Essentiële Interpersoonlijke Vaardigheden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ESSENTIËLE INTERPERSOONLIJKE<br />
VAARDIGHEDEN IN EEN NOTENDOPJE<br />
KERNBEGRIPPEN VAN ASSERTIVITEIT
INTERPERSONAL SKILLS IN EEN NOTENDOPJE<br />
1. JOHARI-VENSTER RUIMTE VOOR COMMUNICATIE<br />
2. EMOTIONELE INTELLIGENTIE HOE REAGEREN WIJ?<br />
3. CENTERING: DE BALANS IN EVENWICHT<br />
4. VRAGEN STELLEN OPEN VS GESLOTEN VRAGEN<br />
5. LUISTEREN VOORWAARDEN<br />
TECHNIEKEN PASSIEF LUISTEREN<br />
ACTIEF LUISTEREN<br />
6. ATTITUDES PASSIEF - ONDERDANIG GEDRAG<br />
PRO-ACTIEF – ASSERTIEF GEDRAG<br />
AGRESSIEF GEDRAG<br />
7. NIVEAUS VAN ASSERTIVITEIT<br />
8. SITUATIES DIE VRAGEN OM ASSERTIVITEIT<br />
9. EIGEN GRENZEN AFBAKENEN<br />
10. IK-BOODSCHAPPEN<br />
11. SLECHT NIEUWS BRENGEN<br />
12. EEN VERZOEK FORMULEREN<br />
13. EEN WEIGERING FORMULEREN<br />
14. FEEDBACK<br />
15. DE ROOS VAN LEARY GEDRAG LOKT GEDRAG UIT<br />
16. RATIONALE EFFECTIVITEITS TRAINING<br />
17. HINDERPALEN VOOR COMMUNICATIE
1. JOHARI VENSTER : RUIMTE VOOR COMMUNICATIE<br />
Hoe je vrije ruimte vergroten ?<br />
1. Door informatie over jezelf vrij te geven verklein je de privé-ruimte, die informatie over jezelf bevat die enkel aan<br />
jezelf bekend is (in de schets: “Façade”)<br />
2. Door het vragen van feedback, dat is: informatie over hoe de ander je ervaart, wordt de ruimte van de blinde vlek<br />
kleiner: je leert immers nieuwe zaken over jezelf bij.<br />
Voordelen van het vergroten van de vrije ruimte:<br />
Het uitwisselen van informatie door middel van feedback heeft als voordeel dat het de communicatie tussen twee<br />
mensen inzichtelijker maakt en daardoor effectiever. Je kent elkaar beter, je begrijpt elkaar beter. Het ontstaan van<br />
vooroordelen en het voorbarig concluderen van iets zal dan minder makkelijk voorkomen. Met andere woorden,<br />
storingen in de communicatie komen minder vaak voor.<br />
Bovendien kun je je door feedback bewust worden van een groter aantal gedragingen van jezelf, en de effecten<br />
daarvan op anderen. Dit bewust zijn geeft iemand de mogelijkheid zijn gedrag te handhaven of te veranderen.<br />
Vereisten voor welslagen:<br />
- Zelfbeeld van anderen accepteren<br />
- Grenzen afbakenen : vertellen wanneer de eigen grenzen bereikt zijn<br />
- Bereid zijn je zelfkennis te vergroten, o.m. door geven en ontvangen van feedback
2. EMOTIONELE INTELLIGENTIE HOE REAGEREN WIJ ?<br />
Hoe reageren wij op externe prikkels ?<br />
1. De (bv visuele) signalen worden doorgeseind naar<br />
de thalamus waar ze omgezet worden in<br />
hersengolven.<br />
2. Deze worden vervolgens doorgeseind naar de<br />
hersenschors, het denkgedeelte van onze hersenen,<br />
waar we uitmaken wat de prikkel betekent (vb: dit<br />
is een slang); maar ook: dit houdt wel of niet<br />
gevaar in, dus: dit is wel of niet emotioneel.<br />
3. Indien emotioneel, dan wordt een signaal gegeven<br />
naar de Amygdala, het emotiecentrum van onze<br />
hersenen. De amygdala geeft dan signalen voor<br />
fysiologisch en gedragsmatig reageren.<br />
MAAR: Een deel van de informatie gaat naar de<br />
amygdala, die meteen een “flight or fight” reactie<br />
opwekken.<br />
GEVOLG: in een eerste, vlugge reactie reageren we direct<br />
emotioneel, zonder nadenken.<br />
Iets later zijn wij in staat tot een meer rationele<br />
benadering.<br />
Emotionele Intelligentie<br />
betekent dat je dit niet zomaar laat gebeuren.<br />
De belangrijkste kenmerken zijn:<br />
- je eigen emoties goed kennen<br />
- je emoties kunnen controleren = reguleren<br />
- je emoties op het juiste moment gebruiken<br />
- emoties bij anderen herkennen<br />
- goed omgaan met relaties (sociaal vaardig zijn)<br />
Emotioneel intelligent zijn, is volgens Daniel Goleman zeer belangrijk om te slagen in het leven. Het zou<br />
meer invloed hebben dan de gewone intelligentie (slim zijn ).
3. CENTERING / KALIBRERING<br />
Inzicht krijgen in de balans tussen denken (kennis), gevoelens en gedrag:<br />
Probeer te achterhalen of het denken (de kennis), gevoelens en het gedrag van uw gesprekspartner over de door u<br />
voorgestelde actie met elkaar in overeenstemming zijn.<br />
Een situatie waarin deze elementen niet met elkaar overeenstemmen wordt door iemand als uiterst onaangenaam<br />
ervaren. Dit wordt ook wel cognitieve dissonantie genoemd.<br />
Uw gesprekspartner zal proberen om één van deze elementen zodanig te veranderen dat er weer overeenstemming<br />
bestaat. Als iemand zich in een toestand van cognitieve dissonantie bevindt, zal er altijd na verloop van tijd een<br />
verandering in één van de elementen optreden. (bijvoorbeeld: uw cliënt heeft gezegd dat hij het belangrijk vindt om<br />
naar een vergadering te gaan en dat hij het graag wil, maar hij is niet geweest. Als u daarop terugkomt, kan hij<br />
aangeven het toch niet zo belangrijk te vinden.)<br />
Inzicht in de (im)balans tussen de elementen kan nuttig zijn bij de benadering van de andere partij.<br />
Indien één van de elementen te zwaar doorwegen, kunnen wij het evenwicht trachten te herstellen door :<br />
1. Overbezet door Interne Processen (Denken) : 1. Aandacht Wekken<br />
2. Vragen Stellen<br />
3. Zwijgen (Stilte gebruiken)<br />
2. Overbezet door Extern Gedrag (Actie) : Herformuleren van de inhoud +<br />
Gesloten Vraag<br />
3. Overbezet door Interne Toestand (Gevoel) : Actief Luisteren<br />
Herformuleren van de emotie<br />
(blij, boos, bang, bedroefd, …)<br />
4. VRAGEN STELLEN OPEN VERSUS GESLOTEN VRAGEN<br />
OPEN VRAGEN<br />
GESLOTEN VRAGEN<br />
Om Situatie te Verkennen<br />
Om Informatie Bekomen<br />
Beginnen met vragend voornaamwoord<br />
Wie – wat – waar – wanneer – hoe – waarom<br />
Om Concrete informatie te bekomen<br />
Om Ja of Neen te bekomen<br />
Beginnen vaak met werkwoord<br />
bent U … - heeft U … - Is het …<br />
Hoe heet U, waar woont U? -> vraag naar concrete info<br />
Spec 1: Keuze: Eet U liefst rauwe of gekookte eieren ?<br />
Spec 2: Suggestief: Je hebt toch … / Vind je ook niet …<br />
Spec 3: Doorvragen: Wat bedoel je met ...<br />
Spec 4: Controle: Als ik goed begijp … / Bedoel je …
5. LUISTEREN<br />
1. Voorwaarden voor actief luisteren<br />
1. Je ontvangt signalen dat de ander misschien een probleem heeft<br />
2. Je wil helpen + tijd en plaats zijn ok<br />
3. Je voelt je voldoende op je gemak bij de ander<br />
4. Je kan voldoende afstand nemen van de ander om zijn/haar oplossingen te kunnen aanvaarden.<br />
5. Je bent in staat om aandachtig te luisteren (vb: niet onder druk of vol van eigen problemen).<br />
2. Luister technieken<br />
Passief Luisteren<br />
Actief Luisteren<br />
Aandacht Tonen (hmmm, ja, …)<br />
Stiltes Gebruiken<br />
Uitnodigen tot spreken (zeg maar, ik luister, …)<br />
Herformuleren van de boodschap<br />
Aandacht voor non verbale reacties<br />
Toon dat je luistert<br />
Zodat de ander zich begrepen voelt<br />
En in vertrouwen kan spreken<br />
Zodat we tot het echte probleem komen<br />
Om de juiste oplossingen te vinden<br />
Hoe? Vooral door gevoelens te reflecteren:<br />
U vreest dat … / je lijkt niet tevreden<br />
Je hebt het precies moeilijk met …<br />
Ik heb de indruk dat je erg verveeld zit met …<br />
Niet doen:<br />
* Ja, maar …<br />
* Dat doet me denken aan …
REFLECTIVE LISTENING<br />
BASIC TECHNIQUES<br />
REFLECTIEF LUISTEREN<br />
BASISTECHNIEKEN<br />
LADDER<br />
Look at the Person<br />
Don’t interrupt<br />
Don’t Change the Subject<br />
Be aware of Emotions<br />
Respond Appropriately (body language)<br />
- Kijk naar de gesprekspartner<br />
- Onderbreek niet<br />
- Verander het onderwerp niet<br />
- Wees bewust van gevoelens<br />
- Reageer aangepast (lichaamstaal)<br />
REFLECTIEF LUISTEREN<br />
GEAVANCEERDE TECHNIEKEN<br />
Reflecteer de informatie<br />
(reflectie van woorden, inhoud, gevoel en probleem of conflict)<br />
Concentreer, Focus, Concretiseer<br />
Herhaal inwendig<br />
Niet moralistische houding (oordeel niet)<br />
Heb oog voor vorm, inhoud en bedoeling<br />
Let op congruentie (echtheid)<br />
Neem nota’s<br />
EFFECTIEF LUISTEREN (Gerard Egan)<br />
SOLER<br />
Sit Squarely : Face Client<br />
Open Posture<br />
Lean Forward when Appropriate<br />
Eye Contact<br />
Relaxed Body Language<br />
Neem plaats tegenover uw gesprekspartner<br />
Open Houding<br />
Leun naar voor wanneer toepasselijk<br />
Oogcontact<br />
Ontspannen Lichaamshouding
6. ATTITUDES<br />
1. Subassertief gedrag<br />
Belang van de ander primeert op eigen belang<br />
(jij-houding)<br />
Mogelijke redenen :<br />
schaamte – angst – schuldgevoel – onzekerheid<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Kenmerken :<br />
Je wil de ander niet kwetsen<br />
Je bent bang zelf gekwetst te worden<br />
Je schaamt je voor je gebrek aan kennis<br />
Je denkt dat je nog iets goed te maken hebt<br />
Lange, verwarde verklaringen<br />
(rechtvaardiging)<br />
Vermijden of afzwakken van ik-zinnen<br />
(Ik denk …, maar wie ben ik ?)<br />
Afzwakkende uitdrukkingen<br />
(misschien, eventueel, zou u het erg vinden, …)<br />
Stopwoorden<br />
(euh, ik bedoel, …)<br />
Zichzelf kleineren<br />
(Sorry - ik kan niet - ik probeer wel - ik moet)<br />
Uitnodigen om genegeerd te worden<br />
(laat maar, het is niet belangrijk, ik bedoel enkel)<br />
Manipulatief / berekend of onderdanig gedrag<br />
Passief<br />
Kan leiden tot passief-agressief gedrag<br />
2. Assertief gedrag<br />
Evenwicht tussen eigen belang en belang van de<br />
ander (we-houding)<br />
Mogelijke redenen :<br />
Verlangen tot opbouwen van eerlijke relatie<br />
gebaseerd op gelijkwaardigheid, respect,<br />
vertrouwen en veronderstelde “accountability”<br />
Kenmerken :<br />
Kort en ter zake<br />
Wel overwogen gebruik van ik-zinnen<br />
Open Vragen om situatie, mening en wensen van<br />
de ander te kennen<br />
Ondersheid tussen feiten en mening<br />
(Naar mijn mening …)<br />
Zoeken naar oplossingen (zonder ze zelf aan te<br />
dragen of op te dringen)<br />
(Hoe kunnen we dat oplossen, wat zou er gebeuren<br />
als…, wat vind je van …)<br />
Win-win houding: positieve kanten van mezelf +<br />
van de ander beklemtonen<br />
Emoties en behoeften, desiderata en non-desiderata<br />
uitdrukken : duidelijk, zonder de rechten van de<br />
ander te miskennen, zonder angst of<br />
schuldgevoelens, zonder aanval of bedreiging.<br />
Niet beoordelend<br />
Congruentie nastreven (échtheid), open kaart<br />
Duidelijke objectieven<br />
Pro-actief (intiatief nemen)<br />
3. Agressief gedrag<br />
Eigen belang primeert<br />
(ik-houding)<br />
Mogelijke redenen :<br />
angst – onzekerheid<br />
<br />
<br />
Kenmerken :<br />
Je bent bang dat de anderen anders over je<br />
heen zullen lopen.<br />
Je denkt dat anderen anders geen rekening<br />
zullen houden met jouw belang.<br />
Bevelen (veel gebruik van “moeten”)<br />
Anderen “moeten” zich gedragen zoals ik het<br />
wens, eerlijk zijn tegenover mij, akkoord zijn met<br />
mij, …<br />
Anderen “mogen niet” anders denken, mijn gedrag<br />
of keuzes in vraag stellen, …<br />
Ik “kan niet” of “mag niet” toegeven, mijn mening<br />
wijzigen, zwak zijn, …<br />
Excessief gebruik van ik-zinnen<br />
Dreigementen<br />
(Je kan het beter wel doen, ik zou me dat maar niet<br />
riskeren moest ik jou zijn, want anders …)<br />
Meningen als feiten weergeven<br />
(Dat is onzin, dat gaat niet werken)<br />
Anderen kleineren<br />
(Je meent het niet, Dat denk jij!, Wie ben jij?)<br />
Schuld op anderen steken<br />
(Het is jouw fout, jij hebt gezegd dat …)
4. Passief-agressief gedrag<br />
Bij subassertief gedrag doet men toegevingen tegen zijn zin in. Dit leidt tot wrok en onderdrukte agressie.<br />
Men smeedt wraakplannen, wacht op een gelegenheid om “een gelijkmaker te scoren”.<br />
Agressieve personen gedragen zich soms subassertief wanneer zij vrezen voor de gevolgen voor agressief gedrag.<br />
(bvb in hiërarchische situaties).<br />
Ook dit geeft aanleiding tot wrok en onderdrukte agressie.<br />
Op een bepaald ogenblik, “is de maat vol” en wordt buitenproportioneel gereageerd: men “ontploft” dan voor een<br />
kleinigheid.<br />
Of men reageert door sarcasme, indirecte kritiek en sabotage.<br />
7. NIVEAUS VAN ASSERTIVITEIT<br />
Zie volgende blz
Niveau 0: Weinig assertief<br />
1. Je kan moeilijk je grenzen<br />
aangeven<br />
2. Je communiceert niet duidelijk<br />
wat je (niet) vindt) of (niet) wilt<br />
3. Je kan slecht negatieve feedback<br />
geven en positieve feedback<br />
ontvangen.<br />
OFWEL<br />
1. Je kan (of wil) geen rekening<br />
houden met de belangen van de<br />
ander<br />
2. Je geeft de ander geen ruimte om<br />
te communiceren over zijn belang<br />
3.Je kan slecht feedback geven en<br />
negatieve feedback ontvangen.<br />
Niveau 1: Re-actief of basis<br />
assertief<br />
1. Je geeft je standpunten en grenzen<br />
aan wanneer ernaar gevraagd<br />
wordt.<br />
2. Je maakt duidelijk wanneer je het<br />
oneens bent met je gespreksartner.<br />
3. Je durft neen te zeggen en maakt<br />
duidelijk wanneer je grenzen<br />
overschreden worden.<br />
Niveau 2: Pro-actief assertie<br />
1. Je uit spontaan je eigen<br />
standpunten<br />
2. Je bewaakt en verdedigt<br />
respectvol je belangen en grenzen.<br />
3. Je werkt niet met omwegjes, maar<br />
kiest voor directe confrontatie en<br />
beïnvloeding.<br />
4. Je brengt gevoelige en negatieve<br />
boodschappen op een duidelijke<br />
en directe manier.<br />
5. Je uit spontaan standpunten die<br />
afwijken van die van je<br />
gesprekspartner.<br />
6. Je luistert naar tegenargumenten,<br />
weerstand en kritiek op je voortellen<br />
en bent voldoende flexibel<br />
in de discussie.<br />
Niveau 3: Assertief blijven in<br />
emotionele en kritische situaties<br />
1. Je reageert constructief op kritiek,<br />
gedrag en acties, ook als je onder<br />
druk gezet wordt om het standpunt<br />
van de ander over te nemen.<br />
2. Je bespreekt meningsverschillen<br />
uit jezelf, zonder het conflict uit<br />
de weg te gaan.<br />
3. Je gaat adequaat om met<br />
onaangepaste reacties, verbale<br />
agressie en provocaties, ook als je<br />
onder druk staat.<br />
4. Je verwerpt onaanvaardbare<br />
voorstellen op een respectvolle,<br />
doch besliste manier.<br />
OVERGAAN VAN 0 NAAR 1<br />
Vanaf subassertief:<br />
Oefen in situaties die niet zoveel<br />
voor je betekenen (vb: winkel)<br />
Vanaf agressief:<br />
Glimlach, formuleer verzoeken<br />
vriendelijk, onderzoek het belang<br />
van de ander, vraag je af waarom<br />
iemand iets zegt, wees nieuwsgierig.<br />
OVERGAAN VAN 1 NAAR 2<br />
Let op je lichaamshouding<br />
Gebruik Humor<br />
Roos van Leary: ga wel mee in<br />
boven/onder gedrag, maar niet in<br />
voor/tegen gedrag.<br />
Geef precies aan wat je wil.<br />
vb: als je onderbroken wordt: vraag<br />
dat men je eerst laat uitspreken.<br />
Je kan ook op iets terugkomen!<br />
“Ik zei net wel …, maar ik realizeer<br />
me nu dat …”<br />
OVERGAAN VAN 2NAAR 3<br />
Oefen in het bespreekbaar maken<br />
van conflict.<br />
Wees nieuwsgierig naar feedback<br />
Vermijd “misschien”, “mogelijk” …<br />
Leer om te gaan met lastige mensen<br />
(broken record …)<br />
Gebruik Roos van Leary ook eens<br />
om gedrag van de ander positief te<br />
beïnvloeden.<br />
Leer Stress hanteren<br />
Oefen met Rationele Effectiviteits<br />
training
8. SITUATIES DIE VRAGEN OM ASSERTIVITEIT<br />
1. Negatieve Feedback<br />
1. Gebruik ik-vorm<br />
2. Beschrijf recente, specifiek gedrag<br />
3. Verwoord hoe je je daardoor voelt<br />
4. En wat de concrete gevolgen voor jou zijn<br />
5. Vertel gewenst gedrag<br />
2. Afwijkende mening uitdrukken<br />
1. Vertel rustig je standpunt<br />
2. Geef je argumenten<br />
3. Stel vragen over het standpunt van de ander<br />
3. Een verzoek weigeren<br />
1. Zeg gewoon “neen”<br />
2. Hou het kort en algemeen<br />
(opsommen van redenen leidt tot discussie)<br />
3. Indien nodig : “broken record”<br />
4. Iets vragen van een ander<br />
1. Draai er niet omheen; vraag !<br />
2. Onderbouw je verozek: “want”, “omdat”, …<br />
3. Mogelijk gevolg kan zijn: onderhandelen<br />
9. GRENZEN AFBAKENEN<br />
Bepaal zelf hoe anderen zich in uw aanwezigheid<br />
mogen gedragen om ongewenst gedrag uit uw<br />
omgeving te verwijderen.<br />
Bedenk: iemands gedrag is altijd over hemzelf en zijn<br />
gedachten. Hij zoekt ontspanning, macht, aandacht…<br />
Het is altijd over hem, nooit persoonlijk tegenover U.<br />
Luister naar uw gevoelens. Als een grens overschreden<br />
wordt, zal U dit voelen: je zal je angstig, droef,<br />
boos, … voelen. Onderdruk die gevoelens niet.<br />
Reageer op passende wijze:<br />
- INFORMEER: “ben je je ervan bewust dat je heel<br />
luid praat?”<br />
- VERZOEK: “wil je aub stiller praten?”<br />
- BEVEEL: “Ik wil dat je stiller praat!”<br />
- EIS: “Stop ermee! Ik eis dat je stopt met roepen!”<br />
- VERWITTIG: “Als je niet stiller praat, stopt het<br />
gesprek hier!”<br />
- VERTREK: “We zullen verder praten wanneer je<br />
gekalmeerd bent!”<br />
10. IK-BOODSCHAPPEN<br />
Communicatietechniek vooral geschikt voor:<br />
* negatieve feedback<br />
* grenzen stellen (onaanvaardbaar gedrag dat jou<br />
hindert signaleren)<br />
* laten weten wat je denkt en voelt<br />
* appreciatie tonen<br />
* een verzoek weigeren<br />
* zaken voorkomen<br />
1. Geef een objectieve, precieze beschrijving van het<br />
vastgestelde gedrag.<br />
2. Leg uit hoe dit gedrag je doet voelen<br />
3. … en wat de concrete gevolgen voor jou zijn.<br />
4. Beschrijf het gewenste gedrag<br />
Het is niet altijd nodig om te beginnen met “ik”: speel<br />
met de volgorde van de elementen.<br />
vb: als je te laat komt zou ik boos zijn, want …<br />
daarom stel ik voor …<br />
11. SLECHT NIEUWS BRENGEN<br />
1. Bereid je voor (ruimte, tijd, inhoud)<br />
2. Inleiding: “ernstig”, “slecht nieuws”: om ander voor<br />
te bereiden op slecht nieuws.<br />
3. Boodschap: kort en empatisch: wat is foutgelopen,<br />
welke beslissing heeft U daarom genomen<br />
4. Ruimte voor emotionele ontlading<br />
5. Argumentatie: wek geen valse illusies, wees<br />
objectief, niet discussiëren, broken record indien nodig<br />
6. Samen zoeken naar oplossing<br />
7. Positief afsluiten<br />
DE SANDWICHMETHODE<br />
* Voor minder erg slecht nieuws<br />
* Wanneer je een goede oplossing kan voorstellen<br />
1. + : goede-sfeer maker<br />
2. - : het slechte nieuws<br />
3. + : alternatieve oplossing, hulp aanbieden,<br />
goodwill tonen<br />
Voorbeelden van goede-sfeer maker:<br />
* We zijn altijd heel tevreden geweest van…<br />
* We hebben steeds goed samengewerkt<br />
* We hebben alle verdelers opgebeld …<br />
* Ik ben vanmorgen een uur vroeger gestart om …
Te verwachten reacties op slecht nieuws:<br />
(Vergelijk: rouwfasen)<br />
1. Ontkenning: “dat kan niet waar zijn!”<br />
2. Woede: “waarom overkomt MIJ dit?”<br />
(soms met verlies van beheersing)<br />
3. Depressie – Herhaald gedrag<br />
(Dit is wel érg hé!)<br />
3. Onderhandelen, zoeken naar oplossing:<br />
“OK, IK, maar …”<br />
INDIEN GEEN OPLOSSING :<br />
4. Depressie<br />
“Dit kom ik nooit te boven!”<br />
5. Aanvaarding, berusting<br />
12. EEN VERZOEK<br />
FORMULEREN<br />
Geef de ander het recht om te weigeren. Dan heeft u<br />
niets te verliezen. Natuurlijk mag de ander altijd ‘nee’<br />
zeggen! En evenzo mag u altijd een verzoek doen.<br />
Nee hebt u, ja kunt u krijgen.<br />
Ga niet in de plaats van de ander denken en redenen<br />
invullen waarom het verzoek hem misschien niet uitkomt.<br />
Dit is riskant.<br />
Ten eerste kunt u nooit met 100% zekerheid weten<br />
wat de ander bezighoudt, en zult u uw kansen op een<br />
‘ja’ op deze manier kleiner inschatten dan nodig.<br />
Ten tweede loopt u ook nog het risico dat u zich een<br />
beeld van de ander vormt dat niet juist is, en dat<br />
vervolgens ook nog een eigen leven gaat leiden (“zij<br />
heeft toch nooit tijd voor mij”).<br />
Tenslotte straalt u uw negatieve verwachting uit in uw<br />
communicatie naar de ander toe, en werkt dit als een<br />
‘self-fulfilling prophecy’<br />
Als u zich al realiseert dat de ander een legitieme<br />
reden zou kunnen hebben om ‘nee’ te zeggen, dan<br />
kunt u het dus net zo goed checken! Daarmee biedt u<br />
de ander de kans om zelf de afweging te maken die u<br />
anders voor hem maakt, en voorkomt u dat u gaat<br />
invullen waarom de ander een verzoek van u niet zal<br />
inwilligen.<br />
Tips voor het formuleren van een verzoek:<br />
1. bedenk van tevoren wat u wilt zeggen<br />
2. zeg dat u iets komt vragen<br />
3. doe het direct, duidelijk en in ikvorm.<br />
13. EEN VERZOEK<br />
BEANTWOORDEN<br />
A – A – A / B – I - A<br />
Acknowledge – Advise – Accept or Alter<br />
Bevestig - Informeer - Aanvaard of wijzig<br />
1. “ik versta uw probleem, en het is belangrijk”<br />
vb: “je ziet er opgewonden uit” – “ik merk dat je<br />
wil praten”<br />
2. “Ik begrijp jouw situatie, maar nu vraag ik dat jij<br />
ook begrip toont voor de mijne”<br />
vb: “kijk, ik moet tegen 15h dit rapport afwerken”<br />
3. “Ziehier wat we kunnen doen”<br />
vb: “Ik heb maar vijf minuutjes nu, maar eens het<br />
rapport afgewerk is, kan ik wel meer tijd vrij<br />
maken.”<br />
14. EEN WEIGERING<br />
FORMULEREN<br />
1. Herformuleren van de vraag (verzachtend effect)<br />
2. NEEN zeggen : kort. Indien opgave reden of<br />
argument: hou het vaag om discussie te vermijden.<br />
3. Bij aandringen: broken record : opgegeven reden of<br />
argument herhalen, eventueel anders geformuleerd<br />
4. Samen zoeken naar oplossing<br />
5. Begrip tonen voor de situatie van de ander<br />
Een weigering formuleren :<br />
Een voorbeeld (Stephen R Covey)<br />
1. Sandra, dat klinkt interessant. Ik dank je omdat je<br />
hiervoor aan mij gedacht hebt. Dat doet me echt<br />
plezier.<br />
2. Spijtig genoeg zal ik niet kunnen deelnemen.<br />
3. Maar ik apprecieer zeker dat je mij de kans gegeven<br />
hebt.<br />
14. FEEDBACK ONTVANGEN<br />
1. Actief luisteren<br />
2. Om toelichting vragen<br />
3. Waardering tonen<br />
4. Nadenken over feedback<br />
5. Gedrag aanpassen (iets DOEN!)
14 /2. FEEDBACK GEVEN<br />
1. Beschrijf het te veranderen (actueel, concreet,<br />
specifiek, zelf gezien of gehoord) gedrag zonder het<br />
te evalueren, interpreteren of te oordelen.<br />
2. In de vorm van een ik-boodschap :<br />
- Ik observeerde A<br />
- Als gevolg daarvan voel ik me B<br />
- Want daardoor …<br />
3. Laat de ander reageren:<br />
- klopt dit ?<br />
- Herken je dit?<br />
- Begrijp je wat ik bedoel?<br />
4. Vraag om het gewenste gedrag<br />
5. Verken oorzaken on oplossingen:<br />
maak duidelijk dat je wil helpen waar mogelijk<br />
15. DE ROOS VAN LEARY<br />
Gedrag lokt gedrag uit:<br />
Tegen-gedrag lokt Tegen-gedrag uit<br />
Samen-gedrag lokt Samen-gedrag uit<br />
Boven-gedrag lokt Onder-gedrag uit<br />
Onder-gedrag lokt Boven-gedrag uit<br />
Conflicten kunnen soms voorkomen worden door<br />
omgekeerd te interveniëren:<br />
a/ Tegen/Boven gedrag (vb autoritaire baas)<br />
Je wil dat de baas wat meer Samen/Boven gedrag<br />
vertoont. Kies dan zelf voor Samen/Onder:<br />
- blijf vriendelijk<br />
- toon belangstelling<br />
- presenteer mogelijkheden<br />
b/ Tegen/Boven gedrag (vb dominerende collega)<br />
Je wil niet op je kop laten zitten. Kies dan voor<br />
Samen/Boven:<br />
“Het spijt me, maar dat gaat niet lukken. Of je<br />
doet het zelf, of ik doe het volgende week.”<br />
16. RATIONELE<br />
EFFECTIVITEITS TRAINING<br />
Iedereen denkt wel eens: “dat had ik anders moeten<br />
aanpakken”.<br />
RET = een methode om ongewenste gedragingen of<br />
emoties van jezelf om te buigen naar meer effectief<br />
gedrag en emoties.<br />
A-B-C-model<br />
Niet de situatie zelf (ACTIVATING EVENT), maar je<br />
gedachten over de situatie (BELIEFS), bepalen je<br />
gedrag en gevoelens (CONSEQUENCES)<br />
Door ineffectieve gedachten uit te dagen en te<br />
vervangen door effectieve, kom je tot het gewenste<br />
effectieve gedrag & emoties.<br />
Hoe? : Het 8-stappen plan<br />
1. Beschrijf de situatie (A)<br />
(“film der gebeurtenissen” zonder oordeel of<br />
interpretatie)<br />
2. Beschrijf je gevoelens en gedragingen (C)<br />
(blij, boos, bang, bedroefd,… door/om…)<br />
3. Beschrijf je gedachten (B)<br />
4. Beschrijf de gewenste gevoelens en<br />
gedragingen (C’)<br />
5. Daag ineffectieve gedachten uit<br />
(hoe? Zie “stappenplan – toelichting”)<br />
6. Vervang ineffectieve gedachten door<br />
effectieve.<br />
7. Check of het werkt<br />
8. Oefen, oefen, oefen …<br />
Stappenplan – toelichting: Hoe uitdagen ?<br />
1. Feiten vragen: Is wat ik denk wel juist ?<br />
vb: zal hij wel boos zijn als ik weiger?<br />
hoe weet ik dat zo zeker?<br />
ken ik situaties waarin iemand weigerde?<br />
… werd hij toen telkens boos?<br />
2. Doelmatigheidsvragen: helpt deze gedachte mij<br />
om mijn doel te bereiken ?<br />
3. Filosofische vragen: Klopt deze gedachte met<br />
mijn overige opvattingen?<br />
vb: * Stel dat hij boos wordt – Is dat dan zo erg?<br />
Op een schaal van 0 tot 10, waarbij 0 = helemaal<br />
niet erg en 10 = het ergste dat er mij kan overkomen<br />
(dood), hoe erg is dit …<br />
* Wat is het ergste dat er kan gebeuren als…?<br />
* Stel dat … gebeurt, is dat een reden om …?
18. HINDERPALEN VOOR COMMUNICATIE<br />
1. BEVELEN / VERBIEDEN : Je moét; Je mag niet<br />
2. DREIGEN : Als …, dàn ….; Doen …., ànders …..<br />
3. PREKEN : Je zou moeten; Je plicht is …<br />
4. SMEKEN : Ik vraag je dringend …<br />
5. ADVISEREN : De bese oplossing is …; Volgens mij moet je …<br />
6. OMVER REDENEREN : De feiten … Uit ervaring … Op een rijtje …<br />
7. OORDELEN / BESCHULDIGEN : Je doet dom; Je denkt niet goed na …<br />
8. PRIJZEN / VLEIEN : Je bent slim genoeg …<br />
9. SCHELDEN / BELACHELIJK MAKEN Je werk slordig; Je hebt het verprutst<br />
10 INTERPRETEREN : Je bent jaloers; Wat jij nodig hebt …<br />
11 GERUST STELLEN, TROOSTEN : Morgen zal je er heel anders over denken …<br />
Zo erg is het niet<br />
12 ONDERVRAGEN : Waarom heb je …, wanneer heb je …<br />
13 AFLEIDEN, NEGEREN : Ah, bekijk het positief; Dat doet me denken aan …<br />
14 GEBREK AAN SOCIALE VAARDIGHEDEN :<br />
a/ bij normaal energieniveau aan beide zijden horen normaal communicatie patronen :<br />
uitwisseling van informatie<br />
b/ wanneer de andere een dringende behoefte of een probleem heeft : ga ik empatisch luisteren<br />
(verhoogd energieniveau bij de ander; normaal niveau bij mij)<br />
c/ wanneer ik zelf een dringende behoefte of een probleem heb, wens ik mijn punt te verwoorden (assertion) en<br />
verlang ik dat de ander luistert (empatisch luisteren)<br />
(normaal energieniveau bij de ander; verhoogd niveau bij mij)<br />
d/ wanneer wij beiden gelijktijdig een dringende behoefte of een probleem hebben, is er behoefte aan conflict<br />
management (verhoogd energieniveau aan beide zijden)<br />
e/ wanneer er een verschil is tussen het huidig energieniveau en de gewenste toestand, is er behoefte aan probleem<br />
oplossende vaardigheden