b 2013_4 Besluit Vaststelling Algemene Subsidieverordening ...
b 2013_4 Besluit Vaststelling Algemene Subsidieverordening ...
b 2013_4 Besluit Vaststelling Algemene Subsidieverordening ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Bezoekadres<br />
Pieter Calandlaan 1<br />
1065 KH Amsterdam<br />
Postbus 2003<br />
1000 CA Amsterdam<br />
Telefoon 14 020<br />
Fax 020 253 6009<br />
www.nieuwwest.amsterdam.nl<br />
X<br />
X<br />
X<br />
Gemeente Amsterdam<br />
Stadsdeel Nieuw-West<br />
^erpad|riiig Deelraad<br />
Datum<br />
Reg.nr./DECOS nr.<br />
15-4.2-2012'<br />
2012/int/1536<br />
Onderwerp<br />
<strong>Vaststelling</strong> <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012 Stadsdeel Nieuw-West<br />
(ASA2012N-W)<br />
De deelraad Nieuw-West,<br />
Gezien de voordraclit van het dagelijks bestuur van 6 november 2012<br />
<strong>Besluit</strong><br />
na kennisneming van;<br />
de Nota van Beantwoording van de reacties en adviezen uit het inspraaktraject van het<br />
ontwerp <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam (ASA) 2012 en de in bijlage 2 bij dit<br />
besluit opgenomen toelichting, behorend bij de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam<br />
2012 Stadsdeel Nieuw-West;<br />
1. de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012 Stadsdeel Nieuw-West<br />
(ASA2012N-W) vast te stellen en deze verordening in werking te laten treden op<br />
1 Januari <strong>2013</strong>;<br />
2. de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Nieuw-West 2011, vastgesteld door de<br />
stadsdeelraad op 25 mei 2011, in te trekken met ingang van de onder besluitpunt<br />
1 genoemde datum;<br />
3. De technische wijzigingen voor de bijzondere subsidieverordeningen van<br />
stadsdeel Nieuw-West vast te stellen.<br />
mevrouw K. Bolt,<br />
griffier<br />
de heer P.l.G. van Grol,<br />
voorzitter
Pagina 2 van 2<br />
Gemeente Amsterdam<br />
Stadsdeel Nieuw-West<br />
Afschrift van dit besluit aan:<br />
2
ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING AMSTERDAM 2012<br />
STADSDEEL NIEUW-WEST (ASA2012N-W)<br />
Definitief concept (22<br />
ol
f. de criteria voor subsidieverlening en de voorwaarden en verplichtingen die aan de<br />
subsidie kunnen worden verbonden;<br />
g. de vaststelling van de subsidie alsmede de gegevens en stukken die bij de aanvraag tot<br />
vaststelling van de subsidie moeten worden overgelegd;<br />
h. de betaling van de subsidie waaronder het verlenen van voorschotten.<br />
HOOFDSTUK 2. SUBSIDIEPLAFOND<br />
Artikel 4. Subsidieplafond<br />
1. De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van<br />
subsidieplafonds.<br />
2. Het db kan binnen de kaders van de begroting subsidieplafonds vaststellen.<br />
HOOFDSTUK 3. SUBSIDIEAANVRAAG<br />
Artikel 5. BIJ de subsidieaanvraag in te dienen gegevens<br />
1. De subsidieaanvraag wordt schriftelijk ingediend bij het db. Als door het db een<br />
aanvraagformulier is vastgesteld, wordt van dat formulier gebruik gemaakt.<br />
2. Bij de subsidieaanvraag worden de volgende gegevens en stukken overgelegd, tenzij in een<br />
bijzondere verordening of in nadere regels anders is bepaald:<br />
a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;<br />
b. de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de<br />
activiteiten aan dat doel bijdragen; in het bijzonder in welke mate de activiteiten<br />
gericht zijn op het stadsdeel of haar ingezetenen en op door het stadsdeel<br />
vastgestelde doelen of beleidsterreinen;<br />
c. een begroting voor de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd met daarin een<br />
overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven, voor zover deze betrekking hebben<br />
op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;<br />
d. een uittreksel uit het handelsregister dat niet ouder is dan twee maanden en een afschrift<br />
van de statuten van de aanvrager;<br />
e. een afschrift van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van de aanvrager van het<br />
voorgaande jaar.<br />
3. Het tweede lid, aanhef, onder d, is niet van toepassing als in het voorafgaande jaar ook een<br />
subsidie is verstrekt en in de statuten of in de vermelding in het handelsregister sindsdien<br />
geen verandering is opgetreden.<br />
4. Het tweede lid, aanhef, onder d en e is niet van toepassing als de subsidieaanvraag wordt<br />
ingediend door een natuurlijk persoon.<br />
Artikel 6. Aanvraagtermijn periodieke subsidie<br />
Een subsidieaanvraag voor een periodieke subsidie wordt vóór 1 oktober van het jaar,<br />
voorafgaand aan het boekjaar of de boekjaren waarvoor de subsidie wordt aangevraagd,<br />
ingediend bij het db tenzij in een bijzondere subsidieverordening of in nadere regels anders is<br />
bepaald.<br />
Artikel 7. Volgorde behandeling aanvragen<br />
1. Subsidieaanvragen worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan.<br />
Als tijdstip van indiening geldt daarbij het moment waarop de aanvraag compleet is.<br />
2
2. Van deze volgorde wordt afgeweken als in een bijzondere subsidieverordening of in nadere<br />
regels is aangegeven op welke wijze het beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld.<br />
Artikel 8. Beslistermijn<br />
1. Op een aanvraag voor een periodieke subsidie beslist het db vóór 1 januari van het boekjaar<br />
of de boekjaren waarvoor de subsidie wordt aangevraagd tenzij in een bijzondere<br />
subsidieverordening of in nadere regels anders is bepaald.<br />
2. Op een aanvraag voor een eenmalige subsidie beslist het db binnen acht weken na de<br />
ontvangst van een volledige subsidieaanvraag, tenzij in een bijzondere subsidieverordening<br />
of in nadere regels anders is bepaald.<br />
3. Het db kan de beslissing op een aanvraag voor een eenmalige subsidie voor ten hoogste vier<br />
weken verdagen; het doet hiervan tijdig mededeling aan de aanvrager.<br />
HOOFDSTUK 4. WEIGERING VAN DE SUBSIDIE<br />
Artikel 9. Welgeringsgronden<br />
1. Het db weigert een subsidie te verlenen als:<br />
a. de subsidieaanvraag niet uiterlijk op het daartoe vastgestelde tijdstip is ingediend;<br />
b. voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd geen gelden op de begroting zijn<br />
gereserveerd;<br />
2. Het db kan geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als:<br />
a. de aanvrager niet voldoet aan de regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking<br />
te komen;<br />
b. gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de activiteiten van de aanvrager niet of niet<br />
in overwegende mate gericht zullen zijn op het stadsdeel of zijn ingezetenen of niet of<br />
nauwelijks aanwijsbaar ten goede zullen komen aan het stadsdeel of zijn ingezetenen;<br />
c. de aanvrager doelen nastreeft, activiteiten ontplooit of handelingen verricht die in strijd<br />
zijn met het recht, het algemeen belang of de openbare orde;<br />
d. de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen hetzij<br />
uit middelen van derden, kan beschikken om de activiteit te realiseren;<br />
e. gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de te verlenen subsidie niet of in<br />
onvoldoende mate zal worden besteed aan de activiteit waarvoor de subsidie is bedoeld;<br />
f. gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager niet de capaciteiten heeft om<br />
de activiteiten naar behoren uit te voeren of de rechtsvorm van de organisatie niet<br />
geschikt is om de activiteiten te ven^/ezenlijken waarvoor subsidie is aangevraagd;<br />
g. in gevallen en onder de voorwaarden als genoemd in artikel 3 en volgende van de Wet<br />
bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;<br />
h. de verlening de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen door begunstiging van<br />
bepaalde ondernemingen of producties als bedoeld in artikel 107, eerste lid van het<br />
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.<br />
HOOFDSTUK 6. VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER<br />
Artikel 10. <strong>Algemene</strong> verplichtingen<br />
De subsidieontvanger informeert het db zo spoedig mogelijk schriftelijk over:<br />
a. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend<br />
geheel of gedeeltelijk niet zullen worden verricht of aan de subsidieverlening verbonden<br />
voorwaarden of verplichtingen geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;<br />
3
. een wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de<br />
persoon van de bestuurder(s) of het doel van de rechtspersoon;<br />
c. besluiten of procedures gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is<br />
verleend, ontbinding van de rechtspersoon of een ingrijpende wijziging van de<br />
werkzaamheden van de rechtspersoon;<br />
d. relevante wijzigingen in de financiële situatie of in de financiële of organisatorische<br />
verhouding met derden.<br />
Artikel 11. Aanvullende verplichtingen<br />
1. De activiteiten van de subsidieontvanger staan open voor alle groeperingen en ook in de<br />
doelstellingen, statuten of reglementen van de subsidieontvanger wordt geen onderscheid<br />
gemaakt naar ras, nationaliteit, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, leeftijd,<br />
geslacht, seksuele gerichtheid, handicap of burgerlijke staat. Deze verplichting geldt niet als<br />
sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit.<br />
2. De activiteiten van de subsidieontvanger mogen niet in strijd zijn met de op grond van<br />
internationale verdragen algemeen erkende rechten van de mens en het kind.<br />
3. Als de activiteiten worden verricht in een accommodatie, kan worden bepaald dat deze ook<br />
bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar moet zijn voor lichamelijk gehandicapten.<br />
Artikel 12. Voorafgaande toestemming handelingen subsidieontvanger<br />
Bij subsidies hoger dan € 50.000 behoeft de ontvanger van een subsidie de toestemming van het<br />
db voor handelingen vermeld in artikel 4:71, eerste lid onder a tot en met j van de <strong>Algemene</strong> wet<br />
bestuursrecht.<br />
HOOFDSTUK 6. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE<br />
Artikel 13. Verantwoording subsidies tot en met € 5.000<br />
Subsidies tot en met € 5.000 worden direct door het db vastgesteld.<br />
Artikel 14. Verantwoording subsidies vanaf € 5.000 tot en met € 50.000<br />
1. Als de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000 en niet hoger is dan € 50.000, dient de<br />
ontvanger van een periodieke subsidie binnen acht weken na afloop van het boekjaar een<br />
aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het db in.<br />
2. Als de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000 en niet hoger is dan € 50.000, dient de<br />
ontvanger van een eenmalige subsidie uiterlijk acht weken na afloop van de activiteiten een<br />
aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het db in.<br />
3. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de<br />
activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en de mate waarin de<br />
beoogde doelstellingen en resultaten zijn gerealiseerd.<br />
Artikel 15. Verantwoording subsidies vanaf € 50.000<br />
1. Als de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000, dient de ontvanger van een periodieke<br />
subsidie binnen twaalf weken na afloop van het boekjaar een aanvraag tot vaststelling van de<br />
subsidie bij het db in.<br />
2. Als de subsidieverlening meer bedraagt dan € 125.000, kan voor het indienen van een<br />
aanvraag tot vaststelling van een periodieke subsidie op verzoek van de aanvrager uitstel<br />
worden verleend tot 20 weken na afloop van het boekjaar waarvoor de subsidie is verleend.<br />
4
3. Als de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000 dient de ontvanger van een eenmalige<br />
subsidie uiterlijk twaalf weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van<br />
de subsidie bij het db in.<br />
4. De aanvraag tot vaststelling bevat een financieel verslag, als bedoeld in artikel 4:76 van de<br />
<strong>Algemene</strong> wet bestuursrecht, als de ontvanger zijn inkomsten voor meer dan de helft ontleent<br />
aan de subsidie.<br />
5. Als de subsidieverlening € 125.000 of lager is, is de subsidieontvanger vrijgesteld van de<br />
verplichting een controleverklaring in te dienen als bedoeld in artikel 4:78 van de <strong>Algemene</strong><br />
wet bestuursrecht.<br />
Artikel 16. <strong>Vaststelling</strong> subsidie<br />
1. Het db stelt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de<br />
subsidie vast.<br />
2. Het db kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste zes weken verdagen; het doet hiervan<br />
tijdig mededeling aan de aanvrager.<br />
Artikel 17. Betaling en verrekening<br />
1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de beschikking tot subsidievaststelling binnen vier<br />
weken na de subsidievaststelling betaald. Indien een voorschot is verleend, wordt dit<br />
voorschot op het subsidiebedrag in mindering gebracht.<br />
2. Het db kan een geldschuld, ontstaan op grond van toepassing van enige bepaling van deze<br />
verordening, verrekenen met een vordering van de subsidieontvanger op het stadsdeel.<br />
3. Als bij de vaststelling van de subsidie blijkt dat de subsidieontvanger een batig saldo heeft, is<br />
de subsidieontvanger daarvoor aan het db een vergoeding verschuldigd als de<br />
gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd, als de subsidie wordt<br />
beëindigd, als de gesubsidieerde rechtspersoon ophoudt te bestaan of als een van de andere<br />
situaties zich voordoet als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid van de <strong>Algemene</strong> wet<br />
bestuursrecht.<br />
4. De hoogte van de in het vorige lid bedoelde vergoeding wordt berekend door de verhouding<br />
in percentage tussen de verleende subsidie en de overige inkomsten van de<br />
subsidieontvanger toe te passen op het batig saldo. De verschuldigde vergoeding bedraagt<br />
niet meer dan het verleende subsidiebedrag.<br />
HOOFDSTUK 7. OVERIGE BEPALINGEN<br />
Artikel 18. Toezichthouders<br />
1. Het db kan toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de<br />
aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen.<br />
2. De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheden, vermeld in de artikelen 5:18 en 5:19<br />
van de <strong>Algemene</strong> wet bestuursrecht.<br />
Artikel 19. Overgangsbepalingen<br />
1. Een aanvraag om verlening en vaststelling van subsidie die betrekking heeft op het jaar 2012<br />
wordt afgedaan volgens de bepalingen van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> stadsdeel<br />
Nieuw-West 2011.<br />
2. Een aanvraag om subsidie die in 2012 is ingediend en betrekking heeft op het jaar <strong>2013</strong><br />
wordt afgedaan overeenkomstig de bepalingen van de ASA 2012 tenzij in de beschikking tot<br />
verlening van de subsidie anders is bepaald.<br />
5
3.. De intrekking van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> stadsdeel Nieuw-West 2011 heeft geen<br />
gevolgen voor de geldigheid van bepalingen in bijzondere subsidieverordeningen, nadere<br />
regels en beleidsregels waarin wordt verwezen naar genoemde verordening mits de bepaling<br />
waarnaar wordt verwezen naar de strekking ook is opgenomen in deze verordening.<br />
Artikel 20. Citeertitel<br />
Deze verordening wordt aangehaald als: <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
Stadsdeel Nieuw-West (ASA2012N-W).<br />
6
Toelichting <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
Definitief concept (19 ol
Ten slotte kunnen ook in de beschikking waarmee de subsidie wordt verleend<br />
verplichtingen en voorwaarden voor de subsidie worden opgenomen.<br />
Aldus ontstaat een gelaagde structuur van subsidieregels die in onderling verband staan<br />
en ook als zodanig moeten worden toegepast.<br />
Door het potentieel van deze structuur goed te benutten hoeft het totaal aan subsidieregels<br />
in de stad niet groter te zijn dan strikt noodzakelijk omdat de verschillende<br />
regelingen elkaar aanvullen.<br />
Bij het opstellen van de ASA is gebruik gemaakt van de model subsidieverordening van<br />
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.<br />
Inzet is dat de gemeentelijke subsidieregelingen worden vereenvoudigd. De ASA is<br />
bedoeld om een brede basis te bieden voor het verstrekken van subsidies binnen de<br />
stad. Met het vaststellen van bijzondere subsidieverordeningen moet terughoudend<br />
worden omgegaan: dit dient beperkt te blijven tot die gevallen waarin het gaat om<br />
complexe regelingen of om een uit het onderwerp van de subsidie voortvloeiende<br />
noodzaak om van de ASA af te wijken.<br />
Daarnaast is uitgangspunt een sobere verordening die de grondslag vormt voor een<br />
proces van subsidieverstrekking waarin niet meer gegevens worden uitgevraagd dan<br />
nodig is, met zo min mogelijk administratieve lasten als gevolg, zowel voor de<br />
subsidieontvanger als voor de subsidieverstrekker.<br />
Dit komt onder andere tot uitdrukking in de invoering van een drietal categorieën<br />
subsidies waarbij als uitgangspunt geldt dat het aantal eisen en verplichtingen waaraan<br />
moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor subsidie, minder is naarmate het<br />
subsidiebedrag lager is.<br />
Hiertoe worden de subsidies ingedeeld in drie categorieën met een bijbehorend<br />
drempelbedrag en bijbehorende verplichtingen:<br />
a. subsidies tot en met € 5.000 (kleine subsidies)<br />
b. subsidies vanaf € 5.000 tot en met € 50.000 (middelgrote subsidies) en<br />
c. subsidies vanaf € 50.000 (grote subsidies)<br />
Het vertrouwen in een juiste aanvraag en in de oprechte bedoelingen van de subsidieaanvrager<br />
nemen hier een belangrijke plaats in, zonder dat sprake moet zijn van een<br />
blind vertrouwen. Een steekproefsgewijze controle, zo nodig op basis van een<br />
risicoanalyse, komt in de lagere categorieën in de plaats van standaardcontrole bij iedere<br />
subsidieverstrekking. Bij geconstateerd misbruik biedt de Awb voldoende<br />
instrumentarium om hiertegen op te treden, zoals verlaging of terugvordering van de<br />
subsidie en weigering van een nieuwe aanvraag.<br />
2
II<br />
Toelichting per artikel<br />
Hoofdstuk 1 <strong>Algemene</strong> bepalingen<br />
In hoofdstuk 1 zijn de bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op de hele<br />
verordening.<br />
Artikel 1<br />
Begripsomschrijvingen<br />
Ad a: bijzondere subsidieverordening<br />
Als voor een bepaald beleidsterrein behoefte bestaat aan regels die afwijken van de ASA<br />
of voor een specifiek onderwerp een aanvulling daarop vormen, dan is het noodzakelijk<br />
een bijzondere subsidieverordening vast te stellen.<br />
De regels van de ASA kunnen alleen terzijde worden gesteld door een bijzondere<br />
verordening die dan prevaleert boven de ASA.<br />
Een bijzondere verordening kan gedeeltelijk afwijken van de ASA maar ook geheel.<br />
Met het vaststellen van een bijzondere subsidieverordening moet terughoudend worden<br />
omgegaan. Vooraf dient onderzocht te worden of het beoogde doel niet met behulp van<br />
de ASA of nadere regels kan worden gerealiseerd.<br />
Ad c: eenmalige subsidie<br />
De ASA kent slechts twee soorten subsidies: eenmalige en periodieke.<br />
In de praktijk worden veel benamingen voor subsidies gehanteerd zoals projectsubsidies,<br />
waarderingssubsidies, investeringssubsidies, exploitatiesubsidies en<br />
stimuleringssubsidies.<br />
Onder welke benaming een bepaalde subsidie ook te boek staat, hij valt altijd onder de<br />
eenvoudige tweedeling van eenmalig of periodiek.<br />
Subsidies kunnen eenma//g worden afgegeven met het oog op een bepaalde activiteit die<br />
in tijd begrensd is, ook al hoeft die activiteit niet per se in één kalenderjaar gerealiseerd<br />
te zijn, of periodiek v^ai in de praktijk doorgaans neerkomt op een periode die in tijd wordt<br />
begrensd door een bestuursperiode van vier jaar en in veel gevallen langer.<br />
Ad d: nadere regels<br />
Op grond van de ASA kan het db op bepaalde punten nadere regels vaststellen. In deze<br />
regels wordt de verordening nader uitgewerkt. Er wordt invulling gegeven aan hetgeen in<br />
de verordening geregeld is.<br />
Ad f: periodieke subsidie<br />
Uitgangspunt is dat het boekjaar voor de subsidieontvanger zoveel mogelijk gelijk is aan<br />
het kalenderjaar. De administratie van de subsidieontvanger moet hier dus op<br />
toegesneden zijn. De structuur van afdeling 4.2.8 van de Awb is ook afgestemd op de<br />
jaarlijkse cyclus van planning, uitvoering en verantwoording.<br />
Voor sommige periodieke subsidies geldt dat per bestuursperiode wordt bezien of en hoe<br />
ze worden gecontinueerd.<br />
3
De onderdelen b en e behoeven geen nadere toelichting.<br />
Artikel 2 Reikwijdte verordening<br />
Artikel 4:23 Awb bepaalt dat subsidieverstrekking een wettelijke grondslag behoeft.<br />
In het artikel wordt een aantal uitzonderingen op deze eis genoemd waaronder een<br />
subsidie die concreet wordt vermeld in de begroting en een subsidie in incidentele<br />
gevallen.<br />
De ASA vermeldt in elk geval in het eerste lid dat subsidie kan worden verleend voor<br />
activiteiten op de beleidsterreinen die in de begroting worden genoemd. Daarbij wordt<br />
een aantal beleidsterreinen opgesomd. Daarmee biedt de ASA een brede basis voor<br />
subsidieverlening. Dit neemt echter niet weg dat ook nadere regels vereist zijn. Een<br />
benoeming van de beleidsterreinen biedt onvoldoende wettelijke grondslag zoals de Awb<br />
voorschrijft. Er kan echter worden volstaan met het per beleidsterrein vaststellen van<br />
nadere regels. Alleen in uitzonderingsgevallen is nog een bijzondere verordening nodig.<br />
Het geven van een nadere toelichting op de doelstelling en de achtergronden van de<br />
regeling en het beschrijven van de wijze waarop de gestelde doelen worden gerealiseerd<br />
vindt vaak plaats in een beleidsnotitie. Hierin is meestal ook de nadere invulling<br />
opgenomen van de criteria op grond waarvan subsidie wordt verleend dan wel<br />
geweigerd. Beleidsregels vormen geen wettelijke grondslag voor het verstrekken van<br />
subsidies zoals bedoeld in artikel 4:23 Awb.<br />
Het van toepassing of van overeenkomstige toepassing verklaren van afdeling 4.2.8 van<br />
de Awb op subsidies hoger dan € 50.000 geldt voor periodieke respectievelijk eenmalige<br />
subsidies. Hiermee is in de eerste plaats beoogd de verordening zo eenvoudig mogelijk<br />
te houden door het opnemen van artikelen die al in de Awb zijn te vinden achterwege te<br />
laten. In afdeling 4.2.8 is namelijk al voorzien in een uitgebreide regeling voor het<br />
aanvragen, verlenen en vaststellen van subsidies. Zo is geregeld welke stukken bij een<br />
aanvraag moeten worden ingediend (artikel 4:61), aan welke vereisten deze stukken<br />
moeten voldoen (artikel 4:62 tot en met 4:65) en aan welke verplichtingen de<br />
subsidieontvanger zich dient te houden (artikel 4:69 tot en met 4:72).<br />
Daarnaast is bepaald welke stukken bij de aanvraag tot vaststelling moeten worden<br />
ingediend (artikel 4:75) en aan welke eisen deze stukken moeten voldoen (artikel 4:76 tot<br />
en met 4:80).<br />
In de tweede plaats is hiermee vastgelegd dat alleen aan de zogenaamde grote<br />
subsidies (zie ook de algemene toelichting) de eisen worden gesteld die afdeling 4.2.8<br />
bevat. Voor de subsidies boven de € 50.000 brengt dit met zich mee dat er maar heel<br />
beperkt ruimte is om in nadere regels procedurele voorschriften te geven. Bij die<br />
subsidies voorziet afdeling 4.2.8. Awb immers al in aanvullende procedurele<br />
voorschriften. De nadere regels zien in die gevallen dus met name op meer inhoudelijke<br />
voorschriften.<br />
4
De bepalingen in de ASA zijn in beginsel van toepassing op alle subsidierelaties tenzij<br />
hiervan in een bijzondere verordening geheel of gedeeltelijk wordt afgeweken.<br />
Dit zal het geval zijn als de aard van de subsidie of het beoogde doel van de te<br />
subsidiëren activiteit daartoe noodzaakt.<br />
In de toelichting op de bijzondere subsidieverordening moet worden aangegeven<br />
waarom de afwijking noodzakelijk is en in welke mate van de ASA wordt afgeweken,<br />
gedeeltelijk of in zo grote mate dat de ASA in feite niet meer van toepassing kan zijn.<br />
In het eerste geval -gedeeltelijke afwijking- moet duidelijk worden aangegeven welke<br />
artikelen afwijken van de bepalingen in de ASA. De bepalingen van de ASA waar in de<br />
bijzondere subsidieverordening niet van wordt afgeweken blijven onverkort van<br />
toepassing op de subsidierelatie.<br />
Is sprake van een zo grote afwijking dat de ASA in feite niet meer van toepassing is dan<br />
moet ook dat in de toelichting op de bijzondere subsidieverordening worden aangegeven.<br />
Aan te bevelen is in dat geval om bij het opstellen van de verordening te bezien of het<br />
nodig is bepalingen uit de ASA onverkort over te nemen om te voorkomen dat in de<br />
bijzondere verordening leemten ontstaan.<br />
Artikel 3 Bevoegdheid db<br />
Dit artikel bepaalt in het eerste lid dat het db het bevoegd orgaan is om te beslissen op<br />
aanvragen om subsidie te verlenen of vast te stellen.<br />
Het tweede lid geeft het db de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen voor de<br />
onder a tot en met h genoemde onderwerpen. Het gaat hier om uitwerkingsregels waarin<br />
nadere invulling kan worden gegeven aan een groot aantal bepalingen in de ASA.<br />
Sommige onderwerpen in de ASA hebben een nogal algemeen of abstract karakter.<br />
In gevallen waarin de ASA als het toereikend kader kan worden beschouwd, maar voor<br />
bepaalde subsidies een aanvulling of nadere concretisering van bepaalde voorschriften<br />
nodig is, kan het db daarin voorzien.<br />
Zo bevat artikel 3 onder andere de mogelijkheid dat het db de activiteiten waarvoor<br />
subsidie kan worden verstrekt nader kan omschrijven als dit niet in een bijzondere<br />
subsidieverordening is gedaan en dat het voorwaarden kan stellen waaraan de<br />
aanvrager moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen.<br />
Bij subsidies waarvoor naast de ASA niet al te veel behoeft te worden geregeld, kan dan<br />
de vaststelling van een bijzondere subsidieverordening achterwege blijven en kan met<br />
nadere regels worden volstaan. Het aantal bijzondere subsidieverordeningen kan<br />
hierdoor worden beperkt tot die gevallen waarin dit absoluut noodzakelijk is en sprake is<br />
van gecompliceerde subsidies, in verband waarmee op veel punten aanvullingen of<br />
afwijkingen van de ASA-bepalingen noodzakelijk zijn.<br />
Opmerking verdient dat beleidsregels niet kunnen voorzien in de behoefte om bepaalde<br />
subsidiekwesties nader te regelen. In de Awb is bepaald dat een beleidsregel een<br />
algemene regel is omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de<br />
uitleg van wettelijke voorschriften. Beleidsregels zien dus met name op de wijze waarop<br />
5
in de pral
Bij de bel
Voor het geval dat het boekjaar voor een bepaald beleidsterrein niet gelijk loopt aan het<br />
kalenderjaar is voorzien in de mogelijkheid om in een bijzondere subsidieverordening of<br />
in nadere regels een andere datum op te nemen. Zoals in de toelichting op artikel 1<br />
onder f is aangegeven is het uitgangspunt dat het boekjaar zoveel mogelijk gelijk loopt<br />
met het kalenderjaar.<br />
De aanvraagtermijn voor een eenmalige subsidie is niet geregeld omdat deze wisselend<br />
kan zijn, afhankelijk van de regeling waarop ze berust.<br />
Artikel 7 Volgorde behandeling aanvragen<br />
Er zijn verschillende wijzen waarop subsidieaanvragen kunnen worden behandeld.<br />
Een veel voorkomende staat vermeld in het eerste lid, namelijk op volgorde van<br />
binnenkomst volgens het bekende principe 'wie het eerst komt, wie het eerst maalt'.<br />
Tegenwoordig worden subsidieaanvragen echter ook vaak behandeld via het<br />
tenderprincipe, waarbij door middel van een onderlinge vergelijking van de aanvragen<br />
een keuze wordt gemaakt. De aanvragen die het beste bij het doel van de regeling<br />
aansluiten komen dan voor de subsidie in aanmerking (zie ook de toelichting bij artikel 4).<br />
Als aan een tenderprincipe behoefte bestaat, dan biedt artikel 3 ASA een grondslag om<br />
dit in nadere regels vast te leggen.<br />
Artikel 8<br />
Beslistermijn<br />
Hier worden de termijnen gegeven waarbinnen het db gehouden is te beslissen op een<br />
subsidieaanvraag. De Awb bevat geen strikte beslistermijnen voor een<br />
subsidieaanvraag. Deze termijnen zijn dan ook in de ASA opgenomen. Op een aanvraag<br />
voor een periodieke subsidie wordt vóór 1 januari beslist. Bij het aanvragen van een<br />
eenmalige subsidie wordt een termijn van acht weken redelijk geacht, zeker nu deze nog<br />
met een periode van vier weken kan worden verlengd in gevallen waarin de beoordeling<br />
meer tijd vraagt.<br />
Evenals bij artikel 6 wordt de mogelijkheid geopend een andere datum in een bijzondere<br />
subsidieverordening of in nadere regels op te nemen.<br />
Van de termijnen die in artikel 8 worden genoemd, kan in een bijzondere<br />
subsidieverordening worden afgeweken, bijvoorbeeld in verband met de bijzondere aard<br />
van de subsidie of te verwachten complexe aanvragen waarvoor meer tijd nodig is om te<br />
kunnen beoordelen. Ook het db kan een andere termijn stellen met gebruikmaking van<br />
de bevoegdheid van artikel 3 ASA om nadere regels vast te stellen.<br />
8
Hoofdstuk 4<br />
Weigering van de subsidie<br />
Artikel 9<br />
Weigeritigsgronden<br />
De algemeen geldende weigeringsgronden, opgenomen in artikel 4:35 Awb, worden hier<br />
met nadere, op de gemeentelijke praktijk toegesneden gronden aangevuld.<br />
Het eerste lid bevat twee imperatieve weigeringsgronden, in het tweede lid wordt het db<br />
enige vrijheid geboden om een aanvraag op basis van de daarin genoemde gronden al<br />
dan niet (gedeeltelijk) te honoreren.<br />
De weigeringsgrond in het eerste lid onder a geeft aan dat het vaststellen van een tijdstip<br />
waarop een aanvraag uiterlijk moet zijn ingediend geen ruimte laat om na dat tijdstip<br />
alsnog een aanvraag te kunnen indienen. De weigeringsgrond onder b ziet op de situatie<br />
dat op de begroting geen gelden voor een activiteit zijn gereserveerd. In dat verband<br />
wordt opgemerkt dat op grond van de Awb ook het bereiken van het subsidieplafond een<br />
weigeringsgrond vormt. Als het plafond is bereikt, wordt de aanvraag dus eveneens<br />
afgewezen.<br />
De in het tweede lid opgenomen facultatieve weigeringsgronden richten zich in de eerste<br />
plaats op de situatie dat de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden voor de subsidie<br />
zoals die in de ASA of nadere regels zijn gesteld (a). Daarnaast kan de subsidie worden<br />
geweigerd als twijfel bestaat over het doel van de activiteiten waarvoor subsidie wordt<br />
gevraagd (b en c). De weigeringsgrond onder c biedt bovendien de mogelijkheid om de<br />
subsidie te weigeren als de aanvrager handelingen verricht die in strijd zijn met het recht,<br />
het algemeen belang of de openbare orde. Onder strijd met het recht wordt daarbij niet<br />
alleen strijd met de Grondwet, wetten in formele zin en lagere regelgeving bedoeld, maar<br />
ook strijd met het recht van de Europese Unie, een ieder verbindende<br />
verdragsbepalingen en algemene rechtsbeginselen. De weigeringsgrond biedt dus<br />
bijvoorbeeld ook de mogelijkheid om de subsidie te weigeren als de aanvrager de<br />
<strong>Algemene</strong> wet gelijke behandeling niet naleeft en functies alleen openstelt voor mensen<br />
met een bepaalde religieuze, culturele of andersoortige achtergrond of zich in verband<br />
met de subsidie schuldig maakt aan het bedreigen of intimideren van portefeuillehouders<br />
en ambtenaren.<br />
Verder kan de subsidie worden geweigerd als twijfel bestaat of de aanvrager de subsidie<br />
wel nodig heeft (d) dan wel twijfel of de subsidie zal worden besteed waarvoor deze is<br />
bedoeld (e en f). De onderdelen g en h tenslotte bevatten twee bijzondere<br />
weigeringsgronden.<br />
Bij de weigeringsgrond onder g is niet van belang of de activiteiten waarvoor subsidie<br />
wordt gevraagd op zichzelf beoordeeld subsidiabel zijn. Het gaat hierbij louter om de<br />
persoon dan wel rechtspersoon van de aanvrager aan wie het db op grond van de Wet<br />
Bibob geen subsidie wenst te verlenen.<br />
9
Lid tl tenslotte beoogt om de subsidiegever zich ervan te laten vergewissen dat het<br />
verlenen van de gevraagde subsidie niet leidt tot ongeoorloofde staatssteun.<br />
Hoofdstuk 5<br />
Verplichtingen van de subsidieontvanger<br />
Artikel 10 <strong>Algemene</strong> verplichtingen<br />
De Awb regelt in de artikelen 4:37 en 4:38 de standaardverplichtingen respectievelijk<br />
overige doelgebonden verplichtingen.<br />
De standaardverplichtingen zijn in de wet niet limitatief opgesomd; de overige<br />
doelgebonden verplichtingen worden ofwel bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegd<br />
ofwel -als geen sprake is van een subsidie die op een wettelijk voorschrift berust- bij de<br />
subsidieverlening.<br />
Artikel 10 bevat in aanvulling op de bepalingen van de Awb een aantal verplichtingen<br />
waaraan iedere subsidieontvanger, voor zover op hem van toepassing, moet voldoen.<br />
In bijzondere subsidieverordeningen en bij het verlenen van de subsidie kunnen nog<br />
aanvullende verplichtingen worden opgenomen, die verband houden met het doel van de<br />
subsidie.<br />
De subsidieontvanger is verplicht zo spoedig mogelijk (zonder nodeloos tijdsverloop) te<br />
melden bij de gemeente dat de gesubsidieerde activiteit niet, niet tijdig, niet geheel of niet<br />
volgens alle daaraan verbonden verplichtingen zal worden verricht. In dat geval zal de<br />
subsidie lager of op nihil worden vastgesteld of zullen nadere afspraken worden gemaakt<br />
over het aanpassen van de verplichtingen, bijvoorbeeld het geven van meer tijd voor de<br />
uitvoering van de activiteiten. Bij het niet voldoen aan deze meldingsplicht kan, indien dat<br />
achteraf mocht blijken, met toepassing van artikel 4:49 Awb alsnog de<br />
subsidievaststelling worden ingetrokken, omdat de ontvanger wist en behoorde te weten<br />
dat de vaststelling onjuist was.<br />
Terugvordering van de subsidie, inclusief wettelijke rente over het hele subsidiebedrag,<br />
kan in zo'n geval proportioneel worden geacht, omdat de ontvanger dan misbruik maakte<br />
van het vertrouwen dat hem gegeven is.<br />
Artikel 11 Aanvullende verplichtingen<br />
Artikel 4:39 Awb maakt het mogelijk ook niet-doelgebonden verplichtingen bij een<br />
subsidieverlening op te leggen. Dit is alleen mogelijk voor zover dit bij wettelijk voorschrift<br />
is bepaald. Volgens het wetsartikel kunnen deze verplichtingen alleen betrekking hebben<br />
op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.<br />
De in artikel 11 ASA opgenomen bijzondere verplichtingen voldoen aan dit criterium en<br />
vormen de weerslag van politieke wensen ter zake.<br />
Evenals bij het vorige artikel het geval is, moet iedere subsidieontvanger aan deze<br />
verplichtingen voldoen voorzover de bijzondere verplichting op zijn activiteit van<br />
toepassing is.<br />
10
In een bijzondere subsidieverordening kunnen nog eventueel aanvullende nietdoelgebonden<br />
verplichtingen worden opgenomen.<br />
Artikel 12 Voorafgaande toestemming handelingen subsidieontvanger<br />
Bij subsidies hoger dan € 50.000 is vooraf toestemming van het db nodig voor het mogen<br />
verrichten van een aantal privaatrechtelijke handelingen dat in art. 4:71 Awb staat<br />
omschreven.<br />
Het wetsartikel bepaalt dat deze toestemming nodig is als dit bij wettelijk voorschrift of bij<br />
de subsidieverlening is bepaald. Gekozen is hier voor het opnemen van een artikel in de<br />
ASA zodat deze toestemming altijd nodig is bij grote subsidies.<br />
Hoofdstuk 6<br />
Verantwoording en vaststelling van de subsidie<br />
Artikel 13 Verantwoording subsidies tot en met € 5.000<br />
Kenmerkend voor subsidies tot en met € 5.000 is dat een vast bedrag (lump sum) wordt<br />
verstrekt en dat de subsidieontvanger achteraf niet standaard verantwoording hoeft af te<br />
leggen aan de subsidieverstrekker. De subsidieontvanger hoeft geen aanvraag voor<br />
subsidievaststelling (verantwoording) in te dienen. Hierdoor kunnen de lasten voor zowel<br />
de subsidieaanvrager als de subsidieverstrekker worden bespaard.<br />
Bij de directe vaststelling kunnen de bewijsstukken van de prestatie direct met de<br />
aanvraag worden meegestuurd. Ook indien de activiteiten nog niet hebben<br />
plaatsgevonden, kan deze bepaling worden toegepast. De toepassing is dan onder meer<br />
afhankelijk van de aard van de subsidie (bijvoorbeeld een 'waarderingssubsidie') en van<br />
een risicoafweging van de subsidieverstrekker. Steekproefsgewijze controle na de<br />
vaststelling is mogelijk, maar leidt alleen in bijzondere gevallen, zoals fraude, tot<br />
terugvordering. Daarnaast is het denkbaar dat bij bepaalde subsidies een meer<br />
structurele controle plaatsvindt. Zo kan worden bepaald dat de subsidieontvanger op een<br />
door het db in de beschikking aangegeven wijze, dient aan te tonen dat de activiteiten,<br />
waarvoor de subsidie is verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie<br />
verbonden verplichtingen. In de beschikking kan bijvoorbeeld zijn voorgeschreven dat<br />
een kort verslag van de activiteit wordt gemaakt en, dat er een korte eindafrekening<br />
wordt opgesteld.<br />
Artikel 14 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000 tot en met € 50.000<br />
In dit artikel is aangegeven op welke wijze de subsidieontvanger de aan hem verleende<br />
subsidie aan het db dient te verantwoorden. Artikel 4:37 Awb bepaalt dat de wijze van<br />
verantwoording al bij het besluit tot verlening van de subsidie aan de ontvanger bekend<br />
gemaakt kan worden door het opleggen van verplichtingen terzake.<br />
11
Het tweede lid bepaalt, dat de subsidieontvanger moet aantonen dat de activiteiten,<br />
waarvoor de subsidie is verleend, zijn uitgevoerd en dat moet worden ingegaan op de<br />
mate waarin de beoogde doelstellingen en resultaten zijn gerealiseerd. Dit volgt ook uit<br />
het eerste lid van artikel 4:45 Awb. Daar is geregeld dat bij de aanvraag tot<br />
subsidievaststelling moet worden aangetoond dat de activiteiten hebben plaatsgevonden<br />
en dat dit ook volgens de aan de subsidie verbonden verplichtingen is gebeurd. Verder is<br />
bepaald dat bij de aanvraag tot subsidievaststelling rekening en verantwoording moet<br />
worden afgelegd over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten. Daarbij is<br />
van belang dat vooraf al door de subsidieverstrekker moet zijn aangegeven op welke<br />
manieren dit kan plaatsvinden. Er kunnen verschillende instrumenten worden gebruikt,<br />
zoals bestuurs- en activiteitenverslagen, een managementverklaring, een<br />
deskundigenverklaring of andere bewijsstukken (bijvoorbeeld een publicatie) enz.<br />
Met toepassing van artikel 3 ASA kan het db bepalen dat bepaalde categorieën van<br />
subsidies, dan wel subsidieontvangers, niet tot verantwoording van de aan hen<br />
verleende subsidie hoeven over te gaan. Te denken valt daarbij aan subsidies van een<br />
beperkte omvang of subsidies, die aan een bekende ontvanger worden verstrekt dan wel<br />
subsidies die voor een doel worden aangewend, dat nadere verantwoording van de<br />
besteding van het geld overbodig maakt. Bij dit laatste kan worden gedacht aan de<br />
huurkosten van een gebouw. De verantwoorde besteding van de subsidie blijkt dan<br />
immers al uit het feit, dat het betreffende gebouw in gebruik is bij de subsidieontvanger.<br />
Verder biedt artikel 3 van de ASA het db de mogelijkheid om nadere regels vast te stellen<br />
over de gegevens en stukken die bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie moeten<br />
worden verstrekt. Denkbaar is dat het db bepaalt dat het voor de verantwoording van een<br />
subsidie genoegen neemt met stukken en bewijzen die in het kader van de<br />
bedrijfsvoering van de subsidieontvanger al worden opgesteld.<br />
Te denken valt aan de verslagen, die rechtspersonen al dienen op te stellen en die naar<br />
gelang van de hoedanigheid van de betreffende rechtspersoon verschillen.<br />
Waar het om gaat, is te voorkomen dat subsidieontvangers speciale stukken met andere<br />
verantwoordingsmethoden moeten opstellen dan zij gebruikelijk al doen. Zo kan uit een<br />
algemeen jaarverslag genoegzaam blijken, dat de verkregen subsidie is aangewend voor<br />
het doel, waarvoor de subsidie werd verstrekt.<br />
Voor kleinere subsidies is er de mogelijkheid om andere bewijsmiddelen te verlangen<br />
dan de gebruikelijke. Zo zou in het geval van subsidie voor een speeltoestel kunnen<br />
worden volstaan met het opsturen van een foto daarvan of iets dergelijks.<br />
Artikel 15 Verantwoording subsidies vanaf € 50.000<br />
Op grond van het eerste en het derde lid moet een aanvraag tot vaststelling van een<br />
subsidie van meer dan € 50.000,- binnen twaalf weken na afloop van het boekjaar<br />
worden ingediend. Daarbij wordt uitgegaan van de traditionele afrekening van subsidies.<br />
12
namelijk op basis van gerealiseerde kosten en baten. De vaststelling van de subsidie<br />
vindt plaats op basis van uitgevoerde activiteiten en gerealiseerde kosten.<br />
Als gevolg van het van toepassing verklaren van afdeling 4.2.8 van de Awb is het niet<br />
nodig om in de verordening gedetailleerd op te nemen aan welke eisen de<br />
verantwoording dient te voldoen. In de Awb is bijvoorbeeld al geregeld dat bij een<br />
aanvraag tot vaststelling van de subsidie een financieel verslag (of indien de ontvanger<br />
daartoe op grond van het Burgerlijk Wetboek verplicht is een jaarrekening) en<br />
activiteitenverslag moet worden gevoegd en dat het financieel verslag moet worden<br />
gecontroleerd door een accountant. Die accountant moet een onderzoek uitvoeren als<br />
bedoeld in artikel 2:393 BW. Dit betekent dat de accountant moet onderzoeken of het<br />
financiële verslag voldoet aan de bij of krachtens wet gestelde voorschriften en of het<br />
activiteitenverslag met het financiële verslag verenigbaar is. Hier wordt dan ook naar die<br />
bepalingen uit de Awb verwezen. De belangrijkste eisen voor de vaststelling van de<br />
subsidie bevinden zich in de artikelen 4:75 (activiteitenverslag en financieel verslag dan<br />
wel jaarrekening), 4:76 en 4:77 (inhoud financieel verslag), 4:78 (accountantscontrole) en<br />
4:80 (inhoud activiteitenverslag).<br />
In het tweede lid is bepaald dat de termijn voor het indienen van de aanvraag tot<br />
vaststelling van de subsidie bij periodieke subsidies vanaf € 125.000,- kan worden<br />
verlengd tot 20 weken, mits de subsidieontvanger daarom vraagt.<br />
In het vierde lid wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de Awb biedt om artikel<br />
4:76 Awb bij wettelijk voorschrift van toepassing te verklaren als de subsidieontvanger<br />
zijn inkomsten in overwegende mate aan de subsidie ontleend. Geregeld is dat de<br />
nadere eisen die artikel 4:76 Awb aan een financieel verslag stelt van toepassing zijn als<br />
de subsidieontvanger voor meer dan de helft van zijn inkomsten van de subsidie<br />
afhankelijk is. Bij het verlenen van de subsidie wordt vastgesteld of dit het geval is.<br />
Tot slot is in het vijfde lid geregeld dat een controleverklaring niet nodig is als een<br />
subsidie van € 125.000 of minder is verleend. Daarmee wordt gebruik gemaakt van de<br />
mogelijkheid die artikel 4:78, vijfde lid Awb biedt om vrijstelling te verlenen van de<br />
verplichting een controleverklaring in te dienen.<br />
Artikel 16 <strong>Vaststelling</strong> subsidie<br />
In dit artikel is geregeld binnen welke termijn het db besluit ter zake van de vaststelling<br />
van een subsidie. Een termijn van acht weken wordt redelijk geacht, zeker nu deze nog<br />
met een periode van zes weken kan worden verlengd in gevallen waarin de beoordeling<br />
meer tijd vraagt. Uit artikel 4:5 Awb volgt dat de termijn pas aanvangt als de aanvraag<br />
compleet is.<br />
13
ArtikelU Betaling en verrekening<br />
In aanvulling op de toepasselijke bepalingen in de Awb (zie o.a. de artikelen 4:52 en<br />
4:95) bepaalt het eerste lid dat betaling van het subsidiebedrag binnen vier weken na de<br />
subsidievaststelling plaatsvindt. Als het hele subsidiebedrag al door middel van<br />
voorschotten is uitgekeerd dan wordt de betaling op nihil gesteld. Het db kan in nadere<br />
regels andere voorschriften geven voor de betaling van de subsidie.<br />
Art. 4:93 Awb biedt de mogelijkheid om een geldschuld te verrekenen met een<br />
bestaande vordering mits in de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien.<br />
Het tweede lid van artikel 17 beoogt aan dit vereiste te voldoen. In het derde lid van<br />
artikel 4:57 Awb is reeds geregeld dat geldschulden kunnen worden verrekend met<br />
subsidies die aan dezelfde subsidieontvanger voor dezelfde activiteiten voor een ander<br />
tijdvak zijn verstrekt. Als over het jaar X subsidie wordt teruggevorderd kan dit dus<br />
bijvoorbeeld worden verrekend met de subsidie voor dezelfde activiteiten over het jaar<br />
X+1. In de ASA wordt de mogelijkheid geboden om subsidies die worden teruggevorderd<br />
ook met andere vorderingen te verrekenen, zoals vorderingen die uit subsidies voor<br />
andere activiteiten voortvloeien of vorderingen op grond van de Wet dwangsom.<br />
Het derde lid biedt de mogelijkheid om een vergoeding te vragen als uit de rekening en<br />
verantwoording of het financieel verslag blijkt dat er na het realiseren van de activiteiten<br />
een batig saldo is en zich een van de situaties voordoet als genoemd in het tweede lid<br />
van artikel 4:41 Awb. Dit betreft dus bijvoorbeeld de situatie waarin de gesubsidieerde<br />
activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd, de subsidie wordt beëindigd of de<br />
gesubsidieerde rechtspersoon ophoudt te bestaan. Voor het vragen van de vergoeding is<br />
wel vereist dat dit in de beschikking tot subsidieverlening is aangekondigd en dat daarin<br />
ook beschreven is hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald. Daarbij moet<br />
bijvoorbeeld aandacht worden besteed aan de posten uit de begroting die bij de<br />
berekening van het batig saldo worden betrokken en de wijze waarop rekening wordt<br />
gehouden met de ovenge inkomsten van de ontvanger. Denkbaar is bijvoorbeeld dat als<br />
een subsidieontvanger voor de helft van zijn inkomsten afhankelijk is van de subsidie op<br />
grond van de ASA, ook alleen voor de helft van het batig saldo een vergoeding wordt<br />
gevraagd.<br />
Hoofdstuk 7 Overige bepalingen<br />
Artikel 18<br />
Toezictithouders<br />
Krachtens afdeling 5.2 van de Awb hebben toezichthouders een aantal bevoegdheden<br />
zoals het betreden van plaatsen (met uitzondering van woningen zonder de toestemming<br />
van de bewoner), het vorderen van inlichtingen en het vorderen van inzage in zakelijke<br />
gegevens en bescheiden. De bevoegdheden van de artikelen 5:18 en 5:19 Awb (het<br />
doorzoeken van voertuigen en andere zaken) zijn hier uitgezonderd omdat hieraan bij<br />
subsidies zelden behoefte bestaat. Is een dergelijke bevoegdheid toch nodig dan moet<br />
dat in een bijzondere subsidieverordening worden geregeld.<br />
14
Art 4:59 Awb regelt het toezicht op de naleving van de aan de subsidieontvanger<br />
opgelegde verplichtingen.<br />
Aangezien artikel 4:59 is opgenomen in afdeling 4.2.8 van de wet is het artikel in de<br />
verordening opgenomen zodat niet alleen toezicht kan worden gehouden op grote<br />
subsidies maar ook op kleine en middelgrote subsidies.<br />
Artikel 19<br />
Overgangsbepalingen<br />
De keuze om aanvragen om verlening en om vaststelling van de subsidie die betrekking<br />
hebben op het jaar 2012 af te doen volgens de bepalingen van de ASA uit 2011 stoelt op<br />
het uitgangspunt dat de spelregels niet tijdens het jaar kunnen worden veranderd zonder<br />
dat de aanvragers tijdig zijn geïnformeerd en de tijd hebben gekregen om de nieuwe<br />
spelregels binnen de organisatie vorm en inhoud te geven.<br />
In het tweede lid is bepaald dat aanvragen die betrekking hebben op het jaar <strong>2013</strong> maar<br />
reeds in 2012 zijn ingediend volgens de nieuwe verordening worden afgedaan tenzij in<br />
de beschikking tot verlening anders is bepaald.<br />
Dit biedt de mogelijkheid om de nieuwe regels vanaf <strong>2013</strong> meteen toe te passen maar<br />
biedt ook de ruimte om in het overgangsjaar te kiezen voor afdoening volgens het oude<br />
regime als hiervoor redenen zijn. De subsidieontvanger moet uit de beschikking kunnen<br />
opmaken aan welke voorschriften hij moet voldoen.<br />
Tot slot is van belang dat in nogal wat bijzondere subsidieverordeningen, nadere regels<br />
en beleidsregels wordt verwezen naar bepalingen in de oude ASA. Na vaststelling van<br />
de nieuwe verordening en gelijktijdige intrekking van de oude verordening mist deze<br />
verwijzing grond. Het opnemen van de overgangsregel zoals verwoord in het derde lid<br />
voorziet er in dat de verwijzing in de bijzondere verordeningen, nadere regels en<br />
beleidsregels naar bepalingen uit de oude ASA nog steeds van toepassing is als deze<br />
bepalingen (of bepalingen van soortgelijke strekking) ook in de nieuwe verordening zijn<br />
opgenomen. Is dat laatste niet het geval dan verliest die verwijzing haar betekenis.<br />
Artikel 20<br />
Citeertitel<br />
Dit artikel behoeft geen toelichting.<br />
15
Bijlage 3: overzicht van ontvangen reacties op de concepttekst van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
ASA2012 Afkomstig van: Inspraakreactie: Beantwoording door het college:<br />
Het proces<br />
De ontwerptekst van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012 is op 10 juli door het college vrijgegeven voor inspraak en advies en<br />
werd van 18 juli tot en met 12 september ter inzage gelegd. Op 5 september 2012 heeft een informatie- en inspraakbijeenkomst plaatsgevonden,<br />
waaraan enkele tientallen (vrijwilligers)organisaties deelnamen. Het verslag van deze bijeenkomst is als bijlage 4 toegevoegd.<br />
Er zijn twee formele inspraakreacties ontvangen, van de Dierenbescherming, afdeling Amsterdam, en van de Openbare Bibliotheek Amsterdam.<br />
De inspraakreacties en het verslag van de informatie- en inspraakbijeenkomst zijn gepubliceerd op www.amsterdam.nl/subsidies. Verder is nader<br />
schriftelijk advies ontvangen vanuit de stadsdelen Nieuw-West en West. Ten slotte zijn diverse suggesties gedaan voor tekstuele aanpassingen<br />
van de ASA2012 en verduidelijking van de toelichting door bij het subsidieproces betrokken juristen van stadsdelen en stedelijke diensten.<br />
Opmerkingen van<br />
algemene' aard: :- ^:'<br />
Dierenbescherming<br />
afdeling Amsterdam<br />
Openbare Bibliotheek<br />
Amsterdam<br />
Stadsdeel Nieuw-<br />
West<br />
1. Waardeert de inzet voor het voorzien van de nieuwe algemene<br />
subsidieverordening van minder en eenvoudiger regels en het<br />
daarmee leggen van een basis voor betere en snellere dienstverlening<br />
2. Verzoekt om minimaal hetzelfde bedrag aan subsidies te blijven<br />
verlenen gedurende de komende subsidieverordeningsperiode.<br />
3. Is blij met het uitgangspunt dat de verordening is gebaseerd<br />
op vertrouwen en uitgaat van de verantwoordelijkheid van de<br />
subsidieaanvrager. Daarnaast is de OBA, als grootstedelijke<br />
instelling, blij dat er een einde komt aan de verschillen die er<br />
nu nog zijn tussen de algemene subsidieverordening van de<br />
centrale stad en de zeven stadsdelen.<br />
4. De uitgangspunten van het college om te komen tot één <strong>Algemene</strong><br />
<strong>Subsidieverordening</strong> voor de gemeente Amsterdam<br />
worden in hoge mate onderschreven. Evenals het vereenvoudigen<br />
van het proces van verlening en verantwoording en het<br />
verlagen van administratieve en uitvoeringslasten voor zowel<br />
de aanvragers als voor de verlenende instantie.<br />
O<br />
O<br />
O<br />
O<br />
Voor kennisgeving aannemen.<br />
Op dit verzoek kan inhoudelijk niet worden<br />
ingegaan in het kader van de inspraak op<br />
de concept ASA 2012.<br />
Voor kennisgeving aannemen<br />
Voor kennisgeving aannemen<br />
Tegelijkertijd wordt geconcludeerd dat de verordening:<br />
O veel ruimte laat om op basis van artikel 3 in nadere regels<br />
aanvullende of afwijkende bepalingen vast te stellen<br />
O nog geen invulling geeft aan het initiatiefvoorstel van raadslid<br />
Ivens en de motie van raadslid Flos.<br />
O In nadere regels kunnen alleen aanvullende<br />
bepalingen worden opgenomen. Van deze<br />
bevoegdheid dient echter sober en verstandig<br />
gebruik te worden gemaakt.<br />
0 Motie Flos wordt meegenomen in het definitieve<br />
concept, motie Ivens nog niet. Er<br />
wordt gewacht op de landelijke ontwikkeling<br />
en in een vervolgdiscussie aan te sluiten bij<br />
de lijn die de gemeente volgt bij deelne-<br />
6. bijlage 3 overzicht van inspraakreacties (2).doe status: concept (bijgewerkt tot 20-09 11:30 uur) pagina 1 van 9
Bijlage 3: overzicht van ontvangen reacties op de concepttekst van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
ASA2012 Afkomstig van: Inspraakreactïe: Beantwoording door het college:<br />
mingen en de bezoldiging van eigen topambtenaren.<br />
6. bijlage 3 overzicht van inspraakreacties (2).doc status: concept (bijgewerkt tot 20-09 11:30 uur) pagina 2 van 9
Bijlage 3: overzicht van ontvangen reacties op de concepttekst van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
ASA2012 Afkomstig van: Inspraakreactie: Beantwoording door het college:<br />
Stadsdeel West 5. Veel subsidieaanvragers hebben geen l
Bijlage 3: overzicht van ontvangen reacties op de concepttekst van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
ASA2012 Afkomstig van: Inspraakreactie: Beantwoording door het college:<br />
Hoofdstuk 1<br />
<strong>Algemene</strong> bepalingen<br />
Artikel 1 Stadsdeel West 9. De omschrijving in artikel 1 sub f komt niet overeen met titel<br />
4.2.8 <strong>Algemene</strong> wet bestuursrecht.<br />
O<br />
De omschrijving in de ASA is inderdaad wat<br />
ruimer. Enerzijds omdat artikel 4:58 Awb<br />
nogal ''kaal" is en anderzijds deze bepaling<br />
op zichzelf geen ruimte lijkt te bieden voor<br />
meerjarige subsidieverstrekking.<br />
10. Het is belangrijk om in de verordening niet te spreken over<br />
instellingen, maar over rechtspersonen (tenzij sprake is van<br />
kleine subsidies, die ook aan natuurlijke personen kunnen<br />
worden toegekend).<br />
Artikel 2 Stadsdeeljuristen 11. Het van toepassing verklaren van titel 4.2.8. Awb op subsidies<br />
boven de € 50.000 voegt naar onze mening niets toe aan de<br />
verordening.<br />
Voor subsidieaanvragers, die niet juridisch geschoold zijn, is<br />
de toepassing van titel 4.2.8. Awb niet eenvoudig dan wel<br />
transparant. (...) Waarom niet ook de subsidies van meer dan<br />
€ 50.000 uitschrijven in de ASA?<br />
Artikel 3<br />
Dierenbescherming<br />
Afdeling Amsterdam<br />
12. Het college kan -op basis van artikel 3, lid 2 sub e- nadere<br />
regels stellen over het bedrag van de subsidie alsmede de<br />
verdeelmaatstaf aan de hand waarvan dit bedrag wordt bepaald.<br />
De Dierenbescherming afdeling Amsterdam pleit, mede namens<br />
de andere dierenweizijnsorganisaties die voorheen vertegenwoordigd<br />
waren in het GODA (Gezamenlijk Overleg Dierenweizijnsorganisaties<br />
Amsterdam) voor toepassing van het<br />
kostenmodel van de Dierenbescherming.<br />
O Aanpassjng concept ASA2012: in artikel 1<br />
sub f is het woord "instelling" vervangen<br />
door "aanvrager". Daarmee geldt deze bepaling<br />
zowel voor natuurlijke personen als<br />
rechtspersonen.<br />
O Zie de beantwoording bij nr. 5.<br />
O<br />
De hoogte van de subsidie en de verdeelmaatstaf<br />
van het beschikbare subsidiebudget<br />
wordt niet in de ASA, maar in de (concept)<br />
Bijzondere subsidieverordening dierenwelzijn<br />
<strong>2013</strong>-2015 geregeld.<br />
De suggestie van de Dierenbescherming<br />
kan dus niet worden beantwoord in het kader<br />
van dit inspraaktraject op de ASA2012.<br />
Hoofdstuk 2<br />
Subsidïeplafond<br />
Artikel 4 Stadsdeel West 13. Artikel 4 geeft zowel aan de raad als aan het college de mogelijkheid<br />
om een subsidieplafond vast te stellen.<br />
Voorste!: de bevoegdheid tot het vaststellen van subsidieplafonds<br />
beperken tot het college, dan wel het daqeliiks bestuur<br />
O<br />
De Awb stelt bestuursorganen in de gelegenheid<br />
om subsidieplafonds in te stellen.<br />
Dit kan de raad doen bij het vaststellen van<br />
de begroting maar even goed het college.<br />
6. bijlage 3 overzicht van inspraakreacties (2).doe status: concept (bijgewerkt tot 20-09 11:30 uur) pagina 4 van 9
Bijlage 3: overzicht van ontvangen reacties op de concepttekst van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
ASA2012 Afkomstig van: Inspraakreactie: Beantwoording door het college:<br />
van een stadsdeel.<br />
Het verlenen van subsidies behoort immers tot de uitvoerende<br />
taak van het daqeliiks bestuur.<br />
Stadsdeeljuristen 14. De toelichting op het artikel over subsidieplafonds is niet juist.<br />
Een plafond moet zijn vastgesteld voordat aanvragen kunnen<br />
worden ingediend. Ingevolge artikel 4:28 Awb kan, als dat bij<br />
de bekendmaking van een plafond is vastgesteld, een verlaging<br />
van een begrotingspost gevolgen hebben voor aanvragen<br />
die zijn ingediend voordat de beqrotinq is vastgesteld.<br />
Hoofdstuk 3<br />
Subsidieaanvraag<br />
Artikel 5 Stadsdeel West 15. Wil -mede gelet op toepassing van de wet Bibob- weten wie<br />
de subsidieontvanger mede financiert en zien wie of wat de financieringsbronnen<br />
zijn van de activiteiten (zie de <strong>Algemene</strong><br />
subsidieverordening 2010 stadsdeel West).<br />
O<br />
O<br />
De ASA houdt beide mogelijkheden open<br />
zeker nu op stedelijk niveau van deze moqelijkheid<br />
gebruik wordt qemaakt.<br />
Aanpassing: de toelichting is op dit punt<br />
aangepast.<br />
In de collegevoordracht is rekening gehouden<br />
met de op 8 mei 2012 door het college<br />
vastgestelde beleidslijn Bibob en subsidies<br />
waarin wordt aangegeven in welke situaties<br />
welke gegevens moeten worden overgelegd.<br />
Artikel 6<br />
Stadsdeeljuristen<br />
Openbare Bibliotheek<br />
Amsterdam<br />
Stadsdeel Nieuw-<br />
West<br />
16. Artikel 5 lid 3 is niet correct. Het bestuursorgaan wil wel een<br />
afschrift van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van<br />
de aanvrager zoals opgenomen in artikel 5 lid 2 onder e.<br />
17. In artikel 6 wordt gesproken over een door het college vast te<br />
stellen tijdstip waarop de aanvraag voor een periodieke subsidie<br />
moet worden ingediend. De datum zelf wordt niet genoemd.<br />
Gepleit wordt hiervoor wel een datum te noemen omdat<br />
het hele logistieke voorbereidingsproces hierop is afgestemd.<br />
Voorkeur gaat hierbij uit naar 1 juii omdat het dan<br />
goed kan aansluiten op de ingediende jaarrekening.<br />
18. In artikel 6 wordt geen tijdstip vermeld waarop de aanvraag<br />
moet worden ingediend. In de toelichting wordt hiervoor als<br />
argument gegeven om wijzigingen in het voorbereidingsproces<br />
voor de begroting zo goed mogelijk te kunnen faciliteren.<br />
Hierbij is naar onze mening sprake van een foutieve redenatie.<br />
Als subsidieaanvragen tijdig tDinnen zijn kan dit leiden tot<br />
eventuele biisturinqen van de beqrotinq. Ook voor aanvragers<br />
O<br />
O<br />
Overigens wordt op basis van de ASA2012<br />
een nieuw (stedelijk uniform) formulier<br />
ontwikkeld voor het aanvragen van subsidie.<br />
In dit formulier zal worden gevraagd of<br />
bij of door derden cofinanciering van de activiteiten<br />
is aanqevraaqd c.q. toeqezeqd.<br />
Aanpassing:! artikel 5 lid 3 en 4 is op dit<br />
punt aangepast.<br />
O tenjiassing: op verzoek van de Openbare<br />
Bibliotheek Amsterdam, een aantal deelnemers<br />
aan de informatie- en inspraakbijeenkomst<br />
van 5 september jl. en de stadsdelen<br />
hebben we besloten om in artikel 6 de aanvraagtermijn<br />
te expliciteren door toevoeging<br />
van de woorden "vóór 1 oktober van<br />
het jaar".<br />
Dat heeft voor de gemeente Amsterdam het<br />
voordeel dat de subsidieaanvraag kan worden<br />
beoordeeld in samenhang met:<br />
a. de (voor 1 juni) ingediende jaarrekening<br />
en het inhoudelijk verslag over het vooraf-<br />
6. bijlage 3 overzicht van inspraakreacties (2).doe status: concept (bijgewerkt tot 20-09 11:30 uur) pagina 5 van 9
Bijlage 3: overzicht van ontvangen reacties op de concepttekst van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
ASA2012 Afkomstig van: Inspraakreactie: Beantwoording door het college:<br />
Artikel 7<br />
Stadsdeel West<br />
Stadsdeeljuristen<br />
Stadsdeel Nieuw-<br />
West<br />
is liet dus noodzaak een vast tijdstip te hebben om de aanvraag<br />
tijdig, voor het begrotingsproces, in te dienen.<br />
Een concrete datum kan hierbij liouvast bieden.<br />
19. West vindt het noodzakelijk dat de verordening een uniforme<br />
datum voor het indienen van periodieke aanvragen gemeentebreed<br />
verplicht stelt.<br />
20. Er is grote winst te behalen in het kader van harmonisatie van<br />
subsidies door wel een termijn in de ASA op te nemen waarvoor<br />
de aanvraag bij de gemeente binnen moet zijn. (...) Wellicht<br />
kan ook nog worden gedacht aan een termijn waarvoor<br />
de aanvraag tot vaststelling moet zijn ingediend.<br />
21. In artikel 7 wordt als verdelingsmaatstaf gekozen voor volgorde<br />
van ontvangst. Hier kan conform artikel 7, lid 2 van worden<br />
afgeweken op basis van een bijzondere subsidieverordening of<br />
nadere regels.<br />
gaande subsidiejaar en<br />
b. de eventueel verplichte tussentijdse periodieke<br />
inhoudelijke rapportages.<br />
In het herontwerp van het subsidieproces<br />
zullen volgend jaar nadere afspraken worden<br />
gemaakt over:<br />
* ambtelijk vooroverleg over de ingediende<br />
jaarstukken en de concept aanvraag<br />
* tijdige aankondiging van eventuele vermindering<br />
van subsidie in een volgend jaar<br />
* toepassing van het begrotingsvoorbehoud<br />
bij de verlening van subsidie.<br />
0 Aanpassing: het opschrift bij artikel 7 is<br />
gewijzigd in "Volgorde behandeling aanvragen".<br />
Stadsdeeljuristen<br />
Het stadsdeel Nieuw-West kijkt (op dit moment) op basis van<br />
beleidsregels welke aanvragen de grootste bijdrage kunnen leveren<br />
aan de stadsdeel(subsidie)doelstellingen. Hoewel hiervan<br />
kan worden afgeweken op basis van artikel 3 dient het<br />
college hiervoor nadere regels te stellen.<br />
Dit vergroot de kans op een groot aantal regelingen c.q. bijzondere<br />
subsidieverordeningen.<br />
22. De formulering van artikel 7 kan duidelijker en is wellicht<br />
overbodig. Aanvragen op volgorde van binnenkomst behandelen<br />
is iets anders dan een "verdelingsmaatstaf".<br />
Dit wordt in praktijk alleen nog voor open einde regelingen<br />
gebruikt. De verdelingsmaatstaf opnemen in nadere regels.<br />
O<br />
De stadsdelen blijken steeds vaker te kiezen<br />
voor een tendermodel, waarin de binnen<br />
een bepaalde periode ontvangen aanvragen<br />
eerst getoetst worden aan de algemene<br />
subsidiecriteria en vervolgens ten opzichte<br />
van elkaar. Subsidie wordt toegekend<br />
aan de aanvragen die het best aansluiten<br />
op de beleidsdoelstellingen.<br />
6. bijlage 3 overzicht van inspraakreacties (2).doe status: concept (bijgewerkt tot 20-09 11:30 uur) pagina 6 van 9
Bijlage 3: overzicht van ontvangen reacties op de concepttekst van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
ASA2012 Afkomstig van: Inspraakreactie: Beantwoording door het college:<br />
Artikel 8<br />
Stadsdeel Nieuw-<br />
West<br />
23. In artikel 8 is opgenomen dat tiet college binnen 8 weken na<br />
ontvangst van de aanvraag beslist.<br />
De termijn die hier wordt genoemd is voor incidentele subsidies<br />
wellicht reëel, maar voor periodieke subsidies lijkt deze<br />
termijn niet logisch.<br />
O<br />
Aanpassing-,! artikel 8 lid 1 ASA2012 is<br />
gewijzigd in: "Op een aanvraag voor een<br />
periodieke subsidie beslist het college vóór<br />
1 januari van het boekjaar of de boekjaren<br />
waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.<br />
Met name de grotere subsidies worden in samenhang beoordeeld.<br />
Om een zorgvuldige afweging te kunnen maken is er<br />
sprake van een langere doorlooptijd. (...) Subsidieverleningen<br />
dienen naar onze mening voor aanvang van het subsidiejaar<br />
bekend te zijn, maar pas te worden verleend als er een redelijke<br />
mate van zekerheid is dat de begroting niet meer (ingrijpend)<br />
zal wijzigen.<br />
Hoofdstuk 4<br />
Weigering van de<br />
subsidie<br />
Artikel 9 Stadsdeel West 24. De opsomming in artikel 9 lid 1 is limitatief gesteld. We missen<br />
de algemene weigeringgrond: "past niet in het beleid".<br />
Voorstel: de tekst te wijzigen in "weigert een subsidieaanvraag<br />
in ieder geval als..".<br />
O<br />
De beslistermijn voor eenmalige subsidies<br />
blijft acht weken, met een mogelijkheid van<br />
verdaging voor ten hoogste vier weken.<br />
Dit voorstel wordt niet overgenomen omdat<br />
een dergelijke formulering weinig rechtszekerheid<br />
biedt: van beleid kan immers<br />
gemotiveerd worden afgeweken.<br />
25. Het woordje "kan" in artikel 9 lid 2 geeft aan dat hier een afweging<br />
gemaakt wordt. In onze ogen moet het een aanvrager<br />
duidelijk zijn dat de aanvraag wordt geweigerd als deze niet<br />
voldoet aan hetgeen gesteld is in de redenen genoemd onder<br />
sub a tot en met h.<br />
Hoofdstuk 5<br />
Verplichtingen<br />
van de subsidieontvanger<br />
Algemeen: Stadsdeel West 25. We missen de mogelijkheid tot het opleggen van nadere verplichtingen<br />
of bijzondere voorwaarden aan de subsidieontvanger<br />
(zie artikel 3.3. ASA 2010 stadsdeel West^)<br />
De "kan-bepaling" biedt juist de ruimte aan<br />
het college c.q. het DB om een afweging te<br />
maken.<br />
Indien er behoefte bestaat aan nadere verplichtingen<br />
of bijzondere voorwaarden dat moet de<br />
grondslag daarvoor worden gelegd in een bijzondere<br />
verordening of in nadere regels.<br />
Lid 1: Het dagelijks bestuur kan de subsidieontvanger onder meer voorwaarden opleggen met betrekking tot:<br />
a. de hoogte van de contributie van de leden van de subsidieontvanger<br />
b. de hoogte van de tarieven of van de bijdragen van deelnemers aan de gesubsidieerde activiteiten<br />
6. bijlage 3 overzicht van inspraakreacties (2).doc status: concept (bijgewerkt tot 20-09 11:30 uur) pagina 7 van 9
Bijlage 3: overzicht van ontvangen reacties op de concepttekst van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
ASA2012 Afkomstig van: Inspraakreactie: Beantwoording door het college:<br />
Hoofdstuk 6<br />
Verantwoording<br />
en vaststelling<br />
van de subsidie<br />
Algemeen<br />
Stadsdeel Nieuw-<br />
West<br />
27. In hoofdstuk 6 zijn de bepalingen opgenomen met betrekking<br />
tot verantwoording en vaststelling van de subsidie. (Echter)<br />
wordt ook hier de mogelijkheid geboden om op basis van artikel<br />
3 hiervoor nadere regels te stellen. (Deze bepaling) kan<br />
binnen de gemeente leiden tot een grote hoeveelheid aanvullende<br />
regels.<br />
Artikel 14 Stadsdeel West 28. Het is beter aan te geven welke stukken zijn vereist bij het<br />
indienen van een verantwoording. Nu krijgt men bij lezing van<br />
de ASA de indruk dat bij subsidies vanaf € 5.000 tot en met<br />
€ 50.000 geen financiële verantwoording wordt gevraagd en<br />
bij subsidies vanaf € 50.000 geen inhoudelijk verslag.<br />
O<br />
Zie beantwoording reactie nr. 5 voor wat<br />
betreft het sober gebruik maken van nadere<br />
regels. Gestreefd wordt om een aantal nadere<br />
regels op stedelijk niveau vast te stellen.<br />
0 Dit kan naar onze mening beter worden<br />
opgelost door vaste "bouwstenen" voor de<br />
toekenningsbeschikking, waarin -met verwijzing<br />
naar de bijsluiter en afhankelijk van<br />
de hoogte van het subsidiebedrag- wordt<br />
aangegeven aan welke eisen de subsidieverantwoording<br />
moet voldoen.<br />
Artikel 15<br />
Openbare Bibliotheek<br />
Amsterdam<br />
29. In de toelichting op artikel 14 derde alinea wordt gesproken<br />
over "die aan een vertrouwde ontvanger worden verstrekt".<br />
Vraaq: Wat is een "vertrouwde ontvanger"?<br />
Is dit begrip te objectiveren, zodat we de schijn van willekeur<br />
kunnen voorkomen?<br />
30. In artikel 15 lid 1 is sprake van indienen van de aanvraag tot<br />
vaststelling uiterlijk 12 weken na afloop van het boekjaar.<br />
Voorgesteld wordt om dit voor subsidies die hoger zijn dan<br />
€ 125.000, en waarvoor dus een accountantsverklaring vereist<br />
is, vast te stellen op zes maanden na afloop van het boekjaar.<br />
Dit sluit aan bij de tekst van artikel 4.74 van de <strong>Algemene</strong> wet<br />
bestuursrecht waarnaar in de verordening regelmatig wordt<br />
verwezen.<br />
0 Aanpassing: in de toelichting op artikel 14<br />
is het woord "vertrouwde" vervangen door<br />
"bekende".<br />
O<br />
Aanpassing: in artikel 15 lid 2 is voor subsidieontvangers<br />
van meer dan € 125.000 de<br />
mogelijkheid opgenomen van uitstel van<br />
deze termijn tot 20 weken na afloop van<br />
het boekjaar. Daarmee wordt tegemoet<br />
gekomen aan de extra tijd die gemoeid is<br />
met het verkrijgen van een controleverklaring.<br />
31. Uit de aankondigingsbrief en artikel 15 lid 3 van de concepttekst<br />
van de ASA2012 blijkt dat voor subsidies tot € 125.000<br />
geen accountantsverklaring meer nodig is en dat de kosten<br />
voor controleverklaringen niet meer worden gesubsidieerd. Er<br />
wordt van uit gegaan dat waar de accountantsverklaring wel<br />
O<br />
In praktijk zijn de kosten van de controleverklaring<br />
verdisconteerd in de overhead,<br />
dus meestal niet afzonderlijk gesubsidieerd.<br />
Lid 2: Het dagelijks bestuur kan voorts de subsidieontvanger andere voorwaarden opleggen die betrekking hebben op de wijze waarop en de middelen waarmee<br />
de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.<br />
5. bijlage 3 overzicht van inspraakreacties (2).doe status: concept (bijgewerkt tot 20-09 11:30 uur) pagina 8 van 9
Bijlage 3: overzicht van ontvangen reacties op de concepttekst van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
ASA2012 Afkomstig van: Inspraakreactie: Beantwoording door het college:<br />
Stadsdeel Nieuw-<br />
West<br />
Stadsdeel West<br />
vereist wordt, deze ook qesubsidieerd wordt.<br />
32. De grens van € 125.000 wordt als zeer hoog ervaren.<br />
33. De termijnen voor vaststelling aan de kant van zowel de aanvrager<br />
als de gemeente zijn te krap bemeten. Verantwoordingen<br />
boven de € 50.000 dienen binnen twaalf weken te worden<br />
ingediend. Dit geldt dus eveneens voor bedragen waarvoor wel<br />
een accountantsverklaring noodzakelijk is.<br />
Subsidieontvangers zijn veelal niet in staat hun jaarrekening/jaarverslag<br />
binnen deze termijn vast te stellen.<br />
34. De ervaring leert dat de term financieel verslag verwarring<br />
wekt.<br />
Voorstel: vervang dit door de term jaarrekening.<br />
0 Dit is een bewuste keuze, op basis van aansluiting<br />
bij de door het Rijk en de provincie<br />
gehanteerde drempelbedragen en het advies<br />
van de NIVRA. Ook ACAi^ is geraadpleegd.<br />
O Zie de beantwoording van nr. 30.<br />
0 Om verwarring te voorkomen is juist de in<br />
de <strong>Algemene</strong> wet bestuursrecht gebruikte<br />
terminologie gevolgd.<br />
Artikel 17 Stadsdeel West 35. De strekking van artikel 17 lid 3 is niet duidelijk.<br />
Een verwijzing naar afdeling 4.2.7 van de <strong>Algemene</strong> wet bestuursrecht<br />
voldoet. Gemist wordt een bepaling over de hoogte<br />
van de vergoeding. Ten slotte ontbreekt een bepaling over<br />
het al dan niet tijdelijk toestaan van een batig saldo. Dit kan<br />
tot grote verschillen leiden.<br />
Hoofdstuk 7<br />
Overige bepalingen<br />
Artikel 19 Stadsdeel West 36. Zoals de overgangsbepaling nu is opgenomen, worden de periodieke<br />
subsidies <strong>2013</strong> verleend onder de huidige verordeningen.<br />
Hierin wordt geen probleem gezien.<br />
37. Wat gebeurt er nu met alle algemene subsidieverordeningen<br />
van de stadsdelen?<br />
O Aanpassing: in de toelichting op artikel 17<br />
is dit nader uitgewerkt.<br />
O<br />
Na overleg is de bepaling zo aangepast dat<br />
subsidies over <strong>2013</strong> alleen kunnen worden<br />
verantwoord onder de oude regels als dit in<br />
de beschikking is aangegeven.<br />
^^anpassing concept ASA2012: in de overgangsbepaling<br />
van artikel 19 wordt verwezen<br />
naar bijzondere subsidieverordeningen<br />
en nadere regels.<br />
0 De huidige stadsdeel ASA's zullen per 31<br />
december 2012 door de deelraad ingetrokken<br />
moeten worden.<br />
6. bijlage 3 overzicht van inspraakreacties (2).doc status: concept (bijgewerkt tot 20-09 11:30 uur) pagina 9 van 9
Verslag van de informatie-en inspraakavond van 5 september 2012 over het<br />
ontwerp van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2012<br />
(ASA2012)<br />
Aanwezig:<br />
naam: organisatie: e-mailadres:<br />
1. Letitia Olf Amsterdam Steunpunt Wonen l.olf@steunountwonen.nl<br />
2. Marcia Olf Stichting Gaarkeuken Spijs Voor Velen letmar@Dlanet.nl<br />
3. W.F. NegasI Associatie Eritrese Vluchtelingen wfneaasi@vahoo.com<br />
4. vertegenwoordiger ASV Wiltzanq niet bekend<br />
5. Hans Hendriks Cordaan hhendrlks@cordaan.nl<br />
6. Rahml Slvrl DVA Democratische Volksvereniging<br />
didf-dva@Dlanet.nl<br />
Amsterdam<br />
7. Myrna van de Laar Dierenbescherming Amsterdam myrna@dierenbeschermlna.nu<br />
8. B.0. Araya EVAO<br />
9. Elly Ramaker Jeugdgemeente De Boom ramaker34@zonnet.nl<br />
10. DImph Pullens MEE Amstel en Zaan d.Dullens@meeaz.nl<br />
11. 2 personen namens Meer bewegen voor ouderen mbvo amsterdam@hotmall.com<br />
12. Tineke Groot Migrantenorganisatie lnfo@casamlarante.com<br />
13. WIm Schouten Openbare Bibliotheek Amsterdam w.schouten@oba.nl<br />
14. Hans van Velzen Openbare Bibliotheek Amsterdam h.vanvelzen@oba.nl<br />
15. Anton Molenaar Music of many cultures en<br />
mall@momc.nl<br />
Momo Culture Foundation<br />
16. A. Ware Somvao info@somvao.nl<br />
17. Angéle Luder Speeltuinvereniging ASV Wlltlangh a.luder@chello.nl<br />
18. M. Halle Stichting Ade Eritrea mhaile55@yahoo.com<br />
19. S. Tewolde Stichting Ade Eritrea selamtewolde@hotmail.com<br />
20 Sandra Post stichting Het Muziektheater en Het Nationale<br />
sandra.post@het-muziektheater.nl<br />
Ballet<br />
21. Irene Hemelaar Stichting Progay irenehemeleaar@Droaay.nl<br />
22. H. Degenhart stichting WOOR Dennlnameester@woor.nl<br />
23. W. Gebeschidwet VENA ethioamsterdam@amail.com<br />
24. A. Dessu Vereniging Ethlopiërs Nederland niet bekend<br />
25. Lidewli Verheqqen Volksuniversiteit lidewiiverheaaen@vua-ams.nl<br />
26. Riet Zegers Wlardl Beckmanstlchting hfn@telfort.nl<br />
27. Mirjam Dessing Ypsilon rnberan@xs4all.nl<br />
28. P.M. Sanders onbekend Dmsanders@amall.com<br />
Vanuit de gemeente:<br />
29. Chris de Melj Programmamanager c.de.meli@dmo.amsterdam.nl<br />
30. Leo Lemmers Ambtelijk opdrachtgever l.lemmers@west.amsterdam.nl<br />
31. Koos Spanjer Ambtelijk opdrachtgever k.SDan1er@dmo.amsterdam.nl<br />
32. Joanneke van de Pol Lid programmateam i.vandeDol@dmo.amsterdam.nl<br />
33. Coby Kroon Lid programmateam i.kroon@dmo.amsterdam.nl<br />
34. Paul Schroth Directie Juridische Zaken D.schroth@amsterdam.nl<br />
35. Hans Verbeek Dienst Maatschappelijke Ondersteuning h.yerbeek@dmo.amsterdam.nl<br />
1. Opening<br />
Chris de Melj, programmamanager van het Stedelijk Programma Uniformering en Vereenvoudiging<br />
Subsidies, heet alle aanwezigen van harte welkom en geeft een toelichting<br />
op het programma van vanavond. Er wordt gestart met een informatief deel, waarna<br />
gelegenheid is tot het stellen van vragen. Daarna start het inspraakgedeelte.<br />
Hij stelt de aanwezige vertegenwoordigers van de gemeente Amsterdam kort voor.<br />
2. Informatieve deel<br />
Leo Lemmers vertelt dat de gemeente Amsterdam jaarlijks zo'n 4.200 subsidies toekent<br />
tot een totaalbedrag van circa 500 miljoen. De stedelijke diensten en de zeven stadsdelen<br />
zijn verantwoordelijkheid voor het afhandelen van subsidieverzoeken. Er is een grote<br />
verscheidenheid aan subsidieverordeningen, met ieder hun eigen criteria voor de aanvraag,<br />
de toekenning en de verantwoording van subsidie. Zo kent Amsterdam op dit<br />
moment acht verschillende algemene subsidieverordeningen en meer dan 100 bijzondere<br />
subsidieverordeningen. Dat is niet overzichtelijk en praktisch voor de burgers, ondernemers<br />
en (vrijwilligers)organisaties in Amsterdam. Het kan en moet anders.<br />
7. bijlage 4 Verslag van de Informatie- en Inspraakavond 5sep2012.doc pagina 1 van 5
Amsterdam zet in op vereenvoudiging en uniformering van de subsidieverordeningen en<br />
verbetering van de dienstverlening aan de subsidieaanvragers door:<br />
• Eén <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam, voor zowel de stedelijke diensten<br />
als de stadsdelen, met minder en eenvoudiger regels<br />
e Vermindering, vereenvoudiging en uniformering van de criteria, indienings- en<br />
verantwoordingstermijnen in de bijzondere subsidieverordeningen<br />
e Eén digitaal subsidieloket, waar belanghebbenden alle informatie kunnen vinden<br />
over de bestaande subsidiemogelijkheden en waar men digitaal subsidie kan aanvragen.<br />
Amsterdam zal subsidieaanvragers niet lastig vallen met de vraag naar<br />
bewijsstukken die al In openbare administraties beschikbaar zijn, zoals de Inschrijving<br />
bij de Kamer van Koophandel. Statuten en jaarstukken hoeven nog<br />
maar een keer overlegd te worden en niet bij iedere aanvraag opnieuw,<br />
e De afhandeling van subsidieaanvrager zal snel en efficiënt plaatsvinden.<br />
Het is de bedoeling dat de nieuwe <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam (ASA) per<br />
1 januari <strong>2013</strong> in werking treedt. Het digitale subsidieloket zal naar verwachting per 1<br />
januari 2014 operationeel zijn. De beslissing op subsidieverzoeken blijft voorbehouden<br />
aan het college of het dagelijks bestuur van de stadsdelen<br />
Paul Schroth geeft vervolgens een toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de<br />
ASA2012 ten opzichte van de huidige <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2004.<br />
1. De ASA2012 is bedoeld als algemeen kader voor aNe gemeentelijke subsidieverstrekkingen.<br />
De verordening geldt voor heel Amsterdam, de algemene subsidieverordeningen<br />
van de zeven stadsdelen zullen per 1 januari <strong>2013</strong> worden ingetrokken.<br />
2. De ASA2012 is eenvoudiger van opzet en sluit aan op de in de <strong>Algemene</strong> wet bestuursrecht<br />
opgenomen bepalingen over subsidie. De termijnen voor het indienen van<br />
subsidieaanvragen en verzoeken om vaststelling van de subsidie zijn gelijk getrokken,<br />
net zoals de beslistermijnen voor de lokale overheid.<br />
3. In de ASA2012 wordt uitgegaan van vertrouwen dat de subsidieaanvrager de juiste<br />
gegevens overlegt en de activiteiten zal uitvoeren, zoals bedoeld In de subsidiebeschikking.<br />
Maar het is geen "blind vertrouwen", er zullen steekproefsgewijs controles<br />
worden uitgevoerd.<br />
4. Vanaf 1 januari <strong>2013</strong> kent Amsterdam nog slechts twee soorten subsidies: eenmalige<br />
en periodieke subsidies. Termen als budgetsubsidies, exploitatiesubsidie. Incidentele<br />
subsidie, investeringssubsidie, projectsubsidie etc. worden niet meer gebruikt.<br />
5. Er komen drie categorieën subsidie: klein (tot en met € 5.000), middelgroot (vanaf<br />
€ 5.000 tot en met € 50.000) en groot (meer dan € 50.000). Hoe lager het gevraagde<br />
subsidiebedrag, des te eenvoudiger de procedure en hoe lichter de controle.<br />
6. De beslistermijn op subsidieverzoeken wordt:<br />
• voor aanvragen: 8 weken, met een maximale verlenging van 4 weken (artikel 8)<br />
• voor verzoeken om vaststelling van de subsidie: 8 weken, met een maximale verlenging<br />
van 6 weken (artikel 16 ASA2012)<br />
7. Het college kan voor periodieke of bepaalde specifieke subsidies besluiten nadere regels<br />
te stellen voor het Indienen en verantwoorden van subsidieaanvragen.<br />
8. Amsterdam zal zoveel mogelijk werken met de gebruikelijke jaarstukken (beleidsverslag<br />
en jaarrekening) en vanaf <strong>2013</strong> minder projectspecifieke rapportages vragen.<br />
9. Accountantscontrole Is alleen nog nodig voor de verantwoording van subsidies van<br />
meer dan € 125.000.<br />
De nu voorliggende concepttekst van de ASA2012 betekent dus voor subsidieaanvragers<br />
een belangrijke lastenverlichting. Het aanvragen van subsidie wordt eenvoudiger en er<br />
zullen minder gegevens hoeven te worden overlegd.<br />
Voorgenomen besluitvormingsprocedure<br />
Tot en met 12 september is er gelegenheid voor belanghebbenden om een schriftelijke<br />
inspraakreactie in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders. U kunt uw<br />
reactie ook mailen t.a.v. p.schrothOiamsterdam.nl ofj.korzellus@amsterdam.nl.<br />
Ook de stadsdelen en de stedelijke diensten kunnen in deze periode reageren op de concepttekst<br />
en eventueel suggesties doen voor aanpassingen.<br />
7. bijlage 4 Verslag van de informatie- en Inspraakavond 5sep2012.doc pagina 2 van 5
De inspraakreacties en adviezen zullen uiteraard zorgvuldig v\/orden gewogen. Het definitieve<br />
voorstel zal in oktober worden voorgelegd aan het college van burgemeester en<br />
wethouders en de dagelijks besturen van de stadsdelen. De gemeenteraad en de stadsdeelraden<br />
zullen de ASA2012 naar verwachting in november vaststellen.<br />
Op www.amsterdam.nl/subsidies worden medio september de ontvangen inspraakreacties<br />
gepubliceerd en zal in de loop van oktober het commentaar op de inspraakreacties,<br />
de voordracht aan het college en de (eventueel herziene) concepttekst van de ASA2012<br />
bekend worden gemaakt.<br />
Informatieve vragen:<br />
• Hans Hendriks (Cordaan) vraagt of het de bedoeling is ook de aanvraagformulieren te<br />
vereenvoudigen en uniformeren. Dit wordt bevestigend beantwoord. Verder vraagt hij<br />
of de accountantsverklaring geldt per project of per organisatie. Met andere woorden:<br />
kan een grote organisatie met periodieke subsidie en (een of meer) incidentele projectsubsidies<br />
volstaan met één accountantsverklaring?<br />
Reactie Ctiris de i^eij: De accountantsverklaring geldt alleen voor subsidies van meer<br />
dan € 125.000. De gemeente zal zo veel mogelijk volstaan met één accountantsverklaring<br />
per organisatie, op voorwaarde dat de eenmalige subsidies transparant verantwoord<br />
worden in de jaarstukken.<br />
» Dymph Pullens (MEE Amstel en Zaan) denkt dat dit lastig kan zijn, omdat projectsubsidies<br />
niet per definitie parallel lopen aan het begrotingsjaar. Zij vraagt verder of het<br />
de bedoeling is ook de budgetten van stedelijke diensten en stadsdelen samen te<br />
voegen?<br />
Reactie Leo Lemmers: Nee, stadsdelen blijven in <strong>2013</strong> bevoegd om zelf te beschikken<br />
over hun budgetten.<br />
• Henk Degenhart (stichting WOOR) vertelt dat zijn stichting op verzoek van het stadsdeel<br />
een kassiersfunctie vervult voor andere organisaties. Naast de reguliere subsidie<br />
van € 149.000 ontvangt stichting WOOR dus nog een extra budget ten behoeve van<br />
derden. Hoe moet in dat geval de verantwoording plaatsvinden?<br />
Reactie Ctiris de l^eij: In principe is het in de beschikking genoemde bedrag het uitgangspunt<br />
voor de verantwoording en het bepalen of wel dan niet een accountantsverklaring<br />
noodzakelijk is.<br />
• Laetitia OIff (Steunpunt Wonen Amsterdam) ontvangt subsidie van de stad en de<br />
stadsdelen en moet zich bij elke organisatie apart verantwoorden. Zuidoost bijvoorbeeld<br />
vraagt een inhoudelijke rapportage. Hoe gaat het nu straks met de verantwoording<br />
over 2012, moet dat volgens de oude regels of kan het al volgens de nieuwe<br />
regels?<br />
Reactie Paul Sc/iroth: In de overgangsbepaling van de ASA2012 is vastgelegd dat de<br />
oude regels van toepassing blijven voor subsidieaanvragen die onder de bepalingen<br />
van de <strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong> Amsterdam 2004 zijn ingediend. Dat leek de<br />
opstellers van de ASA2012 het meest praktisch. Maar een feit is dat voor u daardoor<br />
de vereenvoudiging bij de verantwoording van periodieke subsidies pas geëffectueerd<br />
wordt in het voorjaar van 2014. Misschien moeten we dit heroverwegen.<br />
• Mirjam Dessing (Ypsilon) vraagt of zij het goed begrijpt dat de datum van de subsidieaanvraag<br />
dus bepalend is.<br />
Reactie Paul Scfiroth: Ja, volgens de huidige concepttekst blijft voor aanvragen die in<br />
2012 zijn ingediend het oude regime van toepassing. Ook als de activiteiten pas uitgevoerd<br />
worden in <strong>2013</strong>^<br />
6 Joke Kadt (Meer bewegen voor ouderen) leest uit artikel 11 lid 1 ASA2012 dat alle<br />
door de subsidieontvanger verrichte activiteiten in principe voor alle groeperingen<br />
moeten openstaan, tenzij de activiteit zich richt op een specifieke doelgroep. Klopt<br />
dat? Want dat zou goed nieuws zijn, omdat we dan specifieke cursussen voor migrantenvrouwen<br />
kunnen opzetten terwijl een van de stadsdelen ons daarvoor nu subsidie<br />
weigert.<br />
^ PM: zie ook de opmerkingen van mevrouw Post (pagina 5), in relatie waarmee is toegezegd dat<br />
we zullen overwegen of een aanpassing van de huidige tekst van de overgangsregeling nodig is.<br />
7. bijlage 4 Verslag van de Informatie- en Inspraakavond 5sep2012.doc pagina 3 van 5
Reactie Paul Schroth: Ja, u leest dit goed. Overigens sluit de ASA niet uit dat het<br />
stadsdeel nadere of afwijkende regels opstelt voor specifieke beleidsdoelstellingen.<br />
«» Dymph Pullens (MEE Amstel en Zaan) informeert of er na 1 januari <strong>2013</strong> nog drie<br />
verschillende aanvraagformulieren moeten worden ingevuld als MEE bij drie stadsdelen<br />
subsidie aanvraagt voor dezelfde soort activiteiten.<br />
Reactie Chris de Meij: Ja, want ieder stadsdeel blijft zelfstandig beschikkingsbevoegd<br />
en kan in theorie ook verschillende voorwaarden aan de subsidie verbinden.<br />
Het voordeel is wel dat u straks bepaalde gegevens maar één keer hoeft te verstrekken<br />
en bij de verantwoording kan volstaan met het overleggen van één jaarrekening.<br />
• De Democratische Volksvereniging informeert of de subsidieregeling SIP vervangen<br />
wordt door de ASA2012 en Tineke de Groot (migrantenvereniging) vraagt wanneer de<br />
SIP precies gewijzigd of vervangen wordt.<br />
Reactie Chris de Meij: Nee, de SIP-regeling is een bilzondere subsidieverordening.<br />
Ik weet wel dat de huidige SIP-regeling in <strong>2013</strong> vervangen wordt door een nieuwe<br />
regeling, maar hoe de nieuwe subsidieregeling eruit gaat zien en wanneer die komt<br />
weet ik niet precies.<br />
6 Irene Hemelaars (Stichting Progay) vraagt wat er gebeurt als de stadsdelen straks<br />
niet meer bestaan. Maakt het dan geen rare indruk als Progay meerdere keren per<br />
jaar subsidie aanvraagt voor verschillende activiteiten? Krijgt Amsterdam dan niet<br />
een gevoel van "daar heb je ze weer..."<br />
Reactie Chris de Meij: Dat kan pas op zijn vroegst in 2014 gaan spelen.<br />
En nee, Amsterdam beoordeelt ieder subsidieverzoek op zichzelf en de inhoudelijke<br />
meerwaarde van de voorgenomen activiteiten. Een subsidieverzoek kan niet worden<br />
afgewezen omdat de organisatie al x keer eerder een aanvraag heeft ingediend.<br />
» Myrna van der Laar (Dierenbescherming Amsterdam): In artikel 10 sub b van de concepttekst<br />
van de ASA2012 staat dat de subsidieontvanger het college zo spoedig mogelijk<br />
moet informeren over "een wijziging van de statuten voor zover het betreft de<br />
vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) of het doel van de<br />
rechtspersoon". Betekent dit dat we de gemeente ook moeten informeren over het aftreden<br />
van bestuursleden of het aantreden van nieuwe bestuursleden?<br />
Reactie Paul Schroth: Nee, alleen als het gaat om wijziging van bestuurders die de<br />
organisatie rechtsgeldig vertegenwoordigen (zoals de voorzitter, penningmeester), in<br />
dat geval moet de registratie bij de Kamer van Koophandel ook worden aangepast.<br />
e Lidewij Verheggen (Volksuniversiteit Amsterdam) vraagt waarom de accountantsverklaring<br />
nu op 1 april moet worden ingediend, het is nu nog 1 mei en dat is al moeilijk<br />
te halen voor ons. Cordaan sluit zich daarop aan. Ook de Openbare Bibliotheek onderschrijft<br />
dit, zij werken met een samengestelde begroting en moeten nu voor 31<br />
mei de verantwoording indienen. Dat halen ze maar net, hun voorstel zou zijn om<br />
voor periodieke subsidies de verantwoordingstermijn op zes maanden te brengen.<br />
» Verder zou de Volksuniversiteit graag zien dat de beslistermijn voor periodieke subsidies<br />
korter wordt. Nu moet zij de subsidieaanvraag uiterlijk 15 september indienen,<br />
maar krijgt zij pas een besluit op het verzoek in december. Feitelijk loopt zij dus in de<br />
bedrijfsvoering en de voorbereiding van activiteiten voor <strong>2013</strong> tot die datum het risico<br />
dat de subsidie wordt afgewezen. Dit wordt ondersteund door Sandra Post (Muziektheater<br />
Amsterdam): de huidige wachttijd is zowel bestuurlijk als uit oogpunt van<br />
bedrijfsvoering eigenlijk onverantwoord.<br />
Reactie Chris de Meij: Het risico van het onaangekondigd intrekken van gedeeltelijk<br />
weigeren van periodieke subsidies is niet zo groot. In de <strong>Algemene</strong> wet bestuursrecht<br />
zijn daarover duidelijke regels opgenomen, die tot vaste jurisprudentie heeft geleid.<br />
Een (mogelijke) intrekking of een substantiële verlaging van periodieke subsidie moet<br />
door de gemeente een redelijke termijn van tevoren worden aangekondigd aan de<br />
subsidieontvanger, zodat de instelling tijdig maatregelen kan nemen.<br />
Voor periodieke subsidies zou ik het liefst naar een systeem gaan, waarin de aanvraag<br />
wordt ingediend na de verantwoording van subsidie over het voorafgaande jaar<br />
en na overleg tussen de gemeente en de subsidieontvanger over de toekomstplannen.<br />
Wanneer de verantwoording bijvoorbeeld -zoals nu gebruikelijk- eind april wordt<br />
ingediend, zou het overleg daarover in mei/juni kunnen worden gevoerd waarna de<br />
subsidieaanvraag voor het volgend jaar in juli wordt ingediend.<br />
7. bijlage 4 Verslag van de informatie- en inspraakavond 5sep2012.doc pagina 4 van 5
Aanvullende reactie Koos Spanjer (DMO): Meerjarige subsidieaanvragen van het Muzielctheater<br />
Amsterdam l
Technische wijzigingen bijzondere verordeningen m.i.v. 01-01-<strong>2013</strong>,<br />
transponeringstabei<br />
Bijzondere subsidieverordening Kunst en Cultuur Nieuw-West 2012<br />
oud<br />
art 1 a. <strong>Algemene</strong> subsidieverordening: de<br />
<strong>Algemene</strong> subsidieverordening stadsdeel<br />
Nieuw-west2011<br />
art 1 c. Subsidie: een aanspraak op<br />
financiële middelen zoals gedefinieerd in de<br />
<strong>Algemene</strong> wet Bestuursrecfit en de<br />
<strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong><br />
wordt<br />
nieuw<br />
art 1 a. <strong>Algemene</strong> subsidieverordening: de<br />
<strong>Algemene</strong> subsidieverordening Amsterdam<br />
2012, stadsdeel Nieuw-West<br />
vervalt, analoog aan de nieuwe ASV worden<br />
er geen verwijzingen naar de Awb<br />
opgenomen.<br />
art 1. Begripsbepaling wordt art 1. Begripsomschrijving<br />
d<br />
c<br />
e<br />
d<br />
f<br />
e<br />
g<br />
h<br />
i<br />
f<br />
g<br />
h<br />
als gevolg van het vervallen van c. uit de<br />
verordening 2011 (zie boven)<br />
art 1 e. Instellingen: een instelling met een<br />
culturele doelstelling en zoals bedoeld in<br />
artikel 6, eerste lid van de <strong>Algemene</strong><br />
subsidieverordening<br />
art 4 Subsidiesoort<br />
De subsidies worden verstrekt in de vorm<br />
van een projectsubsidie voor activiteiten.<br />
wordt<br />
art 1 d. Instellingen; een instelling met een<br />
culturele doelstelling en met volledige<br />
rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk<br />
art 4 Subsidiesoort<br />
De subsidies worden verstrekt in de vorm<br />
van een eenmalige subsidie.
art 7 Subsidieprocedure<br />
In afwijl
art 1. Begripsbepaling<br />
d<br />
e<br />
f<br />
g<br />
h<br />
i<br />
art 1 f. Instellingen: een instelling met een<br />
zoals bedoeld in artikel 6, eerste en tweede<br />
lid van de <strong>Algemene</strong> subsidieverordening<br />
art 4 Subsidiesoort<br />
De subsidies worden verstrekt in de vorm<br />
van een projectsubsidie voor activiteiten.<br />
art 7 Subsidieprocedure<br />
In afwijking en als in aanvulling op artikel 38<br />
van de <strong>Algemene</strong> subsidieverordening....<br />
wordt<br />
wordt<br />
art 1. Begripsomschrijving<br />
c<br />
d<br />
e<br />
f<br />
g<br />
h<br />
als gevolg van het vervallen van c. uit de<br />
verordening 2011 (zie boven)<br />
art 1 d. Instellingen: een instelling met<br />
volledige rechtspersoonlijkheid zonder<br />
winstoogmerk en in bijzondere gevallen<br />
subsidieaanvragers zonder volledige<br />
rechtspersoonlijkheid of met winstoogmerk<br />
art 4 Subsidiesoort<br />
De subsidies worden verstrekt in de vorm<br />
van een eenmalige subsidie.<br />
art 7 Subsidieprocedure<br />
In afwijking en als in aanvulling op artikel 5<br />
en 7 van de <strong>Algemene</strong> subsidieverordening<br />
art 8 Subsidieverlening en subsidiabele<br />
kosten<br />
In afwijking en als in aanvulling op artikel 39<br />
van de <strong>Algemene</strong> subsidieverordening ....<br />
wordt<br />
art 8 Subsidievedening en subsidiabele<br />
kosten<br />
in afwijking en als in aanvulling op artikel 8<br />
van de <strong>Algemene</strong> subsidieverordening ....<br />
art 9 Verantwoording en vaststelling<br />
In afwijking van en als in aanvulling op artikel<br />
40 van de <strong>Algemene</strong> subsidieverordening....<br />
wordt<br />
art 9 Verantwoording en vaststelling<br />
In afwijking van en als in aanvulling op artikel<br />
13, 14 en 16 van de <strong>Algemene</strong><br />
subsidieverordening....<br />
De overige artikeien blijven ongewijzigd.
Bijzondere subsidieverordening Topsport Nieuw-West 2012<br />
oud<br />
nieuw<br />
art 1 a. <strong>Algemene</strong> subsidieverordening: de<br />
<strong>Algemene</strong> subsidieverordening stadsdeel<br />
Nieuw-west 2011<br />
art 1 c. Subsidie: een aanspraak op<br />
financiële middelen zoals gedefinieerd in de<br />
<strong>Algemene</strong> wet Bestuursrecht en de<br />
<strong>Algemene</strong> <strong>Subsidieverordening</strong><br />
art 1 a. <strong>Algemene</strong> subsidieverordening: de<br />
<strong>Algemene</strong> subsidieverordening Amsterdam<br />
2012, stadsdeel Nieuw-West<br />
vervalt, analoog aan de nieuwe ASV worden<br />
er geen verwijzingen naar de Awb<br />
opgenomen.<br />
art 1. Begripsbepaling<br />
d<br />
e<br />
f<br />
g<br />
h<br />
art 1 d. Instellingen: een instelling meteen<br />
zoals bedoeld in artikel 6, eerste en tweede<br />
lid van de <strong>Algemene</strong> subsidieverordening<br />
wordt<br />
art 1. Begripsomschrijving<br />
c<br />
d<br />
e<br />
f<br />
g<br />
art 1 c. Instellingen: een instelling met<br />
volledige rechtspersoonlijkheid zonder<br />
winstoogmerk en in bijzondere gevallen<br />
subsidieaanvragers zonder volledige<br />
rechtspersoonlijkheid of met winstoogmerk
art 4 Subsidiesoort<br />
De subsidies worden verstrel
De <strong>Algemene</strong> subsidieverordening stadsdeel<br />
Nieuw-West 2011 is van toepassing, tenzij<br />
daarvan in het bij of krachtens deze<br />
verordening bepaalde uitdrukkelijk wordt<br />
afgeweken.<br />
De <strong>Algemene</strong> subsidieverordening<br />
Amsterdam 2012, stadsdeel Nieuw-West is<br />
van toepassing, tenzij daarvan in het bij of<br />
krachtens deze verordening bepaalde<br />
uitdrukkelijk wordt afgeweken.<br />
De overige artikeien blijven ongewijzigd.<br />
Bijzondere Subsidieregeling Groene Daken 2011-2014 Stadsdeel Nieuw-West<br />
oud<br />
nieuw<br />
Artikel 2. Toepasselijkheid van de regeling wordt Artikel 2. Toepasselijkheid van de regeling<br />
en bevoegdheid<br />
1. Deze Bijzondere subsidieregeling Groene<br />
daken is een bijzondere subsidieregeling<br />
ingevolge artikel 2 lid 4 van de <strong>Algemene</strong><br />
subsidieverordening stadsdeel Nieuw-West<br />
2011.<br />
en bevoegdheid<br />
1. Deze Bijzondere subsidieregeling Groene<br />
daken is een bijzondere subsidieregeling<br />
ingevolge artikel 2 lid 3 van de <strong>Algemene</strong><br />
subsidieverordening Amsterdam 2012<br />
stadsdeel Nieuw-West.<br />
Artikel 7. Weigeringsgronden<br />
2. Artikel 4 van de <strong>Algemene</strong><br />
subsidieverordening stadsdeel Nieuw-West<br />
2011 is van overeenkomstige toepassing.<br />
Artikel 7. Weigeringsgronden<br />
2. Artikel 9 van de <strong>Algemene</strong><br />
subsidieverordening Amsterdam 2012<br />
stadsdeel Nieuw-West is van<br />
overeenkomstige toepassing<br />
De overige artikeien blijven ongewijzigd.