Maatregelenverordening IAOW en IAOZ - Gemeente Zoetermeer
Maatregelenverordening IAOW en IAOZ - Gemeente Zoetermeer
Maatregelenverordening IAOW en IAOZ - Gemeente Zoetermeer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Maatregel<strong>en</strong>verord<strong>en</strong>ing</strong> <strong>IAOW</strong> <strong>en</strong> <strong>IAOZ</strong><br />
Wetstechnische informatie<br />
Gegev<strong>en</strong>s van de regeling<br />
Overheidsorganisatie<br />
Officiële naam regeling<br />
Citeertitel<br />
Beslot<strong>en</strong> door<br />
Deze versie is geldig tot (als de<br />
vervaldatum is vastgesteld)<br />
Onderwerp<br />
geme<strong>en</strong>te <strong>Zoetermeer</strong><br />
<strong>Maatregel<strong>en</strong>verord<strong>en</strong>ing</strong> <strong>IAOW</strong> <strong>en</strong> <strong>IAOZ</strong><br />
<strong>Maatregel<strong>en</strong>verord<strong>en</strong>ing</strong> <strong>IAOW</strong> <strong>en</strong> <strong>IAOZ</strong><br />
geme<strong>en</strong>teraad<br />
Sociale Zak<strong>en</strong>, Welzijn <strong>en</strong> Onderwijs<br />
Opmerking<strong>en</strong> m.b.t. de regeling<br />
Ge<strong>en</strong><br />
Grondslag<strong>en</strong><br />
Geme<strong>en</strong>tewet, art. 147, eerste lid, Wet inkom<strong>en</strong>svoorzi<strong>en</strong>ing oudere <strong>en</strong> gedeeltelijk<br />
arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), art. 35, eerste lid <strong>en</strong> Wet<br />
inkom<strong>en</strong>svoorzi<strong>en</strong>ing oudere <strong>en</strong> gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewez<strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong><br />
(IOAZ), art. 35, eerste lid.<br />
Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)<br />
1. Ge<strong>en</strong>.<br />
Overzicht van in de tekst verwerkte wijziging<strong>en</strong><br />
Datum<br />
inwerkingtreding<br />
Terugwerk<strong>en</strong>de<br />
kracht<br />
Betreft Ontstaansbron:<br />
datum<br />
ondertek<strong>en</strong>ing;<br />
bron<br />
bek<strong>en</strong>dmaking<br />
15-07-2010 Nieuwe regeling 28-06-2010<br />
Postiljon<br />
01-07-2010<br />
Inwerkingtreding:<br />
datum<br />
ondertek<strong>en</strong>ing;<br />
bron<br />
bek<strong>en</strong>dmaking<br />
28-06-2010<br />
Postiljon<br />
01-07-2010<br />
Voorstel<br />
geme<strong>en</strong>teraa<br />
d<br />
100261<br />
1
Hoofdstuk 1 Algem<strong>en</strong>e bepaling<strong>en</strong><br />
Artikel 1<br />
Begripsbepaling<strong>en</strong><br />
a. In deze verord<strong>en</strong>ing wordt verstaan onder:<br />
b. IOAW: Wet inkom<strong>en</strong>svoorzi<strong>en</strong>ing oudere <strong>en</strong> gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze<br />
werknemers;<br />
c. IOAZ: Wet inkom<strong>en</strong>svoorzi<strong>en</strong>ing oudere <strong>en</strong> gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewez<strong>en</strong><br />
zelfstandig<strong>en</strong>;<br />
d. grondslag: toepasselijke grondslag, als bedoeld in artikel artikel 5, derde, vierde <strong>en</strong> vijfde<br />
lid, van de Ioaw of artikel 5, vierde lid van de Ioaz;<br />
e. maatregel: het verlag<strong>en</strong> van de uitkering op grond van artikel 20, tweede lid, van de IOAW<br />
of artikel 20, eerste lid, van de IOAZ;<br />
f. uitkering: uitkering als bedoeld in artikel 9 van de IOAW of de IOAZ;<br />
g. college: het college van burgemeester <strong>en</strong> wethouders van de geme<strong>en</strong>te <strong>Zoetermeer</strong>;<br />
h. raad: de geme<strong>en</strong>teraad van <strong>Zoetermeer</strong>.<br />
Artikel 2<br />
Het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel<br />
1. Indi<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de die voor de zelfstandige voorzi<strong>en</strong>ing in het bestaan is<br />
aangewez<strong>en</strong> op arbeid in di<strong>en</strong>stbetrekking, naar het oordeel van het college e<strong>en</strong><br />
verplichting als bedoeld in artikel 13 van de wet, artikel 30c, lid 2 <strong>en</strong> lid 3 van de Wet<br />
structuur uitvoeringsorganisatie werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> op grond van hoofdstuk III van<br />
de IOAW <strong>en</strong> IOAZ aan de uitkering verbond<strong>en</strong> verplichting niet of onvoldo<strong>en</strong>de nakomt,<br />
waaronder begrep<strong>en</strong> het zich jeg<strong>en</strong>s het college zeer ernstig misdrag<strong>en</strong>, wordt<br />
overe<strong>en</strong>komstig deze verord<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> maatregel opgelegd.<br />
2. E<strong>en</strong> maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de<br />
belanghebb<strong>en</strong>de de gedraging kan word<strong>en</strong> verwet<strong>en</strong> <strong>en</strong> de omstandighed<strong>en</strong> waarin hij<br />
verkeert.<br />
Artikel 3<br />
Berek<strong>en</strong>ingsgrondslag<br />
De maatregel wordt toegepast op de toepasselijke grondslag.<br />
Artikel 4<br />
Het besluit tot oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel<br />
In het besluit tot het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel word<strong>en</strong> in ieder geval vermeld: de red<strong>en</strong><br />
van de maatregel, de duur van de maatregel, het perc<strong>en</strong>tage waarmee de uitkering wordt<br />
verlaagd <strong>en</strong>/of het bedrag waarmee de uitkering wordt verlaagd <strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> van toepassing,<br />
de red<strong>en</strong> om af te wijk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel als bedoeld in de hoofdstukk<strong>en</strong> 2, 3 <strong>en</strong> 4.<br />
Artikel 5<br />
Het hor<strong>en</strong> van de belanghebb<strong>en</strong>de<br />
1. Voordat e<strong>en</strong> maatregel wordt opgelegd, wordt de belanghebb<strong>en</strong>de in de geleg<strong>en</strong>heid<br />
gesteld zijn zi<strong>en</strong>swijze naar vor<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
2. Het hor<strong>en</strong> van belanghebb<strong>en</strong>de kan achterwege word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong> indi<strong>en</strong>:<br />
a. de vereiste spoed zich daarteg<strong>en</strong> verzet;<br />
b. de belanghebb<strong>en</strong>de reeds eerder in de geleg<strong>en</strong>heid is gesteld zijn zi<strong>en</strong>swijze naar<br />
vor<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich sindsdi<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nieuwe relevante feit<strong>en</strong> of omstandighed<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> voorgedaan;<br />
c. de belanghebb<strong>en</strong>de niet heeft voldaan aan e<strong>en</strong> verzoek van het college binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
gestelde termijn inlichting<strong>en</strong> te verstrekk<strong>en</strong> of medewerking te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> als bedoeld in<br />
artikel 13 van de IOAW of IOAZ.<br />
2
Artikel 6<br />
Afzi<strong>en</strong> van het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel<br />
1. Het college ziet af van het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel indi<strong>en</strong>:<br />
a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; of<br />
b. de gedraging meer dan één jaar vóór constatering van die gedraging door het college<br />
heeft plaatsgevond<strong>en</strong>, t<strong>en</strong>zij de gedraging e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van de inlichting<strong>en</strong>plicht<br />
inhoudt <strong>en</strong> als gevolg van die gedraging t<strong>en</strong> onrechte uitkering is verstrekt. E<strong>en</strong><br />
maatregel weg<strong>en</strong>s sch<strong>en</strong>ding van de inlichting<strong>en</strong>plicht wordt niet opgelegd na verloop<br />
van vijf jar<strong>en</strong> nadat de betreff<strong>en</strong>de gedraging heeft plaatsgevond<strong>en</strong>.<br />
2. Het college kan afzi<strong>en</strong> van het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel indi<strong>en</strong> het daarvoor<br />
dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> aanwezig acht. Omstandighed<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rechtstreeks gevolg zijn van<br />
e<strong>en</strong> maatregel word<strong>en</strong> niet als dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> aangemerkt.<br />
3. Indi<strong>en</strong> het college afziet van het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel op grond van dring<strong>en</strong>de<br />
red<strong>en</strong><strong>en</strong>, wordt de belanghebb<strong>en</strong>de daarvan schriftelijk mededeling gedaan.<br />
Artikel 7<br />
Ingangsdatum <strong>en</strong> periode<br />
1. De maatregel wordt opgelegd met ingang van de kal<strong>en</strong>dermaand volg<strong>en</strong>d op de datum<br />
waarop het besluit tot het oplegg<strong>en</strong> van de maatregel aan de belanghebb<strong>en</strong>de is<br />
bek<strong>en</strong>dgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geld<strong>en</strong>de grondslag.<br />
2. Bij toek<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> recht op uitkering kan, in afwijking van het eerste lid, met<br />
terugwerk<strong>en</strong>de kracht e<strong>en</strong> maatregel word<strong>en</strong> opgelegd indi<strong>en</strong> de verwijtbare gedraging<br />
voorafgaand aan de bek<strong>en</strong>dmaking van het toek<strong>en</strong>ningsbesluit heeft plaatsgevond<strong>en</strong>.<br />
3. E<strong>en</strong> maatregel weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> gedraging als bedoeld in artikel 11, artikel 12 of artikel 13<br />
kan, in afwijking van het eerste lid, ook word<strong>en</strong> opgelegd met ingang van de datum<br />
waarop de gedraging is aangevang<strong>en</strong>, onverminderd artikel 7, eerste lid, onderdeel b.<br />
Artikel 8<br />
Sam<strong>en</strong>loop van gedraging<strong>en</strong><br />
Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de zich tegelijkertijd schuldig maakt aan gedraging<strong>en</strong> in meerdere<br />
categorieën die het niet nakom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verplichting als g<strong>en</strong>oemd in artikel 3, eerste lid,<br />
inhoud<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> de op te legg<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> bij elkaar opgeteld.<br />
Hoofdstuk 2 Re-integratie <strong>en</strong> werkloosheid<br />
Artikel 9<br />
Gedraging<strong>en</strong><br />
Gedraging<strong>en</strong> van belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, waardoor de verplichting tot het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />
medewerking aan het verkrijg<strong>en</strong> of behoud<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> geaccepteerde arbeid niet of<br />
onvoldo<strong>en</strong>de is nagekom<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>de categorieën:<br />
1. Eerste categorie:<br />
het zich niet tijdig lat<strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> als werkzoek<strong>en</strong>de bij het Uitvoeringsinstituut<br />
werknemersverzekering<strong>en</strong> of het niet tijdig lat<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de registratie;<br />
2. Tweede categorie:<br />
a. het niet naar vermog<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> geaccepteerde arbeid te verkrijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze<br />
te aanvaard<strong>en</strong>;<br />
b. het niet of in onvoldo<strong>en</strong>de mate meewerk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> onderzoek naar de mogelijkhed<strong>en</strong><br />
tot arbeidsinschakeling.<br />
3. Derde categorie:<br />
a. gedraging<strong>en</strong> die de inschakeling in arbeid belemmer<strong>en</strong>;<br />
b. het niet of in onvoldo<strong>en</strong>de mate gebruikmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> door het college aangebod<strong>en</strong><br />
voorzi<strong>en</strong>ing, waaronder sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling.<br />
4. Vierde categorie:<br />
a. het niet aanvaard<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> geaccepteerde arbeid;<br />
b. het door eig<strong>en</strong> toedo<strong>en</strong> niet behoud<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> geaccepteerde arbeid.<br />
3
Artikel 10 Hoogte <strong>en</strong> duur van de maatregel<br />
1. Onverminderd artikel 2, tweede lid, wordt de maatregel vastgesteld op:<br />
a. ti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van de grondslag gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> maand bij gedraging<strong>en</strong> van de eerste<br />
categorie;<br />
b. twintig proc<strong>en</strong>t van de grondslag gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> maand bij gedraging<strong>en</strong> van de tweede<br />
categorie;<br />
c. veertig proc<strong>en</strong>t van de grondslag gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> maand bij gedraging<strong>en</strong> van de derde<br />
categorie;<br />
d. honderd proc<strong>en</strong>t van de grondslag gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> maand bij gedraging<strong>en</strong> van de vierde<br />
categorie.<br />
2. De duur van de maatregel als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld, indi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
vier<strong>en</strong>twintig maand<strong>en</strong> na bek<strong>en</strong>dmaking van e<strong>en</strong> besluit waarbij e<strong>en</strong> maatregel is<br />
opgelegd, opnieuw e<strong>en</strong> besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar aanleiding van e<strong>en</strong> verwijtbare<br />
gedraging van dezelfde of hogere categorie.<br />
3. De hoogte <strong>en</strong> de duur van de maatregel in de eerste tot <strong>en</strong> met de derde categorie als<br />
bedoeld in het eerste lid, onderdel<strong>en</strong> a., b. <strong>en</strong> c., word<strong>en</strong> verdubbeld, indi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
vier<strong>en</strong>twintig maand<strong>en</strong> na bek<strong>en</strong>dmaking van e<strong>en</strong> besluit waarbij e<strong>en</strong> maatregel is<br />
opgelegd, voor e<strong>en</strong> derde of volg<strong>en</strong>de maal e<strong>en</strong> besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar aanleiding<br />
van e<strong>en</strong> verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie. Indi<strong>en</strong> het e<strong>en</strong><br />
gedraging in de vierde categorie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d., betreft, wordt<br />
de duur van de maatregel verdubbeld.<br />
4. Met e<strong>en</strong> besluit waarmee e<strong>en</strong> maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om<br />
daarvan af te zi<strong>en</strong> op grond van dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>, bedoeld in artikel 6, tweede lid.<br />
Hoofdstuk 3 Niet tijdig of niet nakom<strong>en</strong> van de inlichting<strong>en</strong>- <strong>en</strong> medewerkingsplicht<br />
Artikel 11<br />
Niet tijdig verstrekk<strong>en</strong> van gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />
medewerking<br />
1. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de de verplichting op grond van artikel 13 van de IOAW of IOAZ<br />
niet of niet volledig is nagekom<strong>en</strong> door informatie die van belang is voor de verl<strong>en</strong>ing van<br />
de uitkering of de voortzetting daarvan niet binn<strong>en</strong> de door het college daartoe gestelde<br />
termijn te verstrekk<strong>en</strong>, wordt dit aangemerkt als e<strong>en</strong> gedraging van de eerste categorie<br />
als bedoeld in artikel 9.<br />
2. De duur van de maatregel als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld, indi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
24 maand<strong>en</strong> na bek<strong>en</strong>dmaking van e<strong>en</strong> besluit waarbij e<strong>en</strong> maatregel is opgelegd,<br />
opnieuw e<strong>en</strong> besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar aanleiding van e<strong>en</strong> verwijtbare gedraging als<br />
bedoeld in het eerste lid.<br />
3. De hoogte <strong>en</strong> de duur van de maatregel als bedoeld in het eerste lid word<strong>en</strong> verdubbeld,<br />
indi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> vier<strong>en</strong>twintig maand<strong>en</strong> na bek<strong>en</strong>dmaking van e<strong>en</strong> besluit waarbij e<strong>en</strong><br />
maatregel is opgelegd, voor de derde of volg<strong>en</strong>de maal e<strong>en</strong> besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar<br />
aanleiding van e<strong>en</strong> verwijtbare gedraging als bedoeld in het eerste lid.<br />
4. Met e<strong>en</strong> besluit waarmee e<strong>en</strong> maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om<br />
daarvan af te zi<strong>en</strong> op grond van dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>, bedoeld in artikel 6, tweede lid.<br />
Artikel 12<br />
Niet verstrekk<strong>en</strong> of verstrekk<strong>en</strong> van onjuiste of onvolledige inlichting<strong>en</strong><br />
met gevolg<strong>en</strong> voor de uitkering<br />
1. Indi<strong>en</strong> het niet of niet behoorlijk nakom<strong>en</strong> van de inlichting<strong>en</strong>plicht bedoeld in artikel 13<br />
van de IOAW of IOAZ heeft geleid tot het t<strong>en</strong> onrechte of tot e<strong>en</strong> te hoog bedrag<br />
verstrekk<strong>en</strong> van uitkering, wordt de maatregel afgestemd op de hoogte van het<br />
b<strong>en</strong>adelingsbedrag.<br />
4
2. Onverminderd artikel 2, tweede lid, wordt de maatregel op de volg<strong>en</strong>de wijze vastgesteld:<br />
a. bij e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adelingsbedrag tot € 1000: ti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t van de grondslag gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong><br />
maand;<br />
b. bij e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adelingsbedrag van € 1000 tot € 2000: twintig proc<strong>en</strong>t van de grondslag<br />
gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> maand;<br />
c. bij e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adelingsbedrag van € 2000 tot € 4000: veertig proc<strong>en</strong>t van de grondslag<br />
gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> maand;<br />
d. bij e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adelingsbedrag van € 4000 of meer: honderd proc<strong>en</strong>t van de grondslag<br />
gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> maand.<br />
3. De hoogte van de maatregel als bedoeld in het tweede lid onder a., b. <strong>en</strong> c. wordt<br />
verdubbeld, indi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> vier<strong>en</strong>twintig maand<strong>en</strong> na bek<strong>en</strong>dmaking van e<strong>en</strong> besluit<br />
waarbij e<strong>en</strong> maatregel is opgelegd, opnieuw e<strong>en</strong> besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar aanleiding<br />
van e<strong>en</strong> verwijtbare gedraging als bedoeld in dit artikel.<br />
4. De duur van de maatregel als bedoeld in het tweede lid onder d. wordt verdubbeld, indi<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> vier<strong>en</strong>twintig maand<strong>en</strong> na bek<strong>en</strong>dmaking van e<strong>en</strong> besluit waarbij e<strong>en</strong> maatregel is<br />
opgelegd, opnieuw e<strong>en</strong> besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar aanleiding van e<strong>en</strong> verwijtbare<br />
gedraging als bedoeld in dit artikel.<br />
5. Met e<strong>en</strong> besluit waarmee e<strong>en</strong> maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om<br />
daarvan af te zi<strong>en</strong> op grond van dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>, bedoeld in artikel 6, tweede lid.<br />
Artikel 13 Niet verstrekk<strong>en</strong> of verstrekk<strong>en</strong> van onjuiste of onvolledige inlichting<strong>en</strong><br />
zonder gevolg<strong>en</strong> voor de bijstand<br />
1. Het niet of niet behoorlijk nakom<strong>en</strong> van de inlichting<strong>en</strong>plicht, bedoeld in artikel 13 van de<br />
IOAW of IOAZ, indi<strong>en</strong> dit niet heeft geleid tot het t<strong>en</strong> onrechte of tot e<strong>en</strong> te hoog bedrag<br />
verstrekk<strong>en</strong> van uitkering, wordt aangemerkt als e<strong>en</strong> gedraging van de eerste categorie<br />
als bedoeld in artikel 9.<br />
2. De duur van de maatregel als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld, indi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
24 maand<strong>en</strong> na bek<strong>en</strong>dmaking van e<strong>en</strong> besluit waarbij e<strong>en</strong> maatregel is opgelegd,<br />
opnieuw e<strong>en</strong> besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar aanleiding van e<strong>en</strong> verwijtbare gedraging als<br />
bedoeld in het eerste lid.<br />
3. De hoogte <strong>en</strong> de duur van de maatregel als bedoeld in het eerste lid word<strong>en</strong> verdubbeld,<br />
indi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> vier<strong>en</strong>twintig maand<strong>en</strong> na bek<strong>en</strong>dmaking van e<strong>en</strong> besluit waarbij e<strong>en</strong><br />
maatregel is opgelegd, voor de derde of volg<strong>en</strong>de maal e<strong>en</strong> besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar<br />
aanleiding van e<strong>en</strong> verwijtbare gedraging als bedoeld in het eerste lid.<br />
4. Met e<strong>en</strong> besluit waarmee e<strong>en</strong> maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om<br />
daarvan af te zi<strong>en</strong> op grond van dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>, bedoeld in artikel 6, tweede lid.<br />
Hoofdstuk 4 Overige gedraging<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> maatregel<br />
Artikel 14 Zeer ernstige misdraging<strong>en</strong><br />
1. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de zich zeer ernstig misdraagt teg<strong>en</strong>over het college of zijn<br />
ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, onder omstandighed<strong>en</strong> die rechtstreeks verband houd<strong>en</strong> met de uitvoering<br />
van de IOAW of IOAZ, als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de IOAW of artikel 20,<br />
eerste lid, van de IOAZ, wordt e<strong>en</strong> maatregel opgelegd.<br />
2. De maatregel wordt, onverminderd artikel 2, tweede lid, op de volg<strong>en</strong>de wijze<br />
vastgesteld:<br />
a. Bij verbale agressie: 40% van de grondslag gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> maand;<br />
b. Bij bedreiging <strong>en</strong> zaakgericht fysiek geweld: 80% van de grondslag gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong><br />
maand;<br />
c. Bij m<strong>en</strong>sgericht fysiek geweld: 100% van de grondslag gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> maand.<br />
5
Hoofdstuk 5 Handhaving<br />
Artikel 15 Handhavingsbeleid<br />
1. Het college stelt t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> maal per vier jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beleidsplan handhaving vast <strong>en</strong><br />
br<strong>en</strong>gt dit ter k<strong>en</strong>nis aan de raad. In dit plan doet het college voorstell<strong>en</strong> voor de wijze<br />
waarop zij het beleid w<strong>en</strong>st vorm te gev<strong>en</strong> met betrekking tot het voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
bestrijd<strong>en</strong> van fraude.<br />
2. Het college br<strong>en</strong>gt jaarlijks aan de geme<strong>en</strong>teraad verslag uit over de doeltreff<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong><br />
de effect<strong>en</strong> van het beleid.<br />
Hoofdstuk 6 Slotbepaling<strong>en</strong><br />
Artikel 16 Uitvoering<br />
1. Deze verord<strong>en</strong>ing wordt uitgevoerd door het college.<br />
2. In gevall<strong>en</strong>, de uitvoering van deze verord<strong>en</strong>ing betreff<strong>en</strong>de, waarin de verord<strong>en</strong>ing niet<br />
voorziet, beslist het college.<br />
Artikelgewijze toelichting op de <strong>Maatregel<strong>en</strong>verord<strong>en</strong>ing</strong> IOAW <strong>en</strong> IOAZ<br />
Hoofdstuk 1 Algem<strong>en</strong>e bepaling<strong>en</strong><br />
Artikel 1 Begripsomschrijving<br />
De begripp<strong>en</strong> die in de verord<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gebruikt hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelijkluid<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is als<br />
de omschrijving in de IOAW <strong>en</strong> de IOAZ.<br />
In de verord<strong>en</strong>ing wordt het begrip „belanghebb<strong>en</strong>de‟ gebruikt. Dit begrip wordt in artikel 1:2<br />
van de Algem<strong>en</strong>e wet bestuursrecht omschrev<strong>en</strong> als „deg<strong>en</strong>e wi<strong>en</strong>s belang rechtstreeks bij<br />
e<strong>en</strong> besluit is betrokk<strong>en</strong>‟.<br />
Artikel 2 Het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel<br />
Eerste lid<br />
De IOAW <strong>en</strong> IOAZ verbind<strong>en</strong> aan het recht op e<strong>en</strong> uitkering de volg<strong>en</strong>de verplichting<strong>en</strong>:<br />
De plicht tot arbeidsinschakeling (artikel 37 IOAW <strong>en</strong> IOAZ)). Deze plicht houdt in:<br />
1. a. naar vermog<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> geaccepteerde arbeid te verkrijg<strong>en</strong>;<br />
b. als werkzoek<strong>en</strong>de geregistreerd staan bij het Uitvoeringsinstituut<br />
werknemersverzekering<strong>en</strong>;<br />
c. algeme<strong>en</strong> geaccepteerde arbeid aanvaard<strong>en</strong>;<br />
d. nalat<strong>en</strong> hetge<strong>en</strong> inschakeling in de arbeid belemmert;<br />
e. gebruik mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> door het college aangebod<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing, waaronder<br />
begrep<strong>en</strong> sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede meewerk<strong>en</strong> aan<br />
e<strong>en</strong> onderzoek naar de mogelijkhed<strong>en</strong> tot arbeidsinschakeling.<br />
2. De informatieplicht (artikel 13, lid 1 IOAW <strong>en</strong> IOAZ). Op e<strong>en</strong> uitkeringsgerechtigde rust<br />
de verplichting aan het college op verzoek of onverwijld uit eig<strong>en</strong> beweging mededeling te<br />
do<strong>en</strong> van alle feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn, dat<br />
zij van invloed kunn<strong>en</strong> zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op uitkering.<br />
6
3. De medewerkingsplicht (artikel 13, lid 2 IOAW <strong>en</strong> IOAZ). Dit is de plicht van<br />
uitkeringsgerechtigd<strong>en</strong> om desgevraagd het college de medewerking te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />
redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet. De medewerkingsplicht kan uit allerlei<br />
concrete verplichting<strong>en</strong> bestaan, zoals het toestaan van huisbezoek of het meewerk<strong>en</strong> aan<br />
e<strong>en</strong> psychologisch onderzoek. Sch<strong>en</strong>ding van de medewerkingsplicht kan ook tot uiting<br />
kom<strong>en</strong> in het zich zeer ernstig misdrag<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s het college.<br />
De Wet SUWI legt ook verplichting<strong>en</strong> op aan uitkeringsgerechtigd<strong>en</strong>. Het betreft de<br />
verplichting om alle gevraagde gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> bewijsstukk<strong>en</strong> aan de C<strong>en</strong>trale organisatie werk<br />
<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> te verstrekk<strong>en</strong> die nodig zijn voor de beslissing door het college (artikel 30c, lid 2<br />
<strong>en</strong> lid 3 Wet SUWI) <strong>en</strong> de verplichting om op verzoek of onverwijld uit eig<strong>en</strong> beweging alle<br />
feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> mee te del<strong>en</strong> aan de C<strong>en</strong>trale organisatie werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>,<br />
waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunn<strong>en</strong> zijn op het recht op<br />
uitkering, het geld<strong>en</strong>d mak<strong>en</strong> van het recht op uitkering of de hoogte of de duur van de<br />
uitkering.<br />
Tweede lid<br />
In deze verord<strong>en</strong>ing zijn voor allerlei gedraging<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van e<strong>en</strong> verplichting<br />
betek<strong>en</strong><strong>en</strong>, standaardmaatregel<strong>en</strong> vastgesteld in de vorm van e<strong>en</strong> vaste (proc<strong>en</strong>tuele)<br />
verlaging van de grondslag.<br />
In het tweede lid is de hoofdregel neergelegd: het college di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> op te legg<strong>en</strong> maatregel<br />
af te stemm<strong>en</strong> op de individuele omstandighed<strong>en</strong> van de belanghebb<strong>en</strong>de <strong>en</strong> de mate van<br />
verwijtbaarheid. Deze bepaling br<strong>en</strong>gt met zich mee dat het college bij elke op te legg<strong>en</strong><br />
maatregel zal moet<strong>en</strong> nagaan of gelet op de <strong>Maatregel<strong>en</strong>verord<strong>en</strong>ing</strong> IOAW <strong>en</strong> IOAZ<br />
individuele omstandighed<strong>en</strong> van de betrokk<strong>en</strong>e afwijking van de hoogte <strong>en</strong> de duur van de<br />
voorgeschrev<strong>en</strong> standaardmaatregel gebod<strong>en</strong> is. Afwijking van de standaardmaatregel kan<br />
zowel e<strong>en</strong> verzwaring als e<strong>en</strong> matiging betek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Dit betek<strong>en</strong>t dat het college bij het beoordel<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> maatregel moet word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
zo ja welke, telk<strong>en</strong>s de volg<strong>en</strong>de drie stapp<strong>en</strong> moet doorlop<strong>en</strong>:<br />
▪ Stap 1: vaststell<strong>en</strong> van de ernst van de gedraging,<br />
▪ Stap 2: vaststell<strong>en</strong> van de verwijtbaarheid,<br />
▪ Stap 3: vaststell<strong>en</strong> van de omstandighed<strong>en</strong> van de uitkeringsgerechtigde.<br />
De ernst van de gedraging komt tot uitdrukking in het standaardperc<strong>en</strong>tage waarmee de<br />
grondslag wordt verlaagd. Wat betreft de beoordeling van de mate van verwijtbaarheid wordt<br />
verwez<strong>en</strong> naar de toelichting bij artikel 6.<br />
Matiging van de maatregel weg<strong>en</strong>s persoonlijke omstandighed<strong>en</strong> kan bijvoorbeeld in de<br />
volg<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> aan de orde zijn:<br />
▪ bijzondere financiële omstandighed<strong>en</strong> van de belanghebb<strong>en</strong>de, zoals bijvoorbeeld hoge<br />
last<strong>en</strong> of uitgav<strong>en</strong> van bijzondere aard waarvoor ge<strong>en</strong> financiële tegemoetkoming mogelijk is;<br />
▪ sociale omstandighed<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld gedragsproblem<strong>en</strong> van de belanghebb<strong>en</strong>de<br />
zelf of di<strong>en</strong>s kinder<strong>en</strong>.<br />
Artikel 3 De berek<strong>en</strong>ingsgrondslag<br />
In dit artikel is het uitgangspunt vastgelegd dat e<strong>en</strong> maatregel wordt opgelegd over de<br />
grondslag.<br />
Artikel 4 Het besluit tot oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel<br />
Het verlag<strong>en</strong> van de uitkering vanwege e<strong>en</strong> op te legg<strong>en</strong> maatregel vindt plaats door middel<br />
van e<strong>en</strong> besluit.<br />
7
Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> maatregel met terugwerk<strong>en</strong>de kracht wordt opgelegd, moet e<strong>en</strong> besluit tot<br />
herzi<strong>en</strong>ing van de uitkering word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (artikel 17, lid 3, IOAW <strong>en</strong> IOAZ).<br />
Teg<strong>en</strong> beide besluit<strong>en</strong> kan door belanghebb<strong>en</strong>de bezwaar <strong>en</strong> beroep word<strong>en</strong> aangetek<strong>en</strong>d.<br />
Aangegev<strong>en</strong> staat, wat in het besluit in ieder geval moet word<strong>en</strong> vermeld. Deze eis<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong><br />
rechtstreeks voort uit de Algem<strong>en</strong>e wet bestuursrecht (Awb) <strong>en</strong> dan met name het<br />
motiveringsbeginsel. Het motiveringsvereiste houdt onder andere in, dat e<strong>en</strong> besluit k<strong>en</strong>baar<br />
is <strong>en</strong> van e<strong>en</strong> deugdelijke motivering moet zijn voorzi<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> maatregel wordt voor e<strong>en</strong> bepaalde tijd opgelegd. Door e<strong>en</strong> maatregel voor e<strong>en</strong><br />
bepaalde periode op te legg<strong>en</strong>, weet de uitkeringsgerechtigde die met e<strong>en</strong> maatregel wordt<br />
geconfronteerd, waar hij aan toe is. Na afloop van de periode waarvoor de maatregel is<br />
getroff<strong>en</strong>, kan opnieuw e<strong>en</strong> maatregel word<strong>en</strong> opgelegd. Hiervoor is dan wel weer e<strong>en</strong> apart<br />
besluit nodig.<br />
Artikel 5 Het hor<strong>en</strong> van de belanghebb<strong>en</strong>de<br />
Eerste lid<br />
Op grond van afdeling 4.1.2. van de Algem<strong>en</strong>e wet bestuursrecht (Awb) is in e<strong>en</strong> aantal<br />
gevall<strong>en</strong> het hor<strong>en</strong> van de belanghebb<strong>en</strong>de verplicht bij de voorbereiding van beschikking<strong>en</strong>.<br />
Deze hoorplicht geldt echter niet bij de voorbereiding van beschikking<strong>en</strong> die betrekking<br />
hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> financiële aanspraak, indi<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de beschikking bezwaar kan word<strong>en</strong><br />
gemaakt <strong>en</strong> de nadelige gevolg<strong>en</strong> na bezwaar ongedaan kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt (artikel<br />
4:12 Awb).<br />
In dit artikel wordt het hor<strong>en</strong> van de belanghebb<strong>en</strong>de voordat e<strong>en</strong> maatregel wordt opgelegd<br />
echter in beginsel voorgeschrev<strong>en</strong>. Hoewel het wettelijk gezi<strong>en</strong> niet altijd verplicht is, is het<br />
hor<strong>en</strong> van de belanghebb<strong>en</strong>de van belang om te kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> zorgvuldige<br />
voorbereiding, belang<strong>en</strong>afweging <strong>en</strong> motivering van e<strong>en</strong> besluit, wat in de Awb wel is<br />
voorgeschrev<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s kan het hor<strong>en</strong> zowel mondeling als schriftelijk of telefonisch<br />
gebeur<strong>en</strong>, al naar gelang de w<strong>en</strong>s van de belanghebb<strong>en</strong>de.<br />
Tweede lid<br />
Het tweede lid bevat e<strong>en</strong> aantal uitzondering<strong>en</strong> op de hoorplicht. De onderdel<strong>en</strong> a. <strong>en</strong> b.<br />
staan ook g<strong>en</strong>oemd in artikel 4:11 Awb. Of hiervan gebruik wordt gemaakt is onderwerp van<br />
e<strong>en</strong> beoordeling van de individuele omstandighed<strong>en</strong>.<br />
Onderdeel c. is van toepassing indi<strong>en</strong> de belanghebb<strong>en</strong>de niet tijdig heeft voldaan aan de<br />
verplichting binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde termijn inlichting<strong>en</strong> te verstrekk<strong>en</strong> of de door het college<br />
gevraagde medewerking te verl<strong>en</strong><strong>en</strong>. Omdat aan belanghebb<strong>en</strong>de altijd e<strong>en</strong> termijn wordt<br />
gegev<strong>en</strong> om het verzuim te herstell<strong>en</strong>, is het redelijk het hor<strong>en</strong> in dergelijke gevall<strong>en</strong><br />
achterwege te lat<strong>en</strong>.<br />
Artikel 6 Afzi<strong>en</strong> van het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel<br />
Lid 1<br />
Het afzi<strong>en</strong> van het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel ‘indi<strong>en</strong> elke vorm van verwijtbaarheid’<br />
ontbreekt, is in artikel 20, lid 3, IOAW <strong>en</strong> IOAZ geregeld.<br />
E<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> om af te zi<strong>en</strong> van het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel is, dat de gedraging te<br />
lang geled<strong>en</strong> heeft plaatsgevond<strong>en</strong> (verjaring). Omwille van de effectiviteit is het nodig, dat<br />
e<strong>en</strong> maatregel spoedig nadat de gedraging heeft plaatsgehad, wordt opgelegd. Om deze<br />
red<strong>en</strong> is onder b geregeld, dat ge<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> meer word<strong>en</strong> opgelegd voor gedraging<strong>en</strong><br />
die langer dan één jaar geled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>.<br />
Voor gedraging<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van de informatieplicht inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> als gevolg<br />
waarvan t<strong>en</strong> onrechte uitkering is verle<strong>en</strong>d of e<strong>en</strong> te hoog bedrag aan uitkering is verle<strong>en</strong>d,<br />
8
geldt in de verord<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> verjaringstermijn van vijf jaar. Met deze termijn wordt<br />
aangeslot<strong>en</strong> bij de termijn die staat in het oude artikel 20e van de IOAW / IOAZ in verband<br />
met het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> boete weg<strong>en</strong>s niet-nakoming van de informatieplicht. E<strong>en</strong> termijn<br />
van vijf jaar ligt voor de hand gelet op de ernst van de gedraging (fraude) <strong>en</strong> gelet op het feit<br />
dat de geme<strong>en</strong>te vaak tijd nodig zal hebb<strong>en</strong> om de omvang van de fraude (het<br />
b<strong>en</strong>adelingsbedrag) vast te stell<strong>en</strong>.<br />
Lid 2<br />
Hierin wordt geregeld, dat kan word<strong>en</strong> afgezi<strong>en</strong> van het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel indi<strong>en</strong><br />
daarvoor dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> aanwezig word<strong>en</strong> geacht. Wat dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn, is<br />
afhankelijk van de concrete situatie <strong>en</strong> kan dus niet op voorhand word<strong>en</strong> vastgelegd.<br />
Omstandighed<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rechtstreeks gevolg zijn van de opgelegde maatregel word<strong>en</strong> niet<br />
als dring<strong>en</strong>d aangemerkt. Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt aan financiële problem<strong>en</strong> als gevolg van e<strong>en</strong><br />
maatregel.<br />
Lid 3<br />
Het do<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> schriftelijke mededeling dat wordt afgezi<strong>en</strong> van het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
maatregel weg<strong>en</strong>s dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>, is van belang in verband met ev<strong>en</strong>tuele recidive.<br />
Artikel 7 Ingangsdatum <strong>en</strong> periode<br />
Eerste lid<br />
In dit artikellid is het uitgangspunt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> maatregel naar de toekomst wordt<br />
opgelegd. Zodra de gedraging is geconstateerd, vereist de “lik op stuk” gedachte dat de<br />
maatregel zo snel mogelijk wordt geëffectueerd. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het bij het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
maatregel in de toekomst niet nodig het recht op bijstand te herzi<strong>en</strong>.<br />
Tweede lid<br />
Bij (e<strong>en</strong> eerste) toek<strong>en</strong>ning van de uitkering kan het w<strong>en</strong>selijk zijn de maatregel niet naar de<br />
toekomst toe op te legg<strong>en</strong>, maar met terugwerk<strong>en</strong>de kracht. De relatie tuss<strong>en</strong> de maatregel<br />
<strong>en</strong> het verwijtbare gedrag is dan duidelijker wanneer de maatregel met terugwerk<strong>en</strong>de kracht<br />
(het besluit tot toek<strong>en</strong>ning van de uitkering wordt immers pas e<strong>en</strong> aantal wek<strong>en</strong> na de<br />
meldingsdatum g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>) over de eerste maand uitkering wordt opgelegd<br />
Derde lid<br />
Als e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de ge<strong>en</strong> of onjuiste inlichting<strong>en</strong> heeft verstrekt waardoor er teveel of<br />
t<strong>en</strong> onrechte uitkering is verstrekt (fraude), dan kan de uitkering word<strong>en</strong> beëindigd. Het is in<br />
dat geval niet mogelijk naar de toekomst toe e<strong>en</strong> maatregel op te legg<strong>en</strong>. Immers, als er<br />
ge<strong>en</strong> uitkering meer is, kan er ook ge<strong>en</strong> verlaging op word<strong>en</strong> toegepast. In dergelijke<br />
situaties is het dan ook w<strong>en</strong>selijk de maatregel met terugwerk<strong>en</strong>de kracht op te legg<strong>en</strong>,<br />
vanaf het mom<strong>en</strong>t dat de gedraging heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Dit kan overig<strong>en</strong>s alle<strong>en</strong> als er<br />
gedur<strong>en</strong>de de periode waarin werd gefraudeerd nog recht op e<strong>en</strong> uitkering bestond. Als<br />
namelijk achteraf blijkt dat het recht op de uitkering volledig moet word<strong>en</strong> ingetrokk<strong>en</strong> omdat<br />
e<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de inkomst<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de grondslag had of omdat het recht op bijstand bij<br />
nader inzi<strong>en</strong> niet meer kan word<strong>en</strong> vastgesteld, dan is er ge<strong>en</strong> uitkering meer waarover de<br />
maatregel kan word<strong>en</strong> opgelegd.<br />
Artikel 8 Sam<strong>en</strong>loop van gedraging<strong>en</strong><br />
De regeling voor de sam<strong>en</strong>loop van gedraging<strong>en</strong> heeft betrekking op verschill<strong>en</strong>de<br />
gedraging<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> uitkeringsgerechtigde die - min of meer - gelijktijdig plaatsvind<strong>en</strong>.<br />
9
Deze bepaling geldt niet voor één bepaalde gedraging die sch<strong>en</strong>ding van meerdere<br />
verplichting<strong>en</strong> met zich br<strong>en</strong>gt. Indi<strong>en</strong> daarvan sprake is, di<strong>en</strong>t voor het oplegg<strong>en</strong> van de<br />
maatregel te word<strong>en</strong> uitgegaan van de gedraging waarop de zwaarste maatregel van<br />
toepassing is. Dit laat overig<strong>en</strong>s onverlet dat bij het onderzoek naar de mate van<br />
verwijtbaarheid <strong>en</strong> de omstandighed<strong>en</strong> van de belanghebb<strong>en</strong>de, zowel tot e<strong>en</strong> hogere als<br />
lagere maatregel kan word<strong>en</strong> geconcludeerd.<br />
Hoofdstuk 2 Ge<strong>en</strong> of onvoldo<strong>en</strong>de medewerking verl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan het verkrijg<strong>en</strong> of<br />
behoud<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> geaccepteerde arbeid<br />
Artikel 9 Gedraging<strong>en</strong><br />
De gedraging<strong>en</strong> die verband houd<strong>en</strong> met het ge<strong>en</strong> of onvoldo<strong>en</strong>de medewerking verl<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
aan het verkrijg<strong>en</strong> of behoud<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> geaccepteerde arbeid, word<strong>en</strong> in vier<br />
categorieën onderscheid<strong>en</strong>. Hierbij is de ernst van de gedraging het onderscheid<strong>en</strong>d<br />
criterium. E<strong>en</strong> gedraging wordt ernstiger geacht naarmate de gedraging concretere gevolg<strong>en</strong><br />
heeft voor het niet verkrijg<strong>en</strong> of behoud<strong>en</strong> van arbeid.<br />
De eerste categorie betreft de formele verplichting zich als werkzoek<strong>en</strong>de in te schrijv<strong>en</strong> bij<br />
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekering<strong>en</strong> <strong>en</strong> als zodanig ingeschrev<strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong>.<br />
De tweede categorie betreft de verplichting tot e<strong>en</strong> actieve opstelling op de arbeidsmarkt, de<br />
eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid van de belanghebb<strong>en</strong>de om bijvoorbeeld voldo<strong>en</strong>de te solliciter<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> oproep.<br />
In de derde categorie gaat het om gedraging<strong>en</strong> die direct e<strong>en</strong> aanleiding vorm<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />
beroep op uitkering of het zonder noodzaak langer voortdur<strong>en</strong> daarvan. Het gaat hier om het<br />
stell<strong>en</strong> van onverantwoorde beperking<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de te aanvaard<strong>en</strong> arbeid <strong>en</strong> om<br />
gedraging<strong>en</strong> die de kans<strong>en</strong> op arbeidsinschakeling verminder<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> van deze<br />
categorie zijn e<strong>en</strong> negatieve houding bij sollicitaties <strong>en</strong> het onvoldo<strong>en</strong>de meewerk<strong>en</strong> aan de<br />
uitvoering van e<strong>en</strong> trajectplan.<br />
Ook sociale activering kan deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> trajectplan. Voorwaarde is dan wel dat de<br />
activering op arbeidsinschakeling moet zijn gericht. Omdat het om e<strong>en</strong> relatief kwetsbare<br />
groep belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> gaat, is het van belang om bij het overweg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> maatregel<br />
zorgvuldig naar de mate van verwijtbaarheid <strong>en</strong> de individuele omstandighed<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>. Bij<br />
belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> waarbij arbeidsinschakeling is uitgeslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale activering slechts<br />
gericht is op maatschappelijke participatie, is e<strong>en</strong> maatregel niet aan de orde.<br />
De vierde categorie betreft het niet aanvaard<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> geaccepteerde arbeid<br />
alsmede door eig<strong>en</strong> toedo<strong>en</strong> voorafgaand aan de aanvraag arbeid niet behoud<strong>en</strong> dan wel<br />
tijd<strong>en</strong>s de uitkeringsperiode deeltijdarbeid niet behoud<strong>en</strong>.<br />
Artikel 10 Hoogte <strong>en</strong> duur van de maatregel<br />
Eerste lid<br />
Deze bepaling bevat de standaardmaatregel<strong>en</strong> voor de vier categorieën van gedraging<strong>en</strong> die<br />
verband houd<strong>en</strong> met het ge<strong>en</strong> of onvoldo<strong>en</strong>de medewerking verl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan het verkrijg<strong>en</strong> of<br />
behoud<strong>en</strong> van arbeid.<br />
Tweede tot <strong>en</strong> met vierde lid<br />
Van recidive is sprake indi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> periode van 24 maand<strong>en</strong> na bek<strong>en</strong>dmaking van<br />
e<strong>en</strong> besluit opnieuw e<strong>en</strong> besluit wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> gedraging in dezelfde of hogere<br />
categorie. In de bepaling komt tot uitdrukking dat de bestuurlijke reactie - al dan niet na<br />
bezwaar - op de gedraging bepal<strong>en</strong>d is voor de vaststelling van de periode van recidive. Dat<br />
is zowel van belang met het oog op de rechtszekerheid, als vanwege het gegev<strong>en</strong> dat niet<br />
altijd het mom<strong>en</strong>t van de gedraging -zoals bij de constatering dat onvoldo<strong>en</strong>de is<br />
gesolliciteerd- kan word<strong>en</strong> bepaald.<br />
10
Uitgangspunt bij recidive is dat de periode van de maatregel wordt verdubbeld bij herhaling<br />
van de gedraging binn<strong>en</strong> 24 maand<strong>en</strong>. Het moet dan wel gaan dan om e<strong>en</strong> gedraging uit<br />
dezelfde of e<strong>en</strong> hogere categorie; indi<strong>en</strong> het om e<strong>en</strong> gedraging uit e<strong>en</strong> lagere categorie gaat<br />
is er ge<strong>en</strong> sprake van recidive.<br />
Indi<strong>en</strong> de belanghebb<strong>en</strong>de zich in e<strong>en</strong> periode van 24 maand<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> derde of volg<strong>en</strong>de<br />
maal verwijtbaar gedraagt, wordt zowel de periode als de hoogte van de maatregel<br />
verdubbeld. Dat kan echter niet bij e<strong>en</strong> maatregel in categorie 4, red<strong>en</strong> waarom in dat geval<br />
de duur wordt verdubbeld.<br />
Indi<strong>en</strong> de belanghebb<strong>en</strong>de volhardt in verwijtbare gedraging<strong>en</strong>, biedt e<strong>en</strong> stelsel van<br />
gestandaardiseerde gedraging<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> uitkomst meer. In dergelijke gevall<strong>en</strong> is e<strong>en</strong><br />
individuele afweging gew<strong>en</strong>st.<br />
Hoofdstuk 3 Niet tijdig of niet nakom<strong>en</strong> van de inlichting<strong>en</strong>- <strong>en</strong> medewerkingsplicht<br />
Artikel 11 Niet tijdig verstrekk<strong>en</strong> van gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />
medewerking<br />
Indi<strong>en</strong> belanghebb<strong>en</strong>de de voor de verl<strong>en</strong>ing van uitkering van belang zijnde gegev<strong>en</strong>s of<br />
gevorderde bewijsstukk<strong>en</strong> niet op tijd verstrekt <strong>en</strong> de feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> niet kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als auth<strong>en</strong>tiek aangemerkte<br />
gegev<strong>en</strong>s dan wel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> uit bij ministeriële regeling aan te wijz<strong>en</strong><br />
administraties, kan - voor zover van toepassing - het recht op uitkering word<strong>en</strong> opgeschort<br />
(artikel 17, lid 1, van de IOAW <strong>en</strong> IOAZ). Vervolg<strong>en</strong>s wordt belanghebb<strong>en</strong>de alsnog in de<br />
geleg<strong>en</strong>heid gesteld om zijn verzuim binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gestelde termijn te herstell<strong>en</strong> (de<br />
hersteltermijn). Als de gevraagde informatie niet binn<strong>en</strong> de gestelde termijn wordt verstrekt,<br />
wordt de uitkering stopgezet (het intrekk<strong>en</strong> van het besluit tot toek<strong>en</strong>ning van uitkering). Als<br />
de gevraagde gegev<strong>en</strong>s wel binn<strong>en</strong> de hersteltermijn word<strong>en</strong> verstrekt, wordt de uitkering<br />
voortgezet waarbij e<strong>en</strong> maatregel wordt opgelegd.<br />
Voor de recidivebepaling<strong>en</strong>: zie de toelichting op artikel 10.<br />
Artikel 12 Niet verstrekk<strong>en</strong> of verstrekk<strong>en</strong> van onjuiste of onvolledige inlichting<strong>en</strong> met<br />
gevolg<strong>en</strong> voor de uitkering<br />
Eerste lid<br />
In artikel 13, lid 1, van de IOAW <strong>en</strong> IOAZ is bepaald, dat belanghebb<strong>en</strong>de op verzoek of<br />
onverwijld uit eig<strong>en</strong> beweging mededeling doet van alle feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> waarvan<br />
hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunn<strong>en</strong> zijn op zijn<br />
arbeidsinschakeling of het recht op uitkering.<br />
De ernst van de gedraging komt tot uitdrukking in de hoogte van het b<strong>en</strong>adelingsbedrag. Het<br />
perc<strong>en</strong>tage van de maatregel wordt hierop afgestemd.<br />
Tweede lid<br />
De maatregel weg<strong>en</strong>s het niet of niet behoorlijk nakom<strong>en</strong> van de inlichting<strong>en</strong>plicht bedoeld in<br />
artikel 13 van de IOAW <strong>en</strong> IOAZ wordt afhankelijk gesteld van de hoogte van het bedrag aan<br />
uitkering dat als gevolg van de sch<strong>en</strong>ding van die verplichting t<strong>en</strong> onrechte of te veel aan de<br />
belanghebb<strong>en</strong>de is betaald.<br />
De maatregel wordt toegepast op de toekomstige uitkering van de belanghebb<strong>en</strong>de of,<br />
indi<strong>en</strong> dit niet mogelijk is, met terugwerk<strong>en</strong>de kracht. Zie hiervoor ook de toelichting op artikel<br />
11
Derde lid<br />
Uitgangspunt bij recidive is dat de hoogte van de maatregel wordt verdubbeld bij herhaling<br />
van de gedraging binn<strong>en</strong> 24 maand<strong>en</strong>. Gelet op de ernst van de gedraging in het algeme<strong>en</strong>,<br />
maakt het niet uit voor welk bedrag is gefraudeerd; recidive betek<strong>en</strong>t altijd verdubbeling van<br />
de hoogte van de maatregel in de categorie waarin de b<strong>en</strong>adeling valt.<br />
Vierde lid<br />
Indi<strong>en</strong> de recidive b<strong>en</strong>adeling betreft in de hoogste categorie, is verdubbeling van de hoogte<br />
van de maatregel niet mogelijk. Daarom is hier gekoz<strong>en</strong> voor verdubbeling van de periode.<br />
Vijfde lid<br />
Verwez<strong>en</strong> wordt naar de toelichting op artikel 6, tweede <strong>en</strong> derde lid.<br />
Artikel 13 Niet verstrekk<strong>en</strong> of verstrekk<strong>en</strong> van onjuiste of onvolledige inlichting<strong>en</strong><br />
zonder gevolg<strong>en</strong> voor de uitkering<br />
Eerste lid<br />
In dit artikel wordt de zogehet<strong>en</strong> „nulfraude‟ geregeld: het verstrekk<strong>en</strong> van onjuiste of<br />
onvolledige inlichting<strong>en</strong>, zonder dat deze gedraging gevolg<strong>en</strong> heeft voor de hoogte van de<br />
bijstand. Voorbeeld van e<strong>en</strong> nulfraude is het niet meld<strong>en</strong> van vrijwilligerswerk.<br />
Tweede tot <strong>en</strong> met vierde lid<br />
Zie de toelichting op artikel 10.<br />
Hoofdstuk 4 Overige gedraging<strong>en</strong> die kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> maatregel<br />
Artikel 14 Zeer ernstige misdraging<strong>en</strong><br />
Indi<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong>e zich zeer ernstig misdraagt jeg<strong>en</strong>s het college of ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> die met<br />
de uitvoering van de betreff<strong>en</strong>de wetgeving zijn belast, is e<strong>en</strong> forse maatregel op zijn plaats.<br />
Bij verbale agressie hoort dan ook e<strong>en</strong> maatregel van 40%, bij bedreiging <strong>en</strong> zaakgericht<br />
fysiek geweld 80% <strong>en</strong> bij m<strong>en</strong>sgericht fysiek geweld 100%. Verder kan word<strong>en</strong> overwog<strong>en</strong><br />
aangifte te do<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of de betrokk<strong>en</strong>e aansprakelijk te stell<strong>en</strong> voor geled<strong>en</strong> schade. Vanwege<br />
deze mogelijke cumulatie van acties is afgezi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> regeling voor recidive.<br />
Daarnaast is het Anti-Agressie Protocol van januari 2010 van toepassing.<br />
Hoofdstuk 5 Handhaving<br />
Artikel 15 Handhavingsbeleid<br />
Artikel 15 is e<strong>en</strong> uitwerking van de verord<strong>en</strong><strong>en</strong>de taak van de raad met betrekking tot de<br />
bestrijding van misbruik <strong>en</strong> oneig<strong>en</strong>lijk gebruik van de IOAW <strong>en</strong> IOAZ. In het eerste lid is<br />
geregeld dat het college t<strong>en</strong>minste e<strong>en</strong> maal per vier jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> plan opstelt waarin staat hoe<br />
het de recht- <strong>en</strong> doelmatigheid van zowel de uitkering<strong>en</strong> als de inzet van voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> wil<br />
handhav<strong>en</strong>, waaronder begrep<strong>en</strong> hoe fraude <strong>en</strong> oneig<strong>en</strong>lijk gebruik moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestred<strong>en</strong>. Het plan wordt ter k<strong>en</strong>nis gebracht aan de raad.<br />
Op grond van het tweede lid br<strong>en</strong>gt het college jaarlijks verslag uit aan de raad.<br />
Hoofdstuk 6 Slotbepaling<strong>en</strong><br />
Artikel 16 Uitvoering<br />
12
In dit artikel is geregeld dat de uitvoering van deze verord<strong>en</strong>ing is opgedrag<strong>en</strong> aan het<br />
college van burgemeester <strong>en</strong> wethouders.<br />
13
Artikel 17 Inwerkingtreding<br />
De verord<strong>en</strong>ing treedt in werking na de periode waarin e<strong>en</strong> inleid<strong>en</strong>d verzoek tot het houd<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>dum kan word<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d.<br />
Artikel 18 Citeertitel<br />
Dit artikel spreekt voor zich.<br />
14
Artikel 17 Inwerkingtreding<br />
Deze verord<strong>en</strong>ing treedt in werking twee wek<strong>en</strong> na de datum van publicatie, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong><br />
inleid<strong>en</strong>d verzoek tot het houd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>dum over deze verord<strong>en</strong>ing is ingedi<strong>en</strong>d.<br />
Artikel 18 Citeertitel<br />
Deze verord<strong>en</strong>ing kan word<strong>en</strong> aangehaald als: <strong>Maatregel<strong>en</strong>verord<strong>en</strong>ing</strong> IOAW <strong>en</strong> IOAZ<br />
2010<br />
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van<br />
De voorzitter,<br />
de griffier,<br />
18