richtinggevend gedeelte - Gemeente Kruishoutem
richtinggevend gedeelte - Gemeente Kruishoutem
richtinggevend gedeelte - Gemeente Kruishoutem
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Gemeente</strong> <strong>Kruishoutem</strong><br />
<strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
Ontwerp<br />
Richtinggevend <strong>gedeelte</strong><br />
Uitgave Datum<br />
1 september 2003<br />
2 oktober 2003<br />
3 november 2003<br />
4 maart 2004<br />
5 november 2004<br />
6 november 2004<br />
7 februari 2005<br />
8 mei 2005<br />
9 oktober 2005<br />
10 april 2006<br />
Studiebureau VDS b.v.b.a.<br />
Bruulstraat 47<br />
9450 Haaltert<br />
Tel. 053/83.04.80<br />
Fax. 053/83.59.54
Inhoudsopgave<br />
1 Inleiding ......................................................................................................................................................3<br />
2 Visievorming...............................................................................................................................................4<br />
2.1 Algemene uitgangspunten .............................................................................................................4<br />
2.2 Visie: <strong>Kruishoutem</strong>, bedrijvige gemeente in een groene omgeving.........................................5<br />
2.3 Beleidsdoelstellingen ........................................................................................................................5<br />
2.4 Ruimtelijke principes..........................................................................................................................7<br />
3 Gewenste ruimtelijke structuur <strong>Kruishoutem</strong> (meso-schaal).............................................................10<br />
3.1 Gewenste open ruimtestructuur ...................................................................................................11<br />
3.1.1 Gewenste natuurlijke structuur ..............................................................................................11<br />
3.1.2 Gewenste agrarische structuur .............................................................................................15<br />
3.2 Gewenste nederzettingsstructuur.................................................................................................21<br />
3.2.1 Ontwikkelingsopties.................................................................................................................21<br />
3.2.2 Deelgebieden van de gewenste nederzettingsstructuur .................................................21<br />
3.2.3 Gewenst beleid met betrekking tot de nederzettingsstructuur .......................................22<br />
3.2.4 Uitwerking gewenste nederzettingsstructuur.......................................................................29<br />
3.3 Gewenste economische structuur ...............................................................................................30<br />
3.3.1 Ontwikkelingsopties.................................................................................................................31<br />
3.3.2 Ruimtelijke beleidselementen................................................................................................31<br />
3.3.3 Uitwerking gewenste economische structuur .....................................................................36<br />
3.4 Gewenste verkeer- en vervoerstructuur ......................................................................................38<br />
3.4.1 Ontwikkelingsopties.................................................................................................................38<br />
3.4.2 Ruimtelijke beleidselementen................................................................................................38<br />
3.5 Gewenste sport, recreatie en toerisme .......................................................................................41<br />
3.6 Gewenste gemeenschapsvoorzieningen ...................................................................................43<br />
4 Gewenste ruimtelijke structuur deelruimtes ........................................................................................46<br />
4.1 Gewenste structuur kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende KMO-zone ......................................46<br />
4.2 Gewenste structuur kern Marolle..................................................................................................47<br />
4.3 Gewenste structuur kern Nokere ..................................................................................................47<br />
4.4 Gewenste structuur kern Wannegem-Lede................................................................................48<br />
4.5 Gewenste structuur kern Lozer (Huise).........................................................................................48<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
2
1 Inleiding<br />
In voorliggend deelrapport, het <strong>richtinggevend</strong> <strong>gedeelte</strong> van het ruimtelijk structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong>, wordt een visie vastgelegd op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de<br />
gemeente.<br />
De gewenste ruimtelijke structuur voor <strong>Kruishoutem</strong> steunt op een visie die uitgaat van een<br />
duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Ze wordt onderbouwd door de analyse van de bestaande<br />
ruimtelijke structuur, trends, ruimtelijke problemen en potenties, aangegeven in het informatief<br />
<strong>gedeelte</strong>.<br />
De opzet van het <strong>richtinggevend</strong> <strong>gedeelte</strong> is om, waar mogelijk, de bestaande ruimtelijke<br />
potenties te maximaliseren en de knelpunten op te lossen.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
3
2 Visievorming<br />
2.1 Algemene uitgangspunten<br />
Er worden drie belangrijke uitgangspunten gehanteerd:<br />
- Zuinig omspringen met de ruimte<br />
Natuur en open ruimte worden in Vlaanderen een schaars goed, desondanks neemt de vraag<br />
naar meer ruimte voor woningen, bedrijven e.d. verder toe. Dit betekent dat we keuzes moeten<br />
maken. Verdichting, inbreiding en bundeling van menselijke activiteiten zijn basisvoorwaarden<br />
voor een goed ruimtelijk beleid, uiteraard binnen de draagkracht van iedere plek.<br />
- Draagkracht van de ruimte, een geïntegreerde benadering<br />
Het is duidelijk dat verdichting, bundeling van activiteiten, … niet tot in het oneindige kunnen<br />
worden doorgedreven. Met draagkracht wordt verwezen naar het vermogen van de ruimte om<br />
nu en in de toekomst menselijke activiteiten binnen deze ruimte toe te laten zonder dat deze<br />
activiteiten onderling in conflict komen en zonder dat ze de natuurlijke en ecologische werking<br />
van het gebied in het gedrang brengen.<br />
Draagkracht is afhankelijk van gebied tot gebied en van activiteit tot activiteit. Hoewel niet zo<br />
eenvoudig te definiëren, zal de draagkracht van een ruimte moeten functioneren als<br />
toetsingssteen bij het nemen van beslissingen.<br />
- Kwaliteit en verschijningsvorm van de ruimte<br />
De ruimte is voor de mens geen neutraal gegeven. Aan de ruimte wordt een waarde toegekend.<br />
Deze waardering is maatschappelijk bepaald en variabel in tijd en ruimte. Hoewel moeilijk<br />
inpasbaar (wie oordeelt of iets waardevol is?), is het streven naar een kwaliteit van de ruimte een<br />
belangrijk item in het nemen van ruimtelijke beslissingen.<br />
Naast deze uitgangspunten dient eveneens rekening gehouden te worden met de taakstellingen<br />
en beleidsopties die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk<br />
Structuurplan Oost-Vlaanderen worden genomen. In het RSV wordt <strong>Kruishoutem</strong> gesitueerd in het<br />
buitengebied. Het buitengebied is dat gebied waarin de open ruimte overweegt. In dit gebied is<br />
het beleid gericht op het behoud, het herstel, de ontwikkeling en het verweven van de<br />
belangrijkste structurerende elementen (zijnde landbouw, natuur, bos, wonen en werken). Dit<br />
betekent niet dat dit gebied wordt ‘bevroren’. De bestaande ruimtelijke structuur en het fysisch<br />
systeem 1 bieden het raamwerk waarbinnen dynamische activiteiten en functies met steeds<br />
wijzigende omgevingsvereisten op een flexibele manier moeten kunnen functioneren. Deze<br />
dynamiek dient op schaal en tempo van het buitengebied te worden gehouden. Voor de<br />
functies wonen en werken is dit niet dezelfde dynamiek als diegene die in de stedelijke gebieden<br />
aanwezig is en er zelfs gestimuleerd dient te worden. De specifieke eigenheid van het wonen en<br />
werken in het buitengebied moet erkend en gerespecteerd worden, en in relatie gebracht<br />
worden met het duurzaam functioneren van de open ruimte structuur. Ook vanuit het provinciale<br />
niveau wordt het belang van het buitengebied geduid.<br />
Het economisch belang van de gemeente wordt noch in het RSV, noch in het PRS erkend. De<br />
gemeente vraagt om hiermee wel degelijk rekening te houden (aan de E 17 bevindt zich immers<br />
een regionaal bedrijventerrein- dit ligt ook <strong>gedeelte</strong>lijk op Zulte). De gemeente wenst als<br />
economisch knooppunt erkend te worden.<br />
1 Het fysisch systeem is het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, lucht, bodem<br />
en water. In ruimtelijke context zijn vooral de bodemeigenschappen en –processen en het watersysteem van<br />
belang.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
4
2.2 Visie: <strong>Kruishoutem</strong>, bedrijvige gemeente in een groene omgeving<br />
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen situeert de gemeente <strong>Kruishoutem</strong> in het buitengebied.<br />
De vertrekbasis voor het ruimtelijk beleid in dit gebied is net zoals in de rest van Vlaanderen<br />
‘duurzame ontwikkeling’. 2 Dit betekent concreet dat bij een verdere ontwikkeling van de<br />
structurerende activiteiten en functies (landbouw, natuur, bos, wonen en werken) in het<br />
buitengebied het fysisch systeem 3 als uitgangspunt wordt gehanteerd. Het beleid dient zich te<br />
richten op het behoud, het herstel, de ontwikkelingen en het verweven van de hoger genoemde<br />
activiteiten en functies.<br />
Uit de analyse die gevoerd werd in het informatief <strong>gedeelte</strong> blijkt dat het fysisch systeem vandaag<br />
minder belang heeft in het ruimtelijk en dagelijks functioneren van de gemeente als vroeger.<br />
Vooral ten aanzien van de economische activiteiten is een sterke dynamiek waar te nemen. De<br />
gemeente schakelt zich in het ruimere economische netwerk langs de E 17. Samenhangend met<br />
deze dynamiek gaat ook een groei van de dorpkernen gepaard, met een druk naar<br />
woonuitbreiding.<br />
Dit betekent niet dat de fysische structuur volledig zijn structurerend vermogen verloren heeft. De<br />
zes kasteelparken, het Lozerbos en de verschillende beekvalleien vormen ook vandaag nog<br />
steeds belangrijke elementen in de ruimtelijke structuur van de gemeente. Ook de kleinere kernen<br />
hebben hun landelijk karakter niet verloren.<br />
<strong>Kruishoutem</strong> kan dan ook beschouwd worden als een bedrijvige gemeente in een groene<br />
omgeving. Deze dualiteit wenst de gemeente verder te onderschrijven. Dit betekent dat gekozen<br />
wordt voor verdere economische groei en ontwikkeling vertrekkende vanuit het bedrijventerrein<br />
aan de E 17 en de reeds belangrijke dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> samen met een behoud en aandacht<br />
voor het landelijke karakter van de gemeente.<br />
Met dit toekomstbeeld schakelt de gemeente <strong>Kruishoutem</strong> zich in de ontwikkeling van de ruimere<br />
regio:<br />
- het leefbaar houden van de verschillende kernen zodat hun ruimtelijke kwaliteiten niet<br />
verloren gaan<br />
- het beperken van de verplaatsingsstromen door het bieden van een lokaal<br />
voorzieningenniveau en werkgelegenheid.<br />
- concentreren van bovenlokale bedrijvigheid in de buurt van de E 17<br />
- het open houden van de openruimte gebieden<br />
- het bieden van een rust-, stilte- en zacht recreatiegebied<br />
2.3 Beleidsdoelstellingen<br />
1. Valoriseren van de rol van de land- en tuinbouw in evenwicht met het behoud van de open<br />
ruimte en het tegengaan van versnippering<br />
<strong>Kruishoutem</strong> heeft een historisch gegroeide traditie van familiale landbouwbedrijven. De<br />
gemeente heeft nog steeds een sterk agrarisch karakter. Functioneel zijn de landbouwactiviteiten<br />
van belang voor het behoud van de open ruimte.<br />
De keuze dient duidelijk gemaakt te worden in welke gebieden van de open ruimte de landbouw<br />
zich verder autonoom kan ontwikkelen en in welke gebieden van de open ruimte de landbouw<br />
zich landschappelijk moet inpassen.<br />
Het agrarisch gebied heeft de laatste jaren terrein verloren ten opzichte van andere activiteiten.<br />
De waardevolle agrarische gebieden bewaren voor land- en tuinbouw betekent ingaan tegen<br />
de verdere versnippering van de open ruimte door ‘harde functies’. Nieuwe bebouwing en<br />
constructies in de open ruimte dienen zoveel mogelijk vermeden te worden (met uitzondering van<br />
2 Duurzaamheid is het proberen te bevredigen van de behoeften van de huidige generatie<br />
zonder dit voor de toekomstige generaties te verhinderen. Duurzaamheid stelt dus grenzen aan<br />
het menselijk handelen op het vlak van milieu, sociale aspecten en economie.<br />
3 Het fysisch systeem is het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van<br />
klimaat, lucht en water. In ruimtelijke context wordt vooral belang gehecht aan de<br />
bodemeigenschappen en –processen en het watersysteem.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
5
.v. schuilhuisjes voor dieren, stallen, … ). 4 De waardevolle landbouwgronden dienen maximaal<br />
voorbehouden te blijven voor ‘grondgebonden’ landbouw. Een betere afstemming dient<br />
nagestreefd tussen landbouw en natuur.<br />
2. Behoud en versterking van de natuur met de beekvalleien als ruggengraat van de natuurlijke<br />
structuur<br />
De beekvalleien vormen een belangrijke schakel in de natuurlijke structuur. Ze verbinden niet<br />
alleen de belangrijkste ecologische gebieden, maar vormen ook de link tussen de open ruimte en<br />
de bebouwde ruimte.<br />
Het behouden en versterken van de verschillende kleine landschapselementen zoals poelen,<br />
bosjes, … vormt eveneens een belangrijke taak.<br />
3. Een zachte en evenwichtige groei van het woningaanbod met een klemtoon op de<br />
dorpskernen<br />
Een zachte groei van het aantal woningen wordt wenselijk geacht. Met evenwichtig wordt<br />
bedoeld dat dit in de diverse kernen, en afhankelijk van de grootte en het belang van de kern,<br />
gebeurt.<br />
Daar in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geopteerd wordt om de stedelijke gebieden te<br />
versterken en de stadsvlucht af te remmen, is het wenselijk dat in de toekomst de inwijking uit de<br />
omliggende steden naar <strong>Kruishoutem</strong> beperkt blijft; ook om verdringing van de <strong>Kruishoutem</strong>se<br />
bevolking te vermijden.<br />
Een zachte groei betekent het gefaseerd vrijmaken van bouwmogelijkheden en het realiseren<br />
van kleinschalige projecten.<br />
De klemtoon ligt op een verdere versterking van de dorpskernen. In de dorpskernen vindt binnen<br />
loopafstand het gemeenschapsleven plaats. Het ruimtelijk beleid dient gericht te zijn op de<br />
versterking van voornamelijk het hoofddorp en de woonkernen: <strong>Kruishoutem</strong> en Lozer en Marolle,<br />
door inbreiding op maat van deze dorpen. Bij de inbreidingsprojecten zal voldoende rekening<br />
gehouden worden met het open karakter van deze kernen. Inbreidingsprojecten zijn belangrijk<br />
om de kernen te versterken en meer uitstraling te geven. Ook aan de kernen in het buitengebied<br />
Nokere, Wannegem en Lede dienen inbreidingsmogelijkheden worden gegeven. Sleutelwoorden<br />
voor de gewenste ontwikkelingen zijn kleinschaligheid, landelijkheid, verscheidenheid, optimaal<br />
ruimtegebruik en vernieuwing.<br />
Verdere bebouwing en uitbreiding van de diverse linten wordt niet gestimuleerd teneinde de<br />
ontwikkelingen in de kernen niet in gevaar te brengen en de kwaliteiten van de open ruimte<br />
optimaal te kunnen behouden.<br />
De voorzieningen dienen in of aansluitend aan de dorpskernen gesitueerd te worden. <strong>Kruishoutem</strong><br />
vervult hierin de belangrijkste rol.<br />
Administratieve voorzieningen dienen bij voorkeur hoofdzakelijk gecentraliseerd te blijven in de<br />
dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong>.<br />
4. De ontwikkelingsmogelijkheden van de lokale bedrijven optimaal houden<br />
<strong>Kruishoutem</strong> heeft een zeer sterke economische dynamiek van lokale bedrijven. De<br />
ontwikkelingskansen van deze bedrijven moeten zoveel mogelijk worden gegarandeerd, hetzij op<br />
hun huidige locatie of op een nieuwe plaats (indien dit noodzakelijk is omwille van de<br />
draagkracht van de omgeving)<br />
In de kernen wordt ernaar gestreefd om wonen en werken maximaal met elkaar te verweven.<br />
5. Vrijwaren en verbeteren van de interne en externe bereikbaarheid en verkeersveiligheid<br />
De gemeente dient de interne bereikbaarheid tussen de kernen verder te verbeteren. Dit geldt in<br />
het bijzonder voor wandelaars, fietsers en gebruikers van het openbaar vervoer. Inzake externe<br />
bereikbaarheid scoort <strong>Kruishoutem</strong> reeds behoorlijk. Enkel vanuit de meer open gebieden is de<br />
bereikbaarheid met het openbaar vervoer beperkt.<br />
De autobereikbaarheid dient te verlopen via een doordachte wegencategorisering waarbij<br />
ernaar gestreefd wordt het verblijfsgebied zo weinig mogelijk te verstoren.<br />
Het verkeer dient op een verkeersveilige en –leefbare manier te verlopen met een specifieke<br />
aandacht voor de dorpskernen.<br />
4 Nieuwbouw dient zoveel mogelijk geïntegreerd te worden in de bestaande bedrijfszetels<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
6
2.4 Ruimtelijke principes<br />
1. Zes afgebakende leefbare landelijke kernen<br />
<strong>Kruishoutem</strong>, Lozer (Huise), Marolle, Nokere, Wannegem en Lede zijn zes landelijke kernen.<br />
<strong>Kruishoutem</strong> is de belangrijkste kern in de gemeente, kent de meeste gemeentelijke<br />
voorzieningen, o.m. de administratieve diensten, en werd door de provincie als hoofddorp<br />
geselecteerd. Lozer en Marolle werden geselecteerd als woonkernen. Nokere, Wannegem en<br />
Lede zijn kleine compacte kernen in het buitengebied.<br />
In de kernen dient de landelijkheid en het aangenaam wonen zoveel mogelijk te worden<br />
behouden.<br />
De zes kernen dienen naar de toekomst ontwikkelingsmogelijkheden te krijgen in<br />
overeenstemming met de schaal en de eigenheid van elke kern. De nodige aandacht dient uit te<br />
gaan naar de openbare ruimte en de verkeersleefbaarheid. De woonbehoefte dient op de<br />
eerste plaats zoveel mogelijk in het hoofddorp te worden opgevangen. In tweede instantie dient<br />
de woonbehoefte opgevangen te worden in Lozer (Huise) en Marolle – de bestaande juridische<br />
voorraad blijft weliswaar ook binnen de andere kernen behouden wat betekent dat ook hier nog<br />
mogelijkheden zijn.<br />
Het verder versterken van een goed functionerende en leefbare woongemeente omringd door<br />
een kwaliteitsvolle open ruimte wordt als prioriteit gekozen te <strong>Kruishoutem</strong>.<br />
2. Herstructureren industriële activiteiten met speciale aandacht voor het bedrijventerrein<br />
<strong>Kruishoutem</strong> en de ambachtelijke zone<br />
?<br />
?<br />
De ambachtelijke zone wordt hoofdzakelijk voorbehouden voor lokale bedrijvigheid, zonder de<br />
bestaande (regionale) bedrijven te beperken in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Een betere<br />
inrichting en een degelijkere ontsluiting van het gebied dient te worden nagestreefd.<br />
Binnen de kernen dient de bedrijvigheid zoveel mogelijk verweven te worden met het<br />
woonweefsel. Een goede integratie van de bedrijvigheid in haar omgeving dient nagestreefd.<br />
De behoefte aan een lokaal bedrijventerrein kan rekening houdende met de richtlijnen die terug<br />
te vinden zijn in het PRS niet gemotiveerd worden. De gemeente suggereert aan de Vlaamse<br />
overheid om de gemeente <strong>Kruishoutem</strong> te selecteren als economisch knooppunt.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
7
3. Wegencategorisering ruimtelijk verankerd, kader voor het mobiliteitsbeleid<br />
De wegencategorisering dient een kader te vormen waarbinnen het mobiliteitsbeleid van de<br />
gemeente vorm wordt gegeven. Deze categorisering dient zich ook ruimtelijk te vertalen.<br />
Belangrijke aandachtspunten zijn:<br />
- de N 494 waarlangs zich verschillende economische activiteiten ontwikkelden, deze as dient<br />
geherstructureerd te worden, een verdere uitbreiding voor wonen en werken wordt evenwel<br />
afgewezen.<br />
- de aansluiting op de E 17 en de ontsluiting van het bedrijventerrein <strong>Kruishoutem</strong><br />
- het centrum van <strong>Kruishoutem</strong> en de ontsluiting van de KMO-zone<br />
- het verbeteren van de fietsinfrastructuur in overeenstemming met de wegencategorisering<br />
4. Landbouw als behoeder open ruimte<br />
Landbouw is de belangrijkste ruimtegebruiker in de gemeente. In <strong>Kruishoutem</strong> zijn nog<br />
verschillende open landbouwgebieden aanwezig. De laatste decennia zijn de<br />
landbouwactiviteiten in de gemeente verzwakt. Trendmatig zal deze verzwakking zich<br />
vermoedelijk verder zetten. Er dient gestreefd te worden naar een evenwichtig beleid waarin de<br />
landbouw zich relatief kleinschalig blijft profileren en er ook meer aandacht gaat naar het beheer<br />
van het landschap.<br />
5. Beekvalleien als dragende groene assen, Lozerbos en Kasteelparken als bakens<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
8
In <strong>Kruishoutem</strong> bevindt zich het Lozerbos (het bos Waterhoek-Zandvlooi). Er wordt voor geopteerd<br />
om dit bosgebied uit te breiden (dit dient te gebeuren op vrijwillige basis). Het bestaande<br />
beheersplan van het bos dient de basis te vormen van het verdere beheer ervan.<br />
De kastelen met de bijhorende parkgebieden zijn nadrukkelijk aanwezig in het landschap, ze<br />
bepalen het karakter van de gemeente en vormen mede de toeristische attractiviteit van de<br />
gemeente. De kasteelparken worden behouden als groene ruimtes.<br />
Aandacht dient besteed aan het in stand houden van kleine landschapselementen en kleinere<br />
groenelementen zoals b.v. het Kordaalbos.<br />
De beekvalleien vormen groene assen doorheen de gemeente en vervullen een verbindende rol<br />
binnen de natuurlijke structuur.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
9
3 Gewenste ruimtelijke structuur <strong>Kruishoutem</strong> (meso-schaal)<br />
(zie kaart 1)<br />
De gewenste ruimtelijke structuur vormt de concrete uitwerking van de visie, de<br />
beleidsdoelstellingen en de ruimtelijke principes.<br />
Voor een verdere verduidelijking en detaillering van de gewenste ruimtelijke structuur van<br />
<strong>Kruishoutem</strong> wordt de gewenste ruimtelijke structuur voor de verschillende componenten natuur,<br />
landbouw, wonen, bedrijvigheid, verkeer, en recreatie en voorzieningen afzonderlijk behandeld.<br />
Als afsluiting van de bespreking van de gewenste structuur per component, worden de<br />
ontwikkelingsperspectieven per deelruimte in tabelvorm voorgesteld.<br />
De deelruimtes zijn de ruimtes zoals afgebakend in het informatief <strong>gedeelte</strong> (het microniveau).<br />
9<br />
7<br />
3<br />
6<br />
1<br />
2<br />
8<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
4<br />
Voor <strong>Kruishoutem</strong> worden 9 entiteiten onderscheiden:<br />
- de kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende ambachtelijke zone (1)<br />
- de kern Marolle (2)<br />
- de kern Nokere (3)<br />
- de kernen van Wannegem en Lede (4)<br />
- de kern Lozer (Huise) (5)<br />
- het noordelijk van de E 17 gelegen open ruimtegebied (6)<br />
- het openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en westelijk van de dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> (7)<br />
- het openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> (8)<br />
- de industriezone langs de E 17 en de omgeving van het op- en afrittencomplex (9)<br />
Om de relatie tussen de componenten niet uit het oog te verliezen is een globale synthese van<br />
deze aspecten gemaakt op de bijgevoegde kaart: “Gewenste Ruimtelijke Structuur <strong>Kruishoutem</strong>”.<br />
5<br />
10
3.1 Gewenste open ruimtestructuur<br />
(zie kaart 2)<br />
Het uitwerken van de openruimte structuur binnen de gemeente <strong>Kruishoutem</strong> mag niet worden<br />
beschouwd als een gevecht om ruimte tussen de verschillende functies die hiervan gebruik<br />
maken, waarvan landbouw en natuur de belangrijkste zijn. Binnen de gewenste open ruimte<br />
structuur moet het mogelijk zijn dat alle functies voldoende mogelijkheden hebben om op een<br />
volwaardige manier te kunnen functioneren. Hiervoor wordt in de eerste plaats vertrokken van de<br />
bestaande toestand gekoppeld aan de knelpunten en potenties die hieruit voortvloeien. De<br />
krachtlijnen voor de ontwikkeling van de open ruimte zijn weergegeven op kaart 2.<br />
In de open ruimte komen verschillende functies en activiteiten voor. Natuur en landbouw zijn de<br />
belangrijkste. De open ruimte in <strong>Kruishoutem</strong> wordt vooral gebruikt door landbouwactiviteiten. De<br />
belangrijkste natuurwaarden zijn de beekvalleien, het Kordaalbos (klein groengebied maar<br />
potentieel GEN, GENO of natuurverwevingsgebied) en het Lozerbos.<br />
De waardevolle elementen dienen dan ook maximaal beschermd en benut te worden. De rol<br />
van natuur binnen de open ruimte is in vergelijking met de landbouw beperkt, maar daarom zeker<br />
niet een minder belangrijk aandachtspunt.<br />
Eén van de belangrijkste problemen waarmee de landbouw te maken heeft is de mestafzet. Dit<br />
heeft een belangrijke ruimtelijke dimensie bij een toename van de veestapel of een afname van<br />
landbouwgrond (b.v. door een inname door een andere functie) kan een tekort aan<br />
landbouwgrond ontstaan.<br />
Een tweede probleem is de monofunctionaliteit van de moderne landbouw. Waar vroegere<br />
landbouwtechnieken spontaan ruimte lieten voor natuurwaarden en landschapsopbouw<br />
(weliswaar met een lagere opbrengst), wordt nu meer gebruik gemaakt van grootschaligere<br />
technieken waar de nadruk in de eerste plaats ligt op rentabiliteit en minder op het behoud van<br />
landschap, natuur e.d. Wanneer naast landbouw dan ook andere functies aan een gebied<br />
worden gegeven, moet dan ook actief worden ingegrepen zodanig dat de verschillende functies<br />
(zoals b.v. landbouw en natuur) op een harmonieuze wijze kunnen verweven worden. Middelen<br />
hiervoor zijn b.v. beheersovereenkomsten of compensaties voor opbrengstverlies.<br />
De landbouwsector speelt op het vlak van tewerkstelling binnen de gemeente <strong>Kruishoutem</strong><br />
vandaag eerder een beperkte rol. Alle trends wijzen uit dat deze rol in de toekomst zelfs nog<br />
verder zal verminderen. Desalniettemin dienen de ontwikkelingsmogelijkheden van de<br />
landbouwsector zoveel mogelijk ondersteund te worden binnen de mogelijkheden van de<br />
bestaande toestand.<br />
In overleg met de VLM wordt gewerkt aan de uitbouw van een glastuinbouwzone in het<br />
noordwesten van de gemeente.<br />
3.1.1 Gewenste natuurlijke structuur<br />
3.1.1.1 Ontwikkelingsopties<br />
- het gebiedsgericht versterken van de natuurlijke structuur vertrekkende vanuit de bestaande<br />
natuurwaarden, waarbij de beekvalleien als dragers gezien kunnen worden van de natuurlijke<br />
en landschappelijke structuur<br />
- de landschappelijke en ecologische kwaliteiten van de rurale open ruimte behouden en waar<br />
mogelijk versterken<br />
- uitbouwen van een voldoende groot bosareaal<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
11
3.1.1.2 Ruimtelijke beleidselementen<br />
NATUURAANDACHTSZONES<br />
Deze gebieden hebben een belangrijke natuurwaarde. Zij zullen vermoedelijk door het Vlaams<br />
Gewest in het kader van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) worden geselecteerd.<br />
Binnen deze gebieden wordt het behoud en de versterking van de natuurwaarden als prioritair<br />
gesteld. Andere functies kunnen enkel als nevenfunctie aanwezig zijn. Via aankoop, bestemming,<br />
beheer en inrichting moet een kader gecreëerd worden om de realisatie van deze gebieden te<br />
verwezenlijken.<br />
De Lozerbossen en het Kordaalbos worden beschouwd als potentieel Gen, Geno of<br />
natuurverwevingsgebied. 5<br />
Mogelijke bosuitbreidingen dienen te gebeuren op vrijwillige basis.<br />
NATUURVERBINDINGSGEBIEDEN EN ECOLOGISCHE INFRASTRUCTUUR VAN BOVENLOKAAL BELANG<br />
De natuurverbindingsgebieden en ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang worden<br />
geselecteerd door de provincie. Het beleid in deze gebieden is gericht op de ontwikkeling van de<br />
natuur als belangrijke nevenfunctie.<br />
Het valleilandschap van de (Walembeek-)Zouwbeek wordt door de provincie opgenomen als<br />
natuurverbindingsgebied (verbinding via nat grasland, bosjes, (knot)bomenrijen). Er wordt als<br />
natuurverbindingsgebied ook het verbindingsgebied <strong>Kruishoutem</strong> vermeld (verbinding via<br />
openruimtegebied, veldbosjes, kasteelparken).<br />
De beekvallei van de Lozerbeek(-Wallebeek), Leedsebeek (op de grens met Zingem) en de<br />
Kasteelbeek-(Rooigembeek-Molenbeek) (<strong>Kruishoutem</strong>-Zingem-Gavere) worden geselecteerd<br />
door de provincie als een ecologische infrastructuur (EIS) van bovenlokaal belang die het netwerk<br />
van natuurverbindingsgebieden aanvullen.<br />
BEEKVALLEIEN<br />
De beekvalleien zijn structuurbepalend voor de natuurlijke en landschappelijke structuur.<br />
Verschillende van deze beken zijn reeds geselecteerd als behorende tot de<br />
natuurverbindingsgebieden of de ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang.<br />
Het beleid voor deze beekvalleien is gericht op het behoud en de versterking van de aanwezige<br />
natuurwaarden, alsook op het uitwerken van een integraal waterbeleid. De biologische diversiteit<br />
wordt bevorderd met respect voor de hoofdgebruikers van het gebied.<br />
Volgende ontwikkelingsperspectieven worden hierbij vooropgesteld:<br />
• vrijwaren van de beekvalleien van een verdere verdichting van de bebouwing<br />
• streven naar een natuurlijk verloop van de beken<br />
• streven naar een verbetering van de waterkwaliteit<br />
• werken aan een natuurvriendelijke oeverbeheer en voorzien van streekeigen groenvegetatie<br />
langs de beken als extra accentuering van deze beken in het landschap.<br />
Voor de realisatie van deze ontwikkelingsperspectieven dient grondig overleg gepleegd te<br />
worden met de betrokken landbouwers.<br />
Volgende beken worden niet limitatief geselecteerd:<br />
- Kasteelbeek en Leedsebeek (Kasteelbeek reeds vermeld bij de ecologische infrastructuur van<br />
bovenlokaal belang)<br />
Deze beekvalleien lopen langs de kern van Wannegem-Lede en de Kasteelbeek sluit aan op<br />
het aanwezige kasteeldomein.<br />
5 Deze gebieden worden door het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen als<br />
mogelijk GEN, GENO of natuurverwevingsgebied naar voor geschoven en vormden de basis voor<br />
de aanduiding van de natuurverbindingsgebieden.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
12
- Zouwbeek (de Zouwbeek wordt reeds vermeld bij de natuurverbindingsgebieden), Hollebeek<br />
en Malebeek<br />
Deze beken bevinden zich rond Nokere. Het kasteeldomein te Nokere maakt deel uit van<br />
deze beekvalleien.<br />
- Plankbeek<br />
- Molenmeersbeek-Lozerbeek (de Lozerbeek is reeds vermeld bij de ecologische infrastructuur<br />
van bovenlokaal belang)<br />
- Plezierbeek<br />
- Beeksteertbeek<br />
- Spiegelstraatbeek<br />
- Kattebeek<br />
- Stokstormbeek<br />
- Gaverbeek<br />
De Zouwbeek bevindt zich in de omgeving van het bedrijventerrein en wordt doorsneden door de<br />
E 17. Dit betekent dat met betrekking tot het verder uitbouwen van de natuurlijke structuur van<br />
deze beek speciale aandacht zal dienen uit te gaan om een beter evenwicht te bekomen tussen<br />
de beek en de aanwezige bedrijvigheid.<br />
OPEN RUIMTEGEBIEDEN<br />
Binnen de gemeente bevinden zich verschillende uitgestrekte open landbouwgebieden. Bij de<br />
uitwerking van de agrarische structuur worden randvoorwaarden vastgelegd zodat de<br />
landschappelijke kwaliteiten van deze gebieden behouden kunnen blijven in evenwicht met de<br />
hoofdfunctie binnen deze gebieden zijnde de landbouw.<br />
GROENE VINGERS BINNEN DE KERNEN<br />
Er wordt naar gestreefd om ter hoogte van de dorpskernen de kasteeldomeinen en beekvalleien<br />
via groene vingers tot in deze kernen te laten doordringen. Op deze manier wordt de ruimtelijke<br />
relatie tussen de landelijke kernen en de omliggende open ruimte verder benadrukt.<br />
KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN-OPEN RUIMTECORRIDORS<br />
Openruimtecorridors kunnen de verbinding tussen diverse openruimtegebieden realiseren. Dit is<br />
voornamelijk noodzakelijk waar belangrijke lijninfrastructuren de relatie tussen diverse gebieden<br />
bemoeilijkt.<br />
Binnen de open ruimte dient aandacht te gaan naar kleine landschapelementen e.d. Deze<br />
elementen vormen waar mogelijk verbindingen en verfijnen het natuurlijk netwerk dat via de<br />
beekstructuur wordt uitgebouwd.<br />
KASTEELPARKEN<br />
In de gemeente komen zes kastelen voor. Het betreft:<br />
- het kasteel de Ghellinck d’Elseghem te Wannegem-Lede<br />
- het kasteel della Faille d’Huysse te Lozer<br />
- het kasteel Aaishove te <strong>Kruishoutem</strong><br />
- het kasteel Casier te Nokere<br />
- het kasteel de Bonneval te Nokere<br />
- het kasteel Herlegem, gelegen tussen de Waregemsesteenweg en de E 17<br />
Deze kastelen met bijhorende parkdomeinen zijn markante elementen in het landschap van<br />
<strong>Kruishoutem</strong>. De kasteelparken vormen belangrijke schakels in de natuurlijke structuur en dienen<br />
verder behouden en beschermd te worden (deze kasteelparken werden reeds op het<br />
gewestplan ingetekend als parkgebied).<br />
ARCHEOLOGISCHE ERFGOEDWAARDEN<br />
Het inrichten van de ruimte kan (soms onbewust) gepaard gaan met het verlies van<br />
archeologische erfgoedwaarden, waarmee ook de informatie die deze dragen, verloren gaat.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
13
Er dient voldoende aandacht besteed te worden aan de archeologische site <strong>Kruishoutem</strong>-<br />
Kapellekouter waar in het verleden talrijke vondsten uit verschillende periodes werden gedaan.<br />
WATERTOETS<br />
Naar aanleiding van de ruimtelijke uitvoeringsplannen die voortvloeien uit het GRS dient steeds de<br />
nodige aandacht besteed te worden aan de watertoets, voorzien in artikel 8 van het decreet van<br />
18 juli 2003, betreffende het algemene waterbeleid.<br />
Er zijn thans geen ruimtelijke acties voorzien die haaks staan op dit waterbeleid.<br />
3.1.1.3 Uitwerking gewenste natuurlijke structuur<br />
Hoewel Gewest en provincie grotendeels bevoegd zijn voor de afbakening van de gebieden van<br />
de natuurlijke structuur, worden vanuit de gemeente de in de onderstaande tabel vermelde<br />
ontwikkelingsopties gehanteerd met betrekking tot de natuurlijke structuur. Per deelgebied<br />
worden elementen voorgesteld voor de gewenste ontwikkeling ten behoeve van de<br />
natuurfunctie. Hierbij wordt ook rekening gehouden met randvoorwaarden die gesteld worden<br />
vanuit andere functies.<br />
Zone* Gewenste ontwikkeling Beleidsvoorwaarden<br />
Kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende<br />
ambachtelijke zone (1), Kern Marolle (2),<br />
Kern Lozer (5), Kern Nokere (3) en kern<br />
Wannegem-Lede (4)<br />
de industriezone langs de E 17 en de<br />
omgeving van het op- en afrittencomplex<br />
(9)<br />
het noordelijk van de E 17 gelegen open<br />
ruimtegebied (6)<br />
het openruimte gebied zuidelijk van de E<br />
17 en westelijk van de dorpskern<br />
<strong>Kruishoutem</strong> (7)<br />
het openruimte gebied zuidelijk van de E<br />
17 en oostelijk van de dorpskern van<br />
<strong>Kruishoutem</strong> (8)<br />
- benadrukken van de<br />
aanwezigheid van de<br />
beekvalleien in de<br />
dorpskernen waar mogelijk<br />
- aandacht voor groen in de<br />
kernen<br />
- behoud en bescherming<br />
kasteeldomeinen<br />
- beschermen en<br />
natuurgericht beheren van<br />
bestaande groenelementen<br />
- aanplant van<br />
perceelsrandbegroeiïngen<br />
en erfbeplanting stimuleren<br />
- behoud van het zicht op de<br />
openruimte vanuit de<br />
bebouwde kernen<br />
- integreren beekvallei van<br />
de Zouwbeek ten opzichte<br />
van het bedrijventerrein,<br />
b.v. via een extra<br />
inbuffering<br />
- nastreven van<br />
landschappelijke integratie<br />
van de bebouwing<br />
- beschermen van de<br />
beekvalleien<br />
- landschapsopbouw door<br />
aanplant van KLE<br />
- nastreven van<br />
landschappelijke integratie<br />
van de bebouwing<br />
- beschermen van de<br />
beekvalleien<br />
- landschapsopbouw door<br />
aanplant van KLE<br />
- agrarisch natuurbeheer<br />
stimuleren<br />
- landschappelijke integratie<br />
van de bebouwing<br />
- beschermen van de<br />
- verlenen van gemeentelijke<br />
subsidies en advies voor het<br />
aanplanten en het<br />
onderhoud van KLE’s<br />
- suggestie aan de provinciale<br />
overheid voor de opmaak<br />
van een RUP teneinde de<br />
ruimtelijke randvoorwaarden<br />
te creëren voor een betere<br />
integratie van deze beekvallei<br />
met het bedrijventerrein<br />
- onderzoeken mogelijkheden<br />
om de ontwikkelingsperspectieven<br />
te realiseren<br />
hetzij via de opmaak van<br />
gemeentelijke rups<br />
(eventueel aanvullend op<br />
gewestelijke of provinciale<br />
rups), hetzij via<br />
beheersovereenkomsten e.d.<br />
- onderzoeken mogelijkheden<br />
om de ontwikkelingsperspectieven<br />
te realiseren<br />
hetzij via de opmaak van<br />
gemeentelijke rups<br />
(eventueel aanvullend op<br />
gewestelijke of provinciale<br />
rups), hetzij via<br />
beheersovereenkomsten e.<br />
- suggestie tot opmaak van<br />
gewestelijke of provinciale<br />
rups in het kader van het VEN,<br />
de<br />
natuurverbindingsgebieden<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
14
eekvalleien<br />
- behoud van het Kordaalbos<br />
- speciale aandacht voor de<br />
omgeving van het Lozerbos<br />
- landschapsopbouw door<br />
aanplant van KLE<br />
Uitwerking gewenste natuurlijke en landschappelijke structuur<br />
* de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden<br />
3.1.2 Gewenste agrarische structuur<br />
3.1.2.1 Ontwikkelingsopties<br />
en de ecologische<br />
infrastructuur van<br />
bovenlokaal belang<br />
- leggen van eigen accenten<br />
via gemeentelijke rups als<br />
aanvulling op de bovenlokale<br />
rups afhankelijk van de<br />
inhoud van de bovenlokale<br />
rups<br />
- verdere uitwerking<br />
landinrichtingsproject met<br />
betrekking tot de omgeving<br />
van het Lozerbos<br />
(bosuitbreiding op vrijwillige<br />
basis)<br />
- onderzoek mogelijkheden<br />
beheersovereenkomsten<br />
De landbouw is één van de essentiële functies van het buitengebied en dient voldoende<br />
ontwikkelingskansen te krijgen. Deze dienen uiteraard overeen te stemmen met de<br />
vooropgestelde algemene ruimtelijke principes van de gemeente. Voor de landbouw te<br />
<strong>Kruishoutem</strong> worden volgende ontwikkelingsperspectieven vooropgesteld:<br />
- het scheppen van ruimtelijke zekerheid voor de land- en tuinbouw<br />
- voldoende omvangrijke aaneengesloten arealen voor de land- en tuinbouw voorbehouden<br />
met aandacht voor agrarische differentiatie<br />
- optimaal afstemmen van de landbouwfunctie met de andere functies in de open ruimte<br />
- het ruimtelijk-structureel versterken van het agrarisch gebied<br />
- het voeren van een coherent beleid t.a.v. de verbrede taakstelling van de land- en tuinbouw<br />
3.1.2.2 Ruimtelijke beleidselementen<br />
ALGEMEEN<br />
Er kunnen met betrekking tot de agrarische structuur verschillende gebiedsgerichte<br />
beleidscategorieën onderscheiden worden. Voor <strong>Kruishoutem</strong> worden volgende categorieën<br />
voorgesteld:<br />
- gebieden waar de landbouw nog relatief autonoom kan ontwikkelen; vanuit de interne<br />
dynamieken in de landbouwsector<br />
- overgangsgebied naar het landschappelijk waardevol open landbouwgebied<br />
- de landschappelijk waardevolle open landbouwgebieden, landbouw is er eveneens<br />
hoofdfunctie doch dient meer rekening te houden met landschap en natuur<br />
- glastuinbouwzone<br />
Verderop worden aan deze verschillende gebieden beleidsopties verbonden. Deze beleidsopties<br />
kunnen naar aanleiding van de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen steeds verfijnd en<br />
aangevuld worden en dienen beschouwd te worden als algemene principes met betrekking tot<br />
het ruimtelijk beleid binnen deze gebieden. Afwijkingen van deze principes blijven dan ook<br />
mogelijk rekening houdende met specifieke ruimtelijke problemen, deze afwijkingen mogen wel<br />
de algemene inrichtingsprincipes met betrekking tot deze gebieden niet hypothekeren.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
15
ENKELE DEFINITIES<br />
In het RSV wordt aangegeven dat een differentiatie naar agrarische bebouwingsmogelijkheden<br />
aangewezen is. Deze wordt niet afgebakend op Vlaams niveau. Het is de bedoeling om deze<br />
differentiatie op gemeentelijk niveau verder uit te werken.<br />
Vooraleer over te gaan tot de verschillende beleidscategorieën is het nodig om duidelijkheid te<br />
scheppen m.b.t. de te hanteren definities rond agrarische activiteiten.<br />
Er worden 5 agrarische activiteiten onderscheiden (definities RSV):<br />
- Agrarisch bedrijf: een bedrijf dat dierlijke of plantaardige producten voortbrengt voor de<br />
markt. Dergelijke bedrijven zijn grondgebonden of grondloos en oefenen beroepsmatig de<br />
landbouwactiviteit uit. Op het bedrijf kan een beperkte toeleverende of verwerkende<br />
activiteit voorkomen op voorwaarde dat de relatie met de landbouwactiviteit op het bedrijf<br />
substantieel is voor het voortbestaan van de toeleverende of verwerkende activiteit.<br />
Voorbeelden zijn verkoop van hoeveproducten, bewerken van eigen producten, eigen<br />
mestverwerking, hoevetoerisme.<br />
- Lokale toeleverende en verwerkende bedrijven: een bedrijf dat de toelevering van de<br />
landbouwgrondstoffen noodzakelijk voor of de verwerking van landbouwproducten afkomstig<br />
van de beroepslandbouwactiviteiten in de omgeving verzorgen. Ze zijn klein van omvang en<br />
sluiten qua schaal aan bij de omgeving. Voorbeelden zijn een lokaal conditioneringsbedrijf<br />
voor verse producten, lokale loonwerkers, kleinschalige mestverwerking.<br />
- Regionale toeleverende en verwerkende bedrijven: bedrijven die de toelevering van de<br />
landbouwgrondstoffen noodzakelijk voor of de verwerking van landbouwproducten afkomstig<br />
van de beroepslandbouwactiviteiten in de regio verzorgen. Voorbeelden zijn veevoeder- en<br />
meststoffenfabrieken, slachthuizen, vleeswarenfabrieken, conservenbedrijven,<br />
groothandelsmarkten, grootschalige mestverwerking.<br />
- Kleinhandels- en dienstverlenende bedrijven: bepaalde kleinhandelsbedrijven kunnen land-<br />
en tuinbouwproducten en/of grondstoffen verdelen. Zij onderscheiden zich van de<br />
toeleverende en verwerkende bedrijven doordat ze niet exclusief op de beroepslandbouw<br />
gericht zijn. Voorbeelden zijn tuincentra. Bepaalde vormen van dienstverlening zijn evenmin<br />
exclusief op de beroepslandbouw gericht. Voorbeelden zijn veeartsen, centra voor<br />
kunstmatige inseminatie, proefbedrijven, dierenklinieken, dierenasielen.<br />
- Toeristisch-recreatieve bedrijven: bepaalde toeristisch-recreatieve bedrijven in het<br />
buitengebied kunnen dierlijke of plantaardige producten voortbrengen, evenwel niet voor de<br />
markt. Zij hebben in de eerste plaats een verzorgend karakter ten aanzien van toerisme en<br />
recreatie. Voorbeelden zijn kinderboerderijen, manèges, paardenrenbanen, dierentuinen,<br />
plattelandstoerisme.<br />
Een beheersovereenkomst is een contractuele verbintenis die op vrijwillige basis wordt afgesloten<br />
tussen bv. de overheid en een landbouwer in hoofd- of nevenberoep. De bedoeling van de<br />
overeenkomst is aan landbouwers de kans te bieden om op een gestructureerde wijze mee te<br />
helpen aan het behoud en de verbetering van landschaps- en natuurwaarden. Als<br />
tegenprestatie voor hun inspanning dienen de betrokkenen een verantwoorde volwaardige<br />
vergoeding te ontvangen, die enerzijds de misgelopen opbrengst vergoedt en anderzijds ook de<br />
uitgevoerde arbeid.<br />
RUIMTELIJK BELEID IN DE GEBIEDEN WAAR DE LANDBOUW NOG RELATIEF AUTONOOM KAN<br />
ONTWIKKELEN<br />
Het gaat om agrarische gebieden met verspreide bebouwing. Naast landbouw (de hoofdfunctie)<br />
komen ook andere functies voor zoals wonen, niet-agrarische bedrijven, recreatie en<br />
infrastructuur. Deze functies zijn echter ondergeschikt aan de landbouwfunctie. De<br />
multifunctionaliteit van een dergelijk landbouwgebied zorgt er evenwel voor dat de ruimte zo<br />
efficiënt mogelijk moet benut worden en dat er vanuit de diverse functies eisen moeten gesteld<br />
worden aan de kwaliteit van het milieu.<br />
Een deel van deze gebieden kan prioritair behouden blijven voor de landbouw. Daar moeten<br />
andere functies of activiteiten die de landbouw kunnen belemmeren worden geweerd. Een<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
16
uitzondering dient evenwel gemaakt worden voor bepaalde elementen die van belang zijn voor<br />
de ontwikkeling van de natuurlijke structuur zoals natuurverbindingsgebieden e.d.<br />
Het noordelijk van de E 17 gelegen landbouwgebied wordt weerhouden als gebied waar de<br />
landbouw nog relatief autonoom kan ontwikkelen. Dit landbouwgebied wordt door de<br />
aanwezigheid van de E 17 afgescheiden van de rest van het landbouwgebied te <strong>Kruishoutem</strong> en<br />
heeft in tegenstelling tot het zuidelijke <strong>gedeelte</strong> van de E 17 een lagere landschappelijke waarde.<br />
Agrarische bedrijven<br />
bestaande bedrijven uitbreiding is mogelijk, wanneer verenigbaar met de landbouwstructuur<br />
en andere functies van het gebied<br />
nieuwe bedrijven toegelaten mits volwaardig agrarisch bedrijf en verenigbaar met de<br />
landbouwstructuur en andere functies binnen het gebied<br />
Toeleverende en verwerkende bedrijven<br />
bestaande bedrijven uitbreiding is mogelijk, mits deze activiteit een beperkte ruimtelijke<br />
dynamiek heeft<br />
nieuwe bedrijven niet toegelaten met uitzondering van bedrijven die een beperkte<br />
ruimtelijke impact hebben en als functiewijziging van een bestaande<br />
bedrijfszetel, enkel lokale toeleverende en verwerkende bedrijven<br />
toegelaten<br />
Kleinhandels- en dienstverlenende<br />
bedrijven<br />
bestaande bedrijven verdere ontwikkeling binnen de bestaande gebouwen is mogelijk<br />
wanneer de activiteit verenigbaar is met de landbouwstructuur en<br />
andere functies en van lokaal belang is<br />
nieuwe bedrijven niet toegelaten, kleinhandel- en dienstverlenende bedrijvigheid dient<br />
zich in de eerste plaats in de kernen te situeren, een uitzondering kan<br />
gemaakt worden voor een activiteit die voorzien wordt in een<br />
bestaande (leeggekomen) bedrijfszetel en indien de impact op de<br />
ruimte beperkt is en de activiteit in relatie staat met het agrarisch<br />
gebied (zie bovenstaande definitie).<br />
Toeristisch-recreatieve infrastructuur<br />
bestaande bedrijven uitbreiding mogelijk mits verenigbaar met de landbouwstructuur en<br />
andere functies binnen het gebied en op voorwaarde dat het gaat om<br />
laagdynamische, aan het buitengebied gekoppelde recreatieve<br />
functies<br />
nieuwe bedrijven enkel in een bestaande bedrijfszetel, mits verenigbaar met de<br />
landbouwstructuur en andere functies binnen het gebied en op<br />
voorwaarde dat het gaat om laagdynamische, aan het buitengebied<br />
gekoppelde recreatieve functies<br />
ruimtelijk beleid in de gebieden waar de landbouw nog relatief autonoom kan ontwikkelen, Gebaseerd op:<br />
Provincie Oost-Vlaanderen, Dienst Land- en Tuinbouw, Studie Landelijk Gebied deel III<br />
RUIMTELIJK BELEID IN HET OVERGANGSGEBIED NAAR HET LANDSCHAPPELIJK WAARDEVOL OPEN<br />
LANDBOUWGEBIED<br />
Dit gebied ligt ten zuiden van de E 17 en ten westen van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong>. Dit<br />
gebied kent een beperkte versnippering door de aanwezige bebouwing (deze is echter<br />
beperkter dan ten noorden van de E 17). Er zijn in dit gebied minder waardevolle elementen<br />
aanwezig dan het zuidelijke gebied ten oosten van de dorpskern (waar zich ankerplaatsen,<br />
relictzones, … bevinden).<br />
De landbouw vormt de hoofdfunctie in dit gebied, doch er is reeds meer aandacht nodig voor<br />
het landschap dan in het gebied waar de landbouw zich nog relatief autonoom kan ontwikkelen.<br />
Agrarische bedrijven<br />
bestaande bedrijven uitbreiding is mogelijk, wanneer verenigbaar met de landbouwstructuur<br />
en andere functies van het gebied, er dient speciale aandacht te<br />
gaan naar de inpassing in het landschap<br />
nieuwe bedrijven toegelaten mits volwaardig agrarisch bedrijf en verenigbaar met de<br />
landbouwstructuur en andere functies binnen het gebied, er dient<br />
speciale aandacht te gaan naar de inpassing in het landschap, nieuwe<br />
bedrijven worden enkel toegelaten in de onmiddellijke omgeving van<br />
bestaande bebouwing<br />
Toeleverende en verwerkende bedrijven<br />
bestaande bedrijven uitbreiding is mogelijk, mits deze activiteit een beperkte ruimtelijke<br />
dynamiek heeft, er dient speciale aandacht te gaan naar de inpassing<br />
in het landschap<br />
nieuwe bedrijven niet toegelaten met uitzondering van bedrijven die een beperkte<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
17
uimtelijke impact hebben en als functiewijziging van een bestaande<br />
bedrijfszetel, enkel lokale toeleverende en verwerkende bedrijven<br />
toegelaten<br />
Kleinhandelsbedrijven<br />
en dienstverlenende<br />
bestaande bedrijven verdere ontwikkeling binnen de bestaande gebouwen is mogelijk<br />
wanneer de activiteit verenigbaar is met de landbouwstructuur en<br />
andere functies en van lokaal belang is, er dient speciale aandacht te<br />
gaan naar de inpassing in het landschap<br />
nieuwe bedrijven<br />
Toeristisch-recreatieve infrastructuur<br />
niet toegelaten, kleinhandel- en dienstverlenende bedrijvigheid dient<br />
zich in de eerste plaats in de kernen te situeren, een uitzondering kan<br />
gemaakt worden voor een activiteit die voorzien wordt in een<br />
bestaande (leeggekomen) bedrijfszetel en indien de impact op de<br />
ruimte beperkt is en de activiteit in relatie staat met het agrarisch<br />
gebied (zie bovenstaande definitie).<br />
bestaande bedrijven uitbreiding mogelijk mits verenigbaar met de landbouwstructuur en<br />
andere functies binnen het gebied en op voorwaarde dat het gaat om<br />
laagdynamische, aan het buitengebied gekoppelde recreatieve<br />
functies, er dient speciale aandacht te gaan naar de inpassing in het<br />
landschap<br />
nieuwe bedrijven enkel in een bestaande bedrijfszetel, mits verenigbaar met de<br />
landbouwstructuur en andere functies binnen het gebied en op<br />
voorwaarde dat het gaat om laagdynamische, aan het buitengebied<br />
gekoppelde recreatieve functies<br />
ruimtelijk beleid in de gebieden waar de landbouw nog relatief autonoom kan ontwikkelen, Gebaseerd op:<br />
Provincie Oost-Vlaanderen, Dienst Land- en Tuinbouw, Studie Landelijk Gebied deel III<br />
RUIMTELIJK BELEID IN DE LANDSCHAPPELIJK WAARDEVOLLE OPEN LANDBOUWGEBIEDEN<br />
Het betreft de open landbouwgebieden met verspreide bedrijfszetels en weinig andere<br />
bebouwing. Het grondgebruik is in hoofdzaak agrarisch en de gebieden hebben landbouwkundig<br />
een goede structuur: grotere kavels, beperkte versnippering, enz. Naast de landbouwkundige<br />
waarde hebben de gebieden een belangrijke rol te vervullen in het vrijwaren van de open ruimte.<br />
Omwille van de landschappelijke waarde van deze gebieden, is het belangrijk dat de land- en<br />
tuinbouwers hier bijzondere aandacht besteden aan de landschappelijke integratie van de<br />
(bedrijfs)gebouwen. Een belangrijk instrument hiervoor is de erfbeplanting. Ook het onderhoud en<br />
de ontwikkeling van kleine landschapselementen, kan de landschappelijke waarde van het<br />
gebied ondersteunen.<br />
De gemiddelde bebouwingsgraad mag in de toekomst niet toenemen. Nieuwe bedrijven worden<br />
verwezen naar bestaande bedrijfszetels waar de bedrijfsvoering wordt stopgezet.<br />
In de toekomst blijven agrarische activiteiten de hoofdfunctie binnen dit gebied.<br />
Functies, activiteiten en externe invloeden die de grondgebonden landbouw ernstig kunnen<br />
belemmeren, moeten worden geweerd. Een uitzondering dient evenwel gemaakt worden voor<br />
bepaalde elementen die van belang zijn voor de ontwikkeling van de natuurlijke structuur zoals<br />
natuurverbindingsgebieden e.d.<br />
Het landbouwgebied zuidoostelijk van de E 17 wordt beschouwd als landschappelijk waardevol<br />
open landbouwgebied. Een belangrijk deel van dit gebied maakt reeds deel uit van een<br />
relictzone en of een ankerplaats (voornamelijk het gebied ten zuiden van <strong>Kruishoutem</strong> en de<br />
omgeving van de Lozerbossen). Er bevinden zich ook tal van beschermde monumenten en<br />
landschappen in dit gebied.<br />
Dit gebied werd door de provincie geselecteerd als open ruimte dat de functie van<br />
natuurverbindingsgebied heeft.<br />
Agrarische bedrijven<br />
bestaande bedrijven uitbreiding is mogelijk, wanneer verenigbaar met de landbouwstructuur<br />
en andere functies van het gebied en deze ruimtelijk aansluit op de<br />
bestaande bebouwingsstructuur en deze geen bijkomende dynamiek<br />
teweeg brengt,<br />
speciale aandacht dient te gaan naar landschappelijke integratie<br />
nieuwe bedrijven niet toegelaten tenzij in een bestaande bedrijfszetel<br />
Toeleverende en verwerkende bedrijven<br />
bestaande bedrijven enkel beperkte uitbreidingen zijn toegelaten<br />
nieuwe bedrijven niet toegelaten, een uitzondering kan gemaakt worden voor zeer laagdynamische<br />
activiteiten zoals b.v. lokale loonwerkers en als deze zich<br />
ook in een bestaande bedrijfszetel vestigen<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
18
Kleinhandels- en dienstverlenende<br />
bedrijven<br />
bestaande bedrijven verdere ontwikkeling binnen de bestaande gebouwen is mogelijk<br />
wanneer de activiteit verenigbaar is met de landbouwstructuur en<br />
andere functies en van lokaal belang is<br />
nieuwe bedrijven niet toegelaten, kleinhandel- en dienstverlenende bedrijvigheid dient<br />
zich in de eerste plaats in de kernen te situeren, een uitzondering kan<br />
gemaakt worden voor een activiteit die voorzien wordt in een<br />
bestaande (leeggekomen) bedrijfszetel en indien de impact op de<br />
ruimte beperkt is en de activiteit in relatie staat met het agrarisch<br />
gebied (zie bovenstaande definitie).<br />
Toeristisch-recreatieve infrastructuur<br />
bestaande bedrijven uitbreiding mogelijk, mits verenigbaar met de landbouwstructuur en<br />
andere functies binnen het gebied en op voorwaarde dat het gaat om<br />
laagdynamische, aan het buitengebied gekoppelde lokale recreatieve<br />
functies<br />
nieuwe bedrijven (<strong>gedeelte</strong>lijke) omvorming van een agrarisch, een toeleverend en<br />
verwerkend of een kleinhandels- en dienstverlenend bedrijf tot een<br />
dergelijke infrastructuur mogelijk, mits verenigbaar met de<br />
landbouwstructuur en andere functies binnen het gebied en op<br />
voorwaarde dat het gaat om laagdynamische, aan het buitengebied<br />
gekoppelde lokale recreatieve functies<br />
ruimtelijk beleid in de open gebieden, Gebaseerd op: Provincie Oost-Vlaanderen, Dienst Land- en Tuinbouw, Studie<br />
Landelijk Gebied deel III<br />
RUIMTELIJK BELEID IN GLASTUINBOUWZONE<br />
De gemeente suggereert aan de provincie om dit gebied op te nemen als een bovenlokale<br />
glastuinbouwzone.<br />
Dit gebied sluit aan op een bedrijventerrein (op het grondgebied van Deinze) en er bevindt zich<br />
reeds in het noorden van dit gebied een glastuinbouwbedrijf en een provinciaal proefcentrum. In<br />
dit gebied bevinden zich geen belangrijke natuurwaarden noch landschappen.<br />
Agrarische bedrijven<br />
Bestaande bedrijfszetels uitbreiding is toegelaten wanneer dit verenigbaar is met de<br />
landbouwstructuur en de andere functies van het gebied<br />
nieuwe bedrijfszetels niet toegelaten met uitzondering van glastuinbouwbedrijven<br />
Toeleverende en verwerkende bedrijven<br />
bestaande bedrijfszetels uitbreiding is niet toegelaten<br />
nieuwe bedrijfszetels niet toegelaten<br />
Kleinhandels- en dienstverlenende<br />
bedrijven<br />
bestaande bedrijfszetels uitbreiding is niet toegelaten<br />
neuwe bedrijfszetels niet toegelaten<br />
Toeristisch-recreatieve infrastructuur<br />
bestaande bedrijven uitbreiding is niet toegelaten<br />
nieuwe bedrijven niet toegelaten<br />
ruimtelijk beleid in de tuinbouwzone, Gebaseerd op: Provincie Oost-Vlaanderen, Dienst Land- en Tuinbouw, Studie<br />
Landelijk Gebied deel III<br />
Indien deze zone niet wordt opgenomen door de provincie als glastuinbouwzone dan gelden de<br />
richtlijnen die geformuleerd werden bij de gebieden waar de landbouw nog relatief autonoom<br />
kan ontwikkelen.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
19
3.1.2.3 Uitwerking gewenste agrarische structuur<br />
Rekening houdend met de ontwikkelingsmogelijkheden van de agrarische sector, de eisen die<br />
gesteld worden vanuit andere functies in de verschillende beleidscategorieën en op basis van de<br />
bodemgeschiktheid wordt voor <strong>Kruishoutem</strong> volgende differentiatie van de agrarische structuur<br />
voorgesteld.<br />
Zone* Gewenste ontwikkeling Beleidsvoorwaarden<br />
Kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende<br />
ambachtelijke zone (1), Kern Marolle (2),<br />
Kern Lozer (5), Kern Nokere (3) en kern<br />
Wannegem-Lede (4)<br />
de industriezone langs de E 17 en de<br />
omgeving van het op- en afrittencomplex<br />
(9)<br />
het noordelijk van de E 17 gelegen open<br />
ruimtegebied (6)<br />
het openruimte gebied zuidelijk van de E<br />
17 en westelijk van de dorpskern<br />
<strong>Kruishoutem</strong> (7)<br />
het openruimte gebied zuidelijk van de E<br />
17 en oostelijk van de dorpskern van<br />
<strong>Kruishoutem</strong> (8)<br />
- verwevenheid tussen<br />
wonen en<br />
landbouwbedrijven wordt<br />
nagestreefd<br />
- voorbehouden voor<br />
economische bedrijvigheid<br />
Gebied noordelijk van de E 17<br />
- concentratie van<br />
glastuinbouw<br />
Gebied noordwestelijk van de E<br />
17<br />
- landbouw met flexibiliteit in<br />
teelten<br />
- grondgebonden landbouw<br />
met flexibiliteit van teelten<br />
- grondgebonden landbouw<br />
met flexibiliteit van teelten<br />
- aandacht voor<br />
landschappelijke integratie<br />
- verdere ontwikkeling<br />
bosgebied op vrijwillige<br />
basis<br />
Uitwerking gewenste agrarische structuur<br />
* de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden<br />
- geen overschrijding van de<br />
draagkracht van het gebied<br />
- geen verstoring van het<br />
wonen (door de landbouw)<br />
- op termijn eventueel<br />
omzetting resterend<br />
landbouwgebied naar<br />
bedrijventerrein<br />
Gebied noordelijk van de E 17<br />
- suggestie tot opstellen<br />
provinciaal RUP voor het<br />
afbakenen van de<br />
glastuinbouwzone<br />
Gebied noordwestelijk van de E 17<br />
- richtlijnen volgens gebieden<br />
waar de landbouw nog<br />
relatief autonoom kan<br />
ontwikkelen<br />
- richtlijnen volgens het<br />
overgangsgebied naar het<br />
landschappelijk waardevol<br />
open landbouwgebied<br />
- richtlijnen volgens<br />
landschappelijke<br />
waardevolle open<br />
landbouwgebieden<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
20
3.2 Gewenste nederzettingsstructuur<br />
(zie kaart 3)<br />
3.2.1 Ontwikkelingsopties<br />
Voor de nederzettingsstructuur te <strong>Kruishoutem</strong> worden volgende ontwikkelingsopties voorgesteld:<br />
- verdere uitbouw van <strong>Kruishoutem</strong> als hoofddorp met binnen de kern een bundeling van een<br />
aantal voorzieningen aangevuld door de woonkernen Lozer en Marolle<br />
- een woonbeleid gericht op kernversterking<br />
- aandacht voor sociale huur- en koopwoningen<br />
- streven naar een differentiatie van woonprojecten<br />
- het verhogen van de woonkwaliteit en het aangenamer maken van de woonomgeving<br />
- het realiseren van structureel samenhangende invullingen in het bestaande weefsel<br />
- het bieden van rechtszekerheid aan zonevreemde woningen<br />
3.2.2 Deelgebieden van de gewenste nederzettingsstructuur<br />
Door de provincie werd een hiërarchie van de kernen vorm gegeven. Er wordt een onderscheid<br />
gemaakt tussen volgende woonvormen:<br />
Hoofddorp<br />
Het hoofddorp is de groeipool van de nederzettingsstructuur van het buitengebied, waar de<br />
lokale groei inzake wonen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid gebundeld wordt. 6<br />
De kern <strong>Kruishoutem</strong> werd door de provincie geselecteerd als hoofddorp.<br />
Het hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong> kan versterkt worden. Er wordt voor geopteerd om de vrije<br />
bouwkavels (bestaande juridische voorraad) prioritair in te vullen. De na te streven<br />
woningdichtheid in het kerngebied bedraagt 15 woningen per ha. De drie resterende<br />
woonuitbreidingsgebieden worden behouden – rekening houdende met de woonbehoeftestudie<br />
kunnen deze voorlopig nog niet aangesneden worden. De verschillende nog aanwezige<br />
binnengebieden (in woongebied of analoog, bestaande juridische voorraad) kunnen<br />
aangesneden worden. De gemeente zal onderzoeken of er een mogelijkheid is om hier ook<br />
sociale woningbouw aan te koppelen.<br />
Specifieke aandacht in deze kern dient uit te gaan naar de renovatie van bestaande woningen.<br />
In het hoofddorp dient een kwaliteitsvolle ruimte gecreëerd te worden met een duidelijke<br />
centrumafbakening.<br />
Teneinde de mogelijkheid te bieden aan deze kern om zich verder te versterken, kunnen binnen<br />
deze kern ook meergezinswoningen toegelaten worden.<br />
Woonkern<br />
Woonkernen hebben een woonfunctie binnen de gemeente. Ze staan in voor opvang en<br />
bundeling van de eigen groei van de kern en (een deel van) de bijkomende woonbehoeften die<br />
ontstaan in de verspreide bebouwing in de gemeente. Het voorzieningenniveau is gericht op de<br />
ondersteuning van de woonfunctie. 7<br />
In <strong>Kruishoutem</strong> werden Lozer en Marolle door de provincie geselecteerd als woonkern.<br />
Teneinde de mogelijkheid te bieden aan deze kernen om zich verder te versterken, kunnen<br />
binnen deze kernen ook meergezinswoningen toegelaten worden.<br />
Naast de bovenstaande selectie die door de provincie werd voorgesteld, worden door de<br />
gemeente de overige kernen geselecteerd als kern-in-het-buitengebied.<br />
6 Bron: Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen, maart 2004<br />
7 Bron: Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen, maart 2004<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
21
Kern-in-het-buitengebied<br />
De beleidscategorie ‘kern in het buitengebied’ duidt op de respectievelijke woonclusters en<br />
concentraties van bebouwing die een duidelijke kernfunctie vervullen in het buitengebied, doch<br />
niet werden geselecteerd als hoofddorp of woonkern. Aldus kan bij een kern in het buitengebied<br />
geen bijkomende oppervlakte voorzien worden voor het opvangen van de gemeentelijke<br />
taakstelling inzake wonen en/of bedrijvigheid. Het begrip kern in het buitengebied is aldus een<br />
beleidsbegrip en –categorie. Het begrip ‘kern in het buitengebied’ verschilt van het begrip ‘kern<br />
van het buitengebied’ gehanteerd binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Deze laatste<br />
duidt op de gehele verzameling van nederzettingskernen, geselecteerd als woonkern of<br />
hoofddorp. (bron: Provincie Vlaams-Brabant, PRS Vlaams-Brabant, 2004<br />
De kernen-in-het-buitengebied vervullen eveneens een woonfunctie binnen de gemeente. De<br />
nadruk ligt op het verhogen van de kwaliteit van de woonomgeving en het landelijk karakter van<br />
deze kernen. Er dient binnen deze kernen gestreefd te worden naar een lagere groei dan deze<br />
die op gemeentelijk niveau aanwezig is. De leefbaarheid van de kern dient steeds in acht worden<br />
genomen. Nieuwe woonontwikkelingen zullen steeds kleinschalig zijn en op schaal van de kern<br />
waartoe ze behoren.<br />
Nokere, Wannegem-Lede en Lede worden beschouwd als kernen-in-het-buitengebied.<br />
De bouw van meergezinswoningen wordt binnen deze landelijke kernen niet gestimuleerd,<br />
rekening houdende met specifieke ruimtelijke situaties zijn evenwel afwijkingen mogelijk (b.v.<br />
omvorming van een oude ruime burgerwoning naar een meergezinswoning of indien voldoende<br />
gemotiveerd kan worden dat meergezinswoningen passen binnen het dorpskarakter van deze<br />
kernen e.d.).<br />
VERSPREIDE BEBOUWING<br />
De overige woningen binnen de gemeente <strong>Kruishoutem</strong> kunnen onderverdeeld worden onder de<br />
noemer verspreide bebouwing. Ze komt voor onder de vorm van linten, kleine woonconcentraties<br />
en geïsoleerde bebouwing. Deze bebouwing kan gesitueerd worden in verschillende gebieden<br />
(naar aanleiding van het gebiedsgericht beleid voor de zonevreemde woningen). Naar gelang<br />
de ruimtelijke context kunnen aan verspreide bebouwing meer of minder mogelijkheden worden<br />
gegeven.<br />
Het zicht op de open ruimte dient zoveel mogelijk gevrijwaard te blijven.<br />
3.2.3 Gewenst beleid met betrekking tot de nederzettingsstructuur<br />
Volgende beleidselementen worden naar voor geschoven teneinde de ontwikkelingsopties te<br />
ondersteunen:<br />
Renovatie of vervangende nieuwbouw van woningen met een lage (woon-)kwaliteit stimuleren<br />
De renovatie of vervangende nieuwbouw van woningen met een lage (woon-)kwaliteit dient<br />
door de gemeente verder ondersteund te worden. Volgende acties worden vanuit de gemeente<br />
voorgesteld:<br />
- belasting op leegstand en verkrotting<br />
- onbewoonbaarverklaring<br />
- het aanleggen van nutsvoorzieningen (waterleiding, riolering,…)<br />
- stimuleringsbeleid (in samenspraak met de eigenaar een oplossing zoeken)<br />
Betrokkenheid van de bevolking<br />
Een belangrijk instrument voor het welslagen van het woonbeleid in een gemeente is de<br />
betrokkenheid van de bevolking. Dit betekent dat de bevolking inspraak krijgt bij woonprojecten<br />
(via het openbaar onderzoek) en dat er informatie verschaft wordt over de mogelijkheden en<br />
maatregelen van het woonbeleid. Het woonbeleid kan niet slagen zonder draagvlak. De<br />
oprichting van een kleinschalige gemeentelijke woonwinkel is hierbij nuttig om informatie en<br />
ondersteuningscampagnes naar de bevolking uit te dragen.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
22
Continue bijsturing van het woonbeleid<br />
Een onderdeel van een actief woonbeleid is een jaarlijkse evaluatie van de woonbehoefte en het<br />
woningaanbod zodat eventuele tussentijdse bijsturingen kunnen gebeuren. Een hulpmiddel hierbij<br />
zijn de diverse gegevens omtrent het woningbestand en de bevolkingsgegevens die de<br />
gemeente zelf aanmaakt of kan opvragen bij hogere instanties of administraties. Een belangrijk<br />
middel voor het uitvoeren van een evaluatie is tevens de inventaris van de onbebouwde<br />
percelen. Via deze inventaris kan nagegaan worden in welke mate de potentiële<br />
bouwmogelijkheden werkelijk bebouwd worden. Van belang zijn eveneens het<br />
vergunningenregister en het plannenregister.<br />
Ontwikkelingsperspectieven voor de binnengebieden.<br />
De binnengebieden behorende bij het hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong> kunnen ontwikkeld worden. Er<br />
wordt hierbij een woondichtheid van 15 woningen per ha nagestreefd.<br />
De binnengebieden behorende respectievelijk bij Nokere en Wannegem dienen gefaseerd<br />
ontwikkeld worden. Bij de realisatie van deze binnengebieden (bestaande juridische voorraad)<br />
dient in de fasering steeds rekening gehouden te worden met een globale visie op deze<br />
binnengebieden teneinde de volledige realisatie en afwerking van deze binnengebieden niet te<br />
hypothekeren.<br />
Er wordt eveneens gestreefd naar een dichtheid van 15 woningen per ha (dit dient wel<br />
beschouwd te worden als een gemiddelde, plaatselijk kunnen bijgevolg meer of minder dichte<br />
gebieden ontwikkeld worden).<br />
Ontwikkelingsperspectieven woonuitbreidingsgebieden<br />
Er is geen behoefte om binnen de planhorizon tot 2007 om de woonuitbreidingsgebieden aan te<br />
snijden zolang het principe van de gesloten bevolkingsprognose in het buitengebied en de<br />
taakstelling vanuit het PRS Oost-Vlaanderen gehandhaafd blijven. De bestaande<br />
woonuitbreidingsgebieden blijven behouden als reservegebieden voor de toekomst. Indien de<br />
planningscontext zou wijzigen zodat deze toch aansnijdbaar zouden worden, dan zullen deze<br />
deels voorbehouden worden ten behoeve van het sociale woonbeleid. Volgende verhoudingen<br />
worden hierbij gehanteerd:<br />
soort grond eigendom<br />
sociale<br />
huurmaatschappij<br />
grond eigendom<br />
sociale<br />
koopmaatschappij<br />
Grond eigendom van<br />
lokale publieke<br />
overheden<br />
(gemeente, OCMW,<br />
kerkfabriek,<br />
intercommunale, …)<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
23<br />
Grond eigendom<br />
privéverkavelaar,<br />
bouwpromotor<br />
sociale<br />
huurwoningen<br />
60 % 25 %<br />
33 % minstens 25 %<br />
sociale<br />
koopwoningen<br />
25 % 60 %<br />
sociale verkaveling 15 % 15 %<br />
33 %<br />
75 %<br />
privé-verkaveling<br />
33 %<br />
Restpercelen in het woonuitbreidingsgebied dienen op korte termijn te worden afgewerkt, de<br />
gemeente maakt hiervan een inventarisatie op.<br />
Voor het toekomstig beleid wordt gesteld dat het woonuitbreidingsgebied ten zuidwesten van de<br />
kern van <strong>Kruishoutem</strong> slechts ontwikkeld zal worden nadat de andere opties uitgeput zijn (de<br />
overige woonuitbreidingsgebieden sluiten ruimtelijk beter aan op de kern).<br />
Streven naar woningdifferentiatie<br />
Het is belangrijk dat in de gemeente rekening wordt gehouden met een gewijzigde behoefte als<br />
gevolg van de gezinsverdunning en de vergrijzing van de bevolking.<br />
De vraag naar goed gelokaliseerde comfortabele kleine woningen zal de komende jaren in<br />
<strong>Kruishoutem</strong> toenemen. Ook het belang van een goede ligging t.o.v. het centrum en openbaar<br />
vervoer zal gelet op de veroudering van de bevolking aan belang winnen.<br />
Het uitwerken van een sociaal woonbeleid
De bestaande projecten inzake sociale huisvesting worden onderschreven. De gemeente zal<br />
verder onderzoeken of er nog bijkomende mogelijkheden zijn voor sociale huisvesting binnen het<br />
bestaande woongebied (of dergelijke). Speciale aandacht dient te gaan naar het voorzien van<br />
sociale huur- en koopwoningen en sociale kavels.<br />
Beleidsopties voor de bestaande goedgekeurde verkavelingen<br />
Er wordt niet geraakt aan de reeds bestaande goedgekeurde verkavelingen. De vooropgestelde<br />
beleidsopties, o.m. inzake na te streven woningdensiteit en inzake het afremmen van nieuwe<br />
woningbouw in agrarisch gebied,…, kunnen geen invloed uitoefenen op reeds afgeleverde<br />
verkavelingsvergunningen.<br />
Een beleid voor de zonevreemde woningen<br />
Op basis van een gedetailleerde inventaris van de zonevreemde woningen zal het<br />
gemeentebestuur een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opmaken waarin de<br />
ontwikkelingsmogelijkheden van al deze woningen worden vastgelegd.<br />
Zonevreemde woningen zijn bestaande woningen die niet in woongebied, woongebied met<br />
landelijk karakter, woonuitbreidingsgebied of goedgekeurde verkavelingen gesitueerd zijn. Deze<br />
woningen maken grotendeels deel uit van de open ruimte structuur.<br />
Voor deze woningen wordt een gebiedsgerichte aanpak uitgewerkt, naar gelang de ligging<br />
binnen de gemeente en de open ruimestructuur in het bijzonder kunnen meer of minder<br />
mogelijkheden aan deze woningen worden gekoppeld. Naast deze gebiedgerichte aanpak<br />
wordt een specifieke aanpak van de zonevreemde cultuurhistorische waardevolle gebouwen en<br />
woningen en een specifieke aanpak van de zonevreemde woningen in kwetsbaar gebied<br />
uitgewerkt.<br />
Naar aanleiding van de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van de<br />
zonevreemde woningen zijn verfijningen en aanvullingen van het onderstaande beleidskader<br />
steeds mogelijk.<br />
Naast de woning zal bij de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan eveneens voldoende<br />
aandacht besteed worden aan de mogelijkheden in de onmiddellijke omgeving van de woning<br />
(tuininfrastructuur, oprit e.d.).<br />
• een specifieke aanpak<br />
AANPAK VAN ZONEVREEMDE CULTUURHISTORISCHE WAARDEVOLLE GEBOUWEN EN WONINGEN<br />
In het kader van de opmaak van het RUP zonevreemde woningen zal de gemeente de<br />
cultuurhistorische gebouwen en woningen inventariseren. Met dit begrip worden enerzijds<br />
woningen en gebouwen bedoeld die door hun voorkomen een essentieel onderdeel vormen van<br />
het landschap. Het betreft enerzijds beschermde monumenten of architecturaal waardevolle<br />
gebouwen, anderzijds betreft het gebouwen eigen aan de agrarische structuur van de gemeente<br />
b.v. oude hoeves met stallen, bijgebouwen, …<br />
Deze woningen en gebouwen kunnen principieel verbouwen, herbouwen of uitbreiden, indien<br />
aan een aantal randvoorwaarden kan voldaan worden. Voorwaarden zijn dat de verbouwing,<br />
herbouw of uitbreiding gebeurt in de geest van het oorspronkelijke gebouw en dat aanvrager kan<br />
aantonen dat naar de omliggende omgeving een belangrijke meerwaarde wordt gerealiseerd. In<br />
het RUP zonevreemde woningen worden deze randvoorwaarden verfijnd naar gelang de<br />
specifieke ruimtelijke context. Ook op het vlak van functies kunnen binnen het RUP zonevreemde<br />
woningen mogelijkheden worden voorzien b.v. het benutten van een stal of dergelijke als<br />
kunstatelier, beperkte kantoorruimte, … teneinde het cultuurhistorisch patrimonium optimaal te<br />
kunnen behouden.<br />
AANPAK ZONEVREEMDE WONINGEN IN KWETSBAAR GEBIED<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
24
Voor de zonevreemde woningen die zich bevinden in kwetsbare gebieden dient in overleg met<br />
de hogere overheid een specifiek ruimtelijk beleid te worden uitgewerkt. Als uitgangspunt wordt<br />
voorgesteld om deze woningen eveneens een maximale rechtszekerheid te bieden en deze bij<br />
voorkeur uit de kwetsbare gebieden te onttrekken. Dit dient echter te gebeuren met voldoende<br />
aandacht voor de kwetsbare gebieden en dit dient dan ook grondig gemotiveerd te worden.<br />
Er dient in overleg met de hogere overheid nagegaan te worden wie bevoegd is om een<br />
ruimtelijk uitvoeringsplan voor deze woningen op te maken.<br />
Uit een eerste inventarisatie blijkt dat de meeste van deze woningen deel uit maken van de<br />
verschillende kasteelparken. Daarnaast komen er nog enkele woningen voor op de rand van het<br />
Lozerbos en zijn er nog enkele geïsoleerde woningen voornamelijk in de omgeving van Nokere.<br />
• een gebiedsgerichte benadering<br />
De gemeente kan onderverdeeld worden in verschillende deelruimten, afhankelijk van de ligging<br />
in elke deelruimte worden hieraan ontwikkelingsperspectieven voor de zonevreemde woningen<br />
verbonden (binnen elke deelruimte worden ook nog enkele verschillen in mogelijke<br />
ontwikkelingsperspectieven aangegeven):<br />
De kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende ambachtelijke zone (deelruimte 1)<br />
Binnen deze deelruimte wordt met betrekking tot het beleid i.v.m. de zonevreemde woningen een<br />
onderscheid gemaakt tussen volgende gebieden<br />
HOOFDDORP<br />
Dit gebied omvat de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> (deelgebied nr. 17).<br />
Voor zonevreemde woningen binnen dit deelgebied kunnen specifieke maatregelen worden<br />
opgesteld voor een goede afwerking van de kern ten opzichte van het omliggende<br />
landbouwgebied. Een herbestemming tot woongebied kan overwogen worden. De bestemming<br />
woongebied heeft als gevolg dat functiewijzigingen mogelijk zijn en er ook<br />
uitbreidingsmogelijkheden zijn rekening houdende met de specifieke ruimtelijke context van deze<br />
woningen. Het is niet de bedoeling om bijkomend woongebied in het buitengebied te realiseren,<br />
dit gaat om het geven van analoge mogelijkheden voor deze huidige zonevreemde woningen<br />
als niet zonevreemde woningen.<br />
KERNUITLOPER<br />
Dit gebied vormt een uitloper van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> langs de Deinsesteenweg<br />
(deelgebied nr. 9). Een deel van dit lint werd reeds ingetekend op het gewestplan als<br />
woongebied met landelijk karakter. Hier bevinden zich naast een woonfunctie ook handel,<br />
bedrijven e.d.<br />
Voor zonevreemde woningen in of aansluitend op dergelijke bebouwing gaat specifieke<br />
aandacht naar de aansluiting van deze woningen op de kernuitloper en naar de afwerking ten<br />
aanzien van het landbouwgebied. De hoofdbestemming van dergelijke woningen dient wonen te<br />
blijven. Naar aanleiding van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten<br />
behoeve van de zonevreemde woningen dient duidelijk opgenomen te worden welke<br />
functiewijzigingen toegelaten zijn.<br />
AMBACHTELIJKE ZONE<br />
In dit gebied bevindt zich de KMO-zone <strong>Kruishoutem</strong> (deelgebied 32). De woonfunctie in dit<br />
gebied dient zoveel mogelijk geënt te zijn op de aanwezige bedrijvigheid (b.v. conciërgewoning,<br />
bedrijfswoning e.d.).<br />
Met betrekking tot de bestaande zonevreemde woningen dient nagegaan te worden naar<br />
aanleiding van de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van<br />
zonevreemde woningen of deze woningen nog deel uit kunnen maken van de bedrijvenzone.<br />
Indien dit niet mogelijk is, dient het beleid zich voornamelijk te richten op een integratie van deze<br />
woonfunctie binnen de bedrijvenzone en op het consolideren van de bestaande toestand – de<br />
hoofdfunctie van dit gebied blijft ambachtelijke zone (mede rekening houdende met<br />
afstandsregels ten opzichte van de bestemming woongebied e.d.). Indien de woningen wel nog<br />
deel uit kunnen maken van de bedrijvenzone, blijven deze opgenomen binnen de bedrijvenzone.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
25
De kern Marolle (deelruimte 2) en de kern Lozer (deelruimte 5)<br />
Deze deelruimten omvatten de respectievelijke dorpskernen van Lozer (deelgebied 12) en Marolle<br />
(deelgebied 7). Deze kernen zijn beide geselecteerd als woonkern.<br />
Voor zonevreemde woningen binnen deze deelgebieden kunnen specifieke maatregelen<br />
worden opgesteld voor een goede afwerking van de kern ten opzichte van het omliggende<br />
landbouwgebied. Een herbestemming tot (landelijk) woongebied kan overwogen worden. De<br />
bestemming woongebied heeft als gevolg dat functiewijzigingen mogelijk zijn en er ook<br />
uitbreidingsmogelijkheden zijn rekening houdende met de specifieke ruimtelijke context van deze<br />
woningen. Het is niet de bedoeling om bijkomend woongebied in het buitengebied te realiseren,<br />
dit gaat om het geven van analoge mogelijkheden voor deze huidige zonevreemde woningen<br />
als niet zonevreemde woningen.<br />
De kernen van Wannegem en Lede (deelruimte 4) en de kern Nokere (deelruimte 3)<br />
Deze deelruimten omvatten de dorpskernen van Wannegem-Lede, Lede en Nokere<br />
(respectievelijk de gebieden 28, 29 en 23). Deze zijn geselecteerd als kern-in-het-buitengebied.<br />
Voor zonevreemde woningen binnen deze deelgebieden kunnen specifieke maatregelen<br />
worden opgesteld voor een goede afwerking van de kern ten opzichte van het omliggende<br />
landbouwgebied. Een herbestemming tot (landelijk) woongebied kan overwogen worden. Het is<br />
niet de bedoeling om bijkomend woongebied in het buitengebied te realiseren, dit gaat om het<br />
geven van analoge mogelijkheden voor deze huidige zonevreemde woningen als niet<br />
zonevreemde woningen.<br />
De bestemming “woongebied” heeft als gevolg dat beperkte functiewijzigingen mogelijk zijn en<br />
er geen specifieke volumebeperkingen worden opgelegd – er dient hierbij rekening gehouden te<br />
worden met de specifieke ruimtelijke context van elke woning. Rekening houdende dat deze<br />
kernen niet geselecteerd zijn als hoofddorp of woonkern zijn de mogelijke functiewijzigingen<br />
beperkt en kan dit enkel in functie van en ten behoeve van de (eigen) kern.<br />
Het noordelijk van de E 17 gelegen open ruimtegebied (deelruimte 6)<br />
Binnen deze deelruimte wordt met betrekking tot het beleid i.v.m. de zonevreemde woningen een<br />
onderscheid gemaakt tussen volgende gebieden<br />
LINTCLUSTER<br />
Dit gebied (deelgebied nr. 2, gebied rond Kruiske-Marolle) wordt gevormd door een cluster van<br />
verschillende linten (waarvan een deel ingetekend is op het gewestplan als woongebied met<br />
landelijk karakter) en verspreide bebouwing.<br />
Dit gebied is sterk versnipperd door bebouwing.<br />
Voor zonevreemde woningen binnen dit deelgebied gaat specifieke aandacht uit naar de<br />
aansluiting van deze woningen op hun omgeving en naar de afwerking ten aanzien van het<br />
landbouwgebied. De hoofdbestemming van dergelijke woningen dient wonen te blijven.<br />
OPEN RUIMTE VERSNIPPERD<br />
Dit bestaat uit de deelgebieden nr. 3 en nr. 1. Deze gebieden kennen een zekere versnippering<br />
door bebouwing doch de open ruimte is nog duidelijk aanwezig.<br />
Het ruimtelijk beleid voor dit gebied is voornamelijk het verbeteren van de woonfunctie,<br />
hoofdzakelijk gericht op het consolideren van de bestaande toestand.<br />
Het openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en westelijk van de dorpskern<br />
<strong>Kruishoutem</strong> (deelruimte 7)<br />
Binnen deze deelruimte wordt met betrekking tot het beleid i.v.m. de zonevreemde woningen een<br />
onderscheid gemaakt tussen volgende gebieden<br />
KERNUITLOPER<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
26
Dit gebied vormt een uitloper van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> langs de Waregemsesteenweg<br />
(deelgebied nr. 20). Dit gebied bestaat uit verschillende kleine lintbebouwingen waarin zich naast<br />
de woonfunctie ook andere functies bevinden.<br />
Voor de zonevreemde woningen gaat specifieke aandacht uit naar de afwerking ten aanzien<br />
van het landbouwgebied. De hoofdbestemming van dergelijke woningen dient wonen te blijven.<br />
Naar aanleiding van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van<br />
de zonevreemde woningen dient duidelijk opgenomen te worden welke functiewijzigingen<br />
toegelaten zijn.<br />
OPEN RUIMTE VERSNIPPERD<br />
Dit bestaat uit de deelgebieden nr. 8, nr. 18, nr. 19, nr. 31. Deze gebieden kennen een zekere<br />
versnippering door bebouwing doch de open ruimte is nog duidelijk aanwezig.<br />
Het ruimtelijk beleid voor dit gebied is voornamelijk het verbeteren van de woonfunctie,<br />
hoofdzakelijk gericht op het consolideren van de bestaande toestand.<br />
Het openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk van de dorpskern van<br />
<strong>Kruishoutem</strong> (deelruimte 8)<br />
Binnen deze deelruimte wordt met betrekking tot het beleid i.v.m. de zonevreemde woningen een<br />
onderscheid gemaakt tussen volgende gebieden<br />
KERNUITLOPER<br />
Dit gebied bestaat uit een uitloper van de dorpskern van Lozer (deelgebied nr. 13, gebied ten<br />
oosten van Lozer) en een uitloper van de dorpskern van Ouwegem (buurgemeente Zingem)<br />
(deelgebied 15).<br />
Dit gebied bestaat uit lintbebouwingen waarin zich naast de woonfunctie ook andere functies<br />
bevinden.<br />
Voor de zonevreemde woningen gaat specifieke aandacht uit naar de afwerking ten aanzien<br />
van het landbouwgebied. De hoofdbestemming van dergelijke woningen dient wonen te blijven.<br />
Naar aanleiding van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van<br />
de zonevreemde woningen dient duidelijk opgenomen te worden welke functiewijzigingen<br />
toegelaten zijn.<br />
LINTCLUSTER<br />
Dit gebied bestaat uit een lintbebouwing en verspreide bebouwing langs de Waregemsestraat.<br />
Binnen dit gebied bevinden zich naast de woonfunctie ook nog een aantal andere functies.<br />
Voor de zonevreemde woningen gaat specifieke aandacht uit naar de afwerking ten aanzien<br />
van het landbouwgebied. De hoofdbestemming van dergelijke woningen dient wonen te blijven.<br />
Naar aanleiding van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van<br />
de zonevreemde woningen dient duidelijk opgenomen te worden welke functiewijzigingen<br />
toegelaten zijn.<br />
OPEN RUIMTE MET LANDSCHAPPELIJKE WAARDE<br />
Voor woningen die deel uit maken van deze gebieden wordt een landschappelijke inpassing<br />
(met behoud van de woonfunctie) vooropgesteld. In het op te maken RUP met betrekking tot de<br />
zonevreemde woningen kunnen bijkomende ruimtelijke randvoorwaarden worden opgelegd<br />
teneinde deze landschappelijke inpassing op een optimale manier te bewerkstelligen.<br />
De industriezone langs de E 17 en de omgeving van het op- en afrittencomplex<br />
(deelruimte 9)<br />
In dit gebied bevindt zich het bedrijventerrein <strong>Kruishoutem</strong>. De woonfunctie in dit gebied dient<br />
zoveel mogelijk geënt te zijn op de aanwezige bedrijvigheid (b.v. conciërgewoning,<br />
bedrijfswoning e.d.). Met betrekking tot de bestaande zonevreemde woningen dient nagegaan<br />
te worden naar aanleiding van de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
27
ehoeve van zonevreemde woningen of deze woningen nog deel uit kunnen maken van de<br />
bedrijvenzone. Indien dit niet mogelijk is, dient het beleid zich voornamelijk te richten op een<br />
integratie van deze woonfunctie binnen de bedrijvenzone en op het consolideren van de<br />
bestaande toestand (doch de hoofdfunctie van het gebied blijft industriegebied, teneinde te<br />
vermijden dat bedrijven in de problemen kunnen geraken met afstandsregels e.d.). Indien de<br />
woningen wel nog deel uit kunnen maken van de bedrijvenzone, blijven deze opgenomen binnen<br />
de bedrijvenzone.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
28
3.2.4 Uitwerking gewenste nederzettingsstructuur<br />
Zone* Gewenste ontwikkeling Beleidsvoorwaarden<br />
Kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende<br />
ambachtelijke zone (1)<br />
Hoofddorp kern <strong>Kruishoutem</strong><br />
- inbreiding en<br />
kernversterking<br />
- kleinschaligheid en gericht<br />
investeren<br />
- voldoende hoge<br />
woondichtheden<br />
- afwerken van<br />
verkavelingen<br />
- creëren van een<br />
aangename<br />
woonomgeving<br />
- uitgeruste woningen voor<br />
bejaarden en<br />
gehandicapten dicht bij de<br />
kern<br />
- aandacht voor variatie in<br />
de woningtypes<br />
- verhogen van het aanbod<br />
sociale woningen via<br />
gerichte projecten<br />
- aandacht voor<br />
meergezinswoningen<br />
Ambachtelijke zone<br />
- versterken van de<br />
bedrijvigheid<br />
Kern Marolle (2) en Kern Lozer (5) Woonkern<br />
- inbreiding en<br />
kernversterking<br />
- kleinschaligheid en gericht<br />
investeren<br />
- afwerken van<br />
verkavelingen<br />
- creëren van een<br />
aangename<br />
woonomgeving<br />
- aandacht voor variatie in<br />
woningtypes<br />
- aandacht voor<br />
meergezinswoningen<br />
Kern Nokere (3) en kern Wannegem-Lede<br />
(4)<br />
de industriezone langs de E 17 en de<br />
omgeving van het op- en afrittencomplex<br />
(5)<br />
het noordelijk van de E 17 gelegen open<br />
ruimtegebied (6), het openruimte gebied<br />
zuidelijk van de E 17 en westelijk van de<br />
dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> (7) het openruimte<br />
gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk<br />
van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> (8)<br />
,<br />
Kern in het buitengebied<br />
- nadruk op renovatie<br />
bestaande woningbestand<br />
- opvullen leegstaande<br />
percelen<br />
- uitwerking fasering<br />
afwerking aanwezige<br />
binnengebieden te Nokere<br />
en Wannegem<br />
- weren meergezinswoningen<br />
- versterken van de<br />
bedrijvigheid<br />
- uitwerken van een<br />
gebiedsgerichte oplossing<br />
voor de zonevreemde<br />
woningen<br />
Uitwerking gewenste nederzettingsstructuur<br />
* de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden<br />
Hoofddorp kern <strong>Kruishoutem</strong>l<br />
- woonuitbreidingsgebieden<br />
behouden als reserve voor de<br />
toekomst<br />
- binnengebieden realiseren<br />
ter versterking van de kern<br />
- opmaak rup zonevreemde<br />
woningen<br />
Ambachtelijke zone<br />
- opmaak rup zonevreemde<br />
woningen<br />
Woonkern<br />
- opmaak rup zonevreemde<br />
woningen<br />
Kern in het buitengebied<br />
- opmaak rup zonevreemde<br />
woningen<br />
- opmaak rup zonevreemde<br />
woningen<br />
- opmaak rup zonevreemde<br />
woningen<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
29
3.3 Gewenste economische structuur<br />
(zie kaart 4)<br />
Hoewel <strong>Kruishoutem</strong> in het RSV gesitueerd wordt in het buitengebied, is er binnen deze gemeente<br />
een sterke economische dynamiek aanwezig.<br />
Dit is deels het gevolg van de ligging van de gemeente langs de E 17 en de regionale aantrekking<br />
die hiermee gepaard gaat. De bedrijvenontwikkeling langs de E 17 tussen Rijsel en Kortrijk zet zich<br />
door tot in <strong>Kruishoutem</strong> en Zulte.<br />
Een ander belangrijk element is de historische aanwezigheid en groei van tal van bedrijven in de<br />
gemeente. Het vroegere ruimtelijke ordeningsbeleid maakte het mogelijk dat tal van bedrijven in<br />
<strong>Kruishoutem</strong> zich ontwikkelden. Een belangrijk <strong>gedeelte</strong> vond een plaats op het bedrijventerrein<br />
“<strong>Kruishoutem</strong>” aan de E 17 of op de KMO-zone die noordelijk van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong><br />
werd aangelegd. In 1994 kreeg het bedrijventerrein zelfs nog een uitbreiding via een BPA. De<br />
overige bedrijvigheid vindt plaats in de dorpskernen (waarvan <strong>Kruishoutem</strong> de belangrijkste kern<br />
is) of in de open ruimte. Dankzij diverse stedenbouwkundige reglementeringen konden bedrijven<br />
vroeger meestal ongebreideld uitbreiden op hun oorspronkelijke vestigingsplaats. Dit heeft ertoe<br />
geleid dat heel wat bedrijven zonevreemd zijn (een deel van deze bedrijven werd reeds zoneeigen<br />
via het BPA zonevreemde bedrijven).<br />
Het RSV wenst een trendbreuk teweeg te brengen in de ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Door<br />
de selectie als buitengebiedgemeente worden aan <strong>Kruishoutem</strong> slechts beperkte mogelijkheden<br />
geboden om nieuwe vestigingsplaatsen te voorzien voor bedrijven. Bovendien dienen deze<br />
bedrijven een lokaal karakter te hebben. Deze uitbreiding dient plaats te vinden aansluitend op<br />
het hoofddorp of een reeds bestaand bedrijventerrein en wordt beperkt tot maximum 5 ha. De<br />
gemeente moet de nood aan bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid kwalitatief en<br />
kwantitatief voldoende en volledig verantwoorden. De oppervlakte gerealiseerd sedert 1 januari<br />
1994 en het ogenblik waarop de nood aan bijkomende ruimte bewezen wordt moet eveneens in<br />
rekening worden gebracht. <strong>Gemeente</strong>n die sinds 1/1/1994 het richtcijfer van 5 ha reeds hebben<br />
overschreden, hebben in principe reeds hun aandeel opgenomen. Sinds 1994 werd reeds in<br />
ongeveer 20 ha aan bijkomend bedrijventerrein voorzien waardoor de taakstelling die door de<br />
provincie werd opgelegd reeds bereikt werd en er geen lokaal bedrijventerrein meer kan worden<br />
voorzien.<br />
De gemeente blijft echter aandringen op een opname als economisch knooppunt. Wanneer de<br />
gemeente toch zou opgenomen worden als economisch knooppunt is een volledige bijsturing<br />
van de behoefte aan bedrijventerrein nodig. De behoefte voor het lokaal bedrijventerrein dient<br />
dan in afstemming met de taakstelling met betrekking tot een eventuele selectie als economisch<br />
knooppunt herrekend te worden.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
30
3.3.1 Ontwikkelingsopties<br />
- vermenging van wonen en werken, zonder creatie van ontoelaatbare hinder voor de<br />
bewoners<br />
- stimuleren van de werkgelegenheid in de gemeente zonder noemenswaardige ruimtelijke<br />
overlast<br />
- een doelmatig en kwalitatief ruimtegebruik: hogere productiviteit met minder ruimtebeslag<br />
- scheppen van zekerheid voor de zonevreemde bedrijven<br />
- voorstel tot opname als economisch knooppunt in afstemming met de gemeente Zulte<br />
3.3.2 Ruimtelijke beleidselementen<br />
Vastleggen van zoeklocaties voor bedrijvigheid<br />
Binnen de taakstellingen m.b.t. de economische ontwikkelingen die vastgelegd werden in het PRS<br />
Oost-Vlaanderen kan de behoefte voor een lokaal bedrijventerrein niet aangetoond worden.<br />
De gemeente wenst echter met het oog op de toekomst reeds een zoeklocatie m.b.t. een lokaal<br />
bedrijventerrein vast te leggen.<br />
Bij een opname van <strong>Kruishoutem</strong> als economisch knooppunt in het RSV of een versoepeling van<br />
de taakstelling in het PRS is het immers mogelijk dat een lokaal bedrijventerrein kan ontwikkeld<br />
worden. De gemeente wenst op deze mogelijkheid te anticiperen zodat hier vanuit het<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan kan op worden ingespeeld zonder dit planproces volledig te<br />
herzien.<br />
De gemeente wenst in de toekomst- indien de behoefte bij een aanpassing van de<br />
planningscontext mogelijks wel aangetoond kan worden, in een overwogen en gestructureerde<br />
strategie, een lokaal bedrijventerrein van ongeveer 5 ha te realiseren, beheerd door een<br />
openbare instelling, bestemd voor <strong>Kruishoutem</strong>se bedrijven die zich nu of later wensen te<br />
herlokaliseren en voor (<strong>Kruishoutem</strong>se) bedrijven die in een ambachtszone wensen te starten.<br />
Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen stelt met betrekking tot het lokaal bedrijventerrein:<br />
‘Het lokale bedrijventerrein is in principe bestemd voor lokaal verzorgende bedrijven met uitsluiting<br />
van zuivere kleinhandelsbedrijven. Lokaal verzorgende bedrijven zijn beperkt in omvang, hebben<br />
een functionele relatie met de kern en hebben een beperkte (d.i. lokale) reikwijdte. Het lokale<br />
bedrijventerrein heeft een beperking in oppervlakte tot 5 ha en de kaveloppervlakte wordt<br />
afgestemd op lokale bedrijven. De locatie dient aan te sluiten bij een hoofddorp of bij een<br />
bestaand industrieterrein. De ontsluiting gebeurt via gemeentelijke verzamelwegen die aansluiten<br />
op primaire of secundaire wegen.’.<br />
Volgende criteria worden overwogen bij het bepalen van de meest geschikte locatie voor het<br />
nieuw in te planten bedrijventerrein:<br />
- een goede bereikbaarheid<br />
- beperkt storend in het landschap<br />
- overeenstemmend met de globale visie op de gewenste ontwikkeling van de gemeente<br />
- op voldoende afstand van belangrijke natuurgebieden<br />
- niet storend voor woonomgevingen<br />
- aansluitend op een hoofdkern of op een bestaand bedrijventerrein<br />
Er zijn twee locaties mogelijk:<br />
- zoeklocatie 1: aansluitend op het bestaande bedrijventerrein <strong>Kruishoutem</strong> (aan de E 17)<br />
- zoeklocatie 2: aansluitend op de bestaande KMO-zone (deze locatie bestaat uit 2 kleinere<br />
zones die allebei aansluiten op de bestaande KMO-zone zodat een betere afwerking van de<br />
KMO zone mogelijk wordt)<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
31
Voordelen Nadelen<br />
Bedrijventerrein <strong>Kruishoutem</strong> - ligt in de nabijheid van de E 17<br />
- sluit aan op bestaande<br />
-<br />
bedrijvigheid<br />
ook de naburige gemeente Zulte<br />
plant ontwikkelingen in deze<br />
omgeving<br />
KMO-zone <strong>Kruishoutem</strong> - sluit aan op het hoofddorp<br />
- sluit aan op bestaande<br />
bedrijvigheid<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
32<br />
- sluit niet aan op het hoofddorp<br />
- kent een potentie voor<br />
regionale bedrijvigheid<br />
- heeft invloed op de naburige<br />
open ruimte<br />
- de ontsluiting is minder goed<br />
dan aan de E 17<br />
Als mogelijke zoeklocatie voor een lokaal bedrijventerrein wordt de locatie (bestaande uit de<br />
twee kleine zoeklocaties) aansluitend op de KMO-zone <strong>Kruishoutem</strong> weerhouden.<br />
Bestaande ambachtelijke zone en bestaand industrieterrein<br />
Deze bestaande zones blijven behouden – deze zijn reeds grotendeels ingenomen. De<br />
ambachtelijke zone aansluitend op de dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> wordt op termijn omgevormd tot<br />
een lokaal bedrijventerrein. Met betrekking tot de ambachtelijke zone wordt een betere<br />
inbuffering en ordening van het terrein nagestreefd. De gemeente kan hiervoor steeds opteren<br />
om een ruimtelijk uitvoeringsplan op te stellen.<br />
Ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven (niet gelegen in bedrijventerreinen)<br />
De ontwikkelingsperspectieven voor bedrijven en de economische activiteiten niet gelegen op de<br />
bedrijventerreinen worden vooral bepaald door de aard en het karakter van het bedrijf zelf en<br />
nog meer door de ruimtelijke draagkracht van de omgeving. Voor het begrip ‘ruimtelijke<br />
draagkracht’ kunnen geen algemeen geldende principes of maatstaven gebruikt worden. De<br />
ruimtelijke draagkracht zal afhankelijk zijn van de bestaande ruimtelijke structuur, van de<br />
gewenste ruimtelijke structuur en van de aard en functie van het bedrijf in kwestie.<br />
Globaal wordt ervan uitgegaan dat de bestaande vestigingen kunnen worden gehandhaafd en<br />
dat deze beperkt kunnen uitbreiden zonder dat er nieuwe inplantingen mogelijk zijn.<br />
In eerste instantie worden rekening houdende in welke deelruimte het desbetreffende bedrijf zich<br />
bevindt al dan niet meer of minder mogelijkheden geboden.<br />
Deelruimten<br />
De kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende ambachtelijke zone (deelruimte 1)<br />
Hierbij kan er een onderscheid gemaakt worden tussen de eigenlijke ambachtelijke zone en het<br />
hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong>.<br />
Het ambachtelijk bedrijventerrein dient beschouwd te worden als een lokaal bedrijventerrein en<br />
concentreert o.a. secundaire sectoren zoals het bouwbedrijf of transportverwante functies.<br />
Zonevreemde bedrijven die hierop aansluiten kunnen in principe blijven voorbestaan en<br />
uitbreidingsmogelijkheden krijgen.<br />
Binnen of aansluitend op het hoofddorp mogen (zonevreemde) bedrijven uitbreiden in zoverre ze<br />
verweefbaar zijn binnen de woonfunctie.<br />
De kern Marolle (deelruimte 2) en de kern Lozer (deelruimte 5)<br />
Deze kernen zijn beide geselecteerd als woonkern; (zonevreemde) bedrijven kunnen indien ze<br />
liggen in of aansluiten op deze kernen uitbreiden in zoverre verweefbaar zijn binnen de<br />
woonfunctie.<br />
De kernen van Wannegem en Lede (deelruimte 4) en de kern Nokere (deelruimte 3)
Deze kernen zijn geselecteerd als kern-in-het-buitengebied; (zonevreemde) bedrijven kunnen<br />
indien ze liggen in of aansluiten op deze kernen uitbreiden in zoverre verweefbaar zijn binnen de<br />
woonfunctie. Omwille van de selectie van kern-in-het-buitengebied en het zeer landelijke karakter<br />
van deze kernen dient extra aandacht besteed te worden aan de inpassing van deze bedrijven in<br />
het landschap.<br />
Het noordelijk van de E 17 gelegen open ruimtegebied (deelruimte 6), het<br />
openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en westelijk van de dorpskern <strong>Kruishoutem</strong><br />
(deelruimte 7) en het openruimte gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk van de<br />
dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> (deelruimte 8)<br />
Op grond van gebiedsgericht onderzoek en met inschatting van de beleidskrachtlijnen van de<br />
hoofdruimten , in het bijzonder t.a.v. sites gelegen in de grote open kouters of in het midden of de<br />
onmiddellijke nabijheid van beekvalleien dient afgewogen te worden of er een meer beperkend<br />
beleid dient vooropgesteld te worden in de vorm van een herlocalisatiebeleid of uitdovingsbeleid;<br />
onder uitdovingsbeleid wordt verstaan dat het voor de huidige bedrijfsleider(s) de laatste<br />
generatieperiode zal betekenen waarin het bedrijf kan worden gerund; er zullen in die<br />
generatieperiode nog slechts beperkte uitbreidingen worden toegelaten, daarna zal elke vorm<br />
van bedrijvigheid worden geweigerd. Voor bedrijven die deel uitmaken van de bosgebieden of<br />
de beekvalleien wordt geopteerd voor een uitdoofbeleid, indien deze zich op de rand ervan<br />
bevinden kunnen afwijkingen toegestaan worden.<br />
De industriezone langs de E 17 en de omgeving van het op- en afrittencomplex<br />
(deelruimte 9)<br />
De industriezone langs de E17 kan worden beschouwd als een regionaal bedrijventerrein, waar<br />
vooral aan de reeds aanwezige sectoren ontwikkelingskansen worden geboden : be- en<br />
verwerkende nijverheid, chemie, textiel, … Ze moet o.m. ruimte bieden aan de van oorsprong<br />
lokale bedrijven, die sterk uitgegroeid zijn, en op andere plaatsen niet meer terecht kunnen<br />
vanwege hun impact op de omgeving. Zonevreemde bedrijven die hierop aansluiten kunnen in<br />
principe blijven voorbestaan en uitbreidingsmogelijkheden krijgen.<br />
Naast de ligging in de verschillende deelruimten wordt per bedrijf een specifieke afweging<br />
gemaakt aan de hand van de onderliggende beoordelingscriteria.<br />
Beoordelingscriteria<br />
Bij de beoordeling van de bestaande (zonevreemde) bedrijven wordt uitgegaan van de<br />
volgende criteria: 8<br />
Juridisch-planologische criteria<br />
- bestemmingstoestand<br />
- vergunningstoestand<br />
Structureel-ruimtelijke criteria<br />
- nabijheid van gelijkaardige bedrijven<br />
- nabijheid kern<br />
- ontsluiting<br />
- inpasbaarheid in de landschappelijke structuur<br />
- milieuhinder<br />
- visuele impact<br />
- nabijheid van een landschappelijk en/of biologisch waardevol element, al dan niet<br />
beschermd<br />
Socio-economische criteria<br />
- economische typering<br />
- eigendomstructuur<br />
- herlocalisatiemogelijkheden<br />
Beleidsmatige criteria<br />
8 bron: Technum, BPA zonevreemde bedrijven <strong>Kruishoutem</strong>, toelichtingsnota, 2003<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
33
- afstemming tegenover de gewenst openruimtestructuur, verkeersstructuur en de globale<br />
gewenste ruimtelijke structuur (zie ook de evaluatie binnen de verschillende deelruimten)<br />
Aan de hand van de evaluatie binnen de verschillende deelruimten en de specifieke<br />
beoordelingscriteria kunnen de zonevreemde bedrijven gecategoriseerd worden.<br />
Categorisering zonevreemde bedrijven<br />
Van de zonevreemde bedrijven kan bedrijf per bedrijf uitgemaakt worden of ze kunnen blijven<br />
bestaan, eventueel onder bepaalde voorwaarden, of dat het aangewezen is dat de bedrijven<br />
worden geherlokaliseerd. De bedrijven kunnen hiertoe ondergebracht worden in 6 categorieën.<br />
Door de categorisering worden ontwikkelingsperspectieven geboden, voor de bedrijven in eerste<br />
instantie, maar evenzeer voor de omgeving van de betrokken bedrijven.<br />
De onderscheiden categorieën zijn:<br />
Categorie Korte termijn Lange termijn<br />
blijven bestaan uitbreiden (ruimtelijk) nieuwe activiteiten<br />
Categorie 0 neen neen neen<br />
Categorie 1 Ja neen neen<br />
Categorie 2 Ja beperkt beperkt<br />
Categorie 3 Ja beperkt ja<br />
Categorie 4 Ja ja Beperkt<br />
Categorie 5 ja ja ja<br />
Categorie 0: Bedrijven die geherlokaliseerd moeten worden, zelfs indien ze geen uitbreiding nodig<br />
hebben. De economische activiteit is op geen enkele wijze verzoenbaar met de ruimtelijke<br />
draagkracht van de omgeving.<br />
Categorie 1: De bestaande en vergunde activiteiten van het bedrijf in hun bestaande vorm<br />
kunnen worden voortgezet op de bestaande locatie. Deze bedrijven kunnen dus in principe<br />
blijven verderwerken, met de uitspraak dat herlokalisatie op korte of middellange termijn is<br />
aangewezen. De bedrijven mogen niet uitbreiden. Instandhoudingswerken of ingrepen t.b.v.<br />
milieu en veiligheid zijn wel mogelijk. Bij stopzetting van de activiteiten wordt geen nieuwe<br />
zonevreemde bedrijvigheid toegelaten. De stopzetting van de zonevreemde bedrijfsactiviteiten<br />
op de betrokken locatie treedt in:<br />
- indien er geen nieuwe vergunning wordt afgeleverd<br />
- indien de uitbater beslist de uitbating op deze plaats stop te zetten<br />
Deze categorie betekent in feite dat een ‘uitdoofbeleid’ ten aanzien van het bedrijf op deze<br />
locatie wordt gevoerd. Stopzetting impliceert ook dat er op dat moment een nabestemming<br />
intreedt voor het betrokken terrein. Deze nabestemming zal in principe conform de<br />
gewestplanbestemming zijn.<br />
Categorie 2: Bedrijvigheid blijft mogelijk op deze locatie, ook naar de toekomst toe (op langere<br />
termijn met opeenvolgende bedrijven en uitbaters). Er zijn beperkte uitbreidingsmogelijkheden.<br />
Het gaat hierbij voornamelijk om verbouwingen, aanbouw en een efficiëntere bedrijfsorganisatie.<br />
Een echte schaalvergroting van het bedrijf is niet toegelaten. Een uitbreiding in de ruimte kan een<br />
toename van de activiteiten met zich meebrengen. Er wordt daarom expliciet een beperking<br />
opgelegd aan de toe te laten activiteiten. Nieuwe activiteiten moeten qua milieuhinder in<br />
principe minder storend zijn dan de bestaande, zowel wat de dynamiek als de aard van de<br />
activiteit betreft.<br />
Categorie 3: Bedrijvigheid blijft mogelijk op deze locatie, ook naar de toekomst toe (op langere<br />
termijn met opeenvolgende bedrijven en uitbaters). Er zijn beperkte uitbreidingsmogelijkheden.<br />
Het gaat hierbij voornamelijk om verbouwingen, aanbouw en een efficiëntere bedrijfsorganisatie.<br />
Een echte schaalvergroting van het bedrijf is niet toegelaten. Er worden echter geen beperkingen<br />
opgelegd voor de aard van de activiteiten. Binnen de bedrijfsruimte blijft een differentiatie van de<br />
activiteiten mogelijk. Alle activiteiten, bestaande en nieuwe, die verenigbaar zijn met de<br />
omgeving worden toegelaten.<br />
Categorie 4: Bedrijven die zich verder ruimtelijk kunnen ontwikkelen mits inachtname van de<br />
randvoorwaarden opgelegd door de omgeving. Schaalvergroting van de bedrijvigheid is<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
34
mogelijk. De toegelaten activiteiten worden wel beperkt. Nieuwe activiteiten moeten qua<br />
milieuhinder in principe minder storend zijn dan de bestaande, zowel wat de dynamiek als de<br />
aard van de activiteit betreft. Een nieuwe activiteit kan er komen, maar onder strikte<br />
voorwaarden.<br />
Categorie 5: De bedrijvigheid kan zich verder ontwikkelen, zowel ruimtelijk als naar aard van de<br />
activiteiten. De randvoorwaarden voor de uitbreiding worden vastgelegd per bedrijf in functie<br />
van de draagkracht van de omgeving. Op deze plaatsen kan een groot gamma aan<br />
bedrijvigheden, die bovendien nog ruimtelijk kunnen uitbreiden.<br />
De gemeente startte reeds met een BPA zonevreemde bedrijven. In een eerste fase werden reeds<br />
enkele bedrijven opgenomen. De gemeente kan via verdere fasering ook de andere<br />
zonevreemde bedrijven aanpakken. Het BPA zonevreemde bedrijven kan in latere fasen verder<br />
uitgewerkt worden in de vorm van ruimtelijke uitvoeringsplannen.<br />
Ontwikkelingsperspectieven kleinhandel en horeca<br />
Kleinhandel en horeca-activiteiten kunnen verder uitgebouwd worden binnen het hoofddorp, de<br />
woonkernen en de kernen in het buitengebied. De aard van de voorzieningen wordt afgestemd<br />
op de schaal van de kern. Dit betreft eerder kleinschalige activiteiten zoals een bakker, superette,<br />
taverne, restaurant, …<br />
Nieuwe kleinhandel en horeca kan niet toegelaten worden buiten het hoofddorp, de<br />
woonkernen en de kernen in het buitengebied (in het kader van de aanpak van de<br />
zonevreemde cultuur-historische gebouwen en woningen zijn mits een grondige motivatie op het<br />
vlak van ruimtelijke impact, mobiliteitsimpact, … uitzonderingen mogelijk).<br />
De bestaande kleinhandel en horeca buiten de kernen wordt op een analoge wijze behandeld<br />
als de zonevreemde bedrijven.<br />
Verweefbare activiteiten in de kernen<br />
In de kernen dient gestreefd te worden naar een zo groot mogelijke vermenging van activiteiten.<br />
De draagkracht van de woonomgeving mag hierbij uiteraard niet overschreden worden.<br />
Activiteiten die wegens hun hinder, hun schaal of milieuredenen,… niet langer binnen de kernen<br />
aanvaarbaar zijn, dienen op termijn elders geherlokaliseerd te worden.<br />
Functies die goed integreerbaar zijn in het woonweefsel daarentegen dienen verder<br />
aangemoedigd en versterkt te worden. Voordelen hiervan zijn: de creatie van een aangepast<br />
voorzieningenniveau, het vermijden van doodse woonwijken, vermindering van de afstand van<br />
de woon-werkverplaatsingen, enz.<br />
Seveso-bedrijven<br />
In <strong>Kruishoutem</strong> bevinden zich 3 laagdrempelige seveso-bedrijven (lijst 05/08/2005):<br />
• Brandstoffen De Jans & Co, Industriezone 28, 9770 <strong>Kruishoutem</strong><br />
• Mathijs Lucien bvba, Stokstraat 30, 9770 <strong>Kruishoutem</strong><br />
• Mathijs Lucien, bvba, Trompestraat 10, 9770 <strong>Kruishoutem</strong><br />
Deze bedrijven beschikken over de vereiste vergunningen, er stellen zich geen<br />
veiligheidsproblemen.<br />
Bij eventuele uitbreidingen of dergelijke van deze bedrijven dient steeds met de nodige aandacht<br />
de veiligheidsproblematiek onderzocht te worden.<br />
Opmaken en bijhouden van een ruimtebalans<br />
De gemeente dient een strikte inventaris bij te houden van het aanbod aan bedrijventerrein in de<br />
gemeente ten einde het economisch beleid op een optimale manier te kunnen ondersteunen.<br />
Dit betekent dat jaarlijks een aangepaste inventaris dient te worden opgemaakt van o.a.<br />
onbebouwde industriële percelen, leegstaande of uit gebruik genomen gebouwen, …<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
35
3.3.3 Uitwerking gewenste economische structuur<br />
Zone* Gewenste ontwikkeling Beleidsvoorwaarden<br />
Kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende<br />
ambachtelijke zone (1)<br />
Hoofddorp kern <strong>Kruishoutem</strong><br />
- Verweven van functies<br />
- Kleinhandelsconcentratie in<br />
het centrum<br />
- Inplanting van de<br />
belangrijkste gemeentelijke<br />
voorzieningen<br />
Ambachtelijke zone<br />
- uitbouw KMO-zone tot<br />
lokaal bedrijventerrein + ev.<br />
uitbreiding in de toekomst<br />
Kern Marolle (2) en Kern Lozer (5) Woonkern<br />
- Verweven van functies<br />
- Kleinhandelsconcentratie in<br />
de kern<br />
Kern Nokere (3) en kern Wannegem-Lede<br />
(4)<br />
de industriezone langs de E 17 en de<br />
omgeving van het op- en afrittencomplex<br />
(5)<br />
het noordelijk van de E 17 gelegen open<br />
ruimtegebied (6), het openruimte gebied<br />
zuidelijk van de E 17 en westelijk van de<br />
dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> (7) het openruimte<br />
gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk<br />
van de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong> (8)<br />
Kern in het buitengebied<br />
- Verweven van functies<br />
- Kleinhandelsconcentratie in<br />
de kern op schaal van deze<br />
kern<br />
- verdere ontwikkeling en<br />
behoud van het<br />
bedrijventerrein<br />
- op termijn eventuele<br />
uitbreiding en omzetting<br />
naar regionaal<br />
bedrijventerrein<br />
Uitwerking gewenste economische structuur<br />
* de nummers verwijzen naar de nummers aangeduid op de kaart met de deelgebieden<br />
- opmaak rup zonevreemde<br />
bedrijven<br />
- opmaak rup zonevreemde<br />
bedrijven<br />
- opmaak rup zonevreemde<br />
bedrijven<br />
- opmaak rup zonevreemde<br />
bedrijven<br />
- opmaak RUP zonevreemde<br />
bedrijven<br />
Opmerking in verband met de taakstelling van <strong>Kruishoutem</strong> met betrekking tot bedrijvigheid 9<br />
In het RSV wordt <strong>Kruishoutem</strong> volledig gesitueerd in het buitengebied. In het provinciaal ruimtelijk<br />
structuurplan Oost-Vlaanderen wordt dit bevestigd.<br />
De economische en ruimtelijke realiteit van de gemeente wordt hiermee <strong>gedeelte</strong>lijk ontkend.<br />
Hoewel het duidelijk is dat <strong>Kruishoutem</strong> over een belangrijk <strong>gedeelte</strong> van haar grondgebied een<br />
landelijk karakter heeft, hebben in de omgeving van de E 17 de laatste decennia belangrijke<br />
economische ontwikkelingen plaatsgevonden. <strong>Kruishoutem</strong> kan dan ook samen met Zulte<br />
beschouwd worden als een schakel van het ruimtelijk netwerk dat zich uitstrekt van Waregem tot<br />
Deinze op kleinstedelijk niveau en van Kortrijk tot Gent op een regionaal-grootstedelijk niveau. Er is<br />
als het ware een provinciegrensoverschrijdend stedelijk netwerk aanwezig op provinciaal niveau<br />
tussen Oost- en West-Vlaanderen.<br />
Er wordt voor gepleit om <strong>Kruishoutem</strong> op te nemen binnen een provinciaal netwerk Gent-Deinze-<br />
Waregem waarin een deel van de provinciale taakstelling voor bedrijvigheid op een selectieve<br />
manier wordt toebedeeld, rekening houdende met volgende vaststelling:<br />
- <strong>Kruishoutem</strong> beschikt reeds vandaag over een regionaal bedrijventerrein, door een opname<br />
wordt de bestaande situatie bevestigd en zijn er ook meer mogelijkheden om op termijn dit<br />
terrein op een volwaardige manier uit te bouwen als een regionaal bedrijventerrein (dit heeft<br />
immers invloed op het ruimtegebruik, toegelaten bedrijven, …). Het is niet realistisch om te<br />
stellen dat het bedrijventerrein nog kan omgezet worden tot lokaal bedrijventerrein rekening<br />
9 Deze tekst is <strong>gedeelte</strong>lijk gesteund op de opmerkingen die naar aanleiding van het<br />
<strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan Zulte werden geformuleerd. Deze gelden eveneens voor de<br />
gemeente <strong>Kruishoutem</strong> en worden ook onderschreven.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
36
houdende met het feit dat dit bedrijventerrein reeds grotendeels ingenomen is door regionale<br />
bedrijven.<br />
- Het bedrijventerrein sluit bovendien aan op het bedrijventerrein te Zulte waarmee het<br />
ruimtelijk één geheel vormt<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
37
3.4 Gewenste verkeer- en vervoerstructuur<br />
(zie kaart 5)<br />
3.4.1 Ontwikkelingsopties<br />
- optimalisering van het wegennet door wegencategorisering<br />
- waarborgen van de verplaatsingsmogelijkheden voor iedereen op een billijke en selectieve<br />
manier<br />
- verhogen van de verkeersleefbaarheid en de verkeersveiligheid<br />
- bieden van voldoende ontwikkelingskansen aan het openbaar vervoer en het langzaam<br />
verkeer zodat zij volwaardig kunnen functioneren in het verplaatsingspatroon van de<br />
<strong>Kruishoutem</strong>se bevolking.<br />
- leiden van het vrachtverkeer<br />
3.4.2 Ruimtelijke beleidselementen<br />
Opstellen van een wegencategorisering 10<br />
De wegencategorisering beoogt een optimalisering van het wegennetwerk. Voor de<br />
categorisering wordt uitgegaan van de gewenste (hoofd)functie van de weg ten aanzien van de<br />
bereikbaarheid enerzijds en de leefbaarheid anderzijds. Aan de categorisering zijn verschillende<br />
randvoorwaarden gekoppeld. Uitgangspunt vormt de categorisering zoals voorgesteld in het<br />
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de hoofdwegen,<br />
de primaire wegen, de secundaire wegen en de lokale wegen.<br />
Volgende categorisering van het wegennet wordt voorgesteld voor <strong>Kruishoutem</strong>:<br />
- Hoofdnet: Dit zijn de hoofdwegen, de primaire wegen I en de primaire wegen II. Ze vervullen<br />
verbindende en verzamelende functies op internationaal en Vlaams niveau.<br />
De E 17 werd in het RSV geselecteerd als hoofdweg. Het op- en afrittencomplex aan de E 17<br />
te <strong>Kruishoutem</strong> (afritnr. 6) werd ook geselecteerd als behorende tot het primaire netwerk.<br />
- Secundair net: De secundaire wegen zijn wegen die op provinciaal niveau zorgen voor<br />
ontsluiting van gebieden. De categorisering van de secundaire wegen gebeurt voor<br />
<strong>Kruishoutem</strong> door de provincie Oost-Vlaanderen. Op het grondgebied van <strong>Kruishoutem</strong> zijn<br />
geen secundaire wegen geselecteerd.<br />
- Lokaal wegennet: De lokale wegen worden onderverdeeld in de lokale verbindingswegen<br />
(lokale wegen I), de lokale ontsluitingswegen (lokale wegen II) en de overige lokale wegen<br />
(lokale wegen III). Deze categorieën worden op hun beurt onderverdeeld in een aantal<br />
subniveaus.<br />
- Lokale verbindingswegen: De lokale verbindingswegen zorgen voor een ontsluiting naar de<br />
primaire en secundaire wegen, ze geven echter geen verbinding op Vlaams of provinciaal<br />
niveau. De hoofdfunctie is verbinden en/of verzamelen op (inter)lokaal niveau. De erffunctie is<br />
beperkt. Volgende wegen die samenkomen op de Markt worden geselecteerd als lokale<br />
verbindingswegen (lokale wegen type I):<br />
- De as Deinsesteenweg N 494 verbindt <strong>Kruishoutem</strong> met Deinze.<br />
- De as Kasteelstraat-Ouwegemsesteenweg N 437-N 435 heeft zowel een verbindende<br />
functie op niveau van de gemeente (tussen de kernen <strong>Kruishoutem</strong> en Lozer) als op<br />
intergemeentelijk niveau (<strong>Kruishoutem</strong>-Zingem). Op de as sluiten ook de kernen van<br />
Ouwegem en Huise aan.<br />
- De as Oudenaardsesteenweg N 459 verbindt <strong>Kruishoutem</strong> met Oudenaarde.<br />
- De Anzegemsesteenweg N 494 verbindt de gemeente met Wortegem-Petegem.<br />
- De Waregemsesteenweg N 437 verbindt <strong>Kruishoutem</strong> met Waregem.<br />
- De as Olsensesteenweg N 459 verbindt de gemeente met Zulte<br />
10 zie ook Technum N.V., mobiliteitsplan <strong>Kruishoutem</strong>, beleidsplan, 2002<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
38
- Lokale ontsluitingswegen: Deze wegen geven ontsluiting aan woonwijken, kernen,<br />
industriezones,… Ze hebben als hoofdfunctie het verzamelen van verkeer van verschillende<br />
lokale wegen richting een secundaire weg of een lokale verbindingsweg.<br />
Te <strong>Kruishoutem</strong> werden volgende lokale ontsluitingswegen geselecteerd:<br />
- De Nazarethsesteenweg N 437 is ontsluitend voor de kern Huise (Lozer) uit noordelijke<br />
richting. Deze gewestweg heeft geen verbindende functie tussen <strong>Kruishoutem</strong> enerzijds<br />
en de N 35 en verder E 17/N60 anderzijds.<br />
- De Waregemsestraat is ontsluitend voor de kern Nokere vanuit de richting <strong>Kruishoutem</strong><br />
(via de Anzegemsesteenweg N 494) en vanuit de richting Waregem<br />
- De as Kleinestraat-Wannegemdorp-Huisepontweg geldt als ontsluitend voor de kernen<br />
Wannegem en Huise (Zingem)<br />
- De as Ledekerkweg-Lededorp-Ledepontweg-Sint-Hilarius-Lindestraat-Doorn is<br />
ontsluitend voor de kern Lede en het noordwestelijke landbouwgebied Eine.<br />
- De Passionistenstraat geldt als ontsluitend uit de richting Deinze voor de recreatieve<br />
pool Zandvlooi/Lozerbos<br />
- De Duifhuisstraat-Brandstraat heeft een verzamelfunctie voor Noord-West <strong>Kruishoutem</strong>.<br />
- De Karreweg-Industriezone heeft een verzamelfunctie voor het industrieterrein.<br />
- De Groenenweg heeft een ontsluitende functie voor de ambachtelijke zone vanuit<br />
westelijke richting.<br />
- Lokale wegen III: de lokale wegen III hebben als hoofdfunctie het ontsluiten van woningen<br />
en landbouwgronden, als aanvullende functie kunnen ze een verbindingsweg vormen<br />
voor het fietsverkeer en het lokaal autoverkeer. Ze hebben een zeer laag percentage aan<br />
doorgaand verkeer. De toegangsfunctie primeert. Er wordt een onderscheid gemaakt<br />
tussen: centrumstraten en winkelstraten (gelegen in verblijfsgebied), woonstraten (gelegen<br />
in verblijfsgebied) en landelijke wegen (gelegen buiten het verblijfsgebied). Dit zijn de<br />
overige wegen.<br />
Voorzien van een carpoolparking ter hoogte van het op-en afrittencomplex<br />
Naar aanleiding van de aanpak van de gevaarlijke punten in Vlaanderen (TV 3V-projecten)<br />
wordt het op- en afrittencomplex heraangelegd. Er wordt in het kader van dit project ook<br />
voorzien in een carpoolparking (teneinde het carpoolgebeuren dat nu spontaan gebeurt langs<br />
de N 459 te bundelen en verder te versterken). De mogelijke locaties voor deze parking zijn<br />
beperkt. In overleg met de AWV werd gekozen voor een locatie zuidwestelijk van het op- en<br />
afrittencomplex.<br />
Het op- en afrittencomplex wordt op een zodanige manier heraangelegd dat in de toekomst bij<br />
een eventuele verdere groei van het bedrijventerrein <strong>Kruishoutem</strong> (indien de gemeente zou<br />
geselecteerd worden als economisch knooppunt) de ontsluiting van het bedrijventerrein kan<br />
gebeuren via de Leenbeekstraat (enkel laatste deel t.h.v. de geplande carpoolparking, voor de<br />
overige ontsluiting en ontwikkeling van het bedrijventerrein dient nieuwe wegenis aangelegd te<br />
worden), wat een veiligere ontsluiting vormt dan de Karreweg die vandaag gebruikt wordt.<br />
Hiervoor werd reeds een BPA opgesteld en goedgekeurd.<br />
Afbakenen verblijfsgebieden en voorzieningen voor de voetganger<br />
In de verblijfsgebieden is de woonkwaliteit het belangrijkst en worden eventuele maatregelen<br />
genomen in functie van de voetganger en de fietser. Het vrijwaren van de woonkwaliteit gebeurt<br />
door deze her in te richten als verkeersarme, verkeersluwe of verkeersvrije gebieden.<br />
De verschillende kernen komen in aanmerking als verblijfsgebied.<br />
Uitwerken van een fietsroutenetwerk 11<br />
De fiets vormt het alternatief voor de auto voor korte verplaatsingen (
Voor <strong>Kruishoutem</strong> wordt volgend fietsnetwerk voorgesteld:<br />
Bovenlokaal fietsnetwerk:<br />
Het bovenlokaal fietsnetwerk stemt grotendeels overeen met het bovenlokaal functioneel<br />
fietsroutenetwerk opgemaakt door de provincie Oost-Vlaanderen (2004). Daarnaast worden nog<br />
enkele aanvullingen toegevoegd aan dit netwerk.<br />
Het lokaal fietsnetwerk<br />
Het lokaal fietsnetwerk wordt uitgewerkt als alternatieve verbindingen tussen de kernen, ter<br />
ontsluiting van perifeer gelegen attractiepolen of binnen de kernen zelf, en rust op drie peilers:<br />
- De Gulden Eiroute 12<br />
- Het op provinciaal niveau uitgewerkte netwerk van ‘kern-tot-kern’ (1998)<br />
- De diverse recreatieve fietsroutes die de gemeente doorkruisen: de Gaverbeekroute, de<br />
Kouterroute en 3 Trein+Fietsroutes uitgezet i.s.m. de NMBS vanaf het station van Deinze naar<br />
respectievelijk Nokere, Wannegem-Lede en Lozer<br />
Daarnaast bestaan er nog andere recreatieve routes, de gemeente wenst deze routes verder te<br />
ondersteunen en eventueel nog nieuwe uit te werken.<br />
De fiets leent zich, zoals vermeld, uitstekend als voor- en natransport voor het openbaar vervoer<br />
(zowel bus als trein). Om deze zoveel mogelijk te stimuleren worden er –naast het voorzien van<br />
fietsroutes naar de belangrijkste open vervoerhalten –voldoende fietsstallingen voorzien aan de<br />
belangrijkste openbaar vervoerhalten. Fietsstallingen worden tevens voorzien aan openbare<br />
gebouwen.<br />
Verhogen aanbod openbaar vervoer<br />
Openbaar vervoer speelt een belangrijke rol bij het realiseren van duurzame mobiliteit. Op de<br />
langere afstanden is het openbaar vervoer het alternatief bij uitstek voor de auto. Met het oog op<br />
de toename van het autoverkeer en de bijhorende files moet het openbaar vervoer worden<br />
aangemoedigd. Openbaar vervoer vervult ook een belangrijke taak in het bestrijden van<br />
vervoersarmoede die zich voordoet onder bepaalde delen van de bevolking –zoals ouderen,<br />
jongeren onder de 18 jaar,…<br />
Aandacht voor voetwegen, buurtwegen, kerkwegels e.d.<br />
Om het langzaam verkeer aan te moedigen, moeten de af te leggen routes korter en<br />
aangenamer zijn dan voor het autoverkeer. Oude kerkwegels en buurtwegen kunnen worden<br />
opgewaardeerd. De gemeente zal hiervoor een voetwegenplan op stellen.<br />
12 Recent werd ook de recreatieve route Blinkerroute gerealiseerd.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
40
3.5 Gewenste sport, recreatie en toerisme<br />
(zie kaart 6)<br />
De gemeente wenst haar bestaande toeristisch-recreatieve infrastructuur uit te bouwen.<br />
Het uitgangspunt bij de uitbouw van de toeristisch-recreatieve activiteiten is dat zachte recreatie<br />
in het buitengebied kan plaatsvinden met respect voor de draagkracht van het gebied.<br />
Het is de bedoeling om toeristisch-recreatieve activiteiten mogelijk te maken en te bevorderen,<br />
op zo’n manier dat de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied gegarandeerd blijft en zonder<br />
dat het functioneren van structuurbepalende functies van het buitengebied (landbouw, natuur,<br />
wonen en werken) aangetast wordt.<br />
Sport- en recreatieve infrastructuur<br />
Er is reeds een goed uitgebouwde sportinfrastructuur in de gemeente aanwezig.<br />
De sportactiviteiten in het centrum van <strong>Kruishoutem</strong> werden reeds ingetekend naar aanleiding<br />
van het BPA Markt en omgeving en zijn zone-eigen. Deze terreinen vormen samen met de<br />
sporthal de belangrijkste recreatiepool binnen de gemeente.<br />
Daarnaast zijn er binnen de gemeente 3 infrastructuren die zonevreemd gelegen zijn:<br />
• voetbalterrein te Nokere (Jupiter Nokere)<br />
• het voetbalterrein te Lozer (VK Nieuwe wijk)<br />
• terreinen tussen Lozer en Marolle aansluitend op het Lozerbos dat naast ook een belangrijke<br />
natuurwaarde ook een recreatieve functie heeft<br />
Voetbalterrein te Nokere (Jupiter Nokere)<br />
Dit terrein bestaat slechts uit 1 voetbalveld met een beperkte accommodatie. Het terrein is<br />
volledig ingesloten door bestaande groenvoorzieningen waardoor dit zich in het landschap heeft<br />
geïntegreerd en dit voetbalterrein niet als storend wordt ervaren. Dit terrein sluit ruimtelijk volledig<br />
aan op de kern Nokere en is qua schaalgrootte en niveau op maat van deze kern. Het terrein sluit<br />
aan op de Waregemsestraat die als lokale ontsluitingsweg werd geselecteerd, waardoor dit<br />
terrein een goede bereikbaarheid kent.<br />
Er wordt geopteerd om deze infrastructuur zone-eigen te maken. Dit terrein behoort tot de<br />
deelruimte “kern Nokere”.<br />
Als anticipatie op het <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan werd door de gemeente reeds<br />
overgegaan tot de opmaak van het BPA Jupiter Nokere.<br />
Voetbalterrein Lozer (VK Nieuwe wijk)<br />
Dit terrein bestaat uit slechts 1 voetbalveld met beperkte accommodatie. Het terrein sluit ruimtelijk<br />
volledig aan op de door de provincie als woonkern geselecteerde kern Lozer. Dit terrein behoort<br />
tot de deelruimte “kern Lozer”. Dit terrein is qua schaal en niveau op maat van deze kern. Het ligt<br />
in de onmiddellijke omgeving van de Nazarethsesteenweg die geselecteerd werd als lokale<br />
ontsluitingsweg, waardoor dit terrein een goede bereikbaarheid kent.<br />
Er wordt geopteerd om deze infrastructuur zone-eigen te maken.<br />
Terreinen tussen Lozer en Marolle (Zandvlooi)<br />
Dit terrein bevindt zich in de onmiddellijke omgeving van het Lozerbos. Naast een belangrijke<br />
natuurfunctie wordt in dit bos ook de mogelijkheid geboden voor zachte recreatie. Hiermee werd<br />
bij de opmaak van het landinrichtingsplan met betrekking tot deze site eveneens rekening<br />
gehouden.<br />
Dit terrein behoort tot de deelruimte “het open ruimte gebied zuidelijk van de E 17 en oostelijk van<br />
de dorpskern van <strong>Kruishoutem</strong>”.<br />
De ruimtelijke impact van deze locatie is relatief beperkt; deze locatie sluit immers aan op een<br />
kleine bebouwingsconcentratie en kan nog verder beter ruimtelijk geïntegreerd worden b.v. door<br />
het aanbrengen van groenstructuren rond het recreatief gebeuren. Deze locatie ligt langs de<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
41
Passionistenstraat, deze weg werd geselecteerd als lokale ontsluitingsweg waardoor dit terrein<br />
een goede bereikbaarheid kent.<br />
Er wordt geopteerd om deze infrastructuur zone-eigen te maken, rekening houdende met de<br />
nabijheid van het Lozerbos wordt wel geopteerd om deze infrastructuur enkel op het bestaande<br />
schaalniveau te behouden en verdere uitbreidingsmogelijkheden te beperken.<br />
Fiets- en wandelroutes<br />
De gemeente beschikt reeds over een vrij goed uitgerust net van wandelpaden en fietsroutes en<br />
kan dit verder uitbouwen. Dit heeft geen invloed op de verschillende functies en structuren van<br />
het buitengebied.<br />
Om de toeristisch-recreatieve aanbodelementen in het buitengebied en in de stedelijke<br />
gebieden met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen, wordt netwerkvorming<br />
vooropgesteld. Paden en routes worden met elkaar verbonden en uitgerust als een<br />
samenhangend toeristisch-recreatief product. Aangezien <strong>Kruishoutem</strong> gelegen is in de Vlaamse<br />
Ardennen, kan de gemeente deel uitmaken van langere wandelroutes doorheen de streek. Het<br />
publieke karakter en de toegankelijkheid van de paden en routes moet maximaal gegarandeerd<br />
blijven.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
42
3.6 Gewenste gemeenschapsvoorzieningen<br />
(zie kaart 6)<br />
De aan het wonen gekoppelde gemeenschapsvoorzieningen worden geconcentreerd in de<br />
kernen. Het niveau en de reikwijdte van de voorzieningen wordt in overeenstemming gebracht<br />
met het belang van de kernen. Er wordt gestreefd naar een verweving van de verschillende<br />
activiteiten (onderwijs, administratie, cultuur, sport, gezondheid,…). Administratieve voorzieningen<br />
blijven geconcentreerd in het hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong>.<br />
Containerpark, loodsen technische dienst en begraafplaats<br />
Het gemeentelijk containerpark ligt zonevreemd. Dit containerpark beschikt over de nodige<br />
stedenbouwkundige vergunningen (recent werd nog een stedenbouwkundige vergunning<br />
verleend voor verbeteringswerken aan de toegang van het containerpark).<br />
De gemeente wenst de locatie van het containerpark te behouden en voldoende<br />
uitbreidingsmogelijkheden te bieden tot een oppervlakte van ongeveer 0,5 ha teneinde te<br />
kunnen voldoen aan de eisen die opgelegd worden aan de werking van een modern<br />
containerpark.<br />
De keuze voor deze site wordt ingegeven door volgende ruimtelijke randvoorwaarden:<br />
- sluit aan op het hoofddorp, maar is toch nog voldoende ver om eventuele conflicten met<br />
bewoners te vermijden<br />
- de site is goed bereikbaar, zowel vanuit het centrum alsook vanuit de rest van de<br />
gemeente. Vanuit het centrum is de site bereikbaar via de Pastorijstraat en meer vanuit<br />
het zuiden via Sint-Elooiskeer. Door het creëren van uitbreidingsmogelijkheden kunnen<br />
bijkomende acties ondernomen worden om de verkeerssituatie nog verder te verbeteren.<br />
- de ruimtelijke impact op de omgeving is beperkt, er wordt geen nieuwe open ruimte<br />
aangesneden, het containerpark is reeds jarenlang aanwezig op deze site<br />
- de site kan op korte termijn ontwikkeld worden (daar er een acute nood is om het<br />
containerpark te ontwikkelen is het minder evident om dit op korte termijn op een andere<br />
locatie te doen) 13<br />
Naast de problematiek van het containerpark wordt de gemeente ook geconfronteerd met een<br />
problematiek inzake de locatie van de bestaande gemeentelijke loodsen van de technische<br />
dienst. Dit bemoeilijkt de werking van de technische dienst.<br />
Deze loodsen zijn nu gesitueerd op volgende locaties:<br />
• Warandestraat te <strong>Kruishoutem</strong>: loods: 2.041m²<br />
• Riemegemstraat te <strong>Kruishoutem</strong>: loods met opslagruimte: 2.675m²<br />
• Passionistenstraat te Marolle: opslagruimte: 9.434m²<br />
De activiteiten op het containerpark zijn complementair met deze van de loodsen van de<br />
technische dienst waar ook ruimte nodig is voor opslag in open lucht e.d., een gebouw voor<br />
personeel, parking, … In het kader van zuinig ruimte gebruik zijn beide activiteiten dan ook zeer<br />
goed geschikt om te combineren. Er wordt dan ook geopteerd om de locatie van deze loodsen<br />
aan deze van het containerpark te koppelen en 1 centrale opslagruimte op deze locatie uit te<br />
bouwen ten behoeve van de werking van de gemeentelijke technische dienst.<br />
De vroegere drie locaties van de technische dienst kunnen dan terug hun oorspronkelijke<br />
bestemming krijgen:<br />
• Warandestraat te <strong>Kruishoutem</strong>: kan opnieuw gebruikt worden voor sport en recreatie (is nu in<br />
recreatiegebied)<br />
• Riemegemstraat te <strong>Kruishoutem</strong>: kan opnieuw gebruikt worden ten behoeve van de landbouw<br />
• Passionistenstraat te Marolle: kan opnieuw gebruikt worden door de jeugdverenigingen e.d.<br />
13 Een mogelijke alternatieve inplantingsplaats zou de KMO-zone kunnen zijn, binnen de huidige<br />
zone is echter geen ruimte meer aanwezig, een eventuele uitbreiding kan vermoedelijk slechts op<br />
middenlange termijn gerealiseerd worden, rekening houdende met de acute nood om een<br />
oplossing voor het containerpark uit te werken wordt voorgesteld om niet te opteren voor deze<br />
optie.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
43
Binnen de huidige begraafplaats die zich in de onmiddellijke omgeving van deze site bevindt, is er<br />
onvoldoende ruimte aanwezig voor alternatieve begraafrituelen zoals b.v. een strooiweide en<br />
urneveld.<br />
De gemeente wenst aan de begraafplaats eveneens beperkte uitbreidingsmogelijkheden te<br />
bieden.<br />
Als anticipatie op het GRS <strong>Kruishoutem</strong> werd reeds van start gegaan met een BPA.<br />
Naar aanleiding van het BPA werd onderstaande structuurschets opgesteld.<br />
structuurschets inrichting containerpark, loods technische dienst en begraafplaats (bron: BPA Sint-<br />
Elooiskeer)<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
44
Waterzuivering<br />
Kleinschalige waterzuiveringsinstallaties kunnen op termijn noodzakelijk worden, vb. rietvelden,<br />
biorotorinstallaties, omloopreactoren, … De locatie hiervoor kan momenteel moeilijk ingeschat<br />
worden (gravitaire voorwaarden).<br />
Er is reeds een BPA Moerasstraat goedgekeurd dat de bouw van kleinschalig<br />
waterzuiveringstation dient mogelijk te maken. De locatie voor de Moerasstraat werd bepaald in<br />
overleg met de N.V. Aquafin en werd ingegeven door volgende redenen:<br />
- de locatie sluit aan op de kern van het hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong>;<br />
- technisch is deze locatie het meest haalbaar gezien de gravitatieprincipes en de<br />
nabijheid van een waterloop voor de lozing van effluent – bovendien kan door deze<br />
locatie ook het woongebied ter hoogte van Aaishovedries worden opgenomen in het<br />
zuiveringsgebied;<br />
- ter hoogte van het plangebied bevindt zich reeds een collector van Aquafin;<br />
- de site sluit aan op een bestaand vloeirietveld;<br />
- de bosstructuur van het kasteeldomein kan verder uitgebreid worden door rondom de<br />
installatie een ruime groenbuffer met hoogstammig groen te creëren.<br />
Mast Astrid<br />
Er is een project lopende om een mast ten behoeve van het communicatiesysteem Astrid op het<br />
grondgebied van de gemeente in te planten.<br />
De locatie hiervoor is sterk afhankelijk van het bereik van deze mast en de mogelijkheden om<br />
deze te plaatsen (eigendomsstructuur e.d.).<br />
Een exacte locatie dient hiervoor nog bepaald te worden.<br />
Er werd hiervoor reeds een BPA-procedure opgestart.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
45
4 Gewenste ruimtelijke structuur deelruimtes<br />
Enkel de deelruimten met betrekking tot de kernen worden meer in detail besproken. Voor de<br />
deelruimten met betrekking tot het bedrijventerrein en de open ruimten verwijzen we naar de<br />
mesostructuur.<br />
4.1 Gewenste structuur kern <strong>Kruishoutem</strong> met aanpalende KMO-zone<br />
(zie kaart 7)<br />
Afbouwen verkeerskarakter van het centrumgebied<br />
De kern <strong>Kruishoutem</strong> is geselecteerd als hoofddorp. Deze kern bevindt zich op een kruispunt van<br />
verschillende steenwegen waardoor het centrum een druk karakter heeft. Via een betere<br />
signalisatie e.d. wordt het doorgaand (vracht-)verkeer zoveel mogelijk uit het centrum<br />
ontmoedigd.<br />
Op termijn dient het volledige centrumgebied opgenomen te worden in zone 30. Via de inrichting<br />
van de publieke ruimte dient deze centrumfunctie verder benadrukt worden. Ook de<br />
verschillende schoolomgevingen worden in de zone 30 opgenomen, deze zone 30 dient ruimtelijk<br />
via de weginrichting geaccentueerd te worden.<br />
Inbuffering KMO-zone + ev. uitbreiding<br />
De KMO-zone dient voldoende ingebufferd te worden ten opzichte van deze woonkern. Er<br />
worden twee kleine zoeklocaties met betrekking tot een mogelijke toekomstige uitbreiding van<br />
de KMO-zone geselecteerd. De behoefte voor de uitbreiding kan rekening houdende met de<br />
richtlijnen die opgenomen zijn in het PRS Oost-Vlaanderen voorlopig niet aangetoond worden. De<br />
zoeklocaties worden geselecteerd teneinde de toekomstige mogelijkheden van deze ruimte als<br />
bijkomend lokaal bedrijventerrein niet te hypothekeren.<br />
Bevriezen woonuitbreidingsgebied<br />
De bestaande woonuitbreidingsgebieden kunnen niet aangesneden worden rekening houdende<br />
met de gesloten bevolkingsprognose en de taakstelling met betrekking tot het wonen die<br />
opgenomen is in het PRS Oost-Vlaanderen. Deze worden behouden als reserve voor de toekomst.<br />
De gemeente is vragende partij om deze aan te snijden doch kan dit voorlopig niet<br />
verantwoorden rekening houdende met het planningskader van zowel de gewestelijke als<br />
provinciale overheid.<br />
Ontwikkelen bestaande mogelijkheden<br />
De bestaande binnengebieden (in het (landelijk) woongebied) en nog vrije bouwgronden kunnen<br />
ontwikkeld worden (bestaand juridisch aanbod). De gemeente werkt prioritair het gebied achter<br />
het gemeentehuis uit (een onteigeningsprocedure is reeds lopende).<br />
Versterken relatie dorpskern met de open ruimte<br />
Er wordt naar gestreefd om de relatie tussen de dorpskern <strong>Kruishoutem</strong> en de omliggende open<br />
ruimte te versterken op volgende manieren:<br />
- uitbouwen van een kwalitatieve bufferstrook rond de KMO-zone<br />
- behouden van kwalitatieve groenelementen binnen de kern (dreven)<br />
- het introduceren van groene vingers vanuit de aanpalende beekvalleien<br />
Het aansluitende kasteelpark wordt behouden als groene baken.<br />
Bestaande voorzieningen reeds grotendeels voldoende<br />
De bestaande voorzieningen zoals het administratief centrum, het sportcentrum e.d. blijven<br />
gehandhaafd binnen de kern.<br />
Er wordt een cultureel centrum voorzien aansluitend op de muziekschool (bouw bijna afgerond).<br />
Naast de brandweer is een jeugdlokaal voorzien. Dit zijn allen reeds bestaande voorzieningen die<br />
zich bevinden binnen het hoofddorp <strong>Kruishoutem</strong>. Deze voorzieningen zijn goed geïntegreerd<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
46
innen de kern op vlak van mogelijke hinder t.o.v. het woonweefsel, mobiliteit e.d. en kunnen dan<br />
ook behouden blijven.<br />
Uitbouw containerparksite<br />
Er wordt voor gekozen om de site aan het containerpark verder uit te bouwen. De gemeentelijke<br />
loodsen kunnen hier samen met het containerpark worden gecentraliseerd. Deze site is vrij<br />
centraal gelegen, de hinder naar het woongebied is beperkt en deze locatie beschikt over<br />
voldoende ontsluitingsmogelijkheden rekening houdende met het mobiliteitsprofiel van deze site.<br />
De gemeente startte hiervoor een BPA-procedure die zich in zijn eindfase bevindt (reeds<br />
opgestuurd naar de minister).<br />
Begraafplaats<br />
De bestaande begraafplaats beschikt over onvoldoende ruimte om ook een plaats te bieden<br />
aan alternatieve begrafenisrituelen. Een uitbreiding van deze kerkhofsite is dan ook nodig. Deze<br />
site is centraal gelegen, de hinder naar het woonweefsel is beperkt en deze locatie beschikt over<br />
voldoende ontsluitingsmogelijkheden rekening houdende met het mobiliteitsprofiel van deze<br />
locatie. De gemeente startte hiervoor een BPA-procedure die zich in zijn eindfase bevindt (reeds<br />
opgestuurd naar de minister, dit is hetzelfde BPA als voor het containerpark).<br />
4.2 Gewenste structuur kern Marolle<br />
(zie kaart 8)<br />
Op termijn herlocalisatie gemeentelijke opslagplaats<br />
De bestaande opslagplaats van de gemeente dient gebruikt te worden voor de<br />
jeugdverenigingen.<br />
Bundeling openbare voorzieningen<br />
Er wordt een nieuwe school voorzien te Marolle langs de Passionistenstraat. De huidige locaties<br />
worden geherlocaliseerd naar de nieuwe locatie. De bestaande locaties van de scholen kunnen<br />
opgenomen worden in het woonweefsel. Er worden uitbreidingsmogelijkheden voorzien voor het<br />
psychiatrisch instituut.<br />
De nog beschikbare bouwgronden kunnen ingevuld worden. Hiervoor werd een BPA opgesteld<br />
en goedgekeurd.<br />
4.3 Gewenste structuur kern Nokere<br />
(zie kaart 9)<br />
Beperkte ontwikkelingen, behouden huidige kwaliteiten<br />
Deze kern beschikt reeds over een kwalitatieve publieke ruimte. De inrichting hiervan sluit aan bij<br />
het landelijke karakter van deze kern. De gewenste ontwikkelingen in deze kern zijn dan ook<br />
eerder beperkt en houden voornamelijk het valoriseren van de huidige<br />
ontwikkelingsmogelijkheden in. Het binnengebied aansluitend op de kern kan worden ontwikkeld,<br />
bestaande bouwgronden kunnen worden aangesneden (bestaand juridisch aanbod).<br />
Grootschalige ontwikkelingen dienen in deze kern zoveel mogelijk geweerd te worden.<br />
Sportterrein<br />
De bestaande sportsite dient verder ontwikkeld te worden. Deze blijft weliswaar kleinschalig en<br />
functioneert enkel op schaal en het niveau van de kern van Nokere. Hiervoor werd reeds een BPA<br />
opgesteld en goedgekeurd.<br />
Kasteelpark en beekvalleien in relatie tot de kern<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
47
De link tussen de kasteelparken en nabije beekvalleien dient verder versterkt te worden. Dit kan<br />
via de uitbouw van een groene vinger en streven naar kwalitatief groen binnen de inrichting van<br />
de publieke ruimte.<br />
4.4 Gewenste structuur kern Wannegem-Lede<br />
(zie kaart 10)<br />
Beperkte ontwikkelingen, behouden huidige kwaliteiten<br />
Deze kernen beschikken reeds over een kwalitatieve publieke ruimte. De inrichting hiervan sluit<br />
aan bij het landelijke karakter van deze kern. De gewenste ontwikkelingen in deze kern zijn dan<br />
ook eerder beperkt en houden voornamelijk het valoriseren van de huidige<br />
ontwikkelingsmogelijkheden in. Het binnengebied aansluitend op de kern Wannegem kan worden<br />
ontwikkeld, bestaande bouwgronden kunnen worden aangesneden (bestaand juridisch<br />
aanbod).<br />
Grootschalige ontwikkelingen dienen in deze kern zoveel mogelijk geweerd worden.<br />
Kasteelpark, molen en beekvalleien in relatie tot de kern<br />
De link tussen de molen, het kasteelpark en nabije beekvallei dient verder versterkt te worden. Dit<br />
kan via de uitbouw van een groene vinger en streven naar kwalitatief groen binnen de inrichting<br />
van de publieke ruimte.<br />
Uitbouw Huisepontweg als ontsluitingsas<br />
Als alternatief voor de Wannegem-Ledestraat als ontsluitingsweg voor het autoverkeer wordt de<br />
Huisepontweg voorgesteld, op deze manier wordt het mogelijk om het doorgaand verkeer door<br />
de kern van Lede en langs het kasteeldomein te beperken. De Wannegem-Ledestraat kan verder<br />
beschouwd worden als een as voor lokaal bestemmingsverkeer en het langzaam verkeer.<br />
4.5 Gewenste structuur kern Lozer (Huise)<br />
(zie kaart 11)<br />
Sportinfrastructuur<br />
De bestaande sportinfrastructuur wordt behouden.<br />
De Zandvlooi vormt een recreatieve aantrekkingspool en kan verder behouden blijven in relatie<br />
tot het Lozerbos waar ook recreatieve mogelijkheden zijn. De locatie Voetbalterrein Lozer (VK<br />
Nieuwe wijk) sluit volledig aan op de kern en functioneert op schaal van Lozer (kleinschalige<br />
voetbalclub)<br />
Beide locaties dienen echter qua schaalniveau op hun huidige niveau behouden te blijven<br />
rekening houdende met de nabijheid van het Lozerbos<br />
Wonen<br />
De bestaande bouwmogelijkheden kunnen ontwikkeld worden (bestaand juridisch aanbod).<br />
Kasteeldomein<br />
Het kasteeldomein vormt een groene baken aansluitend op de kern, via het behoud van<br />
kwalitatieve groenelementen en aandacht voor groen binnen de publieke ruimte kan de relatie<br />
van het kasteeldomein met de kern verder versterkt worden.<br />
Studiebureau VDS, april 2006 Ontwerp <strong>Gemeente</strong>lijk Ruimtelijk Structuurplan<br />
<strong>Kruishoutem</strong><br />
48