16.04.2014 Views

Handleiding SC2900 - Mennegat Trading BV

Handleiding SC2900 - Mennegat Trading BV

Handleiding SC2900 - Mennegat Trading BV

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

MIDI BANK 2 MIDI SEL.<br />

13 HOT CUE 1 ~ 4 BPM SYNC Pitchschuiver<br />

Relay-weergave<br />

• Wanneer er meerdere DN-<strong>SC2900</strong>-toestellen zijn verbonden op<br />

het netwerk, worden de tracks afgespeeld in de volgorde van het<br />

geregistreerde “Network ID”-nummer. Er kunnen maximaal vier<br />

DN-<strong>SC2900</strong>-toestellen worden aangesloten.<br />

• Gebruik voordat u start: “Utility” – “Preset Setting” – “Network ID”<br />

(vblz. 44) om de netwerk-ID’s in te stellen.<br />

Stel “Utility” – “Preset Setting” – “Relay” (vblz. 45)<br />

in op “ON”.<br />

De modus schakelt naar de relay-weergave.<br />

• In de relay-weergave worden de tracks afgespeeld in de volgende<br />

volgorde.<br />

• Als de relay-weergavemodus uit is voor een toestel, worden de<br />

tracks niet afgespeeld.<br />

• Als een “Network ID”-nummer ontbreekt, wordt het nummer<br />

overgeslagen voor weergave.<br />

“Network ID” : 1 “Network ID” : 2<br />

“Network ID” : 4 “Network ID” : 3<br />

• Wanneer “OFF” is geselecteerd in “Utility” – “Preset Setting” –<br />

“Relay” (vblz. 45), wordt de normale weergave hervat.<br />

• Als de relay-weergavemodus is ingesteld op ON tijdens het<br />

afspelen, start de relay-weergave vanaf de volgende track.<br />

nnOver de volgorde van de trackweergave<br />

Afhankelijk van de weergavemodus, verschilt de volgorde van de<br />

trackweergave.<br />

Meer informatie vindt u onder “De weergavemodus instellen”<br />

(vblz. 26).<br />

In SINGLE-weergavemodus<br />

Wanneer het afspelen van de track eindigt, start het afspelen van<br />

de volgende track op de speler die is geregistreerd met de volgende<br />

“Network ID”.<br />

In CONTINUOUS-weergavemodus<br />

Wanneer het afspelen van de laatste track eindigt, start het afspelen<br />

van de eerste track op de speler die is geregistreerd met de volgende<br />

“Network ID”.<br />

Automatisch BPM aanpassen<br />

Netwerkweergavebewerkingen<br />

Wanneer meerdere DN-<strong>SC2900</strong>-toestellen zijn verbonden op het<br />

netwerk, wordt de BPM-waarde van de gewenste speler (MASTER)<br />

ingesteld als de BPM op alle andere spelers (slave) (BPM SYNCfunctie).<br />

nnInstellen als “Master”<br />

Dit stelt het apparaat in dat het standaard apparaat zal zijn bij het<br />

aanpassen van de BPM-waarde.<br />

Houd BPM SYNC ingedrukt op het apparaat dat u wilt<br />

instellen als “MASTER”.<br />

• “SYNC Master” verschijnt op het scherm.<br />

• BPM SYNC knippert en de “Master”-instelling is voltooid.<br />

• Wanneer de “Master” is ingesteld, worden alle andere aangesloten<br />

spelers ingesteld als “Slave”.<br />

• Als er al een andere speler is ingesteld als “Master”, stelt u de<br />

andere spelers in op “Slave” voordat u het gewenste toestel instelt<br />

op “Master”.<br />

nnDe “Master” BPM instellen naar “Slave” BPM<br />

Druk op BPM SYNC op het toestel dat is ingesteld als<br />

“Slave”.<br />

• “BPM-SYNC” wordt weergegeven op het scherm en de BPM<br />

wordt ingesteld als “Master” BPM.<br />

• De PITCH-indicator knippert en de pitchwaarde wordt weergegeven<br />

op het scherm.<br />

• De pitchaanpassing wordt vergrendeld.<br />

• Wanneer de pitchwaarde waarop de pitchschuiver is vergrendeld, is<br />

afgestemd, wordt de pitchvergrendeling vrijgegeven.<br />

• Zelfs als de verbinding tussen de toestellen in de BPM SYNC-status<br />

is geannuleerd, blijft de pitchvergrendeling behouden.<br />

• Wanneer de track op het “Master”-toestel verandert, worden<br />

de “Master”-instellingen overgedragen naar de aanvankelijk<br />

gesynchroniseerde “Slave”. Als de pitch op dit ogenblik wordt<br />

vergrendeld voor het “Master”-apparaat, wordt de pitchvergrendeling<br />

behouden.<br />

OPMERKING<br />

Deze instelling kan niet worden gebruikt tenzij een van de apparaten<br />

is ingesteld op “Master”.<br />

Namen en functies van<br />

Aan de slag Voorbereidingen Aansluiting Weergave<br />

onderdelen<br />

MIDI-besturing Overige Instellingen Problemen oplossen Specificaties Index<br />

34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!