In de hall <strong>van</strong> het stadhuis tijdens de openingstoespraak <strong>van</strong> de burgemeester, waarin deze magistraat de "onthullende" mededeling deed over de in het vooruitzicht gestelde bouw <strong>van</strong> het Thermenmuseum met annex de bouw <strong>van</strong> andere openbare culturele instellingen. N N ......
Wat ts er overgebleven <strong>van</strong> de taal der Romeinen Dr P. L. M. Tummers Onze taal wemelt <strong>van</strong> aan het Latijn ontleende woorden en deze zg. " dode" taal is nog levend genoeg om tot op heden nieuwe begrippen en nieuwe vindingen met een naam te sieren. Motor, generator, projector, omnibus, locomotief, zij behoren tot de wereld <strong>van</strong> de technicus. Abces, amputeren, angina, bloedtransfusie, termen afkomstig uit de vaktaal <strong>van</strong> de dokter of medicus, zijn al gemeengoed geworden <strong>van</strong> de massa. De wiskundige heeft zijn sinus en tangens, zijn coördinaten, coëfficiënten en quotiënten ; de jurist of advokaat zijn paleis <strong>van</strong> justitie, zijn jurisprudentie en zijn substituut. De lerarenwereld bestaat uit rectoren, conrectoren en docenten, waaronder classici en historici en de studentenmaatschappij en de universiteit. .... daar hoef ik niet aan te beginnen. Maar over al deze Latijnse woorden in het Nederlands wil ik U niet spreken. Immers niet de Romeinen-in-het-Maasland hebben ons deze nagelaten. Het waren onze geleerden, onze humanisten, die behoefte hadden aan nieuwe woorden, en die ze uit de taalschat <strong>van</strong> de oude Romeinen opgediept hebben om ze met nieuwe begrippen te laden. Evenmin zal ik U spreken over de woorden die bij de kristianisering ingevoerd werden, zoals klooster-claustrum, munster-monasterium, preken-predicare, kruis-crucem. De bekering <strong>van</strong> onze streken is weliswaar begonnen in de Romeinse tijd, maar zij is eerst werkelijk om<strong>van</strong>grijk geworden in de vroege middeleeuwen en eerst toen is de Latijnse christelijke terminologie in onze taal aangenomen. Nee, ons interesseren op het ogenblik alleen de taalkundige resten <strong>van</strong> vier-en-een-halve eeuw Romeinse heerschappij, de taalkundige neerslag <strong>van</strong> eeuwenlange beïnvloeding door de Romeinse cultuur. Wanneer wij het geheel <strong>van</strong> deze leenwoorden overzien, valt ons onmiddellijk op, dat twee terreinen wel bijzonder rijk vertegenwoordigd zijn: de woorden die ·herinneren aan de bouwmethode, de woonwijze en de woninginrichting <strong>van</strong> de Romeinen en de namen <strong>van</strong> planten en vruchten, die herinneren aan wat de Romeinen uit mildere streken hier ingevoerd hebben. Ziehier een greep uit deze woordenschat: Namen <strong>van</strong> onderdelen <strong>van</strong> het gebouw: muur-murus, poort-porta, venster-fenestra, kamer-camera, kelder-cellarium, zolder-solarium, keuken-coquina; namen <strong>van</strong> bouwmateriaal: kalk-calx, mortel-mortarium, tuf-tophus, tegel-tegula; 123