30.09.2013 Views

erfgoedbeleidsplan 2008-2014 voor “het hart ... - Gemeente Staden

erfgoedbeleidsplan 2008-2014 voor “het hart ... - Gemeente Staden

erfgoedbeleidsplan 2008-2014 voor “het hart ... - Gemeente Staden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ERFGOEDBELEIDSPLAN<br />

<strong>2008</strong>-<strong>2014</strong><br />

VOOR<br />

“HET HART VAN WEST-VLAANDEREN”<br />

Roeselare, 23 januari <strong>2008</strong><br />

Beveren Dadizele Emelgem Gits Hooglede Ingelmunster Izegem<br />

Kachtem Lichtervelde Moorslede Oekene Oostnieuwkerke<br />

Roeselare Rumbeke <strong>Staden</strong> Westrozebeke


INHOUDSTAFEL<br />

1. Inleiding<br />

2. Historische achtergrond van <strong>“het</strong> Hart van West-<br />

Vlaanderen”<br />

3. Een nieuwe intergemeentelijke intentie<br />

3.1 Een traditie van samenwerkingsverbanden<br />

3.2 De aanpak<br />

3.3 Proces beleidsplanning<br />

4. Omgevingsanalyse<br />

4.1 Identiteitskaart van de regio<br />

4.2 Erfgoed in het algemeen cultuurbeleid<br />

4.2 Synergie met andere ontwikkelingen<br />

4.3 Erfgoed binnen de regio volgens de regionale thematische lijnen<br />

4.4 Stakeholders binnen en buiten de erfgoedsector<br />

4.5 SWOT-analyses van de regio<br />

5. Visie, missie en doelstellingen<br />

5.1 visie<br />

5.2 Missie<br />

5.3 Doelstellingen<br />

6. Organisatie, planning en middelen erfgoedcel<br />

6.1 Organisatie<br />

6.2 Middelen (2009-<strong>2014</strong>)<br />

6.3 Planning (2009-<strong>2014</strong>)<br />

Bibliografie<br />

Bijlagen


1. INLEIDING<br />

De <strong>voor</strong>bije jaren ontwikkelden er zich verschillende samenwerkingsinitiatieven in<br />

het “Hart van West-Vlaanderen”. Niet alleen is er de structurele samenwerking op<br />

het gebied van onder andere deeltijds kunstonderwijs, volwassenenonderwijs,<br />

toerisme Leiestreek en politie, maar ook op het vlak van erfgoed. Zo vonden<br />

Roeselare en Izegem elkaar enkele jaren terug in een samenwerking rond Open<br />

Monumentendag.<br />

Dit structureel overleg<br />

resulteerde in een eerste<br />

globale aanpak van de<br />

Erfgoeddag in 2005, een<br />

initiatief dat zijn<br />

verlengstuk krijgt in 2006.<br />

Tijdens dat overleg groeide<br />

ook spontaan de idee om<br />

met deze gemeenten een<br />

nog intensere samenwerking<br />

op te bouwen teneinde te<br />

komen tot een integraal<br />

erfgoedbeleid <strong>voor</strong> het<br />

gebied, gelegen tussen<br />

Kortrijk, Ieper en het<br />

Brugse Ommeland. De<br />

<strong>voor</strong>bije periode van intens<br />

overleg resulteerde<br />

uiteindelijk in 2005 in de<br />

oprichting van de<br />

projectvereniging TERF<br />

door Izegem, Lichtervelde,<br />

Hooglede, Moorslede,<br />

<strong>Staden</strong> en Roeselare. In<br />

juni 2007 werd de<br />

vereniging uitgebreid met<br />

de gemeente Ingelmunster. De gemeenten Ardooie, en Ledegem wensten nog niet<br />

onmiddellijk toe te treden. Wel hebben zij uitdrukkelijk gevraagd om verder op de<br />

hoogte te blijven van de werking van de projectvereniging TERF teneinde in een<br />

volgende fase te kunnen toetreden. Ook werkten Ardooie en Ledegem in het<br />

verleden samen met TERF <strong>voor</strong> de Erfgoeddag.<br />

Wanneer je de gemeenten geografisch in ogenschouw neemt, dan merk je<br />

onmiddellijk dat dit gebied zich situeert in het <strong>hart</strong> van West-Vlaanderen met de<br />

Mandel als een soort ‘rode draad’. Op enkele oude meanders na, is deze rivier<br />

tussen Roeselare en Ingelmunster weliswaar volledig opgegaan in het kanaal<br />

Roeselare-Leie. Toch blijft hij nog zichtbaar van bij de oorsprong tussen


Passendale en <strong>Staden</strong> alover Oostnieuwkerke tot aan het Schierveldecomplex in<br />

Roeselare. Eens Izegem <strong>voor</strong>bij in de nabijheid van Ingelmunster slingert de<br />

Mandel zich verder tot aan de Leie. Vandaar ook de intentie om te streven naar<br />

een erfgoedconvenant <strong>voor</strong> dat “Hart van West-Vlaanderen”.<br />

De schaalgrootte van meer dan 120.000 inwoners moet ook toelaten om een groot<br />

draagvlak ten aanzien van het erfgoed te realiseren. Daarbij komt dat het<br />

gezamenlijk inzetten van de nodige middelen ongetwijfeld zal leiden tot veel meer<br />

dan waartoe de gemeenten elk afzonderlijk in staat zijn.<br />

Door de goedkeuring van de erfgoedconvenant hopen we om de inventaris te<br />

vervolledigen, de bestaande initiatieven door samenwerking te versterken en de<br />

bakens uit te zetten <strong>voor</strong> een intensievere werking. Doelstellingen die we hopen te<br />

bestendigen in de volgende beleidsperiode.


2. HISTORISCHE ACHTERGROND VAN “HET HART VAN<br />

WEST-VLAANDEREN”<br />

2.1 Het Pre-Romeinse Tijdperk<br />

In de regio is totnogtoe weinig archeologisch onderzoek verricht. In Roeselare<br />

wijzen sporen uit het epi-paleolithicum (ca. 9000 <strong>voor</strong> Christus) op menselijke<br />

activiteit. Doorgaans gaat het om toevalsvondsten die weinig wetenschappelijk<br />

bestudeerd werden. Uitzondering hierop vormen Izegem en Emelgem waar baron<br />

Charles Gillès de Pélichy reeds einde 19 de eeuw opgravingen verricht en in de jaren<br />

1950 professor S.J. De Laet (Universiteit Gent). Verondersteld wordt dat de<br />

streek vanaf het neolithicum (4500-1700 <strong>voor</strong> Christus) een permanente bewoning<br />

kent zoals onder meer blijkt uit de artefacten gevonden op de hoger gelegen<br />

zandruggronden, onder meer op de Gitsberg en de Keiaardheuvel te <strong>Staden</strong><br />

(laatste vondst in 1911). Voor Emelgem werd ooit de hypothese van paaldorpen aan<br />

de Mandel geformuleerd. Voor de bronstijd (1800-1700 <strong>voor</strong> Christus) ontdekte<br />

men in de jaren 1980 via luchtfotografische prospecties, in het landbouwgebied te<br />

Hooglede en Lichtervelde circulaire structuren, die vermoedelijk teruggaan op<br />

grafheuvels.<br />

2.2 Het Romeinse Tijdperk<br />

Vóór de komst van de Romeinen behoort het gebied tot het territorium van de<br />

Menapiërs, dat zicht uitstrekt tussen de Schelde en de Noordzee, ten noorden<br />

ongeveer tot aan de monding van de grote rivieren en ten zuiden tot aan de<br />

alluviale vlakten van Aa, Leie, Deûle en Scarpe. Vanaf de stemming van de ‘lex<br />

provinciae’ in 22 <strong>voor</strong> Christus wordt het Romeinse wegennet geleidelijk<br />

uitgebouwd. Binnen West-Vlaanderen wordt respectievelijk ten zuiden en ten<br />

oosten ingesloten tussen de wegen Boulogne-Kassel-Kortrijk-Tienen-Keulen en<br />

Reims-Bavai-Oudenburg, en mogelijk doorsneden door het diverticulum Doornik-<br />

Kortrijk-Wijnendale-Oudenburg. Vermoedelijk is het gebied rond Roeselare<br />

afhankelijk van de zich daar ontwikkelende pre-stedelijke kern. Omstreeks 1890<br />

worden te Emelgem de resten van een Gallo-Romeins ‘brandrestgraf’ ontdekt –<br />

bewaard in het Brugse Gruuthusemuseum-, en in de jaren 1950 een houten<br />

waterput. In Roeselare zijn momenteel twee archeologen voltijds in dienst en zij<br />

brengen heel wat nieuwe zaken aan het licht.<br />

2.3 De Middeleeuwen<br />

Vanaf ca. 406 na Christus hollen Frankische stammen, die van over de Rijn Gallië<br />

binnendringen, de Romeinse heerschappij uit. Onze gewesten degraderen in de<br />

Merovingische periode (5 de tot 8 ste eeuw) tot een relatief onontgonnen gebied met<br />

uitgestrekte bosgordels. Ten westen strekt zich een bosgordel uit over Torhout<br />

en Passendale tot aan de Franse grens. De Romeinse wegen worden niet langer


onderhouden en de nederzettingen liggen alleen nog aan rivieren. Zo wijzen<br />

inhumatiegraven uit de 7 de eeuw te Emelgem op een nederzetting aan de Mandel.<br />

Voorts zijn de namen Izegem, Emelgem, Kachtem, Dadizele, Moorslede en<br />

Hooglede Germaanse toponiemen en laten patroonheiligen als St.-Amandus<br />

(Hooglede), St.-Tillo (Izegem), St.-Martinus, St.-Pieter en St.-Eligius een<br />

kerstening in de 7 de eeuw vermoeden.<br />

Het graafschap Vlaanderen ontstaat in de 9 de eeuw ten gevolge van het<br />

machtsvacuüm gecreëerd door de invallen van de Noormannen. Roeselare wordt<br />

<strong>voor</strong> het eerst vermeld in een oorkonde van 822. Hierin schenkt Lodewijk de<br />

Vrome het gebied aan de abdij van Elnone. In 957 geeft Boudewijn III de Jongere<br />

toelating om de stad Roeselare te versterken tegen de invallen van de<br />

Noormannen. Vermoedelijk betreft het de ’s Gravenwal, bij Sanderus (1641)<br />

aangeduid ten westen van de St.-Michielskerk. Ook het kasteel van Rumbeke zou<br />

volgens een 16 de -eeuwse legende teruggaan tot de 9 de eeuw. Een andere oude<br />

schriftelijke getuigenis <strong>voor</strong> het gebied vormt de vermelding van ‘Ledda’ –het<br />

huidige Hooglede- in een c<strong>hart</strong>er van 847.<br />

De bevolkingsexplosie van de 11 de eeuw valt samen met de eerste vermelding van de<br />

huidige parochienamen: Westrozebeke en Izegem (1066), Kachtem (1080,<br />

afgescheiden van Rumbeke in 1119), Moorslede (1085), Gits (1088), Ingelmunster<br />

(1099), <strong>Staden</strong> (1115) , Oekene en Rumbeke (1116), Lichtervelde (1127) en Dadizele<br />

(1147). Emelgem en Hooglede worden respectievelijk in 1216 en 1218 vermeld. De<br />

nederzetting van Hooglede is echter ouder dan deze eerste vermelding (cfr.<br />

supra).<br />

Het gebied maakt historisch deel uit van de Kasselrijen Ieper (Oost – Ieper –<br />

Ambacht), Kortrijk (de Roede van Menen), de Roede van Harelbeke en het Brugse<br />

Vrije; bestuurlijke eenheden waarin het Graafschap Vlaanderen in de vroege 11 de<br />

eeuw ingedeeld werd. Door de Franse Veroveringen in 1668-1678 zou de grens<br />

tussen de kasselrij Ieper en het Brugse Vrije enkele decennia staatsgrens worden.<br />

De <strong>voor</strong>naamste heerlijkheden zijn de zich over de regio uitstrekkende<br />

heerlijkheden Ingelmunster en het “Hof van Izegem” met hogere rechtspraak; dit<br />

Hof wordt in 1582 door de Spaanse koning Filips II verheven tot graafschap en in<br />

1678 door Lodewijk XIV tot prinsdom. Daarnaast zijn er nog Roeselare-Binnen of<br />

het Schependom en Roeselare-Buiten of de 23 heerlijkheden samen, Moorslede,<br />

Slyps en ’t Hof van Oekene. Tevens houdt de Wevelgemse Guldenbergabdij er<br />

lenen. Vermeldenswaardig zijn ook de baanderheerlijkheid Lichtervelde, de<br />

heerlijkheden Mosscherambacht, Wallemote en de Hazelt, het ‘Hof van <strong>Staden</strong>’ –<br />

dat in 1712 wordt verheven tot ‘graafschap van Carnin en <strong>Staden</strong>-, ‘het laatschap<br />

van Oostnieuwkerke’, de heerlijkheden van Rhode (Emelgem en Kachtem), Kachtem<br />

en Mesegem (Kachtem), Volmerbeke (Hooglede). De versplinterde heerlijkheden<br />

Ogierlande (enclaves te Gits en Hooglede) onder het Brugse Vrije hadden hun<br />

foncier buiten het gebied. Ook het baljuwhuis (Roeselare) en het ‘Kaasterkasteel’<br />

te Rumbeke gaan, evenals een aantal hoeven terug op een vroeger foncier.


De dorpsheerlijkheid van Ingelmunster is op het einde van de 11 de eeuw ontstaan<br />

en zal tot aan de Franse Revolutie als een zelfstandige heerlijkheid functioneren.<br />

Op kerkelijk gebied behoort de streek achtereenvolgens tot het bisdom Doornik,<br />

Ieper, Gent en Brugge. Het zijn de bisschoppen van Doornik die het<br />

patronaatsrecht van de kerken in de 11 de en 12 de eeuw aan de abdijen van St.-<br />

Omaars, Zonnebeke en Oudenburg of aan de kapittels van Rijsel en Doornik<br />

schenken. Een uitzondering hierop vormt de schenking in 899 door de Franse<br />

koning Karel de Eenvoudige van het altaar van Hooglede aan de abdij van Elnone.<br />

Dadizele groeit vanaf de 14 de eeuw uit tot een befaamd Mariaal bedevaartsoord.<br />

Bij de kerkelijke herindeling in 1559 ontstaat een grensgebied tussen de<br />

bisdommen Brugge (de meeste parochies), Gent (Emelgem) en Doornik (Izegem en<br />

Ingelmunster). Het concordaat van 1801 baseert zich op de bestuurlijke<br />

indelingen: de Leie- en Scheldedepartementen worden verenigd in het bisdom<br />

Gent. Vanaf zijn heroprichting in 1834 valt het bisdom Brugge samen met de<br />

provinciegrenzen.<br />

De 100-jarige oorlog (1337-1453) waarbij het graafschap Vlaanderen <strong>voor</strong> de<br />

keuze gesteld wordt tussen de feodale trouw aan Frankrijk en de economische<br />

banden met Engeland, genereert een aantal conflicten tussen de graaf en het<br />

opstandige Gent. De ‘slag bij Rozebeke’ (1382) waarbij de Franse koning en graaf<br />

Lodewijk van Male de opstandige Gentenaars onder leiding van Philips van<br />

Artevelde verslaan, vormt de mythische oorsprong <strong>voor</strong> de Onze-Lieve-<br />

Vrouweverering en de ommegangskapellen te Westrozebeke. Dergelijke<br />

machtsconflicten doen zich eens te meer in de 2 de helft van de 15 de eeuw <strong>voor</strong>. In<br />

1452 komen de Gentenaren in opstand tegen de Bourgondische hertog Filips de<br />

Goede en voeren onder meer raids uit op de Izegemse linnenhal. Bij een nieuw<br />

conflict met hoogtepunt in 1483-1485, tussen de centralistische Habsburgse vorst<br />

en het particularisme van steden en gewesten, bestormen de troepen van<br />

Maximiliaan van Oostenrijk onder meer het kasteel van Lichtervelde.<br />

Als gevolg van de 100-jarige oorlog verschuift de vlasteelt van (Noord-)Frankrijk<br />

naar de Zuidelijke Nederlanden. In de 15 de en de 16 de eeuw ontwikkelt de nog<br />

nauwelijks gereglementeerde linnennijverheid zich in kleine entiteiten, dit in<br />

tegenstelling tot de lakennijverheid die via privileges <strong>voor</strong>behouden is aan oorden<br />

met stadsrecht. Roeselare had een dergelijk stadsrecht verkregen in 1250; in de<br />

16 de eeuw wordt er overgeschakeld op de linnennijverheid. Het oprichten van een<br />

lijnwaadmarkt mislukt echter door de concurrentie van de Kortrijkse en Izegemse<br />

markten. Het is zelfs zo dat Izegem – ondanks de boycot door de naburige steden<br />

Kortrijk en Roeselare- het linnenbe<strong>voor</strong>radingscentrum vormt <strong>voor</strong> de Brugse en<br />

Antwerpse export naar Spanje en Engeland. De productie wordt aangeleverd door<br />

huisnijverheid van spinnen en weven.<br />

Dé transportweg de Mandel, ook gebruikt <strong>voor</strong> het vlasroten, verzandt echter<br />

geleidelijk in de 2 de helft van de 16 de eeuw. Een gezamenlijk project van Roeselare<br />

en Izegem in 1571-1572 om een Mandelkanaal te graven strandt op de tegenstand<br />

van steden als Kortrijk, Ieper, Deinze en Gent. Samen met de godsdiensttroebelen


die beginnen met de beeldenstorm van 1566, met als gevolg een erg verzwakte<br />

economische toestand, vormt dit de doodsteek <strong>voor</strong> de linnennijverheid. Talrijke<br />

linnenwevers wijken uit naar Brugge, Engeland en de Noordelijke Nederlanden.<br />

2.4 De Nieuwe Tijden<br />

In een eerste fase van de 80-jarige oorlog wordt het graafschap Vlaanderen –<br />

neutraal met uitzondering van de calvinistische republieken te Brugge, Ieper, en<br />

Gent - in de tang genomen tussen de protestants gezinde unie van Utrecht te<br />

noorden en de Spaansgezinde unie van Atrecht ten zuiden. Plunderende benden<br />

brengen zware schade toe aan de meeste kerken, dorpen en kastelen, zoals bijvb<br />

te Ingelmunster, waar in 1580 bij De Slag van Ingelmunster, het volledige dorp<br />

werd vernield.<br />

De inname van Oostende in 1604 onder de regering van Albrecht en Isabella,<br />

waardoor er een einde komt aan de aanvallen van de vrijbuiters, luidt een periode<br />

van demografisch en relatief economisch herstel in. In de 17 de eeuw worden onder<br />

meer de Roeselaarse St.-Michielskerk en de stadshal hersteld. Na 1648 (Vrede<br />

van Munster) wordt de linnenmarkt heropgericht. De Izegemse pogingen om de<br />

vernielde hal te herstellen, de linnenmarkt opnieuw op te starten en de Mandel te<br />

kanaliseren mislukken door de boycot van Kortrijk.<br />

De contrareformatie leidt in de 17 de eeuw tot het intensifiëren van het parochiaal<br />

leven met de oprichting van broederschappen onder meer te Moorslede. De eerste<br />

ommegangskappelletjes van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Smarten te<br />

Westrozebeke worden vermoedelijk in deze periode opgericht. Het O.-L.-Vrouw-<br />

altaar van de Zeven Smarten te Ingelmunster gaat terug tot de stichting van het<br />

broederschap in 1669.<br />

Vanaf 1668 tot de Vrede van Utrecht in 1713 wordt het gebied ontwricht door de<br />

Spaans-Franse oorlogen met onder meer een langdurige Franse bezetting. Na 1713<br />

komen de Nederlanden onder Oostenrijks bewind. Er volgt een periode van<br />

relatieve rust met een economische en demografische bloei. Dit is onder meer te<br />

danken aan de verbeterde landbouwtechnieken en de geleidelijke opgang van de<br />

aardappelteelt. De inkomsten uit de landbouw worden aangevuld met<br />

huisnijverheid, <strong>voor</strong>namelijk het spinnen en weven.<br />

De Oostenrijkers bouwen een uitgebreid wegennet uit. De nieuwe ‘Theresiaanse’<br />

steenwegen Kortrijk-Brugge over Ingelmunster en Menen-Roeselare-Torhout-<br />

Brugge over Gits en Lichtervelde vormen, nu de Mandel onbevaarbaar is geworden,<br />

de belangrijkste handels- en verkeersaders.<br />

De economische bloeiperiode weerspiegelt zich in een intense bouwactiviteit. De<br />

Roeselaarse Augustijnenkerk en de Lodewijk XV-vleugel van het stadhuis dateren<br />

uit deze tijd. Een groot deel van het huidige hoevebestand in het niet door de WO<br />

I vernietigde gebied gaat in de kern terug op de 18 de eeuw en is als dusdanig<br />

aangeduid op de Ferrariskaart.


2.5 De Nieuwste Tijden<br />

Met de Franse Revolutie ruimt het heerlijkheden-stelsel de plaats <strong>voor</strong> een<br />

modern staatsbestel, de basis van de huidige administratieve en gerechtelijke<br />

organisatie van het gebied. Deze scharnierperiode heeft ook in het Hart van<br />

West-Vlaanderen een grote impact: de kloosterorde van de Grauwzusters en de<br />

Augustijnen worden opgeheven; het kasteel van Rumbeke en Ingelmunster<br />

ontsnapt aan de openbare verkoping. Ongenoegen met de godsdienstpolitiek en de<br />

algemene conscriptie culmineert in 1798 in de Boerenkrijg, in de streek bekend als<br />

‘brigandszondag’.<br />

De verruiming van de afzetmarkt tijdens de Franse bezetting drijft de<br />

linnenproductie de hoogte in. Dit stimuleert ook de vlasnijverheid. De continentale<br />

blokkade doet de cichoreiteelt en –verwerking ontluiken. De bestelling van<br />

schoenen door het Franse leger in 1794 stimuleert de ontluikende<br />

schoennijverheid te Izegem. In 1817, onder het Hollandse bewind, wordt Izegem<br />

tot stad verheven. De hoedennijverheid floreert tot omstreeks 1840.<br />

Het begin van de Belgische onafhankelijkheid wordt gekenmerkt door een<br />

plattelandscrisis. Het mislukken van de graan- en aardappeloogsten in 1845-1847<br />

leidt tot hoge sterftecijfers en het uitwijken van de plattelandsbevolking naar de<br />

stedelijke centra <strong>voor</strong>namelijk in Noord-Frankrijk en Wallonië. De concurrentie<br />

van de reeds gemechaniseerde Engelse textielnijverheid zorgt in de jaren 1840<br />

<strong>voor</strong> een recessie van de op huisweven gerichte linnennijverheid. Ook de invoer van<br />

goedkoop buitenlands vlas veroorzaakt in 1845-1846 een crisis.<br />

In het kader van de armoedebestrijding worden scholen en congregaties<br />

opgericht. Als <strong>voor</strong>lopers van deze initiatieven gelden de zusters van Ten Bunderen<br />

die in 1785 terugkeren naar Moorslede. De paters Redemptoristen vestigen zich in<br />

Roeselare. In 1769 wordt door pastoor Dufort in Ingelmunster en armenschool<br />

opgericht die later zal uitgroeien tot het huidig klooster.<br />

De mechanisatie, die in de 2 de helft van de 19 de eeuw wordt ingezet, leidt tot de<br />

heropbloei van de linnennijverheid en de oprichting van de eerste fabriekjes. De<br />

eerste stoommachines worden in de jaren 1850-1860 geplaatst. De aanleg van de<br />

spoorweg Kortrijk-Brugge in 1847 en het graven van het kanaal Roeselare-Leie in<br />

1862-1872 vormen een belangrijke troef <strong>voor</strong> de industrialisatie. Roeselare en<br />

Izegem ontwikkelen zich dan ook tot industriesteden.<br />

In de plattelandsgemeenten blijft het bij meer landbouwgebonden nijverheden. De<br />

meeste dorpen hebben/hadden meerdere molens en zeker één brouwerij. Voorts<br />

wordt cichorei geteeld en ook vlas met verdere verwerking vanaf de 20 ste eeuw.<br />

Dat de bebouwing buiten de eigenlijke dorpskernen toeneemt in de 2 de helft van de<br />

19 de eeuw en het begin van de 20 ste eeuw blijkt duidelijk uit het historisch<br />

kaartenmateriaal. In de wijk ‘De Geite’ (Hooglede) bij<strong>voor</strong>beeld, die als<br />

bewoningskern reeds aangeduid is op de Ferrariskaart, wordt in 1862 een kerk<br />

gebouwd.


Tijdens WO I behoort <strong>“het</strong> Hart van West-Vlaanderen” tot het ‘Etappengebiet’,<br />

een door de Duitsers bezet gebied met militair bestuur. Roeselare fungeert als<br />

garnizoenstad. Het gebied tussen het Westfront en Roeselare wordt van noord<br />

naar zuid doorsneden door verdedigingslinies met betonnen schuilplaatsen<br />

opgetrokken vanaf 1914. Van belang zijn hier de ‘Flandern I Stellung’ doorheen<br />

Hooglede, de Geite en Oostnieuwkerke, grosso modo het tracé van de steenweg<br />

Menen-Roeselare-Torhout volgend, en de ‘Flandern II Stellung’ doorheen de<br />

westelijke uithoek van <strong>Staden</strong>. Te Gits, Izegem, Ingelmunster en Beveren worden<br />

Duitse vliegvelden aangelegd. Van de Duitse begraafplaatsen op diverse plaatsen is<br />

enkel deze van Hooglede bewaard.<br />

Met de slag op Passendale schuift de frontlijn ter hoogte van Ieper oostwaarts op<br />

in de richting van Roeselare. De streek lijdt zware schade enerzijds door Engelse<br />

luchtbombardementen, anderzijds door plundering, brandstichting en het<br />

dynamiteren van kerktorens en molens door de Duitsers. Op die manier worden<br />

<strong>Staden</strong>, Westrozebeke, Moorslede en in mindere mate Dadizele quasi totaal<br />

verwoest.<br />

Na de wapenstilstand is het meest dringende probleem de huisvesting. Teneinde<br />

de woningnood te leningen bouwt het Koning Albertfonds barakken, onder meer te<br />

Moorslede, Roeselare, <strong>Staden</strong> en ook in het minder verwoeste Izegem dat veel<br />

vluchtelingen opvangt. De regering geeft zich spoedig rekenschap van het feit dat<br />

de gemeenten de zware taak van de wederopbouw onmogelijk alleen aankunnen.<br />

Door de wet van 8 april 1919 krijgen de verwoeste gemeenten de kans om zich te<br />

laten adopteren door de Staat. De gemeenten binnen het “Hart van West-<br />

Vlaanderen” behoren tot de Noorderstreek onder het gezag van het Ministerie van<br />

Binnenlandse Zaken. Na de goedkeuring van de aanleg- en rooilijnplannen kan de<br />

definitieve wederopbouw van start gaan. Architecten uit Roeselare en Brugge zijn<br />

hierbij betrokken. De wederopbouw herstelt grosso modo het <strong>voor</strong>oorlogse<br />

stratenpatroon. Ingrepen blijven doorgaans beperkt tot het rechttrekken en<br />

verbreden van straten. De vernielde hoeven worden over het algemeen naar het<br />

<strong>voor</strong>oorlogse patroon heropgebouwd.<br />

WO II brengt het gebied slechts beperkte schade toe. Een uitzondering hierop<br />

vormt de St.-Jan-Baptistkerk te <strong>Staden</strong> die <strong>voor</strong> de tweede maal in 30 jaar totaal<br />

vernietigd wordt door een luchtbombardement.<br />

2.7 Hedendaagse periode<br />

Vanaf de jaren 1950-1960, dragen sociale woningbouw en private verkavelingen, en<br />

de hiermee gepaard gaande stichting van een aantal nieuwe (deel)parochies bij tot<br />

de verdere uitbreiding van de plattelandsgemeenten.<br />

De vlascrisis van 1950-1951 en de geleidelijke achteruitgang van de andere<br />

nijverheidsteelten als cichorei en tabak werkten een gedeeltelijke overschakeling


naar de intensieve veeteelt en de tuinbouw in de hand. Deze laatste sector is<br />

<strong>voor</strong>al dominant aanwezig te <strong>Staden</strong> en Westrozebeke waar zich ook<br />

diepvriesbedrijven ontwikkelden. De vollegrondse groenteteelt en de intensieve<br />

serreculturen worden verder geactiveerd door de fruit- en groenteveiling te<br />

Roeselare.<br />

Vanaf de jaren 1970 treft de economische crisis de traditionele sectoren zoals<br />

textiel en schoenenproductie. Tegelijkertijd worden echter inspanningen geleverd<br />

<strong>voor</strong> de ‘ontsluiting’ van de streek onder meer door de aanleg van de N36. Ten<br />

zuiden van Izegem en de A17 Brugge-Kortrijk worden nieuwe industrieterreinen<br />

aangelegd. De economische dynamiek van de streek leidt de laatste decennia tot<br />

de versnelde verstedelijking. Nieuwbouwwijken sluiten verder aan bij de meeste<br />

dorpskommen. De dorpen krijgen hierdoor een eerder residentieel karakter en een<br />

nog steeds aangroeiende bevolkingsconcentratie.


3. EEN NIEUWE INTERGEMEENTELIJKE AANPAK<br />

3.1 Een traditie van samenwerkingsverbanden<br />

Het “Hart van West-Vlaanderen” heeft al heel wat ervaring op het gebied van<br />

samenwerkingsverbanden in de culturele sector. Zo is er de Stedelijke Academie<br />

<strong>voor</strong> Schone Kunsten (SASK) die regionaal werkt. Ook de Stedelijke Academie<br />

<strong>voor</strong> Muziek, Woord en Dans (SAMWD) werkt <strong>voor</strong> diverse steden en gemeenten.<br />

De Centra <strong>voor</strong> Volwassenenonderwijs (CVO) zijn nu –door het decreet op het<br />

volwassenenonderwijs- verenigd in consortia. Concreet <strong>voor</strong> deze regio betekent<br />

dit de oprichting van consortium XII die een samenwerking beoogt tussen de<br />

volgende centra: Centrum <strong>voor</strong> Basiseducatie, Open School VZW, CVO Roeselare,<br />

CVO Stedelijke Leergangen Izegem, CVO Stedelijk Volwassenenonderwijs<br />

Roeselare, CVO Sint-Paulus Waregem, CVO 3 Hofsteden, CVO Avelgem –<br />

Harelbeke, CVO VIVO, CVO VSPW Kortrijk, CVO PTI, CVO Hitek, CVO De<br />

Vlaamse Ardennen, CVO De Avondschool en CVO VIVA West-Vlaanderen.<br />

In de regio is er ook samenwerking in andere sectoren. Voorbeelden hiervan zijn<br />

Babbeloe, het jongereninformatiepunt en jongerenoverleg rond diverse thema’s, de<br />

vereniging <strong>voor</strong> intercommunaal sportoverleg (VISO) waar Moorslede en <strong>Staden</strong><br />

deel van uitmaken, diverse intercommunales, het burgemeestersoverleg…<br />

De gezamenlijke organisatie van diverse evenementen vormde de verdere concrete<br />

aanzet tot een meer doorgedreven samenwerking op erfgoedvlak. Men kan alleen<br />

maar constateren dat een erfgoedconvenant in de lijn der gebeurtenissen ligt. De<br />

redenen om verder actief in te zetten op de volgende beleidsperiode zijn divers:<br />

- groeiende professionalisering<br />

- streven naar efficiëntie, kwaliteitsverbetering en –bewaking<br />

- streven naar informatie-uitwisseling<br />

- de profilering van de regio ten opzichte van Kortrijk, Ieper, Brugge en<br />

Rijsel<br />

3.2 De aanpak<br />

De idee om een erfgoedconvenant <strong>voor</strong> het “Hart van West-Vlaanderen” <strong>voor</strong> te<br />

bereiden is ontstaan in het najaar van 2004 naar aanleiding van de <strong>voor</strong>bereiding<br />

van de organisatie van erfgoeddag 2005. Op initiatief van stad Roeselare en na<br />

enkele verkennende gesprekken werden concrete stappen gezet:<br />

• december 2005: oprichting projectvereniging TERF met<br />

Lichtervelde, <strong>Staden</strong>, Hooglede, Moorslede, Roeselare en Izegem<br />

• januari 2006: indienen intentienota <strong>voor</strong> een erfgoedconvenant <strong>voor</strong><br />

het Hart van West-Vlaanderen<br />

• juli 2006: positieve beoordeling van het Ministerie van de Vlaamse<br />

Gemeenschap maar het project werd niet financieel gehonoreerd


• november 2006: indienen projectaanvraag industrialisatie<br />

• januari 2007: indienen verruimde intentienota<br />

• maart 2007: positieve beoordeling van de Ministerie van de Vlaamse<br />

gemeenschap in verband met de projectaanvraag maar ook deze<br />

werd niet financieel gehonoreerd.<br />

• Maart 2007: algemene informatievergadering naar de omliggende<br />

gemeenten in verband met TERF en de uitbreiding van de<br />

projectvereniging<br />

• Mei 2007: discussie omtrent uitbreiding intergemeentelijke<br />

samenwerking met BROERE (samenwerking tussen bibliotheken)<br />

• Juni 2007: aansluiting van Ingelmunster bij TERF<br />

• Oktober 2007: goedkeuring van de intentienota<br />

• December 2007: definitief afsluiten van het erfgoedconvenant<br />

• Januari <strong>2008</strong>: indienen actieplan <strong>2008</strong> en beleidsplan 2009-<strong>2014</strong><br />

• Februari <strong>2008</strong>: start tewerkstelling personeel erfgoedcel<br />

3.3 Procesbeleidsplanning<br />

De tijd waarin dit document werd geschreven was net voldoende (afsluiting<br />

convenant december 2007) om de krachtlijnen te gaan bepalen. We zijn er ons<br />

terdege van bewust dat dit document nog verder dient uitgewerkt te worden en<br />

we hebben dan ook de concrete intentie om dit in de komende maanden verder te<br />

gaan verfijnen en uit te diepen in samenspraak met de diverse erfgoedactoren.<br />

Het huidige document is het resultaat van intense samenkomsten tussen de<br />

diverse ambtenaren verantwoordelijk <strong>voor</strong> cultuur binnen de diverse gemeenten.<br />

Daarnaast werd het ook intens besproken en aangevuld door de Raad van Bestuur<br />

waarin het lokale werkveld (= vertegenwoordigers van de diverse Heemkundige<br />

Kringen) deel van uitmaakt.


4. OMGEVINGSANALYSE<br />

4.1 Identiteitskaart van de regio<br />

Zonder in detail te willen treden hadden we toch graag enkele cijfermatige<br />

gegevens weergegeven.<br />

4.1.1 Bevolking<br />

Demografie - Bevolkingssamenstelling<br />

Aantal inwoners - mannen en vrouwen<br />

Aantal inwoners tussen 6 en 24 jaar<br />

2006<br />

Hooglede 9.831<br />

Ingelmunster 10.617<br />

Izegem 26.544<br />

Lichtervelde 8.400<br />

Moorslede 10.618<br />

Roeselare 55.775<br />

<strong>Staden</strong> 10.969<br />

Hooglede 2.391<br />

Ingelmunster 2.356<br />

Izegem 5.612<br />

Lichtervelde 1.873<br />

Moorslede 2.381<br />

Roeselare 12.380<br />

<strong>Staden</strong> 2.590<br />

Het betreft dus een gebied van 132754 inwoners, waarbij 29583 inwoners zich<br />

tussen de 6 en de 24 jaar zijn. Dit wil zeggen dat ¼ van de bevolking grosso modo<br />

gerekend kan worden als schoollopend. Het aantal 60-plussers in de regio klokt af<br />

op 32.167, dat wil zeggen dat 25% van de totale bevolking in de regio meer dan 60<br />

jaar is.<br />

Het aantal nieuwkomers en vreemdelingen in absolute cijfers is 1634<br />

vreemdelingen en 414 nieuwkomers. Ten opzichte van de totale bevolking is dit<br />

slechts 1,5 %.<br />

2006<br />

Demografie - Bevolkingssamenstelling Aantal vreemdelingen<br />

Hooglede 67<br />

Ingelmunster 121<br />

Izegem 301<br />

Lichtervelde 66<br />

Moorslede 63<br />

Roeselare 939<br />

<strong>Staden</strong> 77<br />

Aantal nieuwkomers Hooglede 13<br />

Ingelmunster 31<br />

Izegem 66<br />

Lichtervelde 7


4.1.2 Ruimtelijke Ordening<br />

Moorslede 14<br />

Roeselare 264<br />

<strong>Staden</strong> 19<br />

Het gebied is 24678,3091 ha groot. Dit komt overeen met 246,7831 km².<br />

2006<br />

Ruimtelijke ordening Totale oppervlakte in ha<br />

Hooglede 3.783,6247<br />

Ingelmunster 1.615,7265<br />

Izegem 2.548,3137<br />

Lichtervelde 2.593,1415<br />

Moorslede 3.534,1058<br />

Roeselare 5.979,3935<br />

<strong>Staden</strong> 4.624,0034<br />

Wanneer we dit cijfer koppelen aan de bevolking, dan komen we op een<br />

bevolkingsdichtheid van 538 inwoners/km². Echter, er is een groot verschil tussen<br />

de diverse gemeenten. Exemplarisch: Roeselare kent een bevolkingsdichtheid van<br />

932,8 inwoners/km² tegenover 323,9 inwoners/km² <strong>voor</strong> <strong>Staden</strong>.<br />

4.2 Synergie met andere ontwikkelingen<br />

In verschillende vastgestelde documenten of zich ontwikkelende projecten zijn<br />

aanknopingspunten terug te vinden met betrekking tot het erfgoedbeleid (richting gevend):<br />

* In 2006 verscheen de uitgave “Kanaalstad – over het gewone, het<br />

buitengewone en het andere” in opdracht van de bestendige deputatie van de<br />

provincieraad van West-Vlaanderen, waarin de studie werd weergegeven naar een<br />

kwalitatieve revitalisering van de kanaalzone met oog <strong>voor</strong> de verschillende<br />

activiteiten, functies en potenties van het gebied.<br />

* Het project Stad-Land-schap regio Roeselare van de provincie West-<br />

Vlaanderen waarbij de interactie tussen stad, rand en platteland <strong>voor</strong>op staat. De<br />

doelstellingen verbonden aan het project focussen op meer (sub)regionale<br />

ontwikkelingen waarbij stad én platteland samen betrokken zijn en waarop noch<br />

het stedenbeleid noch het plattelandsbeleid een afdoend antwoord kunnen bieden.<br />

Specifiek zijn de doelstellingen: (1) werken aan landschapsopbouw in een regio, (2)<br />

werken aan belevingswaarde/attractiviteit van een regio en (3) werken aan de<br />

onderlinge relatie stad-platteland.<br />

* De betrachtingen van Westtoer om een industrieel netwerk uit te bouwen.<br />

* Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat ook de beleidsnota’s van de diverse gemeenten<br />

richting gevend zijn. Deze nota’s richten het vizier op 2012 en hebben aandacht<br />

<strong>voor</strong> het erfgoed van de eigen gemeente gekaderd binnen het regionaal beleid.


Niet te verwonderen, aangezien erfgoed heel vaak een belangrijke impuls of een<br />

ondersteunende factor kan zijn <strong>voor</strong> andere beleidsthema’s.<br />

4.3 Erfgoed in het algemeen cultuurbeleid<br />

Erfgoed is in de gemeentelijke beleidsnota’s en meer specifiek in de<br />

deelbeleidsplannen cultuur- of bibliotheek opgenomen als aandachtspunt. De zorg<br />

<strong>voor</strong> het historisch patrimonium maakt in alle steden en gemeenten wezenlijk deel<br />

uit van het lokale beleid. Het decreet op het lokaal cultuurbeleid zet de gemeenten<br />

alvast wel aan om enkele (nieuwe) doelstellingen beter te expliciteren en/of<br />

breder te kaderen, zowel intra- als intergemeentelijk (cfr. de uittreksels in<br />

bijlage uit de diverse plannen).<br />

Uit de gesprekken en studiemomenten is gebleken dat er op het vlak van<br />

erfgoedbeleid heel wat opportuniteiten liggen <strong>voor</strong> een bovenlokale aanpak. Niet<br />

elke gemeente heeft de mogelijkheden om zwaar te investeren in de uitbouw van<br />

deze pijler van het lokaal cultuurbeleid. De regionale samenwerking leidt tot het<br />

<strong>voor</strong>op stellen van het bovenlokale verhaal, waardoor ook de kleinere gemeenten<br />

mee kunnen participeren en hier de vruchten van plukken.<br />

Alle gemeenten stimuleren dankzij subsidiëring en materiële ondersteuning de<br />

werking van de op hun grondgebied aanwezige erfgoedverenigingen, met name de<br />

heemkundige kringen. De enthousiaste inzet en de onpeilbare kennis en expertise<br />

van vele vrijwilligers op diverse erfgoedgebieden vangt gedeeltelijk een tekort aan<br />

personeel op. Daarnaast voegt het vrijwilligerswerk een onmisbare dimensie toe<br />

aan een geïntegreerde erfgoedwerking: vrijwilligers staan dicht bij het publiek en<br />

geven erfgoed op plaatselijk niveau een gezicht zonder grootse mediacampagnes.<br />

Vrijwilligers kunnen de basis vormen <strong>voor</strong> een stevige publiekswerking.<br />

Anderzijds wordt in de beleidsnota’s opvallend grote nood gesignaleerd aan:<br />

- aangepaste bewaarvormen;<br />

- inspiratie <strong>voor</strong> de ‘restyling’ van de opstellingen van museale collecties;<br />

- tijd, mensen en middelen om projecten te realiseren die al jaren ergens<br />

onderin een lade liggen of in een hoofd aan het broeden zijn (vb. projecten<br />

orale geschiedenis);<br />

- meer aandacht <strong>voor</strong> educatie;<br />

- publieksgerichter beleid;<br />

- verantwoord selectie- en afstotingsbeleid;<br />

- doorzichtiger, beter gestructureerd en geïntegreerd erfgoedbeleid;<br />

- optimaliseren van de inventarisatie.


4.4 Erfgoed binnen de regio volgens de regionale thematische lijnen<br />

We hebben de optie genomen om het aanwezige materiële en immateriële erfgoed<br />

uit te werken aan de hand van de naar <strong>voor</strong> geschoven thematische lijnen. Echter,<br />

de opsomming mag geenszins als een volwaardige inventaris gezien worden, het<br />

moet gezien worden als een poging om exhaustieve <strong>voor</strong>beelden er aan toe te<br />

voegen. We zijn er ons terdege van bewust dat dit overzicht onvolledig is.<br />

Daarnaast kan in bijlage een document gevonden worden waarbij een overzicht<br />

wordt gegeven van het onroerend, roerend en immaterieel erfgoed van het “Hart<br />

van West-Vlaanderen”. Ook hier geldt dat het een poging betreft om het<br />

aanwezige erfgoed in kaart te brengen.<br />

4.4.1 Industrieel-commercieel erfgoed<br />

Het “Hart van West-Vlaanderen” wordt sterk gedomineerd door zijn ligging in het<br />

valleigebied van de Mandel, en de aanwezigheid van infrastructurele<br />

lijnstructuren: het kanaal, de spoorweg en de parallelle steenwegen. Dit alles is<br />

tevens ook de oorzaak van de vaak gelijklopende ontwikkeling. Gezien de reeds<br />

vroege en nog <strong>voor</strong>tdurende industrialisatie van het gebied werden deze<br />

verbindingsassen stelselmatig dichtgebouwd. Hierdoor belaadt een aaneengeweven<br />

net van bebouwing de vallei met een industrieel karakter. De benaming “Het<br />

Manchester van Vlaanderen” is dan ook niet uit de lucht gegrepen.<br />

aanvang<br />

In de 18de eeuw waren de kleinschalige, familiale landbouwbedrijven dominant.<br />

Landbouw en landarbeid werden er sinds lang gecombineerd met één of andere<br />

vorm van huisnijverheid, nl. het vlasspinnen of vlasweven. Dit samengaan van<br />

landbouw- en proto-industriële activiteiten bezorgde de plattelander een<br />

behoorlijk inkomen. Maar, in deze arbeidsverdeling lagen evenwel de kiemen van de<br />

latere crisis.<br />

De toenemende bevolkingsdruk, maar <strong>voor</strong>al de conservatieve ingesteldheid van de<br />

industriëlen lag aan de basis van de nefaste evolutie. De commerciële en<br />

industriële belangengroepen weigerden stelselmatig geld ter beschikking te stellen<br />

om de bestaande productietechnieken aan te passen aan het niveau van de<br />

gemechaniseerde textielbedrijven in het buitenland. Integendeel, in de plaats van<br />

door de nodige kapitaalinjecties de economische activiteiten opnieuw aan te<br />

zwengelen, teerden ze op de werkkracht. Dit impliceerde dat de huisnijverheid<br />

bijzonder kwetsbaar was tegenover de buitenlandse concurrentie, daar het enige<br />

verweer bestond in loondalingen en het verstrakken van het arbeidsritme. Een bij<br />

<strong>voor</strong>baat verloren strijd … De tewerkstelling in de huisnijverheid werd steeds<br />

verder uitgehold. Het is dan ook niet verwonderlijk dat, sinds het begin van de<br />

19de eeuw, vele gezinnen op openbare liefdadigheid waren aangewezen.<br />

Pas met het hoogtepunt van de crisis (1840-1850), een periode gekenmerkt door<br />

misoogsten, werd <strong>voor</strong> velen duidelijk dat de toestand uitzichtloos was. Het is het


startpunt van de seizoensarbeid naar het nabije Frankrijk, een oplossing <strong>voor</strong> hen<br />

die niet naar ‘den vreemde’ wilden. Dit hield in dat veel arbeiders met hun gezin in<br />

België gehuisvest bleven en dagelijks of wekelijks naar Frankrijk gingen<br />

(pendelaars) of van half mei tot half december seizoensarbeid gingen verrichten<br />

(de ‘Franschmans’). Men werkt er in de steenovens, de cichorei-asten of men doet<br />

er mee aan de bietencampagne, het hop plukken of het slijten van het vlas.<br />

Seizoensarbeid bleef lange tijd bestaan, in de eerste jaren na de WOII kunnen we<br />

zelfs nog van een bloei spreken. Vanaf de jaren 1950 begon echter een aftakeling<br />

die <strong>voor</strong>al veroorzaakt werd door de toenemende mechanisatie van de<br />

verschillende activiteiten die <strong>voor</strong>dien zwaar handwerk vergden.<br />

Industrialisatie<br />

De industrialisatie kwam goed op gang halfweg de 19de eeuw met de aanleg van de<br />

spoorweglijn tussen Kortrijk en Brugge en het realiseren van het kanaal Roeselare-<br />

Leie enkele jaren later. Het gebied werd dus ontsloten, er kwamen nieuwe<br />

toegangswegen. Men zou kunnen stellen dat de locomotief de industriële expansie<br />

op gang trok. En dit reeds vanaf het moment van de aanleg van de sporen,<br />

aangezien de infrastructuurwerken de door honger geteisterde bevolking aan werk<br />

hielp. Het mag <strong>voor</strong> zich spreken dat die nieuwe spoorlijn de trekpleister werd<br />

<strong>voor</strong> industriële inplantingen. “Op dit ogenblik is men bezig, in een gebouw, dicht by<br />

de statie van de yzerenweg, zeshonderd spinmolens te plaetsen, bestemd <strong>voor</strong><br />

grove garens te maken <strong>voor</strong> het weven van baallinnen ; de wevery dezer stof, over<br />

twee jaar hier onbekend, is reeds in vollen <strong>voor</strong>tgang”. Deze evolutie werd in een<br />

latere fase nog extra gestimuleerd door de ontwikkeling van de stoommachines. De<br />

linnennijverheid kende een heropbloei, naast het ontstaan van de eerste<br />

fabriekjes.<br />

De thuisnijverheid had de genadeslag gekregen door de nieuwe industriële<br />

ontwikkeling. De landelijke bevolking zakte af naar de steden. Men zocht werk in<br />

de nieuwe fabrieken en een onderkomen aan de stadsranden. Het gebied langsheen<br />

de spoorweg kreeg een volledig nieuw uitzicht: van de landelijke krotwoonsten naar<br />

industriële sloppen. De windmolens sneuvelden. Een nieuw industrieel proletariaat<br />

werd geboren.<br />

Van enige sociale onrust was er toen nog geen sprake. Van meet af aan ontstonden<br />

er echter in de jonge industrieën misbruiken. Slechts vanaf 1850 kwamen er<br />

enkele schuchtere pogingen tot wetgeving met het oog op de bescherming van de<br />

loonarbeiders.<br />

Daarnaast is de streek rond Roeselare ook bekend om zijn vele KMO-bedrijven en<br />

kleine familiezaken. Na 1914 werd de roes van de herwonnen vrijheid en van de<br />

geslaagde heropbouw snel getemperd door de economische crisis, die reeds op het<br />

einde van de jaren 1920 voelbaar werd. De textielproductie nam zienderogen af,<br />

en werkloosheid hing als een zwaard van Damocles boven Vlaanderen.


De dynamische bevolking bleef niet bij de pakken zitten en nam zelf initiatieven :<br />

aan de haven verrezen de eerste torens <strong>voor</strong> de verwerking van groenten- en<br />

veldvruchtenafval tot veevoeders. De eerste veevoederbedrijven konden zo de<br />

werkloosheid in de regio enigszins verzachten.<br />

De Middenstand verenigde zich in de Katholieke Burgersbond (1919-1920). Op 19<br />

december 1924 stichtten E.H. Dumortier en architect Alfons Van Coillie, speciaal<br />

<strong>voor</strong> de middenstanders, de S.V. Middenstandsbelangen, beter bekend onder de<br />

naam Middenstandsbank. Deze groeide uit tot de Bank van Roeselare en West-<br />

Vlaanderen, die in 1998 fuseerde met de KBC.<br />

Het is de oprichting van die Middenstandsbank en de band die de latere Bank van<br />

Roeselare en West-Vlaanderen had met de lokale nijverheid, die er<strong>voor</strong> zorgden<br />

dat de regio gekenmerkt wordt door sterke familiale bedrijven, krachtige KMO’s<br />

en een lage werkloosheidsgraad in vergelijking met de rest van Vlaanderen.<br />

Op het hoogtepunt van de crisis verenigden de handelaars zich en bedachten<br />

initiatieven en speciale acties om de kleinhandel nieuwe impulsen te geven. In 1932<br />

werden de eerste "Batjes" gehouden. (een batje is een koopje.) Het handelsleven<br />

kreeg daardoor een nieuwe stimulans en bezorgde de stad toen reeds de reputatie<br />

van inkoopstad, bekend om de diversiteit van de producten die er te koop zijn. Van<br />

1 tot 18 mei 1937 had de eerste Handels- en Nijverheidsbeurs plaats in een<br />

metalen hal op het Wapenplein (Polenplein). De beurs was ingericht door de<br />

Gewestelijke Handelsbeurzen te Brussel.<br />

In de plattelandsgemeenten daarentegen blijft het bij meer landbouwgebonden<br />

nijverheden. De meeste dorpen hebben/hadden meerdere molens en zeker één<br />

brouwerij. Voorts wordt cichorei geteeld en ook vlas met verdere verwerking<br />

vanaf de 20ste eeuw. Dat de bebouwing buiten de eigenlijke dorpskernen toeneemt<br />

in de 2de helft van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw blijkt duidelijk<br />

uit het historisch kaartenmateriaal. Vanaf de jaren 1950-1960, dragen sociale<br />

woningbouw en private verkavelingen, en de hiermee gepaard gaande stichting van<br />

een aantal nieuwe (deel)parochies bij tot de verdere uitbreiding van de<br />

plattelandsgemeenten.<br />

De vlascrisis van 1950-1951 en de geleidelijke achteruitgang van de andere<br />

nijverheidsteelten als cichorei en tabak werkten een gedeeltelijke overschakeling<br />

naar de intensieve veelteelt en de tuinbouw in de hand. Deze laatste sector is<br />

<strong>voor</strong>al aanwezig te <strong>Staden</strong> en Westrozebeke waar zich ook diepvriesbedrijven<br />

ontwikkelden. De vollegrondse groenteteelt en de intensieve serreculturen worden<br />

verder geactiveerd door de fruit- en groenteveiling te Roeselare, de latere REOveiling.<br />

Deze veiling groeide uit tot de tweede grootste van Vlaanderen en is<br />

momenteel de grootste bladgroentenveiling van Europa.<br />

Vanaf de jaren 1970 treft de economische crisis de traditionele sectoren zoals<br />

textiel en schoenproductie. Tegelijkertijd worden echter inspanningen geleverd<br />

<strong>voor</strong> de ‘ontsluiting’ van de streek onder meer door de aanleg van de N36. Ten


zuiden van Izegem en de A17 Brugge-Kortrijk worden nieuwe industrieterreinen<br />

aangelegd. De economische dynamiek van de streek leidt de laatste decennia tot<br />

de versnelde verstedelijking.<br />

Exemplarische <strong>voor</strong>beelden zijn: Tandem-Compound stoommachine en elektrische<br />

centrale (Izegem), Site eperon d’or (Izegem), Mouterij van de <strong>voor</strong>malige<br />

brouwerijen Carpentier (Izegem) – Rodenbacht (Roeselare) – De Visschere, Van<br />

Honsebrouck, mouterij Claerhout (Ingelmunster), Firma Strobbe (Izegem),<br />

Vandemoortele (Izegem), Meubelfabrieken (Izegem en Hooglede), Machinebouw<br />

(Izegem), Site Van Coillie (Lichtervelde) , De Callewaert (Lichtervelde), Orde van<br />

de cichoreiboon (Lichtervelde) , Het station (Lichtervelde en <strong>Staden</strong>),<br />

Paraplufabriek Mattan (Lichtervelde), duivensportarikelen (Lichtervelde) , Het<br />

Fabriekspand (Roeselare), De Ronde Kom en de kleine bassin als restanten van een<br />

rijke textielindustrie (Roeselare), Cichoreifabriek Van Tyghem (Roeselare),<br />

Nationale bank (Roeselare), Pasta- en bloemproducent Soubry (Roeselare),<br />

autocarbedrijf Jonckheere (Roeselare), Roularta (gegroeid uit de weekbladen ‘De<br />

Rousselaarse Bode’ en ‘Nieuw Rousselaere’), de land- en tuinbouwbedrijven met de<br />

REO-veiling, de groentenverwerkende nijverheid, De Steenoven (Hooglede), molens<br />

(De grijspeerdmolen, Hooglede- Zandberg en Doornmolen Ingelmunster), Asten,<br />

Melkfabriek in de Stationstraat (Moorslede), Chicoreibedrijven, Roterijen, Site<br />

Debeil (<strong>Staden</strong>), Westvlees (<strong>Staden</strong>), vlasbedrijven (bedrijven Mommerency,<br />

Debels, Craeymeersch en Lapierre in Ingelmunster), pijlenfabriek (Ingelmunster),<br />

infrastructurele lijnstructuren (kanaal, spoorwegen en parallelle steenwegen),<br />

Archieven, Onderwijs.<br />

4.4.2 Religieus Erfgoed en cultuurhistorisch leven<br />

De streek werd in de 7 de eeuw gekerstend door o.a. St.-Amandus en St.-Tillo. In<br />

de loop van de 11 de -12 de eeuw werden de eerste kerken gebouwd die in de volgende<br />

eeuwen uitgebreid, verfraaid of volledig herbouwd werden. De eerste<br />

kloosterorden doken op en boden vanaf de 17de eeuw onderwijs aan, weliswaar<br />

enkel <strong>voor</strong> de elite. Het kerkelijk leven bloeide. De belangrijkste kerkelijke<br />

feesten werden met veel luister gevierd. In ieder dorp werd wel een heilige<br />

vereerd en op geregelde tijdstippen trok de processie uit.<br />

Met de Franse Revolutie kreeg het kerkelijk leven een serieuze klap. Kerken,<br />

scholen en kloosters werden verplicht om hun deuren te sluiten. Religieus erfgoed<br />

werd vernietigd. Door het concordaat van Napoleon met de paus Pius VII (1801)<br />

waardoor de vrijheid van godsdienst gegarandeerd werd, konden de kerken en<br />

scholen hun deuren heropenen. Daardoor had men dringend nieuwe priesters nodig.<br />

De bisschop van Gent, onder wiens bevoegdheid deze streek tot 1834 behoorde,<br />

zocht een in onze regio een plaats waar hij jonge priesters kon rekruteren. In<br />

1806 werden de gebouwen van het vroegere Augustijnerklooster aangekocht en<br />

kon het “Klein Seminarie” van start gaan. De kerk droomde van een door en door<br />

religieus land. In de grondige herkerstening die in de postrevolutionaire periode<br />

het hele land kenmerkte, speelden het onderwijs en de Klein Seminaries in het<br />

bijzonder, een belangrijke rol. We zien dan ook in de meeste gemeenten de


uitbouw van een katholiek scholennet waarvan sommige scholen zoals de<br />

meisjesschool Ten Bunderen en het Klein Seminarie uit Roeselare tot in Engeland<br />

hoog aangeschreven stonden <strong>voor</strong>al omwille van de katholieke waarden die ze<br />

nastreefden. In 1880 ging 95% van de kinderen naar een katholieke school. Het<br />

religieuze leven kende in de periode 1830-1940 een ongekende groei. De kerken<br />

konden de vele gelovigen geen onderdak bieden waardoor nieuwe parochies werden<br />

opgericht. Langs de vele kerkwegels verschenen de typische veldkapelletjes.<br />

Hoewel niet zo bedoeld door de stichters van de school, zal ze zowel op vlak van<br />

Vlaamse bewustwording en als op vlak van sociaal engagement een <strong>voor</strong>trekkersrol<br />

spelen. Belangrijke actievoerders <strong>voor</strong> de Vlaamse zaak waren o.a. Guido Gezelle,<br />

Albrecht Rodenbach, Jules Lagae en Cyriel Verschaeve, krachtige<br />

persoonlijkheden die vele mensen uit de streek beroerd hebben. Op sociaal vlak<br />

wordt Achiel Lauwers, afkomstig uit Ingelmunster en leraar in het Klein Seminarie<br />

beschouwd als de grondlegger van de Vlaamsgezinde christen-democratie in Westvlaanderen.<br />

Samen met een aantal leerlingen speelde hij een eersterangsrol in het<br />

ontstaan en de groei van de Roeselaarse Arbeidersbeweging. Meer en meer<br />

collega’s zouden zijn <strong>voor</strong>beeld volgen, waaronder Camiel Lootens, auteur van het<br />

boek ‘Het Socialisme’ en oprichter van de christelijke vakbond in Ingelmunster.<br />

Achiel Lauwers richtte aanvankelijk in zijn bureau lessen in waar hij de kinderen<br />

van arbeiders een vak leerde en stond op die manier aan de wieg van de vakschool.<br />

Eveneens in de schoot van de school werd door leraar Karel Dubois tijdens het<br />

interbellum de KSA opgericht. Naast politici en wetenschappers bracht de school<br />

ook belangrijke dichters <strong>voor</strong>t zoals Guido Gezelle, Gustaaf en Hugo Verriest,<br />

Albrecht Rodenbach en Karel Callebert om maar enkele op te noemen.<br />

Binnen de ganse religieuze beleving in de streek is het missioneringwerk niet weg<br />

te denken. Honderden streekgenoten vertrokken naar andere continenten om het<br />

geloof te verkondigen, waarronder een aantal oud-leerlingen van het Klein<br />

Seminarie zoals Amaat Vyncke en Constant Lievens. Sommigen werden bisschop<br />

zoals Gaspar Schotte (China), Albert Van Overbeke (Filippijnen), Pieter-Paul<br />

Lefevere (Detroit) en Leo De Neckere (New Orleans). Voor de achterblijvers<br />

trokken ze de wereld een beetje open en waren een belangrijke factor in de<br />

mondialisering.<br />

Door de oprichting in 1837 van de stedelijke kunstacademie ontstond er een<br />

beweging die omschreven werd als de Roeselaarse kunstschool. Belangrijke<br />

kunstenaars die hier hun opleiding kregen waren o.a. Hendrik Horrie, Ferdinand<br />

Callebert, Jules Lagae en Alfons Blomme.<br />

Exemplarische <strong>voor</strong>beelden zijn: Kerk Klein Seminarie (Roeselare), Klooster der<br />

Grauwe Zusters (Roeselare), St-Michielskerk (Roeselare), Klooster Zusters van<br />

Maria en <strong>voor</strong>malige molen met hostiebakkerij (Izegem), de toren van de St-<br />

Amandskerk (Ingelmunster), Romaanse doopvont in de st.-Jacobuskerk<br />

(Lichtervelde), Onze-Lieve-Vrouwkerk (Moorslede), Spaanse kapel (Moorslede) en<br />

het Oud klooster Ten Bunderen en de hieraan verbonden bedevaarten (Dadizele en<br />

Westrozebeke), vereringen (St. Jan de Doper in Kachtem en <strong>Staden</strong>),


mariavereringen in de grotten verspreid over het gebied, veld- en gevelkapellen,<br />

missiewerking, Adriaan Willaert, Herman Roelstraete, Albrecht Rodenbach,<br />

Warden Oom, Hugo Verriest, Guido Gezelle, …<br />

4.4.3 Funerair Erfgoed<br />

Door het edict van 1784 werd het verboden om nog in en rond de kerken te<br />

begraven. De meeste kerkhoven zoals we ze nu kennen zijn bijgevolg nog vrij jong.<br />

Echter, niet iedereen hield zich aan deze verordeningen: in Ingelmunster zou pas<br />

in 1860 uitgeweken worden naar het huidig kerkhof.<br />

Funerair erfgoed is belangrijk gezien men aan de hand van een begraafplaats de<br />

geschiedenis en de inwoners van de gemeente leert kennen. Binnen de<br />

begraafplaats ligt een schat aan cultuurhistorische informatie besloten. Daarbij<br />

denken we niet alleen aan de prachtige monumenten zoals o.a. de Grafkapel van de<br />

familie de Montblanc te Ingelmunster, maar ook aan de verwijzingen naar de<br />

gebruiken die nauw met leven en dood verbonden zijn. Een kerkhof vertelt zowel<br />

het verhaal van de gewone man als van de illustere inwoner. Vanuit de overtuiging<br />

van het belang van dit stukje erfgoed, moet dringend werk gemaakt worden van<br />

een inventarisatie en van de ontsluiting zodat het verhaal dat hier verteld wordt in<br />

een ruimer perspectief kan geplaatst worden.<br />

Exemplarische <strong>voor</strong>beelden zijn: de oude stedelijke begraafplaats (Roeselare),<br />

de grafkapel met omlopend terras op de begraafplaats en 23 graftekens<br />

(Ingelmunster), de middengang van de gemeentelijke begraafplaats (Lichtervelde)<br />

en de hiermee verbonden volksgebruiken, …<br />

4.4.4 “De andere kant”<br />

De streek rond Ieper is heel bekend <strong>voor</strong> het oorlogsverleden van WO I. Eén van<br />

de meest beruchte gebeurtenissen is de slag om Passendale. Onze regio grenst aan<br />

Passendale, maar toch herinnert er aan deze kant van het front (bijna) niets meer<br />

aan de oorlog. Er is op historisch en toeristisch vlak ook weinig interesse <strong>voor</strong> onze<br />

streek. Toch behoren Moorslede en <strong>Staden</strong> tot de 40 totaal verwoeste steden uit<br />

WO I. De De slag van Passendale werd ook hier gevochten, maar dan aan de andere<br />

kant van het front...<br />

Onze regio was bezet gebied. Maar hoe was het dagelijkse leven onder de Duitse<br />

bezetting? Uit de tweede wereldoorlog weten we daar veel over, maar niet uit de<br />

eerste. Hoe zit het met de, al dan niet gedwongen, vluchtelingen? Sommige van<br />

onze steden en dorpen waren letterlijk onbewoond. Sommige dorpen zijn zelfs niet<br />

meer volgens dezelfde stratenplannen opgebouwd, omdat die simpelweg niet<br />

zichtbaar meer waren.<br />

Deze oorlog heeft aan beide kanten zijn sporen en littekens nagelaten, maar aan<br />

de Duitse kant (onze kant dus), zijn die niet zo "glorieus" hersteld als die van de<br />

overwinnaars. Alle Duitse kerkhoven zijn uit onze streek verwijderd, op die van


Hooglede na. Ook veel andere sporen van de bezetter zijn verdwenen. Maar ook<br />

zonder monumenten en graven zie je dat de oorlog hier passeerde. In Moorslede<br />

staat geen enkel gebouw van vóór 1918, ook geen enkel graf, om maar een<br />

<strong>voor</strong>beeld te geven.<br />

Wij zijn er terdege van overtuigd dat het verhaal van de andere kant van het<br />

front verteld moet worden en dat dit een interessant en een ongekend verhaal is.<br />

Met de 100 jarige herdenking van WO I in het <strong>voor</strong>uitzicht, kunnen we niet anders<br />

(en willen we dit ook) dan deze piste uit te diepen.<br />

Exemplarische <strong>voor</strong>beelden zijn: Duits kerkhof (Hooglede),<br />

herdenkingsmonumenten en littekens in het landschap die verwijzen naar WOI,<br />

het oorlogsmonument (Lichtervelde), 2 vliegpleinen in Ingelmunster met een<br />

schuilhuisje aan de Meulebekestraat, Juul De Winde monument (Westrozebeke),<br />

bunkers, grafmonumenten, schuwe maandag, …<br />

4.4 Stakeholders binnen en buiten de erfgoedsector<br />

De talrijke bovengemeentelijke en intergemeentelijke initiatieven, zowel privaat-<br />

als publiekrechterlijke, tonen aan dat wederzijdse terbeschikkingstelling van<br />

expertise hier steeds meer regel dan uitzondering wordt.<br />

a. Provinciebestuur West-Vlaanderen<br />

b. Bovengemeentelijke instellingen<br />

c. Verenigingen van bovenlokaal belang<br />

d. Intergemeentelijke instellingen<br />

e. <strong>Gemeente</strong>lijke archieven<br />

f. Privaatrechterlijke archieven<br />

g. <strong>Gemeente</strong>lijke bibliotheken met historische collecties<br />

h. <strong>Gemeente</strong>lijke musea<br />

i. Kerkfabrieken<br />

j. Heemkundige kringen<br />

k. Particuliere lokale musea<br />

l. Lokale cultuurbeleidcoördinatoren<br />

m. Lokale cultuurraden<br />

n. Lokale culturele infrastructuur<br />

o. Lokale verenigingen<br />

p. Toeristische diensten<br />

q. Lokale comité’s OMD en erfgoeddag<br />

r. Vlaamse steunpunten en verenigingen<br />

s. Privé-verzamelaars<br />

Een aantal actoren staan zelf <strong>voor</strong> grote uitdagingen: ontwikkeling site Eperon<br />

d’Or – Izegem, ontwikkeling site Van Coillie - Lichtervelde, ontwikkeling museum<br />

Ten Bunderen Moorslede, oorlogsmuseum Hooglede, grafkapel Ingelmunster,<br />

erfgoedhuis Roeselare en de ontwikkeling van de stationssite <strong>Staden</strong>. Synergie


met de erfgoedcel is daarbij evident. In de toekomst dienen dergelijke initiatieven<br />

sterk te worden aangemoedigd.<br />

4.5 SWOT-analyses van de regio<br />

De hieronderstaande swot-analyse van de regio is het resultaat van verschillende<br />

gesprekken en brainstormingsessies die hoofdzakelijk binnen de diverse<br />

gemeenten plaatsvonden. Deze werden aangevuld met de concrete plannen die<br />

beschreven werden binnen elke gemeentelijke beleidsnota en<br />

cultuurbeleidsplannen.<br />

4.5.1 Troeven<br />

1. Een zeer rijk erfgoed, zowel landschappelijk, bouwkundig, roerend als<br />

immaterieel.<br />

2. Een groot aanbod aan erfgoedactoren, zowel professionelen als vrijwilligers,<br />

met een zeer gediversifieerd werkveld, zowel op het vlak van onroerend, roerend<br />

als immaterieel erfgoed.<br />

3. Aanwezigheid van expertise: kennis over het erfgoed, publiekswerking,<br />

conservatie, erfgoedevenementen, archiefwerking van de Stad Roeselare…<br />

4. Traditie van samenwerkingsverbanden, zowel lokaal, intergemeentelijk als<br />

bovengemeentelijk.<br />

5. Groeiende aandacht <strong>voor</strong> erfgoed.<br />

7. De bereidwilligheid om over de gemeentegrenzen heen het regionale verhaal<br />

uit te dragen.<br />

4.5.2 Zwakten<br />

1. Het aanwezige erfgoed is zowel op lokaal vlak als op niveau van het “Hart<br />

van West-Vlaanderen”, onvoldoende in kaart gebracht, en dit zowel sectorieel als<br />

collectiegebonden. Dit probleem situeert zich <strong>voor</strong>eerst bij particuliere collecties<br />

en immaterieel erfgoed, maar ook bij collecties van verenigingen en openbare<br />

instellingen.<br />

3. Ondanks sterke erfgoedprojecten uit het verleden wordt het werkveld nog<br />

teveel gekenmerkt door versnippering. Lokale initiatieven met regionaal potentieel<br />

treden vaak niet buiten de grenzen van de gemeente. Er wordt nog teveel naast<br />

elkaar gewerkt waardoor het aanwezige potentieel, zowel binnen de erfgoedsector<br />

als het globale culturele werkveld niet optimaal wordt.<br />

4. Het aanbod in het “Hart van West-Vlaanderen” is weinig gekend bij<br />

ondermeer de scholen waardoor een lokale erfgoededucatie onvoldoende aan bod<br />

komt.<br />

5. Momenteel is er enkel ad hoc communicatie en ad hoc bereik.<br />

6. Diverse gemeentearchieven zijn onderbemand zodat men zich beperkt tot<br />

bewaren maar niet altijd op een professionele manier. De ontsluitingsgraad is laag.<br />

4.5.3 Kansen


1. Overkoepelende erfgoedlijnen binnen het “Hart van West-Vlaanderen”<br />

zoals tussengemeentelijke woonkernen, landelijke en andere verhalen, het<br />

wielergebeuren, industriële geschiedenis, oorlogsverleden, gemeenschappelijke<br />

geschiedenis, ecologisch en natuurlijk erfgoed…<br />

2. Diverse samenwerkingen gaan intensifiëren en uitbreidingsmogelijkheden<br />

gaan onderzoeken waardoor meer en meer samenwerkingen uit diverse<br />

beleidsdomeinen op elkaar afgestemd worden.<br />

3. heemkundige kringen en andere erfgoedactoren<br />

4. de bestaande initiatieven: beeldbanken, archievenbank, verhalenbank, ...<br />

5. Overleg tussen de diverse erfgoedcellen in Vlaanderen.<br />

6. Uitbreidingsmogelijkheden naar andere gemeenten toe.<br />

7. de start van de werking van de erfgoedcel (2 personeelsleden) biedt<br />

diverse kansen: ontsluiting, educatieve projecten…<br />

8. Goede samenwerking met de Vlaamse en provinciale administraties en<br />

steunpunten inzake erfgoed.<br />

9. Aansluiting op bovenlokale initiatieven, projecten en decreten zoals bv.<br />

Participatiedecreet, week van het bos, poëziedag, Week van de Smaak, …<br />

10. De evoluties op digitaal vlak zoals web 2.0, …<br />

11. De uitdagingen waar<strong>voor</strong> de verschillende gemeenten staan kunnen een<br />

hefboom betekenen <strong>voor</strong> de dynamiek in de regio.<br />

4.5.4 Bedreigingen<br />

1. Het “Hart van West-Vlaanderen” wordt geconfronteerd met een sterk<br />

wijzigende ruimtelijke en maatschappelijke context. De toenemende<br />

verstedelijking, industrialisering en schaalvergroting legt een grote druk op de<br />

regio. Zorg <strong>voor</strong> het erfgoed in de verdere ruimtelijke ontwikkeling is een<br />

belangrijke uitdaging. Behoud en vertaling van dorpscultuur eveneens …<br />

2. Behoud en beheer is <strong>voor</strong> alle actoren nog steeds een belangrijk probleem,<br />

door het ontbreken van degelijke erfgoeddepots en door een tekort aan financiële<br />

en personele middelen. Uitwisseling van reeds bestaande expertise en bundeling<br />

van krachten kan hier een oplossing bieden.<br />

3. Een algemeen probleem is de veroudering in het vrijwilligerswerk in de<br />

erfgoedsector. Het vergroten van de slagkracht van het erfgoed en de<br />

verankering in de hedendaagse leefwereld is noodzakelijk om de continuïteit in het<br />

vrijwilligerswerk te verzekeren.<br />

4. Elke gemeente probeert zijn eigen projecten naar <strong>voor</strong> te schuiven. Het is<br />

niet altijd evident om samen te werken door de verschillende ‘bedrijfsculturen’,<br />

aandacht en slagkracht van de lokale partners.


5 VISIE, MISSIE EN DOELSTELLINGEN<br />

5.1 Visie<br />

Het erfgoedbeleid binnen het “Hart van West-Vlaanderen” zal verder bouwen op<br />

de belangrijkste aanwezige troeven en deze ook uitspelen in samenwerking met<br />

andere actoren. Dit betekent dus dat het erfgoedbeleid gericht wordt naar de<br />

streek en haar inwoners. Betekenis en duiding van dit erfgoed door een zichtbare<br />

en toegankelijke ontsluiting moeten er<strong>voor</strong> zorgen dat erfgoed binnendringt tot in<br />

elk segment van onze maatschappij. Bovendien zal geprobeerd worden om de<br />

aanwezige erfgoedgemeenschappen verder te activeren. Uiteraard zal dit niet<br />

allemaal gebeuren op één dag. Gerichte keuzes zullen zich opdringen maar het<br />

zullen keuzes zijn gemaakt door de hele regio via nieuwe samenwerkingsverbanden<br />

of door het inspelen op aangeboden thema’s.<br />

Een uitdaging <strong>voor</strong> het erfgoedbeleid van deze regio is dan ook het actualiseren<br />

van het erfgoed. Hoe maken wij erfgoed ook maatschappelijk relevant genoeg <strong>voor</strong><br />

specifieke doelgroepen zoals (maatschappelijk kwetsbare) jongeren,<br />

laaggeschoolden en kansarmen? Het wordt dus een beleid dat gedragen wordt van<br />

onderuit en dat de vinger aan de pols houdt. Dat het onderwijs hier onder andere<br />

een belangrijke partner zal zijn spreekt <strong>voor</strong> zich.<br />

Gelegen tussen en geïnspireerd door de drie steden met een erfgoedconvenant<br />

Kortrijk, Brugge en Ieper lag het <strong>voor</strong> de hand dat de gemeenten rond Roeselare<br />

de handen in elkaar slaan. Die gemeenten hebben immers samen een groot deel van<br />

de geschiedenis gemeen : denken we hierbij maar aan alles wat te maken heeft<br />

met mobiliteit, transport en industrie. Door het samenwerken wordt ook het<br />

draagvlak rond erfgoed enorm verbreed en zullen de hierdoor beschikbare<br />

middelen meer effect opleveren.<br />

5.2 Missie<br />

TERF is een dynamische intergemeentelijk samenwerkingsverband rond erfgoed<br />

tussen zeven gemeenten, elk met hun eigenheid. Ondanks en dankzij diverse lokale<br />

accenten, onderscheidt deze regio (Het <strong>hart</strong> van West-Vlaanderen) zich door een<br />

unieke mix van gemeenschappelijke erfgoedlijnen, waaronder het commercieel en<br />

industrieel verleden, het cultuurhistorisch erfgoed, het oorlogsverleden het<br />

funerair verleden en het religieus erfgoed. TERF vertelt dit regionaal verhaal door<br />

integrale ontsluiting in samenwerking met de diverse erfgoedorganisatie en –<br />

gemeenschappen via het proces van inventarisatie, behoud en beheer. Door het<br />

verbreden van perspectieven en het uitdiepen van de eigen verhalen, vormt deze<br />

samenwerking een meerwaarde <strong>voor</strong> alle actoren.


5.3 Doelstellingen<br />

Gezien het korte tijdsbestek en het pas van start gaan van de erfgoedcel na de<br />

het indienen van het beleidsplan, geven we bij elke operationele doelstelling -indien<br />

mogelijk- een aanzet tot werkinstrumenten, effecten en middelen. Als bijlage kan<br />

u het actieplan en begroting <strong>2008</strong> terugvinden ; het meerjarenplan (2009-<strong>2014</strong>)<br />

zal zo snel als mogelijk verder uitgewerkt worden.<br />

Het hoofddoel van het integraal erfgoedbeleid, zoals ook duidelijk gesteld in het<br />

erfgoeddecreet, bestaat erin om het massaal aanwezige maar vaak weinig gekende<br />

cultureel erfgoed ‘gebruiksklaar’ te maken, zijn maatschappelijke plaats te<br />

versterken en het beheer ervan te verbeteren. De grootste uitdaging is alvast om<br />

erfgoed dat zijn betekenis heeft verloren of dreigt te verliezen opnieuw de nodige<br />

symbolische slagkracht te geven door het in zijn context te plaatsen: eigentijds en<br />

historisch, maatschappelijk en ruimtelijk.<br />

Om dit hoofddoel te realiseren focussen de doelstellingen zich op twee<br />

belangrijke deelgebieden:<br />

1. inventarisatie, behoud en beheer<br />

2. culturele ontsluiting en publieksparticipatie<br />

Inventarisatie, behoud en beheer garanderen de instandhouding van het erfgoed<br />

zodat men er ook in de toekomst van kan blijven genieten. Publieksgarantie<br />

vergroot het maatschappelijk draagvlak en houdt erfgoed op de (politieke) agenda<br />

waardoor ook voldoende financiële en personele middelen kunnen vrijgemaakt<br />

worden <strong>voor</strong> de instandhouding en het onderzoek.<br />

Vertrekkende vanuit het belang om enerzijds het aanwezige erfgoed te kennen en<br />

te bewaren en anderzijds de bevolking bewust te maken van hun verleden, zijn<br />

onderstaande doelstellingen <strong>voor</strong> deze beleidsperiode van primordiaal belang.<br />

Strategische Doelstelling 1: Een <strong>voor</strong>tdurende inventarisatie, behoud en<br />

beheer geeft vorm aan een dynamisch integraal regionaal erfgoedbeleid.<br />

Operationele Doelstellingen<br />

1.1 Het ontwikkelen van werkbare inventarisatiemethodieken<br />

1.2 De inventarisatie van zowel het materieel als immaterieel erfgoed binnen<br />

de regio<br />

1.3 De vinger aan de pols houden in verband met de aanwezige expertise rond<br />

inventarisatie binnen de sector.<br />

1.4 De regio onderzoekt de mogelijkheden tot het ontwikkelen van een<br />

regionaal depotbeleid.<br />

Effecten<br />

- uniforme aanpak<br />

- inventaris staat ter beschikking van werkveld en publiek<br />

- de erfgoedcel beschikt over de nodige expertise<br />

- rapport depotbeleid


Indicatoren<br />

- de methodiek wordt gebruikt<br />

- werkveld en publiek gebruiken inventaris<br />

- aantal adviesmomenten<br />

- rapport aanwezig<br />

Strategische doelstelling 2: TERF versterkt de relatie tussen de lokale<br />

gemeenschap en het aanwezige erfgoed dit <strong>voor</strong>namelijk volgens de<br />

thematische lijnen (industrieel-commercieel, oorlogsverleden, funerair,<br />

religieus en cultuurhistorisch).<br />

Operationele Doelstellingen<br />

2.1 De erfgoedcel ontwikkelt en ondersteunt educatieve projecten rond<br />

erfgoed.<br />

2.2 De erfgoedcel voert een doorgedreven communicatiebeleid.<br />

2.3 De erfgoedcel coördineert en promoot de bovenlokale erfgoedinitiatieven.<br />

2.4 De erfgoedcel stimuleert, zowel op beleidsniveau als bij de individuele<br />

burger, een bewustwording <strong>voor</strong> het lokale erfgoed.<br />

2.5 De erfgoedcel vergroot haar draagvlak door diverse doelgroepen te<br />

betrekken en te laten deelnemen aan het regionaal erfgoedbeleid<br />

2.6 De erfgoedcel ontwikkelt nieuwe initiatieven.<br />

Effecten<br />

- Participatie en competentie van het publiek vergroot<br />

- Erfgoed, erfgoedwerking en erfgoedlijnen zijn gekende begrippen<br />

- initiatieven zijn beter op elkaar afgestemd waardoor de return groter<br />

wordt<br />

- structurele vrijwilligerswerking en doorgedreven participatie ook van<br />

moeilijker bereikbare doelgroepen<br />

- de erfgoedlijnen zijn gekend<br />

Indicatoren<br />

- grotere deelname van publiek<br />

- aantal artikels in de pers<br />

- iedereen herkent zich in de samenwerking<br />

- meer mensen zijn actief met erfgoed bezig<br />

Strategische doelstelling 3: TERF stimuleert een doorgedreven samenwerking<br />

met alle actoren en dit op diverse niveaus.<br />

Operationele Doelstellingen<br />

3.1 Door de ontwikkeling van een erfgoedreflex zal het lokale beleid bij het<br />

opstarten van projecten rekening houden met het belang van erfgoed.<br />

3.2 De erfgoedcel coördineert het erfgoedbeleid tussen de gemeenten om op<br />

die manier tot een coherent beleid te komen.<br />

3.3 Samenwerking met andere erfgoedcellen verhoogt de aandacht <strong>voor</strong> het


erfgoedbeleid en maakt de eigen werking krachtiger.<br />

3.4 De erfgoedcel gaat actief op zoek naar nieuwe (erfgoed)actoren en<br />

vrijwilligers om het regionale erfgoedbeleid slagvaardig te houden en actief<br />

netwerken uit te bouwen.<br />

3.5 De erfgoedcel volgt nauwgezet de (boven)lokale regelgeving op.<br />

3.6 Bibliotheken en gemeentelijke archieven zijn belangrijke partners bij de<br />

inventarisatie en de ontsluiting van het lokale (documentaire) erfgoed.<br />

3.7 De erfgoedcel participeert aan alle overlegmomenten die nauw verbonden<br />

zijn met erfgoed.<br />

Effecten<br />

- alle diensten beschikken over objectieve criteria om hun beleid te toetsen<br />

en te enten op het erfgoedbeleid<br />

- het regionale verhaal wordt vertelt<br />

- erfgoed stijgt op de politieke agenda<br />

- erfgoed wordt geagendeerd op diverse fora<br />

- expertiseverhoging en professionalisering<br />

- ruimer zicht op het werkveld<br />

- beleidsmatige onderbouwing<br />

- grotere betrokkenheid van bibliotheken en archieven<br />

- aanwezigheidspolitiek<br />

Indicatoren<br />

- de objectieve criteria + aantal doorgedreven toetsen<br />

- aantal persartikels<br />

- aantal college- en gemeenteraadsbeslissingen<br />

- aantal uitnodigingen externe fora<br />

- aantal deelnames aan studiedagen en overlegplatforms<br />

- meer uitgebreide stakeholderskaart<br />

- aantal adviesaanvragen ivm. Regelgeving<br />

- deelname aan activiteiten en ontsluiting van collecties<br />

- aantal aanwezigheden


6. ORGANISATIE, PLANNING EN MIDDELEN ERFGOEDCEL<br />

De erfgoedcel moet de motor zijn <strong>voor</strong> de verdere ontwikkeling van het<br />

geïntegreerd regionaal erfgoedbeleid en tevens het aanspreek- en coördinatiepunt<br />

binnen het brede terrein van het cultureel erfgoed. Vanuit deze rol werkt de<br />

erfgoedcel aan de verdere uitbouw van het netwerk tussen de verscheidene<br />

betrokken domeinen, instellingen en soorten erfgoed. De erfgoedcel legt prioritair<br />

de aandacht op (1) inventarisatie, behoud en beheer van het bestaande<br />

erfgoedpatrimonium in de meest ruime zin van het woord en (2) sensibilisatie,<br />

culturele ontsluiting en publieksparticipatie.<br />

6.1 Organisatie erfgoedcel<br />

Een intergemeentelijke erfgoedconvenant <strong>voor</strong> het Hart van West-Vlaanderen is<br />

omwille van <strong>voor</strong>gaande argumenten als het ware een evidentie. Binnen alle<br />

betrokken gemeenten bevindt zich een schat aan materieel en menselijk kapitaal<br />

dat door een goede samenwerking optimaal benut kan worden ten behoeve van een<br />

kwaliteitsvolle (her-) integratie van het erfgoedverhaal in de hedendaagse<br />

samenleving.<br />

Een intergemeentelijke samenwerking aangaan en goed uitbouwen is echter geen<br />

sinecure: zonder duidelijke strategie en afspraken dreigt de samenwerking te<br />

stranden in een discussie over een (proportionele) verdeling van de inspanningen<br />

over de verschillende gemeenten waarbij de meerwaarde van het<br />

samenwerkingsverband onvermijdelijk verloren gaat. Een goede ondersteuning van<br />

de op te richten erfgoedcel en een structurele terugkoppeling naar enerzijds de<br />

colleges van Burgemeester en Schepenen en anderzijds naar het hele erfgoedveld,<br />

is dan ook levensnoodzakelijk.<br />

De structuur rond de erfgoedcel van het “Hart van West-Vlaanderen” kan er als<br />

volgt uitzien:<br />

6.1.1 Erfgoedcel<br />

De erfgoedcel bestaat uit minstens 2 VTE. Er is geopteerd om te werken met een<br />

erfgoedconsulent – inhoudelijk medewerker en een erfgoedconsulent – zakelijk<br />

communicatief medewerker. Hun takenpakket ziet er als volgt uit:<br />

- de leiding, de coördinatie en de opvolging van de uitvoering van de<br />

erfgoedconvenant met het oog op de ontwikkeling en de uitvoering van een<br />

integraal en geïntegreerd cultureel-erfgoedbeleid op regionaal niveau.<br />

- Ontwikkelen van een lange-termijnvisie op het cultureel-erfgoedbeleid van<br />

de streek<br />

- Uitbouwen van netwerken met erfgoed-, culturele en onderwijsactoren in<br />

de regio<br />

- Stimuleren van samenwerking.


- Organiseren en begeleiden van de expertise-uitwisseling binnen de sector<br />

en het realiseren van projecten.<br />

- Ontwikkelen en implementeren van methodieken omtrent zowel archivering,<br />

inventarisatie als behoud en beheer.<br />

- Opvolgen van de contacten met de overheden, opstellen subsidiedossiers en<br />

hierin ook de verschillende gemeenten begeleiden<br />

- Begeleiden van het financiële beleid van de projectvereniging<br />

- Verzorgen van het communicatiebeleid van de projectvereniging<br />

De erfgoedcel is gehuisvest op Polenplein 15, 8800 Roeselare.<br />

Specifieke personele ondersteuning is over het algemeen wel vrij beperkt.<br />

Verwacht wordt daarom dat de komst van een erfgoedcel met twee nieuwe<br />

gespecialiseerde functionarissen ook <strong>voor</strong> kleinere gemeenten een zeer belangrijke<br />

hefboom zal betekenen <strong>voor</strong> een geïntegreerd erfgoedbeleid waarbij alle potenties<br />

ten volle benut kunnen worden.<br />

De erfgoedcel zal niet alleen expertise genereren, ze moet er dus ook in slagen de<br />

bestaande knowhow maximaal te laten renderen door samenwerking en<br />

ervaringsuitwisseling. Het ligt daarbij <strong>voor</strong> de hand dat nauw wordt samengewerkt<br />

met de sectordeskundigen binnen de provinciale diensten, die reeds een aantal<br />

initiatieven ontwikkeld hebben (museumconsulentschap, ondersteuning en<br />

begeleiding monumentenzorg en cultuurpatrimonium, bibliotheekconsulentschap…)<br />

6.1.2 Werkgroep erfgoed<br />

De werkgroep Erfgoed bestaat uit de erfgoedcel, aangevuld met de<br />

cultuurbeleidscoördinatoren of andere daartoe aangestelde ambtenaren. De<br />

werkgroep erfgoed volgt het dagelijks bestuur op.<br />

6.1.3 Projectteams<br />

De projectteams zijn ad hoc-werkgroepen die inhoudelijk werken (binnen de<br />

krijtlijnen van het beleidsplan) rond bepaalde projecten of themata, zowel op het<br />

vlak van publiekswerking als op het vlak van behoud en beheer. Deze worden<br />

samengesteld met een selectie van de werkgroep erfgoed, aangevuld met<br />

specialisten terzake vanuit de gemeente of daarbuiten. Deze projectteams<br />

realiseren samen met de erfgoedcel en in samenwerking met de betrokken actoren<br />

in het veld welbepaalde projecten. Elk projectteam bepaalt in overleg met de<br />

werkgroep erfgoed en volgens noodzaak de frequentie van de vergaderingen.<br />

6.1.4. Raad van Bestuur TERF<br />

De Raad van Bestuur heeft als taak het algemeen beleid op te volgen, richting te<br />

geven en dit door regelmatige vergadermomenten. De Raad van Bestuur is<br />

opgebouwd met vertegenwoordigers van alle gemeenten (schepenen,<br />

cultuurbeleidscoördinatoren of andere daartoe aangewezen ambtenaren). De Raad<br />

van Bestuur komt minstens tweemaandelijks samen, begeleidt ,ondersteunt en<br />

evalueert de medewerkers van de erfgoedcel, zet samen met hen de krachtlijnen<br />

<strong>voor</strong> het beleid uit en bepaalt de keuze van de toekomstige projecten.


6.2.5 Staten Erfgoed<br />

De Staten Erfgoed bestaat uit alle geïnteresseerden “uit het veld” (zowel<br />

vrijwilligers als beroeps) en zal zowel de werkgroep erfgoed als de projectteams<br />

adviseren in hun werking. De Staten Erfgoed fungeert als een soort<br />

klankbordgroep en heeft een lage vergaderfrequentie (minimaal één maal per jaar).<br />

Alle actoren uit het “Hart van West-Vlaanderen” worden hierop uitgenodigd. De<br />

erfgoedcel geeft deze vergadering een werkingsverslag, stelt de nieuwe projecten<br />

<strong>voor</strong> en peilt naar de behoeften, interesses, wensen en mogelijkheden van de leden.<br />

Deze vergadering verzekert een efficiënte doorstroming van informatie in beide<br />

richtingen.


6.2 Middelen (begroting 2009-<strong>2014</strong>)<br />

Begroting RvB TERF 19/12/2007 BEGROTING 2009 BEGROTING 2010<br />

BEGROTING<br />

2011 BEGROTING 2012<br />

BEGROTING<br />

2013 BEGROTING <strong>2014</strong><br />

INKOMSTEN<br />

70 OMZET<br />

71 VOORRAADWIJZIGING<br />

73 DIVERSE GOED/DIENSTEN<br />

74 ANDERE BEDRIJFSOPBR. 450.000,00 € 450.000,00 € 450.000,00 € 450.000,00 € 450.000,00 € 450.000,00 €<br />

740 subsidies<br />

7401 Vlaamse overheid 300.000,00 € 300.000,00 € 300.000,00 € 300.000,00 € 300.000,00 € 300.000,00 €<br />

7402 gemeenten 150.000,00 € 150.000,00 € 150.000,00 € 150.000,00 € 150.000,00 € 150.000,00 €<br />

74021 Hooglede 11.095,08 € 11.095,08 € 11.095,08 € 11.095,08 € 11.095,08 € 11.095,08 €<br />

74022 Ingelmunster 11.971,03 € 11.971,03 € 11.971,03 € 11.971,03 € 11.971,03 € 11.971,03 €<br />

74023 Izegem 29.782,53 € 29.782,53 € 29.782,53 € 29.782,53 € 29.782,53 € 29.782,53 €<br />

74024 Lichtervelde 9.488,22 € 9.488,22 € 9.488,22 € 9.488,22 € 9.488,22 € 9.488,22 €<br />

74025 Moorslede 12.028,38 € 12.028,38 € 12.028,38 € 12.028,38 € 12.028,38 € 12.028,38 €<br />

74026 Roeselare 63.271,29 € 63.271,29 € 63.271,29 € 63.271,29 € 63.271,29 € 63.271,29 €<br />

74027 <strong>Staden</strong> 12.363,47 € 12.363,47 € 12.363,47 € 12.363,47 € 12.363,47 € 12.363,47 €<br />

74 OPBRENGSTEN ACTIVITEITEN 10.000,00 € 12.000,00 € 14.000,00 € 16.000,00 € 18.000,00 € 20.000,00 €<br />

75 FINANCIELE OPBRENGSTEN 250,00 € 250,00 € 250,00 € 250,00 € 250,00 € 250,00 €<br />

76 UITZOND. OPBRENGSTEN 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €<br />

77 TERUGNEMING VOORZ. 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €<br />

79 VERWERK. RESULTATEN<br />

ALGEMEEN TOTAAL 460.250,00 € 462.250,00 € 464.250,00 € 466.250,00 € 468.250,00 € 470.250,00 €


Begroting RvB TERF 19/12/2007 BEGROTING 2009<br />

BEGROTING<br />

2010 BEGROTING 2011 BEGROTING 2012<br />

BEGROTING<br />

2013 BEGROTING <strong>2014</strong><br />

UITGAVEN<br />

60 HANDELSGOEDEREN<br />

61 DIVERSE GOED+DIENSTEN<br />

62 PERSONEELSKOSTEN 119.600,00 € 124.384,00 € 129.360,00 € 134.533,00 € 139.915,00 € 145.511,00 €<br />

6202001 nettolonen<br />

620210 RSZ-BV werknemers<br />

621200 RSZ werkgever<br />

6221 andere personeelskosten<br />

622000 maaltijdchecks<br />

622400 verzek arbeidsong<br />

62250 ikmo<br />

62260 adm kst<br />

63 AFSCHRIJVINGEN /<br />

VOORZIENINGEN 2.000,00 € 2.000,00 € 2.000,00 € 2.000,00 € 2.000,00 € 2.000,00 €<br />

63000 afschrijvingen van het boekjaar<br />

63400 waardevermindering klanten<br />

63700 <strong>voor</strong>ziening andere kosten<br />

63701 <strong>voor</strong>ziening sociaal fonds<br />

63703 <strong>voor</strong>ziening initiatieven 2009<br />

64 ORGANISATIEKOSTEN 50.000,00 € 50.000,00 € 50.000,00 € 50.000,00 € 50.000,00 € 50.000,00 €<br />

640 belastingen/taksen<br />

641 huisvestingskosten<br />

641800 andere huisvestingskosten<br />

641810 huur kantoor<br />

641820 huur copier<br />

641825 hosting + ict<br />

641830 electriciteit<br />

641840 brandstoffen


641850 watermaatschappij<br />

641860 uitbest.onderhoudswerken<br />

641890 opening<br />

641900 inrichtingswerken<br />

642 secretariaatskosten<br />

642010 kantoorbenodigdheden<br />

642020 papier<br />

642100 materieel<br />

642300 uitbesteed werk<br />

642400 algemeen drukwerk<br />

642500 verzendingskosten<br />

642600 telefoon<br />

642700 internet<br />

642830 herstellingen computer<br />

642810 publicatie Belg. Staatsblad<br />

643 andere organisatiekosten<br />

643100 verplaatsingen bestuurders<br />

643110 verplaatsing vrijwilligers<br />

643120 kosten vrijwilligers/bestuursleden<br />

643300 dienstreizen personeel<br />

643400 kosten vergaderingen<br />

643500 publiciteit<br />

643600 andere verzekeringen-BRAND<br />

643600 andere verzekeringen-OMNIUM<br />

644 diversen<br />

6440 toelagen<br />

6441 lidgelden<br />

6442 representatiekosten<br />

6444 overige<br />

64441 vorming personeel


64449 diversen<br />

6445 reizen<br />

64 ORGANISATIES 288.250,00 € 285.466,00 € 282.490,00 € 279.317,00 € 275.935,00 € 272.339,00 €<br />

645 evenementen 10.000,00 € 12.000,00 € 14.000,00 € 16.000,00 € 18.000,00 € 20.000,00 €<br />

645010 huur lokalen<br />

645100 honoraria externe medewerkers<br />

645200 verplaatsing externe medewerkers<br />

645300 logistieke kosten externe medewerkers<br />

645800 andere orga. kst.<br />

646 Terfblad en externe communicatie 42.000,00 € 44.000,00 € 46.000,00 € 48.000,00 € 50.000,00 € 52.000,00 €<br />

646300 druk en aanmaakkosten<br />

646400 bedeling<br />

646500 website aanmaak en updating<br />

646600 Jaarboek<br />

647 projecten 229.750,00 € 222.716,00 € 215.490,00 € 208.067,00 € 200.435,00 € 192.589,00 €<br />

649500 Project Erfgoeddag<br />

649501 Project Open Monumentendag<br />

649502 Project Week van de Smaak<br />

649503 Project Wereldoorlog I<br />

649504 Project funerair erfgoed<br />

649505 Project cultuurhistorisch erfgoed<br />

649506 Project oraal erfgoed<br />

649506 Project kerkelijk erfgoed<br />

649507 Project industrieel erfgoed<br />

649508 Project commercieel erfgoed<br />

649509 Project diversen<br />

648 dienstverlening 5.500,00 € 5.750,00 € 6.000,00 € 6.250,00 € 6.500,00 € 6.750,00 €<br />

648120 vorming erfgoedactoren<br />

648121 mappen vorming


648200 documentatie<br />

648220 didactisch materiaal<br />

648221 abonnementen<br />

649 andere 1.000,00 € 1.000,00 € 1.000,00 € 1.000,00 € 1.000,00 € 1.000,00 €<br />

65 FINANCIELE KOSTEN 400,00 € 400,00 € 400,00 € 400,00 € 400,00 € 400,00 €<br />

650002 bankkosten<br />

653000 te bet. intresten G.B.<br />

66 UITZONDERLIJKE KOSTEN 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €<br />

669000 uitzonderlijke kosten<br />

69 VERWERKING VAN RESULTATEN 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €<br />

ALGEMEEN TOTAAL 460.250,00 € 462.250,00 € 464.250,00 € 466.250,00 € 468.250,00 € 470.250,00 €


6.3 Planning (2009-<strong>2014</strong>)<br />

Omwille van de korte periode waarin dit plan werd geschreven was het <strong>voor</strong> ons<br />

onmogelijk om een volledige meerjarenplanning op te maken. Het is onze intentie<br />

om dit de komende maanden op te maken samen met de medewerkers van de<br />

erfgoedcel (start 1 februari <strong>2008</strong>).<br />

Wel is het zo dat er zich een aantal opportuniteiten aanbieden binnen de reeds<br />

besproken thematische lijnen die we zeker niet uit het oog willen verliezen. Zo<br />

denken we aan het 150 jarig bestaan van het kanaal (en de haven in Roeselare) in<br />

2012, de herdenking van WOI in <strong>2014</strong>, herdenking omtrent Warden Om en Adriaan<br />

Willaert, … Het spreekt <strong>voor</strong> zich dat de inventaris en de werking van de<br />

erfgoedcel hiertoe zullen bijdragen.


BIBLIOGRAFIE<br />

Landschapsatlas van het Vlaams Gewest (2002)<br />

Tijdschrift “In de Steigers”, Brugge: Provincie West-Vlaanderen.<br />

DENYS, DESIRE, 1955, Het Roeselaarse volksleven, Roeselare: eigen beheer.<br />

JACOBS, M., 1996, “Zij, die vielen als helden …: inventaris van de<br />

oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen:deel 2”,<br />

Brugge: Provincie West-Vlaanderen.<br />

KERNGROEP BEGRAAFPLAATSEN STAD ROESELARE, 2000, De oude stedelijke<br />

begraafplaats van Roeselare, Roeselare: drukkerij Verduyn.<br />

LERMYTE, J.M., 1985, “Geschiedenis van Izegem”, Roeselare: Concordia.<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, Departement LIN AROHM,<br />

Afdeling Monumenten en Landschappen, 2001, “Bouwen door de eeuwen heen in<br />

Vlaanderen, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kantons<br />

Hooglede-Izegem-Lichtervelde, 17n2”, Turnhout: Brepols.<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, Departement LIN AROHM,<br />

Afdeling Monumenten en Landschappen, 1999, “Bouwen door de eeuwen heen in<br />

Vlaanderen, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton<br />

Roeselare, 17n1”, Turnhout: Brepols.


BIJLAGEN<br />

1. Uittreksels uit gemeentelijke cultuurbeleidsplannen en –documenten<br />

2. Gedeeltelijke inventaris van het roerend, onroerend en immaterieel erfgoed<br />

3. actieplan <strong>2008</strong><br />

4. statuten


UITTREKSELS UIT GEMEENTELIJKE CULTUURBELEIDS-<br />

PLANNEN<br />

1. Izegem<br />

2. Moorslede<br />

3. Roeselare<br />

4. <strong>Staden</strong><br />

Hooglede, Lichtervelde en Ingelmunster zijn niet ingestapt in het decreet Lokaal<br />

Cultuurbeleid en beschikken dus niet over een cultuurbeleidsplan.


Uittreksel cultuurbeleidsplan Izegem<br />

cultureel erfgoed en archief<br />

SD 2 Het cultureel erfgoedbeleid van de stad wordt een speerpunt in de komende<br />

beleidsperiode waarbij ontsluiting en erfgoededucatie centraal gesteld worden.<br />

OD 2.1 Het erfgoedbeleid van de stad zal gedynamiseerd worden vanuit de<br />

museumsite Eperon d’Or.<br />

Concrete beleidsdoelstellingen resultaatsindicatoren<br />

2.1.1 de museumsite wordt verder<br />

inhoudelijk ontwikkeld<br />

2.1.2 de museumsite wordt<br />

infrastructureel aangepakt.<br />

2.1.3 de museumsite functioneert als<br />

museum en streekbezoekerscentrum<br />

2.1.4 Streven naar een erkenning van<br />

het museum op regionaal niveau<br />

2.1.5 De museumsite gaat zich enten op<br />

industrieel erfgoed en in dit opzicht<br />

maakt ook de stoommachine deel uit van<br />

de museumsite.<br />

Instrumenten en acties<br />

- werkgroep “Eperon d’Or” komt regelmatig<br />

samen<br />

- publieksmomenten tijdens de<br />

reconversie van de site<br />

- het beleidsplan van het museum<br />

- ontsluitingsprojecten die verder gaan<br />

dan de museummuren<br />

- opstellen criteria verwervingsbeleid<br />

- samenwerking met andere musea<br />

- nieuwe impulsen <strong>voor</strong> en overleg met<br />

de vrijwilligers betrokken bij het<br />

museum<br />

- duidelijke educatieve functie<br />

ontwikkelen<br />

- aantal overlegmomenten<br />

- infrastructuur<br />

- aantal verwervingen <strong>voor</strong> de collectie +<br />

de aard ervan<br />

- aantal bezoekers en hun tevredenheid<br />

- aantal tentoonstellingen en<br />

publieksmomenten<br />

- aantal persartikels<br />

- erkenning als regionaal museum<br />

Kritische succesfactoren<br />

- collectiebeleid<br />

- infrastructuur<br />

- samenwerking met derden<br />

- personeel<br />

- financiële middelen <strong>voor</strong><br />

programmering<br />

- steun lokale bevolking<br />

- promotiemiddelen<br />

- publieksonderzoek<br />

OD 2.2 Het stedelijk erfgoedbeleid kadert binnen het regionaal<br />

erfgoedbeleid. TERF krijgt op die manier een coördinerende rol toegemeten<br />

op het vlak van ontsluitingsprojecten.


Concrete beleidsdoelstellingen<br />

2.2.1 TERF blijft verder streven naar het<br />

afsluiten van een erfgoedconvenant<br />

2.2.2 TERF houdt rekening met de<br />

nieuwe museumsite<br />

2.2.3 TERF onsluit het erfgoed op een<br />

hedendaagse en dynamische manier<br />

2.2.4 TERF houdt rekening met de<br />

(Izegemse) actoren op het gebied van<br />

erfgoed<br />

Instrumenten en acties<br />

- het erfgoedconvenant met de Vlaamse<br />

Gemeenschap<br />

- overleg met de Vlaamse Gemeenschap<br />

- opstarten platform erfgoed als<br />

Izegemse klankbordgroep<br />

- opmaken geïntegreerd regionaal<br />

<strong>erfgoedbeleidsplan</strong><br />

- programmeren en coördineren<br />

erfgoedprojecten met hedendaags<br />

karakter<br />

- opvolgen en coördineren van alle<br />

(stedelijke) erfgoedontsluitingsprojecten<br />

(OMD, erfgoeddag, …)<br />

Resultaatsindicatoren<br />

- inventaris van Izegems erfgoed en<br />

actoren op het gebied van erfgoed<br />

- aantal overlegmomenten<br />

- aantal bezoekers<br />

- aantal projecten<br />

- aantal publicaties<br />

- aantal persartikels<br />

- tevredenheid van de lokale bevolking<br />

- tevredenheid van de bezoekers<br />

Kritische succesfactoren<br />

- financiële middelen <strong>voor</strong> werking en<br />

programmering<br />

- promotiemiddelen<br />

- inventaris van Izegems erfgoed<br />

OD 2.3 Een gedegen archiefwerking zal geïnitieerd worden, waarbij zowel<br />

het stedelijk archief, als het archief van de musea, als het archief van<br />

andere stedelijke culturele instellingen geïnventariseerd en ontsloten<br />

worden. Dit in nauwe samenwerking met de Heemkundige kring Ten<br />

Mandere.<br />

Concrete beleidsdoelstellingen resultaatsindicatoren<br />

2.3.1 Het archief inventariseert haar<br />

materiaal<br />

2.3.2 Het archief wordt betrokken in<br />

cultureel stedelijke (erfgoed)projecten.<br />

2.3.3 Het archief functioneert als<br />

logistieke instelling <strong>voor</strong> de<br />

stadsadministratie<br />

2.3.4 Het archief stelt zich op ten dienste<br />

van de bevolking<br />

2.3.5 Het archief heeft oog <strong>voor</strong> de<br />

andere stedelijke culturele instellingen<br />

(o.m. <strong>voor</strong> inventarisatie).<br />

Instrumenten en acties<br />

- aanwerving personeel<br />

- aankoop software<br />

- elektronische inventarisering archief<br />

- samenwerking met andere archieven<br />

en de Heemkundige kring Ten Mandere<br />

- organiseren van ontsluitingsprojecten<br />

(in samenwerking met andere<br />

erfgoedactoren)<br />

- aantal overlegmomenten<br />

- aantal inventarisatiegegevens<br />

- aantal digitale verwerkingen<br />

- aantal projecten (1 per jaar)<br />

Kritische succesfactoren<br />

- personeel<br />

- technische vereisten


Uittreksel cultuurbeleidsplan Moorslede<br />

4. De burger kent en waardeert het eigen<br />

erfgoed.<br />

4.1 Inleiding<br />

Op het eerste gezicht heeft onze gemeente niet zoveel erfgoed. Dit heeft in grote mate te<br />

maken met de eerste wereldoorlog. Onze gemeente is namelijk letterlijk volledig van de<br />

kaart geveegd. Maar toch leeft erfgoed bij ons, getuige daarvan zijn bv. onze twee heel<br />

goed draaiende heemkundige kringen. Ook het gemeentebestuur vindt ons erfgoed heel<br />

belangrijk. Meer nog, we zien ons erfgoed als één van de belangrijkste middelen om<br />

onze missie en eerste strategische doelstellingen uit te voeren. Het erfgoed zal in<br />

belangrijke mate een rol spelen bij de bepaling van onze identiteit. Omdat we het zo<br />

belangrijk vinden, vermelden we dit hier als een strategische doelstelling en niet als een<br />

missie. Deze doelstelling is een stukje een synthese van dit beleidsplan en we hebben<br />

grote plannen (bv. een eigen museum) en we zijn er al hard aan het werken (bv. TERF,<br />

een regionale erfgoedvereniging met doel het afsluiten van een erfgoedconvenant).<br />

4.2 Kader<br />

Vanuit de missie: “…de zoektocht naar een eigen gemeentelijke identiteit…”<br />

Vanuit de visie: “…harmonieuze gemeente, met een eigen identiteit, die we <strong>voor</strong>al<br />

ontlenen aan ons (immateriële) erfgoed en aan onze eigenheid…en ons zo opnieuw op<br />

de toeristische kaart zetten.”<br />

Biedt antwoord op volgende beleidsuitdagingen:<br />

• Erfgoed en alles wat daar rond hangt vormt een belangrijke poot van ons beleid.<br />

• Waar mogelijk werken we samen met andere instanties en/of besturen en zetten<br />

de gemeentelijke culturele spelers ook hier toe aan<br />

We betrekken hierbij volgende SWOT-elementen:<br />

Sterktes: (Archief) Heemkundige kringen<br />

Wezenskenmerken (Mariabedevaart, Pater Lievens,…)<br />

TERF<br />

Erfgoedactiviteiten<br />

Zwaktes: Slechte staat erfgoed<br />

Geen inventaris<br />

Lievensmuseum weinig open<br />

Pater Lievenspad niet onderhouden<br />

Weinig middelen<br />

Locatie heemkundige kringen<br />

Archief en archivering<br />

Kansen: Ons oorlogs-, sport-, ambachtelijke en religieus verleden<br />

Samenwerking<br />

Erfgoeddecreet<br />

Nieuw museum (Ten Bunderen)<br />

Infopanelen<br />

Privé-archieven<br />

Funerair erfgoed<br />

Digitale recorder (mondeling erfgoed)


Bedreigingen: Te weinig personeel<br />

Verloren gaan van geschiedenis<br />

We houden rekening met de elementen uit de situatieschets en de bevragingen:<br />

Toerisme en recreatie en erfgoed


Uittreksel cultuurbeleidsplan Moorslede<br />

4.3.1 Het gemeentelijk en particulier (im)materieel erfgoed wordt bewaard en<br />

waar mogelijk ontsloten<br />

Al is dit een open deur intrappen, dit lijkt evidenter dan het is. We moeten eerste<br />

weten wat we hebben. De heemkundige kringen zijn hier druk mee bezig. Als<br />

we weten wat we hebben, kunnen we een beleid uitstippelen om te kunnen<br />

bewaren en ontsluiten. Hier<strong>voor</strong> hopen we veel informatie en steun te krijgen<br />

van TERF. Hier<strong>voor</strong> zullen we onze heemkundige kringen zo goed mogelijk<br />

ondersteunen, zodat ze hun belangrijke werk kunnen <strong>voor</strong>tzetten. Maar ook<br />

willen we het engagement nemen om met onze gemeente deel te nemen aan de<br />

diverse erfgoedinitiatieven (Open Monumentendag, Erfgoeddag en Week van de<br />

Smaak, Nacht van de Geschiedenis), wat niet altijd even evident is, maar waar<br />

<strong>voor</strong>al onze heemkundige kringen telkens wel een antwoord op vinden.<br />

Acties die we zeker zullen doen:<br />

Wat Actoren Timing<br />

We investeren in het<br />

College,<br />

continu<br />

samenwerkingsverband TERF en cultuurdienst,<br />

BROERE<br />

Bibliotheek,<br />

erfgoedverenigingen<br />

Via TERF is er een inventarisatie Cultuurdienst,<br />

TERF<br />

Vanaf <strong>2008</strong><br />

Er is een beleidsplan van TERF in het Cultuurdienst, 2009<br />

kader van het goedgekeurde<br />

erfgoedconvenant<br />

College, TERF<br />

Er komen infoborden aan de<br />

Cultuurdienst, 2009<br />

waardevolle gebouwen en historische Bibliotheek,<br />

sites<br />

College<br />

We zorgen <strong>voor</strong> een betere huisvesting College,<br />

Vanaf <strong>2008</strong><br />

van de heemkundige kringen (Ten<br />

Bunderen en Oud-<strong>Gemeente</strong>huis)<br />

cultuurdienst<br />

We nemen deel aan de diverse College,<br />

jaarlijks<br />

erfgoedevenementen<br />

cultuurdienst,<br />

bibliotheek,<br />

erfgoedverenigingen<br />

Er komt een reglement op het Cultuurdienst, <strong>2008</strong><br />

hergebruik van de waardevolle graven cultuurraad, College<br />

¨Via de provinciale Beeldbank wordt<br />

beeldmateriaal digitaal bewaard en<br />

ontsloten<br />

Bibliotheek <strong>2008</strong><br />

Relevante actuele en historische<br />

informatie over onze gemeente wordt<br />

verzameld, bewaard en ontsloten<br />

Bibliotheek Jaarlijks<br />

Mogelijke andere acties en aandachtspunten:<br />

Inventaris maken van belangrijkste erfgoed, betere huisvesting heemkundige<br />

kringen, infoborden plaatsen aan interessantste erfgoed Erfgoedcel uitbouwen,<br />

reglement funerair erfgoed opstellen, stimuleren vastleggen mondeling erfgoed,<br />

verzamelaarsbeurs organiseren


4.3.2 De Cultuurdienst/Bibliotheek spelen in op regionale initiatieven i.v.m.<br />

erfgoed<br />

Een korte doelstelling met weinig uitleg. In de eerste plaats gaat dit over TERF<br />

en BROERE (samenwerkingsverband van bibliotheken). We willen dus in deze<br />

twee de nodige tijd, centen en energie steken, maar we willen ook pistes<br />

openhouden <strong>voor</strong> andere mogelijkheden.<br />

Acties die we zeker zullen doen:<br />

Wat Actoren Timing<br />

We gaan volop <strong>voor</strong> het<br />

College,<br />

continu<br />

samenwerkingsverband TERF en cultuurdienst,<br />

Broere<br />

bibliotheek,<br />

erfgoedverenigingen<br />

Mogelijke andere acties en aandachtspunten:<br />

Samenwerking met TERF continueren, Broere<br />

4.3.3 Tegen het eind van deze beleidsperiode heeft de gemeente een degelijke<br />

archiefruimte en is er een begin gemaakt met een archiefwerking<br />

Onze gemeente heeft momenteel geen archiefwerking en nauwelijks een archief.<br />

De heemkundige kringen (<strong>voor</strong>al Dadizele) hebben al een archief en bouwen dit<br />

gestaag verder uit. Maar er zijn ook nog enkele privé-archieven, het archief van<br />

het klooster Ten Bunderen om er maar ééntje te noemen. Om een archiefwerking<br />

op poten te kunnen zetten, hebben we in de eerste plaats een goede ruimte nodig.<br />

En dit is het minimum waar we naar streven in deze beleidsperiode.<br />

Acties die we zeker zullen doen:<br />

Wat Actoren Timing<br />

Er is een archiefruimte die aan de College,<br />

2011<br />

eisen voldoet<br />

cultuurdienst,<br />

Bibliotheek,<br />

erfgoedverenigingen,<br />

TERF<br />

We zijn gestart met een<br />

College,<br />

2013<br />

archiefwerking<br />

cultuurdienst,<br />

Bibliotheek,<br />

erfgoedverenigingen,<br />

TERF<br />

Mogelijke andere acties en aandachtspunten:<br />

Archiefbeleid voeren<br />

4.3.4 Ten laatste in 2013 opent de gemeente een museum in de Ten Bunderen-site<br />

rond religieus erfgoed met minstens een vleugel rond Pater Lievens en een vleugel<br />

rond de chambrettes<br />

De laatste doelstelling is de meest ambitieuze. Hoewel we nog bijna nergens<br />

staan, zetten we hem hier toch zo concreet in. Er is de site van het <strong>voor</strong>malige<br />

klooster Ten Bunderen met onder andere de “chambrettes”. De huidige eigenaars


zijn meer dan bereid om met ons samen te werken door de tweede verdieping ter<br />

onzer beschikking te stellen. Door het geweldige succes van de Open<br />

Monumentendag rond het thema “hout” (ongeveer 4000 bezoekers) is er een<br />

idee beginnen te broeden dat meer en meer vaste vorm begint te krijgen.<br />

Waarom geen museum beginnen en op deze manier de site bewaren en<br />

ontsluiten. Naast Pater Lievens denken we aan het internaatsleven in Vlaanderen<br />

onder de zusters, aan het kloosterleven, en aan het religieuze erfgoed in het<br />

algemeen. Om van start te gaan, moeten we eerst aan middelen en personeel zien<br />

te geraken. De haalbaarheid van dit project zal hoofdzakelijk daarvan afhangen.<br />

Maar we willen hier<strong>voor</strong> gaan.<br />

Acties die we zeker zullen doen:<br />

Wat Actoren Timing<br />

Samen met TERF worden<br />

College,<br />

<strong>2008</strong><br />

subsidiedossiers opgemaakt<br />

cultuurdienst,<br />

Bibliotheek,<br />

erfgoedverenigingen,<br />

TERF,<br />

Lievenscomité<br />

Een halftime personeelslid start de Cultuurdienst, 2009<br />

werking rond dit project op<br />

college<br />

Het gebouw wordt klaargemaakt College,<br />

2009/2010<br />

(brandveilig, toegankelijk,…) cultuurdienst,<br />

Bibliotheek,<br />

erfgoedverenigingen,<br />

TERF,<br />

Lievenscomité<br />

De verschillende themata worden College,<br />

2009/2010<br />

inhoudelijk uitgewerkt<br />

cultuurdienst,<br />

Bibliotheek,<br />

erfgoedverenigingen,<br />

TERF,<br />

Lievenscomité<br />

Het museum zelf wordt uitgebouwd College,<br />

cultuurdienst,<br />

Bibliotheek,<br />

erfgoedverenigingen,<br />

TERF,<br />

Lievenscomité<br />

2011/2012<br />

Mogelijke andere acties en aandachtspunten:<br />

Opstart museum Ten Bunderen met integratie Pater Lievens museum, overname<br />

Lievensmuseum door gemeente….


Uittreksel cultuurbeleidsplan Roeselare<br />

Hoofdstuk 1<br />

Inspirerende mensen en instellingen<br />

Een resem initiatieven hebben dit cultuurbeleidsplan geïnspireerd en mee gestalte<br />

gegeven. Dit gebeurde zowel intern binnen de stedelijke diensten en instellingen,<br />

als extern met het ruime werkveld. Op die manier poogden wij om een gezonde en<br />

werkbare mix samen te stellen.<br />

Een aantal initiatieven zullen er toe leiden dat de lokale actoren ook in de toekomst<br />

een nauwere band met het integrale cultuurbeleid zullen kunnen hebben.<br />

1.a Binnen de muren<br />

1.b Over het eigen muurtje<br />

Bij de opmaak van het cultuurbeleidsplan werd er ook over het muurtje heen<br />

gekeken. Wij sommen hieronder de belangrijkste inspirerende prikkels op die<br />

meegedacht hebben over het te voeren cultuurbeleid.<br />

Werkgroep erfgoed<br />

Deze werkgroep staat, onder begeleiding van de erfgoedconsulent, in <strong>voor</strong> de<br />

organisatie van Open Monumentendag en Erfgoeddag. Daarnaast functioneert<br />

deze ook als klankbord <strong>voor</strong> de bepaling van het waardevolle patrimonium in de<br />

stad. In dit kader functioneert ook de werkgroep begraafplaatsen en de<br />

werkgroep straatnaamgeving.<br />

Museaal beleid<br />

Roeselare wil ook werk maken van een museaal beleid. Hiertoe zijn er 2 groepen<br />

actief.<br />

Wielermuseum<br />

Het Wielermuseum, sedert 1 januari 2007 erkend, laat zich bij het opmaken van<br />

zijn beleidsplan <strong>voor</strong> de periode 2009-<strong>2014</strong> inspireren door een aantal<br />

deelgroepen:<br />

- de werkgroep museumbeleidsplan bepaalt in een actieve dialoog de inhoud<br />

- de denkgroep museumbeleidsplan bracht de sterke en zwakke punten en de<br />

kansen en bedreigingen in kaart<br />

- de kerngroep museumbeleidsplan toetste de inhoud van het beleidsplan aan<br />

de missie, de visie, de strategische nota van de stad en de andere sectorale<br />

beleidsplannen<br />

Dit alles resulteerde in een beleidsplan dat integraal opgenomen werd in deel 2<br />

van dit cultuurbeleidsplan.<br />

Werkgroep museaal beleid<br />

Deze werkgroep, samengesteld uit beleid, erfgoedconsulent,<br />

cultuurbeleidscoördinator en Roeselaarse erfgoedactoren, heeft de opdracht om<br />

de aanwezige collecties die nog in de depots van het Wielermuseum zitten, te<br />

wieden en een suggestie te doen aan het stadsbestuur in functie van behouden<br />

of afstoten.


Werking TERF<br />

De cultuurbeleidscoördinatoren of<br />

cultuurfunctionarissen van de participerende<br />

gemeenten aan TERF (Hooglede, Izegem,<br />

Lichtervelde, Moorslede, <strong>Staden</strong> en Roeselare)<br />

hebben geregeld bovenlokaal overleg. Dit gebeurt<br />

in eerste instantie rond regionaal erfgoedbeleid en<br />

de communicatie daarover.<br />

In 2007 nam de gemeenteraad van Ingelmunster<br />

eveneens de beslissing om toe te treden, zodat het<br />

werkgebied ruimer wordt.<br />

Onder de noemer BROERE ontwikkelde zich rond<br />

Roeselare ook een door de provincie gestimuleerd<br />

streekgericht bibliotheekbeleid. Op vraag van de bibliotheken en de<br />

gemeentebesturen, zal de werking ook dit domein <strong>voor</strong> zijn rekening nemen. De<br />

statuten zullen hiertoe aangepast worden.<br />

1.c Communicatie<br />

In het kader van een open en transparant beleid, wil de stad op geregelde<br />

tijdstippen communiceren over het gevoerde en het te voeren beleid. Hierin<br />

onderscheiden we een drietal grote groepen: inspraak en advies, de beleidsbrieven<br />

en de media.<br />

Hoofdstuk 2<br />

Een stand van zaken<br />

2.a Evaluatie eerste cultuurbeleidsplan<br />

2.b Huidige situatieschets<br />

2.c Synergie met andere beleidsplannen, beleidsvisie en bovenlokale<br />

evoluties<br />

2.d Wie beïnvloedt het cultuurbeleid in Roeselare?<br />

2.e Sterkte-zwakteanalyse van het lokaal cultuurbeleid<br />

Samen met zoveel mogelijk betrokkenen hebben wij de sterke en de zwakke<br />

punten in kaart gebracht. Enerzijds gebeurde dit op de 4 domeinen waarbinnen de<br />

deelraden van de pas gereorganiseerde cultuurraad zich zullen buigen: erfgoed,<br />

kunsten, podiumkunsten en sociocultureel werk. Anderzijds hebben wij ook dwars<br />

door deze culturele deelgebieden de globale analyse gemaakt rond<br />

gemeenschapsvorming, cultuurparticipatie, cultuurspreiding en interculturaliteit.<br />

Ook probeerden wij de sterkten en zwakten in kaart te brengen van de stad als<br />

cultureel centrum in zijn totaliteit. Voor enkele uitgebouwde culturele instellingen<br />

(bibliotheek, cultuurcentrum en archief) zijn ook nog specifieke analyses gemaakt.<br />

Deze analyses zijn uitgebreid in een aparte bijlage opgenomen. Wij beperken ons in<br />

dit gedeelte tot duidelijke en krachtige globale conclusies.


Globale conclusies<br />

De stad doet het verre van slecht. Integendeel, er zijn heel wat zaken waar<br />

Roeselare goed op scoort.<br />

Erfgoed<br />

Roeselare maakt deel uit van TERF en is de grote trekker hiervan. De realisatie van<br />

het erfgoedconvenant moet van het regionaal erfgoedbeleid een inspirerend verhaal<br />

maken dat zich ent op alle aspecten van het globale cultuurbeleid: participatie,<br />

gemeenschapsvorming, interculturaliteit, drempelverlagend enz.<br />

Dit realiseren binnen een regionale context creëert een groter draagvlak. De<br />

financiële ondersteuning vanuit de Vlaamse Overheid geeft het project de nodige<br />

zuurstof. Het af te sluiten convenant, het actieplan <strong>voor</strong> <strong>2008</strong> en het beleidsplan<br />

2009-<strong>2014</strong> zullen <strong>voor</strong> dit regionale beleid de bakens uitzetten. Industrie, de<br />

andere kant van Wereldoorlog I en het kerkelijk erfgoed, samen met de daarbij<br />

horende verhalen, dingen en mensen moeten leiden tot uiterst boeiende<br />

initiatieven.<br />

Toch mogen de lokale erfgoedactoren niet vergeten worden. Zij vormen immers de<br />

ideale voedingsbodem <strong>voor</strong> nieuwe initiatieven, zij helpen de dagelijkse aandacht<br />

<strong>voor</strong> erfgoed hoog houden, zij beschikken over het natuurlijk enthousiasme <strong>voor</strong><br />

erfgoed enz.<br />

Ook tijdens de komende legislatuur houdt Roeselare zijn verleden en zijn<br />

historische figuren in ere en legt hierbij waar mogelijk linken naar het heden. 450<br />

jaar na zijn overlijden, zal Adriaen Willaert ons inspireren <strong>voor</strong> een herdenking in<br />

2012. Tussendoor neemt De Spil met Adriaen Willaert als rode draad, het <strong>voor</strong>touw<br />

in de wereldmuziek.<br />

Hoofdstuk 3<br />

Missie en visie <strong>voor</strong> de komende planperiode<br />

In zijn strategische nota formuleerde de stad een krachtige en ambitieuze missie<br />

die <strong>voor</strong> de volledigheid terug te vinden is in de bijlagen. Het lijkt ons dan ook<br />

gepast om binnen het cultuurbeleidsplan een culturele vertaling te maken. De<br />

ambitie die de stad heeft ten aanzien van zijn globale beleid geldt per definitie dus<br />

ook <strong>voor</strong> het ruime culturele domein waar Roeselare ook duidelijk op koers wil<br />

blijven.<br />

Kwaliteit<br />

Ook hier staat kwaliteit <strong>voor</strong>op. CC De Spil heeft nog steeds de ambitie om het<br />

beste van het culturele aanbod naar Roeselare te halen. De dienstverlening na de<br />

realisatie van de nieuwe bibliotheek in het kenniscentrum pal in het <strong>hart</strong> van de<br />

stad, moet de dagelijkse duizenden gebruikers een optimale dienstverlening<br />

opleveren.<br />

Daarnaast wil de stad ook door het maken van de nodige afspraken komen tot een<br />

kwalitatieve ontwikkeling van de beeldvorming in de ruimtelijke planning.<br />

Open geest<br />

Met een open geest bekijkt de stad, samen met de inwoners, de bezoekers en de<br />

vele culturele actoren, de mogelijkheden die de diverse gemeenschappen in de stad<br />

ongetwijfeld bieden. Zij laat ruimte <strong>voor</strong> nieuwe initiatieven en geeft zuurstof aan<br />

levensvatbare activiteiten. Dit doet de stad niet alleen, maar zij doet dit ook met<br />

een blik op de ruime regio.<br />

De stad ontwikkelt hierbij, samen met de culturele actoren, de nodige open<br />

overlegmomenten waarop geluisterd kan worden naar elkaar en waar open kan<br />

gecommuniceerd worden.


Engagement<br />

Roeselare wil door een actief intern en extern vrijwilligersbeleid de nodige impulsen<br />

geven aan het engagement en het enthousiasme van de plaatselijke verenigingen,<br />

instellingen en individuen. Daarbij engageert de stad zich ook om hier<strong>voor</strong> de<br />

nodige instrumenten en middelen te ontwikkelen, zodat dit engagement zich ook<br />

vertaald ziet in de praktijk: enthousiaste medewerkers die in staan <strong>voor</strong> een<br />

kwalitatieve dienstverlening op maat van de verenigingen en de vrijwilligers.<br />

Respect<br />

Interculturaliteit begint met respect te hebben <strong>voor</strong> elkaar. Iedereen trekt hierbij<br />

aan hetzelfde zeel. Leeftijd, geslacht, allochtoon of autochtoon enz. spelen daarbij<br />

geen rol. Sommige inwoners krijgen geen kansen tot participeren wegens<br />

financiële, sociale, mentale of fysieke beperkingen. Dit respect wil de stad dan ook<br />

vertonen ten aanzien van die groep mensen die het moeilijk hebben om uit te<br />

breken en te participeren. Elke stedelijke dienst of instelling heeft hierin zijn<br />

eigenheid en de daarbij horende rol te spelen in functie van een optimale<br />

aanreiking van kansen tot participatie <strong>voor</strong> een zo ruim mogelijk publiek.<br />

Samen<br />

Dit alles wil de stad realiseren in samenwerking met alle betrokkenen. Hiertoe<br />

wordt de cultuurraad gereorganiseerd met mogelijkheden <strong>voor</strong> de individueel<br />

geïnteresseerden en geregeld ruimte <strong>voor</strong> open cultuurbabbels.<br />

Waar mogelijk zal de stad ook samenwerking stimuleren en ondersteunen. Zowel<br />

verenigingen, buurtcomités, private initiatiefnemers als de stedelijke diensten en de<br />

stedelijke culturele instellingen moeten met het nodige respect <strong>voor</strong> elkaar en in<br />

een harmonieuze samenwerking het culturele leven van de stad en zijn omgeving<br />

gestalte geven.<br />

Hoofdstuk 4<br />

Algemene en specifieke doelstellingen<br />

De strategische doelstellingen binnen het domein cultuur houden rekening met en<br />

zijn geënt op:<br />

- de strategische doelstellingen van de stad<br />

- de visie vanuit de culturele instellingen en het werkveld<br />

- andere beleidsplannen en –domeinen, zowel lokaal als bovenlokaal<br />

Ook is het zo dat er bij elke strategische doelstelling bij wijze van <strong>voor</strong>beeld enkele<br />

operationele doelstellingen geformuleerd worden. De bedoeling is dat ieder jaar bij<br />

de opmaak van de verplichte documenten volgens het gemeentedecreet ook een<br />

culturele vertaling gebeurt via de jaaractieplannen. Om het cultuurbeleid dichter bij<br />

de inwoners en de gebruikers te brengen zal er binnen de domeinen van de 4<br />

deelraden ook gewerkt worden met jaarlijkse beleidsbrieven.<br />

4.a Erfgoed<br />

Algemene doelstelling<br />

Binnen de intergemeentelijke projectvereniging TERF speelt Roeselare een<br />

<strong>voor</strong>trekkersrol om het lokale en regionale erfgoedbeleid verder uit te bouwen.<br />

Door het afsluiten van een erfgoedconvenant krijgt het regionale erfgoedbeleid<br />

in Roeselare extra zuurstof toegediend. Het betekent ook dat binnen TERF een<br />

erfgoedcel met 2 medewerkers operationeel zal worden. Op korte termijn is het<br />

de bedoeling om deze medewerkers te huisvesten in een erfgoedcentrum en<br />

waar noodzakelijk <strong>voor</strong> bepaalde projecten extra medewerkers <strong>voor</strong> een<br />

beperkte tijd aan te werven.


Het erfgoedcentrum heeft de bedoeling om zoveel mogelijk private<br />

erfgoedactoren mogelijkheden te bieden om samen onderdak te hebben in<br />

hetzelfde pand als de erfgoedcel.<br />

Dit erfgoedconvenant zal ook gevolgen hebben <strong>voor</strong> de gehele erfgoedsector.<br />

Het nieuwe erfgoeddecreet gaat mee in het verhaal van een sterk lokaal beleid<br />

en brengt alle middelen <strong>voor</strong> erfgoed samen in het erfgoedconvenant.<br />

Specifieke doelstellingen<br />

- Oprichting Erfgoedcel<br />

De intergemeentelijke projectvereniging TERF (Roeselare, Izegem,<br />

Hooglede, <strong>Staden</strong>, Moorslede, Lichtervelde en Ingelmunster) sluit <strong>voor</strong> het<br />

einde van het jaar met de Vlaamse Regering een erfgoedconvenant af.<br />

Wettelijk kan dit weliswaar <strong>voor</strong>lopig slechts <strong>voor</strong> <strong>2008</strong>, maar er is de<br />

duidelijke intentie om dit verder uit te bouwen in de volgende beleidsperiode<br />

2009-<strong>2014</strong>. De aanstelling van 2 erfgoedconsulenten binnen TERF zal<br />

ongetwijfeld het erfgoedbeleid heel wat impulsen bezorgen naar<br />

inventarisatie en ontsluiting. Voor deze personeelsleden wordt <strong>2008</strong> een jaar<br />

van inventariseren, netwerken, inspelen op de Vlaamse erfgoedinitiatieven<br />

en de organisatie van een regionaal publieksmoment rond erfgoed. Om dan<br />

verder te bouwen in de beleidsperiode 2009-<strong>2014</strong> rond enkele regionale<br />

erfgoedlijnen:<br />

* Wereldoorlog I (90 jaar later en opbouw naar 100 jaar)<br />

* industrieel en commercieel verleden (150 jaar kanaal en openbaar<br />

vervoer)<br />

* wereldmuziek en muzikaal erfgoed (Adriaen Willaert, Cecilia Callebert<br />

enz.)<br />

* kerkelijk erfgoed, kerkwegels en begraafplaatsen (Oude Stedelijke<br />

Begraafplaats, Klein Seminarie)<br />

* grensarbeid en seizoensarbeid<br />

- Invulling Erfgoedcentrum<br />

De aankoop van de <strong>voor</strong>malige Nationale Bank kaderde in de wil van de stad<br />

om behoedzaam om te springen met de resterende waardevolle gebouwen<br />

in de stad. De tentoonstelling omtrent Geert Van Allemeersch bracht enkele<br />

krachtige mogelijkheden van dit gebouw in kaart. De inrichting van de oude<br />

directeurswoning tot Erfgoedcentrum <strong>voor</strong> Roeselare en omgeving bezorgt<br />

het erfgoed meteen een kloppend <strong>hart</strong>. Van hieruit kan de Erfgoedcel,<br />

samen met de erfgoedverenigingen, het regionale verhaal schrijven en ook<br />

ontsluiten.<br />

- Het verhaal van de grensarbeid en seizoensarbeid<br />

In samenwerking met TERF wil de stad ook de aandacht opvoeren rond de<br />

geschiedenis van de agrarische sector en zijn relatie tot de grensarbeid en<br />

seizoensarbeid.<br />

- Ontwikkeling museaal beleid en inbedding in regionaal erfgoedbeleid<br />

Met de oprichting van een werkgroep museaal beleid gaf Roeselare het<br />

startschot tot het formuleren van een visie omtrent het te voeren museaal<br />

beleid. In een eerste fase focuste de werkgroep zich op het wieden van de<br />

talrijke deelcollecties die zich nog in de depots van het Wielermuseum<br />

bevonden. De komende periode zal de werkgroep zich focussen op de<br />

ontsluiting van de geschiedenis van de stad en het beheer en ontsluiting van<br />

het (kunst)patrimonium van de stad.<br />

- Jaarlijkse deelname aan Open Monumentendag, Erfgoeddag, Week van de<br />

Smaak<br />

Uiteraard werkt Roeselare ook mee aan de jaarlijkse hoogdagen van het<br />

erfgoed. Langzaamaan sijpelt ook hier het regionale verhaal binnen. De<br />

uitgave van TERFblad, de regionale gelegenheidskrant rond de


erfgoedactiviteiten, wordt enorm gewaardeerd en biedt een schitterend<br />

platform om erfgoed in de kijker te zetten.<br />

- Het Wielermuseum wordt verder uitgebouwd als een hedendaags, toeristisch<br />

en attractief museum<br />

Het Wielermuseum is sedert 2007 erkend in de basiscategorie. Dit was vanaf<br />

het begin steeds haar uitdrukkelijke ambitie. Daarnaast is het<br />

Wielermuseum ook een van de speerpunten in het strategisch plan van<br />

Toerisme Leiestreek. Om die rol te kunnen blijven waarmaken gaat het<br />

Wielermuseum de uitdaging aan om dit te doen op hedendaagse,<br />

interactieve en attractieve wijze.<br />

- Een inspirerend taalbeleid<br />

Uit heel wat teksten blijkt dat Roeselare meer dan ooit de bakermat van<br />

Vlaanderen was. Het kasteel van Rumbeke wordt door velen genoemd als de<br />

wieg van Vlaanderen. Nergens is echter de geschiedenis van het graafschap<br />

Vlaanderen te ontdekken. Samen met enkele andere partners rijpt het idee<br />

om een deel hiervan onder te brengen in het kasteel van Rumbeke.<br />

Daarnaast leverden bekende inwoners van Roeselare vaak strijd <strong>voor</strong> de<br />

Vlaamse taal: Albrecht Rodenbach, Hugo Verriest, Guido Gezelle enz. Het<br />

lijkt ons dan ook logisch dat Roeselare, samen met de lokale verenigingen,<br />

een actief en inspirerend Vlaams taalbeleid voert.<br />

Een taalbeleid heeft daarbij ook oog <strong>voor</strong> de verhalen van de mensen. Deze<br />

verhalen worden beleefd vanuit diverse invalshoeken: gebeurtenissen,<br />

gebouwen, persoonlijke ervaringen, verzamelingen, …<br />

4.b Kunst in de stad<br />

4.c Podiumkunsten<br />

4.d Gemeenschapsvorming, cultuurparticipatie, cultuurspreiding,<br />

interculturaliteit<br />

4.e Sociocultureel verenigingsleven en vrijwilligers<br />

4.f De stad als cultureel centrum<br />

Hoofdstuk 5<br />

Gemeenschapsvorming en interculturaliteit: klare taal!?<br />

5.a Gemeenschapsvorming en interculturaliteit: een <strong>voor</strong>tdurende<br />

zoektocht naar een gedeelde cultuur!<br />

“Elke groep moet de kans krijgen de eigen gemeenschappelijkheid, de<br />

interne band, te ontwikkelen en te versterken. Maar elke groep moet<br />

ook omgaan met verschillen in de samenleving en beseffen dat vandaag<br />

geen enkele gemeenschap op zich voldoende grond heeft <strong>voor</strong> een<br />

samenleving. De ander is noodzakelijk aanwezig.” (Eric Corijn)<br />

5.b En in Roeselare?


5.c Het Roeselaarse stadsarchief<br />

De speelruimte hier is heel klein. De kernopdracht is immers administratief archief<br />

bewaren en toegankelijk stellen. Wel zijn in dit archief allerlei vormen van grenzen<br />

of begrenzing rijkelijk gedocumenteerd in de beschreven historische feiten.<br />

De archiefvorming wordt bepaald door archief dat wettelijk verplicht moet worden<br />

overgedragen. Een mogelijkheid om hierin verder te gaan is openstaan <strong>voor</strong><br />

privéarchieven van Roeselaarse groepen of verenigingen van andere culturen. Dit<br />

kan echter maar gebeuren als dergelijke archieven statisch worden, zodat een<br />

samenwerking met de gemeenten uit de buurt zich hier opdringt.<br />

Het stadsarchief biedt heel wat mogelijkheden <strong>voor</strong> het onderwijs om in contact te<br />

komen met andere culturen, maar dan wel in het verleden. Het archief in Roeselare<br />

bevat heel wat historisch multiculturele sporen. Niet alleen het archief dat door de<br />

vele bezetters (Bourgondiërs, Spanjaarden, Fransen, Oostenrijkers, opnieuw de<br />

Fransen, Hollanders, Duitsers) werd nagelaten, maar ook de informatie over de<br />

mensen die naar Roeselare zijn uitgeweken en Roeselarenaars die naar elders zijn<br />

vertrokken.<br />

Het Roeselaarse stadsarchief heeft zich tot doel gesteld dat publiekswerking in het<br />

archief laagdrempelig moet zijn. Een goede service in de leeszaal en een correcte<br />

omgang met iedereen is al jaren de leidraad.<br />

De Vlaamse hoogdagen van het erfgoed (Erfgoeddag en Open Monumentendag)<br />

vormen <strong>voor</strong> het stadsarchief vaak de aanleiding om alle inwoners, ook die met een<br />

andere culturele achtergrond, kennis te laten maken met hun werking.<br />

Roeselare nam de laatste jaren ook het initiatief om ieder jaar een verhandeling uit<br />

te geven van studenten die zich focussen op de geschiedenis van Roeselare. Ook<br />

hier is interculturaliteit geen onbekend begrip. Momenteel is men immers bezig,<br />

met steun en op basis van het Roeselaarse archiefmateriaal, een doctoraalscriptie<br />

te schrijven over de uitwijking van de Hongaren naar België in de jaren dertig van<br />

de vorige eeuw.<br />

Pijnpunt in de werking van het archief is wel dat bij de herdenking van de Eerste en<br />

de Tweede Wereldoorlog de Duitse overheden en bevolking niet aan bod gekomen<br />

zijn. De viering van 90 jaar Groote Oorlog kan hieraan misschien iets veranderen.<br />

Eventueel komen de nodige stimulansen hier<strong>voor</strong> van TERF en het afgesloten<br />

erfgoedconvenant.<br />

5.d Bibliotheek De Vriendschap<br />

5.e CC De Spil<br />

Hoofdstuk 6<br />

In de kijker: van bibliotheek naar kenniscentrum<br />

Hoofdstuk 7<br />

CC De Spil: op naar 20 jaar<br />

De ambities<br />

CC De Spil blijft ambitieus en formuleert dit vanuit een aantal invalshoeken.<br />

- eigen <strong>voor</strong>stellingen (cultuurspreiding)<br />

- lokale verenigingen (gemeenschapsvorming)


- dienstverlening aan derden<br />

- erfgoed<br />

CC De Spil legt hier duidelijk de link naar de groeiende aandacht <strong>voor</strong> het<br />

erfgoed; de komende jaren wil CC De Spil mee helpen het programma<br />

opbouwen naar 2012, het herdenkingsjaar van Adriaen Willaert; daarnaast<br />

kan het ook door religieuze concerten in kerkelijk erfgoed of andere<br />

<strong>voor</strong>stellingen in industrieel erfgoed een meerwaarde bezorgen aan zijn<br />

eigen programmatie en het cultureel imago van Roeselare<br />

o kunstencentrum<br />

Convenant met de Vlaamse Regering<br />

Met de aanpassing van het decreet in 2007 <strong>voor</strong>ziet de Vlaamse Regering, als<br />

opvolger <strong>voor</strong> de variabele subsidie uit het oorspronkelijke decreet, in een bedrag<br />

<strong>voor</strong> bijzondere projecten. Welke projecten krijgen hierbij de nodige prioriteit?<br />

- projecten met het oog op het bereiken van een nieuw publiek<br />

- het verruimen van het aanbod van door de Vlaamse overheid gesubsidieerde<br />

en ondersteunde gezelschappen<br />

- het ondersteunen en toegankelijk maken van het aanbod van lokale<br />

gezelschappen en verenigingen<br />

CC De Spil wil met deze bijzondere projectsubsidie volgende zaken realiseren:<br />

- Twinkelweek: een week van en <strong>voor</strong> kinderen en jongeren<br />

- Circacirk: een circustheaterfestival<br />

- Wereldstemmen: een hedendaagse kijk op vocale wereldmuziek<br />

Met dit project wil CC De Spil de wereldmuziek van vandaag en de<br />

zestiende-eeuwse polyfonie met elkaar in confrontatie brengen.<br />

Hoofdstuk 8<br />

Het Wielermuseum<br />

Sedert 2007 ook op koers<br />

Sinds 1 januari 2007 is het Wielermuseum erkend als museum, het resultaat van<br />

10 jaar intensief werken. Dit is evenwel geen eindpunt. Het Wielermuseum wil de<br />

ingeslagen weg van professionalisering verder zetten. Het museumbeleidsplan moet<br />

de stad op weg zetten naar verdere erkenning door de Vlaamse Regering <strong>voor</strong> de<br />

periode 2009-<strong>2014</strong>.<br />

De museumbezoeker ontdekt op een educatieve, auditieve, visuele en tactiele<br />

manier hoe de fiets en de wielersport vanaf de 19 e eeuw tot vandaag is<br />

geëvolueerd. Daarbij wordt het veelzijdig verhaal van de fiets en het wielrennen in<br />

zijn sociale, culturele en historische context geplaatst.<br />

Het Wielermuseum realiseert dit museaal concept door verzamelen, bewaren,<br />

onderzoek en publiekswerking.<br />

In het beleidsplan 2007-<strong>2008</strong> toonde het Wielermuseum dat het zelf zijn<br />

tekortkomingen goed kent. Dit is echter onmogelijk op te lossen in één<br />

werkingsjaar. In het beleidsplan 2009-<strong>2014</strong> dient de noodzakelijke inhaaloperatie<br />

vertaald te worden naar doelstellingen gekoppeld aan concrete plannen en<br />

middelen.<br />

Met zijn werking wil het Wielermuseum, door een samentrekking van wielersport en<br />

museum, het wielrennen plaatsen in zijn sociale, culturele en historische context,<br />

waarbij ook wielersport in zijn internationale perspectief bekeken wordt.


Daarom is het ook niet zomaar een museum. Het is ook een toeristische attractie,<br />

een levendig cultureel-maatschappelijk platform en een functionele en<br />

milieuvriendelijke architectuur. Koers en kermis horen samen in Vlaanderen<br />

waardoor de wielersport behoort tot de Vlaamse volksculturele tradities.<br />

Tegelijk wordt het museum een trefpunt waar onderzoekers de juiste informatie<br />

vinden, waar kinderen aan allerlei workshops kunnen deelnemen,<br />

wetenschappelijke projecten en tijdelijke tentoonstellingen worden ontwikkeld,<br />

wielerboeken worden <strong>voor</strong>gesteld enz. Het focust in zijn werking ook op de<br />

toekomst: domotica, milieuvriendelijkheid, energiebesparing, digitalisering zijn<br />

hiertoe de sleutelwoorden.<br />

Het Wielermuseum wil ten slotte ook een toonaangevend <strong>voor</strong>beeld zijn van<br />

fietswerkverkeer en recreatief fietsen.<br />

Beleidskeuzes<br />

- Het Wielermuseum profileert zich ten aanzien van andere musea in<br />

Vlaanderen en het buitenland die een thematische verwantschap hebben.<br />

- Het Wielermuseum versterkt haar positie ten opzichte van andere binnen-<br />

en buitenlandse verzamelingen door een kenniscentrum over het fiets- en<br />

wielererfgoed uit te bouwen.<br />

- Het Wielermuseum versterkt haar publiekswerking door nadruk te leggen op<br />

de passieve publieksbegeleiding.<br />

- Het Wielermuseum communiceert systematisch de museale werking aan de<br />

belanghebbenden en de potentiële doelgroepen.<br />

Deze beleidskeuzes vertaalt het Wielermuseum in haar beleidsplan <strong>voor</strong> 2009-<strong>2014</strong><br />

in bijkomende specifieke doelstellingen. Om deze doelstellingen te realiseren<br />

<strong>voor</strong>ziet het Wielermuseum in zijn beleidsplan ook de nodige financiële<br />

meerjarenplanning en opvolging.<br />

Hoofdstuk 9<br />

Financiële implicaties<br />

9.a Investeringen<br />

Kenniscentrum<br />

De belangrijkste investering die de stad Roeselare zal doen is ongetwijfeld de bouw<br />

van het nieuwe kenniscentrum met bibliotheek en open leercentrum. Hiertoe<br />

<strong>voor</strong>zag de stad de nodige middelen in de financiële meerjarenplanning. De eerste<br />

middelen hiertoe zullen verschijnen in de begroting <strong>2008</strong> <strong>voor</strong> de aankoop van het<br />

bestaande gebouw. Fasegewijs worden in de begrotingen van 2009 tot en met 2012<br />

de nodige kredieten <strong>voor</strong>zien <strong>voor</strong> de verdere realisatie.<br />

De stad heeft ook het kenniscentrum naar voren geschoven als stadsspecifiek deel<br />

in het kader van het stadscontract dat de Vlaamse Regering afsluit met de 13<br />

centrumsteden met de bedoeling om alle mogelijke logistieke, administratieve en<br />

financiële ondersteuning te krijgen vanuit de Vlaamse overheid.<br />

Nationale Bank<br />

De stad kocht de Nationale Bank aan in functie van het verruimen van de<br />

tentoonstellingsmogelijkheden en een eventuele erfgoedinvulling. Voor de realisatie<br />

hiervan <strong>voor</strong>ziet de stad, binnen de enveloppe gebouwen, eveneens de nodige<br />

middelen in de begroting <strong>2008</strong>.<br />

Diversen<br />

Daarnaast dient op langere termijn en binnen de budgettaire mogelijkheden, een<br />

aanzet te worden gegeven tot de renovatie van het Wielermuseum, de bouw van<br />

een Academie <strong>voor</strong> Schone Kunsten en de realisatie van een nieuw archief.


9.b Werkingsmiddelen<br />

De stad heeft in ieder geval de intentie om de bestaande werkingsmiddelen<br />

minstens te handhaven. Hiermee wil de stad de werking minstens op hetzelfde<br />

niveau houden en waar mogelijk door informatisering en aanpassingen van de<br />

procedures efficiënter en effectiever werken.<br />

Voor de besteding van de werkingsmiddelen <strong>2008</strong> zijn in ieder geval reeds naast<br />

het bestendigen van de vaste initiatieven, nog onderstaande opties genomen:<br />

Bibliotheek:<br />

- implementatie Vubis Sm@rt<br />

- verdere afstemming collecties<br />

- deelname aan streekgericht bibliotheekbeleid<br />

CC De Spil:<br />

- verhoging werkingstoelage <strong>voor</strong> personeel, communicatie en programmatie<br />

Erfgoedconvenant:<br />

- door zijn rijk erfgoed wil Roeselare hierin een <strong>voor</strong>aanstaande rol spelen<br />

Ondersteuning verenigingsleven:<br />

- in het kader van de vernieuwde cultuurraad zal over de ondersteuning van<br />

het verenigingsleven een gesprek over de mogelijke verwachtingen,<br />

hervormingen en verbeteringen worden opgestart, binnen een stabiel<br />

budgettair kader.<br />

De jaarlijkse actieplannen en beleidsbrieven zullen dit concretiseren.<br />

Hoofdstuk 10<br />

Tot slot


Uittreksel cultuurbeleidsplan <strong>Staden</strong><br />

DIVERSE FUNCTIES EN ACTOREN<br />

p.9<br />

het culturele kader<br />

• erfgoed:<br />

In <strong>Staden</strong> zijn er geen geklasseerde monumenten of landschappen. <strong>Staden</strong> heeft<br />

sinds 2003 geen museum meer.<br />

De <strong>Staden</strong>se heemkring Antonius Sanderus werkt rond erfgoed. In<br />

Westrozebeke is het Arteveldecomité actief rond het behoud van het dorpsleven.<br />

In 2005 is de werkgroep erfgoed opgestart. Deze werkgroep brengt de<br />

erfgoedverenigingen en individueel geïnteresseerden in erfgoed samen.<br />

In de bibliotheek werd in 2002 het Fonds Heemkunde <strong>Staden</strong> opgestart. Daarin<br />

zitten oude boeken en documenten over de gemeente. Deze documenten zijn<br />

eigendom of schenkingen van het museum, de heemkring, privé-personen en de<br />

gemeente.<br />

Eind 2005 werd TERF, een intergemeentelijk samenwerkingsverband rond<br />

erfgoed, opgericht. <strong>Staden</strong> is één van de zeven gemeenten binnen deze<br />

samenwerking. Meer info hierover vindt u op de volgende bladzijde onder het<br />

punt samenwerkingsverbanden.<br />

In ‘Bouwen door de eeuwen heen: inventaris van het cultuurbezit in België<br />

Architectuur. Deel 17n 2 Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Roeselare<br />

Kantons Hooglede – Izegem – Lichtervelde’ is het bouwkundig erfgoed dat de<br />

gemeente rijk is, beschreven.<br />

In de uitgave van de provincie West-Vlaanderen ‘Zij, die vielen als helden …’<br />

deel 2 zijn<br />

de oorlogsmonumenten op ons grondgebied opgenomen.<br />

De student-archeologie Willem Wackenier pleegde een eindwerk over bunkers<br />

uit de eerste wereldoorlog in onze gemeente.<br />

Ook privé zijn heel wat mensen bezig met erfgoed: verzamelen en publiceren<br />

(boekvorm en digitaal) van oude prentkaarten, molens, boerderijen…<br />

Het gemeentelijk archief wordt herwerkt. De collectie wordt gewied en<br />

geselecteerd. Daardoor wil men het archief toegankelijker maken. Voor wat<br />

strikt gemeentelijke gegevens betreft zijn er documenten te raadplegen vanaf de<br />

jaren 1920. De registers van de burgerlijke stand 1800-1900 staan op cd-rom en<br />

zijn ter plaatse raadpleegbaar. Recentere gegevens staan nog niet op cd-rom.<br />

Deze laatste gegevens kunnen ingekeken worden als de <strong>voor</strong>zitter van de<br />

rechtbank in eerste aanleg Ieper de toelating geeft.<br />

Het toeristische aanbod van de gemeente beperkt zich tot het recreatieve:<br />

wandelpaden en fietsroutes, het Vijverbos te Westrozebeke en het natuurgebied<br />

in ontwikkeling rond de Keuneleute in Westrozebeke. Dagtrips of halvedagtrips<br />

doorheen de drie deelgemeenten kunnen gereserveerd worden via de<br />

gemeentelijke infodienst.<br />

p. 18<br />

厶 ERFGOED<br />

Algemeen:<br />

Nieuwe uitdagingen of speerpunten


• positieve aandacht <strong>voor</strong> erfgoed<br />

• erfgoed als hefboom <strong>voor</strong> toerisme en recreatie<br />

Concreet:<br />

• het gemeentelijke erfgoed in kaart brengen, bewaren en in de kijker zetten<br />

• actief lid worden van het regionale samenwerkingsproject TERF<br />

• het erfgoedconvenant<br />

• een aanspreekpunt <strong>voor</strong> toerisme en recreatie uitbouwen<br />

Acties:<br />

• een bewaarplek <strong>voor</strong> gemeentelijk erfgoed realiseren<br />

• de oprichting van de regionale erfgoedcel<br />

• de uitwerking van het erfgoedconvenant TERF<br />

• diverse erfgoedvormen inventariseren (regionaal)<br />

• tweejaarlijks deelnemen aan de erfgoeddag<br />

• het Fonds Heemkunde in de bib verruimen en promoten<br />

• het aanbod en de mogelijkheden <strong>voor</strong> toerisme en recreatie in de gemeente in<br />

kaart brengen, gezamenlijk bekend maken en accentacties uitwerken


GEDEELTELIJKE INVENTARIS VAN HET ROEREND, ONROEREND EN<br />

IMMATERIEEL ERFGOED<br />

1. Onroerend, roerend en immaterieel erfgoed<br />

Het volgende overzicht van het onroerend, roerend en immaterieel erfgoed van<br />

het “Hart van West-Vlaanderen” is een poging tot het in kaart brengen van deze<br />

deelsectoren. Het overzicht is bijgevolg onvolledig. Een optimale inventarisatie van<br />

dat erfgoed kan dan ook als een van de prioriteiten beschouwd worden.<br />

Onroerend erfgoed<br />

Voor een overzicht van het onroerend erfgoed kunnen we een beroep doen op twee<br />

bestaande inventarissen.<br />

De landschapsatlas (2002) van het Vlaams Gewest levert een schat aan informatie<br />

over ruimtelijke structuren, zowel grotere gehelen met meer erfgoedwaarden als<br />

kleinere relicten. Het 2 de belangrijke werk is de inventaris ‘Bouwen door de eeuwen<br />

heen in Vlaanderen, Provincie West-Vlaanderen, arrondissement Roeselare,<br />

Kantons Hooglede – Izegem – Lichtervelde (2001) en deze van het kanton<br />

Roeselare (1999) uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap.<br />

Daarnaast is er ook het tijdschrift ‘In de steigers’ van de provincie West-<br />

Vlaanderen dat een goed overzicht geeft van het aanwezige waardevolle erfgoed.<br />

En uiteraard kwam het onroerend erfgoed reeds ruimschoots aan bod in diverse<br />

thematische of lokale publicaties.<br />

1.1.1 Landschap<br />

De inventarisatie van de historisch gegroeide landschapsstructuren vond zijn<br />

neerslag in de Landschapsatlas van het Vlaams Gewest (2002). Hij omvat punt- en<br />

lijnrelicten, maar tevens complexere gehelen -de zogenaamde ankerplaatsen- en<br />

biedt een zeer interessant overzicht van de (cultuur-)landschappelijke potenties.<br />

De rivier de Mandel en de hoogten zijn in belangrijke mate landschapsbepalend en<br />

hebben uiteraard consequenties <strong>voor</strong> de nederzettingsvormen, de ontwikkeling van<br />

de bedrijvigheid en de algemeen culturele ontwikkeling.<br />

Het noordelijk deel van het gebied bevindt zich in de zandstreek, terwijl Izegem<br />

gesitueerd kan worden in de vallei van de Mandel, <strong>voor</strong>al op licht-zandleemgronden.<br />

De heuvelrug van Westrozebeke (met <strong>Staden</strong> en Westrozebeke) met een uitloper<br />

naar Hooglede en Lichtervelde Heihoek ligt op een hoogte van ongeveer 50m en<br />

vormt de waterscheidingskam tussen de IJzervallei en de Leievallei. Hooglede is<br />

etymologisch te verklaren als ‘hoge helling’. De naam Heihoek verwijst naar het<br />

<strong>voor</strong>malig veldgebied op de droge zandige bodems.<br />

Naast de rug wordt het noordelijk gebied gekenmerkt door zijn lichtgolvend<br />

landschap. Oostnieuwkerke en Lichtervelde zijn gelegen in één der talrijk<br />

<strong>voor</strong>komende beekvalleitjes, die met alluviale bodems zijn opgevuld. De hoger


gelegen kammen zijn niet weggeërodeerd dankzij de vrij stenige lagen die er<br />

stelselmatig aanwezig zijn. De ijzerhoudende zandsteen profileert zich als<br />

veldsteenbanken die reeds op geringe diepte <strong>voor</strong>komen. Dit materiaal is<br />

aangewend in de oudste kerkbouw zoals blijkt uit de westgevel van de St.-<br />

Pieterskerk te Emelgem. De geïntegreerde partijen van veldsteen verwijzen er<br />

naar de vroeggotische kerk uit de 2 de helft van de 13 de eeuw. De rijke kleibodem<br />

heeft de baksteenproductie in de hand gewerkt. Vermelding in archiefstukken van<br />

vroegere steenbakkerijen en <strong>voor</strong>namelijk veldovens wijzen hierop. Momenteel zijn<br />

er nog steenbakkerijen actief te Hooglede en Rumbeke.<br />

Indicatief <strong>voor</strong> de streek zijn ook de rechte steenwegen die teruggaan tot de 18 de<br />

eeuw en die een belangrijke aanzet betekenen <strong>voor</strong> de ontsluiting van het gebied.<br />

Het agrarisch gebruik staat nu grotendeels onder de invloed van de fruit- en<br />

groenteveiling van Roeselare en Omstreken. De densiteit aan groenteteelt en de<br />

verwerking ervan in verschillende diepvriesbedrijven behoort hierdoor tot de<br />

hoogste van Vlaanderen.<br />

Het landschap rond Ingelmunster, Emelgem, Kachtem, Roeselare en Izegem wordt<br />

sterkt gedomineerd door zijn ligging in het valleigebied van de Mandel, en de<br />

aanwezigheid van infrastructurele lijnstructuren: het kanaal, de spoorweg en de<br />

parallelle steenwegen. Gezien de reeds vroege en nog <strong>voor</strong>tdurende industrialisatie<br />

van het gebied werden deze verbindingsassen stelselmatig dichtgebouwd. Hierdoor<br />

belaadt een aaneengeweven net van bebouwing de vallei met een industrieel<br />

karakter.<br />

De streek is momenteel één van de bosarmste gebieden van Vlaanderen. Het<br />

historische bos “Huwynsbossen” (Lichtervelde) bleef tot de WO II grotendeels<br />

bewaard. Tegenwoordig zijn deze bossen opnieuw aangeplant en worden ze<br />

onderhouden door de Vlaamse Gemeenschap. Izegem en Westrozebeke (Vijverbos)<br />

hebben nog een klein bosareaal. De 19 de eeuwse aanplantingen op het Lichterveldse<br />

“veld” (heidegebied) in het noorden van de gemeente, een uitloper van het<br />

‘Bulskampveld’, werden gerooid tijdens de beide wereldoorlogen.<br />

Gelukkig resten er nog enkele groene parkdomeinen, die de kleinstedelijke kernen<br />

typeren en een cultureel rustpunt vormen <strong>voor</strong> de ‘nijvere stede’.<br />

Lijnrelicten: Mandel, oude Mandelbeek, oude spoorwegberm Menen-Roeselare,<br />

oude spoorwegberm Roeselare-Ieper, heuvelrug Westrozebeke, heuvelrug<br />

Hooglede, zichtspunten in Hooglede (Bank Rodenbach), oude spoorwegberm<br />

Kortemark-Ieper (= de spoorweg Oostende-Armentières waarover nu de<br />

Vrijbosroute loopt van Ieper tot Kortemark en dus passeert <strong>Staden</strong>), holle weg<br />

(Gitsbergstraat) Hooglede<br />

Puntrelicten: beschermde monumenten


1.1.2 Bouwkundig erfgoed<br />

Voor wat betreft het bouwkundig erfgoed hebben we ons gebaseerd op “Bouwen<br />

door de eeuwen heen: inventaris van het cultuurbezit in België: architectuur”.<br />

Daarnaast maakten we ook gebruik van het tijdschrift ‘In de steigers’ van de<br />

provincie West-Vlaanderen.<br />

Wat opvalt is dat niet de grootste en spectaculairste monumenten het bouwkundig<br />

erfgoed van het Hart van West-Vlaanderen domineren. Wel kenmerkend is de<br />

rijke variatie van het meer bescheiden patrimonium. Dat houdt ongetwijfeld<br />

verband met de evolutie van de regio waar de agrarische activiteit en<br />

ambachtelijke bedrijvigheid kenmerkend waren tot laat in de 19 de eeuw.<br />

Slechts een klein gedeelte van het waardevolle onroerend erfgoed in het Hart van<br />

West-Vlaanderen is beschermd als monument-, dorps- of stadsgezicht of<br />

landschap.<br />

Monument Dorpsgezicht Stadsgezicht Landschap totaal<br />

Roeselare 43 - 1 2 46<br />

Izegem 30 - 2 - 32<br />

Hooglede 4 - - - 4<br />

Lichtervelde 4 - - - 4<br />

Moorslede 2 - - - 2<br />

<strong>Staden</strong> - - - - 0<br />

Ingelmunster 8 1 1 10<br />

Algemeen kunnen we het volgende stellen:<br />

- het grootste deel van de beschermde monumenten is te categoriseren onder<br />

religieus erfgoed, woningen en publieke gebouwen;<br />

- het agrarische karakter van een deel van de streek komt niet tot uiting;<br />

- een zeer groot deel van het waardevolle onroerende erfgoed is op nog geen<br />

enkele manier beschermd. Voor een duurzame instandhouding is een belangrijke<br />

inhaalbeweging hier meer dan nodig;<br />

- <strong>voor</strong> het behoud van het erfgoed moeten we nu reeds grotendeels steunen op het<br />

nog aanwezige roerend en immaterieel erfgoed;<br />

Zonder poging tot volledigheid en zonder hiërarchie volgt hierna een greep uit het<br />

aanwezige interessante onroerend erfgoed in de regio. Voor een meer volledig<br />

overzicht verwijzen we graag naar de eerder vermelde inventarissen.<br />

Roeselare<br />

- Kerk Klein Seminarie<br />

- Klooster der Grauwe zusters en het stadhuis met uitbreiding met belfort op de<br />

grote markt<br />

- St.-Michielskerk<br />

- Voormalig postgebouw in de Ooststraat


- Voormalig brandweerarsenaal op het Polenplein<br />

- Diverse winkelhuizen en herenhuizen<br />

- Kasteel Rodenbach-Mergaert<br />

- Delen brouwerij Rodenbach<br />

- Graansilo’s<br />

- Pakhuizen<br />

- Kazandmolen (stenen windmolen)<br />

- Oude Stedelijke Begraafplaats<br />

Izegem<br />

- Tandem-compound stoommachine en elektrische centrale<br />

- Stadhuis<br />

- Voormalig postgebouw<br />

- Kasteel Blauwhuis met omgeving<br />

- Kantoorgebouw van de <strong>voor</strong>malige schoenfabriek Eperon d’or<br />

- Diverse (burger)woningen<br />

- Twee landhuizen met bijhorende conciërgewoning<br />

- Brandweerkazerne met woonhuis<br />

- St.-Jozefscollege<br />

- Klooster Zusters van Maria en <strong>voor</strong>malige molen met hostiebakkerij<br />

- Mouterij van de <strong>voor</strong>malige Brouwerij Carpentier<br />

Ingelmunster<br />

- Kasteel de Plotho de Montblanc<br />

- Toren van de Sint-Amandskerk<br />

- Herberg Kapelhof<br />

- Sint-Amanduskerk, parochiekerk met cultuurgoederen en omgeving<br />

- Samenstel vormende huizen met aanpalende zgn. Hazekapel, D’Heerlijkhede van<br />

Deefakker, historische bestanddelen van de hoeve,Meulebekestraat<br />

- 23 graftekens<br />

- Grafkapel met omlopend terras op de begraafplaats<br />

- Molenkuip Hoge Doorn<br />

- Hoeven en boerderijen<br />

- Straatkapelletjes<br />

Hooglede<br />

- <strong>Gemeente</strong>huis<br />

- Herberg De Dubbele Arend<br />

- Beuk in de Amersveldstraat<br />

- Grijspeerdmolen (houten windmolen)<br />

- Duits kerkhof<br />

- Meubelfabriek Defour<br />

- Steenbakkerij de Vossenberg<br />

- Asten<br />

Lichtervelde


- Olieslagerij, Maalderij en boomzagerij ‘Van Coillie’ met 2 aanpalende<br />

woonhuizen<br />

- Romaanse doopvont (11 e -12 e eeuw) in de St.-Jacobuskerk<br />

- Oorlogsmonument<br />

- Diverse burgerwoningen<br />

- Het station<br />

- Hoeves en boerderijen<br />

- Den Trolley (18 de -eeuwse woning)<br />

- De middengang van de gemeentelijke begraafplaats<br />

- Asten<br />

- brouwerijen<br />

- bunker uit WOI<br />

- gedenkplaten aan woningen (Albert Termote, Karel van de Poele, …)<br />

- Diverse kapelletjes<br />

- pastorij (ca. 1850)<br />

- oud dorpscafé “Den Hoepel” (19 e eeuw)<br />

Moorslede<br />

- Onze-Lieve-Vrouwkerk<br />

- Spaanse Kapel<br />

- Oud klooster Ten Bunderen<br />

<strong>Staden</strong><br />

- Herdenkingsmonumenten en littekens in het landschap verwijzen naar WOI. Er<br />

is een grote dichtheid van goed bewaarde oorlogsrelicten zowel boven- als<br />

ondergronds die getuigen van de wereldoorlog (fenomenen van nationaal en<br />

internationaal belang)<br />

- Voormalig gemeentehuis Westrozebeke<br />

- Oud gedeelte van het <strong>Staden</strong>se gemeentehuis<br />

- Waardevolle gevels<br />

- Ambachtelijk erfgoed<br />

- Oude spoorlijn<br />

Roerend erfgoed<br />

Terwijl er op Vlaams niveau al heel wat inventariseringwerk van onroerend erfgoed<br />

werd gepubliceerd of via het internet beschikbaar is, is dat <strong>voor</strong> het roerend<br />

erfgoed uit het “Hart van West-Vlaanderen” veel minder of zelfs niet het geval.<br />

Op het vlak van roerend erfgoed bemerken we nochtans een hausse in<br />

inventariseringinitiatieven op verschillende niveaus en in verschillende sectoren.<br />

We denken hierbij ondermeer aan de archiefbank Vlaanderen.<br />

Op een overzicht ‘roerend erfgoed’ konden we in onze regio nog geen beroep doen.<br />

Wat volgt is dus een eerste poging tot het in kaart brengen van het waardevolle


oerend patrimonium van het Hart van West-Vlaanderen. De lijst is bijgevolg nietexhaustief.<br />

1.2.1 Archeologische collecties<br />

- Werkgroep Archeologie Roeselare (WAR)<br />

- Vereniging opgravingen en bodemonderzoek West-Vlaanderen (VOBOW)<br />

- Collectie middeleeuws aardewerk in Lichterveldse gemeentehuis<br />

- Tumulus (Lichtervelde)<br />

- Munitiedepot uit WO I<br />

- Johan Bostoen (Hooglede)<br />

1.2.2 Archieven en archiefwerking<br />

- <strong>Gemeente</strong>archieven van Roeselare, Izegem Moorslede, <strong>Staden</strong>, Lichtervelde,<br />

Ingelmunster en Hooglede<br />

- Bedrijfsarchieven (o.a. van de <strong>voor</strong>malige Meubelfabriek Clarysse, …)<br />

- Familiearchieven (o.a. familie Rodenbach, familie Vandewalle, schenking<br />

familie Sintobin, familie Vandenbogaerde, …)<br />

- Archieven van OCMW’s<br />

- Archieven van kerkfabrieken<br />

- Archieven van heemkundige kringen<br />

- Archieven van verenigingen<br />

- Fonds Heemkunde <strong>Staden</strong><br />

- Regionaal documentatiecentrum van de Vlaamse Vereniging <strong>voor</strong> Familiekunde<br />

- Bewaarbibliotheek: archief met publicaties m.b.t. en over de gemeenten<br />

- Archief van de Heren van Dadizele<br />

- Publicaties over de geschiedenis van de diverse gemeenten<br />

- Gegevensdatabank Geert Hoornaert<br />

- Collectie Michiel Debruyne<br />

- Collectie Emiel Ramoudt<br />

- Stukken in externe archieven o.m. Rijksarchief<br />

1.2.3 Musea<br />

- Nationaal schoenen- en borstelmuseum Izegem (erkend in basiscategorie)<br />

- Wielermuseum Roeselare (erkend in basiscategorie)<br />

1.2.4 Private verzamelingen<br />

- Drukkerijmuseum (Strobbe, Izegem)<br />

- Verzameling houtbewerking (Vangroenweghe en Clarysse, Izegem)<br />

- Kappersmuseum Exclusief (Verhaeghe, Roeselare)<br />

- Michels’ Filmmuseum (Roeselare)<br />

- Verzameling mbt. koffie (Jean-Pierre Lisabeth, Lichtervelde)<br />

- Kunstcollectie vrouwelijke schilders (Anny Roose, Lichtervelde)<br />

- Vlaggen en medailles van verenigingen<br />

- Streekbierenmuseum (privé-verzameling Hooglede)<br />

- Collectie over WO (Verhelst, Hooglede)<br />

- Affiches, meubels, toneel (Defour, Hooglede)<br />

- Lievensmuseum en religieusporseleincollectie (het Lievenscomité, Moorslede)


- Zouavenmuseum (Klein Seminarie, Roeselare)<br />

- Het computermuseum (José Cools, Atil, Roeselare)<br />

- Verzamelingen bidprentjes in diverse gemeenten<br />

- Collecties onderwijs (Klein Seminarie)<br />

1.2.5 Kunstpatrimonium<br />

- <strong>Gemeente</strong>lijke, kerkelijke en particuliere collecties<br />

- Toondichters: Herman Roelstraete, Louis De Meester, Adriaen Willaert,<br />

Peter Benoit, Frantz Brogniez, A. Vermander, Cécilia Callebert, …<br />

- Beeldend kunstenaars: Jules Lagae, Alfons Blomme, Alidor Lamote, Albert<br />

Termote, Clemens Carbon, Door Gevaert, Emiel Jacques, Marc Claerhout …<br />

- Bio-bibliografische reeks over Roeselaarse kunstenaars<br />

1.2.6 Literair erfgoed<br />

- Diverse plaatselijke schrijvers in de regio<br />

- Collectie Westflandrica<br />

- Algemene Collectie Karel Van Elslande<br />

- Collectie “Vereenigde Vrienden”<br />

- Schrijvers: Guido Gezelle, Warden Oom, Hugo Verriest, Albrecht Rodenbach,<br />

Roger Fieuw, Philemon Sabbe, Omer Karel De Laey, R.C. Gitsberg, Emiel<br />

Lauwers…<br />

1.2.7 Foto- en filmcollecties<br />

- Particuliere archieven (Archief van Maurice Terryn – Izegem, Jos Bogaerts,<br />

Paul Decloedt, Georges Vandeportaele, Ferdi Callewaert …)<br />

- Archieven van Heemkundige kringen<br />

- Collecties in stad- en gemeentearchieven<br />

- Prentkaartenverzameling in diverse gemeenten<br />

Immaterieel erfgoed<br />

Immaterieel erfgoed keert terug naar de wortels en de identiteit van een<br />

samenleving. Het illustreert en verklaart zowel maatschappelijke samenhangen,<br />

patronen en evoluties als lokale gebruiken en zelfs familiale gewoonten.<br />

Immaterieel erfgoed gaat ook over verhalen en gebruiken, over tradities en<br />

rituelen, over het alledaagse uit het verleden dat nu nog steeds betekenis heeft.<br />

Immaterieel erfgoed laat zich naar zijn aard dus moeilijk inventariseren.<br />

Verdwijnend of bedreigd immaterieel erfgoed moet je <strong>voor</strong>al goed documenteren,<br />

onderzoeken en registreren.<br />

Het Hart van West-Vlaanderen kenmerkt zich door zeer verscheiden initiatieven<br />

op het vlak van registreren, documenteren en/of ontsluiten van immaterieel<br />

erfgoed. Dat gaat van dialectwoorden over projecten ‘mondelinge geschiedenis’ tot<br />

het <strong>voor</strong>stellen van ambachten.<br />

1.3.1 (Tussengemeentelijke) woonkernen


- Sleihage, De Tassche, Beitem, De Ruiter, Kachtem, De Geyte, De Vijfwegen,<br />

St.-Jozef, Slypskapelle …<br />

1.3.2 Landelijke en andere verhalen<br />

- Sagen en legenden: tal van thesissen zijn verschenen over de regio<br />

- Mondeling erfgoed<br />

- Anekdotiek<br />

1.3.3 Taal, dialecten<br />

- Dialectwoordenboeken (lokale intiatieven o.a. Izegem, Roeselare, <strong>Staden</strong>,<br />

Lichtervelde… en diverse thesissen)<br />

1.3.4 Religieus erfgoed en volksdevotie<br />

- Bedevaart Dadizele en Westrozebeke<br />

- Verering van St.-Jan de Doper in Kachtem en <strong>Staden</strong><br />

- Mariaverering in de grotten verspreid over het hele gebied<br />

- Veld- en gevelkapellen<br />

- Devotie van het H.Hart<br />

- H. Nicolaas van Tolentijn<br />

- O.L.Vrouw van Westrozebeke<br />

- H. Brigida te Oostnieuwkerke<br />

- Pauselijke Zouaven<br />

- Missiewerking<br />

- H. Margaretha-verering in Lichtervelde<br />

- Hallebedevaarders<br />

- St.-Jacobus<br />

- Stevenisten<br />

- Het Lievensmuseum<br />

- Broederschap O.-L.-Vrouw van Smarten (Zeven Weeën) te Ingelmunster<br />

1.3.5 Volkskunst, volksdans, volksgebruiken<br />

- Meiboomplantingen<br />

- Volksdansgroep Die Boose en Vlijtigh ende Boos (Izegem)<br />

- VZW Booserik (Izegem)<br />

- Schuttersgilden<br />

- Vlaggen en banieren<br />

- Koekezondag (Izegem en De Vijfwegen)<br />

- St.-Blasiusfeesten Rumbeke<br />

- Volksdansgroep Choronde<br />

- Volksdansgroep Ten Elsberge<br />

- De reuzen<br />

- Kermiskoersen<br />

- St-Maarten (Moorslede)<br />

- Volkssporten (schuttersgilden, duivensport, vinkenzettingen, gaaibolders,<br />

trabolders…)


- Volksgebruiken bij overgangsrites (geboorten, dood, volwassen worden,<br />

huwelijk, …)<br />

1.3.6 Bijnamen<br />

- Messenvechters (Bosmolens, Izegem), pekkers (Izegem), pompeschitters<br />

(Dadizele), veldknappers en platsefisters (Lichtervelde), nieuwmarkters<br />

(Roeselare)…<br />

1.3.7 Volksliederen en volksmuziek<br />

- Koren<br />

- Trommel- en vendelierskorpsen<br />

- Fanfares en harmonieën<br />

- Bandopname Lichterveldse liederen in bezit van de Heemkundige kring<br />

1.3.8 Ambachten<br />

- Kennis, vaardigheden via ‘Vrienden van het Museum’, heemkundige kringen, …<br />

- Beelden<br />

1.3.9 Nijverheden<br />

- Vlas<br />

- Schoenen<br />

- Borstels<br />

- Meubels<br />

- Tabak<br />

- Textiel<br />

- Bierbrouwerij<br />

- Duivenringen<br />

- Accordeons Callewaert<br />

- Cinema De Keizer (enige familiezaal in België uit de pionierstijd)<br />

- Seizoensarbeid<br />

- olieslagerij<br />

1.3.10 Figuren<br />

- Albrecht Rodenbach<br />

- Pater Lievens<br />

- Ridder Jan<br />

- Karel van de Poele<br />

- Heren van Lichtervelde<br />

- Heren van Ingelmunster<br />

- Pastoor Denys<br />

- Jules Missinne<br />

- Amand Goddyn<br />

1.3.11 Streekproducten<br />

- Geytetaart<br />

- Piro-bier (Lichtervelds Blond bier)<br />

- Pekkersproducten


- Rodenbach<br />

- Oostnieuwkerkse Geitekaas<br />

- Pompeschitterstaart<br />

- Elexir de Roulers<br />

- Brigand en kasteelbier


ACTIEPLAN<br />

<strong>2008</strong><br />

Beveren Dadizele Emelgem Gits Hooglede Ingelmunster Izegem<br />

Kachtem Lichtervelde Moorslede Oekene Oostnieuwkerke<br />

Roeselare Rumbeke <strong>Staden</strong> Westrozebeke


INLEIDING<br />

Voor u ligt het eerste jaaractieplan <strong>voor</strong> de Erfgoedcel van TERF. Dit<br />

jaaractieplan <strong>2008</strong> vindt zijn fundamenten in het erfgoedconvenant dat<br />

afgesloten werd met de Vlaamse Overheid.<br />

Dit eerste jaar zal dus niet gekenmerkt worden door grootschalige<br />

activiteiten. Daar<strong>voor</strong> is de inloopperiode van de medewerkers van de<br />

Erfgoedcel te kort. Maar toch is het de bedoeling dat TERF en zijn<br />

erfgoedcel tegen het einde van het jaar op de kaart staan en de basis<br />

hebben gelegd <strong>voor</strong> de werking de volgende jaren.<br />

Inventarisatie, netwerking, communicatie, inspelen op bovenlokale<br />

initiatieven en ontwikkelen van <strong>voor</strong> dit gebied unieke thematische<br />

erfgoedlijnen, zijn de acties waarrond in <strong>2008</strong> gewerkt wordt. Daarnaast<br />

krijgt ook Wereldoorlog 1, 90 jaar na het einde en opbouwend naar<br />

<strong>2014</strong>, de nodige aandacht.<br />

De deelnemende gemeenten aan TERF hebben de intentie om samen<br />

te werken nogmaals uitdrukkelijk bevestigd en hopen dat de Vlaamse<br />

overheid ook het ingediende beleidsplan <strong>voor</strong> de periode 2009-<strong>2014</strong><br />

positief zal beoordelen. Het gerealiseerde veldwerk in <strong>2008</strong> zal op die<br />

manier zijn vruchten ook toekomstgericht afwerpen en hopelijk ook nog<br />

de resterende gemeenten over de brug halen om op de regionale<br />

erfgoedtrein te stappen.


ACTIES<br />

1. OPSTARTEN ERFGOEDCEL<br />

DOEL<br />

De erfgoedcel ‘Het Hart van West-Vlaanderen’ opstarten.<br />

VERANTWOORDELIJKE:<br />

De aangeworven medewerkers en de werkgroep erfgoed<br />

ACTIES TIMING<br />

indiensttreding personeelsleden 1 februari <strong>2008</strong><br />

contact met de actoren en andere<br />

erfgoedcellen<br />

vanaf februari<br />

versterken netwerking vanaf februari<br />

structureren werking erfgoedcel maart<br />

concretiseren actieplan <strong>2008</strong> maart<br />

concretiseren beleidsplan 2009-<strong>2014</strong> <strong>voor</strong>jaar<br />

opmaak actieplan 2009 oktober<br />

MIDDELEN<br />

Zie begroting<br />

RESULTAAT<br />

• een goed werkende erfgoedcel<br />

• versterkte samenwerking tussen de diverse partners<br />

• een actieplan <strong>voor</strong> 2009<br />

• een concreter beleidsplan 2009-<strong>2014</strong><br />

INDICATOREN<br />

• de erfgoedcel<br />

• de diverse contacten<br />

• de activiteiten


2. ONDERSTEUNING VAN HET WERKVELD<br />

DOEL<br />

Versterken van het lokale werkveld en uitbouwen van een regionaal erfgoednetwerk.<br />

VERANTWOORDELIJKE:<br />

De medewerkers van de erfgoedcel<br />

ACTIES TIMING<br />

vorming organiseren permanent<br />

expertise uitwisselen permanent<br />

dossierbeheer permanent<br />

ontwikkelen partnerschap permanent<br />

MIDDELEN<br />

Zie begroting<br />

RESULTAAT<br />

• Het lokale werkveld wordt ondersteund en kan zo de eigen werking versterken.<br />

• De bestaande expertise wordt uitgewisseld en verrijkt meer partners.<br />

• Projecten worden beter onderbouwd.<br />

INDICATOREN<br />

• het aantal vormingsmomenten<br />

• opgestarte en afgehandelde dossiers<br />

• tevredenheid van de actoren en de partners<br />

3. COMMUNICATIE<br />

DOEL<br />

De regionale communicatie rond erfgoed versterken en een eigen gezicht geven.<br />

VERANTWOORDELIJKE:<br />

De medewerkers erfgoedcel<br />

ACTIES TIMING<br />

het TERFblad verder uitwerken vanaf februari<br />

een eigen huisstijl ontwikkelen februari – maart<br />

een website opstarten vanaf maart<br />

een communicatieplan opmaken en<br />

uitwerken<br />

april<br />

ontwikkeling jaarlijkse publicatie juni<br />

MIDDELEN<br />

Zie begroting


RESULTAAT<br />

Via TERFblad en andere kanalen blijft de inwoner van de regio op de hoogte van<br />

het erfgoedgebeuren.<br />

INDICATOREN<br />

• de publicaties<br />

• de website<br />

4. DEELNAME AAN DIVERSE VLAAMSE INITIATIEVEN<br />

DOEL<br />

De Vlaamse initiatieven rond erfgoed regionaal promoten. Voor <strong>2008</strong> zijn dat onder<br />

andere de Nacht van de Geschiedenis, de erfgoeddag, Open Monumentendag en de<br />

Week van de Smaak.<br />

De deelnemende gemeenten ondersteuning geven bij de uitwerking van deze<br />

themadagen.<br />

VERANTWOORDELIJKE:<br />

De medewerkers erfgoedcel en de plaatselijke verantwoordelijken<br />

ACTIES TIMING<br />

informatie over de themadagen verzamelen<br />

en doorgeven<br />

permanent<br />

overlegmoment met de deelnemende afhankelijk van het tijdstip van de<br />

gemeenten<br />

activiteit<br />

opstellen van een samenwerkingsplan maart<br />

opstellen en uitwerken promotie- en afhankelijk van het tijdstip van de<br />

communicatieplan per activiteit<br />

activiteit<br />

evaluatie november<br />

MIDDELEN<br />

Zie begroting<br />

RESULTAAT<br />

• TERF komt met diverse initiatieven naar buiten.<br />

• De gemeenten organiseren activiteiten rond erfgoed op deze themadagen.<br />

• De burger maakt kennis met erfgoed.<br />

INDICATOREN<br />

• het aantal gemeenten die deelnemen<br />

• het aantal initiatieven<br />

• de gevoerde promotiecampagne<br />

• het bereikte publiek


5. INVENTARISATIE + AANZET TOT BEWAREN EN<br />

ONTSLUITEN<br />

DOEL<br />

Een zicht krijgen op wat er in de regio is op erfgoedvlak:<br />

• actoren die bezig zijn met erfgoed<br />

• onroerend, roerend, immaterieel erfgoed<br />

• erfgoedthema’s die dreigen verloren te gaan<br />

Bewarings- en ontsluitingsstrategiën <strong>voor</strong> het regionale erfgoed opstellen.<br />

VERANTWOORDELIJKE:<br />

De medewerkers erfgoedcel en de plaatselijke verantwoordelijken<br />

ACTIES TIMING<br />

contacten met de diverse actoren februari<br />

inventarisatieplan opmaken februari – maart<br />

start inventarisatie van bepaalde thema’s: vanaf maart<br />

• wereldoorlog<br />

• religieus erfgoed<br />

• funerair erfgoed<br />

• industrieel-commercieel erfgoed<br />

bewaar- en ontsluitingsmogelijkheden vanaf maart<br />

oplijsten<br />

het stakeholdermanagement <strong>voor</strong> TERF vanaf maart<br />

uitwerken<br />

MIDDELEN<br />

Zie begroting<br />

RESULTAAT<br />

• Er is zicht op wat regionaal aanwezig is met het oog op bewaring en ontsluiting.<br />

• In <strong>2008</strong> worden themagerichte publieksmomenten georganiseerd.<br />

INDICATOREN<br />

• de inventaris<br />

• de publieksmomenten<br />

• het bereikte publiek


6. THEMA WERELDOORLOG ÉÉN<br />

DOEL<br />

Een regionaal erfgoedproject rond een jaarthema uitwerken. Voor <strong>2008</strong> focussen we op<br />

negentig jaar na WOI.<br />

VERANTWOORDELIJKE:<br />

De medewerkers erfgoedcel en de plaatselijke verantwoordelijken<br />

ACTIES TIMING<br />

overzicht van de activiteiten in de<br />

gemeenten<br />

februari <strong>2008</strong><br />

uitwerken van gezamenlijke activiteiten februari – maart<br />

promotieplan opmaken en uitwerken maart<br />

diverse activiteiten najaar<br />

MIDDELEN<br />

Zie begroting<br />

RESULTAAT<br />

• Het thema staat in de kijker en het publiek maakt kennis met een stukje erfgoed.<br />

• Samenwerking tussen diverse actoren.<br />

INDICATOREN<br />

• de activiteiten<br />

• de promotiecampagne<br />

• het bereikte publiek


BEGROTING<br />

IN<br />

Begroting RvB TERF 19/12/2007<br />

INKOMSTEN<br />

70 OMZET<br />

71 VOORRAADWIJZIGING<br />

73 DIVERSE GOED/DIENSTEN<br />

BEGROTING<br />

<strong>2008</strong><br />

74 ANDERE BEDRIJFSOPBR.<br />

740 subsidies<br />

450.000,00 €<br />

7401 Vlaamse overheid 300.000,00 €<br />

7402 gemeenten 150.000,00 €<br />

74021 Hooglede 11.095,08 €<br />

74022 Ingelmunster 11.971,03 €<br />

74023 Izegem 29.782,53 €<br />

74024 Lichtervelde 9.488,22 €<br />

74025 Moorslede 12.028,38 €<br />

74026 Roeselare 63.271,29 €<br />

74027 <strong>Staden</strong> 12.363,47 €<br />

74 OPBRENGSTEN ACTIVITEITEN 8.650,00 €<br />

75 FINANCIELE OPBRENGSTEN 125,00 €<br />

76 UITZOND. OPBRENGSTEN 0,00 €<br />

77 TERUGNEMING VOORZ. 0,00 €<br />

79 VERWERK. RESULTATEN<br />

ALGEMEEN TOTAAL 458.775,00 €<br />

UIT<br />

Begroting RvB TERF 19/12/2007 BEGROTING<br />

<strong>2008</strong><br />

UITGAVEN<br />

60 HANDELSGOEDEREN<br />

61 DIVERSE GOED+DIENSTEN<br />

62 PERSONEELSKOSTEN 115.000,00 €<br />

6202001 nettolonen<br />

620210 RSZ-BV werknemers<br />

621200 RSZ werkgever<br />

6221 andere personeelskosten<br />

622000 maaltijdchecks<br />

622400 verzek arbeidsong<br />

62250 ikmo<br />

62260 adm kst<br />

63 AFSCHRIJVINGEN /<br />

VOORZIENINGEN 2.000,00 €<br />

63000 afschrijvingen van het boekjaar


63400 waardevermindering klanten<br />

63700 <strong>voor</strong>ziening andere kosten 0,00 €<br />

63701 <strong>voor</strong>ziening sociaal fonds 2.000,00 €<br />

63703 <strong>voor</strong>ziening initiatieven 2009 0,00 €<br />

64 ORGANISATIEKOSTEN 66.350,00 €<br />

640 belastingen/taksen 0,00 €<br />

641 huisvestingskosten 15.750,00 €<br />

641800 andere huisvestingskosten 2.000,00 €<br />

641810 huur kantoor 0,00 €<br />

641820 huur copier 5.000,00 €<br />

641825 hosting + ict 3.000,00 €<br />

641830 electriciteit 0,00 €<br />

641840 brandstoffen 0,00 €<br />

641850 watermaatschappij 0,00 €<br />

641860 uitbest.onderhoudswerken 750,00 €<br />

641890 opening 2.000,00 €<br />

641900 inrichtingswerken 3.000,00 €<br />

642 secretariaatskosten 23.700,00 €<br />

642010 kantoorbenodigdheden 2.000,00 €<br />

642020 papier 1.500,00 €<br />

642100 materieel 7.500,00 €<br />

642300 uitbesteed werk 3.000,00 €<br />

642400 algemeen drukwerk 2.500,00 €<br />

642500 verzendingskosten 2.000,00 €<br />

642600 telefoon 3.500,00 €<br />

642700 internet 800,00 €<br />

642830 herstellingen computer 400,00 €<br />

642810 publicatie Belg. Staatsblad 500,00 €<br />

643 andere organisatiekosten 22.350,00 €<br />

643100 verplaatsingen bestuurders 3.000,00 €<br />

643110 verplaatsing vrijwilligers 1.800,00 €<br />

643120 kosten vrijwilligers/bestuursleden 1.500,00 €<br />

643300 dienstreizen personeel 4.000,00 €<br />

643400 kosten vergaderingen 2.000,00 €<br />

643500 publiciteit 4.500,00 €<br />

643600 andere verzekeringen-BRAND 200,00 €<br />

643600 andere verzekeringen-OMNIUM 800,00 €<br />

644 diversen 4.550,00 €<br />

6440 toelagen<br />

6441 lidgelden 1.800,00 €<br />

6442 representatiekosten 1.500,00 €<br />

6444 overige 1.250,00 €<br />

64441 vorming personeel 1.000,00 €<br />

64449 diversen 250,00 €<br />

6445 reizen<br />

64 ORGANISATIES 274.975,00 €<br />

645 evenementen 7.500,00 €<br />

645010 huur lokalen 1.500,00 €<br />

645100 honoraria externe medewerkers 2.000,00 €<br />

645200 verplaatsing externe medewerkers 1.000,00 €<br />

645300 logistieke kosten externe medewerkers 500,00 €


645800 andere orga. kst. 2.500,00 €<br />

646 Terfblad en externe communicatie 39.500,00 €<br />

646300 druk en aanmaakkosten 23.000,00 €<br />

646400 bedeling 8.000,00 €<br />

646500 website aanmaak en updating 3.500,00 €<br />

646600 Jaarboek 5.000,00 €<br />

647 projecten 221.675,00 €<br />

649500 Project Erfgoeddag 7.725,00 €<br />

649501 Project Open Monumentendag 7.925,00 €<br />

649502 Project Week van de Smaak 24.625,00 €<br />

649503 Project Wereldoorlog I 55.050,00 €<br />

649504 Project Begraafplaatsen 43.800,00 €<br />

649505 Project Impulsmoment 11.500,00 €<br />

649506 Project oraal erfgoed 10.000,00 €<br />

649509 Project diversen 61.050,00 €<br />

648 dienstverlening 5.300,00 €<br />

648120 vorming erfgoedactoren 1.000,00 €<br />

648121 mappen vorming 500,00 €<br />

648200 documentatie 300,00 €<br />

648220 didactisch materiaal 2.000,00 €<br />

648221 abonnementen 1.500,00 €<br />

649 andere 1.000,00 €<br />

65 FINANCIELE KOSTEN 450,00 €<br />

650002 bankkosten 250,00 €<br />

653000 te bet. intresten G.B. 200,00 €<br />

66 UITZONDERLIJKE KOSTEN 0,00 €<br />

669000 uitzonderlijke kosten<br />

69 VERWERKING VAN RESULTATEN 0,00 €<br />

ALGEMEEN TOTAAL 458.775,00 €


Statuten<br />

Momenteel gelden nog onderstaande statuten.<br />

HOOFDSTUK 1 NAAM, ZETEL, DOELSTELLINGEN EN DUUR<br />

Art 1 Naam van de projectvereniging<br />

De projectvereniging wordt genoemd TERF.<br />

De projectvereniging is onderworpen aan de bepalingen van het decreet van 6 juli 2001<br />

houdende de intergemeentelijke samenwerking, en door deze statuten."<br />

Art 2 Zetel van de projectvereniging<br />

De zetel van de vereniging is gevestigd te 8800 Roeselare, Botermarkt 2.<br />

Art 3 Doel van de projectvereniging<br />

Het hoofddoel van TERF is door overleg en samenwerking tussen de diverse culturele actoren<br />

in de regio culturele meerwaarden te creëren. Samenwerking rond cultureel erfgoed vormt de<br />

basisdoelstelling van deze vereniging.<br />

Dit betekent onder meer op gebied van erfgoed:<br />

- Erfgoedinitiatieven ontwikkelen en stimuleren die de mogelijkheden van een afzonderlijke<br />

gemeente overstijgen en hier<strong>voor</strong> projecten op schaal van de regio ontwikkelen.<br />

- Onderzoek verrichten op vlak van cultureel erfgoed en de resultaten hiervan ontsluiten <strong>voor</strong><br />

een breed publiek<br />

- Stimuleren van het bewaren van cultureel erfgoed in de regio.<br />

- Via een degelijk erfgoedbeleid werken aan de uitstraling van de regio.<br />

Daarnaast kunnen ook initiatieven genomen worden op het gebied van cultuur:<br />

- Culturele ontwikkelingen stimuleren die de mogelijkheden van een afzonderlijke gemeente<br />

overstijgen en hier<strong>voor</strong> projecten op schaal van de regio ontwikkelen.<br />

- Kwalitatieve communicatiekanalen ontwikkelen <strong>voor</strong> het culturele aanbod in de regio.<br />

- Een cultureel imago opbouwen gebaseerd op het profiel en de kenmerken van de regio en<br />

zodoende werken aan de uitstraling van de streek.<br />

Art 4 Duur van de projectvereniging<br />

§ 1. De projectvereniging wordt opgericht <strong>voor</strong> de periode 2005 tot en met <strong>2008</strong>. Tijdens die<br />

periode is geen uittreding mogelijk.<br />

§ 2. De projectvereniging kan opeenvolgende keren <strong>voor</strong> het verstrijken van de termijn<br />

opnieuw verlengd worden <strong>voor</strong> een periode van maximum 6 jaar indien dit de unanieme wil is<br />

van de deelnemende gemeenten. Tijdens die periode is geen uittreding mogelijk<br />

HOOFDSTUK 2 BESTUUR VAN DE VERENIGING<br />

Art 5 Bestuur van de vereniging<br />

§ 1. De projectvereniging wordt geleid door een raad van bestuur waarvan de leden benoemd<br />

worden door de deelnemende gemeenten.


§ 2. Deze raad van bestuur heeft uitsluitend de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die<br />

kaderen binnen het doel van de vereniging.<br />

Het mandaat van bestuurder wordt beëindigd indien de respectieve raad die hij<br />

vertegenwoordigt zijn mandaat intrekt en in dezelfde raadsvergadering zijn vervanger<br />

aanduidt.<br />

Art 6 Samenstelling raad van bestuur<br />

§ 1. De raad van bestuur bestaat uit stemgerechtigde leden en uit leden met raadgevende<br />

stem.<br />

§ 2. De stemgerechtigde leden zijn de schepenen <strong>voor</strong> cultuurbeleid van de deelnemende<br />

gemeenten. De <strong>voor</strong>zitter wordt gekozen uit de stemgerechtigde leden. Elk stemgerechtigd lid<br />

beschikt over slechts één stem.<br />

§ 3. Daarnaast duidt elke deelnemende gemeente één afgevaardigde aan, als lid met<br />

raadgevende stem.<br />

§ 4. De cultuurbeleidscoördinatoren van de deelnemende gemeenten zijn eveneens leden met<br />

raadgevende stem.<br />

§ 5. Er bestaat een onverenigbaarheid tussen het mandaat van bestuurder van de<br />

projectvereniging en verschillende ambten, functies en mandaten zoals bepaald in artikel 48 en<br />

51 van het decreet van 6 juli 2001.<br />

§ 6. Leden van de raad van bestuur kunnen zich niet laten vervangen door een derde op de<br />

vergaderingen. Stemgerechtigde leden kunnen wel een volmacht geven aan een ander<br />

stemgerechtigd lid. Elk lid kan maar over één volmacht beschikken.<br />

§ 7. De bestuurders worden benoemd <strong>voor</strong> de duur van de projectvereniging, maar zijn van<br />

rechtswege ontslagnemend bij verlies van hun openbaar mandaat.<br />

Art 7 Werkingsmodaliteiten<br />

De werkingsmodaliteiten van de raad van bestuur worden vastgelegd in een huishoudelijk<br />

reglement dat gewijzigd kan worden bij eenvoudige beslissing van stemgerechtigde leden van<br />

de raad van bestuur.<br />

Art 8 Vergaderingen raad van bestuur<br />

De raad van bestuur vergadert ten minste twee keer per jaar. De uitnodigingen worden<br />

minstens twee weken <strong>voor</strong>af verstuurd, vergezeld van een agenda.<br />

Art 9 Presentiegeld<br />

De leden van de raad van bestuur zullen geen presentiegeld ontvangen.<br />

Art 10 Ondersteuning raad van bestuur<br />

De raad van bestuur kan werkgroepen of adviesgroepen oprichten om de vergaderingen van de<br />

raad van bestuur <strong>voor</strong> te bereiden en kan specifieke opdrachten uitbesteden aan derden.<br />

De bepalingen met betrekking tot samenstelling en werkwijze van de adviesgroepen en<br />

werkgroepen worden door de raad van bestuur vastgelegd in haar huishoudelijk reglement


Art 11 Verslaggeving aan de gemeenteraden<br />

§ 1. De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar. De notulen van de<br />

vergaderingen en de bijhorende documenten worden, maximaal één maand na de vergadering,<br />

ter inzage gelegd van de gemeenteraadsleden op het secretariaat van alle aangesloten<br />

gemeenten.<br />

§ 2. De raad van bestuur legt de jaarrekeningen, samen met het activiteitenverslag en het<br />

verslag van de rekeningnazichter(s) jaarlijks, <strong>voor</strong> eind mei, <strong>voor</strong> aan de gemeenteraden.<br />

HOOFDSTUK 3 FINANCIEEL BEHEER<br />

Art 12 Begroting en rekeningen<br />

§ 1. De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig de wetgeving op de boekhouding van de<br />

ondernemingen en met naleving van de richtlijnen die de overheid uitvaardigt m.b.t. de<br />

boekhoudkundige verrichtingen.<br />

§ 2. De raad van bestuur stelt de rekening van het afgelopen jaar vast uiterlijk op 31 maart na<br />

het verstreken boekjaar. De raad van bestuur legt de jaarrekening samen met het verslag van<br />

de rekeningnazichters en het activiteitenverslag ter kennisgeving <strong>voor</strong> aan de gemeenteraden<br />

van de deelnemende gemeenten. De begroting wordt goedgekeurd uiterlijk op 31 december<br />

van het jaar dat <strong>voor</strong>afgaat.<br />

Art 13 Financiering<br />

De gemeentebesturen financieren de projectvereniging in 2006 met een bedrag van 0,10 euro<br />

per inwoner. Vanaf 2007 is het jaarlijks een bedrag van minimum 0,40 euro per inwoner Deze<br />

bijdrage kan zowel materieel als financieel zijn. Deze bijdrage wordt vanaf 2007 aangepast aan<br />

de index van de consumptieprijzen. Als referentiecijfer geldt de index van de consumptieprijzen<br />

van december 2005.<br />

Art 14 Financiële controle<br />

De controle op de financiële toestand gebeurt door een of meerdere ontvangers van de<br />

deelnemende gemeenten, die hierover jaarlijks rapporteren.<br />

HOOFDSTUK 4 WIJZIGING STATUTEN, TOETREDING, ONTBINDING<br />

Art 15 wijziging van de statuten, toetreding<br />

De wijzigingen van de statuten, de aanvaarding van de toetreding van nieuwe leden en de<br />

wijziging van de financiële bijdrage behoeven de instemming van twee derden van de<br />

deelnemende gemeenten, op basis van een gemeenteraadsbeslissing.<br />

Art 16 Ontbinding van de vereniging<br />

De vereniging kan <strong>voor</strong>tijdig ontbonden worden mits een akkoord van 2/3 van de bestuurders.<br />

De vereniging stelt hiertoe een vereffenaar aan.<br />

Art 17 Bestemming van de activa


In geval van ontbinding van de vereniging worden de activa, na aanzuivering van de eventuele<br />

passiva, overgedragen aan de deelnemende gemeenten in verhouding tot de betaalde<br />

financiële bijdragen.<br />

Bij de ontbinding van de vereniging zullen de eventueel in gebruik gegeven goederen worden<br />

teruggegeven aan de eigenaars, in zoverre hun rechten daarop kunnen bewezen worden aan<br />

de hand van geschreven overeenkomsten.<br />

Voor alles wat niet in deze statuten is <strong>voor</strong>zien gelden de bepalingen van het decreet van 6 juli<br />

2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking (BS 31.10.2001).<br />

Aldus ondertekend te Roeselare op 27 januari 2006 ingevolgde de goedkeuring door de<br />

respectievelijke gemeenteraden in de loop van december 2005, waarvan de ondertekenaars<br />

verklaren 1 (één) exemplaar ontvangen te hebben.<br />

namens Roeselare namens Izegem<br />

Marc Deseyn Gerda Mylle<br />

schepen van cultuur schepen van cultuur<br />

namens Hooglede namens <strong>Staden</strong><br />

Wim Vansteelant Chris Dejonckheere<br />

schepen van cultuur schepen van cultuur<br />

namens Moorslede namens Lichtervelde<br />

Norbert Vanoost Ria Beeusaert-Pattyn<br />

schepen van cultuur burgemeester

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!