Scan 3, juni 2003 - UMC Utrecht
Scan 3, juni 2003 - UMC Utrecht
Scan 3, juni 2003 - UMC Utrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3/03<br />
<strong>juni</strong><br />
SPINA BIFIDA<br />
Neurologische bypass voor spina bifida<br />
>> Zenuwomleiding maakt penis gevoelig<br />
HART- EN VAATZIEKTEN<br />
Miskraam wijst op vernauwde buikslagader<br />
>> Ook jonge vrouwen hebben soms etalagebenen<br />
NEUROLOGIE<br />
Minder breinschade na beroerte<br />
>> Gefaseerde neuroprotectie
cover<br />
Neurologische bypass<br />
voor spina bifida<br />
pagina 18<br />
In dit nummer<br />
Voor meer informatie over de onderwerpen in dit nummer kunt u contact opnemen met<br />
de stafgroep In- en Externe Communicatie van het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong>, telefoon (030) 250 74 83<br />
3<br />
kort nieuws<br />
<strong>Scan</strong> is een uitgave van het Universitair<br />
Medisch Centrum <strong>Utrecht</strong>, dat bestaat uit het<br />
Academisch Ziekenhuis <strong>Utrecht</strong>, de Medische<br />
Faculteit <strong>Utrecht</strong> en het Wilhelmina<br />
Kinderziekenhuis. <strong>Scan</strong> verschijnt 6 keer per<br />
jaar in een oplage van 13.500 exemplaren.<br />
4<br />
Miskraam wijst op vernauwde buikslagader<br />
Jonge vrouwen met ‘spierpijn’ in de benen en een geschiedenis van een of meer<br />
miskramen hebben vaak een lokale vernauwing van de buikslagader. Rookt de<br />
vrouw en heeft ze familieleden met hart- en vaatziekten, dan wordt die kans alleen<br />
maar groter.<br />
Redactie<br />
Hoofdredacteur: Pieter Lomans<br />
Eindredacteur: Joost van der Gevel<br />
Redactieadres<br />
Redactie <strong>Scan</strong><br />
<strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong><br />
Huispostnummer D01.343<br />
Postbus 85500<br />
3508 GA <strong>Utrecht</strong><br />
Telefoon (030) 250 87 68<br />
6<br />
8<br />
9<br />
10<br />
klinische toxicologie<br />
Vraagbaak voor vergiftigingen<br />
promoties<br />
commentaar<br />
Auto-immuunziekten uithongeren<br />
immunotherapie<br />
Doping pept de afweer op<br />
Fax (030) 250 54 10<br />
E-mail <strong>Scan</strong>@azu.nl<br />
1 12 Minder breinschade na beroerte<br />
Aan dit nummer werkten verder mee<br />
Tekst: Rob Buiter, Marianne Heselmans<br />
en Manou van de Zande<br />
De hersenschade die ontstaat door een geblokkeerd bloedvat, verloopt in fasen.<br />
Wouter Veldhuis zocht voor elke fase een neuroprotector om de schade van een<br />
beroerte in te dammen.<br />
Fotografie: Chris Timmers, Medische<br />
Technologie & Multimedia, cluster Multimedia,<br />
<strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> (MTM)<br />
Coverfoto<br />
Chris Timmers, MTM<br />
15<br />
16<br />
opinie<br />
DNA-piraterij<br />
neuro-endocrinologie<br />
Door de moleculaire rem getrapt<br />
Ontwerp en layout<br />
x-hoogte, Tilburg<br />
Druk<br />
Hoonte Bosch & Keuning, <strong>Utrecht</strong><br />
1 18 Neurologische bypass voor spina bifida<br />
Mannen met spina bifida hebben vaak geen gevoel in hun penis. Door een lieszenuw<br />
aan te sluiten op de penis ontstaat dat gevoel alsnog. De eerste resultaten<br />
van een experimentele behandeling.<br />
ISSN<br />
1385-2167<br />
De artikelen in <strong>Scan</strong> vallen onder verantwoordelijkheid<br />
van de redactie. Zij weerspiegelen<br />
niet noodzakelijkerwijs het formele bestuurlijke<br />
standpunt van het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong>.<br />
Het overnemen van artikelen uit <strong>Scan</strong> is<br />
geoorloofd met bronvermelding en na overleg<br />
met de redactie.<br />
20<br />
21<br />
22<br />
24<br />
virologie<br />
Aidsremmer uit aspirine<br />
terzijde<br />
Een pure denkdaad<br />
plastische chirurgie<br />
Dijbeen leert plassen<br />
stelling<br />
Spieren doof voor geluid<br />
l nr 6 december 2002 l 2
mix<br />
kort nieuws<br />
Koortsbehandeling bezweert geelzucht<br />
Een koortsmachine reactiveert het<br />
immuunsysteem van uitbehandelde<br />
hepatitis C-patiënten, waardoor de<br />
krachteloze standaardbehandeling<br />
ineens wél aanslaat. Patiënten zijn<br />
na een jarenlange chronische infectie<br />
ineens vrij van het virus.<br />
Hepatitis C wordt standaard behandeld met een<br />
combinatie van interferon- en ribaverine. Die<br />
behandeling is maar bij tweederde van de patiënten<br />
succesvol. Bij één op de drie geeft het<br />
immuunsysteem de strijd tegen het virus op en<br />
onderneemt het geen pogingen meer het virus<br />
op te ruimen. Bij deze patiënten blijft de lever<br />
tientallen jaren ontstoken, waardoor zoveel littekenweefsel<br />
ontstaat dat de lever niet meer<br />
functioneert. Uiteindelijk leidt dit tot de dood.<br />
Bovendien ontstaat in deze ‘verlittekende’ levers<br />
vaak kanker.<br />
Koorts kan een aangeslagen immuunsysteem echter<br />
een enorme oppepper geven, dat is algemeen<br />
bekend. Door de eeuwen heen schrijven dokters<br />
en medicijnmannen al koortsopwekkende kruiden<br />
voor. Hoogleraar hepatologie Jan van Hattum<br />
probeerde daarom het immuunsysteem van hepatitis<br />
C-patiënten met kunstmatige koorts opnieuw<br />
te activeren. Het lichaam van de patiënten werd<br />
opgewarmd tot 41,80 graden Celsius.<br />
Van Hattum: “We wilden weten wat koorts precies<br />
doet. Bij de eerste serie patiënten keken we<br />
daarom heel nauwkeurig naar de reactie in het<br />
immuunsysteem.” Hyperthermie, de koortsbehandeling,<br />
activeert het immuunsysteem in<br />
twee stappen, volgens Van Hattum. Eerst wordt<br />
het in staat van paraatheid gebracht. Daarna ontstaat<br />
er een specifieke reactie tegen de indringer<br />
van dat moment. In het experiment was dat<br />
hepatitis C. Na een paar weken was de immuunreactie<br />
bij alle dertien patiënten honderd keer zo<br />
sterk als normaal. Normaal is hun reactie constant,<br />
maar heel laag. Door de koortsbehandeling daalde<br />
de hoeveelheid virus flink, maar het virus verdween<br />
nog niet helemaal.<br />
De onderzoekers probeerden daarom de nieuw<br />
opgewekte immuunactiviteit te versterken met<br />
de gebruikelijke therapie. “Bij een ‘verse’ infectie<br />
heb je nog een goede immuunreactie en is er een<br />
goede reactie op antivirale behandeling”, verduidelijkt<br />
Van Hattum. “Met hyperthermie boots je<br />
die verse immuunreactie na. Je reactiveert het<br />
immuunsysteem. Inmiddels hebben we acht ‘uitbehandelde’<br />
patiënten met hyperthermie én standaardtherapie<br />
behandeld. Zes van hen zijn nu het<br />
virus kwijt. Als het virus wegblijft, hebben we een<br />
nieuwe behandeling voor de mensen met hepatitis<br />
C die niet reageren op de standaardbehandeling.”<br />
Erwt veroorzaakt pinda-allergie<br />
Mensen met een pinda-allergie hebben vaak ook<br />
antistoffen in het bloed tegen andere peulvruchten,<br />
zonder dat dit tot klachten leidt. Een erwtallergie<br />
is bijvoorbeeld zeldzaam, terwijl veel<br />
mensen toch antistoffen hebben tegen erwten.<br />
In een onderzoek naar pinda-allergie vond dermatoloog-in-opleiding<br />
Marjolein Wensing echter<br />
drie mensen die na het eten van erwten in het<br />
ziekenhuis waren opgenomen. “Een kruisreactie<br />
tussen pinda en erwt die werkelijk ernstige<br />
klachten geeft, komt niet vaak voor”, vertelt ze.<br />
“Waarschijnlijk zijn deze mensen via erwten<br />
allergisch geworden voor pinda’s.”<br />
Allergische reacties worden veroorzaakt door<br />
overgevoeligheid voor een eiwit. In pinda’s<br />
zitten bijvoorbeeld drie van zulke eiwitten die<br />
een allergische reactie kunnen veroorzaken.<br />
Eén van die drie pinda-eiwitten lijkt sterk op<br />
een eiwit dat ook in erwten zit. Wensing:<br />
“De drie mensen die wij hebben onderzocht,<br />
zijn overgevoelig voor dat specifieke eiwit en<br />
daardoor ook allergisch voor pinda’s.”<br />
foto: Chris Timmers, MTM<br />
Epilepsie en zwangerschap<br />
Vrouwen met epilepsie moeten tijdens de zwangerschap<br />
vaak anti-epileptica blijven gebruiken.<br />
Verreweg de meeste kinderen van deze vrouwen<br />
worden gezond geboren. Toch vergroten deze<br />
medicijnen de kans op ernstige aangeboren<br />
afwijkingen. De divisie Biomedische Genetica van<br />
het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> werkt daarom mee aan een<br />
groot Europees onderzoek (Eurap) naar antiepilepticagebruik<br />
tijdens de zwangerschap.<br />
Om de effecten van deze medicijnen op het<br />
ongeboren kind in beeld te brengen, zijn zoveel<br />
mogelijk deelnemers en gegevens nodig.<br />
Wilt u meer weten over dit onderzoek of u<br />
aanmelden voor deelname? Kijk dan op<br />
www.eurap.nl of neem contact op met Klara<br />
ten Berg, de projectleider van dit onderzoek,<br />
telefoon 030 - 250 38 00 of e-mail eurap@azu.nl<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 3
tekst > Marianne Heselmans<br />
foto > Chris Timmers, MTM<br />
Miskraam wijst op vernauwde<br />
Jonge vrouwen met ‘spierpijn’ in de<br />
benen en een geschiedenis van<br />
een of meer miskramen hebben vaak<br />
een lokale vernauwing van de buikslagader.<br />
Rookt de vrouw en heeft ze<br />
familieleden met hart- en vaatziekten,<br />
dan wordt die kans alleen maar groter.<br />
Vrouwen die lijden aan slagaderverkalking in de<br />
benen, ook wel etalagebenen genoemd, kunnen<br />
jaren met klachten lopen zonder dat de oorzaak<br />
ervan wordt onderkend. Etalagebenen komen<br />
meestal voor bij wat oudere mensen, maar ook<br />
jonge vrouwen hebben soms last van deze vorm<br />
van perifeer arterieel vaatlijden. Ze klagen over<br />
pijn in de benen wanneer ze lang achter elkaar<br />
lopen. De dokter vermoedt meestal spierpijn,<br />
en stuurt ze naar de fysiotherapeut.<br />
Pas jaren later belanden de vrouwen in het ziekenhuis,<br />
waar de specialist slagaderverkalking<br />
vaststelt. Maar dan zijn de vrouwen al chronisch<br />
ziek. Perifeer arterieel vaatlijden is moeilijk te<br />
behandelen. Artsen kunnen met looptraining,<br />
dotteren, een stent of een bypass het afzetten<br />
van het been vaak wel voorkomen, maar de<br />
patiënten blijven vastzitten aan frequent ziekenhuisbezoek.<br />
Minder zuurstof<br />
Van deze bij jonge vrouwen nog steeds zeldzame<br />
ziekte was tot voor kort niet zoveel bekend.<br />
Daarom vergeleken arts-assistent radiologie<br />
Maurice van den Bosch en arts-epidemioloog<br />
Yolanda van der Graaf, allerlei risicofactoren bij<br />
patiënten en gezonde vrouwen. “Arterieel perifeer<br />
vaatlijden bij jonge vrouwen komt meer<br />
voor dan gedacht”, concludeert Van den Bosch<br />
op het Juliuscentrum voor gezondheidswetenschappen<br />
en eerstelijns geneeskunde in het <strong>UMC</strong><br />
<strong>Utrecht</strong>. “Bij deze vrouwen gaat het meestal niet<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 4
uikslagader<br />
Ook jonge vrouwen hebben soms etalagebenen<br />
om diffuse slagaderverkalking, waarbij de slagaders<br />
in het been op meerdere plaatsen dichtslibben,<br />
maar om een zeer lokale verkalking in<br />
de buikslagader waardoor er te weinig zuurstof<br />
naar de benen gaat. Vanwege de pijn blijven<br />
patiënten soms voor een etalage staan om op<br />
adem te komen. Daaraan dankt de ziekte haar<br />
naam.”<br />
Vaak wordt aangenomen dat arterieel vaatlijden<br />
vooral bij oudere mannen voorkomt. Vrouwen<br />
zouden hiertegen hormonaal beschermd zijn.<br />
Maar dat is dus niet altijd het geval. Van den<br />
Bosch schat dat het in het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> gaat om<br />
ongeveer vijftig vrouwen per jaar. Volgens de<br />
cijfers van de Nederlandse Hartstichting werden<br />
in 2001 10.096 mannen met de aandoening in<br />
het ziekenhuis opgenomen, tegen 5004 jonge<br />
en oudere vrouwen.<br />
Pilgebruik<br />
In de studie, uitgevoerd in samenwerking met<br />
de afdeling radiodiagnostiek, stond aanvankelijk<br />
de vraag centraal in hoeverre pilgebruik de kans<br />
op arterieel vaatlijden verhoogt. Hiertoe ging<br />
een uitgebreide vragenlijst naar 152 patiënten<br />
tussen de 18 en 49 jaar, die tussen 1990 en 1995<br />
waren opgenomen in een van de deelnemende<br />
ziekenhuizen. Ook een controlegroep van 925<br />
gezonde vrouwen in<br />
gens de onderzoekers ook niet het meest verrassende.<br />
Véél verrassender was, dat de patiënten<br />
vaak een opmerkelijke geschiedenis achter de<br />
rug hadden van een of meer miskramen.<br />
Meer miskramen<br />
Om dit verband te checken, verspreidden de<br />
onderzoekers vragenlijsten onder 77 patiënten<br />
met een lokale vernauwing in de buikslagader,<br />
125 patiënten met diffuus vaatlijden en 466<br />
gezonde vrouwen. Daaruit bleek dat 42 procent<br />
van de patiënten met een lokale verkalking in<br />
de buikslagader die ooit zwanger waren<br />
geweest, één of meer miskramen achter de rug<br />
had. Onder de patiënten met diffuse slagaderverkalking<br />
in de benen had maar 11 procent een<br />
miskraam gehad, bij de controlegroep was dit<br />
21 procent. Daarnaast bleek ook de groei van<br />
de foetus in de eerste groep patiënten achter te<br />
blijven: gemiddeld waren de baby’s bij geboorte<br />
2872 gram, vergeleken met 3119 gram bij de<br />
tweede patiëntengroep en 3119 gram bij de<br />
controlegroep.<br />
Maurice van den Bosch: “Wij denken dat door<br />
het lokaal dichtslibben van de buikslagader de<br />
bloedtoevoer naar de placenta wordt verminderd.<br />
Dat proces kan al jaren aan de gang zijn<br />
voordat de vrouwen klachten krijgen. Maar er<br />
verwacht. Niet minder dan álle patiënten met een<br />
lokale vernauwing in de buikslagader rookten (73<br />
procent) of hadden gerookt (27 procent). Onder<br />
de tweede groep patiënten met diffuus vaatlijden<br />
was dit respectievelijk 52 en 40 procent. Van de<br />
gezonde vrouwen rookte eenderde, en had eenzelfde<br />
deel voorheen ooit gerookt. Daarnaast<br />
bleek dat wanneer in de naaste familie hart- en<br />
vaatziekten voorkwamen, de vrouwen ook meer<br />
kans hadden om voor het vijftigste levensjaar<br />
perifeer vaatlijden te ontwikkelen. Overgewicht<br />
bleek geen risicofactor. In tegenstelling tot hartpatiënten<br />
zijn patiënten met arterieel vaatlijden<br />
vaak geen dikke, ronde types, maar slanke mensen.<br />
Wel hadden deze patiënten net als hartpatiënten<br />
vaker een hoog cholesterolgehalte, diabetes of<br />
een verhoogde bloeddruk.<br />
Risicoprofiel<br />
“Eén risicofactor leidt nog niet tot een zorgelijke<br />
kans op arterieel vaatlijden”, zegt Yolanda van der<br />
Graaf, “want de ziekte komt op zich maar weinig<br />
voor. Maar elk extra risico maakt de kans groter.”<br />
Zo raadt ze het voorschrijven van de pil aan rokende<br />
vrouwen met een familiegeschiedenis van harten<br />
vaatziekten sterk af. Het was al jaren bekend<br />
dat je beter niet kunt roken als je de pil gebruikt.<br />
Dit onderzoek bevestigt dat nog eens overduidelijk.<br />
dezelfde leeftijdscategorie<br />
vulde de lijst in.<br />
>> Lokaal dichtslibben van de buikslagader vermindert de bloedtoevoer naar de placenta<br />
Onder vrouwen die de eerste generatie pil slikten<br />
bleek de kans op arterieel vaatlijden bijna<br />
negen keer zo hoog. Voor de tweede en derde<br />
generatie pil was dat respectievelijk 2,6 en drie<br />
keer zo hoog. ”Met alleen pilgebruik is het absolute<br />
risico op arterieel vaatlijden overigens nog<br />
steeds heel klein”, relativeert Yolanda van der<br />
Graaf. “Als je het afweegt tegen een ongewenst<br />
kind, kun je nog altijd beter de pil gebruiken.”<br />
De fabrikanten zeggen dat de pil geen risico<br />
oplevert voor arterieel vaatlijden. Maar dit verband,<br />
onlangs gepubliceerd in het vakblad<br />
Journal of Thrombosis and Haemostasis, is vol-<br />
zijn ook mensen die menen dat de aorta daar te<br />
veel reservecapaciteit voor heeft. De verhoogde<br />
kans op een miskraam en het lagere geboortegewicht<br />
zouden dan komen door risicofactoren<br />
waar de vrouwen met slagaderverkalking ook<br />
aan bloot staan, zoals roken. Roken veroorzaakt<br />
arterieel vaatlijden, maar het vermindert óók de<br />
bloedtoevoer naar de baarmoeder.”<br />
Slanke mensen<br />
Miskramen zijn dus een teken aan de wand. Maar<br />
de onderzoekers ontdekten ook een nóg sterker<br />
verband tussen roken en arterieel vaatlijden dan<br />
Voor huisartsen is nu dus een risicoprofiel beschikbaar<br />
voor perifeer arterieel vaatlijden. Als een<br />
vrouw van rond de dertig bij hen komt met pijn<br />
in de benen en ze heeft eerder ook een miskraam<br />
gehad, dan is het de moeite waard te laten onderzoeken<br />
of ze tot die zeldzame groep van vrouwen<br />
behoort met een lokale vernauwing in de buikslagader.<br />
Zeker als ze ook nog rookt en naaste familieleden<br />
met hart- en vaatziekten heeft.<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 5
tekst > Joost van der Gevel<br />
foto > Chris Timmers, MTM<br />
Vraagbaak voor vergiftigingen<br />
Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum<br />
Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum is bij veel<br />
toxicologische calamiteiten een belangrijke hulpverlener.<br />
Het is dé landelijke vraagbaak voor vergiftigingen.<br />
Het Nationaal Vergiftigingen Informatie<br />
Centrum (NVIC) werkt als rookmelder en vraagbaak<br />
voor de samenleving. Enkele verdachte vragen<br />
uit het land zijn al genoeg voor het vergiftigingencentrum<br />
om de Keuringsdienst van Waren<br />
te waarschuwen voor gevaarlijke bijwerkingen<br />
van een product. In het centrum is alle kennis<br />
over vergiftigingen gebundeld en beschikbaar<br />
voor de hele Nederlandse gezondheidszorg.<br />
Artsen kunnen er terecht met vragen over een<br />
patiënt met onbekende vergiftigingsverschijnselen.<br />
En ook de brandweer of politie weten bij<br />
rampenbestrijding binnen een paar minuten hoe<br />
ze zich moeten beschermen tegen vrijkomende<br />
stoffen en welke eerste hulp ze slachtoffers kunnen<br />
verlenen.<br />
Het centrum is onderdeel van het RIVM<br />
(Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu),<br />
maar zetelt binnen de muren van het <strong>UMC</strong><br />
<strong>Utrecht</strong>. De telefonische hulplijn van het vergiftigingencentrum<br />
is vierentwintig uur per dag<br />
bemand. De medewerkers hebben toegang tot<br />
een database waarin ze de meest uiteenlopende<br />
vergiftigingen tot in detail kunnen opzoeken.<br />
Binnen vijf minuten heeft de beller een antwoord<br />
op zijn vraag. Nader onderzoek van stoffen<br />
of patiënten vindt plaats in het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong><br />
of in de laboratoria van het RIVM.<br />
Sterrenmix en anti-rain<br />
Vorig jaar veroorzaakte sterrenmix, een kruidenthee<br />
die veel wordt gedronken in Nederland, de<br />
nodige onrust. Het vergiftigingencentrum kreeg<br />
een paar vragen over epileptische aanvallen na<br />
het drinken van de thee en sloeg alarm. “We<br />
proberen in zo’n geval altijd wat van het product<br />
in handen te krijgen, zodat we het kunnen<br />
onderzoeken”, vertelt dr. Jan Meulenbelt, hoofd<br />
van het NVIC. Wat bleek: de steranijs, het ingrediënt<br />
waaraan de thee zijn naam dankt, was niet<br />
goed leverbaar geweest en vervangen door een<br />
andere, zwaar giftige soort. De Keuringsdienst<br />
van Waren liet de thee uit de schappen halen.<br />
Sinds eind vorig jaar krijgt het centrum meldingen<br />
van mensen met ademhalingsmoeilijkheden<br />
en longschade door het gebruik van anti-rain<br />
sprays, waarmee schoenen of jassen worden<br />
geïmpregneerd. Meulenbelt: “Vroeger hadden<br />
dergelijke sprays zo’n afstotende geur, dat je ze<br />
wel in de buitenlucht móest gebruiken. Sinds<br />
vorig jaar zijn de sprays geurloos waardoor mensen<br />
ze nu ook binnen gebruiken, hoewel duidelijk<br />
op de verpakking staat dat ze moeten sprayen<br />
in een goed geventileerde ruimte. Doen ze<br />
dat niet, dan ademen ze teveel van de gevaarlijke<br />
gassen in, met longbeschadiging als gevolg.”<br />
Inmiddels hebben er waarschuwingen in de kranten<br />
gestaan en zijn hele partijen teruggehaald.<br />
Angst voor aanslagen<br />
De hulp van het vergiftigingencentrum wordt<br />
vaak ingeroepen voor groepen, bijvoorbeeld<br />
vanwege de inademing van rookgassen bij de<br />
vuurwerkramp in Enschede. Of bij de inademing<br />
van chloorgassen tijdens werk aan een zwembad,<br />
de blootstelling aan methylbromide bij<br />
ongediertebestrijding, het vrijkomen van<br />
benzeen in de Rotterdamse haven of het ontsnappen<br />
van acrylonitril na een explosie bij een<br />
opslagplaats … Bij veel incidenten is het centrum<br />
betrokken.<br />
Meulenbelt: “Momenteel speelt de angst voor<br />
terroristische aanslagen met vuile bommen,<br />
radioactieve straling, biologische en chemische<br />
stoffen. Het vergiftigingencentrum verstrekt de<br />
medische informatie over ioniserende straling en<br />
blootstelling aan chemische stoffen. Daarvoor<br />
kunnen wij weer terugvallen op andere RIVMafdelingen<br />
en verschillende afdelingen binnen<br />
de universiteit en het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong>.”<br />
Doe-het-zelf-vergiftiging<br />
Het meest wordt het vergiftigingencentrum<br />
geraadpleegd voor individuele patiënten.<br />
De Nederlander is een fervent doe-het-zelver en<br />
daardoor gebeuren nogal wat ongelukjes. Ook<br />
met gevaarlijke stoffen. Meulenbelt heeft voorbeelden<br />
te over. Een man die sterft door het<br />
bestrijdingsmiddel paraquat, dat hij in een<br />
donkergroene portfles heeft opgeborgen.<br />
Gedachteloos neemt hij een slok. Zodra hij<br />
proeft wat hij drinkt, is het al te laat. Hij overlijdt<br />
enkele dagen later in het ziekenhuis. Een<br />
ander schenkt zichzelf in de schuur van een<br />
vriend een kop koffie in, neemt wat suiker en<br />
een lepeltje poedermelk. In de bus van de poedermelk<br />
bewaart zijn vriend echter een rattengif.<br />
Ternauwernood, dankzij vijfentwintig keer<br />
defibrilleren in het ziekenhuis, overleeft de man<br />
het kopje koffie.<br />
Artsen weten vaak niet wat de effecten kunnen<br />
zijn van blootstelling aan een giftige stof en wat<br />
eraan te doen is. Meulenbelt: “Als de stof<br />
bekend is, kunnen wij dat zo voor ze opzoeken.<br />
Maar we worden ook vaak gebeld om te helpen<br />
bij het stellen van de diagnose. Daarvoor is het<br />
van belang dat we niet alleen kennis hebben<br />
van de klinische toxicologie, maar ook van de<br />
interne geneeskunde. Hoe verlopen de pathologische<br />
processen in het menselijk lichaam?<br />
Regelmatig stellen wij een andere diagnose dan<br />
de arts en helpen we met het opstellen van een<br />
behandelplan.”<br />
Analyse<br />
“Onze analyse is geen standaardscreening”,<br />
vervolgt Meulenbelt. “Meestal wijken de symptomen<br />
van een vergiftiging net iets af van vergelijkbare<br />
ziektesymptomen. Zodra je vermoedt<br />
dat er sprake is van een vergiftiging, probeer je<br />
door kleine details als pupilverschil of een afwijkende<br />
temperatuur te bepalen wat er aan de<br />
hand is. Bij morfine en heroïne heb je bijvoorbeeld<br />
nauwe pupillen en vaak een lagere<br />
lichaamstemperatuur, bij cocaïne wijde pupillen<br />
en een normale tot hogere lichaamstempera-<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 6
v<br />
tuur. In de klinische toxicologie zoek je over de<br />
normale grenzen heen. Maar het bewijs wordt<br />
pas geleverd als de stof wordt aangetoond in<br />
het lichaam. Vaak kun je al wel met de behandeling<br />
beginnen.”<br />
Ook in ziekenhuizen gaat wel eens wat mis.<br />
Bijvoorbeeld bij een te hoge dosis lidocaïne, een<br />
lokaal verdovingsmiddel om infuuslijnen te prikken<br />
of thoraxdrains in te brengen. Bij een tweede<br />
dosering kun je al de toegestane waarde<br />
overschrijden en komt er teveel lidocaïne in de<br />
bloedbaan. Dat kan epileptische aanvallen en<br />
hartritmestoornissen<br />
veroorzaken. Daar wordt<br />
niet altijd rekening mee<br />
gehouden. Als het ziekteverloop opeens afwijkt<br />
bij routineactiviteiten, kan er sprake zijn van een<br />
vergiftiging. Meulenbelt: “Het bloedsuikerver-<br />
>> Verhoogde bloeddruk door teveel drop<br />
lagende middel metformine, dat een tijdlang in<br />
onbruik is geweest, begint incidenteel ook weer<br />
problemen te geven. Metformine wordt uitsluitend<br />
uitgescheiden via de nieren. Mensen met<br />
een gestoorde nierfunctie scheiden het middel<br />
niet uit en mogen het dus niet krijgen. Als dit<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 7<br />
˘˘
˘˘<br />
soort problemen zich vaker voordoen, moeten<br />
zijn database. Meulenbelt: “Die informatie kan<br />
zuur dat in de bloedcirculatie komt en kan lei-<br />
wij dat dus snel signaleren en de behandelend<br />
wereldwijd invloed hebben op de behandeling.<br />
den tot een verhoogde bloeddruk. De stof wordt<br />
artsen via publicaties informeren of zorgen dat<br />
Maar je moet er vroeg bij zijn. Je moet van het<br />
met de gal uitgescheiden. Zodra je gaat eten<br />
de bijsluiterteksten van medicijnen worden aan-<br />
begin af aan kunnen uitsluiten dat er geen<br />
stoot de galblaas de stof weer uit en ontstaat er<br />
gepast.”<br />
andere ziekte in het spel is. En je moet zoveel<br />
een tweede piek door een hernieuwde opname<br />
mogelijk gegevens verzamelen, zoals bloed- en<br />
via de darm in de bloedbaan. “Wij bepalen nu<br />
Dialysaat<br />
urinemonsters, en het verloop van de sympto-<br />
de veilige dosis glycyrrhizine in drop. Een gehal-<br />
Echt interessant wordt het voor het vergiftigin-<br />
men in de tijd in beeld brengen. Bij dialyse<br />
te van 0,15 procent wordt bijvoorbeeld risicovol<br />
gencentrum zodra onbekende verschijnselen<br />
bemonsteren we bijvoorbeeld ook het dialysaat<br />
bij een dagelijkse inname van 125 gram”, vertelt<br />
opduiken. Nieuwe geneesmiddelen worden<br />
dat wij uit het bloed filteren. Ter verificatie van<br />
Meulenbelt. “Door dit soort onderzoek leren wij<br />
bijvoorbeeld uitgebreid onderzocht, maar de<br />
gemiste bloedwaarden. Door een bloedbepaling<br />
veel over de kinetiek van deze stoffen, en hun<br />
verschijnselen van overdosering zijn onbekend.<br />
op een verkeerd tijdstip kun je net een waarde<br />
gedrag in het menselijk lichaam.”<br />
Meulenbelt: “Zodra een nieuw geneesmiddel op<br />
missen en daardoor geen halfwaardetijd bepa-<br />
“Dat is de rode draad door al onze activiteiten:<br />
de markt komt, zien wij de overdoseringen voor-<br />
len. Resten van de stof in het dialysaat kunnen<br />
hoe gedraagt een stof zich in het menselijk<br />
bijkomen. Dat zijn bijna altijd zelfmoordpogin-<br />
dan helpen de gedragingen van de stof in het<br />
lichaam, welke effecten geeft zij en kunnen<br />
gen. Naar overdoseringen hoeft de industrie<br />
lichaam te begrijpen.”<br />
we die beïnvloeden?”, verduidelijkt hij. “In de<br />
geen placebogecontroleerd dubbelblind onder-<br />
studie geneeskunde wordt tegenwoordig nog<br />
zoek te doen. Vanuit ethisch oogpunt is dat<br />
Hoge dropdruk<br />
maar weinig aandacht besteed aan farmacologie<br />
logisch. Maar daardoor is dat soort ontsporingen<br />
Het NVIC functioneert niet alleen als vraagbaak,<br />
en nog minder aan klinische toxicologie. Geen<br />
voor ons dus de enige manier om informatie te<br />
maar doet ook onderzoek. Bijvoorbeeld naar<br />
enkele Nederlandse medische faculteit heeft bij-<br />
krijgen.”<br />
verhoogde bloeddruk door drop. In sommige<br />
voorbeeld nog een leerstoel klinische toxicologie.<br />
Het vergiftigingencentrum brengt de verschijn-<br />
theesoorten en snoepjes, waaronder drop, zit<br />
Artsen weten er daardoor minder van. Het vergif-<br />
selen heel nauwkeurig in kaart en slaat ze op in<br />
glycyrrhizine. Dit wordt omgezet in glycyrrhetine-<br />
tigingencentrum vult de gaten in die kennis.”<br />
Promoties<br />
NIET LANGER DOOF<br />
VOOR DE DIKKE DARM<br />
Ongeveer tien procent van de mensen heeft het prikkelbare<br />
darmsyndroom (PDS). Zij kampen van jongs af aan met<br />
klachten, zoals krampen of pijn in de buik. Gastro-enteroloog<br />
Cees Clemens onderzocht of de peristaltische beweging,<br />
waarmee de darmen hun inhoud naar beneden<br />
stuwen, afwijkt bij mensen met PDS. Hij legde bij proefpersonen<br />
en patiënten vierentwintig uur lang zowel de<br />
beweeglijkheid als het gevoel in de dikke darm vast.<br />
“We vonden slechts kleine veranderingen in de beweeglijkheid,<br />
maar een heel duidelijk onderscheid in gevoel”, stelt<br />
Clemens. “Normaal voel je de bewegingen van de dikke<br />
darm niet. Maar mensen met PDS voelen de peristaltische<br />
beweging wél. Dáár hebben ze last van. Laboratoriumonderzoek<br />
gaf daar al aanwijzingen voor, maar wij hebben<br />
dit nu bij natuurlijke samentrekkingen aangetoond. Vooral<br />
de pieken in de peristaltiek zijn pijnlijk voor PDS-patiënten.”<br />
Clemens deed ook onderzoek bij patiënten met diverticulosis,<br />
met uitstulpingen van de dikke darm. Bijna iedereen<br />
krijgt deze op latere leeftijd, maar dat leidt lang niet altijd<br />
tot klachten. Clemens vergeleek mensen die door diverticulosis<br />
krampen in hun buik en een wisselend ontlastingspatroon<br />
hebben, met proefpersonen zonder klachten. Het<br />
opblazen van een ballonnetje in de darm was pijnlijk voor<br />
de mensen met klachten. Zij hadden – net als patiënten met<br />
PDS – een sterke toename van het gevoel in de darm, maar<br />
geen aantoonbaar andere beweeglijkheid. De andere proefpersonen<br />
niet, zij hadden ondanks hun diverticulosis ook<br />
geen pijn.<br />
Cees Clemens – Sensorische en motorische functie van het<br />
colon bij het prikkelbaar darmsyndroom en diverticulosis<br />
HET VOORSPELLEN VAN<br />
HART- EN VAATZIEKTEN<br />
Epidemioloog Lydia Vos onderzocht of het mogelijk is toekomstige<br />
hartpatiënten al vroeg op te sporen. Dit is belangrijk<br />
voor een goede preventie van hart- en vaatziekten.<br />
Volgens de fetal origins hypothesis van de Engelsman Barker<br />
hebben baby’s met een laag geboortegewicht een grotere<br />
kans op hartklachten. De bevindingen van Lydia Vos steunen<br />
Barkers hypothese, maar het effect van een laag geboortegewicht<br />
is te klein om preventie tegen hart- en vaatziekten<br />
alleen te richten op de ontwikkeling vóór de geboorte.<br />
Een postnatale verandering van het lichaamsgewicht,<br />
overgewicht op jongvolwassen leeftijd, lijkt meer impact<br />
te hebben op de ontwikkeling van hart- en vaatziekten.<br />
Vos ontdekte ook een relatie tussen een verhoogde bloeddruk<br />
tijdens de adolescentie en hoge bloeddruk bij jongvolwassenen.<br />
Bij meisjes kan de bloeddruk op dertienjarige<br />
leeftijd onderscheid maken tussen degenen die later wel of<br />
geen hoge bloeddruk zullen krijgen. Bij jongens niet, maar<br />
bij hen voorspelt deze bloeddruk wel de kans op hartziekten<br />
tien jaar later. Screenen van de bloeddruk tijdens de adolescentie<br />
maakt het dus mogelijk jongeren te selecteren met<br />
een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. “Verhoogde<br />
bloeddruk bij meisjes van dertien jaar voorspelt hoge bloeddruk<br />
op jongvolwassen leeftijd beter dan dat het NOS-journaal<br />
het weer (respectievelijk 74 en 68 procent)”, stelt Vos.<br />
Lydia Vos – Vroege determinanten van cardiovasculair risico<br />
bij jongeren: Twee Nederlandse cohorten<br />
GROEIVERTRAGING DOOR<br />
ONTSTEKINGSREMMERS<br />
Glucocorticoïden zijn krachtige ontstekingsremmers die aan<br />
kinderen worden voorgeschreven voor chronische aandoeningen,<br />
zoals astma. Een vervelende bijwerking van deze<br />
medicijnen is dat ze de groei vertragen. Die groeivertraging<br />
begint al na een korte behandeling, ontdekte Jeske Smink.<br />
Zij onderzocht in muizen vooral het effect van de ontstekingsremmers<br />
op de insuline-achtige groeifactor I (IGFI).<br />
“IGFI speelt een belangrijke rol in de groeivertraging door<br />
glucocorticoïden. Die groeivertraging is afhankelijk van de<br />
leeftijd en de duur van de behandeling. Vooral bij jonge<br />
muizen zie je een afname van de groei door glucocorticoïden.”<br />
Botten groeien vanuit kraakbeen groeischijven. In die<br />
groeischijven, die aan de botuiteinden zitten, vindt celdood<br />
plaats. De buitenste cellen sterven af en worden omgezet in<br />
bot, dat moet worden voorzien van bloedvaatjes. De groeifactor<br />
IGFI is een belangrijke bemiddelaar bij de aanleg van<br />
bloedvaatjes en celdood. Glucocorticoïden dwarsbomen<br />
deze groeifactor echter en ontregelen daardoor de aanleg<br />
van bloedvaatjes en celdood. Er sterven teveel cellen waardoor<br />
de balans verstoord raakt en de groei vertraagt. Smink<br />
zag dat vooral in het begin van de behandeling de hoeveelheid<br />
groeifactor snel afneemt. Later stijgt die juist weer en<br />
lijkt hij de groeivertraging te willen compenseren.<br />
Jeske Smink – Glucocorticoïd-geïnduceerde effecten op de<br />
groeischijf en het IGF-systeem<br />
Een volledig overzicht van de promoties is te vinden op internet: www.uu.nl onder nieuws en agenda.<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 8
Helpt vasten tegen auto-immuunziekten?<br />
Italiaanse onderzoekers ontdekten<br />
dat leptine, een hormoon dat<br />
een rol speelt in de regulatie van het<br />
lichaamsgewicht, ook de ontstekingsprocessen<br />
bij auto-immuunziekten<br />
tekst > Joost van der Gevel, foto > Chris Timmers, MTM<br />
beïnvloedt. Volgens neuroloog Leonard<br />
van den Berg verdient die dubbelrol<br />
van leptine extra aandacht en verder<br />
onderzoek.<br />
“<br />
Het onderzoek van Veronica Sanna en<br />
collega’s komt voort uit een klinische observatie.<br />
Patiënten met auto-immuunziekten zeggen dat<br />
hun klachten verminderen als ze vasten.<br />
Patiënten met multiple sclerose (MS) melden<br />
Auto-immuunziekten uithongeren<br />
minder aanvallen met uitval, reumapatiënten<br />
minder pijn. Mogelijk leidt vasten tot minder<br />
intensieve ontstekingen, een mildere immuunreactie<br />
en dus tot een minder ernstig verloop<br />
van de ziekte. De Italiaanse onderzoekers<br />
begonnen daarom een fundamenteel onderzoek<br />
bij proefdieren.<br />
Ze gebruikten daarvoor muizen waarbij ze een<br />
experimentele vorm van encefalomyelitis (EAE)<br />
opwekten. Dat is de muizenvariant van MS. De<br />
onderzoekers spoten de muizen stukjes myeline<br />
in, de beschermlaag die om zenuwen zit. De<br />
muizen maken antistoffen tegen dat ingespoten<br />
myeline, maar die antistoffen vallen ook de<br />
myeline van hun eigen zenuwen aan. Datzelfde<br />
gebeurt bij patiënten met MS, waar het eigen<br />
immuunsysteem ook de beschermlaag van de<br />
zenuwen aanvalt.<br />
Nadat je myeline inspuit, scheiden vetcellen leptine<br />
uit. Dat leptine activeert T-cellen – afweercellen<br />
– en de muis krijgt EAE. Een zwaarlijvige<br />
muizenstam die veel leptine aanmaakt blijkt bijvoorbeeld<br />
vatbaarder voor EAE dan lichtere muizenstammen.<br />
De onderzoekers haalden T-cellen<br />
uit het bloed van zieke muizen en injecteerden<br />
veerde T-cellen kregen deze dieren ook EAE.<br />
Maar muizen die twee dagen hadden gevast,<br />
kregen de ziekte niet. Net zo min als genetisch<br />
gemanipuleerde muizen die geen leptine kunnen<br />
aanmaken.<br />
Leptine zet T-cellen aan tot de productie van<br />
ontstekingsactiverende cytokinen, terwijl T-cellen<br />
bij te weinig leptine juist meer ontstekingsrémmende<br />
cytokinen produceren. Zonder leptine<br />
dus geen auto-immuunreactie. Kennelijk maken<br />
muizen die gevast hebben, net als de genetisch<br />
gemanipuleerde muizen, meer ontstekingsremmende<br />
cytokinen en ontwikkelen ze daardoor<br />
geen MS.<br />
Dat bewijs is vrij overtuigend. Leptine wordt<br />
gemaakt door vetcellen. Verlies je vet dan scheid<br />
je minder hormoon uit, waardoor de autoimmuunreactie<br />
vermindert. De T-cellen activeren<br />
de ontsteking dan niet, maar remmen haar juist.<br />
Vasten heeft dus invloed op die balans. Maar dit<br />
wil nog niet zeggen dat leptine bij elke autoimmuunziekte<br />
een rol speelt.<br />
Het geeft wel aan dat het hele immuunsysteem<br />
veel ingewikkelder in elkaar zit dan wij vaak<br />
denken. Naast de bekende immunologische<br />
een dubbelrol. Neuronale cellen hebben bijvoorbeeld<br />
een receptor voor oestrogenen. Als je die<br />
activeert, beïnvloed je ook andere mechanismen.<br />
Leptine heeft ook zo’n dubbelrol, want het<br />
regelt naast de ontsteking immers ook de vethuishouding.<br />
En misschien is het bij nog meer<br />
processen betrokken. Zodra je de hoeveelheid<br />
leptine in het lichaam beïnvloedt, grijp je daar<br />
dus ook op in en bestaat een grote kans op bijwerkingen.<br />
De conclusie dat iedereen moet gaan vasten is<br />
dan ook wat overhaast. Mensen zijn natuurlijk<br />
geen muizen en vasten is op zich niet gezond.<br />
Dat is iets heel anders dan op dieet gaan. Sanna<br />
heeft het over ‘starvation’. Die muizen krijgen<br />
twee dagen geen eten. Zeker op een muizenleven<br />
is dat geen afvallen of lijnen, maar hongeren.<br />
Het onderzoek toont wél de invloed van<br />
voeding aan. Beïnvloeding van leptine kan een<br />
goed uitgangspunt voor een therapie zijn. In<br />
nieuwe onderzoeken naar de invloed van voeding<br />
op het ontstaan van ziektes moeten we leptine<br />
zeker meten. Maar we moeten eerst achterhalen<br />
in welke processen leptine verder nog een<br />
rol speelt, voor we daarmee een medicijn tegen<br />
deze bij andere muizen. Door alleen die geacti- processen spelen kennelijk allerlei hormonen auto-immuunziekten kunnen maken.<br />
”<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 9<br />
commentaar opinie terzijde
van verschillende afweerstimulerende stoffen<br />
een beter resultaat oplevert.”<br />
Stimulerende mix<br />
Dat lijkt het geval, al zal het volgens Natascha<br />
Verra nog zeker tien jaar duren voordat afweerversterkende<br />
cocktails grootschalig zullen wortekst<br />
> Marianne Heselmans<br />
foto > Chris Timmers, MTM<br />
Doping<br />
pept de afweer op<br />
Immunotherapie tegen tumoren<br />
Het afweersysteem van kankerpatiënten<br />
is vaak niet sterk genoeg om tumoren te<br />
verwijderen. Een stimulerende cocktail<br />
kan het immuunsysteem versterken en<br />
de kans op uitzaaiingen verminderen, zo<br />
ontdekte medisch bioloog Natascha Verra.<br />
Van nature is ons afweersysteem slim genoeg om<br />
tumorcellen te herkennen als lichaamsvreemd en<br />
ze, net als binnengedrongen virussen of bacteriën,<br />
op te sporen en te vernietigen. Het gebeurt<br />
ook wel dat kankerpatiënten spontaan hun<br />
gevaarlijke cellen kwijtraken. Maar helaas zijn<br />
tumorcellen vaak slimmer dan het afweersysteem.<br />
Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat ze de<br />
eiwitten op de celwand waarmee ze zichzelf verraden<br />
niet meer aanmaken. Of ze vormen een<br />
cordon aan stoffen om zich heen dat het werk<br />
van de immuuncellen bemoeilijkt. Maar wanneer<br />
je het afweersysteem sterker maakt, kan het misschien<br />
toch winnen van de tumoren.<br />
Medisch bioloog Natascha Verra promoveerde<br />
onlangs bij Gijsbert de Gast, hoogleraar klinische<br />
immunotherapie. Verra onderzocht of je het<br />
immuunsysteem van patiënten met tumoren kunt<br />
versterken met afweerstimulerende stoffen. Dit is<br />
vooral belangrijk voor patiënten met nierkanker<br />
en patiënten met een melanoom, een vorm van<br />
huidkanker die ontstaat vanuit een moedervlek.<br />
Bij niertumoren helpt chemotherapie niet, omdat<br />
niercellen zijn gespecialiseerd in het tegenhouden<br />
van giftige stoffen. Bij melanomen helpt<br />
chemotherapie maar zeer beperkt. Reden waarom<br />
bij nierkanker en melanoom al een tijdje<br />
immunotherapie wordt toegepast. In de VS is dat<br />
vaak een injectie met een hoge dosis interleukine-2,<br />
een stof die T-cellen stimuleert. T-cellen zijn<br />
de ‘opruimers’ van het afweersysteem. In Europa<br />
wordt wel interferon-alfa toegediend, een stof<br />
die de gevoeligheid van tumorcellen voor het<br />
afweersysteem verhoogt. “Een hoge dosis interleukine-2<br />
werkt nog het best”, vertelt de promovenda,<br />
“maar dat leidt tot zeer zware griepverschijnselen<br />
en een te lage bloeddruk. Sommige<br />
patiënten komen zelfs op de intensive care<br />
terecht. We onderzochten daarom of een cocktail<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 10
den ingezet. De onderzoeksgroep ontwierp een<br />
cocktail van drie verschillende afweerstimulerende<br />
stoffen: interleukine-2, interferon- en GM-CSF,<br />
een stof die de zogeheten dendritische cellen stimuleert.<br />
Dendritische cellen vormen de basis van<br />
de afweer. Zij nemen dode kankercellen op en<br />
hakken die in kleine eiwitstukjes, die peptiden<br />
worden genoemd. Daarna tonen ze die stukjes<br />
aan de buitenkant van hun cel waar ze worden<br />
waargenomen door bepaalde T-cellen. Pas wanneer<br />
dat is gebeurd, ontstaat het legertje T-cellen<br />
dat in het lichaam gaat rondreizen om cellen<br />
rest van het lichaam. Met antilichaam-therapie<br />
wordt al gewerkt. Farmaceutische bedrijven<br />
gebruiken al een antilichaam voor het eiwit<br />
EpCam om interleukine-2 uitsluitend bij tumoren<br />
in de borst en darmen te krijgen.<br />
met dit verdachte peptide te vernietigen.<br />
Verra bekeek het effect van twee keer twaalf<br />
dagen toediening van de cocktail bij 63 patiënten<br />
met een uitgezaaide nierkanker. Het effect<br />
was vergelijkbaar met de toediening van een<br />
hoge dosis interleukine-2. Bij negen procent van<br />
de patiënten verdwenen de tumoren voor meer<br />
dan vijfenzeventig procent, bij ongeveer tien<br />
procent voor meer dan vijfentwintig procent.<br />
Tachtig procent reageerde niet op de therapie.<br />
Uitzaaiingen voorkomen<br />
Immunotherapie kan ook de kans op uitzaaiingen<br />
na een operatie verkleinen. Het immuunsysteem<br />
krijgt tijdens een zware operatie een<br />
enorme klap en werkt tijdelijk slechter. Op zo’n<br />
moment kunnen nog niet gesignaleerde, kleine<br />
uitzaaiingen of kankercellen die tijdens de operatie<br />
per ongeluk in het bloed komen hun kans<br />
grijpen om uit te groeien. Ongeveer dertig tot<br />
Omdat bij de cocktail minder<br />
interleukine-2 nodig<br />
is, worden de patiënten<br />
>> De T-cellen vechten zich tússen de tumorcellen<br />
daar beduidend minder ziek van. Sommigen<br />
kropen wel met griepverschijnselen in bed, maar<br />
anderen gingen tijdens de therapie nog gewoon<br />
voetballen. Een ander voordeel van de cocktail is<br />
dat patiënten na twee dagen behandeling in het<br />
ziekenhuis, de rest van de injecties thuis kunnen<br />
krijgen.<br />
veertig procent van de patiënten ontwikkelt na<br />
de operatie een uitzaaiing. Verra denkt dat een<br />
afweerstimulerende cocktail dit kan voorkomen.<br />
Een direct bewijs heeft ze nog niet, maar onderzoek<br />
op celniveau is zeer veelbelovend.<br />
In het tumorweefsel van dertien patiënten die<br />
de afweerstimulerende cocktail hadden gehad,<br />
vond ze meer en verder gerijpte dendritische cellen<br />
Boodschappermoleculen<br />
Toch vindt Natascha Verra de cocktail nog niet<br />
rijp voor klinische testen. “De respons moet veel<br />
hoger kunnen. Het effect verschilt nu nog te<br />
weinig van de behandeling met alleen de hoge<br />
dosis interleukine-2.” Ze denkt aan nog bredere<br />
afweerstimulerende cocktails. Bijvoorbeeld met<br />
thalidomide, betere bekend als softenon, een<br />
stof die de groei van nieuwe bloedvaatjes remt<br />
zodat tumoren moeilijker groeien. De stof kan<br />
natuurlijk niet gebruikt worden bij zwangere<br />
vrouwen, gezien de slechte ervaringen met softenon<br />
in de jaren zestig.<br />
Ook een combinatie met een antilichaam-therapie<br />
is denkbaar. Antilichamen zijn eiwitten die<br />
zich vastgrijpen aan één ander eiwit waarop ze<br />
precies passen. Op bijna alle niertumoren komt<br />
het eiwit G250 voor: een antilichaam dat past op<br />
G250 kun je dan inzetten als een boodschappermolecuul.<br />
Maak interleukine-2 vast aan zo’n<br />
antilichaam tegen G250 en je kunt gericht een<br />
hogere dosis interleukine-2 bij de niertumoren<br />
brengen zonder dat het verstorend werkt in de<br />
dan in het omringende weefsel. In patiënten<br />
met de hoogst gedoseerde cocktail zag Verra<br />
een toename van de zogeheten cytotoxische<br />
T-cellen, die vreemde eiwitten herkennen.<br />
Verder zag ze bij de tien controlepatiënten die<br />
geen cocktail hadden gekregen, dat de T-cellen<br />
zich alleen ophielden in het bindweefsel rond de<br />
tumorcellen. In de behandelde patiënten bevonden<br />
de T-cellen zich ook tússen de tumorcellen.<br />
Dit onderzoeksresultaat is nog niet voldoende<br />
om meteen met klinische testen te beginnen,<br />
vindt Verra. “Een praktisch probleem is dat de<br />
patiënten door de cocktail koorts krijgen en met<br />
koorts mogen ze eigenlijk niet worden geopereerd.<br />
In ons ziekenhuis konden we dat op die<br />
kleine schaal toch doen, omdat duidelijk was dat<br />
de koorts niet werd veroorzaakt door een infectie<br />
maar door de therapie. We kijken nu of het<br />
mogelijk is de cocktail niet rond, maar al vóór<br />
de operatie toe te dienen. Als dit hetzelfde gunstige<br />
effect geeft, dan lijkt het een hele goede,<br />
veelbelovende strategie om het immuunsysteem<br />
sterk te houden.”<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 11
tekst > Joost van der Gevel<br />
foto’s > Chris Timmers, MTM<br />
Minder breinschade na<br />
Gefaseerde neuroprotectie<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 12
eroerte<br />
De hersenschade die ontstaat door een geblokkeerd bloedvat, verloopt in fasen.<br />
Wouter Veldhuis zocht voor elke fase een neuroprotector om de schade van een beroerte in te dammen.<br />
Een bloedprop in een hersenvat belemmert de<br />
bloedtoevoer. De neurologische schade die daardoor<br />
ontstaat neemt geleidelijk toe. Onderzoeker<br />
Wouter Veldhuis bracht de ‘levensloop’<br />
van dat schadelijke proces in kaart en zocht<br />
voor elk stadium naar een passend medicijn.<br />
Direct na de blokkade van een hersenvat sterven<br />
gevuld. Zodra de bloedtoevoer stokt, ontstaat er<br />
een energietekort in de neuronen en stoten ze<br />
massaal de neurotransmitter glutamaat uit. Er<br />
stroomt calcium de cellen binnen, waarop zij<br />
antwoorden met de uitstoot van nog meer glutamaat.<br />
Door het gebrek aan glucose en zuurstof<br />
kunnen de hersencellen zich echter niet herstellen<br />
de daarachter gelegen cellen af door gebrek<br />
en dit proces onder breken. Ze komen<br />
aan zuurstof en voedingsstoffen. Dat is de acute in een vicieuze cirkel terecht en worden vergiftigd<br />
fase. Wanneer<br />
de bloedtoevoer<br />
weer is<br />
>> De cellen komen in een vicieuze cirkel terecht<br />
hersteld, veroorzaakt de hernieuwde aanvoer<br />
van zuurstof extra schade en komt er een<br />
ontstekingsreactie op gang, waarbij witte bloedcellen<br />
ook nog eens flink onder de gekwetste<br />
hersencellen huishouden. De bijkomende<br />
beschadiging van de bloed-hersenbarrière vergroot<br />
bovendien de dreiging van een bloeding.<br />
door overstimulatie: nog meer glutamaat<br />
leidt tot nog meer calcium, leidt tot nog meer<br />
glutamaat, enzovoort. Uiteindelijk sterven de<br />
cellen van uitputting.<br />
“Die vicieuze cirkel kun je misschien doorbreken<br />
door de signaaloverdracht van glutamaat te<br />
beperken”, denkt Veldhuis. “Er zijn middelen<br />
die de signaaloverdracht volledig blokkeren.<br />
Bloedprop knippen<br />
Een beroerte leidt tot sterfte van hersencellen. De<br />
behandeling van een beroerte moet daarom zijn<br />
afgestemd op de bescherming van die cellen of,<br />
in de woorden van Veldhuis, op neuroprotectie.<br />
Omdat de neurologische schade gefaseerd ontstaat,<br />
moet de protectie of bescherming ook op<br />
die verschillende stadia zijn afgestemd. Elke fase<br />
vraagt waarschijnlijk om een ander medicijn.<br />
Maar daarmee leg je de hersencellen zodanig<br />
lam dat de bijwerkingen verdere behandeling<br />
onmogelijk maken.” Daarom probeert Veldhuis<br />
de overproductie van glutamaat te verminderen<br />
met marihuana. THC, de werkzame stof in<br />
marihuana, beperkt de glutamaatuitstoot in een<br />
lichte mate. De stof is goedgekeurd en op de<br />
Amerikaanse geneesmiddelenmarkt verkrijgbaar<br />
onder de naam Marinol.<br />
Die behandeling begint met een snel herstel van<br />
de bloedtoevoer om de acute schade aan het<br />
weefsel te beperken. Het enige medicijn voor<br />
patiënten met een beroerte is weefsel plasminogeen<br />
activator (tPA). tPA activeert een enzym<br />
dat bloedstolsels in stukken knipt. Het kan<br />
binnen drie uur na het ontstaan van de beroerte<br />
worden gegeven om de bloedtoevoer te herstellen.<br />
Daarna is dit te riskant, omdat herstel van de<br />
bloedtoevoer met tPA de bloed-hersenbarrière<br />
zodanig verzwakt dat de kans op bloedingen te<br />
groot wordt.<br />
Hennep en Spaanse pepers<br />
Veldhuis en zijn collega’s onderzochten de werking<br />
van THC bij proefdieren met een beroerte<br />
en toonden aan dat de acute schade inderdaad<br />
voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door<br />
teveel glutamaat. THC vermindert die schade<br />
aanzienlijk. De volgende stap is onderzoek naar<br />
de lichaamseigen variant van THC. Veldhuis: “Als<br />
er in het brein een receptor is voor een plantenstof,<br />
moet er ook een lichaamseigen stof zijn<br />
voor die receptor. Dat is de stof anandamide.”<br />
Veldhuis kijkt daarom of anandamide het<br />
Vergiftigd door overstimulatie<br />
Veldhuis zoomt eerst in op de acute schade. Wat<br />
is het effect van het tekort aan zuurstof en voedingsstoffen?<br />
De energievoorraden in de hersencellen<br />
zijn klein en moeten continu worden aan-<br />
lichaam ook beschermt tegen de acute schade<br />
van een beroerte. Dat doet het lichaamseigen<br />
marihuana inderdaad, maar het lijkt breder te<br />
werken dan THC. Anandamide activeert ook de<br />
vanilloïdreceptor. Deze receptor – waarvan pas<br />
sinds kort bekend is, dat hij ook in het brein<br />
voorkomt – lijkt eveneens een rol te spelen. Dat<br />
test Veldhuis met de stoffen capsaicin en arvanil,<br />
die ook aan deze receptor binden. Capsaicin, het<br />
pikante bestanddeel uit hete chilipepers, is een<br />
goedgekeurd medicijn tegen pijn bij reumatoïde<br />
artritis, osteoartritis, herpes zoster, en bij sommige<br />
zenuwpijnen. Arvanil is een kruising tussen<br />
anandamide en capsaicin.<br />
Slimme truc<br />
Veldhuis constateert dat capsaicin, anandamide,<br />
arvanil én THC allemaal de acute schade beperken.<br />
Arvanil werkt op beide receptoren en is het<br />
meest effectief. Misschien kan deze stof worden<br />
ingezet in de acute fase van een beroerte en is<br />
ze al in de ambulance toe te dienen.<br />
>> Nieuwe toepassing<br />
oud medicijn<br />
Wouter Veldhuis richt zijn onderzoek<br />
op geneesmiddelen die al voor andere<br />
aandoeningen worden gegeven. Veel<br />
werkingen en bijwerkingen van deze<br />
stoffen zijn dus al bekend; blijken ze in<br />
proefdieren ook effectief tegen een<br />
beroerte, dan kunnen ze sneller in de<br />
kliniek worden toegepast. Tegelijkertijd<br />
probeert Veldhuis het mechanisme van<br />
hun werking te ontrafelen.<br />
Het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> heeft inmiddels een<br />
patent op de toepassing van interferon-<br />
als ontstekingsremmer bij beroerte.<br />
Veldhuis: “Wij hebben in proefdieren<br />
aangetoond dat interferon- ook werkt<br />
tegen ontsteking na een beroerte. Nu<br />
moet toepassing in de kliniek worden<br />
onderzocht. Het middel is al goedgekeurd<br />
voor humaan gebruik én de<br />
nieuwe toepassing is gepatenteerd.<br />
Dit vergroot de kans op interesse van<br />
de farmaceutische industrie voor onderzoek<br />
naar deze toepassing.”<br />
˘˘<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 13
MRI-beelden van rattenhersenen. Contrastvloeistof die de beschadigde<br />
bloed-hersenbarrière is gepasseerd, is zichtbaar als lichte vlekken.<br />
De met IFN behandelde ratten op de onderste rij foto's hebben<br />
minder schade. Foto's: Wouter Veldhuis<br />
Kleuring van ontstekingscellen in rattenhersenen. Foto links na toediening van<br />
interleukine-8, foto rechts na toediening van interleukine-8 en interferon-.<br />
˘˘<br />
“Maar”, relativeert Veldhuis, “zover is het nog<br />
lang niet. We hebben de werking van die stoffen<br />
onderzocht in een model voor verhoogde glutamaatuitstoot.<br />
Dat is een trucje om uitsluitend<br />
dat ene proces onder de loep te nemen, zonder<br />
de ruis van andere ingewikkelde processen<br />
eromheen. We kijken dus niet naar de werkelijke<br />
ziekte en doen het onderzoek bovendien niet in<br />
mensen maar in ratten. Toepassing in de kliniek<br />
is dus nog ver weg. Maar bij de ontwikkeling<br />
van een medicijn tegen de acute schade moet je<br />
absoluut naar deze receptoren kijken.”<br />
Doorbroken barrière<br />
Zolang de bloedtoevoer geblokkeerd blijft, gaat<br />
het schadelijke proces gestaag door. Het opheffen<br />
van de blokkade heeft dus de hoogste prioriteit.<br />
Veldhuis: “Hoe eerder je de bloedtoevoer herstelt,<br />
hoe meer er nog te redden valt. Maar dan komt<br />
de paradox: herstel van de bloedtoevoer brengt<br />
juist éxtra schade met zich mee.”<br />
De toegestroomde zuurstof vormt vrije radicalen<br />
met de uit beschadigde cellen vrijgekomen stoffen.<br />
Vrije radicalen zijn schadelijke moleculen<br />
die in het wilde weg reacties aangaan. Bovendien<br />
worden de neutrofielen wakker geschud. Deze<br />
witte bloedcellen krijgen signalen dat er wat<br />
aan de hand is en trekken massaal naar het<br />
beschadigde hersengebied, waar ze de bloedhersenbarrière<br />
doorbreken en een verwoestende<br />
ontsteking veroorzaken. De bloed-hersenbarrière<br />
wordt gevormd door de wanden van de bloedvaten.<br />
Deze houden de bloedcellen buiten de hersenen.<br />
Door beschadiging van de bloedvatwand<br />
neemt ook de kans op een hersenbloeding toe.<br />
Schoon<br />
Kun je de ontsteking en de beschadiging van de<br />
bloed-hersenbarrière voorkomen, dan is de schade<br />
na het herstel van de bloedtoevoer dus aanzienlijk<br />
te beperken. Voor deze zogeheten reperfusie-fase<br />
focust Veldhuis zich op het medicijn<br />
interferon- (IFN). Interferon- wordt gebruikt<br />
voor multiple sclerose en werkt tegen chronische,<br />
langzame ontstekingen. Het is een antiviraal<br />
eiwit dat door het lichaam wordt aangemaakt<br />
na een virusinfectie.<br />
Bij met IFN behandelde ratten is het herseninfarct<br />
zeventig procent kleiner dan bij hun niet<br />
behandelde soortgenoten. Dat percentage is<br />
ontstekingscellen. Veldhuis: “Het lijkt er dus<br />
inderdaad op dat dit interferon de ontstekingscellen<br />
uit het brein weghoudt.”<br />
Interferon lijkt te voorkomen dat de ontstekingscellen<br />
door de bloed-hersenbarrière glippen.<br />
Neutrofielen maken de stof matrix metalloproteïnase-9<br />
(MMP9) om die barrière te slechten.<br />
Normaal opent de wand van een hersenbloedvat<br />
zich alleen plaatselijk om een bekende cel door<br />
te laten en sluit hij zich daarna weer. Maar een<br />
afhankelijk<br />
van >> Interferon- houdt de ontstekingscellen uit het brein<br />
het tijdstip<br />
van behandeling, maar het suggereert in elk<br />
geval dat de schade behoorlijk te beperken is<br />
door de ontsteking aan te pakken. In het aangetaste<br />
hersenweefsel zitten nauwelijks ontstekingscellen<br />
teveel aan neutrofielen en een teveel aan MMP9<br />
sloopt de barrière: er vallen gaten in, waardoor<br />
neutrofielen massaal het brein binnenkruipen en<br />
bloedingen kunnen ontstaan.<br />
en bovendien lijkt op MRI-beelden<br />
de bloed-hersenbarrière nog intact. Veldhuis<br />
vraagt zich af hoe interferon- precies werkt:<br />
pakt interferon- de ontsteking aan, of voorkomt<br />
het schade aan het brein waardoor de<br />
ontsteking uitblijft?<br />
Voorbijdrijven<br />
Interferon- voorkomt een ontstekingsreactie<br />
door de uitstoot van MMP9 door neutrofielen te<br />
verhinderen. Daardoor kunnen neutrofielen het<br />
brein niet infiltreren en lijkt IFN het aangewezen<br />
medicijn om de ontstekingsreactie na een beroerte<br />
Bloed in het brein<br />
Om die vraag te beantwoorden gebruikt hij een<br />
model van ontsteking in de hersenen, zonder<br />
een beroerte op te wekken. Op die manier sluit<br />
je tussenkomst van andere door beroerte veroorzaakte<br />
processen uit, waardoor het mogelijk is<br />
heel zuiver de invloed van interferon- op de<br />
instroom van ontstekingscellen vast te stellen.<br />
Neutrofielen, de ontstekingscellen die bij onraad<br />
het eerste ter plekke zijn, worden aangetrokken<br />
door de signaalstof interleukine-8 (IL8). Door IL8<br />
bij gezonde ratten in te spuiten, lok je de neutrofielen<br />
naar de hersenen. Spuit je al eerder<br />
interferon in, dan blijft een ontsteking met<br />
neutrofielen uit. Zonder voorafgaande behandeling<br />
aan te pakken.<br />
De specifieke aanpak van MMP9 maakt het middel<br />
bovendien tot de ideale compagnon voor de<br />
stolseloplosser tPA. tPA verhoogt onder andere<br />
het niveau van MMP9 in het bloed en kan mede<br />
daardoor alleen in de eerste drie uur na een<br />
beroerte gegeven worden. Daarna is de kans te<br />
groot dat de bloed-hersenbarrière nog verder<br />
beschadigt waardoor een hersenbloeding<br />
optreedt. Gelijktijdige remming van MMP9 door<br />
interferon- lijkt een prachtige oplossing.<br />
Interferon- ontzegt niet alleen de ontstekingscellen<br />
de toegang tot het beschadigde gebied,<br />
maar na de huidige limiet van drie uur kan misschien<br />
ook nog antistolling worden toegediend.<br />
met interferon, wemelt het echter van<br />
de<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 14
Het recht op privacy weegt zwaar. Wij beschouwen<br />
ons huis als een burcht. Wordt deze fysieke<br />
beschermingswal geslecht, dan kunnen we ons<br />
nog altijd verschuilen in ons eigen lichaam.<br />
De onschendbaarheid van lijf en leden is een<br />
onvervreemdbaar recht. Niemand mag zomaar<br />
met ons bloed, onze levers of gedachten aan<br />
de haal. We hebben niet voor niets patenten,<br />
octrooien, copyright en de Wet op de Geneeskundige<br />
Behandelingsovereenkomst in het leven<br />
geroepen.<br />
Toch bieden de muren van ons huis en de grenzen<br />
van ons lichaam steeds minder bescherming.<br />
Zoals wel vaker zijn criminelen de drijvende<br />
kracht achter de ontmanteling van onze privacy.<br />
Namens ons, de oppassende burgers, grijpt de<br />
overheid graag zoveel mogelijk criminelen in de<br />
kraag. Daartoe worden niet zelden de grenzen<br />
DNA-piraten<br />
opgezocht van wat kan en mag. Soms worden<br />
die zelfs een beetje overschreden. In naam van<br />
de gerechtigheid en de vooruitgang.<br />
Onlangs heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel<br />
goedgekeurd, dat justitie het recht geeft DNA te<br />
gebruiken om het uiterlijk van een verdachte te<br />
achterhalen. DNA werd al gebruikt, maar slechts<br />
als een streepjescode. De code van een verdachte<br />
kon worden vergeleken met de DNA-code die op Via het DNA van de haarwortels zou vastgesteld<br />
de plaats van het misdrijf was gevonden. Of met kunnen worden of prins Charles werkelijk de<br />
de DNA-codes in de databank van justitie.<br />
vader is van prins Harry of dat die eer gegund<br />
Voortaan mag justitie van de genetische informatie<br />
dus een mooi daderprofiel boetseren. Op prinses Diana.<br />
moet worden aan James Hewitt, de minnaar van<br />
basis van één huidschilfer zoekt de politie een Claims dat de eerste menselijke klonen inmiddels<br />
lange, magere, blanke man met rood haar, een zijn geboren, heeft de angst onder prinsen en<br />
krachtige kaaklijn en een kuiltje in de kin. Het prinsessen, sportlieden, popsterren en andere<br />
speeksel aan de postzegel maakt duidelijk dat VIP’s sterk aangewakkerd. Niet alleen overspel<br />
de dreigbrief is verstuurd door een kleine, dikke en sluimerende ziektes zijn in het gekaapte DNA<br />
vrouw uit Zuid-Oost-Azië. Volgens haar genen af te lezen, maar voor je het weet zet iemand<br />
heeft ze diabetes en aanleg voor borstkanker en een kloontje van Bill Clinton, Ruud Gullit,<br />
schizofrenie. Maar die informatie mag officieel Madonna of Katja Schuurman op de wereld.<br />
nog niet worden afgelezen en gebruikt.<br />
Met een beetje moeite haalt iedere fan een<br />
Wat justitie kan, kan iedereen. De kennis die kopie van zijn eigen idool in huis. Om VIP’s daartegen<br />
te beschermen ontstond in San Francisco<br />
gebruikt wordt om daderprofielen aan het DNA<br />
te ontfutselen, is in principe voor iedereen toegankelijk.<br />
In het kielzog van de genetische ken-<br />
Institute. VIP’s kunnen via het DCI copyright aan-<br />
het bedrijf DCI, wat staat voor DNA Copyright<br />
nis boekt niet alleen justitie vooruitgang. Ook vragen op hun eigen, unieke DNA. Om diefstal<br />
het bedrijfsleven ziet kansen. Een Britse krant en misbruik te voorkomen.<br />
zou al een detectivebureau hebben ingehuurd Het is de vraag of dat lukt. Het recht op privacy<br />
om enkele rode haarsprietjes van prins Harry, de staat voor het recht op afzondering, geheimhouding<br />
en een persoonlijke levenssfeer. De zoon van Charles en Diana, te pakken te krijgen.<br />
genetica<br />
ondermijnt dat recht, omdat we van nature onze<br />
privacy te grabbel gooien. We kunnen niet<br />
anders. U en ik verstuiven per dag talloze huidschilfers,<br />
die ons hele DNA-bestand bevatten.<br />
Tranen, speeksel, zweet, snot, urine en poep<br />
bevatten lichaamscellen met uw complete doopceel.<br />
Die cellen maken de integriteit van ons<br />
lichaam tot een lachertje.<br />
Geef daarom geen hand aan de verzekeringsagent<br />
bij wie u een nieuwe ziektekostenverzekering wilt<br />
afsluiten. Uw achtergebleven huidschilfers in zijn<br />
hand jagen de premie misschien omhoog. Lees<br />
geen boeken uit de bieb zonder handschoenen.<br />
Gebruik géén papieren wegwerpzakdoekjes! Gaat<br />
u op stap, doe dan zoals president Bill Clinton toen<br />
hij een bezoek bracht aan Dublin. Nadat hij in een<br />
pub een Guinness had gedronken, kocht zijn<br />
gevolg het glas om te voorkomen dat iemand het<br />
presidentiële DNA te pakken kreeg. DNA-piraten<br />
en genetische hackers vernietigen onze privacy.<br />
Pieter Lomans........<br />
foto > Chris Timmers, MTM<br />
commentaar opinie terzijde<br />
Reageren? E-mail: scan@azu.nl of <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> • Redactie scan / D 01.343 • Postbus 88550 • 3508 GA <strong>Utrecht</strong><br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 15
tekst > Rob Buiter<br />
foto’s > Chris Timmers, MTM<br />
Door<br />
de<br />
Mankement in melanocortinereceptor leidt tot overgewicht<br />
Melanocortines vormen een groep<br />
hormonen met uiteenlopende werkgebieden:<br />
van pigmentvorming en pijnprikkelgeleiding<br />
tot regulering van de<br />
stofwisseling. Vooral de relatie met<br />
eetstoornissen maakt deze hormonen<br />
ook commercieel interessant.<br />
Promovendus Wouter Nijenhuis zocht<br />
en vond een aantal stoffen die een<br />
receptor van deze hormonen heel selectief<br />
stimuleren of remmen. Handig voor<br />
toekomstige medicijnen.<br />
Hormonen en hun receptoren zijn hot. In de<br />
enorme brij van genetische informatie die de<br />
laatste jaren over ons is uitgestort, zijn commerciële<br />
bedrijven vooral op zoek naar genen die<br />
coderen voor een of andere hormoonreceptor.<br />
Heb je de code voor een receptor en weet je wat<br />
het bijpassende hormoon in het lichaam doet,<br />
dan kun je met een remmende of een stimulerende<br />
stof op de receptor die functie misschien<br />
sturen. Of je kan zoeken naar een ziektebeeld<br />
waarbij de betreffende receptor een sleutelrol<br />
speelt, om daar vervolgens een medicijn op maat<br />
bij te maken. Hoe dan ook, wie als eerste een<br />
octrooi krijgt op een receptorcode, kan in tweede<br />
instantie nog wel uitzoeken of daar farmacotherapeutisch<br />
iets mee te doen is.<br />
Melanocortines zijn misschien niet de meest<br />
bekende hormonen, maar dat maakt ze niet<br />
minder interessant. 'Melano' geeft aan dat ze<br />
iets doen met de pigmentcellen, de melanocyten.<br />
'Cortine' geeft aan dat het hormoon ook<br />
een relatie heeft met de cortex van de bijnier.<br />
Melanocytstimulerend hormoon, MSH, dat bijvoorbeeld<br />
de vachtkleur van dieren beïnvloedt,<br />
en het bijnierschorsstimulerend hormoon ACTH<br />
waren dan ook de eerste hormonen uit de klasse<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 16
moleculaire rem getrapt<br />
van melanocortines die werden ontdekt. Net als<br />
andere melanocortines worden ze in de hersenen<br />
gemaakt door van het pro-opiomelanocortine<br />
een peptide, een korte keten van aminozuren,<br />
af te knippen.<br />
Dikke muizen<br />
Op verschillende plaatsen in het lichaam zitten<br />
receptoren waar melanocortines aan kunnen<br />
binden. Afhankelijk van plaats en aard van de<br />
receptor hoort daar een eigen lichaamsfunctie<br />
bij. Toen Wouter Nijenhuis in 1998 op het Rudolf<br />
Magnus<br />
hele goede stoffen voortgekomen. Ook het werk<br />
van Nijenhuis was waardevol: “Ons werk heeft<br />
een aantal stoffen opgeleverd, zogenoemde<br />
liganden, die heel specifiek de MC4-receptor<br />
remmen of stimuleren. Toegegeven, anderen<br />
hebben ook liganden gemaakt die nog specifieker<br />
binden aan de receptor. Maar met ons moleculaire<br />
onderzoek hebben wij ook een aantal<br />
wetmatigheden beschreven waaraan moleculen<br />
moeten voldoen, willen ze heel selectief aan de<br />
MC4-receptor kunnen binden. Levert dit onderzoek<br />
ooit een medicijn tegen eetstoornissen op,<br />
hersenen waar het via de MC4-receptor de<br />
eetlust remt. Toch heeft het geen zin om dikke<br />
mensen extra leptine te geven. Blijkbaar zitten<br />
elders in het systeem weer terugkoppelingsmechanismen<br />
die het effect van de extra leptine<br />
ongedaan maken.”<br />
Gemanipuleerde trek<br />
Met suggesties voor verder onderzoek is het<br />
werk van Wouter Nijenhuis afgesloten. “Dit was<br />
zuiver preklinisch werk en anderen zullen hier<br />
ongetwijfeld klinische studies mee gaan uitvoeren.<br />
Misschien levert dat een<br />
Instituut voor<br />
neurowetenschappen<br />
>> Een signaal van de MC4-receptor werkt als een rem op de eetlust medicijn op om mensen<br />
met overgewicht te helpen<br />
aan zijn promotieonderzoek begon,<br />
was de belangrijkste vraag dan ook: zoek naar<br />
een stof die heel selectief één van de vijf bekende<br />
melanocortinereceptoren, MC4R, aan of uit<br />
kan zetten. “Wanneer je MSH of ACTH inspuit<br />
bij een proefdier, dan reageren alle receptoren.<br />
Op die manier kun je dus niet ontdekken wat de<br />
specifieke functie is van één bepaald type receptor.<br />
Maar met een stof die maar één van de<br />
receptoren beïnvloedt, kun je wél heel gericht<br />
de functie van die ene receptor bestuderen. Wat<br />
gebeurt er bijvoorbeeld met een proefdier wanneer<br />
ik het signaal van de receptor versterk of<br />
verzwak. In een later stadium kun je eventueel<br />
ook een medicijn ontwikkelen voor kwalen<br />
waarbij die ene receptor een belangrijke rol<br />
speelt”, aldus Nijenhuis.<br />
Hoe hot zijn promotieonderzoek was, merkte<br />
Nijenhuis toen in de toonaangevende bladen<br />
ineens artikelen verschenen over de link tussen<br />
'zijn' MC4-receptor en overgewicht. Jonge<br />
mensen met overgewicht hebben vrij vaak een<br />
mutatie in het gen voor de MC4-receptor. Ook<br />
muizen met een verknutselde MC4-receptor zijn<br />
veel dikker dan hun muizenbroers of -zussen<br />
met een intacte receptor. Een signaal van de<br />
MC4-receptor, zo wordt nu verondersteld, werkt<br />
als een rem op de eetlust. Valt die rem weg,<br />
bijvoorbeeld door een gemuteerd gen, dan gaat<br />
de drager van die mutatie meer eten.<br />
Moleculaire wetten<br />
Door de link tussen MC4R en eetstoornissen<br />
kwam er ineens extra interesse en geld voor dit<br />
onderzoek. Toch betekende dit niet dat het<br />
carrièrebedje van de promovendus ineens comfortabel<br />
gespreid was. “Er doken veel instituten<br />
met veel meer geld op dit onderwerp”, zo herinnert<br />
Nijenhuis zich. Uit die onderzoeken zijn<br />
dan zullen farmaceuten het liever niet in de<br />
peptiden zoeken, waar de meeste liganden nu<br />
uit zijn gemaakt. Het liefst gebruiken ze nog<br />
kleinere moleculen. De door ons beschreven<br />
moleculaire wetten helpen bij het zoeken naar<br />
zo'n klein molecuul.”<br />
Celoppervlak<br />
Daarnaast probeerde Nijenhuis te achterhalen<br />
volgens welk mechanisme een mutatie in het<br />
MC4-receptorgen uitdraait op vraatzucht.<br />
“Een receptor zit normaal gesproken aan de buitenkant<br />
van een cel te wachten op circulerend<br />
hormoon. Door cellen met een MC4-mutatie in<br />
het laboratorium te kweken en te bestuderen,<br />
hebben wij ontdekt dat er met de gemuteerde<br />
receptor op zich niet veel mis is. Hij wordt alleen<br />
niet meer naar het celoppervlak getransporteerd.<br />
En binnen in de cel heb je niet veel aan een<br />
receptor. Hij kan alleen aan het celoppervlak<br />
zijn werk doen. Toch is dit nog niet het<br />
ultieme bewijs dat een gebrekkig receptortransport<br />
inderdaad de oorzaak is<br />
van een falende rem op de eetlust<br />
bij een deel van de mensen met<br />
overgewicht”, zo stelt Nijenhuis.<br />
De receptoren zijn onder laboratoriumomstandigheden<br />
getest,<br />
maar je wilt ook aantonen dat<br />
die mensen inderdaad minder<br />
receptoren op het celoppervlak<br />
hebben. “Je kunt bij mensen met<br />
overgewicht ook de MC4-receptor<br />
stimuleren met een van de gevonden<br />
liganden. Dan weet je meteen of<br />
het concept werkt. Maar succes is hier<br />
niet verzekerd. Ruim tien jaar geleden werd<br />
bijvoorbeeld ontdekt dat in vetweefsel de stof<br />
leptine wordt gemaakt. Leptine gaat naar de<br />
die ook een gemuteerd MC4-gen hebben.<br />
De groep mensen met overgewicht zónder zo'n<br />
mutatie is echter veel groter: naar schatting achtennegentig<br />
procent. Maar misschien kun je met<br />
een MC4-stimulator juist deze enorm grote groep<br />
wel veel beter helpen. Hun 'rem' is in principe<br />
intact, maar er is een andere reden waardoor ze<br />
te dik worden. Bij hen kan een medicijn misschien<br />
iets harder op de eetlust-rem trappen.”<br />
Het zijn allemaal paden die anderen ongetwijfeld<br />
met sponsoring van de industrie gaan onderzoeken.<br />
Zo niet Nijenhuis. Laat staan dat hij zich<br />
uitlaat over de ethische vraagtekens die je kan<br />
zetten bij het farmacotherapeutisch manipuleren<br />
van de eetlust bij verder gezonde mensen.<br />
“Ik was nieuwsgierig naar de moleculaire kant<br />
van dit verhaal en die is tijdens mijn promotie<br />
voor een belangrijk deel bevredigd.”<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 17
tekst > Pieter Lomans<br />
foto > Chris Timmers, MTM<br />
Neurologische<br />
bypass voor<br />
Mannen met spina bifida hebben vaak<br />
geen gevoel in hun penis. Door een<br />
lieszenuw aan te sluiten op de penis<br />
ontstaat dat gevoel alsnog. De eerste<br />
resultaten van een experimentele<br />
behandeling.<br />
Spina bifida, ook wel ‘open rug’ genoemd, ontstaat<br />
door afwijkingen aan de neuraalbuis. Die<br />
neuraalbuis wordt in embryo’s in de derde week<br />
van de zwangerschap aangelegd. Uit dit kleine<br />
buisje ontwikkelen zich de hersenen, het ruggenmerg<br />
en de bijbehorende vliezen. Is het buisje<br />
niet goed gesloten, dan raakt het ruggenmerg<br />
beschadigd.<br />
Onder het niveau van de beschadiging, heeft<br />
maar een deel van de zenuwen contact met de<br />
hersenen. Bij spina bifida gaat het dus om een<br />
‘rafelige breuk’, die minder scherp is dan het volledig<br />
doorgesneden ruggenmerg van een dwarslaesiepatiënt.<br />
Dwarslaesiepatiënten hebben<br />
onder de laesie geen controle over hun lichaam<br />
en de zintuiglijke informatie komt ook niet meer<br />
door. Bij spina bifidapatiënten is die grens minder<br />
scherp, waardoor de uitvalsverschijnselen ook<br />
meer verspreid zijn.<br />
Dove erectie<br />
Die uitvalsverschijnselen zijn sterk afhankelijk<br />
van de plaats van het letsel. Hoe hoger het letsel,<br />
hoe meer uitval en hoe ernstiger de symptomen.<br />
Spina bifidapatiënten met laag rugletsel hebben<br />
vaak problemen met lopen en vrijwel altijd een<br />
gestoorde functie van de blaas, endeldarm en<br />
kringspieren. Ook spasticiteit komt vaak voor.<br />
Bijna alle patiënten krijgen te maken met een<br />
neuroloog, kinderarts, uroloog, orthopeed,<br />
neurochirurg en revalidatiearts. Om het overzicht<br />
te bewaren worden patiënten op gezette<br />
tijden bekeken door de spina bifidawerkgroep<br />
in locatie Wilhelmina Kinderziekenhuis, waar<br />
ook fysiotherapie, maatschappelijk werk en verpleegkundige<br />
ondersteuning aanwezig is.<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 18
spina bifida<br />
Omleiding van lieszenuw geeft penis gevoel<br />
Kinderuroloog Tom de Jong maakt deel uit van<br />
de werkgroep. Jaren geleden signaleerde hij dat<br />
de meeste patiënten geen gevoel hadden in hun<br />
penis. “De problemen met plassen, poepen en<br />
lopen kenden we”, zegt hij, “maar over de<br />
gevoelloosheid in de penis, en met name in de<br />
eikel, was nog bijna nooit gesproken of geschreven.<br />
Toch komt die gevoelloosheid vaak voor.<br />
Veel pubers en volwassen mannen met spina<br />
bifida krijgen een erectie, soms ook een zaadlozing,<br />
maar ze voelen daar niets bij. Het gaat<br />
niet gepaard met een erotisch of seksueel gevoel,<br />
het is geen prettige of onprettige ervaring maar<br />
een doof gevoel. Het is iets dat zich afspeelt<br />
zonder enige lichamelijke gewaarwording.”<br />
Geen contact<br />
De Jong nam contact op met plastisch chirurg<br />
Moshe Kon met de vraag of dat gevoel via een<br />
chirurgische ingreep alsnog tot stand is te brengen.<br />
Max Overgoor, die op dat moment assistent<br />
was in de groep van Kon maar inmiddels als<br />
plastisch chirurg werkt bij de Isala-klinieken in<br />
Zwolle, wierp zich op het onderwerp. Hij bestudeerde<br />
de literatuur, waarin het probleem nauwelijks<br />
wordt besproken, en verdiepte zich in de<br />
anatomie van de penis, de lies en de onderste<br />
regionen van het ruggenmerg.<br />
Overgoor: “Vanuit de basis van de penis lopen<br />
twee zenuwbanen naar de eikel, eentje links<br />
en eentje rechts, die voor de gevoeligheid in<br />
de eikel zorgen. Bij spina bifidapatiënten zijn<br />
die zenuwbanen wel aangelegd, maar functioneren<br />
ze niet omdat het contact met de hersenen<br />
is onderbroken.”<br />
Liesomleiding<br />
Plastisch chirurgen zijn bedreven in het hechten<br />
van zenuwen. Als ze een gezonde zenuw konden<br />
aansluiten op de zenuwbundels naar de<br />
eikel, zou die zenuw dan uitgroeien naar de<br />
eikel? Zou die zenuw dan prikkels kunnen<br />
opvangen, waardoor de eikel gevoelig wordt?<br />
Overgoor: “Die mogelijkheid bestaat. Sommige<br />
geopereerd,<br />
de vierde<br />
volgt binnenkort.<br />
Overgoor: “We hebben<br />
bij de jongens slechts een van<br />
>> Ze kunnen nu warm en koud onderscheiden,<br />
maar ook scherp en stomp, en hard en zacht<br />
spina bifidapatiënten hebben wel gevoel in de immers altijd uit de lies. Overgoor: “In de eerste<br />
lies, maar niet in de eikel. Dat komt doordat de maanden na de operatie plaatsen de jongens<br />
zenuwbanen naar de lies veel hoger in het ruggenmerg<br />
ontspringen dan de zenuwbanen naar gen die we het laatste hebben geopereerd vindt<br />
het gevoel inderdaad in de lies. Maar bij de jon-<br />
de eikel. Bij die patiënten is het in principe<br />
nu langzaam een verschuiving plaats naar de<br />
mogelijk om de goed werkende lieszenuw door penis. Kennelijk bezit het brein voldoende soepelheid<br />
en is het plastisch genoeg om zo’n cor-<br />
te snijden en vast te hechten aan de ‘loze’ zenuw<br />
naar de eikel.”<br />
rectie door te voeren.”<br />
Na de nodige voorbereidingen gaf de Medisch Overgoor hoopt dat die plasticiteit nog verder<br />
Ethische Toetsingscommissie (METC) toestemming<br />
voor de behandeling van vier jongens van gevoel, maar ook een seksueel, erotisch gevoel<br />
doorzet. “Omdat je in de penis niet alleen<br />
zestien jaar of ouder. Drie jongens zijn inmiddels wilt hebben. Dat zo’n gevoel ontstaat is niet uit-<br />
de twee zenuwbanen aangesloten, omdat de gesloten. De lies is ook een erotische regio, dus<br />
peniszenuw misschien toch een rol zou kunnen kunnen de hersenen die koppeling misschien<br />
spelen bij de erectie. Het resultaat na de operatie<br />
is verbluffend. Alle jongens hebben nu voor taten goed blijven, kun je de behandeling mis-<br />
toch tot stand brengen. Op termijn, als de resul-<br />
het eerst in hun leven gevoel in hun eikel. Ze schien bij jongere spina bifidapatiënten uitvoeren,<br />
zodat ze vanaf hun vroege jeugd als vanzelf<br />
kunnen warm en koud onderscheiden, maar ook<br />
scherp en stomp, en hard en zacht. Het gevoel in met gevoel in hun penis opgroeien.”<br />
de eikel versterkt het besef dat de penis een<br />
wezenlijk onderdeel uitmaakt van hun lichaam. Meisjes en dwarslaesies<br />
Dat idee, dat je bent wat je voelt, kan door dat Na deze eerste positieve resultaten zien De Jong<br />
plotselinge penisgevoel ook belangrijke psychologische<br />
en seksuele consequenties hebben. Deze hoeft de ingreep niet tot jongens en mannen te<br />
en Overgoor meer toepassingen. Overgoor: “Je<br />
aspecten worden onderzocht door psycholoog beperken. Meisjes en vrouwen met spina bifida<br />
Peggy Cohen-Kettenis, die vanaf het begin nauw hebben vaak een vergelijkbaar probleem met de<br />
bij het project is betrokken.”<br />
clitoris. Daar lopen anatomisch gezien dezelfde<br />
zenuwen naartoe. Ongevoeligheid van de clitoris<br />
Soepel brein<br />
zou je met zo’n ingreep dus ook kunnen aanpakken.”<br />
Het gevoel in de eikel ontstaat niet onmiddellijk<br />
na de operatie. De doorgesneden en op de penis De Jong ziet mogelijkheden voor mensen met<br />
aangesloten lieszenuw moet eerst door de<br />
een lage dwarslaesie. “Die laesie ontstaat vaak<br />
zenuwbanen naar de eikel groeien. Pas als die op volwassen leeftijd, waardoor de patiënten<br />
ingroei heeft plaatsgevonden, ontstaat er<br />
het seksuele gevoel al hebben ontwikkeld.<br />
gevoel. Maar dat is aanvankelijk een heel merkwaardig<br />
gevoel. Een aanraking van de eikel maar zonder het bijbehorende seksuele, eroti-<br />
Na zo’n laesie krijgen ze nog wel een erectie,<br />
voelt aan als een aai in de lies, omdat de hersenen<br />
nog niet in de gaten hebben dat de zenuw in de lies, dan is deze totaal nieuwe ingreep<br />
sche gevoel. Beschikken ze nog wel over gevoel<br />
is omgeleid! Prikkels van die zenuw kwamen waarschijnlijk ook bij hen toe te passen.”<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 19
tekst > Joost van der Gevel<br />
foto > Chris Timmers, MTM<br />
Aidsremmer uit aspirine<br />
Cândida da Fonseca Pereira ontwikkelt een<br />
nieuwe aidsremmer op basis van aspirine.<br />
Aspirine is een ontstekingsremmer, die het ontstekingseiwit<br />
cyclooxygenase-2 (COX-2) remt. In<br />
hoge concentraties is aspirine ook een hiv-remmer,<br />
maar niet bruikbaar voor patiënten.<br />
“Omdat ze dan buizen vol aspirines moeten slikken”,<br />
verklaart onderzoeker Cândida da Fonseca<br />
Pereira. “In zulke hoge doseringen is aspirine<br />
giftig, omdat het ook andere eiwitten remt,<br />
zoals COX-1. Dat eiwit heb je onder andere<br />
nodig voor de bescherming van de maag.”<br />
Om dergelijke bijwerkingen te omzeilen is in<br />
het verleden een aantal derivaten van aspirine<br />
gemaakt, zoals het middel APHS. Dit derivaat<br />
remt geen COX-1, maar wel COX-2 en doet dat<br />
zelfs nog beter dan aspirine. Kortom: APHS is<br />
een goede vervanger van aspirine omdat het<br />
niet alleen uitstekend werkt, maar ook minder<br />
bijwerkingen heeft.<br />
Kandidaat aidsremmer<br />
Opmerkelijk genoeg kan APHS ook hiv remmen.<br />
Zelfs honderd keer beter dan aspirine. “APHS<br />
remt hiv ergens vóórdat het virus geïntegreerd is<br />
in het cellulair DNA. Dus in het eerste deel van op een ander punt in dit omzettingsproces ingrijpt.<br />
de levenscyclus, ergens tussen de binding aan de Hiv muteert snel en is daardoor moeilijk aan te<br />
celwand en de integratie in het cellulaire DNA”, pakken. Om resistentie tegen te gaan worden<br />
stelt Da Fonseca Pereira, die deels op het onderzoek<br />
naar APHS promoveerde. Ze ging op zoek medicijnen gegeven. Da Fonseca Pereira pro-<br />
aidsremmers altijd in cocktails van minstens drie<br />
>> APHS remt hiv vóórdat het virus integreert in het cellulair DNA<br />
naar het precieze aangrijpingspunt van die werking<br />
in de levenscyclus van hiv.<br />
remmers. “APHS werkt andere aidsremmers niet<br />
beerde uit hoe APHS reageert op andere aids-<br />
Voordat hiv een cel binnendringt moet het binden<br />
aan de celwand. Da Fonseca Pereira testte cocktail alleen maar krachtiger. Bovendien remt<br />
tegen”, vertelt ze. “Integendeel, het maakt de<br />
of APHS die binding tegenging. Dat was niet het APHS de replicatie van een aantal virussen dat<br />
geval. Het virus drong ongehinderd de cellen resistent is tegen andere aidsremmers.”<br />
binnen.<br />
Dosis kleinkrijgen<br />
Synergie in de cocktail<br />
“In het laboratorium gebruik ik echter hoeveelheden<br />
die duizend keer zo groot zijn als die<br />
Ze ontdekte dat APHS vooral actief is in de fase<br />
waarin de reverse transcriptie van virus-RNA van de gebruikelijke aidsremmers”, schetst<br />
naar DNA plaatsvindt. APHS remt de productie Da Fonseca Pereira. “Om die hoge dosis te<br />
van viraal DNA. Onduidelijk is nog of APHS het verminderen maken we nieuwe derivaten van<br />
enzym reverse transcriptase remt – het virale APHS, die krachtiger en minder giftig zijn.<br />
enzym dat dit proces aanzwengelt – of dat APHS Wij komen steeds dichter bij het beste stofje.”<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 20
De filosoof Plato ziet het lichaam als kerker van de geest. De vrij zwevende<br />
geest kan elke denkbare gedachte produceren en laat zich door niets inperken.<br />
Behalve door het lichamelijke omhulsel waarin al die vrije gedachten<br />
opborrelen. Volgens de oude Griek wordt een in alle opzichten superieure<br />
geest geknecht door een vreselijk, vleselijk omhulsel.<br />
Mooie woorden van een gerenommeerde filosoof, dacht hij, maar hij wist<br />
wel beter. Een geest zonder lichaam is zwaar gehandicapt. Hij wist het uit<br />
eigen ervaring. Hij had een lichaam dat niet naar hem luisterde, eigenlijk<br />
helemaal niks meer deed. Het loze lichaam liet zijn geest helemaal vrij.<br />
De spieren gehoorzaamden niet meer, waardoor de band tussen lichaam<br />
en geest feitelijk was doorgeknipt. Het lichaam hield op eigen houtje nog<br />
wat essentiële levensprocessen in stand, maar luisterde verder nergens<br />
meer naar. Zijn leven was geest. Hij had Plato’s paradijs bereikt.<br />
Elk paradijs valt tegen zodra het werkelijk wordt bereikt. Hij dacht dan<br />
ook héél anders over het lichaam dan Plato. Bewoog het maar weer,<br />
deed het maar weer iets. Zodat zijn geest zich weer kon uiten. Zodat hij<br />
duidelijk kon maken wat er in zijn hoofd omging.<br />
Natuurlijk was het lichaam geen kerker. Integendeel. Het lichaam is de<br />
mond van de geest. Elke beweging is een gematerialiseerde gedachte.<br />
Zo keek hij er tenminste tegenaan. Juist de geest zónder luisterend<br />
lichaam is gekerkerd.<br />
Een pure denkdaad<br />
Neurologen en fysiologen bestuderen hersenen om te kijken hoe ze een<br />
geest in een verlamd lichaam weer aan de praat kunnen krijgen. Het toverwoord<br />
is elektriciteit. Gedachten ontstaan in zenuwcellen. Die zenuwcellen<br />
produceren elektriciteit.<br />
Als je het elektrisch patroon van een gedachte kunt bepalen, dacht hij,<br />
dan moet je in principe ook gedachten kunnen lezen. Want elke gedachte<br />
heeft een eigen, kenmerkend patroon.<br />
Een aantal Amerikaanse hersenonderzoekers was met zo’n project bezig,<br />
wist hij. Bij ratten. Het ging om een eenvoudige gedachte. Zes ratten leerden<br />
op een hefboom drukken. De hefboom activeerde een robotarm die<br />
water uit een reservoir liet stromen, waarna de ratten hun dorst konden<br />
lessen. De onderzoekers luisterden de hersenactiviteit van de ratten die<br />
op de hefboom drukten zéér nauwkeurig af en kregen zo een elektrisch<br />
signaal in handen dat het lichaam commandeerde.<br />
Daarna deden de onderzoekers iets opmerkelijks. Ze sloten het hersensignaal<br />
rechtsreeks aan op de robotarm, zonder tussenkomst van de<br />
hefboom. Drukten de ratten nu op de nutteloze hefboom, dan opende<br />
de robotarm tóch het waterreservoir! Met afgetapte gedachten commandeerde<br />
de rattengeesten nu rechtstreeks de robotarm.<br />
Zijn geest veerde op. Kennelijk kon je dingen doen zonder lichamelijke<br />
bemoeienis. Een pure denkdaad!<br />
foto > Chris Timmers, MTM<br />
De ratten pasten zich snel aan de nieuwe situatie aan. Ze zagen dat<br />
het reservoir vaak al openging, vóórdat ze op de hefboom duwden.<br />
De opdracht was al uitgevoerd voordat het lichaam in actie kwam.<br />
Al snel verzette de slimste rat geen poot meer wanneer hij dorst had.<br />
Hij wist, dat alleen het denken aan het doen al voldoende was.<br />
Zou Plato dát bedoeld hebben, vroeg hij zich af.<br />
Pieter Lomans<br />
commentaar opinie terzijde<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 21
Tijdens een proef met honden bleek dat een<br />
spierplastiek in combinatie met die slimme<br />
stimulator een vollopende blaas op dezelfde<br />
manier en bijna net zo lang onder controle kan<br />
houden als een natuurlijke kringspier. Goed<br />
nieuws voor stomapatiënten? “Het is nog niet<br />
zover dat het zakje van de stoma af kan”, zegt<br />
Zonnevylle. “Meer binnen bereik ligt, dat een<br />
stomapatiënt naar een concert van een paar uur<br />
kan gaan zonder zich druk te maken over onvertekst<br />
> Manou van de Zande<br />
foto > Chris Timmers, MTM<br />
Dijbeen leert plassen<br />
Elektronische controle over nagemaakte sluitspieren<br />
Een kringspier maken van een dijbeenspier<br />
kan. Deze getransplanteerde spier zijn<br />
nieuwe functie laten uitoefenen is een<br />
ander verhaal. Een assistent plastische<br />
chirurgie met wat natuurkunde en computerprogrammeertaal<br />
in zijn bagage kwam met<br />
een elektronische oplossing.<br />
Spieren die kleine en grote boodschappen<br />
ophouden en doorlaten zijn moeilijk na te<br />
bootsen. Een kringspierplastiek laten werken,<br />
bijvoorbeeld zoals een pacemaker het hart laat<br />
slaan, is een kunststukje waar meer dan alleen<br />
chirurgische kennis voor nodig is. Assistent plastische<br />
chirurgie Erik Zonnevylle combineerde zijn<br />
vakkennis met natuurkunde en computertechnologie<br />
en bouwde een zelfdenkende elektronische<br />
stimulator.<br />
wachte genante geluiden van zijn oncontroleerbare<br />
stoma.”<br />
Een pats stroom<br />
Elektronische stimulatie van spieren is niet nieuw.<br />
Een vrij eenvoudig voorbeeld is de pacemaker, die<br />
de hartspier steeds een zetje geeft. De hartspier<br />
werkt heel simpel: hij heeft maar één tikje nodig<br />
om de impuls door te geven aan het hele hart.<br />
Bij andere spieren gaat dat minder makkelijk.<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 22
Zonnevylle: “Skeletspieren zijn bijvoorbeeld veel<br />
complexer. De spiervezels liggen stuk voor stuk<br />
geïsoleerd en elk groepje spiervezels wordt apart<br />
aangestuurd. Als je zo’n spierbundel in beweging<br />
wilt krijgen, dan is de enige oplossing er een<br />
enorme hoeveelheid stroom door jassen. Nadeel<br />
één: dat kost veel elektriciteit en de batterij die je<br />
bij je draagt is snel leeg. Nadeel twee: de spier<br />
verkrampt in één keer en gaat dus van complete<br />
rust naar een forse krachtsinspanning.<br />
hoe zet je hem harder en zachter? Zonnevylle:<br />
“Onze eigen sluitspieren staan ook niet voortdurend<br />
onder spanning. Neem je blaas: bij een<br />
lege blaas heb je geen spierkracht nodig, bij een<br />
halflege iets meer en met een volle blaas moet<br />
je flink knijpen.” De natuurlijke kringspier corrigeert<br />
zichzelf constant, en dat wilde Zonnevylle<br />
zoveel mogelijk nabootsen. Met behulp van zijn<br />
programmeerkunde ontwikkelde hij een zogenaamd<br />
feedbackprogramma waarmee dat aardig<br />
Dat houdt een spier<br />
niet lang vol. Probeer<br />
maar eens een accu van<br />
>> Een gezonde spierbundel verdeelt zijn krachten<br />
vijfentwintig kilo met uitgestrekte arm vast te<br />
houden. Dat houd je nog geen minuut uit.”<br />
Een gezonde spierbundel verdeelt zijn krachten.<br />
Hij ontziet het ene groepje spiervezels en belast<br />
het andere tot het ene weer is bijgekomen. Die<br />
lukte. “Daarnaast maakten we de stimulator<br />
slimmer, zodat deze kan leren hoe de verschillende<br />
spiervezels vermoeid raken: welke spier<br />
meer of minder stroom nodig heeft, welk segment<br />
ontzien of juist extra belast kan worden.”<br />
harmonieuze afstemming wilden Zonnevylle en<br />
zijn medeonderzoekers graag zo dicht mogelijk<br />
benaderen. “Tot nu toe konden we alleen een<br />
grote pats stroom geven die alle spiervezels<br />
tegelijk op scherp zette. Wij wilden onderzoeken<br />
of het mogelijk was een stimulator te maken die<br />
verschillende impulsen afgeeft, zodat sommige<br />
spiervezels even kunnen uitrusten en ze niet<br />
allemaal tegelijk strak staan.”<br />
Hondenblaas<br />
Bij acht honden testte Zonnevylle het ‘plas<br />
ophouden’ – met hun echte eigen sluitspieren<br />
en met getransplanteerde spierplastieken.<br />
De plastieken kregen elektrische impulsen van<br />
de slimme stimulator en reageerden goed op<br />
een snel veranderende druk op de blaas. “Dat is<br />
goed nieuws, want een sluitspier moet heel snel<br />
kunnen reageren. Als die zich pas na drie seconden<br />
Willy Wortel<br />
Zonnevylle ging als een Willy Wortel aan de<br />
gang met oude computers, soldeerbouten, twee<br />
programmeertalen én wat elektronisch inzicht.<br />
“Om een goed controleerbaar elektrisch veld te<br />
maken, heb je tenminste twee elektrodes nodig.<br />
Dat heet een bipolaire toepassing. Daarnaast<br />
zorgen meerdere van deze elektrodeparen voor<br />
meerdere elektrische velden die verschillende<br />
delen van de spieren achter elkaar kunnen laten<br />
samentrekken (sequentiële stimulatie). Vanuit<br />
de stimulator, die bestaat uit een behuizing en<br />
batterij, lopen diverse elektrodedraadjes naar<br />
de spier toe. Zo maak je kleine elektrische veldjes<br />
waar je controle over hebt.” Zonnevylle en co<br />
testten dit op een eenvoudige spier en het resultaat<br />
bleek twintig keer zo goed als de conventionele<br />
alles-of-niets-methode. “Wij zagen volop<br />
mogelijkheden.”<br />
Maar toen ze iets hoger grepen, en de stimulator<br />
testten op de veel ingewikkelder na te maken<br />
sluitspier, bleek het ei van Columbus nog niet<br />
gevonden te zijn. “Onze methode werkte hier<br />
nog maar drie keer zo goed als de conventionele.”<br />
Om een sluitspier na te bootsen, gebruiken<br />
chirurgen meestal een gracilisspier, een spier uit<br />
de binnenkant van het dijbeen.<br />
De nieuwe stimulator vroeg dus om verfijning:<br />
aanspant, heeft de patiënt al een natte<br />
broek.” In vergelijking met de echte sluitspieren<br />
kwamen de plastieken in combinatie met de<br />
slimme stimulator er goed vanaf. “Bij veertig<br />
centimeter waterdruk deed onze sluitspier het<br />
zelfs beter. Vreselijk interessant dus om die elektronisch<br />
aangestuurde sluitspier in de mensenpraktijk<br />
te gaan toepassen.”<br />
Een implanteerbare sequentiële stimulator met<br />
feedback is vrij makkelijk te maken, denkt<br />
Zonnevylle. “We willen een apparaatje ontwikkelen<br />
dat we kunnen testen op mensen. Eerst<br />
moeten we nog uitgebreidere en chronische<br />
experimenten met proefdieren doen. Maar als je<br />
bedenkt dat zo’n apparaatje veel simpeler in<br />
elkaar steekt dan een mobiele telefoon, dan<br />
moet daar op den duur dus makkelijk iets kleins<br />
à la de pacemaker van te maken zijn.” De assistent<br />
plastische chirurgie is enthousiast over het<br />
verder kijken dan je eigen vakgebied. “Ik kan<br />
veel mensen aanwijzen die beter kunnen opereren<br />
dan ik, veel beter in natuurkunde zijn of<br />
echt briljant kunnen programmeren, maar als<br />
verschillende vakgebieden elkaar nooit raken<br />
mis je veel kansen. Het probleem is dat technici<br />
niet goed kunnen spreken met artsen en vice<br />
versa. Ze spreken een andere taal. Dát houdt<br />
progressie in de wetenschap tegen.”<br />
>><br />
Spierplastieken:<br />
meer dan gatenvullers<br />
Een spierplastiek is, simpel gezegd, meestal<br />
een constructie om een gat mee te vullen.<br />
Met spierweefsel uit een ander deel van het<br />
lichaam wordt een defect gevuld. Dat defect<br />
kan veroorzaakt zijn door een ongeluk. Een<br />
motorrijder verbrijzelt tijdens een verkeersongeval<br />
bijvoorbeeld een been. Vroeger<br />
moest dat been geamputeerd worden.<br />
Botten aan elkaar zetten kan wel, maar<br />
zonder laagje spieren en huid eroverheen<br />
gaat het bot dood.<br />
Sinds de intrede van de microchirurgie begin<br />
jaren zeventig kunnen vernielde spieren<br />
soms vervangen worden door andere,<br />
misbare spieren uit het lichaam van de<br />
onfortuinlijke motorrijder. Misbare spieren<br />
zijn bijvoorbeeld de grote rugspier, kleinere<br />
spieren aan de binnenkant van het dijbeen,<br />
of een ‘wasbord’-spier uit de buik.<br />
Schouders, benen en buik functioneren<br />
nog steeds prima als de chirurg deze spieren<br />
weghaalt en aansluit op de bloedvaten in<br />
het beschadigde gebied.<br />
Plastisch chirurgen zinnen al enige tijd op<br />
manieren om hun plastieken meer te laten<br />
zijn dan gatenvullers. Hoe kunnen ze zo’n<br />
getransplanteerde spier in zijn nieuwe<br />
omgeving ook laten wérken? Rugspieren<br />
hebben andere instructies meegekregen<br />
dan armspieren. Hoe kun je de hersenfuncties<br />
nabootsen die opdracht geven aan de<br />
spieren? Een manier is het geven van elektronische<br />
impulsen, de methode die Erik<br />
Zonnevylle gebruikt. Het lichaam foppen is<br />
een andere manier. Dat kan bijvoorbeeld bij<br />
een halve aangezichtsverlamming. Een deel<br />
van de aangezichtszenuw aan de goede<br />
kant wordt gebruikt om aan de verlamde<br />
kant het correcte signaal te geven, waardoor<br />
een naar het aangezicht getransplanteerde<br />
spier symmetrisch werkt. Dit is een<br />
microchirurgisch hoogstandje, dat ook met<br />
enige regelmaat in het <strong>UMC</strong> <strong>Utrecht</strong> wordt<br />
toegepast.<br />
l nr 3 <strong>juni</strong> <strong>2003</strong> l 23
S T E L L I N G<br />
Spieren doof voor geluid<br />
tekst > Joost van der Gevel<br />
foto > Jan Hendrik Demmink<br />
Het huidige gebruik<br />
van ultrageluid in de<br />
fysiotherapie is<br />
milieuvervuiling<br />
Promovendi leveren bij hun proefschriften<br />
vaak een aantal stellingen.<br />
Fysiotherapeut Jan Hendrik Demmink<br />
licht een van zijn stellingen toe.<br />
“<br />
Warmte geeft een betere elasticiteit en<br />
rekbaarheid in spieren en pezen, en minder pijn.<br />
Fysiotherapeuten gebruiken daarom technieken<br />
die warmte afgeven, zoals ultrageluid. Maar wat<br />
wij in de fysiotherapie doen aan warmtebehandeling<br />
met ultrageluid, levert nauwelijks warmte<br />
op. We werken dus met geluid, terwijl er níets<br />
uitkomt. Als je iets alleen hard aanzet zonder<br />
resultaat, is het milieuvervuiling. Dat mensen<br />
ultrageluid toevallig niet horen, betekent<br />
immers niet dat het er niet is. Honden en katten<br />
horen het wel.<br />
Het probleem met ultrageluidbehandelingen is,<br />
dat het weefsel verbrandt als je de kop waar het<br />
geluid uitkomt stilhoudt. Vergelijk het met een<br />
strijkijzer, dat brandt ook door de stof als je het<br />
niet beweegt. Om de warmte te verdelen draai<br />
je rondjes met de geluidskop, maar daardoor<br />
krijg je minder warmte. Onze handelingen werken<br />
dus noodgedwongen de warmtewerking<br />
tegen in plaats van die te bevorderen. De warmtewerking<br />
is afhankelijk van de snelheid en de<br />
manier van bewegen. Iedere fysiotherapeut doet<br />
dat anders. Het ultrageluid zoals wij dat nu<br />
gebruiken, werkt daardoor niet gelijkmatig en<br />
is dus niet precies.<br />
Auditieve varkensspier<br />
Ik onderzocht het effect van ultrageluid op verschillende<br />
spieren van een varken. Elke spier<br />
heeft een andere warmtewerking, waardoor je<br />
het gebruik van ultrageluid steeds moet aanpassen.<br />
Dat gebeurt niet. Fysiotherapeuten zijn dus<br />
eigenlijk de hele tijd met een experiment bezig,<br />
terwijl de patiënt daar nota bene voor betaalt.<br />
Dat kan niet. Behandelaars moeten weten wat<br />
ze doen.<br />
We zouden ultrageluid moeten focussen zoals<br />
dat kan met een lichtstraal. Als je daar een<br />
brandglas voor zet, bundel je het licht in een<br />
centrale plek: het brandpunt. Op een vergelijkbare<br />
manier kun je ook het geluid richten, waar-<br />
door je – zolang je de ultrageluidsintensiteit<br />
laag houdt – weefsels kunt verwarmen zonder<br />
verbranding.<br />
Binnen de fysiotherapie is veel onderzoek<br />
gedaan om het effect van behandelingen te<br />
meten. Heeft een behandeling te weinig effect,<br />
dan wordt daar vaak direct mee gestopt.<br />
Onderzoek naar een mogelijke verbétering<br />
wordt niet gedaan. Dat geldt in Nederland<br />
bij uitstek voor ultrageluid. Het wordt steeds<br />
minder gebruikt nadat de Gezondheidsraad in<br />
1999 het gebruik ervan helemaal afkeurde.<br />
Die conclusie gaat me toch iets te ver.<br />
Ook geen warmte<br />
De Gezondheidsraad heeft dit besloten op grond<br />
van een paar wetenschappelijke artikelen. In die<br />
artikelen is aangetoond dat een behandeling<br />
met ultrageluid niet het gewenste resultaat had<br />
op spieren en pezen, en dat pijn daardoor niet<br />
afnam. Maar in die onderzoeken gaf de ultrageluidbehandeling<br />
óók geen warmte. De<br />
Gezondheidsraad kon zich destijds nog niet<br />
baseren op onderzoek waarbij ultrageluid wél<br />
het beoogde warmte-effect geeft, en daarna de<br />
werking op spieren, pezen en pijn toetsen.<br />
In de rest van de wereld wordt ultrageluid nog<br />
veel gebruikt. Ook met succes, bijvoorbeeld bij<br />
reumapatiënten. Maar het succes is heel afhankelijk<br />
van wie het toepast en hoe. Als fysiotherapeuten<br />
vinden dat ze warmte moeten geven,<br />
moet er onderzoek naar warmtebehandelingen<br />
komen. De fysiotherapie moet wetenschappelijker<br />
gaan werken. Daar sta ik vierkant achter. Dat<br />
betekent ook, dat je de technieken en instrumenten<br />
moet blijven evalueren. Dat je die steeds<br />
probeert te verbeteren. Dan kan ook ultrageluid<br />
nog een heel nuttige techniek zijn.<br />
”<br />
Jan Hendrik Demmink werkt al dertig jaar in Noorwegen,<br />
waar hij verbonden is aan de hogeschool van Bergen.<br />
Hij promoveerde onlangs in <strong>Utrecht</strong>.