You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Samenvatting uitspraak tuchtcommissie KNDB<br />
d.d. 5 oktober 2007<br />
Inzake een klacht tegen het KNDB bestuur en de Commissie<br />
van Beroep van de KNDB.<br />
De klacht:<br />
Klager heeft een klacht ingediend bij de Tuchtcommissie,<br />
gericht tegen het bestuur van de KNDB, alsmede tegen<br />
de Commissie van Beroep van de KNDB, over de manier<br />
waarop KNDB-lid A. Gantwarg door het bestuur is geroyeerd<br />
en de manier waarop dit royement is gesanctioneerd<br />
door de Commissie van Beroep.<br />
De overwegingen:<br />
De Tuchtcommissie heeft geoordeeld over de vraag of<br />
het bestuur dan wel de commissie van beroep een strafbare<br />
handeling heeft gepleegd als bedoeld in het Tuchtreglement<br />
en of het bestuur dan wel de commissie van<br />
beroep daarvan een verwijt kan worden gemaakt (opzet,<br />
schuld, nalatigheid of onzorgvuldigheid). Dit spitst zich<br />
met name toe op de vraag of er sprake is van overtreding<br />
van de statuten van de KNDB en het reglement van de<br />
commissie van beroep.<br />
Volgens het Nederlands verenigingsrecht en hetgeen in<br />
de statuten van de KNDB staat, is het bestuur bevoegd<br />
een lid uit het lidmaatschap te ontzetten. Ontzetting kan<br />
alleen worden uitgesproken ‘wanneer een lid in strijd<br />
met de statuten, reglementen of besluiten van de bond<br />
handelt of de bond op onredelijke wijze benadeelt’ De<br />
Tuchtcommissie dient een oordeel uit te spreken over de<br />
vraag of het bestuur in redelijkheid tot het oordeel heeft<br />
kunnen komen dat de bond op onredelijke wijze is benadeeld<br />
door het handelen van de heer A. Gantwarg.<br />
De Tuchtcommissie stelt vast dat het bestuur van de<br />
KNDB de volgende afweging heeft gemaakt:<br />
- het aftreden van twee prominente Nederlandse<br />
bestuursleden van de werelddambond (FMJD) en<br />
een derde FMJD-bestuurslid, tevens voorzitter van de<br />
Europese dambond (EDC) is in belangrijke mate het<br />
gevolg van het handelen van de heer A. Gantwarg. De<br />
KNDB heeft, als een van de grootste en best georganiseerde<br />
bonden binnen de FMJD, voor haar leden en<br />
de continuïteit van de KNDB zelf, belang bij een goed<br />
functionerende FMJD;<br />
- de vragen van de voorzitter van de NOC*NSF inzake<br />
de bestuurscrisis binnen de FMJD heeft het bestuur van<br />
de KNDB in verlegenheid gebracht omdat de KNDB in<br />
belangrijke mate bijdraagt aan de organisatie van de<br />
FMJD en dit bij de NOC*NSF mogelijk de indruk zou<br />
kunnen wekken dat de KNDB met name de financiële<br />
zaken niet serieus neemt. <strong>Het</strong> bestuur acht een dergelijke<br />
indruk bij de NOC*NSF zeer ongewenst aangezien<br />
NOC*NSF de KNDB in belangrijke mate financiert, en<br />
de KNDB baat heeft van het handhaven van de eerder<br />
opgebouwde goodwill bij NOC*NSF. De KNDB verkeert<br />
als gevolg van de relatief beperkte mondiale betekenis<br />
van de damsport in een kwetsbare en ook sterk afhankelijke<br />
financiële positie ten opzichte van NOC*NSF.<br />
Tegen een besluit tot ontzetting staat voor betrokkene<br />
beroep open bij de Commissie van Beroep. De commissie<br />
van beroep handelt als intern beroepsorgaan van de<br />
KNDB. Krachtens Nederlands recht staat (vervolgens)<br />
beroep bij de rechter open tegen het bestreden bestuursbesluit.<br />
<strong>Het</strong> is de Tuchtcommissie niet gebleken dat er<br />
binnen de KNDB een reglement is vastgesteld dat bij de<br />
behandeling van een dergelijk beroep van toepassing is.<br />
De conclusies van de Tuchtcommissie:<br />
<strong>Het</strong> bestuur is het enige bevoegde orgaan binnen de<br />
vereniging om het ontzettingsbesluit te nemen. <strong>Het</strong><br />
bestuur heeft in voldoende mate aangetoond dat de<br />
continuïteit van de internationale damsport alsmede<br />
de daaraan gerelateerde continuïteit van de KNDB, in<br />
redelijkheid als motivatie van haar oordeel heeft kunnen<br />
dienen. Namelijk dat door toedoen van het optreden<br />
van de heer A. Gantwarg de KNDB op onredelijke wijze<br />
wordt benadeeld althans dat het gerede risico dat een<br />
dergelijke benadeling zal plaatsvinden aanwezig is,<br />
waardoor de vereniging schade kan lijden. Daarmee<br />
komt de Tuchtcommissie tot de conclusie dat het bestuur<br />
heeft gehandeld conform de statuten en er derhalve<br />
geen sprake is van een strafbare handeling als bedoeld in<br />
het Tuchtreglement.<br />
In het kader van de zorgvuldigheid had het bestuur de<br />
heer A. Gantwarg persoonlijk moeten horen alvorens een<br />
besluit tot ontzetting te nemen.<br />
De CvB is het enige bevoegde orgaan binnen de vereniging<br />
om over het ontzettingsbesluit te oordelen. De CvB<br />
heeft blijkens haar uitspraak in beroep getoetst of het<br />
bestuur bevoegd was het besluit te nemen en marginaal<br />
getoetst of het bestuur het besluit in redelijkheid heeft<br />
kunnen nemen. De CvB heeft hiermee naar het oordeel<br />
van de Tuchtcommissie niet gehandeld in strijd met de<br />
statuten en reglementen van de KNDB en er is derhalve<br />
geen sprake van een strafbare handeling als bedoeld in<br />
het Tuchtreglement.<br />
Voor zover de heer Gantwarg van oordeel zou zijn dat de<br />
toetsing door de CvB onvoldoende is c.q. indien hij zich<br />
niet kan vinden in de uitspraak van de CvB, staat voor<br />
hem uiteraard beroep op de rechter open. Hiermede is<br />
naar het oordeel van de Tuchtcommissie het belang van<br />
de heer Gantwarg voldoende gewaarborgd.<br />
De uitspraak:<br />
De Tuchtcommissie oordeelt de beide klachten ongegrond<br />
wegens het ontbreken van een strafbare handeling<br />
als bedoeld in het Tuchtreglement van de KNDB.<br />
pagina 13