Meer info over het samenwerkingsprogramma (PDF, 29.66 Kb)

Informatie over het ISP Rwanda 2011-2014
Achtergrond en verantwoording van het ISP Rwanda
Ontwikkelingssamenwerking organiseert in principe om de 4 jaar gemengde
commissies met elk partnerland om een Indicatief Samenwerkingsprogramma (ISP)
af te spreken. Dit ISP bepaalt de inhoud en de modaliteiten van onze bilaterale hulp
aan het partnerland en geeft een indicatie van het budget.
De gemengde commissie met Rwanda was voorzien voor juni 2010, maar werd
verschoven om de dialoog met de overheden en de andere donoren over de
werkverdeling te kunnen voortzetten en om te vermijden dat de aankondiging van
een Belgische bijdrage een invloed zou hebben op het verkiezingsproces. Intussen is
onze regering in lopende zaken en werd de gemengde commissie uitgesteld.
De administratie is toch doorgegaan met de voorbereiding van het nieuwe ISP met
de Rwandese overheid. Dit voorbereidingsproces is nu afgerond. Gezien de
verlenging van de situatie van lopende zaken, is een gemengde commissie met
Rwanda noodzakelijk geworden. Het vorige ISP (2007-2010) werd immers in zijn
geheel vastgelegd. In 2009 was Rwanda het partnerland waarnaar het meeste
middelen gingen.
Elementen van het ISP
De gesprekken tussen de Rwandese overheid en de donoren over de sectorale
taakverdeling werden eind juni afgesloten. Overeenkomstig de verbintenissen ter
zake (o.m. verklaring van Parijs en van Accra), heeft België beslist zich te
concentreren op drie sectoren: gezondheid, energie en decentralisering. Deze
sectoren vertegenwoordigen een goed evenwicht tussen de Rwandese prioriteiten en
de expertise van ons land op deze drie terreinen.
De gemengde commissie met Rwanda kreeg bijzondere aandacht op het vlak van
governance en democratie.
In het nieuwe ISP komt deze groeiende aandacht voor governance tot uiting op
volgende wijze:
1. Prioritaire sectoren
We hebben er in de gesprekken over de verdeling van de sectorale taken met de
Rwandese overheid op aangedrongen om, behalve de meer technische sectoren
(gezondheid en energie), aanwezig te zijn in de sector ‘decentralisering’. De
bedoeling was om aanwezig te zijn in een sector die duidelijk met de
problematiek van governance en democratie heeft te maken. Samen met de
Rwandese partner werd een aanpak in deze sector overeengekomen die
bijzondere aandacht besteedt aan participatie, transparantie en verantwoording.
2. Governance
In navolging van de ISP’s met Burundi en de DRC, hechten onze indicatieve
samenwerkingsprogramma’s veel belang aan politieke en economische
governance en mensenrechten, zowel bij het bepalen van het budget als via
specifieke ondersteuning of politieke dialoog. Net als voor de ISP’s met Burundi
en de DRC, heeft België een systeem van aanmoedigingsbedragen opgenomen
in het ISP Rwanda. De bedoeling van dit systeem is om hervormingen en
vooruitgang op het vlak van governance, dat een onmisbaar element is voor

ontwikkeling, te stimuleren. Het ISP 2011-2014 zal 160 miljoen euro bedragen
(verdeeld over 4 jaar), terwijl het vorige ISP 145 miljoen euro bedroeg.
Verdeling van de ISP-begroting
Sector ISP 2011-2014
(miljoen euro)
1. Health 55
2. Energy 55
3. Decentralisation 28
4. Delegated Cooperation (education : 6,
14
justice 6, UNDP governance : 2)
5. Study Fund 2
6. Support to PSCBS (capacity
4
development)
7. Ongoing study grants programme 2
Totaal 160
3. Versterking van de capaciteiten (CD)
Het ISP besteedt bijzondere aandacht aan de capaciteitsversterking van de
openbare instellingen (Capacity Development - CD). De CD wordt in het ISP als
een strategisch transversaal onderdeel beschouwd in de drie prioritaire sectoren
van de rechtstreekse bilaterale samenwerking. Deze steun zal via het PSCBS
(Public Sector Capacity Building Secretariat) gebeuren.
4. NEX (Nationale uitvoering)
De Belgische ontwikkelingssamenwerking wilde de uitvoeringsmodaliteiten laten
evolueren van medezeggenschap (nu gebruikt in Rwanda) naar nationale
uitvoering, op basis van een kritische analyse van de BTC.
Het idee is om te streven naar uitvoeringsmodaliteiten die de partnerinstellingen
meer responsabiliseren en zo bijdragen aan de capaciteitsversterking.
5. Bijkomende schijf
Zoals in Burundi en de DRC, wilde België een bijkomende schijf van 40 miljoen
euro voorstellen, die vrijgemaakt zou kunnen worden na een tussentijdse
evaluatie op basis van internationaal erkende criteria, die regelmatig gemeten
worden in het kader van multiactorenoefeningen. In dit geval zouden indicatoren
worden gebruikt die werden overeengekomen met de donoren in het kader van
de globale begrotingshulp (‘Common Performance Assessment Framework-
CPAF’).
De indicatoren waarop de evaluatie zal zijn gebaseerd, zijn:
• Procedures volgens de criteria van artikel 8 van de akkoorden van
Cotonou (politieke dialoog) in 2011 en 2012;
• Substantiële becijferde vooruitgang op het vlak van "Enhanced Gains
through Good Governance” (van het CPAF);
• Substantiële vooruitgang op het vlak van de indicatoren van het Joint
Governance Assessement, vooral die betreffende de pers.