12 april - Stad Harelbeke

HOOFDSTUK 8. Technische specificaties voor grafmonumenten, grafkuilen en beplanting
en bepaling aangaande werken
Art. 349.1
De afstand tussen de gewone grafkuilen wordt vastgesteld op 30 cm.
Een grafmonument kan twee en maximum drie graven bedekken. Het onbedekt gedeelte
op beide zijkanten is minimum 10 cm.
Art. 349.2
De graftekens op de graven bestaan uit een rechtstaand en gebeurlijk uit een platliggend
gedeelte, uitgevoerd in natuurlijke materialen.
Art. 349.3
De afmetingen zijn de volgende:
A. Opstaand gedeelte van het grafmonument
- de maximum hoogte van het grafmonument bedraagt 100 cm, gemeten van het
maaiveld af;
- de breedte is maximum de breedte van het platliggend gedeelte;
- het opstaand grafmonument of de deksteen bij een graftombe wordt geplaatst
op 15 cm van de dwarse scheidingsgrens der graven.
B. Platliggend gedeelte van het grafmonument:
Art. 349.4
- breedte van het graf:
o gemene graven: max. 80 cm.
o geconcedeerde graven: max. 90 cm.
- het grafmonument wordt geplaatst in het midden van het perceel
- hoogte: maximum 35 cm, minimum 10 cm
- diepte: van de dwarse scheidingsgrens der graven de volle diepte van hetzij
maximum 240 cm
- de zijkanten worden bedekt met witte natuurlijke keien, met een max. diameter
van 20 mm.
Enkel lage beplanting met een hoogte beperkt tot 60 cm is toegelaten. De beplanting mag
zich niet uitbreiden boven de aanpalende graven. Beplanting in overtreding met
voorgaande bepalingen zullen, zonder verwittiging, ambtshalve door de stadsdiensten
verwijderd worden.
Art. 349.5
De steenplaat van columbaria wordt in de daartoe voorziene sponning van het element
geplaatst. De dikte van de plaat correspondeert met de diepte van de sponning in de rand
van het element, zodat na de dichting van de voorvlakken van nisranden en afdekplaat in
hetzelfde vlak liggen.