Gemeentebestuur van Zoetermeer, 1976-1990, 130m, inventaris 75

II. Inleiding op het archief van de gemeente Zoetermeer 1976-1990
III.
Geschiedenis van het archiefvormende orgaan
De gemeente Zoetermeer kreeg in 1962 van de regering de opdracht om uit te groeien tot een stad
van 100.000 inwoners. In dat jaar telde de plaats zo’n 10.000 inwoners. De uitbreiding van
Zoetermeer is vanaf 1966 gerealiseerd. In dat jaar ging de bouw van de wijken Driemanspolder en
Palenstein van start. Vanaf 1969 is de wijk Meerzicht gebouwd. Vanaf 1974 kwam de wijk
Buytenwegh de Leyens tot stand. In 1976 startte de bouw van de wijk Seghwaert, de vierde – en
volgens de oorspronkelijke plannen laatste – woonwijk van de groeikern Zoetermeer. De naam is
ontleend aan de voormalige gemeente Zegwaart, die in 1935 werd samengevoegd met Zoetermeer.
De quasi 17 e -eeuwse spelling is in de jaren zeventig van de vorige eeuw bedacht. Daarna volgden
in de jaren tachtig nog twee wijken: vanaf 1985 Noordhove en vanaf 1987 Rokkeveen. De
oorspronkelijke plannen werden dus gewijzigd, mede omdat in de jaren zeventig bleek dat de
woningnood in de Haagse regio met alleen de bestaande plannen niet op te lossen was. Noordhove
dankt haar naam aan een boerderij aan de Zegwaartseweg. De wijk Rokkeveen is vernoemd naar
het buurtschap Ruckenvene of Rokkeveen nabij de Rokkeveenseweg. In de jaren tachtig werden
ook de voorbereidingen getroffen voor de internationale tuinbouwtentoonstelling Floriade, die in
1992 in Zoetermeer zou plaatsvinden. Het Floriade-terrein is in de jaren negentig ingepast in de wijk
Rokkeveen. Vanaf 1978 (bureau voor politie en brandweer) kwam het Stadscentrum tot stand, het
nieuwe centrum van Zoetermeer. De verbinding met de Dorpsstraat als het oude dorpshart werd
daarmee een politiek item.
De gemeente was in de periode 1962 – 1985 gehuisvest aan de Dorpsstraat 10. Daarnaast
bevonden zich verscheidene gemeentelijke kantoren op verschillende andere locaties in de stad. In
1985 verhuisde de gemeente naar het huidige Stadhuis in het Stadscentrum. Het gemeentelijk
apparaat groeide in deze periode gestaag.
IV.
Geschiedenis van het archief
Het bestuursarchief is deels gevormd aan de Dorpsstraat. Na de verhuizing naar het huidige
Stadhuis kwam het archief in de jaren tachtig terecht in de huidige gemeentelijke
archiefbewaarplaats en groeide daar verder als gevolg van de ontwikkeling van de stad. In de
archiefbewaarplaats werden de stukken daterend van 1962 tot 1990 als één bestand opgeslagen.
Dit archiefblok is om beheersredenen in 2006 opgesplitst in twee blokken, te weten dat van de
archiefstukken daterend van 1962 tot en met 1975 en dat van de bescheiden daterend vanaf 1976
tot en met 1990. Beide blokken bevinden zich nog steeds in de gemeentelijke archiefbewaarplaats.
9
V. Verantwoording van de inventarisatie
De inventaris beslaat de periode van 1976 tot en met 1990. Het eindjaar van het vorige archiefblok
werd administratief bepaald op 1975, zodat onderhavige inventaris aanvangt in 1976. Voor 1990 als
einddatum van dit archiefblok is gekozen, omdat de archiefvormers destijds deze einddatum hebben
aangehouden.
Hierbij moet uitdrukkelijk vermeld worden dat er zich ook nog dossiers over de periode 1976-1990
in het opvolgende archiefblok 1990-2000 bevinden. Destijds is 1990 zowel als eindjaar van de
periode 1976-1990 als beginjaar voor de periode 1990-2000 gehanteerd. Het grootste deel van de
dossiers tot en met 1990 bevindt zich in het archiefblok 1976-1990. Een ander deel treft men echter
aan in het archiefblok 1990 – 2000. Voor de archiefonderzoeker betekent dit dat er op twee plaatsen
gezocht moet worden om alle informatie tot en met 1990 te achterhalen.
Het leggen van de cesuur op 1976 betekent in de praktijk dat dossiers die in enig jaar vanaf 1976
aanvangen langer dan 1990 kunnen doorlopen. Sommige dossiers lopen door tot in het begin van
de eenentwintigste eeuw. Voor deze laatste dossiers geldt dat ze eerder dan 20 jaar overgedragen