Handleiding voor leerkrachten - Natuurpunt
Handleiding voor leerkrachten - Natuurpunt
Handleiding voor leerkrachten - Natuurpunt
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een ander probleem dat areaalverschuivingen in onze contreien bemoeilijkt is de versnippering. In<br />
het verstedelijkte Vlaanderen is de natuur sterk versnipperd: veel soorten moeten het stellen met (te)<br />
kleine leefgebieden. Vaak is de afstand tot een ander geschikt leefgebied te groot of bevinden er zich<br />
onoverbrugbare barrières tussen die leefgebieden. Voorbeelden van barrières zijn autowegen,<br />
spoorwegen, woon- en industriegebieden. Dit heeft tot gevolg dat enkel mobiele soorten in staat zijn<br />
hun areaal te verleggen. Gespecialiseerde kleine dagvlinders die allesbehalve mobiel zijn, zijn tot<br />
uitsterven gedoemd, indien zij zich niet kunnen aanpassen aan een warmer klimaat. Aldus zullen<br />
gespecialiseerde soorten van bijzondere biotopen verdwijnen terwijl algemene en weinig kieskeurige<br />
soorten zullen toenemen. Dat leidt uiteindelijk tot een vervlakking van de biodiversiteit.<br />
In de tentoonstelling besteden we aandacht aan veranderingen per soortengroep: vogels, insecten en<br />
korstmossen. Korstmossen zijn heel gevoelige<br />
organismen die als echte snuffelpalen fungeren <strong>voor</strong><br />
de luchtkwaliteit. Zowel verontreiniging met ammoniak<br />
als de opwarming van het klimaat kunnen op<br />
korstmossen afgelezen worden. Specialisten merken<br />
heel wat beweging in de soortenrijkdom in onze regio.<br />
De laatste jaren duiken zelfs tropische<br />
korstmossoorten in Vlaanderen op. Ze kunnen zich<br />
gemakkelijk verspreiden: via sporen (zoals bij<br />
zwammen) of via kleine afgebroken stukjes korstmos<br />
die zich met de wind laten meevoeren. Daarnaast<br />
blazen koudeminnende korstmossen, zoals groot<br />
boerenkoolmos, de aftocht.<br />
(foto: poedergeelkorstmos)<br />
De binnenlandse soorten krijgen ook concurrentie van exoten. Exoten zijn organismen die van nature<br />
niet in een ecosysteem <strong>voor</strong>komen, maar er door toedoen van de mens (bewust of onbewust) geraakt<br />
zijn. In Vlaanderen komen tientallen exoten <strong>voor</strong>. Voorbeelden hiervan zijn de reuzenberenklauw,<br />
Amerikaanse vogelkers en de veelkleurige Aziatische lieveheersbeestjes. Exoten zijn niet per definitie<br />
slecht <strong>voor</strong> de inheemse natuur. Er zijn invasieve exoten en niet-invasie exoten. De eerste groep<br />
bevat soorten die zich in onze regio vestigen en zich exponentieel uitbreiden, meestal ten koste van<br />
de inheemse soorten. In oevervegetaties die door de reuzenbalsemien worden gedomineerd, zijn<br />
doorgaans niet veel inheemse soorten meer te vinden. Daarnaast komen ook niet-invasieve soorten<br />
<strong>voor</strong>, zoals de lork, die zelden massale <strong>voor</strong>tplanting kennen en totnogtoe geen gevaar vormen <strong>voor</strong><br />
de inheemse biodiversiteit. Van een aantal tot op heden niet-invasieve soorten vreest men dat ze in<br />
een veranderend klimaat wel een invasief karakter zouden kunnen aannemen.<br />
Klimaatverandering kan nooit los van andere milieustressfactoren gezien worden. Het is vaak een<br />
bijkomende bedreiging <strong>voor</strong> soorten die al te kampen hebben met habitatverlies, gedegradeerde<br />
leefgebieden door onder andere vermesting en verzuring en/of genetische verarming door te kleine<br />
populaties.<br />
6