19.11.2014 Views

Beleidsuitgangspunten ontruimen van kraakpanden. - Gemeente ...

Beleidsuitgangspunten ontruimen van kraakpanden. - Gemeente ...

Beleidsuitgangspunten ontruimen van kraakpanden. - Gemeente ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Directie OOV<br />

Operationeel team<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong><br />

<strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong>


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

Inhoud<br />

1 Inleiding 4<br />

2 Titels voor ontruiming 5<br />

2.1 Civielrechtelijk vonnis 5<br />

2.2 Justitiële ontruimingen 5<br />

2.3 Noodsituatie 6<br />

3 <strong>Beleidsuitgangspunten</strong> 8<br />

4 Rechtsmiddelen 12<br />

4.1 Beroep tegen civiel vonnis 12<br />

4.2 Kort geding 12<br />

4.3 Voorlopige voorziening tegen een ontruiming o.g.v. een noodsituatie 12<br />

3


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

1 Inleiding<br />

In de afgelopen twee jaar is het ontruimingsbeleid enkele keren aan de orde geweest in<br />

de Commissie AZ. Er is toen een aantal vragen gesteld over de mogelijkheden om te<br />

voorkomen dat panden na ontruiming weer gekraakt worden, én over het niet meermalen<br />

inzetten <strong>van</strong> politie voor het <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> hetzelfde pand: het zogenoemde <strong>ontruimen</strong><br />

voor leegstand.<br />

Het doel <strong>van</strong> dit stuk is u uiteen te zetten wat de beleidsuitgangspunten zijn bij het<br />

<strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong>. Daarvoor zal ik eerst een overzicht geven <strong>van</strong> de<br />

verschillende gronden – titels – die er zijn om tot ontruiming over te gaan. Vervolgens zal<br />

ik ingaan op de (discretionaire) ruimte die mij in enkele gevallen ter beschikking staat, en<br />

de wijze waarop ik invulling geef aan deze ruimte. Daarna zal ik ingaan op de<br />

rechtsmiddelen die partijen ter beschikking staan wanneer zij het niet eens zijn met een<br />

besluit <strong>van</strong> de civiele rechter, de officier <strong>van</strong> justitie of <strong>van</strong> de burgemeester.<br />

4


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

2 Titels voor ontruiming<br />

De afgelopen jaren zijn <strong>kraakpanden</strong> ontruimd op grond <strong>van</strong> de volgende titels:<br />

• een rechterlijk vonnis (civiele ontruimingen);<br />

• overtreding <strong>van</strong> de artikelen 138/139 of 429 sexies <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong> Strafrecht<br />

(huis- of lokaalvredebreuk of kraak <strong>van</strong> een pand dat niet in gebruik was, de<br />

zogenaamde justitiële ontruimingen);<br />

• een noodsituatie (bestuursrechtelijke ontruimingen).<br />

2.1 Civielrechtelijk vonnis<br />

Bij civiele ontruimingen is de titel <strong>van</strong> de ontruiming altijd een vonnis <strong>van</strong> de burgerlijke<br />

rechter. Een eigenaar <strong>van</strong> een pand kan aan de civiele rechter ontruiming vragen<br />

wanneer er sprake is <strong>van</strong> onrechtmatige bewoning (bijvoorbeeld kraak), maar ook in geval<br />

<strong>van</strong> huurschuld of overlast. Wanneer een civiele rechter oordeelt over een verzoek tot<br />

ontruiming, dan betrekt hij in zijn overwegingen de plannen die de eigenaar met het pand<br />

heeft. De eigenaar dient aan te geven wat hij met het pand gaat doen.<br />

De rechter veroordeelt meestal niet alleen de gedaagde het pand te <strong>ontruimen</strong>, maar ook<br />

alle personen die bij de gedaagde horen of <strong>van</strong>wege hem/haar in het pand verblijven. Aan<br />

de tenuitvoerlegging <strong>van</strong> het vonnis verbindt de rechter doorgaans een termijn. De<br />

eigenaar moet binnen die termijn actie ondernemen om de tenuitvoerlegging <strong>van</strong> het vonnis<br />

te bewerkstelligen. De rechter kan ook bepalen dat binnen de gestelde termijn het<br />

vonnis ten uitvoer kan worden gelegd tegen iedereen die zich tijdens de ontruiming in het<br />

pand bevindt en telkens wanneer zich dit voordoet.<br />

Een deurwaarder betekent het ontruimingsvonnis aan de ‘bewoners’, waardoor de te<br />

<strong>ontruimen</strong> personen op de hoogte zijn gesteld <strong>van</strong> de rechterlijke uitspraak. Tevens wordt<br />

hen dan bevolen binnen een in de betekening gestelde termijn aan de uitspraak te<br />

voldoen (het pand te verlaten).<br />

Als de bewoner(s)/gebruiker(s) het pand niet vrijwillig verla(a)t(en), dan wordt het vonnis<br />

met behulp <strong>van</strong> de politie tenuitvoergelegd. Dat staat in het vonnis expliciet vermeld: de<br />

eiser is gemachtigd om zonodig de naleving <strong>van</strong> de veroordeling af te dwingen met<br />

behulp <strong>van</strong> de sterke arm. Maar ook als het vonnis dit niet vermeldt, heeft de eigenaar het<br />

ongeschreven recht de hulp <strong>van</strong> de politie in te roepen. De burgemeester heeft de<br />

rechtsplicht aan dit verzoek te voldoen. Hierover meer in hoofdstuk 3, onder ad 2.<br />

2.2 Justitiële ontruimingen<br />

Een justitiële ontruiming vindt plaats op last <strong>van</strong> het Openbaar Ministerie: er is sprake <strong>van</strong><br />

een misdrijf als bedoeld in de artikelen 138, 139 of 429 sexies <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong><br />

Strafrecht. Meestal gaat het bij een justitiële ontruiming om een woning (artikel 138; voor<br />

openbare gebouwen geldt artikel 139). Artikel 429 sexies is <strong>van</strong> toepassing als het pand<br />

minder dan één jaar niet in gebruik was.


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

Op grond <strong>van</strong> artikel 138 lid 1 is strafbaar hij, die in de woning of het besloten lokaal of erf,<br />

bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar<br />

vertoevende, zich niet op vordering <strong>van</strong> of <strong>van</strong>wege de rechthebbende aanstonds<br />

verwijdert. Van overtreding <strong>van</strong> artikel 138 is sprake als het pand feitelijk bij een ander in gebruik is.<br />

Als bijvoorbeeld een (ver)huurder zijn woning niet in gebruik heeft (leeg laat staan), is er<br />

geen feitelijk gebruik en dus geen sprake <strong>van</strong> huisvredebreuk. Als het pand slechts korte<br />

tijd leeg staat, of er werkzaamheden worden uitgevoerd, hoeft dit niet te betekenen dat er<br />

geen sprake is <strong>van</strong> feitelijk gebruik. Of een pand al dan niet in gebruik is wordt per geval<br />

beoordeeld.<br />

Artikel 429 sexies lid 1 stelt strafbaar het wederrechtelijk ingebruiknemen <strong>van</strong> een woning<br />

die, of gebouw dat niet door de rechthebbende in gebruik was. Het artikel verbindt aan<br />

deze strafbaarstelling een termijn <strong>van</strong> 12 maanden. Dat wil niet zeggen dat het kraken<br />

<strong>van</strong> woningen of gebouwen na afloop <strong>van</strong> die periode niet meer wederrechtelijk is. De<br />

eigenaar is dan echter aangewezen op de civiele rechter voor een ontruimingsvonnis.<br />

Het optreden <strong>van</strong> de politie ter handhaving <strong>van</strong> de bovengenoemde artikelen vindt<br />

meestal pas na verloop <strong>van</strong> tijd plaats. De reden hiervoor is dat de politie op grond <strong>van</strong><br />

het Wetboek <strong>van</strong> Strafvordering bij strafbare feiten waarop geen voorlopige hechtenis is<br />

toegestaan, alleen kan optreden als ze het feit op heterdaad constateren. Op de in de<br />

artikelen 138, 139 en 429 sexies genoemde feiten is geen voorlopige hechtenis<br />

toegestaan, zodat de politie alleen kan optreden als zij het wederrechtelijk binnendringen<br />

<strong>van</strong> de woning op heterdaad constateert. Dergelijke heterdaadsituaties doen zich zelden<br />

voor. In andere gevallen heeft de politie toestemming nodig <strong>van</strong> het OM om op te treden.<br />

In het algemeen zal de politie niet meteen optreden ter handhaving <strong>van</strong> bovengenoemde<br />

artikelen, omdat het meestal heel moeilijk is om te beoordelen of de tot dan toe vergaarde<br />

informatie voldoende is om tot een oordeel over het feitelijk gebruik – en dus de titel voor<br />

optreden – te komen. Als de eigenaar haast heeft bij het verkrijgen <strong>van</strong> een<br />

ontruimingstitel, wordt hij daarom vaak naar de civiele rechter verwezen.<br />

De politie zal vaker personen betrappen die wederrechtelijk in een pand verblijven en zich<br />

niet op vordering <strong>van</strong> de rechthebbende aanstonds verwijderen. Als de politie constateert<br />

dat aan de vordering zich te verwijderen geen gevolg wordt gegeven, dan is de heterdaad<br />

geconstateerd en kan worden ontruimd.<br />

2.3 Noodsituatie<br />

Als de burgemeester het signaal ont<strong>van</strong>gt dat zich met betrekking tot een gekraakt object<br />

een onhoudbare situatie voordoet, met ernstig gevaar voor de bewoners of de omgeving<br />

(bv. door bouwvalligheid, brandgevaar of aanwezigheid <strong>van</strong> gevaarlijke stoffen), moet snel<br />

worden opgetreden. Het uitgangspunt is dat eerst de mogelijkheden uit de Woningwet<br />

worden bekeken. Op grond <strong>van</strong> artikel 29 <strong>van</strong> de Woningwet kan het College <strong>van</strong> B&W of<br />

het Dagelijks Bestuur <strong>van</strong> het stadsdeel een woning onbewoonbaar verklaren. Deze<br />

procedure neemt doorgaans veel tijd in beslag. Als op grond <strong>van</strong> de Woningwet niet op<br />

korte termijn kan worden opgetreden, kan de burgemeester op grond <strong>van</strong> zijn openbare<br />

ordebevoegdheden genoemd in artikel 175 <strong>van</strong> de <strong>Gemeente</strong>wet opdracht geven tot een<br />

spoedontruiming. Aan deze ontruiming ligt een advies <strong>van</strong> bijvoorbeeld de brandweer, de<br />

GGD of de Dienst Milieu- en Bouwtoezicht ten grondslag.<br />

6


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

In de praktijk betekent dit dat de krakers een (korte) termijn krijgen aangezegd<br />

waarbinnen zij het pand moeten verlaten. Als dat niet gebeurd is binnen de genoemde<br />

termijn, dan zullen de krakers op grond <strong>van</strong> een noodbevel worden ontruimd.


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

3 <strong>Beleidsuitgangspunten</strong><br />

Bij de beslissing een kraakpand te <strong>ontruimen</strong> gelden de volgende uitgangspunten:<br />

1. bij onhoudbare (onveilige) situaties in een pand kunnen noodmaatregelen worden<br />

ingezet;<br />

2. een civielrechtelijk vonnis moet worden uitgevoerd (‘de rechter heeft gesproken’)<br />

en/of aan het OM moet assistentie worden verleend bij het handhaven <strong>van</strong> de<br />

rechtsorde;<br />

3. verstoringen <strong>van</strong> de openbare orde en onveilige situaties (bijvoorbeeld voor<br />

politiepersoneel, omwonenden én krakers) bij het <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> gebouwen<br />

moeten worden voorkomen, dan wel beperkt én de inzet <strong>van</strong> politiecapaciteit voor<br />

de ontruiming moet verantwoord zijn;<br />

4. er wordt met inachtneming <strong>van</strong> de voorgaande punten niet ontruimd voor<br />

leegstand.<br />

Deze uitgangspunten worden in de voorbereiding in onderlinge samenhang afgewogen.<br />

Hieronder zal ik de uitgangspunten toelichten.<br />

Ad 1. Noodmaatregelen in acute situaties<br />

Als er sprake is <strong>van</strong> een onhoudbare situatie (noodsituatie), bijvoorbeeld door<br />

bouwvalligheid, een brandgevaarlijke situatie of de aanwezigheid <strong>van</strong> asbest in het pand,<br />

moet snel worden opgetreden. Bewoning en/of gebruik <strong>van</strong> het pand is immers<br />

onverantwoord. Dit betekent dat de krakers onmiddellijk het pand moeten verlaten.<br />

Het uitgangspunt is dat eerst de mogelijkheden uit de Woningwet worden bekeken. Op<br />

grond <strong>van</strong> artikel 29 <strong>van</strong> de Woningwet kan het College <strong>van</strong> B&W of het Dagelijks Bestuur<br />

<strong>van</strong> het stadsdeel een woning onbewoonbaar verklaren. Deze procedure neemt<br />

doorgaans veel tijd in beslag. Als op grond <strong>van</strong> de Woningwet niet op korte termijn tegen<br />

de onhoudbare situatie kan worden opgetreden, kan de burgemeester in het uiterste geval<br />

gebruik maken <strong>van</strong> zijn noodbevoegdheden als bedoeld in artikel 175 <strong>Gemeente</strong>wet. De<br />

krakers krijgen een (korte) termijn aangezegd waarbinnen zij het pand moeten verlaten.<br />

Als dat niet gebeurd is binnen de genoemde termijn, dan zullen de krakers op grond <strong>van</strong><br />

een noodbevel worden ontruimd.<br />

Ad 2. Een civielrechtelijk vonnis moet worden uitgevoerd en/of aan het OM moet<br />

assistentie worden verleend bij het handhaven <strong>van</strong> de rechtsorde.<br />

In de wet is niet bepaald dat de burgemeester verplicht is bij de tenuitvoerlegging <strong>van</strong> een<br />

civielrechtelijk vonnis politieassistentie te verlenen of de politie in te zetten bij<br />

ontruimingen op basis <strong>van</strong> een justitieel besluit. Toch is er wel een rechtsplicht 1 .<br />

1 Mr. A.M. Donner en G.J. Wiarda hebben naar aanleiding <strong>van</strong> de ontruiming <strong>van</strong> ‘De Grote Keyser’<br />

in 1980 een advies aan de burgemeester gepubliceerd in het Nederlands Juristenblad (NJB 1980,<br />

pag. 382 – 384). Zij stellen ‘dat in beginsel de burgemeester als hoofd <strong>van</strong> de gemeentelijke politie<br />

de rechtsplicht heeft om mee te werken aan de uitvoering <strong>van</strong> een ontruimingsvonnis, zeker indien<br />

8


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

Civielrechtelijke vonnissen<br />

Als de rechter in een vonnis de vordering tot ontruiming toewijst, rust op de burgemeester<br />

een rechtsplicht mee te werken aan de uitvoerig <strong>van</strong> een ontruimingsvonnis. In een<br />

rechtsstaat kan niet worden toegestaan dat de executant met eigen geweld zijn recht<br />

verwerkelijkt. De uitvoering <strong>van</strong> een uitspraak <strong>van</strong> een onafhankelijke rechter kan<br />

evenmin afhankelijk worden gesteld <strong>van</strong> een bestuurlijke of politieke toetsing <strong>van</strong> het<br />

vonnis. De overheid heeft daarom de plicht haar machtsmiddelen ter beschikking te<br />

stellen <strong>van</strong> degene wiens recht bij rechterlijk vonnis is vastgesteld. Het geweldsmonopolie<br />

ligt bij de overheid; de overheid kan assistentie dus niet weigeren als dat noodzakelijk is<br />

voor de uitvoering <strong>van</strong> het vonnis. Het niet verlenen <strong>van</strong> assistentie in samenhang met het<br />

verbod op eigenrichting zou uiteindelijk kunnen betekenen dat het vonnis niet wordt<br />

uitgevoerd. Dat is onacceptabel in een rechtsstaat. De rechtsorde wordt op het spel gezet<br />

als de executant geen zekerheid heeft over de voor de uitvoering <strong>van</strong> het rechtelijk vonnis<br />

benodigde hulp <strong>van</strong> de sterke arm. Daarbij kan de burgemeester onrechtmatig handelen<br />

verweten worden als hij niet binnen de door de rechter gestelde termijn toestemming geeft<br />

voor inzet <strong>van</strong> de sterke arm.<br />

Het uitgangspunt dat de overheid verplicht is haar machtsmiddelen ter beschikking te<br />

stellen geldt uiteraard bij ieder vonnis, dus ook als de executant eerder politieassistentie<br />

verkreeg ter uitvoering <strong>van</strong> een rechterlijk vonnis. Er staan mij dan ook geen middelen ter<br />

beschikking om bij een volgende tenuitvoerlegging <strong>van</strong> een vonnis politieondersteuning te<br />

weigeren.<br />

Wel wordt voordat tot tenuitvoerlegging <strong>van</strong> het vonnis wordt overgegaan gecontroleerd of<br />

de intenties <strong>van</strong> de eigenaar nog dezelfde zijn als die tijdens de rechtszitting naar voren<br />

zijn gebracht, en waarop de rechter zijn vonnis heeft gewezen. Zo wordt gekeken of de<br />

vergunningen nog kloppen, of er al afspraken met een aannemer zijn gemaakt, etc. Op<br />

deze manier wordt ontruiming voor leegstand zoveel mogelijk voorkomen. Daarnaast<br />

controleert de burgemeester of de bewoners/gebruikers <strong>van</strong> het pand op de hoogte zijn<br />

<strong>van</strong> het ontruimingsvonnis (doorgaans zal dit het geval zijn, omdat de deurwaarder het<br />

vonnis aan hen heeft betekend) en of de krakers een kort geding willen aanspannen. Tot<br />

slot wordt een inschatting gemaakt <strong>van</strong> de gevolgen die de ontruiming zal hebben voor de<br />

openbare orde.<br />

Justitiële ontruimingen<br />

Indien de officier <strong>van</strong> mening is dat beëindiging <strong>van</strong> de overtreding <strong>van</strong> de artikelen 138 of<br />

429 sexies Sr. opportuun is, dan geeft het OM opdracht tot vervolging. De verdachten<br />

worden dan aangehouden, wat de ontruiming <strong>van</strong> het pand tot gevolg heeft. Door de<br />

overtreders aan te houden geeft het OM uitvoering aan haar taak de rechtsorde te handhaven.<br />

Als burgemeester kan ik niet in de overwegingen <strong>van</strong> het OM treden. Evenals bij<br />

civielrechtelijke vonnissen rust op de burgemeester de plicht het besluit <strong>van</strong> het OM te<br />

respecteren.<br />

de rechter daarbij aan de eisende partij de machtiging heeft gegeven om de ontruiming zo nodig zelf<br />

te doen uitvoeren, zo nodig met behulp <strong>van</strong> de sterke arm’. Beleidsvrijheid ten aanzien <strong>van</strong> het<br />

inzetten <strong>van</strong> politiemacht ontbreekt naar hun mening. Wel ‘behoort de burgemeester binnen<br />

redelijke grenzen de vrijheid te hebben te beoordelen hoe en wanneer de operatie met de minst<br />

mogelijke gevaren voor het lijf en het goed <strong>van</strong> de betrokkenen en met de minst mogelijke<br />

verstoring <strong>van</strong> de openbare orde tot uitvoering kan worden gebracht’. Prof.mr. H.Ph.JAM.<br />

Hennekens, Openbare Orderecht, pag. 142.


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

Wanneer de justitiële ontruiming de openbare orde raakt, wat doorgaans het geval is,<br />

betrekt de officier de burgemeester bij dit opportuniteitsvraagstuk. Dit is ook <strong>van</strong>uit de<br />

beheerstaak die de burgemeester over de politie heeft gerechtvaardigd. Volgens vast<br />

beleid worden justitiële ontruimingen met mogelijke maatschappelijke en/of openbare<br />

ordeconsequenties daarom in het driehoeksoverleg besproken, voordat het OM beslist<br />

over haar opportuniteit. Dan kan worden meegewogen of het aannemelijk is dat de<br />

eigenaar direct na ontruiming maatregelen neemt om herkraak te voorkomen<br />

(bijvoorbeeld de verbouwing starten).<br />

Voordat tot de ontruiming wordt overgegaan, bericht de politie de krakers dat zij zich<br />

schuldig maken aan huisvredebreuk of lokaalvredebreuk. Ook wordt gecontroleerd of de<br />

krakers een kort geding hebben aangespannen.<br />

Ad 3. Openbare orde en veiligheid<br />

De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving <strong>van</strong> de openbare orde en<br />

veiligheid. Bij de beslissing een pand te <strong>ontruimen</strong> heeft de burgemeester de<br />

verantwoordelijkheid te beoordelen of de ontruiming tot ernstige verstoringen <strong>van</strong> de<br />

openbare orde zal leiden. Daarnaast weegt de burgemeester af of de ontruiming tot<br />

onacceptabele risico’s leidt voor het in te zetten (politie)personeel, de omwonenden of de<br />

krakers zelf én of de politie-inzet voor de ontruiming <strong>van</strong> het kraakpand verantwoord is<br />

met het oog op politie-inzet elders in de stad. De beslissing al dan niet te <strong>ontruimen</strong> op<br />

een bepaald moment is dus gebaseerd op het civielrechtelijke vonnis of de beslissing <strong>van</strong><br />

de officier én de overwegingen ten aanzien <strong>van</strong> de openbare orde en veiligheid <strong>van</strong> de<br />

burgemeester.<br />

Om de ordeverstoringen te minimaliseren – en de politie-inzet zo optimaal mogelijk te<br />

benutten – vinden ontruimingen plaats tijdens ontruimingsrondes (tenzij de<br />

spoedeisendheid zich daartegen verzet). In Amsterdam vinden driemaal per jaar<br />

ontruimingsrondes plaats 2 . De datum <strong>van</strong> een ontruimingsronde wordt <strong>van</strong> tevoren aan<br />

belanghebbenden bekend gemaakt. De krakers weten zo waar ze aan toe zijn 3 .<br />

2 Tussendoor worden ook regelmatig <strong>kraakpanden</strong> ontruimd zonder grootschalige politie-inzet,<br />

waarbij geen of nauwelijks verzet is. Bij de ontruimingsrondes wordt mede in verband met het<br />

verwachte verzet <strong>van</strong> de krakers ME ingezet.<br />

3 De krakers weten doorgaans vóór de ontruimingsdag dat hun pand ontruimd zal worden. Als de<br />

krakers besluiten tóch in het pand te blijven tot de ontruimingsdag, zal de politie twee keer vorderen<br />

het pand te verlaten en het anders <strong>ontruimen</strong>. De in het pand blijvende krakers worden bij de<br />

ontruiming aangehouden op basis <strong>van</strong> de artikelen 138/139/429 sexies én 184 Strafrecht: het<br />

wederrechtelijk verblijven in een pand <strong>van</strong> een ander én het niet voldoen aan een ambtelijk bevel.<br />

De aangehouden personen worden meegenomen naar het bureau en voorgeleid aan de (hulp)<br />

Officier <strong>van</strong> Justitie. De Officier <strong>van</strong> Justitie beslist of de aangehouden personen in belang <strong>van</strong> het<br />

opsporingsonderzoek in verzekering worden gesteld, een dagvaarding krijgen of wegens gebrek<br />

aan bewijs worden heengezonden. Na inverzekeringstelling worden de aangehouden personen<br />

binnen drie dagen (en vijftien uur) na de aanhouding verhoord door de Rechter Commissaris. Deze<br />

toetst de rechtmatigheid <strong>van</strong> de inverzekeringstelling en beslist over voorlopige hechtenis.<br />

Hetzelfde geldt overigens bij ontruimingen op basis <strong>van</strong> een civiel vonnis, met dien verstande dat<br />

dan zowel de deurwaarder (1 keer) als de politie (2 keer) vorderen. Als de krakers niet aan de<br />

10


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

De ontruimingsdatum is (op spoedeisende gevallen na) ruim <strong>van</strong> tevoren gepland. In<br />

bepaalde gevallen kan deze datum worden aangepast, bijvoorbeeld als er lang <strong>van</strong> tevoren<br />

al een groot aantal panden is aangemeld, het met het oog op politie-inzet elders in de<br />

stad niet verantwoord is nu te <strong>ontruimen</strong> of er andere gronden zijn (bv. een noodsituatie)<br />

om een eerdere ontruiming(sronde) te plannen. Met de planning <strong>van</strong> de ontruimingsdatum<br />

wordt ook de politie-inzet gepland. De burgemeester kan zo beoordelen hoe en wanneer<br />

de ontruiming met de minst mogelijke gevaren voor lijf en goed voor alle betrokkenen en<br />

anderen en met de minst mogelijke verstoring <strong>van</strong> de openbare orde kan plaatsvinden.<br />

Het tijdstip <strong>van</strong> ontruiming wordt altijd aan de krakers bekendgemaakt. Omdat een<br />

vooraankondiging kan leiden tot het barricaderen <strong>van</strong> het pand of het mobiliseren <strong>van</strong><br />

verzet – en dus grotere openbare ordeconsequenties – wordt per geval het moment <strong>van</strong><br />

bekendmaken bepaald. Afhankelijk <strong>van</strong> de situatie worden de krakers uiterlijk op de<br />

vooravond of op de dag zelf ingelicht. Als er weerstand wordt verwacht bij de ontruiming,<br />

worden omwonenden middels een bewonersbrief ingelicht.<br />

Ad 4. Niet <strong>ontruimen</strong> voor leegstand<br />

Het uitgangspunt is dat niet wordt ontruimd voor leegstand, om zo herkraak te voorkomen<br />

én te voorkomen dat de politie meermalen wordt ingezet voor de ontruiming <strong>van</strong> hetzelfde<br />

pand. De ruimte die mij hier ter beschikking staat is de termijn die de rechter doorgaans<br />

aan de eigenaar geeft voor de tenuitvoerlegging <strong>van</strong> het vonnis.<br />

De eigenaar heeft doorgaans <strong>van</strong> de rechter een termijn gekregen voor de<br />

tenuitvoerlegging <strong>van</strong> het vonnis. Als de deurwaarder (namens de eigenaar) vraagt om<br />

politieassistentie bij de tenuitvoerlegging <strong>van</strong> zijn vonnis, wordt gecontroleerd of hij het<br />

pand na ontruiming weer in gebruik gaat nemen, bijvoorbeeld aan de hand <strong>van</strong> een<br />

huurcontract of bouwvergunning. Deze bouwvergunning (en andere nodige vergunningen)<br />

worden bij het stadsdeel gecontroleerd. Voordat daadwerkelijk tot ontruiming wordt overgegaan,<br />

voert de politie nog een gesprek met de eigenaar over zijn plannen met het pand<br />

na de ontruiming en beoordeelt of het aannemelijk is dat de eigenaar het pand inderdaad<br />

in gebruik neemt.<br />

Als de eigenaar niet aannemelijk kan maken dat hij het pand in gebruik gaat nemen (en<br />

de kans bestaat dat het pand herkraakt wordt), wordt het pand niet op de lijst voor de<br />

komende ontruimingsdag geplaatst: het pand schuift dan door naar een volgende<br />

ontruimingsronde. Op deze wijze wordt zoveel mogelijk voorkomen dat er voor leegstand<br />

ontruimd wordt. Zoals hierboven gezegd ben ik echter uiteindelijk wel gehouden mee te<br />

werken aan de tenuitvoerlegging <strong>van</strong> het vonnis. Dat betekent dat ik binnen de door de<br />

rechter gestelde termijn politieassistentie zal moeten verlenen.<br />

vordering tot verlaten <strong>van</strong> het pand voldoen, houdt de politie hen bij de ontruiming <strong>van</strong> het pand aan<br />

op basis <strong>van</strong> artikel 184 Strafrecht: het niet voldoen aan een ambtelijk bevel.


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

4 Rechtsmiddelen<br />

Als aan het voornemen tot ontruiming een civielrechtelijk vonnis ten grondslag ligt, kunnen<br />

de belanghebbenden (krakers) hiertegen bij de voorzieningenrechter <strong>van</strong> de rechtbank<br />

een kort geding aanspannen om de ontruiming tegen te houden, of een beroepsprocedure<br />

starten. Bij het voornemen tot een strafrechtelijke ontruiming, gebaseerd op het oordeel<br />

<strong>van</strong> de officier <strong>van</strong> justitie, kunnen de krakers een kort geding aanspannen tegen de staat.<br />

Ook kunnen de krakers een kort geding aanspannen tegen de burgemeester. De<br />

burgemeester beslist immers over het inzetten <strong>van</strong> de sterke arm voor de ontruiming.<br />

4.1 Beroep tegen civiel vonnis<br />

Uiteraard kunnen belanghebbenden (de krakers) beroep instellen tegen een<br />

civielrechtelijk vonnis. Meestal beginnen zij echter met een kort geding, omdat een<br />

beroepsprocedure nooit voor de beoogde ontruimingsdag zal zijn afgerond.<br />

4.2 Kort geding<br />

Belanghebbenden (krakers) die <strong>van</strong> mening zijn dat ze op basis <strong>van</strong> een civielrechtelijk<br />

vonnis onterecht ontruimd gaan worden, kunnen bij de voorzieningenrechter <strong>van</strong> de<br />

rechtbank een kort geding aanspannen om de ontruiming tegen te houden.<br />

Indien de krakers aangeven een kort geding te willen aanspannen – de burgemeester<br />

controleert dit voordat tot ontruiming wordt overgegaan – dan zal de ontruiming indien<br />

mogelijk niet plaatsvinden voordat het kort geding heeft gediend. Voorwaarde is wel dat<br />

het op (zeer) korte termijn wordt aangespannen. Tussen de datum waarop de<br />

deurwaarder of advocaat <strong>van</strong> de eigenaar het vonnis aan de burgemeester bekend maakt<br />

en verzoekt om ontruiming, en de ontruimingsdatum zelf, verstrijkt doorgaans enige tijd.<br />

De krakers hebben in het algemeen dus voldoende tijd een kort geding aan te spannen.<br />

De ontruiming zal niet worden uitgesteld als bij voorbaat vaststaat dat het kort geding op<br />

grond <strong>van</strong> eerdere uitspraken geen kans <strong>van</strong> slagen heeft of de belangen <strong>van</strong> de eigenaar<br />

onredelijk worden geschaad door het uitstellen <strong>van</strong> de ontruiming. Als er aanwijzigen zijn<br />

dat de krakers tijdens de opschorting <strong>van</strong> de ontruiming het pand barricaderen of verzet<br />

mobiliseren, of er operationeel zijn de ontruiming uit te stellen, zal de ontruiming uiteraard<br />

eveneens niet worden opgeschort.<br />

Als de krakers een kort geding aanspannen tegen de beslissing <strong>van</strong> de officier <strong>van</strong> justitie,<br />

zal de ontruiming worden opgeschort tot de volgende ontruimingsdag.<br />

4.3 Voorlopige voorziening tegen een ontruiming o.g.v. een<br />

noodsituatie<br />

Als de burgemeester kenbaar maakt dat hij een pand gaat <strong>ontruimen</strong> op grond <strong>van</strong> zijn<br />

bevoegdheden uit artikel 175 <strong>Gemeente</strong>wet, dan kunnen belanghebbenden (de krakers)<br />

12


<strong>Gemeente</strong> Amsterdam<br />

<strong>Beleidsuitgangspunten</strong> <strong>ontruimen</strong> <strong>van</strong> <strong>kraakpanden</strong><br />

Directie OOV, operationeel team<br />

tegen deze bestuursrechtelijke maatregel een voorlopige voorziening aanspannen.<br />

Voordat ze de voorlopige voorziening aanspannen moeten ze eerst een bezwaarschrift<br />

indienen. Hoewel de voorlopige voorziening doorgaans pas ná de ontruiming plaatsvindt –<br />

de noodmaatregel brengt met zich mee dat hij snel wordt uitgevoerd – kunnen de krakers<br />

wel een belang hebben bij de voorlopige voorziening, bijvoorbeeld als ze door de<br />

ontruiming geen woonruimte meer hebben. De rechter toetst dan of ten onrechte inbreuk<br />

is gemaakt op de rechten <strong>van</strong> de krakers.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!