HISTORIE van de ONTMOETINGSKERK te ZEVENAAR
HISTORIE van de ONTMOETINGSKERK te ZEVENAAR
HISTORIE van de ONTMOETINGSKERK te ZEVENAAR
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1<br />
Banken<br />
Toen <strong>de</strong> kerk gebouwd was, moes<strong>te</strong>n zitplaatsen wor<strong>de</strong>n aangebracht. Een rekening <strong>van</strong> 25 april<br />
1660 meldt: ‘Des buij<strong>te</strong>n mol<strong>de</strong>rs knecht ons <strong>de</strong> bancken <strong>van</strong> d’uijt cas<strong>te</strong>el in <strong>de</strong>n kerck <strong>te</strong> brengen,<br />
gegeven 5 st.’. Deze banken (waarschijnlijk zon<strong>de</strong>r rugleuning) waren voor het ‘gewone volk’. De<br />
welges<strong>te</strong>l<strong>de</strong>n lie<strong>te</strong>n voor zich fraai gebeeldhouw<strong>de</strong> banken (‘herenbanken’) maken die hun<br />
maatschappelijke positie weerspiegel<strong>de</strong>n.<br />
Van links naar rechts: Har<strong>de</strong>nbroekerbank , Kochbank en Hazewinkelbank Foto: Ab Hendriks<br />
Vrijwel zeker da<strong>te</strong>ren <strong>de</strong> gebeeldhouw<strong>de</strong> eikenhou<strong>te</strong>n herenbanken uit <strong>de</strong> stichtingsjaren. Het<br />
waren zogenaam<strong>de</strong> eigenbanken, die, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> magistraats- of regeringsbank<br />
(rechtsvoor, bij <strong>de</strong> preekstoel) bij een aantal haveza<strong>te</strong>n of belangrijke huizen behoor<strong>de</strong>n.<br />
De eers<strong>te</strong> bank (<strong>van</strong>af <strong>de</strong> ingang gezien linksach<strong>te</strong>r) hoor<strong>de</strong> tot het Huis De Doelen, dat schuin<br />
<strong>te</strong>genover <strong>de</strong> kerk stond. In <strong>de</strong> zestiger jaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw was dat huis in het bezit <strong>van</strong><br />
Johan Adolph Baron <strong>van</strong> Har<strong>de</strong>nbroek. Hij moet het geweest zijn die zijn familiewapen en het<br />
<strong>de</strong>vies 'Semper i<strong>de</strong>m' (s<strong>te</strong>eds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>) op <strong>de</strong> bank liet aanbrengen. Een verklaring <strong>van</strong> 2 november<br />
1904 vermeldt: ‘De Hoogwelgeboren vrouwe Reinera Alexandrina Suzanna Baronesse <strong>van</strong><br />
Har<strong>de</strong>nbroek, echtgeno<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> heer Arthur Gustaaf Daniël Nothenius, oud zeeofficier, wonen<strong>de</strong> <strong>te</strong><br />
Zutphen, dragen in volle eigendom over aan <strong>de</strong> N.H. Gemeen<strong>te</strong> <strong>te</strong> Zevenaar een dubbele bank,<br />
zijn<strong>de</strong> <strong>de</strong> eers<strong>te</strong> bank <strong>van</strong> <strong>de</strong> ingang <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk afgerekend, met <strong>de</strong> rug <strong>te</strong>gen <strong>de</strong> wes<strong>te</strong>lijke<br />
zijmuur.’<br />
De bank met baldakijn (<strong>van</strong>af <strong>de</strong> ingang gezien links voorin) is versierd met het wapen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
familie Von Weiler. Oorspronkelijk heeft <strong>de</strong>ze bank waarschijnlijk toebehoord aan Sigismund baron<br />
<strong>van</strong> Willich en Lottum(b), die woon<strong>de</strong> op kas<strong>te</strong>el Gronds<strong>te</strong>in (net over <strong>de</strong> grens bij Babberich). In<br />
1783 kwam <strong>de</strong> bank in han<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> familie Von Weiler, die Huize Poelwijk bewoon<strong>de</strong>. La<strong>te</strong>r<br />
huur<strong>de</strong> notaris Mr. Jacob Hendrik Obbo Hazewinkel (1862-1964) <strong>de</strong> bank en ging <strong>de</strong>ze zijn naam<br />
dragen. In <strong>de</strong> jaren zestig <strong>van</strong> <strong>de</strong> twintigs<strong>te</strong> eeuw werd <strong>de</strong> bank aan <strong>de</strong> Hervorm<strong>de</strong> Gemeen<strong>te</strong><br />
overgedragen.<br />
Van <strong>de</strong> regeringsbank was <strong>de</strong> bovens<strong>te</strong> bes<strong>te</strong>md voor <strong>de</strong> burgemees<strong>te</strong>r, <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rs<strong>te</strong> voor <strong>de</strong><br />
schepenen en <strong>van</strong>af <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw voor le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het gemeeen<strong>te</strong>bestuur. De twee banken
2<br />
naast <strong>de</strong> regeringsbank moe<strong>te</strong>n hebben toebehoord aan <strong>de</strong> huizen Bereclau <strong>te</strong> Groessen en Mathena,<br />
even bui<strong>te</strong>n Zevenaar.<br />
Boven: kroon <strong>van</strong> Har<strong>de</strong>nbroekerbank, on<strong>de</strong>r: kroon <strong>van</strong> Hazewinkelbank Foto’s: Ab Hendriks<br />
.<br />
Detail Hazewinkelbank Foto: LdB
3<br />
De mid<strong>de</strong>nbanken (‘lange mansbanken’, bekle<strong>de</strong> banken ‘op het Coor’ en <strong>de</strong> bank voor het<br />
gezin <strong>van</strong> <strong>de</strong> predikant) ston<strong>de</strong>n tot 1798 los in <strong>de</strong> kerkruim<strong>te</strong> om bij <strong>de</strong> graven <strong>te</strong> kunnen komen. In<br />
1928 zijn ze ver<strong>van</strong>gen door eiken banken voor f 2.273,- die plaats bo<strong>de</strong>n aan 84 kerkgangers en<br />
vurenhou<strong>te</strong>n banken on<strong>de</strong>r het orgel, berekend voor 43 zitplaatsen.<br />
Op het wapen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Har<strong>de</strong>nbroekerbank zien we in<br />
rood vier golven<strong>de</strong> gou<strong>de</strong>n dwarsbalken, een<br />
Brabantse baronnenmuts, schildhou<strong>de</strong>rs met twee<br />
omzien<strong>de</strong> leeuwen <strong>van</strong> natuurlijke kleur, rood<br />
getongd.<br />
Het wapen op <strong>de</strong> Hazewinkelbank vertoont een ro<strong>de</strong><br />
dwarsbalk bela<strong>de</strong>n met twee zilveren ringen<br />
(dui<strong>de</strong>nd op Ringenberg in Duitsland); daarboven een<br />
ro<strong>de</strong> s<strong>te</strong>r en twee overhangen<strong>de</strong> blauwe<br />
druiventrossen; ver<strong>de</strong>r zien we een omgewen<strong>de</strong><br />
traliehelm, een helm<strong>te</strong>ken met een naar rechts<br />
uitkomend zilveren paard; <strong>te</strong>nslot<strong>te</strong> bevat het<br />
wapen een gou<strong>de</strong>n medaillon met rood hart,<br />
gekroond met een gou<strong>de</strong>n kroon met drie bla<strong>de</strong>ren<br />
en twee parels.<br />
Een pro<strong>te</strong>stantse kerkdienst was meestal vrij statisch. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> kerkdienst bleven <strong>de</strong> kerkgangers<br />
op hun plaats zit<strong>te</strong>n. Om <strong>de</strong> preek en <strong>de</strong> persoonlijke geloofsbeleving in gebed en zang tot zijn<br />
recht <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n komen, had<strong>de</strong>n ze geen behoef<strong>te</strong> aan uitwendig ceremonieel. De kerk was ingericht<br />
met zoveel mogelijk zitplaatsen, dikwijls in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> vas<strong>te</strong> banken en soms aangevuld met losse<br />
stoelen. Ze waren zodanig opges<strong>te</strong>ld, dat ie<strong>de</strong>reen <strong>de</strong> voorganger goed kon zien en horen.<br />
Banken langs <strong>de</strong> zijwan<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n vaak een luifel. Daarmee bo<strong>de</strong>n ze beschutting <strong>te</strong>gen<br />
tocht en langs <strong>de</strong> muren komend vuil. Ze had<strong>de</strong>n een hoog ruggeschot, dat <strong>de</strong> functie had <strong>van</strong><br />
lambrisering en dat maak<strong>te</strong> dat vochtplekken aan <strong>de</strong> bene<strong>de</strong>nrand <strong>van</strong> <strong>de</strong> muur bui<strong>te</strong>n zicht bleven.<br />
De banken waren meestal geslo<strong>te</strong>n gestoel<strong>te</strong>n, geplaatst op een hou<strong>te</strong>n vlon<strong>de</strong>r, een banktype dat<br />
maximaal beschutting bood <strong>te</strong>gen kou. Sommige banken waren hooggeplaatst. Een voor<strong>de</strong>el hier<strong>van</strong><br />
was, dat wie erin zat vrij zicht had op alles wat zich in <strong>de</strong> kerk afspeel<strong>de</strong> en ook zelf gezien werd.<br />
Bovendien vol<strong>de</strong>ed <strong>de</strong> hoog<strong>te</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> bank aan <strong>de</strong> gewens<strong>te</strong> symboliek. Wie hoog zat, stond hoger<br />
op <strong>de</strong> maatschappelijke lad<strong>de</strong>r dan wie laag zat. Het verschil in vormgeving <strong>van</strong> <strong>de</strong> banken hing<br />
samen met het verschil in positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikers. Het on<strong>de</strong>rscheid in <strong>de</strong>coratie had geen<br />
liturgische of kerkelijke ach<strong>te</strong>rgrond, maar een maatschappelijke.<br />
De hoge wandbanken functioneer<strong>de</strong>n vaak als eregestoel<strong>te</strong>n voor voorname lie<strong>de</strong>n. In<br />
verschei<strong>de</strong>ne pro<strong>te</strong>stantse kerkgebouwen wil<strong>de</strong>n vooraanstaan<strong>de</strong> families over een eigen,<br />
‘comfortabele’ en <strong>de</strong>ftige bank beschikken en kregen vergunning er een <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n maken. In<br />
sommige dorpen waren het bepaal<strong>de</strong> geslach<strong>te</strong>n die <strong>de</strong> eeuwen door een bovenlaag in <strong>de</strong><br />
dorpssamenleving vorm<strong>de</strong>n. El<strong>de</strong>rs waren het bezit<strong>te</strong>rs <strong>van</strong> bui<strong>te</strong>nplaatsen in <strong>de</strong> omtrek <strong>van</strong> het<br />
dorp.<br />
Het bezit<strong>te</strong>n <strong>van</strong> een bank in <strong>de</strong> kerk viel in veel gevallen samen met het bezit <strong>van</strong><br />
‘heerlijke’ rech<strong>te</strong>n <strong>te</strong>r plaatse. De bank heet<strong>te</strong> dan <strong>de</strong> ‘herenbank’. Ging het om een erfelijke<br />
positie, dan was <strong>de</strong> bank een ‘familiebank’. Eventueel werd een ‘hoge’ bank gecombineerd met een<br />
lage ervoor. De lage was voor <strong>de</strong> bedien<strong>de</strong>n.
4<br />
Foto: Ab Hendriks<br />
Maatschappelijke ongelijkheid werd weerspiegeld in het zit<strong>te</strong>n in <strong>de</strong> kerk. Die ongelijkheid<br />
werd in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw en begin achttien<strong>de</strong> eeuw ver<strong>de</strong>digd op Bijbelse gron<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> loop<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw ontstond er discussie of in <strong>de</strong> kerk wel standsverschil mag heersen. S<strong>te</strong>eds<br />
meer conclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> men dat dat niet mocht.<br />
Het hebben <strong>van</strong> een eigen bank was een privilege dat al in <strong>de</strong> Mid<strong>de</strong>leeuwen voorkwam. Er<br />
moest overigens wel voor betaald wor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw ontstond voor s<strong>te</strong>eds meer<br />
personen <strong>de</strong> mogelijkheid om op een eigen bank of stoel in <strong>de</strong> kerk beslag <strong>te</strong> leggen. De<br />
kerkmees<strong>te</strong>rs s<strong>te</strong>l<strong>de</strong>n hiervoor namens <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> regels vast. In sommige plaatsen wer<strong>de</strong>n alle<br />
zitplaatsen verhuurd, verpacht of verkocht. Wie geen plaats had gehuurd of gekocht, kon vlak voor<br />
<strong>de</strong> viering begon een overgebleven plaats innemen. De verhuur en verkoop <strong>van</strong> zitplaatsen<br />
veroorzaak<strong>te</strong> een s<strong>te</strong>eds gro<strong>te</strong>re beperking <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid om zon<strong>de</strong>r betaling <strong>van</strong><br />
plaatsengeld een kerkdienst bij <strong>te</strong> wonen. Het verhuur <strong>van</strong> zitplaatsen <strong>te</strong>gen ui<strong>te</strong>enlopen<strong>de</strong> prijzen<br />
werd in <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong> twintigs<strong>te</strong> eeuw afgeschaft.<br />
Op bepaal<strong>de</strong> momen<strong>te</strong>n in een viering gingen <strong>de</strong> gelovigen staan. Katholieken <strong>de</strong><strong>de</strong>n dat uit<br />
eerbied voor <strong>de</strong> lezing <strong>van</strong> het e<strong>van</strong>gelie en voor <strong>de</strong> mystieke aanwezigheid <strong>van</strong> God in het heilig<br />
sacrament.<br />
Van het staan uit eerbied zijn in een pro<strong>te</strong>stantse viering hier en daar nog sporen over. Zo<br />
gaan in sommige pro<strong>te</strong>stantse kerken <strong>de</strong> mannen staan tij<strong>de</strong>ns het gebed. In veel gemeen<strong>te</strong>n gaan<br />
<strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong>le<strong>de</strong>n staan bij <strong>de</strong> liturgische begroeting aan het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> viering, bij <strong>de</strong><br />
zegenbe<strong>de</strong> aan het eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> viering en bij het uitspreken <strong>van</strong> een geloofsbelij<strong>de</strong>nis.<br />
Ie<strong>de</strong>r die over voldoen<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len en invloed beschik<strong>te</strong>, kon een fraai versier<strong>de</strong> bank in <strong>de</strong> kerk<br />
la<strong>te</strong>n aanbrengen. Zo’n bezit kon wor<strong>de</strong>n verkocht of vererfd. Over verkoop en verhuur <strong>van</strong> banken<br />
lezen we regelmatig in <strong>de</strong> verslagen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerkenraad. Zo meldt het verslag <strong>van</strong> 10 februari 1715<br />
dat <strong>de</strong> heer Marquis <strong>de</strong> Vignoge aan het ‘Eerw Consistorium’ (kerkbestuur) verzocht een zitplaats <strong>te</strong><br />
mogen hebben in <strong>de</strong> kerk. Omdat <strong>de</strong> bank - die toebehoor<strong>de</strong> aan overle<strong>de</strong>n heer <strong>van</strong> Udissum <strong>van</strong>
5<br />
Boven: <strong>de</strong>tail <strong>van</strong> <strong>de</strong> ionische kolom <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> Hazewinkelbank (vergelijk <strong>de</strong><br />
kolommen <strong>van</strong> <strong>de</strong> preekstoel).<br />
<strong>de</strong> Lehmcuil - al lange tijd ‘ledig en gesloo<strong>te</strong>n’ stond,<br />
besloot het consistorie <strong>de</strong> gevolmachtig<strong>de</strong> of pach<strong>te</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Lehmcuil aan <strong>te</strong> zeggen <strong>de</strong> bank op <strong>te</strong> ruimen, zodat <strong>de</strong><br />
heer Marquis toes<strong>te</strong>mming gegeven zou kunnen wor<strong>de</strong>n een<br />
bank <strong>te</strong> plaatsen. De gevolmachtig<strong>de</strong> <strong>van</strong> het huis <strong>de</strong><br />
Lehmcuil wil<strong>de</strong> evenwel dat <strong>de</strong> bank bleef staan voor het<br />
huis <strong>de</strong> Lehmcuil. Marquis verzocht nogmaals een eigen<br />
bank <strong>te</strong> mogen hebben. Hij beloof<strong>de</strong> <strong>de</strong> voornoem<strong>de</strong> bank<br />
op zijn eigen kos<strong>te</strong>n <strong>te</strong> willen weghalen en <strong>de</strong>ze op zijn<br />
kos<strong>te</strong>n ook weer <strong>te</strong>rug <strong>te</strong> plaatsen als <strong>de</strong> huidige heer <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> Lehmcuil zou komen om zijn ‘vas<strong>te</strong> bes<strong>te</strong>ndige woning <strong>te</strong><br />
nemen’. Het consistorie s<strong>te</strong>m<strong>de</strong> met dit voors<strong>te</strong>l in. Het<br />
voeg<strong>de</strong> er aan toe dat <strong>de</strong> heer <strong>van</strong> <strong>de</strong> Lehmcuil geen recht<br />
heeft, omdat <strong>de</strong> grondplaats <strong>de</strong> kerk toebehoort. Mocht hij<br />
<strong>te</strong> zijner tijd een vas<strong>te</strong> plek willen hebben, dan zou het<br />
consistorie een geschik<strong>te</strong> plaats aanwijzen waar <strong>de</strong> bank<br />
gezet zou kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring besloot het consistorie ‘om<br />
die stoelplaats die voor <strong>de</strong>sen is gegeven aan <strong>de</strong> vrouw<br />
Ontijd, en nu dood is, <strong>te</strong> vergunnen aan <strong>de</strong> vrouw <strong>van</strong><br />
Leeuwen, huisvrouw <strong>van</strong> Adriaan <strong>van</strong> Leeuwen onse<br />
grut<strong>te</strong>r’.<br />
In 1838 ston<strong>de</strong>n elf nieuwe banken in het ruim <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk.<br />
Een verslag over <strong>de</strong> herver<strong>de</strong>ling meldt: ‘Nr 1 – bank <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
erfgenamen <strong>de</strong> Hr J. Vermeer, <strong>de</strong>ze bank is <strong>te</strong>gen een<br />
recognitie (bedrag) aan <strong>de</strong> Kerk, door <strong>de</strong> Hr. J.J. Vermeer<br />
gezet, en eigendom, mits op zijn eigen kos<strong>te</strong>n<br />
on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. 2. Was door <strong>de</strong> Dijkgraaf <strong>van</strong> Rappard op<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze gezet; maar is ex jure <strong>de</strong>volu<strong>te</strong> aan <strong>de</strong> kerk<br />
eigendom gewor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong>zelve zit<strong>te</strong>n Mevr. <strong>van</strong> Voorst, die<br />
die plaats is toegestaan, in plaats <strong>van</strong> 2 banken die on<strong>de</strong>r<br />
het orgel ston<strong>de</strong>n en aan Toe<strong>te</strong>nburg behoor<strong>de</strong>n, waar voor<br />
<strong>de</strong>ze plaats aan Mevr. <strong>van</strong> Voorst is toegestaan. 2. Mevr.<br />
Pelgrom een plaats en juffrouw Za<strong>de</strong>lhof wegens haar<br />
hardhorendheid. 3. Was Erfpacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> OV <strong>de</strong> Gastmaer, is<br />
we<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> kerk afgestaan. In <strong>de</strong>zelve heeft Mevr. Böhme<br />
met haar doch<strong>te</strong>r altijd geze<strong>te</strong>n. Jufr. Plies<strong>te</strong>r is vergunning<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong>zelve. Nr 4 wordt door Mevr. Van Weel<strong>de</strong> gebruikt. Nr<br />
5 so even als nr 1eigendom <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hr Spijker. Nr 6 is ledig,<br />
<strong>de</strong>wijl <strong>de</strong> mees<strong>te</strong>rs vrou eene an<strong>de</strong>re plaats kan krijgen.<br />
Aangaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze banken nr 2, 3, 4 en 6 wens ik beslag <strong>te</strong><br />
leggen voor <strong>de</strong> kerk als zijn<strong>de</strong> geen nieuwe, maar ou<strong>de</strong><br />
banken, over welke <strong>de</strong> Kerkeraad altijd vrij disponeer<strong>de</strong><br />
(beschik<strong>te</strong>). En wel nr 2 voor mevr. <strong>van</strong> Voorst als zijn<strong>de</strong><br />
haar toegestaan, voor 2 banken on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n orgel. Mevr.<br />
Pelgrom als ziek en zwak, die meen<strong>de</strong> op laatst door haar<br />
moe<strong>de</strong>r beze<strong>te</strong>n niet wel mag ontnemen, en Jufr. Za<strong>de</strong>lhof<br />
die die plaats in nr 2 wegens hare hardhorendheid heeft, en<br />
an<strong>de</strong>rs niet meer kan in <strong>de</strong> Kerk komen als zij op een<br />
an<strong>de</strong>ren plaats moet zit<strong>te</strong>n. Zal ech<strong>te</strong>r in evenredigheid pagt<br />
geven na proportie <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re banken. In nr 3 heeft<br />
Mevr. Böhme 2 zitplaatsen, zo lang als mij heugd, en het<br />
zou<strong>de</strong> hart zijn die weer voor jaren <strong>te</strong> verhuren; zal ook nae<br />
evenredigheid betalen. De 3<strong>de</strong> plaats in nr 3 is <strong>te</strong>r dispositie<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> Kerkeraad. Nr 4 wordt door <strong>de</strong> familie <strong>van</strong> Weel<strong>de</strong><br />
beze<strong>te</strong>n; kan verpagt wor<strong>de</strong>n, of vragen of zij <strong>de</strong>zelve na<br />
evenredigheid wil betalen, om niet voor het hoofd <strong>te</strong> sto<strong>te</strong>n.<br />
Nr 6 behoort aan <strong>de</strong> Kerk, en zou<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> familie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Hr Nejan alsme<strong>de</strong> gewenst hebben<strong>de</strong> tot verbe<strong>te</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong>
6<br />
Kerk opengehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n.<br />
Voornamentlijk is het mij om <strong>de</strong> bank nr 2<br />
wegens <strong>de</strong> daarin zit<strong>te</strong>n<strong>de</strong>, en nr 3 <strong>te</strong> doen<br />
en ik weet niet waarom <strong>de</strong> Kerk ou<strong>de</strong><br />
banken behoeft <strong>te</strong> verpag<strong>te</strong>n, en niet soo<br />
wel op <strong>de</strong>zelve een recht hebben, als <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re eigenaars <strong>te</strong> meer daar <strong>de</strong> kerk<br />
plaatsen dient <strong>te</strong> hebben <strong>te</strong>r dispositie, als<br />
bij u eens bij Heer Colenbran<strong>de</strong>r of op <strong>de</strong><br />
Ma<strong>te</strong>na an<strong>de</strong>re inwoners kwamen, die men<br />
niet wel on<strong>de</strong>r het orgel kon plaatsen. Ik<br />
wens<strong>te</strong> dus zeer over die 3 dubbele<br />
banken, uitgezon<strong>de</strong>rd 1 en 5 <strong>te</strong> disponeren<br />
op <strong>de</strong>ze wijze. Wat nr 23 aanbelangt zou<strong>de</strong><br />
ik wensen die aan <strong>de</strong> Rector Familie en<br />
moe<strong>de</strong>r Tinman <strong>te</strong> geven. De Rector zou<strong>de</strong><br />
in <strong>de</strong> Predikantsbank kunnen zit<strong>te</strong>n. De<br />
mees<strong>te</strong>rsvrouw, <strong>de</strong> kos<strong>te</strong>rsvrou, en <strong>de</strong> meid<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> predikant hebben altijd een vas<strong>te</strong><br />
plaats gehad, voor <strong>de</strong>ze kon nr 24 dienen.<br />
Wat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re 16 banken in het ruim en<br />
die on<strong>de</strong>r het orgel aangaat kunnen verpagt<br />
wor<strong>de</strong>n. Van Gelkom is belooft bij <strong>de</strong><br />
verkoop een an<strong>de</strong>re bank kan on<strong>de</strong>r (…)<br />
gegeven wor<strong>de</strong>n, ook an<strong>de</strong>re als zij<br />
bewijzen kunnen dat zij eigendom had<strong>de</strong>n.’<br />
In <strong>de</strong> banken was geen verwarming. In <strong>de</strong><br />
win<strong>te</strong>r was het daarom vaak koud in <strong>de</strong><br />
kerk. Omstreeks 1720 moest <strong>de</strong> kos<strong>te</strong>r
7<br />
zorgen voor ‘vuur op <strong>de</strong> predikstoel en in <strong>de</strong> kerkeraadsbanken.’ De kerkgangers moes<strong>te</strong>n zelf hun<br />
stoof (met daarin <strong>te</strong>st <strong>van</strong> aar<strong>de</strong>werk met gloeiend he<strong>te</strong> houtskolen) meebrengen. Op 30 januari<br />
1779 besloot <strong>de</strong> kerkenraad om zes stoven <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n vervaardigen voor <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rlingen- en<br />
diakenbanken. De kos<strong>te</strong>r kreeg <strong>de</strong> opdracht om acht turven per week ‘uijt<strong>te</strong>bran<strong>de</strong>n en ze sondags<br />
en op an<strong>de</strong>re kerkdagen aen <strong>de</strong> banken <strong>te</strong> besorgen.’ Tien jaar la<strong>te</strong>r bleek dat <strong>de</strong> kos<strong>te</strong>n voor <strong>de</strong><br />
kerk <strong>te</strong> hoog waren en werd afgesproken dat <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rlingen en diakenen zelf <strong>de</strong> turf in <strong>de</strong> stoven<br />
zou la<strong>te</strong>n bezorgen.<br />
Omstreeks 1873 werd voorin <strong>de</strong> kerk een kachel<br />
geplaatst. Maar <strong>de</strong>ze kon <strong>de</strong> kerk toch niet echt goed<br />
verwarmen. In 1913 liet <strong>de</strong> kerkenraad on<strong>de</strong>rzoeken of<br />
centrale verwarming tot <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n behoor<strong>de</strong>. De<br />
kos<strong>te</strong>n bleken <strong>te</strong> hoog. Er werd een twee<strong>de</strong><br />
‘stookgelegenheid’ gemaakt. Met twee nieuwe<br />
‘schildpadkachels’ hoop<strong>te</strong> <strong>de</strong> kerkenraad <strong>de</strong> kerk op<br />
<strong>te</strong>mperatuur <strong>te</strong> kunnen brengen. In 1955 wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
bestaan<strong>de</strong> kachels ver<strong>van</strong>gen door oliekachels. De centrale<br />
verwarming kwam pas in 1969.<br />
In <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong><br />
Wereldoorlog verdween<br />
<strong>van</strong> lieverlee het<br />
on<strong>de</strong>rscheid tussen klassen en stan<strong>de</strong>n. Daarmee kwam<br />
aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> of het verhuur <strong>van</strong> zitplaatsen (met<br />
verschillen<strong>de</strong> prijsklassen) in <strong>de</strong> kerk nog wel kon. Op 7<br />
januari 1944 boog <strong>de</strong> kerkenraad zich over <strong>de</strong>ze zaak.<br />
Enkele kerkenraadsle<strong>de</strong>n meld<strong>de</strong>n ‘uit <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong> <strong>te</strong><br />
hebben gehoord, dat men algemeen is voor <strong>de</strong> voortzetting<br />
<strong>de</strong>r verhuring.’ Ou<strong>de</strong>rling Ellis Cornelis Johan Sparenburg
8<br />
(1903-1983) pleit<strong>te</strong> voor afschaffing, omdat in <strong>de</strong> kerk alle mensen gelijk zijn. Ook <strong>de</strong> voorzit<strong>te</strong>r<br />
was in beginsel voor het vrijgeven <strong>van</strong> <strong>de</strong> zitplaatsen, maar meen<strong>de</strong> dat <strong>de</strong>ze zaak eerst nog eens<br />
een jaar besproken moest kunnen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gemeen<strong>te</strong>, ‘opdat <strong>de</strong>n mensen aan die gedach<strong>te</strong><br />
wennen.’ Hij voeg<strong>de</strong> eraan toe: ‘Dat een familie <strong>van</strong> geslacht op geslacht op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> plaats heeft<br />
geze<strong>te</strong>n, is geen re<strong>de</strong>n om dat in <strong>de</strong> toekomst voort <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Dat alles is conservatief gere<strong>de</strong>neer’.<br />
Sinds enige tijd was er in <strong>de</strong> kerk een rood lampje. Kort voor <strong>de</strong> kerkdienst begon, werd dat<br />
Rechts voorin stond <strong>van</strong>af 1873 een kachel. Bij <strong>de</strong> restauratie in 1928 is een eiken lambrisering langs <strong>de</strong> gehele<br />
kerk aangebracht en kreeg <strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong> consistoriekamer een eiken <strong>de</strong>ur.<br />
Dubbele bank, die toebehoord heeft aan Huize Beereclau en Huize<br />
Mathena.<br />
aangedaan <strong>te</strong>n <strong>te</strong>ken dat alle<br />
plaatsen vrij waren en ie<strong>de</strong>r kon<br />
gaan zit<strong>te</strong>n waar hij of zij wil<strong>de</strong>. De<br />
kerkenraad besloot nu op voors<strong>te</strong>l<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> voorzit<strong>te</strong>r ‘dat in het vervolg<br />
het ro<strong>de</strong> lichtje niet la<strong>te</strong>r dan vijf<br />
minu<strong>te</strong>n voor tien zal aangaan’. In<br />
Me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Hervorm<strong>de</strong><br />
Kerk in <strong>de</strong> classis Zutphen –<br />
gemeen<strong>te</strong> Zevenaar, nooduitgave IV,<br />
Pasen 1945, schreef ds. Bar<strong>te</strong>ls: We<br />
zit<strong>te</strong>n al door elkaar. Dat is goed.<br />
La<strong>te</strong>n we elkaar gastvrijheid<br />
betonen zon<strong>de</strong>r morren. ‘Hier in <strong>de</strong><br />
kerk wordt <strong>de</strong> groo<strong>te</strong> gastvrijheid<br />
gepredikt en is geen geschuif over<br />
en weer over uw plaats of mijn<br />
plaats. Als wij door het geloof en<br />
niet door verhuring een plaats in <strong>de</strong> kerk hebben, willen wij ook heel graag ach<strong>te</strong>rin of op <strong>de</strong> punt<br />
<strong>van</strong> een bank zit<strong>te</strong>n, als wij er maar bij mogen zijn.’ Op 16 januari 1946 s<strong>te</strong>m<strong>de</strong> <strong>de</strong> kerkenraad over<br />
het al dan niet verhuren <strong>van</strong> zitplaatsen. Met 6 s<strong>te</strong>mmen voor en 3 <strong>te</strong>gen besloot hij alle zitplaatsen<br />
vrij <strong>te</strong> geven.
9<br />
© L. <strong>de</strong>n Bes<strong>te</strong>n