsverkeer en het lokaal autoverkeer. Ze hebben een zeer laag percentage aan<br />

doorgaand verkeer. De toegangsfunctie primeert. Er wordt een onderscheid gemaakt<br />

tussen: centrumstraten en winkelstraten (gelegen in verblijfsgebied), woonstraten (gelegen<br />

in verblijfsgebied) en landelijke wegen (gelegen buiten het verblijfsgebied). Dit zijn de<br />

overige wegen.<br />

Voorzien van een carpoolparking ter hoogte van het op-en afrittencomplex<br />

Naar aanleiding van de aanpak van de gevaarlijke punten in Vlaanderen (TV 3V-projecten)<br />

wordt het op- en afrittencomplex heraangelegd. Er wordt in het kader van dit project ook<br />

voorzien in een carpoolparking (teneinde het carpoolgebeuren dat nu spontaan gebeurt langs<br />

de N 459 te bundelen en verder te versterken). De mogelijke locaties voor deze parking zijn<br />

beperkt. In overleg met de AWV werd gekozen voor een locatie zuidwestelijk van het op- en<br />

afrittencomplex.<br />

Het op- en afrittencomplex wordt op een zodanige manier heraangelegd dat in de toekomst bij<br />

een eventuele verdere groei van het bedrijventerrein <strong>Kruishoutem</strong> (indien de gemeente zou<br />

geselecteerd worden als economisch knooppunt) de ontsluiting van het bedrijventerrein kan<br />

gebeuren via de Leenbeekstraat (enkel laatste deel t.h.v. de geplande carpoolparking, voor de<br />

overige ontsluiting en ontwikkeling van het bedrijventerrein dient nieuwe wegenis aangelegd te<br />

worden), wat een veiligere ontsluiting vormt dan de Karreweg die vandaag gebruikt wordt.<br />

Hiervoor werd reeds een BPA opgesteld en goedgekeurd.<br />

Afbakenen verblijfsgebieden en voorzieningen voor de voetganger<br />

In de verblijfsgebieden is de woonkwaliteit het belangrijkst en worden eventuele maatregelen<br />

genomen in functie van de voetganger en de fietser. Het vrijwaren van de woonkwaliteit gebeurt<br />

door deze her in te richten als verkeersarme, verkeersluwe of verkeersvrije gebieden.<br />

De verschillende kernen komen in aanmerking als verblijfsgebied.<br />

Uitwerken van een fietsroutenetwerk 11<br />

De fiets vormt het alternatief voor de auto voor korte verplaatsingen (


Voor <strong>Kruishoutem</strong> wordt volgend fietsnetwerk voorgesteld:<br />

Bovenlokaal fietsnetwerk:<br />

Het bovenlokaal fietsnetwerk stemt grotendeels overeen met het bovenlokaal functioneel<br />

fietsroutenetwerk opgemaakt door de provincie Oost-Vlaanderen (2004). Daarnaast worden nog<br />

enkele aanvullingen toegevoegd aan dit netwerk.<br />

Het lokaal fietsnetwerk<br />

Het lokaal fietsnetwerk wordt uitgewerkt als alternatieve verbindingen tussen de kernen, ter<br />

ontsluiting van perifeer gelegen attractiepolen of binnen de kernen zelf, en rust op drie peilers:<br />

- De Gulden Eiroute 12<br />

- Het op provinciaal niveau uitgewerkte netwerk van ‘kern-tot-kern’ (1998)<br />

- De diverse recreatieve fietsroutes die de gemeente doorkruisen: de Gaverbeekroute, de<br />

Kouterroute en 3 Trein+Fietsroutes uitgezet i.s.m. de NMBS vanaf het station van Deinze naar<br />

respectievelijk Nokere, Wannegem-Lede en Lozer<br />

Daarnaast bestaan er nog andere recreatieve routes, de gemeente wenst deze routes verder te<br />

ondersteunen en eventueel nog nieuwe uit te werken.<br />

De fiets leent zich, zoals vermeld, uitstekend als voor- en natransport voor het openbaar vervoer<br />

(zowel bus als trein). Om deze zoveel mogelijk te stimuleren worden er –naast het voorzien van<br />

fietsroutes naar de belangrijkste open vervoerhalten –voldoende fietsstallingen voorzien aan de<br />

belangrijkste openbaar vervoerhalten. Fietsstallingen worden tevens voorzien aan openbare<br />

gebouwen.<br />

Verhogen aanbod openbaar vervoer<br />

Openbaar vervoer speelt een belangrijke rol bij het realiseren van duurzame mobiliteit. Op de<br />

langere afstanden is het openbaar vervoer het alternatief bij uitstek voor de auto. Met het oog op<br />

de toename van het autoverkeer en de bijhorende files moet het openbaar vervoer worden<br />

aangemoedigd. Openbaar vervoer vervult ook een belangrijke taak in het bestrijden van<br />

vervoersarmoede die zich voordoet onder bepaalde delen van de bevolking –zoals ouderen,<br />

jongeren onder de 18 jaar,…<br />

Aandacht voor voetwegen, buurtwegen, kerkwegels e.d.<br />

Om het langzaam verkeer aan te moedigen, moeten de af te leggen routes korter en<br />

aangenamer zijn dan voor het autoverkeer. Oude kerkwegels en buurtwegen kunnen worden<br />

opgewaardeerd. De gemeente zal hiervoor een voetwegenplan op stellen.<br />

12 Recent werd ook de recreatieve route Blinkerroute gerealiseerd.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

40


3.5 Gewenste sport, recreatie en toerisme<br />

(zie kaart 6)<br />

De gemeente wenst haar bestaande toeristisch-recreatieve infrastructuur uit te bouwen.<br />

Het uitgangspunt bij de uitbouw van de toeristisch-recreatieve activiteiten is dat zachte recreatie<br />

in het buitengebied kan plaatsvinden met respect voor de draagkracht van het gebied.<br />

Het is de bedoeling om toeristisch-recreatieve activiteiten mogelijk te maken en te bevorderen,<br />

op zo’n manier dat de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied gegarandeerd blijft en zonder<br />

dat het functioneren van structuurbepalende functies van het buitengebied (landbouw, natuur,<br />

wonen en werken) aangetast wordt.<br />

Sport- en recreatieve infrastructuur<br />

Er is reeds een goed uitgebouwde sportinfrastructuur in de gemeente aanwezig.<br />

De sportactiviteiten in het centrum van <strong>Kruishoutem</strong> werden reeds ingetekend naar aanleiding<br />

van het BPA Markt en omgeving en zijn zone-eigen. Deze terreinen vormen samen met de<br />

sporthal de belangrijkste recreatiepool binnen de gemeente.<br />

Daarnaast zijn er binnen de gemeente 3 infrastructuren die zonevreemd gelegen zijn:<br />

• voetbalterrein te Nokere (Jupiter Nokere)<br />

• het voetbalterrein te Lozer (VK Nieuwe wijk)<br />

• terreinen tussen Lozer en Marolle aansluitend op het Lozerbos dat naast ook een belangrijke<br />

natuurwaarde ook een recreatieve functie heeft<br />

Voetbalterrein te Nokere (Jupiter Nokere)<br />

Dit terrein bestaat slechts uit 1 voetbalveld met een beperkte accommodatie. Het terrein is<br />

volledig ingesloten door bestaande groenvoorzieningen waardoor dit zich in het landschap heeft<br />

geïntegreerd en dit voetbalterrein niet als storend wordt ervaren. Dit terrein sluit ruimtelijk volledig<br />

aan op de kern Nokere en is qua schaalgrootte en niveau op maat van deze kern. Het terrein sluit<br />

aan op de Waregemsestraat die als lokale ontsluitingsweg werd geselecteerd, waardoor dit<br />

terrein een goede bereikbaarheid kent.<br />

Er wordt geopteerd om deze infrastructuur zone-eigen te maken. Dit terrein behoort tot de<br />

deelruimte “kern Nokere”.<br />

Als anticipatie op het <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan werd door de gemeente reeds<br />

overgegaan tot de opmaak van het BPA Jupiter Nokere.<br />

Voetbalterrein Lozer (VK Nieuwe wijk)<br />

Dit terrein bestaat uit slechts 1 voetbalveld met beperkte accommodatie. Het terrein sluit ruimtelijk<br />

volledig aan op de door de provincie als woonkern geselecteerde kern Lozer. Dit terrein behoort<br />

tot de deelruimte “kern Lozer”. Dit terrein is qua schaal en niveau op maat van deze kern. Het ligt<br />

in de onmiddellijke omgeving van de Nazarethsesteenweg die geselecteerd werd als lokale<br />

ontsluitingsweg, waardoor dit terrein een goede bereikbaarheid kent.<br />

Er wordt geopteerd om deze infrastructuur zone-eigen te maken.<br />

Terreinen tussen Lozer en Marolle (Zandvlooi)<br />

Dit terrein bevindt zich in de onmiddellijke omgeving van het Lozerbos. Naast een belangrijke<br />

natuurfunctie wordt in dit bos ook de mogelijkheid geboden voor zachte recreatie. Hiermee werd<br />

bij de opmaak van het landinrichtingsplan met betrekking tot deze site eveneens rekening<br />

gehouden.<br />

Dit terrein behoort tot de deelruimte “het open ruimte gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk van<br />

de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong>”.<br />

De ruimtelijke impact van deze locatie is relatief beperkt; deze locatie sluit immers aan op een<br />

kleine bebouwingsconcentratie en kan nog verder beter ruimtelijk geïntegreerd worden b.v. door<br />

het aanbrengen van groenstructuren rond het recreatief gebeuren. Deze locatie ligt langs de<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

41


Passionistenstraat, deze weg werd geselecteerd als lokale ontsluitingsweg waardoor dit terrein<br />

een goede bereikbaarheid kent.<br />

Er wordt geopteerd om deze infrastructuur zone-eigen te maken, rekening houdende met de<br />

nabijheid van het Lozerbos wordt wel geopteerd om deze infrastructuur enkel op het bestaande<br />

schaalniveau te behouden en verdere uitbreidingsmogelijkheden te beperken.<br />

Fiets- en wandelroutes<br />

De gemeente beschikt reeds over een vrij goed uitgerust net van wandelpaden en fietsroutes en<br />

kan dit verder uitbouwen. Dit heeft geen invloed op de verschillende functies en structuren van<br />

het buitengebied.<br />

Om de toeristisch-recreatieve aanbodelementen in het buitengebied en in de stedelijke<br />

gebieden met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen, wordt netwerkvorming<br />

vooropgesteld. Paden en routes worden met elkaar verbonden en uitgerust als een<br />

samenhangend toeristisch-recreatief product. Aangezien <strong>Kruishoutem</strong> gelegen is in de Vlaamse<br />

Ardennen, kan de gemeente deel uitmaken van langere wandelroutes doorheen de streek. Het<br />

publieke karakter en de toegankelijkheid van de paden en routes moet maximaal gegarandeerd<br />

blijven.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

42


3.6 Gewenste gemeenschapsvoorzieningen<br />

(zie kaart 6)<br />

De aan het wonen gekoppelde gemeenschapsvoorzieningen worden geconcentreerd in de<br />

kernen. Het niveau en de reikwijdte van de voorzieningen wordt in overeenstemming gebracht<br />

met het belang van de kernen. Er wordt gestreefd naar een verweving van de verschillende<br />

activiteiten (onderwijs, administratie, cultuur, sport, gezondheid,…). Administratieve voorzieningen<br />

blijven geconcentreerd in het hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong>.<br />

Containerpark, loodsen technische dienst en begraafplaats<br />

Het gemeentelijk containerpark ligt zonevreemd. Dit containerpark beschikt over de nodige<br />

stedenbouwkundige vergunningen (recent werd nog een stedenbouwkundige vergunning<br />

verleend voor verbeteringswerken aan de toegang van het containerpark).<br />

De gemeente wenst de locatie van het containerpark te behouden en voldoende<br />

uitbreidingsmogelijkheden te bieden tot een oppervlakte van ongeveer 0,5 ha teneinde te<br />

kunnen voldoen aan de eisen die opgelegd worden aan de werking van een modern<br />

containerpark.<br />

De keuze voor deze site wordt ingegeven door volgende ruimtelijke randvoorwaarden:<br />

- sluit aan op het hoofddorp, maar is toch nog voldoende ver om eventuele conflicten met<br />

bewoners te vermijden<br />

- de site is goed bereikbaar, zowel vanuit het centrum alsook vanuit de rest van de<br />

gemeente. Vanuit het centrum is de site bereikbaar via de Pastorijstraat en meer vanuit<br />

het zuiden via Sint-Elooiskeer. Door het creëren van uitbreidingsmogelijkheden kunnen<br />

bijkomende acties ondernomen worden om de verkeerssituatie nog verder te verbeteren.<br />

- de ruimtelijke impact op de omgeving is beperkt, er wordt geen nieuwe open ruimte<br />

aangesneden, het containerpark is reeds jarenlang aanwezig op deze site<br />

- de site kan op korte termijn ontwikkeld worden (daar er een acute nood is om het<br />

containerpark te ontwikkelen is het minder evident om dit op korte termijn op een andere<br />

locatie te doen) 13<br />

Naast de problematiek van het containerpark wordt de gemeente ook geconfronteerd met een<br />

problematiek inzake de locatie van de bestaande gemeentelijke loodsen van de technische<br />

dienst. Dit bemoeilijkt de werking van de technische dienst.<br />

Deze loodsen zijn nu gesitueerd op volgende locaties:<br />

• Warandestraat te <strong>Kruishoutem</strong>: loods: 2.041m²<br />

• Riemegemstraat te <strong>Kruishoutem</strong>: loods met opslagruimte: 2.675m²<br />

• Passionistenstraat te Marolle: opslagruimte: 9.434m²<br />

De activiteiten op het containerpark zijn complementair met deze van de loodsen van de<br />

technische dienst waar ook ruimte nodig is voor opslag in open lucht e.d., een gebouw voor<br />

personeel, parking, … In het kader van zuinig ruimte gebruik zijn beide activiteiten dan ook zeer<br />

goed geschikt om te combineren. Er wordt dan ook geopteerd om de locatie van deze loodsen<br />

aan deze van het containerpark te koppelen en 1 centrale opslagruimte op deze locatie uit te<br />

bouwen ten behoeve van de werking van de gemeentelijke technische dienst.<br />

De vroegere drie locaties van de technische dienst kunnen dan terug hun oorspronkelijke<br />

bestemming krijgen:<br />

• Warandestraat te <strong>Kruishoutem</strong>: kan opnieuw gebruikt worden voor sport en recreatie (is nu in<br />

recreatiegebied)<br />

• Riemegemstraat te <strong>Kruishoutem</strong>: kan opnieuw gebruikt worden ten behoeve van de landbouw<br />

• Passionistenstraat te Marolle: kan opnieuw gebruikt worden door de jeugdverenigingen e.d.<br />

13 Een mogelijke alternatieve inplantingsplaats zou de KMO-zone kunnen zijn, binnen de huidige<br />

zone is echter geen ruimte meer aanwezig, een eventuele uitbreiding kan vermoedelijk slechts op<br />

middenlange termijn gerealiseerd worden, rekening houdende met de acute nood om een<br />

oplossing voor het containerpark uit te werken wordt voorgesteld om niet te opteren voor deze<br />

optie.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

43


Binnen de huidige begraafplaats die zich in de onmiddellijke omgeving van deze site bevindt, is er<br />

onvoldoende ruimte aanwezig voor alternatieve begraafrituelen zoals b.v. een strooiweide en<br />

urneveld.<br />

De gemeente wenst aan de begraafplaats eveneens beperkte uitbreidingsmogelijkheden te<br />

bieden.<br />

Als anticipatie op het GRS <strong>Kruishoutem</strong> werd reeds van start gegaan met een BPA.<br />

Naar aanleiding van het BPA werd onderstaande structuurschets opgesteld.<br />

structuurschets inrichting containerpark, loods technische dienst en begraafplaats (bron: BPA Sint-<br />

Elooiskeer)<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

44


Waterzuivering<br />

Kleinschalige waterzuiveringsinstallaties kunnen op termijn noodzakelijk worden, vb. rietvelden,<br />

biorotorinstallaties, omloopreactoren, … De locatie hiervoor kan momenteel moeilijk ingeschat<br />

worden (gravitaire voorwaarden).<br />

Er is reeds een BPA Moerasstraat goedgekeurd dat de bouw van kleinschalig<br />

waterzuiveringstation dient mogelijk te maken. De locatie voor de Moerasstraat werd bepaald in<br />

overleg met de N.V. Aquafin en werd ingegeven door volgende redenen:<br />

- de locatie sluit aan op de kern van het hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong>;<br />

- technisch is deze locatie het meest haalbaar gezien de gravitatieprincipes en de<br />

nabijheid van een waterloop voor de lozing van effluent – bovendien kan door deze<br />

locatie ook het woongebied ter hoogte van Aaishovedries worden opgenomen in het<br />

zuiveringsgebied;<br />

- ter hoogte van het plangebied bevindt zich reeds een collector van Aquafin;<br />

- de site sluit aan op een bestaand vloeirietveld;<br />

- de bosstructuur van het kasteeldomein kan verder uitgebreid worden door rondom de<br />

installatie een ruime groenbuffer met hoogstammig groen te creëren.<br />

Mast Astrid<br />

Er is een project lopende om een mast ten behoeve van het communicatiesysteem Astrid op het<br />

grondgebied van de gemeente in te planten.<br />

De locatie hiervoor is sterk afhankelijk van het bereik van deze mast en de mogelijkheden om<br />

deze te plaatsen (eigendomsstructuur e.d.).<br />

Een exacte locatie dient hiervoor nog bepaald te worden.<br />

Er werd hiervoor reeds een BPA-procedure opgestart.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

45


4 Gewenste ruimtelijke structuur deelruimtes<br />

Enkel de deelruimten met betrekking tot de kernen worden meer in detail besproken. Voor de<br />

deelruimten met betrekking tot het bedrijventerrein en de open ruimten verwijzen we naar de<br />

mesostructuur.<br />

4.1 Gewenste structuur kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende KMO-zone<br />

(zie kaart 7)<br />

Afbouwen verkeerskarakter van het centrumgebied<br />

De kern <strong>Kruishoutem</strong> is geselecteerd als hoofddorp. Deze kern bevindt zich op een kruispunt van<br />

verschillende steenwegen waardoor het centrum een druk karakter heeft. Via een betere<br />

signalisatie e.d. wordt het doorgaand (vracht-)verkeer zoveel mogelijk uit het centrum<br />

ontmoedigd.<br />

Op termijn dient het volledige centrumgebied opgenomen te worden in zone 30. Via de inrichting<br />

van de publieke ruimte dient deze centrumfunctie verder benadrukt worden. Ook de<br />

verschillende schoolomgevingen worden in de zone 30 opgenomen, deze zone 30 dient ruimtelijk<br />

via de weginrichting geaccentueerd te worden.<br />

Inbuffering KMO-zone + ev. uitbreiding<br />

De KMO-zone dient voldoende ingebufferd te worden ten opzichte van deze woonkern. Er<br />

worden twee kleine zoeklocaties met betrekking tot een mogelijke toekomstige uitbreiding van<br />

de KMO-zone geselecteerd. De behoefte voor de uitbreiding kan rekening houdende met de<br />

richtlijnen die opgenomen zijn in het PRS Oost-Vlaanderen voorlopig niet aangetoond worden. De<br />

zoeklocaties worden geselecteerd teneinde de toekomstige mogelijkheden van deze ruimte als<br />

bijkomend lokaal bedrijventerrein niet te hypothekeren.<br />

Bevriezen woonuitbreidingsgebied<br />

De bestaande woonuitbreidingsgebieden kunnen niet aangesneden worden rekening houdende<br />

met de gesloten bevolkingsprognose en de taakstelling met betrekking tot het wonen die<br />

opgenomen is in het PRS Oost-Vlaanderen. Deze worden behouden als reserve voor de toekomst.<br />

De gemeente is vragende partij om deze aan te snijden doch kan dit voorlopig niet<br />

verantwoorden rekening houdende met het planningskader van zowel de gewestelijke als<br />

provinciale overheid.<br />

Ontwikkelen bestaande mogelijkheden<br />

De bestaande binnengebieden (in het (landelijk) woongebied) en nog vrije bouwgronden kunnen<br />

ontwikkeld worden (bestaand juridisch aanbod). De gemeente werkt prioritair het gebied achter<br />

het gemeentehuis uit (een onteigeningsprocedure is reeds lopende).<br />

Versterken relatie dorpskern met de open ruimte<br />

Er wordt naar gestreefd om de relatie tussen de dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> en de omliggende open<br />

ruimte te versterken op volgende manieren:<br />

- uitbouwen van een kwalitatieve bufferstrook rond de KMO-zone<br />

- behouden van kwalitatieve groenelementen binnen de kern (dreven)<br />

- het introduceren van groene vingers vanuit de aanpalende beekvalleien<br />

Het aansluitende kasteelpark wordt behouden als groene baken.<br />

Bestaande voorzieningen reeds grotendeels voldoende<br />

De bestaande voorzieningen zoals het administratief centrum, het sportcentrum e.d. blijven<br />

gehandhaafd binnen de kern.<br />

Er wordt een cultureel centrum voorzien aansluitend op de muziekschool (bouw bijna afgerond).<br />

Naast de brandweer is een jeugdlokaal voorzien. Dit zijn allen reeds bestaande voorzieningen die<br />

zich bevinden binnen het hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong>. Deze voorzieningen zijn goed geïntegreerd<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

46


innen de kern op vlak van mogelijke hinder t.o.v. het woonweefsel, mobiliteit e.d. en kunnen dan<br />

ook behouden blijven.<br />

Uitbouw containerparksite<br />

Er wordt voor gekozen om de site aan het containerpark verder uit te bouwen. De gemeentelijke<br />

loodsen kunnen hier samen met het containerpark worden gecentraliseerd. Deze site is vrij<br />

centraal gelegen, de hinder naar het woongebied is beperkt en deze locatie beschikt over<br />

voldoende ontsluitingsmogelijkheden rekening houdende met het mobiliteitsprofiel van deze site.<br />

De gemeente startte hiervoor een BPA-procedure die zich in zijn eindfase bevindt (reeds<br />

opgestuurd naar de minister).<br />

Begraafplaats<br />

De bestaande begraafplaats beschikt over onvoldoende ruimte om ook een plaats te bieden<br />

aan alternatieve begrafenisrituelen. Een uitbreiding van deze kerkhofsite is dan ook nodig. Deze<br />

site is centraal gelegen, de hinder naar het woonweefsel is beperkt en deze locatie beschikt over<br />

voldoende ontsluitingsmogelijkheden rekening houdende met het mobiliteitsprofiel van deze<br />

locatie. De gemeente startte hiervoor een BPA-procedure die zich in zijn eindfase bevindt (reeds<br />

opgestuurd naar de minister, dit is hetzelfde BPA als voor het containerpark).<br />

4.2 Gewenste structuur kern Marolle<br />

(zie kaart 8)<br />

Op termijn herlocalisatie gemeentelijke opslagplaats<br />

De bestaande opslagplaats van de gemeente dient gebruikt te worden voor de<br />

jeugdverenigingen.<br />

Bundeling openbare voorzieningen<br />

Er wordt een nieuwe school voorzien te Marolle langs de Passionistenstraat. De huidige locaties<br />

worden geherlocaliseerd naar de nieuwe locatie. De bestaande locaties van de scholen kunnen<br />

opgenomen worden in het woonweefsel. Er worden uitbreidingsmogelijkheden voorzien voor het<br />

psychiatrisch instituut.<br />

De nog beschikbare bouwgronden kunnen ingevuld worden. Hiervoor werd een BPA opgesteld<br />

en goedgekeurd.<br />

4.3 Gewenste structuur kern Nokere<br />

(zie kaart 9)<br />

Beperkte ontwikkelingen, behouden huidige kwaliteiten<br />

Deze kern beschikt reeds over een kwalitatieve publieke ruimte. De inrichting hiervan sluit aan bij<br />

het landelijke karakter van deze kern. De gewenste ontwikkelingen in deze kern zijn dan ook<br />

eerder beperkt en houden voornamelijk het valoriseren van de huidige<br />

ontwikkelingsmogelijkheden in. Het binnengebied aansluitend op de kern kan worden ontwikkeld,<br />

bestaande bouwgronden kunnen worden aangesneden (bestaand juridisch aanbod).<br />

Grootschalige ontwikkelingen dienen in deze kern zoveel mogelijk geweerd te worden.<br />

Sportterrein<br />

De bestaande sportsite dient verder ontwikkeld te worden. Deze blijft weliswaar kleinschalig en<br />

functioneert enkel op schaal en het niveau van de kern van Nokere. Hiervoor werd reeds een BPA<br />

opgesteld en goedgekeurd.<br />

Kasteelpark en beekvalleien in relatie tot de kern<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

47


De link tussen de kasteelparken en nabije beekvalleien dient verder versterkt te worden. Dit kan<br />

via de uitbouw van een groene vinger en streven naar kwalitatief groen binnen de inrichting van<br />

de publieke ruimte.<br />

4.4 Gewenste structuur kern Wannegem-Lede<br />

(zie kaart 10)<br />

Beperkte ontwikkelingen, behouden huidige kwaliteiten<br />

Deze kernen beschikken reeds over een kwalitatieve publieke ruimte. De inrichting hiervan sluit<br />

aan bij het landelijke karakter van deze kern. De gewenste ontwikkelingen in deze kern zijn dan<br />

ook eerder beperkt en houden voornamelijk het valoriseren van de huidige<br />

ontwikkelingsmogelijkheden in. Het binnengebied aansluitend op de kern Wannegem kan worden<br />

ontwikkeld, bestaande bouwgronden kunnen worden aangesneden (bestaand juridisch<br />

aanbod).<br />

Grootschalige ontwikkelingen dienen in deze kern zoveel mogelijk geweerd worden.<br />

Kasteelpark, molen en beekvalleien in relatie tot de kern<br />

De link tussen de molen, het kasteelpark en nabije beekvallei dient verder versterkt te worden. Dit<br />

kan via de uitbouw van een groene vinger en streven naar kwalitatief groen binnen de inrichting<br />

van de publieke ruimte.<br />

Uitbouw Huisepontweg als ontsluitingsas<br />

Als alternatief voor de Wannegem-Ledestraat als ontsluitingsweg voor het autoverkeer wordt de<br />

Huisepontweg voorgesteld, op deze manier wordt het mogelijk om het doorgaand verkeer door<br />

de kern van Lede en langs het kasteeldomein te beperken. De Wannegem-Ledestraat kan verder<br />

beschouwd worden als een as voor lokaal bestemmingsverkeer en het langzaam verkeer.<br />

4.5 Gewenste structuur kern Lozer (Huise)<br />

(zie kaart 11)<br />

Sportinfrastructuur<br />

De bestaande sportinfrastructuur wordt behouden.<br />

De Zandvlooi vormt een recreatieve aantrekkingspool en kan verder behouden blijven in relatie<br />

tot het Lozerbos waar ook recreatieve mogelijkheden zijn. De locatie Voetbalterrein Lozer (VK<br />

Nieuwe wijk) sluit volledig aan op de kern en functioneert op schaal van Lozer (kleinschalige<br />

voetbalclub)<br />

Beide locaties dienen echter qua schaalniveau op hun huidige niveau behouden te blijven<br />

rekening houdende met de nabijheid van het Lozerbos<br />

Wonen<br />

De bestaande bouwmogelijkheden kunnen ontwikkeld worden (bestaand juridisch aanbod).<br />

Kasteeldomein<br />

Het kasteeldomein vormt een groene baken aansluitend op de kern, via het behoud van<br />

kwalitatieve groenelementen en aandacht voor groen binnen de publieke ruimte kan de relatie<br />

van het kasteeldomein met de kern verder versterkt worden.<br />

Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />

<strong>Kruishoutem</strong><br />

48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!