Vlaamse Schrijnwerker_november_2008.pdf - Magazines ...
Vlaamse Schrijnwerker_november_2008.pdf - Magazines ...
Vlaamse Schrijnwerker_november_2008.pdf - Magazines ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Passiefbouw/houtskeletbouw<br />
overeen met 1 liter stookolie of 1 m³ aardgas. Het passieve<br />
criterium zegt dan ook dat we netto maximaal +/-1,5 liter<br />
stookolie mogen verbruiken voor verwarming, per vierkante<br />
meter en per jaar. Voor een woning van 150 m² vloeroppervlakte<br />
komt dit dus neer op 225 liter stookolie per jaar. Met een<br />
tank van 2000 liter kom je met andere woorden 9 jaar toe voor<br />
verwarming…<br />
Daarnaast mag voor een passiefhuis de oververhittinggraad<br />
maximaal 10% boven de 25°C bedragen. Deze eerste twee voorwaarden<br />
worden berekend aan de hand van de PHPP-software,<br />
welke hiervoor speciaal werd ontwikkeld. De luchtdichtheid<br />
moet na de ruwbouwwerken worden getest aan de hand van<br />
een pressuratieproef, waarbij n50 ≤ 0,6 m³/m³.h .<br />
Dat dit strenge eisen zijn, mag blijken uit de vergelijking met<br />
een lage energiewoning waar Everw ≈ 60 kWh/m².a en n50 =<br />
1 à 1,5 m³/m³.h bedraagt. Voor een standaard gebouw geldt<br />
gemiddeld Everw ≈ 100 kWh/m².a en n50 = 3 à 6 m³/m³.h.<br />
Comfortabel binnenklimaat<br />
Het resultaat van de passieve eisen is een gebouw waar een<br />
zeer comfortabel binnenklimaat wordt gerealiseerd in de<br />
winter én in de zomer, met slechts een minimum aan actieve<br />
verwarming en koeling. Het passieve schrijnwerk speelt hierbij<br />
een zeer belangrijke rol. De drievoudige beglazing met een<br />
U-waarde kleiner dan 0,8 W/m²K isoleert zo goed dat zelfs bij<br />
een buitentemperatuur van -10°C de oppervlaktetemperatuur<br />
van het glas binnen nog 18°C bedraagt. Dat is ook nodig,<br />
want in een passief gebouw is de verwarmingsvraag zo klein,<br />
dat je niet langer radiatoren onder de ramen kan plaatsen om<br />
de koudestraling van standaard glas te compenseren. De hoge<br />
luchtdichtheidsgraad van passiefwoningen sluit tocht uit, en<br />
zorgt voor een prima akoestische isolatie, wat het comfort nog<br />
verhoogt. Als vuistregel geldt dan ook dat een standaard passiefraam<br />
een Uw-waarde mag hebben van maximaal 0,85 W/m²K,<br />
en minimum tot luchtdichtheidsklasse 3 moet behoren om een<br />
voldoende comfort te kunnen garanderen.<br />
Een bijkomend voordeel van zulke lage U-waarden, in combinatie<br />
met een relatief hoge zontoetredingsfactor van 50% of<br />
meer, is dat de ramen op het zuiden, en in mindere mate deze<br />
op het oosten en het westen, in de winter over een langere<br />
periode gemeten meer warmte zullen binnenlaten via het zonlicht<br />
dan dat er warmte zal ontsnappen. Het passiefraam wordt<br />
dan ook een echte passieve zonneverwarming.<br />
De hoge kwaliteit van een passiefhuis stopt echter niet bij<br />
het raam zelf. Ook de inbouw van het raam moet zorgvuldig<br />
worden uitgevoerd. Het schrijnwerk moet luchtdicht worden<br />
verbonden met de luchtdichte laag aan de binnenzijde van de<br />
muur, meestal het dampscherm. Bovendien moet de inbouw<br />
ook zo koudebrugvrij als mogelijk worden uitgevoerd. Het<br />
schrijnwerk wordt hierom vaak in het vlak van de isolatie geplaatst,<br />
en de isolatie wordt aan de buitenzijde doorgetrokken<br />
tot over het raamkozijn.<br />
Het lijkt erop dat hier als besluit kan gesteld worden dat de<br />
realisatie van een passief gebouw vrij radicaal is. Dat klopt ook<br />
gedeeltelijk, gezien de hoge eisen die het passiefconcept stelt<br />
aan comfort en bouwkwaliteit. In de dagdagelijkse praktijk<br />
zien we echter dat dit voor veel bouwprofessionelen die uitvoeringskwaliteit<br />
hoog in het vaandel dragen geen enkel probleem<br />
vormt. Het aantal zelfstandigen en bedrijven welke zich toeleggen<br />
op passieve oplossingen neemt dan ook sterk toe, van<br />
sleutel-op-de-deur aannemers over installatietechnieken tot<br />
schrijnwerkers. De evolutie naar energiezuinig bouwen brengt<br />
dan misschien een meerkost mee, deze meerkost wordt geïnvesteerd<br />
in de eigen bouwsector, verstevigt de concurrentiepositie<br />
van de gedegen bouwprofessioneel, helpt de CO 2<br />
doelstellingen<br />
te behalen daar waar het gemakkelijkst kan worden bespaard op<br />
emissies, en maakt België minder afhankelijk van buitenlandse<br />
energie.<br />
Ir. Arch. Wouter Hilderson<br />
Passiefhuis-Platform vzw, Technisch adviseur<br />
Wouter.hilderson@passiefhuisplatform.be<br />
30 De <strong>Vlaamse</strong> <strong>Schrijnwerker</strong> NOVEMBER 2008