02.01.2015 Views

jg9_nr2_Lentevogels in het Gentse.pdf - Natuurpunt Gent

jg9_nr2_Lentevogels in het Gentse.pdf - Natuurpunt Gent

jg9_nr2_Lentevogels in het Gentse.pdf - Natuurpunt Gent

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

natuurstudie<br />

<strong>Lentevogels</strong><br />

<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong><strong>Gent</strong>se</strong><br />

De lente 2010 is gul geweest. Voor wie buiten kwam, viel er op vogelgebied<br />

heel wat te beleven.<br />

Guy Huylebroeck<br />

Beflijster<br />

Lentevogel 2010:<br />

de beflijster<br />

“De beflijster werd <strong>in</strong> 2005 enkel op<br />

voorjaarstrek gezien. Gespreid over twaalf<br />

waarnem<strong>in</strong>gen werden 22 exemplaren<br />

gemeld. In <strong>het</strong> algemeen v<strong>in</strong>dt de voorjaarstrek<br />

plaats vanaf midden maart tot<br />

half mei, met een hoogtepunt <strong>in</strong> de tweede<br />

helft van april en de eerste decade van<br />

mei.” Dat lezen we <strong>in</strong> <strong>het</strong> Jaarboek van<br />

<strong>het</strong> Gewest <strong>Gent</strong> en Kanaalzone, 2005.<br />

En dat geeft ook weer hoe een gemiddeld<br />

jaar eruitziet.<br />

snavel en vooral een witte halve maan op<br />

de borst (die bij eerstejaarsvogels niet altijd<br />

zo duidelijk is, zeker niet bij de vrouwtjes).<br />

Die witte band heeft de vogel zijn naam<br />

gegeven. Ook <strong>in</strong> andere Europese talen,<br />

trouwens: merle à plastron (Frans), r<strong>in</strong>g<br />

ouzel (Engels), R<strong>in</strong>gamsel (Duits), mirlo<br />

de collar (Spaans), merlo dal collare (Italiaans).<br />

In de vlucht vallen <strong>in</strong> alle kleden de<br />

bleke vleugels van de beflijster op, die veel<br />

lichter zijn dan die van de merel, omdat de<br />

rand van de veren wit afgeboord is.<br />

Er zijn <strong>in</strong> Europa drie gescheiden populaties<br />

van de beflijster en daarmee verbonden<br />

ook drie ondersoorten. In de Kaukasus<br />

treffen we amicorum aan; <strong>in</strong> de Alpen,<br />

de Pyreneeën en de Balkan de ondersoort<br />

alpestris; en <strong>in</strong> Scand<strong>in</strong>avië en de Britse<br />

eilanden de nom<strong>in</strong>aat torquatus. Het is<br />

alleen de Scand<strong>in</strong>avische ondersoort die<br />

bij ons doortrekt, op terugkeer vanuit de<br />

w<strong>in</strong>terkwartieren <strong>in</strong> <strong>het</strong> Atlasgebergte. De<br />

ondersoort alpestris wordt hier ook wel<br />

eens gezien, maar dan als dwaalgast. Ze<br />

is te onderscheiden van torquatus door de<br />

witgerande veren van <strong>het</strong> onderlichaam.<br />

Beflijsters broeden op kale berghoogvlakten<br />

met verspreide struiken, berken en licht<br />

naaldhout. Ook op doortrek vertoeven ze<br />

graag <strong>in</strong> zulke landschappen: du<strong>in</strong>en en<br />

vlakten met we<strong>in</strong>ig bomen (zoals de Westerplas,<br />

de Bourgoyen-Ossemeersen en <strong>het</strong><br />

Kluizendok). In België trekken ze vooral<br />

door langs de kust, maar <strong>in</strong> m<strong>in</strong>dere mate<br />

ook via <strong>het</strong> b<strong>in</strong>nenland. Het hoogtepunt<br />

van de trek ligt <strong>in</strong> de tweede helft van april<br />

en beg<strong>in</strong> mei: de februariwaarnem<strong>in</strong>g aan<br />

de Westerplas is een uitzonderlijk vroege<br />

meld<strong>in</strong>g. Beflijsters trekken soms <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e<br />

groepjes, die tot tw<strong>in</strong>tig vogels groot kunnen<br />

zijn. Het is dus niet zo uitzonderlijk om<br />

ergens zeven vogels tegelijk aan te treffen,<br />

maar <strong>het</strong> is natuurlijk wel leuk.<br />

Lentespot 2010:<br />

de Makegemse Bossen<br />

Op 26 maart kreeg ik een leuk mailtje van<br />

Norbert Huys: “Dag Guy, vorige week<br />

mooie waarnem<strong>in</strong>g vanuit mijn tu<strong>in</strong> <strong>in</strong><br />

Makegembos: de vijf soorten specht:<br />

zwarte, groene, kle<strong>in</strong>e, middelste en grote<br />

bonte specht met op de achtergrond <strong>het</strong><br />

Tabel 1: overzicht van de waarnem<strong>in</strong>gen van beflijster <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong><strong>Gent</strong>se</strong>, lente 2010<br />

Vergelijk dit met de resultaten van 2010,<br />

samengevat <strong>in</strong> Tabel 1, en je merkt meteen<br />

dat dit jaar een uitzonderlijk beflijsterjaar<br />

was: 62 exemplaren werden er gerapporteerd,<br />

gespreid over 24 waarnem<strong>in</strong>gen. Op<br />

de Westerplas kan weliswaar een aantal<br />

exemplaren blijven hangen zijn, zodat die<br />

62 beflijsters niet noodzakelijk allemaal<br />

verschillende <strong>in</strong>dividuen zijn, maar dan nog<br />

is dit een heel hoog aantal.<br />

Een beflijster lijkt erg goed op een merel,<br />

maar heeft een zwarte punt aan zijn gele<br />

50<br />

Snep! · 2de trimester 2010


natuurstudie<br />

gekikiki van de havik. De lente komt er<br />

duidelijk aan...” Wie kronkelde er bij <strong>het</strong><br />

lezen van deze mail <strong>in</strong> een jaloeziestuip,<br />

denk je Niet dat <strong>het</strong> Norbert niet gegund<br />

is uiteraard, maar ik zou zelf ook wel eens<br />

zo’n supermoment willen beleven. En<br />

bedenk, beste lezer, dat dit één momentopname<br />

is op één plekje <strong>in</strong> <strong>het</strong> uitgestrekte<br />

Makegemse bossencomplex...<br />

Het totaalplaatje was immers nog beter (en<br />

dan zijn op <strong>het</strong> moment dat ik dit schrijf<br />

de wespendieven nog niet aangekomen):<br />

één bevestigd broedpaar zwarte specht<br />

(<strong>het</strong> vierde <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong><strong>Gent</strong>se</strong>, na Zelzate,<br />

Moerbeke en Heusden) en wellicht nog<br />

een tweede koppel, twee broedparen<br />

middelste bonte (Heilig Geestgoed en<br />

Makegembos) en mogelijk nog een derde<br />

(Bru<strong>in</strong>bos), m<strong>in</strong>stens vier koppels kle<strong>in</strong>e<br />

bonte specht maar wellicht meer, havik,<br />

twee zangposten van nachtegaal, ... Misschien<br />

komt daar nog wat ander leuks<br />

als goudv<strong>in</strong>k of glanskop bij, maar zelfs<br />

als dat niet zo zou zijn, dan nog leidt <strong>het</strong><br />

geen twijfel: lente = Makegemse Bossen!<br />

Hoewel de concurrentie stevig was, met<br />

territoria van Cetti’s zanger en bru<strong>in</strong>e kiekendief<br />

<strong>in</strong> de Bolveerput, de gebruikelijke<br />

rariteiten <strong>in</strong> <strong>het</strong> Kluizendok, steltlopergala<br />

<strong>in</strong> de Bourgoyen-Ossemeersen en op de<br />

Westerplas... Maar ja, er kan slechts één<br />

gebied de lentespot bij uitstek zijn!<br />

Dwaalgasten <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong><strong>Gent</strong>se</strong><br />

Liefhebbers van zeldaamheden zijn dit<br />

voorjaar op hun wenken bediend. De<br />

meest spectaculaire vondst was ongetwijfeld<br />

de steppekievit, die Filiep T’jollyn op<br />

5 april ontdekte <strong>in</strong> Mendonk en die tot 10<br />

april <strong>in</strong> de buurt bleef. Steppekievit is niet<br />

alleen een zeldzame dwaalgast <strong>in</strong> België<br />

(dit was pas de negende waarnem<strong>in</strong>g),<br />

de soort is ook globaal bedreigd, vooral<br />

Steppekievit (foto Koen Lepla)<br />

Jan-van-gent (foto Maciej Sobieraj)<br />

door habitatvernietig<strong>in</strong>g. Naar schatt<strong>in</strong>g<br />

blijven er maar zowat 5600 broedparen<br />

meer over.<br />

We kregen ook bezoek van twee Amerikanen:<br />

als ze goedgekeurd worden, zijn<br />

de waarnem<strong>in</strong>gen van een Amerikaanse<br />

smient <strong>in</strong> de Assels (Drongen) en van<br />

een r<strong>in</strong>gsnavelmeeuw <strong>in</strong> <strong>het</strong> Leeuwenhof<br />

respectievelijk de achttiende en tw<strong>in</strong>tigste<br />

waarnem<strong>in</strong>g voor België. Vooral r<strong>in</strong>gsnavelmeeuw<br />

is een <strong><strong>Gent</strong>se</strong> specialiteit: maar<br />

liefst twaalf van de Belgische waarnem<strong>in</strong>gen<br />

zijn <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong><strong>Gent</strong>se</strong> gebeurd, vooral op<br />

<strong>het</strong> spaarbekken van Kluizen.<br />

Iets m<strong>in</strong>der zeldzaam maar toch best leuk<br />

waren de poelruiter die twee dagen aan<br />

de Westerplas te zien was, de kuifduiker<br />

die <strong>in</strong> <strong>het</strong> Rodenhuizedok overw<strong>in</strong>terde<br />

en de laatste keer is gezien op 3 maart,<br />

de twee grote burgemeesters (één <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

Rodenhuizedok en één <strong>in</strong> de Bourgoyen-<br />

Ossemeersen), en een dwerggans en een<br />

juveniele roodhalsgans op dezelfde dag <strong>in</strong><br />

de Bourgoyen-Ossemeersen .<br />

Verder waren er nog wat zeevogels die<br />

ongewoon diep <strong>in</strong> <strong>het</strong> b<strong>in</strong>nenland verdwaalden:<br />

twee zwarte zee-eenden op <strong>het</strong><br />

spaarbekken <strong>in</strong> Kluizen, twee grote zeeeenden<br />

op de zandw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g van Lochristi<br />

en ten slotte een uitgeputte Jan-van-<strong>Gent</strong><br />

die overgebracht werd naar <strong>het</strong> Vogelopvangcentrum<br />

<strong>in</strong> Merelbeke.<br />

<strong>Lentevogels</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong><strong>Gent</strong>se</strong><br />

Ons lenteartikel handelt nog over een<br />

stukje w<strong>in</strong>ter – vooral om heel praktische<br />

redenen: de kopij moest beg<strong>in</strong> mei b<strong>in</strong>nen<br />

zijn, zodat dit overzicht loopt van februari<br />

tot e<strong>in</strong>d april.<br />

Door de strenge w<strong>in</strong>ter waren er op verscheidene<br />

plaatsen roerdompen gemeld,<br />

tot <strong>in</strong> tu<strong>in</strong>vijvers toe. Ook <strong>in</strong> februari en<br />

tot beg<strong>in</strong> maart verbleven er langdurig<br />

roerdompen <strong>in</strong> Zevergem (Bruwé) en <strong>in</strong> de<br />

Assels (Drongen). Geert Spanoghe had de<br />

roerdomp van de Assels op een gegeven<br />

ogenblik <strong>in</strong> één beeld met een waterral<br />

en een ijsvogel: <strong>het</strong> leven kan soms toch<br />

mooi zijn! Zoals elk jaar trokken er enkele<br />

grote zilverreigers over (twee om precies te<br />

zijn) en een stuk meer kle<strong>in</strong>e zilverreigers<br />

(een tiental), waarvan er één vijftien dagen<br />

bleef pleisteren aan de afgrav<strong>in</strong>g van de<br />

Bourgoyen-Ossemeersen. Om de reigerachtigen<br />

af te sluiten: er zijn zeven doortrekkende<br />

purperreigers gemeld (allemaal<br />

<strong>in</strong> april) en twee lepelaars (we verwachten<br />

er <strong>in</strong> mei weliswaar een pak meer).<br />

Snep! · 2de trimester 2010 51


natuurstudie<br />

Roerdomp<br />

De hele maand februari waren er op diverse<br />

plaatsen terugtrekkende kolganzen te zien,<br />

soms <strong>in</strong> grote groepen tot 150 dieren. Er<br />

werden ook twee kle<strong>in</strong>e rietganzen gemeld,<br />

één <strong>in</strong> Zevergem (Vaernewyck) en<br />

een zeer laat dier <strong>in</strong> de Assels (Drongen):<br />

e<strong>in</strong>d april is voor kle<strong>in</strong>e rietganzen abnormaal<br />

laat, want de vogels zijn e<strong>in</strong>d februari<br />

normaal gezien al terug <strong>in</strong> Spitsbergen.<br />

Verder werd ook een rotgans ontdekt<br />

tussen de brandganzen <strong>in</strong> de Bourgoyen-<br />

Ossemeersen en een toendrarietgans <strong>in</strong> de<br />

Kluizendokken. Ganzendag van <strong>het</strong> jaar<br />

was 25 februari, toen Geert Spanoghe <strong>in</strong> de<br />

Bourgoyen-Ossemeersen een onger<strong>in</strong>gde<br />

(dat wil zeggen wellicht wilde) juveniele<br />

roodhalsgans, een dwerggans en maar<br />

liefst 2630 brandganzen zag.<br />

Over brandganzen gesproken: dit is wat<br />

Geert te vertellen heeft over de brandganzenw<strong>in</strong>ter.<br />

“Door de strenge w<strong>in</strong>ter<br />

‘herontdekten’ de brandganzen de <strong><strong>Gent</strong>se</strong><br />

Leievallei. Waar deze soort de laatste<br />

w<strong>in</strong>ters <strong>in</strong> aantal afnam, is ze nu weer<br />

verdrievoudigd. Tijdens de koudegolf van<br />

e<strong>in</strong>d februari zaten er meer dan 3000 <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> <strong><strong>Gent</strong>se</strong>. Overdag zitten er meer dan<br />

2000 <strong>in</strong> de Hoge Laken, ‘s avonds gaan<br />

ze slapen <strong>in</strong> de Bourgoyen-Ossemeersen.<br />

In de eerste week van maart zijn <strong>het</strong> er<br />

nog niet veel m<strong>in</strong>der en tot april kan dit<br />

aantal hoog blijven. Daarna zullen ze op<br />

enkele tientallen na allemaal terug naar<br />

Nederland trekken, maar wellicht ook tot<br />

Scand<strong>in</strong>avië en mogelijk zelfs Rusland en<br />

Siberië. De <strong><strong>Gent</strong>se</strong> zomerpopulatie bestaat<br />

nu uit m<strong>in</strong>der dan honderd exemplaren<br />

en zelfs die bevat waarschijnlijk vooral<br />

wilde vogels, zelfs al broeden die ergens<br />

<strong>in</strong> een mooi parkje. Brandgans kende een<br />

vertienvoudig<strong>in</strong>g van de populatie s<strong>in</strong>ds<br />

1950 en breidde zijn broedgebied zo uit<br />

van de eilanden aan de Noordpool over<br />

Rusland en de Baltische staten tot Nederland<br />

en België. Ontsnapte of uitgezette<br />

exemplaren konden dit proces plaatselijk<br />

katalyseren, maar vormen hoe dan ook<br />

een m<strong>in</strong>derheid.”<br />

Door de iets koudere w<strong>in</strong>ter kregen we <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> b<strong>in</strong>nenland ook meer grote zaagbekken<br />

(twaalf) en nonnetjes (dertien) te zien<br />

dan <strong>in</strong> andere jaren. Ook voor topper was<br />

<strong>het</strong> geen slecht jaar: behalve de Damvalleiklassieker<br />

zat er de hele tweede helft<br />

van februari een koppeltje <strong>in</strong> de draaikom<br />

van de R<strong>in</strong>gvaart <strong>in</strong> Belzele en gedurende<br />

een week pleisterde er een vrouwtje op<br />

<strong>het</strong> Eendenmeer <strong>in</strong> Heusden. De plaats<br />

bij uitstek voor rare eenden was – niet<br />

verwonderlijk – <strong>het</strong> spaarbekken <strong>in</strong> Kluizen,<br />

waar Eef Thoen op 14 maart dertig<br />

brilduikers, twee zwarte zee-eenden en<br />

twee nonnetjes zag.<br />

Wat de roofvogels betreft, was deze lente<br />

vrij gewoontjes. Zoals verwacht zijn er een<br />

paar (zes om precies te zijn) smellekens<br />

waargenomen en was bijna elk bezoek<br />

aan <strong>het</strong> Kluizendok goed voor m<strong>in</strong>stens<br />

één bru<strong>in</strong>e en blauwe kiekendief. Een van<br />

de beste roofvogeldagen <strong>in</strong> de Kluizendokken<br />

was 12 maart, toen Luc Teugels twee<br />

blauwe en één bru<strong>in</strong>e kiekendief zag, samen<br />

met een velduil en een smelleken, zijn<br />

favoriete roofvogeltje. Bru<strong>in</strong>e kiekendieven<br />

werden vanaf e<strong>in</strong>d april ook bijna dagelijks<br />

jagend waargenomen rond Zevergem en<br />

Eke en al spoedig werd duidelijk waarom:<br />

<strong>in</strong> de Bolveerput (Semmerzake) werd een<br />

koppeltje bru<strong>in</strong>e kiek gespot en <strong>het</strong> wijfje<br />

werd met nestmateriaal gezien. Op dit<br />

ogenblik is nog niet duidelijk hoe deze<br />

broedpog<strong>in</strong>g zal aflopen, maar we hopen<br />

op <strong>het</strong> beste. Verder vlogen er nog drie<br />

rode wouwen over en negen zwarte wouwen,<br />

werden er drie trekkende visarenden<br />

gemeld en werd er <strong>in</strong> de Kluizendokken een<br />

velduil opgestoten.<br />

De laatste week van april startte <strong>het</strong> steltlopergeweld,<br />

maar daarover meer <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

herfstnummer. Zoals andere jaren hadden<br />

we ook nu weer overtrekkende kraanvogels<br />

e<strong>in</strong>d februari-beg<strong>in</strong> maart (groepen<br />

van 4, 28, onbekend want auditief, en 9) en<br />

doortrekkende dwergmeeuwen e<strong>in</strong>d april.<br />

Er was ook volop sternentrek e<strong>in</strong>d aprilbeg<strong>in</strong><br />

mei: vijf waarnem<strong>in</strong>gen van zwarte<br />

stern, vier Noordse sternen die <strong>in</strong> Kluizen<br />

overtrokken en een mooi groepje van zestien<br />

witwangsternen, dat overnachtte op<br />

de zandafgrav<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Melle.<br />

Na een lange vorstperiode is <strong>het</strong> altijd<br />

bang afwachten hoe de ijsvogeltjes <strong>het</strong> er<br />

vanaf gebracht hebben. Op veel plaatsen<br />

waar vorig jaar ijsvogels aanwezig waren,<br />

werden ze deze lente gelukkig teruggezien.<br />

De populatie zal wel een dipje hebben<br />

gekregen, maar op <strong>het</strong> eerste gezicht niet<br />

dramatisch. Opvallend: er waren maar liefst<br />

vier meld<strong>in</strong>gen van hop <strong>in</strong> maart en april,<br />

allemaal ten zuiden van <strong>Gent</strong> (<strong>Gent</strong>bos<br />

<strong>in</strong> Bottelare, Hospicebossen <strong>in</strong> Nazareth,<br />

Bru<strong>in</strong>bos <strong>in</strong> Merelbeke en Melle). Hop<br />

is bij ons een zeldzame doortrekker, vier<br />

waarnem<strong>in</strong>gen op één lente duiden dan<br />

ook op een goed hoppenjaar.<br />

En daarmee zijn we bij de zangvogels<br />

aanbeland. Er werden kle<strong>in</strong>e aantallen<br />

doortrekkende boompiepers (vijf) en één<br />

roodkeelpieper (Assels) gemeld en ook<br />

Brandganzen (foto Mart<strong>in</strong> Steenbrugge)<br />

Blauwe kiekendief (foto Koen Lepla)<br />

52<br />

Snep! · 2de trimester 2010


natuurstudie<br />

twee pestvogels die terugkeerden naar <strong>het</strong><br />

noorden: één <strong>in</strong> <strong>het</strong> centrum van Drongen<br />

en één langs de R4 <strong>in</strong> Wondelgem. Er werd<br />

opnieuw rouwkwikstaart gemeld op de<br />

Westerplas <strong>in</strong> S<strong>in</strong>t-Martens-Latem, maar<br />

deze keer een mannetje (bij <strong>het</strong> gemengde<br />

broedgeval van vorig jaar was de rouwkwik<br />

een vrouwtje: de verleid<strong>in</strong>g is groot om<br />

<strong>het</strong> flauwe ‘vrouwkwik’ te gebruiken).<br />

Ook elders zijn rouwkwikken gespot: <strong>in</strong><br />

Desteldonk, de <strong>Gent</strong>brugse Meersen en<br />

<strong>het</strong> Leeuwenhof <strong>in</strong> Drongen.<br />

Fenologie<br />

Lente betekent terugkerende zomergasten. De studie van de terugkeerdatum valt onder<br />

de fenologie, die terugkerende natuurfenomenen bestudeert. Tabel 2 geeft een overzicht<br />

van de terugkeerdata voor 2010, vergeleken met die van de voorgaande jaren. Zware<br />

conclusies hoeven we hier niet te trekken (<strong>het</strong> is gewoon een leuke tijdsreeks), behalve<br />

dat we de terugkerende boomvalken collectief gemist hebben en dat de wespendieven<br />

laat waren dit jaar.<br />

Tabel 2: Terugkeerdata 2010 <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met vorige jaren<br />

Nachtegaal werd één keer gemeld <strong>in</strong> de<br />

zandw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Melle, maar werd maar<br />

op drie plaatsen gedurende een langere<br />

periode gehoord: één zangpost aan de<br />

zandafgrav<strong>in</strong>g bij Heusdenbrug en twee <strong>in</strong><br />

de Makegemse Bossen. Dit zijn mogelijke<br />

broedgevallen: drie is niet veel, maar toch<br />

meer dan de voorgaande jaren. Ook Cetti’s<br />

zanger breidt uit als broedvogel: naast de<br />

vaste stekken <strong>in</strong> de Bolveerput (Semmerzake)<br />

en de Bourgoyen-Ossemeersen (Mariakerke)<br />

werd dit jaar ook een territorium<br />

vastgesteld <strong>in</strong> De Putten (Melsen).<br />

Om af te sluiten: er werd (maar) één<br />

doortrekkend paapje gemeld (Bourgoyen-<br />

Ossemeersen, Mariakerke) en alleen <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

Kluizendok zijn roodborsttapuiten gezien<br />

(wel wat raar, de vogel komt normaal gezien<br />

nog op andere plaatsen <strong>in</strong> onze regio voor).<br />

Tapuitentrek werd wel overvloedig gemeld<br />

(28 op 13 waarnem<strong>in</strong>gen), maar <strong>het</strong> aantal<br />

trekkende Europese kanaries (twee: één <strong>in</strong><br />

Moortsele en één <strong>in</strong> De P<strong>in</strong>te) en geelgorzen<br />

(drie: één <strong>in</strong> de Bourgoyen-Ossemeersen,<br />

één <strong>in</strong> Moortsele en één z<strong>in</strong>gend <strong>in</strong> Merelbeke)<br />

lag dan weer aan de lage kant. Ten<br />

slotte werd beg<strong>in</strong> april nog één vliegerige<br />

klapekster gespot <strong>in</strong> <strong>het</strong> Kluizendok.<br />

Stadswaarnem<strong>in</strong>gen<br />

Geen vogelrubriek is compleet zonder een<br />

overzicht van <strong>in</strong>teressante stadswaarnem<strong>in</strong>gen.<br />

Er zitten deze keer een paar soorten<br />

tussen die je niet <strong>in</strong> <strong>het</strong> centrum van <strong>Gent</strong><br />

zou verwachten. In februari bleven een<br />

achttal putters foerageren <strong>in</strong> de elzen voor<br />

<strong>het</strong> MIAT (Museum Industriële Archeologie<br />

en Textiel). De allereerste zwarte roodstaart<br />

voor <strong>het</strong> <strong><strong>Gent</strong>se</strong> werd dit jaar gehoord op<br />

<strong>het</strong> ABVV-gebouw aan de Vrijdagsmarkt!<br />

‘t Is dan natuurlijk wel een roodstaart hé,<br />

voor blauwstaarten moet je <strong>in</strong> Heist zijn,<br />

dat is lekker dicht bij Knokke. Z<strong>in</strong>gende fitissen<br />

waren te horen <strong>in</strong> de Stoppelstraat en<br />

de Huidevettersstraat en aan de Coupure<br />

zat zowaar een tu<strong>in</strong>fluiter te z<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een<br />

grote tu<strong>in</strong> met een smeedijzeren poort. Nog<br />

straffer: bosuil <strong>in</strong> de Koersenstraat, dicht<br />

bij de Sterre. Maar de hoofdprijs gaat deze<br />

keer toch naar een sperwer die op een tak<br />

van een kerselaar <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> van een rijhuis<br />

gefotografeerd werd <strong>in</strong> Nieuwland.<br />

CBR biedt slechtvalken onderdak<br />

Cementproducent CBR nam <strong>het</strong> <strong>in</strong>itiatief<br />

om samen met <strong>het</strong> Fonds voor<br />

Instandhoud<strong>in</strong>g van Roofvogels (FIR)<br />

een nestkast voor slechtvalken te plaatsen<br />

op een van zijn silo’s, op 86 meter<br />

hoogte. In 2008 werd voor <strong>het</strong> eerst<br />

een koppel slechtvalken waargenomen.<br />

Eén jaar later nestelde <strong>het</strong> koppel zich<br />

en werden twee eieren uitgebroed. Ook<br />

dit jaar zijn de valken weer van de partij.<br />

E<strong>in</strong>d april werden drie kuikens geboren.<br />

Op 12 mei werden ze ger<strong>in</strong>gd, gemeten<br />

en gewogen en werd een DNA-staal<br />

genomen.<br />

Foto’s van de jonge kuikens kun je<br />

bewonderen op de webpag<strong>in</strong>a: http://<br />

users.skynet.be/bs281548/cbr_slechtvalkenproject.html<br />

Snep! · 2de trimester 2010 53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!