Manifest en convenant Geschikt wonen voor ... - Gemeente Breda

Manifest en convenant
Geschikt wonen voor iedereen
2007-2010
Fotografie: Ton van Til

Manifest
Geschikt wonen voor iedereen
2007-2010

Voorwoord
In 1998 is de Gemeente Breda gestart met Geschikt wonen voor iedereen (GWI). GWI is
inmiddels uitgegroeid tot een project van formaat. De ondertekening van dit manifest GWI en
het bijbehorende convenant 2007-2010, door de gemeente en 26 maatschappelijke partners,
bevestigt dit nog eens.
Er zijn inmiddels flinke stappen gezet. Dat blijkt ook uit de onlangs gehouden evaluatie van
het GWI-beleid over de periode 2002-2006. Zo zijn er nu meer aangepaste woonvormen voor
ouderen en mensen met een beperking, zijn er meer straten beter toegankelijk en is het
aantal zorg- en welzijnsactiviteiten toegenomen.
Dat is mooi, maar we zijn er nog niet. Er valt nog een heleboel te doen.
Dit manifest is opgesteld in goed overleg met de maatschappelijke partners en heeft als doel
nogmaals te toetsen of alle partijen achter de uitgangspunten en doelstellingen staan van
GWI. De afspraken die in het convenant zijn vastgelegd, maken duidelijk wat we met elkaar
tot 2010 willen en waar we elkaar op kunnen aanspreken. Enkele afspraken zijn bijvoorbeeld
de spreiding van het aantal aanpasbare woningen over diverse woongebieden, er voor zorgen
dat 20% van de woningvoorraad in de centrale zone geschikt is voor ouderen, het verder
ontwikkelen van zorgkruispunten in de gebieden en het ontwikkelen van wijkinformatiepunten.
Voor sommigen was het convenant nog te algemeen, voor anderen ging het convenant veel
te ver. Desondanks zijn we er in geslaagd om met elkaar een document te maken dat door
zoveel partijen wordt ondertekend.
De ondertekening van het manifest bewijst dat de maatschappelijke partners in Breda bereid
zijn in een tijd van marktwerking en schaalvergroting, duurzaam te investeren in GWI. Daarbij
blijven ze oog houden voor de menselijke maat en wat er in de wijken gebeurt.
Daar ben ik trots op.
Namens het gemeentebestuur,
Marja Heerkens,
Wethouder Sociale Zaken, Wmo, Grondbeleid
Manifest Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010

Manifest Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010

Manifest Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
Het project Geschikt wonen voor iedereen (GWI) is, sinds de start in 1998, uitgegroeid
tot een groot project, waarbij gemeentebreed door gemeente en maatschappelijke
partners inspanningen worden geleverd op het terrein van wonen, welzijn en zorg.
Breda is in een vroeg stadium gaan anticiperen op de gevolgen van de vergrijzing
en de vermaatschappelijking van de zorg en liep daarmee vooruit op de Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze voorsprong biedt belangrijke kansen
die optimaal benut moeten worden. De Wmo vraagt immers van gemeenten om
samen met de maatschappelijke partners voldoende ondersteuning te organiseren,
waardoor burgers actief aan de samenleving deel kunnen (blijven) nemen. Speerpunt
daarbij is het zo lang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving kunnen blijven
wonen, zonder in sociaal isolement te raken. Het gemeentebestuur heeft structureel
in het kader van het coalitieakkoord financiële middelen ter beschikking gesteld.
Voor de bestuursperiode 2006-2010 is per jaar een bedrag van € 300.000 uitgetrokken
voor gebiedsimpulsen GWI. Tevens is voorzien in € 170.000 voor (gemeentelijke)
proceskosten.
1. Visie gemeente
Mensen willen het liefst hun eigen leven zoveel mogelijk inrichten. Voor sommige mensen is
dat alleen mogelijk wanneer een woonmilieu wordt geboden waar op maat van hun persoonlijke
omstandigheden extra kwaliteiten aanwezig zijn. Daarin ligt de uitdaging van GWI:
het creëren van condities in de eigen woonomgeving die de zelfredzaamheid en participatie
van bewoners ondersteunen en de leefbaarheid vergroten. Voorzieningen op het gebied van
wonen, welzijn en zorg zijn daar een essentieel onderdeel van.
De gemeente zet zich in om samen met de maatschappelijke partners woningen, woonomgeving,
zorg- en dienstverlening in onderlinge samenhang op te plussen tot een niveau
waarbij burgers een prettig leefklimaat hebben. Het is belangrijk dat burgers in de levensloopbestendige
woonwijk terecht kunnen voor hun dagelijkse levensbehoeften. Jong of oud,
mobiel of immobiel, snel of wat langzamer, het maakt niet uit hoe mensen zijn of willen
leven, het streven is gericht op een levensloopbestendige woonwijk. Bij het project GWI
wordt de ontwikkeling en uitvoering van beleid integraal opgezet en uiteenlopende sectoren
trekken beleidsmatig en op uitvoeringsniveau met elkaar op. Doel is dat de bewoners zichzelf
kunnen redden en kunnen deelnemen aan de samenleving zoals zij dat willen. Het project
GWI levert op deze manier een belangrijke bijdrage aan de realisering van centrale doelstellingen
vanuit de Wmo.
2. Doelstelling
De doelstelling van GWI is om mensen in staat te stellen zo zelfstandig mogelijk te wonen en
te leven, ook wanneer zij behoefte krijgen aan begeleiding, ondersteuning of zorg. De
geschikte woonplek ligt daarbij voor veel mensen in de eigen, vertrouwde buurt.
Geschikt wonen voor iedereen levert veilig en goed wonen op voor alle inwoners van Breda.
Speciale aandacht gaat hierbij uit naar:
• ouderen;
• bewoners met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking;
• chronisch zieken.
In de Bredase woonwijken is het streven daarom gericht op:
• voldoende aanbod van geschikte woningen voor mensen met een beperking;
• voldoende benodigde voorzieningen voor welzijn en zorg;
Voldoende aanbod in vergelijking met de Bredase norm. Basis hiervoor is het onderzoek van Onderzoek en Informatie van de
Gemeente Breda.
Manifest Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010

• een voldoende levensloopbestendige woonomgeving;
• (verbetering van) kleinschalige dienstverlening dicht bij huis;
• het tot stand brengen van voldoende sociale cohesie.
Bij de toetsing van de levensloopbestendigheid van woonwijken worden normen gehanteerd,
waarbij ouderen als referentiekader dienen. Dit vanwege het feit dat wanneer een wijk geschikt
is voor ouderen deze voor een belangrijk deel ook geschikt zal zijn voor andere groepen die
specifieke eisen stellen aan een wijk. Bij het hanteren van de normen op het gebied van wonen
en zorg is wel rekening gehouden met mensen met een lichamelijke, verstandelijke en
psychiatrische beperking.
3. Uitgangspunten uitwerking GWI
Bij de uitwerking van GWI hanteren we de volgende uitgangspunten:
a. Klantgestuurd
De behoeften en de beleving van de bewoners staan centraal bij het formuleren van het
aanbod. Dat geldt binnen de wijkgerichte aanpak van GWI op twee schaalniveaus: het
wijkniveau en de individuele klant.
b. Keuzevrijheid
De Bredase bewoner is vrij in de keuze uit het aanbod op het gebied van wonen, welzijn
en zorg.
c. Transparantie in informatievoorziening
Om keuzevrijheid mogelijk te maken is een goed toegankelijke en bovenal onafhankelijke
informatievoorziening een voorwaarde.
d. Ontkoppeling wonen, welzijn en zorg
Om keuzevrijheid en zelfstandigheid te bevorderen wordt een vergaande ontkoppeling
tussen wonen, welzijn en zorg nagestreefd. Vernieuwende en open samenwerkingsstructuren
tussen de aanbieders zijn nodig om dit te bereiken.
e. Niet apart maar samen
Bewoners moeten, ook wanneer zij behoefte hebben aan begeleiding, ondersteuning of
zorg, de uitdaging behouden om volwaardig in de samenleving te participeren. Voorzieningen
dienen daarom zo te worden opgezet dat gebruikers uitgenodigd worden om in contact te
komen met mensen van andere leeftijden en leefstijlen.
Dit uitgangspunt heeft nog een andere dimensie: voor een goed algemeen voorzieningenniveau
is een breed draagvlak noodzakelijk, speciale voorzieningen voor specifieke doelgroepen
zullen ten koste gaan van dit draagvlak.
f. Algemeen voor specifiek/doelgroepgericht
Om zo gewoon en zelfstandig mogelijk te blijven wonen is het van belang dat mensen
gebruik kunnen blijven maken van reguliere voorzieningen. Specifieke voorzieningen zijn
alleen nodig wanneer het niet anders kan.
g. Gemeenschappelijkheid in behoeften
Het is van belang geen onderscheid te maken op basis van beperkingen, maar gemeenschappelijkheid
te zoeken op basis van behoeften. Dit wordt gedaan door op basis van de
vraag vanuit de wijk zoveel mogelijk de combinatie te zoeken tussen klantgroepen mét
en zonder beperking. Dit vergroot tevens het economische draagvlak voor de voorzieningen
en dienstverlening.
Manifest Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010

h. Ketensamenwerking
Om optimaal te kunnen voldoen aan de vraag in de samenleving, dienen alle schakels in de
keten van zorg, wonen en welzijn met elkaar verbonden te zijn. Binnen de verschillende
ketens is het van belang zowel te werken aan participatie, preventie en vroegsignalering als
aan hulp en herstel. Schakels moeten naadloos samenwerken rondom individuele cliënten
én verbonden zijn op niveau van het GWI-gebied. Wanneer er zich in de uitvoering knelpunten
voordoen of het tempo in één van de ketens anders verloopt dan verwacht, dan
verbinden de maatschappelijke partners zich om tot gezamenlijke oplossingen te komen.
i. Kwaliteit in coalitie vóór kwantiteit rond de vergadertafel
Voor de realisatie van de GWI-doelstellingen is op gebiedsniveau samenwerking noodzakelijk.
Hierbij dienen de partijen een juist evenwicht te vinden tussen de verschillende
belangen en de wens samenwerking te realiseren. De maatschappelijke partners kiezen
op gebiedsniveau zelf hun partners waarmee zij een goed, sluitend en vraaggestuurd
aanbod willen realiseren dat past binnen de uitgangspunten van GWI.
j. Sociale samenhang
Sociale vitaliteit is voor vrijwel iedereen belangrijk om prettig te kunnen wonen en is voor
veel kwetsbare mensen de voorwaarde om zich geborgen, geaccepteerd en veilig te
voelen. Vanuit de Wmo vormt de omgeving als sociaal vangnet de basis. Activiteiten die
vanuit GWI worden ontplooid, dienen dan ook altijd mede te worden beoordeeld op hun
meerwaarde op het gebied van de versterking van de sociale samenhang.
4. Uitwerking
De uitwerking gebeurt op twee niveaus, namelijk op stedelijk niveau en op gebiedsniveau.
a. Stedelijke uitwerking (stedelijk convenant)
De stedelijke uitwerking is neergelegd in het manifest en wordt door partijen bekrachtigd
door ondertekening van het manifest. Het manifest is een visiedocument, waarin op het
gebied van wonen, welzijn en zorg doelen en uitgangspunten zijn geformuleerd.
Bij het manifest hoort een stedelijk convenant, waarin per sector algemene prestatieafspraken
zijn geformuleerd tot 2010. Het convenant baseert zich vooral op de resultaten
van het rapport ‘Inspanningen en resultaten Geschikt wonen voor iedereen 2002-2006’.
Dit rapport geeft aan wat er tot 2006 is bereikt op het terrein van GWI en wat de opgave
is voor de komende periode. Met het manifest en het daarbij horende convenant wil de
Gemeente Breda samen met de maatschappelijke partners in de periode 2007-2010 een
flinke impuls geven aan de verdere uitwerking van GWI.
Het manifest biedt een kader voor de concrete uitwerking van GWI per gebied/wijk.
b. Gebiedsuitwerking (wijkconvenant)
Op gebiedsniveau zijn prestaties of clusters van prestaties te benoemen. Veel maatschappelijke
partners zijn al jaren bezig met GWI en nemen actief deel aan de activiteiten die er
mee samenhangen. De gemeente wil in samenwerking met de maatschappelijke partners
de lopende processen en activiteiten benoemen in concrete actieplannen, zodat ook de
resultaten goed in beeld komen. Het succes van GWI is immers voor een belangrijk deel
te danken aan de inspanningen van de maatschappelijke partners in Breda. Op gebiedsniveau
geven partijen concreet aan welke prestaties zij in de woongebieden tot 2010 kunnen
realiseren en geven ze ook aan met wie ze dat willen realiseren. De maatschappelijke partijen
kunnen in de actieplannen per woongebied bijvoorbeeld aangeven dat ze uitvoerder zijn van
een concreet deelproject, als participant in een samenwerkingsverband deelnemen of als
trekker van een samenwerkingsproject. Dit wordt vervat in een wijkconvenant.
Manifest Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010

Leidraad is de gedragscode, die de partijen hebben opgesteld (zie bijlage 2).
De in 2006 uitgekomen gebiedsmatrixen GWI en de inventarisatie specifieke voorzieningen
voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking en mensen met psychische
problemen die bureau SOAB in opdracht van de gemeente heeft gemaakt, bieden een goede
basis voor de verdere uitwerking.
5. Uitnodiging aan partijen om het manifest te ondertekenen
Het manifest is geen papieren overeenkomst, omdat het gekoppeld is aan een convenant
waaraan de maatschappelijke partijen in de stad zich willen committeren. Immers, de
extramuralisering en de vermaatschappelijking zetten zich door. Ouderen en mensen met een
beperking willen langer zelfstandig blijven wonen. De gemeente wil samen met de maatschappelijke
partners er de schouders onder zetten om dit professioneel te borgen. De
gemeente nodigt de maatschappelijke partners van harte uit om het manifest te tekenen.
Door ondertekening van het manifest geven de partijen aan:
a. dat zij de visie van de gemeente delen;
b. dat zij de doelen en werkwijze onderschrijven;
c. dat zij handelen volgens de gedragscode zorg, welzijn en wonen (bijlage 2);
d. dat zij willen intekenen op concrete activiteiten per gebied, als uitvoerder van een
concreet deelproject, als participant in een samenwerkingsverband of als trekker van een
samenwerkingsproject.
Manifest Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010

Convenant
Geschikt wonen voor iedereen
2007-2010
Prestatieafspraken
wonen-welzijn-zorg
in de gemeente Breda
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010

Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
10

Convenant Geschikt wonen voor iedereen
2007-2010
• Amarant
• Bredaas Centrum Gehandicaptenbeleid
• Concern Aeneas & Oranjehaeve, IJpelaar
• Gemeente Breda
• GGZ Regio Breda
• Gezamenlijk Overleg Bredase Ouderenbonden (GOBO)
• Huispitaal
• Instituut Maatschappelijk Welzijn (IMW)
• Mark en Maasmond
• MEE West-Brabant
• Nederlandse Stichting voor Woon- en Activiteitencentra voor lichamelijke gehandicapten,
meervoudige gehandicapten en niet aangeboren hersenletsel (NSWAC)
• Overleg Ouderenbeleid Breda (OOB)
• Stedelijke Woonconsumenten Organisatie Breda (SWOB)
• Stichting Elisabeth, De Donk
• Stichting Ouderenwerk Breda
• Stichting Vertizontaal
• Verpleeg- en verzorgingshuis De Leystroom
• Woonstichting Singelveste
• WonenBreburg
• Woningstichting Laurentius
• Woonzorgcentrum De Breedonk
• Zorgcentrum Raffy
• Zorgcentrum Ruitersbos
• Zorgcentrum Vredenbergh
• Zorgcentrum De Werve
• Zorgcentra Zuiderhout
• Zorgspectrum Breda
Hierna gezamenlijk te noemen: partijen,
overwegende dat,
a. de groeiende vraag naar zelfstandig wonen van mensen met een beperking of een
chronisch psychisch probleem en mensen met een psychosociaal probleem, leeftijdsbreed
en ongeacht herkomst, noopt tot samenwerking op de terreinen van wonen, welzijn en
zorg;
b. de Gemeente Breda op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) het
regisseurschap is toebedeeld ten aanzien van de terreinen wonen, welzijn en
huishoudelijke zorg;
c. de Gemeente Breda en het Zorgkantoor West-Brabant er naar streven om in overleg met
de maatschappelijke organisaties zo goed mogelijk in te spelen op de gevolgen van deze
ontwikkelingen via het project Geschikt wonen voor iedereen;
d. dat de veranderingen in het zorg- en dienstverleningsstelsel het nodig maken om na te
denken over ontschotting, ontkokering, deregulering, efficiënt en resultaatgericht werken
en de (on)mogelijkheden van wijkgerichte zorg- en dienstverlening;
e. dat het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) Breda heeft aangewezen
als proeftuin Wmo met als opdracht om prestatieveld 5 (= het bevorderen van de
participatie van mensen met een beperking) uit te werken en speciaal aandacht te
besteden aan ‘ketenregie’ en ‘inclusief beleid’;
Hoewel het Zorgkantoor West-Brabant zichzelf niet als tekenende partij beschouwt, met name vanwege zijn rol als financier van
de zorg, ondersteunt het zorgkantoor nadrukkelijk het manifest en de GWI-doelstellingen. Elk nieuw initiatief wordt aan het
GWI-beleid getoetst en aan de daarin met elkaar vastgestelde centrale zones.
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
11

f. in de rapportage ‘Inspanningen en prestaties GWI 2002-2006’ van de Gemeente Breda
van januari 2007 wijst men op een verdere toename van de vergrijzing in de regio, waardoor
de behoefte aan extra woningen – te realiseren door nieuwbouw en aanpassingen
in de bestaande woningvoorraad - voor ouderen en mensen met een lichamelijk,
verstandelijk of psychische beperking in 2020 toeneemt. Daarnaast wordt ook gewezen
op een stijging van het aantal benodigde vierkante meters per plaats in de intramurale
zorg conform landelijke normen;
g. partijen hebben onderkend dat nu moet worden gestart met het nemen van maatregelen
om tijdig op eerder genoemde ontwikkelingen in te spelen en dat de Gemeente Breda en
Zorgkantoor West-Brabant daartoe op 8 februari 2006 de keuze van de centrale zones in
15 Bredase woongebieden hebben toegelicht en dat het College van burgemeester en
wethouders het advies van Bredaas Integraal Beraad over de keuze van de centrale zones
heeft overgenomen;
h. het ministerie van VWS en de provincie Noord-Brabant worden verzocht om dit initiatief
te ondersteunen, door zich in te zetten om knelpunten op te lossen die zich kunnen
voordoen in de uitvoering van het integrale uitvoeringsplan met toetsbare resultaten en
waar mogelijk te faciliteren;
i. de partijen zich zullen inspannen en inzetten om de in dit manifest opgenomen afspraken
ook te realiseren.
komen het volgende overeen:
1. Algemeen
Artikel 1. Strategische doelstelling
a. Het manifest GWI is voor partijen uitgangspunt om gezamenlijk te werken aan een
levensloopbestendig Breda.
b. Partijen realiseren dit door gezamenlijk te werken aan voldoende aanbod van levensloopbestendige,
geschikte woningen en woonvormen voor mensen met een beperking, een
chronisch psychisch probleem en mensen met een psychosociaal probleem, leeftijdsbreed
en ongeacht herkomst in combinatie met de benodigde voorzieningen en dienstverlening
op in ieder geval de terreinen van wonen, zorg en welzijn, zodat mensen met een
beperking zelfstandig kunnen blijven wonen op een voor ieder gelijkwaardig kwaliteitsniveau.
c. Partijen onderkennen dat hiervoor nodig is dat zij hun afzonderlijke activiteiten op elkaar
afstemmen en dat zij waar nodig samenwerken. Uitgaande van ieders eigen verantwoordelijkheid
zullen zij zich inspannen en inzetten om de afspraken te realiseren. Deze
stedelijke afspraken zullen als leidraad worden gebruikt om op gebiedsniveau uitvoering
te geven aan de GWI-doelstellingen.
Artikel 2. Werkwijze
a. Om de doelstelling te bereiken zijn onder GWI de pijlers ‘wijkgerichte aanpak’, ‘centrale
zones’ en ‘samenwerking’ aangebracht. Die pijlers zijn tevens uitgangspunt voor de
doorontwikkeling en het verder concretiseren van GWI. Partijen zullen zich hieraan
conformeren.
Convenant Geschikt wonen voor iedereen Breda 2007-2010
12

1. Wijkgerichte aanpak
Partijen spannen zich in om de noodzakelijke condities op gebiedsniveau te realiseren om
zodoende mensen in staat te stellen zelfstandig in hun vertrouwde omgeving te blijven
wonen. Deze kwaliteiten zijn in 2003 vastgelegd in ‘Maatstaven voor een levensloopbestendige
woonwijk en zijn voortdurend verder in ontwikkeling.
2. Centrale zones
De aanwezigheid én bereikbaarheid van de voorzieningen is een basisvoorwaarde. Het
gaat hierbij zowel om de voorzieningen voor dagelijkse levensbehoeften als om additionele
voorzieningen voor onder andere welzijn, gezondheid en zorg. Omdat de nabijheid van
dergelijke voorzieningen niet op elke plaats haalbaar is, is gekozen voor het ordeningsprincipe
van de centrale zones, waarbinnen sprake is van een goed en compleet voorzieningenniveau.
De zone biedt niet alleen op zichzelf een hoogwaardig woonmilieu, maar
vormt tevens als kloppend hart voor de hele wijk het kristallisatiepunt van het sociale
leven en de uitvalsbasis voor dienstverlening in de wijk. De centrale zones zijn in november
2005 aangewezen door gemeente en Zorgkantoor en vastgelegd in ‘het rapport
‘GWI, gebiedsbeschrijvingen, Zorg in Bredase wijken’.
3. Samenwerking
Aanbieders op het gebied van wonen, welzijn en zorg werken op wijkniveau nauw én op
een niet vrijblijvende wijze samen om een samenhangend aanbod te realiseren op basis
van de vraag van de bewoners. GWI geeft hiertoe de ambities, de kaders en de richting
aan onder regie van de gemeente.
b. De convenantpartijen spreken hun bereidheid uit tot open reflectie, dat wil zeggen bereid
zijn kritisch bevraagd te worden op het eigen functioneren/de geleverde bijdrage/de
kwaliteit van dienstverlening en eventuele verbeteracties.
c. De partijen zijn bereid tot open uitwisseling van ambities van de eigen organisatie met die
van anderen en bereid om tot gezamenlijke ambities te komen en daarbij voor klanten
synergievoordelen te realiseren.
d. De partijen zijn bereid om afspraken te maken over concrete doelen, meetbare resultaten
binnen een ten hoogste middellang tijdspad (3 jaar).
e. De partijen zijn bereid om te komen tot een integrale (WWZ) kwaliteitstoetsing
(onafhankelijk, voor iedereen gelijk, resultaten worden aan klanten kenbaar gemaakt).
Artikel 3. Inzet van middelen
In de komende jaren zullen steeds meer mensen langer zelfstandig blijven wonen. Dat
betekent een uitdaging voor maatschappelijke partners en de gemeente om de krachten te
bundelen. In Breda wordt GWI ingezet als antwoord op de gevolgen van de vergrijzing en de
vermaatschappelijking van de zorg. In de afgelopen periode is in het kader van GWI veel werk
verzet door de maatschappelijke partners en de gemeente. De resultaten en inspanningen
hebben geleid tot aantoonbare verbeteringen op het terrein van wonen, woonomgeving,
zorg en welzijn . Voortzetting van GWI is echter nog nodig. In de volgende periode wordt
ingezet op uitvoeringsprogramma’s voor de woongebieden.
De ondertekenaars van dit convenant zetten voor eigen rekening personeel en middelen in bij
de aanpak van de GWI-gebieden. Daartoe zijn zij bereid om daar waar nodig bestaande
samenwerking te verbeteren en te vernieuwen. Ze spreken de bereidheid uit om samen de
verantwoordelijkheid te dragen voor het zoeken naar en inzetten van middelen en instrumenten.
3 Maatstaven voor een levensloopbestendige wijk, normering en draagvlak in het Bredase project Geschikt wonen voor iedereen,
opgesteld in opdracht van de Gemeente Breda door K. Gorter, Verwey Jonker Instituut, Utrecht 2003.
4 Zie rapport ‘Geschikt wonen voor iedereen’, Inspanningen en resultaten GWI-beleid 2002-2006 en nieuwe opgave, januari 2007.
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
13

2. Prestaties wonen
In het kader van het GWI-beleid is Breda verdeeld in 15 woongebieden van ongeveer 10.000
inwoners. Centraal binnen het beleid staan de centrale zones. De centrale zone is het
kloppend hart van het gebied waarbinnen de voorzieningen op het gebied van wonen, zorg,
welzijn en voorzieningen voor de dagelijkse levensbehoeften geconcentreerd zijn. Binnen de
doelstellingen voor de periode 2007-2010 wordt onderscheid gemaakt tussen ouderen en
mensen met een beperking.
Artikel 4. Ouderen
a. De slaagkansen van ouderen (65+) op een geschikte woning waarin zij zelfstandig
kunnen wonen, wordt in de periode van 2007-2010 vergroot door:
• 20% van de woningvoorraad in de centrale zone geschikt te maken voor ouderen.
Partijen kunnen dit realiseren door woningen aan te passen, op te plussen of nieuwe
levensloopbestendige woningen te bouwen met de mogelijkheid van zorg aan huis.
• Spreiding van het aantal aanpasbare woningen over de diverse woongebieden.
Gezien het huidige aanbod en de vraag ligt de nadruk op toevoeging van aanpasbare
nieuwbouwwoningen dan wel opplussen van de bestaande woningen in de gebieden
Brabantpark-Heusdenhout, Haagse Beemden Zuid Oost, Prinsenbeek, Tuinzigt,
Ulvenhout en Zandberg.
• Alle nieuwbouwwoningen dienen te voldoen aan de norm voor toegankelijkheid uit
de Nota Kwaliteit Wonen (2006). Nieuwbouwwoningen binnen de centrale GWI-zone
dienen te voldoen aan een hogere integraal toegankelijke norm.
• De woningcorporaties en zorgaanbieders bereiden, daar waar dit financieel en
technisch haalbaar is, bestaande en nieuwe huisvesting voor op domotica.
b. De woningcorporaties spannen zich in om het aantal kleinschalige woonvormen te
vergroten op locaties in de diverse woongebieden. Dit wordt uitgewerkt in gesprek met
de zorgaanbieders.
c. De woningcorporaties werken een concept uit, waarbij ouderen hun woning kunnen
verkopen aan een corporatie en in ruil daarvoor gratis of tegen een afgesproken huurprijs
in hun woning kunnen blijven wonen. In ander gemeenten wordt gewerkt met Verzilverd
wonen. Verzilverd wonen geeft financiële ruimte. De betreffende persoon hoeft zijn
woning niet te verlaten en heeft toch geen onderhoudszorgen meer.
Artikel 5.Bijzondere doelgroepen Lichamelijk Gehandicapten (LG), Verstandelijk
Gehandicapten (VG) en cliënten Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
Een van de uitgangspunten van GWI is dat ook mensen met een beperking keus hebben om
met zorg thuis of in een kleinschalige zorgvoorziening te kunnen wonen. Binnen de groep
mensen met een beperking wordt gekeken naar mensen met een verstandelijke beperking,
lichamelijke beperking en mensen met psychische problemen.
De woningcorporaties richten zich op:
1. Het vergroten van de keuzemogelijkheden door woonmogelijkheden en voorzieningen te
spreiden over de verschillende gebieden. Gezien de extra benodigde capaciteit tot 2015,
in relatie tot de bestaande voorraad, ligt de nadruk op ontwikkeling in de volgende
gebieden: Hoge Vucht, Tuinzigt/Westerpark en Zandberg. In de Haagse Beemden Noord-
West, Prinsenbeek is momenteel te weinig aanbod, maar in deze gebieden staan
meerdere projecten op stapel. Het is van belang dat deze projecten uitgevoerd worden;
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
14

2. Het vergroten van keuzemogelijkheden vereist een kwaliteitsverbetering aan de woningvoorraad:
• nieuwbouwwoningen dienen te voldoen aan de criteria uit de Nota Kwaliteit Wonen
(NEN 1814 aanpasbare woning);
• opplussen van bestaande wooncomplexen.
3. Loskoppelen van wonen en zorg, zodat een klant de mogelijkheid heeft om te kiezen uit
woonlocatie en zorginstelling. Duidelijke informatie en voorlichting over het toewijzingsbeleid
is daarbij van belang.
4. Om de toegankelijkheid te vergroten is ‘loket Wegwijs’ ingesteld, het loket voor zorg, wonen
en ondersteuning van de Gemeente Breda. Het Woonloket wordt eveneens gezien als
informatievoorziening die voor alle mensen toegankelijk dient te zijn. Momenteel
ontbreekt een specifiek registratiesysteem voor speciale vormen van groepswonen.
Corporaties en MEE gaan met elkaar in gesprek over het toegankelijk maken van het
Woonloket voor mensen met een beperking. Tevens wordt een zorgmakelaar vanuit MEE
of de corporaties aangesteld die naar behoefte ondersteuning kan bieden bij het vinden
van een geschikte woning.
5. Mensen met een plotselinge handicap en perspectief op blijvend letsel krijgen de
mogelijkheid hun huidige woning aan te laten passen volgens de regels uit de Verordening
voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Als de betreffende persoon dient te
verhuizen, wordt binnen een nader te bepalen termijn een geschikte aangepaste woning
beschikbaar gesteld.
3. Prestaties welzijn
Artikel 6. Welzijnsfuncties
Om mensen in staat te stellen zelfstandig in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen,
wordt ingezet om de hiervoor noodzakelijke condities op wijkniveau te realiseren.
Dit zal in het kader van het traject Beleidsgestuurde Contractfinanciering door gemeente in
overleg met de welzijnsinstellingen worden uitgewerkt.
In navolging van het Verwey Jonker Instituut (2003) worden de volgende vijf welzijnsfuncties
onderscheiden:
• Maatschappelijke activering, waarbij burgers met een lichamelijke, verstandelijke of
psychische beperking worden gestimuleerd tot het uitvoeren van maatschappelijke taken
zoals vrijwilligerswerk.
• Sociale preventie, ofwel het voorkomen van sociale problemen die zich bij ouderen in de
vierde levensfase kunnen voordoen. Ter voorkoming van maatschappelijke uitsluiting en
ter versterking van het vermogen tot de eigen regievoering en het zelfstandig wonen,
kunnen voorlichting en advies en cursussen, zoals administratiecursussen, worden ingezet.
• Persoonsgerichte begeleiding en hulpverlening, bijvoorbeeld steun bij verwerking van een
handicap en steun bij het verlies van de partner. In toenemende mate zal dit vragen om
langdurige begeleiding in de vorm van casemanagement. Conventioneel welzijnswerk
volstaat niet.
• Concrete dienstverlening. Voorbeelden hiervan zijn maaltijdbezorging, boodschappendienst
et cetera.
• Sociaal-culturele voorzieningen, waarbij gedoeld wordt op goed toegankelijke en
gemakkelijk bereikbare faciliteiten op het gebied van ontmoeting, recreatie, vorming,
educatie, creativiteit, cultuur en bewegingsactiviteit ook voor kwetsbare buurtbewoners.
Met gemakkelijker bereikbaar wordt zowel gedoeld op fysieke bereikbaarheid als op
geborgenheid en zich welkom en thuis weten.
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
15

Artikel 7. Klantgestuurd werken
De welzijnsinstellingen moeten, voor zover ze dat al niet doen, mede gelet op de aanbevelingen
van het project Vraagarticulatie, bij hun aanbod van welzijnsdiensten klantsturing als uitgangspunt
nemen van hun handelen. De basis van klantgestuurd werken is een continu afstemmingsproces
tussen vragers en aanbieders, op basis van gelijkwaardigheid (vraagarticulatie). In dit
afstemmingsproces worden mogelijkheden, beperkingen, behoeftes en knelpunten besproken
van beide partijen en wordt gekomen tot de (in de ogen van de klant) best mogelijke oplossing.
Artikel 8. GWI-woongebieden
a. In 2015 is er in een GWI-woongebied bij voorkeur een zorgkruispunt en/of samenwerking
tussen welzijns- en andere maatschappelijke partners van waaruit de welzijns-, zorg- en
andere dienstverleningsfuncties in het woongebied kunnen worden geleverd.
b. Zorgkruispunt
Het hart van de centrale zone wordt, naast de voorzieningen voor dagelijkse levensbehoeften,
gevormd door een wijkgericht voorzieningencentrum, waarin een deel van de
functies in onderlinge samenhang is ondergebracht. Welke functies in zo’n centrum
worden gecombineerd, hangt af van de specifieke situatie per gebied: wat moet worden
toegevoegd en wat zijn de potenties van eventuele bestaande voorzieningen om uit te
groeien tot multifunctioneel wijkgericht voorzieningencentrum.
c. Diensten zorgkruispunt
Minimaal bestaat het wijkgericht centrum uit een zorgkruispunt, van waaruit de zorg- en
dienstverlening worden gedistribueerd over de wijk en de bewoners voor de belangrijkste
haaldiensten terecht kunnen. Hier is ook het wijkinformatiepunt gevestigd.
Het gaat hierbij onder andere om de volgende brengdiensten:
• diensten aan huis, zoals boodschappen, klussen, administratieve ondersteuning en
maaltijdverzorging;
• vervoer op maat;
• individuele advisering en ondersteuning;
• sociaal-juridische dienstverlening en psychosociale hulpverlening;
• sociale alarmering en opvolging;
• zorg aan huis, inclusief de 24-uurs onplanbare zorg.
Op het gebied van haaldiensten gaat het onder andere om:
• wijkinformatiepunt, inclusief spreekuurpost (thuis)zorg en servicepunt corporaties;
• sociaal-juridische dienstverlening en psychosociale hulpverlening;
• maaltijdgebruik;
• dagbesteding;
• dagopvang, dagverzorging en dagbehandeling;
• nachtopvang en tijdelijk verblijf.
Het zorgkruispunt maakt bij voorkeur deel uit van een breder wijkgericht voorzieningencentrum,
door een combinatie met bijvoorbeeld enkele van de volgende functies:
• sociaal culturele activiteiten;
• grand café/restaurant;
• gezondheidscentrum;
• consultatiebureau;
• bibliotheek;
• kinderopvang;
• onderwijs;
• sport.
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
16

Artikel 9. Samenhang met aanwezige voorzieningen
De welzijnsinstellingen spannen zich in om in goed overleg met de andere maatschappelijke
partners er voor te zorgen dat bij het inrichten van een zorgkruispunt zoveel mogelijk wordt
aangesloten bij reeds aanwezige intramurale voorzieningen, clusterwoningen of een woonzorgcomplex,
als wel bij een gezondheids- of dienstverleningscentrum. Bij nieuwbouw
spreken partijen hun voorkeur uit voor een dependance of satelliet in samenwerking met
andere voorzieningen (zoals buurt- of gemeenschapshuis, brede school, zorginstelling en
dergelijke) te realiseren.
Artikel 10. Wijkinformatiepunt
De welzijnsinstellingen werken samen met woon-, zorg- en andere maatschappelijke partners
aan (een) wijkinformatiepunt(en) waar burgers terecht kunnen met hun vragen. Het wijkinformatiepunt
leidt complexe vragen door naar de hulp- en dienstverleningsorganisaties of het
stedelijk Wmo-loket. Door de binnenkomende vragen en problemen van wijkbewoners te
registreren en te bundelen, ontstaat een beeld van de aanwezige tekorten aan voorzieningen
in de wijk, zoals beleefd door de bewoners.
Door de continue signaleringsfunctie kan op gezette tijden worden nagegaan of de ontvangen
signalen aanleiding geven voorzieningen in de wijk aan te passen. Deze monitoring gebeurt
onder begeleiding van de BIB-tafel.
Artikel 11. Dekkend aanbod per woongebied
Aanbieders van welzijnsproducten zijn de eerst aanspreekbare partijen om binnen de centrale
zone voldoende kwantitatief en kwalitatief aanbod van welzijnsfuncties te realiseren.
Aanbieders van welzijn maken hierover met elkaar afspraken, na ondertekening van het
manifest, welk aanbod en (nieuwe) activiteiten en/of projecten zij in de periode tot 2010
jaarlijks per woongebied kunnen leveren.
Artikel 12. Gebiedsgericht welzijnsaanbod
Per woongebied kan differentiatie plaatsvinden ten aanzien van de vorm en de omvang van
het aanbod van welzijn. Dit hangt af van de kansen en potenties in een woongebied.
Leidraad hierbij zijn de uitkomsten van het onderzoek GWI 2002-2006. In overleg met de
gemeente en andere partijen wordt toegewerkt naar een GWI-uitvoeringsprogramma per
woongebied (wijkconvenanten GWI).
4. Prestaties zorg
Artikel 13. 24-uurs zorg
De zorginstellingen spannen zich in dat er 24 uur per dag zorg en toezicht is en dat de zorg
op afroep wordt gerealiseerd in een centrale zone of indien niet mogelijk vanwege de kleine
schaal, in een gebied waarin enkele centrale zones zijn geclusterd. Buiten de centrale zone
wordt zorg op afspraak geleverd en eventueel zorg op afroep, voor zover mogelijk (bijvoorbeeld
vanuit een woon-zorgcomplex). De zorgpartijen maken hierover met elkaar per woongebied
afspraken, zodat er een stedelijk dekkend netwerk is.
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
17

Artikel 14. Klantgestuurd werken
De zorginstellingen moeten, voor zover ze dat al niet doen, mede gelet op de aanbevelingen
van het project Vraagarticulatie, bij hun aanbod van welzijnsdiensten klantsturing als uitgangspunt
nemen van hun handelen. De basis van klantgestuurd werken is een continu afstemmingsproces
tussen vragers en aanbieders, op basis van gelijkwaardigheid (vraagarticulatie). In dit
afstemmingsproces worden mogelijkheden, beperkingen, behoeften en knelpunten besproken
van beide partijen en wordt gekomen tot de (in de ogen van de klant) best mogelijke
oplossing.
Artikel 15. GWI-woongebieden
a. In 2015 is er in een GWI-woongebied bij voorkeur een zorgkruispunt en/of samenwerking
tussen zorg- en andere maatschappelijke partners van waaruit de welzijns-, zorg- en
andere dienstverleningsfuncties in het woongebied kunnen worden geleverd.
b. Zorgkruispunt
Het hart van de centrale zone wordt, naast de voorzieningen voor dagelijkse levensbehoeften,
gevormd door een wijkgericht voorzieningencentrum, waarin een deel van de
functies in onderlinge samenhang is ondergebracht. Welke functies in zo’n centrum
worden gecombineerd hangt af van de specifieke situatie per gebied: wat moet worden
toegevoegd en wat zijn de potenties van eventuele bestaande voorzieningen om uit te
groeien tot een multifunctioneel wijkgericht voorzieningencentrum.
c. Diensten zorgkruispunt
Minimaal bestaat het wijkgericht centrum uit een zorgkruispunt, van waaruit de zorg- en
dienstverlening worden gedistribueerd over de wijk en de bewoners voor de belangrijkste
haaldiensten terecht kunnen. Hier is ook het wijkinformatiepunt gevestigd.
Het gaat hierbij onder andere om de volgende brengdiensten:
• diensten aan huis, zoals boodschappen, klussen, administratieve ondersteuning en
maaltijdverzorging;
• vervoer op maat;
• individuele advisering en ondersteuning;
• sociale alarmering en opvolging;
• zorg aan huis, inclusief de 24-uurs onplanbare zorg.
Op het gebied van haaldiensten gaat het onder andere om:
• wijkinformatiepunt, inclusief spreekuurpost (thuis)zorg en servicepunt corporaties;
• maaltijdgebruik;
• dagbesteding;
• dagopvang, dagverzorging en dagbehandeling;
• nachtopvang en tijdelijk verblijf.
Het zorgkruispunt maakt bij voorkeur deel uit van een breder wijkgericht voorzieningencentrum,
in combinatie met bijvoorbeeld enkele van de volgende functies:
• sociaal culturele activiteiten;
• grand café/restaurant;
• gezondheidscentrum;
• consultatiebureau;
• bibliotheek;
• kinderopvang;
• onderwijs;
• sport.
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
18

Artikel 16. Samenhang met aanwezige voorzieningen
De zorginstellingen spannen zich in om in goed overleg met de woon- en welzijnspartners
er voor zorg te dragen dat bij het inrichten van een zorgkruispunt zoveel mogelijk wordt
aangesloten bij reeds aanwezige intramurale voorzieningen, clusterwoningen of een woonzorgcomplex,
als wel bij een gezondheids- of dienstverleningscentrum. Bij nieuwbouw
spreken partijen hun voorkeur uit om een dependance of satelliet in samenwerking met
andere organisaties (zoals buurt- of gemeenschapshuis, brede school, zorginstelling en
dergelijke) te realiseren.
Artikel 17. Wijkinformatiepunt
De zorginstellingen werken samen met de andere maatschappelijke partners aan (een)
wijkinformatiepunt(en) waarin burgers terecht kunnen met hun vragen. Het wijkinformatiepunt
leidt complexe vragen door naar hulp- en dienstverleningsorganisaties of het stedelijke
Wmo-loket. Door de binnenkomende vragen en problemen van wijkbewoners te registreren
en te bundelen ontstaat een beeld van de aanwezige tekorten aan voorzieningen in de wijk,
zoals beleefd door de bewoners.
Door de continue signaleringsfunctie kan op gezette tijden worden nagegaan of de ontvangen
signalen aanleiding geven voorzieningen in de wijk aan te passen. Deze monitoring gebeurt
onder toezicht van de BIB-tafel.
Artikel 18. Dekkend aanbod per woongebied
Zorgaanbieders die door het zorgkantoor en Gemeente Breda zijn gecontracteerd, zijn de
eerst aanspreekbare partijen om binnen de centrale zone voldoende kwantitatief en kwalitatief
aanbod van zorg te realiseren. Aanbieders van zorg maken hierover met elkaar afspraken,
binnen zes maanden na ondertekening van het convenant, welk aanbod en (nieuwe)
activiteiten en/of projecten zij in de periode 2007-2010 jaarlijks per woongebied leveren.
Artikel 19. Keuzevrijheid
Ongeacht de zorgaanbieder die binnen een centrale zone garant staat voor 24-uurs zorg, is
er keuzevrijheid voor de extramurale cliënt met verstandelijke, psychische of lichamelijke
beperkingen wat betreft de zorgaanbieder waarmee hij/zij een contract wil aangaan of zorg
in natura wil ontvangen.
5. Prestaties gemeente
Artikel 20. Projectleiding
a. De gemeente is regievoerder.
b. De gemeente draagt zorg voor de facilitering van het project in de vorm van projectleiding.
c. Jaarlijks wordt schriftelijk vastgelegd door de gemeente op welke wijze aan deze
faciliterende rol van de gemeente uitvoering wordt gegeven.
Artikel 21. Gebiedsimpulsen
Het gemeentebestuur heeft structureel in het kader van het coalitieakkoord voor de bestuursperiode
2006-2010 per jaar een bedrag van € 300.000 beschikbaar voor gebiedsimpulsen GWI.
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
19

Artikel 22. Inventarisatie en monitoring
De gemeente draagt ter ondersteuning van de projectuitvoering en het inzicht in de voortgang
zorg voor:
• inventarisaties op stedelijk en gebiedsniveau van wonen, welzijn en zorg;
• een periodieke meting op basis van de resultaten van de burgerenquête om inzicht te
verkrijgen in meningen, wensen en behoeften van de specifieke doelgroep ouderen met
betrekking tot wonen, woonomgeving, welzijn en zorg: de meting ’Woonmilieu Ouderen’.
Artikel 23. Conceptuele verbreding
De gemeente spant zich in om het concept GWI in de praktijk te verbreden. GWI richt zich op
alle burgers, jong en oud met speciale aandacht voor mensen met een beperking.
De integrale aanpak van wonen, welzijn en zorg, moet waar mogelijk worden verbonden
met functies en kwaliteiten die van invloed zijn op de geschiktheid van het woonmilieu voor
de bewoners van de wijk (onderwijs, sport, cultuur, kinderopvang, welzijnsaccommodaties,
gezondheidszorg en dergelijke). Deze conceptuele verbreding zal resulteren in een integrale
checklist voor de levensloopbestendige woonwijk. De checklist wordt opgesteld door het
bureau Soab in opdracht van de Gemeente Breda.
Artikel 24. Uitvoering door de gemeente
De gemeente is niet alleen regievoerder, maar ook uitvoerder. Zo is de gemeente bijvoorbeeld
uitvoerder van de Wmo en verstrekt ze subsidies. De gemeente is ook verantwoordelijk voor
de buitenruimte. In een aantal gebieden zijn reeds maatregelen genomen ter verbetering van
de veiligheid en de toegankelijkheid van de openbare ruimte binnen de centrale zones. Deze
inspanningen worden de komende jaren binnen de beschikbare middelen gecontinueerd.
6. Slotbepalingen
Artikel 25. Wetswijziging
De tekst van dit convenant is gebaseerd op de ten tijde van de ondertekening vigerende weten
regelgeving. Indien tijdens de looptijd van de afspraken in dit convenant deze wet- en
regelgeving zich fundamenteel wijzigt, treden partijen met elkaar in overleg over de consequenties
hiervan voor de gemaakte afspraken.
Artikel 26. Gedragscode
De gedragscode (bijlage 2) maakt onderdeel uit van het convenant.
Artikel 27. Geldigheid en looptijd
De looptijd van dit convenant start op 7 november 2007 en eindigt uiterlijk op
31 december 2010.
Breda, 7 november 2007.
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
20

B1
Lijst met ondertekenaars
Organisatie Naam Handtekening
Amarant E.J. Borgmeijer, voorzitter Raad van Bestuur
Bredaas Centrum
Gehandicaptenbeleid
Mevr. C. A. van Faassen, vice-voorzitter
Concern Aeneas,
Oranjehaeve, IJpelaar
R. Stam, bestuurder
Gemeente Breda
Mevr. M.P. Heerkens, wethouder Sociale Zaken,
Grondbedrijf, Wmo
Gezamenlijk Overleg Bredase Ouderenbonden
Mevr. L. van de Made-van Rooij, voorzitter
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
21

Organisatie Naam Handtekening
GGZ regio Breda
J.M.Tromp, lid Raad van Bestuur
Huispitaal
Mevr. I. van Huijkelom-van Iersel, directeur
Mark en Maasmond
C.R.W. Mulder, zorggroepmanager
Instituut Maatschappelijk Welzijn
J. Berkhout, directeur/bestuurder
MEE West-Brabant
G.H. de Gruijter, bestuurder
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
22

Organisatie Naam Handtekening
Nederlandse Stichting Woon- en
Activiteitencentra voor lichamelijk
gehandicapten, meervoudige gehandicapten
en niet aangeboren hersenletsel
(NSWAC)
Mevr. S. van der Meer-Post, bestuurder
Overleg Ouderenbeleid Breda
M. van Bakel, voorzitter
Stedelijke Woonconsumenten
Organisatie Breda
M. Dillisse, secretaris
Stichting Elisabeth, De Donk
P. Smittenaar, directeur/bestuurder
Stichting Ouderenwerk Breda
J. Beckers, directeur/bestuurder
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
23

Organisatie Naam Handtekening
Stichting Vertizontaal
E. Höppener, directeur
Verpleeg- en verzorgingshuis
De Leystroom
G.J. Knapen, bestuurder
Woonstichting Singelveste
H.H. Reininga, directeur/bestuurder
WonenBreburg
T. Streppel, directeur/bestuurder
Woonstichting Laurentius
W.J.J. Vermeulen-de Bie, directeur/bestuurder
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
24

Organisatie Naam Handtekening
Woonzorgcentrum De Breedonk
W. Groenewold, directeur/bestuurder
Zorgcentrum Raffy
G. van de Pluijm, directeur/bestuurder
Zorgcentrum Ruitersbos
P.A.M. Buys, directeur
Zorgcentrum Vredenbergh
J.C.L. de Vos, directeur/bestuurder
Zorgkruispunt De Werve
Mevr. C.M. Schilder, directeur
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
25

Organisatie Naam Handtekening
Zorgcentra Zuiderhout
A.P. van Daelen, directeur/bestuurder
Zorgspectrum Breda
Mevr. M.C. Hubert, directeur
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
26

B2
Gedragscode wonen, welzijn en zorg
behorende bij het Manifest Geschikt wonen
voor iedereen 2007-2010
Het Platform Zorgaanbieders Breda heeft samen met partners van welzijn en wonen een
gedragscode opgesteld met betrekking tot het samenwerken aan de realisering van GWI-doelen.
Partijen die het ‘manifest GWI’ en convenant ondertekenen hebben:
• een aantoonbaar commitment bij de beleidsuitgangspunten van het GWI;
• partijen zijn bereid om te komen tot een integrale kwaliteitstoetsing wonen, welzijn en zorg;
• partijen hebben een aantoonbare bereidheid om de eigen organisatie in te richten op het
werken vanuit een horizontale structuur, netwerkbenadering en de bereidheid om in de
eigen keuken te laten kijken. Belangrijk is bijvoorbeeld dat op de werkvloer waar de
samenwerking gestalte moet krijgen ruimte wordt gecreëerd om zelfstandig zaken te
doen en beslissingen te nemen die in het kader van de samenwerking noodzakelijk zijn;
• partijen zijn bereid om personeel en middelen in te zetten bij de aanpak van GWI;
• partijen zijn bereid om afspraken te maken over concrete doelen en meetbare afspraken.
Regievoerder
Van de Gemeente Breda wordt als regievoerder het navolgende gevraagd:
• Het creëren van goede randvoorwaarden voor veldpartijen om op een praktische wijze
invulling te geven aan het GWI.
• Het belonen van goed samenwerkingsgedrag en positieve inzet van de maatschappelijke
partners door het snel en adequaat oplossen van door partijen aangedragen problemen
en zo nodig binnen de beschikbare ruimte faciliteren (bijvoorbeeld meedenken, ‘niet van
het kastje naar de muur’, vergunningen).
• Tussen gemeente en zorgkantoor en tussen gemeentelijke afdelingen zorg te dragen voor
adequate en daadwerkelijke afstemming van beleid/procedures, regelgeving en ambities,
zodat voor veldpartijen helder is wat er van hen verwacht wordt en wat van regiepartijen
verwacht mag worden. Deze afstemming moet tevens zorgdragen voor tijdigheid van
probleemoplossingen, besluit op aanvragen et cetera.
• Meedenken en meewerken om de uitgangspunten van GWI binnen de bestaande
mogelijkheden te realiseren.
Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
27

Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
28

B3
Convenant Geschikt wonen voor iedereen (2007-2010)
29

Convenant Geschikt wonen voor iedereen 2007-2010
30