erfgoedbeleidsplan 2008-2014 voor “het hart ... - Gemeente Staden
erfgoedbeleidsplan 2008-2014 voor “het hart ... - Gemeente Staden
erfgoedbeleidsplan 2008-2014 voor “het hart ... - Gemeente Staden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ERFGOEDBELEIDSPLAN<br />
<strong>2008</strong>-<strong>2014</strong><br />
VOOR<br />
“HET HART VAN WEST-VLAANDEREN”<br />
Roeselare, 23 januari <strong>2008</strong><br />
Beveren Dadizele Emelgem Gits Hooglede Ingelmunster Izegem<br />
Kachtem Lichtervelde Moorslede Oekene Oostnieuwkerke<br />
Roeselare Rumbeke <strong>Staden</strong> Westrozebeke
INHOUDSTAFEL<br />
1. Inleiding<br />
2. Historische achtergrond van <strong>“het</strong> Hart van West-<br />
Vlaanderen”<br />
3. Een nieuwe intergemeentelijke intentie<br />
3.1 Een traditie van samenwerkingsverbanden<br />
3.2 De aanpak<br />
3.3 Proces beleidsplanning<br />
4. Omgevingsanalyse<br />
4.1 Identiteitskaart van de regio<br />
4.2 Erfgoed in het algemeen cultuurbeleid<br />
4.2 Synergie met andere ontwikkelingen<br />
4.3 Erfgoed binnen de regio volgens de regionale thematische lijnen<br />
4.4 Stakeholders binnen en buiten de erfgoedsector<br />
4.5 SWOT-analyses van de regio<br />
5. Visie, missie en doelstellingen<br />
5.1 visie<br />
5.2 Missie<br />
5.3 Doelstellingen<br />
6. Organisatie, planning en middelen erfgoedcel<br />
6.1 Organisatie<br />
6.2 Middelen (2009-<strong>2014</strong>)<br />
6.3 Planning (2009-<strong>2014</strong>)<br />
Bibliografie<br />
Bijlagen
1. INLEIDING<br />
De <strong>voor</strong>bije jaren ontwikkelden er zich verschillende samenwerkingsinitiatieven in<br />
het “Hart van West-Vlaanderen”. Niet alleen is er de structurele samenwerking op<br />
het gebied van onder andere deeltijds kunstonderwijs, volwassenenonderwijs,<br />
toerisme Leiestreek en politie, maar ook op het vlak van erfgoed. Zo vonden<br />
Roeselare en Izegem elkaar enkele jaren terug in een samenwerking rond Open<br />
Monumentendag.<br />
Dit structureel overleg<br />
resulteerde in een eerste<br />
globale aanpak van de<br />
Erfgoeddag in 2005, een<br />
initiatief dat zijn<br />
verlengstuk krijgt in 2006.<br />
Tijdens dat overleg groeide<br />
ook spontaan de idee om<br />
met deze gemeenten een<br />
nog intensere samenwerking<br />
op te bouwen teneinde te<br />
komen tot een integraal<br />
erfgoedbeleid <strong>voor</strong> het<br />
gebied, gelegen tussen<br />
Kortrijk, Ieper en het<br />
Brugse Ommeland. De<br />
<strong>voor</strong>bije periode van intens<br />
overleg resulteerde<br />
uiteindelijk in 2005 in de<br />
oprichting van de<br />
projectvereniging TERF<br />
door Izegem, Lichtervelde,<br />
Hooglede, Moorslede,<br />
<strong>Staden</strong> en Roeselare. In<br />
juni 2007 werd de<br />
vereniging uitgebreid met<br />
de gemeente Ingelmunster. De gemeenten Ardooie, en Ledegem wensten nog niet<br />
onmiddellijk toe te treden. Wel hebben zij uitdrukkelijk gevraagd om verder op de<br />
hoogte te blijven van de werking van de projectvereniging TERF teneinde in een<br />
volgende fase te kunnen toetreden. Ook werkten Ardooie en Ledegem in het<br />
verleden samen met TERF <strong>voor</strong> de Erfgoeddag.<br />
Wanneer je de gemeenten geografisch in ogenschouw neemt, dan merk je<br />
onmiddellijk dat dit gebied zich situeert in het <strong>hart</strong> van West-Vlaanderen met de<br />
Mandel als een soort ‘rode draad’. Op enkele oude meanders na, is deze rivier<br />
tussen Roeselare en Ingelmunster weliswaar volledig opgegaan in het kanaal<br />
Roeselare-Leie. Toch blijft hij nog zichtbaar van bij de oorsprong tussen
Passendale en <strong>Staden</strong> alover Oostnieuwkerke tot aan het Schierveldecomplex in<br />
Roeselare. Eens Izegem <strong>voor</strong>bij in de nabijheid van Ingelmunster slingert de<br />
Mandel zich verder tot aan de Leie. Vandaar ook de intentie om te streven naar<br />
een erfgoedconvenant <strong>voor</strong> dat “Hart van West-Vlaanderen”.<br />
De schaalgrootte van meer dan 120.000 inwoners moet ook toelaten om een groot<br />
draagvlak ten aanzien van het erfgoed te realiseren. Daarbij komt dat het<br />
gezamenlijk inzetten van de nodige middelen ongetwijfeld zal leiden tot veel meer<br />
dan waartoe de gemeenten elk afzonderlijk in staat zijn.<br />
Door de goedkeuring van de erfgoedconvenant hopen we om de inventaris te<br />
vervolledigen, de bestaande initiatieven door samenwerking te versterken en de<br />
bakens uit te zetten <strong>voor</strong> een intensievere werking. Doelstellingen die we hopen te<br />
bestendigen in de volgende beleidsperiode.
2. HISTORISCHE ACHTERGROND VAN “HET HART VAN<br />
WEST-VLAANDEREN”<br />
2.1 Het Pre-Romeinse Tijdperk<br />
In de regio is totnogtoe weinig archeologisch onderzoek verricht. In Roeselare<br />
wijzen sporen uit het epi-paleolithicum (ca. 9000 <strong>voor</strong> Christus) op menselijke<br />
activiteit. Doorgaans gaat het om toevalsvondsten die weinig wetenschappelijk<br />
bestudeerd werden. Uitzondering hierop vormen Izegem en Emelgem waar baron<br />
Charles Gillès de Pélichy reeds einde 19 de eeuw opgravingen verricht en in de jaren<br />
1950 professor S.J. De Laet (Universiteit Gent). Verondersteld wordt dat de<br />
streek vanaf het neolithicum (4500-1700 <strong>voor</strong> Christus) een permanente bewoning<br />
kent zoals onder meer blijkt uit de artefacten gevonden op de hoger gelegen<br />
zandruggronden, onder meer op de Gitsberg en de Keiaardheuvel te <strong>Staden</strong><br />
(laatste vondst in 1911). Voor Emelgem werd ooit de hypothese van paaldorpen aan<br />
de Mandel geformuleerd. Voor de bronstijd (1800-1700 <strong>voor</strong> Christus) ontdekte<br />
men in de jaren 1980 via luchtfotografische prospecties, in het landbouwgebied te<br />
Hooglede en Lichtervelde circulaire structuren, die vermoedelijk teruggaan op<br />
grafheuvels.<br />
2.2 Het Romeinse Tijdperk<br />
Vóór de komst van de Romeinen behoort het gebied tot het territorium van de<br />
Menapiërs, dat zicht uitstrekt tussen de Schelde en de Noordzee, ten noorden<br />
ongeveer tot aan de monding van de grote rivieren en ten zuiden tot aan de<br />
alluviale vlakten van Aa, Leie, Deûle en Scarpe. Vanaf de stemming van de ‘lex<br />
provinciae’ in 22 <strong>voor</strong> Christus wordt het Romeinse wegennet geleidelijk<br />
uitgebouwd. Binnen West-Vlaanderen wordt respectievelijk ten zuiden en ten<br />
oosten ingesloten tussen de wegen Boulogne-Kassel-Kortrijk-Tienen-Keulen en<br />
Reims-Bavai-Oudenburg, en mogelijk doorsneden door het diverticulum Doornik-<br />
Kortrijk-Wijnendale-Oudenburg. Vermoedelijk is het gebied rond Roeselare<br />
afhankelijk van de zich daar ontwikkelende pre-stedelijke kern. Omstreeks 1890<br />
worden te Emelgem de resten van een Gallo-Romeins ‘brandrestgraf’ ontdekt –<br />
bewaard in het Brugse Gruuthusemuseum-, en in de jaren 1950 een houten<br />
waterput. In Roeselare zijn momenteel twee archeologen voltijds in dienst en zij<br />
brengen heel wat nieuwe zaken aan het licht.<br />
2.3 De Middeleeuwen<br />
Vanaf ca. 406 na Christus hollen Frankische stammen, die van over de Rijn Gallië<br />
binnendringen, de Romeinse heerschappij uit. Onze gewesten degraderen in de<br />
Merovingische periode (5 de tot 8 ste eeuw) tot een relatief onontgonnen gebied met<br />
uitgestrekte bosgordels. Ten westen strekt zich een bosgordel uit over Torhout<br />
en Passendale tot aan de Franse grens. De Romeinse wegen worden niet langer
onderhouden en de nederzettingen liggen alleen nog aan rivieren. Zo wijzen<br />
inhumatiegraven uit de 7 de eeuw te Emelgem op een nederzetting aan de Mandel.<br />
Voorts zijn de namen Izegem, Emelgem, Kachtem, Dadizele, Moorslede en<br />
Hooglede Germaanse toponiemen en laten patroonheiligen als St.-Amandus<br />
(Hooglede), St.-Tillo (Izegem), St.-Martinus, St.-Pieter en St.-Eligius een<br />
kerstening in de 7 de eeuw vermoeden.<br />
Het graafschap Vlaanderen ontstaat in de 9 de eeuw ten gevolge van het<br />
machtsvacuüm gecreëerd door de invallen van de Noormannen. Roeselare wordt<br />
<strong>voor</strong> het eerst vermeld in een oorkonde van 822. Hierin schenkt Lodewijk de<br />
Vrome het gebied aan de abdij van Elnone. In 957 geeft Boudewijn III de Jongere<br />
toelating om de stad Roeselare te versterken tegen de invallen van de<br />
Noormannen. Vermoedelijk betreft het de ’s Gravenwal, bij Sanderus (1641)<br />
aangeduid ten westen van de St.-Michielskerk. Ook het kasteel van Rumbeke zou<br />
volgens een 16 de -eeuwse legende teruggaan tot de 9 de eeuw. Een andere oude<br />
schriftelijke getuigenis <strong>voor</strong> het gebied vormt de vermelding van ‘Ledda’ –het<br />
huidige Hooglede- in een c<strong>hart</strong>er van 847.<br />
De bevolkingsexplosie van de 11 de eeuw valt samen met de eerste vermelding van de<br />
huidige parochienamen: Westrozebeke en Izegem (1066), Kachtem (1080,<br />
afgescheiden van Rumbeke in 1119), Moorslede (1085), Gits (1088), Ingelmunster<br />
(1099), <strong>Staden</strong> (1115) , Oekene en Rumbeke (1116), Lichtervelde (1127) en Dadizele<br />
(1147). Emelgem en Hooglede worden respectievelijk in 1216 en 1218 vermeld. De<br />
nederzetting van Hooglede is echter ouder dan deze eerste vermelding (cfr.<br />
supra).<br />
Het gebied maakt historisch deel uit van de Kasselrijen Ieper (Oost – Ieper –<br />
Ambacht), Kortrijk (de Roede van Menen), de Roede van Harelbeke en het Brugse<br />
Vrije; bestuurlijke eenheden waarin het Graafschap Vlaanderen in de vroege 11 de<br />
eeuw ingedeeld werd. Door de Franse Veroveringen in 1668-1678 zou de grens<br />
tussen de kasselrij Ieper en het Brugse Vrije enkele decennia staatsgrens worden.<br />
De <strong>voor</strong>naamste heerlijkheden zijn de zich over de regio uitstrekkende<br />
heerlijkheden Ingelmunster en het “Hof van Izegem” met hogere rechtspraak; dit<br />
Hof wordt in 1582 door de Spaanse koning Filips II verheven tot graafschap en in<br />
1678 door Lodewijk XIV tot prinsdom. Daarnaast zijn er nog Roeselare-Binnen of<br />
het Schependom en Roeselare-Buiten of de 23 heerlijkheden samen, Moorslede,<br />
Slyps en ’t Hof van Oekene. Tevens houdt de Wevelgemse Guldenbergabdij er<br />
lenen. Vermeldenswaardig zijn ook de baanderheerlijkheid Lichtervelde, de<br />
heerlijkheden Mosscherambacht, Wallemote en de Hazelt, het ‘Hof van <strong>Staden</strong>’ –<br />
dat in 1712 wordt verheven tot ‘graafschap van Carnin en <strong>Staden</strong>-, ‘het laatschap<br />
van Oostnieuwkerke’, de heerlijkheden van Rhode (Emelgem en Kachtem), Kachtem<br />
en Mesegem (Kachtem), Volmerbeke (Hooglede). De versplinterde heerlijkheden<br />
Ogierlande (enclaves te Gits en Hooglede) onder het Brugse Vrije hadden hun<br />
foncier buiten het gebied. Ook het baljuwhuis (Roeselare) en het ‘Kaasterkasteel’<br />
te Rumbeke gaan, evenals een aantal hoeven terug op een vroeger foncier.
De dorpsheerlijkheid van Ingelmunster is op het einde van de 11 de eeuw ontstaan<br />
en zal tot aan de Franse Revolutie als een zelfstandige heerlijkheid functioneren.<br />
Op kerkelijk gebied behoort de streek achtereenvolgens tot het bisdom Doornik,<br />
Ieper, Gent en Brugge. Het zijn de bisschoppen van Doornik die het<br />
patronaatsrecht van de kerken in de 11 de en 12 de eeuw aan de abdijen van St.-<br />
Omaars, Zonnebeke en Oudenburg of aan de kapittels van Rijsel en Doornik<br />
schenken. Een uitzondering hierop vormt de schenking in 899 door de Franse<br />
koning Karel de Eenvoudige van het altaar van Hooglede aan de abdij van Elnone.<br />
Dadizele groeit vanaf de 14 de eeuw uit tot een befaamd Mariaal bedevaartsoord.<br />
Bij de kerkelijke herindeling in 1559 ontstaat een grensgebied tussen de<br />
bisdommen Brugge (de meeste parochies), Gent (Emelgem) en Doornik (Izegem en<br />
Ingelmunster). Het concordaat van 1801 baseert zich op de bestuurlijke<br />
indelingen: de Leie- en Scheldedepartementen worden verenigd in het bisdom<br />
Gent. Vanaf zijn heroprichting in 1834 valt het bisdom Brugge samen met de<br />
provinciegrenzen.<br />
De 100-jarige oorlog (1337-1453) waarbij het graafschap Vlaanderen <strong>voor</strong> de<br />
keuze gesteld wordt tussen de feodale trouw aan Frankrijk en de economische<br />
banden met Engeland, genereert een aantal conflicten tussen de graaf en het<br />
opstandige Gent. De ‘slag bij Rozebeke’ (1382) waarbij de Franse koning en graaf<br />
Lodewijk van Male de opstandige Gentenaars onder leiding van Philips van<br />
Artevelde verslaan, vormt de mythische oorsprong <strong>voor</strong> de Onze-Lieve-<br />
Vrouweverering en de ommegangskapellen te Westrozebeke. Dergelijke<br />
machtsconflicten doen zich eens te meer in de 2 de helft van de 15 de eeuw <strong>voor</strong>. In<br />
1452 komen de Gentenaren in opstand tegen de Bourgondische hertog Filips de<br />
Goede en voeren onder meer raids uit op de Izegemse linnenhal. Bij een nieuw<br />
conflict met hoogtepunt in 1483-1485, tussen de centralistische Habsburgse vorst<br />
en het particularisme van steden en gewesten, bestormen de troepen van<br />
Maximiliaan van Oostenrijk onder meer het kasteel van Lichtervelde.<br />
Als gevolg van de 100-jarige oorlog verschuift de vlasteelt van (Noord-)Frankrijk<br />
naar de Zuidelijke Nederlanden. In de 15 de en de 16 de eeuw ontwikkelt de nog<br />
nauwelijks gereglementeerde linnennijverheid zich in kleine entiteiten, dit in<br />
tegenstelling tot de lakennijverheid die via privileges <strong>voor</strong>behouden is aan oorden<br />
met stadsrecht. Roeselare had een dergelijk stadsrecht verkregen in 1250; in de<br />
16 de eeuw wordt er overgeschakeld op de linnennijverheid. Het oprichten van een<br />
lijnwaadmarkt mislukt echter door de concurrentie van de Kortrijkse en Izegemse<br />
markten. Het is zelfs zo dat Izegem – ondanks de boycot door de naburige steden<br />
Kortrijk en Roeselare- het linnenbe<strong>voor</strong>radingscentrum vormt <strong>voor</strong> de Brugse en<br />
Antwerpse export naar Spanje en Engeland. De productie wordt aangeleverd door<br />
huisnijverheid van spinnen en weven.<br />
Dé transportweg de Mandel, ook gebruikt <strong>voor</strong> het vlasroten, verzandt echter<br />
geleidelijk in de 2 de helft van de 16 de eeuw. Een gezamenlijk project van Roeselare<br />
en Izegem in 1571-1572 om een Mandelkanaal te graven strandt op de tegenstand<br />
van steden als Kortrijk, Ieper, Deinze en Gent. Samen met de godsdiensttroebelen
die beginnen met de beeldenstorm van 1566, met als gevolg een erg verzwakte<br />
economische toestand, vormt dit de doodsteek <strong>voor</strong> de linnennijverheid. Talrijke<br />
linnenwevers wijken uit naar Brugge, Engeland en de Noordelijke Nederlanden.<br />
2.4 De Nieuwe Tijden<br />
In een eerste fase van de 80-jarige oorlog wordt het graafschap Vlaanderen –<br />
neutraal met uitzondering van de calvinistische republieken te Brugge, Ieper, en<br />
Gent - in de tang genomen tussen de protestants gezinde unie van Utrecht te<br />
noorden en de Spaansgezinde unie van Atrecht ten zuiden. Plunderende benden<br />
brengen zware schade toe aan de meeste kerken, dorpen en kastelen, zoals bijvb<br />
te Ingelmunster, waar in 1580 bij De Slag van Ingelmunster, het volledige dorp<br />
werd vernield.<br />
De inname van Oostende in 1604 onder de regering van Albrecht en Isabella,<br />
waardoor er een einde komt aan de aanvallen van de vrijbuiters, luidt een periode<br />
van demografisch en relatief economisch herstel in. In de 17 de eeuw worden onder<br />
meer de Roeselaarse St.-Michielskerk en de stadshal hersteld. Na 1648 (Vrede<br />
van Munster) wordt de linnenmarkt heropgericht. De Izegemse pogingen om de<br />
vernielde hal te herstellen, de linnenmarkt opnieuw op te starten en de Mandel te<br />
kanaliseren mislukken door de boycot van Kortrijk.<br />
De contrareformatie leidt in de 17 de eeuw tot het intensifiëren van het parochiaal<br />
leven met de oprichting van broederschappen onder meer te Moorslede. De eerste<br />
ommegangskappelletjes van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Smarten te<br />
Westrozebeke worden vermoedelijk in deze periode opgericht. Het O.-L.-Vrouw-<br />
altaar van de Zeven Smarten te Ingelmunster gaat terug tot de stichting van het<br />
broederschap in 1669.<br />
Vanaf 1668 tot de Vrede van Utrecht in 1713 wordt het gebied ontwricht door de<br />
Spaans-Franse oorlogen met onder meer een langdurige Franse bezetting. Na 1713<br />
komen de Nederlanden onder Oostenrijks bewind. Er volgt een periode van<br />
relatieve rust met een economische en demografische bloei. Dit is onder meer te<br />
danken aan de verbeterde landbouwtechnieken en de geleidelijke opgang van de<br />
aardappelteelt. De inkomsten uit de landbouw worden aangevuld met<br />
huisnijverheid, <strong>voor</strong>namelijk het spinnen en weven.<br />
De Oostenrijkers bouwen een uitgebreid wegennet uit. De nieuwe ‘Theresiaanse’<br />
steenwegen Kortrijk-Brugge over Ingelmunster en Menen-Roeselare-Torhout-<br />
Brugge over Gits en Lichtervelde vormen, nu de Mandel onbevaarbaar is geworden,<br />
de belangrijkste handels- en verkeersaders.<br />
De economische bloeiperiode weerspiegelt zich in een intense bouwactiviteit. De<br />
Roeselaarse Augustijnenkerk en de Lodewijk XV-vleugel van het stadhuis dateren<br />
uit deze tijd. Een groot deel van het huidige hoevebestand in het niet door de WO<br />
I vernietigde gebied gaat in de kern terug op de 18 de eeuw en is als dusdanig<br />
aangeduid op de Ferrariskaart.
2.5 De Nieuwste Tijden<br />
Met de Franse Revolutie ruimt het heerlijkheden-stelsel de plaats <strong>voor</strong> een<br />
modern staatsbestel, de basis van de huidige administratieve en gerechtelijke<br />
organisatie van het gebied. Deze scharnierperiode heeft ook in het Hart van<br />
West-Vlaanderen een grote impact: de kloosterorde van de Grauwzusters en de<br />
Augustijnen worden opgeheven; het kasteel van Rumbeke en Ingelmunster<br />
ontsnapt aan de openbare verkoping. Ongenoegen met de godsdienstpolitiek en de<br />
algemene conscriptie culmineert in 1798 in de Boerenkrijg, in de streek bekend als<br />
‘brigandszondag’.<br />
De verruiming van de afzetmarkt tijdens de Franse bezetting drijft de<br />
linnenproductie de hoogte in. Dit stimuleert ook de vlasnijverheid. De continentale<br />
blokkade doet de cichoreiteelt en –verwerking ontluiken. De bestelling van<br />
schoenen door het Franse leger in 1794 stimuleert de ontluikende<br />
schoennijverheid te Izegem. In 1817, onder het Hollandse bewind, wordt Izegem<br />
tot stad verheven. De hoedennijverheid floreert tot omstreeks 1840.<br />
Het begin van de Belgische onafhankelijkheid wordt gekenmerkt door een<br />
plattelandscrisis. Het mislukken van de graan- en aardappeloogsten in 1845-1847<br />
leidt tot hoge sterftecijfers en het uitwijken van de plattelandsbevolking naar de<br />
stedelijke centra <strong>voor</strong>namelijk in Noord-Frankrijk en Wallonië. De concurrentie<br />
van de reeds gemechaniseerde Engelse textielnijverheid zorgt in de jaren 1840<br />
<strong>voor</strong> een recessie van de op huisweven gerichte linnennijverheid. Ook de invoer van<br />
goedkoop buitenlands vlas veroorzaakt in 1845-1846 een crisis.<br />
In het kader van de armoedebestrijding worden scholen en congregaties<br />
opgericht. Als <strong>voor</strong>lopers van deze initiatieven gelden de zusters van Ten Bunderen<br />
die in 1785 terugkeren naar Moorslede. De paters Redemptoristen vestigen zich in<br />
Roeselare. In 1769 wordt door pastoor Dufort in Ingelmunster en armenschool<br />
opgericht die later zal uitgroeien tot het huidig klooster.<br />
De mechanisatie, die in de 2 de helft van de 19 de eeuw wordt ingezet, leidt tot de<br />
heropbloei van de linnennijverheid en de oprichting van de eerste fabriekjes. De<br />
eerste stoommachines worden in de jaren 1850-1860 geplaatst. De aanleg van de<br />
spoorweg Kortrijk-Brugge in 1847 en het graven van het kanaal Roeselare-Leie in<br />
1862-1872 vormen een belangrijke troef <strong>voor</strong> de industrialisatie. Roeselare en<br />
Izegem ontwikkelen zich dan ook tot industriesteden.<br />
In de plattelandsgemeenten blijft het bij meer landbouwgebonden nijverheden. De<br />
meeste dorpen hebben/hadden meerdere molens en zeker één brouwerij. Voorts<br />
wordt cichorei geteeld en ook vlas met verdere verwerking vanaf de 20 ste eeuw.<br />
Dat de bebouwing buiten de eigenlijke dorpskernen toeneemt in de 2 de helft van de<br />
19 de eeuw en het begin van de 20 ste eeuw blijkt duidelijk uit het historisch<br />
kaartenmateriaal. In de wijk ‘De Geite’ (Hooglede) bij<strong>voor</strong>beeld, die als<br />
bewoningskern reeds aangeduid is op de Ferrariskaart, wordt in 1862 een kerk<br />
gebouwd.
Tijdens WO I behoort <strong>“het</strong> Hart van West-Vlaanderen” tot het ‘Etappengebiet’,<br />
een door de Duitsers bezet gebied met militair bestuur. Roeselare fungeert als<br />
garnizoenstad. Het gebied tussen het Westfront en Roeselare wordt van noord<br />
naar zuid doorsneden door verdedigingslinies met betonnen schuilplaatsen<br />
opgetrokken vanaf 1914. Van belang zijn hier de ‘Flandern I Stellung’ doorheen<br />
Hooglede, de Geite en Oostnieuwkerke, grosso modo het tracé van de steenweg<br />
Menen-Roeselare-Torhout volgend, en de ‘Flandern II Stellung’ doorheen de<br />
westelijke uithoek van <strong>Staden</strong>. Te Gits, Izegem, Ingelmunster en Beveren worden<br />
Duitse vliegvelden aangelegd. Van de Duitse begraafplaatsen op diverse plaatsen is<br />
enkel deze van Hooglede bewaard.<br />
Met de slag op Passendale schuift de frontlijn ter hoogte van Ieper oostwaarts op<br />
in de richting van Roeselare. De streek lijdt zware schade enerzijds door Engelse<br />
luchtbombardementen, anderzijds door plundering, brandstichting en het<br />
dynamiteren van kerktorens en molens door de Duitsers. Op die manier worden<br />
<strong>Staden</strong>, Westrozebeke, Moorslede en in mindere mate Dadizele quasi totaal<br />
verwoest.<br />
Na de wapenstilstand is het meest dringende probleem de huisvesting. Teneinde<br />
de woningnood te leningen bouwt het Koning Albertfonds barakken, onder meer te<br />
Moorslede, Roeselare, <strong>Staden</strong> en ook in het minder verwoeste Izegem dat veel<br />
vluchtelingen opvangt. De regering geeft zich spoedig rekenschap van het feit dat<br />
de gemeenten de zware taak van de wederopbouw onmogelijk alleen aankunnen.<br />
Door de wet van 8 april 1919 krijgen de verwoeste gemeenten de kans om zich te<br />
laten adopteren door de Staat. De gemeenten binnen het “Hart van West-<br />
Vlaanderen” behoren tot de Noorderstreek onder het gezag van het Ministerie van<br />
Binnenlandse Zaken. Na de goedkeuring van de aanleg- en rooilijnplannen kan de<br />
definitieve wederopbouw van start gaan. Architecten uit Roeselare en Brugge zijn<br />
hierbij betrokken. De wederopbouw herstelt grosso modo het <strong>voor</strong>oorlogse<br />
stratenpatroon. Ingrepen blijven doorgaans beperkt tot het rechttrekken en<br />
verbreden van straten. De vernielde hoeven worden over het algemeen naar het<br />
<strong>voor</strong>oorlogse patroon heropgebouwd.<br />
WO II brengt het gebied slechts beperkte schade toe. Een uitzondering hierop<br />
vormt de St.-Jan-Baptistkerk te <strong>Staden</strong> die <strong>voor</strong> de tweede maal in 30 jaar totaal<br />
vernietigd wordt door een luchtbombardement.<br />
2.7 Hedendaagse periode<br />
Vanaf de jaren 1950-1960, dragen sociale woningbouw en private verkavelingen, en<br />
de hiermee gepaard gaande stichting van een aantal nieuwe (deel)parochies bij tot<br />
de verdere uitbreiding van de plattelandsgemeenten.<br />
De vlascrisis van 1950-1951 en de geleidelijke achteruitgang van de andere<br />
nijverheidsteelten als cichorei en tabak werkten een gedeeltelijke overschakeling
naar de intensieve veeteelt en de tuinbouw in de hand. Deze laatste sector is<br />
<strong>voor</strong>al dominant aanwezig te <strong>Staden</strong> en Westrozebeke waar zich ook<br />
diepvriesbedrijven ontwikkelden. De vollegrondse groenteteelt en de intensieve<br />
serreculturen worden verder geactiveerd door de fruit- en groenteveiling te<br />
Roeselare.<br />
Vanaf de jaren 1970 treft de economische crisis de traditionele sectoren zoals<br />
textiel en schoenenproductie. Tegelijkertijd worden echter inspanningen geleverd<br />
<strong>voor</strong> de ‘ontsluiting’ van de streek onder meer door de aanleg van de N36. Ten<br />
zuiden van Izegem en de A17 Brugge-Kortrijk worden nieuwe industrieterreinen<br />
aangelegd. De economische dynamiek van de streek leidt de laatste decennia tot<br />
de versnelde verstedelijking. Nieuwbouwwijken sluiten verder aan bij de meeste<br />
dorpskommen. De dorpen krijgen hierdoor een eerder residentieel karakter en een<br />
nog steeds aangroeiende bevolkingsconcentratie.
3. EEN NIEUWE INTERGEMEENTELIJKE AANPAK<br />
3.1 Een traditie van samenwerkingsverbanden<br />
Het “Hart van West-Vlaanderen” heeft al heel wat ervaring op het gebied van<br />
samenwerkingsverbanden in de culturele sector. Zo is er de Stedelijke Academie<br />
<strong>voor</strong> Schone Kunsten (SASK) die regionaal werkt. Ook de Stedelijke Academie<br />
<strong>voor</strong> Muziek, Woord en Dans (SAMWD) werkt <strong>voor</strong> diverse steden en gemeenten.<br />
De Centra <strong>voor</strong> Volwassenenonderwijs (CVO) zijn nu –door het decreet op het<br />
volwassenenonderwijs- verenigd in consortia. Concreet <strong>voor</strong> deze regio betekent<br />
dit de oprichting van consortium XII die een samenwerking beoogt tussen de<br />
volgende centra: Centrum <strong>voor</strong> Basiseducatie, Open School VZW, CVO Roeselare,<br />
CVO Stedelijke Leergangen Izegem, CVO Stedelijk Volwassenenonderwijs<br />
Roeselare, CVO Sint-Paulus Waregem, CVO 3 Hofsteden, CVO Avelgem –<br />
Harelbeke, CVO VIVO, CVO VSPW Kortrijk, CVO PTI, CVO Hitek, CVO De<br />
Vlaamse Ardennen, CVO De Avondschool en CVO VIVA West-Vlaanderen.<br />
In de regio is er ook samenwerking in andere sectoren. Voorbeelden hiervan zijn<br />
Babbeloe, het jongereninformatiepunt en jongerenoverleg rond diverse thema’s, de<br />
vereniging <strong>voor</strong> intercommunaal sportoverleg (VISO) waar Moorslede en <strong>Staden</strong><br />
deel van uitmaken, diverse intercommunales, het burgemeestersoverleg…<br />
De gezamenlijke organisatie van diverse evenementen vormde de verdere concrete<br />
aanzet tot een meer doorgedreven samenwerking op erfgoedvlak. Men kan alleen<br />
maar constateren dat een erfgoedconvenant in de lijn der gebeurtenissen ligt. De<br />
redenen om verder actief in te zetten op de volgende beleidsperiode zijn divers:<br />
- groeiende professionalisering<br />
- streven naar efficiëntie, kwaliteitsverbetering en –bewaking<br />
- streven naar informatie-uitwisseling<br />
- de profilering van de regio ten opzichte van Kortrijk, Ieper, Brugge en<br />
Rijsel<br />
3.2 De aanpak<br />
De idee om een erfgoedconvenant <strong>voor</strong> het “Hart van West-Vlaanderen” <strong>voor</strong> te<br />
bereiden is ontstaan in het najaar van 2004 naar aanleiding van de <strong>voor</strong>bereiding<br />
van de organisatie van erfgoeddag 2005. Op initiatief van stad Roeselare en na<br />
enkele verkennende gesprekken werden concrete stappen gezet:<br />
• december 2005: oprichting projectvereniging TERF met<br />
Lichtervelde, <strong>Staden</strong>, Hooglede, Moorslede, Roeselare en Izegem<br />
• januari 2006: indienen intentienota <strong>voor</strong> een erfgoedconvenant <strong>voor</strong><br />
het Hart van West-Vlaanderen<br />
• juli 2006: positieve beoordeling van het Ministerie van de Vlaamse<br />
Gemeenschap maar het project werd niet financieel gehonoreerd
• november 2006: indienen projectaanvraag industrialisatie<br />
• januari 2007: indienen verruimde intentienota<br />
• maart 2007: positieve beoordeling van de Ministerie van de Vlaamse<br />
gemeenschap in verband met de projectaanvraag maar ook deze<br />
werd niet financieel gehonoreerd.<br />
• Maart 2007: algemene informatievergadering naar de omliggende<br />
gemeenten in verband met TERF en de uitbreiding van de<br />
projectvereniging<br />
• Mei 2007: discussie omtrent uitbreiding intergemeentelijke<br />
samenwerking met BROERE (samenwerking tussen bibliotheken)<br />
• Juni 2007: aansluiting van Ingelmunster bij TERF<br />
• Oktober 2007: goedkeuring van de intentienota<br />
• December 2007: definitief afsluiten van het erfgoedconvenant<br />
• Januari <strong>2008</strong>: indienen actieplan <strong>2008</strong> en beleidsplan 2009-<strong>2014</strong><br />
• Februari <strong>2008</strong>: start tewerkstelling personeel erfgoedcel<br />
3.3 Procesbeleidsplanning<br />
De tijd waarin dit document werd geschreven was net voldoende (afsluiting<br />
convenant december 2007) om de krachtlijnen te gaan bepalen. We zijn er ons<br />
terdege van bewust dat dit document nog verder dient uitgewerkt te worden en<br />
we hebben dan ook de concrete intentie om dit in de komende maanden verder te<br />
gaan verfijnen en uit te diepen in samenspraak met de diverse erfgoedactoren.<br />
Het huidige document is het resultaat van intense samenkomsten tussen de<br />
diverse ambtenaren verantwoordelijk <strong>voor</strong> cultuur binnen de diverse gemeenten.<br />
Daarnaast werd het ook intens besproken en aangevuld door de Raad van Bestuur<br />
waarin het lokale werkveld (= vertegenwoordigers van de diverse Heemkundige<br />
Kringen) deel van uitmaakt.
4. OMGEVINGSANALYSE<br />
4.1 Identiteitskaart van de regio<br />
Zonder in detail te willen treden hadden we toch graag enkele cijfermatige<br />
gegevens weergegeven.<br />
4.1.1 Bevolking<br />
Demografie - Bevolkingssamenstelling<br />
Aantal inwoners - mannen en vrouwen<br />
Aantal inwoners tussen 6 en 24 jaar<br />
2006<br />
Hooglede 9.831<br />
Ingelmunster 10.617<br />
Izegem 26.544<br />
Lichtervelde 8.400<br />
Moorslede 10.618<br />
Roeselare 55.775<br />
<strong>Staden</strong> 10.969<br />
Hooglede 2.391<br />
Ingelmunster 2.356<br />
Izegem 5.612<br />
Lichtervelde 1.873<br />
Moorslede 2.381<br />
Roeselare 12.380<br />
<strong>Staden</strong> 2.590<br />
Het betreft dus een gebied van 132754 inwoners, waarbij 29583 inwoners zich<br />
tussen de 6 en de 24 jaar zijn. Dit wil zeggen dat ¼ van de bevolking grosso modo<br />
gerekend kan worden als schoollopend. Het aantal 60-plussers in de regio klokt af<br />
op 32.167, dat wil zeggen dat 25% van de totale bevolking in de regio meer dan 60<br />
jaar is.<br />
Het aantal nieuwkomers en vreemdelingen in absolute cijfers is 1634<br />
vreemdelingen en 414 nieuwkomers. Ten opzichte van de totale bevolking is dit<br />
slechts 1,5 %.<br />
2006<br />
Demografie - Bevolkingssamenstelling Aantal vreemdelingen<br />
Hooglede 67<br />
Ingelmunster 121<br />
Izegem 301<br />
Lichtervelde 66<br />
Moorslede 63<br />
Roeselare 939<br />
<strong>Staden</strong> 77<br />
Aantal nieuwkomers Hooglede 13<br />
Ingelmunster 31<br />
Izegem 66<br />
Lichtervelde 7
4.1.2 Ruimtelijke Ordening<br />
Moorslede 14<br />
Roeselare 264<br />
<strong>Staden</strong> 19<br />
Het gebied is 24678,3091 ha groot. Dit komt overeen met 246,7831 km².<br />
2006<br />
Ruimtelijke ordening Totale oppervlakte in ha<br />
Hooglede 3.783,6247<br />
Ingelmunster 1.615,7265<br />
Izegem 2.548,3137<br />
Lichtervelde 2.593,1415<br />
Moorslede 3.534,1058<br />
Roeselare 5.979,3935<br />
<strong>Staden</strong> 4.624,0034<br />
Wanneer we dit cijfer koppelen aan de bevolking, dan komen we op een<br />
bevolkingsdichtheid van 538 inwoners/km². Echter, er is een groot verschil tussen<br />
de diverse gemeenten. Exemplarisch: Roeselare kent een bevolkingsdichtheid van<br />
932,8 inwoners/km² tegenover 323,9 inwoners/km² <strong>voor</strong> <strong>Staden</strong>.<br />
4.2 Synergie met andere ontwikkelingen<br />
In verschillende vastgestelde documenten of zich ontwikkelende projecten zijn<br />
aanknopingspunten terug te vinden met betrekking tot het erfgoedbeleid (richting gevend):<br />
* In 2006 verscheen de uitgave “Kanaalstad – over het gewone, het<br />
buitengewone en het andere” in opdracht van de bestendige deputatie van de<br />
provincieraad van West-Vlaanderen, waarin de studie werd weergegeven naar een<br />
kwalitatieve revitalisering van de kanaalzone met oog <strong>voor</strong> de verschillende<br />
activiteiten, functies en potenties van het gebied.<br />
* Het project Stad-Land-schap regio Roeselare van de provincie West-<br />
Vlaanderen waarbij de interactie tussen stad, rand en platteland <strong>voor</strong>op staat. De<br />
doelstellingen verbonden aan het project focussen op meer (sub)regionale<br />
ontwikkelingen waarbij stad én platteland samen betrokken zijn en waarop noch<br />
het stedenbeleid noch het plattelandsbeleid een afdoend antwoord kunnen bieden.<br />
Specifiek zijn de doelstellingen: (1) werken aan landschapsopbouw in een regio, (2)<br />
werken aan belevingswaarde/attractiviteit van een regio en (3) werken aan de<br />
onderlinge relatie stad-platteland.<br />
* De betrachtingen van Westtoer om een industrieel netwerk uit te bouwen.<br />
* Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat ook de beleidsnota’s van de diverse gemeenten<br />
richting gevend zijn. Deze nota’s richten het vizier op 2012 en hebben aandacht<br />
<strong>voor</strong> het erfgoed van de eigen gemeente gekaderd binnen het regionaal beleid.
Niet te verwonderen, aangezien erfgoed heel vaak een belangrijke impuls of een<br />
ondersteunende factor kan zijn <strong>voor</strong> andere beleidsthema’s.<br />
4.3 Erfgoed in het algemeen cultuurbeleid<br />
Erfgoed is in de gemeentelijke beleidsnota’s en meer specifiek in de<br />
deelbeleidsplannen cultuur- of bibliotheek opgenomen als aandachtspunt. De zorg<br />
<strong>voor</strong> het historisch patrimonium maakt in alle steden en gemeenten wezenlijk deel<br />
uit van het lokale beleid. Het decreet op het lokaal cultuurbeleid zet de gemeenten<br />
alvast wel aan om enkele (nieuwe) doelstellingen beter te expliciteren en/of<br />
breder te kaderen, zowel intra- als intergemeentelijk (cfr. de uittreksels in<br />
bijlage uit de diverse plannen).<br />
Uit de gesprekken en studiemomenten is gebleken dat er op het vlak van<br />
erfgoedbeleid heel wat opportuniteiten liggen <strong>voor</strong> een bovenlokale aanpak. Niet<br />
elke gemeente heeft de mogelijkheden om zwaar te investeren in de uitbouw van<br />
deze pijler van het lokaal cultuurbeleid. De regionale samenwerking leidt tot het<br />
<strong>voor</strong>op stellen van het bovenlokale verhaal, waardoor ook de kleinere gemeenten<br />
mee kunnen participeren en hier de vruchten van plukken.<br />
Alle gemeenten stimuleren dankzij subsidiëring en materiële ondersteuning de<br />
werking van de op hun grondgebied aanwezige erfgoedverenigingen, met name de<br />
heemkundige kringen. De enthousiaste inzet en de onpeilbare kennis en expertise<br />
van vele vrijwilligers op diverse erfgoedgebieden vangt gedeeltelijk een tekort aan<br />
personeel op. Daarnaast voegt het vrijwilligerswerk een onmisbare dimensie toe<br />
aan een geïntegreerde erfgoedwerking: vrijwilligers staan dicht bij het publiek en<br />
geven erfgoed op plaatselijk niveau een gezicht zonder grootse mediacampagnes.<br />
Vrijwilligers kunnen de basis vormen <strong>voor</strong> een stevige publiekswerking.<br />
Anderzijds wordt in de beleidsnota’s opvallend grote nood gesignaleerd aan:<br />
- aangepaste bewaarvormen;<br />
- inspiratie <strong>voor</strong> de ‘restyling’ van de opstellingen van museale collecties;<br />
- tijd, mensen en middelen om projecten te realiseren die al jaren ergens<br />
onderin een lade liggen of in een hoofd aan het broeden zijn (vb. projecten<br />
orale geschiedenis);<br />
- meer aandacht <strong>voor</strong> educatie;<br />
- publieksgerichter beleid;<br />
- verantwoord selectie- en afstotingsbeleid;<br />
- doorzichtiger, beter gestructureerd en geïntegreerd erfgoedbeleid;<br />
- optimaliseren van de inventarisatie.
4.4 Erfgoed binnen de regio volgens de regionale thematische lijnen<br />
We hebben de optie genomen om het aanwezige materiële en immateriële erfgoed<br />
uit te werken aan de hand van de naar <strong>voor</strong> geschoven thematische lijnen. Echter,<br />
de opsomming mag geenszins als een volwaardige inventaris gezien worden, het<br />
moet gezien worden als een poging om exhaustieve <strong>voor</strong>beelden er aan toe te<br />
voegen. We zijn er ons terdege van bewust dat dit overzicht onvolledig is.<br />
Daarnaast kan in bijlage een document gevonden worden waarbij een overzicht<br />
wordt gegeven van het onroerend, roerend en immaterieel erfgoed van het “Hart<br />
van West-Vlaanderen”. Ook hier geldt dat het een poging betreft om het<br />
aanwezige erfgoed in kaart te brengen.<br />
4.4.1 Industrieel-commercieel erfgoed<br />
Het “Hart van West-Vlaanderen” wordt sterk gedomineerd door zijn ligging in het<br />
valleigebied van de Mandel, en de aanwezigheid van infrastructurele<br />
lijnstructuren: het kanaal, de spoorweg en de parallelle steenwegen. Dit alles is<br />
tevens ook de oorzaak van de vaak gelijklopende ontwikkeling. Gezien de reeds<br />
vroege en nog <strong>voor</strong>tdurende industrialisatie van het gebied werden deze<br />
verbindingsassen stelselmatig dichtgebouwd. Hierdoor belaadt een aaneengeweven<br />
net van bebouwing de vallei met een industrieel karakter. De benaming “Het<br />
Manchester van Vlaanderen” is dan ook niet uit de lucht gegrepen.<br />
aanvang<br />
In de 18de eeuw waren de kleinschalige, familiale landbouwbedrijven dominant.<br />
Landbouw en landarbeid werden er sinds lang gecombineerd met één of andere<br />
vorm van huisnijverheid, nl. het vlasspinnen of vlasweven. Dit samengaan van<br />
landbouw- en proto-industriële activiteiten bezorgde de plattelander een<br />
behoorlijk inkomen. Maar, in deze arbeidsverdeling lagen evenwel de kiemen van de<br />
latere crisis.<br />
De toenemende bevolkingsdruk, maar <strong>voor</strong>al de conservatieve ingesteldheid van de<br />
industriëlen lag aan de basis van de nefaste evolutie. De commerciële en<br />
industriële belangengroepen weigerden stelselmatig geld ter beschikking te stellen<br />
om de bestaande productietechnieken aan te passen aan het niveau van de<br />
gemechaniseerde textielbedrijven in het buitenland. Integendeel, in de plaats van<br />
door de nodige kapitaalinjecties de economische activiteiten opnieuw aan te<br />
zwengelen, teerden ze op de werkkracht. Dit impliceerde dat de huisnijverheid<br />
bijzonder kwetsbaar was tegenover de buitenlandse concurrentie, daar het enige<br />
verweer bestond in loondalingen en het verstrakken van het arbeidsritme. Een bij<br />
<strong>voor</strong>baat verloren strijd … De tewerkstelling in de huisnijverheid werd steeds<br />
verder uitgehold. Het is dan ook niet verwonderlijk dat, sinds het begin van de<br />
19de eeuw, vele gezinnen op openbare liefdadigheid waren aangewezen.<br />
Pas met het hoogtepunt van de crisis (1840-1850), een periode gekenmerkt door<br />
misoogsten, werd <strong>voor</strong> velen duidelijk dat de toestand uitzichtloos was. Het is het
startpunt van de seizoensarbeid naar het nabije Frankrijk, een oplossing <strong>voor</strong> hen<br />
die niet naar ‘den vreemde’ wilden. Dit hield in dat veel arbeiders met hun gezin in<br />
België gehuisvest bleven en dagelijks of wekelijks naar Frankrijk gingen<br />
(pendelaars) of van half mei tot half december seizoensarbeid gingen verrichten<br />
(de ‘Franschmans’). Men werkt er in de steenovens, de cichorei-asten of men doet<br />
er mee aan de bietencampagne, het hop plukken of het slijten van het vlas.<br />
Seizoensarbeid bleef lange tijd bestaan, in de eerste jaren na de WOII kunnen we<br />
zelfs nog van een bloei spreken. Vanaf de jaren 1950 begon echter een aftakeling<br />
die <strong>voor</strong>al veroorzaakt werd door de toenemende mechanisatie van de<br />
verschillende activiteiten die <strong>voor</strong>dien zwaar handwerk vergden.<br />
Industrialisatie<br />
De industrialisatie kwam goed op gang halfweg de 19de eeuw met de aanleg van de<br />
spoorweglijn tussen Kortrijk en Brugge en het realiseren van het kanaal Roeselare-<br />
Leie enkele jaren later. Het gebied werd dus ontsloten, er kwamen nieuwe<br />
toegangswegen. Men zou kunnen stellen dat de locomotief de industriële expansie<br />
op gang trok. En dit reeds vanaf het moment van de aanleg van de sporen,<br />
aangezien de infrastructuurwerken de door honger geteisterde bevolking aan werk<br />
hielp. Het mag <strong>voor</strong> zich spreken dat die nieuwe spoorlijn de trekpleister werd<br />
<strong>voor</strong> industriële inplantingen. “Op dit ogenblik is men bezig, in een gebouw, dicht by<br />
de statie van de yzerenweg, zeshonderd spinmolens te plaetsen, bestemd <strong>voor</strong><br />
grove garens te maken <strong>voor</strong> het weven van baallinnen ; de wevery dezer stof, over<br />
twee jaar hier onbekend, is reeds in vollen <strong>voor</strong>tgang”. Deze evolutie werd in een<br />
latere fase nog extra gestimuleerd door de ontwikkeling van de stoommachines. De<br />
linnennijverheid kende een heropbloei, naast het ontstaan van de eerste<br />
fabriekjes.<br />
De thuisnijverheid had de genadeslag gekregen door de nieuwe industriële<br />
ontwikkeling. De landelijke bevolking zakte af naar de steden. Men zocht werk in<br />
de nieuwe fabrieken en een onderkomen aan de stadsranden. Het gebied langsheen<br />
de spoorweg kreeg een volledig nieuw uitzicht: van de landelijke krotwoonsten naar<br />
industriële sloppen. De windmolens sneuvelden. Een nieuw industrieel proletariaat<br />
werd geboren.<br />
Van enige sociale onrust was er toen nog geen sprake. Van meet af aan ontstonden<br />
er echter in de jonge industrieën misbruiken. Slechts vanaf 1850 kwamen er<br />
enkele schuchtere pogingen tot wetgeving met het oog op de bescherming van de<br />
loonarbeiders.<br />
Daarnaast is de streek rond Roeselare ook bekend om zijn vele KMO-bedrijven en<br />
kleine familiezaken. Na 1914 werd de roes van de herwonnen vrijheid en van de<br />
geslaagde heropbouw snel getemperd door de economische crisis, die reeds op het<br />
einde van de jaren 1920 voelbaar werd. De textielproductie nam zienderogen af,<br />
en werkloosheid hing als een zwaard van Damocles boven Vlaanderen.
De dynamische bevolking bleef niet bij de pakken zitten en nam zelf initiatieven :<br />
aan de haven verrezen de eerste torens <strong>voor</strong> de verwerking van groenten- en<br />
veldvruchtenafval tot veevoeders. De eerste veevoederbedrijven konden zo de<br />
werkloosheid in de regio enigszins verzachten.<br />
De Middenstand verenigde zich in de Katholieke Burgersbond (1919-1920). Op 19<br />
december 1924 stichtten E.H. Dumortier en architect Alfons Van Coillie, speciaal<br />
<strong>voor</strong> de middenstanders, de S.V. Middenstandsbelangen, beter bekend onder de<br />
naam Middenstandsbank. Deze groeide uit tot de Bank van Roeselare en West-<br />
Vlaanderen, die in 1998 fuseerde met de KBC.<br />
Het is de oprichting van die Middenstandsbank en de band die de latere Bank van<br />
Roeselare en West-Vlaanderen had met de lokale nijverheid, die er<strong>voor</strong> zorgden<br />
dat de regio gekenmerkt wordt door sterke familiale bedrijven, krachtige KMO’s<br />
en een lage werkloosheidsgraad in vergelijking met de rest van Vlaanderen.<br />
Op het hoogtepunt van de crisis verenigden de handelaars zich en bedachten<br />
initiatieven en speciale acties om de kleinhandel nieuwe impulsen te geven. In 1932<br />
werden de eerste "Batjes" gehouden. (een batje is een koopje.) Het handelsleven<br />
kreeg daardoor een nieuwe stimulans en bezorgde de stad toen reeds de reputatie<br />
van inkoopstad, bekend om de diversiteit van de producten die er te koop zijn. Van<br />
1 tot 18 mei 1937 had de eerste Handels- en Nijverheidsbeurs plaats in een<br />
metalen hal op het Wapenplein (Polenplein). De beurs was ingericht door de<br />
Gewestelijke Handelsbeurzen te Brussel.<br />
In de plattelandsgemeenten daarentegen blijft het bij meer landbouwgebonden<br />
nijverheden. De meeste dorpen hebben/hadden meerdere molens en zeker één<br />
brouwerij. Voorts wordt cichorei geteeld en ook vlas met verdere verwerking<br />
vanaf de 20ste eeuw. Dat de bebouwing buiten de eigenlijke dorpskernen toeneemt<br />
in de 2de helft van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw blijkt duidelijk<br />
uit het historisch kaartenmateriaal. Vanaf de jaren 1950-1960, dragen sociale<br />
woningbouw en private verkavelingen, en de hiermee gepaard gaande stichting van<br />
een aantal nieuwe (deel)parochies bij tot de verdere uitbreiding van de<br />
plattelandsgemeenten.<br />
De vlascrisis van 1950-1951 en de geleidelijke achteruitgang van de andere<br />
nijverheidsteelten als cichorei en tabak werkten een gedeeltelijke overschakeling<br />
naar de intensieve veelteelt en de tuinbouw in de hand. Deze laatste sector is<br />
<strong>voor</strong>al aanwezig te <strong>Staden</strong> en Westrozebeke waar zich ook diepvriesbedrijven<br />
ontwikkelden. De vollegrondse groenteteelt en de intensieve serreculturen worden<br />
verder geactiveerd door de fruit- en groenteveiling te Roeselare, de latere REOveiling.<br />
Deze veiling groeide uit tot de tweede grootste van Vlaanderen en is<br />
momenteel de grootste bladgroentenveiling van Europa.<br />
Vanaf de jaren 1970 treft de economische crisis de traditionele sectoren zoals<br />
textiel en schoenproductie. Tegelijkertijd worden echter inspanningen geleverd<br />
<strong>voor</strong> de ‘ontsluiting’ van de streek onder meer door de aanleg van de N36. Ten
zuiden van Izegem en de A17 Brugge-Kortrijk worden nieuwe industrieterreinen<br />
aangelegd. De economische dynamiek van de streek leidt de laatste decennia tot<br />
de versnelde verstedelijking.<br />
Exemplarische <strong>voor</strong>beelden zijn: Tandem-Compound stoommachine en elektrische<br />
centrale (Izegem), Site eperon d’or (Izegem), Mouterij van de <strong>voor</strong>malige<br />
brouwerijen Carpentier (Izegem) – Rodenbacht (Roeselare) – De Visschere, Van<br />
Honsebrouck, mouterij Claerhout (Ingelmunster), Firma Strobbe (Izegem),<br />
Vandemoortele (Izegem), Meubelfabrieken (Izegem en Hooglede), Machinebouw<br />
(Izegem), Site Van Coillie (Lichtervelde) , De Callewaert (Lichtervelde), Orde van<br />
de cichoreiboon (Lichtervelde) , Het station (Lichtervelde en <strong>Staden</strong>),<br />
Paraplufabriek Mattan (Lichtervelde), duivensportarikelen (Lichtervelde) , Het<br />
Fabriekspand (Roeselare), De Ronde Kom en de kleine bassin als restanten van een<br />
rijke textielindustrie (Roeselare), Cichoreifabriek Van Tyghem (Roeselare),<br />
Nationale bank (Roeselare), Pasta- en bloemproducent Soubry (Roeselare),<br />
autocarbedrijf Jonckheere (Roeselare), Roularta (gegroeid uit de weekbladen ‘De<br />
Rousselaarse Bode’ en ‘Nieuw Rousselaere’), de land- en tuinbouwbedrijven met de<br />
REO-veiling, de groentenverwerkende nijverheid, De Steenoven (Hooglede), molens<br />
(De grijspeerdmolen, Hooglede- Zandberg en Doornmolen Ingelmunster), Asten,<br />
Melkfabriek in de Stationstraat (Moorslede), Chicoreibedrijven, Roterijen, Site<br />
Debeil (<strong>Staden</strong>), Westvlees (<strong>Staden</strong>), vlasbedrijven (bedrijven Mommerency,<br />
Debels, Craeymeersch en Lapierre in Ingelmunster), pijlenfabriek (Ingelmunster),<br />
infrastructurele lijnstructuren (kanaal, spoorwegen en parallelle steenwegen),<br />
Archieven, Onderwijs.<br />
4.4.2 Religieus Erfgoed en cultuurhistorisch leven<br />
De streek werd in de 7 de eeuw gekerstend door o.a. St.-Amandus en St.-Tillo. In<br />
de loop van de 11 de -12 de eeuw werden de eerste kerken gebouwd die in de volgende<br />
eeuwen uitgebreid, verfraaid of volledig herbouwd werden. De eerste<br />
kloosterorden doken op en boden vanaf de 17de eeuw onderwijs aan, weliswaar<br />
enkel <strong>voor</strong> de elite. Het kerkelijk leven bloeide. De belangrijkste kerkelijke<br />
feesten werden met veel luister gevierd. In ieder dorp werd wel een heilige<br />
vereerd en op geregelde tijdstippen trok de processie uit.<br />
Met de Franse Revolutie kreeg het kerkelijk leven een serieuze klap. Kerken,<br />
scholen en kloosters werden verplicht om hun deuren te sluiten. Religieus erfgoed<br />
werd vernietigd. Door het concordaat van Napoleon met de paus Pius VII (1801)<br />
waardoor de vrijheid van godsdienst gegarandeerd werd, konden de kerken en<br />
scholen hun deuren heropenen. Daardoor had men dringend nieuwe priesters nodig.<br />
De bisschop van Gent, onder wiens bevoegdheid deze streek tot 1834 behoorde,<br />
zocht een in onze regio een plaats waar hij jonge priesters kon rekruteren. In<br />
1806 werden de gebouwen van het vroegere Augustijnerklooster aangekocht en<br />
kon het “Klein Seminarie” van start gaan. De kerk droomde van een door en door<br />
religieus land. In de grondige herkerstening die in de postrevolutionaire periode<br />
het hele land kenmerkte, speelden het onderwijs en de Klein Seminaries in het<br />
bijzonder, een belangrijke rol. We zien dan ook in de meeste gemeenten de
uitbouw van een katholiek scholennet waarvan sommige scholen zoals de<br />
meisjesschool Ten Bunderen en het Klein Seminarie uit Roeselare tot in Engeland<br />
hoog aangeschreven stonden <strong>voor</strong>al omwille van de katholieke waarden die ze<br />
nastreefden. In 1880 ging 95% van de kinderen naar een katholieke school. Het<br />
religieuze leven kende in de periode 1830-1940 een ongekende groei. De kerken<br />
konden de vele gelovigen geen onderdak bieden waardoor nieuwe parochies werden<br />
opgericht. Langs de vele kerkwegels verschenen de typische veldkapelletjes.<br />
Hoewel niet zo bedoeld door de stichters van de school, zal ze zowel op vlak van<br />
Vlaamse bewustwording en als op vlak van sociaal engagement een <strong>voor</strong>trekkersrol<br />
spelen. Belangrijke actievoerders <strong>voor</strong> de Vlaamse zaak waren o.a. Guido Gezelle,<br />
Albrecht Rodenbach, Jules Lagae en Cyriel Verschaeve, krachtige<br />
persoonlijkheden die vele mensen uit de streek beroerd hebben. Op sociaal vlak<br />
wordt Achiel Lauwers, afkomstig uit Ingelmunster en leraar in het Klein Seminarie<br />
beschouwd als de grondlegger van de Vlaamsgezinde christen-democratie in Westvlaanderen.<br />
Samen met een aantal leerlingen speelde hij een eersterangsrol in het<br />
ontstaan en de groei van de Roeselaarse Arbeidersbeweging. Meer en meer<br />
collega’s zouden zijn <strong>voor</strong>beeld volgen, waaronder Camiel Lootens, auteur van het<br />
boek ‘Het Socialisme’ en oprichter van de christelijke vakbond in Ingelmunster.<br />
Achiel Lauwers richtte aanvankelijk in zijn bureau lessen in waar hij de kinderen<br />
van arbeiders een vak leerde en stond op die manier aan de wieg van de vakschool.<br />
Eveneens in de schoot van de school werd door leraar Karel Dubois tijdens het<br />
interbellum de KSA opgericht. Naast politici en wetenschappers bracht de school<br />
ook belangrijke dichters <strong>voor</strong>t zoals Guido Gezelle, Gustaaf en Hugo Verriest,<br />
Albrecht Rodenbach en Karel Callebert om maar enkele op te noemen.<br />
Binnen de ganse religieuze beleving in de streek is het missioneringwerk niet weg<br />
te denken. Honderden streekgenoten vertrokken naar andere continenten om het<br />
geloof te verkondigen, waarronder een aantal oud-leerlingen van het Klein<br />
Seminarie zoals Amaat Vyncke en Constant Lievens. Sommigen werden bisschop<br />
zoals Gaspar Schotte (China), Albert Van Overbeke (Filippijnen), Pieter-Paul<br />
Lefevere (Detroit) en Leo De Neckere (New Orleans). Voor de achterblijvers<br />
trokken ze de wereld een beetje open en waren een belangrijke factor in de<br />
mondialisering.<br />
Door de oprichting in 1837 van de stedelijke kunstacademie ontstond er een<br />
beweging die omschreven werd als de Roeselaarse kunstschool. Belangrijke<br />
kunstenaars die hier hun opleiding kregen waren o.a. Hendrik Horrie, Ferdinand<br />
Callebert, Jules Lagae en Alfons Blomme.<br />
Exemplarische <strong>voor</strong>beelden zijn: Kerk Klein Seminarie (Roeselare), Klooster der<br />
Grauwe Zusters (Roeselare), St-Michielskerk (Roeselare), Klooster Zusters van<br />
Maria en <strong>voor</strong>malige molen met hostiebakkerij (Izegem), de toren van de St-<br />
Amandskerk (Ingelmunster), Romaanse doopvont in de st.-Jacobuskerk<br />
(Lichtervelde), Onze-Lieve-Vrouwkerk (Moorslede), Spaanse kapel (Moorslede) en<br />
het Oud klooster Ten Bunderen en de hieraan verbonden bedevaarten (Dadizele en<br />
Westrozebeke), vereringen (St. Jan de Doper in Kachtem en <strong>Staden</strong>),
mariavereringen in de grotten verspreid over het gebied, veld- en gevelkapellen,<br />
missiewerking, Adriaan Willaert, Herman Roelstraete, Albrecht Rodenbach,<br />
Warden Oom, Hugo Verriest, Guido Gezelle, …<br />
4.4.3 Funerair Erfgoed<br />
Door het edict van 1784 werd het verboden om nog in en rond de kerken te<br />
begraven. De meeste kerkhoven zoals we ze nu kennen zijn bijgevolg nog vrij jong.<br />
Echter, niet iedereen hield zich aan deze verordeningen: in Ingelmunster zou pas<br />
in 1860 uitgeweken worden naar het huidig kerkhof.<br />
Funerair erfgoed is belangrijk gezien men aan de hand van een begraafplaats de<br />
geschiedenis en de inwoners van de gemeente leert kennen. Binnen de<br />
begraafplaats ligt een schat aan cultuurhistorische informatie besloten. Daarbij<br />
denken we niet alleen aan de prachtige monumenten zoals o.a. de Grafkapel van de<br />
familie de Montblanc te Ingelmunster, maar ook aan de verwijzingen naar de<br />
gebruiken die nauw met leven en dood verbonden zijn. Een kerkhof vertelt zowel<br />
het verhaal van de gewone man als van de illustere inwoner. Vanuit de overtuiging<br />
van het belang van dit stukje erfgoed, moet dringend werk gemaakt worden van<br />
een inventarisatie en van de ontsluiting zodat het verhaal dat hier verteld wordt in<br />
een ruimer perspectief kan geplaatst worden.<br />
Exemplarische <strong>voor</strong>beelden zijn: de oude stedelijke begraafplaats (Roeselare),<br />
de grafkapel met omlopend terras op de begraafplaats en 23 graftekens<br />
(Ingelmunster), de middengang van de gemeentelijke begraafplaats (Lichtervelde)<br />
en de hiermee verbonden volksgebruiken, …<br />
4.4.4 “De andere kant”<br />
De streek rond Ieper is heel bekend <strong>voor</strong> het oorlogsverleden van WO I. Eén van<br />
de meest beruchte gebeurtenissen is de slag om Passendale. Onze regio grenst aan<br />
Passendale, maar toch herinnert er aan deze kant van het front (bijna) niets meer<br />
aan de oorlog. Er is op historisch en toeristisch vlak ook weinig interesse <strong>voor</strong> onze<br />
streek. Toch behoren Moorslede en <strong>Staden</strong> tot de 40 totaal verwoeste steden uit<br />
WO I. De De slag van Passendale werd ook hier gevochten, maar dan aan de andere<br />
kant van het front...<br />
Onze regio was bezet gebied. Maar hoe was het dagelijkse leven onder de Duitse<br />
bezetting? Uit de tweede wereldoorlog weten we daar veel over, maar niet uit de<br />
eerste. Hoe zit het met de, al dan niet gedwongen, vluchtelingen? Sommige van<br />
onze steden en dorpen waren letterlijk onbewoond. Sommige dorpen zijn zelfs niet<br />
meer volgens dezelfde stratenplannen opgebouwd, omdat die simpelweg niet<br />
zichtbaar meer waren.<br />
Deze oorlog heeft aan beide kanten zijn sporen en littekens nagelaten, maar aan<br />
de Duitse kant (onze kant dus), zijn die niet zo "glorieus" hersteld als die van de<br />
overwinnaars. Alle Duitse kerkhoven zijn uit onze streek verwijderd, op die van
Hooglede na. Ook veel andere sporen van de bezetter zijn verdwenen. Maar ook<br />
zonder monumenten en graven zie je dat de oorlog hier passeerde. In Moorslede<br />
staat geen enkel gebouw van vóór 1918, ook geen enkel graf, om maar een<br />
<strong>voor</strong>beeld te geven.<br />
Wij zijn er terdege van overtuigd dat het verhaal van de andere kant van het<br />
front verteld moet worden en dat dit een interessant en een ongekend verhaal is.<br />
Met de 100 jarige herdenking van WO I in het <strong>voor</strong>uitzicht, kunnen we niet anders<br />
(en willen we dit ook) dan deze piste uit te diepen.<br />
Exemplarische <strong>voor</strong>beelden zijn: Duits kerkhof (Hooglede),<br />
herdenkingsmonumenten en littekens in het landschap die verwijzen naar WOI,<br />
het oorlogsmonument (Lichtervelde), 2 vliegpleinen in Ingelmunster met een<br />
schuilhuisje aan de Meulebekestraat, Juul De Winde monument (Westrozebeke),<br />
bunkers, grafmonumenten, schuwe maandag, …<br />
4.4 Stakeholders binnen en buiten de erfgoedsector<br />
De talrijke bovengemeentelijke en intergemeentelijke initiatieven, zowel privaat-<br />
als publiekrechterlijke, tonen aan dat wederzijdse terbeschikkingstelling van<br />
expertise hier steeds meer regel dan uitzondering wordt.<br />
a. Provinciebestuur West-Vlaanderen<br />
b. Bovengemeentelijke instellingen<br />
c. Verenigingen van bovenlokaal belang<br />
d. Intergemeentelijke instellingen<br />
e. <strong>Gemeente</strong>lijke archieven<br />
f. Privaatrechterlijke archieven<br />
g. <strong>Gemeente</strong>lijke bibliotheken met historische collecties<br />
h. <strong>Gemeente</strong>lijke musea<br />
i. Kerkfabrieken<br />
j. Heemkundige kringen<br />
k. Particuliere lokale musea<br />
l. Lokale cultuurbeleidcoördinatoren<br />
m. Lokale cultuurraden<br />
n. Lokale culturele infrastructuur<br />
o. Lokale verenigingen<br />
p. Toeristische diensten<br />
q. Lokale comité’s OMD en erfgoeddag<br />
r. Vlaamse steunpunten en verenigingen<br />
s. Privé-verzamelaars<br />
Een aantal actoren staan zelf <strong>voor</strong> grote uitdagingen: ontwikkeling site Eperon<br />
d’Or – Izegem, ontwikkeling site Van Coillie - Lichtervelde, ontwikkeling museum<br />
Ten Bunderen Moorslede, oorlogsmuseum Hooglede, grafkapel Ingelmunster,<br />
erfgoedhuis Roeselare en de ontwikkeling van de stationssite <strong>Staden</strong>. Synergie
met de erfgoedcel is daarbij evident. In de toekomst dienen dergelijke initiatieven<br />
sterk te worden aangemoedigd.<br />
4.5 SWOT-analyses van de regio<br />
De hieronderstaande swot-analyse van de regio is het resultaat van verschillende<br />
gesprekken en brainstormingsessies die hoofdzakelijk binnen de diverse<br />
gemeenten plaatsvonden. Deze werden aangevuld met de concrete plannen die<br />
beschreven werden binnen elke gemeentelijke beleidsnota en<br />
cultuurbeleidsplannen.<br />
4.5.1 Troeven<br />
1. Een zeer rijk erfgoed, zowel landschappelijk, bouwkundig, roerend als<br />
immaterieel.<br />
2. Een groot aanbod aan erfgoedactoren, zowel professionelen als vrijwilligers,<br />
met een zeer gediversifieerd werkveld, zowel op het vlak van onroerend, roerend<br />
als immaterieel erfgoed.<br />
3. Aanwezigheid van expertise: kennis over het erfgoed, publiekswerking,<br />
conservatie, erfgoedevenementen, archiefwerking van de Stad Roeselare…<br />
4. Traditie van samenwerkingsverbanden, zowel lokaal, intergemeentelijk als<br />
bovengemeentelijk.<br />
5. Groeiende aandacht <strong>voor</strong> erfgoed.<br />
7. De bereidwilligheid om over de gemeentegrenzen heen het regionale verhaal<br />
uit te dragen.<br />
4.5.2 Zwakten<br />
1. Het aanwezige erfgoed is zowel op lokaal vlak als op niveau van het “Hart<br />
van West-Vlaanderen”, onvoldoende in kaart gebracht, en dit zowel sectorieel als<br />
collectiegebonden. Dit probleem situeert zich <strong>voor</strong>eerst bij particuliere collecties<br />
en immaterieel erfgoed, maar ook bij collecties van verenigingen en openbare<br />
instellingen.<br />
3. Ondanks sterke erfgoedprojecten uit het verleden wordt het werkveld nog<br />
teveel gekenmerkt door versnippering. Lokale initiatieven met regionaal potentieel<br />
treden vaak niet buiten de grenzen van de gemeente. Er wordt nog teveel naast<br />
elkaar gewerkt waardoor het aanwezige potentieel, zowel binnen de erfgoedsector<br />
als het globale culturele werkveld niet optimaal wordt.<br />
4. Het aanbod in het “Hart van West-Vlaanderen” is weinig gekend bij<br />
ondermeer de scholen waardoor een lokale erfgoededucatie onvoldoende aan bod<br />
komt.<br />
5. Momenteel is er enkel ad hoc communicatie en ad hoc bereik.<br />
6. Diverse gemeentearchieven zijn onderbemand zodat men zich beperkt tot<br />
bewaren maar niet altijd op een professionele manier. De ontsluitingsgraad is laag.<br />
4.5.3 Kansen
1. Overkoepelende erfgoedlijnen binnen het “Hart van West-Vlaanderen”<br />
zoals tussengemeentelijke woonkernen, landelijke en andere verhalen, het<br />
wielergebeuren, industriële geschiedenis, oorlogsverleden, gemeenschappelijke<br />
geschiedenis, ecologisch en natuurlijk erfgoed…<br />
2. Diverse samenwerkingen gaan intensifiëren en uitbreidingsmogelijkheden<br />
gaan onderzoeken waardoor meer en meer samenwerkingen uit diverse<br />
beleidsdomeinen op elkaar afgestemd worden.<br />
3. heemkundige kringen en andere erfgoedactoren<br />
4. de bestaande initiatieven: beeldbanken, archievenbank, verhalenbank, ...<br />
5. Overleg tussen de diverse erfgoedcellen in Vlaanderen.<br />
6. Uitbreidingsmogelijkheden naar andere gemeenten toe.<br />
7. de start van de werking van de erfgoedcel (2 personeelsleden) biedt<br />
diverse kansen: ontsluiting, educatieve projecten…<br />
8. Goede samenwerking met de Vlaamse en provinciale administraties en<br />
steunpunten inzake erfgoed.<br />
9. Aansluiting op bovenlokale initiatieven, projecten en decreten zoals bv.<br />
Participatiedecreet, week van het bos, poëziedag, Week van de Smaak, …<br />
10. De evoluties op digitaal vlak zoals web 2.0, …<br />
11. De uitdagingen waar<strong>voor</strong> de verschillende gemeenten staan kunnen een<br />
hefboom betekenen <strong>voor</strong> de dynamiek in de regio.<br />
4.5.4 Bedreigingen<br />
1. Het “Hart van West-Vlaanderen” wordt geconfronteerd met een sterk<br />
wijzigende ruimtelijke en maatschappelijke context. De toenemende<br />
verstedelijking, industrialisering en schaalvergroting legt een grote druk op de<br />
regio. Zorg <strong>voor</strong> het erfgoed in de verdere ruimtelijke ontwikkeling is een<br />
belangrijke uitdaging. Behoud en vertaling van dorpscultuur eveneens …<br />
2. Behoud en beheer is <strong>voor</strong> alle actoren nog steeds een belangrijk probleem,<br />
door het ontbreken van degelijke erfgoeddepots en door een tekort aan financiële<br />
en personele middelen. Uitwisseling van reeds bestaande expertise en bundeling<br />
van krachten kan hier een oplossing bieden.<br />
3. Een algemeen probleem is de veroudering in het vrijwilligerswerk in de<br />
erfgoedsector. Het vergroten van de slagkracht van het erfgoed en de<br />
verankering in de hedendaagse leefwereld is noodzakelijk om de continuïteit in het<br />
vrijwilligerswerk te verzekeren.<br />
4. Elke gemeente probeert zijn eigen projecten naar <strong>voor</strong> te schuiven. Het is<br />
niet altijd evident om samen te werken door de verschillende ‘bedrijfsculturen’,<br />
aandacht en slagkracht van de lokale partners.
5 VISIE, MISSIE EN DOELSTELLINGEN<br />
5.1 Visie<br />
Het erfgoedbeleid binnen het “Hart van West-Vlaanderen” zal verder bouwen op<br />
de belangrijkste aanwezige troeven en deze ook uitspelen in samenwerking met<br />
andere actoren. Dit betekent dus dat het erfgoedbeleid gericht wordt naar de<br />
streek en haar inwoners. Betekenis en duiding van dit erfgoed door een zichtbare<br />
en toegankelijke ontsluiting moeten er<strong>voor</strong> zorgen dat erfgoed binnendringt tot in<br />
elk segment van onze maatschappij. Bovendien zal geprobeerd worden om de<br />
aanwezige erfgoedgemeenschappen verder te activeren. Uiteraard zal dit niet<br />
allemaal gebeuren op één dag. Gerichte keuzes zullen zich opdringen maar het<br />
zullen keuzes zijn gemaakt door de hele regio via nieuwe samenwerkingsverbanden<br />
of door het inspelen op aangeboden thema’s.<br />
Een uitdaging <strong>voor</strong> het erfgoedbeleid van deze regio is dan ook het actualiseren<br />
van het erfgoed. Hoe maken wij erfgoed ook maatschappelijk relevant genoeg <strong>voor</strong><br />
specifieke doelgroepen zoals (maatschappelijk kwetsbare) jongeren,<br />
laaggeschoolden en kansarmen? Het wordt dus een beleid dat gedragen wordt van<br />
onderuit en dat de vinger aan de pols houdt. Dat het onderwijs hier onder andere<br />
een belangrijke partner zal zijn spreekt <strong>voor</strong> zich.<br />
Gelegen tussen en geïnspireerd door de drie steden met een erfgoedconvenant<br />
Kortrijk, Brugge en Ieper lag het <strong>voor</strong> de hand dat de gemeenten rond Roeselare<br />
de handen in elkaar slaan. Die gemeenten hebben immers samen een groot deel van<br />
de geschiedenis gemeen : denken we hierbij maar aan alles wat te maken heeft<br />
met mobiliteit, transport en industrie. Door het samenwerken wordt ook het<br />
draagvlak rond erfgoed enorm verbreed en zullen de hierdoor beschikbare<br />
middelen meer effect opleveren.<br />
5.2 Missie<br />
TERF is een dynamische intergemeentelijk samenwerkingsverband rond erfgoed<br />
tussen zeven gemeenten, elk met hun eigenheid. Ondanks en dankzij diverse lokale<br />
accenten, onderscheidt deze regio (Het <strong>hart</strong> van West-Vlaanderen) zich door een<br />
unieke mix van gemeenschappelijke erfgoedlijnen, waaronder het commercieel en<br />
industrieel verleden, het cultuurhistorisch erfgoed, het oorlogsverleden het<br />
funerair verleden en het religieus erfgoed. TERF vertelt dit regionaal verhaal door<br />
integrale ontsluiting in samenwerking met de diverse erfgoedorganisatie en –<br />
gemeenschappen via het proces van inventarisatie, behoud en beheer. Door het<br />
verbreden van perspectieven en het uitdiepen van de eigen verhalen, vormt deze<br />
samenwerking een meerwaarde <strong>voor</strong> alle actoren.
5.3 Doelstellingen<br />
Gezien het korte tijdsbestek en het pas van start gaan van de erfgoedcel na de<br />
het indienen van het beleidsplan, geven we bij elke operationele doelstelling -indien<br />
mogelijk- een aanzet tot werkinstrumenten, effecten en middelen. Als bijlage kan<br />
u het actieplan en begroting <strong>2008</strong> terugvinden ; het meerjarenplan (2009-<strong>2014</strong>)<br />
zal zo snel als mogelijk verder uitgewerkt worden.<br />
Het hoofddoel van het integraal erfgoedbeleid, zoals ook duidelijk gesteld in het<br />
erfgoeddecreet, bestaat erin om het massaal aanwezige maar vaak weinig gekende<br />
cultureel erfgoed ‘gebruiksklaar’ te maken, zijn maatschappelijke plaats te<br />
versterken en het beheer ervan te verbeteren. De grootste uitdaging is alvast om<br />
erfgoed dat zijn betekenis heeft verloren of dreigt te verliezen opnieuw de nodige<br />
symbolische slagkracht te geven door het in zijn context te plaatsen: eigentijds en<br />
historisch, maatschappelijk en ruimtelijk.<br />
Om dit hoofddoel te realiseren focussen de doelstellingen zich op twee<br />
belangrijke deelgebieden:<br />
1. inventarisatie, behoud en beheer<br />
2. culturele ontsluiting en publieksparticipatie<br />
Inventarisatie, behoud en beheer garanderen de instandhouding van het erfgoed<br />
zodat men er ook in de toekomst van kan blijven genieten. Publieksgarantie<br />
vergroot het maatschappelijk draagvlak en houdt erfgoed op de (politieke) agenda<br />
waardoor ook voldoende financiële en personele middelen kunnen vrijgemaakt<br />
worden <strong>voor</strong> de instandhouding en het onderzoek.<br />
Vertrekkende vanuit het belang om enerzijds het aanwezige erfgoed te kennen en<br />
te bewaren en anderzijds de bevolking bewust te maken van hun verleden, zijn<br />
onderstaande doelstellingen <strong>voor</strong> deze beleidsperiode van primordiaal belang.<br />
Strategische Doelstelling 1: Een <strong>voor</strong>tdurende inventarisatie, behoud en<br />
beheer geeft vorm aan een dynamisch integraal regionaal erfgoedbeleid.<br />
Operationele Doelstellingen<br />
1.1 Het ontwikkelen van werkbare inventarisatiemethodieken<br />
1.2 De inventarisatie van zowel het materieel als immaterieel erfgoed binnen<br />
de regio<br />
1.3 De vinger aan de pols houden in verband met de aanwezige expertise rond<br />
inventarisatie binnen de sector.<br />
1.4 De regio onderzoekt de mogelijkheden tot het ontwikkelen van een<br />
regionaal depotbeleid.<br />
Effecten<br />
- uniforme aanpak<br />
- inventaris staat ter beschikking van werkveld en publiek<br />
- de erfgoedcel beschikt over de nodige expertise<br />
- rapport depotbeleid
Indicatoren<br />
- de methodiek wordt gebruikt<br />
- werkveld en publiek gebruiken inventaris<br />
- aantal adviesmomenten<br />
- rapport aanwezig<br />
Strategische doelstelling 2: TERF versterkt de relatie tussen de lokale<br />
gemeenschap en het aanwezige erfgoed dit <strong>voor</strong>namelijk volgens de<br />
thematische lijnen (industrieel-commercieel, oorlogsverleden, funerair,<br />
religieus en cultuurhistorisch).<br />
Operationele Doelstellingen<br />
2.1 De erfgoedcel ontwikkelt en ondersteunt educatieve projecten rond<br />
erfgoed.<br />
2.2 De erfgoedcel voert een doorgedreven communicatiebeleid.<br />
2.3 De erfgoedcel coördineert en promoot de bovenlokale erfgoedinitiatieven.<br />
2.4 De erfgoedcel stimuleert, zowel op beleidsniveau als bij de individuele<br />
burger, een bewustwording <strong>voor</strong> het lokale erfgoed.<br />
2.5 De erfgoedcel vergroot haar draagvlak door diverse doelgroepen te<br />
betrekken en te laten deelnemen aan het regionaal erfgoedbeleid<br />
2.6 De erfgoedcel ontwikkelt nieuwe initiatieven.<br />
Effecten<br />
- Participatie en competentie van het publiek vergroot<br />
- Erfgoed, erfgoedwerking en erfgoedlijnen zijn gekende begrippen<br />
- initiatieven zijn beter op elkaar afgestemd waardoor de return groter<br />
wordt<br />
- structurele vrijwilligerswerking en doorgedreven participatie ook van<br />
moeilijker bereikbare doelgroepen<br />
- de erfgoedlijnen zijn gekend<br />
Indicatoren<br />
- grotere deelname van publiek<br />
- aantal artikels in de pers<br />
- iedereen herkent zich in de samenwerking<br />
- meer mensen zijn actief met erfgoed bezig<br />
Strategische doelstelling 3: TERF stimuleert een doorgedreven samenwerking<br />
met alle actoren en dit op diverse niveaus.<br />
Operationele Doelstellingen<br />
3.1 Door de ontwikkeling van een erfgoedreflex zal het lokale beleid bij het<br />
opstarten van projecten rekening houden met het belang van erfgoed.<br />
3.2 De erfgoedcel coördineert het erfgoedbeleid tussen de gemeenten om op<br />
die manier tot een coherent beleid te komen.<br />
3.3 Samenwerking met andere erfgoedcellen verhoogt de aandacht <strong>voor</strong> het
erfgoedbeleid en maakt de eigen werking krachtiger.<br />
3.4 De erfgoedcel gaat actief op zoek naar nieuwe (erfgoed)actoren en<br />
vrijwilligers om het regionale erfgoedbeleid slagvaardig te houden en actief<br />
netwerken uit te bouwen.<br />
3.5 De erfgoedcel volgt nauwgezet de (boven)lokale regelgeving op.<br />
3.6 Bibliotheken en gemeentelijke archieven zijn belangrijke partners bij de<br />
inventarisatie en de ontsluiting van het lokale (documentaire) erfgoed.<br />
3.7 De erfgoedcel participeert aan alle overlegmomenten die nauw verbonden<br />
zijn met erfgoed.<br />
Effecten<br />
- alle diensten beschikken over objectieve criteria om hun beleid te toetsen<br />
en te enten op het erfgoedbeleid<br />
- het regionale verhaal wordt vertelt<br />
- erfgoed stijgt op de politieke agenda<br />
- erfgoed wordt geagendeerd op diverse fora<br />
- expertiseverhoging en professionalisering<br />
- ruimer zicht op het werkveld<br />
- beleidsmatige onderbouwing<br />
- grotere betrokkenheid van bibliotheken en archieven<br />
- aanwezigheidspolitiek<br />
Indicatoren<br />
- de objectieve criteria + aantal doorgedreven toetsen<br />
- aantal persartikels<br />
- aantal college- en gemeenteraadsbeslissingen<br />
- aantal uitnodigingen externe fora<br />
- aantal deelnames aan studiedagen en overlegplatforms<br />
- meer uitgebreide stakeholderskaart<br />
- aantal adviesaanvragen ivm. Regelgeving<br />
- deelname aan activiteiten en ontsluiting van collecties<br />
- aantal aanwezigheden
6. ORGANISATIE, PLANNING EN MIDDELEN ERFGOEDCEL<br />
De erfgoedcel moet de motor zijn <strong>voor</strong> de verdere ontwikkeling van het<br />
geïntegreerd regionaal erfgoedbeleid en tevens het aanspreek- en coördinatiepunt<br />
binnen het brede terrein van het cultureel erfgoed. Vanuit deze rol werkt de<br />
erfgoedcel aan de verdere uitbouw van het netwerk tussen de verscheidene<br />
betrokken domeinen, instellingen en soorten erfgoed. De erfgoedcel legt prioritair<br />
de aandacht op (1) inventarisatie, behoud en beheer van het bestaande<br />
erfgoedpatrimonium in de meest ruime zin van het woord en (2) sensibilisatie,<br />
culturele ontsluiting en publieksparticipatie.<br />
6.1 Organisatie erfgoedcel<br />
Een intergemeentelijke erfgoedconvenant <strong>voor</strong> het Hart van West-Vlaanderen is<br />
omwille van <strong>voor</strong>gaande argumenten als het ware een evidentie. Binnen alle<br />
betrokken gemeenten bevindt zich een schat aan materieel en menselijk kapitaal<br />
dat door een goede samenwerking optimaal benut kan worden ten behoeve van een<br />
kwaliteitsvolle (her-) integratie van het erfgoedverhaal in de hedendaagse<br />
samenleving.<br />
Een intergemeentelijke samenwerking aangaan en goed uitbouwen is echter geen<br />
sinecure: zonder duidelijke strategie en afspraken dreigt de samenwerking te<br />
stranden in een discussie over een (proportionele) verdeling van de inspanningen<br />
over de verschillende gemeenten waarbij de meerwaarde van het<br />
samenwerkingsverband onvermijdelijk verloren gaat. Een goede ondersteuning van<br />
de op te richten erfgoedcel en een structurele terugkoppeling naar enerzijds de<br />
colleges van Burgemeester en Schepenen en anderzijds naar het hele erfgoedveld,<br />
is dan ook levensnoodzakelijk.<br />
De structuur rond de erfgoedcel van het “Hart van West-Vlaanderen” kan er als<br />
volgt uitzien:<br />
6.1.1 Erfgoedcel<br />
De erfgoedcel bestaat uit minstens 2 VTE. Er is geopteerd om te werken met een<br />
erfgoedconsulent – inhoudelijk medewerker en een erfgoedconsulent – zakelijk<br />
communicatief medewerker. Hun takenpakket ziet er als volgt uit:<br />
- de leiding, de coördinatie en de opvolging van de uitvoering van de<br />
erfgoedconvenant met het oog op de ontwikkeling en de uitvoering van een<br />
integraal en geïntegreerd cultureel-erfgoedbeleid op regionaal niveau.<br />
- Ontwikkelen van een lange-termijnvisie op het cultureel-erfgoedbeleid van<br />
de streek<br />
- Uitbouwen van netwerken met erfgoed-, culturele en onderwijsactoren in<br />
de regio<br />
- Stimuleren van samenwerking.
- Organiseren en begeleiden van de expertise-uitwisseling binnen de sector<br />
en het realiseren van projecten.<br />
- Ontwikkelen en implementeren van methodieken omtrent zowel archivering,<br />
inventarisatie als behoud en beheer.<br />
- Opvolgen van de contacten met de overheden, opstellen subsidiedossiers en<br />
hierin ook de verschillende gemeenten begeleiden<br />
- Begeleiden van het financiële beleid van de projectvereniging<br />
- Verzorgen van het communicatiebeleid van de projectvereniging<br />
De erfgoedcel is gehuisvest op Polenplein 15, 8800 Roeselare.<br />
Specifieke personele ondersteuning is over het algemeen wel vrij beperkt.<br />
Verwacht wordt daarom dat de komst van een erfgoedcel met twee nieuwe<br />
gespecialiseerde functionarissen ook <strong>voor</strong> kleinere gemeenten een zeer belangrijke<br />
hefboom zal betekenen <strong>voor</strong> een geïntegreerd erfgoedbeleid waarbij alle potenties<br />
ten volle benut kunnen worden.<br />
De erfgoedcel zal niet alleen expertise genereren, ze moet er dus ook in slagen de<br />
bestaande knowhow maximaal te laten renderen door samenwerking en<br />
ervaringsuitwisseling. Het ligt daarbij <strong>voor</strong> de hand dat nauw wordt samengewerkt<br />
met de sectordeskundigen binnen de provinciale diensten, die reeds een aantal<br />
initiatieven ontwikkeld hebben (museumconsulentschap, ondersteuning en<br />
begeleiding monumentenzorg en cultuurpatrimonium, bibliotheekconsulentschap…)<br />
6.1.2 Werkgroep erfgoed<br />
De werkgroep Erfgoed bestaat uit de erfgoedcel, aangevuld met de<br />
cultuurbeleidscoördinatoren of andere daartoe aangestelde ambtenaren. De<br />
werkgroep erfgoed volgt het dagelijks bestuur op.<br />
6.1.3 Projectteams<br />
De projectteams zijn ad hoc-werkgroepen die inhoudelijk werken (binnen de<br />
krijtlijnen van het beleidsplan) rond bepaalde projecten of themata, zowel op het<br />
vlak van publiekswerking als op het vlak van behoud en beheer. Deze worden<br />
samengesteld met een selectie van de werkgroep erfgoed, aangevuld met<br />
specialisten terzake vanuit de gemeente of daarbuiten. Deze projectteams<br />
realiseren samen met de erfgoedcel en in samenwerking met de betrokken actoren<br />
in het veld welbepaalde projecten. Elk projectteam bepaalt in overleg met de<br />
werkgroep erfgoed en volgens noodzaak de frequentie van de vergaderingen.<br />
6.1.4. Raad van Bestuur TERF<br />
De Raad van Bestuur heeft als taak het algemeen beleid op te volgen, richting te<br />
geven en dit door regelmatige vergadermomenten. De Raad van Bestuur is<br />
opgebouwd met vertegenwoordigers van alle gemeenten (schepenen,<br />
cultuurbeleidscoördinatoren of andere daartoe aangewezen ambtenaren). De Raad<br />
van Bestuur komt minstens tweemaandelijks samen, begeleidt ,ondersteunt en<br />
evalueert de medewerkers van de erfgoedcel, zet samen met hen de krachtlijnen<br />
<strong>voor</strong> het beleid uit en bepaalt de keuze van de toekomstige projecten.
6.2.5 Staten Erfgoed<br />
De Staten Erfgoed bestaat uit alle geïnteresseerden “uit het veld” (zowel<br />
vrijwilligers als beroeps) en zal zowel de werkgroep erfgoed als de projectteams<br />
adviseren in hun werking. De Staten Erfgoed fungeert als een soort<br />
klankbordgroep en heeft een lage vergaderfrequentie (minimaal één maal per jaar).<br />
Alle actoren uit het “Hart van West-Vlaanderen” worden hierop uitgenodigd. De<br />
erfgoedcel geeft deze vergadering een werkingsverslag, stelt de nieuwe projecten<br />
<strong>voor</strong> en peilt naar de behoeften, interesses, wensen en mogelijkheden van de leden.<br />
Deze vergadering verzekert een efficiënte doorstroming van informatie in beide<br />
richtingen.
6.2 Middelen (begroting 2009-<strong>2014</strong>)<br />
Begroting RvB TERF 19/12/2007 BEGROTING 2009 BEGROTING 2010<br />
BEGROTING<br />
2011 BEGROTING 2012<br />
BEGROTING<br />
2013 BEGROTING <strong>2014</strong><br />
INKOMSTEN<br />
70 OMZET<br />
71 VOORRAADWIJZIGING<br />
73 DIVERSE GOED/DIENSTEN<br />
74 ANDERE BEDRIJFSOPBR. 450.000,00 € 450.000,00 € 450.000,00 € 450.000,00 € 450.000,00 € 450.000,00 €<br />
740 subsidies<br />
7401 Vlaamse overheid 300.000,00 € 300.000,00 € 300.000,00 € 300.000,00 € 300.000,00 € 300.000,00 €<br />
7402 gemeenten 150.000,00 € 150.000,00 € 150.000,00 € 150.000,00 € 150.000,00 € 150.000,00 €<br />
74021 Hooglede 11.095,08 € 11.095,08 € 11.095,08 € 11.095,08 € 11.095,08 € 11.095,08 €<br />
74022 Ingelmunster 11.971,03 € 11.971,03 € 11.971,03 € 11.971,03 € 11.971,03 € 11.971,03 €<br />
74023 Izegem 29.782,53 € 29.782,53 € 29.782,53 € 29.782,53 € 29.782,53 € 29.782,53 €<br />
74024 Lichtervelde 9.488,22 € 9.488,22 € 9.488,22 € 9.488,22 € 9.488,22 € 9.488,22 €<br />
74025 Moorslede 12.028,38 € 12.028,38 € 12.028,38 € 12.028,38 € 12.028,38 € 12.028,38 €<br />
74026 Roeselare 63.271,29 € 63.271,29 € 63.271,29 € 63.271,29 € 63.271,29 € 63.271,29 €<br />
74027 <strong>Staden</strong> 12.363,47 € 12.363,47 € 12.363,47 € 12.363,47 € 12.363,47 € 12.363,47 €<br />
74 OPBRENGSTEN ACTIVITEITEN 10.000,00 € 12.000,00 € 14.000,00 € 16.000,00 € 18.000,00 € 20.000,00 €<br />
75 FINANCIELE OPBRENGSTEN 250,00 € 250,00 € 250,00 € 250,00 € 250,00 € 250,00 €<br />
76 UITZOND. OPBRENGSTEN 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €<br />
77 TERUGNEMING VOORZ. 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €<br />
79 VERWERK. RESULTATEN<br />
ALGEMEEN TOTAAL 460.250,00 € 462.250,00 € 464.250,00 € 466.250,00 € 468.250,00 € 470.250,00 €
Begroting RvB TERF 19/12/2007 BEGROTING 2009<br />
BEGROTING<br />
2010 BEGROTING 2011 BEGROTING 2012<br />
BEGROTING<br />
2013 BEGROTING <strong>2014</strong><br />
UITGAVEN<br />
60 HANDELSGOEDEREN<br />
61 DIVERSE GOED+DIENSTEN<br />
62 PERSONEELSKOSTEN 119.600,00 € 124.384,00 € 129.360,00 € 134.533,00 € 139.915,00 € 145.511,00 €<br />
6202001 nettolonen<br />
620210 RSZ-BV werknemers<br />
621200 RSZ werkgever<br />
6221 andere personeelskosten<br />
622000 maaltijdchecks<br />
622400 verzek arbeidsong<br />
62250 ikmo<br />
62260 adm kst<br />
63 AFSCHRIJVINGEN /<br />
VOORZIENINGEN 2.000,00 € 2.000,00 € 2.000,00 € 2.000,00 € 2.000,00 € 2.000,00 €<br />
63000 afschrijvingen van het boekjaar<br />
63400 waardevermindering klanten<br />
63700 <strong>voor</strong>ziening andere kosten<br />
63701 <strong>voor</strong>ziening sociaal fonds<br />
63703 <strong>voor</strong>ziening initiatieven 2009<br />
64 ORGANISATIEKOSTEN 50.000,00 € 50.000,00 € 50.000,00 € 50.000,00 € 50.000,00 € 50.000,00 €<br />
640 belastingen/taksen<br />
641 huisvestingskosten<br />
641800 andere huisvestingskosten<br />
641810 huur kantoor<br />
641820 huur copier<br />
641825 hosting + ict<br />
641830 electriciteit<br />
641840 brandstoffen
641850 watermaatschappij<br />
641860 uitbest.onderhoudswerken<br />
641890 opening<br />
641900 inrichtingswerken<br />
642 secretariaatskosten<br />
642010 kantoorbenodigdheden<br />
642020 papier<br />
642100 materieel<br />
642300 uitbesteed werk<br />
642400 algemeen drukwerk<br />
642500 verzendingskosten<br />
642600 telefoon<br />
642700 internet<br />
642830 herstellingen computer<br />
642810 publicatie Belg. Staatsblad<br />
643 andere organisatiekosten<br />
643100 verplaatsingen bestuurders<br />
643110 verplaatsing vrijwilligers<br />
643120 kosten vrijwilligers/bestuursleden<br />
643300 dienstreizen personeel<br />
643400 kosten vergaderingen<br />
643500 publiciteit<br />
643600 andere verzekeringen-BRAND<br />
643600 andere verzekeringen-OMNIUM<br />
644 diversen<br />
6440 toelagen<br />
6441 lidgelden<br />
6442 representatiekosten<br />
6444 overige<br />
64441 vorming personeel
64449 diversen<br />
6445 reizen<br />
64 ORGANISATIES 288.250,00 € 285.466,00 € 282.490,00 € 279.317,00 € 275.935,00 € 272.339,00 €<br />
645 evenementen 10.000,00 € 12.000,00 € 14.000,00 € 16.000,00 € 18.000,00 € 20.000,00 €<br />
645010 huur lokalen<br />
645100 honoraria externe medewerkers<br />
645200 verplaatsing externe medewerkers<br />
645300 logistieke kosten externe medewerkers<br />
645800 andere orga. kst.<br />
646 Terfblad en externe communicatie 42.000,00 € 44.000,00 € 46.000,00 € 48.000,00 € 50.000,00 € 52.000,00 €<br />
646300 druk en aanmaakkosten<br />
646400 bedeling<br />
646500 website aanmaak en updating<br />
646600 Jaarboek<br />
647 projecten 229.750,00 € 222.716,00 € 215.490,00 € 208.067,00 € 200.435,00 € 192.589,00 €<br />
649500 Project Erfgoeddag<br />
649501 Project Open Monumentendag<br />
649502 Project Week van de Smaak<br />
649503 Project Wereldoorlog I<br />
649504 Project funerair erfgoed<br />
649505 Project cultuurhistorisch erfgoed<br />
649506 Project oraal erfgoed<br />
649506 Project kerkelijk erfgoed<br />
649507 Project industrieel erfgoed<br />
649508 Project commercieel erfgoed<br />
649509 Project diversen<br />
648 dienstverlening 5.500,00 € 5.750,00 € 6.000,00 € 6.250,00 € 6.500,00 € 6.750,00 €<br />
648120 vorming erfgoedactoren<br />
648121 mappen vorming
648200 documentatie<br />
648220 didactisch materiaal<br />
648221 abonnementen<br />
649 andere 1.000,00 € 1.000,00 € 1.000,00 € 1.000,00 € 1.000,00 € 1.000,00 €<br />
65 FINANCIELE KOSTEN 400,00 € 400,00 € 400,00 € 400,00 € 400,00 € 400,00 €<br />
650002 bankkosten<br />
653000 te bet. intresten G.B.<br />
66 UITZONDERLIJKE KOSTEN 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €<br />
669000 uitzonderlijke kosten<br />
69 VERWERKING VAN RESULTATEN 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €<br />
ALGEMEEN TOTAAL 460.250,00 € 462.250,00 € 464.250,00 € 466.250,00 € 468.250,00 € 470.250,00 €
6.3 Planning (2009-<strong>2014</strong>)<br />
Omwille van de korte periode waarin dit plan werd geschreven was het <strong>voor</strong> ons<br />
onmogelijk om een volledige meerjarenplanning op te maken. Het is onze intentie<br />
om dit de komende maanden op te maken samen met de medewerkers van de<br />
erfgoedcel (start 1 februari <strong>2008</strong>).<br />
Wel is het zo dat er zich een aantal opportuniteiten aanbieden binnen de reeds<br />
besproken thematische lijnen die we zeker niet uit het oog willen verliezen. Zo<br />
denken we aan het 150 jarig bestaan van het kanaal (en de haven in Roeselare) in<br />
2012, de herdenking van WOI in <strong>2014</strong>, herdenking omtrent Warden Om en Adriaan<br />
Willaert, … Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat de inventaris en de werking van de<br />
erfgoedcel hiertoe zullen bijdragen.
BIBLIOGRAFIE<br />
Landschapsatlas van het Vlaams Gewest (2002)<br />
Tijdschrift “In de Steigers”, Brugge: Provincie West-Vlaanderen.<br />
DENYS, DESIRE, 1955, Het Roeselaarse volksleven, Roeselare: eigen beheer.<br />
JACOBS, M., 1996, “Zij, die vielen als helden …: inventaris van de<br />
oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen:deel 2”,<br />
Brugge: Provincie West-Vlaanderen.<br />
KERNGROEP BEGRAAFPLAATSEN STAD ROESELARE, 2000, De oude stedelijke<br />
begraafplaats van Roeselare, Roeselare: drukkerij Verduyn.<br />
LERMYTE, J.M., 1985, “Geschiedenis van Izegem”, Roeselare: Concordia.<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, Departement LIN AROHM,<br />
Afdeling Monumenten en Landschappen, 2001, “Bouwen door de eeuwen heen in<br />
Vlaanderen, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons<br />
Hooglede-Izegem-Lichtervelde, 17n2”, Turnhout: Brepols.<br />
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, Departement LIN AROHM,<br />
Afdeling Monumenten en Landschappen, 1999, “Bouwen door de eeuwen heen in<br />
Vlaanderen, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton<br />
Roeselare, 17n1”, Turnhout: Brepols.
BIJLAGEN<br />
1. Uittreksels uit gemeentelijke cultuurbeleidsplannen en –documenten<br />
2. Gedeeltelijke inventaris van het roerend, onroerend en immaterieel erfgoed<br />
3. actieplan <strong>2008</strong><br />
4. statuten
UITTREKSELS UIT GEMEENTELIJKE CULTUURBELEIDS-<br />
PLANNEN<br />
1. Izegem<br />
2. Moorslede<br />
3. Roeselare<br />
4. <strong>Staden</strong><br />
Hooglede, Lichtervelde en Ingelmunster zijn niet ingestapt in het decreet Lokaal<br />
Cultuurbeleid en beschikken dus niet over een cultuurbeleidsplan.
Uittreksel cultuurbeleidsplan Izegem<br />
cultureel erfgoed en archief<br />
SD 2 Het cultureel erfgoedbeleid van de stad wordt een speerpunt in de komende<br />
beleidsperiode waarbij ontsluiting en erfgoededucatie centraal gesteld worden.<br />
OD 2.1 Het erfgoedbeleid van de stad zal gedynamiseerd worden vanuit de<br />
museumsite Eperon d’Or.<br />
Concrete beleidsdoelstellingen resultaatsindicatoren<br />
2.1.1 de museumsite wordt verder<br />
inhoudelijk ontwikkeld<br />
2.1.2 de museumsite wordt<br />
infrastructureel aangepakt.<br />
2.1.3 de museumsite functioneert als<br />
museum en streekbezoekerscentrum<br />
2.1.4 Streven naar een erkenning van<br />
het museum op regionaal niveau<br />
2.1.5 De museumsite gaat zich enten op<br />
industrieel erfgoed en in dit opzicht<br />
maakt ook de stoommachine deel uit van<br />
de museumsite.<br />
Instrumenten en acties<br />
- werkgroep “Eperon d’Or” komt regelmatig<br />
samen<br />
- publieksmomenten tijdens de<br />
reconversie van de site<br />
- het beleidsplan van het museum<br />
- ontsluitingsprojecten die verder gaan<br />
dan de museummuren<br />
- opstellen criteria verwervingsbeleid<br />
- samenwerking met andere musea<br />
- nieuwe impulsen <strong>voor</strong> en overleg met<br />
de vrijwilligers betrokken bij het<br />
museum<br />
- duidelijke educatieve functie<br />
ontwikkelen<br />
- aantal overlegmomenten<br />
- infrastructuur<br />
- aantal verwervingen <strong>voor</strong> de collectie +<br />
de aard ervan<br />
- aantal bezoekers en hun tevredenheid<br />
- aantal tentoonstellingen en<br />
publieksmomenten<br />
- aantal persartikels<br />
- erkenning als regionaal museum<br />
Kritische succesfactoren<br />
- collectiebeleid<br />
- infrastructuur<br />
- samenwerking met derden<br />
- personeel<br />
- financiële middelen <strong>voor</strong><br />
programmering<br />
- steun lokale bevolking<br />
- promotiemiddelen<br />
- publieksonderzoek<br />
OD 2.2 Het stedelijk erfgoedbeleid kadert binnen het regionaal<br />
erfgoedbeleid. TERF krijgt op die manier een coördinerende rol toegemeten<br />
op het vlak van ontsluitingsprojecten.
Concrete beleidsdoelstellingen<br />
2.2.1 TERF blijft verder streven naar het<br />
afsluiten van een erfgoedconvenant<br />
2.2.2 TERF houdt rekening met de<br />
nieuwe museumsite<br />
2.2.3 TERF onsluit het erfgoed op een<br />
hedendaagse en dynamische manier<br />
2.2.4 TERF houdt rekening met de<br />
(Izegemse) actoren op het gebied van<br />
erfgoed<br />
Instrumenten en acties<br />
- het erfgoedconvenant met de Vlaamse<br />
Gemeenschap<br />
- overleg met de Vlaamse Gemeenschap<br />
- opstarten platform erfgoed als<br />
Izegemse klankbordgroep<br />
- opmaken geïntegreerd regionaal<br />
<strong>erfgoedbeleidsplan</strong><br />
- programmeren en coördineren<br />
erfgoedprojecten met hedendaags<br />
karakter<br />
- opvolgen en coördineren van alle<br />
(stedelijke) erfgoedontsluitingsprojecten<br />
(OMD, erfgoeddag, …)<br />
Resultaatsindicatoren<br />
- inventaris van Izegems erfgoed en<br />
actoren op het gebied van erfgoed<br />
- aantal overlegmomenten<br />
- aantal bezoekers<br />
- aantal projecten<br />
- aantal publicaties<br />
- aantal persartikels<br />
- tevredenheid van de lokale bevolking<br />
- tevredenheid van de bezoekers<br />
Kritische succesfactoren<br />
- financiële middelen <strong>voor</strong> werking en<br />
programmering<br />
- promotiemiddelen<br />
- inventaris van Izegems erfgoed<br />
OD 2.3 Een gedegen archiefwerking zal geïnitieerd worden, waarbij zowel<br />
het stedelijk archief, als het archief van de musea, als het archief van<br />
andere stedelijke culturele instellingen geïnventariseerd en ontsloten<br />
worden. Dit in nauwe samenwerking met de Heemkundige kring Ten<br />
Mandere.<br />
Concrete beleidsdoelstellingen resultaatsindicatoren<br />
2.3.1 Het archief inventariseert haar<br />
materiaal<br />
2.3.2 Het archief wordt betrokken in<br />
cultureel stedelijke (erfgoed)projecten.<br />
2.3.3 Het archief functioneert als<br />
logistieke instelling <strong>voor</strong> de<br />
stadsadministratie<br />
2.3.4 Het archief stelt zich op ten dienste<br />
van de bevolking<br />
2.3.5 Het archief heeft oog <strong>voor</strong> de<br />
andere stedelijke culturele instellingen<br />
(o.m. <strong>voor</strong> inventarisatie).<br />
Instrumenten en acties<br />
- aanwerving personeel<br />
- aankoop software<br />
- elektronische inventarisering archief<br />
- samenwerking met andere archieven<br />
en de Heemkundige kring Ten Mandere<br />
- organiseren van ontsluitingsprojecten<br />
(in samenwerking met andere<br />
erfgoedactoren)<br />
- aantal overlegmomenten<br />
- aantal inventarisatiegegevens<br />
- aantal digitale verwerkingen<br />
- aantal projecten (1 per jaar)<br />
Kritische succesfactoren<br />
- personeel<br />
- technische vereisten
Uittreksel cultuurbeleidsplan Moorslede<br />
4. De burger kent en waardeert het eigen<br />
erfgoed.<br />
4.1 Inleiding<br />
Op het eerste gezicht heeft onze gemeente niet zoveel erfgoed. Dit heeft in grote mate te<br />
maken met de eerste wereldoorlog. Onze gemeente is namelijk letterlijk volledig van de<br />
kaart geveegd. Maar toch leeft erfgoed bij ons, getuige daarvan zijn bv. onze twee heel<br />
goed draaiende heemkundige kringen. Ook het gemeentebestuur vindt ons erfgoed heel<br />
belangrijk. Meer nog, we zien ons erfgoed als één van de belangrijkste middelen om<br />
onze missie en eerste strategische doelstellingen uit te voeren. Het erfgoed zal in<br />
belangrijke mate een rol spelen bij de bepaling van onze identiteit. Omdat we het zo<br />
belangrijk vinden, vermelden we dit hier als een strategische doelstelling en niet als een<br />
missie. Deze doelstelling is een stukje een synthese van dit beleidsplan en we hebben<br />
grote plannen (bv. een eigen museum) en we zijn er al hard aan het werken (bv. TERF,<br />
een regionale erfgoedvereniging met doel het afsluiten van een erfgoedconvenant).<br />
4.2 Kader<br />
Vanuit de missie: “…de zoektocht naar een eigen gemeentelijke identiteit…”<br />
Vanuit de visie: “…harmonieuze gemeente, met een eigen identiteit, die we <strong>voor</strong>al<br />
ontlenen aan ons (immateriële) erfgoed en aan onze eigenheid…en ons zo opnieuw op<br />
de toeristische kaart zetten.”<br />
Biedt antwoord op volgende beleidsuitdagingen:<br />
• Erfgoed en alles wat daar rond hangt vormt een belangrijke poot van ons beleid.<br />
• Waar mogelijk werken we samen met andere instanties en/of besturen en zetten<br />
de gemeentelijke culturele spelers ook hier toe aan<br />
We betrekken hierbij volgende SWOT-elementen:<br />
Sterktes: (Archief) Heemkundige kringen<br />
Wezenskenmerken (Mariabedevaart, Pater Lievens,…)<br />
TERF<br />
Erfgoedactiviteiten<br />
Zwaktes: Slechte staat erfgoed<br />
Geen inventaris<br />
Lievensmuseum weinig open<br />
Pater Lievenspad niet onderhouden<br />
Weinig middelen<br />
Locatie heemkundige kringen<br />
Archief en archivering<br />
Kansen: Ons oorlogs-, sport-, ambachtelijke en religieus verleden<br />
Samenwerking<br />
Erfgoeddecreet<br />
Nieuw museum (Ten Bunderen)<br />
Infopanelen<br />
Privé-archieven<br />
Funerair erfgoed<br />
Digitale recorder (mondeling erfgoed)
Bedreigingen: Te weinig personeel<br />
Verloren gaan van geschiedenis<br />
We houden rekening met de elementen uit de situatieschets en de bevragingen:<br />
Toerisme en recreatie en erfgoed
Uittreksel cultuurbeleidsplan Moorslede<br />
4.3.1 Het gemeentelijk en particulier (im)materieel erfgoed wordt bewaard en<br />
waar mogelijk ontsloten<br />
Al is dit een open deur intrappen, dit lijkt evidenter dan het is. We moeten eerste<br />
weten wat we hebben. De heemkundige kringen zijn hier druk mee bezig. Als<br />
we weten wat we hebben, kunnen we een beleid uitstippelen om te kunnen<br />
bewaren en ontsluiten. Hier<strong>voor</strong> hopen we veel informatie en steun te krijgen<br />
van TERF. Hier<strong>voor</strong> zullen we onze heemkundige kringen zo goed mogelijk<br />
ondersteunen, zodat ze hun belangrijke werk kunnen <strong>voor</strong>tzetten. Maar ook<br />
willen we het engagement nemen om met onze gemeente deel te nemen aan de<br />
diverse erfgoedinitiatieven (Open Monumentendag, Erfgoeddag en Week van de<br />
Smaak, Nacht van de Geschiedenis), wat niet altijd even evident is, maar waar<br />
<strong>voor</strong>al onze heemkundige kringen telkens wel een antwoord op vinden.<br />
Acties die we zeker zullen doen:<br />
Wat Actoren Timing<br />
We investeren in het<br />
College,<br />
continu<br />
samenwerkingsverband TERF en cultuurdienst,<br />
BROERE<br />
Bibliotheek,<br />
erfgoedverenigingen<br />
Via TERF is er een inventarisatie Cultuurdienst,<br />
TERF<br />
Vanaf <strong>2008</strong><br />
Er is een beleidsplan van TERF in het Cultuurdienst, 2009<br />
kader van het goedgekeurde<br />
erfgoedconvenant<br />
College, TERF<br />
Er komen infoborden aan de<br />
Cultuurdienst, 2009<br />
waardevolle gebouwen en historische Bibliotheek,<br />
sites<br />
College<br />
We zorgen <strong>voor</strong> een betere huisvesting College,<br />
Vanaf <strong>2008</strong><br />
van de heemkundige kringen (Ten<br />
Bunderen en Oud-<strong>Gemeente</strong>huis)<br />
cultuurdienst<br />
We nemen deel aan de diverse College,<br />
jaarlijks<br />
erfgoedevenementen<br />
cultuurdienst,<br />
bibliotheek,<br />
erfgoedverenigingen<br />
Er komt een reglement op het Cultuurdienst, <strong>2008</strong><br />
hergebruik van de waardevolle graven cultuurraad, College<br />
¨Via de provinciale Beeldbank wordt<br />
beeldmateriaal digitaal bewaard en<br />
ontsloten<br />
Bibliotheek <strong>2008</strong><br />
Relevante actuele en historische<br />
informatie over onze gemeente wordt<br />
verzameld, bewaard en ontsloten<br />
Bibliotheek Jaarlijks<br />
Mogelijke andere acties en aandachtspunten:<br />
Inventaris maken van belangrijkste erfgoed, betere huisvesting heemkundige<br />
kringen, infoborden plaatsen aan interessantste erfgoed Erfgoedcel uitbouwen,<br />
reglement funerair erfgoed opstellen, stimuleren vastleggen mondeling erfgoed,<br />
verzamelaarsbeurs organiseren
4.3.2 De Cultuurdienst/Bibliotheek spelen in op regionale initiatieven i.v.m.<br />
erfgoed<br />
Een korte doelstelling met weinig uitleg. In de eerste plaats gaat dit over TERF<br />
en BROERE (samenwerkingsverband van bibliotheken). We willen dus in deze<br />
twee de nodige tijd, centen en energie steken, maar we willen ook pistes<br />
openhouden <strong>voor</strong> andere mogelijkheden.<br />
Acties die we zeker zullen doen:<br />
Wat Actoren Timing<br />
We gaan volop <strong>voor</strong> het<br />
College,<br />
continu<br />
samenwerkingsverband TERF en cultuurdienst,<br />
Broere<br />
bibliotheek,<br />
erfgoedverenigingen<br />
Mogelijke andere acties en aandachtspunten:<br />
Samenwerking met TERF continueren, Broere<br />
4.3.3 Tegen het eind van deze beleidsperiode heeft de gemeente een degelijke<br />
archiefruimte en is er een begin gemaakt met een archiefwerking<br />
Onze gemeente heeft momenteel geen archiefwerking en nauwelijks een archief.<br />
De heemkundige kringen (<strong>voor</strong>al Dadizele) hebben al een archief en bouwen dit<br />
gestaag verder uit. Maar er zijn ook nog enkele privé-archieven, het archief van<br />
het klooster Ten Bunderen om er maar ééntje te noemen. Om een archiefwerking<br />
op poten te kunnen zetten, hebben we in de eerste plaats een goede ruimte nodig.<br />
En dit is het minimum waar we naar streven in deze beleidsperiode.<br />
Acties die we zeker zullen doen:<br />
Wat Actoren Timing<br />
Er is een archiefruimte die aan de College,<br />
2011<br />
eisen voldoet<br />
cultuurdienst,<br />
Bibliotheek,<br />
erfgoedverenigingen,<br />
TERF<br />
We zijn gestart met een<br />
College,<br />
2013<br />
archiefwerking<br />
cultuurdienst,<br />
Bibliotheek,<br />
erfgoedverenigingen,<br />
TERF<br />
Mogelijke andere acties en aandachtspunten:<br />
Archiefbeleid voeren<br />
4.3.4 Ten laatste in 2013 opent de gemeente een museum in de Ten Bunderen-site<br />
rond religieus erfgoed met minstens een vleugel rond Pater Lievens en een vleugel<br />
rond de chambrettes<br />
De laatste doelstelling is de meest ambitieuze. Hoewel we nog bijna nergens<br />
staan, zetten we hem hier toch zo concreet in. Er is de site van het <strong>voor</strong>malige<br />
klooster Ten Bunderen met onder andere de “chambrettes”. De huidige eigenaars
zijn meer dan bereid om met ons samen te werken door de tweede verdieping ter<br />
onzer beschikking te stellen. Door het geweldige succes van de Open<br />
Monumentendag rond het thema “hout” (ongeveer 4000 bezoekers) is er een<br />
idee beginnen te broeden dat meer en meer vaste vorm begint te krijgen.<br />
Waarom geen museum beginnen en op deze manier de site bewaren en<br />
ontsluiten. Naast Pater Lievens denken we aan het internaatsleven in Vlaanderen<br />
onder de zusters, aan het kloosterleven, en aan het religieuze erfgoed in het<br />
algemeen. Om van start te gaan, moeten we eerst aan middelen en personeel zien<br />
te geraken. De haalbaarheid van dit project zal hoofdzakelijk daarvan afhangen.<br />
Maar we willen hier<strong>voor</strong> gaan.<br />
Acties die we zeker zullen doen:<br />
Wat Actoren Timing<br />
Samen met TERF worden<br />
College,<br />
<strong>2008</strong><br />
subsidiedossiers opgemaakt<br />
cultuurdienst,<br />
Bibliotheek,<br />
erfgoedverenigingen,<br />
TERF,<br />
Lievenscomité<br />
Een halftime personeelslid start de Cultuurdienst, 2009<br />
werking rond dit project op<br />
college<br />
Het gebouw wordt klaargemaakt College,<br />
2009/2010<br />
(brandveilig, toegankelijk,…) cultuurdienst,<br />
Bibliotheek,<br />
erfgoedverenigingen,<br />
TERF,<br />
Lievenscomité<br />
De verschillende themata worden College,<br />
2009/2010<br />
inhoudelijk uitgewerkt<br />
cultuurdienst,<br />
Bibliotheek,<br />
erfgoedverenigingen,<br />
TERF,<br />
Lievenscomité<br />
Het museum zelf wordt uitgebouwd College,<br />
cultuurdienst,<br />
Bibliotheek,<br />
erfgoedverenigingen,<br />
TERF,<br />
Lievenscomité<br />
2011/2012<br />
Mogelijke andere acties en aandachtspunten:<br />
Opstart museum Ten Bunderen met integratie Pater Lievens museum, overname<br />
Lievensmuseum door gemeente….
Uittreksel cultuurbeleidsplan Roeselare<br />
Hoofdstuk 1<br />
Inspirerende mensen en instellingen<br />
Een resem initiatieven hebben dit cultuurbeleidsplan geïnspireerd en mee gestalte<br />
gegeven. Dit gebeurde zowel intern binnen de stedelijke diensten en instellingen,<br />
als extern met het ruime werkveld. Op die manier poogden wij om een gezonde en<br />
werkbare mix samen te stellen.<br />
Een aantal initiatieven zullen er toe leiden dat de lokale actoren ook in de toekomst<br />
een nauwere band met het integrale cultuurbeleid zullen kunnen hebben.<br />
1.a Binnen de muren<br />
1.b Over het eigen muurtje<br />
Bij de opmaak van het cultuurbeleidsplan werd er ook over het muurtje heen<br />
gekeken. Wij sommen hieronder de belangrijkste inspirerende prikkels op die<br />
meegedacht hebben over het te voeren cultuurbeleid.<br />
Werkgroep erfgoed<br />
Deze werkgroep staat, onder begeleiding van de erfgoedconsulent, in <strong>voor</strong> de<br />
organisatie van Open Monumentendag en Erfgoeddag. Daarnaast functioneert<br />
deze ook als klankbord <strong>voor</strong> de bepaling van het waardevolle patrimonium in de<br />
stad. In dit kader functioneert ook de werkgroep begraafplaatsen en de<br />
werkgroep straatnaamgeving.<br />
Museaal beleid<br />
Roeselare wil ook werk maken van een museaal beleid. Hiertoe zijn er 2 groepen<br />
actief.<br />
Wielermuseum<br />
Het Wielermuseum, sedert 1 januari 2007 erkend, laat zich bij het opmaken van<br />
zijn beleidsplan <strong>voor</strong> de periode 2009-<strong>2014</strong> inspireren door een aantal<br />
deelgroepen:<br />
- de werkgroep museumbeleidsplan bepaalt in een actieve dialoog de inhoud<br />
- de denkgroep museumbeleidsplan bracht de sterke en zwakke punten en de<br />
kansen en bedreigingen in kaart<br />
- de kerngroep museumbeleidsplan toetste de inhoud van het beleidsplan aan<br />
de missie, de visie, de strategische nota van de stad en de andere sectorale<br />
beleidsplannen<br />
Dit alles resulteerde in een beleidsplan dat integraal opgenomen werd in deel 2<br />
van dit cultuurbeleidsplan.<br />
Werkgroep museaal beleid<br />
Deze werkgroep, samengesteld uit beleid, erfgoedconsulent,<br />
cultuurbeleidscoördinator en Roeselaarse erfgoedactoren, heeft de opdracht om<br />
de aanwezige collecties die nog in de depots van het Wielermuseum zitten, te<br />
wieden en een suggestie te doen aan het stadsbestuur in functie van behouden<br />
of afstoten.
Werking TERF<br />
De cultuurbeleidscoördinatoren of<br />
cultuurfunctionarissen van de participerende<br />
gemeenten aan TERF (Hooglede, Izegem,<br />
Lichtervelde, Moorslede, <strong>Staden</strong> en Roeselare)<br />
hebben geregeld bovenlokaal overleg. Dit gebeurt<br />
in eerste instantie rond regionaal erfgoedbeleid en<br />
de communicatie daarover.<br />
In 2007 nam de gemeenteraad van Ingelmunster<br />
eveneens de beslissing om toe te treden, zodat het<br />
werkgebied ruimer wordt.<br />
Onder de noemer BROERE ontwikkelde zich rond<br />
Roeselare ook een door de provincie gestimuleerd<br />
streekgericht bibliotheekbeleid. Op vraag van de bibliotheken en de<br />
gemeentebesturen, zal de werking ook dit domein <strong>voor</strong> zijn rekening nemen. De<br />
statuten zullen hiertoe aangepast worden.<br />
1.c Communicatie<br />
In het kader van een open en transparant beleid, wil de stad op geregelde<br />
tijdstippen communiceren over het gevoerde en het te voeren beleid. Hierin<br />
onderscheiden we een drietal grote groepen: inspraak en advies, de beleidsbrieven<br />
en de media.<br />
Hoofdstuk 2<br />
Een stand van zaken<br />
2.a Evaluatie eerste cultuurbeleidsplan<br />
2.b Huidige situatieschets<br />
2.c Synergie met andere beleidsplannen, beleidsvisie en bovenlokale<br />
evoluties<br />
2.d Wie beïnvloedt het cultuurbeleid in Roeselare?<br />
2.e Sterkte-zwakteanalyse van het lokaal cultuurbeleid<br />
Samen met zoveel mogelijk betrokkenen hebben wij de sterke en de zwakke<br />
punten in kaart gebracht. Enerzijds gebeurde dit op de 4 domeinen waarbinnen de<br />
deelraden van de pas gereorganiseerde cultuurraad zich zullen buigen: erfgoed,<br />
kunsten, podiumkunsten en sociocultureel werk. Anderzijds hebben wij ook dwars<br />
door deze culturele deelgebieden de globale analyse gemaakt rond<br />
gemeenschapsvorming, cultuurparticipatie, cultuurspreiding en interculturaliteit.<br />
Ook probeerden wij de sterkten en zwakten in kaart te brengen van de stad als<br />
cultureel centrum in zijn totaliteit. Voor enkele uitgebouwde culturele instellingen<br />
(bibliotheek, cultuurcentrum en archief) zijn ook nog specifieke analyses gemaakt.<br />
Deze analyses zijn uitgebreid in een aparte bijlage opgenomen. Wij beperken ons in<br />
dit gedeelte tot duidelijke en krachtige globale conclusies.
Globale conclusies<br />
De stad doet het verre van slecht. Integendeel, er zijn heel wat zaken waar<br />
Roeselare goed op scoort.<br />
Erfgoed<br />
Roeselare maakt deel uit van TERF en is de grote trekker hiervan. De realisatie van<br />
het erfgoedconvenant moet van het regionaal erfgoedbeleid een inspirerend verhaal<br />
maken dat zich ent op alle aspecten van het globale cultuurbeleid: participatie,<br />
gemeenschapsvorming, interculturaliteit, drempelverlagend enz.<br />
Dit realiseren binnen een regionale context creëert een groter draagvlak. De<br />
financiële ondersteuning vanuit de Vlaamse Overheid geeft het project de nodige<br />
zuurstof. Het af te sluiten convenant, het actieplan <strong>voor</strong> <strong>2008</strong> en het beleidsplan<br />
2009-<strong>2014</strong> zullen <strong>voor</strong> dit regionale beleid de bakens uitzetten. Industrie, de<br />
andere kant van Wereldoorlog I en het kerkelijk erfgoed, samen met de daarbij<br />
horende verhalen, dingen en mensen moeten leiden tot uiterst boeiende<br />
initiatieven.<br />
Toch mogen de lokale erfgoedactoren niet vergeten worden. Zij vormen immers de<br />
ideale voedingsbodem <strong>voor</strong> nieuwe initiatieven, zij helpen de dagelijkse aandacht<br />
<strong>voor</strong> erfgoed hoog houden, zij beschikken over het natuurlijk enthousiasme <strong>voor</strong><br />
erfgoed enz.<br />
Ook tijdens de komende legislatuur houdt Roeselare zijn verleden en zijn<br />
historische figuren in ere en legt hierbij waar mogelijk linken naar het heden. 450<br />
jaar na zijn overlijden, zal Adriaen Willaert ons inspireren <strong>voor</strong> een herdenking in<br />
2012. Tussendoor neemt De Spil met Adriaen Willaert als rode draad, het <strong>voor</strong>touw<br />
in de wereldmuziek.<br />
Hoofdstuk 3<br />
Missie en visie <strong>voor</strong> de komende planperiode<br />
In zijn strategische nota formuleerde de stad een krachtige en ambitieuze missie<br />
die <strong>voor</strong> de volledigheid terug te vinden is in de bijlagen. Het lijkt ons dan ook<br />
gepast om binnen het cultuurbeleidsplan een culturele vertaling te maken. De<br />
ambitie die de stad heeft ten aanzien van zijn globale beleid geldt per definitie dus<br />
ook <strong>voor</strong> het ruime culturele domein waar Roeselare ook duidelijk op koers wil<br />
blijven.<br />
Kwaliteit<br />
Ook hier staat kwaliteit <strong>voor</strong>op. CC De Spil heeft nog steeds de ambitie om het<br />
beste van het culturele aanbod naar Roeselare te halen. De dienstverlening na de<br />
realisatie van de nieuwe bibliotheek in het kenniscentrum pal in het <strong>hart</strong> van de<br />
stad, moet de dagelijkse duizenden gebruikers een optimale dienstverlening<br />
opleveren.<br />
Daarnaast wil de stad ook door het maken van de nodige afspraken komen tot een<br />
kwalitatieve ontwikkeling van de beeldvorming in de ruimtelijke planning.<br />
Open geest<br />
Met een open geest bekijkt de stad, samen met de inwoners, de bezoekers en de<br />
vele culturele actoren, de mogelijkheden die de diverse gemeenschappen in de stad<br />
ongetwijfeld bieden. Zij laat ruimte <strong>voor</strong> nieuwe initiatieven en geeft zuurstof aan<br />
levensvatbare activiteiten. Dit doet de stad niet alleen, maar zij doet dit ook met<br />
een blik op de ruime regio.<br />
De stad ontwikkelt hierbij, samen met de culturele actoren, de nodige open<br />
overlegmomenten waarop geluisterd kan worden naar elkaar en waar open kan<br />
gecommuniceerd worden.
Engagement<br />
Roeselare wil door een actief intern en extern vrijwilligersbeleid de nodige impulsen<br />
geven aan het engagement en het enthousiasme van de plaatselijke verenigingen,<br />
instellingen en individuen. Daarbij engageert de stad zich ook om hier<strong>voor</strong> de<br />
nodige instrumenten en middelen te ontwikkelen, zodat dit engagement zich ook<br />
vertaald ziet in de praktijk: enthousiaste medewerkers die in staan <strong>voor</strong> een<br />
kwalitatieve dienstverlening op maat van de verenigingen en de vrijwilligers.<br />
Respect<br />
Interculturaliteit begint met respect te hebben <strong>voor</strong> elkaar. Iedereen trekt hierbij<br />
aan hetzelfde zeel. Leeftijd, geslacht, allochtoon of autochtoon enz. spelen daarbij<br />
geen rol. Sommige inwoners krijgen geen kansen tot participeren wegens<br />
financiële, sociale, mentale of fysieke beperkingen. Dit respect wil de stad dan ook<br />
vertonen ten aanzien van die groep mensen die het moeilijk hebben om uit te<br />
breken en te participeren. Elke stedelijke dienst of instelling heeft hierin zijn<br />
eigenheid en de daarbij horende rol te spelen in functie van een optimale<br />
aanreiking van kansen tot participatie <strong>voor</strong> een zo ruim mogelijk publiek.<br />
Samen<br />
Dit alles wil de stad realiseren in samenwerking met alle betrokkenen. Hiertoe<br />
wordt de cultuurraad gereorganiseerd met mogelijkheden <strong>voor</strong> de individueel<br />
geïnteresseerden en geregeld ruimte <strong>voor</strong> open cultuurbabbels.<br />
Waar mogelijk zal de stad ook samenwerking stimuleren en ondersteunen. Zowel<br />
verenigingen, buurtcomités, private initiatiefnemers als de stedelijke diensten en de<br />
stedelijke culturele instellingen moeten met het nodige respect <strong>voor</strong> elkaar en in<br />
een harmonieuze samenwerking het culturele leven van de stad en zijn omgeving<br />
gestalte geven.<br />
Hoofdstuk 4<br />
Algemene en specifieke doelstellingen<br />
De strategische doelstellingen binnen het domein cultuur houden rekening met en<br />
zijn geënt op:<br />
- de strategische doelstellingen van de stad<br />
- de visie vanuit de culturele instellingen en het werkveld<br />
- andere beleidsplannen en –domeinen, zowel lokaal als bovenlokaal<br />
Ook is het zo dat er bij elke strategische doelstelling bij wijze van <strong>voor</strong>beeld enkele<br />
operationele doelstellingen geformuleerd worden. De bedoeling is dat ieder jaar bij<br />
de opmaak van de verplichte documenten volgens het gemeentedecreet ook een<br />
culturele vertaling gebeurt via de jaaractieplannen. Om het cultuurbeleid dichter bij<br />
de inwoners en de gebruikers te brengen zal er binnen de domeinen van de 4<br />
deelraden ook gewerkt worden met jaarlijkse beleidsbrieven.<br />
4.a Erfgoed<br />
Algemene doelstelling<br />
Binnen de intergemeentelijke projectvereniging TERF speelt Roeselare een<br />
<strong>voor</strong>trekkersrol om het lokale en regionale erfgoedbeleid verder uit te bouwen.<br />
Door het afsluiten van een erfgoedconvenant krijgt het regionale erfgoedbeleid<br />
in Roeselare extra zuurstof toegediend. Het betekent ook dat binnen TERF een<br />
erfgoedcel met 2 medewerkers operationeel zal worden. Op korte termijn is het<br />
de bedoeling om deze medewerkers te huisvesten in een erfgoedcentrum en<br />
waar noodzakelijk <strong>voor</strong> bepaalde projecten extra medewerkers <strong>voor</strong> een<br />
beperkte tijd aan te werven.
Het erfgoedcentrum heeft de bedoeling om zoveel mogelijk private<br />
erfgoedactoren mogelijkheden te bieden om samen onderdak te hebben in<br />
hetzelfde pand als de erfgoedcel.<br />
Dit erfgoedconvenant zal ook gevolgen hebben <strong>voor</strong> de gehele erfgoedsector.<br />
Het nieuwe erfgoeddecreet gaat mee in het verhaal van een sterk lokaal beleid<br />
en brengt alle middelen <strong>voor</strong> erfgoed samen in het erfgoedconvenant.<br />
Specifieke doelstellingen<br />
- Oprichting Erfgoedcel<br />
De intergemeentelijke projectvereniging TERF (Roeselare, Izegem,<br />
Hooglede, <strong>Staden</strong>, Moorslede, Lichtervelde en Ingelmunster) sluit <strong>voor</strong> het<br />
einde van het jaar met de Vlaamse Regering een erfgoedconvenant af.<br />
Wettelijk kan dit weliswaar <strong>voor</strong>lopig slechts <strong>voor</strong> <strong>2008</strong>, maar er is de<br />
duidelijke intentie om dit verder uit te bouwen in de volgende beleidsperiode<br />
2009-<strong>2014</strong>. De aanstelling van 2 erfgoedconsulenten binnen TERF zal<br />
ongetwijfeld het erfgoedbeleid heel wat impulsen bezorgen naar<br />
inventarisatie en ontsluiting. Voor deze personeelsleden wordt <strong>2008</strong> een jaar<br />
van inventariseren, netwerken, inspelen op de Vlaamse erfgoedinitiatieven<br />
en de organisatie van een regionaal publieksmoment rond erfgoed. Om dan<br />
verder te bouwen in de beleidsperiode 2009-<strong>2014</strong> rond enkele regionale<br />
erfgoedlijnen:<br />
* Wereldoorlog I (90 jaar later en opbouw naar 100 jaar)<br />
* industrieel en commercieel verleden (150 jaar kanaal en openbaar<br />
vervoer)<br />
* wereldmuziek en muzikaal erfgoed (Adriaen Willaert, Cecilia Callebert<br />
enz.)<br />
* kerkelijk erfgoed, kerkwegels en begraafplaatsen (Oude Stedelijke<br />
Begraafplaats, Klein Seminarie)<br />
* grensarbeid en seizoensarbeid<br />
- Invulling Erfgoedcentrum<br />
De aankoop van de <strong>voor</strong>malige Nationale Bank kaderde in de wil van de stad<br />
om behoedzaam om te springen met de resterende waardevolle gebouwen<br />
in de stad. De tentoonstelling omtrent Geert Van Allemeersch bracht enkele<br />
krachtige mogelijkheden van dit gebouw in kaart. De inrichting van de oude<br />
directeurswoning tot Erfgoedcentrum <strong>voor</strong> Roeselare en omgeving bezorgt<br />
het erfgoed meteen een kloppend <strong>hart</strong>. Van hieruit kan de Erfgoedcel,<br />
samen met de erfgoedverenigingen, het regionale verhaal schrijven en ook<br />
ontsluiten.<br />
- Het verhaal van de grensarbeid en seizoensarbeid<br />
In samenwerking met TERF wil de stad ook de aandacht opvoeren rond de<br />
geschiedenis van de agrarische sector en zijn relatie tot de grensarbeid en<br />
seizoensarbeid.<br />
- Ontwikkeling museaal beleid en inbedding in regionaal erfgoedbeleid<br />
Met de oprichting van een werkgroep museaal beleid gaf Roeselare het<br />
startschot tot het formuleren van een visie omtrent het te voeren museaal<br />
beleid. In een eerste fase focuste de werkgroep zich op het wieden van de<br />
talrijke deelcollecties die zich nog in de depots van het Wielermuseum<br />
bevonden. De komende periode zal de werkgroep zich focussen op de<br />
ontsluiting van de geschiedenis van de stad en het beheer en ontsluiting van<br />
het (kunst)patrimonium van de stad.<br />
- Jaarlijkse deelname aan Open Monumentendag, Erfgoeddag, Week van de<br />
Smaak<br />
Uiteraard werkt Roeselare ook mee aan de jaarlijkse hoogdagen van het<br />
erfgoed. Langzaamaan sijpelt ook hier het regionale verhaal binnen. De<br />
uitgave van TERFblad, de regionale gelegenheidskrant rond de
erfgoedactiviteiten, wordt enorm gewaardeerd en biedt een schitterend<br />
platform om erfgoed in de kijker te zetten.<br />
- Het Wielermuseum wordt verder uitgebouwd als een hedendaags, toeristisch<br />
en attractief museum<br />
Het Wielermuseum is sedert 2007 erkend in de basiscategorie. Dit was vanaf<br />
het begin steeds haar uitdrukkelijke ambitie. Daarnaast is het<br />
Wielermuseum ook een van de speerpunten in het strategisch plan van<br />
Toerisme Leiestreek. Om die rol te kunnen blijven waarmaken gaat het<br />
Wielermuseum de uitdaging aan om dit te doen op hedendaagse,<br />
interactieve en attractieve wijze.<br />
- Een inspirerend taalbeleid<br />
Uit heel wat teksten blijkt dat Roeselare meer dan ooit de bakermat van<br />
Vlaanderen was. Het kasteel van Rumbeke wordt door velen genoemd als de<br />
wieg van Vlaanderen. Nergens is echter de geschiedenis van het graafschap<br />
Vlaanderen te ontdekken. Samen met enkele andere partners rijpt het idee<br />
om een deel hiervan onder te brengen in het kasteel van Rumbeke.<br />
Daarnaast leverden bekende inwoners van Roeselare vaak strijd <strong>voor</strong> de<br />
Vlaamse taal: Albrecht Rodenbach, Hugo Verriest, Guido Gezelle enz. Het<br />
lijkt ons dan ook logisch dat Roeselare, samen met de lokale verenigingen,<br />
een actief en inspirerend Vlaams taalbeleid voert.<br />
Een taalbeleid heeft daarbij ook oog <strong>voor</strong> de verhalen van de mensen. Deze<br />
verhalen worden beleefd vanuit diverse invalshoeken: gebeurtenissen,<br />
gebouwen, persoonlijke ervaringen, verzamelingen, …<br />
4.b Kunst in de stad<br />
4.c Podiumkunsten<br />
4.d Gemeenschapsvorming, cultuurparticipatie, cultuurspreiding,<br />
interculturaliteit<br />
4.e Sociocultureel verenigingsleven en vrijwilligers<br />
4.f De stad als cultureel centrum<br />
Hoofdstuk 5<br />
Gemeenschapsvorming en interculturaliteit: klare taal!?<br />
5.a Gemeenschapsvorming en interculturaliteit: een <strong>voor</strong>tdurende<br />
zoektocht naar een gedeelde cultuur!<br />
“Elke groep moet de kans krijgen de eigen gemeenschappelijkheid, de<br />
interne band, te ontwikkelen en te versterken. Maar elke groep moet<br />
ook omgaan met verschillen in de samenleving en beseffen dat vandaag<br />
geen enkele gemeenschap op zich voldoende grond heeft <strong>voor</strong> een<br />
samenleving. De ander is noodzakelijk aanwezig.” (Eric Corijn)<br />
5.b En in Roeselare?
5.c Het Roeselaarse stadsarchief<br />
De speelruimte hier is heel klein. De kernopdracht is immers administratief archief<br />
bewaren en toegankelijk stellen. Wel zijn in dit archief allerlei vormen van grenzen<br />
of begrenzing rijkelijk gedocumenteerd in de beschreven historische feiten.<br />
De archiefvorming wordt bepaald door archief dat wettelijk verplicht moet worden<br />
overgedragen. Een mogelijkheid om hierin verder te gaan is openstaan <strong>voor</strong><br />
privéarchieven van Roeselaarse groepen of verenigingen van andere culturen. Dit<br />
kan echter maar gebeuren als dergelijke archieven statisch worden, zodat een<br />
samenwerking met de gemeenten uit de buurt zich hier opdringt.<br />
Het stadsarchief biedt heel wat mogelijkheden <strong>voor</strong> het onderwijs om in contact te<br />
komen met andere culturen, maar dan wel in het verleden. Het archief in Roeselare<br />
bevat heel wat historisch multiculturele sporen. Niet alleen het archief dat door de<br />
vele bezetters (Bourgondiërs, Spanjaarden, Fransen, Oostenrijkers, opnieuw de<br />
Fransen, Hollanders, Duitsers) werd nagelaten, maar ook de informatie over de<br />
mensen die naar Roeselare zijn uitgeweken en Roeselarenaars die naar elders zijn<br />
vertrokken.<br />
Het Roeselaarse stadsarchief heeft zich tot doel gesteld dat publiekswerking in het<br />
archief laagdrempelig moet zijn. Een goede service in de leeszaal en een correcte<br />
omgang met iedereen is al jaren de leidraad.<br />
De Vlaamse hoogdagen van het erfgoed (Erfgoeddag en Open Monumentendag)<br />
vormen <strong>voor</strong> het stadsarchief vaak de aanleiding om alle inwoners, ook die met een<br />
andere culturele achtergrond, kennis te laten maken met hun werking.<br />
Roeselare nam de laatste jaren ook het initiatief om ieder jaar een verhandeling uit<br />
te geven van studenten die zich focussen op de geschiedenis van Roeselare. Ook<br />
hier is interculturaliteit geen onbekend begrip. Momenteel is men immers bezig,<br />
met steun en op basis van het Roeselaarse archiefmateriaal, een doctoraalscriptie<br />
te schrijven over de uitwijking van de Hongaren naar België in de jaren dertig van<br />
de vorige eeuw.<br />
Pijnpunt in de werking van het archief is wel dat bij de herdenking van de Eerste en<br />
de Tweede Wereldoorlog de Duitse overheden en bevolking niet aan bod gekomen<br />
zijn. De viering van 90 jaar Groote Oorlog kan hieraan misschien iets veranderen.<br />
Eventueel komen de nodige stimulansen hier<strong>voor</strong> van TERF en het afgesloten<br />
erfgoedconvenant.<br />
5.d Bibliotheek De Vriendschap<br />
5.e CC De Spil<br />
Hoofdstuk 6<br />
In de kijker: van bibliotheek naar kenniscentrum<br />
Hoofdstuk 7<br />
CC De Spil: op naar 20 jaar<br />
De ambities<br />
CC De Spil blijft ambitieus en formuleert dit vanuit een aantal invalshoeken.<br />
- eigen <strong>voor</strong>stellingen (cultuurspreiding)<br />
- lokale verenigingen (gemeenschapsvorming)
- dienstverlening aan derden<br />
- erfgoed<br />
CC De Spil legt hier duidelijk de link naar de groeiende aandacht <strong>voor</strong> het<br />
erfgoed; de komende jaren wil CC De Spil mee helpen het programma<br />
opbouwen naar 2012, het herdenkingsjaar van Adriaen Willaert; daarnaast<br />
kan het ook door religieuze concerten in kerkelijk erfgoed of andere<br />
<strong>voor</strong>stellingen in industrieel erfgoed een meerwaarde bezorgen aan zijn<br />
eigen programmatie en het cultureel imago van Roeselare<br />
o kunstencentrum<br />
Convenant met de Vlaamse Regering<br />
Met de aanpassing van het decreet in 2007 <strong>voor</strong>ziet de Vlaamse Regering, als<br />
opvolger <strong>voor</strong> de variabele subsidie uit het oorspronkelijke decreet, in een bedrag<br />
<strong>voor</strong> bijzondere projecten. Welke projecten krijgen hierbij de nodige prioriteit?<br />
- projecten met het oog op het bereiken van een nieuw publiek<br />
- het verruimen van het aanbod van door de Vlaamse overheid gesubsidieerde<br />
en ondersteunde gezelschappen<br />
- het ondersteunen en toegankelijk maken van het aanbod van lokale<br />
gezelschappen en verenigingen<br />
CC De Spil wil met deze bijzondere projectsubsidie volgende zaken realiseren:<br />
- Twinkelweek: een week van en <strong>voor</strong> kinderen en jongeren<br />
- Circacirk: een circustheaterfestival<br />
- Wereldstemmen: een hedendaagse kijk op vocale wereldmuziek<br />
Met dit project wil CC De Spil de wereldmuziek van vandaag en de<br />
zestiende-eeuwse polyfonie met elkaar in confrontatie brengen.<br />
Hoofdstuk 8<br />
Het Wielermuseum<br />
Sedert 2007 ook op koers<br />
Sinds 1 januari 2007 is het Wielermuseum erkend als museum, het resultaat van<br />
10 jaar intensief werken. Dit is evenwel geen eindpunt. Het Wielermuseum wil de<br />
ingeslagen weg van professionalisering verder zetten. Het museumbeleidsplan moet<br />
de stad op weg zetten naar verdere erkenning door de Vlaamse Regering <strong>voor</strong> de<br />
periode 2009-<strong>2014</strong>.<br />
De museumbezoeker ontdekt op een educatieve, auditieve, visuele en tactiele<br />
manier hoe de fiets en de wielersport vanaf de 19 e eeuw tot vandaag is<br />
geëvolueerd. Daarbij wordt het veelzijdig verhaal van de fiets en het wielrennen in<br />
zijn sociale, culturele en historische context geplaatst.<br />
Het Wielermuseum realiseert dit museaal concept door verzamelen, bewaren,<br />
onderzoek en publiekswerking.<br />
In het beleidsplan 2007-<strong>2008</strong> toonde het Wielermuseum dat het zelf zijn<br />
tekortkomingen goed kent. Dit is echter onmogelijk op te lossen in één<br />
werkingsjaar. In het beleidsplan 2009-<strong>2014</strong> dient de noodzakelijke inhaaloperatie<br />
vertaald te worden naar doelstellingen gekoppeld aan concrete plannen en<br />
middelen.<br />
Met zijn werking wil het Wielermuseum, door een samentrekking van wielersport en<br />
museum, het wielrennen plaatsen in zijn sociale, culturele en historische context,<br />
waarbij ook wielersport in zijn internationale perspectief bekeken wordt.
Daarom is het ook niet zomaar een museum. Het is ook een toeristische attractie,<br />
een levendig cultureel-maatschappelijk platform en een functionele en<br />
milieuvriendelijke architectuur. Koers en kermis horen samen in Vlaanderen<br />
waardoor de wielersport behoort tot de Vlaamse volksculturele tradities.<br />
Tegelijk wordt het museum een trefpunt waar onderzoekers de juiste informatie<br />
vinden, waar kinderen aan allerlei workshops kunnen deelnemen,<br />
wetenschappelijke projecten en tijdelijke tentoonstellingen worden ontwikkeld,<br />
wielerboeken worden <strong>voor</strong>gesteld enz. Het focust in zijn werking ook op de<br />
toekomst: domotica, milieuvriendelijkheid, energiebesparing, digitalisering zijn<br />
hiertoe de sleutelwoorden.<br />
Het Wielermuseum wil ten slotte ook een toonaangevend <strong>voor</strong>beeld zijn van<br />
fietswerkverkeer en recreatief fietsen.<br />
Beleidskeuzes<br />
- Het Wielermuseum profileert zich ten aanzien van andere musea in<br />
Vlaanderen en het buitenland die een thematische verwantschap hebben.<br />
- Het Wielermuseum versterkt haar positie ten opzichte van andere binnen-<br />
en buitenlandse verzamelingen door een kenniscentrum over het fiets- en<br />
wielererfgoed uit te bouwen.<br />
- Het Wielermuseum versterkt haar publiekswerking door nadruk te leggen op<br />
de passieve publieksbegeleiding.<br />
- Het Wielermuseum communiceert systematisch de museale werking aan de<br />
belanghebbenden en de potentiële doelgroepen.<br />
Deze beleidskeuzes vertaalt het Wielermuseum in haar beleidsplan <strong>voor</strong> 2009-<strong>2014</strong><br />
in bijkomende specifieke doelstellingen. Om deze doelstellingen te realiseren<br />
<strong>voor</strong>ziet het Wielermuseum in zijn beleidsplan ook de nodige financiële<br />
meerjarenplanning en opvolging.<br />
Hoofdstuk 9<br />
Financiële implicaties<br />
9.a Investeringen<br />
Kenniscentrum<br />
De belangrijkste investering die de stad Roeselare zal doen is ongetwijfeld de bouw<br />
van het nieuwe kenniscentrum met bibliotheek en open leercentrum. Hiertoe<br />
<strong>voor</strong>zag de stad de nodige middelen in de financiële meerjarenplanning. De eerste<br />
middelen hiertoe zullen verschijnen in de begroting <strong>2008</strong> <strong>voor</strong> de aankoop van het<br />
bestaande gebouw. Fasegewijs worden in de begrotingen van 2009 tot en met 2012<br />
de nodige kredieten <strong>voor</strong>zien <strong>voor</strong> de verdere realisatie.<br />
De stad heeft ook het kenniscentrum naar voren geschoven als stadsspecifiek deel<br />
in het kader van het stadscontract dat de Vlaamse Regering afsluit met de 13<br />
centrumsteden met de bedoeling om alle mogelijke logistieke, administratieve en<br />
financiële ondersteuning te krijgen vanuit de Vlaamse overheid.<br />
Nationale Bank<br />
De stad kocht de Nationale Bank aan in functie van het verruimen van de<br />
tentoonstellingsmogelijkheden en een eventuele erfgoedinvulling. Voor de realisatie<br />
hiervan <strong>voor</strong>ziet de stad, binnen de enveloppe gebouwen, eveneens de nodige<br />
middelen in de begroting <strong>2008</strong>.<br />
Diversen<br />
Daarnaast dient op langere termijn en binnen de budgettaire mogelijkheden, een<br />
aanzet te worden gegeven tot de renovatie van het Wielermuseum, de bouw van<br />
een Academie <strong>voor</strong> Schone Kunsten en de realisatie van een nieuw archief.
9.b Werkingsmiddelen<br />
De stad heeft in ieder geval de intentie om de bestaande werkingsmiddelen<br />
minstens te handhaven. Hiermee wil de stad de werking minstens op hetzelfde<br />
niveau houden en waar mogelijk door informatisering en aanpassingen van de<br />
procedures efficiënter en effectiever werken.<br />
Voor de besteding van de werkingsmiddelen <strong>2008</strong> zijn in ieder geval reeds naast<br />
het bestendigen van de vaste initiatieven, nog onderstaande opties genomen:<br />
Bibliotheek:<br />
- implementatie Vubis Sm@rt<br />
- verdere afstemming collecties<br />
- deelname aan streekgericht bibliotheekbeleid<br />
CC De Spil:<br />
- verhoging werkingstoelage <strong>voor</strong> personeel, communicatie en programmatie<br />
Erfgoedconvenant:<br />
- door zijn rijk erfgoed wil Roeselare hierin een <strong>voor</strong>aanstaande rol spelen<br />
Ondersteuning verenigingsleven:<br />
- in het kader van de vernieuwde cultuurraad zal over de ondersteuning van<br />
het verenigingsleven een gesprek over de mogelijke verwachtingen,<br />
hervormingen en verbeteringen worden opgestart, binnen een stabiel<br />
budgettair kader.<br />
De jaarlijkse actieplannen en beleidsbrieven zullen dit concretiseren.<br />
Hoofdstuk 10<br />
Tot slot
Uittreksel cultuurbeleidsplan <strong>Staden</strong><br />
DIVERSE FUNCTIES EN ACTOREN<br />
p.9<br />
het culturele kader<br />
• erfgoed:<br />
In <strong>Staden</strong> zijn er geen geklasseerde monumenten of landschappen. <strong>Staden</strong> heeft<br />
sinds 2003 geen museum meer.<br />
De <strong>Staden</strong>se heemkring Antonius Sanderus werkt rond erfgoed. In<br />
Westrozebeke is het Arteveldecomité actief rond het behoud van het dorpsleven.<br />
In 2005 is de werkgroep erfgoed opgestart. Deze werkgroep brengt de<br />
erfgoedverenigingen en individueel geïnteresseerden in erfgoed samen.<br />
In de bibliotheek werd in 2002 het Fonds Heemkunde <strong>Staden</strong> opgestart. Daarin<br />
zitten oude boeken en documenten over de gemeente. Deze documenten zijn<br />
eigendom of schenkingen van het museum, de heemkring, privé-personen en de<br />
gemeente.<br />
Eind 2005 werd TERF, een intergemeentelijk samenwerkingsverband rond<br />
erfgoed, opgericht. <strong>Staden</strong> is één van de zeven gemeenten binnen deze<br />
samenwerking. Meer info hierover vindt u op de volgende bladzijde onder het<br />
punt samenwerkingsverbanden.<br />
In ‘Bouwen door de eeuwen heen: inventaris van het cultuurbezit in België<br />
Architectuur. Deel 17n 2 Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Roeselare<br />
Kantons Hooglede – Izegem – Lichtervelde’ is het bouwkundig erfgoed dat de<br />
gemeente rijk is, beschreven.<br />
In de uitgave van de provincie West-Vlaanderen ‘Zij, die vielen als helden …’<br />
deel 2 zijn<br />
de oorlogsmonumenten op ons grondgebied opgenomen.<br />
De student-archeologie Willem Wackenier pleegde een eindwerk over bunkers<br />
uit de eerste wereldoorlog in onze gemeente.<br />
Ook privé zijn heel wat mensen bezig met erfgoed: verzamelen en publiceren<br />
(boekvorm en digitaal) van oude prentkaarten, molens, boerderijen…<br />
Het gemeentelijk archief wordt herwerkt. De collectie wordt gewied en<br />
geselecteerd. Daardoor wil men het archief toegankelijker maken. Voor wat<br />
strikt gemeentelijke gegevens betreft zijn er documenten te raadplegen vanaf de<br />
jaren 1920. De registers van de burgerlijke stand 1800-1900 staan op cd-rom en<br />
zijn ter plaatse raadpleegbaar. Recentere gegevens staan nog niet op cd-rom.<br />
Deze laatste gegevens kunnen ingekeken worden als de <strong>voor</strong>zitter van de<br />
rechtbank in eerste aanleg Ieper de toelating geeft.<br />
Het toeristische aanbod van de gemeente beperkt zich tot het recreatieve:<br />
wandelpaden en fietsroutes, het Vijverbos te Westrozebeke en het natuurgebied<br />
in ontwikkeling rond de Keuneleute in Westrozebeke. Dagtrips of halvedagtrips<br />
doorheen de drie deelgemeenten kunnen gereserveerd worden via de<br />
gemeentelijke infodienst.<br />
p. 18<br />
厶 ERFGOED<br />
Algemeen:<br />
Nieuwe uitdagingen of speerpunten
• positieve aandacht <strong>voor</strong> erfgoed<br />
• erfgoed als hefboom <strong>voor</strong> toerisme en recreatie<br />
Concreet:<br />
• het gemeentelijke erfgoed in kaart brengen, bewaren en in de kijker zetten<br />
• actief lid worden van het regionale samenwerkingsproject TERF<br />
• het erfgoedconvenant<br />
• een aanspreekpunt <strong>voor</strong> toerisme en recreatie uitbouwen<br />
Acties:<br />
• een bewaarplek <strong>voor</strong> gemeentelijk erfgoed realiseren<br />
• de oprichting van de regionale erfgoedcel<br />
• de uitwerking van het erfgoedconvenant TERF<br />
• diverse erfgoedvormen inventariseren (regionaal)<br />
• tweejaarlijks deelnemen aan de erfgoeddag<br />
• het Fonds Heemkunde in de bib verruimen en promoten<br />
• het aanbod en de mogelijkheden <strong>voor</strong> toerisme en recreatie in de gemeente in<br />
kaart brengen, gezamenlijk bekend maken en accentacties uitwerken
GEDEELTELIJKE INVENTARIS VAN HET ROEREND, ONROEREND EN<br />
IMMATERIEEL ERFGOED<br />
1. Onroerend, roerend en immaterieel erfgoed<br />
Het volgende overzicht van het onroerend, roerend en immaterieel erfgoed van<br />
het “Hart van West-Vlaanderen” is een poging tot het in kaart brengen van deze<br />
deelsectoren. Het overzicht is bijgevolg onvolledig. Een optimale inventarisatie van<br />
dat erfgoed kan dan ook als een van de prioriteiten beschouwd worden.<br />
Onroerend erfgoed<br />
Voor een overzicht van het onroerend erfgoed kunnen we een beroep doen op twee<br />
bestaande inventarissen.<br />
De landschapsatlas (2002) van het Vlaams Gewest levert een schat aan informatie<br />
over ruimtelijke structuren, zowel grotere gehelen met meer erfgoedwaarden als<br />
kleinere relicten. Het 2 de belangrijke werk is de inventaris ‘Bouwen door de eeuwen<br />
heen in Vlaanderen, Provincie West-Vlaanderen, arrondissement Roeselare,<br />
Kantons Hooglede – Izegem – Lichtervelde (2001) en deze van het kanton<br />
Roeselare (1999) uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap.<br />
Daarnaast is er ook het tijdschrift ‘In de steigers’ van de provincie West-<br />
Vlaanderen dat een goed overzicht geeft van het aanwezige waardevolle erfgoed.<br />
En uiteraard kwam het onroerend erfgoed reeds ruimschoots aan bod in diverse<br />
thematische of lokale publicaties.<br />
1.1.1 Landschap<br />
De inventarisatie van de historisch gegroeide landschapsstructuren vond zijn<br />
neerslag in de Landschapsatlas van het Vlaams Gewest (2002). Hij omvat punt- en<br />
lijnrelicten, maar tevens complexere gehelen -de zogenaamde ankerplaatsen- en<br />
biedt een zeer interessant overzicht van de (cultuur-)landschappelijke potenties.<br />
De rivier de Mandel en de hoogten zijn in belangrijke mate landschapsbepalend en<br />
hebben uiteraard consequenties <strong>voor</strong> de nederzettingsvormen, de ontwikkeling van<br />
de bedrijvigheid en de algemeen culturele ontwikkeling.<br />
Het noordelijk deel van het gebied bevindt zich in de zandstreek, terwijl Izegem<br />
gesitueerd kan worden in de vallei van de Mandel, <strong>voor</strong>al op licht-zandleemgronden.<br />
De heuvelrug van Westrozebeke (met <strong>Staden</strong> en Westrozebeke) met een uitloper<br />
naar Hooglede en Lichtervelde Heihoek ligt op een hoogte van ongeveer 50m en<br />
vormt de waterscheidingskam tussen de IJzervallei en de Leievallei. Hooglede is<br />
etymologisch te verklaren als ‘hoge helling’. De naam Heihoek verwijst naar het<br />
<strong>voor</strong>malig veldgebied op de droge zandige bodems.<br />
Naast de rug wordt het noordelijk gebied gekenmerkt door zijn lichtgolvend<br />
landschap. Oostnieuwkerke en Lichtervelde zijn gelegen in één der talrijk<br />
<strong>voor</strong>komende beekvalleitjes, die met alluviale bodems zijn opgevuld. De hoger
gelegen kammen zijn niet weggeërodeerd dankzij de vrij stenige lagen die er<br />
stelselmatig aanwezig zijn. De ijzerhoudende zandsteen profileert zich als<br />
veldsteenbanken die reeds op geringe diepte <strong>voor</strong>komen. Dit materiaal is<br />
aangewend in de oudste kerkbouw zoals blijkt uit de westgevel van de St.-<br />
Pieterskerk te Emelgem. De geïntegreerde partijen van veldsteen verwijzen er<br />
naar de vroeggotische kerk uit de 2 de helft van de 13 de eeuw. De rijke kleibodem<br />
heeft de baksteenproductie in de hand gewerkt. Vermelding in archiefstukken van<br />
vroegere steenbakkerijen en <strong>voor</strong>namelijk veldovens wijzen hierop. Momenteel zijn<br />
er nog steenbakkerijen actief te Hooglede en Rumbeke.<br />
Indicatief <strong>voor</strong> de streek zijn ook de rechte steenwegen die teruggaan tot de 18 de<br />
eeuw en die een belangrijke aanzet betekenen <strong>voor</strong> de ontsluiting van het gebied.<br />
Het agrarisch gebruik staat nu grotendeels onder de invloed van de fruit- en<br />
groenteveiling van Roeselare en Omstreken. De densiteit aan groenteteelt en de<br />
verwerking ervan in verschillende diepvriesbedrijven behoort hierdoor tot de<br />
hoogste van Vlaanderen.<br />
Het landschap rond Ingelmunster, Emelgem, Kachtem, Roeselare en Izegem wordt<br />
sterkt gedomineerd door zijn ligging in het valleigebied van de Mandel, en de<br />
aanwezigheid van infrastructurele lijnstructuren: het kanaal, de spoorweg en de<br />
parallelle steenwegen. Gezien de reeds vroege en nog <strong>voor</strong>tdurende industrialisatie<br />
van het gebied werden deze verbindingsassen stelselmatig dichtgebouwd. Hierdoor<br />
belaadt een aaneengeweven net van bebouwing de vallei met een industrieel<br />
karakter.<br />
De streek is momenteel één van de bosarmste gebieden van Vlaanderen. Het<br />
historische bos “Huwynsbossen” (Lichtervelde) bleef tot de WO II grotendeels<br />
bewaard. Tegenwoordig zijn deze bossen opnieuw aangeplant en worden ze<br />
onderhouden door de Vlaamse Gemeenschap. Izegem en Westrozebeke (Vijverbos)<br />
hebben nog een klein bosareaal. De 19 de eeuwse aanplantingen op het Lichterveldse<br />
“veld” (heidegebied) in het noorden van de gemeente, een uitloper van het<br />
‘Bulskampveld’, werden gerooid tijdens de beide wereldoorlogen.<br />
Gelukkig resten er nog enkele groene parkdomeinen, die de kleinstedelijke kernen<br />
typeren en een cultureel rustpunt vormen <strong>voor</strong> de ‘nijvere stede’.<br />
Lijnrelicten: Mandel, oude Mandelbeek, oude spoorwegberm Menen-Roeselare,<br />
oude spoorwegberm Roeselare-Ieper, heuvelrug Westrozebeke, heuvelrug<br />
Hooglede, zichtspunten in Hooglede (Bank Rodenbach), oude spoorwegberm<br />
Kortemark-Ieper (= de spoorweg Oostende-Armentières waarover nu de<br />
Vrijbosroute loopt van Ieper tot Kortemark en dus passeert <strong>Staden</strong>), holle weg<br />
(Gitsbergstraat) Hooglede<br />
Puntrelicten: beschermde monumenten
1.1.2 Bouwkundig erfgoed<br />
Voor wat betreft het bouwkundig erfgoed hebben we ons gebaseerd op “Bouwen<br />
door de eeuwen heen: inventaris van het cultuurbezit in België: architectuur”.<br />
Daarnaast maakten we ook gebruik van het tijdschrift ‘In de steigers’ van de<br />
provincie West-Vlaanderen.<br />
Wat opvalt is dat niet de grootste en spectaculairste monumenten het bouwkundig<br />
erfgoed van het Hart van West-Vlaanderen domineren. Wel kenmerkend is de<br />
rijke variatie van het meer bescheiden patrimonium. Dat houdt ongetwijfeld<br />
verband met de evolutie van de regio waar de agrarische activiteit en<br />
ambachtelijke bedrijvigheid kenmerkend waren tot laat in de 19 de eeuw.<br />
Slechts een klein gedeelte van het waardevolle onroerend erfgoed in het Hart van<br />
West-Vlaanderen is beschermd als monument-, dorps- of stadsgezicht of<br />
landschap.<br />
Monument Dorpsgezicht Stadsgezicht Landschap totaal<br />
Roeselare 43 - 1 2 46<br />
Izegem 30 - 2 - 32<br />
Hooglede 4 - - - 4<br />
Lichtervelde 4 - - - 4<br />
Moorslede 2 - - - 2<br />
<strong>Staden</strong> - - - - 0<br />
Ingelmunster 8 1 1 10<br />
Algemeen kunnen we het volgende stellen:<br />
- het grootste deel van de beschermde monumenten is te categoriseren onder<br />
religieus erfgoed, woningen en publieke gebouwen;<br />
- het agrarische karakter van een deel van de streek komt niet tot uiting;<br />
- een zeer groot deel van het waardevolle onroerende erfgoed is op nog geen<br />
enkele manier beschermd. Voor een duurzame instandhouding is een belangrijke<br />
inhaalbeweging hier meer dan nodig;<br />
- <strong>voor</strong> het behoud van het erfgoed moeten we nu reeds grotendeels steunen op het<br />
nog aanwezige roerend en immaterieel erfgoed;<br />
Zonder poging tot volledigheid en zonder hiërarchie volgt hierna een greep uit het<br />
aanwezige interessante onroerend erfgoed in de regio. Voor een meer volledig<br />
overzicht verwijzen we graag naar de eerder vermelde inventarissen.<br />
Roeselare<br />
- Kerk Klein Seminarie<br />
- Klooster der Grauwe zusters en het stadhuis met uitbreiding met belfort op de<br />
grote markt<br />
- St.-Michielskerk<br />
- Voormalig postgebouw in de Ooststraat
- Voormalig brandweerarsenaal op het Polenplein<br />
- Diverse winkelhuizen en herenhuizen<br />
- Kasteel Rodenbach-Mergaert<br />
- Delen brouwerij Rodenbach<br />
- Graansilo’s<br />
- Pakhuizen<br />
- Kazandmolen (stenen windmolen)<br />
- Oude Stedelijke Begraafplaats<br />
Izegem<br />
- Tandem-compound stoommachine en elektrische centrale<br />
- Stadhuis<br />
- Voormalig postgebouw<br />
- Kasteel Blauwhuis met omgeving<br />
- Kantoorgebouw van de <strong>voor</strong>malige schoenfabriek Eperon d’or<br />
- Diverse (burger)woningen<br />
- Twee landhuizen met bijhorende conciërgewoning<br />
- Brandweerkazerne met woonhuis<br />
- St.-Jozefscollege<br />
- Klooster Zusters van Maria en <strong>voor</strong>malige molen met hostiebakkerij<br />
- Mouterij van de <strong>voor</strong>malige Brouwerij Carpentier<br />
Ingelmunster<br />
- Kasteel de Plotho de Montblanc<br />
- Toren van de Sint-Amandskerk<br />
- Herberg Kapelhof<br />
- Sint-Amanduskerk, parochiekerk met cultuurgoederen en omgeving<br />
- Samenstel vormende huizen met aanpalende zgn. Hazekapel, D’Heerlijkhede van<br />
Deefakker, historische bestanddelen van de hoeve,Meulebekestraat<br />
- 23 graftekens<br />
- Grafkapel met omlopend terras op de begraafplaats<br />
- Molenkuip Hoge Doorn<br />
- Hoeven en boerderijen<br />
- Straatkapelletjes<br />
Hooglede<br />
- <strong>Gemeente</strong>huis<br />
- Herberg De Dubbele Arend<br />
- Beuk in de Amersveldstraat<br />
- Grijspeerdmolen (houten windmolen)<br />
- Duits kerkhof<br />
- Meubelfabriek Defour<br />
- Steenbakkerij de Vossenberg<br />
- Asten<br />
Lichtervelde
- Olieslagerij, Maalderij en boomzagerij ‘Van Coillie’ met 2 aanpalende<br />
woonhuizen<br />
- Romaanse doopvont (11 e -12 e eeuw) in de St.-Jacobuskerk<br />
- Oorlogsmonument<br />
- Diverse burgerwoningen<br />
- Het station<br />
- Hoeves en boerderijen<br />
- Den Trolley (18 de -eeuwse woning)<br />
- De middengang van de gemeentelijke begraafplaats<br />
- Asten<br />
- brouwerijen<br />
- bunker uit WOI<br />
- gedenkplaten aan woningen (Albert Termote, Karel van de Poele, …)<br />
- Diverse kapelletjes<br />
- pastorij (ca. 1850)<br />
- oud dorpscafé “Den Hoepel” (19 e eeuw)<br />
Moorslede<br />
- Onze-Lieve-Vrouwkerk<br />
- Spaanse Kapel<br />
- Oud klooster Ten Bunderen<br />
<strong>Staden</strong><br />
- Herdenkingsmonumenten en littekens in het landschap verwijzen naar WOI. Er<br />
is een grote dichtheid van goed bewaarde oorlogsrelicten zowel boven- als<br />
ondergronds die getuigen van de wereldoorlog (fenomenen van nationaal en<br />
internationaal belang)<br />
- Voormalig gemeentehuis Westrozebeke<br />
- Oud gedeelte van het <strong>Staden</strong>se gemeentehuis<br />
- Waardevolle gevels<br />
- Ambachtelijk erfgoed<br />
- Oude spoorlijn<br />
Roerend erfgoed<br />
Terwijl er op Vlaams niveau al heel wat inventariseringwerk van onroerend erfgoed<br />
werd gepubliceerd of via het internet beschikbaar is, is dat <strong>voor</strong> het roerend<br />
erfgoed uit het “Hart van West-Vlaanderen” veel minder of zelfs niet het geval.<br />
Op het vlak van roerend erfgoed bemerken we nochtans een hausse in<br />
inventariseringinitiatieven op verschillende niveaus en in verschillende sectoren.<br />
We denken hierbij ondermeer aan de archiefbank Vlaanderen.<br />
Op een overzicht ‘roerend erfgoed’ konden we in onze regio nog geen beroep doen.<br />
Wat volgt is dus een eerste poging tot het in kaart brengen van het waardevolle
oerend patrimonium van het Hart van West-Vlaanderen. De lijst is bijgevolg nietexhaustief.<br />
1.2.1 Archeologische collecties<br />
- Werkgroep Archeologie Roeselare (WAR)<br />
- Vereniging opgravingen en bodemonderzoek West-Vlaanderen (VOBOW)<br />
- Collectie middeleeuws aardewerk in Lichterveldse gemeentehuis<br />
- Tumulus (Lichtervelde)<br />
- Munitiedepot uit WO I<br />
- Johan Bostoen (Hooglede)<br />
1.2.2 Archieven en archiefwerking<br />
- <strong>Gemeente</strong>archieven van Roeselare, Izegem Moorslede, <strong>Staden</strong>, Lichtervelde,<br />
Ingelmunster en Hooglede<br />
- Bedrijfsarchieven (o.a. van de <strong>voor</strong>malige Meubelfabriek Clarysse, …)<br />
- Familiearchieven (o.a. familie Rodenbach, familie Vandewalle, schenking<br />
familie Sintobin, familie Vandenbogaerde, …)<br />
- Archieven van OCMW’s<br />
- Archieven van kerkfabrieken<br />
- Archieven van heemkundige kringen<br />
- Archieven van verenigingen<br />
- Fonds Heemkunde <strong>Staden</strong><br />
- Regionaal documentatiecentrum van de Vlaamse Vereniging <strong>voor</strong> Familiekunde<br />
- Bewaarbibliotheek: archief met publicaties m.b.t. en over de gemeenten<br />
- Archief van de Heren van Dadizele<br />
- Publicaties over de geschiedenis van de diverse gemeenten<br />
- Gegevensdatabank Geert Hoornaert<br />
- Collectie Michiel Debruyne<br />
- Collectie Emiel Ramoudt<br />
- Stukken in externe archieven o.m. Rijksarchief<br />
1.2.3 Musea<br />
- Nationaal schoenen- en borstelmuseum Izegem (erkend in basiscategorie)<br />
- Wielermuseum Roeselare (erkend in basiscategorie)<br />
1.2.4 Private verzamelingen<br />
- Drukkerijmuseum (Strobbe, Izegem)<br />
- Verzameling houtbewerking (Vangroenweghe en Clarysse, Izegem)<br />
- Kappersmuseum Exclusief (Verhaeghe, Roeselare)<br />
- Michels’ Filmmuseum (Roeselare)<br />
- Verzameling mbt. koffie (Jean-Pierre Lisabeth, Lichtervelde)<br />
- Kunstcollectie vrouwelijke schilders (Anny Roose, Lichtervelde)<br />
- Vlaggen en medailles van verenigingen<br />
- Streekbierenmuseum (privé-verzameling Hooglede)<br />
- Collectie over WO (Verhelst, Hooglede)<br />
- Affiches, meubels, toneel (Defour, Hooglede)<br />
- Lievensmuseum en religieusporseleincollectie (het Lievenscomité, Moorslede)
- Zouavenmuseum (Klein Seminarie, Roeselare)<br />
- Het computermuseum (José Cools, Atil, Roeselare)<br />
- Verzamelingen bidprentjes in diverse gemeenten<br />
- Collecties onderwijs (Klein Seminarie)<br />
1.2.5 Kunstpatrimonium<br />
- <strong>Gemeente</strong>lijke, kerkelijke en particuliere collecties<br />
- Toondichters: Herman Roelstraete, Louis De Meester, Adriaen Willaert,<br />
Peter Benoit, Frantz Brogniez, A. Vermander, Cécilia Callebert, …<br />
- Beeldend kunstenaars: Jules Lagae, Alfons Blomme, Alidor Lamote, Albert<br />
Termote, Clemens Carbon, Door Gevaert, Emiel Jacques, Marc Claerhout …<br />
- Bio-bibliografische reeks over Roeselaarse kunstenaars<br />
1.2.6 Literair erfgoed<br />
- Diverse plaatselijke schrijvers in de regio<br />
- Collectie Westflandrica<br />
- Algemene Collectie Karel Van Elslande<br />
- Collectie “Vereenigde Vrienden”<br />
- Schrijvers: Guido Gezelle, Warden Oom, Hugo Verriest, Albrecht Rodenbach,<br />
Roger Fieuw, Philemon Sabbe, Omer Karel De Laey, R.C. Gitsberg, Emiel<br />
Lauwers…<br />
1.2.7 Foto- en filmcollecties<br />
- Particuliere archieven (Archief van Maurice Terryn – Izegem, Jos Bogaerts,<br />
Paul Decloedt, Georges Vandeportaele, Ferdi Callewaert …)<br />
- Archieven van Heemkundige kringen<br />
- Collecties in stad- en gemeentearchieven<br />
- Prentkaartenverzameling in diverse gemeenten<br />
Immaterieel erfgoed<br />
Immaterieel erfgoed keert terug naar de wortels en de identiteit van een<br />
samenleving. Het illustreert en verklaart zowel maatschappelijke samenhangen,<br />
patronen en evoluties als lokale gebruiken en zelfs familiale gewoonten.<br />
Immaterieel erfgoed gaat ook over verhalen en gebruiken, over tradities en<br />
rituelen, over het alledaagse uit het verleden dat nu nog steeds betekenis heeft.<br />
Immaterieel erfgoed laat zich naar zijn aard dus moeilijk inventariseren.<br />
Verdwijnend of bedreigd immaterieel erfgoed moet je <strong>voor</strong>al goed documenteren,<br />
onderzoeken en registreren.<br />
Het Hart van West-Vlaanderen kenmerkt zich door zeer verscheiden initiatieven<br />
op het vlak van registreren, documenteren en/of ontsluiten van immaterieel<br />
erfgoed. Dat gaat van dialectwoorden over projecten ‘mondelinge geschiedenis’ tot<br />
het <strong>voor</strong>stellen van ambachten.<br />
1.3.1 (Tussengemeentelijke) woonkernen
- Sleihage, De Tassche, Beitem, De Ruiter, Kachtem, De Geyte, De Vijfwegen,<br />
St.-Jozef, Slypskapelle …<br />
1.3.2 Landelijke en andere verhalen<br />
- Sagen en legenden: tal van thesissen zijn verschenen over de regio<br />
- Mondeling erfgoed<br />
- Anekdotiek<br />
1.3.3 Taal, dialecten<br />
- Dialectwoordenboeken (lokale intiatieven o.a. Izegem, Roeselare, <strong>Staden</strong>,<br />
Lichtervelde… en diverse thesissen)<br />
1.3.4 Religieus erfgoed en volksdevotie<br />
- Bedevaart Dadizele en Westrozebeke<br />
- Verering van St.-Jan de Doper in Kachtem en <strong>Staden</strong><br />
- Mariaverering in de grotten verspreid over het hele gebied<br />
- Veld- en gevelkapellen<br />
- Devotie van het H.Hart<br />
- H. Nicolaas van Tolentijn<br />
- O.L.Vrouw van Westrozebeke<br />
- H. Brigida te Oostnieuwkerke<br />
- Pauselijke Zouaven<br />
- Missiewerking<br />
- H. Margaretha-verering in Lichtervelde<br />
- Hallebedevaarders<br />
- St.-Jacobus<br />
- Stevenisten<br />
- Het Lievensmuseum<br />
- Broederschap O.-L.-Vrouw van Smarten (Zeven Weeën) te Ingelmunster<br />
1.3.5 Volkskunst, volksdans, volksgebruiken<br />
- Meiboomplantingen<br />
- Volksdansgroep Die Boose en Vlijtigh ende Boos (Izegem)<br />
- VZW Booserik (Izegem)<br />
- Schuttersgilden<br />
- Vlaggen en banieren<br />
- Koekezondag (Izegem en De Vijfwegen)<br />
- St.-Blasiusfeesten Rumbeke<br />
- Volksdansgroep Choronde<br />
- Volksdansgroep Ten Elsberge<br />
- De reuzen<br />
- Kermiskoersen<br />
- St-Maarten (Moorslede)<br />
- Volkssporten (schuttersgilden, duivensport, vinkenzettingen, gaaibolders,<br />
trabolders…)
- Volksgebruiken bij overgangsrites (geboorten, dood, volwassen worden,<br />
huwelijk, …)<br />
1.3.6 Bijnamen<br />
- Messenvechters (Bosmolens, Izegem), pekkers (Izegem), pompeschitters<br />
(Dadizele), veldknappers en platsefisters (Lichtervelde), nieuwmarkters<br />
(Roeselare)…<br />
1.3.7 Volksliederen en volksmuziek<br />
- Koren<br />
- Trommel- en vendelierskorpsen<br />
- Fanfares en harmonieën<br />
- Bandopname Lichterveldse liederen in bezit van de Heemkundige kring<br />
1.3.8 Ambachten<br />
- Kennis, vaardigheden via ‘Vrienden van het Museum’, heemkundige kringen, …<br />
- Beelden<br />
1.3.9 Nijverheden<br />
- Vlas<br />
- Schoenen<br />
- Borstels<br />
- Meubels<br />
- Tabak<br />
- Textiel<br />
- Bierbrouwerij<br />
- Duivenringen<br />
- Accordeons Callewaert<br />
- Cinema De Keizer (enige familiezaal in België uit de pionierstijd)<br />
- Seizoensarbeid<br />
- olieslagerij<br />
1.3.10 Figuren<br />
- Albrecht Rodenbach<br />
- Pater Lievens<br />
- Ridder Jan<br />
- Karel van de Poele<br />
- Heren van Lichtervelde<br />
- Heren van Ingelmunster<br />
- Pastoor Denys<br />
- Jules Missinne<br />
- Amand Goddyn<br />
1.3.11 Streekproducten<br />
- Geytetaart<br />
- Piro-bier (Lichtervelds Blond bier)<br />
- Pekkersproducten
- Rodenbach<br />
- Oostnieuwkerkse Geitekaas<br />
- Pompeschitterstaart<br />
- Elexir de Roulers<br />
- Brigand en kasteelbier
ACTIEPLAN<br />
<strong>2008</strong><br />
Beveren Dadizele Emelgem Gits Hooglede Ingelmunster Izegem<br />
Kachtem Lichtervelde Moorslede Oekene Oostnieuwkerke<br />
Roeselare Rumbeke <strong>Staden</strong> Westrozebeke
INLEIDING<br />
Voor u ligt het eerste jaaractieplan <strong>voor</strong> de Erfgoedcel van TERF. Dit<br />
jaaractieplan <strong>2008</strong> vindt zijn fundamenten in het erfgoedconvenant dat<br />
afgesloten werd met de Vlaamse Overheid.<br />
Dit eerste jaar zal dus niet gekenmerkt worden door grootschalige<br />
activiteiten. Daar<strong>voor</strong> is de inloopperiode van de medewerkers van de<br />
Erfgoedcel te kort. Maar toch is het de bedoeling dat TERF en zijn<br />
erfgoedcel tegen het einde van het jaar op de kaart staan en de basis<br />
hebben gelegd <strong>voor</strong> de werking de volgende jaren.<br />
Inventarisatie, netwerking, communicatie, inspelen op bovenlokale<br />
initiatieven en ontwikkelen van <strong>voor</strong> dit gebied unieke thematische<br />
erfgoedlijnen, zijn de acties waarrond in <strong>2008</strong> gewerkt wordt. Daarnaast<br />
krijgt ook Wereldoorlog 1, 90 jaar na het einde en opbouwend naar<br />
<strong>2014</strong>, de nodige aandacht.<br />
De deelnemende gemeenten aan TERF hebben de intentie om samen<br />
te werken nogmaals uitdrukkelijk bevestigd en hopen dat de Vlaamse<br />
overheid ook het ingediende beleidsplan <strong>voor</strong> de periode 2009-<strong>2014</strong><br />
positief zal beoordelen. Het gerealiseerde veldwerk in <strong>2008</strong> zal op die<br />
manier zijn vruchten ook toekomstgericht afwerpen en hopelijk ook nog<br />
de resterende gemeenten over de brug halen om op de regionale<br />
erfgoedtrein te stappen.
ACTIES<br />
1. OPSTARTEN ERFGOEDCEL<br />
DOEL<br />
De erfgoedcel ‘Het Hart van West-Vlaanderen’ opstarten.<br />
VERANTWOORDELIJKE:<br />
De aangeworven medewerkers en de werkgroep erfgoed<br />
ACTIES TIMING<br />
indiensttreding personeelsleden 1 februari <strong>2008</strong><br />
contact met de actoren en andere<br />
erfgoedcellen<br />
vanaf februari<br />
versterken netwerking vanaf februari<br />
structureren werking erfgoedcel maart<br />
concretiseren actieplan <strong>2008</strong> maart<br />
concretiseren beleidsplan 2009-<strong>2014</strong> <strong>voor</strong>jaar<br />
opmaak actieplan 2009 oktober<br />
MIDDELEN<br />
Zie begroting<br />
RESULTAAT<br />
• een goed werkende erfgoedcel<br />
• versterkte samenwerking tussen de diverse partners<br />
• een actieplan <strong>voor</strong> 2009<br />
• een concreter beleidsplan 2009-<strong>2014</strong><br />
INDICATOREN<br />
• de erfgoedcel<br />
• de diverse contacten<br />
• de activiteiten
2. ONDERSTEUNING VAN HET WERKVELD<br />
DOEL<br />
Versterken van het lokale werkveld en uitbouwen van een regionaal erfgoednetwerk.<br />
VERANTWOORDELIJKE:<br />
De medewerkers van de erfgoedcel<br />
ACTIES TIMING<br />
vorming organiseren permanent<br />
expertise uitwisselen permanent<br />
dossierbeheer permanent<br />
ontwikkelen partnerschap permanent<br />
MIDDELEN<br />
Zie begroting<br />
RESULTAAT<br />
• Het lokale werkveld wordt ondersteund en kan zo de eigen werking versterken.<br />
• De bestaande expertise wordt uitgewisseld en verrijkt meer partners.<br />
• Projecten worden beter onderbouwd.<br />
INDICATOREN<br />
• het aantal vormingsmomenten<br />
• opgestarte en afgehandelde dossiers<br />
• tevredenheid van de actoren en de partners<br />
3. COMMUNICATIE<br />
DOEL<br />
De regionale communicatie rond erfgoed versterken en een eigen gezicht geven.<br />
VERANTWOORDELIJKE:<br />
De medewerkers erfgoedcel<br />
ACTIES TIMING<br />
het TERFblad verder uitwerken vanaf februari<br />
een eigen huisstijl ontwikkelen februari – maart<br />
een website opstarten vanaf maart<br />
een communicatieplan opmaken en<br />
uitwerken<br />
april<br />
ontwikkeling jaarlijkse publicatie juni<br />
MIDDELEN<br />
Zie begroting
RESULTAAT<br />
Via TERFblad en andere kanalen blijft de inwoner van de regio op de hoogte van<br />
het erfgoedgebeuren.<br />
INDICATOREN<br />
• de publicaties<br />
• de website<br />
4. DEELNAME AAN DIVERSE VLAAMSE INITIATIEVEN<br />
DOEL<br />
De Vlaamse initiatieven rond erfgoed regionaal promoten. Voor <strong>2008</strong> zijn dat onder<br />
andere de Nacht van de Geschiedenis, de erfgoeddag, Open Monumentendag en de<br />
Week van de Smaak.<br />
De deelnemende gemeenten ondersteuning geven bij de uitwerking van deze<br />
themadagen.<br />
VERANTWOORDELIJKE:<br />
De medewerkers erfgoedcel en de plaatselijke verantwoordelijken<br />
ACTIES TIMING<br />
informatie over de themadagen verzamelen<br />
en doorgeven<br />
permanent<br />
overlegmoment met de deelnemende afhankelijk van het tijdstip van de<br />
gemeenten<br />
activiteit<br />
opstellen van een samenwerkingsplan maart<br />
opstellen en uitwerken promotie- en afhankelijk van het tijdstip van de<br />
communicatieplan per activiteit<br />
activiteit<br />
evaluatie november<br />
MIDDELEN<br />
Zie begroting<br />
RESULTAAT<br />
• TERF komt met diverse initiatieven naar buiten.<br />
• De gemeenten organiseren activiteiten rond erfgoed op deze themadagen.<br />
• De burger maakt kennis met erfgoed.<br />
INDICATOREN<br />
• het aantal gemeenten die deelnemen<br />
• het aantal initiatieven<br />
• de gevoerde promotiecampagne<br />
• het bereikte publiek
5. INVENTARISATIE + AANZET TOT BEWAREN EN<br />
ONTSLUITEN<br />
DOEL<br />
Een zicht krijgen op wat er in de regio is op erfgoedvlak:<br />
• actoren die bezig zijn met erfgoed<br />
• onroerend, roerend, immaterieel erfgoed<br />
• erfgoedthema’s die dreigen verloren te gaan<br />
Bewarings- en ontsluitingsstrategiën <strong>voor</strong> het regionale erfgoed opstellen.<br />
VERANTWOORDELIJKE:<br />
De medewerkers erfgoedcel en de plaatselijke verantwoordelijken<br />
ACTIES TIMING<br />
contacten met de diverse actoren februari<br />
inventarisatieplan opmaken februari – maart<br />
start inventarisatie van bepaalde thema’s: vanaf maart<br />
• wereldoorlog<br />
• religieus erfgoed<br />
• funerair erfgoed<br />
• industrieel-commercieel erfgoed<br />
bewaar- en ontsluitingsmogelijkheden vanaf maart<br />
oplijsten<br />
het stakeholdermanagement <strong>voor</strong> TERF vanaf maart<br />
uitwerken<br />
MIDDELEN<br />
Zie begroting<br />
RESULTAAT<br />
• Er is zicht op wat regionaal aanwezig is met het oog op bewaring en ontsluiting.<br />
• In <strong>2008</strong> worden themagerichte publieksmomenten georganiseerd.<br />
INDICATOREN<br />
• de inventaris<br />
• de publieksmomenten<br />
• het bereikte publiek
6. THEMA WERELDOORLOG ÉÉN<br />
DOEL<br />
Een regionaal erfgoedproject rond een jaarthema uitwerken. Voor <strong>2008</strong> focussen we op<br />
negentig jaar na WOI.<br />
VERANTWOORDELIJKE:<br />
De medewerkers erfgoedcel en de plaatselijke verantwoordelijken<br />
ACTIES TIMING<br />
overzicht van de activiteiten in de<br />
gemeenten<br />
februari <strong>2008</strong><br />
uitwerken van gezamenlijke activiteiten februari – maart<br />
promotieplan opmaken en uitwerken maart<br />
diverse activiteiten najaar<br />
MIDDELEN<br />
Zie begroting<br />
RESULTAAT<br />
• Het thema staat in de kijker en het publiek maakt kennis met een stukje erfgoed.<br />
• Samenwerking tussen diverse actoren.<br />
INDICATOREN<br />
• de activiteiten<br />
• de promotiecampagne<br />
• het bereikte publiek
BEGROTING<br />
IN<br />
Begroting RvB TERF 19/12/2007<br />
INKOMSTEN<br />
70 OMZET<br />
71 VOORRAADWIJZIGING<br />
73 DIVERSE GOED/DIENSTEN<br />
BEGROTING<br />
<strong>2008</strong><br />
74 ANDERE BEDRIJFSOPBR.<br />
740 subsidies<br />
450.000,00 €<br />
7401 Vlaamse overheid 300.000,00 €<br />
7402 gemeenten 150.000,00 €<br />
74021 Hooglede 11.095,08 €<br />
74022 Ingelmunster 11.971,03 €<br />
74023 Izegem 29.782,53 €<br />
74024 Lichtervelde 9.488,22 €<br />
74025 Moorslede 12.028,38 €<br />
74026 Roeselare 63.271,29 €<br />
74027 <strong>Staden</strong> 12.363,47 €<br />
74 OPBRENGSTEN ACTIVITEITEN 8.650,00 €<br />
75 FINANCIELE OPBRENGSTEN 125,00 €<br />
76 UITZOND. OPBRENGSTEN 0,00 €<br />
77 TERUGNEMING VOORZ. 0,00 €<br />
79 VERWERK. RESULTATEN<br />
ALGEMEEN TOTAAL 458.775,00 €<br />
UIT<br />
Begroting RvB TERF 19/12/2007 BEGROTING<br />
<strong>2008</strong><br />
UITGAVEN<br />
60 HANDELSGOEDEREN<br />
61 DIVERSE GOED+DIENSTEN<br />
62 PERSONEELSKOSTEN 115.000,00 €<br />
6202001 nettolonen<br />
620210 RSZ-BV werknemers<br />
621200 RSZ werkgever<br />
6221 andere personeelskosten<br />
622000 maaltijdchecks<br />
622400 verzek arbeidsong<br />
62250 ikmo<br />
62260 adm kst<br />
63 AFSCHRIJVINGEN /<br />
VOORZIENINGEN 2.000,00 €<br />
63000 afschrijvingen van het boekjaar
63400 waardevermindering klanten<br />
63700 <strong>voor</strong>ziening andere kosten 0,00 €<br />
63701 <strong>voor</strong>ziening sociaal fonds 2.000,00 €<br />
63703 <strong>voor</strong>ziening initiatieven 2009 0,00 €<br />
64 ORGANISATIEKOSTEN 66.350,00 €<br />
640 belastingen/taksen 0,00 €<br />
641 huisvestingskosten 15.750,00 €<br />
641800 andere huisvestingskosten 2.000,00 €<br />
641810 huur kantoor 0,00 €<br />
641820 huur copier 5.000,00 €<br />
641825 hosting + ict 3.000,00 €<br />
641830 electriciteit 0,00 €<br />
641840 brandstoffen 0,00 €<br />
641850 watermaatschappij 0,00 €<br />
641860 uitbest.onderhoudswerken 750,00 €<br />
641890 opening 2.000,00 €<br />
641900 inrichtingswerken 3.000,00 €<br />
642 secretariaatskosten 23.700,00 €<br />
642010 kantoorbenodigdheden 2.000,00 €<br />
642020 papier 1.500,00 €<br />
642100 materieel 7.500,00 €<br />
642300 uitbesteed werk 3.000,00 €<br />
642400 algemeen drukwerk 2.500,00 €<br />
642500 verzendingskosten 2.000,00 €<br />
642600 telefoon 3.500,00 €<br />
642700 internet 800,00 €<br />
642830 herstellingen computer 400,00 €<br />
642810 publicatie Belg. Staatsblad 500,00 €<br />
643 andere organisatiekosten 22.350,00 €<br />
643100 verplaatsingen bestuurders 3.000,00 €<br />
643110 verplaatsing vrijwilligers 1.800,00 €<br />
643120 kosten vrijwilligers/bestuursleden 1.500,00 €<br />
643300 dienstreizen personeel 4.000,00 €<br />
643400 kosten vergaderingen 2.000,00 €<br />
643500 publiciteit 4.500,00 €<br />
643600 andere verzekeringen-BRAND 200,00 €<br />
643600 andere verzekeringen-OMNIUM 800,00 €<br />
644 diversen 4.550,00 €<br />
6440 toelagen<br />
6441 lidgelden 1.800,00 €<br />
6442 representatiekosten 1.500,00 €<br />
6444 overige 1.250,00 €<br />
64441 vorming personeel 1.000,00 €<br />
64449 diversen 250,00 €<br />
6445 reizen<br />
64 ORGANISATIES 274.975,00 €<br />
645 evenementen 7.500,00 €<br />
645010 huur lokalen 1.500,00 €<br />
645100 honoraria externe medewerkers 2.000,00 €<br />
645200 verplaatsing externe medewerkers 1.000,00 €<br />
645300 logistieke kosten externe medewerkers 500,00 €
645800 andere orga. kst. 2.500,00 €<br />
646 Terfblad en externe communicatie 39.500,00 €<br />
646300 druk en aanmaakkosten 23.000,00 €<br />
646400 bedeling 8.000,00 €<br />
646500 website aanmaak en updating 3.500,00 €<br />
646600 Jaarboek 5.000,00 €<br />
647 projecten 221.675,00 €<br />
649500 Project Erfgoeddag 7.725,00 €<br />
649501 Project Open Monumentendag 7.925,00 €<br />
649502 Project Week van de Smaak 24.625,00 €<br />
649503 Project Wereldoorlog I 55.050,00 €<br />
649504 Project Begraafplaatsen 43.800,00 €<br />
649505 Project Impulsmoment 11.500,00 €<br />
649506 Project oraal erfgoed 10.000,00 €<br />
649509 Project diversen 61.050,00 €<br />
648 dienstverlening 5.300,00 €<br />
648120 vorming erfgoedactoren 1.000,00 €<br />
648121 mappen vorming 500,00 €<br />
648200 documentatie 300,00 €<br />
648220 didactisch materiaal 2.000,00 €<br />
648221 abonnementen 1.500,00 €<br />
649 andere 1.000,00 €<br />
65 FINANCIELE KOSTEN 450,00 €<br />
650002 bankkosten 250,00 €<br />
653000 te bet. intresten G.B. 200,00 €<br />
66 UITZONDERLIJKE KOSTEN 0,00 €<br />
669000 uitzonderlijke kosten<br />
69 VERWERKING VAN RESULTATEN 0,00 €<br />
ALGEMEEN TOTAAL 458.775,00 €
Statuten<br />
Momenteel gelden nog onderstaande statuten.<br />
HOOFDSTUK 1 NAAM, ZETEL, DOELSTELLINGEN EN DUUR<br />
Art 1 Naam van de projectvereniging<br />
De projectvereniging wordt genoemd TERF.<br />
De projectvereniging is onderworpen aan de bepalingen van het decreet van 6 juli 2001<br />
houdende de intergemeentelijke samenwerking, en door deze statuten."<br />
Art 2 Zetel van de projectvereniging<br />
De zetel van de vereniging is gevestigd te 8800 Roeselare, Botermarkt 2.<br />
Art 3 Doel van de projectvereniging<br />
Het hoofddoel van TERF is door overleg en samenwerking tussen de diverse culturele actoren<br />
in de regio culturele meerwaarden te creëren. Samenwerking rond cultureel erfgoed vormt de<br />
basisdoelstelling van deze vereniging.<br />
Dit betekent onder meer op gebied van erfgoed:<br />
- Erfgoedinitiatieven ontwikkelen en stimuleren die de mogelijkheden van een afzonderlijke<br />
gemeente overstijgen en hier<strong>voor</strong> projecten op schaal van de regio ontwikkelen.<br />
- Onderzoek verrichten op vlak van cultureel erfgoed en de resultaten hiervan ontsluiten <strong>voor</strong><br />
een breed publiek<br />
- Stimuleren van het bewaren van cultureel erfgoed in de regio.<br />
- Via een degelijk erfgoedbeleid werken aan de uitstraling van de regio.<br />
Daarnaast kunnen ook initiatieven genomen worden op het gebied van cultuur:<br />
- Culturele ontwikkelingen stimuleren die de mogelijkheden van een afzonderlijke gemeente<br />
overstijgen en hier<strong>voor</strong> projecten op schaal van de regio ontwikkelen.<br />
- Kwalitatieve communicatiekanalen ontwikkelen <strong>voor</strong> het culturele aanbod in de regio.<br />
- Een cultureel imago opbouwen gebaseerd op het profiel en de kenmerken van de regio en<br />
zodoende werken aan de uitstraling van de streek.<br />
Art 4 Duur van de projectvereniging<br />
§ 1. De projectvereniging wordt opgericht <strong>voor</strong> de periode 2005 tot en met <strong>2008</strong>. Tijdens die<br />
periode is geen uittreding mogelijk.<br />
§ 2. De projectvereniging kan opeenvolgende keren <strong>voor</strong> het verstrijken van de termijn<br />
opnieuw verlengd worden <strong>voor</strong> een periode van maximum 6 jaar indien dit de unanieme wil is<br />
van de deelnemende gemeenten. Tijdens die periode is geen uittreding mogelijk<br />
HOOFDSTUK 2 BESTUUR VAN DE VERENIGING<br />
Art 5 Bestuur van de vereniging<br />
§ 1. De projectvereniging wordt geleid door een raad van bestuur waarvan de leden benoemd<br />
worden door de deelnemende gemeenten.
§ 2. Deze raad van bestuur heeft uitsluitend de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die<br />
kaderen binnen het doel van de vereniging.<br />
Het mandaat van bestuurder wordt beëindigd indien de respectieve raad die hij<br />
vertegenwoordigt zijn mandaat intrekt en in dezelfde raadsvergadering zijn vervanger<br />
aanduidt.<br />
Art 6 Samenstelling raad van bestuur<br />
§ 1. De raad van bestuur bestaat uit stemgerechtigde leden en uit leden met raadgevende<br />
stem.<br />
§ 2. De stemgerechtigde leden zijn de schepenen <strong>voor</strong> cultuurbeleid van de deelnemende<br />
gemeenten. De <strong>voor</strong>zitter wordt gekozen uit de stemgerechtigde leden. Elk stemgerechtigd lid<br />
beschikt over slechts één stem.<br />
§ 3. Daarnaast duidt elke deelnemende gemeente één afgevaardigde aan, als lid met<br />
raadgevende stem.<br />
§ 4. De cultuurbeleidscoördinatoren van de deelnemende gemeenten zijn eveneens leden met<br />
raadgevende stem.<br />
§ 5. Er bestaat een onverenigbaarheid tussen het mandaat van bestuurder van de<br />
projectvereniging en verschillende ambten, functies en mandaten zoals bepaald in artikel 48 en<br />
51 van het decreet van 6 juli 2001.<br />
§ 6. Leden van de raad van bestuur kunnen zich niet laten vervangen door een derde op de<br />
vergaderingen. Stemgerechtigde leden kunnen wel een volmacht geven aan een ander<br />
stemgerechtigd lid. Elk lid kan maar over één volmacht beschikken.<br />
§ 7. De bestuurders worden benoemd <strong>voor</strong> de duur van de projectvereniging, maar zijn van<br />
rechtswege ontslagnemend bij verlies van hun openbaar mandaat.<br />
Art 7 Werkingsmodaliteiten<br />
De werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur worden vastgelegd in een huishoudelijk<br />
reglement dat gewijzigd kan worden bij eenvoudige beslissing van stemgerechtigde leden van<br />
de raad van bestuur.<br />
Art 8 Vergaderingen raad van bestuur<br />
De raad van bestuur vergadert ten minste twee keer per jaar. De uitnodigingen worden<br />
minstens twee weken <strong>voor</strong>af verstuurd, vergezeld van een agenda.<br />
Art 9 Presentiegeld<br />
De leden van de raad van bestuur zullen geen presentiegeld ontvangen.<br />
Art 10 Ondersteuning raad van bestuur<br />
De raad van bestuur kan werkgroepen of adviesgroepen oprichten om de vergaderingen van de<br />
raad van bestuur <strong>voor</strong> te bereiden en kan specifieke opdrachten uitbesteden aan derden.<br />
De bepalingen met betrekking tot samenstelling en werkwijze van de adviesgroepen en<br />
werkgroepen worden door de raad van bestuur vastgelegd in haar huishoudelijk reglement
Art 11 Verslaggeving aan de gemeenteraden<br />
§ 1. De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar. De notulen van de<br />
vergaderingen en de bijhorende documenten worden, maximaal één maand na de vergadering,<br />
ter inzage gelegd van de gemeenteraadsleden op het secretariaat van alle aangesloten<br />
gemeenten.<br />
§ 2. De raad van bestuur legt de jaarrekeningen, samen met het activiteitenverslag en het<br />
verslag van de rekeningnazichter(s) jaarlijks, <strong>voor</strong> eind mei, <strong>voor</strong> aan de gemeenteraden.<br />
HOOFDSTUK 3 FINANCIEEL BEHEER<br />
Art 12 Begroting en rekeningen<br />
§ 1. De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhouding van de<br />
ondernemingen en met naleving van de richtlijnen die de overheid uitvaardigt m.b.t. de<br />
boekhoudkundige verrichtingen.<br />
§ 2. De raad van bestuur stelt de rekening van het afgelopen jaar vast uiterlijk op 31 maart na<br />
het verstreken boekjaar. De raad van bestuur legt de jaarrekening samen met het verslag van<br />
de rekeningnazichters en het activiteitenverslag ter kennisgeving <strong>voor</strong> aan de gemeenteraden<br />
van de deelnemende gemeenten. De begroting wordt goedgekeurd uiterlijk op 31 december<br />
van het jaar dat <strong>voor</strong>afgaat.<br />
Art 13 Financiering<br />
De gemeentebesturen financieren de projectvereniging in 2006 met een bedrag van 0,10 euro<br />
per inwoner. Vanaf 2007 is het jaarlijks een bedrag van minimum 0,40 euro per inwoner Deze<br />
bijdrage kan zowel materieel als financieel zijn. Deze bijdrage wordt vanaf 2007 aangepast aan<br />
de index van de consumptieprijzen. Als referentiecijfer geldt de index van de consumptieprijzen<br />
van december 2005.<br />
Art 14 Financiële controle<br />
De controle op de financiële toestand gebeurt door een of meerdere ontvangers van de<br />
deelnemende gemeenten, die hierover jaarlijks rapporteren.<br />
HOOFDSTUK 4 WIJZIGING STATUTEN, TOETREDING, ONTBINDING<br />
Art 15 wijziging van de statuten, toetreding<br />
De wijzigingen van de statuten, de aanvaarding van de toetreding van nieuwe leden en de<br />
wijziging van de financiële bijdrage behoeven de instemming van twee derden van de<br />
deelnemende gemeenten, op basis van een gemeenteraadsbeslissing.<br />
Art 16 Ontbinding van de vereniging<br />
De vereniging kan <strong>voor</strong>tijdig ontbonden worden mits een akkoord van 2/3 van de bestuurders.<br />
De vereniging stelt hiertoe een vereffenaar aan.<br />
Art 17 Bestemming van de activa
In geval van ontbinding van de vereniging worden de activa, na aanzuivering van de eventuele<br />
passiva, overgedragen aan de deelnemende gemeenten in verhouding tot de betaalde<br />
financiële bijdragen.<br />
Bij de ontbinding van de vereniging zullen de eventueel in gebruik gegeven goederen worden<br />
teruggegeven aan de eigenaars, in zoverre hun rechten daarop kunnen bewezen worden aan<br />
de hand van geschreven overeenkomsten.<br />
Voor alles wat niet in deze statuten is <strong>voor</strong>zien gelden de bepalingen van het decreet van 6 juli<br />
2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking (BS 31.10.2001).<br />
Aldus ondertekend te Roeselare op 27 januari 2006 ingevolgde de goedkeuring door de<br />
respectievelijke gemeenteraden in de loop van december 2005, waarvan de ondertekenaars<br />
verklaren 1 (één) exemplaar ontvangen te hebben.<br />
namens Roeselare namens Izegem<br />
Marc Deseyn Gerda Mylle<br />
schepen van cultuur schepen van cultuur<br />
namens Hooglede namens <strong>Staden</strong><br />
Wim Vansteelant Chris Dejonckheere<br />
schepen van cultuur schepen van cultuur<br />
namens Moorslede namens Lichtervelde<br />
Norbert Vanoost Ria Beeusaert-Pattyn<br />
schepen van cultuur burgemeester